safianadsivvi VIAI3H1
LESTITEL: LEERDOMEIN: LESDUUR:
O LESDOELEN TAALVAARDIGHEID (totaalvaardigheid)
- Op hun niveau gebruik kuhnen maken van taalspelletjes - Een eenvoudige instructie bij opdrachten uitvoeren als die instructie is opgebouwd uit maximum vier stappen - In een gesprek precieze en gepaste vragen stellen pm informatie te achterhalen van een medeleerling
FIMOTIVERING De kinderen doen ervaring op met ailerlei taalspelletjes rond lezen, luisteren en spreken.
IE! MEDIA - Een geheimzinnige brief (kopieerbladen Fac. 4.1) - Wie is wie? (kopieerbladen Fac. 4.2)
Fl LESVERLOOP Werkvorm Did. wenk Materiaal 4.1
4.1.1 51
klasgesprek
4.2.1
partnerwerk
kopieerblad Fac. 4.1
101
partnerwerk
10'
partnerwerk
Motivering
Steek voor de les de kaart en een kopie van de brief in een omslag. Laat de omslag tijdens de les 'geheimzinnig' te voorschijn komen. - He, wat is dit? - Wie van jullie heeft die brief hier gelegd? Open de omslag, haal de kaart en de brief tevoorschijn en bekijk ze eerst zelf. Wat een gekke kaart! En wat is dit voor een brief? Toon de kaart en de brief aan de leerlingen. - Kun jij er iets van maken? - Wat voor brief zou ditzijn? En die kaart daarbij? Laat de leerlingen fantaseren. Lees vervolgens de boodschap bovenaan op de brief voor: Voor wie dit vindt Volg de weg die ikje zeg. Aha, dan weten we wat we moeten doen! 4.2
10'
Inleiding
Leskern (instructie en verwerking)
De weg volgen Geef de leerlingen per twee een kopie van de brief en van de kaart. Laat hen per twee het spel oplossen. Begeleid de groepjes, vooral gericht op het juist invullen van de oplossingen. Verbeter vervolgens klassikaal. 4.2.2 De vraag oplossen Onderaan op de brief staat er nog: 'Ik vraag je\ - Weet er iemand hoe we de vraag moeten vinden? Leg eventueel uit hoe je te werk gaat om de vraag te vinden. Controleer door klassikaal op te lossen. Bespreek de uitkomst: KOM JE MET MIJ SPELEN? - Wit jij met de schrijver van deze brief spelen? Dan is het nu aan jullie om hem te vinden ... 4.2.3 Een beschreven weg volgen Leg de werkwijze van het spel uit. Ik ga jullie de weg uitleggen die jullie moeten volgen om het geheimzinnige vriendje te vinden. Jullie moeten de weg met een stift opje blad tekenen.
Werkvorm !pid. vyenk
Materiaal
Je begint te wandelen in blokjeah
Volg de weg tot aan de rotonde. Neem de afslag in blokje c4. Ga tot aan net volgende kruispunt. Nu ga je naar b6. Volg de weg tot aan net volgende kruispunt. Ga naar c8.
Volg de weg tot aan net volgende kruispunt. Ga naar rechts en blijf de weg volgen tot vakje g4. Steek de beek over en ga tot vakje h2. Daar staan een heleboel vriendjes om mee te spelen. Toon de zes mogelijke vriendjes. 4.2.4 Wie is wie? 51
partnerwerk kopieerblad Fac. 4.2
51
OLG
klasgesprek
Geef alle leerlingen een strook met de mogelijke vriendjes. Leg de werkwijze van het spel uit. De leerlingen werken in duo's. Elke leerling moet een kind kiezen om mee te spelen. De andere leerling moet trachten te achterhalen welk kind de ander heeft gekozen door ja-neevragen te stellen. De eerste die hetjuiste kind achterhaalt, wint. Wie verkeerd raadt, verliest. Laat dit spel enkele keren spelen. 4.2.5 De echte namen van de kinderen achterhalen Kunjij ook de echte namen van de kinderen achterhalen als ik zeje beschrijf? Zet de goede naam onder hetjuiste kind. - Paul, Daan en Willem hebben donker haar. - Daan staat tussen Rik en iemand met een bril. - Maarten heeft een bril. - Blonde Kasper staat naast Willem. Herhaal de beschrijving en verbeter klassikaal. 4.3
Evaluatie/reflectie - Welke vragen zijn slimme vragen om te stellen bij 'Wie is wie'? - Na hoeveel vragen vondjij het kind datje partner koos? - Welk spel vondje het leukst? - Zijn er spelietjes bij dieje metje echte vrienden zou spelen?
KOPIEERBLAD FAC.
Een geheimzinnige brief 1 Post
Kasper speelt graag in zijn hut in het bos. Op een dag ligt er een geheimzinnige brief voor zijn deur.
Op de brief is ook een kaart getekend. Bekijk de kaart en lees de brief door.
2 Kasper gaat op pad Kasper is nieuwsgierig.
Hij besluit de weg te volgen. Kun jij hem helpen?
Wijs op de kaart de hut van Kasper aan. Het woord is al ingevuld bij 1. Hij mag alleen over de weg lopen.
Kasper loopt van a5 naar b2. Volg met je vinger de weg die Kasper loopt.
Wat treft Kasper bij b2? Schrijf dat bij 2.
3 Waar gaat Kasper heen?
Daarna gaat Kasper op weg naar d5. Ca met je vinger langs de weg die Kasper loopt.
Vul weer in waar Kasper nu is. Ga zo verder. Vul ook elke keer het woord in.
Wat zal Kasper uiteindeiijk aantreffen? 4 Kijk goed
Bekijk nu de hokjes onderaan op de brief. Zoek in de andere hokjes het hokje met nummer 1. Daar staat een k.
Zet de k onderaan bij hokje 1. Ca zo verder.
Lees uiteindeiijk de vraag die te voorschijn komt. Zou Kasper dat willen?
4.1
KOPIEERBLAD FAC.
, ,'■ ->w --
41
LESTITEL: LEERDOMEIN:
LESDUUR:
H LESDOELEN TAALVAARD1GHEID (totaalvaardigheid) - Op hun niveau gebruik kunnen maken van taalspelletjes
Fl MOTIVERING In vakantiestemming woorden leren zoeken in een woordzoeker.
H MEDIA - woordzoeker (kopieerblad Fac. 4.3)
LESVERLOOP Werkvorm Did. wenk Materiaal
51
klasgesprek
4.1
Inleiding
4.1.1
Motivering Wat gaan jullie in de vakantie zoal doen? laat de leerlingen aanbrengen. - Zijn er kinderen die samen zullen spelen? - Wie trekt er op vakantie? Waar naartoe?
-Alsje thuis bent, wat doe ye dan zoal? - Wat vindjij het leukst aan vakantie? - Heb je nog wat vakantie-ideeen nodig?
Dan geef ikje er enkele. Maar... je moet ze wel zelf nog zoeken.
15"
individueel kopieerblad Fac. 4.3
4.2
Leskern (instructie en verwerking)
4.2.1
Woordzoeker
Leg de leerlingen de woordzoeker voor. Leg uit dat ze de woorden onderaan moeten terugvinden in het rooster. Ze moeten van links naar rechts en van boven naar onder zoeken. Als ze een woord vinden, mogen ze het kleuren. 4.2.2 Vakantiespelen
5
De leerlingen die klaar zijn, mogen per twee het volgende spel spelen. Ze schrijven elk tien dingen op die zij graag zouden doen tijdens de vakantie. Vervolgens lezen ze de woorden een voor e§n aan elkaar voor. De woorden die ook de andere leerling heeft, worden geschrapt. Wie heeft er aan het eind de meeste woorden over?
partnerwerk
£
4.3
klasgesprek
4.3.1
Evaluatie/reflectie Evaluatie
-
Heb ye alle woorden gevonden? Laat de leerlingen elkaar eventueel helpen. Wie won het vakantiespel? Welke spelen waren goede spelen om mee te winnen?
KOPIEERBLAD FAC.
Puzzeltijd
Zoek deze woorden in het rooster.
voetballen
skate n
wandelen
logeren
vliegeren
tv-kijken
computeren
gezelschapsspel
fietsen
schilderen
dansen
lezen
knutselen
zingen
kampen bouwen
V
0
e
t
b
a
1
1
e
n
e
r
P
y
w
1
d
s
1
e
f
h
g
s
q
a
f
t
j
a
i
f
c
0
m
P
u
t
e
r
e
n
g
k
n
e
k
h
g
d
f
d
V
i
c
s
m
g
n
d
g
j
i
e
b
V
X
k
0
X
d
j
d
u
e
e
b
1
r
n
z
z
i
m
w
f
g
a
t
1
r
n
d
e
i
i
w
j
P
q
f
d
n
s
e
e
s
e
n
z
n
c
k
f
i
e
t
s
e
n
n
q
r
f
t
g
s
e
u
0
g
d
e
1
s
P
w
e
g
a
e
k
n
m
P
j
q
n
e
f
m
j
n
u
e
n
a
h
j
t
k
a
d
n
h
1
e
z
e
n
i
t
g
h
r
m
z
c
b
u
0
u
a
0
a
0
e
a
j
e
1
e
t
y
i
a
k
a
m
P
e
n
b
0
u
w
e
n
h
h
g
e
z
e
1
s
c
h
a
P
s
s
P
e
1
4J
LESTITEL:
LEERDOMEIN: LESDUUR:
OLESDOELEN TAALVAARDIGHEID (totaaivaardigheid) - Op hun niveau gebruik kunnen maken van taalspelletjes - Voor een woord een qmschrijying kunnen zeggen
n MOTIVERING De leerlingen leren niet alleen eenvoudige kruiswoordpuzzels opiossen, ze leren ook hoe je zuike puzzels kunt
maken. Het feit dat er in de klas een kruiswoordpuzzelboek gemaakt wordt, zorgt'voor een extra motiyatie.
El MEDIA - woordpuzzels (kopieerblad Fac. 4.4) -werkblad(kdpieerblad'Fac 4.5) - kruiswoordpuzzelboek
..:-.'
LESVERLOOP Werkvorm Did. wenk Materiaal
5'
4.1
Inleiding
4.1.1
Motivering Ga vooraan zitten met een kruiswoordpuzzelboek en begin een kruiswoordpuzzel op te lossen. Laat de leerlingen vrij reageren. Als ze niet reageren, vraag hen dan om raad, bv.: vier letters, een blaffend
klasgesprek
dier...
- Doen jullie dat soms ook? - Wat ben ik aan het doen? - Vindje kruiswoordpuzzels leuk? - Zin om enkele kruiswoordpuzzels op te lossen? Vandaag gaan we niet alleen enkele puzzels opiossen, we gaan er ook zelf maken!
51
OLG
bijlage 101
partnerwerk kopieerblad Fac. 4.4
4.2
Leskern (instructie en verwerking)
4.2.1
Een kruiswoordzpuzzel invulien
Teken de puzzel in bijlage op het bord en los hem klassikaal op. Bespreek duidelijk hoe je de puzzel invult: elk vakje krijgt ££n letter! 4.2.2 Per twee puzzels opiossen Laat de leerlingen in partnerwerk de puzzels op het werkblad opiossen. Leg vooraan verbetersleutels en laat de leerlingen zelf verbeteren. Verduidelijk dat het verbetersleutels zijn, geen spieksleutels! Je kunt ook enkele puzzels klassikaal opiossen. 4.2.3 Motivering om zelf kruiswoordpuzzels te maken
51
klasgesprek
- Zijn deze kruiswoordpuzzels leuk?
Ik los ook graag kruiswoordpuzzels op. Daarom heb ik zo'n boekje gekocht. Hierstaan wel 50 kruiswoordpuzzels in! - Heeft er iemand van jullie zo'n puzzelboekje ? - Heeft er iemand van jullie al zo'n kruiswoordboekje voor kinderen gezien? - Hoe komen we dan aan zo'n boekje met kruiswoordpuzzels voor jullie? - Ik heb een idee! Zouden jullie zelf zo'n kruiswoordpuzzel kunnen maken?
Werkvorm Did. wenk Materiaal Als we per twee in onze klas een kruiswoordpuzzel maken en we leggen die allemaal samen, dan hebben wezo'n kruiswoordpuzzelboek! En op dit kopieerbladstaat precies hoe we te werk moeten gaan om zo'n kruiswoord puzzel te maken! 4.2.4 De tekst lezen 10'
OLG
Deel de kopieerbladen uit. Lees klassikaal de instructies voor het opstellen van een kruiswoordpuzzel.
kopieerblad Fac. 4.5
Voer vervolgens de stapjes £§n voor 6§n uit met een woord dat de leerlingen
zelf gekozen hebben. Een kruiswoordpuzzel maken Laat de leerlingen nu per twee een kruiswoordpuzzel opstellen. Ga rond en controleer de leerlingen en de kruiswoordpuzzels. Aandachtspunt: spellingcorrectheid van de woorden.
4.2.5 10'
partnerwerk
Evaluatie/reflectie Enkele kruiswoordpuzzels klassikaal oplossen Teken een of meer kruiswoordpuzzels van de leerlingen op het bord. De leer lingen spelen zelf meester of juf en lossen de kruiswoordpuzzels klassikaal op. Evalueer kort de gemaakte kruiswoordpuzzels. -Wat vondje van de puzzel? - Was hij leuk om op te lossen? - Zijn jullie zelf tevreden overjullie puzzel? - Nuje hem met de kinderen hebt opgelost, zouje dan nog iets eraan v eranderen? Evalueer ook de activiteit. - Is het leuk om zelfpuzzels te ontwerpen of is het leuker om ze zelf op te
4.3 4.3.1 51
klassikaal onder
leerlingenbegeleiding TIP 1 + 2
lossen? - Ga ye nog puzzels ontwerpen?
SUGGESTIES Lestips
- Tip 1: het is leuk voor de leerlingen om een echt kruiswoordpuzzelboek van deklas mee naar huis te nemen.
Laat enkele leerlingen een kaft ontwerpen en vpbrzie een boekje voor elke leerling,
- Tip 2 de kruiswoordpuzzels kunnen worden gebruikt voor een schoolkrantje of op de website van de school
geplaatst worelen.':
!
BIJLAGE
bijlage
1.
2. 3.
4.
1 Je spreekt ermee.
2 De ... van Belgie heeft drie kleuren: rood, geel en zwart. 3 Als dit er is, bel je het best de brandweer.
4 Je kreeg er een toen je geboren werd.
oplossing 1.
m
0
n
2.
V
I
a
g
3.
b
r
a
n
d
n
a
a
4.
d
m
KOPIEERBLAD FAC.
Kruiswoordpuzzels
1
Niet dit, maar dat! Schrijf van elk woord het tegengestelde in het rooster. Onder de piji vind je dan iemand die onmisbaar is tijdens de ooriog. 1 niet slap maar ...
2 niet oud maar ... 3 niet dom maar ...
4 niet smal maar ... 5 niet koud maar ... 6 niet vroeg maar ...
7 niet vlug maar ...
4.4
KOPIEERBLAD FAC. 2 Los op.
Let op: de ij schrijf je in een vakje. horizontaal o 1 een hele dure ring: een ... ring. 2 Hij heeft tien vingers ... tien tenen - ... ben jij? 3 Als je nadenkt, krijg je een ... - Tot Hem bidden sommige mensen.
4 5 6 7 8
Ga je met de fiets of ... voet? - langwerpig stuk chocolade water dat uit de lucht valt niet dichtbij - wij of ... tijd om te eten inwoner van lerland - Als je 'net1 omgekeerd schrijft, krijg je .
verticaal 0 1 boerderijdier met een sikje - vijfde maand 2 niet boven - ik ga ... voet 3 een wild varken in een bos of een ...zwijn 4 5 6 7 8
Sneeuwwitje en de zeven ... Dat legt de kip - tegengestelde van 'laatst' drie keer drie - des ... beter Er is geen eten meer: alles is ... - drank gemaakt van druiven niet jong - Daarin slaap je.
12 1
3
4
5
6
7
8
4.4
KOPIEERBLAD FAC.
Zelf een kruiswoordpuzzel maken Schrijf een woord van vier letters van boven naar beneden op. Bv.
Maak met die letters vier nieuwe woorden.
Het geeft niet waar de letters staan: aan het begin van het woord, in het midden of achteraan. Bv.
met de g:
boog
met de u:
bos
met de o:
kus
met de d:
donder
Verzin nu vragen bij die woorden.
Je klasgenoten moeten de woorden natuurlijk wel kunnen raden. Bv.
je kunt schieten met pijl en ... (boog) plaats waar veel bomen staan (bos) ander woord voor zoen (kus) ... en bliksem (donder) Begin nu aan de puzzel zelf. Schrijf het woord weer van boven naar onder op.
Dan teken je de hokjes. Voor elke letter die moet worden ingevuld,
moet er een hokje komen. Zet een cijfer voor de hokjes. Zet de omschrijvingen van de woorden eronder.
1
g
2
0
3
u
d
1 2 3 4
je kunt schieten met pijl en ... (boog) plaats waar veel bomen staan (bos) ander woord voor zoen (kus) ... en bliksem (donder)
Geef jouw puzzel aan iemand anders om op te lossen.
4.5
LESTITEL:
55(jv
LEERDOMEIN:
;^^.^
LESDUUR:
n LESDOELEN TAALVAARDIGHEID (totaalvaardigheid)
- In eenvoudige voorgelezen verhalen de verhaallijn ontdekken, de hoofdpersonages en de belahgrijkste gebeurtenisse'n aanduiden
.
:
- Op hun niveau kunneh gebruik rhaken van taalspelletjes - Ervaringen opdoen met klanken, klankgroepen, lettertekens, letterdusters in concrete taalgebruiksituaties
,
F1M0TIVERING
De leerlingen zoeken vanuit een reeks letters een aantal woorden, gericht naar zowel lengte als hoeveelheid. , Tot slot wordt er naar woorden gezocht met klanken en worden die woorden gebruikt om speelse zinnen te maken.
H MEDIA - kookwekker
LESVERLOOP Werkvorm Did. wenk Materiaal
51
4.1
Inleiding
4.1.1
Motivering Schrijf de volgende letters willekeurig op het bord: s p o I e. Hier staat een woord. Jullie mogen zoeken welk.
klasgesprek
Laat de leerlingen vrij zoeken. - Is er nog een mogelijkheid? Vandaag gaan we met letters allerlei woorden zoeken. We zoeken er zoveel mogelijk en zo snel mogelijk.
5'
individueel OLG
51
partnerwerk
10'
partnerwerk
4.2 4.2.1
Leskern (instructie en verwerking)
Een zo lang mogelijk woord vinden Zet een reeks letters op het bord. Met deze letters moeten jullie een zo lang mogelijk woord zoeken. Zet een kookwekker op enkele minuten. Als de tijd op is, zeggen de leerlin
gen hun woord. Wie het langste woord heeft, is gewonnen. 4.2.2 Zoveel mogelijk woorden maken met de letters van het bord De leerlingen werken met een partner. Zet weer een reeks letters op het bord. Vertel de leerlingen dat ze binnen de tijd zoveel mogelijk woorden moeten vinden met die letters. De lengte van de woorden is onbelangrijk. Het moeten gewoon zoveel mogelijk woorden zijn. Zet de kookwekker op vier minuten. De ploeg met de meeste woorden op het einde van de kookwekkertijd wint. 4.2.3 Klankzinnen bouwen Schrijf op het bord de klank oe. De leerlingen werken met een partner. Ze krijgen vijf minuten om zoveel mogelijk woorden met oe-klank te vinden. Die schrijven ze op een kladblad. Dan krijgen ze weer vijf minuten om met die woorden een zin te bouwen die zoveel mogelijk oe-klanken bevat. De ploeg met de meeste oe-woorden in een zin, is de winnaar.
Werkvorm Did. wenk Materiaal
5"
individueel
4.3 4.3.1
Evaluatie/reflectie Nazeggen Tot slot zeggen de leerlingen de volgende zinnen na. - Boer Koen moet vroeg op als de koeien loeien. - Zeven Zaventemse zotten zouden zeker zwemmen. - Ik mix whisky met een whiskymixer!
SUGGESTIES Suggestie voor alternative les
- De spelletjes zijn ook leuk om als tussendoortje te gebruiken.
LESTITEL:
LEERDOMEIN: LESDUUR:
LESDOELEN - Een eenvoudige instructie bij opdrachten correct uitvoereh als de opdracht is opgebouwd uit ten hoogste vier stappen
MOTIVERING Deze les bestaat uit verschillende luisterspelletjes; waarbij de leerlingen opdrachten moeten vervullen. De verscheidenheid aan opdrachten werkt motiverehd.
MEDIA
- werkblad (kopieerblad Fac. 4.6)
]'
P! LESVERLOOP Werkvorm Did. wenk Materiaal
4.1 51
OLG
4.1.1
Inleiding
Motivering: nazeggen Jij zegt de volgende woorden, de leerlingen zeggen na. flip - flap - floep flap - flip - floep flip - floep - flap floep - flap - flip flap - floep - flip floep - flip - flap piekharenkappertje kattensnorrenkammetje
fietsenmakershamertje vogelkooitjesbouwer kikkerbilletjesbrader amandelpitjesverkoper Vandaag gaan we allerlei leuke taalspelletjes doen. Alle spelletjes hebben te maken met goed luisteren! Dus: hoe beterje luistert, hoe beterje de opdracht kunt oplossen.
4.2 15'
OLG
verbaal kopieerblad Fac. 4.6 individueeel
Leskern (instructie en verwerking) De leerlingen krijgen het werkblad en bekijken oefening 1. Ik ga jullie een tekenopdrachten geven op het ruitjespapier. Jullie moeten precies uitvoeren wat ik zeg.
Beschrijf stap voor stap de patronen. De leerlingen tekenen de verschillende stappen.
Bv.: - Je gaat twee blokjes omhoog, een naar rechts en dan weer twee omlaag.
- Daarna twee blokjes naar rechts. - Nu weer twee blokjes omhoog, een naar rechts en dan weer twee omlaag... en
- Je gaat een blokje schuin omhoog naar rechts, dan e£n blokje schuin
omlaag naar rechts, een blokje recht omhoog, e'en blokje naar rechts, een hokje naar beneden. - Dan weer een blokje schuin omhoog naar rechts, dan e£n blokje schuin omlaag naar rechts, een blokje recht omhoog, e'en blokje naar rechts, een naar beneden.
Werkvorm Did. wenk Materiaal 4.2.2 151
Letters invullen
De leerlingen bekijken opdracht 2. Ik ga letters zeggen enjullie moeten de letters in hetjuiste vak zetten. Alsje alle letters juist zet, komt er een zin tevoorschijn. In de hokjes 1, 15 en 16zetje de eerste letter van bet alfabet. De eerste letter van gras zetje in hokje 14. De middelste letter van ketel is een .... Die letter zet je in hokje 23.
OLG
verbaal individueel
Een voertuig dat op net watergebruikt wordt, noemen we een ... De eerste
verbaal individueel
letter van het woord zetje in hokje 21. De mensen zeggen datje zo koppig bent als een ezel. De eerste letter van die dierennaam zetje in hokje 5, 22 en 24. In hokje 11 moet dezelfde letter staan als in hokje 22. Het woord 'soms' begint en eindigt met dezelfde letter. Die letter zetje in de hokjes 3 en 9. Achter de 'k' komt in het alfabet de letter... Die letter zet je in hokje 2 en 6. In hokje 18 en 19 schrijfje de letters 'h' en 'e\ In de hokjes 10, 13, 17, 20 schrijfje de letter die het meest voorkomt in het woord 'hottentot'. Schrijfin hokje 4 de letter j. In hokje 12 komt de eerste letter van het woord 'raar; in hokje 25 de laatste letter van dat woord. De buik van het woord 'bulk' schrijfje in hokje 7 en 8. Bespreek de uitkomst van de leerlingen. Maak de opdracht eventueel op het bord. (Als je luistert, gaat het beter!) - Wie heeft supergoed geluisterd? 4.2.3 Met de poppen spelen De leerlingen staan verspreid in de klas. Ik geefjullie instructies, jullie voeren die uit meje lichaam. Jullie gedragenje als poppen. - Ga rechtop staan. Kruisje linkerbeen overje rechterbeen. Je handen op je rug. Je kijkt schuin omhoog. - Je staat op je rechterbeen. Je zetje linkerbeen een stap vooruit Je zetje handen in je zij. Je kijkt een beetje overje schouder. - Je staat metje benen gespreid. Je zetje rechterhand in je zij. Je linkerhand houdje voorje ogen. Je kijkt recht vooruit. - Je zetje linker- enje rechtervoet een klein stukje uit elkaar. Je gaat een beetje voorover gebogen staan. Je zetje handen opje knieen. Je kijkt naar de grond. Laat ook enkele een houding beschrijven die de klas dan uitvoert. Controleer of de leerlingen alles goed uitvoeren.
klasgesprek
4.3
OLG
10'
51
Evaluatie/reflectie - Welk spel vondje het leukst? - Welk spel was het moeilijkst? - Bij welk spel hadje het beste resultaat? Hadje daar ook het best geluisterd? - Welk spel wilje nog wel eens spelen?
KOPIEERBLAD FAC.
4.6
Goed luisteren 1 Luister goed naar de uitleg en teken 1
j i
1
i
i I \
......J. |
2 Schrijf de juiste letters in de hokjes.
I
15
14
2
1
4
3
5
6
7
8
9
10
11
12
13
I
16
18
17
19
21
20
22
23
24
25
LESTITEL: LEERDOMEIN: LESDUUR:
LESDOELEN TAALVAARDIGHEID (totaalvaardigheid)
- Op hun niveau gebriiik kurinen Imafcen van taalspelletjes
- Nadenken over de plaats van afzonderlijke klanken in woorden
- Nadenken over de plaats van afzonderlijke letters en letterdusters in woorden
.'
MOTIVERING
Door speels met woorden om,te gaanzien de leerlingen in dat woorden en klanken uit verschillende letters zijn opgebouwd. Ze moeten de kiankeh op de juiste plaats in het woord schrijven. Ze zien ook het belang in van
correct schrijven.
El LESVERLOOP Werkvorm Did. wenk Materiaal
p.
5'
15'
3.1
Inleiding
3.1.1
Uitleg van het spel Schrijf op het bord zes puntjes. Laat de leerlingen vrij reageren. Ik heb in mijn hoofd een woord, bv. banaan. Jullie moeten achterhalen welk woord dat is. Je kunt dat doen door letters te zeggen. Als de letter diejij zegt in het woord voorkomt, dan schrijf ikze op de juiste plaats in het woord. Komt de letter niet in het woord voor, dan teken ik het begin van een galg. Als het mannetje aan de strop hangt, dan is jullie kans voorbij en ben ik de winnaar. Wie het woord raadt, mag vooraan komen en zelf een woord spelen. Raad niet te snel naar het woord, want alsje verkeerd raadt, wordt er ook een stuk van de galg getekend.
3.2 3.2.1
Leskern (instructie en verwerking) Het spel klassikaal spelen
OLG
klassikaal
Speel het spel klassikaal. De leerling die het woord raadt, mag zelf een woord spelen. Leg de nadruk op het juist spellen van woorden. Anders kunnen de spelers nooit het woord raden.
3.3 5*
klasgesprek
Evaluatie/reflectie
- Hadje dit spel al ooit gespeeld? - Vondje het een leuk spel? - Vondje het moeilijk? - Gaje dit spel nog spelen? Wanneer? Met wie?
LESTITEL: LEERDOMEIN: LESDUUR:
HLESDOELEN TAALVAARDIGHEID (totaalvaardigheid)
- Op hun niveau;gebruik (
j
■'•>'■'
Fl MOTIVERING Via een gevonden geheime brief motiveren we de leerlingen om zelf boodschappen in geheimcode te schrijven en
te ontcijferen. Ten slotte maken we een geheimcode voor de fles voor de kinderen van voigend schooljaar.
El MEDIA - geheime boodschap (kopieerblad Fac. 47 of de boodschap van vorig schooljaar)
El LESVERLOOP Werkvorm Did. wenk Materiaal
10'
4.1
Inleiding
4.1.1
Motivering Steek de geheime code in bijlage (of die van de kinderen van vorig jaar) in een plastic fles en leg die op een plaats in de klas waar je zelden komt.
klasgesprek
'Vind' de fles heel toevallig. HekijklWatisdat? Laat de leerlingen vrij reageren. - Waarom zit er een briefje in deze fles? - Van wie zou die fles zijn? - Zouden wij dat briefje mogen lezen? Is net we! voor ons bedoeld? Voor wie zou het bedoeld zijn? Haal het briefje uit de fles en toon het aan de kinderen. - Wat een gekke taal is dit? - Kan iemand van jullie dit lezen? - Wie schrijft er nu een brief in zo'n gekke taal? - Waarom zouje datdoen? Dan kan niemandje brief lezen ...?/ - Waarover denkjij dat de brief gaat? - Wat hoopje dat erin staat? - En van wie denkjij dat de brief is? - En waarom zou niemand mogen weten wat erin staat? - Ik ben hee^l nieuwsgierig... Jullie ook? - Maar hoe komen we te weten wat er in de brief staat? We hebben helemaal geen code om de brief te ontcijferen?!
Hi, maar wacht eens... hier staat een geheime code op. Deel de kopietjes uit. We gaan eens proberen of deze code werkt op deze brief ...En dan kunnen we vandaag geheime brieven maken voor elkaar!
10'
OLG
4.2 4.2.1
Leskern (instructie en verwerking) De brief ontcijferen
Ontcijfer samen met de leerlingen de geheime code van de brief. Bespreek vervolgens. - Wat staat er in de brief?
- Van wie is de brief nu?
Werkvorm Did. wenk Materiaal
201
individueel TIP1
1
S
i
- Was dat een reden om zo geheimzinnig te doen? -Alsjij een brief zou maken, watzoujij erals boodschap in schrijven? En dat is nu precies wat we gaan doenl 4.2.2 Zelf een geheime brief maken en ontcijferen voor een klasgenoot Probeer nu zelf eens een brief te maken voor iemand van de klas. - Hoe ga je te werk?
Laat de leerlingen eerst hun aanpak vertellen.
bord
Kom tot de volgende stappen en schrijf ze op het bord. 1 Bedenk watje gaat schrijven.
2 Schrijf het eerst zo bondig mogelijk op. 3 Zet het in geheimcode. 4 Verzorgje werk, dan is het duidelijker voorje lezer! De leerlingen werken individueel. Ga rond en begeleid. Aandachtspunt: een zo bondige boodschap in code zetten. De leerlingen die klaar zijn, brengen hun boodschap over. Ze ontcijferen en antwoorden (indien mogelijk) in geheimcode.
10'
OLG
klasgesprek
TIP 2
4.3
Evaluatie/reflectie
4.3.1
Een geheimcode voor de kinderen van volgend schooljaar maken Maak samen met de kinderen een geheimcode voor de klas van volgend schooljaar en stop ze in de fles, die je weer op zijn zeldzaam bezochte plaats legt. Evalueer kort. - Was dit een leuke activiteit? - Denkje dat de kinderen van volgend schooljaar jullie boodschap leuk zullen vinden? - Zouden zeje het volgend schooljaar komen vertellen?
SUGGESTIES Lestips
- Tip 1: laat de leerlingen een naam van een klasgenoot trekken. - Tip 2: gebruik het volgende schooljaar de brief van de kinderen van dit schooljaar.
Sleutel van de geheime boodschap: Als je deze brief kunt lezen, dan ben je een knappe kop. karel de beste!
Een geheime boodschap!
0
n
j
m
d
a
t
j
r
k
z
m
i
d
k
s
i
c
d
d
d
d
y
d
m
d
d
y
a
KOPIEERBLAD FAC.
4.7
mXm
q
c
j
j
m
m
z
h
z
0
d
e
m
cl
0
!
j
z
q
d
k
c
d
a
d
r
d
s
de sleutel
j = k
h = i
c = d
a = b
b = c
w = x
v = w
p = q
o = p
d k
= e
e = f 1 = m
=i
r = s
q = r
n = o
m = n
g = h
f=g
t = u
s = t
=z
x = y
u = v
z = a