rs-5/rs-9 64 voice synthesizer
Hartelijk dank en gefeliciteerd met uw aankoop van de Roland RS-5 / RS-9. Gelieve de volgende pagina’s aandachtig te lezen, alvorens dit toestel te gebruiken: * VEILIG GEBRUIK VAN HET TOESTEL * BELANGRIJKE OPMERKINGEN Deze pagina’s bevatten belangrijke informatie over de correcte bediening van dit toestel. Om zeker te zijn dat u alle functies van uw nieuw toestel goed begrijpt, dient u de handleiding in haar geheel te lezen. Bewaar deze handleiding ter referentie.
Hoe gebruikt u dit handboek? Het RS-5/9 gebruikershandleiding bestaat uit twee delen, “Snel starten” en “Gevorderd gebruik”. In “Snel starten” wordt de basiswerking van de RS-5/9 uitgelegd. Wanneer u dit deel leest, verkrijgt u een algemeen inzicht in de functies en de kenmerken van de RS-5/9. Bovendien vindt u bij elk besproken onderwerp een verwijzing naar de relevante paginanummers in “Gevorderd gebruik” die u kan lezen indien u meer informatie wenst. Wanneer u gedetailleerde instellingen maakt, instellingen bewaart en de RS-5/9 samen met externe toestellen gebruikt, moet u “Gevorderd gebruik” raadplegen. Dit handboek is volgens onderwerp onderverdeeld in paragrafen. Wanneer u geïnteresseerd bent in een bepaalde zaak die u kan instellen en meer wil weten over de functies, moet u de parameterlijst raadplegen. In deze lijst worden de relevante pagina’s aangeven.
Afspraken die in dit handboek worden gebruikt • •
Woorden tussen vierkante haken [ ] duiden paneelknoppen aan. Bijvoorbeeld: [SPLIT] is de aanduiding van de SPLIT-knop. (pg. **) duidt een referentiepagina aan.
Copyright © 2001 Roland Benelux N.V. Alle rechten voorbehouden. Geen enkel deel van deze publicatie mag in gelijk welke vorm gereproduceerd worden, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Roland Benelux N.V.
USING THE UNIT SAFELY
VEILIG GEBRUIK VAN HET TOESTEL INSTRUCTIES TER VOORKOMING VAN BRAND, ELEKTRISCHE SCHOKKEN OF VERWONDING VAN PERSONEN
Over
WAARSCHUWING en
Over de Symbolen
OPGEPAST
Het -symbool maakt de gebruiker attent op belangrijke instructies of waarschuwingen. De juiste betekenis van het symbool wordt bepaald door de tekening in de driehoek. Het symbool hier links duidt op algemene verwittigingen of waarschuwingen, of vestigt de aandacht op gevaar.
Wordt gebruikt voor instructies die de gebruiker wijzen op levensgevaar of WAARSCHUWING ernstige verwondingen bij onjuist gebruik van het toestel.
Wordt gebruikt voor instructies die de gebruiker wijzen op het risico op verwondingen of materile schade bij onjuist gebruik van het toestel.
Het -symbool maakt de gebruiker attent op zaken die nooit mogen worden uitgevoerd (verboden zijn). De tekening in de cirkel geeft aan wat er precies verboden is. Het symbool hier links betekent dat het toestel nooit mag worden gedemonteerd.
OPGEPAST * Materile schade verwijst naar schade of andere ongunstige effecten die aan het huis en de hele inboedel, huisdieren inbegrepen, worden toegebracht.
Het ● -symbool maakt de gebruiker attent op zaken die moeten worden uitgevoerd. De tekening in de cirkel geeft aan wat er precies dient te gebeuren. Het symbool hier links betekent dat de stekker van de stroomkabel moet worden uitgetrokken.
NEEM STEEDS HET VOLGENDE IN ACHT
OPGELET ¥ Gelieve onderstaande instructies en de handleiding te lezen vooraleer u dit toestel gebruikt. .......................................................................................................... 002a
¥ Maak het toestel of de AC-adaptor niet open of breng er geen interne wijzigingen in aan. .......................................................................................................... 003
¥ Probeer het toestel niet zelf te herstellen of vervang geen onderdelen (behalve wanneer de handleiding specifieke instructies hiertoe geeft). Wend u voor onderhoud steeds tot het dichtstbijzijnde Roland Service Center of een erkende Roland-verdeler, zoals vermeld op de "Information"- pagina. .......................................................................................................... 004
¥ Gebruik of bewaar het toestel nooit op plaatsen die: ¥ Onderhevig zijn aan extreme temperaturen (bv. direct zonlicht in een gesloten voertuig, nabij een radiator of een andere warmtebron); ¥ Vochtig zijn (bv. badkamer, wasplaats, op een natte vloer); ¥ Blootgesteld zijn aan de regen; ¥ Stoffig zijn; ¥ Onderhevig zijn aan sterke trillingen. ..........................................................................................................
2
OPGELET 006
001
¥ Zorg dat het toestel altijd waterpas en op een stabiele basis staat. Plaats het nooit op een wankel statief of op een hellend oppervlak. .......................................................................................................... 008a
¥ Gebruik uitsluitend de AC-adaptor die met het toestel werd meegeleverd. Zorg ook dat de netspanning overeenstemt met de ingangsspanning die op de AC-adaptor staat vermeld. Andere AC-adaptors kunnen een andere polariteit hebben of ontworpen zijn voor een andere spanning, zodat hun gebruik kan leiden tot schade, slecht functioneren of een elektrische schok. .......................................................................................................... 009
¥ Beschadig het elektrische snoer niet. Buig het niet overmatig, ga er niet op staan, plaats er geen zware voorwerpen op, enz. Gebruik nooit een beschadigd snoer; dit kan elektrocutie of brand veroorzaken! .......................................................................................................... 010
¥ Dit toestel, alleen of in combinatie met een versterker en een hoofdtelefoon of luidsprekers, zou een geluidsniveau kunnen produceren dat permanente gehoorschade kan veroorzaken. Vermijd langdurig gebruik bij een hoog of onaangenaam volumeniveau. Als u enig gehoorverlies of suizende oren gewaar wordt, staak dan onmiddellijk het gebruik van dit toestel en raadpleeg een gehoorspecialist. ..........................................................................................................
OPGELET 011
¥ Zorg er voor dat er geen voorwerpen (bv., brandbare materialen, munten, pennen) of vloeistoffen (water, limonade, enz.) in het toestel binnendringen.
.......................................................................................................... 012b
¥ Zet onmiddellijk de stroom uit, verwijder de ACadaptor van de uitgang en raadpleeg uw leverancier, het dichtstbijzijnde Roland Service Center of een erkende Roland verdeler, zoals deze op de "InformatiepaginaÓ staan aangegeven wanneer: ¥ de AC-adaptor, het stroomsnoer of de stekker beschadigd is; ¥ er voorwerpen of vloeistoffen in het toestel zijn geraakt, ¥ het toestel aan regen is blootgesteld of op een andere manier nat geworden is, ¥ het toestel schijnbaar niet normaal werkt of een opmerkelijke verandering in de werking vertoont. .......................................................................................................... 013
¥ In gezinnen met kleine kinderen moet een volwassene de kinderen begeleiden tot ze in staat zijn om alle regels te volgen die essentieel zijn om het toestel veilig te gebruiken. .......................................................................................................... 014
¥ Bescherm het toestel tegen hevige schokken. (Laat het niet vallen)! .......................................................................................................... 015
¥ Sluit het stroomsnoer van het toestel niet samen aan op een uitgang van een onredelijk aantal andere toestellen. Wees vooral voorzichtig met het gebruik van verlengsnoerenÑhet totale vermogen dat gebruikt wordt door alle toestellen die op het verlengsnoer zijn aangesloten, mag het vermogen (watt/amp•re) van het verlengsnoer niet overschrijden. Te hoge belastingen kunnen de isolatie van het verlengsnoer doen opwarmen en mogelijk doen smelten. ..........................................................................................................
GEVAAR 101b
¥ Stel het toestel en de AC-adaptor op in een plaats waar voldoende ventilatie is. 102d
¥ Alleen de stekker van het AC-adaptorsnoer vastnemen wanneer men deze op het toestel wil in- of uitpluggen. .......................................................................................................... 103b
¥ Koppel de AC-adaptor los wanneer het toestel gedurende langere tijd niet wordt gebruikt. 104
¥ Zorg er voor dat snoeren en kabels niet in de war raken. De snoeren en kabels moeten ook buiten het bereik van kinderen worden gelegd. .......................................................................................................... 106
¥ Plaats geen zware voorwerpen op het toestel en ga er niet op staan. .......................................................................................................... 107d
¥ De AC-adaptor of zijn stekkers nooit met natte handen vastnemen wanneer men deze op het toestel in- of uitplugt. .......................................................................................................... 108b
¥ Koppel de AC-adaptor en alle snoeren los van het toestel en ontkoppel alle snoeren van externe toestellen vooraleer u het toestel verplaatst. .......................................................................................................... 109b
¥ Zet de stroom uit en koppel de AC-adaptor los vooraleer u het toestel reinigt. .......................................................................................................... 110b
¥ Bij kans op onweer moet u de AC-adaptor loskoppelen. 118
¥ Indien u de schroeven verwijdert die gebruikt worden voor het vastmaken van de muziekstandaard moet u deze op een veilige plaats buiten het bereik van kinderen bewaren om het risico op inslikken te vermijden. ..........................................................................................................
016
¥ Raadpleeg uw verkoper, het dichtstbijzijnde Roland Service Center of een erkende Roland verdeler, die u vindt op de ÒinformatiepaginaÓ, vooraleer u het toestel in het buitenland gebruikt. ..........................................................................................................
* * * * * *
GS ( ) is een geregistreerd handelsmerk van Roland Corporation. Apple is een geregistreerd handelsmerk van Apple Computer, Inc. Macintosh is een geregistreerd handelsmerk van Apple Computer, Inc. IBM is een geregistreerd handelsmerk van International Business Machines Corporation. IBM PC is een geregistreerd handelsmerk van International Business Machines Corporation. Alle productnamen die in dit document worden gebruikt zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van hun respectievelijke eigenaars.
3
BELANGRIJKE OPMERKINGEN 291a
Gelieve naast de onderwerpen beschreven in “VEILIG GEBRUIK VAN HET TOESTEL” op pagina 2-3, eveneens het volgende in acht te nemen:
Stroomtoevoer
Bijkomende voorzorgsmaatregelen
301
551
¥ Dit toestel mag niet worden gebruikt op hetzelfde stroomcircuit van eender welk toestel dat lijnruis genereert (zoals een elektrische motor of een variabel verlichtingssysteem). ¥ De AC-adaptor wordt warm wanneer hij lange tijd aanhoudend wordt gebruikt. Dit is normaal en mag geen reden geven tot ongerustheid.
¥ Wij wijzen er op dat de inhoud van het geheugen onherroepelijk verloren kan gaan door foutieve werking of door het onjuiste gebruik van het toestel. Om uzelf tegen het verlies van belangrijke gegevens te beschermen, raden wij aan om de belangrijke gegevens die u in het geheugen van het toestel hebt bewaard regelmatig als back-up kopie in een ander MIDI-toestel (bv. een sequencer) te bewaren.
307
552
302
¥ Zet de stroom van alle toestellen uit vooraleer dit toestel op andere toestellen aan te sluiten. Op deze manier voorkomt men het slecht functioneren en/of beschadiging van luidsprekers of andere apparatuur.
¥ Jammer genoeg is het niet altijd mogelijk om de inhoud van de gegevens te herstellen die in een ander MIDItoestel (bv. een sequencer) zijn opgeslagen eens ze verloren zijn gegaan. Roland Corporation is niet verantwoordelijk voor zulk verlies van gegevens.
Plaatsing
553
351
¥ Het gebruik van dit toestel in de buurt van stroomversterkers (of andere apparatuur met sterke stroomtransformatoren) kan brom veroorzaken. Om dit probleem op te lossen, moet u de richting van het toestel veranderen, of het toestel verder van de interferentiebron verwijderen. 352
Dit apparaat kan interfereren met radio- en televisieontvangst. Gebruik dit apparaat niet in de buurt van zulke ontvangers. 354a
¥ Behandel de knoppen, schuiven en andere controlefuncties, eveneens als de jacks en de connectoren van het toestel met de nodige voorzichtigheid. Een ruwe behandeling kan leiden tot een slechte werking. 554
¥ Nooit op de display slaan of er sterke druk op uitoefenen. 556
¥ Bij het aansluiten of afkoppelen van de kabels moet de connector zelf vastgenomen worden - nooit aan de kabel trekken. Op deze manier wordt kortsluiting en beschadiging van de interne elementen van de kabel voorkomen 558a
¥ Het toestel niet blootstellen aan direct zonlicht, niet in de buurt plaatsen van apparaten die warmte afgeven, laat het niet achter in een afgesloten voertuig of stel het niet bloot aan extreme temperaturen. Overmatige hitte kan het toestel vervormen of ontkleuren.
¥ Probeer het volume van het toestel binnen redelijke perken te houden zodat de buren niet gestoord worden. Misschien verkiest u het gebruik van een hoofdtelefoon, waardoor u zich geen zorgen moet maken over degenen die u omringen (vooral Ôs avonds laat).
355
559a
¥ Gebruik het toestel niet op natte plaatsen (waar het is blootgesteld aan regen of ander vocht) om een mogelijke panne te vermijden.
¥ Wanneer u het toestel moet vervoeren, moet het indien mogelijk in de oorspronkelijke verpakking (samen met de pads) worden ingepakt. Is dit niet mogelijk, dan moet u gelijkaardige verpakkingsmaterialen gebruiken.
358
¥ Laat geen voorwerpen achter op het klavier. Dit kan leiden tot een slechte werking zoals toetsen die geen klank meer geven.
Onderhoud 401a
¥ Voor de alledaagse schoonmaak reinigt men het toestel met een zachte, droge doek of met een doek die met een beetje water is bevochtigd. Voor het verwijderen van hardnekkig vuil gebruikt u een doek die in een zachte, niet-bijtende detergent is gedrenkt. Daarna het toestel grondig afdrogen met een zachte, droge doek. 402
¥ Gebruik nooit benzine, verdunners, alcohol of oplosmiddelen om ontkleuring en/of vervorming te voorkomen.
4
561
¥ Gebruik uitsluitend het gespecifieerde expressiepedaal (EV-5; afzonderlijk te koop). Het aansluiten van een ander expressiepedaal kan leiden tot slecht functioneren en/of beschadiging van het toestel.
Wat kan ik doen met de RS-5/9? (Hoofdkenmerken) Hoogkwalitatieve tonen aan een lage prijs
Stijlvol aluminum paneel
De ingebouwde tonen werden samengesteld met behulp van tonen uit de vorige XP- en JV-reeksen. Het instrument is, ondanks zijn lage kostprijs, uitgerust met 640 hoogkwalitatief interne tonen (Preset: 512, GM- en GM2-tonen inbegre-pen; User: 128), ruimschoots voldoende voor elke live-uitvoering.
De RS-5/9 is voorzien van een titaniumkleurig aluminum paneel voor een grote podiumpresence. Door zijn kleine gewicht is de RS-5/ 9 gemakkelijk draagbaar en is bovenal buitengewoon duurzaam.
GM/General MIDI
Met piano-knop (uitsluitend RS-9) Als u op deze knop drukt, krijgt u de optimale instelling voor pianouitvoeringen (pg. 60), onafgezien de modus waarin u zich bevindt.
GM2-klankgenerator met 16 parts en 64 stemmen Maximale polyfonie van 64 noten waarbij met 16 parts tegelijkertijd kan worden gewerkt. Als u met muziekgegevens werkt die overeenstemmen met MIDI en/of General MIDI 2 (GM-scores) kan u de RS-5/9 met een computer of een sequencer combineren en de RS-5/9 gebruiken om de gegevens af te spelen (pg. 128).
Met knoppen voor favoriete uitvoeringsbanken U kan de uitvoeringen die u bevallen aan deze acht knoppen toewijzen en deze zo wanneer u wenst gemakkelijk terug oproepen (pg. 58).
Knopsturingen voor het aanpassen van de klank in real-time Met deze zes handige knoppen kan u de eigenschappen van de klank veranderen terwijl u speelt (pg. 74).
Krachtige ingebouwde effecten Geavanceerde DSP (Digital Signal Processor) technologie voorziet in een brede waaier van hoogkwalitatieve studio-effecten. Naast het meervoudig effectgedeelte dat over 42 verschillende soorten effecten beschikt, is de RS-5/9 eveneens voorzien van een onafhankelijk chorus-gedeelte en reverb-gedeelte (pg. 79).
Met arpeggiator Met de arpeggiatorfunctie van de RS-5/9 kan u arpeggioÕs (gebroken akkoorden) produceren door simpelweg een akkoord op het klavier te spelen. U kan deze knoppen eveneens ge-bruiken om patronen in real-time te veranderen. Daarnaast kan u de knoppen gebruiken om de arpeggiotempoÕs te synchroniseren met een aangesloten sequencer of een ander toestel (pg. 75).
Met Tone Search en Phrase Previewfuncties Met de Tone Search-functie (pg. 23) vindt u de door u gewenste toon snel door simpelweg een tooncategorie te specifi‘ren. Als u de [PHRASE PREVIEW] knop indrukt, hoort u de geselecteerde toon een frase spelen die geschikt is voor dat soort toon (Phrase Preview-functie, pg. 33)
fig.GM logo
General MIDI is reeks aanbevelingen waarin een manier wordt gezocht om de beperkingen van eigendomsontwerpen te overstijgen en om de MIDI-eigenschappen van klankgenererende toestellen te standaardiseren. Klankgenererende toestellen en muziekbestanden die voldoen aan de General MIDI-standaard zijn voorzien van het General MIDI-logo ( ). Muziekbestanden met het General MIDI-logo kunnen met behulp van om het even welk General MIDI-klankgenererend toestel worden afgespeeld om hoofdzakelijk dezelfde muziekuitvoering te produceren.
GM 2/General MIDI 2 fig.GM2 logo
De compatibele General MIDI 2 ( ) aanbevelingen nemen de draad op waar de originele General MIDI gestopt is en bieden uitgebreidere expressie-eigenschappen en een nog grotere compatibiliteit. Zaken die niet door de originele General MIDI-aanbevelingen werden gedekt, zoals de manier waarop klanken moeten worden bewerkt en hoe effecten moeten worden behandeld, zijn nu precies omschreven. Daarenboven werden de beschikbare klanken uitgebreid. Klankgenerators die voldoen aan General MIDI 2 kunnen muziekbestanden met het General MIDI- of het General MIDI 2-logo getrouw afspelen. In sommige gevallen wordt de conventionele vorm van General MIDI, die niet beschikt over de nieuwe uitbreidingen ÒGeneral MIDI 1Ó genoemd om deze te onderscheiden van General MIDI 2.
GS Format fig.GS logo
Het GS Format ( ) is een reeks van Roland-specificaties voor het standaardiseren van de uitvoering van klankgenererende toestellen. Naast de ondersteuning van alles wat door General MIDI is bepaald, biedt het hoogkwalitatieve GS Format eveneens een uitgebreid aantal klanken, voorziet het in de bewerking van klanken en legt het een groot aantal details vast voor een breed gamma van extra kenmerken, met inbegrip van effecten zoals reverb en chorus. Het GS Format werd ontworpen met het oog op de toekomst en kan, wanneer nodig, snel nieuwe klanken opnemen en nieuwe hardware-kenmerken ondersteunen.
5
Inhoud VEILIG GEBRUIK VAN HET TOESTEL ..................................................................... 2 BELANGRIJKE OPMERKINGEN ............................................................................... 4 Wat kan ik doen met de RS-5/9? (Hoofdkenmerken) .............................................. 5 Voor- en achterpaneel ............................................................................................. 10
Snel starten..................................................... 13 Voorbereiding........................................................................................................... 14 De RS-5/9 op externe toestellen aansluiten.......................................................................................... 14 De stroom aan zetten ............................................................................................................................... 15 De stroom uit zetten ..................................................................................................................... 16 Het display-contrast aanpassen (LCD CONTRAST) .......................................................................... 16 De toonhoogte aanpassen aan andere instrumenten (Master Tuning) ............................................ 18
De demo-song beluisteren (DEMO)........................................................................ 19 Demo-songlijst .......................................................................................................................................... 20
Klanken spelen......................................................................................................... 21 De fabrieksinstellingen opnieuw instellen (Factory Reset) ................................................................ 21 Tonen per categorie selecteren (TONE CATEGORY)......................................................................... 23 Tonen selecteren door de groep en het nummer te specifi‘ren......................................................... 26 Op eenvoudige wijze tonen selecteren (Parts wisselen)..................................................................... 28 Percussie-instrumenten spelen (Drumsets) .......................................................................................... 29 Een drumset veranderen.............................................................................................................. 29 Drumsets selecteren door de groep en het nummer te specifi‘ren ....................................... 30 Een drumset selecteren in een andere part dan part 10 .......................................................... 31 Opmerkingen bij het selecteren van drumsets ......................................................................... 32 Tonen uitproberen (PHRASE PREVIEW)............................................................................................. 33
Twee tonen spelen op het klavier........................................................................... 34 Het klavier in afzonderlijke bereiken verdelen en in elk bereik een verschillende toon spelen (SPLIT) ......34 Twee tonen spelen op het klavier (DUAL) ........................................................................................... 36 Tonen en drumsets selecteren ................................................................................................................ 37 Tonen per categorie selecteren (TONE CATEGORY).............................................................. 37 Tonen selecteren door de groep en het nummer te specifi‘ren ............................................. 38 De twee gebruikte parts verwisselen..................................................................................................... 39 Het splitpunt veranderen ........................................................................................................................ 40
De geschikte functies gebruiken in uitvoeringen ................................................. 42 ArpeggioÕs met de akkoorden die u speelt (ARPEGGIO ON/OFF) ................................................ 42 Multi-effecten, chorus en Reverb gebruiken ........................................................................................ 44 De effecten aan- en uitzetten (EFFECTS ON/OFF) ................................................................. 44 De hoeveelheid chorus en reverb instellen ............................................................................... 46 Het multi-effecttype veranderen ................................................................................................ 47 Alle parts transponeren (TRANSPOSE ON/OFF) .............................................................................. 48 De hoeveelheid transpositie instellen ........................................................................................ 48 De toonhoogte van de klank in real-time veranderen (Pitch Bend Lever) ...................................... 50 Een vibrato-effect aan de klank toevoegen (Modulation Lever) ....................................................... 51 De toon veranderen met de knoppen.................................................................................................... 52 Vibrato- en wah-effecten (LFO) .................................................................................................. 52 Het volume van de klank veranderen (ENVELOPE) .............................................................. 54 De helderheid van een klank veranderen en speciale eigenschappen toevoegen (FILTER) ..................... 55 Alle instellingen van de RS-5/9 tegelijkertijd veranderen (Uitvoeringen selecteren) ................... 56 De uitvoeringen die u bevallen eenvoudig selecteren (FAVORITE PERFORM BANK)............... 58 Uitvoeringen inschrijven.............................................................................................................. 58 Uitvoeringen selecteren op een eenvoudige manier................................................................ 59 Direct overschakelen op de piano-modus................................................................................. 60
6
Inhoud
Gevorderd gebruik.......................................... 61 Hoofdstuk 1. Overzicht van de RS-5/9 ................................................................... 62 Basisorganisatie van de RS-5/9 .............................................................................................................. 62 Classificatie van de klanktypes van de RS-5/9.................................................................................... 62 Toon ................................................................................................................................................ 62 Drumset .......................................................................................................................................... 62 Uitvoering ...................................................................................................................................... 62 Over geheugen.......................................................................................................................................... 63 Maximale polyfonie ................................................................................................................................. 64 Verhinderen dat noten van een belangrijke part worden afgesneden (Voice Reserve) ..... 64 De waarde van een instelling veranderen ............................................................................................ 64 Handige shortcuts .................................................................................................................................... 65 Als noten ÒvastzittenÓ (PANIC) ............................................................................................................. 65 Wanneer klanken van de RS-5/9 niet stoppen met spelen..................................................... 65 Wat moet u doen als een externe klankgenerator niet stopt met spelen .............................. 65
Hoofdstuk 2. Instellingen van Part Volume en Pan .............................................. 66 Hoofdstuk 3. De uitvoeringskenmerken gebruiken .............................................. 67 Enkelvoudige nootlijnen spelen (Solo).................................................................................................. 67 De toonhoogte van een klank vloeiend veranderen (Portamento) ................................................... 67 Het volume bepalen door de kracht waarmee u de toetsen bespeelt (Velocity Sense).................. 68 Uitvoeringen transponeren ..................................................................................................................... 69 Alle parts transponeren (TRANSPOSE ON/OFF)................................................................... 69 EŽn bepaalde part transponeren (Key Shift) ............................................................................. 69 Adem aan een klank toevoegen door tonen met verschillende toonhoogten in lagen te zetten (Fine Tune) ........ 69 Wijzigen in zuivere stemming of een Arabische toonladder (Scale Tune) ...................................... 70 Wat zijn gelijke stemming, zuivere stemming en Arabische toonladders?.......................... 70 Scale Tune-instellingen maken.................................................................................................... 70
Hoofdstuk 4. Tonen veranderen in real-time ......................................................... 71 De toonhoogte in real-time veranderen (Pitch Ben-hendel) .............................................................. 71 De modulatiehendel gebruiken om de klank te veranderen ............................................................. 71 Een pedaal gebruiken om de klank te veranderen.............................................................................. 73 De polariteit van het pedaal omwisselen (Pedal Polarity)...................................................... 73 Een knop gebruiken om de klank te veranderen................................................................................. 74 Naar de waarde gaan van de huidige knopposities (MANUAL).......................................... 74
Hoofdstuk 5. De arpeggiator gebruiken................................................................. 75 De Arpeggio-functie aan- en uitzetten (ARPEGGIO ON/OFF)........................................................ 75 Tip voor het maken van arpeggiopatronen.......................................................................................... 75 Arpeggiatorparameters die u kan instellen.......................................................................................... 75 Een patroon cre‘ren ................................................................................................................................. 77 De knoppen gebruiken om patronen in real-time te veranderen...................................................... 78
Hoofdstuk 6. Effectinstellingen .............................................................................. 79 De Effectfunctie aan- en uitzetten (EFFECTS ON/OFF) .................................................................... 79 Het effectsignaalpad ................................................................................................................................ 80 Multi-Effectinstellingen maken .............................................................................................................. 80 De Multi-Effects Source instellen................................................................................................ 80 Selecteer het type en stel elke parameter in .............................................................................. 81 00: THROUGH............................................................................................................................... 82 01: STEREO EQ (Stereo Equalizer) ............................................................................................. 82 02: OVERDRIVE ............................................................................................................................ 83 03: DISTORTION........................................................................................................................... 83 04: PHASER.................................................................................................................................... 84 05: SPECTRUM.............................................................................................................................. 84 06: ENHANCER ............................................................................................................................ 85 07: AUTO WAH ............................................................................................................................ 85 08: ROTARY................................................................................................................................... 86
7
Inhoud
09: COMPRESSOR ........................................................................................................................ 87 10: LIMITER ................................................................................................................................... 87 11: HEXA-CHORUS...................................................................................................................... 88 12: TREMOLO CHORUS ............................................................................................................. 88 13: SPACE-D .................................................................................................................................. 89 14: STEREO CHORUS .................................................................................................................. 89 15: STEREO FLANGER ................................................................................................................ 90 16: STEP FLANGER ...................................................................................................................... 91 17: STEREO DELAY...................................................................................................................... 92 18: MODULATION DELAY........................................................................................................ 93 19: TRIPLE TAP DELAY .............................................................................................................. 94 20: QUADRUPLE TAP DELAY .................................................................................................. 95 21: TIME CONTROL DELAY...................................................................................................... 96 22: 2VOICE PITCH SHIFTER ...................................................................................................... 96 23: FBK PITCH SHIFTER (Feedback Pitch Shifter) .................................................................. 97 24: REVERB .................................................................................................................................... 98 25: GATED REVERB..................................................................................................................... 99 26: OVERDRIVE→CHORUS....................................................................................................... 99 27: OVERDRIVE→FLANGER................................................................................................... 100 28: OVERDRIVE→DELAY ........................................................................................................ 100 29: DISTORTION→CHORUS ................................................................................................... 101 30: DISTORTION→FLANGER ................................................................................................. 101 31: DISTORTION→DELAY....................................................................................................... 101 32: ENHANCER→CHORUS ..................................................................................................... 102 33: ENHANCER→FLANGER ................................................................................................... 102 34: ENHANCER→DELAY ........................................................................................................ 103 35: CHORUS→DELAY............................................................................................................... 103 36: FLANGER→DELAY............................................................................................................. 104 37: CHORUS→FLANGER ......................................................................................................... 104 38: CHORUS/DELAY ................................................................................................................ 105 39: FLANGER/DELAY .............................................................................................................. 105 40: CHORUS/FLANGER........................................................................................................... 105 41: LOFI ........................................................................................................................................ 106 42: SLICER.................................................................................................................................... 106 Multi-Effects op On/Off voor individuele parts.................................................................... 107 Chorus-instellingen maken................................................................................................................... 107 Selecteer het type en stel elke parameter in ............................................................................ 107 De chorus-diepte van elke part instellen ................................................................................. 108 Reverb-instellingen maken .................................................................................................................. 108 Selecteer het type en stel elke parameter in ............................................................................ 108 De reverb-diepte van elke individuele part instellen ............................................................ 109
Hoofdstuk 7. Uw eigen originele toon of drumset creëren ................................ 110 Een toon cre‘ren ..................................................................................................................................... 110 Toonparameters die ingesteld kunnen worden...................................................................... 110 Een toon cre‘ren .......................................................................................................................... 111 Een drumset cre‘ren .............................................................................................................................. 112 Drumsetparameters die ingesteld kunnen worden ............................................................... 112 Een drumset cre‘ren ................................................................................................................... 112
Hoofdstuk 8. Uw instellingen bewaren ................................................................ 113 Bewaren van tonen / drumsets / uitvoeringen................................................................................. 113 Een naam toewijzen .................................................................................................................... 113 Hoe bewaren................................................................................................................................ 114 Instellingen opslaan in een externe sequencer (Bulk Dump)........................................................... 115 Het toestel ID-nummer instellen............................................................................................... 115 Bulk dump-procedure ................................................................................................................ 115 De System-ontvangstschakelaar instellen ............................................................................... 116 Bewaarde instellingen opnieuw in de RS-5/9 opslaan ......................................................... 116
8
Inhoud
Hoofdstuk 9. De originele instellingen opnieuw instellen.................................. 117 De fabrieksinstellingen herstellen (Factory Reset) ............................................................................ 117 De basisinstellingen van GM/GM2 opnieuw opslaan (GM/GM2 SYSTEM ON)........................ 117
Hoofdstuk 10. Werken met een extern MIDI-toestel............................................ 118 Over MIDI ............................................................................................................................................... 118 MIDI-connectoren ....................................................................................................................... 118 MIDI-kanalen en multi-timbrale klankgeneratoren............................................................... 118 MIDI-commandoÕs die door de RS-5/9 gebruikt worden .................................................... 119 Klanken spelen met de RS-5/9 vanuit een externe klankgenerator ............................................... 120 Aansluiten op externe MIDI-klankgeneratoren ..................................................................... 120 Het verzendkanaal van het klavier instellen........................................................................... 120 Klanken op een ander toestel selecteren met behulp van de RS-5/9 .................................. 121 De klankgenerator van de RS-5/9 spelen vanuit een extern MIDI-toestel .................................... 122 Een extern MIDI-toestel aansluiten .......................................................................................... 122 Het ontvangstkanaal en de Tone Change-ontvangstschakelaar instellen .......................... 122 Klanken van de RS-5/9 selecteren vanuit een extern MIDI-toestel..................................... 123 Externe MIDI-sturingen gebruiken om de tonen van de RS-5/9 te veranderen ............... 123
Hoofdstuk 11. Uitvoeringen van de RS-5/9 opnemen in een extern toestel ..... 124 Opnemen in een externe sequencer ..................................................................................................... 124 Aansluiten op een externe sequencer....................................................................................... 124 Instellingen maken vooraleer u opneemt ................................................................................ 124 Opnemen ...................................................................................................................................... 125 De opgenomen uitvoering beluisteren .................................................................................... 126 Samen spelen met de playback van een opgenomen uitvoering ......................................... 126 Playback van uitvoeringen transponeren (Master Key Shift) .............................................. 126 Computermuziek.................................................................................................................................... 126 Een computer aansluiten............................................................................................................ 126 Instellingen maken voor de opname, opnemen en de opgenomen uitvoering beluisteren.............. 128 De RS-5/9 gebruiken als een met het GM/GM2-systeem compatibele klankmodule ................ 128 GM/GM2-muziekgegevens afspelen....................................................................................... 128 Songs cre‘ren voor klankgeneratoren van het GM en GM2-systeem ................................. 129
Bijlagen ........................................................ 131 Problemen oplossen.............................................................................................. 132 Foutmeldingen/Meldinglijst................................................................................... 135 Foutmeldinglijst...................................................................................................................................... 135 Meldinglijst.............................................................................................................................................. 135
Parameterlijst ......................................................................................................... 137 Uitvoering................................................................................................................................................ 137 Uitvoeringspart....................................................................................................................................... 139 Toon.......................................................................................................................................................... 140 Drumset ................................................................................................................................................... 140 Systeem .................................................................................................................................................... 141 Multi-Effect.............................................................................................................................................. 142
Uitvoeringslijst ....................................................................................................... 147 Toonlijst .................................................................................................................. 148 Drumsetlijst ............................................................................................................ 151 Arpeggiostijllijst ..................................................................................................... 155 MIDI-implementatie ................................................................................................ 156 Specificaties ........................................................................................................... 157 Index........................................................................................................................ 158 Informatie................................................................................................................ 162 9
Voor- en achterpaneel
A PIANO -knop
(Uitsluitend RS-9)
Met een druk op ŽŽn enkele knop krijgt u de perfecte instellingen voor piano-uitvoeringen (pg. 60).
A
B
C
FILTER LFO ON/OFF-knop Bepaalt of de LFO de afsnijfrequentie van de filter (ON) of van de pitch (OFF) verandert (pg. 52).
CUTOFF-knop
VOLUME-knop
Verandert de afsnijfrequentiewaarde van de toon (pg. 55).
Past het algemene volume aan dat vanuit de OUTPUT-jacks en de PHONES jack (pg. 16) wordt uitgestuurd.
RESONANCE-knop Verandert de waarde van de resonantie van de toon (pg. 55).
LFO RATE-knop
B
Verandert de waarde van LFO-snelheid (pg. 52).
LED-scherm
DEPTH-knop
Toont het toonnummer, het drumsetnummer of het uitvoeringsnummer.
Verandert de waarde van LFO -diepte (pg. 52).
Display
ENVELOPE
Toont informatie over de handeling die u uitvoert.
ATTACK-knop
FAVORITE PERFORM BANK-knoppen 1–8
Verandert de waarde van Envelope Attack-tijd (pg. 54).
Hiermee kan u uw favoriete uitvoeringen inschrijven en onmiddellijk oproepen (pg. 58).
RELEASE-knop Verandert de waarde van Envelope Release-tijd (pg. 54).
MANUAL-knop Stelt de parameters in die aan de zes knoppen (LFO, ENVELOPE, FILTER) zijn toegewezen op de waarden van de huidige knopposities (pg. 74).
ARPEGGIO/CONTROL-knop Laat het bedienen van andere parameters toe met de vier LFO en ENVELOPE-knoppen (pg. 74, 78).
10
Voor- en achterpaneel
ARPEGGIO ON/OFF-knop Deze knop zet de arpeggio aan of uit (pg. 75).
EFFECTS ON/OF -knop Zet de multi-effecten en reverb- en choruseffecten aan en uit (pg. 79).
TRANSPOSE ON/OFF-knop Transponeert alle parts (pg. 48).
D
E
F
Deze knop wordt samen gebruikt met andere knoppen (pg. 64, 65).
C PHRASE PREVIEW-knop Druk deze knop in om de klank van een toon of een drumset te controleren vooraleer u selecteert (pg. 33).
UTILITY-knop Wordt gebruikt voor het bewaren van gegevens (pg. 113), het versturen van GM of GM2 Setup-commandoÕs (pg. 129) en het opnieuw instellen van vorige instellingen (pg. 117).
PART
SHIFT-knop
/
-knop
Verwisselt de parts (pg. 28).
VALUE -/+-knop Wordt gebruikt om waarden te veranderen. Wanneer u ŽŽn van deze knoppen eerst ingedrukt houdt en u daarna op de andere drukt, zal de waarde snel veranderen wanneer u [SHIFT] ingedrukt houdt (pg. 64).
E TONE CATEGORY-knop Selecteert tonen wanneer de Tone Search -functie gebruikt wordt (pg. 23).
PERFORM/TONE-knop Met deze knop schakelt u over tussen de Tone Select-display en de Performance Select-display (pg. 23, 29, 57).
USER/PRESET -knop Met deze knop schakelt u over tussen de User Tones (of drumsets of uitvoeringen) en de Preset Tones (of drumsets of uitvoeringen) (pg. 26, 30, 57).
F Numerieke toetsen 1–0
D KEY-MODUS SPLIT -knop Zet de Key-modus op Split. Als deze ingedrukt is, wordt het klavier in twee verschillende bereiken gesplitst en wordt in elk deel een andere toon gespeeld (pg. 34).
Worden gebruikt voor het invoeren van nummers tijdens het selecteren en bewaren van tonen en uitvoeringen (pg. 27, 30, 57). Wanneer men tonen per categorie selecteert, bepalen deze toetsen de categorie (pg. 23). Wanneer de EDIT-knop is ingedrukt, kan men de functies selecteren die onder de toetsen zijn aangeduid.
EDIT-knop
DUAL -knop
Druk deze knop in wanneer u verschillende instellingen wil aanpassen.
Zet de Key-modus op Dual. Als deze ingedrukt is, worden twee verschillende tonen samen in ŽŽn laag gezet (pg. 36).
ENTER -knop Gebruik deze knop om een waarde vast te leggen of een handeling uit te voeren.
11
Voor- en achterpaneel
G
H
J
I
K
L
M
G
J
MIDI-connectoren
PHONES-jack
Externe MIDI-connectoren kunnen hier worden aangesloten (pg. 120, 122, 124, 127). Gebruik MIDI-kabels (afzonderlijk te koop) om de aansluitingen te maken.
Hierop kan een hoofdtelefoon worden aangesloten (pg. 14).
IN: MIDI-commandoÕs vanuit een extern toestel worden via deze connector ontvangen. OUT: MIDI-commandoÕ worden vanuit deze connector naar een extern toestel verstuurd. THRU: MIDI-commandoÕs die via MIDI IN werden ontvangen, worden vie deze connector onveranderd doorgestuurd naar een extern MIDI-toestel.
K Snoerhaak Om onvoorziene stroomonderbrekingen van uw toestel te voorkomen (wanneer de stekker per ongeluk wordt uitgetrokken) en om onnodige belasting op de jack van de AC-adaptor te vermijden, moet u het stroomsnoer vastmaken met behulp van de snoerhaak zoals aangeduid in de illustratie.
H PEDAAL-jack CONTROL: Hierop kan een extern pedaal worden aangesloten zoals een expressiepedaal (EV-5, afzonderlijk te koop), een pedaalschakelaar (DP-2/6, afzonderlijk te koop) of een voetschakelaar (BOSS FS-5U, afzonderlijk te koop) (pg. 14). HOLD: Hiermee kan u een pedaalschakelaar (DP-2/6, afzonderlijk te koop) of een voetschakelaar (BOSS FS-5U, afzonderlijk te koop) als hold-pedaal gebruiken (pg. 14).
I OUTPUT-jacks Sluit uw versterker of mengtafel aan op deze jacks (pg. 14). Deze jacks sturen het audiosignaal in stereo uit. Gebruik de L-jack voor mono-output.
12
L Jack van de AC-adaptor Voor de aansluiting van de meegeleverde AC-adaptor (pg. 14).
M POWER-schakelaar Zet de stroom aan/uit (pg. 15).
Snel starten
13
Voorbereiding De RS-5/9 op externe toestellen aansluiten De RS-5/9 is niet voorzien van een versterker of een luidspreker. U kan hem beluisteren met versterkte luidsprekers, een mengtafel en aangesloten monitors, een stereosysteem of een hoofdtelefoon. Wanneer u de RS-5/9 als alleenstaand toestel gebruikt, moet u de aansluitingen als volgt maken.
MERK OP ¥ Om onvoorziene stroomonderbrekingen te voorkomen (als de stekker per ongeluk wordt uitgetrokken) en om onnodige belasting op de jack van de ACadaptor te vermijden, moet u het stroomsnoer vastmaken met behulp van de snoerhaak zoals wordt aangeduid in de illustratie.
fig.Q-01
Stereohoofdtelefoon
¥ Audiokabels, MIDI kabels en stereohoofdtelefoon worden niet meegeleverd. Koop deze voorwerpen bij uw leverancier. AC-adaptor naar AC-stopcontaact
Roland
Pedaalschakelaar (DP-2, DP-6) of voetschakelaar (BOSS FS-5U)
Audiokabel
¥ Gebruik uitsluitend het gespecifieerde expressiepedaal (EV-5; afzonderlijk te koop). Als men andere expressiepedalen aansluit, loopt men kans op slechte werking of beschadiging van het toestel.
Expressiepedaal (EV-5) of pedaalschakelaar
Mengtafel enz.
Monitorluidsprekers (aangedreven)
Audio-uitrusting enz.
Versterker
1 14
Vooraleer u aansluitingen maakt, moet u er voor zorgen dat de stroom van alle toestellen uit staat.
MERK OP Om slechte werking of beschadiging van de luidsprekers en andere toestellen te voorkomen, moet u steeds het volume omlaag draaien en de stroom van alle toestellen uitzetten vooraleer u aansluitingen maakt.
Voorbereiding
2
Sluit de meegeleverde AC-adaptor op de RS-5/9 en prik het andere uiteinde in het stopcontact.
¥ Op de CONTROL PEDAL jack kunnen eveneens pedaalschakelaars worden
Sluit de RS-5/9 en het externe toestel aan zoals in de illustratie is aangeduid. Gebruik audiokabels om de audio-uitrusting, zoals een versterker en luidsprekers, aan te sluiten. Als u een hoofdtelefoon gebruikt moet u de kabels aansluiten op de PHONES-jack. Sluit indien nodig pedaalschakelaars of expressiepedalen aan.
¥ Om de uitvoering van de RS-5/9 ten volle te kunnen benutten, raden wij u aan een stereo versterker/ luidsprekersysteem te gebruiken. Als u een monosysteem gebruikt, moet u op de OUTPUT jack L (MONO) aansluiten.
Als u wil weten hoe u aansluitingen maakt wanneer u een ander extern toestel gebruikt ¥ ÒKlanken spelen met de RS-5/9 vanuit een externe MIDI-klank-generatorÓ (pg. 120) ¥ ÒDe klankgenerator van de RS-5/9 spelen vanuit een extern MIDI-toestelÓ (pg. 122)
¥ ÒOpnemen op een externe sequencerÓ (pg. 124) ¥ ÒComputermuziekÓ (pg. 126)
De stroom aanzetten
1
Vooraleer de stroom van de RS-5/9 aan te zetten, moet u er voor zorgen dat: ¥ alle toestellen correct zijn aangesloten, ¥ de volumesturingen van de RS-5/9 en de aangesloten toestellen in de minimumstand staan, ¥ de AC-adaptor correct is aangesloten op de RS-5/9.
2
Druk op de stroomschakelaar van de RS-5/9Õs op het achterpaneel om de stroom aan te zetten. fig.Q-02
MERK OP Dit toestel is uitgerust met een beveiligingscircuit. Na het opstarten is er een korte tijdspanne (enkele seconden) vereist vooraleer het toestel normaal werkt.
3
Zet de stroom aan van de aangesloten audiotoestellen. 15
Voorbereiding
3
aangesloten.
Voorbereiding
4
Bespeel het klavier van de RS-5/9 en verhoog geleidelijk het volume van de RS-5/9 of de aangesloten audio-apparatuur tot een geschikt niveau. fig.Q-03
MERK OP Verhoog het volumeniveau voorzichtig. Een buitensporig volume kan de aangesloten audiotoestellen en uw gehoor beschadigen en stoort mogelijk uw buren.
De stroom uitzetten
1
Vooraleer u de stroom uitzet, moet u er op letten dat: ¥ de volumesturingen van de RS-5/9 en de andere aangesloten apparatuur in de minimumstand staan, ¥ u de gecre‘erde klanken of andere gegevens hebt bewaard (pg. 113).
2
Zet de stroom uit van alle aangesloten audiotoestellen.
3
Zet de stroomschakelaar van de RS-5/9 uit.
Het display-contrast aanpassen (LCD-CONTRAST) Net nadat men de stroom heeft aangezet of na langdurig gebruik is het mogelijk dat de letters in de display moeilijk te zien zijn; dit kan ook afhangen van de manier waarop en de plaats waar de display opgesteld is. Volg de hieronder beschreven stappen om het contrast van de display aan te passen. fig.Q-04
2,5
16
De instelling van LCD CONTRAST be•nvloedt de RS-5/9 in zijn geheel (d.i., het is een systeeminstelling). Deze instelling blijft in het geheugen bewaard, zelfs wanneer de stroom uit staat.
4 1,6 3
1
Druk op [EDIT] waardoor het lampje gaat branden.
2
Gebruik VALUE [-]/[+] om ÒSystem SetupÓ te selecteren.
3
Druk op [ENTER].
4
Voorbereiding
Voorbereiding
Druk meerdere malen op [5] om ÒLCD ContrastÓ te selecteren. fig.Q-05
Als u [SHIFT] ingedrukt houdt en op [5] drukt, keert u terug naar het vorige onderwerp.
5
Druk op VALUE [-]/[+] om de waarde in te stellen (1Ð8).
6
Druk op [EDIT]. Het lampje van [EDIT] dooft uit en u keert terug naar het vorige scherm.
Het LCD-contrast eenvoudig instellen Als u [SHIFT] ingedrukt houdt terwijl u op [PHRASE PREVIEW] drukt, kan u het ÒLCD ContrastÓ-scherm rechtstreeks selecteren. Maak instellingen zoals beschreven in stappen 5-6 van de hierboven gegeven procedure. fig.Q-06
17
Voorbereiding
De toonhoogte aanpassen aan andere instrumenten (Master Tuning) Wanneer men de RS-5/9 samen met andere instrumenten bespeelt, moet de toonhoogte van alle instrumenten zo worden aangepast dat ze voor elk instrument gelijk isÑanders speelt u vals! In het algemeen wordt het afstemmen van een instrument aangeduid door de toonhoogte in Hertz (Hz) van de midden ÒAÓ noot. fig.Q-07
2,5
1
4
1,6 3
Druk op [EDIT] waardoor het lampje gaat branden.
2
Gebruik VALUE [-]/[+] om ÒSystem SetupÓ te selecteren.
3
Druk op [ENTER].
4
Druk meermaals op [4] om ÒMaster TuneÓ te selecteren.
De instelling van Master Tune is een instelling die op de gehele RS-5/9 wordt toegepast (een systeeminstelling). Deze instelling blijft bewaard in het geheugen, zelfs als de stroom uit staat.
fig.Q-08
Als u [SHIFT] ingedrukt houdt en op [4] drukt, keert u terug naar het vorige onderwerp.
5
Druk op VALUE [-]/[+] om de waarde in te stellen (415.3Ð 440.0Ð466.2). Pas de toonhoogte van de midden ÒAÓ noot op de RS-5/9 aan op de andere instrumenten.
6
Druk op [EDIT]. Het lampje van [EDIT] dooft uit en u keert terug naar het voorgaande scherm.
18
Het afstemmen van standaard toonhoogten noemt men ÒTuningÓ.
De demo-song beluisteren (DEMO) De RS-5/9 bevat demo-songs. buitengewone klanken en effecten van de RS-5/9 kan genieten.
fig.Q-09
2
1
MERK OP Alle rechten voorbehouden. Onrechtmatig gebruik van dit materiaal voor andere doeleinden dan persoonlijk gebruik vormt een overtreding op de betrokken wetten.
1
4,5 3
Druk tegelijkertijd op [SHIFT] en [TRANSPOSE ON/OFF]. De volgende display verschijnt. fig.Q-10
2
¥ Terwijl de demo-songs worden afgespeeld, zal men geen klank horen als men op het klavier speelt.
Druk op VALUE [-]/[+] om de song te selecteren die u wil beluisteren. Selecteer ÒAll SongsÓ als u alle songs in volgorde wil beluisteren.
3
MERK OP
¥ Van de muziek die wordt gespeeld, worden geen gegevens vanuit MIDI OUT verstuurd.
Druk op [ENTER] om het afspelen van de demo-song te starten. De geselecteerde song wordt herhaaldelijk afgespeeld. Wanneer ÒAll SongsÓ geselecteerd is, wordt de ganse selectie songs herhaaldelijk afgespeeld.
4 5
Druk op [EXIT] om het afspelen te stoppen.
Druk nogmaals op [EXIT] om terug te keren naar de uitvoeringsmodus van het klavier.
¥ In stap 4 stopt de uitvoering ook wanneer [ENTER] wordt ingedrukt in plaats van [EXIT]. ¥ In stap 5 keert het klavier ook terug naar de uitvoeringsmodus wanneer [ENTER] wordt ingedrukt in plaats van [SHIFT] en [TRANSPOSE ON/OFF] tegelijkertijd in te drukken.
19
De demo-song beluisteren (DEMO)
Hieronder wordt uitgelegd hoe u de demo-songs kan beluisteren en van de
De demo-song beluisteren (DEMO)
Demo-songlijst De RS-5/9 bevat drie demoÕs.
1. The Groove's Up Copyright © 2000, Roland Corporation
2. RS Fanfare Copyright © 2000, Roland Corporation
3. Journey To RS Copyright © 2000, Roland Corporation
20
Klanken spelen De fabrieksinstellingen opnieuw instellen (Factory Reset) Wanneer u met de RS-5/9 leert werken, is het een goed idee om de fabrieksinstellingen van het toestel opnieuw in te stellen zodat men er zeker van is dat hetgene men doet, overeenkomt met het gedrag van het toestel dat in het handboek is beschreven.
Opmerkingen fig.(!)
Wanneer gegevens worden weggeschreven naar het User-geheugen, verschijnt de boodschap ÒKEEP POWER ON!Ó in de display; zorg er voor dat u de stroom nooit uitzet wanneer deze boodschap getoond wordt. Als de stroom uitgezet of onderbroken wordt wanneer gegevens naar het geheugen worden weggeschreven, is het mogelijk dat de interne gegevens beschadigd raken en bestaat het risico dat u de stroom niet meer kan aanzetten. Als u merkt dat interne gegevens verloren zijn gegaan of als er zich een gelijkaardig probleem voordoet, moet u contact opnemen met uw Roland verdeler of met Roland Service. Merk echter op dat Roland niet verantwoordelijk is voor gevolgen van gegevensverlies en deze niet vergoedt.
MERK OP Wanneer deze handeling wordt uitgevoerd, gaan de instellingen die in de User Area opgeslagen zijn (waar de User-tonen en andere tonen die u hebt gemaakt worden bewaard) en de systeeminstellingen verloren. Als u deze gegevens wil bewaren, moet u ze in een externe sequencer of computer opslaan met behulp van ÒBulk DumpÓ (pg. 115).
fig.Q-11
1
1
Druk op [UTILITY]waardoor het lampje gaat branden.
2
Gebruik [-]/[+] om ÒFactory ResetÓ te selecteren.
3 Klanken spelen
2
fig.Q-12
3
Druk op [ENTER].
21
Klanken spelen
fig.Q-12a
4
4
5,6
Gebruik VALUE [-]/[+] om ÒAllÓ te selecteren. fig.Q-13
5
Druk op [ENTER]. De bevestigingsboodschap verschijnt. fig.Q-14
6
Druk nogmaals op [ENTER] om de Factory Reset te starten. Als de Factory Reset afgelopen is, verschijnt ÒCompletedÓ in de display. Het lampje van [UTILITY] dooft uit en u keert terug naar het vorige scherm.
Als u een deel van het User-geheugen tot de fabrieksinstellingen wil herleiden ¥ ÒDe fabrieksinstellingen herstellen (Factory Reset)Ó (pg. 117)
22
¥ Druk op [EXIT] om de Factory Reset te annuleren. ¥ Als de Factory Reset wordt uitgevoerd, is het mogelijk dat men de display moeilijk kan lezen, afhankelijk van de hoek waarin de RS-5/9 is geplaatst. Als dit gebeurt moet u de diepte van de display aanpassen (pg. 16).
Klanken spelen
Tonen per categorie selecteren (TONE CATEGORY) De RS-5/9 is uitgerust met een Tone Search-functie waardoor u door het soort toon (categorie) te specifi‘ren, snel tonen kan selecteren en oproepen. De 35 categorie‘n zijn onderverdeeld in 10 groepen.
In de fabrieksinstellingen staat [TONE CATEGORY] op ÒON.Ó
fig.Q-15
4
1 2
1
Druk op [PERFORM/TONE] om het Tone Search-scherm op te roepen.
Controleer of het lampje van [TONE CATEGORY] brandt. Als het lampje van [TONE CATEGORY] niet brandt, moet u nogmaals op [TONE CATEGORY] drukken.
2
3
Als ÒPERFORMÓ verschijnt, moet u gewoon nogmaals op [PERFORM/ TONE] drukken waarna het Tone-selectiescherm zal verschijnen.
fig.Q-16exp
Toonselectiescherm
Toonnaam
Part
Categorie
Toonnummer
3 4
Klanken spelen
Toongroep
Druk een aantal keren op de numerieke toetsen ([1]Ð[0]) tot u de door u gewenste categorie kan selecteren.
Druk op VALUE [-]/[+] om een toon te kiezen in de categorie die op dit moment is geselecteerd.
23
Klanken spelen
Categorieën selecteren uit de volledige lijst In stap 3 verschijnt het selectiescherm van Category als u [TONE CATEGORY] ingedrukt houdt en op een numerieke toets drukt ([1]Ð[0]). Het lampje begint te flikkeren in plaats van gewoon te branden. fig.Q-17
Druk een aantal malen op de numerieke toetsen ([1]Ð[0]) of druk op VALUE [-]/[+] om een categorie te selecteren. Als u op [TONE CATEGORY] of [EXIT] drukt, keert u terug naar het originele scherm (het scherm dat in stap 2 verschijnt). Het lampje flikkert niet langer en gaat branden.
Wanneer een drumset geselecteerd is ÒDRMÓ verschijnt in de display indien men een drumset selecteert wanneer [TONE CATEGORY] aan staat (pg. 29). Merk op dat in dit geval de numerieke toetsen ([1]Ð[10]) niet kunnen worden gebruikt. fig.Q-18
24
Klanken spelen
Categorie Groep Piano Toetsen & Orgel
Gitaar
Categorie
Inhoud
PNO
AC.PIANO
Akoestische piano
EP KEY
EL.PIANO KEYBOARDS
Elektrische piano Andere klavieren (Clav, clavecimbel, enz.)
BEL
BELL
Bell, Bell Pad
MLT ORG
MALLET ORGAN
Mallet Elektrisch en kerkorgel
ACD HRM
ACCORDION HARMONICA
Accordeon Harmonica, Blues harp
AGT
AC.GUITAR
Akoestische gitaar
EGT DGT
EL.GUITAR DIST.GUITAR
Elektrische gitaar Vervormde gitaar
Bass
BS SBS
BASS SYNTH BASS
Akoestische & elektrische bass Synth bass
Orchestraal
STR ORC HIT
STRINGS ORCHESTRA HIT&STAB
Violen Orkestensemble Orkest hit, hit
WND FLT BRS SBR SAX
WIND FLUTE AC.BRASS SYNTH BRASS SAX
Blaasinstr. (hobo, klarinet enz.) Fluit, Piccolo Akoestische brass Synth brass Sax
HLD SLD TEK PLS FX SYN VOX BPD SPD PLK ETH FRT PRC SFX
HARD LEAD SOFT LEAD TECHNO SYNTH PULSATING SYNTH FX OTHER SYNTH VOX BRIGHT PAD SOFT PAD PLUCKED ETHNIC FRETTED PERCUSSION SOUND FX
Harde synth lead Zachte synth lead Techno-synth Pulserende synth Synth FX (noise, enz.) Poly synth Stem, koor Heldere pad synth Zachte pad synth Tokkel (harp, enz.) Andere etnische klanken Fretinst (mandoline, enz.) Percussie Geluidseffecten
Koper
Synth
Vocal&Pad
Etnisch
Ritme&SFX
Klanken spelen
Onderstaande categorie‘n kunnen worden geselecteerd.
25
Klanken spelen
Tonen selecteren door de groep en het nummer te specifiëren Tonen worden onderverdeeld in de volgende twee groepen. U kan tonen selecteren door de groep en het nummer te specifi‘ren. User Hier kunnen 128 tonen worden opgeslagen. De hier reeds opgeslagen tonen kan u overschrijven en vervangen door tonen die u cre‘ert (pg. 113). Preset Dit gedeelte bevat 512 tonen; deze kunnen niet overschreven of vervangen worden. U kan wel de instellingen van de huidig ingestelde toon wijzigen en de gewijzigde toon in het User-geheugen opslagen. 1Ð256 zijn de originele tonen van de RS-5/9. Tonen 257Ð512 zijn compatibel met GM2. fig.Q-19
13 2
1 2
Druk op [PERFORM/TONE] om het Tone-selectiescherm te doen verschijnen.
Druk op [TONE CATEGORY] om het lampje te doen doven. Het volgende scherm verschijnt. fig.Q-20exp
Toonselectiescherm
Toonnummer
Toonnaam
Part
Toonnummer Toongroep
3
Druk op [USER/PRESET] om de groep te selecteren (user of preset).
26
4
5
Als ÒPERFORMÓ verschijnt, moet u gewoon opnieuw op [PERFORM/ TONE] drukken en het Tone-selectiescherm zal verschijnen.
Klanken spelen
4
Druk op de numerieke toetsen ([1]Ð[0]) om het Tone-nummer te specifi‘ren (User: 1Ð128, Preset: 1Ð512).
Als u een fout maakt; moet u op [EXIT] drukken en het nummer opnieuw bepalen.
Druk op [ENTER] om de ingave te bevestigen. In plaats van stappen 4 en 5 te volgen, kan u ook van
De waarden in grote stappen veranderen
toon verwisselen door op VALUE [-]/[+] te drukken.
Wanneer u de waarden op de RS-5/9 verandert, moet u op VALUE [-]/[+] drukken. U kan de waarden in grote stappen veranderen met de hieronder beschreven methode. Om de waarde te vermeerderen, moet u VALUE [+] ingedrukt houden en op VALUE [-] drukken. Om de waarde te verminderen, moet u VALUE [-] ingedrukt houden en op VALUE [+] drukken. Om de waarde te vermeerderen in stappen van tien eenheden, moet u [SHIFT] ingedrukt houden en op VALUE [+] drukken. Om de waarde te verminderen in stappen van tien eenheden, moet u [SHIFT] ingedrukt houden en op VALUE [-] drukken.
Wanneer u de naam en het nummer van de toon wil weten ¥ ÒToonlijstÓ (pg. 148) Wanneer u wil weten hoe u tonen moet verwisselen als de Key-modus is ingesteld op Split of Dual ¥ ÒTonen en drumsets selecterenÓ (pg. 37) Wanneer u zelf tonen wil maken ¥ ÒEen toon cre‘renÓ (pg. 110) Wanneer u een toon die u hebt gemaakt in het User-geheugen wil bewaren Klanken spelen
5
¥ ÒBewaren van tonen/ drumsets / uitvoeringenÓ (pg. 113) Wanneer u tonen wil omwisselen vanuit een extern MIDI-toestel ¥ ÒKlanken van de RS-5/9 selecteren vanuit een extern MIDI-toestelÓ (pg. 123)
27
Klanken spelen
Op eenvoudige wijze tonen selecteren (Parts wisselen) Als men parts omwisselt, kan men gemakkelijk tonen selecteren. De RS-5/9 heeft 16 parts. Parts zijn het equivalent van muzikanten die een uitvoering spelen en u kan aan elke individuele part een verschillende toon toewijzen. ¥ Tonen per categorie selecteren (TONE CATEGORY) ¥ Tonen selecteren door de groep en het nummer te specifi‘ren De twee hierboven gegeven selectiemethoden van tonen worden gebruikt om van toon te wisselen terwijl ŽŽn enkele part geselecteerd is. Hieronder selecteren we op eenvoudige wijze een toon door parts te verwisselen. fig.Q-21
1
1
Druk op PART [
]/[
] en selecteer ŽŽn van de parts 1Ð16.
fig.Q-22
Wanneer u een uitvoering wil spelen in ensemble met behulp van meerdere parts ¥ ÒOpnemen op een externe sequencerÓ (pg. 124) ¥ ÒComputermuziekÓ (pg. 126) Wanneer u wil weten hoe u parts moet verwisselen als de Key-modus is ingesteld op Split of Dual ¥ ÒDe twee gebruikte parts verwisselenÓ (pg. 39)
28
Als u een toon (pg. 23, 26) of een drumset (pg. 29, 30) selecteert nadat u een part selecteerde, kan u de toon of de drumset van die part verwisselen.
Klanken spelen
Percussie-instrumenten spelen (Drumsets) De RS-5/9 is uitgerust met drumsets waarmee u met elke toets van het klavier een ander percussie-instrument of klankeffect kan spelen.
Een drumset veranderen In de fabrieksinstellingen werd een drumset toegewezen aan part 10, zodat u het klavier onmiddellijk kan gebruiken voor het spelen van percussieklanken door op part [ ]/[ ] te drukken zodat u part 10 selecteert. Hieronder selecteren we part 10 en leren we hoe we drumsets moeten verwisselen. fig.Q-23
1 2
2
1
Druk op[PERFORM/TONE] om het selectiescherm van Tone/ Drum Set op te roepen.
Druk op PART [
]/[
] om part 10 te selecteren.
fig.Q-24exp
Drumsetselectiescherm
Part
Drumsetnaam
Als ÒPERFORMÓ verschijnt moet u gewoon opnieuw op [PERFORM/TONE] drukken en het selectiescherm van Tone/ zal verschijnen.
Klanken spelen
3
Categorie
Drumsetnummer Drumsetgroep
3
Druk op VALUE [-]/[+] om de drumset te verwisselen.
29
Klanken spelen
Drumsets selecteren door de groep en het nummer te specifiëren Net als tonen, worden drumsets in twee groepen onderverdeeld. U kan de drumsets ook selecteren door de groep en het nummer aan te duiden. User Hier kunnen twee drumsets opgeslagen worden. U kan deze overschrijven en ze vervangen door drumsets die u zelf maakt (pg. 113). Preset Bevat twintig drumsets die niet overschreven of vervangen kunnen worden. U kan wel de instellingen van een geselecteerde drumset wijzigen en deze instellingen in het User-geheugen opslaan. 1Ð11 zijn de originele drumsets van de RS-5/9. Drumsets 12Ð20 zijn compatibel met GM2. fig.Q-24a
13 2
1 2
Druk op [PERFORM/TONE] om het selectiescherm van Tone/Drum Set op te roepen. Druk op [TONE CATEGORY] om het lampje te doven. Het volgende scherm verschijnt.
4
5
Als ÒPERFORMÓ verschijnt moet u gewoon opnieuw op [PERFORM/TONE] drukken en het selectiescherm van Tone/ zal verschijnen.
fig.Q-25exp
Drumsetselectiescherm
Drumsetnummer
Drumsetnaam
Part
Drumsetnummer Drumsetgroep
3 4 30
Druk op [USER/PRESET] om de groep te selecteren (User of Preset). Druk op de numerieke toetsen ([1]Ð[0]) om het drumsetnummer aan te duiden (USER: 1, 2, Preset: 1Ð20).
Als u een fout maakt, moet u op [EXIT] drukken en het nummer opnieuw specifi‘ren.
Klanken spelen
5
Druk op [ENTER] om de ingave te bevestigen.
Een drumset spelen in een andere part dan part 10 U kan eveneens drumsets spelen in een andere part dan part 10.
In plaats van stap 4 en 5 te gebruiken, kan u van drumset verwisselen door op VALUE [-]/[+] te drukken.
fig.Q-26
5 1,7 3
2,6 4
1
Druk op [EDIT] waardoor het lampje gaat branden.
2
Gebruik VALUE [-]/[+] en selecteer ÒPerformance PartÓ.
3
Druk op [ENTER].
4 5
Men kan in elke individuele part van een uitvoering afzonderlijke instellingen voor Tone Type maken.
MERK OP
Druk op PART [ ]/[ ] om de part te selecteren waaraan de drumset moet worden toegewezen.
Als de Key-modus (pg. 34) op Split of Dual ingesteld is dan kan u alleen het hoge en het lage gedeelte selecteren.
Druk enkele malen op [5] om ÒTone TypeÓ te selecteren. Als u [SHIFT] ingedrukt houdt en op [5] drukt, keert u terug naar het vorige onderwerp.
6 7
Druk op VALUE [-]/[+] om ÒDRUM1Ó of ÒDRUM2Ó te selecteren .
Druk op [EDIT]. Het lampje van [EDIT] gaat uit en u keert terug naar het voorgaande scherm.
¥ Herhaal stappen 4-6 als u instellingen wil maken voor andere parts. ¥ Als u van drumsets terug naar gewone tonen wil gaan, moet u in stap 6 op ÒTONEÓ drukken.
31
Klanken spelen
fig.Q-27
Klanken spelen
Opmerkingen bij het selecteren van een drumset Of er in om het even welke part een toon of een drumset wordt gespeeld, wordt bepaald door de selectie van TONE, DRUM1 of DRUM2 in de instelling van Tone Type zoals beschreven in stap 6 ÒEen drumset spelen in een andere part dan part 10Ó (pg. 31). U kan maximaal 2 drumsets aan de parts toewijzen. Voor elke part waarvan Tone Type op DRUM1 is ingesteld, wordt dezelfde drumset geselecteerd. Hetzelfde geldt voor de instelling van DRUM2. Voorbeeld: DRUM1 werd gespecifieerd voor part 1 en 2, en de STANDARD-drumset is geselecteerd. In deze situatie zal part 1 van STANDARD naar ELECTRONIC omgezet worden en wordt part 2 automatisch op ELECTRONIC ingesteld. fig.Q-28
Part 1
Tone Type: DRUM1
STANDARD ELECTORONIC
Part 2
Tone Type: DRUM1
STANDARD ELECTORONIC
Part 3
Tone Type: DRUM2
POWER
Part 4
Tone Type: Tone
Piano1
Part 16
Tone Type: Tone
Strings
Wanneer u een percussie-instrument wil spelen dat aan een toets is toegewezen die buiten het toetsbereik ligt ¥ ÒAlle parts transponeren (TRANSPOSE ON/OFF)Ó (pg. 48) Wanneer u de naam en het nummer van een drumset wil weten ¥ ÒDrumsetlijstÓ (pg. 151) Als u zelf drumsets wil maken ¥ ÒEen drumset cre‘renÓ (pg. 112) Wanneer u een drumset die u hebt gemaakt in het User-geheugen wil bewaren
¥ ÒBewaren van tonen/ drumsets / uitvoeringenÓ (pg. 113) Wanneer u drumsets wil verwisselen vanuit een extern MIDI-toestel ¥ ÒKlanken van de RS-5/9 selecteren vanuit een extern MIDI-toestelÓ (pg. 123)
32
Klanken spelen
Tonen uitproberen (PHRASE PREVIEW) U kan tonen controleren met behulp van speciaal gemaakte frasen in elke tooncategorie. fig.Q-29
1
1
Selecteer een toon of een drumset (pg. 23, 26, 29, 30).
2
Druk op [PHRASE PREVIEW] en houdt dit ingedrukt.
De geselecteerde toon of drumset speelt wanneer de Key-modus (pg. 34) op Split of Dual is ingesteld.
MERK OP
Laat [PHRASE PREVIEW] los en de frase stopt met spelen.
Toon- en drumsetcategorie‘n zijn vastgelegd en kunnen niet gewijzigd worden.
Klanken spelen
3
33
Twee tonen spelen op het klavier De instelling die bepaalt of er ŽŽn of twee tonen door een toets worden gespeeld wordt ÒKey-modus” genoemd. Hieronder volgen de drie Keymodi. Single: Alle toetsen op het klavier spelen dezelfde toon. Dit is de normale speelmodus. Split:
Dual:
EŽn toets speelt de rol van verdeelpunt (het ÒsplitpuntÓ) en verdeelt
Voor elke individuele
het klavier in een linker- en rechterkant, waarbij aan elke kant een andere toon wordt gespeeld.
uitvoering kan men
Twee tonen kunnen samengezet worden in lagen.
verschillende Keymodusinstellingen maken.
Het klavier in afzonderlijke bereiken verdelen en in elk bereik een verschillende toon spelen (SPLIT) fig.Q-30
1,2
1
Druk op [SPLIT] waardoor het lampje gaat branden. Bespeel het klavier. fig.Q-31exp
Toonselectiescherm
Huidige part Toonnaam
Categorie Toongroep Toonnummer
In sommige Presetuitvoeringen is de Keymodus ingesteld op Split of Dual (Uitvoeringslijst, pg. 147). Probeer de uitvoeringen te verwisselen (pg. 56) en beluister de verschillende combinaties van de tonen.
Upper part Lower part
In Split worden twee parts gebruikt. Deze parts worden de Òupper part” (hoge part) en de Òlower partÓ (lage part) genoemd. De toongegevens van de parts die op dit moment geselecteerd zijn, verschijnen in de display. De tekening hierboven toont een voorbeeld waarin part 1 gebruikt wordt voor de upper part en part 16 voor de lower part. Het splitpunt werd in de fabriek op C4 ingesteld. Het hoge gedeelte van het klavier, C4 inbegrepen, speelt de tonen van de upper part en de toon van de lower part wordt gespeeld in het bereik onder C4.
34
De toets die als splitpunt wordt gebruikt, speelt de toon van de upper part.
Twee tonen spelen op het klavier
Lower (laag)
2
Twee tonen spelen op het klavier
fig.Q-32
C4 (Splitpunt) Upper (hoog)
Als u nogmaals op [SPLIT] drukt, zal het lampje doven en keert het klavier terug naar de normale uitvoeringsmodus (Single).
Wanneer u tonen wil verwisselen ¥ ÒTonen en drumsets selecterenÓ (pg. 37) Wanneer u de parts wil verwisselen die voor de upper en lower parts worden gebruik ¥ ÒDe twee gebruikte parts verwisselenÓ (pg. 39) Wanneer u de toets wil veranderen die het klavier in twee bereiken verdeelt ¥ ÒHet splitpunt veranderenÓ (pg. 40)
35
Twee tonen spelen op het klavier
Twee tonen spelen op het klavier (DUAL) fig.Q-33
1,2
1
Druk op [DUAL] waardoor het lampje gaat branden. Bespeel het klavier. fig.Q-31exp
Toonselectiescherm
Huidige part Toonnaam
Categorie Toongroep Toonnummer
Upper part Lower part
Net als in de Split-modus worden er twee parts gebruikt. Wanneer er een toets wordt ingedrukt, worden de tonen van upper part en de lower part samen gespeeld.
2
Als u nogmaals op [SPLIT] drukt, zal het lampje doven en keert het klavier terug naar de normale uitvoeringsmodus (Single).
Wanneer u de tonen wil verwisselen ¥ ÒTonen en drumsets selecterenÓ (pg. 37) Wanneer u de parts wil veranderen die gebruikt worden voor de upper en lower parts
¥ ÒDe twee gebruikte parts verwisselenÓ (pg. 39)
36
Twee tonen spelen op het klavier
Tonen en drumsets selecteren Twee tonen spelen op het klavier
Gebruik de volgende procedure om tonen te veranderen wanneer de Key modus op Split of Dual is ingesteld.
Tonen per categorie selecteren (TONE CATEGORY) fig.Q-35
4
1
2
1
3
Zorg er voor dat het lampje van [TONE CATEGORY] brandt. Als het lampje van [TONE CATEGORY] niet brandt, moet u nogmaals op [TONE CATEGORY] drukken.
2
Druk op PART [ ]/[ ] om de cursor te verplaatsen naar de part waarvan u de toon of drumset wil verwisselen. fig.Q-36exp
Huidige part
Upper part Lower part
De tekening hierboven is een voorbeeld waarin de hoge part is geselecteerd.
3
Druk een aantal malen op de numerieke toetsen ([1]Ð[0]) tot u de door u gewenste categorie kan selecteren.
4
Bij drumsets is stap 3 niet vereist.
Druk op VALUE [-]/[+] om een toon of drumset te kiezen in de categorie die op dit moment geselecteerd is.
37
Twee tonen spelen op het klavier
Categories uit de volledige lijst selecteren Als u in stap 3 [TONE CATEGORY] ingedrukt houdt en op een numerieke toets drukt ([1]Ð[0]) verschijnt het selectiescherm van Category. Het lampje begint te flikkeren in plaats van constant te branden. fig.Q-17
Druk een aantal malen op de numerieke toetsen ([1]Ð[0]) of druk op VALUE [-]/[+] om een categorie te selecteren. Als u op [TONE CATEGORY] of [EXIT] drukt, keert u terug naar het originele scherm (het scherm dat in stap 2 verschijnt). Het lampje flikkert niet meer, maar brandt constant.
Tonen selecteren door de groep en het nummer te specifiëren fig.Q-37
2
1 2
1
Druk op [TONE CATEGORY] waardoor het lampje uitdooft.
Druk op PART [ ]/[ ] om de cursor te verplaatsen naar de part waarvan u de toon of de drumset wil veranderen. fig.Q-38exp
Huidige part
Upper part Lower part
De tekening hierboven is een voorbeeld waarin de upper part geselecteerd is.
38
3
4
5
3
Druk op [USER/PRESET] om de groep te selecteren (User, Preset). Als u een fout maakt, moet
4 5
u op [EXIT] drukken en het
Druk op de numerieke toetsen ([1]Ð[0]) om het toon- en drumsetnummer te specifi‘ren.
nummer opnieuw specifi‘ren.
In plaats van stap 4 en 5 te
Druk op [ENTER] om de ingave te bevestigen. Het toonnummer en het drumsetnummer verschijnen in de display.
volgen, kan u ook van toon veranderen door op VALUE [-]/[+] te drukken.
De twee gebruikte parts verwisselen Wanneer de Key-modus op Split of Dual is ingesteld worden twee parts gebruikt (upper en lower). U kan selecteren welke van de 16 parts de hoge part en welke de lage part zal zijn.
Deze instellingen kunnen voor elke uitvoering worden gemaakt (pg. 56).
fig.Q-39
2
1 2 3
1 3
Druk op [EDIT] waardoor het lampje gaat branden.
Gebruik VALUE [-]/[+] om ÒTone/Drum/PFMCommonÓ te selecteren.
Druk op [ENTER].
39
Twee tonen spelen op het klavier
Twee tonen spelen op het klavier
Twee tonen spelen op het klavier
fig.Q-39a
5
4
Druk een aantal malen op [9] om ÒUpper PartÓ of ÒLower PartÓ te selecteren. fig.Q-40
5
Druk op VALUE [-]/[+] om de waarde (1Ð16) te selecteren.
6
Druk op [EDIT].
4
6
Als u [SHIFT] ingedrukt houdt en op [9] drukt, keert u terug naar het vorige onderwerp.
Het lampje van [EDIT] dooft en u keert terug naar het vorige scherm.
Welke part wordt er gebruikt in de Single-modus? Wanneer de key-modus op single staat, wordt de upper part gebruikt. Daarom moet u er op letten dat u, als u in single-modus staat, PART [ ]/ [ ] niet indrukt en de part omwisselt, omdat de waarde van de upper part dan overschreven wordt.
Het splitpunt veranderen Wanneer de Key-modus op Split is ingesteld, kan u de toets instellen die het klavier in twee afzonderlijke bereiken verdeelt. Dit kan om het even waar vanaf C2 tot C#7. Het splitpunt kan voor elke uitvoering afzonderlijk worden ingesteld (pg. 56).
fig.Q-32
Lower (laag)
40
C4 (Splitpunt) Upper (hoog)
Twee tonen spelen op het klavier
2,5
1 2 3 4
4
Twee tonen spelen op het klavier
fig.Q-42
1,6 3
Druk op [EDIT] waardoor het lampje van de knop gaat branden.
Gebruik VALUE [-]/[+] om ÒTone/Drum/PFMCommonÓ te selecteren.
Druk op [ENTER].
Druk een aantal malen op [9] om ÒSplit PointÓ te selecteren. fig.Q-43
Als u [SHIFT] ingedrukt houdt en op [9] drukt, keert u terug naar het vorige onderwerp.
5
Druk op VALUE [-]/[+] om de waarde (C-1ÐG9) te selecteren.
6
Druk op [EDIT]. Het lampje van [EDIT] dooft en u keert terug naar het vorige scherm.
Een snelle manier om het splitpunt te veranderen Als u [SPLIT] ingedrukt houdt en op [EDIT] drukt, kan u rechtstreeks in het ÒSplit PointÓ scherm gaan. Maak instellingen zoals uitgelegd in stappen 4-5 van de bovenstaande procedure. Als u het splitpunt snel wil veranderen, kan u ook [SPLIT] ingedrukt houden en op VALUE [-]/[+] drukken, waardoor u uitsluitend de instelling van ÒSplit PointÓ kan veranderen. Als u [SPLIT] loslaat, zal het vorige scherm opnieuw verschijnen.
41
De geschikte functies gebruiken in uitvoeringen Hierin wordt uitgelegd hoe u de verschillende functies moet gebruiken die vaak in uitvoeringen voorkomen.
Arpeggio’s creëren met de akkoorden die u speelt (ARPEGGIO ON/OFF)
Raadpleeg de referentiepaginaÕs die hiernaast zijn aangegeven voor instructies betreffende het maken van gedetailleerde instellingen.
Door gewoonweg een akkoord te spelen, kan u een arpeggio (een akkoord dat met ŽŽn noot tegelijkertijd wordt gespeeld) cre‘ren.
MERK OP
Wanneer de Key-modus op Single of Dual is ingesteld, kan men in alle toonaarden arpeggioÕs spelen. Wanneer de Key-modus op Split staat, kan u arpeggioÕs spelen in het lage bereik.
Men kan alleen arpeggioÕs spelen wanneer men het klavier van de RS-5/9 bespeelt. Men kan geen arpeggioÕs spelen met behulp van nootcommandoÕs die toekomen via de MIDI IN-connector.
fig.Q-44
1,3
1 2
Druk op [ARPEGGIO ON/OFF] waardoor het lampje gaat branden.
Druk op de toets zoals hieronder wordt afgebeeld. fig.Q-45
E3 C3 G3
C3 E3 G3 E3 C3 E3 G3 E3 Het arpeggio wordt gespeeld in de volgorde van de noten C3, E3, G3, E3, C3, E3, G3, E3 enzovoort. Probeer ook enkele andere akkoorden te spelen.
3
42
Als u nogmaals op [ARPEGGIO ON/OFF] drukt, zal het lampje doven en keert het klavier terug naar de normale uitvoeringsmodus.
¥ Arpeggio-gegevens worden vanuit de MIDI OUT-connector verstuurd. ¥ De arpeggio On/Offinstelling kan voor elke uitvoering afzonderlijk worden gemaakt (pg. 56).
De geschikte functies gebruiken in uitvoeringen
Arpeggio’s voortzetten zonder de toets ingedrukt te houden Als u een pedaalschakelaar (zoals de optionele DP-2/6) of een voetschakelaar (zoals de optionele BOSS FS-5U) aansluit op de jack van PEDAL HOLD dan zal het arpeggio voortgaan wanneer u een akkoord speelt met ingedrukte pedaal, zonder dat u het akkoord moet blijven spelen.
Wanneer u meer wil weten over de instellingen van arpeggio
De geschikte functies gebruiken in uitvoeringen
¥ ÒHoofdstuk 5. De arpeggiator gebruikenÓ (pg. 75)
43
De geschikte functies gebruiken in uitvoeringen
Multi-effecten, chorus en reverb gebruiken De RS-5/9 is voorzien van drie onafhankelijke interne effectkanalen.
Multi-Effect Dit kanaal beschikt over 42 verschillende effecten, met inbegrip van distortion (vervorming) en rotary. De On/Off-instellingen van
Chorus
elk effect be•nvloeden de
Dit kanaal geeft diepte en dimensie aan klanken.
RS-5/9 in zijn geheel (i.e., systeeminstellingen). Zulke instellingen blijven bewaard in het geheugen, zelfs wanneer de stroom uitstaat.
Reverb Dit kanaal cre‘ert een kunstmatige sfeer rond de klank.
De effecten aan- en uitzetten (EFFECTS ON/OFF) In de fabrieksinstellingen staan alle drie effecten op ON. fig.Q-47
2,4,6
1
1,3,5,7
Druk op [EFFECTS ON/OFF] waardoor het lampje gaat branden. Het instelscherm van Multi-effects On/Off verschijnt in de display. fig.Q-48
2
Druk op VALUE [-]/[+] om het effect aan of uit te zetten.
3
Druk op [EFFECTS ON/OFF]. Nu verschijnt het instelscherm van Chorus On/Off in de display. fig.Q-49
44
De geschikte functies gebruiken in uitvoeringen
4
Druk op VALUE [-]/[+] om het effect aan of uit te zetten.
5
Druk op [EFFECTS ON/OFF]. Nu verschijnt het instelscherm van Reverb On/Off in de display. fig.Q-50
¥ U kan tijdens de handeling
6
Druk op VALUE [-]/[+] om het effect aan of uit te zetten.
naar het originele scherm terugkeren door op [EXIT] te drukken. ¥ Als de drie effecten
Druk op [EFFECTS ON/OFF] om naar het originele scherm terug te keren.
uitstaan, zal het lampje van [EFFECTS ON/OFF] De geschikte functies gebruiken in uitvoeringen
7
doven.
Het lampje van [EFFECTS ON/OFF] gaat branden wanneer ŽŽn van de drie effecten aanstaat.
Multi-effecten gebruiken in Split- of Dual-modus De RS-5/9 kan niet meer dan ŽŽn effect tegelijkertijd gebruiken. Daarom bestaat er een ÒSourceÓ-parameter die gebruikt wordt voor het selecteren van de multi-effectinstellingen. Waarden instellen UPPER:
De multi-effectinstellingen van de hoge tonen worden gebruikt. Het multi-effect wordt alleen toegepast op de upper part.
LOWER:
De multi-effectinstellingen van de lage tonen worden gebruikt. Het multi-effect wordt alleen toegepast op de lower part.
PERFORMANCE: De multi-effectinstellingen van de uitvoering worden gebruikt. Hetzelfde multi-effect wordt op alle parts (1Ð16) toegepast.
Afhankelijk van de Source-instelling is het dus mogelijk dat er op sommige parts geen multi-effecten wordt toegepast wanneer ze in de Split- of Dualmodus staan. Zie voor meer gedetailleerde informatie ÒMulti-Effectinstellingen makenÓ (pg. 80).
45
De geschikte functies gebruiken in uitvoeringen
De hoeveelheid chorus en reverb instellen fig.Q-51
3,7 5
1
Druk op [EDIT] waardoor het lampje gaat branden.
3
Gebruik VALUE [-]/[+] om ÒPerformance PartÓ te selecteren.
4
Druk op [ENTER].
6
Druk op PART [ ]/[ ] om de part te selecteren waarvoor de hoeveelheid effect moet worden ingesteld.
Druk [7] voor het instellen van chorus; druk [8] voor het instellen van reverb. fig.Q-52
7
Gebruik VALUE [-]/[+] om de waarde te selecteren (1Ð127).
8
Druk op [EDIT]. Het lampje van [EDIT] dooft en u keert terug naar het vorige scherm.
46
2,8 4
Zet de chorus of reverb op ON (zie vorige paragraaf).
2
5
6
Afzonderlijke instellingen voor de hoeveelheid toegepaste chorus en reverb kunnen voor elke afzonderlijke part in een uitvoering worden gemaakt (pg. 56).
MERK OP ¥ Als de Key-modus(pg. 34) op Split of Dual is ingesteld, kan u alleen de upper part en de lower part selecteren. ¥ Merk op dat zelfs wanneer chorus of reverb op ON staan, er geen effect wordt toegepast indien elk Send-niveau op 0 staat.
Herhaal stappen 5-7 als u instellingen wil maken voor andere parts.
De geschikte functies gebruiken in uitvoeringen
Het multi-effecttype veranderen Hieronder wordt uitgelegd hoe men uit de 42 verschillende multieffectinstellingen de gewenste instelling moet kiezen. fig.Q-53
3,6
2 3 4 5
2,7 4
Zet Multi-effects op ON (pg. 44).
Druk op [EDIT] waardoor het lampje gaat branden.
U kan het soort multi-effect voor elke toon of uitvoering (pg. 56) afzonderlijk instellen met de Sourceinstelling.
Gebruik VALUE [-]/[+] om ÒTone/Drum/PFMCommonÓ te selecteren.
Druk op [ENTER].
Druk een aantal maal op [6] om ÒTypeÓ te selecteren. fig.Q-54
In de bovenstaande tekening staat Source ingesteld op UPPER. Linksboven in de display kan u zien welke multi-effectinstelling wordt gebruikt.
6 7
Als u [SHIFT] ingedrukt houdt en op [6] drukt, keert u terug naar het vorige onderwerp.
Druk op VALUE [-]/[+] om het type te selecteren.
Druk op [EDIT].
Wanneer Ò00:THROUGH,Ó is ingesteld worden de multi-effecten niet toegepast.
Het lampje van [EDIT] dooft en u keert terug naar het voorgaande scherm.
Wanneer u meer details wil kennen over multi-effecten ¥ ÒHoofdstuk 6. EffectinstellingenÓ (p. 79)
47
De geschikte functies gebruiken in uitvoeringen
1
5
De geschikte functies gebruiken in uitvoeringen
Alle parts transponeren (TRANSPOSE ON/OFF) Deze functie verplaatst de toonaard in eenheden van een halve toon. Dit komt van pas in situaties zoals degene die hieronder beschreven worden.
Bij het aanpassen aan het stemregister van de vocalist Soms gaan melodie‘n verder dan het stemregister van de vocalist. Daarom kan u, wanneer u de toonaard van de song wil veranderen, de song in een nieuwe toonaard spelen terwijl u toch dezelfde vingerzetting gebruikt als tervoren.
Bij het veranderen van een moeilijke toonaard naar een gemakkelijk te spelen toonaard U kan een eenvoudige vingerzetting gebruiken om moeilijke songs te spelen waarin veel kruisen en bemollen voorkomen.
Bij het samenspelen met de toon van een getransponeerd instrument U kan de tonen van een getransponeerd instrument spelen, net zoals het in de partituur geschreven staat.
Bij het spelen van klanken die buiten het klavierbereik vallen Aangezien de RS-5 een klavier heeft met 61 toetsen, is het mogelijk dat u in sommige songs hogere of lagere noten wil spelen. Het is ook mogelijk dat bij het spelen van een drumset er percussie-instrumenten zijn die buiten het bereik van het RS-5/9-klavier liggen. In zulke gevallen kan u de Transpose-functie gebruiken om deze noten te spelen.
De instellingen van Transpose On/Off kunnen voor elke uitvoering afzonderlijk worden ingesteld (pg. 56).
fig.Q-55
1,2
1
Druk op [TRANSPOSE ON/OFF] waardoor het lampje gaat branden. In de fabrieksinstellingen is Transpose ingesteld om noten te spelen die ŽŽn octaaf lager liggen dan dat wat er wordt gespeeld.
2
Als u nogmaals op [TRANSPOSE ON/OFF] drukt, zal het lampje doven en keert het klavier terug naar de normale uitvoeringsmodus.
De hoeveelheid transpositie instellen De hoeveelheid gewenste transpositie die zal worden toegepast wanneer Transpose aangezet wordt, kan door u worden ingesteld. De instelling wordt gemaakt in eenheden van een halve toon en kan een stijging of daling specifi‘ren van maximaal drie octaven.
48
De instellingen voor de hoeveelheid transpositie kunnen voor elke uitvoering afzonderlijk worden ingesteld (pg. 56)
De geschikte functies gebruiken in uitvoeringen
fig.Q-56
1
4
1,6 3
Druk op [EDIT] waardoor het lampje gaat branden.
MERK OP
2
Gebruik VALUE [-]/[+] om ÒTone/Drum/PFMCommonÓ te selecteren.
NootcommandoÕs vanuit de MIDI IN-connector worden niet getransponeerd.
3
Druk op [ENTER].
4
Druk een aantal maal op [9] om ÒTransposeÓ te selecteren. fig.Q-57
Als u [SHIFT] ingedrukt houdt en op [9] drukt, keert u terug naar het vorige onderwerp.
5
Druk op VALUE [-]/[+] om de waarde (-36 to +36) te selecteren.
6
Druk op [EDIT]. Het lampje van [EDIT] dooft en u keert terug naar het vorige scherm.
Een gemakkelijke manier om Transpose in te stellen U kan het ÒTransposeÓ -scherm direct selecteren door [TRANSPOSE ON/ OFF] ingedrukt te houden en op [EDIT] te drukken. Maak instellingen zoals uitgelegd in stappen 5-6 van de bovenstaande procedure. Als u de transpositie nog sneller wil veranderen, kan u bovendien uitsluitend de ÒTransposeÓ instelling veranderen door [TRANSPOSE ON/OFF] ingedrukt te houden en op VALUE [-]/[+] te drukken. Wanneer u [TRANSPOSE ON/OFF] loslaat, zal het voorgaande scherm verschijnen.
Wanneer een een specifieke part wil transponeren ¥ ÒEen bepaalde part transponeren (Key Shift)Ó (pg. 69)
49
De geschikte functies gebruiken in uitvoeringen
2,5
De geschikte functies gebruiken in uitvoeringen
De toonhoogte van de klank in realtime veranderen (Pitch Bend-hendel) De toonhoogte van een klank wordt ÒpitchÓ genoemd. Verplaats de hendel naar links om de toonhoogte te verlagen en naar rechts om de toonhoogte te verhogen terwijl u op het klavier speelt. De fabrieksinstellingen zijn ingesteld om de toonhoogte met een hele stap te verhogen of te verlagen.
MERK OP Pitch Bend wordt niet toegepast in arpeggioÕs.
fig.Q-58exp
Pitch Bend
U kan een pitchbend-bereik instellen van maximaal twee octaven dat kan worden aangepast in halve stappen. fig.Q-59
De instellingen van het pitch bend-bereik kunnen voor elke part afzonderlijk worden gemaakt (pg. 56).
2,6 4
1
Druk op [EDIT] waardoor het lampje gaat branden.
2
Gebruik VALUE [-]/[+] om ÒPerformance PartÓ te selecteren.
3
Druk op [ENTER].
4 5
Druk op PART [ ]/[ ] om de part te selecteren waarvan de pitch bend moet worden veranderd.
5 1,7 3
MERK OP Wanneer de Key-modus (pg. 34) op Split of Dual staat, kan u slechts twee parts selecteren: de upper part en de lower part.
Druk een aantal maal op [5] om ÒPitch Bend RangeÓ te selecteren. fig.Q-60
Als u [SHIFT] ingedrukt houdt en op [5] drukt, keert u terug naar het voorgaande onderwerp.
50
De geschikte functies gebruiken in uitvoeringen
6
Druk op VALUE [-]/[+] om de waarde (0 to +24) te selecteren.
MERK OP Bij een instelling van 0 is er geen pitch bend-effect.
7
Druk op [EDIT]. Het lampje van [EDIT] dooft en u keert terug naar het vorige scherm.
Herhaal stappen 4-6 als u instellingen wil maken voor andere parts.
Een vibrato-effect aan de klank toevoegen (Modulatiehendel) het klavier bespeelt. fig.Q-61exp
MERK OP Het effect wordt zowel op de upper als de lower part toegepast wanneer de Keymodus op Split of Dual staat.
Modulatie
Wanneer u de modulatiehendel wil gebruiken om andere effecten dan vibrato toe te voegen ¥ ÒDe modulatiehendel gebruiken om de klank te veranderenÓ (pg. 71)
51
De geschikte functies gebruiken in uitvoeringen
Duw de hendel van u weg om een vibrato-effect toe te voegen wanneer u
De geschikte functies gebruiken in uitvoeringen
De toon veranderen met de knoppen Met behulp van de zes paneelknoppen kan u de toon in real-time veranderen. Wanneer u aan een knop draait, wordt een functie aan die knop toegewezen en verschijnt zijn waarde tijdelijk in de display fig.Q-62
MERK OP Het effect wordt zowel op de upper als de lower part toegepast wanneer de Keymodus op Split of Dual staat.
Vibrato en wah-effecten (LFO) De LFO, een afkorting van Òlow frequency oscillatorÓ, verandert de klank op een periodieke manier. Als men de toonhoogte verandert met de LFO krijgt men het Òvibrato effectÓ, en als men de afsnijfrequentie van de filter verandert met de LFO, krijgt men het Òwah effectÓ. fig.Q-63
3,6 2,5 1,4
1
Zorg er voor dat de FILTER [LFO ON/OFF] op OFF staat. Wanneer [LFO ON/OFF] op OFF staat, kan u de LFO 2-knop gebruiken om het vibrato-effect te veranderen.
2
Draai aan de LFO DEPTH knop. Draait men deze knop naar rechts, dan vergroot de diepte van het golvend geluid; draait men deze knop naar links dan wordt de golving dunner en zachter.
3
Draai aan de LFO RATE knop. Draait men deze knop naar rechts, dan vergroot de snelheid van het golvend geluid; draait men deze knop naar links dan wordt de golving vertraagd.
4
Druk op FILTER [LFO ON/OFF] waardoor het lampje gaat branden. Wanneer [LFO ON/OFF] op ON staat, kan u de LFO -knop gebruiken om het vibrato-effect te veranderen.
52
Als deze op ON staat, moet u nogmaals op [LFO ON/ OFF] drukken om het uit te zetten.
De geschikte functies gebruiken in uitvoeringen
5
Draai aan de LFO DEPTH knop. Draait men deze knop naar rechts, dan vergroot de diepte van het golvend geluid; draait men deze knop naar links dan wordt de golving dunner en zachter.
Draai aan de LFO RATE knop. Draait men deze knop naar rechts, dan vergroot de snelheid van het golvend geluid; draait men deze knop naar links dan wordt de golving vertraagd.
De geschikte functies gebruiken in uitvoeringen
6
53
De geschikte functies gebruiken in uitvoeringen
Het volume van de klank veranderen (ENVELOPE) Het volume zal blijven veranderen vanaf het moment waarop een toets wordt ingedrukt tot dat deze toets wordt losgelaten. A: Attack-tijd:De tijd die nodig is om de klank zijn volledige volume te laten bereiken nadat een toets werd ingedrukt. R: Release-tijd:De tijd die nodig is om de klank onhoorbaar te laten worden nadat een toets werd losgelaten. Gebruik de ENVELOPE 2-knop om de A en R-tijden te veranderen. fig.Q-64
A: Attack-tijd D: Decay-tijd R: Release-tijd
Volume
Klank stopt
Sustain Level A Noot aan
D
R
Tijd
Noot uit
fig.Q-65
1
1
2
Draai aan de ENVELOPE ATTACK-knop. Draait men deze naar rechts, dan neem de tijd toe die nodig is om het volume van een klank te doen stijgen; draait men deze knop naar links dan zal deze tijd verkorten.
2
Draai aan de ENVELOPE RELEASE-knop. Draait men deze naar rechts, dan neem de tijd toe die nodig is om een klank te doen verdwijnen; draait men deze knop naar links dan zal deze tijd verkorten.
54
De geschikte functies gebruiken in uitvoeringen
De helderheid van een klank veranderen en speciale eigenschappen toevoegen (FILTER) U kan de helderheid van een klank veranderen en de klank bijzondere kenmerken geven met behulp van de FILTER 2-knop. fig.Q-66
1
Draai aan de FILTER CUTOFF-knop.
De geschikte functies gebruiken in uitvoeringen
1
2
Draait men deze naar rechts, dan wordt de klank helderder; draait men deze knop naar links dan wordt de klank donkerder.
2
Draai aan de FILTER RESONANCE-knop. Draait men deze knop naar rechts, dan wordt het speciale karakter van de klank sterker; draait men deze knop naar links dan worden deze eigenschappen verminderd.
[MANUAL] en [ARPEGGIO/CONTROL] functies Wanneer [ARPEGGIO/CONTROL] op ON staat, kan u een andere parameter sturen met behulp van de LFO ENVELOPE 4 knop (pg. 74). Daarenboven kan u de vier knoppen gebruiken om de arpeggio-instellingen in real-time te veranderen als [ARPEGGIO ON/OFF] op ON staat en [ARPEGGIO/CONTROL] flikkert (pg. 74). Als u [MANUAL] indrukt, worden de parameters die aan de zes knoppen zijn toegewezen, ingesteld op de waarden van de huidige knopposities (pg. 74).
Wanneer u meer details wil weten over het veranderen van de toon in real-time ¥ ÒHoofdstuk 4. Tonen veranderen in real-timeÓ (pg. 71)
55
De geschikte functies gebruiken in uitvoeringen
Alle instellingen van de RS-5/9 tegelijkertijd veranderen (Uitvoeringen selecteren) De groep van tonen en drumsets die aan de zestien parts wordt toegewezen, wordt ÒuitvoeringÓ (performance) genoemd. fig.Q-67exp
Uitvoering Part 16
Part 1
Toon/ Drumset
U kan de toonnummers die aan de parts zijn toegewezen opnemen, evenals de Key-modus, Arpeggio, Transpose en andere instellingen van de uitvoering. Als u een groep instellingen in een uitvoering bewaart, kan u deze instellingen direct oproepen door simpelweg deze uitvoering te selecteren. Uitvoeringen worden, net als tonen, onderverdeeld in twee groepen. User Hierin zijn standaard 128 voorbereide uitvoeringen opgeslagen. U kan deze echter overschrijven met de uitvoeringen die u zelf hebt gemaakt. Preset Hierin zitten 128 voorbereide uitvoeringen die niet kunnen worden overschreven of vervangen. U kan echter wel preset-uitvoeringsinstellingen oproepen in het tijdelijk gedeelte, ze wijzigen en ze daarna in het usergeheugen opslaan. fig.Q-68
12
56
3
4
De geschikte functies gebruiken in uitvoeringen
1
Druk op [PERFORM/TONE] om het uitvoeringsselectiescherm op te roepen.
Als ÒPERFORMÓ niet in de
In Single-modus
nogmaals op [PERFORM/ TONE] drukken om naar
display staat, moet u
fig.Q-69exp
Uitvoeringsselectiescherm
het uitvoeringsselectie-
Uitvoeringsnaam
scherm te gaan.
Part
Uitvoeringsnummer
Uitvoeringsnummer Uitvoeringsgroep
In Split- of Dual-modus fig.Q-70exp
Huidige part
De geschikte functies gebruiken in uitvoeringen
Uitvoeringsselectiescherm
Uitvoeringsnaam
Uitvoeringsnummer Uitvoeringsgroep Uitvoeringsnummer
2 3 4
Upper part Lower part
Druk op [USER/PRESET] om de groep (User, Preset) te selecteren.
Druk op de numerieke toetsen ([1]Ð[0]) om het uitvoeringsnummer (1Ð128) te specifi‘ren.
Als u een fout maakt, moet u op [EXIT] drukken en het nummer opnieuw ingeven.
Druk op [ENTER] om de invoer te bevestigen.
Wanneer u de naam en het nummer van een uitvoering wil weten ¥ ÒUitvoeringslijstÓ (pg. 147) Wanneer u wil weten welke instellingen in een uitvoering kunnen worden opgeslagen
In plaats van stap 4 en 5 te gebruiken, kan u ook van uitvoering veranderen door VALUE [-]/[+] in te drukken.
¥ ÒParameterlijst (Uitvoering)Ó (pg. 137) Wanneer u een uitvoering die u hebt gemaakt in het user-geheugen wil opslaan
¥ ÒTonen bewaren / drumset / uitvoeringÓ (pg. 113)
57
De geschikte functies gebruiken in uitvoeringen
De uitvoeringen die u bevallen eenvoudig selecteren (FAVORITE PERFORM BANK) Door simpelweg op ŽŽn knop te drukken, kan u uw favoriete uitvoeringen oproepen.
De instellingen van
Gebruik uitvoeringen nadat u ze hebt ingeschreven in de FAVORITE PERFORM BANK knoppen onder de display.
Uitvoeringen inschrijven De RS-5/9 beschikt reeds over standaard ingeschreven uitvoeringen in de FAVORITE PERFORM BANK. U kan deze echter veranderen in uw eigen favoriete uitvoeringen. fig.Q-71
2
1 2
Selecteer een uitvoering die u wil inschrijven (zie vorige paragraaf).
Houdt de [SHIFT] knop ingedrukt en druk op een van de FAVORITE PERFORM BANK knoppen [1]Ð[8]. De uitvoering wordt ingeschreven en in de display verschijnt ÒCompletedÓ. Het lampje van de ingedrukte knop gaat branden.
58
FAVORITE PERFORM BANK be•nvloeden de RS5/9 in zijn geheel (i.e., systeeminstellingen). Deze instellingen blijven in het geheugen bewaard, zelfs als de stroom uitstaat.
De geschikte functies gebruiken in uitvoeringen
Als de uitvoering niet bewaard werd Als u de instellingen van de uitvoering wijzigt en stap 2 uitvoert zonder deze veranderingen te bewaren nadat u een uitvoering hebt geselecteerd, zal de RS-5/9 naar het Save-scherm overspringen. fig.Q-72
Als u een fout maakt, moet u op [EXIT] drukken en het
De uitvoering wordt bewaard terwijl de uitvoeringsgroep en het
nummer opnieuw ingeven.
uitvoeringsnummer terzelfdertijd in de knop worden ingeschreven.
van Save (1Ð128) te bepalen. 4. Druk op [ENTER] om het nummer te bevestigen.
In plaats van stap 4 en 5 te gebruiken, kan u ook van uitvoering veranderen door VALUE [-]/[+] in te drukken.
5. Druk nogmaals op [ENTER] om het bewaren uit te voeren. De uitvoering wordt bewaard en in de display verschijnt ÒCompletedÓ. De uitvoering wordt bewaard terwijl de uitvoeringsgroep en het uitvoeringsnummer terzelfdertijd in de knop worden ingeschreven.
Druk op [EXIT] om het inschrijven of het bewaren tijdens de handeling te annuleren.
Uitvoeringen selecteren op een eenvoudige manier
1
Druk op een van de FAVORITE PERFORM BANK knoppen [1]Ð[8] waardoor het lampje van de knop gaat branden. De uitvoering wordt opgeroepen die aan deze knop is toegewezen.
1
59
De geschikte functies gebruiken in uitvoeringen
3. Druk op de numerieke toetsen ([1]Ð[0]) om het bestemmingsnummer
De geschikte functies gebruiken in uitvoeringen
Direct overschakelen op de piano-modus Met een druk op ŽŽn enkele knop, krijgt u de perfecte instelling voor pianouitvoeringen. fig.Q-73
1
Dit kenmerk is alleen voorzien in de RS-9. Men kan er niet over beschikken in de RS-5.
MERK OP
Druk op [PIANO] waardoor het lampje gaat branden. De meest geschikte uitvoering voor piano-uitvoeringen (Preset:127) wordt opgeroepen.
60
MERK OP
Wanneer [PIANO] is ingedrukt, kan u de opgeroepen uitvoering niet veranderen.
Hoofdstuk 11
Hoofdstuk Hoofdstuk 9 Hoofdstuk 8 Hoofdstuk 7 Hoofdstuk 6 Hoofdstuk 5 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 1 10
Gevorderd gebruik
61
Hoofdstuk 1. Overzicht van de RS-5/9 Basisorganisatie van de RS-5/9 De RS-5/9 kan in twee grote delen worden onderverdeeld: een klaviersturing en een klankgenerator. De twee delen zijn intern verbonden met behulp van MIDI. fig.R01-01exp
Drumset Drumsets zijn groepen van een aantal verschillende percussieinstrumentklanken. Aangezien percussie-instrumenten normaal geen melodie‘n spelen, is het niet nodig dat een percussie-instrument een toonladder op het klavier kan spelen. Het is echter belangrijker dat u over zoveel mogelijk percussieinstrumenten tegelijkertijd kan beschikken. Daarom zijn de
Klankgeneratorgedeelte
drumsets zo opgezet dat u over verschillende sets van percussie-instrumenten kan beschikken wanneer u verschillende toetsen (nootnummers) indrukt. Drumsets worden eveneens aan elke part van een uitvoering toegewezen.
Speel
fig.R01-02exp
Drumset Klaviersturingen (sturingen zoals klavier, pitch bend-hendel, enz.)
Nootnummer 98 (D7) Nootnummer 97 (C#7)
Nootnummer 36 (C2)
Klaviersturing Dit deel omvat het klavier, de pitch bend/modulatie-hendel, de paneelknoppen en, indien aanwezig, de pedalen die op het achterpaneel zijn aangesloten. Handelingen zoals het indrukken of het loslaten van de toetsen op het klavier, het loslaten van een pedaal, enz., worden omgezet in MIDIcommandoÕs en naar het klankgeneratordeel of een extern MIDI-toestel gestuurd.
Klankgenerator Het klankgeneratordeel produceert de klank. Hier worden MIDI-commandoÕs die ontvangen worden vanuit de klaviersturing of een extern MIDI-toestel, omgezet in muzieksignalen die daarna worden uitgestuurd als analoge signalen vanuit de OUTPUT en PHONES-jacks.
Classificatie van de klanktypes van de RS-5/9
Nootnummer 35 (B1)
Percussie-instrumentklank
Uitvoering Een uitvoering is een gemeenschappelijke set van toewijzingen van de 16 verschillende tonen en drumsets. In uitvoeringen kan u ganse verzamelingen instellingen bewaren, met inbegrip van de toonnummers die aan elke part zijn toegewezen en van Key-modus, Arpeggio, Transpose en andere instellingen. Net zoals tonen worden uitvoeringen onderverdeeld in twee soorten, User en Preset met 128 User-uitvoeringen en 128 Presetuitvoeringen. Men kan maximaal twee parts tegelijkertijd van op het klavier bewerken. Als u een externe sequencer aansluit, kan u met maximaal zestien parts tegelijkertijd werken, waardoor u van volledige ensemble-uitvoeringen kan genieten. fig.R01-03exp
Als u de RS-5/9 gebruikt, zal u opmerken dat een groot gamma verschillende categorie‘n een rol spelen in de verwerking van klanken. Hierna volgt een eenvoudige verduidelijking van elke klankcategorie.
Uitvoering Part 16
Toon De individuele klanken die gebruikt worden wanneer men de RS-5/9 bespeeld worden ÒTonenÓ genoemd. De 640 tonen die in het geheugen van de RS-5/9 zijn opgeslagen, worden onderverdeeld in twee soorten, waarbij het geheugen 128 User (gebruikers)-tonen en 512 Preset (vooringestelde)-tonen bevat. Aan elk deel (part) van een uitvoering worden tonen toegewezen.
62
Part 1
Toon/ Drumset
Over geheugen Geheugen verwijst naar de zone waarin tonen en instellingen worden bewaard. Het geheugen van de RS-5/9 is onderverdeeld in drie zones: systeemgeheugen, Usergeheugen, en Preset-geheugen. In het geheugen is een tijdelijke zone voorzien, waarin gegevens geplaatst worden wanneer u een toon of een uitvoering selecteert; de gegevens in de tijdelijke zone zijn wat u in werkelijkheid speelt en bewerkt.
Systeemgeheugen
tijdelijke zone gaan echter verloren wanneer de stroom wordt uitgezet. Wanneer u toon- of uitvoeringsinstellingen verandert, wijzigt u niet meteen de instellingen die in het geheugen zijn opgeslagen, maar wel de gegevens die uit de tijdelijke zone zijn opgeroepen. Als u de gewijzigde gegevens in de tijdelijke zone wil bewaren, moet u ze in het User-geheugen opslaan. Het wijzigen van systeeminstellingen heeft echter wel een directe invloed op de gegevens in het geheugen, zodat de gegevens altijd recent zijn. Daarom hoeft u niets te doen om deze gegevens te bewaren.
Het systeemgeheugen bewaart de opstartinstellingen van het systeem die bepalen hoe RS-5/9 functioneert.
User-geheugen De inhoud van het User-geheugen kan overschreven worden en wordt gebruikt om de instellingen te bewaren die u cre‘ert. U kan 128 tonen en128 uitvoeringen bewaren in het User-geheugen.
Preset-geheugen De inhoud van het Preset-geheugen kan niet overschreven worden. Het Preset-geheugen bevat 512 tonen en 128 uitvoeringen.
De tijdelijke zone Als u een toon of een uitvoering selecteert om deze te spelen of de instellingen er van te veranderen, dan wordt de geselecteerde toon of uitvoering opgeroepen naar een tijdelijk bewaargeheugen dat de tijdelijke zone wordt genoemd. Wanneer een uitvoering wordt geselecteerd, wordt deze geselecteerde uitvoering uit de tijdelijke zone opgeroepen en daarna gespeeld. Wanneer een toon wordt geselecteerd, wordt deze geselecteerde toon opgeroepen uit de upper of lower part van de uitvoering in de tijdelijke zone en wordt deze toon daarna gespeeld. Een uitvoering wordt steeds uit de tijdelijke zone opgeroepen. De upper en lower parts kunnen alle parts van 1Ð 16 gebruiken. Wanneer de Key-modus op Single is ingesteld, wordt de upper part gebruikt. Wanneer de Key-modus op Split of Dual is ingesteld, worden zowel de upper als de lower part gebruikt. De gegevens in het geheugen blijven behouden, zelfs wanneer de stroom uitgezet wordt en kunnen om het even wanneer opnieuw worden opgeroepen. De gegevens in de
63
Chapter 1
Hoofdstuk 1. Overzicht van de RS-5/9
Hoofdstuk 1. Overzicht van de RS-5/9
Maximale polyfonie De klankbron van de RS-5/9 kan maximaal 64 noten (stemmen) tegelijkertijd produceren. Als er gegevens worden ontvangen waarin geprobeerd wordt om meer dan dit aantal stemmen te spelen, zullen er noten wegvallen. Wanneer het aantal vereiste stemmen 64 overschrijdt, zal de RS-5/9 voorrang geven aan de later gespeelde noten en zullen de oudst klinkende noten uitgezet worden. Voor parts die u niet kan missen, moet u een geschikte Voice Reserve-instelling maken. * Sommige tonen gebruiken 2 stemmen om ŽŽn enkele toon te cre‘ren. Gelieve de ÒToonlijstÓ (pg. 148) te raadplegen voor het aantal stemmen dat door elke toon gebruikt wordt.
Verhinderen dat noten van een belangrijke part worden afgesneden (Voice Reserve) Deze instelling bepaalt het aantal stemmen dat voor elke part zal worden gereserveerd wanneer er meer dan 64 stemmen tegelijkertijd worden gespeeld. Als bijvoorbeeld Voice Reserve op 6 wordt gezet voor part 1, zal part 1 altijd over 6 noten met een klankproducerende kwaliteit beschikken, zelfs wanneer er meer dan 64 noten (in totaal voor alle parts) worden gevraagd. U kan afzonderlijke Voice Reserve-instellingen maken voor elke afzonderlijke part in een uitvoering. 1. Druk op [EDIT] waardoor het lampje gaat branden. 2. Gebruik VALUE [-]/[+] om ÒPerformance PartÓ te selecteren. 3. Druk op [ENTER]. 4. Druk op PART [
]/[
] om de part te selecteren.
5. Druk een aantal maal op de numerieke toets [5] om ÒVoice ReserveÓ te selecteren.
De waarde van een instelling veranderen Gebruik VALUE [-]/[+] of [0]Ð[9] (numerieke toetsen) om een waarde te veranderen. fig.R01-05
VALUE [-]/[+] Als u op VALUE [+] drukt, dan vermeerdert de waarde en drukt u op VALUE [-] dan vermindert ze. Voor een voortdurende aanpassing moet u de knop ingedrukt houden. Wenst u snellere waardeverhogingen, dan moet u VALUE [+] ingedrukt houden en op VALUE [-] drukken. Om de waarde sneller te laten verminderen, houdt u VALUE [-] ingedrukt en drukt u op VALUE [+]. U kan daarenboven de waarde met tien eenheden tegelijk veranderen wanneer u [SHIFT] ingedrukt houdt en op VALUE [+] of [-] drukt.
[0]–[9] (Numerieke toetsen) Hiermee kan u onmiddellijk het nummer specifi‘ren bij het selecteren van tonen, drumsets of uitvoeringen. Wanneer u het nummer ingeeft, zal het nummer flikkeren. Dit betekent dat het nummer nog niet bevestigd is. Om het nummer te bevestigen, moet u op de [ENTER] knop drukken.
[EXIT]
fig.R01-04exp
Er zullen minstens zoveel stemmen klinken Resterende stemmen
* Als u [SHIFT] ingedrukt houdt en op [5] drukt, keert u terug naar het vorige onderwerp. 6. Gebruik VALUE [-]/[+] om de waarde in te stellen. * De instellingen van alle parts kunnen in totaal het aantal 64 niet overschrijden. Het aantal resterende bruikbare stemmen zal tussen haakjes getoond worden. U moet dit bericht controleren wanneer u de Voice Reserve-parameter instelt. * Herhaal stappen 4-6 als u instellingen wil maken voor andere parts. 7. Druk op [EDIT]. Het lampje van [EDIT] dooft en u keert terug naar het vorige scherm.
64
Druk hierop in situaties zoals wanneer u een fout hebt gemaakt bij het intikken van de numerieke toetsen, wanneer u een handeling wil annuleren of wanneer u naar het vorige scherm wil terugkeren nadat u instellingen hebt gemaakt.
Handige shortcuts De RS-5/9 voorziet in verschillende handige shortcuts. * [**] + [##] betekent dat u [**] moet ingedrukt houden en op [##] drukken.
Het splitpunt veranderen (pg. 40)
Als noten “vastzitten” (PANIC) Gebruik de Panic-functie wanneer de klanken van de RS-5/9, of van een externe klankgenerator die met een MIDI-kabel aan de RS-5/9 is verbonden, door een handeling niet willen stoppen met spelen.
[SPLIT]+[EDIT] De instelpagina van het splitpunt verschijnt in de display. [SPLIT] + VALUE [-]/[+] Het splitpunt kan ingesteld worden. Wanneer u [SPLIT] loslaat, verschijnt de vorige display opnieuw.
Arpeggio instellen (pg. 77) De instelpagina van Arpeggio Style verschijnt in de display.
Wanneer klanken van de RS-5/9 niet stoppen met spelen
[ARPEGGIO ON/OFF] + VALUE [-]/[+]
1. Houdt [SHIFT] ingedrukt en druk op [PANIC].
[ARPEGGIO ON/OFF]+[EDIT]
De arpeggiostijl kan ingesteld worden. Wanneer u [ARPEGGIO ON/OFF] loslaat, verschijnt de vorige display opnieuw.
Transpose instellen (pg. 48)
De klanken van de RS-5/9 stoppen met spelen. In de display verschijnt ÒPanic! Now MutingÓ terwijl de Panic-functie uitgevoerd wordt. Wanneer deze boodschap verdwijnt, kan u beginnen te spelen. fig.R01-06
[TRANSPOSE ON/OFF]+[EDIT] De instelpagina van Transpose verschijnt in de display. [TRANSPOSE ON/OFF] + VALUE [-]/[+] De transpositie kan ingesteld worden. Wanneer u [TRANSPOSE ON/OFF] loslaat, verschijnt de vorige display opnieuw.
Wat u moet doen als een externe klankgenerator niet stopt met spelen
Het LCD-contrast instellen (pg. 16)
1. Houdt [SHIFT] ingedrukt en druk langer dan ŽŽn seconde op [PANIC].
[SHIFT]+[PHRASE PREVIEW] De instelpagina van LCD-contrast verschijnt in de display.
Verstuur de MIDI-commandoÕs All Sound Off, Reset All Controllers, Hold1 (0), Hold2 (0) en Sostenuto (0) voor alle MIDI-kanalen (parts). In de display verschijnt ÒPanic! Now TransmittingÓ terwijl de Panic-functie uitgevoerd wordt. Wanneer deze boodschap verdwijnt, kan u beginnen te spelen. fig.R01-07
65
Chapter 1
Hoofdstuk 1. Overzicht van de RS-5/9
Hoofdstuk 2. Instellingen van part-volume en pan U kan afzonderlijke volume- en paninstellingen (plaatsing van het klankbeeld) maken voor elke individuele part in een uitvoering.
Niveau Stel het volume van elke part in. Dit wordt meestal gebruikt voor het regelen van de volumebalans tussen parts wanneer de Key-modus op Split of Dual is ingesteld. Waarde: 0Ð127
Pan Wanneer stereo-output gebruikt wordt, stelt deze instelling de panpositie (stereoplaatsing)in van elke part. Wanneer men de waarde van L verhoogt, zal men meer klank horen die van de linkerkant komt. Op dezelfde manier zal er meer klank van rechts komen wanneer de waarde van R wordt verhoogd. Wanneer men instelt op RANDOM verkrijgt men een speciaal effect waarbij de klank bij elke aanslag van een toets zich willekeurig naar links en rechts verplaatst. Waarde: RANDOM, L63Ð0Ð63R * In de drumsets werd de panpositie van elk percussieinstrument vastgelegd (pg. 112). Wanneer men de pan instelt van een part waaraan een drumset is toegewezen, wordt de panning van de volledige drumset verplaatst. 1. Druk op [EDIT] waardoor het lampje gaat branden. 2. Gebruik VALUE [-]/[+] om ÒPerformance PartÓ te selecteren. 3. Druk op [ENTER]. 4. Druk op PART [
]/[
] om de part te selecteren.
5. Druk een aantal maal op de numerieke toets [3] om het onderwerp te selecteren dat u wil instellen. fig.R02-01
6. Gebruik VALUE [-]/[+] om de waarde in te stellen. 7. Druk op [EDIT]. Het lampje van [EDIT] dooft en u keert terug naar het vorige scherm.
66
Hoofdstuk 3. De uitvoeringskenmerken gebruiken Enkelvoudige nootlijnen spelen (Solo)
Portamento-tijd Wanneer portamento wordt gebruikt, wordt de tijdspanne
Deze functie is nuttig wanneer u een solo uitvoert met
bepaalt waarin de toonhoogte zal veranderen. Met hogere
behulp van een enkelvoudige noottoon, zoals sax en fluit. U
instellingen zal de toonhoogteverandering naar de volgende
kan afzonderlijke Solo Switch-instellingen maken voor elke
noot langer duren.
individuele part in een uitvoering.
Waarde: 0Ð127
1. Druk op [EDIT] waardoor het lampje gaat branden. 2. Gebruik VALUE [-]/[+] om ÒPerformance PartÓ te selecteren.
Portamento-schakelaar op OFF staat.
]/[
] om de part te selecteren.
* Wanneer de Key-modus (pg. 34) op Split of Dual staat, kan u slechts twee parts selecteren, nl. de upper part en de lower part. 5. Druk een aantal maal op de numerieke toets [9] om ÒSolo SwitchÓ te selecteren.
Chapter 3
1. Druk op [EDIT] waardoor het lampje gaat branden.
3. Druk op [ENTER]. 4. Druk op PART [
* De instelling van portamento-tijd staat uit wanneer de
2. Gebruik VALUE [-]/[+] om ÒPerformance PartÓ te selecteren. 3. Druk op [ENTER]. 4. Druk op PART [
]/[
] om de part te selecteren.
* Wanneer de Key-modus (pg. 34) op Split of Dual staat, kan u slechts twee parts selecteren, nl. de upper part en de lower part.
fig.R03-01
5. Druk een aantal maal op de numerieke toets [9] om het onderwerp te selecteren dat u wil instellen. fig.R03-02
* Als u [SHIFT] ingedrukt houdt en op [9] drukt, keert u terug naar het vorige onderwerp. 6. Gebruik VALUE [-]/[+] en zet deze op ÒONÓ. 7. Druk op [EDIT]. Het lampje van [EDIT] dooft en u keert terug naar het vorige scherm.
* Als u [SHIFT] ingedrukt houdt en op [9] drukt, keert u terug naar het vorige onderwerp. 6. Gebruik VALUE [-]/[+] om de waarde in te stellen.
De toonhoogte van een klank vloeiend veranderen (Portamento)
7. Druk op [EDIT]. Het lampje van [EDIT] dooft en u keert terug naar het vorige scherm.
Portamento is een effect dat de toonhoogte vloeiend verandert van een klank vanaf de eerst gespeelde toets tot de toets die daarna wordt gespeeld. Als de Solo-schakelaar (zie vorige paragraaf) op ON staat, is portamento vooral effici‘nt bij het simuleren van speeltechnieken zoals vioolglissandoÕs. Portamento kan ook worden toegepast als de Solo Switch op OFF staat. U kan afzonderlijke Portamento-instellingen maken voor elke individuele part in een uitvoering.
Portamento SW (Portamento-schakelaar) Bepaalt of het portamento-effect aan (ON) of uit (OFF) staat. Waarde: OFF, ON
67
Hoofdstuk 3. De uitvoeringskenmerken gebruiken
Het volume bepalen door de kracht waarmee u de toetsen bespeelt (Velocity Sense)
1. Druk op [EDIT] waardoor het lampje gaat branden. 2. Gebruik VALUE [-]/[+] om ÒPerformance PartÓ te selecteren. 3. Druk op [ENTER].
U kan bepalen hoe uw speeldynamiek op het klavier het volume zal be•nvloeden. U kan afzonderlijke Velocity Sens-instellingen maken voor elke individuele part in een uitvoering.
4. Druk op PART [
]/[
] om de part te selecteren.
* Wanneer de Key-modus (pg. 34) op Split of Dual staat, kan u slechts twee parts selecteren, nl. de upper part en de lower part.
Velo Sens Depth (Velocity Sens-diepte) Als deze waarde verhoogd wordt, zullen kleine verschillen in uw speeldynamiek grote verschillen maken in het volume van de klank. Als deze waarde verlaagd wordt, zullen zelfs grote verschillen in uw speeldynamiek slechts een klein verschil maken in het volume van de klank.
5. Druk een aantal maal op de numerieke toets [9] om het onderwerp te selecteren dat uw wil instellen. fig.R03-04
Waarde: 0Ð127
Velo Sens Offset (Velocity Sens Offset) Hoe hoger de waarde boven 64 is ingesteld, hoe luider de geproduceerde klank zal zijn, zelfs wanneer het klavier met minder kracht wordt bespeeld. Hoe lager de waarde onder de 64 is ingesteld, hoe minder luid de geproduceerde klank zal zijn, zelfs wanneer het klavier met grotere kracht wordt bespeeld. Waarde: 0Ð127 fig.R03-03exp
Velo-diepte = 32, Velo Offset = 64 Het huidige klankniveau
Het huidige klankniveau
Velo-diepte = 64, Velo Offset = 64
Fig. 1
Speeldynamiek op het klavier
Speeldynamiek op het klavier
Velo-diepte= 64, Velo Offset = 32 Het huidige klankniveau
Het huidige klankniveau
Velo-diepte= 127, Velo Offset = 64
Fig. 2
Fig. 3
Speeldynamiek op het klavier
Speeldynamiek op het klavier
Velo-diepte= 64, Velo Offset = 127 Het huidige klankniveau
Het huidige klankniveau
Velo-diepte = 64, Velo Offset = 96
Fig. 4
Fig. 5
68
Speeldynamiek op het klavier
Fig. 6
Speeldynamiek op het klavier
* Als u [SHIFT] ingedrukt houdt en op [9] drukt, keert u terug naar het vorige onderwerp. 6. Gebruik VALUE [-]/[+] om de waarde in te stellen. 7. Druk op [EDIT]. Het lampje van [EDIT] dooft en u keert terug naar het vorige scherm.
Hoofdstuk 3. De uitvoeringskenmerken gebruiken
Uitvoeringen transponeren De RS-5/9 is voorzien van de twee functies ÒTransposeÓ en ÒKey ShiftÓ die u kan gebruiken om het toonaardbereik van datgene wat gespeeld wordt in stappen van een halve toon te verplaatsen. De Transpose-functie transponeert alle parts, terwijl Key Shift uitsluitend gespecifieerde parts transponeert.
Adem aan een klank toevoegen door tonen met verschillende toonhoogten in lagen te zetten (Fine Tune) Wanneer tonen met een klein verschil in toonhoogte samen worden gespeeld, wordt een klank gecre‘erd die voller
Alle parts transponeren (TRANSPOSE ON/OFF) Gelieve Snel starten (pg. 48) te raadplegen voor instructies omtrent het instellen van Transpose.
Eén bepaalde part transponeren (Key Shift) Dit is nuttig in volgende situaties.
Wanneer de Key-modus in Dual (pg. 36) staat en dezelfde toon aan beide parts wordt toegewezen (pg. 37) moet u de Fine Tune-instelling voor slechts ŽŽn van de parts maken. * Het effect waarmee klanken met lichtjes verschillende toonhoogten samen in lagen worden geplaatst, noemt men ÒDetuneÓ. U kan afzonderlijke Fine-Tune-instellingen maken voor elke individuele part in een uitvoering. 1. Druk op [EDIT] waardoor het lampje gaat branden.
Tonen in een verschillend octaaf zetten
2. Gebruik VALUE [-]/[+] om ÒPerformance PartÓ te selecteren.
Wanneer de Keyboard-modus op Dual staat, kan u een rijkere klank cre‘ren door de twee tonen in verschillende octaven te zetten.
3. Druk op [ENTER].
Alleen de toon van een geselecteerde part in een lagere toonhoogte laten spelen Wanneer de Keyboard-modus op Split staat en u een bastoon in de lower part speelt, dan kan u de Key Shift-functie gebruiken om de bas in een lagere toonhoogte te spelen. U kan afzonderlijke Key Shift-instellingen maken voor elke individuele part in een uitvoering.
4. Druk op PART [
]/[
] om de part te selecteren.
* Wanneer de Key-modus (pg. 34) op Split of Dual staat, kan u slechts twee parts selecteren, nl. de upper part en de lower part. 5. Druk een aantal maal op de numerieke toets [4] om ÒFine TuneÓ te selecteren. fig.R03-06
* NootcommandoÕs vanuit de MIDI IN-connector worden eveneens getransponeerd. 1. Druk op [EDIT] waardoor het lampje gaat branden. 2. Gebruik VALUE [-]/[+] om ÒPerformance PartÓ te selecteren. 3. Druk op [ENTER]. 4. Druk op PART [
]/[
] om de part te selecteren.
* Wanneer de Key-modus (pg. 34) op Split of Dual staat, kan u slechts twee parts selecteren, nl. de upper part en de lower part. 5. Druk een aantal maal op de numerieke toets [4] om ÒKey ShiftÓ te selecteren. fig.R03-05
* Als u [SHIFT] ingedrukt houdt en op [4] drukt, keert u terug naar het vorige onderwerp. 6. Gebruik VALUE [-]/[+] om de waarde (-100 tot +100) in te stellen. * Een honderdste is 1/100ste van een halve toon. 7. Druk op [EDIT]. Het lampje van [EDIT] dooft en u keert terug naar het vorige scherm.
* Als u [SHIFT] ingedrukt houdt en op [4] drukt, keert u terug naar het vorige onderwerp. 6. Gebruik VALUE [-]/[+] om de waarde (-24-+24) in te stellen. 7. Druk op [EDIT]. Het lampje van [EDIT] dooft en u keert terug naar het vorige scherm.
69
Chapter 3
klinkt en meer adem heeft.
Hoofdstuk 3. De uitvoeringskenmerken gebruiken
Wijzigen in zuivere stemming of een Arabische toonladder (Scale Tune)
6. Gebruik VALUE [-]/[+] om de waarde (-64 tot +64) in te stellen. * Herhaal stappen 5-6 als u instellingen wil maken voor andere parts.
Wat zijn gelijke stemming, zuivere stemming en Arabische toonladders?
7. Druk op [EDIT]. Het lampje van [EDIT] dooft en u keert terug naar het vorige scherm.
Gelijke stemming Deze stemming verdeelt een octaaf in 12 gelijke delen en is de meest gebruikte stemmethode in de Westerse muziek.
Zuivere stemming
Instelvoorbeelden Noot naam
Gelijke stemming
Juiste stemming (in C)
Arabische toonladder
C
0
0
-6
C#
0
-8
+45
D
0
+4
-2
D#
0
+16
-12
E
0
-14
-51
F
0
-2
-8
Arabische toonladder
F#
0
-10
+43
In vergelijking met gelijke stemming zijn E en B 1/2 een halve toon lager en zijn C#, F# en G# 1/2 een halve toon hoger. De intervallen vanaf GÐB, CÐE, FÐG#, A#ÐC# en D#Ð F# zijn neutrale tertsen (een tusseninterval tussen een grote terts en een kleine terts).
G
0
+2
-4
G#
0
+14
+47
In vergelijking met gelijke stemming, hebben de drie hoofdakkoorden in de zuivere stemming een zuiverdere klank. Dit effect wordt echter slechts bereikt in ŽŽn toonaard en drieklanken zullen dubbelzinnig klinken als u gaat transponeren.
Scale Tune-instellingen maken U kan de Scale Tune-instellingen maken om zo een groot gamma toonladders te cre‘ren. Met deze instellingen kan nauwkeurige aanpassingen maken in 1 honderdste (1/100ste van een halve toon) in de toonhoogte van elke CÐB noot. U kan afzonderlijke Scale Tune-instellingen maken voor elke individuele part in een uitvoering. 1. Druk op [EDIT] waardoor het lampje gaat branden. 2. Gebruik VALUE [-]/[+] om ÒPerformance PartÓ te selecteren. 3. Druk op [ENTER]. 4. Druk op PART [
]/[
] om de part te selecteren.
* Wanneer de Key-modus (pg. 34) op Split of Dual staat, kan u slechts twee parts selecteren, nl. de upper part en de lower part. 5. Druk een aantal maal op de numerieke toets [4] om ÒScale Tune CÓÐ ÒScale Tune BÓ te selecteren. fig.R03-07
* Als u [SHIFT] ingedrukt houdt en op [4] drukt, keert u terug naar het vorige onderwerp. * U kan de toets indrukken om de naam van de klank waarvan u de toonhoogte wil veranderen, direct te selecteren.
70
A
0
-16
0
A#
0
+14
-10
B
0
-12
-49
* In dit voorbeeld kan de Arabische toonladder gespeeld worden in de toonaard van G, C en F.
Hoofdstuk 4. Tonen veranderen in real-time MOD (Modulatietoewijzing)
sturingsknoppen van de RS-5/9 gebruiken om in real-time
Waarde
Tx CC# Functie/gewijzigde parameter
tonen te wijzigen. U kan de tonen eveneens veranderen met een pedaal die op de pedaal-jack is aangesloten.
MODULATION
CC01
Vibrato-effect
PORTAMENTO TIME
CC05
Voer part-Portamento-tijd uit (pg. 67)
De toonhoogte in real-time veranderen (Pitch Bendhendel)
VOLUME
CC07
Voer part-niveau uit (pg. 66)
PAN
CC10
Voer part-pan uit (pg. 66)
EXPRESSION
CC11
Voer part-niveau uit (pg. 66)
PORTAMENTO
CC65
Voer part-Portamentoschakelaar uit (pg. 67)
Verplaats de hendel naar links om de toonhoogte te verlagen of naar rechts om de toonhoogte te verhogen terwijl u het klavier bespeelt.
SOSTENUTO
CC66
Behoudt de klank van de ingedrukte toets
SOFT
CC67
Verzacht de toon
RESONANCE
CC71
Toon-filterresonantie (pg. 110)
RELEASE TIME
CC72
Envelope Release-tijd van de toon (pg. 110)
ATTACK TIME
CC73
Envelope Attack-tijd van de toon (pg. 110)
CUTOFF
CC74
Filter Cutoff van de toon (pg. 110)
DECAY TIME
CC75
Envelope Decay-tijd van de toon (pg. 110)
LFO RATE
CC76
LFO-snelheid van de toon (pg. 110)
LFO DEPTH
CC77
LFO-diepte van de toon (pg. 110)
Gelieve Snel starten (pg. 50) te raadplegen voor meer details over de Pitch Bend-hendel. fig.R04-01exp
Pitch Bend
De modulatiehendel gebruiken om de klank te veranderen Deze functie werd in de fabriek ingesteld om een vibratoeffect te produceren wanneer u de hendel van u weg duwt terwijl u een toets op het klavier indrukt. U kan nog andere effecten dan vibrato aan de modulatiehendel toewijzen. fig.R04-02exp
Modulatie
* Wanneer de Key-modus op Dual staat wordt dit toegepast op zowel de upper part als de lower part.
LFO DELAY
CC78
LFO-delay van de toon (pg. 110)
CHO SEND LEVEL
CC93
Voert Part Chorus Sendniveau uit (pg. 109)
REV SEND LEVEL CC91
Voert Part Reverb Sendniveau uit (pg. 110)
UP-LO BALANCE CC07
Voert Part Upper en Lower niveaus uit (pg. 66)
MFX PARAMETER 1
CC12
Multi-Effects Parameter op merkteken #1 (pg. 81)
MFX PARAMETER 2
CC13
Multi-Effects-parameter op merkteken#2 (pg. 81)
AFTERTOUCH
Ñ-
ÒTxCC#Ó verwijst naar het sturingsnummer dat vanuit de MIDI OUT-connector wordt gestuurd wanneer de modulatiehendel verplaatst wordt. Wanneer dit op AFTERTOUCH wordt ingesteld, wordt een Aftertouchkanaalcommando verstuurd. Als deze sturingsnummers vanuit de MIDI IN-connector worden ontvangen, krijgt men hetzelfde effect als wanneer de modulatiehendel wordt verplaatst. Stel vooral in op AFTERTOUCH wanneer u de externe klankgenerator met behulp van Aftertouch-commandoÕs wil aansturen.
71
Chapter 4
U kan de pitch bend-hendel, de modulatiehendel en de
Hoofdstuk 4. Tonen veranderen in real-time
* Merk het volgende op wanneer de instelling MFX PARAMETER 1 of MFX PARAMETER 2 werd gemaakt. ¥ Wanneer het multi-effect type op 01 staat: STEREO EQ (pg. 82) of 41: LOFI (pg. 107), wordt het niveau veranderd ongeacht de MFX PARAMETER 1 of MFX PARAMETER 2 geselecteerd is. ¥ Wanneer het multi-effect type op 22 staat: 2VOICE PITCH SHIFTER (pg. 97), worden de twee parameters tegelijkertijd veranderd. ¥ Wanneer het multi-effect type op 23 staat: FBK PITCH SHIFTER (pg. 98), worden de twee parameters tegelijkertijd veranderd wanneer MFX PARAMETER 1 geselecteerd is. ¥ Hieronder wordt beschreven welke part of parts functioneren volgende de Source-instelling (pg. 80). UPPER
= Upper
LOWER
= Lower
PERFORMANCE = Alle parts * Bij het maken van de LFO RATE, LFO DEPTH of LFO DELAY-instellingen, verschilt het bereikte effect afhankelijk van het aan- of uitstaan van [LFO ON/OFF]. Wanneer [LFO ON/OFF] uitstaat, zal LFO de toonhoogte veranderen (vibrato effect). Wanneer [LFO ON/OFF] aanstaat, zal LFO de Filter Cutoff afsnijfrequentie veranderen (wah-effect). Voor elke afzonderlijke uitvoering kunnen verschillende modulatiehendelinstellingen worden gemaakt. 1. Druk op [EDIT] waardoor het lampje gaat branden. 2. Gebruik VALUE [-]/[+] om ÒTone/Drum/ PFMCommonÓ te selecteren. 3. Druk op [ENTER]. 4. Druk een aantal maal op de numerieke toets [5] om ÒMODÓ te selecteren. fig.R04-03
* Als u [SHIFT] ingedrukt houdt en op [5] drukt, keert u terug naar het vorige onderwerp. 5. Gebruik VALUE [-]/[+] om de waarde in te stellen. 6. Druk op [EDIT]. Het lampje van [EDIT] dooft en u keert terug naar het vorige scherm.
72
Hoofdstuk 4. Tonen veranderen in real-time
Als u een externe pedaal, zoals een expressiepedaal (EV-5, afzonderlijk te koop), een pedaalschakelaar (DP-2/6, afzonderlijk te koop) of een voetschakelaar (BOSS FS-5U, afzonderlijk te koop) aansluit op de jack van PEDAL CONTROL, kan u deze pedaal gebruiken om de toon te wijzigen. Net als met een modulatiehendel kan u de functie kiezen die wordt toegepast wanneer het pedaal wordt ingedrukt. Het pedaal wordt vooral gebruikt voor het veranderen van volumeniveaus (VOLUME, EXPRESSION en UP-LO BALANCE), sostenuto (SOSTENUTO) en als een soft-pedaal (SOFT). fig.R04-04
De polariteit van het pedaal omwisselen (Pedal Polarity) Selecteer de polariteit van het pedaal. Bij sommige pedalen is het elektrische signaal dat door het pedaal wordt uitgestuurd wanneer het ingedrukt of losgelaten wordt, net tegenovergesteld aan dat van andere pedalen. Als uw pedaal het tegenovergestelde effect heeft dan hetgene u verwacht, moet u deze parameter op REVERSE instellen. Als u een Roland-pedaal gebruikt (zonder polariteitsschakelaar), moet u deze instelling op STANDARD zetten. De instelling van Pedal Polarity be•nvloedt de RS-5/9 in zijn geheel (het is een systeeminstelling). Zulke instelling blijft in het geheugen bewaard, zelfs als de stroom uit staat. 1. Druk op [EDIT] waardoor het lampje gaat branden. 2. Gebruik VALUE [-]/[+] om ÒSystem SetupÓ te selecteren. 3. Druk op [ENTER]. 4. Druk een aantal maal op de numerieke toets [5] om de in te stellen parameter te selecteren.
* Wanneer de Key-modus op Split en Dual staat, wordt dit zowel op de upper als op de lower part toegepast. Zie (pg. 71) voor een beschrijving van de instelwaarden. Om de instellingen te maken, moet u ÒPEDALÓ selecteren (Control Pedal Assign) zoals hierboven in stap 4 (pg. 72). fig.R04-05
* Wanneer u het effect wil toepassen waardoor een gespeelde klank blijft spelen (dit is het Òhold-effectÓ), dan moet u een pedaalschakelaar (DP-2/6, afzonderlijk te koop) of een voetschakelaar (BOSS FS-5U, afzonderlijk te koop) aansluiten op de jack van PEDAL CONTROL. Wanneer Arpeggio aanstaat, verandert dit in een Arpeggio Hold-functie. Hierdoor kan u arpeggioÕs spelen zonder dat u de akkoorden moet blijven indrukken (pg. 75).
Als u de polariteit instelt van het pedaal dat is aangesloten op de jack van PEDAL HOLD, moet u ÒCONTROL PEDAL PolarityÓ selecteren. Als u de polariteit instelt van het pedaal dat is aangesloten op de jack van PEDAL HOLD, moet u ÒHOLD PEDAL PolarityÓ selecteren. fig.R04-06
* Als u [SHIFT] ingedrukt houdt en op [5] drukt, keert u terug naar het vorige onderwerp. 5. Gebruik VALUE [-]/[+] om de waarde in te stellen op (STANDARD, REVERSE). 6. Druk op [EDIT]. Het lampje van [EDIT] dooft en u keert terug naar het vorige scherm.
73
Hoofdstuk 4
Een pedaal gebruiken om de klank te veranderen
Hoofdstuk 4. Tonen veranderen in real-time
Een knop gebruiken om de klank te veranderen
Wanneer [ARPEGGIO/CONTROL] op On staat
U kan de zes paneelknoppen gebruiken om de tonen in real-
van toepassing zijn wanneer er aan de knoppen wordt gedraaid, kunnen op dezelfde manier worden ingesteld als
time te veranderen. De knopfuncties veranderen in functie van het feit of [ARPEGGIO/CONTROL] en/of [ARPEGGIO ON/OFF] aan- of uitgeschakeld zijn. fig.R04-07
Met behulp van de vier LFO en ENVELOPE-knoppen kan u de door u geselecteerde parameters sturen. De functies die
bij de modulatiehendel. Zie (pg. 71) voor een beschrijving van de instelwaarden. Voor het maken van instellingen moet u ÒCONTROL 1Ð CONTROL 4Ó (knoptoewijzing) selecteren in stap 4 (pg. 72). fig.R04-09
* Het effect wordt zowel op de upper als op de lower part toegepast wanneer de Key-modus op Split en Dual staat. Wanneer men aan een knop draait, verschijnen de aan de knop toegewezen functie en zijn waarde tijdelijk in de display. fig.R04-08
* U kan de twee FILTER-paneelknoppen gebruiken om de parameterwaarden te veranderen van de toon die in de display verschijnt.
Wanneer [ARPEGGIO ON/OFF] op On staat Als [ARPEGGIO ON/OFF] op ON staat, brengt elke druk op [ARPEGGIO/CONTROL] u naar ŽŽn van de drie volgende indicatorstatussen: brandend, flikkerend of uitgedoofd. Wanneer [ARPEGGIO/CONTROL] flikkert, kan u de Arpeggioparameters sturen met behulp van de LFO- en ENVELOPE-knoppen.
Als [ARPEGGIO/CONTROL] op Off staat De zes knoppen kunnen gebruikt worden om de waarden van de toon-parameters te veranderen, zoals op het paneel is weergegeven. LFO RATE-knop:
Tone LFO-snelheid (pg. 110)
LFO DEPTH-knop:
Tone LFO-diepte (pg. 110)
ENVELOPE ATTACK-knop: Tone Envelope Attack-tijd (pg. 110) ENVELOPE RELEASE-knop: Tone Envelope Release-tijd (pg. 110) FILTER CUTOFF-knop:
Tone Filter Cutoff (pg. 110)
C1: Accentsnelheid (pg. 78) C2: Shuffle-snelheid (pg. 78) C3: Octaafbereik (pg. 78) C4: Tempo (pg. 76) * U kan de twee FILTER-paneelknoppen gebruiken om de parameterwaarden te veranderen van de toon die in de display verschijnt.
Naar de waarde gaan van de huidige knopposities (MANUAL) fig.R04-10
FILTER RESONANCE-knop: Tone Filter-resonantie (pg. 110) * Het effect dat men met de twee LFO-knoppen bereikt, varieert afhankelijk van het feit of [LFO ON/OFF] aan- of uitgeschakeld is. Wanneer [LFO ON/OFF] uitstaat, zal LFO de toonhoogte veranderen (vibrato-effect). Wanneer [LFO ON/ OFF] aanstaat, zal LFO de afsnijfrequentie van de Filter veranderen (wah-effect). * Als men op [LFO ON/OFF] drukt wanneer de Key-modus op Split of Dual is ingesteld, wordt dezelfde LFO Filter Swwaarde ingesteld in de beide part-tonen.
74
Wanneer u op [MANUAL] drukt, worden de parameters die aan de zes knoppen zijn toegewezen op de waarden van de huidige knopposities ingesteld. * Het effect wordt zowel op de upper als op de lower part toegepast wanneer de Key-modus op Split en Dual staat.
Hoofdstuk 5. De arpeggiator gebruiken Met de arpeggiator van de RS-5/9 kan u een arpeggio (gebroken akkoord) maken door simpelweg een akkoord te spelen. Wanneer de Key-modus is ingesteld op Split of Dual, kan u
Arpeggiatorparameters die u kan instellen
arpeggioÕs spelen in alle bereiken van het klavier. akkoorden die in het lage bereik van het klavier worden gespeeld als arpeggioÕs klinken. * Men kan alleen arpeggioÕs maken wanneer men op het klavier van de RS-5/9 speelt. Het is niet mogelijk om arpeggioÕs te maken met nootcommandoÕs vanuit de MIDI IN-connector. * Arpeggio-gegevens worden uitgestuurd via de MIDI OUTconnector.
De Arpeggio-functie aan en uit zetten (ARPEGGIO ON/OFF) U kan Arpeggio ON/OFF voor elke uitvoering afzonderlijk instellen. 1. Druk op de [ARPEGGIO ON/OFF] knop waardoor het lampje gaat branden. In geval van ON staat het klavier in de Arpeggio-modus. 2. Druk nogmaals op de [ARPEGGIO ON/OFF] knop waardoor het lampje zal doven.
In geval van OFF functioneert de RS-5/9 in de normale uitvoeringsmodus. * Als u een pedaalschakelaar (DP-2/6, afzonderlijk te koop) of een voetschakelaar (BOSS FS-5U, afzonderlijk te koop) aansluit op de jack van PEDAL CONTRO, kan u de arpeggio verderzetten wanneer u het pedaal indrukt zonder dat u het akkoord moet blijven spelen. * Pitch Bend kan niet op arpeggioÕs worden toegepast.
Tip voor het maken van arpeggiopatronen Er zijn in totaal negen zaken die u kan instellen om de arpeggiatie te sturen, maar ÒArpeggio StyleÓ is daarvan de belangrijkste. Het afspeelpatroon van de arpeggio wordt voornamelijk door deze instelling bepaald. Wanneer u een arpeggiostijl selecteert, worden de vier parameters die in onderstaande lijst voorzien zijn van een asterisk (*) automatisch ingesteld. Hierdoor kan u het meest geschikte patroon oproepen door simpelweg de arpeggiostijl te selecteren. Nadat u de arpeggiostijl heeft geselecteerd, kan u het tempo- en octaafbereik, enz. naar wens instellen. Normaal bepaalt u het patroon op deze manier. Wanneer alleen hiermee echter het gewenste patroon niet gevormd wordt, moet u proberen de instellingen te veranderen van de vier met een asterisk aangeduide parameters (Motif, Beat Ptrn, Shuffle Rate, and Accent Rate) om het gewenste resultaat te verkrijgen.
Style (Arpeggio Style) Stelt de stijl van de arpeggio in. Selecteer uit de volgende 45 mogelijkheden. Kies LIMITLESS wanneer u een eigen stijl wil cre‘ren. Waarde 1/4
Het ritme wordt verdeeld in vierde noten.
1/6
Het ritme wordt verdeeld in triolen van vierde noten.
1/8
Het ritme wordt verdeeld in achtste noten.
1/12
Het ritme wordt verdeeld in triolen van achtste noten.
1/16
Het ritme wordt verdeeld in zestiende noten.
1/32
Het ritme wordt verdeeld in 32ste noten.
PORTAMENTO A, B Een stijl die het portamento-effect gebruikt. GLISSANDO
Een glissando-stijl.
SEQUENCE AÐD
Stijlen voor sequentiepatronen.
ECHO
Een echo-achtige stijl
SYNTH BASS, HEAVY SLAP, LIGHT SLAP, WALK BASS
Stijlen geschikt voor het spelen van bas.
RHYTHM GTR AÐE
Stijlen voor kort gespeelde gitaar. Stijlen BÐE zijn effici‘nt wanneer 3Ð4 noten worden aangehouden.
3 FINGER GTR
Drie-vingergitaarstijl.
STRUM GTR UP, Gitaarakkoorden die op en neer geSTRUM GTR DOWN, tokkeld worden. Effici‘nt wanneer 5Ð6 notes noten worden aangeSTRUM GTR U&D houden. PIANO BACKING, CLAVI CHORD
Stijlen voor begeleiding van klavierinstrumenten.
WALTZ, SWING WALTZ
Stijlen in driekwartsmaat.
REGGAE
Een reggae-stijl. Effici‘nt wanneer 3 noten aangehouden worden.
PERCUSSION
Effici‘nte stijlen voor percussie-instrumenten.
HARP
De speelstijl van een harp.
SHAMISEN
De speelstijl van een Shamisen.
BOUND BALL
Een stijl die een botsbal suggereert.
RANDOM
Een stijl waarin de noten in willekeurige volgorde klinken.
BOSSANOVA
Een stijl met kort gespeelde bossanovagitaar. Houdt 3-4 noten aan voor het beste resultaat. U kan het tempo opvoeren en het als Samba gebruiken.
SALSA
Typische salsa-stijl. Houdt 3Ð4 noten aan voor het beste resultaat.
75
Hoofdstuk 5
Wanneer de Key-modus is ingesteld op Split zullen de
Hoofdstuk 5. De arpeggiator gebruiken
MAMBO
Typische mambostijl. Houdt 3Ð4 noten aan voor het beste resultaat.
LATIN PERC
Een ritmestijl met Zuid-Amerikaanse percussie-instrumenten zoals claves, cowbell, clap, bongo, conga, agogo enz.
SAMBA
Typische sambastijl. Gebruik deze voor ritmepatronen en baslijnen.
TANGO
Typische tango-ritmestijl. Houdt de grondnoot, 3de en 5de van een drieklank enz. aan voor het beste resultaat.
HOUSE
Stijl voor house-pianobegeleiding. Houdt 3Ð4 noten aan voor het beste resultaat.
LIMITLESS
De instellingen van alle parameters kunnen zonder beperking naar keuze worden gecombineerd.
Motief *
NOTE ORDER
Noten klinken in de volgorde waarin ze worden ingedrukt. Er kunnen tot 128 noten worden bewaard, zodat u melodielijnen kan cre‘ren door de toetsen in de juiste volgorde in te drukken.
GLISSANDO
Noten worden gespeeld in een stijgende en dalende chromatische toonladder tussen de laagst en hoogst ingedrukte toetsen. Druk gewoon twee noten in, de laagste en de hoogste.
CHORD
Alle ingedrukte noten klinken tegelijkertijd.
BASS+CHORD 1Ð5
De laagste van de gespeelde noten klinkt en de resterende noten klinken als een akkoord.
BASS+UP 1Ð8
De laagste van de gespeelde noten klinkt en de resterende noten klinken als een arpeggio.
Stelt de volgorde in waarin de noten van het akkoord zullen klinken. * Afhankelijk van de stijlinstellingen (pg. 75) is het mogelijk dat sommige keuzes niet beschikbaar zijn. Zie ÒArpeggio-stijllijstÓ (pg. 155) voor details i.v.m. de mogelijke waarden Waarde SINGLE UP
Ingedrukte noten klinken afzonderlijk, te beginnen van laag naar hoog.
SINGLE DOWN
Ingedrukte noten klinken afzonderlijk, te beginnen van hoog naar laag.
SINGLE UP&DOWN
Ingedrukte noten klinken afzonderlijk, te beginnen van laag naar hoog en daarna terug van hoog naar laag.
SINGLE RANDOM
Ingedrukte noten klinken afzonderlijk in willekeurige volgorde.
DUAL UP
Ingedrukte noten klinken met twee tegelijk, te beginnen van laag naar hoog.
DUAL DOWN
Ingedrukte noten klinken met twee tegelijk, te beginnen van hoog naar laag.
DUAL UP&DOWN
Ingedrukte noten klinken met twee tegelijk, te beginnen van laag naar hoog en daarna terug van hoog naar laag.
DUAL RANDOM
Ingedrukte noten klinken met twee tegelijk in willekeurige volgorde.
TRIPLE UP
Ingedrukte noten klinken met drie tegelijk, te beginnen van laag naar hoog.
TRIPLE DOWN
Ingedrukte noten klinken met drie tegelijk, te beginnen van hoog naar laag.
BASS+RANDOM 1Ð3 De laagste van de gespeelde noten klinkt en de resterende noten klinken in willekeurige volgorde TOP+UP 1Ð6
De hoogste van de gespeelde noten klinkt en de resterende noten klinken als een arpeggio.
BASS+UP+TOP
Simuleert het tokkelen op een folkgitaar met een drie-vingertechniek
Beat Ptrn (Beat-patroon) * Selecteer het beat-patroon uit de onderstaande mogelijkheden. Deze instelling bepaalt de beat door be•nvloeding van de plaatsing van het accent en de lengte van de noten (ritme). * Afhankelijk van de stijlinstellingen (pg. 75) is het mogelijk dat sommige keuzes niet beschikbaar zijn. Zie ÒArpeggio-stijllijstÓ (pg. 155) voor details i.v.m. de mogelijke waarden. Waarde 1/4, 1/6, 1/8, 1/12, 1/16 1Ð3, 1/32 1Ð3, PORTA-A 01Ð11, PORTA-B 01Ð15, SEQ-A 1Ð7, SEQ-B 1Ð5, SEQ-C 1Ð2, SEQ-D 1Ð8, ECHO 1Ð3, MUTE 01Ð16, STRUM1Ð8, REGGAE1Ð2, REFRAIN1Ð2, PERC1Ð4, WALKBS, HARP, BOUND, RANDOM, BOSSA NOVA, SALSA 1Ð4, MAMBO 1Ð2, CLAVE, REV CLA, GUIRO, AGOGO, SAMBA, TANGO 1Ð4, HOUSE 1Ð2 * Wanneer PORTA-A 01Ð 11 en PORTA-B 01Ð 15 geselecteerd zijn, kan u Portamento-tijd (pg. 67) gebruiken om de portamento-attack te sturen. In dit geval is het niet nodig om de Portamento Sw op ON te zetten.
TRIPLE UP&DOWN Ingedrukte noten klinken met drie tegelijk, te beginnen van laag naar hoog en daarna terug van hoog naar laag.
Tempo
TRIPLE RANDOM
Waarde: 20Ð250
76
Ingedrukte noten klinken met drie tegelijk in willekeurige volgorde.
Stelt de snelheid in van de arpeggio.
* Als Sync Source (pg. 77) op MIDI staat, verschijnt Tempo (=MIDI) in de display en wordt de RS-5/9 gesynchroniseerd met de klok van het externe MIDI-toestel.
Hoofdstuk 5. De arpeggiator gebruiken
Octave Range (Octaafbereik
Instellingen
Regelt het toetsbereik in octaven waarin de arpeggio zal
INT:
gemaakt worden. Als u wil dat de arpeggio klinkt met alleen
noten die u speelt en noten van 1 octaaf hoger, moet u deze parameter op +1 zetten. Bij een instelling van -1 klinkt de arpeggio met de noten die u speelt en met noten van 1 octaaf lager. Waarde: -3Ð +3
Key Velocity (toetssnelheid) Stelt de snelheid of de kracht in van de klank op het moment dat een toets gespeeld wordt. Als u de snelheid wil gebruiken waaraan de noten in werkelijkheid worden gespeeld, moet u deze parameter op REAL zetten. Voor een
MIDI: Het arpeggiatortempo wordt gesynchroniseerd met de MIDI Clock-commandoÕs die vanuit een extern toestel worden ontvangen. Als er geen MIDI ClockcommandoÕs worden ontvangen vanuit een extern toestel zal de arpeggiator niet spelen. * MIDI Clock is een commando waarmee MIDI-toestellen worden gesynchroniseerd die met een MIDI-kabel zijn verbonden. Als de RS-5/9 aangesloten is aan een MIDI-toestel zoals een sequencer kan u de instelling van Sync Source op MIDI zetten zodat de arpeggio in synchronisatie zal spelen met het afspelen van de sequencer. (ÒOver MIDIÓ pg. 118)
Een patroon creëren
constante snelheid, onafgezien van de kracht waarmee u het klavier bespeelt, moet u een waarde kiezen tussen 1Ð127.
U kan voor elke uitvoering Arpeggio-instellingen maken.
Waarde: REAL, 1Ð127
1. Druk op [EDIT] waardoor het lampje gaat branden.
Shuffle Rate *
2. Gebruik VALUE [-]/[+] om ÒTone/Drum/ PFMCommonÓ te selecteren.
Met deze instelling kan u de timing van de noten veranderen om shuffle-ritmes te cre‘ren. Bij een instelling van 50% klinken de noten met gelijke afstand. Wanneer deze waarde wordt verhoogd, zullen de noten meer gaan ÒbotsenÓ, alsof het gepunte noten waren.
3. Druk op [ENTER]. 4. Druk een aantal maal op de numerieke toets [0] om het door u gewenste onderwerp te selecteren. fig.R05-02
Waarde: 50Ð90% fig.R05-01
Shuffle-snelheid = 50%
50
50
50
50
Shuffle-snelheid = 90%
90
10
90
* Als u [SHIFT] ingedrukt houdt en op [0] drukt, keert u terug naar het voorgaande onderwerp.
10
* Als het Beat-patroon (pg. 76) 1/4 is, zal er geen shuffle-effect zijn, zelfs niet wanner de Shuffle Rate-waarde verhoogd wordt.
Accent Rate * Wijzigt de sterkte van klemtonen en de lengte van de noten om het ÒgrooveÓ gevoel van de arpeggio aan te passen. Een instelling van 100% geeft het meest uitgesproken groovegevoel.
5. Gebruik VALUE [-]/[+] om de waarde in te stellen. * Herhaal stappen 4Ð5 als u instellingen wil maken voor andere parts. 6. Druk op [EDIT].
Het lampje van [EDIT] dooft en u keert terug naar het vorige scherm.
Op een eenvoudige manier Arpeggio-instellingen maken
Sync Source
Als u [ARPEGGIO ON/OFF] ingedrukt houdt en op [EDIT] drukt, kan u rechtstreeks de ÒStyleÓ selecteren. Maak instellingen zoals uitgelegd in stappen 4Ð6 van de bovenstaande procedure.
Specifieert hoe het tempo van de arpeggio bepaald wordt. Normaal gezien moet dit op ÒINTÓ staan. Als u arpeggioÕs wil opnemen op uw sequencer of als u de arpeggiator wil synchroniseren met een extern toestel voor live-uitvoeringen moet deze instelling op ÒMIDIÓ staan.
Als u snel van arpeggiostijl wil kunnen veranderen, dan kan u ook [ARPEGGIO ON/OFF] ingedrukt houden en op VALUE [-]/[+] drukken waarmee u alleen de ÒStyleÓ instelling verandert. Wanneer u [ARPEGGIO ON/OFF] loslaat, zal het vorige scherm opnieuw verschijnen.
Waarde: 0Ð100%
77
Hoofdstuk 5
die noten die u in werkelijkheid speelt, moet u deze parameter op 0 zetten. Als de arpeggio moet klinken met de
De arpeggiator wordt gesynchroniseerd met het tempo van de RS-5/9. Alle MIDI Clock-commandoÕs die vanuit een extern toestel worden ontvangen, worden genegeerd.
Hoofdstuk 5. De arpeggiator gebruiken
De knoppen gebruiken om patronen in real-time te veranderen Met behulp van knoppen C1Ð C4 kan u patronen in real-time veranderen. 1. Druk op de [ARPEGGOP ON/OFF] knop waardoor het lampje gaat branden. Nu kan u arpeggioÕs maken wanneer er akkoorden worden gespeeld. 2. Druk verschillende malen op [ARPEGGIO/CONTROL] waardoor het lampje gaat flikkeren. * Als het lampje gaat branden, moet u nogmaals op [ARPEGGIO/CONTROL] drukken. Met behulp van knoppen C1Ð C4 kan u elk van de volgende parameterinstellingen in real-time veranderen. C1: Accent Rate (pg. 77) C2: Shuffle Rate (pg. 77) C3: Octave Range (pg. 77) C4: Tempo (pg. 76)
Wanneer [ARPEGGIO ON/OFF] op ON staat, verwisselt het lampje van [ARPEGGIO/CONTROL] telkens de knop wordt ingedrukt en verandert van brandend naar flikkerend en gedoofd. Wanneer het lampje uit is, kan u de LFO Rate, LFO Depth, Envelope Attack en Envelope Release in real-time veranderen (pg. 71). Wanneer het lampje brandt, kan u de parameter die u zelf hebt ingesteld in real-time veranderen (pg. 71).
78
Hoofdstuk 6. Effectinstellingen De RS-5/9 is voorzien van drie effectprocessoren: multieffecten, chorus en reverb. Voor elke effectprocessor afzonderlijk kunnen instellingen worden gemaakt. Er zijn 42 soorten multi-effecten, 8 soorten chorus en 8
5. Druk op [EFFECTS ON/OFF]. Daarna verschijnt het instelscherm van Reverb On/Off in de display. fig.Q-50
soorten reverb. In een uitvoering kan u ŽŽn effect van elk type gebruiken. 6. Druk op VALUE [-]/[+] om het effect aan of uit te zetten.
De Effectfunctie aan en uit zetten (EFFECTS ON/OFF) Om een effectprocessor te doen functioneren (multi-effecten, chorus, reverb) moet u zijn schakelaar aanzetten. Zet deze instellingen uit wanneer u naar de onbewerkte klank wil luisteren wanneer u een klank cre‘ert of wanneer u externe effectapparatuur wil gebruiken in plaats van de ingebouwde effecten.
7. Druk op [EFFECTS ON/OFF] om naar het originele scherm terug te keren. Het lampje van [EFFECTS ON/OFF] gaat branden wanneer ŽŽn van de drie effecten aan staat. * Wanneer u tijdens de handeling naar het originele scherm wil gaan, moet u op [EXIT] drukken. * Als de drie effecten uitstaan, zal het lampje van [EFFECTS ON/OFF] doven.
De On/Off-instellingen voor elk effect be•nvloeden de RS-5/ 9 in zijn geheel (het zijn systeeminstellingen). Zulke instellingen blijven in het geheugen bewaard, zelfs wanneer de stroom uitstaat. Hoofdstuk 6
In de fabrieksinstellingen werden de drie effecten op ON gezet.
1. Druk op [EFFECTS ON/OFF] waardoor het lampje gaat flikkeren. Het instelscherm van Multi-effects On/Off verschijnt in de display. fig.Q-48
2. Druk op VALUE [-]/[+] om het effect aan of uit te zetten. 3. Druk op [EFFECTS ON/OFF]. Daarna verschijnt het instelscherm van Chorus On/Off in de display. fig.Q-49
4. Druk op VALUE [-]/[+] om het effect aan of uit te zetten.
79
Hoofdstuk 6. Effectinstellingen
Het effectsignaalpad Onderstaande figuur toont de weg die door de effectsignalen wordt gevolgd. fig.R06-01exp
Part Rev Send-niveau
Reverb
OUTPUT (R, L(MONO))
Cho Send Level naar Rev
Part Cho Send-niveau
Toon Drumset
Chorus
*
Part M-FX SW
M-FX Send Level naar Cho
M-FX Send Level naar Rev
Multi-FX
* Deze instelling kan u alleen maar maken wanneer Source is ingesteld op PERFORMANCE in de MULTI-FX schakelaarinstelling van de part. Wanneer Source op UPPER of LOWER is ingesteld, zal de MULTI-FX SWITCH van de upper of lower part automatisch ingeschakeld worden en worden alle andere parts uitgeschakeld.
Multi-Effectinstellingen maken
Maak elke instelling volgens het gewenste doel, zoals hieronder aangegeven.
In een uitvoering kan u slechts ŽŽn soort multi-effect gebruiken.
Stel in op UPPER:
Zorg er voor steeds te beginnen met het instellen van Source (Multi-Effects Source). Hier moet u de te gebruiken multi-effectinstelling selecteren die op een bepaalde toepassing of doel gebaseerd is.
¥ wanneer de Key-modus is ingesteld op Single en u de toon wil gebruiken waarop de multi-effecten worden toegepast.
¥ Wanneer de Key-modus is ingesteld op Split en u de toon wil gebruiken waarop de multi-effecten worden toegepast in de upper part.
Daarna selecteert u het type en dan stelt u alle parameters in (pg. 81).
Stel in op LOWER:
In elke afzonderlijke part kan u alleen dan selecteren of u de multi-effecten wil gebruiken (ON) of niet (OFF) als Source op PERFORMANCE is ingesteld (pg. 107).
Stel in op PERFORMANCE:
De Multi-Effects Source instellen Selecteer de multi-effectinstellingen die u wil gebruiken op basis van de door u bedachte toepassing of doel. U kan verschillende Multi-Effects Source-instellingen maken voor elke afzonderlijke uitvoering.
¥ Wanneer de Key-modus is ingesteld op Split en u de toon wil gebruiken waarop de multi-effecten worden toegepast in de lower part. ¥ Wanneer de Key-modus is ingesteld op Split of Dual en u dezelfde multi-effecten wil toevoegen aan de tonen van beide parts. ¥ Als u niet wil dat de multi-effecten veranderen wanneer u van toon of drumset verandert. 1. Druk op [EDIT] waardoor het lampje gaat branden. 2. Gebruik VALUE [-]/[+] om ÒTone/Drum/ PFMCommonÓ te selecteren.
Source (Multi-Effects Source)
3. Druk op [ENTER].
Waarde:
4. Druk een aantal maal op [6] om ÒSourceÓ te selecteren.
UPPER:
De multi-effectinstellingen van de hoge tonen worden gebruikt. Het multi-effect wordt alleen op de upper part toegepast.
LOWER:
De multi-effectinstellingen van de lage tonen worden gebruikt. Het multi-effect wordt alleen op de lower part toegepast
PERFORMANCE:
80
De multi-effect-instellingen van de uitvoering worden gebruikt. Hetzelfde multi-effect wordt op alle parts (1Ð16) toegepast.
fig.R06-02
* Als u [SHIFT] ingedrukt houdt en op [6] drukt, keert u terug naar het voorgaande onderwerp. 5. Gebruik VALUE [-]/[+] om de waarde in te stellen.
6. Druk op [EDIT].
03:
DISTORTION
(pg. 83)
Het lampje van [EDIT] dooft en u keert terug naar het
04:
PHASER
(pg. 84)
vorige scherm.
05:
SPECTRUM
(pg. 84)
06:
ENHANCER
(pg. 85)
07:
AUTO WAH
(pg. 85)
08:
ROTARY
(pg. 86)
09:
COMPRESSOR
(pg. 87)
selecteren. Nadat u het type hebt geselecteerd, kan u de
10:
LIMITER
(pg. 87)
waarde van elk van de parameters veranderen.
11:
HEXA-CHORUS
(pg. 88)
12:
TREMOLO CHORUS
(pg. 88)
13:
SPACE-D
(pg. 89)
14:
STEREO CHORUS
(pg. 89)
15:
STEREO FLANGER
(pg. 90)
Selecteer het type en stel elke parameter in Er zijn 42 soorten multi-effecten. U kan elk van deze effecten
* Wanneer Source is ingesteld op UPPER of LOWER worden de instellingen van Type en van de parameters gebruikt als de instellingen voor de toon of de drumset die aan deze part is toegewezen. Wanneer Source op PERFORMANCE staat, worden deze instellingen toegepast op de uitvoering.
16:
STEP FLANGER
(pg. 91)
1. Druk op [EDIT] waardoor het lampje gaat branden.
17:
STEREO DELAY
(pg. 92)
2. Gebruik VALUE [-]/[+] om ÒTone/Drum/ PFMCommonÓ te selecteren.
18:
MODULATION DELAY
(pg. 93)
19:
TRIPLE TAP DELAY
(pg. 94)
20:
QUADRUPLE TAP DELAY (pg. 95)
21:
TIME CONTROL DELAY
(pg. 96)
22:
2VOICE PITCH SHIFTER
(pg. 96)
23:
FBK PITCH SHIFTER
(pg. 97)
24:
REVERB
(pg. 98)
25:
GATED REVERB
(pg. 99)
26:
OVERDRIVE → CHORUS
(pg. 99)
27:
OVERDRIVE → FLANGER
(pg. 100)
28:
OVERDRIVE → DELAY
(pg. 100)
29:
DISTORTION → CHORUS
(pg. 101)
30:
DISTORTION → FLANGER (pg. 101)
31:
DISTORTION → DELAY
(pg. 101)
32:
ENHANCER → CHORUS
(pg. 102)
33:
ENHANCER → FLANGER
(pg. 102)
34:
ENHANCER → DELAY
(pg. 103)
35:
CHORUS → DELAY
(pg. 103)
36:
FLANGER → DELAY
(pg. 104)
37:
CHORUS → FLANGER
(pg. 104)
38:
CHORUS/DELAY
(pg. 105)
39:
FLANGER/DELAY
(pg. 105)
40:
CHORUS/FLANGER
(pg. 105)
41:
LOFI
(pg. 106)
42:
SLICER
(pg. 106)
3. Druk op [ENTER]. 4. Druk een aantal maal op de numerieke toets [6] om het onderwerp te selecteren dat u wil instellen. fig.R06-03
* Wat in de linkse bovenhoek van de display is aangeduid, verandert in functie van de waarde van de Source-instelling. * Als u [SHIFT] ingedrukt houdt en op [6] drukt, keert u terug naar het voorgaande onderwerp. 5. Gebruik VALUE [-]/[+] om de waarde in te stellen. * Herhaal stappen 4Ð5 als u instellingen wil maken voor andere parts. 6. Druk op [EDIT]. Het lampje van [EDIT] dooft en u keert terug naar het vorige scherm.
Type (Multi-Effects Type) U kan kiezen uit de volgende 42 verschillende multi-effecten. Daarnaast kan u de parameters voor elk soort multi-effect op de volgende paginaÕs vinden. Waarde: 00:
THROUGH
(pg. 82)
01:
STEREO EQ
(pg. 82)
02:
OVERDRIVE
(pg. 83)
Hoofdstuk 6
Hoofdstuk 6. Effectinstellingen
* Waarden voor parameters die met #1 or #2 zijn gemerkt, kunnen in real-time veranderd worden met de modulatiehendel of de knoppen. Zie (pg. 71) voor meer details.
81
Hoofdstuk 6. Effectinstellingen
Send Levl to Cho (Multi-effect verzendniveau naar chorus)
Mid1 Q (Midden 1 Q)
Stelt de hoeveelheid multi-effectklank in dat naar de chorus
Midden 1-frequentie dat door de instelling van Gain zal
wordt gestuurd. Hogere waarden resulteren in meer
worden be•nvloed. Hogere Q-waarden resulteren in een
verstuurde klank.
smaller gebied dat zal worden be•nvloed.
Waarde: 0Ð127
Waarde: 0.5, 1.0, 2.0, 4.0, 8.0
* Deze parameter is voorzien in elk soort multi-effect.
Deze parameter past de breedte aan van het gebied rond de
Mid1 Gain (Midden 1-ingangsgevoeligheid)
Send Levl to Rev (Multi-effect verzendniveau naar reverb)
Past de ingangsgevoeligheid aan van het gebied dat door de
Stelt de hoeveelheid multi-effectklank in dat naar de reverb wordt gestuurd. Hogere waarden resulteren in meer verstuurde klank.
Waarde: -15Ð +15 [dB]
Waarde: 0Ð127
Past de frequentie aan van Midden 2 (middenbereik).
* Deze parameter is voorzien in elk soort multi-effect.
instellingen van de Midden 1-frequentie en Q wordt bepaald.
Mid2 Freq (Midden 2-frequentie) Waarde: 200Ð8000 [Hz]
Mid2 Q (Midden 2 Q)
00: THROUGH Er worden geen effecten toegepast. Selecteer dit wanneer u tonen of drumsets cre‘ert die geen multi-effecten gebruiken.
Deze parameter past de breedte aan van het gebied rond de Midden 2-frequentie dat door de instelling van Gain zal worden be•nvloed. Hogere Q-waarden resulteren in een smaller gebied dat zal worden be•nvloed.
01: STEREO EQ (Stereo-equalizer)
Waarde: 0.5, 1.0, 2.0, 4.0, 8.0
Dit is een vierbandsstereo-equalizer (laag, midden x 2, hoog).
Mid2 Gain (Midden - ingangsgevoeligheid)
fig.MFX-01
L in
4-Band EQ
L uit
R in
4-Band EQ
R uit
Past de ingangsgevoeligheid aan van het gebied dat door de instellingen van de Midden 2-frequentie en Q wordt bepaald. Waarde: -15Ð +15 [dB]
Level (Uitgangsvolume) #1, #2 Low Freq (Lage frequentie) Selecteert de frequentie van het lage bereik (200 Hz/400 Hz). Waarde: 200, 400 [Hz]
Low Gain Past de ingangsgevoeligheid aan van de lage frequentie. Waarde: -15Ð +15 [dB]
High Freq (Hoge frequentie) Selecteert de frequentie van het hoge bereik (4000 Hz/8000 Hz). Waarde: 4000, 8000 [Hz]
High Gain Past de ingangsgevoeligheid aan van de hoge frequentie. Waarde: -15Ð +15 [dB]
Mid1 Freq (Midden 1 frequentie) Past de frequentie aan van Middle 1 (middenbereik). Waarde: 200Ð8000 [Hz]
82
Past het uitgangsvolume aan. Waarde: 0Ð127
Hoofdstuk 6. Effectinstellingen
02: OVERDRIVE (oversturing)
03: DISTORTION
Dit effect cre‘ert een zachte vervorming die vergelijkbaar is
Dit effect produceert een intensere vervorming dan
met die van vacuŸm buisversterkers.
Overdrive.
fig.MFX-02
fig.MFX-03
L in
L uit Over drive
Amp Simulator
2-Band EQ
L in
Pan L
L uit Distortion
Pan R
R in
R uit
Amp Simulator
2-Band EQ
Pan L Pan R
R in
R uit
Drive #1
Past de graad van vervorming aan. Het volume verandert samen met de graad van vervorming.
Past de graad van vervorming aan. Het volume verandert samen met de graad van vervorming.
Waarde: 0Ð127
Waarde: 0Ð127
Level (Uitgangsvolume)
Level (Uitgangsvolume)
Past het uitgangsvolume aan.
Past het uitgangsvolume aan.
Waarde: 0Ð127
Waarde: 0Ð127
Low Gain
Low Gain
Past de ingangsgevoeligheid aan van de lage frequentie.
Past de ingangsgevoeligheid aan van de lage frequentie.
Waarde: -15Ð +15 [dB]
Waarde: -15Ð +15 [dB]
High Gain
High Gain
Past de ingangsgevoeligheid aan van de hoge frequentie.
Past de ingangsgevoeligheid aan van de hoge frequentie.
Waarde: -15Ð +15 [dB
Waarde: -15Ð +15 [dB
Amp Type (Amp Simulator Type)
Amp Type (Amp Simulator Type)
Selecteert het soort gitaarversterker.
Selecteert het soort gitaarversterker.
Waarde
Waarde
SMALL:
kleine versterker
SMALL:
Hoofdstuk 6
Drive #1
kleine versterker
BUILT-IN: versterker met 1 toestel
BUILT-IN: versterker met 1 toestel
2-STACK: grote dubbelgestapelde versterker
2-STACK: grote dubbelgestapelde versterker
3-STACK: grote driedubbelgestapelde versterker
3-STACK: grote driedubbelgestapelde versterker
Pan (Output Pan) #2
Pan (Output Pan) #2
Past het stereobeeld aan van de uitgaande klank. L64 is uiterst links, 0 is het midden en 63R is uiterst rechts.
Past het stereobeeld aan van de uitgaande klank. L64 is uiterst links, 0 is het midden en 63R is uiterst rechts.
Waarde: L64Ð 63R
Waarde: L64Ð 63R
83
Hoofdstuk 6. Effectinstellingen
04: PHASER
05: SPECTRUM
Een phaser voegt een in fasen verschoven geluid toe aan de
Spectrum is een soort filter die de klankkleur verandert door
directe klank, waardoor een gedraaide modulatie gevormd
het niveau op bepaalde frequenties te vergroten of af te
wordt die ruimtelijkheid en diepte cre‘ert.
snijden.
fig.MFX-04
Het is vergelijkbaar met een equalizer, maar heeft 8
L in
L uit Pan L
Phaser Mix
R in
Pan R
Resonance
R uit
frequentiepunten die vastliggen op de plaatsen die het meest geschikt zijn om karakter aan een klank te geven. fig.MFX-05
L in
L uit Pan L
Manual #1
Spectrum Pan R
Past de basisfrequentie aan waarin de klank zal gemoduleerd worden. Waarde: 100Ð8000 [Hz]
R in
R uit
Band 1 (Band 1 Gain) Past het 250 Hz-niveau aan.
Rate #2
Waarde: -15Ð +15 [dB]
Past de modulatiefrequentie (periode) aan. Waarde: 0.05Ð10.00 [Hz]
Band 2 (Band 2 Gain) Past het 500 Hz-niveau aan.
Depth
Waarde: -15Ð +15 [dB]
Past de modulatiediepte aan. Waarde: 0Ð127
Band 3 (Band 3 Gain) Past het 1000 Hz-niveau aan.
Resonance
Waarde: -15Ð +15 [dB]
Past de hoeveelheid feedback aan voor de phaser. Waarde: 0Ð127
Band 4 (Band 4 Gain) Past het 1250 Hz-niveau aan.
Mix (Mix-niveau)
Waarde: -15Ð +15 [dB]
Past de verhouding aan waarin de phaser-klank met de directe klank wordt gecombineerd.
Band 5 (Band 5 Gain)
Waarde: 0Ð127
Past het 2000 Hz-niveau aan.
Pan (Output Pan)
Waarde: -15Ð +15 [dB]
Past het stereobeeld aan van de uitgaande klank. L64 is uiterst links, 0 is het midden en 63R is uiterst rechts.
Band 6 (Band 6 Gain)
Waarde: L64Ð 63R
Waarde: -15Ð +15 [dB]
Level (Uitgangsvolume)
Band 7 (Band 7 Gain)
Past het uitgangsvolume aan.
Past het 4000 Hz-niveau aan.
Waarde: 0Ð127
Waarde: -15Ð +15 [dB]
Past het 3150 Hz-niveau aan.
Band 8 (Band 8 Gain) Past het 8000 Hz-niveau aan. Waarde: -15Ð +15 [dB]
Q Past tegelijkertijd de breedte aan van alle aangepaste bereiken van alle frequentiebanden. Waarde: 0.5, 1.0, 2.0, 4.0, 8.0
84
Hoofdstuk 6. Effectinstellingen
07: AUTO WAH
Pan (Output Pan) #1 Past het stereobeeld aan van de uitgaande klank. L64 is uiterst links, 0 is het midden en 63R is uiterst rechts. Waarde: L64Ð 63R
Het auto wah-effect stuurt een filter op cyclische wijze om een cyclische verandering in klankkleur te bereiken. fig.MFX-07
L in
Level (Uitgangsvolume) #2
L uit Auto Wah
Past het uitgangsvolume aan.
R in
R uit
Waarde: 0Ð127
Filter Type
06: ENHANCER
Selecteert het soort filter.
De enhancer stuurt de overtoonstructuur van de hoge frequenties en maakt de klank sprankelend en strak. 2-Band EQ
L uit
Mix
R uit
Mix
2-Band EQ
Enhancer
Enhancer
Sens (Sensitivity) Past de gevoeligheid aan waarmee de filter wordt gestuurd. Waarde: 0Ð127
Sens (Gevoeligheid) #1
Manual #1
Past de gevoeligheid aan van de enhancer.
Past de middenfrequentie aan waarin het effect wordt toegepast.
Waarde: 0Ð127
Waarde: 0Ð127
Mix (Mix-niveau) #2
Peak
Past de verhouding aan waarin de overtonen die door de enhancer worden gevormd met de directe klank gecombineerd worden.
Past de hoeveelheid wah-effect aan dat wordt toegepast in het bereik van de middenfrequentie. Met lagere instellingen wordt het effect toegepast in een breed bereik rond de middenfrequentie. Met hogere instellingen wordt het effect toegepast in een smaller bereik.
Waarde: 0Ð127
Low Gain Past de ingangsgevoeligheid aan van de lage frequentie. Waarde: -15Ð +15 [dB]
Waarde: 0Ð127
Rate #2 Past de modulatiefrequentie aan.
High Gain Past de ingangsgevoeligheid aan van de hoge frequentie. Waarde: -15Ð +15 [dB
Waarde: 0.05Ð10.00 [Hz]
Depth Past de modulatiediepte aan.
Level (Uitgangsvolume) Past het uitgangsvolume aan. Waarde: 0Ð127
Waarde: 0Ð127
Polarity Stelt de richting in waarin de frequentie zal veranderen wanneer de auto-wah filter gemoduleerd wordt. Met een Up-instelling verandert de filter naar een hogere frequentie. Met een Downinstelling verandert de filter naar een lagere frequentie. Waarde: UP, DOWN
Level (Uitgangsvolume) Past het uitgangsvolume aan. Waarde: 0Ð127
85
Hoofdstuk 6
R in
LPF: Het wah-effect wordt toegepast in een breed frequentiebereik. BPF: Het wah-effect wordt toegepast in een smal frequentiebereik.
fig.MFX-06
L in
Waarde
Hoofdstuk 6. Effectinstellingen
08: ROTARY
Separation
Het rotary-effect simuleert de klank van roterende luidsprekers die vroeger dikwijls werden gebruikt bij oude elektrische orgels. Aangezien de beweging van de hoge en de lage bereikrotors onafhankelijk kan worden ingesteld, kan dit unieke type van luidsprekermodulatie zeer nauwkeurig worden nagebootst. Dit effect is het meest geschikt voor elektrische orgel-patches.
Past de ruimtelijke spreiding aan van de klank. Waarde: 0Ð127
Speed #1 Verwisselt tegelijkertijd de rotatiesnelheid van de lage en de hoge frequentierotor. Waarde
fig.MFX-08
L in
L uit
SLOW: Vertraag de rotatie tot de gespecifieerde snelheid (de Low Slow/Hi Slow-waarden).
Rotary R in
R uit
Low Slow (Lage frequentie Lage snelheid) Past de lage snelheid (SLOW) aan van de lage frequentierotor. Waarde: 0.05Ð10.00 [Hz]
FAST:
Versnel de rotatie tot de gespecifieerde snelheid (de Low Fast/Hi Fast-waarden).
* Wanneer u de pedaalschakelaar wil gebruiken om de rotatiesnelheid van Rotary te veranderen, moet u de MFX PARAMETER 1 instellen in Control Pedal Assign (pg. 73).
Low Fast (Lage frequentie Hoge snelheid)
Level (Uitgangsvolume) #2
Past de hoge snelheid (FAST) aan van de lage frequentierotor.
Past het uitgangsvolume aan.
Waarde: 0.05Ð10.00 [Hz]
Waarde: 0Ð127
Low Accel (Lage frequentieversnelling) Past de tijd aan die nodig is voor de lage frequentierotor om de nieuw geselecteerde snelheid te bereiken wanneer men wisselt van snel naar traag (of traag naar snel). Lagere waarden vergen meer tijd. Waarde: 0Ð15
Low Level (Laag frequentieniveau) Past het volume aan van de lage frequentierotor. Waarde: 0Ð127
High Slow (Hoge frequentie Lage snelheid) Past de lage snelheid (SLOW) aan van de hoge frequentierotor. Waarde: 0.05Ð10.00 [Hz]
High Fast (Hoge frequentie Hoge snelheid) Past de hoge snelheid (FAST) aan van de hoge frequentierotor. Waarde: 0.05Ð10.00 [Hz]
High Accel (Hoge frequentieversnelling) Past de tijd aan die nodig is voor de hoge frequentierotor om de nieuw geselecteerde snelheid te bereiken wanneer men wisselt van snel naar traag (of traag naar snel). Lagere waarden vergen meer tijd. Waarde: 0Ð15
High Level (Hoog frequentieniveau) Past het volume aan van de hoge frequentierotor. Waarde: 0Ð127
86
Hoofdstuk 6. Effectinstellingen
09: COMPRESSOR
10: LIMITER
De compressor nivelleert hoge niveaus en vergroot lage
De limiter drukt signalen samen die een bepaald volume
niveaus en neemt zo de ongelijkheid in volume weg.
overschrijden, zodat er geen vervorming optreedt.
fig.MFX-09
fig.MFX-10
L in
L uit Compressor
2-Band EQ
R in
L in
L uit
Pan L
Limiter Pan R
R uit
2-Band EQ
R in
Pan L Pan R
R uit
Attack (Attack-tijd)
Threshold (Threshold-niveau)
Past de attack-tijd aan van de ingevoerde klank.
Past het volume aan waarop de compressie begint.
Waarde: 0Ð127
Waarde: 0Ð127
Sustain
Ratio (Compressieverhouding)
Past de tijd aan waarin klanken met een laag niveau worden vergroot tot ze een bepaald volume bereiken.
Past de compressieverhouding aan. Waarde: 1.5:1, 2:1, 4:1, 100:1
Waarde: 0Ð127
Release (Release-tijd) Post Gain Past de uitgaande gain aan. Waarde: 0, +6, +12, +18 [dB]
Past de tijd aan waarin het volume onder het Threshold niveau valt tot wanneer er niet langer compressie wordt toegepast. Hoofdstuk 6
Waarde: 0Ð127
Low Gain Past de ingangsgevoeligheid aan van de lage frequentie.
Post Gain
Waarde: -15Ð +15 [dB]
Past de uitgaande gain aan. Waarde: 0, +6, +12, +18 [dB]
High Gain Past de ingangsgevoeligheid aan van de hoge frequentie.
Low Gain
Waarde: -15Ð +15 [dB
Past de ingangsgevoeligheid aan van de lage frequentie. Waarde: -15Ð +15 [dB]
Pan (Output Pan) #1 Plaatst het stereobeeld van de uitgaande klank. L64 is uiterst links, 0 is het midden en 63R is uiterst rechts.
High Gain Past de ingangsgevoeligheid aan van de hoge frequentie.
Waarde: L64Ð 63R
Waarde: -15Ð +15 [dB
Level (Uitgangsvolume) #2
Pan (Output Pan) #1
Past het uitgangsvolume aan.
Plaatst het stereobeeld van de uitgaande klank. L64 is uiterst links, 0 is het midden en 63R is uiterst rechts.
Waarde: 0Ð127
Waarde: L64Ð 63R
Level (Uitgangsvolume) #2 Past het uitgangsvolume aan. Waarde: 0Ð127
87
Hoofdstuk 6. Effectinstellingen
11: HEXA-CHORUS
Level (Uitgangsvolume)
Hexa-chorus gebruikt een zesfasige chorus (zes lagen chorusklank) om de klank rijkdom en ruimtelijkheid te geven.
Past het uitgangsvolume aan. Waarde: 0Ð127
fig.MFX-11
L in
L uit Balans D Balans W
Hexa-Chorus
12: TREMOLO CHORUS Tremolo chorus is een chorus-effect met toegevoegde
Balans W
R in
R uit Balans D
tremolo (cyclische modulatie van het volume). fig.MFX-12
L in
L uit Balans D Balans W
Pre Delay (Pre Delay-tijd) Past de tijd aan die verloopt van het moment waarop de klank begint tot men de chorus-klank hoort.
Tremolo Chorus Balans W
R in
Rate #1 Past de modulatiesnelheid aan. Waarde: 0.05Ð10.00 [Hz]
Depth Past de modulatiediepte aan. Waarde: 0Ð127
Pre Delay Dev (Pre Delay-omlegging) Pre Delay bepaalt de tijd aan die verloopt van het moment waarop de klank begint tot men de verwerkte klank hoort. Pre Delay Deviation past de verschillen aan in Pre Delay tussen elke chorus-klank. Waarde: 0Ð20
R uit Balans D
Waarde: 0.0Ð100 [ms]
Pre Delay (Pre Delay-tijd) Past de tijd aan die verloopt van het moment waarop de klank begint tot men de chorus-klank hoort. Waarde: 0.0Ð100 [ms]
Chorus Rate Past de modulatiesnelheid aan van het chorus-effect. Waarde: 0.05Ð10.00 [Hz]
Chorus Depth Past de modulatiediepte aan van het chorus-effect. Waarde: 0Ð127
Tremolo Phase Past de ruimtelijke spreiding aan van het tremolo-effect.
Depth Dev (Depth-omlegging)
Waarde: 0Ð180 [deg]
Past het verschil aan in modulatiediepte tussen elke chorusklank.
Tremolo Rate #1
Waarde: -20Ð +20
Past de modulatiesnelheid aan van het tremolo-effect. Waarde: 0.05Ð10.00 [Hz]
Pan Dev (Pan-omlegging) Past het verschil aan in stereobeeld tussen elke chorus-klank. Met een instelling van 0 staan alle chorus-klanken in het midden. Met een instelling van 20 worden alle chorus-klanken op intervallen van 60 graden t.o.v. het midden geplaatst. Waarde: 0Ð20
Balance (Effectbalans) #2 Past de volumebalans aan tussen de directe klank en de chorus-klank. Met een instelling van D100:0W wordt alleen de directe klank uitgestuurd en met een instelling van D0:100W wordt alleen de chorus-klank uitgestuurd. Waarde: D100:0WÐD0:100W
88
Tremolo Sep (Tremoloscheiding) Past de spreiding aan van het tremolo-effect. Waarde: 0Ð127
Balance (Effectbalans) #2 Past de volumebalans aan tussen de directe klank en de tremolo chorus-klank. Met een instelling van D100:0W wordt alleen de directe klank uitgestuurd en met een instelling van D0:100W wordt alleen de tremolo chorus-klank uitgestuurd. Waarde: D100:0WÐD0:100W
Hoofdstuk 6. Effectinstellingen
Level (Uitgangsvolume)
Level (Uitgangsvolume)
Past het uitgangsvolume aan.
Past het uitgangsvolume aan.
Waarde: 0Ð127
Waarde: 0Ð127
13: SPACE-D
14: STEREO CHORUS
Space-D is een meervoudige chorus die tweefasenmodulatie
Dit is een stereo chorus. Er is een filter voorzien zodat u de
toepast in stereo. Het geeft geen modulatie-indruk, maar
klankkleur van de chorus-klank kan aanpassen.
produceert een transparant chorus-effect.
fig.MFX-14
Balans D
fig.MFX-13
2-Band EQ
L in
Balans D
2-Band EQ
L in Space-D
Balans W
Space-D
Balans W
R in Balans D
2-Band EQ
L uit
Chorus
Balans W
Chorus
Balans W
R in Balans D
R uit
2-Band EQ
L uit
R uit
Pre Delay (Pre Delay-tijd) Pre Delay (Pre Delay-tijd) Past de tijd aan die verloopt van het moment waarop de directe klank begint tot men de verwerkte klank hoort.
Past de tijd aan die verloopt van het moment waarop de directe klank begint tot men de verwerkte klank hoort. Waarde: 0.0Ð100 [ms]
Waarde: 0.0Ð100 [ms]
Rate #1
Past de modulatiesnelheid aan.
Past de modulatiesnelheid aan.
Waarde: 0.05Ð10.00 [Hz]
Hoofdstuk 6
Rate #1
Waarde: 0.05Ð10.00 [Hz]
Depth Depth
Past de modulatiediepte aan.
Past de modulatiediepte aan.
Waarde: 0Ð127
Waarde: 0Ð127
Phase Phase
Past de ruimtelijke spreiding aan van de klank.
Past de ruimtelijke spreiding aan van de klank.
Waarde: 0Ð180 [deg]
Waarde: 0Ð180 [deg]
Filter Type Low Gain
Selecteert het soort filter.
Past de ingangsgevoeligheid aan van de lage frequentie.
Waarde
Waarde: -15Ð +15 [dB]
OFF: er wordt geen filter gebruikt
High Gain
LPF: snijdt het frequentiebereik boven de afsnijfrequentie HPF: snijdt het frequentiebereik onder de afsnijfrequentie
Past de ingangsgevoeligheid aan van de hoge frequentie. Waarde: -15Ð +15 [dB]
Balance (Effectbalans) #2 Past de volumebalans aan tussen de directe klank en de chorus-klank. Met een instelling van D100:0W wordt alleen de directe klank uitgestuurd en met een instelling van D0:100W wordt alleen de chorus-klank uitgestuurd. Waarde: D100:0WÐD0:100W
Cutoff Freq (Afsnijfrequentie) Past de basisfrequentie van de filter aan. Waarde: 200Ð8000 [Hz]
Low Gain Past de ingangsgevoeligheid aan van de lage frequentie. Waarde: -15Ð +15 [dB]
89
Hoofdstuk 6. Effectinstellingen
High Gain
Feedback (Feedback-niveau) #2
Past de ingangsgevoeligheid aan van de hoge frequentie.
Past de hoeveelheid (%) verwerkte klank aan die naar de
Waarde: -15Ð +15 [dB
invoer wordt teruggestuurd. Positieve (+) instellingen sturen de klank in fase terug en negatieve (-) instellingen sturen de
Balance (Effect Balance) #2
klank in omgekeerde fase terug.
Past de volumebalans aan tussen de directe klank en de
Waarde: -98Ð +98 [%]
chorus-klank. Met een instelling van D100:0W wordt alleen de directe klank uitgestuurd en met een instelling van D0:100W wordt alleen de chorus-klank uitgestuurd.
Phase Past de ruimtelijke spreiding aan van de klank.
Waarde: D100:0WÐD0:100W
Waarde: 0Ð180 [deg]
Level (Uitgangsvolume)
Filter Type
Past het uitgangsvolume aan.
Selecteert het soort filter.
Waarde: 0Ð127
Waarde OFF: er wordt geen filter gebruikt
15: STEREO FLANGER
LPF: snijdt het frequentiebereik boven de afsnijfrequentie
Dit is een stereo flanger. (De LFO heeft links en rechts dezelfde fase). Hij produceert een metaalachtige resonantie die stijgt en daalt zoals een straaljager die opstijgt of landt. Er is een filter voorzien zodat u de klankkleur van de flangerklank kan aanpassen.
HPF: snijdt het frequentiebereik onder de afsnijfrequentie
Cutoff Freq (Cutoff Frequency) Past de basisfrequentie van de filter aan. Waarde: 200Ð8000 [Hz]
fig.MFX-15
Balans D
2-Band EQ
L in Flanger
L uit
Past de ingangsgevoeligheid aan van de lage frequentie.
Balans W
Waarde: -15Ð +15 [dB]
Feedback Feedback
Flanger
Low Gain
High Gain Balans W
R in Balans D
2-Band EQ
Past de ingangsgevoeligheid aan van de hoge frequentie. R uit
Waarde: -15Ð +15 [dB]
Pre Delay (Pre Delay Time)
Balance (Effectbalans)
Past de tijd aan die verloopt van het moment waarop de directe klank begint tot men de flanger-klank hoort.
Past de volumebalans aan tussen de directe klank en de flanger-klank. Met een instelling van D100:0W wordt alleen de directe klank uitgestuurd en met een instelling van D0:100W wordt alleen de flanger-klank uitgestuurd.
Waarde: 0.0Ð100 [ms]
Rate #1 Past de modulatiesnelheid aan. Waarde: 0.05Ð10.00 [Hz]
Depth Past de modulatiediepte aan. Waarde: 0Ð127
90
Waarde: D100:0WÐD0:100W
Level (Uitgangsvolume) Past het uitgangsvolume aan. Waarde: 0Ð127
Hoofdstuk 6. Effectinstellingen
16: STEP FLANGER
High Gain
Het Step Flanger-effect is een flanger waarin de toonhoogte
Past de ingangsgevoeligheid aan van de hoge frequentie. Waarde: -15Ð +15 [dB]
van de flanger stapsgewijs verandert. fig.MFX-16
Balans D
2-Band EQ
L in Step Flanger
Balance (Effectbalans) L uit
Balans W
flanger-klank. Met een instelling van D100:0W wordt alleen de directe klank uitgestuurd en met een instelling van D0:100W wordt alleen de flanger-klank uitgestuurd.
Feedback Feedback
Step Flanger
Past de volumebalans aan tussen de directe klank en de
Balans W
R in Balans D
2-Band EQ
Waarde: D100:0WÐD0:100W R uit
Pre Delay (Pre Delay Time) Past de tijd aan die verloopt van het moment waarop de directe klank begint tot men de flanger-klank hoort.
Level (Uitgangsvolume) Past het uitgangsvolume aan. Waarde: 0Ð127
Waarde: 0.0Ð100 [ms]
Rate Past de modulatiesnelheid aan. Hoofdstuk 6
Waarde: 0.05Ð10.00 [Hz]
Depth Past de modulatiediepte aan. Waarde: 0Ð127
Feedback (Feedback Level) #1 Past de hoeveelheid (%) flanger klank aan die naar de invoer wordt teruggestuurd. Negatieve (-) instellingen draaien de fase om. Waarde: -98Ð +98 [%]
Phase Past de ruimtelijke spreiding aan van de klank. Waarde: 0Ð180 [deg]
Step Rate #2 Past de snelheid (periode) aan van toonhoogteverandering. Waarde: 0.1Ð20.0 [Hz], nootwaardesymbolen De Step Rate-parameter kan ingesteld worden als een nootwaarde van een bepaald tempo. Bepaal in dit geval de waarde van de gewenste noot. De tempo-instelling (pg. 76) verandert in het basistempo.
Low Gain Past de ingangsgevoeligheid aan van de lage frequentie. Waarde: -15Ð +15 [dB]
91
Hoofdstuk 6. Effectinstellingen
17: STEREO DELAY
Phase Left (Feedback-fase links) Selecteert de fase van de linkse delay-klank.
Dit is een stereo delay.
Waarde
Wanneer de Feedback-modus NORMAAL is:
NORMAAL:De fase is niet veranderd.
fig.MFX-17a
Balans D
2-Band EQ
L in Delay
L uit
Balans W
OMGEKEERD:De fase is omgekeerd.
Phase Right (Feedback-fase rechts)
Feedback Feedback
Selecteert de fase van de rechtse delay-klank. Waarde
Delay
Balans W
2-Band EQ
R in Balans D
NORMAAL:De fase is niet veranderd. R uit
Wanneer de Feedback-modus OMGEKEERD is: fig.MFX-17b
Balans D
2-Band EQ
L in Delay
L uit
Balans W
Feedback Feedback
Delay
OMGEKEERD:De fase is omgekeerd.
HF Damp Past de frequentie aan waarboven de klank wordt afgesneden die naar het effect wordt teruggestuurd. Als u de hoge frequenties van de feedback niet wil afsnijden, moet u deze parameter op BYPASS zetten. Waarde: 200Ð8000 [Hz], BYPASS
Balans W
R in Balans D
2-Band EQ
R uit
Low Gain Past de ingangsgevoeligheid aan van de lage frequentie.
Delay Left (Delay-tijd links)
Waarde: -15Ð +15 [dB]
Past de tijd aan die verloopt van het moment waarop de klank begint tot men de linkse delay-klank hoort.
High Gain
Waarde: 0.0Ð500 [ms]
Delay Right (Delay-tijd rechts) Past de tijd aan die verloopt van het moment waarop de klank begint tot men de rechtse delay-klank hoort. Waarde 0.0Ð500 [ms]
Feedback (Feedback-niveau) #1 Past de hoeveelheid (%) delay-klank aan die naar het effect wordt teruggestuurd. Negatieve (-) instellingen draaien de fase om. Waarde: -98Ð +98 [%]
Feedback Mode Selecteert de manier waarop de delay-klank terug naar het effect wordt gestuurd. Waarde NORMAAL:De linkse delay-klank wordt teruggestuurd naar de linkse delay en de rechtse delay-klank wordt teruggestuurd naar de rechtse delay. OMGEKEERD:De linkse delay-klank wordt teruggestuurd naar de rechtse delay en de rechtse delay-klank wordt teruggestuurd naar de linkse delay.
92
Past de ingangsgevoeligheid aan van de hoge frequentie. Waarde: -15Ð +15 [dB]
Balance (Effectbalans) Past de volumebalans aan tussen de directe klank en de delay-klank. Met een instelling van D100:0W wordt alleen de directe klank uitgestuurd en met een instelling van D0:100W wordt alleen de delay-klank uitgestuurd. Waarde: D100:0WÐD0:100W
Level (Uitgangsvolume) Past het uitgangsvolume aan. Waarde: 0Ð127
Hoofdstuk 6. Effectinstellingen
18: MODULATION DELAY
Rate #1
Dit effect voegt modulatie toe aan de delay-klank, waardoor een effect ontstaat dat te vergelijken is met een flanger. Wanneer de Feedback-modus NORMAAL is: 2-Band EQ
L in Modulation
Past de modulatiediepte aan. L uit
Phase
Feedback Feedback
Delay
Past de ruimtelijke spreiding aan van de klank. Modulation
Balans W
2-Band EQ
R in Balans D
Waarde: 0Ð180 [deg] R uit
HF Damp
Wanneer de Feedback-modus OMGEKEERD is: fig.MFX-18b
Balans D
2-Band EQ
L in Delay
Modulation
L uit
Balans W
Past de frequentie aan waarboven de klank wordt afgesneden die naar het effect wordt teruggestuurd. Als u de hoge frequenties van de feedback niet wil afsnijden, moet u deze parameter op BYPASS zetten. Waarde: 200Ð8000 [Hz], BYPASS
Feedback Feedback
Delay
Waarde: 0Ð127
Balans W
Modulation
Low Gain
Balans W
R in Balans D
2-Band EQ
R uit
Past de ingangsgevoeligheid aan van de lage frequentie.
Hoofdstuk 6
Delay
Waarde: 0.05Ð10.00 [Hz]
Depth
fig.MFX-18a
Balans D
Past de modulatiesnelheid aan.
Waarde: -15Ð +15 [dB]
Delay Left (Delay-tijd links)
High Gain
Past de tijd aan die verloopt van het moment waarop de klank begint tot men de linkse delay-klank hoort.
Past de ingangsgevoeligheid aan van de hoge frequentie. Waarde: -15Ð +15 [dB]
Waarde: 0.0Ð500 [ms]
Delay Right (Delay-tijd rechts) Past de tijd aan die verloopt van het moment waarop de klank begint tot men de rechtse delay-klank hoort. Waarde 0.0Ð500 [ms]
Balance (Effectbalans) Past de volumebalans aan tussen de directe klank en de modulatiedelay-klank. Met een instelling van D100:0W wordt alleen de directe klank uitgestuurd en met een instelling van D0:100W wordt alleen de modulatiedelayklank uitgestuurd.
Feedback (Feedback-niveau) #1
Waarde: D100:0WÐD0:100W
Past de hoeveelheid (%) delay-klank aan die naar het effect wordt teruggestuurd. Negatieve (-) instellingen draaien de fase om.
Level (Uitgangsvolume)
Waarde: -98Ð +98 [%]
Past het uitgangsvolume aan.
Feedback Mode
Waarde: 0Ð127
Selecteert de manier waarop de delay-klank terug naar het effect wordt gestuurd. Waarde NORMAAL:De linkse delay-klank wordt teruggestuurd naar de linkse delay en de rechtse delay-klank wordt teruggestuurd naar de rechtse delay. OMGEKEERD:De linkse delay-klank wordt teruggestuurd naar de rechtse delay en de rechtse delay-klank wordt teruggestuurd naar de linkse delay.
93
Hoofdstuk 6. Effectinstellingen
19: TRIPLE TAP DELAY
Right Level
De Triple Tap Delay produceert drie delay-klanken: midden,
Past het volume aan van de rechtse delay-klank. Waarde: 0Ð127
links en rechts. fig.MFX-19
Balans D
2-Band EQ
L in Linkse Tap
Triple Tap Delay Feedback
HF Damp L uit
Balans W
afgesneden die naar het effect wordt teruggestuurd. Als u de hoge frequenties van de feedback niet wil afsnijden, moet u deze parameter op BYPASS zetten.
Center Tap
Rechtse Tap
Past de frequentie aan waarboven de klank wordt
Balans W
R in Balans D
2-Band EQ
Waarde: 200Ð8000 [Hz], BYPASS R uit
Low Gain
Delay Center (Delay Time Center)
Past de ingangsgevoeligheid aan van de lage frequentie.
Past de tijd aan die verloopt van het moment waarop de klank begint tot men de centrale delay-klank hoort.
Waarde: -15Ð +15 [dB]
Waarde: 200Ð1000 [ms], nootwaardesymbolen
High Gain Past de ingangsgevoeligheid aan van de hoge frequentie.
Delay Left (Delay-tijd links)
Waarde: -15Ð +15 [dB]
Past de tijd aan die verloopt van het moment waarop de klank begint tot men de linkse delay-klank hoort.
Balance (Effectbalans)
Waarde: 200Ð1000 [ms], nootwaardesymbolen
Delay Right (Delay-tijd rechts)
Past de volumebalans aan tussen de directe klank en de delay-klank. Met een instelling van D100:0W wordt alleen de directe klank uitgestuurd en met een instelling van D0:100W wordt alleen de delay-klank uitgestuurd.
Past de tijd aan die verloopt van het moment waarop de klank begint tot men de rechtse delay-klank hoort.
Waarde: D100:0WÐD0:100W
Waarde: 200Ð1000 [ms], nootwaardesymbolen
Level (Uitgangsvolume) Past het uitgangsvolume aan.
De delay C, delay L en delay R-parameters kunnen worden ingesteld als een nootwaarde van een bepaald tempo. Bepaal in dit geval de waarde van de gewenste noot. De tempo-instelling (pg. 76) verandert in het basistempo.
Feedback (Feedback Level) #1 Past de hoeveelheid (%) delay-klank aan die naar het effect wordt teruggestuurd. Negatieve (-) instellingen draaien de fase om. Waarde: -98Ð +98 [%]
Center Level Past het volume aan van de centrale delay-klank. Waarde: 0Ð127
Left Level Past het volume aan van de linkse delay-klank. Waarde: 0Ð127
94
Waarde: 0Ð127
Hoofdstuk 6. Effectinstellingen
20: QUADRUPLE TAP DELAY
Level 2 Past het volume aan van de delay 2-klank.
De Quadruple Tap Delay heeft vier delays.
Waarde: 0Ð127
fig.MFX-20a
Balans D
L in
L uit Delay 1
Balans W
Feedback Delay 2
Level 3 Past het volume aan van de delay 3-klank. Waarde: 0Ð127
Quadruple Tap Delay Delay 3 Balans W
Delay 4
R in
R uit Balans D
De stereopositie van elke delay-klank is als volgt.
Level 4 Past het volume aan van de delay 4-klank. Waarde: 0Ð127
fig.MFX-20b
Feedback (Feedback-niveau) #1
3
L
4 R
Past de hoeveelheid (%) delay-klank aan die naar het effect wordt teruggestuurd. Negatieve (-) instellingen draaien de fase om.
Delay 1 (Delay-tijd 1)
Waarde: -98Ð +98 [%]
Past de tijd aan die verloopt van het moment waarop de klank begint tot men de delay 1-klank hoort.
HF Damp
Waarde: 200Ð1000 [ms], nootwaardesymbolen
Delay 2 (Delay-tijd 2) Past de tijd aan die verloopt van het moment waarop de klank begint tot men de delay 2-klank hoort.
Past de frequentie aan waarboven de klank wordt afgesneden die naar het effect wordt teruggestuurd. Als u de hoge frequenties van de feedback niet wil afsnijden, moet u deze parameter op BYPASS zetten. Waarde: 200Ð8000 [Hz], BYPASS
Waarde: 200Ð1000 [ms], nootwaardesymbolen
Balance (Effectbalans) Delay 3 (Delay-tijd 3) Past de tijd aan die verloopt van het moment waarop de klank begint tot men de delay 3-klank hoort. Waarde: 200Ð1000 [ms], nootwaardesymbolen
Past de volumebalans aan tussen de directe klank en de delay-klank. Met een instelling van D100:0W wordt alleen de directe klank uitgestuurd en met een instelling van D0:100W wordt alleen de delay-klank uitgestuurd. Waarde: D100:0WÐD0:100W
Delay 4 (Delay-tijd 4) Past de tijd aan die verloopt van het moment waarop de klank begint tot men de delay 4-klank hoort. Waarde: 200Ð1000 [ms], nootwaardesymbolen
Level (Uitgangsvolume) Past het uitgangsvolume aan. Waarde: 0Ð127
De delay 1Ð4 parameters kunnen worden ingesteld als een nootwaarde van een bepaald tempo.Bepaal in dit geval de waarde van de gewenste noot. De tempoinstelling (pg. 76) verandert in het basistempo.
Level 1 Past het volume aan van de delay 1-klank. Waarde: 0Ð127
95
Hoofdstuk 6
2 1
Hoofdstuk 6. Effectinstellingen
21: TIME CONTROL DELAY
Waarde: -15Ð +15 [dB]
U kan de modulatiehendel en de knoppen gebruiken om de
Balance (Effectbalans)
delay-tijd en de toonhoogte in real-time te veranderen (pg. 71). Als men de delay verlengt, zal de toonhoogte verlagen; verkort men de delay, dan verhoogt de toonhoogte. fig.MFX-21
L in
2-Band EQ
Balans D
L uit
Balans W
Past de volumebalans aan tussen de directe klank en de delay-klank. Met een instelling van D100:0W wordt alleen de directe klank uitgestuurd en met een instelling van D0:100W wordt alleen de delay-klank uitgestuurd. Waarde: D100:0WÐD0:100W
Time Control Delay
Level (Uitgangsvolume)
Balans W Feedback
R in Balans D
2-Band EQ
R uit
Past het uitgangsvolume aan. Waarde: 0Ð127
Delay (Delay-tijd) #1 Past de tijd aan die verloopt van het moment waarop de klank begint tot men de delay-klank hoort. Waarde: 200Ð1000 [ms]
Acceleration Deze parameter past de tijd aan waarin de Delay-tijd verandert van de huidige instelling in de nieuw bepaalde instelling. De snelheidsverandering van de Delay-tijd heeft een rechtstreekse invloed op de snelheid van de toonhoogteverandering.
22: 2VOICE PITCH SHIFTER Een Pitch Shifter verschuift de toonhoogte van de directe klank. Deze 2-stemmen pitch shifter heeft twee pitch shifters en kan twee pitch shift-klanken aan de directe klank toevoegen. fig.MFX-22
Balans D
L in
L uit Niveaubalans A
2Voice Pitch Shifter
Waarde: 0Ð15
Feedback (Feedback-niveau) #2
PanA L
Balans W
PanA R PanB L
Niveaubalans B
PanB R
R in
Balans W
R uit Balans D
Past de hoeveelheid (%) delay-klank aan die naar het effect wordt teruggestuurd. Negatieve (-) instellingen draaien de fase om. Waarde: -98Ð +98 [%]
HF Damp Past de frequentie aan waarboven de klank wordt afgesneden die naar het effect wordt teruggestuurd. Als u de hoge frequenties van de feedback niet wil afsnijden, moet u deze parameter op BYPASS zetten. Waarde: 200Ð8000 [Hz], BYPASS
Pan (Output Pan) Past het stereobeeld aan van de uitgaande klank. L64 is uiterst links, 0 is het midden en 63R is uiterst rechts. Waarde: L64Ð63R
Low Gain Past de ingangsgevoeligheid aan van de lage frequentie.
Coarse A (Coarse Pitch A) #1 Past de toonhoogte van Pitch Shift A aan in stappen van een halve toon (-2Ð+1 octaven). Waarde: -24Ð +12 [half]
Fine A (Fine Pitch A) #1 Maakt nauwkeurige aanpassingen aan de toonhoogte van Pitch Shift A in stappen van twee honderdsten (-100Ð+100 honderdste). Een honderdste is 1/100se van een halve toon. Waarde: -100Ð +100 [honderdste]
Pan A (Output Pan A) Past het stereobeeld aan van de Pitch Shift A-klank. L64 is uiterst links, 0 is het midden en 63R is uiterst rechts. Waarde: L64Ð63R
Waarde: -15Ð +15 [dB]
Pre Delay A (Pre Delay-tijd A)
High Gain
Past de tijd aan die verloopt van het moment waarop de klank begint tot men de Pitch Shift A-klank hoort.
Past de ingangsgevoeligheid aan van de hoge frequentie.
96
Waarde: 0.0Ð500 [ms]
Hoofdstuk 6. Effectinstellingen
Coarse B (Coarse Pitch B) #2 Past de toonhoogte van Pitch Shift B aan in stappen van een halve toon (-2Ð+1 octaven). Waarde: -24Ð +12 [half]
23: FBK PITCH SHIFTER (Feedback Pitch Shifter) Met deze pitch shifter kan u pitch shift-klanken terugsturen naar het effect. fig.MFX-23
Fine B (Fine Pitch B) #2
L in
L uit
Balans W
Pitch Shift B in stappen van twee honderdsten (-100Ð+100
Pitch Shifter Balans W
honderdste). Een honderdste is 1/100se van een halve toon.
2-Band EQ
Balans D
Maakt nauwkeurige aanpassingen aan de toonhoogte van
Feedback
R in Balans D
2-Band EQ
R uit
Waarde: -100Ð +100 [honderdste]
Coarse (Coarse Pitch) #1 Pan B (Output Pan B) Past het stereobeeld aan van de Pitch Shift B-klank. L64 is uiterst links, 0 is het midden en 63R is uiterst rechts.
Past de toonhoogte van de pitch shift-klank aan in stappen van een halve toon (-2Ð+1 octaven). Waarde: -24Ð +12 [half]
Waarde: L64Ð63R
Past de tijd aan die verloopt van het moment waarop de klank begint tot men de Pitch Shift B-klank hoort.
Maakt nauwkeurige aanpassingen aan de toonhoogte van de pitch shift-klank in stappen van twee honderdsten (-2Ð+1 octaven).
Waarde: 0.0Ð500 [ms]
Waarde: -100Ð +100 [honderdste]
Mode (Pitch Shifter-modus)
Feedback (Feedback-niveau) #2
Hogere instellingen van deze parameter resulteren in een tragere respons maar in een vastere toonhoogte.
Past de hoeveelheid (%) verwerkte klank aan die naar het effect wordt teruggestuurd. Negatieve (-) instellingen draaien de fase om.
Waarde: 1, 2, 3, 4, 5
Waarde: -98Ð +98 [%]
Lev Balance (Niveaubalans) Past de volumebalans aan tussen Pitch Shift A en Pitch Shift B-klanken. Waarde: A100:0BÐA0:100B
Pre Delay (Pre Delay-tijd) Past de tijd aan die verloopt van het moment waarop de klank begint tot men de pitch shift-klank hoort. Waarde: 0.0Ð500 [ms]
Balance (Effectbalans) Past de volumebalans aan tussen de directe klank en de pitch shift-klank. Met een instelling van D100:0W wordt alleen de directe klank uitgestuurd en met een instelling van D0:100W wordt alleen de pitch shift-klank uitgestuurd.
Mode (Pitch Shifter-modus) Hogere instellingen van deze parameter resulteren in een tragere respons maar in een vastere toonhoogte. Waarde: 1, 2, 3, 4, 5
Waarde: D100:0WÐD0:100W
Pan (Output Pan) Level (Uitgangsvolume) Past het uitgangsvolume aan.
Past het stereobeeld aan van de pitch shift-klank. L64 is uiterst links, 0 is het midden en 63R is uiterst rechts.
Waarde: 0Ð127
Waarde: L64Ð63R
Low Gain Past de ingangsgevoeligheid aan van het lage frequentiebereik. Waarde: -15Ð +15 [dB]
97
Hoofdstuk 6
Fine (Fine Pitch) #1 Pre Delay B (Pre Delay-tijd B)
Hoofdstuk 6. Effectinstellingen
High Gain
HF Damp
Past de ingangsgevoeligheid aan van het hoge frequentiebereik.
Past de frequentie aan waarboven de galmklank wordt
Waarde: -15Ð +15 [dB]
afgesneden. Als de frequentie lager wordt gezet, wordt er
Balance (Effectbalans)
meer van de hoge frequenties afgesneden waardoor men een
Past de volumebalans aan tussen de directe klank en de pitch shift-klank. Met een instelling van D100:0W wordt alleen de directe klank uitgestuurd en met een instelling van D0:100W wordt alleen de pitch shift-klank uitgestuurd.
zachtere en stillere galm krijgt. Als u niet wil dat de hoge frequenties worden afgesneden, dan moet u deze parameter op BYPASS zetten. Waarde: 200Ð8000 [Hz], BYPASS
Waarde: D100:0WÐD0:100W
Low Gain
Level (Uitgangsvolume)
Past de ingangsgevoeligheid aan van het lage frequentiebereik. Waarde: -15Ð +15 [dB]
Past het uitgangsvolume aan. Waarde: 0Ð127
High Gain Past de ingangsgevoeligheid aan van het hoge frequentiebereik.
24: REVERB
Waarde: -15Ð +15 [dB]
Het Reverb-effect voegt galmt toe aan de klank en simuleert een akoestische ruimte. fig.MFX-24
L in
Balans D
2-Band EQ
L uit
Balans W
Reverb Balans W
R in Balans D
2-Band EQ
R uit
Balance (Effectbalans) Past de volumebalans aan tussen de directe klank en de reverb-klank. Met een instelling van D100:0W wordt alleen de directe klank uitgestuurd en met een instelling van D0:100W wordt alleen de reverb-klank uitgestuurd. Waarde: D100:0WÐD0:100W
Level (Uitgangsvolume) Type (Reverb Type)
Past het uitgangsvolume aan.
Selecteer het soort Reverb.
Waarde: 0Ð127
Value ROOM1:
dichte galm met korte uitsterftijd
ROOM2:
brede galm met korte uitsterftijd
STAGE1:
galm met een grotere late nagalm
STAGE2:
galm met sterke vroege reflecties
HALL1:
galm met heldere nagalm
HALL2:
galm met rijke nagalm
Pre Delay (Pre Delay Time) Past de tijd aan die verloopt van het moment waarop de klank begint tot men de reverb-klank hoort. Waarde: 0.0Ð100 [ms]
Time (Reverb Time) #1 Past de tijdsduur van de galm aan. Waarde: 0Ð127
98
Hoofdstuk 6. Effectinstellingen
25: GATED REVERB
26: OVERDRIVE→CHORUS
Gate Reverb is een speciaal soort reverb waarin de
Dit effect maakt een seri‘le verbinding tussen een overdrive
galmklank voor zijn natuurlijke lengte wordt afgesneden.
en een chorus.
fig.MFX-25
fig.MFX-26
L in
2-Band EQ
Balans D
L uit
L uit
L in
Balans D Balans W
Balans W
Overdrive
Gated Reverb
Chorus Balans W
Balans W
R in Balans D
2-Band EQ
R uit
R uit
R in Balans D
Type (Gated Reverb Type)
OD Drive
Selecteert het soort reverb.
Past de graad van overdrive-vervorming aan. Het volume verandert tegelijk met de graad van de vervorming.
NORMAL: conventionele gate reverb REVERSE: omgedraaide reverb SWEEP1:
de galmklank beweegt van rechts naar links
SWEEP2:
de galmklank beweegt van links naar rechts
Pre Delay (Pre Delay-tijd) Past de tijd aan die verloopt van het moment waarop de directe klank begint tot men de reverb-klank hoort. Waarde: 0.0Ð100 [ms]
Gate Time Past de tijd aan die verloopt van het moment waarop de reverb gehoord wordt tot wanneer hij verdwijnt. Waarde: 5Ð500 [ms]
Low Gain Past de ingangsgevoeligheid aan van het lage frequentiebereik. Waarde: -15Ð +15 [dB]
High Gain Past de ingangsgevoeligheid aan van het hoge frequentiebereik. Waarde: -15Ð +15 [dB]
Balance (Effectbalans) Past de volumebalans aan tussen de directe klank en de reverb-klank. Met een instelling van D100:0W wordt alleen de directe klank uitgestuurd en met een instelling van D0:100W wordt alleen de reverb-klank uitgestuurd. Waarde: D100:0WÐD0:100W
Level (Uitgangsvolume)
Waarde: 0Ð127
OD Pan (Overdrive Pan) #1 Past het stereobeeld aan van de overdrive-klank. L64 is uiterst links, 0 is het midden en 63R is uiterst rechts. Waarde: L64Ð63R
Chorus Delay (Chorus Pre Delay-tijd) Hoofdstuk 6
Waarde
Past de tijd aan die verloopt van het moment waarop de directe klank begint tot men de chorus-klank hoort. Waarde: 0.0Ð100 [ms]
Chorus Rate Past de modulatiesnelheid aan van het choruseffect. Waarde: 0.05Ð10.00 [Hz]
Chorus Depth Past de modulatiediepte aan van het choruseffect. Waarde: 0Ð127
Chorus Bal (Chorus-balans) #2 Past de volumebalans aan tussen de overdrive-klank die door de chorus wordt gestuurd en de overdrive-klank die niet door de chorus wordt gestuurd. Met een instelling van ÒD100:0WÓ wordt alleen de overdrive-klank uitgestuurd. Met een instelling van ÒD0:100WÓ wordt alleen de overdriveklank uitgestuurd die door de chorus werd gestuurd. Waarde: D100:0WÐD0:100W
Level (Uitgangsvolume) Past het uitgangsvolume aan. Waarde: 0Ð127
Past het uitgangsvolume aan. Waarde: 0Ð127
99
Hoofdstuk 6. Effectinstellingen
27: OVERDRIVE→FLANGER Dit effect maakt een seri‘le verbinding tussen een overdrive
Level (Uitgangsvolume) Past het uitgangsvolume aan. Waarde: 0Ð127
en een flanger. fig.MFX-27
Balans D
L uit
L in Feedback
Overdrive
Balans W
Flanger Balans W
28: OVERDRIVE→DELAY Dit effect maakt een seri‘le verbinding tussen een overdrive en een delay. fig.MFX-28
R uit
R in Balans D
L uit
L in Balans D
Balans W
Overdrive
OD Drive Past de graad van overdrive-vervorming aan. Het volume verandert tegelijk met de graad van de vervorming. Waarde: 0Ð127
OD Pan (Overdrive Pan) #1 Past het stereobeeld aan van de overdrive-klank. L64 is uiterst links, 0 is het midden en 63R is uiterst rechts. Waarde: L64Ð63R
Flg Pre Dly (Flanger Pre Delay-tijd) Past de tijd aan die verloopt van het moment waarop de directe klank begint tot men de flanger-klank hoort. Waarde: 0.0Ð100 [ms]
Flg Rate (Flanger-snelheid)
Delay Balans W Feedback
R uit
R in Balans D
OD Drive Past de graad van overdrive-vervorming aan. Het volume verandert tegelijk met de graad van de vervorming. Waarde: 0Ð127
OD Pan (Overdrive Pan) #1 Past het stereobeeld aan van de overdrive-klank. L64 is uiterst links, 0 is het midden en 63R is uiterst rechts. Waarde: L64Ð63R
Delay Time
Past de modulatiesnelheid aan van het flanger-effect.
Past de tijd aan die verloopt van het moment waarop de directe klank begint tot men de delay-klank hoort.
Waarde: 0.05Ð10.00 [Hz]
Waarde: 0.0Ð500 [ms]
Flg Dpt (Flanger-diepte)
Delay Feedback (Delay Feedback Level)
Past de modulatiediepte aan van het flanger-effect.
Past de hoeveelheid (%) delay-klank aan die naar het effect wordt teruggestuurd. Negatieve (-) instellingen draaien de fase om.
Waarde: 0Ð127
Waarde: -98Ð +98 [%]
Flg Feedback (Flanger Feedback-niveau) Past de hoeveelheid (%) flanger-klank aan die naar het effect wordt teruggestuurd. Negatieve (-) instellingen draaien de fase om. Waarde: -98Ð +98 [%]
Flg Balance (Flanger-balans) #2 Past de volumebalans aan tussen de overdrive-klank die door de flanger wordt gestuurd en de overdrive-klank die niet door de flanger wordt gestuurd. Met een instelling van ÒD100:0WÓ wordt alleen de overdrive-klank uitgestuurd. Met een instelling van ÒD0:100WÓ wordt alleen de overdriveklank uitgestuurd die door de flanger werd gestuurd. Waarde: D100:0WÐD0:100W
Delay HF Damp Past de frequentie aan waarboven de delay-klank wordt afgesneden die naar het effect wordt teruggestuurd. Als u de hoge frequenties van de feedback niet wil afsnijden, moet u deze parameter op BYPASS zetten. Waarde: 200Ð8000 [Hz], BYPASS
Delay Bal (Delay-balans) #2 Past de volumebalans aan tussen de overdrive-klank die door de delay wordt gestuurd en de overdrive-klank die niet door de delay wordt gestuurd. Met een instelling van ÒD100:0WÓ wordt alleen de overdriveklank uitgestuurd. Met een instelling van ÒD0:100WÓ wordt alleen de overdrive-klank uitgestuurd die door de delay werd gestuurd. Waarde: D100:0WÐD0:100W
100
Hoofdstuk 6. Effectinstellingen
31: DISTORTION→DELAY
Level (Uitgangsvolume) Past het uitgangsvolume aan.
Dit effect maakt een seri‘le verbinding tussen een distortion
Waarde: 0Ð127
en een delay. De parameters zijn voornamelijk hetzelfde als
29: DISTORTION→CHORUS
in Ò28: OVERDRIVE → DELAYÓ, met uitzondering van de twee volgende:
Dit effect maakt een seri‘le verbinding tussen een distortion en een chorus. De parameters zijn voornamelijk hetzelfde als in Ò26: OVERDRIVE → CHORUSÓ, met uitzondering van de twee volgende: OD Drive → Dist Drive (Bepaalt de hoeveelheid distortion). OD Pan
OD Drive → Dist Drive (Bepaalt de hoeveelheid distortion). OD Pan
distortion-klank). fig.MFX-31
L uit
L in Balans D
Balans W
→ Dist Pan (Bepaalt het stereobeeld van de distortion-klank).
fig.MFX-29
→ Dist Pan (Bepaalt het stereobeeld van de
Distortion
Delay Balans W Feedback
R uit
R in L uit
L in
Balans D
Balans D Balans W
Distortion
Chorus Balans W
R uit
R in Balans D
Hoofdstuk 6
30: DISTORTION→FLANGER Dit effect maakt een seri‘le verbinding tussen een distortion en een flanger. De parameters zijn voornamelijk hetzelfde als in Ò27: OVERDRIVE → FLANGERÓ, met uitzondering van de twee volgende: OD Drive → Dist Drive (Bepaalt de hoeveelheid distortion). OD Pan
→ Dist Pan (Bepaalt het stereobeeld van de distortion-klank).
fig.MFX-30
Balans D
L uit
L in Feedback
Distortion
Balans W
Flanger Balans W
R uit
R in Balans D
101
Hoofdstuk 6. Effectinstellingen
32: ENHANCER→CHORUS
33: ENHANCER→FLANGER
Dit effect maakt een seri‘le verbinding tussen een enhancer
Dit effect maakt een seri‘le verbinding tussen een enhancer
en een chorus.
en een flanger.
fig.MFX-32
L in
fig.MFX-33
Balans D
L uit
Enhancer Mix
Balans D
L in
L uit
Enhancer
Balans W
Mix
Feedback Balans W
Chorus Flanger
Balans W
Balans W
R in
R uit
Enhancer Mix
Balans D
R in
R uit
Enhancer Mix
Enhancer Sens (Enhancer-gevoeligheid) #1 Past de gevoeligheid aan van de enhancer. Waarde: 0Ð127
Enhancer Mix (Enhancer Mix-niveau) Past de verhouding aan waarin de overtonen van de enhancer met de directe klank gecombineerd worden. Waarde: 0Ð127
Chorus Delay (Chorus Pre Delay-tijd) Past de tijd aan die verloopt van het moment waarop de directe klank begint tot men de chorus-klank hoort. Waarde: 0.0Ð100 [ms]
Chorus Rate Past de modulatiesnelheid aan van het chorus-effect. Waarde: 0.05Ð10.00 [Hz]
Chorus Depth Past de modulatiediepte aan van het chorus-effect. Waarde: 0Ð127
Chorus Bal (Chorus-balans) #2 Past de volumebalans aan tussen de enhancer-klank die door de chorus wordt gestuurd en de enhancer-klank die niet door de chorus wordt gestuurd. Met een instelling van ÒD100:0WÓ wordt alleen de enhancer-klank uitgestuurd. Met een instelling van ÒD0:100WÓ wordt alleen de enhancerklank uitgestuurd die door de chorus werd gestuurd. Waarde: D100:0WÐD0:100W
Level (Uitgangsvolume) Past het uitgangsvolume aan. Waarde: 0Ð127
Enhancer Sens ((Enhancer-gevoeligheid) #1 Past de gevoeligheid aan van de enhancer. Waarde: 0Ð127
Enhancer Mix (Enhancer Mix-niveau) Past de verhouding aan waarin de overtonen van de enhancer met de directe klank gecombineerd worden. Waarde: 0Ð127
Flg Pre Dly (Flanger Pre Delay-tijd) Past de tijd aan die verloopt van het moment waarop de directe klank begint tot men de flanger-klank hoort. Waarde: 0.0Ð100 [ms]
Flg Rate (Flanger-snelheid) Past de modulatiesnelheid aan van het flanger-effect. Waarde: 0.05Ð10.00 [Hz]
Flg Dpt (Flanger-diepte) Past de modulatiediepte aan van het flanger-effect. Waarde: 0Ð127
Flg Feedback (Flanger Feedback-niveau) Past de hoeveelheid (%) flanger-klank aan die naar het effect wordt teruggestuurd. Negatieve (-) instellingen draaien de fase om. Waarde: -98Ð +98 [%]
Flg Balance (Flanger-balans) #2 Past de volumebalans aan tussen de enhancer-klank die door de flanger wordt gestuurd en de enhancer-klank die niet door de flanger wordt gestuurd. Met een instelling van ÒD100:0WÓ wordt alleen de enhancer-klank uitgestuurd. Met een instelling van ÒD0:100WÓ wordt alleen de enhancerklank uitgestuurd die door de flanger werd gestuurd. Waarde: D100:0WÐD0:100W
102
Balans D
Hoofdstuk 6. Effectinstellingen
Level (Uitgangsniveau)
Level (Uitgangsniveau)
Past het uitgangsvolume aan.
Past het uitgangsvolume aan.
Waarde: 0Ð127
Waarde: 0Ð127
34: ENHANCER→DELAY
35: CHORUS→DELAY
Dit effect maakt een seri‘le verbinding tussen een enhancer
Dit effect maakt een seri‘le verbinding tussen een chorus en
en een delay.
een delay-toestel.
fig.MFX-34
fig.MFX-35
Balans D
L uit
Enhancer Mix
L in
Balans D
L uit Balans D
Balans W
Balans W
Delay
Chorus
Balans W Feedback
R in
Balans W
R uit
Enhancer Mix
Balans D
Enhancer Sens (Enhancer-gevoeligheid) #1 Past de gevoeligheid aan van de enhancer. Waarde: 0Ð127
Enhancer Mix (Enhancer Mix-niveau)
Balans W
Delay Balans W Feedback
R in
R uit Balans D
Balans D
Chorus Delay (Chorus Pre Delay-tijd) Past de tijd aan die verloopt van het moment waarop de directe klank begint tot men de chorus-klank hoort. Waarde: 0.0Ð100 [ms]
Past de verhouding aan waarin de overtonen van de enhancer met de directe klank gecombineerd worden.
Chorus Rate
Waarde: 0–127
Waarde: 0.05Ð10.00 [Hz]
Delay Time
Chorus Depth
Past de tijd aan die verloopt van het moment waarop de directe klank begint tot men de delay-klank hoort.
Past de modulatiediepte aan van het chorus-effect.
Waarde: 0.0Ð500 [ms]
Delay Feedback (Delay Feedback-niveau) Past de hoeveelheid (%) delay-klank aan die naar de delay-invoer wordt teruggestuurd. Negatieve (-) instellingen draaien de fase om. Waarde: -98Ð +98 [%]
Hoofdstuk 6
L in
Past de modulatiesnelheid aan van het chorus-effect.
Waarde: 0Ð127
Chorus Bal (Chorus Balance) #1 Past de volumebalans aan tussen de directe klank en de chorus-klank. Met een instelling van ÒD100:0WÓ wordt alleen de directe klank uitgestuurd. Met een instelling van ÒD0:100WÓ wordt alleen de chorus-klank uitgestuurd. Waarde: D100:0WÐD0:100W
Delay HF Damp Past de frequentie aan waarboven de delay-klank wordt afgesneden die naar de delay-invoer wordt teruggestuurd. Als u de hoge frequenties van de delay feedback niet wil afsnijden, moet u deze parameter op BYPASS zetten. Waarde: 200Ð8000 [Hz], BYPASS
Delay Bal (Delay Balance) #2 Past de volumebalans aan tussen de enhancer-klank die door de delay wordt gestuurd en de enhancer-klank die niet door de delay wordt gestuurd. Met een instelling van ÒD100:0WÓ wordt alleen de enhancer-klank uitgestuurd. Met een instelling van ÒD0:100WÓ wordt alleen de enhancer-klank uitgestuurd die door de delay werd gestuurd.
Delay Time Past de tijd aan die verloopt van het moment waarop de directe klank begint tot men de chorus-klank hoort. Value: 0.0Ð500 [ms]
Delay Feedback (Delay Feedback-niveau) Past de hoeveelheid (%) delay-klank aan die naar de delay-invoer wordt teruggestuurd. Negatieve (-) instellingen draaien de fase om. Waarde: -98Ð +98 [%]
Value: D100:0WÐD0:100W
103
Hoofdstuk 6. Effectinstellingen
Delay HF Damp
Flg Balance (Flanger-balans) #1
Past de frequentie aan waarboven de delay-klank wordt
Past de volumebalans aan tussen de directe klank en de
afgesneden die naar de delay-invoer wordt teruggestuurd.
flanger-klank. Met een instelling van ÒD100:0WÓ wordt
Als u de hoge frequenties van de delay feedback niet wil
alleen de directe klank uitgestuurd. Met een instelling van
afsnijden, moet u deze parameter op BYPASS zetten.
ÒD0:100WÓ wordt alleen de flanger-klank uitgestuurd.
Waarde: 200Ð8000 [Hz], BYPASS
Waarde: D100:0WÐD0:100W
Delay Bal (Delay Balance) #2
Delay Time
Past de volumebalans aan tussen de chorus-klank die door
Past de tijd aan die verloopt van het moment waarop de
de delay wordt gestuurd en de chorus-klank die niet door de
directe klank begint tot men de delay-klank hoort.
delay wordt gestuurd. Met een instelling van ÒD100:0WÓ wordt alleen de chorus-klank uitgestuurd. Met een instelling van ÒD0:100WÓ wordt alleen de chorus-klank uitgestuurd die door de delay werd gestuurd.
Waarde: 0.0Ð500 [ms]
Waarde: D100:0WÐD0:100W
Delay Feedback (Delay Feedback-niveau) Past de hoeveelheid (%) delay-klank aan die naar de delay-invoer wordt teruggestuurd. Negatieve (-) instellingen draaien de fase om. Waarde: -98Ð +98 [%]
Level (Uitgangsvolume) Past het uitgangsvolume aan.
Delay HF Damp
Waarde: 0Ð127
Past de frequentie aan waarboven de delay-klank wordt afgesneden die naar de delay-invoer wordt teruggestuurd. Als u de hoge frequenties van de delay feedback niet wil afsnijden, moet u deze parameter op BYPASS zetten.
36: FLANGER→DELAY Dit effect maakt een seri‘le verbinding tussen een flanger en een delay. fig.MFX-36
Delay Bal (Delay Balance) #2
Balans D
L in
L uit Balans D
Feedback
Flanger
Waarde: 200Ð8000 [Hz], BYPASS
Balans W Balans W
Balans W
Delay Balans W Feedback
R in
R uit Balans D
Balans D
Past de volumebalans aan tussen de flanger-klank die door de delay wordt gestuurd en de flanger-klank die niet door de delay wordt gestuurd. Met een instelling van ÒD100:0WÓ wordt alleen de flanger-klank uitgestuurd. Met een instelling van ÒD0:100WÓ wordt alleen de flanger-klank uitgestuurd die door de delay werd gestuurd.
Flg Pre Delay (Flanger Pre Delay-tijd)
Waarde: D100:0WÐD0:100W
Past de tijd aan die verloopt van het moment waarop de directe klank begint tot men de flanger-klank hoort.
Level (Uitgangsvolume)
Waarde: 0.0Ð100 [ms]
Past het uitgangsvolume aan.
Flg Rate (Flanger-snelheid) Past de modulatiesnelheid aan van het flanger-effect. Waarde: 0.05Ð10.00 [Hz]
Flg Dpt (Flanger-diepte) Past de modulatiediepte aan van het flanger-effect. Waarde: 0Ð127
Waarde: 0Ð127
37: CHORUS→FLANGER Dit effect maakt een seri‘le verbinding tussen een chorus en een flanger. fig.MFX-37
Balans D
L uit Balans W
Flg Feedback (Flanger Feedback-niveau) Past de hoeveelheid (%) flanger-klank aan die naar het effect wordt teruggestuurd. Negatieve (-) instellingen draaien de fase om. Waarde: -98Ð +98 [%]
104
Balans D
L in Chorus
Feedback Balans W
Flanger Balans W
Balans W
R in
R uit Balans D
Balans D
Hoofdstuk 6. Effectinstellingen
Cho Delay (Chorus Pre Delay-tijd)
Level (Uitgangsvolume)
Past de tijd aan die verloopt van het moment waarop de
Past het uitgangsvolume aan.
directe klank begint tot men de chorus-klank hoort.
Waarde: 0Ð127
Waarde: 0.0Ð100 [ms]
Chorus Rate
38: CHORUS/DELAY
Past de modulatiesnelheid aan van het chorus-effect.
Dit effect maakt een parallelle verbinding tussen een chorus
Waarde: 0.05Ð10.00 [Hz]
en een delay. De parameters zijn dezelfde als die van Ò35:
Chorus Depth Past de modulatiediepte aan van het chorus-effect.
CHORUS → DELAYÓ. De Delay Balance-parameter past hier echter de volumebalans aan tussen de directe klank en de delay-klank. fig.MFX-38
Waarde: 0Ð127
Balans D
L in
Chorus Bal (Chorus-balans) #1 Past de volumebalans aan tussen de directe klank en de chorus-klank. Met een instelling van ÒD100:0WÓ wordt alleen de directe klank uitgestuurd. Met een instelling van ÒD0:100WÓ wordt alleen de chorus-klank uitgestuurd.
L uit Chorus
Balans W
Feedback
Delay
Balans W
R in
R uit Balans D
Waarde: D100:0WÐD0:100W
Past de tijd aan die verloopt van het moment waarop de directe klank begint tot men de flanger-klank hoort. Waarde: 0.0Ð100 [ms]
Flg Rate (Flanger Rate) Past de modulatiesnelheid aan van het flanger-effect.
39: FLANGER/DELAY Dit effect maakt een parallelle verbinding tussen een flanger en een delay. De parameters zijn dezelfde als die van Ò36: FLANGER → DELAYÓ. De Delay Balance-parameter past hier echter de volumebalans aan tussen de directe klank en de delay-klank. fig.MFX-39
Balans D
L in
Waarde: 0.05Ð10.00 [Hz]
L uit Flanger
Flg Depth (Flanger Depth)
Feedback Feedback
Past de modulatiediepte aan van het flanger-effect.
Delay
Waarde: 0Ð127 R in
Waarde: -98Ð +98 [%]
Flg Balance (Flanger Balance) #2 Past de volumebalans aan tussen de chorus-klank en de chorus-klank die door de flanger wordt gestuurd. Met een instelling van ÒD100:0WÓ wordt alleen de chorus-klank uitgestuurd. Met een instelling van ÒD0:100WÓ wordt alleen de chorus-klank uitgestuurd die door de flanger werd gestuurd.
Balans W
R uit Balans D
Flg Feedback (Flanger Feedback Level) Past de hoeveelheid (%) flanger-klank aan die naar het effect wordt teruggestuurd. Negatieve (-) instellingen draaien de fase om.
Balans W
40: CHORUS/FLANGER Dit effect maakt een parallelle verbinding tussen een chorus en een flanger. De parameters zijn dezelfde als die van Ò37: CHORUS → FLANGERÓ. De Flanger Balance-parameter past hier echter de volumebalans aan tussen de directe klank en de flanger-klank. fig.MFX-40
Balans D
L in
L uit Chorus
Balans W
Feedback
Flanger
Waarde: D100:0WÐD0:100W R in
Balans W
R uit Balans D
105
Hoofdstuk 6
Flg Pre Delay (Flanger Pre Delay-tijd)
Hoofdstuk 6. Effectinstellingen
41: LOFI
42: SLICER
Dit effect vermindert bewust de audio-kwaliteit van een
Door de klank een aantal opeenvolgende malen af te snijden,
klank om een Lo-Fi-klank te simuleren. Het is zeer effici‘nt
zorgt dit effect dat een gewone klank klinkt alsof hij gespeeld
bij drums.
wordt als een begeleidingsfrase. Dit is vooral effici‘nt bij klanken van het sustain-type.
L in
R in
Lo-Fi
Lo-Fi
2-Band EQ
2-Band EQ
L uit L in
Slicer
L uit
R in
Slicer
R uit
R uit
Bit Down Deze instelling vermindert de audio-kwaliteit. De audiokwaliteit wordt slechter wanneer deze instelling verhoogd wordt.
Timing Pttern (Timing-patroon) Selecteert een patroon om de timing te bepalen waaraan de klank wordt afgesneden.
Waarde: 0Ð7
Waarde: 1Ð34
S-Rate Down (Sample-Rate Down)
Accent Pttern (Accent-patroon)
Maakt het uitgangssignaal ruwer. De klank wordt ruwer wanneer de instelling wordt verlaagd.
Bepaalt de plaats van de accenten.
Waarde: 32, 16, 8, 4 [kHz]
Post Gain
Waarde: 1Ð16
Accent Level
Past het uitgangssignaal aan.
Past het volume van de accenten aan. Verhoogt men deze instelling, dan wordt het accent meer beklemtoond.
Value: 0, +6, +12, +18 [dB]
Waarde: 0Ð127
Low Gain
Attack
Past de ingangsgevoeligheid aan van het lage frequentiebereik.
Past de attack-snelheid aan van de klank. Verhoogt men deze instelling, dan wordt de attack sneller.
Waarde: -15Ð +15 [dB]
Waarde: 1Ð10
High Gain Past de ingangsgevoeligheid aan van het hoge frequentiebereik. Waarde: -15Ð +15 [dB]
Rate #1 Stelt de periode van het patroon in. Waarde: 0.05Ð10.00 [Hz], nootwaardesymbolen
Output Bepaalt hoe de klank wordt uitgestuurd. Met een instelling op ÒMONO Ó wordt de klank in mono uitgezonden. Waarde: MONO, STEREO
Level (Uitgangsvolume) #1 #2 Bepaalt het uitgangsvolume van het Lo-Fi -effect. Waarde: 0Ð127
Snelheidsparameters kunnen worden ingesteld als een nootwaarde van een bepaald tempo.Bepaal in dit geval de waarde van de gewenste noot. De tempo-instelling (pg. 76) verandert in het basistempo.
Reset #2 Deze instelling bepaalt of het patroon opnieuw wordt ingesteld (ON), of niet (OFF) wanneer de klanken gespeeld worden. Waarde: OFF, ON
Level (Uitgangsvolume) Past het uitgangsvolume aan. Waarde: 0Ð127
106
Hoofdstuk 6. Effectinstellingen
Multi-Effect instellen op On/Off voor individuele parts Voor individuele parts kan u alleen bepalen of u de multi-
3. Druk op [ENTER]. 4. Druk een aantal maal op de numerieke toets [7] om het gewenste onderwerp te selecteren. fig.R06-05
effecten gaat gebruiken (ON), of niet (OFF) wanneer Source is ingesteld op PERFORMANCE. 1. Druk op [EDIT] waardoor het lampje gaat branden. 2. Gebruik VALUE [-]/[+] om ÒPerformance PartÓ te selecteren. 3. Druk op [ENTER]. 4. Druk op PART [
]/[
] om de part te selecteren.
5. Druk een aantal maal op de numerieke toets [6] om ÒSwitchÓ te selecteren. fig.R06-04
* Als u [SHIFT] ingedrukt houdt en u drukt op [7] keert u terug naar het vorige onderwerp. 5. Gebruik VALUE [-]/[+] om de waarde in te stellen. * Herhaal stappen 4Ð5 als u instellingen wil maken voor andere parts. 6. Druk op [EDIT]. Het lampje van [EDIT] dooft en u keert terug naar het vorige scherm.
Type (Chorus-type)
7. Druk op [EDIT].
Het lampje van [EDIT] dooft en u keert terug naar het vorige scherm.
U kan kiezen uit 8 soorten chorus. Waarde: CHORUS1Ð4:
Algemene chorus-instellingen. Geeft de klank adem en volheid.
FEEDBACK CHORUS: Chorus die een flanger-achtig effect, produceert en een zachte klank maakt.
Chorus-instellingen maken
FLANGER:
Dit effect maakt een stijgend en dalend geluid als dat van een straalvliegtuig.
SHORT DELAY:
Er zijn acht soorten chorus die u kan selecteren. Nadat u het type heeft geselecteerd, kan u de waarden van elke parameter veranderen.
Dit is een delay met een korte delaytijd.
SHORT DELAY(FB):
Dit is een delay met een korte delaytijd en veel herhalingen.
Bovendien kan u verschillende instellingen van chorus-depth maken (de toegepaste hoeveelheid) voor elke afzonderlijke part in een uitvoering.
Pre-LPF (Chorus pre-low pass filter)
U kan voor elke afzonderlijke uitvoering verschillende chorus-instellingen maken.
Selecteer het type en stel elke parameter in Wanneer u het Chorus -type verandert, worden acht verschillende Chorus/chorus-parameters automatisch naar de optimale waarde veranderd. In plaats van de parameters ŽŽn voor ŽŽn in te stellen, kan u beter de instellingen gemakkelijker maken door eerst het Chorus-type in te stellen en daarna alleen de noodzakelijke parameters te veranderen. Deze instellingen kunnen voor elke afzonderlijke uitvoering verschillend worden gemaakt. 1. Druk op [EDIT] waardoor het lampje gaat branden. 2. Gebruik VALUE [-]/[+] om ÒTone/Drum/ PFMCommonÓ te selecteren.
Een low-pass filter kan toegepast worden op de klank die in de chorus komt om het hoge frequentiebereik af te snijden. Hogere waarden snijden meer hoge frequenties af, waardoor men een zachte chorus-klank krijgt. Waarde: 0Ð7
Level (Chorus-niveau) Stelt de hoeveelheid chorus-klank in. Waarde: 0Ð127
Feedback (Chorus Feedback-niveau) Bepaalt het volume waaraan de chorus-klank terug naar de chorus wordt gestuurd. Als men feedback gebruikt, kan men een dichtere chorus-klank cre‘ren. Hogere waarden resulteren in een hoger feedback-niveau. Waarde: 0Ð127
107
Hoofdstuk 6
6. Druk op VALUE [-]/[+] om de waarde te selecteren (OFF, ON).
Hoofdstuk 6. Effectinstellingen
Reverb-instellingen maken
Delay (Chorus Delay-tijd) Stelt de delay-tijd in van het chorus-effect.
U kan voor elke afzonderlijke uitvoering verschillende
Waarde: 0Ð127
reverb-instellingen maken.
Rate (Chorus-snelheid)
Er zijn acht soorten reverb die u kan selecteren. Nadat u het
Stelt de snelheid (frequentie) in waaraan de chorus-klank
type heeft geselecteerd, kan u de waarden van elke
gemoduleerd wordt. Hogere waarden resulteren in een
parameter veranderen.
snellere modulatie.
Bovendien kan u verschillende instellingen van reverb-depth
Waarde: 0Ð127
maken (de toegepaste hoeveelheid) voor elke afzonderlijke part in een uitvoering.
Depth (Chorus Depth) Stelt de diepte in waarmee de chorus-klank gemoduleerd wordt. Hogere waarden resulteren in een diepere modulatie. Waarde: 0Ð127
Send levl to Rev (Chorus send-niveau naar reverb) Stelt de hoeveelheid chorus in dat naar de reverb wordt gestuurd. Hogere waarden resulteren in meer verstuurde klank. Waarde: 0Ð127
Selecting the Type and Setting Each Parameter Wanneer u het Reverb -type verandert, worden zes verschillende reverb-parameters, met inbegrip van de aard van de reverb, automatisch naar de optimale waarde veranderd. In plaats van de parameters ŽŽn voor ŽŽn in te stellen, kan u beter de instellingen gemakkelijker maken door eerst het Reverb-type in te stellen en daarna alleen de noodzakelijke parameters te veranderen. Deze instellingen kunnen voor elke afzonderlijke uitvoering verschillend worden gemaakt.
De chorus-diepte van elke part instellen Send Level (Chorus send-niveau) Stelt de hoeveelheid chorus in die op elke part wordt toegepast. Waarde: 0Ð127 1. Druk op [EDIT] waardoor het lampje gaat branden.
1. Druk op [EDIT] waardoor het lampje gaat branden. 2. Gebruik VALUE [-]/[+] om ÒTone/Drum/ PFMCommonÓ te selecteren. 3. Druk op [ENTER]. 4. Druk een aantal maal op de numerieke toets [8] om het gewenste onderwerp te selecteren. fig.R06-07
2. Gebruik VALUE [-]/[+] om ÒPerformance PartÓ te selecteren. * Als u [SHIFT] ingedrukt houdt en u drukt op [8] keert u terug naar het vorige onderwerp.
3. Druk op [ENTER]. 4. Druk op PART [
]/[
] om de part te selecteren.
5. Druk een aantal maal op de numerieke toets [7] om ÒSend LevelÓ te selecteren.
5. Gebruik VALUE [-]/[+] om de waarde in te stellen. * Herhaal stappen 4Ð5 als u instellingen wil maken voor andere parts.
fig.R06-06
6. Druk op [EDIT].
6. Druk op VALUE [-]/[+] om de waarde te selecteren (0127). 7. Druk op [EDIT]. Het lampje van [EDIT] dooft en u keert terug naar het vorige scherm.
108
7. Het lampje van [EDIT] dooft en u keert terug naar het vorige scherm.
Hoofdstuk 6. Effectinstellingen
Type (Reverb-type) U kan kiezen uit 8 soorten reverb.
De reverb-diepte van elke individuele part instellen
Waarde:
HALL1, 2:
Simuleert de galm van kamerinterieurs.
Send Level (Reverb send-niveau)
Produceert een welbepaalde en
Stelt de hoeveelheid galm in die op elke part wordt
ruimtelijke galm.
toegepast.
Simuleert de galm die men hoort in
Waarde: 0Ð127
zalen. Produceren een diepere galm dan de Room-reverbs. PLATE:
Simuleert een galmplaattoestel (een soort artifici‘le reverb waarbij men gebruik maakte van een metalen plaat).
DELAY:
Een standaard-delay, die echo-effecten simuleert.
PANNING DELAY: Dit is een speciale delay waarin de delay-klank wisselt tussen links en rechts. Effici‘nt wanneer u in stereo luistert.
Character (Reverb Character) Selecteert het soort reverb. 0Ð5 zijn reverb-effecten en 6 en 7 zijn delay-effecten. Waarde: 0Ð7
Pre-LPF (Reverb pre-low pass filter)
1. Druk op [EDIT] waardoor het lampje gaat branden. 2. Gebruik VALUE [-]/[+] om ÒPerformance PartÓ te selecteren. 3. Druk op [ENTER]. 4. Druk op PART [
]/[
] om de part te selecteren.
5. Druk een aantal maal op de numerieke toets [8] om ÒSend LevelÓ te selecteren. fig.R06-08
6. Druk op VALUE [-]/[+] om de waarde te selecteren (0127). 7. Druk op [EDIT]. Het lampje van [EDIT] dooft en u keert terug naar het vorige scherm.
Een low-pass filter kan toegepast worden op de klank die in de reverb komt om het hoge frequentiebereik af te snijden. Hogere waarden snijden meer hoge frequenties af, waardoor men een zachtere galm krijgt. Waarde: 0Ð7
Level (Reverb-niveau) Stelt de hoeveelheid galmklank in. Hogere waarden resulteren in een luidere galm. Waarde: 0Ð127
Time (Reverb-tijd) Stelt de tijdspanne in waarin de galm voortduurt. Hogere waarden resulteren in een langere galm. Value: 0Ð127
Delay Feedback (Reverb Delay Feedback) Deze parameter is beschikbaar wanneer Reverb Character (aard) op 6, 7 is ingesteld of als Reverb Type (Type) op Delay of Panning Delay staat. Bepaalt de waarde waarin delays zich herhalen. Hogere waarden resulteren in een meer delayherhalingen. Waarde: 0Ð127
109
Hoofdstuk 6
ROOM1Ð3:
Hoofdstuk 7. Uw eigen originele toon of drumset creëren Een toon creëren U kan de instellingen van een Preset-toon veranderen om uw
Wah-effect en Vibrato-effect
eigen originele toon te cre‘ren. Een door u gecre‘erde toon
Wanneer men de afsnijfrequentie van de filter met de
kan worden opgeslagen als een User-toon.
LFO verandert, cre‘ert men het Òwah-effectÓ en als men
Tonen bestaan uit verschillende parameters, plus multi-
de toonhoogte met de LFO verandert, maakt men het
effectparameters. Om uw eigen toon te cre‘ren, moet u deze parameters veranderen.
zogenaamde Òvibrato effect.
* Zie de instructies voor het maken van Tone multi-effectsinstellingen (pg. 81). * U kan de knoppen gebruiken om de parameters, met uitzondering van Tone Name, in real-time te veranderen (pg. 74).
Toonparameters die ingesteld kunnen worden [1] TONE Tone Name U kan de naam van de door u gemaakte toon veranderen. Het maximale aantal karakters voor een naam is twaalf. Waarde:spatie, A--Z, a--z, 0--9,! Ò # $ % & ' ( ) * + , - . / : ; < = >?@[´]^_`{|}
LFO Rate Past de modulatiesnelheid, of snelheid, van de LFO aan. Waarde: -64Ð +63
LFO Depth Bepaalt de diepte van de LFO.
Filter Cutoff Stelt de frequentie in waarop de boventonen worden afgesneden. Dit verandert de helderheid van de klank. Waarde: -64Ð +63
Filter Resonance Voorziet in een aanpassing van de hoeveelheid klemtoon die er op de boventonen in de buurt van de afsnijfrequentie moet worden geplaatst. De klank krijgt een eigenaardig effect. Waarde: -64Ð +63
Envelope Attack (Envelope attack-tijd) Past de tijd aan die nodig is voordat men het eerste deel van een klank (de ÔattackÕ) hoort nadat een toets werd ingedrukt. Waarde: -64Ð +63
Envelope Decay (Envelope-uitsterftijd) Past de tijd aan die nodig is voordat de klank het ÒSustain LevelÓ bereikt. Het Sustain-niveau is het punt waarop de meeste volume- en afsnijfrequentiewijzigingen zijn gestabiliseerd. Waarde: -64Ð +63
Waarde: -64Ð +63
Envelope Release (Envelope release-tijd)
LFO Delay
Past de tijd aan die nodig is om de klank te laten weggaan nadat een toets werd losgelaten.
Met deze instelling kan u het interval aanpassen dat moet voorbijgaan vanaf het moment dat een toets wordt ingedrukt tot wanneer de LFO toegepast wordt. Waarde: -64Ð +63
Waarde: -64Ð +63 fig.R07-01
A: Attack-tijd D: Decay-tijd R: Release-tijd
Volume
Klank stopt
LFO Filter Sw (LFO filter-schakelaar) Bepaalt of de LFO de afsnijfrequentie van de filter (ON) of de toonhoogte (OFF) verandert. De parameterwaarde verandert wanneer men op FILTER [LFO ON/OFF] drukt. Waarde: OFF, ON
110
Sustainniveau A Noot aan
D
R Noot uit
Tijd
Hoofdstuk 7. Uw eigen originele toon of drumset creëren
Een toon creëren 1. Selecteer de toon die u wil bewerken. * Wanneer de Key-modus op Split of Dual staat, moet u op PART [
]/[
] drukken om de part te selecteren met de
toon die u wil bewerken. fig.R07-02
Huidige part
Upper part Lower part
De tekening hierboven toont een voorbeeld waarin de upper part is geselecteerd. 2. Druk op [EDIT] waardoor het lampje gaat branden. 3. Gebruik VALUE [-]/[+] om ÒTone/Drum/ PFMCommonÓ te selecteren. 4. Druk op [ENTER]. 5. Druk een aantal maal op de numerieke toets [1] om het onderwerp te selecteren dat u wil instellen.
Hoofdstuk 7
fig.R07-03
* Als u [SHIFT] ingedrukt houdt en op [1] drukt, keert u terug naar het vorige onderwerp. 6. Druk op [ ]/[ ] om de cursor naar het eerste karakter van de naam te verplaatsen. * Merk op dat u gewoon van part wisselt wanneer u op PART [ ]/[ ] drukt als er een ander scherm dan het Tone Name-scherm wordt getoond,. 7. Gebruik VALUE [-]/[+] om de waarde in te stellen. * Herhaal stappen 5Ð7 als u instellingen wil maken voor andere parts. 8. Druk op [EDIT]. Het lampje van [EDIT] dooft en u keert terug naar het vorige scherm.
111
Hoofdstuk 7. Uw eigen originele toon of drumset creëren
Een drumset creëren
Een drumset creëren 1. Selecteer de drumset die u wil veranderen.
U kan uw eigen drumset cre‘ren door de percussieinstrumentklanken in ŽŽn van de Preset drumsets te bewerken. De door u gecre‘erde drumset kan als een Userdrumset worden bewaard.
* Wanneer de Key-modus op Split of Dual staat, moet u op PART [
]/[
] drukken voor het selecteren van de part
met de drumset die u wil bewerken. fig.R07-04
Huidige part
Er kunnen vijf aspecten van een drumset gewijzigd worden. Om uw eigen drumset te cre‘ren, moet u deze parameters veranderen.
Drumset-parameters die kunnen worden ingesteld [2] Drum (DRUMS) DrumSet Name (Drumsetnaam) U kan de naam van de door u gecre‘erde drumset veranderen. Twaalf is het maximaal aantal lettertekens dat kan worden gebruikt in namen. Waarde:spatie, A--Z, a--z, 0--9, ! " # $ % & ' ( ) * + , - . / : ; < = >?@[´]^_`{|}
Toonhoogte Past de toonhoogte van de percussieklank aan in stappen van een halve toon. Waarde: -60Ð +67
Niveau
Upper part Lower part
De tekening hierboven toont een voorbeeld waarin de lower part geselecteerd is. 2. Druk op [EDIT] waardoor het lampje gaat branden. 3. Gebruik VALUE [-]/[+] om ÒTone/Drum/ PFMCommonÓ te selecteren. 4. Druk op [ENTER]. * Druk een aantal maal op de numerieke toets [2] om het onderwerp te selecteren dat u wil instellen * Als u [SHIFT] ingedrukt houdt en op [2] drukt, keert u terug naar het vorige onderwerp. 5. Druk op een toets om het percussie-instrument dat u wil bewerken te selecteren, behalve wanneer u een naam geeft aan een drumset. fig.R07-05
Past het volume aan van de percussieklank. Waarde: 0Ð127
Pan Hiermee kan u de panning (plaatsing van het klankbeeld) instellen voor elke klank (uitsluitend verkregen met een stereo-output). Wanneer de waarde voor L verhoogd wordt, zal een groter deel van de klank gehoord worden alsof hij van links komt. Op dezelfde manier wordt er meer klank rechts gehoord wanneer de waarde van R wordt verhoogd. Wanneer u de instelling op RANDOM zet, krijgt u een speciaal effect waarbij de klank zich willekeurig van links naar rechts verplaats wanneer men een toets aanslaat. Waarde: RANDOM, L63Ð0Ð63R
Reverb-diepte Past de diepte van de reverb aan. Waarde: 0Ð127
112
* Als u de percussieklank van een toets wil veranderen die buiten het klavierbereik ligt, moet u de Transpose-functie gebruiken (pg. 48) om het bereik van het klavier op te schuiven. ]/[ ] om de cursor naar het eerste 6. Druk op [ karakter van de naam te verplaatsen. * Merk op dat u gewoon van part wisselt wanneer u op PART [ ]/[ ] drukt als er een ander scherm dan het Tone Name scherm wordt getoond. 7. Gebruik VALUE [-]/[+] om de waarde in te stellen. * Herhaal stappen 5Ð8 als u instellingen wil maken voor andere parts. 8. Druk op [EDIT]. Het lampje van [EDIT] dooft en u keert terug naar het vorige scherm.
Hoofdstuk 8. Uw instellingen bewaren Bewaren van tonen/ drumsets / uitvoeringen Wanneer de instellingen van Tone veranderd worden, gaat het Ò.Ó in de rechteronderhoek van de display branden, waardoor wordt aangegeven dat er iets aan de instellingen voor de geselecteerde toon, drumset of uitvoering gewijzigd werd.
5. Wanneer u een toon bewerkt, moet u een aantal maal op de numerieke toets [1] drukken om ÒTone NameÓ te selecteren. Wanneer u een drumset bewerkt, moet u een aantal maal op de numerieke toets [2] drukken om ÒDrum Set NameÓ te selecteren. Wanneer u een uitvoering bewerkt, moet u een aantal maal op de numerieke toets [3] drukken om ÒPERFORMANCE NameÓ te selecteren. fig.R08-03
fig.R08-01exp
Wanneer tooninstellingen veranderd worden
Wanneer drumsetinstellingen veranderd worden
Wanneer uitvoeringsinstellingen veranderd worden
* Als u [SHIFT] ingedrukt houdt en op [1] of [2] drukt, keert u terug naar het vorige onderwerp. 6. Druk op [ ]/[ ] om de cursor naar het eerste karakter van de naam te verplaatsen.
Als u een andere toon, drumset of uitvoering selecteert wanneer het punt verlicht is, worden de huidige instellingen gewist. Als er instellingen zijn die u wil bewaren, moet u deze in het User-geheugen bewaren. * U kan de instellingen van de toon, drumset of uitvoering eveneens in een externe sequencer bewaren (pg. 115).
7. Gebruik VALUE [-]/[+] om de waarde in te stellen. De volgende karakters zijn beschikbaar. Waarde:spatie, A--Z, a--z, 0--9, ! " # $ % & ' ( ) * + , - . / : ; <=>?@[´]^_`{|} 8. Herhaal stappen 6Ð7 om de naam in te geven.
Een naam toewijzen Een handige manier om verschillende instellingen van elkaar te onderscheiden, is het veranderen van hun naam vooraleer men iets bewaart. 1. Selecteer de toon, drumset of uitvoering waarvan u de naam wil veranderen (pg. 23, 26, 29, 30, 56). * Wanneer men de toon- en drumsetnamen verandert en de Keymodus ingesteld is op Split of Dual, moet u op PART [ ]/ [ ] drukken om de part te selecteren waarvan de toon of drumset moet worden bewerkt. Voorbeeld:
Upper kan bewerkt worden
Het lampje van [EDIT] dooft en u keert terug naar het vorige scherm.
Bij het ingeven van karakters kan u de volgende handelingen eenvoudig uitvoeren door op FAVORITE PERFORM BANK [1]Ð [8] te drukken. [1]: Er verschijnt een Ò.Ó op de plaats van de cursor. [2]: Er verschijnt een spatie op de plaats van de cursor. [3]: Er verschijnt een ÒAÓ op de plaats van de cursor. [4]: Er verschijnt een ÒaÓ op de plaats van de cursor. [5]: Er verschijnt een Ò0Ó op de plaats van de cursor.
fig.R08-02
[6]: Verwisselt kleine letters en hoofdletters. [7]: Voegt een spatie in op de plaats van de cursor. 2. Druk op [EDIT] waardoor het lampje gaat branden.
[8]: Wist een karakter op de plaats van de cursor en verplaatst de volgende karakters naar links.
3. Gebruik VALUE [-]/[+] om ÒTone/Drum/ PFMCommonÓ te selecteren. 4. Druk op [ENTER].
113
Hoofdstuk 8
9. Druk op [EDIT].
Hoofdstuk 8. Uw instellingen bewaren
Hoe bewaren * Wanneer u een toon of een drumset bewaart als de Key-modus op Split of Dual is ingesteld, dan wordt de toon of de drumset bewaard die aan de geselecteerde part is toegewezen.
Opmerkingen
13. Druk op de numerieke toetsen ([1]-[0]) om het bestemmingsnummer te specifi‘ren. Toon:
001Ð128
Drumset:
001, 002
Uitvoering:
001Ð128
* Als u een fout maakt, moet u op [EXIT] drukken en het nummer opnieuw ingeven.
fig.(!)
* U kan het nummer ook specifi‘ren door op VALUE [-]/[+] te drukken. In dit geval moet u in stap 5 niet op [ENTER] drukken. Wanneer er gegevens naar het User-geheugen worden weggeschreven, verschijnt de boodschap ÒKEEP POWER ON!Ó in de display; let er op dat u nooit de stroom uitzet wanneer deze boodschap verschijnt. Als de stroom uitgezet of onderbroken wordt terwijl de gegevens naar het geheugen worden weggeschreven, is het mogelijk dat de interne gegevens beschadigd raken en dat u de stroom niet meer kan aanzetten. Als u er zich van vergewist hebt dat de interne gegevens verloren zijn gegaan, of als er een gelijkaardig probleem zich voordoet, moet u de handelaar waarbij u het instrument kocht of het dichtstbijzijnde Roland Service Center raadplegen. Merk echter op dat Roland niet verantwoordelijk is voor gevolgen van gegevensverlies en deze niet compenseert. * Wij raden u aan de Bulk Dump-handeling (pg. 115) te gebruiken als u belangrijke gegevens in een externe sequencer wil bewaren.
14. Druk op [ENTER] om het nummer te bevestigen. 15. Druk nogmaals op [ENTER] om de Save-handeling uit te voeren. Als de Save-handeling voltooid is, verschijnt ÒCompletedÓ in de display. Het lampje van [UTILITY] dooft en u keert terug naar het vorige scherm. * Als u de instellingen van een toon of drumset verandert zonder dat u de toon of de drumset hebt bewaard en daarna de uitvoering probeert te bewaren, zal de volgende boodschap in de display verschijnen. Als deze boodschap verschijnt, moet u de toon of de drumset met de gewijzigde instellingen bewaren vooraleer u de uitvoering bewaart. fig.R08-05
10. Druk op [EDIT] waardoor het lampje gaat branden. 11. Gebruik VALUE [-]/[+] om ÒWrite Tone/DrumÓ of ÒWrite PerformanceÓ te selecteren. * Selecteer ÒWrite Tone/DrumÓ als u tonen of drumsets bewaart. Selecteer ÒWrite PerformanceÓ als u uitvoeringen bewaart. 12. Druk op [ENTER]. fig.R08-04exp
Wanneer men tonen bewaart
Wanneer men drumsets bewaart
Wanneer men uitvoeringen bewaart
114
Hoofdstuk 8. Uw instellingen bewaren
Instellingen opslaan in een externe sequencer (Bulk Dump)
Bulk dump-procedure Soorten bulk dump Temporary:
Instellingen van de tijdelijke zone
systeeminstellingen naar een extern MIDI-toestel wordt een
User Tone:
Instellingen van alle User-tonen
ÒBulk DumpÓ genoemd. U kan een bulk dump uitvoeren met twee RS-5/9-toestellen die aan elkaar zijn aangesloten of
User Drum Set:
Instellingen van alle User-drumsets
wanneer u de toon-, drumset-, uitvoerings- of
System Setup:
Het versturen van toon-, drumset-, uitvoerings- of
systeeminstellingen in een extern MIDI-toestel wil opslaan als veiligheids-backup van de gegevens van de RS-5/9.
User Performance: Instellingen van alle User-uitvoeringen Instellingen van System Setup
Volgende system setup-parameters worden echter niet met bulk dump verstuurd. ¥ GM System ON Sw
Het toestel ID-nummer instellen Stel het toestel ID-nummer in wanneer u een bulk dump uitvoert. Dit nummer is in de fabrieksinstellingen ingesteld op Ò17Ó. Normaal gezien is het niet nodig dit nummer te veranderen wanneer men gegevens verstuurt naar een sequencer of een gelijkaardig toestel. Als u het nummer toch wil veranderen, moet u de volgende procedure uitvoeren om de instellingen te maken. * Als u de instellingen tegelijkertijd voor twee RS-5/9-toestellen wil maken, moet u het toestel ID-nummer van elke RS-5/9 op dezelfde waarde instellen.
¥ GM2 System ON Sw ¥ Rx SysEx Sw ¥ Device ID# ¥ LCD Contrast All:
Alle vijf bovenstaande instellingen
1. Gebruik een MIDI-kabel om de MIDI OUT-connector van de RS-5/9 aan te sluiten op de MIDI IN-connector van de externe sequencer. 2. Druk op [UTILITY] waardoor het lampje gaat branden.
1. Druk op [EDIT] waardoor het lampje gaat branden.
3. Gebruik VALUE [-]/[+] om ÒBulk DumpÓ te selecteren.
2. Gebruik VALUE [-]/[+] om ÒSystem SetupÓ te selecteren.
4. Druk op [ENTER].
3. Druk op [ENTER].
5. Gebruik VALUE [-]/[+] om de types Bulk Dump te selecteren. fig.R08-07
Hoofdstuk 8
4. Druk een aantal maal op de numerieke toets [4] om ÒDevice ID#Ó te selecteren. fig.R08-06
6. Zet de externe sequencer in opnamemodus. * Als u [SHIFT] ingedrukt houdt en op [4] drukt, keert u terug naar het vorige onderwerp. 5. Druk op VALUE [-]/[+] om de waarde (17 tot 32) te selecteren. 6. Druk op [EDIT]. Het lampje van [EDIT] dooft en u keert terug naar het vorige scherm.
7. Druk op [ENTER] om de instellingen te versturen. De boodschap ÒTransmitting...Ó verschijnt in de display gedurende het verzenden van de gegevens. * Druk op geen enkele toets van het klavier wanneer Bulk Dump in werking is. Als men een toets indrukt, verstuurt men NootcommandoÕs vanuit de MIDI OUT- connector. Druk op [EXIT] om de Bulk Dump te annuleren. Als de verzending voltooid is, verschijnt ÒCompletedÓ in de display.
Welk soort gegevens zijn Bulk Dump-gegevens? Dit zijn gegevens van het type ÒExclusive-commandoÕsÓ.
Het lampje van [UTILITY] dooft en u keert terug naar het vorige scherm. 8. Stop de externe sequencer.
115
Hoofdstuk 8. Uw instellingen bewaren
De System Exclusive ontvangstschakelaar instellen
Bewaarde instellingen opnieuw in de RS-5/9 opslaan
Wanneer u bewaarde instellingen terugstuurt naar de RS-5/
* Vergeet niet dat wanneer u bewaarde instellingen opnieuw in
9, moet de Exclusive Receive-schakelaar op ON staan. In de
de RS-5/9 opslaat, de gegevens in de RS-5/9 overschreven
fabrieksinstellingen staat deze schakelaar op ÒON.Ó
zullen worden en verloren zullen gaan.
1. Druk op [EDIT] waardoor het lampje gaat branden. 2. Gebruik VALUE [-]/[+] om ÒSystem SetupÓ te selecteren. 3. Druk op [ENTER].
Opmerking fig.(!)
4. Druk een aantal maal op de numerieke toets [4] om ÒSystem ExclusiveÓ te selecteren. fig.R08-08
Wanneer er gegevens naar het User-geheugen worden weggeschreven, verschijnt de boodschap ÒKEEP POWER ON!Ó in de display; let er op dat u nooit de stroom uitzet wanneer deze boodschap verschijnt.
* Als u [SHIFT] ingedrukt houdt en op [4] drukt, keert u terug naar het vorige onderwerp. 5. Gebruik VALUE [-]/[+] om ÒONÓ in te stellen 6. Druk op [EDIT]. Het lampje van [EDIT] dooft en u keert terug naar het vorige scherm.
Als de stroom uitgezet of onderbroken wordt terwijl de gegevens naar het geheugen worden weggeschreven, is het mogelijk dat de interne gegevens beschadigd raken en dat u de stroom niet meer kan aanzetten. Als u er zich van vergewist hebt dat de interne gegevens verloren zijn gegaan, of als er een gelijkaardig probleem zich voordoet, moet u de handelaar waarbij u het instrument kocht of het dichtstbijzijnde Roland Service Center raadplegen. Merk echter op dat Roland niet verantwoordelijk is voor gevolgen van gegevensverlies en deze niet compenseert. 1. Gebruik een MIDI-kabel om de MIDI OUT-connector van de externe sequencer op de MIDI IN-connector van de RS-5/9 aan te sluiten. 2. Zet het toestel ID-nummer op dezelfde instelling als die waarmee u de bulk dump uitvoerde. Numerieke toets System Setup [4]:Toestel ID (pg. 115) 3. Zet de exclusive receive-schakelaar aan. Numerieke toets System Setup [4]:System Exclusive (zie vorige paragraaf) 4. Verstuur de gegevens (speel ze af) vanuit de externe sequencer. Wanneer het versturen voltooid is, keert u terug naar het vorige scherm. * Speel de externe sequencer aan het zelfde tempo af als dat waarmee u de bulk dump uitvoerde. Als u een sneller tempo gebruikt, is het mogelijk dat de gegevens niet correct worden opgeslagen.
116
Hoofdstuk 9. De originele instellingen opnieuw instellen De fabrieksinstellingen herstellen (Factory Reset)
9. Druk op [ENTER]. Er verschijnt een bevestigingsboodschap. fig.R09-02
U kan alle instellingen van User-uitvoeringen, User-tonen, User-drumset en System Setup terugbrengen tot hun fabrieksinstellingen.
10. Druk op [ENTER] om de Factory Reset uit te voeren.
* Als het intern geheugen van de RS-5/9 al belangrijke gegevens
Als de Factory Reset voltooid is, verschijnt ÒCompletedÓ in de display.
bevat die u hebt gecre‘erd, zullen deze gegevens door deze
Het lampje van [UTILITY] dooft en u keert terug naar
handeling verloren gaan. Bewaar de gegevens die u wil
het vorige scherm.
bewaren door ze naar een externe sequencer te sturen (pg. 115).
fig.(!)
Wanneer er gegevens naar het User-geheugen worden weggeschreven, verschijnt de boodschap ÒKEEP POWER ON!Ó in de display; let er op dat u nooit de stroom uitzet wanneer deze boodschap verschijnt. Als de stroom uitgezet of onderbroken wordt terwijl de gegevens naar het geheugen worden weggeschreven, is het mogelijk dat de interne gegevens beschadigd raken en dat u de stroom niet meer kan aanzetten. Als u er zich van vergewist hebt dat de interne gegevens verloren zijn gegaan, of als er een gelijkaardig probleem zich voordoet, moet u de handelaar waarbij u het instrument kocht of het dichtstbijzijnde Roland Service Center raadplegen. Merk echter op dat Roland niet verantwoordelijk is voor gevolgen van gegevensverlies en deze niet compenseert. Er zijn vijf soorten Factory Reset voorzien in functie van de toepassing. User Tone:
Instellingen van alle User-tonen
User Drum Set:
Instellingen van alle User-drumsets
Als er geen GM of GM2 System On-commando in het begin staat van een song die u gemaakt hebt om met een GM of GM2-klankgenerator te gebruiken, dan moet u vooraleer u de playback speelt de klankgenerator van de RS-5/9 opnieuw instellen met de basisinstellingen van GM/GM2.
Daarnaast moet u ook de instellingen van de klankgenerator opnieuw instellen met de oorspronkelijke instellingen van GM of GM2 wanneer u songs cre‘ert die met GM of GM2-klangenerators moeten worden gebruikt. 11. Druk op [UTILITY] waardoor het lampje gaat branden. 12. Gebruik VALUE [-]/[+] om ÒInitializeÓ te selecteren. 13. Druk op [ENTER]. 14. Gebruik VALUE [-]/[+] om ÒGM System ONÓ of ÒGM2 System ONÓ te selecteren. fig.R09-03
15. Druk op [ENTER] om de Initialize-handeling uit te voeren.
System Setup:
Instellingen van System Setup
Als de Initialize-handeling voltooid is, verschijnt ÒCompletedÓ in de display.
All:
Alle vier bovenstaande instellingen
Het lampje van [UTILITY] dooft.
User Performance: Instellingen van alle User-uitvoeringen
5. Druk op [UTILITY] waardoor het lampje gaat branden. 6. Gebruik VALUE [-]/[+] om ÒFactory ResetÓ te selecteren. 7. Druk op [ENTER].
Wanneer de RS-5/9 werkt als een met het GM/GM2-systeem compatibele klankmodule, zal de display van Performance Select er als volgt uitzien. fig.R09-04
8. Gebruik VALUE [-]/[+] om het type Factory Reset te selecteren. fig.R09-01
* Om terug te keren naar de normale instelmodus nadat men de basisinstellingen van GM/GM2 heeft ingesteld, kan u ofwel van uitvoering wisselen ofwel vanuit de externe klankgenerator een GM System Off naar de RS-5/9 sturen.
117
Hoofdstuk 9
Opmerkingen
De basisinstellingen van GM/ GM2 opnieuw opslaan (GM/ GM2 SYSTEM ON)
Hoofdstuk 10. Werken met een extern MIDI-toestel Over MIDI MIDI (Musical Instruments Digital Interface) is een
MIDI-kanalen en multi-timbrale klankgeneratoren
standaardspecificatie waarmee muziekgegevens kunnen
MIDI verstuurt verschillende soorten gegevens via ŽŽn
uitgewisseld worden tussen elektronische
enkele MIDI-kabel. Dit is mogelijk dank zij de MIDI-kanalen.
muziekinstrumenten en computers. Als u met MIDIconnectoren uitgeruste MIDI-toestellen met een MIDI-kabel
Door de MIDI-kanalen kunnen commandoÕs die voor een
op elkaar aansluit, kan u verschillende instrumenten spelen
bepaald instrument bedoeld zijn, onderscheiden worden van commandoÕs die voor een ander instrument bedoeld zijn. Op
op ŽŽn enkel klavier, kan u verschillende MIDI-instrumenten
een bepaalde manier zijn MIDI-kanalen te vergelijken met
in ensemble laten spelen, kan u de instellingen zo
televisiekanalen. Door een kanaal op uw TV-ontvanger te
programmeren dat ze automatisch overeenkomen met de uitvoering terwijl een song afspeelt en nog veel meer.
veranderen, kan u de programmaÕs van andere stations
Als u de RS-5/9 vooral gebruikt als een op zichzelfstaand klavierinstrument, is het misschien niet noodzakelijk om veel over MIDI te weten. Toch geven wij hieronder informatie over MIDI, zodat u de RS-5/9 kan bespelen met behulp van een extern MIDI-toestel of andere gevorderde technieken kan beheersen.
bekijken. Dit kan omdat uw televisietoestel zo is ingesteld dat het alleen die informatie vertoont die door een bepaald station wordt uitgezonden. Op dezelfde manier maakt MIDI het mogelijk dat een toestel, uit de grote verscheidenheid informatie die er naar verzonden werd, alleen die informatie selecteert die voor dat toestel bedoeld is. fig.R10-02exp
De antennekabel stuurt de TV-signalen van verschillende zendstations. Station A
MIDI-connectoren Station B
De RS-5/9 is voorzien van de volgende drie soorten MIDIconnectoren.
Station C
fig.R10-01
De TV wordt afgesteld op het kanaal van het station dat u wil bekijken.
MIDI gebruikt zestien kanalen met nummers 1Ð16. Stel het ontvangen toestel zo in dat het alleen het te ontvangen kanaal kan ontvangen.
MIDI IN-connector Hier worden uitvoeringscommandoÕs vanuit een extern MIDI-toestel ontvangen. De RS-5/9 die MIDI-commandoÕs ontvangt kan klanken uitsturen, tonen uitwisselen en andere handelingen uitvoeren.
MIDI OUT-connector Deze connectoren versturen MIDI-commandoÕs naar externe MIDI-toestellen. De MIDI OUT-connector van de RS-5/9 wordt zowel gebruikt voor het versturen van uitvoeringsgegevens van de klaviersturing als voor het bewaren van veelvuldige instellingen (Bulk Dump; pg. 115).
MIDI THRU-connector MIDI-commandoÕs die via de MIDI IN-connector worden ontvangen, worden vanuit deze connector opnieuw en ongewijzigd doorgestuurd naar een extern MIDI-toestel. Gebruik dit in situaties waarin u bijvoorbeeld meerdere MIDI-toestellen tegelijkertijd gebruikt.
118
Voorbeeld: Stel de RS-5/9 in om kanaal 1 en kanaal 2 te versturen en stel daarna klankmodule A zo in om uitsluitend kanaal 1 te ontvangen en klankmodule B uitsluitend kanaal 2. Met deze opstelling kan u een ensemble-uitvoering krijgen met, bijvoorbeeld, een gitaarklank vanuit module A en een bas vanuit module B. fig.R10-03exp
MIDI OUT Verzendkanaal: 1, 2
MIDI-klavier
MIDI IN
Klankmodule A
MIDI THRU
Ontvangkanaal: 1
Klank- Ontvangkanaal: 2 module B
MIDI IN
Wanneer de RS-5/9 gebruikt wordt als een klankmodule, kan hij maximaal zestien MIDI-kanalen ontvangen. Klankmodules zoals de RS-5/9 die verscheidene MIDIkanalen tegelijkertijd kunnen ontvangen om op elk kanaal verschillende klanken te spelen, noemt men Òmulti-timbrale klankmodules.Ó
Hoofdstuk 10. Werken met een extern MIDI-toestel
MIDI gebruikt verschillende soorten commandoÕs om een groot gamma informatie te versturen. MIDI-commandoÕs worden ruim onderverdeeld in twee verschillende categorie‘n: degene die behandeld worden via individuele MIDI-kanalen (kanaalcommandoÕs) en commandoÕs die niet aan afzonderlijke kanalen zijn verbonden (systeemcommandoÕs). De RS-5/9 gebruikt hoofdzakelijk de volgende MIDI-commandoÕs.
Kanaalcommando’s Dit zijn commandoÕs die gebruikt worden voor dingen die in een uitvoering gebeuren. Deze omvatten het grootste gedeelte van de MIDI commandoÕs.
Note On Dit commando wordt verstuurd wanneer er een toets wordt ingedrukt. Een Note-on-commando bevat de volgende drie soorten informatie: Note-on:
Er werd een noot gespeeld.
Note number: Welke noot er werd gespeeld Velocity:
De hoeveelheid kracht (snelheid) die gebruikt werd bij het spelen van de noot
De nootnummers vallen binnen een bereik van 0Ð127, waarbij de midden C (C4) nummer 60 is. fig.R10-04exp
Nootnaam C-1 0
C2 36
C3 48
C4 60
C5 72
C6 84
G9 127
Nootnummer
Note Off Dit commando wordt verstuurd wanneer er een toets wordt losgelaten. Wanneer er een Note-off-commando ontvangen wordt, zal deze noot worden uitgezet. Een Note-off-commando bevat de volgende drie soorten informatie. Note-off:
Er werd een noot losgelaten
Note number: Welke noot er werd losgelaten Velocity:
De hoeveelheid kracht (snelheid) die gebruikt werd bij het loslaten van de noot
Program Change Dit commando verandert de klank van het instrument. Op de RS-5/9 kan u tonen en drumsets omwisselen met behulp van programmanummers 1Ð128 (pg. 121, 123).
Control Change Dit zijn commandoÕs die gebruikt worden voor het opdrijven van de uitvoeringsexpressie. Door Modulation (CC# (Controller Number) 1), Pan (CC#10), Expression (CC#11), en andere Control Change-commandoÕs toe te wijzen aan de modulatiehendel, pedalen en knoppen kan u deze sturingen gebruiken om uitvoeringen te wijzigen (pg. 71). Bank Select-commandoÕs (CC#0, CC#32) wisselen tonen en drumsets; deze worden dus gebruikt in combinatie met Program Change-commandoÕs (pg. 121, 123).
Systeemcommando’s Deze categorie omvat exclusive-commandoÕs, commandoÕs die gebruikt worden voor synchronisatie en commandoÕs die een MIDI-systeem correct doen lopen.
Exclusive-commando’s Exclusive-commandoÕs zijn commandoÕs die worden gebruikt voor het uitwisselen van tonen en andere soorten gegevens tussen compatibele toestellen van dezelfde fabrikant. Als commandoÕs die worden uitgewisseld met behulp van MIDI slechts beperkt zouden zijn tot die commandoÕs die overeenkomen met de algemene MIDI-standaard, zou het niet mogelijk zijn om commandoÕs te versturen die eigen zijn aan ŽŽn fabrikant of die vastgelegd zijn voor een bepaald toestel. Door een formaat dat door elke fabrikant is vastgesteld, is het mogelijk om een brede waaier verschillende commandoÕs uit te wisselen. Met de RS-5/9 kan u Exclusive-commandoÕs gebruiken om tooninstellingen en andere instellingen in sequencers op te slaan (pg. 115).
Pitch Bend Change
Over MIDI-implementatiekaarten
Dit commando verstuurt elke beweging die door de Pitch Bend-hendel wordt gemaakt.
Hoewel een groot gamma commandoÕs voor uitvoeringen met MIDI kan worden behandeld, verschillen de commandoÕs die verstuurd en ontvangen kunnen worden afhankelijk van de functie van het aangesloten toestel. Om te kijken welke types MIDI-commandoÕs een toestel kan verzenden en ontvangen, kan u de MIDI-implementatiekaart raadplegen die in het handboek van elk toestel is ingesloten. CommandoÕs die in de kaarten van beide toestellen met een cirkel zijn gemerkt kunnen tussen de twee toestellen worden verstuurd.
Aftertouch Deze commandoÕs geven aan met hoeveel kracht het klavier werd ingedrukt nadat er een noot werd gespeeld. Er zijn twee soorten Aftertouch -commando: Channel Aftertouch dat op een volledig kanaal van toepassing is en Polyphonic Aftertouch dat op een individuele noot van toepassing is. De RS-5/9 kan geen Aftertouch-commandoÕs versturen wanneer er toetsen zijn ingedrukt. U kan wel Aftertouch-commandoÕs versturen die aan de modulatiehendel, een pedaal of een knop zijn toegewezen.
119
Hoofdstuk 10
MIDI-commando’s die door de RS-5/9 gebruikt worden
Hoofdstuk 10. Werken met een extern MIDI-toestel
Klanken spelen met de RS5/9 vanuit een externe MIDI-klankgenerator
Voorbeeld 3: Aansluiten op drie of meer externe MIDIklankgeneratoren fig.R10-07exp
MIDI IN MIDI-patcher
Als u de RS-5/9 op een extern MIDI-toestel aansluit met een MIDI-kabel en u de kanalen instelt, kan u klanken produceren vanuit de klankgenerator van het externe MIDItoestel door het klavier van de RS-5/9 te bespelen. Met de
MIDI IN
RS-5/9 kan u eveneens de tonen van de externe MIDI -
Klankmodule A
MIDI IN
klankgenerator omwisselen. MIDI OUT
Klankmodule B
Aansluiten op externe MIDI klankgeneratoren RS-5/9
Voorbeeld 1: Aansluiten op 1 externe MIDI-klankgenerator fig.R10-05exp
MIDI IN MIDI OUT
Klankmodule A
* Als u drie of meer MIDI-toestellen met elkaar verbindt met behulp van IN -> THRU -> IN -> THRU..., raakt het MIDI-signaal verstoort en kunnen fouten in de gegevens voorkomen. Gebruik in zulke gevallen een MIDI Thru Box. MIDI Thru Boxes zijn toestellen waardoor ŽŽn enkele MIDI-gegevensstroom naar een groot aantal MIDI-toestellen kan worden gestuurd zonder gegevensfouten te veroorzaken. 1. Zorg er voor dat de stroom van alle toestellen uitstaat vooraleer u aansluitingen gaat maken.
RS-5/9
2. Voorbeeld 2: Aansluiten op twee externe MIDIklankgeneratoren
Sluit een audio-toestel/systeem of een hoofdtelefoon aan nadat u ÒDe RS-5/9 op externe toestellen aansluitenÓ (pg. 14) hebt gelezen.
3. Sluit het externe MIDI-toestel aan met een MIDI-kabel zoals getoond wordt in onderstaande tekening.
fig.R10-06exp
MIDI IN
MIDI THRU
Klankmodule A
MIDI IN MIDI OUT
Klankmodule B
4. Zet de stroom van elk toestel aan, zoals beschreven wordt in ÒDe stroom aanzettenÓ (pg. 15).
Het verzendkanaal van het klavier instellen Wanneer u klaar bent met het aansluiten van het externe MIDI-toestel moet u het verzendkanaal van het klavier doen overeenkomen met het ontvangstkanaal van elke part van de externe MIDI-klankgenerator. Instellingen PART:
Verstuurt uitvoeringsgegevens via hetzelfde kanaal als het ontvangstkanaal van de uitvoerende part (pg. 122).
1Ð16:
De uitvoeringsgegevens van de RS-5/9 worden via een geselecteerd kanaal verstuurd.
RS-5/9
* CommandoÕs die in de MIDI IN-connector ontvangen worden, worden onveranderd vanuit de MIDI THRU-connector doorgestuurd.
Gewoonlijk staat dit kanaal op PART. Wanneer de Key-modus op Split of Dual staat, worden de uitvoeringsgegevens van de upper en lower parts over afzonderlijke kanalen verstuurd. Daarom kan u twee externe MIDI-klankgeneratoren aansturen. Het is mogelijk dat u deze wil instellen op kanalen 1Ð16 in situaties waarin u bijvoorbeeld de parts van de RS-5/9 wil omwisselen terwijl u speelt.
120
Hoofdstuk 10. Werken met een extern MIDI-toestel
Voor elke afzonderlijke uitvoering kunnen verschillende verzendkanaalinstellingen van het klavier worden ingesteld. 1. Druk op [EDIT] waardoor het lampje gaat branden. 2. Gebruik VALUE [-]/[+] om ÒTone/Drum/ PFMCommonÓ te selecteren. 3. Druk op [ENTER]. 4. Druk een aantal maal op de numerieke toets [4] om ÒChannelÓ te selecteren.
ToonwisselcommandoÕs worden in de hieronderstaande volgorde verstuurd via de verzendkanalen van het klavier (zie onderstaande informatie). 1. Bank Select MSB (controller-nummer 0) (BnH 00H mmH) 2. Bank Select LSB (controller-nummer 32) (BnH 20H mmH) 3. Program Change (CnH ppH) n: MIDI kanaalnummer mm, ll: Bank-nummer pp: Program-nummer
fig.R10-08
* MIDI-commandoÕs worden niet verzonden wanneer u een verschillende toon of drumset selecteert door naar een andere part te gaan.
6. Druk op [EDIT]. Het lampje van [EDIT] dooft en u keert terug naar het vorige scherm. Wanneer u op het klavier van de RS-5/9 speelt, worden de klanken tegelijkertijd door de RS-5/9 en de externe MIDI-klankgenerator gespeeld. * Raadpleeg de gebruikershandleiding van elk toestel voor instructies over het instellen van het ontvangstkanaal van de parts van elke externe MIDI-klankgenerator. * Als u wil dat de klanken uitsluitend door de externe MIDI-klankgenerator worden gespeeld, moet u Local control op OFF zetten (pg. 124).
Klanken op een ander toestel selecteren met behulp van de RS-5/9
* Deze commandoÕs voor klankselectie worden niet verzonden wanneer u een uitvoering selecteert. * Zie (pg. 123), ÒToonlijstÓ (p. 149, 150) en ÒDrumsetlijstÓ (pg. 151Ð154) voor Bank- en programmanummers die worden verstuurd met de selectie van elke toon en drumset.
Uitsluitend programmanummers versturen Als de externe MIDI-klankgenerator een Bank-nummer ontvangt waaraan geen toon werd toegewezen, kan een andere toon geselecteerd worden, of is het in sommige gevallen mogelijk dat er geen klank speelt. Om er zeker van te zijn dat de juiste toon geselecteerd is, is het beter dat u eerst de toongroep van de externe MIDIklankgenerator selecteert en daarna alleen nog het programmanummer doorstuurt. U kan dan tonen binnen dezelfde groep omwisselen. Om alleen het programmanummer te versturen, moet u de Bank Select-verzendschakelaar op OFF zetten.
Wanneer u klaar bent met het maken van aansluitingen en het instellen van de kanalen, kan u proberen de tonen van de externe MIDI-klankgenerator vanuit de RS-5/9 om te wisselen.
De Bank Select-verzendschakelaar be•nvloedt de RS-5/9 in zijn geheel (het is een systeeminstelling). Zulke instelling blijft in het geheugen bewaard, zelfs wanneer de stroom uit staat.
Wanneer u de toon of de drumset omwisselt met de paneelknoppen van de RS-5/9 worden er Bank Select (Controller Number 0, 32) en Program Change-commandoÕs voor de geselecteerde toon of drumset uitgestuurd via de MIDI OUT-connector. De toon die door de externe MIDIklankgenerator wordt gespeeld verandert in de toon die met deze MIDI-commandoÕs overeenkomt.
1. Druk op [EDIT] waardoor het lampje gaat branden. 2. Gebruik VALUE [-]/[+] om ÒSystem SetupÓ te selecteren. 3. Druk op [ENTER]. 4. Druk een aantal maal op de numerieke toets [4] om ÒBank SelectÓ te selecteren. fig.R10-09
Als de RS-5/9 aangesloten is op een met GM2-compatibele klankgenerator moet u, wanneer u een toon van het GM2-formaat kiest, een Preset-toon 257Ð512 of een drumset 12Ð20 selecteren. Bij Preset-tonen 1Ð128 en User-tonen 1Ð128 zijn de uitgestuurde programmanummers dezelfde als die van de corresponderende tonen. Als u de tonen wil omwisselen in functie van het programmanummer, moet u eerst de Bank Select-verzendschakelaar op OFF zetten (zie onderstaande informatie) waarna u uw tonen kan selecteren.
* Als u [SHIFT] ingedrukt houdt en op [4] drukt, keert u terug naar het vorige onderwerp. 5. Gebruik VALUE [-]/[+] om ÒOFFÓ in te stellen. 6. Druk op [EDIT]. Het lampje van [EDIT] dooft en u keert terug naar het vorige scherm.
121
Hoofdstuk 10
5. Druk op VALUE [-]/[+] om de waarde (1Ð16, PART) te selecteren.
Hoofdstuk 10. Werken met een extern MIDI-toestel
De klankgenerator van de RS5/9 spelen vanuit een extern MIDI-toestel Probeer nu de RS-5/9 te bespelen vanuit een extern MIDI-toestel.
Tone Change (Tone Changeontvangstschakelaar) Waarde: OFF, ON * Als de Tone Change-ontvangstschakelaar op OFF staat, kunnen er geen tonen vanuit een extern MIDI-toestel worden omgewisseld.
Een externe MIDI-toestel aansluiten
Voor elke afzonderlijke part in een uitvoering kunnen verschillende instellingen van het ontvangstkanaal- en de
fig.R10-10
Tone Change-ontvangstschakelaar worden gemaakt. MIDI OUT
1. Druk op [EDIT] waardoor het lampje gaat branden. 2. Gebruik VALUE [-]/[+] om ÒPerformance PartÓ te selecteren.
MIDI-klavier
3. Druk op [ENTER].
MIDI IN
4. Druk op PART [
]/[
] om Part te selecteren.
* Wanneer de Key-modus (pg. 34) is ingesteld op Split of Dual, kan u alleen de upper en de lower part selecteren. RS-5/9
1. Zorg er voor dat de stroom van alle toestellen uitstaat vooraleer met het aansluiten te beginnen.
5. Druk een aantal maal op de numerieke toets [4] om de in te stellen parameter te selecteren. fig.R10-11
2. Sluit een audio-toestel/systeem of een hoofdtelefoon aan nadat uÒDe RS-5/9 op externe toestellen aansluitenÓ (pg. 14) gelezen hebt. 3. Sluit de externe MIDI-klankgenerator aan met een MIDIkabel, zoals getoond wordt in bovenstaande tekening. 4. Zet de stroom van elk toestel aan zoals beschreven wordt in ÒDe stroom aanzettenÓ (pg. 15).
* Als u [SHIFT] ingedrukt houdt en op [4] drukt, keert u terug naar het vorige onderwerp. 6. Gebruik VALUE [-]/[+] om de waarde in te stellen. 7. Druk op [EDIT].
Het ontvangstkanaal en de Tone Change-ontvangstschakelaar instellen Wanneer u klaar bent met het aansluiten van het externe MIDI-toestel, moet u het ontvangstkanaal van elke part doen overeenstemmen met het verzendkanaal van het externe MIDI-toestel. U moet eveneens de Tone Change-ontvangstschakelaar voor elke part op ON zetten om er voor te zorgen dat tonen vanuit het externe MIDI-toestel kunnen worden omgewisseld. In de fabrieksinstellingen staat deze schakelaar op ON voor alle parts.
Channel (Ontvangstkanaal) Als het ontvangstkanaal op een waarde 1Ð16 is ingesteld, zal die part op het gespecifieerde kanaal muziekgegevens ontvangen. Waarde: 1Ð16, OFF * Aangezien er geen uitvoeringsgegevens kunnen worden ontvangen wanneer het ontvangstkanaal op OFF staat, zal men geen klank horen.
122
Het lampje van [EDIT] dooft en u keert terug naar het vorige scherm. * Raadpleeg het gebruikershandboek van het toestel voor instructies over het instellen van het verzendkanaal van het externe MIDI-toestel.
Hoofdstuk 10. Werken met een extern MIDI-toestel
Klanken van de RS-5/9 selecteren vanuit een extern MIDI-toestel
Drumset Groep
Nummer
Bank-nummer MSB
LSB
Program nummer
User
001, 002
64
00
001, 002
Preset
001Ð011
65
00
001Ð011
Preset
012
120
00
001
Preset
013
120
00
009
Preset
014
120
00
017
Select MSB (controller nummer 0) (BnH 00H mmH)-
Preset
015
120
00
025
commando.
Preset
016
120
00
026
Preset
017
120
00
033
Preset
018
120
00
041
Preset
019
120
00
049
Preset
020
120
00
057
Door vanuit het externe MIDI-toestel Bank Select- (Controller Number 0, 32) en Program Change-commandoÕs naar de RS5/9 te versturen, kan u tonen en drumsets omwisselen. 1. Verstuur een waarde naar de RS-5/9 voor het Bank
2. Verstuur een waarde naar de RS-5/9 voor het Bank Select LSB (controller-nummer 32) (BnH 20H mmH)commando. 3. Verstuur een Program Change (CnH ppH) naar de RS-5/9. * Uitvoeringen kunnen niet vanuit een extern MIDI-toestel worden omgewisseld.
Bank Number/Program Number Correspondentietabel De MIDI-commandoÕs die door het externe MIDI-toestel werden verstuurd, worden door de RS-5/9 ontvangen om tonen/drumsets te selecteren zoals in volgende tabel wordt getoond. ¥ Als er naar de programmanummers op uw het externe MIDI-toestel wordt verwezen als waarden van 0 tot 127, moet u het juiste nummer zoeken door het nummer in de volgende correspondentiekaart met 1 te verminderen.
Externe MIDI-sturingen gebruiken om de tonen van de RS-5/9 te veranderen Het gebruik van de modulatiehendel, de pedalen en de stuurknoppen om de tonen van de RS-5/9 in real-time te veranderen, wordt uitgelegd in Hoofdstuk 4. Het naar de RS-5/9 versturen van Controller-nummers die ingesteld zijn met Modulation Assign (pg. 71), Control Pedal Assign (pg. 73) en Knob Assign (pg. 74) heeft hetzelfde effect alsof men met de modulatiehendel, de pedalen en de knoppen zou werken.
* Wanneer de RS-5/9 een Program Change-commando ontvangt zonder Bank Select te ontvangen, springt hij over naar de toon of drumset met hetzelfde Bank-nummer als de huidig geselecteerde toon of drumset.
Groep
Nummer
Bank-nummer MSB
LSB
Programma nummer
User
001Ð128
64
00
001Ð128
Preset
001Ð128
65
00
001Ð128
Preset
129Ð256
66
00
001Ð128
Hoofdstuk 10
Toon
* Zie (pg. 149, 150) voor Bank-nummers en programmanummers die overeenkomen met de Presettoonnummers 257Ð512,.
123
Hoofdstuk 11. Uitvoeringen van de RS-5/9 opnemen in een extern toestel Opnemen in een externe sequencer
Local Control van de RS-5/9 op OFF zetten
Probeer nu een externe sequencer te gebruiken om uw
klaviersturing (pg. 62) en van de klankgenerator gescheiden
muziek op te nemen op meerdere sporen en speel daarna de
zijn, noemt men ÒLocal ControlÓ.
opgenomen uitvoering af.
De instelling die bepaalt of het gedeelte van de
Wanneer Local Control aan staat, zal er klank geproduceerd worden als men het klavier bespeelt en zal de toonhoogte
Aansluiten op een externe sequencer fig.R11-01exp
MIDI IN
MIDI OUT
veranderen wanneer men de pitch bend-hendel verplaatst. Wanneer Local Control uit staat, zal er geen klank geproduceerd worden als men het klavier bespeelt en zal de toonhoogte niet veranderen wanneer men de pitch bend-hendel verplaatst. De klankbron van de RS-5/9 produceert alleen geluid als reactie op commandoÕs die vanuit een extern MIDI-toestel ontvangen worden. fig.R11-02exp
Sequencer Opnemen MIDI-sequencer MIDI IN
Zet de ThruFunctie op On.
MIDI OUT
Alle uitvoeringsgegevens die in MIDI IN binnenkomen worden vanuit MIDI OUT verzonden.
MIDI IN
MIDI OUT
MIDI OUT
MIDI IN
RS-5/9
Klankgenererend gedeelte
1. Zorg er voor dat de stroom van alle toestellen uitstaat vooraleer u aansluitingen gaat maken. 2. Sluit een audio-toestel/systeem of een hoofdtelefoon aan nadat u ÒDe RS-5/9 op externe toestellen aansluitenÓ (pg. 14) hebt gelezen. 3. Sluit de RS-5/9 en de externe sequencer aan zoals in de tekening wordt afgebeeld. 4. Zet de stroom aan van elk toestel zoals beschreven in ÒDe stroom aanzettenÓ (pg. 15).
Instellingen maken vooraleer u opneemt Als men opneemt op een externe sequencer, moet men de volgende stappen uitvoeren. ¥ Zet Local Control van de RS-5/9 op OFF (zie volgende paragraaf). ¥ Zet de Thru-functie van de externe sequencer aan (pg. 125). ¥ Stel de uitvoering in (pg. 125). ¥ Stel het toestel ID-nummer in (pg. 125).
Instellen op In deze instelling zijn het Local Off. klavier en de sturingen
Klaviersturingsgedeelte
van de RS-5/9 losgekoppeld van het klankgenererend gedeelte. Ze kunnen dit dus niet rechtstreeks sturen.
RS-5/9 De uitvoeringsgegevens van het klaviersturingsgedeelte van de RS-5/9 worden uitgestuurd vanuit de MIDI OUT-connector en opgenomen door een sequencer. Deze uitvoeringsgegevens worden dan ook naar de RS-5/9 teruggestuurd vanuit de MIDI OUT-connector van de sequencer en door de klankgenerator van de RS-5/9 gespeeld.
Als Local Control zou aan staan, zou elke noot twee keer gespeeld worden: ŽŽn maal door de muziekgegevens van het klaviersturingsdeel en een andere maal door de gegevens die vanuit de sequencer worden gestuurd. Om zulk een dubbel spel te voorkomen, wordt de instelling van Local Control afgezet om het klaviersturingsgedeelte van het klankbrongedeelte af te scheiden. De instelling van Local Control be•nvloedt de RS-5/9 in zijn geheel (het is een systeeminstelling). Zulke instelling blijft in het geheugen opgeslagen, zelfs wanneer de stroom uit staat. 1. Druk op [EDIT] waardoor het lampje gaat branden. 2. Gebruik VALUE [-]/[+] om ÒSystem SetupÓ te selecteren.
124
Hoofdstuk 11. Uitvoeringen van de RS-5/9 opnemen in een extern toestel
3. Druk op [ENTER].
Het toestel-ID Number instellen
4. Druk een aantal maal op [4] om ÒLocal ControlÓ te
Stel het toestel ID-nummer (pg. 115) zo in dat de
selecteren. fig.R11-03
uitvoeringsinstellingen in het begin van de song worden opgenomen (zie volgende paragraaf).
Opnemen * Als u [SHIFT] ingedrukt houdt en op [4] drukt, keert u terug naar het vorige onderwerp. 5. Gebruik VALUE [-]/[+] om ÒOFFÓ in te stellen. 6. Druk op [EDIT]. Het lampje van [EDIT] dooft en u keert terug naar het vorige scherm. * Als uw sequencer niet voorzien is van een Thru-functie, moet u de Local Control van de RS-5/9 op ON zetten. * Onafhankelijk van de instelling van Local Control worden de muziekgegevens van een extern MIDI-toestel altijd ontvangen en spelen ze de interne klankbron.
De Thru-functie van de externe sequencer op ON zetten Zet de Thru-functie van de sequencer op ON. De sequencer neemt de uitvoeringsgegevens die via de MIDI-IN-connector ontvangen worden en stuurt de gegevens onveranderd door via de MIDI OUT-connector (zie vorige paragraaf). Raadpleeg uw gebruikershandleiding van uw sequencer om te bepalen of uw sequencer al dan niet over een MIDI Thrufunctie beschikt en voor instructies over het maken van de instellingen van de Thru-functie.
De uitvoeringsinstellingen in het begin van een song opnemen Neem eerst de uitvoeringsgegevens op in het begin van de song. Als dit voltooid is, zal wanneer een song van in het begin wordt afgespeeld, de RS-5/9 automatisch ingesteld worden met de uitvoeringsinstellingen die gebruikt werden tijdens de opname (onafgezien van de uitvoering die geselecteerd was op het moment dat de playback begon). Zo wordt er voor gezorgd dat de playback de juiste klanken en instellingen gebruikt. * Neem de song op in het tempo waarin hij moet worden afgespeeld. Als het tempo dat voor het afspelen van een song gewijzigd werd in een ander tempo dan dat van de opname, is het mogelijk dat de RS-5/9 de instellingen van de opgenomen uitvoering niet juist kan ontvangen, waardoor de uitvoeringsgegevens niet juist kunnen worden afgespeeld. 1. Druk op [UTILITY] waardoor het lampje gaat branden. 2. Gebruik VALUE [-]/[+] om ÒBulk DumpÓ te selecteren. 3. Druk op [ENTER]. 4. Gebruik VALUE [-]/[+] om ÒTemporaryÓ te selecteren. fig.R11-04
* Als uw sequencer niet over een Thru-functie beschikt, moet u de Local Control van de RS-5/9 op ON zetten.
Vooraleer u begint op te nemen, moet u de uitvoeringsinstellingen maken (selecteer de tonen en de Key-modus, maak instellingen voor multi-effecten, chorus en reverb, stel de knoppen in, enz.). De volgende instellingen zijn zeer belangrijk.
Het Keyboard-verzendkanaal instellen op PART (pg. 122) Als dit op PART is ingesteld, wordt uw spel via hetzelfde kanaal verstuurd als het ontvangstkanaal van de part die u speelt. Zet deze instelling op PART als u opneemt op een sequencer.
Het verzendkanaal instellen voor elke part (pg. 122)
5. Zet de externe sequencer in opnamemodus. 6. Druk op [ENTER] om de instellingen te versturen. De boodschap ÒTransmitting...Ó verschijnt gedurende het verzenden van de gegevens in de display. * Druk op geen enkele toets van het klavier wanneer Bulk Dump in werking is. Als men een toets indrukt, verstuurt men NootcommandoÕs vanuit de MIDI OUT- connector. Druk op [EXIT] om de Bulk Dump te annuleren. Als de verzending voltooid is, verschijnt ÒCompletedÓ in de display. Het lampje van [UTILITY] dooft en u keert terug naar het vorige scherm. 7. Stop de externe sequencer.
De Tone Change-ontvangstschakelaar voor elke part op ON zetten (pg. 122)
125
Hoofdstuk 11
De uitvoering instellen
Hoofdstuk 11. Uitvoeringen van de RS-5/9 opnemen in een extern toestel
Elke part afzonderlijk opnemen Nu gaan we de muziekgegevens van elke part opnemen op afzonderlijke sporen van de sequencer. Om de uitvoeringsgegevens die we in het begin van de song hebben opgenomen niet te wissen, beginnen we de opname van de song vanaf de volgende maat die de uitvoeringsgegevens hebben opgenomen.
Playback van uitvoeringen transponeren (Master Key Shift) Als u de playback van een song wil transponeren, moet u de Master Key Shift-instelling gebruiken. Deze instelling transponeert alle parts behalve de drum part. U kan een
We nemen de sporen op in de volgorde drums -> bass -> begeleiding -> melodie, terwijl we de sporen beluisteren die tervoren werden opgenomen.
transpositie bepalen van maximaal +/-2 octaven in stappen van een halve toon.
Wijs bijvoorbeeld tonen aan parts toe zoals hieronder wordt weergegeven:
De Master Key Shift-instelling is een systeeminstelling die op
Drums:
Part 10
de RS-5/9 in zijn geheel wordt toegepast. Deze instelling
Bass:
Part 2
Begeleiding:
Part 4
blijft in het geheugen opgeslagen, zelfs als de stroom uit staat.
Melodie:
Part 1
1. Druk op [EDIT] waardoor het lampje gaat branden.
* De toon verandert en de acties van de Pitch Bend-hendel, modulatiehendel, knoppen en andere sturingen worden eveneens opgenomen. * Het is niet nodig om de song op te nemen in het tempo waarin hij moet worden afgespeeld.
De opgenomen uitvoering beluisteren Wanneer u klaar bent met de opname van alle parts, speelt u de opname af en beluistert u het resultaat. Merk het volgende op wanneer u een song afspeelt. * Als u de instellingen van elke part wijzigt (volume en panning enz.), moet u de gewijzigde uitvoeringsinstellingen opnieuw opnemen in het begin van de song. (pg. 125)
Zet de System Exclusive-ontvangstschakelaar op ON (pg. 116) Wanneer deze op OFF staat, kunnen de uitvoeringsinstellingen niet ontvangen worden die in het begin van de song werden opgenomen. In de fabrieksinstellingen staat deze op ÒONÓ.
Stel hetzelfde toestel ID-nummer in dat u gebruikte voor de opname (pg. 115) Als een ander toestel ID-nummer is ingesteld, kunnen de uitvoeringsinstellingen niet ontvangen worden die in het begin van de song werden opgenomen.
Zorg er voor dat het afspelen start in het begin van de song Wanneer de playback van een song op elk ander punt dan het begin wordt gestart, worden de uitvoeringsinstellingen van de opname niet gebruikt en wordt de song niet juist afgespeeld.
1. Gebruik VALUE [-]/[+] om ÒSystem SetupÓ te selecteren. 2. Druk op [ENTER]. 3. Druk een aantal maal op de numerieke toets [4] om ÒMaster Key ShiftÓ te selecteren. fig.R11-05
* Als u [SHIFT] ingedrukt houdt en op [4] drukt, keert u terug naar het vorige scherm. 4. Druk op VALUE [-]/[+] om de waarde te selecteren (-24 to +24). 5. Druk op [EDIT]. Het lampje van [EDIT] dooft en u keert terug naar het vorige scherm.
Computermuziek In plaats van een hardware sequencer kan u computer- en sequencer software gebruiken om de muziek die u speelt op meerdere sporen op te nemen (misschien tijdens een aantal sessies) en daarna het opgenomen resultaat afspelen.
Een computer aansluiten Wanneer men de RS-5/9 op een computer aansluit is ŽŽn van volgende zaken vereist. ¥ USB MIDI interface-kabel (Roland ED UM-1) ¥ USB MIDI interface (Roland ED UM-2/4) en MIDI-kabel
Samen spelen met de playback van een opgenomen uitvoering U kan het klavier van de RS-5/9 samen met de vorige uitvoering bespelen door te spelen terwijl het opgenomen materiaal wordt afgespeeld. Selecteer in dit geval een part die niet was opgenomen voor het bespelen van het klavier.
126
¥ Interface uitgerust met een MIDI-connector (Roland Super MPU ll) en MIDI-kabel ¥ MIDI interface adaptor en MIDI-kabel
Hoofdstuk 11. Uitvoeringen van de RS-5/9 opnemen in een extern toestel
Sluit de RS-5/9 aan op uw computer met behulp van de methode die voor uw opstelling geschikt is. 1. Zorg er voor dat de stroom van alle toestellen uitstaat vooraleer u aansluitingen maakt. 2. Sluit een audio-toestel/systeem of een hoofdtelefoon aan nadat u ÒDe RS-5/9 op externe toestellen aansluitenÓ (pg. 14), gelezen hebt. 3. Sluit de RS-5/9 en de computer aan zoals hieronder wordt getoond. 4. Zet de stroom van elk toestel aan zoals beschreven in ÒDe stroom aanzettenÓ (pg. 15). fig.R11-06exp
RS-5/9 achterpaneel Computer
UM-1
USB-connector van uw computer
RS-5/9 achterpaneel
Computer
UM-2
USB-connector van uw computer
USB Cable
MIDI-kabel MIDI-kabel
RS-5/9 achterpaneel
Computer
UM-4
USB-connector van uw computer
USB-kabel
MIDI-kabel MIDI-kabel
RS-5/9 achterpaneel
PC MIDI interface
MIDI OUT
MIDI IN MIDI-kabel MIDI-kabel
Chapter 11
RS-5/9 achterpaneel
OU
DI MI IN
Modem of printerpoort
T
Apple Macintosh-reeks
MIDI-interface adaptor
MIDI-kabel MIDI-kabel
127
Hoofdstuk 11. Uitvoeringen van de RS-5/9 opnemen in een extern toestel
Instellingen maken voor de opname, opnemen en de opgenomen uitvoering beluisteren
Zorg er voor dat het afspelen start in het begin van de song Wanneer de playback van een song op elk ander punt dan het begin wordt gestart, worden de klankgeneratorinstellingen niet
U kan uitvoeringen opnemen en beluisteren met dezelfde
teruggezet op de oorspronkelijke GM en GM2 instelwaarden
procedures die worden gebruikt wanneer een externe
en wordt de song niet correct afgespeeld.
sequencer is aangesloten. Zie (pg. 124Ð126). * Als u deze paragraaf leest, vervangt u ÒsequencerÓ in de tekst door Òsequencer softwareÓ of ÒcomputerÓ.
* Als u een song wil afspelen waarin geen commando is opgenomen om de klankgenerator terug te brengen op de oorspronkelijke instelwaarden (GM Setup-commando of GM2 Setup-commando) moet u eerst de klankgenerator van de RS-
De RS-5/9 gebruiken als een met het GM/ GM2-systeem compatibele klankmodule U kan muziekgegevens die ontworpen zijn voor GM en GM2 klankgeneratoren afspelen door een externe sequencer aan te sluiten en de RS-5/9 te gebruiken als een externe klankmodule. * Zie (pg. 124) voor instructies over het aansluiten van een externe sequencer. * Wanneer de RS-5/9 een GS Reset-commando ontvangt, kan de RS-5/9 het GS-formaat ontvangen (een gezamenlijke set specificaties, door Roland voorgesteld voor het standaardiseren van multi-timbrale klankmodules). Hiermee kan men muziekgegevens afspelen die het GS-logo dragen (GSmuziekgegevens). De Sound Canvas-reeks van Roland (met inbegrip van de SC-8850 en SC-8820 modellen) heeft echter een ander klankmoduleformaat en een uitgebreide toonmap, zodat het mogelijk is dat de gegevens die exclusief voor de Sound Canvas-reeks werden gecre‘erd niet correct op de RS-5/ 9 worden afgespeeld.
5/9 opnieuw instellen op de basisinstellingen van de GM/GM2 (pg. 117).
Zet de GM System On-ontvangstschakelaar of de GM2 System On-ontvangstschakelaar op ON Wanneer deze op OFF staat, kunnen er geen GM System On en GM2 System On MIDI-commandoÕs ontvangen worden. In de fabrieksinstellingen staan deze instellingen beide op ÒONÓ. De instellingen van de GM System On-ontvangstschakelaar en de GM2 System On-ontvangstschakelaar be•nvloeden de RS-5/9 in zijn geheel (het zijn systeeminstellingen). Deze instellingen blijven in het geheugen bewaard, zelfs als de stroom uitstaat. 1. Druk op [EDIT] waardoor het lampje gaat branden. 1. Gebruik VALUE [-]/[+] om ÒSystem SetupÓ te selecteren. 2. Druk op [ENTER]. 3. Druk een aantal maal op de numerieke toets [4] om ÒGM SYSTEMÓ of ÒGM2 SYSTEMÓ te selecteren. fig.R11-07
GM/GM2-muziekgegevens afspelen Gelieve bij het afspelen van GM- of GM2-muziekgegevens op het volgende te letten.
Zet de System Exclusive-ontvangstschakelaar op ON (pg. 116). Wanneer deze op OFF staat, kunnen er geen GM System On en GM2 System On MIDI-commandoÕs ontvangen worden. In de fabrieksinstellingen staat deze instelling op ÒONÓ.
128
* Als u [SHIFT] ingedrukt houdt en op [4] drukt, keert u terug naar het vorige scherm. 4. Druk op VALUE [-]/[+] om ÒONÓ in te stellen. 5. Druk op [EDIT]. Het lampje van [EDIT] dooft en u keert terug naar het vorige scherm.
Hoofdstuk 11. Uitvoeringen van de RS-5/9 opnemen in een extern toestel
Songs creëren voor klankgeneratoren van het GM en GM2-systeem De songs kunnen op dezelfde manier gecre‘erd worden als beschreven in ÒOpnemen op een externe sequencerÓ (pg. 124Ð126). Het belangrijkste verschil is dat men moet rekening houden met volgende drie zaken: ¥ De basisinstellingen van GM/GM2 opnieuw instellen ¥ Beperkingen op de te gebruiken tonen ¥ In plaats van uitvoeringsgegevens wordt een GM Setupcommando of een GM2 Setup-commando opgenomen in het begin van de song.
De GM/GM2-basisinstellingen herstellen Vooraleer u de uitvoeringsinstellingen maakt (pg. 125), moet u de instellingen van de klankgenerator herstellen in de oorspronkelijke instellingen van GM of GM2 (pg. 117).
Tonen die gebruikt kunnen worden
Een GM Setup-commando of GM2 Setup-commando opnemen in het begin van een song Het GM Setup-commando en GM2 Setup-commando zijn commandoÕs die de instelling van de klankgenerator opnieuw instellen op de oorspronkelijke waarden van het GM-systeem of GM2-systeem. Wanneer u songs afspeelt die gebruikt moeten worden met klankgeneratoren die compatibel zijn met GM en GM2, moet u eerst een GM Setup-commando of GM2 Setup-commando opnemen in het begin van de song. Als deze gegevens in het begin van de song zijn opgenomen, worden de gegevens steeds ingesteld zoals het hoort en zal de song correct worden afgespeeld. * Neem de song op in het tempo waarin hij moet worden afgespeeld. Als het tempo dat voor de playback van een song gebruikt wordt verschilt van het tempo dat op het moment van de opname was geselecteerd, is het mogelijk dat de RS-5/9 het GM of GM2 Setup-commando niet correct kan ontvangen, waardoor de uitvoeringsgegevens misschien niet correct worden afgespeeld.
U kan uitsluitend de volgende tonen gebruiken die voor GM/GM2 gespecifieerd zijn. Hoewel de uitvoeringsinstellingen voor het opnemen zijn gemaakt, moet u in dit geval uw tonen uit wat hierna volgende selecteren:
1. Druk op [UTILITY] waardoor het lampje gaat branden.
GM-gespecifieerde tonen
4. Gebruik VALUE [-]/[+] om ÒGM SetupÓ of ÒGM2 SetupÓ te selecteren.
Drumsets:
Tonen in Preset:257Ð512 met een Bank Select LSB van 0 (pg. 149, 150)
3. Druk op [ENTER].
fig.R11-08
B1ÐA5 (Note-nummers 35Ð81) in Preset:12
* Wijs drumsets toe aan part 10 en wijs tonen toe aan alle andere parts.
GM2-gespecifieerde tonen Tonen:
Preset:257Ð512
Drumsets:
Preset:12Ð20
* U kan drumsets toewijzen aan twee parts naar keuze.
5. Zet de externe sequencer in opnamemodus. 6. Druk op [ENTER] om de instellingen te versturen. De boodschap ÒTransmitting...Ó verschijnt gedurende het verzenden van de gegevens in de display. Als de verzending voltooid is, verschijnt ÒCompletedÓ in de display. Het lampje van [UTILITY] dooft en u keert terug naar het vorige scherm. 7. Stop de externe sequencer.
Hoofdstuk 11
Tonen:
2. Gebruik VALUE [-]/[+] om ÒÒTx SetupÓÓ te selecteren.
129
Hoofdstuk 11. Uitvoeringen van de RS-5/9 opnemen in een extern toestel
Wat zijn General MIDI Setup-gegevens? General MIDI Setup-gegevens bestaan uit MIDI-commandoÕs zoals de volgende: ¥ GM System On-commando (System Exclusive-commando: F0H 7EH 7FH 09H 01H F7H) ¥ De volgende waarden voor parts 1Ð16 Bank Select (CC#00 and CC#32: BnH 00H vvH BnH 20H vvH) Program Change (CnH ppH) Portamento Time (CC#05: BnH 05H vvH) Volume (CC#07: BnH 07H vvH) Panning (CC#10:BnH 0AH vvH) Portamento Switch On/Off (CC#65: BnH 41H vvH) Filter Resonance (CC#71: BnH 47H vvH) Release Time (CC#72: BnH 48H vvH) Attack Time (CC#73: BnH 49H vvH) Cutoff (CC#74: BnH 4AH vvH) Decay Time(CC#75: BnH 4BH vvH) LFO Rate (CC#76: BnH 4CH vvH) LFO Depth (CC#77: BnH 4DH vvH) LFO Delay (CC#78: BnH 4EH vvH) Reverb Send Level (CC#91: BnH 5BH vvH) Chorus Send Level (CC#93: BnH 5DH vvH) Solo Switch On/Off (CC#126/CC#127: BnH 7EH 00H/BnH 7FH 00H) Pitch Bend Range (RPN, CC#06, RPN Null: BnH 65H 00H BnH 64H 00H BnH 06H vvH BnH 65H 7FH BnH 64H 7FH) Fine Tune (RPN, CC#06, CC#38, RPN Null: BnH 65H 00H BnH 64H 01H BnH 06H vvH BnH 26H vvH BnH 65H 7FH BnH 64H 7FH) Key Shift (RPN, CC#06, RPN Null: BnH 65H 00H BnH 64H 02H BnH 06H vvH BnH 65H 7FH BnH 64H 7FH) * CC#: Controller-nummer n:
MIDI-kanaal
pp: Programmanummer vv: gegevens * Afhankelijk van de aangesloten GM of GM2-klankgenerator, worden bepaalde MIDI-gegevens niet ontvangen. Het GM2 Setup-commando bestaat uit de volgende MIDI-gegevens. ¥ GM2 System On-commando (System Exclusive-commando: F0H 7EH 7FH 09H 03H F7H) ¥ De volgende waarden voor parts 1Ð16 Bevat dezelfde gegevens als het GM Setup-commando.
130
Bijlagen
131
Problemen oplossen Gelieve eerst de volgende punten te controleren als u denkt dat uw systeem niet naar behoren werkt. Contacteer uw verdeler of het plaatselijke Roland Service Center als het probleem na controle van deze punten blijft aanhouden. * Gelieve ÒFoutmeldingen/MeldinglijstÓ (pg. 135) te raadplegen als er tijdens de handeling om het even welke boodschap op het scherm verschijnt.
Geen stroom
Zijn de effectinstellingen correct? ¥ Controleer effecten ON/OFF (pg. 79), multi-effectniveaus
Werd de AC-adaptor op de juiste manier in het stopcontact geprikt?
Geen klank Staat de stroom van de aangesloten versterker en de luidsprekers aan?
(pg. 82Ð106) en andere aanverwante instellingen.
Werden de volumeniveaus verlaagd door pedaalbewegingen of door MIDI-commando’s (expressiecommando’s) die ontvangen werden vanuit een extern MIDI-toestel? ¥ Gebruik de Panic-functie om het volumeniveau te verhogen (pg. 65).
Werd het volume omlaag gedraaid? ¥ Controleer de volume-instellingen van de RS-5/9 en alle aangesloten versterkers of mengtafels.
Zijn de onderdelen naar behoren aangesloten? (pg. 14, 120, 122, 124, 127) ¥ Als u klank kan horen door de hoofdtelefoon, kan dit duiden op een kortsluiting in een kabel of een slecht functionerende versterker of mengtafel. Controleer de aansluitingskabels en de aangesloten uitrusting opnieuw.
Er wordt geen klank geproduceerd wanneer u de toetsen van het klavier indrukt, maar misschien staat Local control op OFF? ¥ Zet Local Control op ON (pg. 124).
Komen verzend- en ontvangstkanalen overeen? ¥ Als u de RS-5/9 gebruikt om een externe MIDIklankgenerator te doen klinken, moet u er voor zorgen dat de kanalen die door het klavier voor verzending worden gebruikt, overeenkomen met de kanalen die voor ontvangst worden gebruikt door de relevante parts op de externe MIDI-klankgenerator (pg. 122). ¥ Als u een extern MIDI-toestel gebruikt om de RS-5/9 te doen klinken, moet het ontvangstkanaal van elke part zodanig ingesteld worden dat het overeenkomt met de kanalen die door het extern MIDI-toestel voor verzending worden gebruikt (pg. 122).
Werden de instellingen van Part level omlaag gezet? ¥ Controleer de instellingen (pg. 66).
Hebt u de RS-5/9-modus gewijzigd in de modus luisteren naar demo-songs? ¥ Druk ofwel op [EXIT] of druk tegelijkertijd op [SHIFT] en [TRANSPOSE ON/OFF] om naar de gewone uitvoeringsmodus terug te keren.
132
De toonhoogte staat op Off Staat Transpose misschien aan? ¥ Druk op [TRANSPOSE ON/OFF] om Transpose uit te zetten.
Zijn de instellingen van Key Shift correct? ¥ Controleer de instellingen (pg. 69).
Zijn de instellingen van Scale Tune correct? ¥ Controleer de instellingen (pg. 67).
Zijn de instellingen van Master Key Shift correct? ¥ Controleer de instellingen (pg. 126).
Zijn de instellingen van Master Tune correct? ¥ Controleer de instellingen (pg. 14).
Is het mogelijk dat een extern MIDI-toestel constant Pitch Bend-commando’s verstuurt? ¥ Gebruik de Panic-functie om de originele instellingen te herstellen (pg. 65).
Problemen oplossen
Staat er misschien een Solo-schakelaar op ON? ¥ Wanneer een Solo-schakelaar (pg. 67) aanstaat, wordt er slechts ŽŽn klank gespeeld, zelfs wanneer er meer dan ŽŽn toets wordt ingedrukt. Als u wil dat er meerdere klanken tegelijkertijd spelen, moet u de Solo-schakelaar op OFF zetten.
Sommige klanken vallen weg wanneer het aantal stemmen dat tegelijkertijd speelt, 64 stemmen overschrijdt. ¥ Zet Voice Reserve hoger voor een belangrijke part, zodat u er zeker van bent dat deze altijd zal klinken (pg. 64).
Effecten worden niet toegepast Staan de effectschakelaars op OFF? ¥ Controleer de instellingen (pg. 79).
Zijn de Chorus-instellingen correct? ¥ Controleer de instellingen van Chorus Send-niveau (pg. 108), Chorus-niveau (pg. 107) en de Chorus-diepte (pg. 108).
Zijn de Reverb-instellingen correct? ¥ Controleer de instellingen van Reverb Send-niveau (pg. 109) en Reverb-niveau (pg. 109).
Werd de Multi-Effects Source op LOWER gezet terwijl de Key-modus op Single staat? ¥ De part waarop effecten worden toegepast, wordt bepaald door de instelling van Multi-Effects Source. Daarom moet u in de Single-modus de Multi-Effects Source op UPPER of PERFORMANCE instellen (pg. 80).
Werd er een Multi-Effects-schakelaar van een part op OFF gezet? ¥ Wanneer een Multi-Effects Source van part op PERFORMANCE is ingesteld, moet u de Multi-Effectsschakelaar voor de part die wordt gebruikt op ON zetten (pg. 107).
Songgegevens kunnen niet correct worden afgespeeld Werd de On-ontvangstschakelaar van het GMsysteem of het GM2-systeem op OFF gezet? ¥ Zet deze ontvangstschakelaars op ON (pg. 128).
Startte u de playback op een ander punt dan het begin van de song? ¥ Bij songs die bedoeld zijn voor het afspelen van GMsysteem en GM2-systeemklankgeneratoren is er een GM/GM2 System On-commando opgenomen in het begin van de song. Als dit commando niet ontvangen wordt, is het mogelijk dat de songgegevens niet correct worden afgespeeld.
Zijn de uitvoeringsinstellingen opgenomen in het begin van de song? ¥ Als de uitvoeringsinstellingen niet zijn opgenomen in het begin van een song kan de status van de song op het ogenblik van de opname niet worden weergegeven, waardoor een correcte playback niet mogelijk is. Wanneer u een song opneemt, moet u er voor zorgen dat de uitvoeringsinstellingen in het begin van de song worden opgenomen (pg. 125).
Werd het GM Setup-commando of GM2 Setupcommando opgenomen in het begin van de song wanneer u een song afspeelt die u hebt gemaakt om af te spelen op GM of GM2 System-klankgeneratoren? ¥ Als er geen GM Setup-commando of GM2 Setupcommando in het begin van de song is opgenomen, worden de instellingen van de klankgeneratoren niet hersteld tot de oorspronkelijke GM System of GM2 System-status, waardoor correcte playback niet mogelijk is. Wanneer men een song opneemt die moet worden afgespeeld met een klankgenerator van het GM of GM2 System, moet u er voor zorgen dat u een GM Setupcommando of GM2 Setup-commando opneemt in het begin van de song (pg. 124).
Speelt u songgegevens af van het GS-formaat? ¥ Wanneer de RS-5/9 een GS Reset-commando ontvangt, komt hij in een modus die compatibiliteit voorziet met de songgegevens van het GS-formaat. Hoewel dit betekent dat de RS-5/9 muziekgegevens kan afspelen die het GS-logo (GS-muziekgegevens) dragen, is het mogelijk dat muziekgegevens die alleen voor gebruik met de Sound Canvas-reeks van Roland zijn gemaakt niet juist worden afgespeeld.
133
Problemen oplossen
Er ontbreken klanken
Problemen oplossen
Ik kan geen arpeggio’s spelen
MIDI-commando’s worden niet correct verstuurd
Wordt de MIDI-klok ontvangen wanneer Sync Source (pg. 77) op MIDI is ingesteld?
Zijn de instellingen van de verzendkanalen correct?
¥ Stel het systeem zo in dat de MIDI-klok vanuit het externe toestel wordt ontvangen. Het is mogelijk dat sommige MIDI-toestellen de MIDI-klok alleen maar naar de RS-5/9 sturen tijdens opnames of playback.
¥ Controleer de instellingen (pg. 122).
Zijn de instellingen van de Bank Select verzendschakelaar correct? ¥ Controleer de instellingen (pg. 121).
De klank stopt niet wanneer een toets wordt ingedrukt Werd de polariteit van de Hold-pedaal omgekeerd? ¥ Controleer de instelling van HOLD PEDAL Polarity (pg. 73).
MIDI-commando’s worden niet correct ontvangen Zijn de instellingen van het ontvangstkanaal correct? ¥ Controleer de instellingen (pg. 122).
Werd elke ontvangstschakelaar correct ingesteld? ¥ Controleer de instellingen van Tone Changeontvangstschakelaar (pg. 122), GM System Onontvangstschakelaar (pg. 128), GM2 System Onontvangstschakelaar (pg. 128) en Exclusiveontvangstschakelaar (pg. 116).
Zijn de instellingen van het toestel ID-nummer correct? ¥ Stel het toestel ID-nummer (pg. 115) in dat gebruikt werd toen het Exclusive-commando in de sequencer werd opgenomen.
Is het playback-tempo van de sequencer correct? ¥ Speel de gegevens af op de sequencer in het tempo dat gebruikt werd toen het Exclusive-commando op de sequencer werd opgenomen (pg. 125).
134
Het gebruik van sequencer software, modulatiehendel en knopbewegingen hebben geen effect op de klank Het is mogelijk dat sommige soorten sequencer software Soft Thru niet ondersteunen (i.e., gegevens ontvangen in de MIDI IN-connector worden niet onveranderd via de MIDI OUT-connector doorgestuurd) voor Exclusive-commando’s. ¥ Bij het opnemen van Exclusive-commandoÕs met zulke sequencer software, moet u Local Control op ON zetten (pg. 124).
Foutmeldingen/Meldinglijst In dit hoofdstuk wordt de betekenis verduidelijkt van de verschillende foutmeldingen en andere meldingen die mogelijk in de display van de RS-5/9 verschijnen en het beschrijft de maatregelen die moeten worden genomen wanneer zulke meldingen verschijnen. De foutmeldingen en andere boodschappen zijn hieronder in alfabetische volgorde aangegeven.
Foutmeldinglijst
Meldinglijst
fig.Message-01
fig.Message-07
Oorzaak: Er zit een fout in de controletotaalwaarde van het ontvangen System Exclusive-commando.
Bulk Dump is in uitvoering.
Oplossing:Verbeter de controletotaalwaarde.
fig.Message-08
fig.Message-02
Er worden Bulk gegevens ontvangen. Zet de stroom niet uit.
Foutmeldingen/Meldinglijst
Oorzaak: De gegevens kunnen niet correct worden verwerkt door een overmatig aantal MIDI-commandoÕs. Oplossing:Verminder het aantal ontvangen MIDIcommandoÕs. fig.Message-03
De verwerking werd geannuleerd. fig.Message-09
Oorzaak: Er is een probleem met de aansluiting van de MIDI-kabel. Oplossing:Controleer of er geen kabel losgekoppeld is en of er geen kortsluitingen zijn.
De verwerking is voltooid.
fig.Message-04 fig.Message-10
Oorzaak: MIDI-commandoÕs worden niet correct ontvangen. Oplossing:Als deze boodschap steeds opnieuw verschijnt, betekent dit dat er een fout zit in de inhoud van het MIDI-commando.
EŽn of meer tonen werden niet bewaard. Bewaar de toon- en drumsetgegevens vooraleer u de instellingen verandert en bewaar de uitvoering opnieuw.
fig.Message-05 fig.Message-11
Oorzaak: Er is een fout in het geheugen dat wordt gebruikt voor het opslaan van de gegevens van de User Area en de System Setup.
Er worden GM Setup-gegevens verstuurd. fig.Message-12
Oplossing:Raadpleeg uw leverancier of uw plaatselijke Roland Service voor herstelling. fig.Message-06
Er worden GM2 Setup-gegevens verstuurd.
Oorzaak: De gegevens van het User-geheugen zijn beschadigd. Oplossing:Voer een Factory Reset uit (pg. 21) om de fabrieksinstellingen opnieuw in te stellen.
135
Foutmeldingen/Meldinglijst
fig.Message-13
De verwerking is in uitvoering. Zet de stroom niet uit. fig.Message-14
Factory Reset is in uitvoering. Zet de stroom niet uit. fig.Message-15
Er worden gegevens bewaard. Zet de stroom niet uit. fig.Message-16
De Panic-functie werd geactiveerd. Om de klank te doen stoppen, werden de uitzetcircuits aangezet. fig.Message-17
De Panic-functie werd geactiveerd. Nu worden gegevens voor het hernemen van de klank verstuurd.
136
Parameterlijst Uitvoering Instellen met de paneelknoppen Volledige parameternaam Key Mode
Waarde SINGLE, DUAL, SPLIT
(pg. 34)
Arpeggio Switch
OFF, ON
(pg. 75)
Transpose Switch
OFF, ON
(pg. 48)
Numerieke toets [3] (PFM NAME/LEVEL/PAN) Parameternaam Name
Volledige parameternaam Performance Name
Waarde ASCII Character (max. 12)
(pg. 113)
Numerieke toets [4] (MIDI/TUNE) Parameternaam
Volledige parameternaam
Waarde
MIDI Tx Channel
MIDI Transmit Channel
1–16, PART
(p. 120)
Waarde * * * * * *
(pg. 71) (pg. 73) (pg. 74) (pg. 74) (pg. 74) (pg. 74)
Numerieke toets [5] (CONTROL) Parameternaam MOD PEDAL CONTROL1 CONTROL2 CONTROL3 CONTROL4
Volledige parameternaam Modulation Assign Control Pedal Assign Knob 1 Assign Knob 2 Assign Knob 3 Assign Knob 4 Assign
* MODULATION, PORTAMENTO TIME, VOLUME, PAN, EXPRESSION, PORTAMENTO, SOSTENUTO, SOFT, RESONANCE, RELEASE TIME, ATTACK TIME, CUTOFF, DECAY TIME, LFO RATE, LFO DEPTH, LFO DELAY, CHO SEND LEVEL, REV SEND LEVEL, UP-LO BALANCE, MFX PARAMETER 1, MFX PARAMETER 2, AFTERTOUCH
Numerieke toets [6] (MULTI-FX) Parameternaam Source Type
Volledige parameternaam Multi-Effects Source Multi-Effects Type
Waarde UPPER, LOWER, PERFORMANCE *1
(pg. 80) (pg. 81)
* Wanneer Source op PERFORMANCE staat, worden Type en de parameterinstellingen in de uitvoeringsinstellingen gezet. * Zie (pg. 142Ð146) de Type-parameters. 00 THROUGH, 01 STEREO EQ, 02 OVERDRIVE, 03 DISTORTION, 04 PHASER, 05 SPECTRUM, 06 ENHANCER, 07 AUTO WAH, 08 ROTARY, 09 COMPRESSOR, 10 LIMITER, 11 HEXA-CHORUS, 12 TREML CHORUS, 13 SPACE-D, 14 STEREO CHO, 15 STEREO FLNGR, 16 STEP FLANGER, 17 STEREO DELAY, 18 MODLT DELAY, 19 TRI TAP DELY, 20 QUAD TAP DLY, 21 T CTRL DELAY, 22 2V PCH SHIFT, 23 FBK PCH SIFT, 24 REVERB, 25 GATED REVERB, 26 OD>CHORUS, 27 OD>FLANGER, 28 OD>DELAY, 29 DIST>CHORUS, 30 DIST>FLANGER, 31 DIST>DELAY, 32 ENH>CHORUS, 33 ENH>FLANGER, 34 ENH>DELAY, 35 CHORUS>DELAY, 36 FLNGR>DELAY, 37 CHORUS>FLNGR, 38 CHORUS/DELAY, 39 FLNGR/DELAY, 40 CHORUS/FLNGR, 41 LOFI, 42 SLICER
Parameterlijst
*1
137
Parameterlijst
Numerieke toets [7] (CHORUS) Parameternaam
Volledige parameternaam
Waarde
Type
Chorus Type
(pg. 107)
Pre-LPF Level Feedback Delay Rate
Chorus Pre-Low Pass Filter Chorus Level Chorus Feedback Level Chorus Delay Time Chorus Rate
CHORUS1, CHORUS2, CHORUS3, CHORUS4, FEEDBACK CHORUS, FLANGER, SHORT DELAY, SHORT DELAY(FB) 0–7 0–127 0–127 0–127 0–127
Depth
Chorus Depth
0–127
(pg. 108)
Send Levl to Rev
Chorus Send Level to Reverb
0–127
(pg. 108)
(pg. 107) (pg. 107) (pg. 107) (pg. 108) (pg. 108)
Numerieke toets [8] (REVERB) Parameternaam Type
Volledige parameternaam Reverb Type
Character Pre-LPF Level Time Delay Feedback
Reverb Character Reverb Pre-Low Pass Filter Reverb Level Reverb Time Reverb Delay Feedback
Waarde ROOM1, ROOM2, ROOM3, HALL1, HALL2, PLATE, DELAY, PANNING DELAY 0–7 0–7 0–127 0–127 0–127
(pg. 109) (pg. 109) (pg. 109) (pg. 109) (pg. 109) (pg. 109)
Numerieke toets [9] (KEYBOARD) Parameternaam Transpose Split Point Upper Part Lower Part
Volledige parameternaam Transpose Split Point Upper Part Lower Part
Waarde -36– +36 C-1–G9 1–16 1–16
(pg. 48) (pg. 40) (pg. 39) (pg. 39)
Numerieke toets [0] (ARPEGGIO)
138
Parameternaam Style Motif Beat Ptrn Tempo
Volledige parameternaam Arpeggio Style Motif Beat Pattern Tempo
Octave Range Key Velocity
Octave Range Key Velocity
Waarde *1 *2 *3 20–250 (When Sync Source is set to MIDI, Tempo(=MIDI) appears in the display.) -3– +3 1–127, REAL
Shuffle Rate Accent Rate
Shuffle Rate Accent Rate
50–90 [%] 0–100 [%]
(pg. 77) (pg. 77)
Sync Source
Sync Source
INT, MIDI
(pg. 77)
(pg. 75) (pg. 76) (pg. 76) (pg. 76) (pg. 77) (pg. 77)
*1
1/4, 1/6, 1/8, 1/12, 1/16, 1/32, PORTAMENTO AÐB, GLISSANDO, SEQUENCE AÐD, ECHO, SYNTH BASS, HEAVY SLAP, LIGHT SLAP, WALK BASS, RHYTHM GTR AÐE, 3 FINGER GTR, STRUM GTR UP, STRUM GTR DOWN, STRUM GTR U&D, PIANO BACKING, CLAVI CHORD, WALTZ, SWING WALTZ, REGGAE, PERCUSSION, HARP, SHAMISEN, BOUND BALL, RANDOM, BOSSA NOVA, SALSA, MAMBO, LATIN PERC, SAMBA, TANGO, HOUSE, LIMITLESS
*2
SINGLE UP, SINGLE DOWN, SINGLE UP&DOWN, SINGLE RANDOM, DUAL UP, DUAL DOWN, DUAL UP&DOWN, DUAL RANDOM, TRIPLE UP, TRIPLE DOWN, TRIPLE UP&DOWN, TRIPLE RANDOM, NOTE ORDER, GLISSANDO, CHORD, BASS+CHORD 1Ð5, BASS+UP 1Ð 8, BASS+RANDOM 1Ð3, TOP+UP 1Ð6, BASS+UP+TOP
*3
1/4, 1/6, 1/8, 1/12, 1/16 1Ð3, 1/32 1Ð3, PORTA-A 01Ð11, PORTA-B 01Ð15, SEQ-A 1Ð7, SEQ-B 1Ð5, SEQ-C 1Ð2, SEQ-D 1Ð8, ECHO 1Ð3, MUTE 01Ð16, STRUM1Ð8, REGGAE1Ð2, REFRAIN1Ð2, PERC1Ð4, WALKBS, HARP, BOUND, RANDOM, BOSSA NOVA, SALSA 1Ð4, MAMBO 1Ð2, CLAVE, REV CLA, GUIRO, AGOGO, SAMBA, TANGO 1Ð4, HOUSE 1Ð2
Parameterlijst
Uitvoeringspart Numerieke toets [3] (PFM NAME/LEVEL/PAN) Parameternaam Level
Volledige parameternaam Level
Waarde 0–127
(pg. 66)
Pan
Pan
RANDOM, L63–0–63R
(pg. 66)
Numerieke toets [4] (MIDI/TUNE) Parameternaam
Volledige parameternaam
Waarde
Channel Tone Change Key Shift Fine Tune
Receive Channel Tone Change Receive Switch Key Shift Fine Tune
1–16, OFF OFF, ON -24– +24 -100– +100 [cent]
(pg. 122) (pg. 122) (pg. 69) (p. 69)
Scale Tune C–B
Scale Tune C–B
-64– +63
(p. 70)
Waarde 0– +24 0–64 TONE, DRUM1, DRUM2
(pg. 50) (pg. 64) (pg. 31)
Waarde OFF, ON
(pg. 107)
Numerieke toets [5] (CONTROL) Parameternaam Pitch Bend Range Voice Reserve Tone Type
Volledige parameternaam Pitch Bend Range Voice Reserve Tone Type
Numerieke toets [6] (MULTI-FX) Parameternaam Switch
Volledige parameternaam Multi-Effects Switch
* Deze instellingen kunnen alleen gemaakt worden wanneer Source (pg. 80) op PERFORMANCE is ingesteld.
Numerieke toets [7] (CHORUS) Parameternaam Send Level
Volledige parameternaam Chorus Send Level
Waarde 0–127
(pg. 108)
Waarde 0–127
(pg. 109)
Numerieke toets [8] (REVERB) Parameternaam Send Level
Volledige parameternaam Reverb Send Level
Parameternaam Solo Switch Portamento Sw Portamento Time Velo Sens Depth
Volledige parameternaam Solo Switch Portamento Switch Portamento Time Velocity Sens Depth
Waarde OFF, ON OFF, ON 0–127 0–127
(pg. 67) (pg. 67) (pg. 67) (pg. 68)
Velo Sens Offset
Velocity Sens Offset
0–127
(pg. 68)
Parameterlijst
Numerieke toets [9] (KEYBOARD)
139
Parameterlijst
Toon Numerieke toets [1] (TONE) Parameternaam
Volledige parameternaam
Waarde
Tone Name LFO Rate LFO Depth
Tone Name LFO Rate LFO Depth
ASCII Character (max. 12) -64– +63 -64– +63
(pg. 110) (pg. 110) (pg. 110)
LFO Delay LFO Filter Sw Filter Cutoff Filter Resonance
LFO Delay LFO Filter Switch Filter Cutoff Filter Resonance
-64– +63 OFF, ON -64– +63 -64– +63
(pg. 110) (pg. 110) (pg. 110) (pg. 110)
Envelope Attack Envelope Decay Envelope Release
Envelope Attack Time Envelope Decay Time Envelope Release Time
-64– +63 -64– +63 -64– +63
(pg. 110) (pg. 110) (pg. 110)
Waarde *1
(pg. 81)
Numerieke toets [6] (MULTI-FX) Parameternaam Type
Volledige parameternaam Multi-Effects Type
* In de volgende gevallen zijn type- en parameterinstellingen ingesteld in de Tone-instellingen: ¥ Wanneer Source (pg. 80) op UPPER staat en een Tone aan de Upper Part is toegewezen ¥ Wanneer Source (pg. 80) op LOWER staat en een Tone aan de Lower Part is toegewezen * Zie (pg. 142Ð146) de Type-parameters. *1
00 THROUGH, 01 STEREO EQ, 02 OVERDRIVE, 03 DISTORTION, 04 PHASER, 05 SPECTRUM, 06 ENHANCER, 07 AUTO WAH, 08 ROTARY, 09 COMPRESSOR, 10 LIMITER, 11 HEXA-CHORUS, 12 TREML CHORUS, 13 SPACE-D, 14 STEREO CHO, 15 STEREO FLNGR, 16 STEP FLANGER, 17 STEREO DELAY, 18 MODLT DELAY, 19 TRI TAP DELY, 20 QUAD TAP DLY, 21 T CTRL DELAY, 22 2V PCH SHIFT, 23 FBK PCH SIFT, 24 REVERB, 25 GATED REVERB, 26 OD>CHORUS, 27 OD>FLANGER, 28 OD>DELAY, 29 DIST>CHORUS, 30 DIST>FLANGER, 31 DIST>DELAY, 32 ENH>CHORUS, 33 ENH>FLANGER, 34 ENH>DELAY, 35 CHORUS>DELAY, 36 FLNGR>DELAY, 37 CHORUS>FLNGR, 38 CHORUS/DELAY, 39 FLNGR/DELAY, 40 CHORUS/FLNGR, 41 LOFI, 42 SLICER
Drumset Numerieke toets [2] (DRUMS) Parameternaam
Volledige parameternaam
Waarde
DrumSet Name Pitch
Drum Set Name Pitch
ASCII Character (max. 12) -60– +67
(pg. 112) (p. 112)
Level Pan Reverb Depth
Level Pan Reverb Depth
0–127 RANDOM, L63–0–63R 0–127
(p. 112) (pg. 112) (pg. 112)
Numerieke toets [6] (MULTI-FX) Parameternaam
Volledige parameternaam
Waarde
Type
Multi-Effects Type
*1
(pg. 81)
* In de volgende gevallen zijn type- en parameterinstellingen ingesteld in de Drumsetinstellingen: ¥ Wanneer Source (pg. 80) op UPPER staat en een drumset aan de Upper Part is toegewezen ¥ Wanneer Source (pg. 80) op LOWER staat en een drumset aan de Lower Part is toegewezen * Zie (pg. 142Ð146) de Type-parameters. *1
140
00 THROUGH, 01 STEREO EQ, 02 OVERDRIVE, 03 DISTORTION, 04 PHASER, 05 SPECTRUM, 06 ENHANCER, 07 AUTO WAH, 08 ROTARY, 09 COMPRESSOR, 10 LIMITER, 11 HEXA-CHORUS, 12 TREML CHORUS, 13 SPACE-D, 14 STEREO CHO, 15 STEREO FLNGR, 16 STEP FLANGER, 17 STEREO DELAY, 18 MODLT DELAY, 19 TRI TAP DELY, 20 QUAD TAP DLY, 21 T CTRL DELAY, 22 2V PCH SHIFT, 23 FBK PCH SIFT, 24 REVERB, 25 GATED REVERB, 26 OD>CHORUS, 27 OD>FLANGER, 28 OD>DELAY, 29 DIST>CHORUS, 30 DIST>FLANGER, 31 DIST>DELAY, 32 ENH>CHORUS, 33 ENH>FLANGER, 34 ENH>DELAY, 35 CHORUS>DELAY, 36 FLNGR>DELAY, 37 CHORUS>FLNGR, 38 CHORUS/DELAY, 39 FLNGR/DELAY, 40 CHORUS/FLNGR, 41 LOFI, 42 SLICER
Parameterlijst
Systeem Instellen met de paneelknoppen Volledige parameternaam Multi-Effects Switch
Waarde OFF, ON
Chorus Switch Reverb Switch Favorite Performance Bank [1]– [8]
OFF, ON OFF, ON Performance Group and Number (Preset:1–128, User:1–128)
(pg. 79) (pg. 79) (pg. 79) (pg. 58)
Numerieke toets [4] (MIDI/TUNE) Parameternaam Local Control GM SYSTEM
Volledige parameternaam Local Control GM System On Receive Switch
Waarde OFF, ON OFF, ON
(pg. 124) (pg. 128)
GM2 SYSTEM System Exclusive
GM2 System On Receive Switch System Exclusive Receive Switch
OFF, ON OFF, ON
(pg. 128) (pg. 116)
Bank Select Device ID# Master Key Shift Master Tune
Bank Select Transmit Switch Device ID Number Master Key Shift Master Tune
OFF, ON 17–32 -24– +24 415.3–440.0–466.2 [Hz]
(pg. 121) (pg. 115) (pg. 126) (p. 18)
Waarde 1–8
(pg. 16)
STANDARD, REVERSE STANDARD, REVERSE
(p. 73) (p. 73)
Parameternaam LCD Contrast
Volledige parameternaam LCD Contrast
CONTROL PEDAL Polarity Control Pedal Polarity HOLD PEDAL Polarity Hold Pedal Polarity
Parameterlijst
Numerieke toets [5] (CONTROL)
141
Parameterlijst
Multi-Effect
05: SPECTRUM (pg. 84)
01: STEREO EQ (Stereo Equalizer) (pg. 82) Parameternaam Low Freq
Volledige parameternaam Low Frequency
Waarde 200, 400 [Hz]
Low Gain High Freq High Gain
Low Gain High Frequency High Gain
-15– +15 [dB] 4000, 8000 [Hz] -15– +15 [dB]
Mid1 Freq Mid1 Q Mid1 Gain Mid2 Freq
Middle 1 Frequency Middle 1 Q Middle 1 Gain Middle 2 Frequency
200–8000 [Hz] 0.5, 1.0, 2.0, 4.0, 8.0 -15– +15 [dB] 200–8000 [Hz]
Mid2 Q Mid2 Gain
Middle 2 Q Middle 2 Gain
0.5, 1.0, 2.0, 4.0, 8.0 -15– +15 [dB]
Level
Output Level
0–127
02: OVERDRIVE (pg. 83) Parameternaam Drive Level Low Gain High Gain Amp Type
Volledige parameternaam Drive Output Level Low Gain High Gain Amp Simulator Type
Pan
Output Pan
Waarde 0–127 0–127 -15– +15 [dB] -15– +15 [dB] SMALL, BUILT-IN, 2-STACK, 3-STACK L64–63R
03: DISTORTION (pg. 83) Parameternaam Drive Level Low Gain High Gain
Volledige parameternaam Drive Output Level Low Gain High Gain
Waarde 0–127 0–127 -15– +15 [dB] -15– +15 [dB]
Amp Type
Amp Simulator Type
SMALL, BUILT-IN, 2-STACK, 3-STACK
Pan
Output Pan
L64–63R
04: PHASER (pg. 84) Parameternaam Manual Rate Depth
Volledige parameternaam Manual Rate Depth
Waarde 100–8000 [Hz] 0.05–10.00 [Hz] 0–127
Resonance Mix
Resonance Mix Level
0–127 0–127
Pan Level
Output Pan Output Level
L64–63R 0–127
142
Parameternaam Band 1
Volledige parameternaam Band 1 Gain
Waarde -15– +15 [dB]
Band 2 Band 3 Band 4
Band 2 Gain Band 3 Gain Band 4 Gain
-15– +15 [dB] -15– +15 [dB] -15– +15 [dB]
Band 5 Band 6 Band 7 Band 8
Band 5 Gain Band 6 Gain Band 7 Gain Band 8 Gain
-15– +15 [dB] -15– +15 [dB] -15– +15 [dB] -15– +15 [dB]
Q Pan
Q Output Pan
0.5, 1.0, 2.0, 4.0, 8.0 L64–63R
Level
Output Level
0–127
06: ENHANCER (pg. 85) Parameternaam Sens Mix
Volledige parameternaam Sensitivity Mix Level
Waarde 0–127 0–127
Low Gain High Gain Level
Low Gain High Gain Output Level
-15– +15 [dB] -15– +15 [dB] 0–127
07: AUTO WAH (pg. 85) Parameternaam Filter Type Sens Manual Peak Rate Depth Polarity Level
Volledige parameternaam Filter Type Sensitivity Manual Peak Rate Depth Polarity Output Level
Waarde LPF, BPF 0–127 0–127 0–127 0.05–10.00 [Hz] 0–127 UP, DOWN 0–127
08: ROTARY (pg. 86) Parameternaam Low Slow Low Fast Low Accel Low Level High Slow High Fast
Volledige parameternaam Low Frequency Slow Rate Low Frequency Fast Rate Low Frequency Acceleration Low Frequency Level High Frequency Slow Rate High Frequency Fast Rate
Waarde 0.05–10.00 [Hz] 0.05–10.00 [Hz] 0–15 0–127 0.05–10.00 [Hz] 0.05–10.00 [Hz]
High Accel
High Frequency Acceleration
0–15
High Level Separation Speed Level
High Frequency Level Separation Speed Output Level
0–127 0–127 SLOW, FAST 0–127
09: COMPRESSOR (pg. 87) Parameternaam Attack
Volledige parameternaam Attack Time
Waarde 0–127
Sustain Post Gain Low Gain
Sustain Post Gain Low Gain
0–127 0, +6, +12, +18 [dB] -15– +15 [dB]
High Gain Pan Level
High Gain Output Pan Output Level
-15– +15 [dB] L64–63R 0–127
Parameterlijst
10: LIMITER (pg. 87)
15: STEREO FLANGER (pg. 90)
Parameternaam Threshold
Volledige parameternaam Threshold Level
Waarde 0–127
Parameternaam Pre Delay
Volledige parameternaam Pre Delay Time
Waarde 0.0–100 [ms]
Ratio Release Post Gain
Compression Ratio Release Time Post Gain
1.5:1, 2:1, 4:1, 100:1 0–127 0, +6, +12, +18 [dB]
Rate Depth Feedback
Rate Depth Feedback Level
0.05–10.00 [Hz] 0–127 -98– +98 [%]
Low Gain High Gain Pan Level
Low Gain High Gain Output Pan Output Level
-15– +15 [dB] -15– +15 [dB] L64–63R 0–127
Phase Filter Type Cutoff Freq Low Gain
Phase Filter Type Cutoff Frequency Low Gain
0–180 [deg] OFF, LPF, HPF 200–8000 [Hz] -15– +15 [dB]
High Gain Balance
High Gain Effect Balance
-15– +15 [dB] D100:0W–D0:100W
Level
Output Level
0–127
Parameternaam Pre Delay
Volledige parameternaam Pre Delay Time
Waarde 0.0–100 [ms]
Rate Depth Pre Delay Dev Depth Dev
Rate Depth Pre Delay Deviation Depth Deviation
0.05–10.00 [Hz] 0–127 0–20 -20– +20
Pan Dev Balance Level
Pan Deviation Effect Balance Output Level
0–20 D100:0W–D0:100W 0–127
12: TREMOLO CHORUS (pg. 88) Parameternaam Pre Delay Chorus Rate Chorus Depth Tremolo Phase Tremolo Rate Tremolo Sep Balance Level
Volledige parameternaam Pre Delay Time Chorus Rate Chorus Depth Tremolo Phase Tremolo Rate Tremolo Separation Effect Balance Output Level
Waarde 0.0–100 [ms] 0.05–10.00 [Hz] 0–127 0–180 [deg] 0.05–10.00 [Hz] 0–127 D100:0W–D0:100W 0–127
13: SPACE-D (pg. 89) Parameternaam Pre Delay Rate Depth Phase Low Gain High Gain
Volledige parameternaam Pre Delay Time Rate Depth Phase Low Gain High Gain
Waarde 0.0–100 [ms] 0.05–10.00 [Hz] 0–127 0–180 [deg] -15– +15 [dB] -15– +15 [dB]
Balance
Effect Balance
D100:0W–D0:100W
Level
Output Level
0–127
14: STEREO CHORUS (pg. 89) Parameternaam Pre Delay
Volledige parameternaam Pre Delay Time
Waarde 0.0–100 [ms]
Rate Depth Phase
Rate Depth Phase
0.05–10.00 [Hz] 0–127 0–180 [deg]
Filter Type Cutoff Freq Low Gain
Filter Type Cutoff Frequency Low Gain
OFF, LPF, HPF 200–8000 [Hz] -15– +15 [dB]
High Gain Balance Level
High Gain Effect Balance Output Level
-15– +15 [dB] D100:0W–D0:100W 0–127
16: STEP FLANGER (pg. 91) Parameternaam Pre Delay Rate
Volledige parameternaam Pre Delay Time Rate
Waarde 0.0–100 [ms] 0.05–10.00 [Hz]
Depth Feedback Phase Step Rate
Depth Feedback Level Phase Step Rate
Low Gain High Gain Balance Level
Low Gain High Gain Effect Balance Output Level
0–127 -98– +98 [%] 0–180 [deg] 0.1–20.0 [Hz], note-value symbols -15– +15 [dB] -15– +15 [dB] D100:0W–D0:100W 0–127
17: STEREO DELAY (pg. 92) Parameternaam Delay Left Delay Right Feedback Feedback Mode Phase Left Phase Right
Volledige parameternaam Delay Time Left Delay Time Right Feedback Level Feedback Mode Feedback Phase Left Feedback Phase Right
Waarde 0.0–500 [ms] 0.0–500 [ms] -98– +98 [%] NORMAL, CROSS NORMAL, INVERT NORMAL, INVERT
HF Damp
HF Damp
Low Gain
Low Gain
200–8000 [Hz], BYPASS -15– +15 [dB]
High Gain
High Gain
-15– +15 [dB]
Balance Level
Effect Balance Output Level
D100:0W–D0:100W 0–127
18: MODULATION DELAY (pg. 93) Parameternaam Delay Left
Volledige parameternaam Delay Time Left
Waarde 0.0–500 [ms]
Delay Right Feedback
Delay Time Right Feedback Level
0.0–500 [ms] -98– +98 [%]
Feedback Mode Rate Depth
Feedback Mode Rate Depth
NORMAL, CROSS 0.05–10.00 [Hz] 0–127
Phase HF Damp
Phase HF Damp
Low Gain
Low Gain
0–180 [deg] 200–8000 [Hz], BYPASS -15– +15 [dB]
High Gain Balance Level
High Gain Effect Balance Output Level
-15– +15 [dB] D100:0W–D0:100W 0–127
143
Parameterlijst
11: HEXA-CHORUS (pg. 88)
Parameterlijst
19: TRIPLE TAP DELAY (pg. 94) Parameternaam Delay Center
Volledige parameternaam Delay Time Center
Waarde 200–1000 [ms], note-value symbols 200–1000 [ms], note-value symbols 200–1000 [ms], note-value symbols -98– +98 [%] 0–127
Delay Left
Delay Time Left
Delay Right
Delay Time Right
Feedback Center Level
Feedback Level Center Level
Left Level Right Level HF Damp
Left Level Right Level HF Damp
0–127 0–127 200–8000 [Hz], BYPASS
Low Gain High Gain Balance
Low Gain High Gain Effect Balance
-15– +15 [dB] -15– +15 [dB] D100:0W–D0:100W
Level
Output Level
0–127
20: QUADRUPLE TAP DELAY (pg. 95) Parameternaam Delay 1
Volledige parameternaam Delay Time 1
Delay 2
Delay Time 2
Delay 3
Delay Time 3
Delay 4
Delay Time 4
Level 1 Level 2 Level 3 Level 4 Feedback HF Damp
Level 1 Level 2 Level 3 Level 4 Feedback Level HF Damp
Balance Level
Effect Balance Output Level
Waarde 200–1000 [ms], note-value symbols 200–1000 [ms], note-value symbols 200–1000 [ms], note-value symbols 200–1000 [ms], note-value symbols 0–127 0–127 0–127 0–127 -98– +98 [%] 200–8000 [Hz], BYPASS D100:0W–D0:100W 0–127
21: TIME CONTROL DELAY (pg. 96) Parameternaam Delay Acceleration Feedback
Volledige parameternaam Delay Time Acceleration Feedback Level
Waarde 200–1000 [ms] 0–15 -98– +98 [%]
HF Damp
HF Damp
Pan
Output Pan
200–8000 [Hz], BYPASS L64–63R
Low Gain High Gain Balance
Low Gain High Gain Effect Balance
-15– +15 [dB] -15– +15 [dB] D100:0W–D0:100W
Level
Output Level
0–127
144
22: 2VOICE PITCH SHIFTER (pg. 96) Parameternaam Coarse A
Volledige parameternaam Coarse Pitch A
Waarde -24– +12 [semi]
Fine A Pan A Pre Delay A
Fine Pitch A Output Pan A Pre Delay Time A
-100– +100 [cent] L64–63R 0.0–500 [ms]
Coarse B Fine B Pan B Pre Delay B
Coarse Pitch B Fine Pitch B Output Pan B Pre Delay Time B
-24– +12 [semi] -100– +100 [cent] L64–63R 0.0–500 [ms]
Mode Lev Balance
Pitch Shifter Mode Level Balance
1, 2, 3, 4, 5 A100:0B–A0:100B
Balance Level
Effect Balance Output Level
D100:0W–D0:100W 0–127
23: FBK PITCH SHIFTER (Feedback Pitch Shifter) (pg. 97) Parameternaam Coarse Fine Feedback Pre Delay Mode Pan Low Gain High Gain Balance Level
Volledige parameternaam Coarse Pitch Fine Pitch Feedback Level Pre Delay Time Pitch Shifter Mode Output Pan Low Gain High Gain Effect Balance Output Level
Waarde -24– +12 [semi] -100– +100 [cent] -98– +98 [%] 0.0–500 [ms] 1, 2, 3, 4, 5 L64–63R -15– +15 [dB] -15– +15 [dB] D100:0W–D0:100W 0–127
24: REVERB (pg. 98) Parameternaam Type
Volledige parameternaam Reverb Type
Pre Delay Time HF Damp
Pre Delay Time Reverb Time HF Damp
Low Gain High Gain Balance
Low Gain High Gain Effect Balance
Waarde ROOM1, ROOM2, STAGE1, STAGE2, HALL1, HALL2 0.0–100 [ms] 0–127 200–8000 [Hz], BYPASS -15– +15 [dB] -15– +15 [dB] D100:0W–D0:100W
Level
Output Level
0–127
25: GATED REVERB (pg. 99) Parameternaam Type
Volledige parameternaam Gated Reverb Type
Pre Delay Gate Time Low Gain High Gain Balance Level
Pre Delay Time Gate Time Low Gain High Gain Effect Balance Output Level
Waarde NORMAL, REVERSE, SWEEP1, SWEEP2 0.0–100 [ms] 5–500 [ms] -15– +15 [dB] -15– +15 [dB] D100:0W–D0:100W 0–127
Parameterlijst
26: OVERDRIVE→CHORUS (pg. 99)
31: DISTORTION→DELAY (pg. 101)
Parameternaam OD Drive
Volledige parameternaam Drive
Waarde 0–127
De parameters zijn overwegend gelijk aan Ò28: OVERDRIVE →
OD Pan Chorus Delay Chorus Rate
Overdrive Pan Chorus Pre Delay Time Chorus Rate
L64–63R 0.0–100 [ms] 0.05–10.00 [Hz]
Chorus Depth Chorus Bal Level
Chorus Depth Chorus Bal Output Level
0–127 D100:0W–D0:100W 0–127
Parameternaam OD Drive OD Pan
Volledige parameternaam Drive Overdrive Pan
Waarde 0–127 L64–63R
Flg Pre Delay Flg Rate Flg Depth Flg Feedback Flg Balance Level
Flanger Pre Delay Time Flanger Rate Flanger Depth Flanger Feedback Level Flanger Balance Output Level
0.0–100 [ms] 0.05–10.00 [Hz] 0–127 -98– +98 [%] D100:0W–D0:100W 0–127
28: OVERDRIVE→DELAY (pg. 100) Parameternaam OD Drive OD Pan Delay Time Delay Feedback Delay HF Damp
Volledige parameternaam Drive Overdrive Pan Delay Time Delay Feedback Level Delay HF Damp
Delay Bal Level
Delay Balance Output Level
Waarde 0–127 L64–63R 0.0–500 [ms] -98– +98 [%] 200–8000 [Hz], BYPASS D100:0W–D0:100W 0–127
29: DISTORTION→CHORUS (pg. 101)
OD Drive → Dist Drive (Bepaalt de hoeveelheid distortion.) OD Pan → Dist Pan (Bepaalt het stereobeeld van de distortion-klank.)
32: ENHANCER→CHORUS (pg. 102) Parameternaam Enhancer Sens
Volledige parameternaam Enhancer Sensitivity
Waarde 0–127
Enhancer Mix Chorus Delay Chorus Rate
Enhancer Mix Level Chorus Pre Delay Time Chorus Rate
0–127 0.0–100 [ms] 0.05–10.00 [Hz]
Chorus Depth Chorus Bal Level
Chorus Depth Chorus Balance Output Level
0–127 D100:0W–D0:100W 0–127
33: ENHANCER→FLANGER (pg. 102) Parameternaam Enhancer Sens Enhancer Mix Flg Pre Delay Flg Rate Flg Depth Flg Feedback Flg Balance Level
Volledige parameternaam Enhancer Sensitivity Enhancer Mix Level Flanger Pre Delay Time Flanger Rate Flanger Depth Flanger Feedback Level Flanger Balance Output Level
Waarde 0–127 0–127 0.0–100 [ms] 0.05–10.00 [Hz] 0–127 -98– +98 [%] D100:0W–D0:100W 0–127
34: ENHANCER→DELAY (pg. 103) Parameternaam Enhancer Sens
Volledige parameternaam Enhancer Sensitivity
Waarde 0–127
OD Drive → Dist Drive (Bepaalt de hoeveelheid distortion.)
Enhancer Mix Delay Time Delay Feedback Delay HF Damp
Enhancer Mix Level Delay Time Delay Feedback Level Delay HF Damp
OD Pan → Dist Pan (Bepaalt de stereolocatie van de distortion-klank.)
Delay Bal Level
Delay Balance Output Level
0–127 0.0–500 [ms] -98– +98 [%] 200–8000 [Hz], BYPASS D100:0W–D0:100W 0–127
De parameters zijn hoofdzakelijk hetzelfde als Ò26: OVERDRIVE → CHORUS,Ó met uitzondering van de twee volgende.
30: DISTORTION→FLANGER (pg. 101) De parameters zijn hoofdzakelijk hetzelfde als Ò27: OVERDRIVE → FLANGER,Ó met uitzondering van de twee volgende. OD Drive → Dist Drive (Bepaalt de hoeveelheid distortion.) OD Pan → Dist Pan (Bepaalt de stereolocatie van de distortion-klank)
35: CHORUS→DELAY (pg. 103) Parameter Name Chorus Delay
Full Name of Parameter Chorus Pre Delay Time
Value 0.0–100 [ms]
Chorus Rate Chorus Depth Chorus Bal Delay Time
Chorus Rate Chorus Depth Chorus Balance Delay Time
0.05–10.00 [Hz] 0–127 D100:0W–D0:100W 0.0–500 [ms]
Delay Feedback Delay HF Damp
Delay Feedback Level Delay HF Damp
Delay Bal
Delay Balance
-98– +98 [%] 200–8000 [Hz], BYPASS D100:0W–D0:100W
Level
Output Level
0–127
145
Parameterlijst
27: OVERDRIVE→FLANGER (pg. 100)
DELAY,Ó met uitzondering van de twee volgende.
Parameterlijst
36: FLANGER→DELAY (pg. 104)
42: SLICER (pg. 106)
Parameternaam Flg Pre Delay
Volledige parameternaam Flanger Pre Delay Time
Waarde 0.0–100 [ms]
Parameternaam Timing Pttern
Volledige parameternaam Timing Pattern
Waarde 1–34
Flg Rate Flg Depth Flg Feedback
Flanger Rate Flanger Depth Flanger Feedback Level
0.05–10.00 [Hz] 0–127 -98– +98 [%]
Accent Pttern Accent Level Attack
Accent Pattern Accent Level Attack
1–16 0–127 1–10
Flg Balance Delay Time Delay Feedback Delay HF Damp
Flanger Balance Delay Time Delay Feedback Level Delay HF Damp
Rate
Rate
Reset
Reset
0.05–10.00 [Hz], note-value symbols OFF, ON
Level
Output Level
0–127
Delay Bal Level
Delay Balance Output Level
D100:0W–D0:100W 0.0–500 [ms] -98– +98 [%] 200–8000 [Hz], BYPASS D100:0W–D0:100W 0–127
37: CHORUS→FLANGER (pg. 104) Parameternaam Chorus Delay
Volledige parameternaam Chorus Pre Delay Time
Waarde 0.0–100 [ms]
Chorus Rate Chorus Depth Chorus Bal Flg Pre Delay Flg Rate Flg Depth Flg Feedback Flg Balance Level
Chorus Rate Chorus Depth Chorus Balance Flanger Pre Delay Time Flanger Rate Flanger Depth Flanger Feedback Level Flanger Balance Output Level
0.05–10.00 [Hz] 0–127 D100:0W–D0:100W 0.0–100 [ms] 0.05–10.00 [Hz] 0–127 -98– +98 [%] D100:0W–D0:100W 0–127
38: CHORUS/DELAY (pg. 105) De parameters zijn dezelfde als die van Ò35: CHORUS → DELAY.Ó De Delay Balance-parameter past echter de volumebalans aan tussen de directe klank en de delay-klank.
39: FLANGER/DELAY (pg. 105) De parameters zijn dezelfde als die van Ò36: FLANGER → DELAY.Ó De Delay Balance-parameter past echter de volumebalans aan tussen de directe klank en de delay-klank.
40: CHORUS/FLANGER (pg. 105) De parameters zijn dezelfde als die van Ò37: CHORUS → FLANGER.Ó De Flanger Balance-parameter past echter de volumebalans aan tussen de directe klank en de flanger-klank.
41: LOFI (pg. 106) Parameternaam Bit Down
Volledige parameternaam Bit Down
Waarde 0–7
S-Rate Down Post Gain Low Gain High Gain
Sample-Rate Down Post Gain Low Gain High Gain
32, 16, 8, 4 [kHz] 0, +6, +12, +18 [dB] -15– +15 [dB] -15– +15 [dB]
Output Level
Output Output Level
MONO, STEREO 0–127
146
Uitvoeringslijst Preset
Nr.
Naam
001 002 003 004 005 006 007 008 009 010 011 012 013 014 015 016 017 018 019 020 021 022 023 024 025 026 027 028 029 030 031 032 033 034 035 036 037 038 039 040 041 042 043 044 045 046 047 048 049 050 051 052 053 054 055 056 057 058 059 060 061 062 063 064
BasicPerform SlicingPower Lo-Fi Tekno Rock Organ SoundTrk1912 ARP Bs/Saws ARP DigiClav RS Pop Kit 1 RS Strings PowerBrass Bass/Piano ARP Bs/Tp RS Finale Rhm/JC Gtr Big Blue Arpgio Bell MG Split ARP SteelGtr Chaotic Alto Sax RS Dist Gtr Twin Rave Air Heaven Twilight Jazz Scat Pad/NylonGtr Happy Saws GR-300 Frog Pad Angel Choir 7th Atmos Brite Piano Warm Piano SA Rhodes RS E.Piano Dyno Phase RS Crystal Hyper Bell Chime Bells Air Crystal Air Bell EP Heaven HyperBellPad Bell Heaven RS SawsKey ARP Pipe Marc.Strings Orchestral OvertoneScan Square Pad Pipe Pad Haunting RS Prologue OB Strings Soft JP Str JP Strings JUNO Strings RS Soft Pad MatrxStrings Heaven Pad Glass Orbit Metal 5thPad Mystic Pad Comb Saws
Key Mode
Nr.
Naam
SINGLE DUAL SPLIT SPLIT SPLIT SPLIT SINGLE SINGLE DUAL DUAL SPLIT SPLIT DUAL SPLIT SINGLE DUAL SPLIT SINGLE DUAL SINGLE SINGLE DUAL DUAL DUAL SINGLE SPLIT SPLIT DUAL DUAL DUAL SINGLE SINGLE DUAL SINGLE SINGLE SINGLE SINGLE SINGLE DUAL DUAL DUAL SINGLE DUAL SINGLE DUAL DUAL SINGLE SINGLE SINGLE SINGLE SINGLE DUAL DUAL SINGLE SINGLE SINGLE SINGLE SINGLE DUAL SINGLE SINGLE DUAL SINGLE DUAL
065 066 067 068 069 070 071 072 073 074 075 076 077 078 079 080 081 082 083 084 085 086 087 088 089 090 091 092 093 094 095 096 097 098 099 100 101 102 103 104 105 106 107 108 109 110 111 112 113 114 115 116 117 118 119 120 121 122 123 124 125 126 127 128
Combine Morph Pad 5th Saws 4th Sweep Saws Sweep RS Soundtrk StepMetalPad Running Saws Etherality Step Flanger Step Saws Random Pad RandomEnding FlangeRandom Slicer Sliced Sync Shock Wave Techno Hit Impact Hit Noise Hit Minor Rave MinorIncidnt Tekno Saw Teknoheadz TeknoSplit Vox Lead 303 Reso Uillean Pipe Hichiriki Quad Winds Tb Section TpTbSax Sect Sax Section Fr.Horns Big Band RS Brass OB Brass Warm Brass RS SawBrass1 RS SawBrass2 RS Flute Spectre Pipe Lead Shmoog RS Bs&Lead HardSyncLead Full Organ Jazz Organ DigitalOrgan Cheese Organ Rocker Organ Finger Bass Fretnot Bass SH101 Bs 1 SH101 Bs 2 Jungle Bass JP-4 Bass TB303 Bass 303SqDstBass RS Pop Kit 2 TR-909 Kit Brush Kit RS Piano Init Perform
Key Mode
Nr.
Naam
SINGLE SINGLE SINGLE SINGLE DUAL DUAL DUAL SINGLE SINGLE DUAL SINGLE SINGLE SINGLE SINGLE SINGLE DUAL SINGLE SINGLE SINGLE SINGLE SINGLE SINGLE SINGLE SINGLE SPLIT SINGLE SINGLE SINGLE SINGLE SINGLE SINGLE DUAL SINGLE SINGLE SINGLE SINGLE SINGLE SINGLE SINGLE DUAL SINGLE SPLIT SPLIT SINGLE SPLIT SINGLE SINGLE SINGLE DUAL SINGLE SINGLE SINGLE SINGLE SINGLE SINGLE SINGLE SINGLE SINGLE SINGLE SINGLE SINGLE SINGLE SINGLE SINGLE
001 002 003 004 005 006 007 008 009 010 011 012 013 014 015 016 017 018 019 020 021 022 023 024 025 026 027 028 029 030 031 032 033 034 035 036 037 038 039 040 041 042 043 044 045 046 047 048 049 050 051 052 053 054 055 056 057 058 059 060 061 062 063 064
BasicPerform SlicingPower Lo-Fi Tekno Rock Organ SoundTrk1912 ARP Bs/Saws ARP DigiClav RS Pop Kit 1 RS Strings PowerBrass Bass/Piano ARP Bs/Tp RS Finale Rhm/JC Gtr Big Blue Arpgio Bell MG Split ARP SteelGtr Chaotic Alto Sax RS Dist Gtr Twin Rave Air Heaven Twilight Jazz Scat Pad/NylonGtr Happy Saws GR-300 Frog Pad Angel Choir 7th Atmos Brite Piano Warm Piano SA Rhodes RS E.Piano Dyno Phase RS Crystal Hyper Bell Chime Bells Air Crystal Air Bell EP Heaven HyperBellPad Bell Heaven RS SawsKey ARP Pipe Marc.Strings Orchestral OvertoneScan Square Pad Pipe Pad Haunting RS Prologue OB Strings Soft JP Str JP Strings JUNO Strings RS Soft Pad MatrxStrings Heaven Pad Glass Orbit Metal 5thPad Mystic Pad Comb Saws
Key Mode
Nr.
Naam
SINGLE DUAL SPLIT SPLIT SPLIT SPLIT SINGLE SINGLE DUAL DUAL SPLIT SPLIT DUAL SPLIT SINGLE DUAL SPLIT SINGLE DUAL SINGLE SINGLE DUAL DUAL DUAL SINGLE SPLIT SPLIT DUAL DUAL DUAL SINGLE SINGLE DUAL SINGLE SINGLE SINGLE SINGLE SINGLE DUAL DUAL DUAL SINGLE DUAL SINGLE DUAL DUAL SINGLE SINGLE SINGLE SINGLE SINGLE DUAL DUAL SINGLE SINGLE SINGLE SINGLE SINGLE DUAL SINGLE SINGLE DUAL SINGLE DUAL
065 066 067 068 069 070 071 072 073 074 075 076 077 078 079 080 081 082 083 084 085 086 087 088 089 090 091 092 093 094 095 096 097 098 099 100 101 102 103 104 105 106 107 108 109 110 111 112 113 114 115 116 117 118 119 120 121 122 123 124 125 126 127 128
Combine Morph Pad 5th Saws 4th Sweep Saws Sweep RS Soundtrk StepMetalPad Running Saws Etherality Step Flanger Step Saws Random Pad RandomEnding FlangeRandom Slicer Sliced Sync Shock Wave Techno Hit Impact Hit Noise Hit Minor Rave MinorIncidnt Tekno Saw Teknoheadz TeknoSplit Vox Lead 303 Reso Uillean Pipe Hichiriki Quad Winds Tb Section TpTbSax Sect Sax Section Fr.Horns Big Band RS Brass OB Brass Warm Brass RS SawBrass1 RS SawBrass2 RS Flute Spectre Pipe Lead Shmoog RS Bs&Lead HardSyncLead Full Organ Jazz Organ DigitalOrgan Cheese Organ Rocker Organ Finger Bass Fretnot Bass SH101 Bs 1 SH101 Bs 2 Jungle Bass JP-4 Bass TB303 Bass 303SqDstBass RS Pop Kit 2 TR-909 Kit Brush Kit RS Piano Init Perform
Key Mode SINGLE SINGLE SINGLE SINGLE DUAL DUAL DUAL SINGLE SINGLE DUAL SINGLE SINGLE SINGLE SINGLE SINGLE DUAL SINGLE SINGLE SINGLE SINGLE SINGLE SINGLE SINGLE SINGLE SPLIT SINGLE SINGLE SINGLE SINGLE SINGLE SINGLE DUAL SINGLE SINGLE SINGLE SINGLE SINGLE SINGLE SINGLE DUAL SINGLE SPLIT SPLIT SINGLE SPLIT SINGLE SINGLE SINGLE DUAL SINGLE SINGLE SINGLE SINGLE SINGLE SINGLE SINGLE SINGLE SINGLE SINGLE SINGLE SINGLE SINGLE SINGLE SINGLE
147
Uitvoeringslijst
User
Toonlijst User
Preset
Nr.
Naam
Stem
001 002 003 004 005 006 007 008 009 010 011 012 013 014 015 016 017 018 019 020 021 022 023 024 025 026 027 028 029 030 031 032 033 034 035 036 037 038 039 040 041 042 043 044 045 046 047 048 049 050 051 052 053 054 055 056 057 058 059 060 061 062 063 064
RS Piano Bright Piano Piano + Str Dyno Rhodes Tremolo Dyno Phase Rhodes SA E.Piano StackE.Piano 60's E.Piano Atk Clav. DigitalClav. El.Organ 1 El.Organ 4 El.Organ 6 Trem.Organ Perc.Organ 2 Rock Organ 1 Cheese Organ D-50 Organ DigitalOrg.1 RequintoGtr. SteelGtr.VSW ResoGt/Slide Dulcimer Celtic Harp JC ChorusGt. Tele Rear Fab 4 Guitar Half Drv. Dazed Guitar Atk A.Bass Heart Bass Mr.Smooth TB303 Bass 2 Tee Bee TB303 Reso JP-4 Bass P5 Bass Square Bass Jungle Bass Pedal Bass SH101Bass 1 SH101Bass 2 West End Bs. RS Choir Mello Choir Jazz Scat RS SynVox RS Strings Marc.Strings Oct Strings RS SlowStr.1 OB Strings Soft JP Str. JP Strings RS Flute Bamboo Flute Tin Whistle Zampona RS Alto Sax Blown Tenor Sax Section Uillean Pipe Orchestra 2
Categorie
Nr.
Naam
PNO PNO PNO EP EP EP EP EP EP KEY KEY ORG ORG ORG ORG ORG ORG ORG ORG ORG AGT AGT AGT ETH PLK EGT EGT EGT DGT DGT BS BS BS SBS SBS SBS SBS SBS SBS SBS SBS SBS SBS SBS VOX VOX VOX SLD STR STR STR STR STR STR STR FLT FLT FLT FLT SAX SAX SAX ETH ORC
065 066 067 068 069 070 071 072 073 074 075 076 077 078 079 080 081 082 083 084 085 086 087 088 089 090 091 092 093 094 095 096 097 098 099 100 101 102 103 104 105 106 107 108 109 110 111 112 113 114 115 116 117 118 119 120 121 122 123 124 125 126 127 128
Orchestra 3 Romantic Tp. Tp. Mar/Shk Cup Mute Tp. Twin Tps. Tuba + Horn RS Fr.Horns Lo Brass Big Band Power Brass Orch Brass LA Brass Stack Brass Jump Brass 2 OB Brass LoFi Brass Warm Brass SoaringHorns Sugar Keys RS SawsKeys Super Saws Double Saws RS Prologue RS Crystal Hyper Bell Warm Bell EP Heaven RS Heaven Heaven Pad RS Soft Pad1 Morph Pad Comb Strings 4th Sweep Mystic Pad OvertoneScan Warm Sqr Pad JP8 Hollow 7th Atmos. Dual Sqr&Saw Step Saws RandomEnding Big Blue RND Fl.Chord RS SquareLd1 2600 Sine Shmoog CC Solo FM Lead 1 PureFlatLead MG Saw Ld. 1 MG Saw Ld. 2 GR300 Lead 1 MG 2 OSCs Sync Lead Dirty Sync Happy Saws TwinOct.Rave MinorIncidnt Minor Rave Vox Lead Technoheadz Impact Hit Techno Hit P5 Noise
4 4 4 3 4 4 2 4 1 2 2 4 4 2 2 4 1 1 2 2 1 2 2 2 2 2 2 4 2 2 3 1 2 1 4 1 1 1 2 1 2 2 1 3 2 2 3 1 4 4 4 2 3 3 4 1 2 2 2 1 1 4 2 4
Stem: aantal stemmen User 1Ð128: MSB=64, LSB=0
148
Stem 4 1 2 1 2 2 2 2 2 4 4 4 4 2 4 2 4 4 2 4 2 2 3 4 1 1 4 2 1 3 4 4 4 4 4 4 4 2 4 4 2 2 4 2 1 2 2 1 2 1 1 1 2 1 2 4 4 4 4 2 4 2 1 1
Categorie
Nr.
Naam
ORC BRS BRS BRS BRS BRS BRS BRS BRS BRS BRS SBR SBR SBR SBR SBR SBR SBR SYN SYN SYN BPD SPD BEL BEL BEL SYN SPD SPD SPD SPD STR SPD BPD SPD SPD SPD FX PLS PLS PLS PLS PLS SLD SLD SLD SLD SLD SLD SLD SLD SLD SLD HLD HLD TEK TEK TEK TEK TEK TEK HIT HIT FX
001 002 003 004 005 006 007 008 009 010 011 012 013 014 015 016 017 018 019 020 021 022 023 024 025 026 027 028 029 030 031 032 033 034 035 036 037 038 039 040 041 042 043 044 045 046 047 048 049 050 051 052 053 054 055 056 057 058 059 060 061 062 063 064
RS Piano Bright Piano Dance Piano Piano + Str Piano+Choir Dyno Rhodes Tremolo Dyno Phase Rhodes RS Rhodes SA E.Piano StackE.Piano Hard FM EP Detuned EP 60's E.Piano Atk Clav. AnalogClav.1 AnalogClav.2 DigitalClav. El.Organ 1 El.Organ 2 El.Organ 3 El.Organ 4 El.Organ 5 El.Organ 6 Trem.Organ Perc.Organ 2 Perc.Organ 3 Perc.Organ 4 Perc.Organ 5 Rock Organ 1 Rock Organ 2 Cheese Organ D-50 Organ DigitalOrg.1 DigitalOrg.2 RequintoGtr. RS SteelGtr. SteelGtr.VSW Nylon+Steel ResoGt/Slide Dulcimer Celtic Harp Harp&Strings Andreas Cave JC ChorusGt. Tele Rear Strat Rear Fab 4 Guitar 5th Overdrv. Half Drv. 5th Dist. Dazed Guitar Atk A.Bass Heart Bass Rock Bass Double Pick Mr.Smooth TB303 Bass 1 TB303 Bass 2 Tee Bee 303 Sqr.Rev 303 SqDistBs TB303 Reso JP-4 Bass
Stem 4 4 2 4 4 3 4 4 4 2 4 4 4 1 2 1 1 2 4 4 4 4 4 2 2 4 4 4 4 1 3 1 2 2 2 1 2 2 2 2 2 2 3 4 2 2 2 4 2 2 2 2 3 1 2 4 2 1 1 4 1 2 1 1
Categorie
Nr.
Naam
PNO PNO PNO PNO PNO EP EP EP EP EP EP EP EP EP KEY KEY KEY KEY ORG ORG ORG ORG ORG ORG ORG ORG ORG ORG ORG ORG ORG ORG ORG ORG ORG AGT AGT AGT AGT AGT ETH PLK PLK PLK EGT EGT EGT EGT DGT DGT DGT DGT BS BS BS BS BS SBS SBS SBS SBS SBS SBS SBS
065 066 067 068 069 070 071 072 073 074 075 076 077 078 079 080 081 082 083 084 085 086 087 088 089 090 091 092 093 094 095 096 097 098 099 100 101 102 103 104 105 106 107 108 109 110 111 112 113 114 115 116 117 118 119 120 121 122 123 124 125 126 127 128
P5 Bass RS SawBs.1 JP Bass Square Bass RS Sine Bass Jungle Bass Ring Bass Hit&Saw Bass Pedal Bass RS SawBs.2 SH101Bass 1 SH101Bass 2 RS LightBs.1 Seq Bass RS LightBs.2 West End Bs. Bubble Bass RS Choir Rich Choir Mello Choir Jazz Scat JX8P Vox RS SynVox RS Strings Rich Strings Marc.Strings Oct Strings Hybrid Str. Warm Strings RS SlowStr.1 RS SlowStr.2 ContraBsSect OB Strings Soft JP Str. JP Strings Matrix Str. JUNO Strings Digital Str. RS Flute Bamboo Flute Nay Tin Whistle Zampona Pure Lead Pipe Lead BottleBlow 2 RS Alto Sax Blown Tenor Sax Section Fat + Reed Quad Wind Uillean Pipe Hichiriki Orchestra 2 Orchestra 3 Orchestra 4 Henry IV Mariachi Tp. Romantic Tp. Tp. Shake Tp. Mar/Shk Atk Trumpet Cup Mute Tp. Twin Tps.
Stem: aantal stemmen Preset 1Ð128: MSB=65, LSB=0
Stem 1 2 2 2 2 1 2 2 2 2 2 1 2 2 2 3 2 2 4 2 3 2 1 4 4 4 4 4 3 2 3 4 3 3 4 4 2 4 1 2 2 2 2 4 3 3 1 1 4 4 4 2 2 4 4 4 4 1 1 1 2 2 1 2
Categorie SBS SBS SBS SBS SBS SBS SBS SBS SBS SBS SBS SBS SBS SBS SBS SBS SBS VOX VOX VOX VOX SPD SLD STR STR STR STR STR STR STR STR STR STR STR STR STR STR STR FLT FLT FLT FLT FLT FLT FLT FLT SAX SAX SAX SAX WND ETH ETH ORC ORC ORC ORC BRS BRS BRS BRS BRS BRS BRS
Toonlijst
Nr.
Naam
129 130 131 132 133 134 135 136 137 138 139 140 141 142 143 144 145 146 147 148 149 150 151 152 153 154 155 156 157 158 159 160 161 162 163 164 165 166 167 168 169 170 171 172 173 174 175 176 177 178 179 180 181 182 183 184 185 186 187 188 189 190 191 192
4th Trumpets Twin Bones 2Tps + Tb 2Tps+Tb+Sax Bones & Tuba Tuba + Horn RS Fr.Horns VoyagerBrass Lo Brass RS TbSection Big Band Power Brass BrassSection Quad Brass Brass + Sax Orch Brass LA Brass P5 Brass Poly Brass Fat SynBrass MKS Brass Stack Brass Jump Brass 2 OB Brass JUNO Brass LoFi Brass Reso Brass Warm Brass SoaringHorns DeepSynBrass Sugar Keys RS Pipe Keys RS SawsKeys WireKeys Super Saws Double Saws Poly Saws Polysynth 2 Super Poly RS Prologue RS Crystal Hyper Bell Warm Bell Chime Bells D-50 Retour Bell Heaven EP Heaven RS Heaven Heaven Key Heaven Pad RS Soft Pad1 RS Soft Pad2 Saw Strings Spectre Morph Pad Comb Strings Combine Soft Sweep Saws Sweep CelestialPad 4th Sweep 5th Saws Big Fives 7th Bell Pad
Stem 2 2 1 3 4 2 2 3 2 2 2 4 4 4 4 4 4 4 4 4 2 4 2 4 2 2 2 4 4 2 2 3 4 2 2 2 4 2 4 3 4 1 1 4 4 2 4 2 2 1 3 4 3 4 4 4 2 4 3 3 4 4 4 2
Stem: aantal stemmen
Categorie
Nr.
Naam
BRS BRS BRS BRS BRS BRS BRS BRS BRS BRS BRS BRS BRS BRS BRS BRS SBR SBR SBR SBR SBR SBR SBR SBR SBR SBR SBR SBR SBR SBR SYN SYN SYN SYN SYN BPD SYN BPD SPD SPD BEL BEL BEL BEL BPD SYN SYN SPD SYN SPD SPD SPD SPD BPD SPD STR BPD SPD SPD BPD SPD BPD BPD BPD
193 194 195 196 197 198 199 200 201 202 203 204 205 206 207 208 209 210 211 212 213 214 215 216 217 218 219 220 221 222 223 224 225 226 227 228 229 230 231 232 233 234 235 236 237 238 239 240 241 242 243 244 245 246 247 248 249 250 251 252 253 254 255 256
Mystic Pad OvertoneScan Pipe Pad Warm Sqr Pad JP8 Haunting JP8 Hollow Glass Orbit 7th Atmos. Dual Sqr&Saw Halo Step Step Saws Step Metal Random Pad RandomEnding Big Blue LFO Pad RND Fl.Chord Etherality RS SquareLd1 Sine Lead 2600 Sine RS SquareLd2 Shmoog CC Solo FM Lead 1 FM Lead 2 JP8 PulseLd1 JP8 PulseLd2 Soft SawLead PureFlatLead MG Square 2 Unison SqrLd Dist Square RS Digi Lead 260 RingLead MG Saw Ld. 1 MG Saw Ld. 2 GR300 Lead 1 GR300 Lead 2 MG 2 OSCs FatSolo Lead ForcefulLead CrowdingLead Sync Lead DualSyncLead Dirty Sync Sync Hard Talking Box Happy Saws TwinOct.Rave MinorIncidnt Minor Rave Vox Lead Waspy Synth Technoheadz Techno Saw Cheese Saw Acid Guitar BOG Impact Hit Double Hit Techno Hit Shock Wave P5 Noise
Stem 4 4 3 4 4 4 3 2 4 4 4 4 2 2 2 2 4 4 2 1 1 1 2 2 1 2 1 2 2 2 1 4 1 1 2 1 1 1 1 2 4 4 4 1 4 2 4 3 4 4 4 4 2 2 4 2 1 2 3 2 2 1 2 1
Categorie
Nr.
Naam
BPD SPD SPD SPD SPD SPD BPD FX PLS PLS PLS BPD PLS PLS PLS PLS PLS PLS SLD SLD SLD SLD SLD SLD SLD SLD SLD SLD SLD SLD HLD SLD HLD SLD HLD SLD SLD SLD SLD SLD SLD HLD HLD HLD HLD HLD HLD HLD TEK TEK TEK TEK TEK TEK TEK PLS PLS TEK TEK HIT HIT HIT HIT FX
257 258 259 260 261 262 263 264 265 266 267 268 269 270 271 272 273 274 275 276 277 278 279 280 281 282 283 284 285 286 287 288 289 290 291 292 293 294 295 296 297 298 299 300 301 302 303 304 305 306 307 308 309 310 311 312 313 314 315 316 317 318 319 320
Piano 1 Piano 1w Piano 1d Piano 2 Piano 2w Piano 3 Piano 3w Honky-tonk HonkyTonk w E.Piano 1 St.Soft EP FM+SA EP Wurly E.Piano 2 Detuned EP 2 EP Legend St.FM EP EP Phase Harpsichord Coupled Hps. Harpsi.w Harpsi.o Clav. Pulse Clav Celesta Glockenspiel Music Box Vibraphone Vibraphone w Marimba Marimba w Xylophone Tubular-bell Church Bell Carillon Santur Organ 1 Trem. Organ 60's Organ1 Organ 4 Organ 2 Chorus Or.2 Perc. Organ Organ 3 Church Org.1 Church Org.2 Church Org.3 Reed Organ Puff Organ Accordion Fr Accordion It Harmonica Bandoneon Nylon-str.Gt Ukulele Nylon Gt.o Nylon Gt.2 Steelstr.Gt 12-str.Gt Mandolin Steel + Body Jazz Gt. Pedal Steel Clean Gt.
Preset 129Ð256: MSB=66, LSB=0
Stem
Categorie
LSB
PC
4 4 4 4 4 1 1 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 1 2 1 2 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 2 1 2 2 2 2 2 1 2 2 1 2 1 1 1 2 1 1 2 1 1 2 2 2 1 1 1
PNO PNO PNO PNO PNO PNO PNO PNO PNO EP EP EP EP EP EP EP EP EP KEY KEY KEY KEY KEY KEY KEY BEL BEL MLT MLT MLT MLT MLT BEL BEL BEL PLK ORG ORG ORG ORG ORG ORG ORG ORG ORG ORG ORG ORG ORG ACD ACD HRM ACD AGT AGT AGT AGT AGT AGT AGT AGT EGT EGT EGT
0 1 2 0 1 0 1 0 1 0 1 2 3 0 1 2 3 4 0 1 2 3 0 1 0 0 0 0 1 0 1 0 0 1 2 0 0 1 2 3 0 1 2 0 0 1 2 0 1 0 1 0 0 0 1 2 3 0 1 2 3 0 1 0
1 1 1 2 2 3 3 4 4 5 5 5 5 6 6 6 6 6 7 7 7 7 8 8 9 10 11 12 12 13 13 14 15 15 15 16 17 17 17 17 18 18 18 19 20 20 20 21 21 22 22 23 24 25 25 25 25 26 26 26 26 27 27 28
Preset 257Ð320: MSB=121 PC: Program-nummer
149
Toonlijst
Preset
Toonlijst
Preset Nr.
Naam
321 322 323 324 325 326 327 328 329 330 331 332 333 334 335 336 337 338 339 340 341 342 343 344 345 346 347 348 349 350 351 352 353 354 355 356 357 358 359 360 361 362 363 364 365 366 367 368 369 370 371 372 373 374 375 376 377 378 379 380 381 382 383 384
Chorus Gt. Mid Tone GTR Muted Gt. Funk Pop Funk Gt.2 Jazz Man Overdrive Gt Guitar Pinch DistortionGt Feedback Gt Dist Rtm GTR Gt.Harmonics Gt.Feedback Acoustic Bs. Fingered Bs. Finger Slap Picked Bass Fretless Bs. Slap Bass 1 Slap Bass 2 Synth Bass 1 SynthBass101 Acid Bass Clavi Bass Hammer Synth Bass 2 Beef FM Bass Rubber Bass Attack Pulse Violin Slow Violin Viola Cello Contrabass Tremolo Str PizzicatoStr Harp Yang Qin Timpani Strings Orchestra 60s Strings Slow Strings Syn.Strings1 Syn.Strings3 Syn.Strings2 Choir Aahs Chorus Aahs2 Voice Oohs Humming SynVox Analog Voice OrchestraHit Bass Hit 6th Hit Euro Hit Trumpet Dark Trumpet Trombone Trombone 2 Bright Tb Tuba MutedTrumpet MuteTrumpet2
Stem 2 1 1 1 2 2 1 2 1 2 1 1 1 2 1 2 1 1 1 1 1 1 1 2 2 2 2 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 3 2 1 1 2 2 1 1 1 2 1 1 2 2 2 2 1 1 1 2 1 1 1 1
Stem: aantal stemmen
150
Categorie
LSB
PC
Nr.
Naam
EGT EGT EGT EGT EGT EGT DGT DGT DGT DGT DGT EGT EGT BS BS BS BS BS BS BS SBS SBS SBS SBS SBS SBS SBS SBS SBS STR STR STR STR STR STR STR PLK PLK PRC STR ORC STR STR STR STR SPD VOX VOX VOX VOX VOX VOX HIT HIT HIT HIT BRS BRS BRS BRS BRS BRS BRS BRS
1 2 0 1 2 3 0 1 0 1 2 0 1 0 0 1 0 0 0 0 0 1 2 3 4 0 1 2 3 0 1 0 0 0 0 0 0 1 0 0 1 2 0 0 1 0 0 1 0 1 0 1 0 1 2 3 0 1 0 1 2 0 0 1
28 28 29 29 29 29 30 30 31 31 31 32 32 33 34 34 35 36 37 38 39 39 39 39 39 40 40 40 40 41 41 42 43 44 45 46 47 47 48 49 49 49 50 51 51 52 53 53 54 54 55 55 56 56 56 56 57 57 58 58 58 59 60 60
385 386 387 388 389 390 391 392 393 394 395 396 397 398 399 400 401 402 403 404 405 406 407 408 409 410 411 412 413 414 415 416 417 418 419 420 421 422 423 424 425 426 427 428 429 430 431 432 433 434 435 436 437 438 439 440 441 442 443 444 445 446 447 448
French Horns 1 Fr.Horn 2 2 Brass 1 2 Brass 2 2 Synth Brass1 2 Pro Brass 2 Oct SynBrass 2 Jump Brass 1 Syn.Brass 2 2 SynBrass sfz 1 Velo Brass 1 2 Soprano Sax 1 Alto Sax 1 Tenor Sax 2 Baritone Sax 1 Oboe 1 English Horn 1 Bassoon 1 Clarinet 1 Piccolo 1 Flute 1 Recorder 1 Pan Flute 1 Bottle Blow 2 Shakuhachi 2 Whistle 1 Ocarina 1 Square Wave 2 MG Square 1 Sine Wave 1 Saw Wave 2 OB2 Saw 1 Doctor Solo 2 Natural Lead 2 SequencedSaw 2 Syn.Calliope 2 Chiffer Lead 2 Charang 2 Wire Lead 2 Solo Vox 2 5th Saw Wave 2 Bass & Lead 2 Delayed Lead 2 Fantasia 2 Warm Pad 1 Sine Pad 2 Polysynth 2 Space Voice 1 Itopia 2 Bowed Glass 2 Metal Pad 2 Halo Pad 2 Sweep Pad 1 Ice Rain 2 Soundtrack 2 Crystal 2 Syn Mallet 1 Atmosphere 2 Brightness 2 Goblin 2 Echo Drops 1 Echo Bell 2 Echo Pan 2 Star Theme 2
Stem
Categorie
LSB
PC
Nr.
Naam
BRS BRS BRS BRS SBR SBR SBR SBR SBR SBR SBR SAX SAX SAX SAX WND WND WND WND FLT FLT FLT FLT FLT ETH FLT FLT HLD HLD HLD HLD HLD HLD HLD HLD SLD SLD HLD HLD SLD HLD HLD HLD SYN SPD SPD SYN VOX VOX SPD BPD BPD SPD SYN SPD BEL BEL AGT SYN PLS BPD BPD BPD BPD
0 1 0 1 0 1 2 3 0 1 2 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 2 0 1 2 3 4 0 0 0 1 0 0 0 1 0 0 1 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 1 2 0
61 61 62 62 63 63 63 63 64 64 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 81 81 82 82 82 82 82 83 84 85 85 86 87 88 88 89 90 90 91 92 92 93 94 95 96 97 98 99 99 100 101 102 103 103 103 104
449 450 451 452 453 454 455 456 457 458 459 460 461 462 463 464 465 466 467 468 469 470 471 472 473 474 475 476 477 478 479 480 481 482 483 484 485 486 487 488 489 490 491 492 493 494 495 496 497 498 499 500 501 502 503 504 505 506 507 508 509 510 511 512
Sitar Sitar 2 Banjo Shamisen Koto Taisho Koto Kalimba Bagpipe Fiddle Shanai Tinkle Bell Agogo Steel Drums Woodblock Castanets Taiko Concert BD Melo. Tom 1 Melo. Tom 2 Synth Drum 808 Tom Elec Perc Reverse Cym Gt.FretNoise Gt.Cut Noise String Slap Breath Noise Fl.Key Click Seashore Rain Thunder Wind Stream Bubble Bird Dog HorseGallop Bird 2 Telephone 1 Telephone 2 DoorCreaking Door Scratch Wind Chimes Helicopter Car-Engine Car-Stop Car-Pass Car-Crash Siren Train Jetplane Starship Burst Noise Applause Laughing Screaming Punch Heart Beat Footsteps Gun Shot Machine Gun Lasergun Explosion
Preset 321Ð512: MSB=121 PC: Program-nummer
Stem
Categorie
LSB
PC
1 2 1 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 2 2 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 2 1 1 2 2 2 2 1 1 1 1 1 1 1 1 2
PLK PLK FRT PLK PLK PLK PLK ETH STR ETH BEL PRC MLT PRC PRC PRC PRC PRC PRC PRC PRC PRC PRC AGT AGT AGT FX FX SFX SFX SFX SFX SFX SFX SFX SFX SFX SFX SFX SFX SFX SFX SFX SFX SFX SFX SFX SFX SFX SFX SFX SFX SFX SFX SFX SFX SFX SFX SFX SFX SFX SFX SFX SFX
0 1 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 1 0 1 0 1 2 0 0 1 2 0 1 0 1 2 3 4 5 0 1 2 3 0 1 2 3 4 5 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 0 1 2 3 4 5 0 1 2 3
105 105 106 107 108 108 109 110 111 112 113 114 115 116 116 117 117 118 118 119 119 119 120 121 121 121 122 122 123 123 123 123 123 123 124 124 124 124 125 125 125 125 125 125 126 126 126 126 126 126 126 126 126 126 127 127 127 127 127 127 128 128 128 128
Drumsetlijst Preset 25 26 27 28 29
30
31 32 33 34 35 C2 36 37 38 39 40 41
42
43 44 45 46 47 C3 48 49 50 51 52 53
54
55 56 57 58 59 C4 60 61 62 63 64 65
66
67 68 69 70 71 C5 72 73 74 75 76 77
78
79 80 81 82 83 C6 84 85 86 87 88
001 (PC: 1) RS Pop Kit 1 Snare Roll FingerSnaps2 High-Q Slap ScratchPush [EXC7] ScratchPull [EXC7] Sticks SquareClick MetronmClick Metronm Bell Pop Kick 1 *3 Pop Kick 2 *3 Cross Stick *2 Pop Snare 1 *2 Ghost Note *2 Pop Snare 2 *2 PopLoTomFlam *2 PopClHiHat 1 [EXC1] *2 PopLowTom *2 PopPdHiHat 1 [EXC1] *3 PopMdTomFlam *2 PopOpHiHat 1[EXC1] *3 PopMidTom *2 PopHiTomFlam *2 PopCymbal 2 *2 PopHighTom *2 Pop Ride 1 *2 PopCymbal 1 *2 Pop Ride 2 *2 Tambourine PopSplashCym ChaChaBell *2 RockCrashCym *2 Vibraslap RockRideCym *2 Pop Hi Bongo *2 Pop Lo Bongo PopCongaSlap *2 PopCongaOpen Pop Lo Conga PopHiTimbale *2 PopLoTimbale Pop Agogo Pop Agogo Pop Shaker2 Pop Shaker1 *2 ShortWhistle [EXC2] Long Whistle [EXC2] Pop Quide1 [EXC3] Pop Quide2 [EXC3] Pop Claves *2 Woodblock Woodblock Mute Cuica [EXC4] Open Cuica [EXC4] MuteTriangle [EXC5] OpenTriangle [EXC5] Pop Shaker3 Jingle Bell Bell Tree Castanets Mute Surdo [EXC6] Open Surdo [EXC6] Applause 2 *2
002 (PC: 2) RS Pop Kit 2 %
Pop Kick 3 *3 Pop Kick 4 *3 % Pop Snare 3 *2 % Pop Snare 4 *2 % PopClHiHat 2 [EXC1] *2 % PopPdHiHat 2 [EXC1] *3 % PopOpHiHat 2[EXC1] *3 % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % %
% % %
% %
003 (PC: 3) STANDARD 2 Snare Roll Finger Snap High-Q Slap ScratchPush ScratchPull Sticks SquareClick MetronmClick Metronm Bell Std.2 Kick1 Std.2 Kick2 Side Stick Std.2 Snare1 808 Clap Std.2 Snare2 Real Tom 6 Jazz CHH Real Tom 6 Pedal HiHat Real Tom 4 Jazz OHH Real Tom 4 Real Tom 1 Crash Cym.1 Real Tom 1 Ride Cymbal ChinaCymbal Ride Bell Tambourine Splash Cym. Cowbell Crash Cym.2 Vibraslap Ride Cymbal High Bongo Low Bongo HiConga Mute HiCongaOpen LoCongaOpen High Timbale Low Timbale Agogo Agogo Cabasa Maracas ShortWhistle Long Whistle Short Guiro Long Guiro Claves Woodblock Woodblock Mute Cuica Open Cuica MuteTriangle OpenTriangle Shaker Jingle Bell Bar Chimes Castanets Mute Surdo Open Surdo Applause 2
004 (PC:4) STANDARD 3
005 R&B
(PC: 5)
006 DANCE
(PC:6)
Scrtch Push2 Scrtch Pull2
[EXC7] [EXC7]
%
[EXC7] [EXC7]
Std.3 Kick1 Std.3 Kick2
*2 *2
Piccolo SD2 Std.3 Snare2 *2 [EXC1] *2 [EXC1] *2 [EXC1] *2 *2 *2
Close HiHat3
[EXC1]
Pedal HiHat3
[EXC1]
Open HiHat3
[EXC1]
R&B Kick % % % % R&B Snare % % % % % % % % % % % % % % % %
*2 [EXC2] [EXC2] [EXC3] [EXC3]
909 Comp BD Elec Kick 2 House SD 909 HandClap Elec. Snare3 Synth Drum 2 *2 CR78 CHH [EXC1] Synth Drum 2 *2 808 CHH 1 [EXC1] Synth Drum 2 *2 CR78 OHH [EXC1] Synth Drum 2 *2 Synth Drum 2 *2 808 Crash Synth Drum 2 *2 606 RideCym. ReverseCymbl Shake Tambrn Splash Cym.2 808 Cowbel
% % % % % % % % % % % %
% % %
[EXC4] [EXC4] [EXC5] [EXC5]
Hoo Hoo
%
626 Shaker
%
Bell Tree
[EXC4] [EXC4]
Drumsetlijst
Nootnr.
[EXC6] [EXC6] *2
* User:001 en User:002 bevatten dezelfde gegevens als respectievelijk Preset:001 en Preset:004. (User 001, 002: MSB=64, LSB=0) * Zie pg. 154 voor informatie over Note Nrs. 0Ð24 en 89Ð127.
*2: Tonen die met twee stemmen zijn gemaakt. *3: Tonen die met drie stemmen zijn gemaakt. [EXC]: Percussieklank met hetzelfde nummer wordt niet op het zelfde moment gehoord. %: Zelfde als percussieklank van Ò001: RS Pop Kit 1.Ó Blank: Zelfde als percussieklank van Ò003: STANDARD 2.Ó PC: Program-nummer Preset 001Ð006: MSB=65, LSB=0
151
Drumsetlijst Preset Nootnr.
007 HOUSE
(PC: 7)
008 HIP HOP
(PC: 8)
009 TECHNO
(PC: 9)
010 TR-909
(PC: 10)
21
25 26
FingerSnaps2
FingerSnaps2
FingerSnaps2
22
FingerSnaps2
23
27 28 29
30
Scrtch Push2 Scrtch Pull2
[EXC7] [EXC7]
Scrtch Push2 Scrtch Pull2
[EXC7] [EXC7]
Scrtch Push2 Scrtch Pull2
[EXC7] [EXC7]
Scrtch Push2 Scrtch Pull2
[EXC7] [EXC7]
29
34 35
HipHop BD2 909 BD2
C2 36
*2
37 38 39 40 42
43 44 45 46 47 C3 48 49 50 51 52
House SD 909 HandClap Elec. Snare2 909 Tom 707 CHH 1 [EXC1] 909 Tom CR78 CHH [EXC1] 909 Tom 909 OHH [EXC1] 909 Tom 909 Tom 909 Crash 909 Tom 909 RideCym. *2 ReverseCymbl
909 Comp BD HipHop BD1 808 Rimshot Whack SD 2 909 HandClap HipHop SD2 909 Tom Room CHH [EXC1] 909 Tom Pedal HiHat [EXC1] 909 Tom R8 OHH 2 [EXC1] 909 Tom 909 Tom 909 Crash 909 Tom
Techno BD2 Techno BD1 808 Rimshot Techno SD 1 707 Claps MG Blip 808 Tom 2 707 CHH 1 808 Tom 2 CR78 CHH 808 Tom 2 909 OHH 808 Tom 2 808 Tom 2 909 Crash 808 Tom 2
ReverseCymbl
ReverseCymbl
Shake Tambrn Splash Cym.2 808 Cowbel
Shake Tambrn Splash Cym.2 808 Cowbel 909 Crash
*2 [EXC1] *2 [EXC1] *2 [EXC1] *2 *2 *2
Techno BD2 909 BD2 *2 909 Rim 909 SD 1 909 HandClap 909 SD 2 909 Tom 707 CHH 1 [EXC1] 909 Tom 707 CHH 2 [EXC1] 909 Tom 909 OHH [EXC1] 909 Tom 909 Tom 909 Crash 909 Tom 909 RideCym. *2
56 57
32 33 34 35 C2 36 37 38 39 40 41
42
43 44 45 46 47 C3 48
Shake Tambrn Splash Cym.2 808 Cowbel 909 Crash
Tambourine 2 Splash Cym.2 808 Cowbel
50 51 52 53
58 59
RideCym Edge
C4 60 61 62 63 64
CR78 HiBongo CR78 LoBongo 808 Conga 808 Conga 808 Conga
54
55 56
CR78 HiBongo CR78 LoBongo 808 Conga 808 Conga 808 Conga
57 58 59 C4 60 61
66
62
68
64
63
67 69 70 71
808 Maracas
808 Maracas
808 Maracas
65
808 Maracas
66
67 68
C5 72
69
73 74 75
CR78 Guiro 808 Clave
[EXC3]
CR78 Guiro 808 Clave
[EXC3]
CR78 Guiro 808 Clave
[EXC3]
CR78 Guiro 808 Clave
[EXC3]
Hoo Hoo
[EXC4] [EXC4]
Hoo Hoo
[EXC4] [EXC4]
Hoo Hoo
[EXC4] [EXC4]
Hoo Hoo
[EXC4] [EXC4]
76 77
30
31
49 54
55
65
25 26 28
32 33
53
C1 24
27
31
41
Nootnr.
70 71 C5 72 73
78
79 81 82
75 76
80
83
74
626 Shaker
626 Shaker
626 Shaker
626 Shaker
Bell Tree
Bell Tree
Bell Tree
Bell Tree
77
78
79
C6 84
80
85
81
87
83
82
86 88
C6 84 85
* Zie pg. 154 voor informatie over Note Nrs. 0Ð24 en 89Ð127, (behalve 011: RHYTHM FX).
*2: Tonen die met twee stemmen zijn gemaakt. [EXC]: Percussieklank met hetzelfde nummer wordt niet op het zelfde moment gehoord. Blank: Zelfde als percussieklank van Ò003: STANDARD 2.Ó PC: Program-nummer Preset 007Ð011: MSB=65, LSB=0.
86 87 88 89
90
91 92 93 94 95 C7 96 97 98 99 100
152
011 RHYTHM FX
(PC:11)
RevBsAtkNoiz RevClnGtMtUp RevDstGCutUp Click Pop Drop Wood Slap Syn.Drops Rev.Hi-Q ShortWhistle Ice Block Digi Tambrn. Alias Tambourine Noise Slap Rev.Kick 1 Rev.Kick 1 Rev.ConBD Rev.PowerBD1 Rev.Elec.BD1 RevBrBsDrum Rev.909BD2 Rev.909BD2 Rev.HpHpBD1 Rev.HpHpBD1 Rev.HpHpBD1 Rev.Tech BD2 Rev.Snare 1 Rev.Snare 1 Rev.Snare 2 Rev.Std1SD1 Rev.808SD Rev.909SD1 Rev.CR78SD1 Rev.Tech SD2 Rev.HpHpSD2 Rev.HpHpSD2 Rev.HpHpSD2 Rev House SD Rev House SD Rev.Snare 1 Rev.Hi-Q Rev.Tom 1 Rev.Tom 1 Rev.Tom 1 Rev.Tom 1 Rev.Tom 2 Rev.Sticks Rev.Slap ReverseCymbl Rev.Cymbal2 Rev.606Cym. Rev.RideCym. Rev.ClosedHH Rev.707CH Rev.808CHH Rev.Open HH1 Rev.Open HH2 Rev.808OHH Rev.CR-78OHH Rev.CR-78OHH Rev.HpHpSD2 Shaker Rev.Slap Rev.Tombrn 2 Rev.ShakeTmb Rev.707Crash Rev.Belltree Rev.Guiro Rev.GunShot Rev.Scratch Rev.Lasergun VeloNoiseFX St.NoiseClap Swish Tape Stop 1 Missile Space Birds FlyingMonstr Voice 1 Hoo
*2
*2
*2
*2 *2 *2
Drumsetlijst
Preset 25 26 27 28 29
30
31 32 33 34 35 C2 36 37 38 39 40 41
42
43 44 45 46 47 C3 48 49 50 51 52 53
54
55 56 57 58 59 C4 60 61 62 63 64 65
66
67 68 69 70 71 C5 72 73 74 75 76 77
78
79 80 81 82 83 C6 84 85 86 87 88
012 (PC: 1) STANDARD 1 Snare Roll FingerSnaps2 High-Q Slap ScratchPush ScratchPull Sticks SquareClick MetronmClick Metronm Bell Mix Kick Std.1 Kick2 Side Stick Std.1 Snare1 909 HandClap LD Snare M Real Tom 6 Close HiHat2 Real Tom 6 Pedal HiHat2 Real Tom 4 Open HiHat2 Real Tom 4 Real Tom 1 Crash Cym.1 Real Tom 1 Ride Cymbal ChinaCymbal Ride Bell Tambourine Splash Cym.2 Cowbell Crash Cym.2 Vibraslap Ride Cymbal High Bongo Low Bongo HiConga Mute HiCongaOpen LoCongaOpen High Timbale Low Timbale Agogo Agogo Cabasa Maracas ShortWhistle Long Whistle Short Guiro Long Guiro Claves Woodblock Woodblock Mute Cuica Open Cuica MuteTriangle OpenTriangle Shaker Jingle Bell Bell Tree Castanets Mute Surdo Open Surdo Applause 2
013 ROOM
(PC: 9)
014 POWER
(PC: 17)
Finger Snap
*2
016 TR-808
(PC: 26)
Finger Snap
[EXC7] [EXC7]
*2 [EXC1] *2 [EXC1] *2 [EXC1] *2 *2
015 (PC: 25) ELECTRONIC
Scrtch Push2 Scrtch Pull2
(PC: 33)
Finger Snap
[EXC7] [EXC7]
Room Kick 2 Room Kick 1
Power Kick2 Power Kick1
Elec Kick 2 Elec Kick 1
Room Snare 1 808 Clap Room Snare 2 Room Tom 5 *2 Room CHH [EXC1] Room Tom 5 *2 Pedal HiHat [EXC1] Room Tom 2 *2 R8 OHH 2 [EXC1] Room Tom 2 *2 Room Tom 2 *2
Dance Snare1 808 Clap Power Snare1 Rock Tom 4
*2
Rock Tom 4
*2
Rock Tom 4
*2
Rock Tom 4 Rock Tom 1
*2 *2
Elec. Snare1 808 Clap Elec. Snare2 Synth Drum 2 Jazz CHH Synth Drum 2 Pedal HiHat Synth Drum 2 Jazz OHH Synth Drum 2 Synth Drum 2
*2 [EXC1] *2 [EXC1] *2 [EXC1] *2 *2
Room Tom 2
Rock Tom 1
*2
Synth Drum 2
*2
*2
017 JAZZ
*2
Scrtch Push2 Scrtch Pull2
[EXC7] [EXC7]
808 Kick 1 808 Kick 2 808 Rimshot 808 Snare 1 808 Clap 808 Snare 2 808 Tom 2 *2 808 CHH 2 [EXC1] 808 Tom 2 *2 808 CHH 1 [EXC1] 808 Tom 2 *2 808 OHH [EXC1] 808 Tom 2 *2 808 Tom 2 *2 808 Crash 808 Tom 2 *2 606 RideCym.
Jazz Kick 2 Jazz Kick 1 Jazz Snare 1 Hand Clap2 Jazz Snare 2 Jazz CHH
[EXC1]
Pedal HiHat
[EXC1]
Jazz OHH
[EXC1]
RideCymMidIn
ReverseCymbl CR78 Tmb Splash Cym.
Splash Cym. 808 Cowbel 909 Crash RideCym Edge CR78 HiBongo CR78 LoBongo 808 Conga 808 Conga 808 Conga
RideCym Edge
*2 808 Maracas [EXC2] [EXC2] [EXC3] [EXC3]
[EXC4] [EXC4] [EXC5] [EXC5]
CR78 Guiro 808 Clave
[EXC3]
Hoo Hoo
[EXC4] [EXC4]
Drumsetlijst
Nootnr.
626 Shaker
[EXC6] [EXC6] *2
* Zie pg. 154 voor informatie over Note Nrs. 0Ð24 en 89Ð127.
Applause
*2
*2: Tonen die met twee stemmen zijn gemaakt. [EXC]: Percussieklank met hetzelfde nummer wordt niet op het zelfde moment gehoord. Blank: Zelfde als percussieklank van Ò012: STANDARD 1.Ó PC: Program-nummer Preset 012Ð017: MSB=120, LSB=0
153
Drumsetlijst
Preset Nootnr.
018 BRUSH
Note No. 0–24, 89–127 (PC: 41)
019 (PC: 49) ORCHESTRA
25 26
Finger Snap
Finger Snap Jazz CHH Pedal HiHat Jazz OHH Ride Cymbal
27 28 29
30
29
[EXC1] [EXC1] [EXC1]
33
C2 36
34
38
37
C2 36
Jazz Kick 2 Jazz Kick 1
Jazz Kick 1 Concert BD
Brush Tap Brush Slap Brush Swirl Lite Tom 4 Brush CHH Lite Tom 4 Pedal HiHat Lite Tom 4 Brush OHH Lite Tom 4 Lite Tom 4 Brush Crash Lite Tom 4 Ride Cym In
ConcertSnare Castanets ConcertSnare Timpani Timpani Timpani Timpani Timpani Timpani Timpani Timpani Timpani Timpani Timpani Timpani Timpani
39 40
37 38 39 40 42
43 44 45 46 47 C3 48 49 50 51
*2 [EXC1] *2 [EXC1] *2 [EXC1] *2 *2 *2
52
Brush RideBl
41
44 45 46 47 C3 48 49 50 51 52 53
54
55 56 57 58 59
Splash Cym. 56
57
C4 60
ConcertCym.2
61
58 59
42
43
54
55
62
ConcertCym.1
RideCym Edge
63 64
C4 60 61
65
62 63
66
67
64
68 69 70
66
71
67 68
C5 72
70
74
69
73
71
75 76
C5 72 73
77
74 75
78
79
76 77
32
32
35
65
31
34
33
53
30
35
31
41
Nootnr.
80 81 82
78
83
79 80
C6 84
82
86
81
85
83
87 88
C6 84 85
89
86 87 88
90
91
Applause
*2
Applause
*2
92 93
* Zie rechtse kolom voor informatie over Note Nrs. 0Ð24 en 89Ð127, (behalve 020: SFX).
154
*2:
Tonen die met twee stemmen zijn gemaakt. *3: Tonen die met drie stemmen zijn gemaakt. [EXC]: Percussieklank met hetzelfde nummer wordt niet op het zelfde moment gehoord. Blank: Zelfde als percussieklank van Ò012: STANDARD 1.Ó PC: Program-nummer Preset 018Ð020: MSB=120, LSB=0
94 95 C7 96 97 98 99 100 101 102
020 SFX
(PC: 57)
MG Blip Tape Stop 2 *2 Scrtch Push2 [EXC1] Scrtch Pull2 [EXC1] Finger Snap FingerSnaps2 Gtr.Feedback Dist.CutNoiz Bass Slide Pick Scrape High-Q Slap ScratchPush [EXC7] ScratchPull [EXC7] Sticks SquareClick MetronmClick Metronm Bell Gt.FretNoise Gt.Cut Noise Gt.Cut Noise String Slap Fl.Key Click Laughing Screaming Punch Heart Beat Footsteps Footsteps Applause *2 DoorCreaking Door Scratch Wind Chimes *2 Car-Engine Car-Stop Car-Pass Car-Crash *2 Siren Train Jetplane *2 Helicopter Starship *2 Gun Shot Machine Gun Lasergun Explosion *2 Dog HorseGallop Bird *2 Rain Thunder Wind Seashore Stream *2 Bubble *2 Kitty Bird 2 Growl Applause 2 *2 Encore Telephone 1 Telephone 2 Burst Noise *2 Ghost *2 Submarine *2 Big Shot *2 Wind 2 Hoo Emergency! [EXC2] *2 Abduction [EXC2] *2 UFO FX [EXC2] *2 7th Atmos. [EXC2] *2 Angklung
Nootnr. C-1 0 1 2 3 4 5
6
7 8 9 10 11 C0 12 13 14 15 16 17
18
19 20 21 22 23 C1 24
89
90
91 92 93 94 95 C7 96 97 98 99 100 101 102 103 104 105 106 107 C8 108 109 110 111 112 113 114 115 116 117 118 119 C9 120 121 122 123 124 125 126 127
Mix Kick Std.1 Kick2 Std.3 Kick1 Std.3 Kick2 Room Kick 1 Room Kick 2 Power Kick1 Power Kick2 Jazz Kick 1 Concert BD Elec Kick 1 Elec Kick 2 808 Kick 1 808 Kick 2 909 BD2 909 Comp BD HipHop BD1 HipHop BD2 Techno BD1 Techno BD2 R&B Kick Pop Kick 1 Pop Kick 2 Pop Kick 3 Pop Kick 4
Std.1 Snare1 LD Snare M Std.2 Snare1 Std.2 Snare2 Piccolo SD2 Std.3 Snare2 Room Snare 1 Room Snare 2 Dance Snare1 Power Snare1 Jazz Snare 1 Jazz Snare 2 Brush Tap Brush Slap Brush Swirl ConcertSnare Elec. Snare1 Elec. Snare2 Elec. Snare3 808 Snare 1 808 Snare 2 909 Snare 1 909 SD 1 909 SD 2 CR78 SD 1 Whack SD 2 HipHop SD2 Techno SD 1 MG Blip House SD House SD R&B Snare Pop Snare 1 Pop Snare 2 Pop Snare 3 Pop Snare 4 Rev. Snare Cross Stick Ghost Note
*2 *2
*2
*2
*3 *3 *3 *3
*2 *2 *2 *2 *2 *2 *2
Style
Motif
Beat Pattern
1/4
all
1/ 4
1/6
all
1/ 6
1/8
all
1/ 8
1/12
all
1/12
1/16
all
1/16 1–3
1/32
SINGLE UP, SINGLE DOWN, SINGLE UP&DOWN, SINGLE RANDOM, DUAL UP, DUAL DOWN, DUAL UP&DOWN, DUAL RANDOM, NOTE ORDER, GLISSANDO, BASS+UP 1–8, BASS+RANDOM 1–3, TOP+UP 1–6
1/32 1–3
PORTAMENTO A
all
PORTA-A 01–11
PORTAMENTO B
all
PORTA-B 01–15
GLISSANDO
GLISSANDO
1/16 1–3, 1/32 1–3
SEQUENCE A
all
SEQ-A 1–7
SEQUENCE B
all
SEQ-B 1–5
SEQUENCE C
SINGLE UP, SINGLE DOWN, SINGLE UP&DOWN, SINGLE RANDOM, DUAL UP, DUAL DOWN, DUAL UP&DOWN, DUAL RANDOM, NOTE ORDER, GLISSANDO, BASS+UP 1–8, BASS+RANDOM 1–3, TOP+UP 1–6
SEQ-C 1–2
SEQUENCE D
all
SEQ-D 1–8
ECHO
SINGLE UP, SINGLE DOWN, SINGLE UP&DOWN, SINGLE RANDOM, DUAL UP, DUAL DOWN, DUAL UP&DOWN, DUAL RANDOM, NOTE ORDER
ECHO 1–3
SYNTH BASS
BASS+UP 2
SEQ-A 1, SEQ-C 1
HEAVY SLAP
BASS+UP 5, TOP+UP 5
MUTE 02, 03
LIGHT SLAP
BASS+UP 5, TOP+UP 5
MUTE 02, 03
WALK BASS
SINGLE UP, SINGLE DOWN, SINGLE UP&DOWN, SINGLE RANDOM, NOTE ORDER, GLISSANDO
REFRAIN 1, WALKBS
RHYTHM GTR 1
SINGLE UP, SINGLE DOWN, SINGLE UP&DOWN, SINGLE RANDOM, DUAL UP, MUTE 01, 04 DUAL DOWN, DUAL UP&DOWN, DUAL RANDOM, NOTE ORDER, BASS+UP 1–8, BASS+RANDOM 1–3, TOP+UP 1–6
RHYTHM GTR 2
CHORD
MUTE 07, 13, 14
RHYTHM GTR 3
CHORD
MUTE 08, 12, 15
RHYTHM GTR 4
CHORD
MUTE 09, 10, 11, 16
RHYTHM GTR 5
SINGLE UP, SINGLE DOWN
STRUM 1–6
3 FINGER GTR
BASS+UP+TOP
SEQ-A 7
STRUM GTR UP
SINGLE UP
STRUM 7–8
STRUM GTR DOWN
SINGLE DOWN
STRUM 7–8
STRUM GTR U&D
SINGLE UP&DOWN
STRUM 7–8
PIANO BACKING
CHORD
MUTE 12, REFRAIN 2
CLAVI CHORD
BASS+CHORD 4, BASS+CHORD 5
MUTE 05, 06
WALTZ
BASS+CHORD 2, BASS+UP 2, BASS+RANDOM 2, TOP+UP 2
1/ 6, 1/12
SWING WALTZ
BASS+CHORD 2, BASS+UP 2, BASS+RANDOM 2, TOP+UP 2
1/16 1–3
REGGAE
CHORD, BASS+CHORD 1
REGGAE 1–2
PERCUSSION
SINGLE UP, SINGLE DOWN, SINGLE UP&DOWN, SINGLE RANDOM, DUAL UP, PERC 1–4 DUAL DOWN, DUAL UP&DOWN, DUAL RANDOM, NOTE ORDER, BASS+UP 1–8, BASS+RANDOM 1–3, TOP+UP 1–6
HARP
SINGLE UP, SINGLE DOWN, SINGLE UP&DOWN, GLISSANDO
HARP
SHAMISEN
TOP+UP 4–6
SEQ-A 2
BOUND BALL
SINGLE UP, SINGLE DOWN, SINGLE UP&DOWN, SINGLE RANDOM, DUAL UP, DUAL DOWN, DUAL UP&DOWN, DUAL RANDOM, NOTE ORDER, GLISSANDO
BOUND
RANDOM
SINGLE RANDOM, DUAL RANDOM, BASS+RANDOM 1–3
1/ 4, 1/6, 1/8, 1/12, 1/16 1–3, 1/32 1–3, RANDOM
BOSSA NOVA
all
BOSSA NOVA
SALSA
all
SALSA 1–4
MAMBO
all
MAMBO 1–2
LATIN PERC
SINGLE UP, SINGLE DOWN, SINGLE UP&DOWN, SINGLE RANDOM, DUAL UP, DUAL DOWN, DUAL UP&DOWN, DUAL RANDOM, NOTE ORDER, GLISSANDO
CLAVE, REV CLA, GUIRO, AGOGO
SAMBA
all
SAMBA
TANGO
all
TANGO 1–4
HOUSE
all
HOUSE 1–2
LIMITLESS
all
all
Arpeggio-stijllijst
Arpeggio-stijllijst
* all: er is geen beperking op de waarde die kan ingesteld worden
155
MIDI-implementatie
64 Voice Synthesizer
Datum : 12 oktober 2000
MIDI-implementatikaart
Model RS-5/9
Verzonden
Functie...
Herkend
Omerkingen
Basis kanaal
Default wordt veranderd
1—16 1—16
1—16 1—16
Modus
Defaultcommando’s worden gewijzigd
Modus 3 X
Modus 3 Modus 3, 4 (M = 1)
Nootnummer : True Voice
*2
**************
0—127 **************
0—127 0—127
Snelheid
Note On Note Off
O O
O O
After Touch
Toetsen Kanalen
X O
O O
*1 *1
O
O
*1
Pitch Bend 0, 32 1 5 6, 38 7 10 11 12 13 64 65 66 67 69 71 72 73 74 75 76 77 78 84 91 93 98, 99 100, 101
Control Change
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O X O
*1
*3
O O O O O O O O O O O O O X O O O O O O O O O O (Reverb) O (Chorus) O O
Bank select Modulatie Portamentotijd Gegevensinvoer Volume Panpot Expressie Effectsturing 1 Effectsturing 2 Hold 1 Portamento Sostenuto Soft Hold 2 Resonantie Release-tijd Attack-tijd Cutoff Decay-tijde Vibrato-snelheid Vibrato-diepte Vibrato-delay Portamento-sturing Algemene effecten 1 Algemene effecten 3 NRPN LSB, MSB RPN LSB, MSB
*1 *1 *1 *1 *1 *1 *1 *1 *1 *1 *1 *1 *1 *1 *1 *1 *1 *1 *1 *1 *1 *1 *1 *1 *1 *1
O 0—127
*1
**************
System Exclusive
O
O
*1
: Song Position System : Song Select Common : Tune Request
X X X
X X X
: KlokSystem Real Time : commando’s
X X
O O
: All Sound Off : Reset All Controllers Aux : Local On/Off Messages : All Notes Off : Active Sensing : System Reset
O O X X O X
O (120, 126, 127) O X O (123—127) O X
Program Change
O : True Number
Opmerking
Modus 1 : OMNI ON, POLY Modus 3 : OMNI OFF, POLY
156
Versie : 1.00
Programmanr. 1—128
*1 *1
* 1 O X kan geselecteerd worden. * 2 Wordt herkend als M=1 zelfs als M›1. * 3 Verzendt alleen gegevens als het Setup Send commando wordt gebruikt. Modus 2 : OMNI ON, MONO Modus 4 : OMNI OFF, MONO
O : Yes X : No
Specificaties RS-5/9: 64-voice synthesizer (overeenkomstig het General MIDI 2-systeem) • Klavier
• Stroomverbruik
RS-5: 61 toetsen (met velocity)
600 mA
RS-9: 88 toetsen (met velocity)
• Parts
RS-5: 1033 (W) x 294 (D) x 103 (H) mm 40-11/16 (W) x 11-5/8 (D) x 4-1/16 (H) inch
16
• Maximale polyfonie 64 stemmen
• Wave-geheugen 32 M bytes (16-bit lineair equivalent)
• Preset-geheugen Tonen:
512 (RS-5/9 Origineel: 256, Algemeen MIDI 2: 256)
Uitvoeringen: 128 Drumsets:
20 (RS-5/9 Origineel: 11, Algemeen MIDI 2: 9)
• User-geheugen Tonen:
128
Uitvoeringen: 128 Drumsets:
• Afmetingen
2
• Effecten
RS-9: 1395 (W) x 294 (D) x 108 (H) mm 54-15/16 (W) x 11-5/8 (D) x 4-1/4 (H) inch
• Gewicht RS-5: 6,0 kg / 13 lbs 4 oz (zonder AC-adaptor) RS-9: 10,8kg / 23 lbs 13 oz (zonder AC-adaptor)
• Toebehoren Gebruikershandleiding AC-adaptor (ACI/ACB-reeks) Muziekstandaard / 2 schroeven voor de muziekstandaard (RS-9)
• Opties Pedaalschakelaar: DP-2/6 Voetschakelaar:
BOSS FS-5U
Expressiepedaal:
EV-5
Multi-effecten: 42 soorten Reverb:
8 soorten
Chorus:
8 soorten
* In het belang van de productontwikkeling kunnen de specificaties en/of het uitzicht van dit toestel zonder voorafgaandelijke verwittiging gewijzigd worden.
• Arpeggiator 45 stijlen
• Controllers Pitch Bend/Modulatiehendel Stuurknoppen:
6 Specificaties
• Display 40 karakters, 2 lijn (Backlit LCD) 7 segmenten, 3 karakters (LED)
• Connectoren Uitgangsaansluitingen (L (MONO), R) Aansluiting hoofdtelefoon MIDI-connectoren (IN, OUT, THRU) Aansluiting Hold-pedaal Aansluiting controlepedaal
• Stroomtoevoer DC 9V (AC-adaptor)
157
Index Cijfers
E
2VOICE PITCH SHIFTER (Multi-FX) ........................ 96 ACCENT-knop .............................................................. 78 Accentsnelheid (Arpeggio) .......................................... 77 Aftertouch .................................................................... 119 Arabische toonladder ................................................... 70 [ARPEGGIO ON/OFF] .......................................... 42, 75 [ARPEGGIO/CONTROL] ........................................... 74 ATTACK-knop .............................................................. 54 AUTO WAH (Multi-FX) ............................................... 85
Effect On/Off ................................................................ 44, 79 Signal Path ................................................................ 80 ENHANCER (Multi-FX) ............................................... 85 ENHANCER->CHORUS (Multi-FX) ........................ 102 ENHANCER->DELAY (Multi-FX) ........................... 103 ENHANCER->FLANGER (Multi-FX) ...................... 102 ENTER-knop .................................................................. 11 ENVELOPE ............................................................ 54, 110 Exclusive-commandoÕs ............................................... 119 [EXIT] .............................................................................. 64
B
F
Bank Select-verzendschakelaar ................................. 121 Beat-patroon (Arpeggio) .............................................. 76 Bulk Dump ................................................................... 115
Factory Reset .......................................................... 21, 117 FAVORITE PERFORM BANK .................................... 58 FBK PITCH SHIFTER (Multi-FX) ................................ 97 FILTER .................................................................... 55, 110 Fine Tune ........................................................................ 69 FLANGER/DELAY (Multi-FX) ................................. 105 FLANGER->DELAY (Multi-FX) ............................... 104
A
C Categorie ......................................................................... 23 Channel Receive .................................................................... 122 Transmit .................................................................. 120 Channel-commandoÕs ................................................. 119 Chorus On/Off ................................................................ 44, 79 Settings .................................................................... 107 CHORUS/DELAY (Multi-FX) ................................... 105 CHORUS/FLANGER (Multi-FX) ............................. 105 CHORUS->DELAY (Multi-FX) ................................. 103 CHORUS->FLANGER (Multi-FX) ............................ 104 COMPRESSOR (Multi-FX) ........................................... 87 CONTROL 1ÐCONTROL 4 .......................................... 74 Control Change ........................................................... 119 Control Pedal Assign .................................................... 73 CONTROL PEDAL-polariteit ...................................... 73 CUTOFF-knop ............................................................... 55
D Demo-songs ................................................................... 19 DEPTH-knop ................................................................. 52 Detune ............................................................................. 69 Device ID-nummer ..................................................... 115 DISTORTION (Multi-FX) ............................................. 83 DISTORTION->CHORUS (Multi-FX) ...................... 101 DISTORTION->DELAY (Multi-FX) ......................... 101 DISTORTION->FLANGER (Multi-FX) .................... 101 Drumset Benoemen ............................................................... 113 Bewaren .................................................................. 113 Cre‘ren .................................................................... 112 Selecteren (Single) ................................................... 29 Selecteren (Split en Dual) ....................................... 37 Wat is een drumset? ................................................ 62 Dual ........................................................................... 34, 36
158
G GATED REVERB (Multi-FX) ....................................... 99 Geheugen ........................................................................ 63 Gelijke stemming ........................................................... 70 GM/GM2 Setup-commando ..................................... 129 GM/GM2 SYSTEM ON .............................................. 117 GM/GM2 System On-ontvangstschakelaar ............ 128
H HEXA-CHORUS (Multi-FX) ........................................ 88 HOLD PEDAL-polariteit .............................................. 73
I Initializeren .................................................................. 117
K Kanaal Verzend ................................................................... 122 Ontvangst ................................................................ 120 Kanaal-commandoÕs ................................................... 119 Key-modus ..................................................................... 34 Key Shift .......................................................................... 69 Key Velocity (Arpeggio) ............................................... 77 Knop ................................................................................ 74 Knoptoewijzing ............................................................. 74
L LCD-contrast .................................................................. 16 Level (Drumset) ........................................................... 112 Level (Part) ..................................................................... 66 LFO .......................................................................... 52, 110 [LFO ON/OFF] .............................................................. 52 LIMITER (Multi-FX) ...................................................... 87 Local Control ................................................................ 124 LOFI (Multi-FX) ........................................................... 106
Lower Part ................................................................ 34, 40
M [MANUAL] .................................................................... 74 Master Key Shift .......................................................... 126 Master Tuning ............................................................... 18 Maximale polyfonie ...................................................... 64 MIDI .............................................................................. 118 MOD ................................................................................ 71 Modulatiehendel ..................................................... 51, 71 Modulation Assign ....................................................... 71 MODULATION DELAY (Multi-FX) .......................... 93 Motif (Arpeggio) ........................................................... 76 Multi-Effecten Instellingen ............................................................... 80 On/Off ................................................................ 44, 79 On/Off voor afzonderlijke parts ......................... 107 Multi-effecten- soorten ................................................. 81 Multi-timbrale klankmodules ................................... 118
N Naam ............................................................................. 113 Note Off ........................................................................ 119 Note On ........................................................................ 119 Numerieke toetsen ........................................................ 64
O OCTAVE-knop .............................................................. 78 Octave Range (Arpeggio) ............................................. 77 Ontvangstkanaal ......................................................... 122 OVERDRIVE (Multi-FX) .............................................. 83 OVERDRIVE->CHORUS (Multi-FX) ......................... 99 OVERDRIVE->DELAY (Multi-FX) ........................... 100 OVERDRIVE->FLANGER (Multi-FX) ..................... 100
P Pan (Drumset) .............................................................. 112 Pan (Part) ........................................................................ 66 Panic-functie .................................................................. 65 Part ............................................................................ 28, 39 PEDAL ............................................................................ 73 Pedal-polariteit .............................................................. 73 [PERFORM/TONE] .............................. 23, 26, 29Ð30, 57 PHASER (Multi-FX) ...................................................... 84 [PHRASE PREVIEW] .................................................... 33 [PIANO] .......................................................................... 60 Pitch (Drum Set) .......................................................... 112 Pitch Bend Change ...................................................... 119 Pitch Bend-hendel ......................................................... 50 Portamento ..................................................................... 67 Preset ................................................................... 26, 30, 56 Program Change ......................................................... 119
Q QUADRUPLE TAP DELAY (Multi-FX) ..................... 95
R RATE-knop .................................................................... 52 Receive Channel .......................................................... 122
RELEASE-knop .............................................................. 54 REMOLO CHORUS (Multi-FX) .................................. 88 RESONANCE-knop ...................................................... 55 Reverb On/Off ................................................................ 44, 79 Instellingen ............................................................. 108 REVERB (Multi-FX) ....................................................... 98 Reverb Depth (Drumset) ............................................ 112 ROTARY (Multi-FX) ..................................................... 86
S Scale Tune ....................................................................... 70 [SHIFT] ...................................................................... 64Ð65 Shortcuts ......................................................................... 65 SHUFFLE-knop ............................................................. 78 Shuffle Rate (Arpeggio) ................................................ 77 Single ............................................................................... 34 SLICER (Multi-FX) ...................................................... 106 Solo-schakelaar .............................................................. 67 Source (Multi-Effects) ................................................... 80 SPACE-D (Multi-FX) ..................................................... 89 SPECTRUM (Multi-FX) ................................................ 84 Split .................................................................................. 34 Splitpunt ......................................................................... 40 STEP FLANGER (Multi-FX) ........................................ 91 STEREO CHORUS (Multi-FX) ..................................... 89 STEREO DELAY (Multi-FX) ........................................ 92 STEREO EQ (Multi-FX) ................................................ 82 STEREO FLANGER (Multi-FX) ................................... 90 Stroom ............................................................................. 15 Style (Arpeggio) ............................................................. 75 Switch (Multi-Effects, voor afzonderlijke parts) ..... 107 Sync Source (Arpeggio) ................................................ 77 System Exclusive ontvangstschakelaar .................... 116 SysteemcommandoÕs .................................................. 119
T Tempo (Arpeggio) ......................................................... 76 TEMPO-knop ................................................................. 78 THROUGH (Multi-FX) ................................................. 82 TIME CONTROL DELAY (Multi-FX) ........................ 96 Toestel ID-nummer ..................................................... 115 [TONE CATEGORY] .............................................. 23, 26 Tone Change-ontvangstschakelaar ........................... 122 Tone Search-functie ....................................................... 23 Tone Type ....................................................................... 31 Toon Benoemen ................................................................ 113 Bewaren ................................................................... 113 Categorie .................................................................... 25 Cre‘ren .................................................................... 110 Selecteren (Single) .................................................... 23 Selecteren (Split en Dual) ....................................... 37 Wat is een toon? ....................................................... 62 Transmit Channel ........................................................ 120 Transpose Alle parts ................................................................... 48 Gespecifieerde part .................................................. 69
159
Index
Index
Index
TRIPLE TAP DELAY (Multi-FX) ................................ 94 Tuning ............................................................................. 18 Tx Setup ........................................................................ 129 Type (Multi-Effecten) ................................................... 81
U Uitvoering Benoemen ............................................................... 113 Bewaren .................................................................. 113 Gemakkelijk selecteren ........................................... 58 Selecteren .................................................................. 56 Wat is een uitvoering? ............................................ 62 Upper Part ................................................................ 34, 40 User ..................................................................... 26, 30, 56 [USER/PRESET] ...................................................... 30, 39
V VALUE [-]/[+] ............................................................... 64 Velocity Sense ................................................................ 68 Verzendkanaal ............................................................. 120 Vibrato-effect ......................................................... 52, 110 Voice Reserve ................................................................. 64 Volume ............................................................................ 16
W Wah-effect .............................................................. 52, 110
Z Zuivere stemming ......................................................... 70
160
Index
Index
Memo
161
Informatie
Gelieve u voor herstellingen te wenden tot het dichtstbijzijnde Roland Service Center of een erkende Roland-verdeler in uw land die in onderstaande lijst worden aangegeven
AFRICA
CRISTOFORI MUSIC PTE LTD
PANAMA
ITALY
JORDAN
SUPRO MUNDIAL, S.A.
Roland Italy S. p. A.
AMMAN Trading Agency
EGYPT
Blk 3014, Bedok Industrial Park E, #02-2148, SINGAPORE 489980 TEL: 243 9555
Boulevard Andrews, Albrook, Panama City, REP. DE PANAMA TEL: (507) 315-0101
Viale delle Industrie 8, 20020 Arese, Milano, ITALY TEL: (02) 937-78300
Prince Mohammed St. P.O. Box 825 Amman 11118 JORDAN TEL: (06) 4641200
Al Fanny Trading Office P.O. Box 2904, El Horrieh Heliopolos, Cairo, EGYPT TEL: (02) 4185531
REUNION Maison FO - YAM Marcel 25 Rue Jules Hermann, Chaudron - BP79 97 491 Ste Clotilde Cedex, REUNION ISLAND TEL: 28 29 16
TAIWAN ROLAND TAIWAN ENTERPRISE CO., LTD. Room 5, 9fl. No. 112 Chung Shan N.Road Sec.2, Taipei, TAIWAN, R.O.C. TEL: (02) 2561 3339
THAILAND Theera Music Co. , Ltd.
SOUTH AFRICA
330 Verng NakornKasem, Soi 2, Bangkok 10100, THAILAND TEL: (02) 2248821
That Other Music Shop (PTY) Ltd.
VIETNAM
11 Melle St., Braamfontein, Johannesbourg Republic of SOUTH AFRICA P.O.Box 32918, Braamfontein 2017 Republic of SOUTH AFRICA TEL: (011) 403 4105
Paul Bothner (PTY) Ltd. 17 Werdmuller Centre Claremont 7700 Republic of SOUTH AFRICA P.O. Box 23032 Claremont, Cape Town SOUTH AFRICA, 7735 TEL: (021) 674 4030
ASIA CHINA Beijing Xinghai Musical Instruments Co., Ltd. 6 Huangmuchang Chao Yang District, Beijing, CHINA TEL: (010) 6774 7491
HONG KONG Tom Lee Music Co., Ltd. Service Division 22-32 Pun Shan Street, Tsuen Wan, New Territories, HONG KONG TEL: 2415 0911
INDIA Rivera Digitec (India) Pvt. Ltd. 409, Nirman Kendra Mahalaxmi Flats Compound Off. Dr. Edwin Moses Road, Mumbai-400011, INDIA TEL: (022) 498 3079
INDONESIA PT Citra IntiRama J1. Cideng Timur No. 15J-150 Jakarta Pusat INDONESIA TEL: (021) 6324170
KOREA Cosmos Corporation 1461-9, Seocho-Dong, Seocho Ku, Seoul, KOREA TEL: (02) 3486-8855
MALAYSIA Bentley Music SDN BHD 140 & 142, Jalan Bukit Bintang 55100 Kuala Lumpur,MALAYSIA TEL: (03) 2443333
PHILIPPINES G.A. Yupangco & Co. Inc. 339 Gil J. Puyat Avenue Makati, Metro Manila 1200, PHILIPPINES TEL: (02) 899 9801
SINGAPORE Swee Lee Company 150 Sims Drive, SINGAPORE 387381 TEL: 748-1669
PARAGUAY Distribuidora De Instrumentos Musicales J.E. Olear y ESQ. Manduvira Edeficio, El Dorado Planta Baja Asuncion PARAGUAY TEL: 595-21-492147
PERU VIDEO Broadcast S.A. Portinari 199 (ESQ. HALS), San Borja, Lima 41, REP. OF PERU TEL: 51-14-758226
Saigon Music
URUGUAY
138 Tran Quang Khai St., District 1 Ho Chi Minh City VIETNAM TEL: (08) 844-4068
Cuareim 1844, Montevideo, URUGUAY, CP11200 TEL: 5982-924-2335
AUSTRALIA/ NEW ZEALAND AUSTRALIA
Todo Musica S.A.
VENEZUELA
Roland Corporation (NZ) Ltd.
Roland Brasil Ltda. R. Coronel Octaviano da Silveira 203 05522-010 Sao Paulo BRAZIL TEL: (011) 3743 9377
COSTA RICA JUAN Bansbach Instrumentos Musicales
DENMARK Roland Scandinavia A/S Nordhavnsvej 7, Postbox 880, DK-2100 Copenhagen DENMARK TEL: (039)16 6200
FRANCE Roland France SA 4, Rue Paul Henri SPAAK, Parc de l'Esplanade, F 77 462 St. Thibault, Lagny Cedex FRANCE TEL: 01 600 73 500
FINLAND Roland Scandinavia As, Filial Finland Lauttasaarentie 54 B Fin-00201 Helsinki, FINLAND TEL: (9) 682 4020
Roland Elektronische Musikinstrumente HmbH.
OMNI MUSIC 75 Avenida Notre YY Alameda, Juan Pablo 2, No. 4010 San Salvador, EL SALVADOR TEL: (503) 262-0788
MEXICO Casa Veerkamp, s.a. de c.v. Av. Toluca No. 323, Col. Olivar de los Padres 01780 Mexico D.F. MEXICO TEL: (525) 668 04 80
Av. Corona No. 202 S.J. Guadalajara, Jalisco Mexico C.P.44100 MEXICO TEL: (3) 613 1414
SAUDI ARABIA aDawliah Universal Electronics APL
FBS LINES
Corniche Road, Aldossary Bldg., 1st Floor SAUDI ARABIA
RUSSIA
P.O.Box 2154, Alkhobar 31952 SAUDI ARABIA TEL: (03) 898 2081
Slami Music Company
Roland Scandinavia A/S SWEDISH SALES OFFICE Danvik Center 28, 2 tr. S-131 30 Nacka SWEDEN TEL: (08) 702 0020
Gerberstrasse 5, Postfach, CH-4410 Liestal, SWITZERLAND TEL: (061) 921 1615
UKRAINE TIC-TAC Mira Str. 19/108 P.O. Box 180 295400 Munkachevo, UKRAINE TEL: (03131) 414-40
UNITED KINGDOM Atlantic Close, Swansea Enterprise Park, SWANSEA SA7 9FJ, UNITED KINGDOM TEL: (01792) 700139
HUNGARY
CYPRUS
Warehouse Area ÔDEPOÕ Pf.83 H-2046 Torokbalint, HUNGARY TEL: (23) 511011
IRELAND Audio House, Belmont Court, Donnybrook, Dublin 4. Republic of IRELAND TEL: (01) 2603501
NORTH AMERICA CANADA Roland Canada Music Ltd. (Head Office)
Roland Canada Music Ltd. (Toronto Office) Unit 2, 109 Woodbine Downs Blvd, Etobicoke, ON M9W 6Y1 CANADA TEL: (0416) 213 9707
U. S. A. Roland Corporation U.S. 5100 S. Eastern Avenue Los Angeles, CA 90040-2938, U. S. A. TEL: (323) 890 3700
Moon Stores Bab Al Bahrain Road, P.O. Box 20077 State of BAHRAIN TEL: 211 005
Zabeel Road, Al Sherooq Bldg., No. 14, Grand Floor DUBAI U.A.E. TEL: (04) 3360715
5480 Parkwood Way Richmond B. C., V6V 2M4 CANADA TEL: (0604) 270 6626
Roland (U.K.) Ltd.
155, New National Road 26422 Patras, GREECE TEL: 061-435400
Siraselviler cad.Guney is hani 8486/6, Taksim. Istanbul. TURKEY TEL: (0212) 2499324
Zak Electronics & Musical Instruments Co. L.L.C.
Roland (Switzerland) AG Musitronic AG
BAHRAIN
Barkat muzik aletleri ithalat ve ihracat Ltd Sti
U.A.E.
SWITZERLAND
GREECE
Intermusica Ltd.
TURKEY
SWEDEN
MIDDLE EAST
STOLLAS S.A. Music Sound Light
Khaled Ibn Al Walid St. P.O. Box 13520 Damascus - SYRIA TEL: (011) 2235 384
Calle Bolivia 239, 08020 Barcelona, SPAIN TEL: (93) 308 1000
Oststrasse 96, 22844 Norderstedt, GERMANY TEL: (040) 52 60090
Roland Ireland La Casa Wagner de Guadalajara s.a. de c.v.
P.O. Box 62, DOHA QATAR TEL: 4423-554
Technical Light & Sound Center
CHILE
EL SALVADOR
RUA DE SANTA CARARINA 131/133, 4000-450 PORTO PORTUGAL TEL: (022) 208 4456
Al Emadi Co. (Badie Studio & Stores)
Roland Electronics de Espa–a, S. A.
GERMANY
Avenida Rancagua #0330 Providencia Santiago, CHILE TEL: 56-2-373-9100
QATAR
Tecnologias Musica e Audio, Roland Portugal, S.A.
Siemensstrasse 4, P.O. Box 74, A-6063 RUM, AUSTRIA TEL: (0512) 26 44 260
Ave.1. Calle 11, Apartado 10237, San Jose, COSTA RICA TEL: (506)258-0211
Comercial Fancy S.A.
PORTUGAL
SYRIA
CENTRAL/LATIN AMERICA
BRAZIL
P.O. Box 16-5857 Gergi Zeidan St. Chahine Building, Achrafieh Beirut, LEBANON TEL: (01) 335799
SPAIN
Houtstraat 3, B-2260, Oevel (Westerlo) BELGIUM TEL: (014) 575811
Florida 656 2nd Floor Office Number 206A Buenos Aires ARGENTINA, CP1005 TEL: (54-11) 4- 393-6057
UL. Gibraltarska 4. PL-03664 Warszawa POLAND TEL: (022) 679 44 19
Roland Austria GES.M.B.H.
BELGIUM/HOLLAND/ LUXEMBOURG Roland Benelux N. V.
Instrumentos Musicales S.A.
A. Chahine & Fils
Sadojava-Triumfalnaja st., 16 103006 Moscow, RUSSIA TEL: 095 209 2193
97 Mt. Eden Road, Mt. Eden, Auckland 3, NEW ZEALAND TEL: (09) 3098 715
ARGENTINA
LEBANON
P. P. H. Brzostowicz
Plata Libertatii 1. RO-4200 Cheorgheni TEL: (066) 164-609
AUSTRIA
Abdullah Salem Street, Safat KUWAIT TEL: 5719499
POLAND
ROMANIA
38 Campbell Avenue Dee Why West. NSW 2099 AUSTRALIA TEL: (02) 9982 8266
Easa Husain Al-Yousifi
Lilleakerveien 2 Postboks 95 Lilleaker N-0216 Oslo NORWAY TEL: 273 0074
Av. Francisco de Miranda, Centro Parque de Cristal, Nivel C2 Local 20 Caracas VENEZUELA TEL: (02) 285 9218
EUROPE
KUWAIT
Roland Scandinavia Avd. Kontor Norge
Musicland Digital C.A.
Roland Corporation Australia Pty., Ltd.
NEW ZEALAND
NORWAY
Radex Sound Equipment Ltd. 17 Diagorou St., P.O. Box 2046, Nicosia CYPRUS TEL: (02) 453 426
ISRAEL Halilit P. Greenspoon & Sons Ltd. 8 Retzif Ha'aliya Hashnya St. Tel-Aviv-Yafo ISRAEL TEL: (03) 6823666
Vanaf 1 November 2000 (Roland)