info voor patiënten
hoofd, hals en zenuwstelsel
Rhinoplastie / Rhinoseptoplastie
Neuscorrectie: rhinoplastie / rhinoseptoplastie Een neuscorrectie (rhinoplastie en rhinoseptoplastie) kan om verschillende redenen uitgevoerd worden. Meestal wordt de neus gecorrigeerd omwille van functionele klachten zoals een verstopte neus, problemen met de neusvorm of een combinatie van beide. De neusvorm is zeer persoonlijk en wordt patiënt per patiënt bekeken. Het is belangrijk dat u uw verwachtingen in detail met de chirurg bespreekt. De arts kan dan oordelen of uw verwachtingen realistisch en technisch realiseerbaar zijn. U komt voor een neuscorrectie in aanmerking vanaf de leeftijd van 17 jaar. Pas dan is de neus volledig volgroeid. Een neuscorrectie duurt gemiddeld 2 à 3 uur en gebeurt onder algemene verdoving. U wordt hiervoor 2 nachten (3 dagen) opgenomen in het ziekenhuis. Voor de operatie worden er vanuit verschillende hoeken foto’s van het aangezicht genomen en een ademhalingstest uitgevoerd om de neusdoorgankelijkheid te meten.
Twee manieren om een neuscorrectie uit te voeren
1. Een gesloten neuscorrectie laat aan de buitenkant geen littekens na, maar beperkt de mogelijkheden om de neustip te veranderen. Meestal wordt één sneetje (minder dan 3 mm) aan elke kant van het neustussenschot gemaakt. Af en toe moeten er ook verschillende kleine sneetjes gemaakt worden op - aan de buitenkant - zichtbare plaatsen. Aangezien het neustussenschot een belangrijke rol speelt in de vorm en stand van de neus kan ook dit gecorrigeerd worden. 2. Een open neuscorrectie wordt uitgevoerd wanneer een esthetische correctie van de neustip vereist is of bij revisiechirurgie (correctiechirurgie na een eerdere ingreep). Een open neuscorrectie geeft een veel beter zicht op de kraakbeenstructuren van de neus. Daarvoor dient een klein sneetje gemaakt te worden onderaan de neus. Ook deze ingreep kan gepaard gaan met een tussenschotcorrectie. We bespreken vooraf met u welke techniek we kiezen. De mogelijke incisies zijn klein en veroorzaken in de regel zeer kleine littekentjes die later niet of nauwelijks zichtbaar. Een open tipcorrectie zorgt iets langer voor zwelling van de neus en heeft een langer genezingsproces. Uitzonderlijk wordt bij revisie/reconstructieve chirurgie kraakbeen uit de oorschelp genomen. In dit specifieke geval leggen we het verloop en de procedure voor de wonden nazorg uitgebreid uit.
Na de operatie In de neus worden twee tampons geplaatst om eventueel bloedverlies op te vangen. Deze tampons blijven 48 uur zitten en worden een paar uur voor uw ontslag uit het ziekenhuis verwijderd. De tampons in de neus verplichten u om tijdelijk door de mond te ademen. Omdat dit een droge mond en keel veroorzaakt, is het belangrijk om voldoende te drinken. Als de tampons verwijderd zijn, kan u de neusgaten voorzichtig schoonmaken en met wat zalf verzorgen. Omdat het slijmvlies dan nog opgezwollen is als gevolg van de operatie, kan uw neus nog enige tijd verstopt blijven: een zoutoplossing verhelpt dit probleem. Het is raadzaam uw neus de eerste twee weken niet te snuiten. Vaak wordt er na een rhinoplastie een spalk op de neus geplaatst. Die moet ongeveer 7 tot 10 dagen blijven zitten. U mag douchen met de spalk. Het is normaal dat uw gezicht na een neuscorrectie gezwollen en verkleurd is en ook dat deze effecten in de eerste 48 uur na de ingreep nog wat erger worden. Een ‘ijsbril’ kan verlichting brengen. Na twee weken is de verkleuring meestal verdwenen en kan u terug aan de slag. Gedurende een 3-tal weken zijn bukken, tillen en zware inspanningen die teveel druk geven op het hoofd, af te raden. Daarnaast is het raadzaam om de eerste zes weken voorzichtig te zijn bij het sporten. Een bril dragen is in de eerste weken alleen mogelijk als die met een pleister op het voorhoofd kleeft. Tot slot kan uw neustip enkele maanden tot een jaar na de ingreep gevoelloos zijn, maar dit verdwijnt vanzelf. Na de operatie komt u nog enkele keren op de raadpleging voor postoperatieve controle en worden de hechtingen verwijderd.
Medicatie Onmiddellijk na de operatie krijgt u medicatie om de pijn te verzachten. Indien nodig kan u deze medicatie nog enkele dagen na de operatie innemen. Doorgaans volstaat een paracetamoltablet. Soms is een antibioticakuur nodig tegen infecties. Verwittig uw arts tijdig als u overgevoelig bent voor een bepaald antibioticum.
Risico’s Bij iedere operatie, ook een neusoperatie, bestaan er risico’s. In de praktijk zijn complicaties bij een neusoperatie zeldzaam. Beginnende complicaties kunnen vroeg opgespoord worden door de postoperatieve controles. Een mogelijke complicatie is een onverwachte bloeding. Als dit voorvalt moet u contact opnemen met uw behandelend arts. Hetzelfde geldt als uw lichaamstemperatuur 48 uur na de ingreep nog 38ºC of meer bedraagt en als de gehele wondrand rood en gezwollen is. Deze complicaties zijn goed behandelbaar. Er kan ook tijdelijk reukverlies optreden. Permanent reukverlies na neuschirurgie wordt beschreven in de literatuur, maar is zeer zeldzaam.
v.u.: Eric Mortier, afgevaardigd bestuurder UZ Gent, De Pintelaan 185, 9000 Gent MODULO.be 118395 - juni 2015 - versie 2 (630)
Dienst Neus-, Keel- en Oorheelkunde Tel. +32 (0)9 332 23 32 of +32 (0)9 332 26 21 Fax +32 (0)9 332 49 93
[email protected] Deze brochure werd enkel ontwikkeld voor gebruik binnen het UZ Gent. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het UZ Gent.
UZ Gent Postadres De Pintelaan 185 Toegang C. Heymanslaan B 9000 Gent T: +32 (0)9 332 21 11
[email protected] www.uzgent.be volg ons op