Gawain's
Revisionistische Weerlegging van CIDI/Nizkor's 'Holocaustvisie' Dit is een puntsgewijze revisionistische weerlegging van de zgn. CIDI/Nizkor ‘ontzenuwing’ van de bekende “66 Vragen & Antwoorden” van het revisionistisch Institute for Historical Review (IHR). Na de inleiding wordt kort uiteengezet wat revisionisme is en waarom het belangrijk is die antipropaganda te weerleggen. Daarna worden de CIDI/Nizkor ‘ontzenuwingen’ successievelijk puntsgewijs weerlegd. Omdat de weerleggingen serieus worden onderbouwd, is het stuk tamelijk omvangrijk. Onderdeel van deze weerlegging is een notenapparaat met meer dan 200 noten. Deze is niet geplaatst omdat het geheel dan nog omvangrijker wordt. Slechts van een beperkt aantal onderwerpen worden hier de bronnen vermeld. Wie meer of andere bronnen verlangt, kan deze op verzoek uiteraard krijgen.
De Vragen 1. Welke bewijzen zijn er? (p.17) 2. Wat voor bewijs is er dat de nazi’s geen zes miljoen Joden hebben vermoord? (p.51) 3. Heeft Simon Wiesenthal ooit schriftelijk verklaard 'er waren geen vernietigingskampen op Duitse bodem'? (p.55) 4. Als Dachau in Duitsland lag en zelfs volgens Simon Wiesenthal geen vernietingingskamp was, waarom zeggen dan duizenden veteranen in de VS dat Dachau een vernietigingskamp was? (p.58) 5. Auschwitz lag in Polen, niet in Duitsland. Is er enig bewijs dat er gaskamers bestonden voor het vermoorden van mensen in of bij Auschwitz? (p.63) 6. Als Auschwitz geen “vernietigingskamp” was, wat was dan het werkelijke doel ervan? (p.66) 7. Wie bouwde de eerste concentratiekampen, waar en wanneer? (p.68) 8. Waarin verschilde Duitse concentratiekampen van Amerikaanse ‘relocation’-kampen voor Japanse, Duitse en Italiaanse Amerikanen tijdens WO2? (p.69) 9. Waarom interneerden de Duitsers Joden in concentratiekampen? (p.72) 10. Welke vergaande maatregel ondernam het wereld Jodendom al in 1933 tegen Duitsland? (p.74) 11. Hebben de Joden van de wereld Duitsland de oorlog verklaard? (p.76) 12. Was dit voor of nadat de geruchten over dodenkampen begonnen? (p.79) 13. Welke natie staat te boek als de eerste die massaal burgers bombardeerde? (p.81) 14. Hoeveel gaskamers voor het doden van mensen waren er in Auschwitz? (p.83) 15. Hoeveel Joden waren er voor de oorlog in de gebieden die de Duitsers bezetten? (p.88) 16. Als de Joden van Europa niet zijn uitgeroeid door de nazi’s, wat is er dan met ze gebeurd? (p.91) 17. Hoeveel Joden zijn gevlucht tot diep in de Sovjet Unie? (p.93) 18. Hoeveel Joden emigreerden voor de oorlog en bleven buiten Duits bereik? (p.94) 19. Als Auschwitz geen vernietigingskamp was, waarom bekende de commandant, Rudolf Höss dan dat het dat wel was? (p.94) 1
20. Is er enig bewijs dat het Amerikaans, Brits, Frans en Sovjet beleid zou zijn om Duitse gevangenen te martelen om hen te laten bekennen, voor de Neurenberger processen en elders?(p.96) 21. Welk voordeel hebben de Joden van nu bij het ‘Holocaust’-verhaal? (p.97) 22. Welk voordeel heeft de Staat Israel erbij? (p.100) 23. Welk voordeel hebben christelijke geestelijken erbij? (p.101) 24. Welk voordeel hebben de Communisten erbij? (p.101) 25. Welk voordeel heeft Groot Brittannië erbij? (p.102) 26. Is er enig bewijs dat Hitler bevel gaf tot een massa-executie van Joden? (p.103) 27. Wat voor gas gebruikten de nazi’s in de concentratiekampen? (p.106) 28. Voor welk doel werd, en wordt, dit gas geproduceerd? (p.107) 29. Waarom gebruikten zij dit in plaats van een gas dat geschikter was voor massavernietiging? 109 30. Hoe lang duurt het om een ruimte die is behandeld met Zyklon-B volledig te ventileren? (p.115) 31. Auschwitzcommandant Höss zei dat zijn mannen de gaskamers binnen gingen 10 minuten nadat de Joden waren gestorven om ze te verwijderen. Hoe is dat te verklaren? (p.119) 32. Höss zei in zijn bekentenis dat zijn mannen sigaretten rookten terwijl ze de dode Joden uit de gaskamers trokken, 10 minuten na de vergassing. Is Zyklon-B niet explosief? (p.124) 33. Wat was precies de manier waarop de nazi’s Joden uitgeroeid zouden hebben? (p.127) 34. Hoe kon zo’n massaal programma geheim zijn gehouden voor Joden die geëxecuteerd gingen worden? (p.134) 35. Als Joden die geëxecuteerd zouden worden wisten welk lot hen wachtte, waarom gingen ze dan zonder verzet of protest hun dood tegemoet? (p.137) 36. Hoeveel Joden stierven er ongeveer in de concentratiekampen? (p.139) 37. Hoe gingen ze dood? (p.144) 38. Wat is tyfus? (p.147) 39. Wat maakt het voor verschil of er in die vreselijke tijd nu zes miljoen Joden stierven of 300.000? (p.147) 40. Joodse overlevenden van de “vernietigingskampen” zeggen te hebben gezien hoe lichamen in kuilen werden gestapeld en verbrand. Hoeveel benzine zou daarvoor nodig zijn geweest? (p.152) 41. Kunnen lichamen verbrand worden in kuilen? (p.155) 42. “Holocaust”-auteurs beweren dat de nazi’s in circa 10 minuten lichamen konden verbranden. Hoe lang duurt het cremeren van 1 lichaam volgens professionele crematorium operators? (p.156) 43. Waarom hadden de concentratiekampen crematorium-ovens? (p.163) 44. Als alle crematoria in alle kampen in door Duitsland gecontroleerd gebied volcontinu 100% operationeel waren, wat is dan het maximum aantal lichamen dat gecremeerd kon worden in de hele periode dat de crematoria in gebruik waren? (p.164) 45. Kan een crematorium oven volcontinu draaien? (p.167) 46. Hoeveel as blijft er over van een gecremeerd lichaam? (p.172) 47. Als er zes miljoen Joden zijn verbrand door de nazi’s, wat is er dan met de as gebeurd? (p.172) 48. Tonen geallieerde foto’s van Auschwitz in oorlogstijd (toen de “gaskamers” en crematoria in vol gebruik zouden zijn geweeest) gaskamers? (p.177) 49. Wat was de voornaamste bepaling van de Duitse “Neurenberger wetten” van 1935? (p.181) 50. Waren er in Amerika precedenten voor de Neurenberger wetten? (p.183) 51. Wat rapporteerde het Internationale Rode Kruis over de “Holocaust”-kwestie? (p.184) 52. Wat was de rol van het Vaticaan in de tijd dat de zes miljoen Joden zouden zijn uitgeroeid?189 53. Wat bewijst dat Hitler wist van de Joodse vernietiging die gaande was? (p.190) 54. Collaboreerden de Nazi’s en de Zionisten? (p.190) 55. Waardoor stierf Anne Frank, maar een paar weken voor het eind van de oorlog? (p.192) 56. Is het Dagboek van Anne Frank wel echt? (p.195) 57. En de talloze foto’s en filmbeeldden uit de Duitse concentratiekampen waarop stapels uitgemergelde lijken te zien zijn, zijn die vervalst? (p.198) 2
58. Van wie komt de term ‘genocide’? (p.200) 59. Waren films zoals Holocaust en The Winds of War documentaires? (p.200) 60. Hoeveel boeken zijn er ongeveer gepubliceerd die tegenspreken wat altijd wordt gezegd over de “Holocaust"? (p.201) 61. Wat gebeurde er toen een historisch instituut een beloning van $50.000 uitloofde voor een bewijs dat er in Auschwitz Joden zijn vergast? (p.202) 62. Hoe zit het met de beweringen dat mensen die de “Holocaust” in twijfel trekken antisemitisch zijn, of neonazi’s? (p.202) 63. Wat is er gebeurd met historici die het “Holocaust”-materiaal in twijfel hebben getrokken? (204) 64. Heeft het Institute for Historical Review te lijden gehad van wraakacties vanwege haar inspanningen om de vrijheid van meningsuiting en academische vrijheid hoog te houden? (p.209) 65. Waarom krijgt de mening van IHR zo weinig publiciteit? (p.210) 66. Waar kan ik meer informatie vinden over de “andere kant” van het “Holocaust”- verhaal en feiten over andere aspecten van WO2-Historisch Revisionisme? (p.211) IHR-antwoord is in donkerrood CIDI/Nizkor's 'ontzenuwing' is in blauw De weerlegging van CIDI/Nizkor's visie is in zwart
INLEIDING Dit is een weerlegging van “Stop Sjoa ontkenning – 66 Vragen ontzenuwd”, een stuk van het CIDI, Nederlandse Israël-Firsters en Nizkor internet-Holocaustpromotie. CIDI nam Nizkorteksten over en plaatste die in Nederlandse vertaling op www.platformeducatiewo2.nl Zij pogen daarmee het holocaust-revisionisme te diskwalificeren en de Joodse Holocaust Versie (JHV) te ‘bewijzen’ met misleidende commentaren op de twintig jaar geleden door het revisionistisch Institute for Historical Review (IHR) gepubliceerde 66 Questions and Answers (V&A). Zoals zal blijken, een mission impossible en boemerang tegelijk. Die Nizkor ‘ontzenuwingen’ zijn al veel eerder inhoudelijk vernietigend weerlegd, maar de Holocaustpromotie doet alsof dat nooit gebeurde en herhaalt als een gebarsten grammofoonplaat haar oude lariekoek. Aanleiding voor deze weerlegging is vooral het besmeuren van revisionisten en het revisionisme (‘leugens’, ‘leugenaars’, ‘ontkenners’, ‘halve waarheden’, ‘misleiding’, etc.) en presenteren van onwaarheden en omissies bij belangrijke punten van ‘de Holocaust’. Omdat verdediging van Holocaustketterij in Nederland door vervolging (‘racisme’, ‘belediging’, ‘discriminatie’(!)) en censuur zo goed als onmogelijk is, wordt gebruik gemaakt van Stormfront.org in de VS, die ook Vrijheid van Meningsuiting toestaat aan dissidente meningen over het politieke Holocaustdogma. Deze weerlegging van CIDI/Nizkor onwaarheden is tevens bedoeld als bijdrage aan het maatschappelijk debat over gebeurtenissen met joden tijdens de naziperiode. Het revisionisme vertegenwoordigt de ‘andere kant’ van de verplichte Holocaustideologie. Revisionisten zijn onderzoekers en wetenschappers, die met feiten en bewijzen aantonen dat planmatige vernietiging van joden in ‘gaskamers’ met Zes Miljoen vermoorden, forensischtechnisch onbewezen is, noch eenduidig bepaald. Liever dan dat er wordt ingegaan op uitnodigingen van revisionisten om die omstreden onderwerpen te onderzoeken, worden revisionisten door politiek en media verketterd en belasterd. De angst voor waarheid is zelfs zo 3
groot dat EU Richtlijnen voor het Holocaust Onderwijs zeggen: “Voorkomen moet worden ontkenners een platform te geven . . . of te proberen hun argumenten te weerleggen met de normale historische methodologie en rationele argumenten.” Ongelooflijk, maar het staat er echt. Het laat zich echter raden waarom. Het officiële beeld van ‘de Holocaust’ kan alleen nog met censuur, politieke chantage, politiek correct extremisme, misleiding en vervolging staande worden gehouden. De proponenten van de officiële Joodse Holocaust Versie (verder JHV te noemen), staan – als de Inquisitie bij Middeleeuwse Kettervervolging – open discussie en onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek naar hun demoniseringen en beschuldigingen niet toe. Ieder is verplicht integraal in hun JHV te geloven en zich daaraan te onderwerpen, op straffe van vervolging en maatschappelijke vernietiging. Dat impliceert dat ‘de Holocaust’ geen waardevrije geschiedenis is, geen wetenschap en geen waarheid, maar politiek, ideologie en inderdaad, religie. Daarom zwijgen Holocaustpromotie en de onderhorige media de revisionistische wetenschap dood, censureren revisionistisch werk, verbranden letterlijk dissidente publicaties en worden revisionisten neergezet als ‘Holocaust-ontkenners’ (Ketters). Argumenten worden niet bestreden, want de politiek correcte nomenclatura durft daarop niet serieus in te gaan omdat zij als verliezers tevoorschijn komen. Vervolging richt zich daarom op personen met het Orwelliaanse label ‘Holocaustontkenners’, die onder valse voorwendsels worden gevonnist. Net zoals in de Middeleeuwen, gaat het er niet om de dissidenten te treffen, die zullen hun mening niet veranderen, maar het grote publiek met terreurdreiging weerhouden het dwangmatig opgelegde dogma te bekritiseren. Om die reden zijn de straffen voor de geweldloze Schriftkritiek van revisionisten draconisch hoog. De onwaarheid van de Holocaust-staatsreligie staat vast vanaf de dag dat de eerste revisionist in de gevangenis werd gesmeten. De echte ‘ontkenners’ zijn anti-revisionisten, die het recht ontkennen te twijfelen aan de leerstellingen van ‘de Holocaust’ en weigeren voor dat deel van de geschiedenis Vrijheid van Meningsuiting en Wetenschapsvrijheid toe te staan. Zij zijn het echte gevaar voor de democratie omdat zij als vijanden van pluriforme meningsvorming de pleitbezorgers zijn voor de herintroductie van het Middeleeuwse fenomeen van gedachtencriminaliteit. De misleidende benadering van ‘de Holocaust’ en revisionisme door CIDI/Nizkor/Platformeducatie blijkt direct al uit hun motivering: “Revisionisten . . . beweren dat de sjoa - de systematische uitroeing van zes miljoen mensen, alleen omdat zij Joden waren - een verzinsel is, een ‘Joods complot’.” Absolute onzin. Galileï stelde ook niet dat Zon en Aarde verzinsels waren en het Heliocentrisme een ‘katholiek complot’. De Holocaustpropaganda hanteert religieus-heretische leugens en postuleert ‘systematische uitroeiing’, ‘gaskamers’ en ‘zes miljoen’ als monolithische dogma’s. Echter, van “de Sjoa” als eenduidig vaststaande gebeurtenis inclusief aantallen slachtoffers, is geen sprake; er gebeurde van alles, maar niet noodzakelijk dat en op de wijze zoals ‘de Sjoa’, ‘de Holocaust’ of de JHV dat vertellen. Afhankelijk van de definitie was er een ‘sjoa’, maar niet noodzakelijk de sjoa zoals de JHV indoctrineert. De vreselijke gebeurtenissen met joden onder het nazi-regime zijn – net zoals het revisionisme – te belangrijk om educatie daarover aan Israël-Firsters, woordvoerders namens een vreemde mogendheid en hun supporters over te laten. De belangen van die zionistische staat en de JHVideologie zijn daarvoor te nauw verstrengeld. Zij pogen met aanhoudende onwaarheden, misleiding en ontmenselijking een story te cultiveren die hun bevoorrechte positie in de wereld consolideert en versterkt. Holocaustideologie en propaganda richten zich niet voor niets op jongere generaties, om 4
de vruchten van het eenzijdige verhaal van haat en schuld ook in de toekomst te kunnen blijven plukken. Ironisch genoeg geschiedt dat onder een bedrieglijk mom van “Nooit weer”, terwijl eenzijdige propaganda de belangrijkste oorzaak is van oorlogen en gruweldaden, overal en altijd. En als er ergens sprake is van eenzijdige propaganda is het over ‘de Holocaust’ en joods lijden. We zien niettemin hoe overlevenden en hun nakomelingen het Palestijnse volk behandelen. Cynisch genoeg blijken slachtoffers van toen en hun hedendaagse supporters uit de verschrikking van de naziperiode minder dan wie ook morele leringte hebben getrokken. Het slachtoffervolk van toen toont als dadervolk van nu, dat Holocaustindoctrinatie allesbehalve leidt tot matiging in het negeren en vernederen van andere mensen. Integendeel. Het bewijst schrijnend het morele failliet van de ‘Holocaust’ herdenkingshype, welke joods zelfbeklag en etnocentrisme tot in eeuwigheid celebreert. Levend houden van de Joodse Holocaust Versie (JHV) is voor de joodse staat en haar supporters van vitaal belang omdat het een vrijkaart is om, zoals Dayan het zei, zich in het Midden-Oosten “te gedragen als een Dolle Hond” (Prof. M. van Creveld, Hebrew University, Jeruzalem. Elsevier, 2002, no. 17, blz. 52-53). Inderdaad, geen ander land zou met de misdaden welke die joodse staat dag-na-dag, nu al ruim zestig jaar lang tegen haar Palestijnse medeburgers begaat, wegkomen. Het vervult ook een sleutelrol bij de vorming van de New World Order. Hoe was het ook alweer? Nooit weer massamoord. Nooit weer concentratiekampen. Nooit weer collectieve straffen. Nooit weer gettos. Nooit weer medische experimenten. Nooit weer folteringen. Nooit weer uithongeren. Nooit weer dwangarbeid. Nooit weer rassendiscriminatie. Nooit weer . . . Dat was in 1948, toen de Verenigde Naties, het Internationale Hof van Justitie, de Geneefse Conventies, de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, en . . . Israël werden gegrondvest. De “nooit weer” gruwelen van toen zijn vanaf de start van de joodse staat aan de Palestijnen begaan. Cynisch genoeg wordt dat “nooit weer” ook door slachtoffers van toen op afschuwelijke wijze met voeten getreden. Eenzijdig herdenken van ‘de Holocaust’ blijkt NIETS concreets bij te dragen aan normen van ethiek of humaniteit. Integendeel, zionisme in praktijk toont: “Wat ons is aangedaan, mogen wij anderen ook aandoen. Oog om oog, tand om tand.” Nergens heerst dit politieke ‘ethos’ zoals in Israël. Ondanks alle ‘herdenken’ werd een slachtoffervolk dadervolk. Beter dan het herdenken van ‘toen’, is eerlijk informeren, actief veroordelen van bestaande rechteloosheid en mensen wakker schudden en bewustmaken van hedendaags Recht en Slecht. Israëlisch dissident Gilad Atzmon schreef december 2009: “Het is in Auschwitz, waar jonge Israëli’s genoeg haat opdoen om de Palestijnen te straffen voor door Europeanen begane misdaden” (www.gilad.co.uk ). De Israëlische politica Shulamit Aloni zei onlangs: “Wat wij op de Westbank doen, is erger dan alle pogroms de joden aangedaan . . .” (www.ynetnews.com). Inderdaad, gedurende alle ‘pogroms’ in de Negentiende eeuw in Rusland, kwamen net zoveel joden om als elke drie weken in de bezette gebieden Palestijnen. Wat hieraan toe te voegen? Voor wie heeft dat theatraal herdenken van Joods Lijden, in de Westerse cultuur, die hersenspoeling, dan zin? Niet voor gestorven joden van toen, niet voor Israëliërs van nu en al helemaal niet voor de lijdende en stervende Palestijnen. Als joden in eigen kring joods slachtofferschap en lijden herdenken is dat zeer te respecteren. Als dat middels dwang en manipulatie de rest van de wereld wordt opgedrongen, is er iets fundamenteel fout. De Holocausthype is een zionistisch Schild en Zwaard, een wapen om de publieke opinie in hun voordeel te beïnvloeden. Hoe meer herdenken, hoe sterker dat wapen. Daar gaat het hen om. Niet om ons, onze kinderen, of wie ook te stimuleren tot humaan gedrag, maar om wat als vijanden 5
wordt aangemerkt des te intenser te kunnen haten. Het is natuurlijk niet zo dat om die redenen het verhaal van de Joodse Holocaust Versie onwaar is. We noemen dit slechts om contraproductieve effecten van de Holocausthype aan te geven. Revisionisten houden geen rekening met dit soort nevenoverwegingen. Zij onderzoeken en beoordelen de feiten op eigen merites en concluderen daaruit dat het officiële JHV-verhaal sterk eenzijdig is (en alleen daardoor al onwaar), in aantallen enorm overdreven en belangrijke bestanddelen grotendeels misleiding of fantasie zijn. Het is ook niet waar dat revisionisten de verschrikkingen van wat joden en anderen door de nazi’s is aangedaan ontkennen of bagatelliseren. Integendeel, joden hebben onder het naziregime verhoudingsgewijs een zware tol betaald. Zo zwaar, dat het onzinnig is dat te overdrijven. Het onzegbare leed van ontelbaren onder hen is een feit en staat daarom voor revisionisten niet ter discussie. Echter, geen enkele groep had in die verschrikkelijke tijd het monopolie op lijden en dood en het is absurd een hiërarchie van lijden van de ene groep boven een andere aan te brengen. Men vervalt dan in discussies van wat ‘erger’ was, te worden ‘vergast’, of in een inferno van angst, rook, vuur en explosies armen en benen te worden afgerukt en levend te worden verbrand. Die vergelijking willen wij niet maken. Revisionisten gaat het om historische waarheid, los van ras, politiek, eenzijdigheid en haat. Voor we de CIDI/Nizkor ‘ontzenuwing’ van de 66 IHR V & A puntsgewijs weerleggen, nog iets over de misleidende wijze waarop CIDI haar ‘informatie’ presenteert. Ze kondigt haar propagandainitiatief op Platformeducatiewo2 als volgt aan: “In de strijd tegen de ontkenning van de Holocaust hebben het Centrum Informatie en Documentatie Israel (CIDI) en het Centraal Joods Overleg (CJO) gisteren, 4 mei 2009, een kennisbank gelanceerd. De kennisbank ”66 Antwoorden aan Sjoa-ontkenners” reageert op de “vele vraagtekens, leugens en halve waarheden” van ontkenners van de Holocaust op internet. Zo geeft de kennisbank –onder meer te vinden op www.platformeducatiewo2.nl – antwoord op vragen als: “Is het dagboek van Anne Frank wel echt?” en “Hoe konden in zo korte tijd zes miljoen Joden worden vermoord?” Het CIDI en het CJO geven aan de kennisbank zo veel mogelijk te willen verspreiden op internet om de ontkenning van de Holocaust “met harde feiten” te ontzenuwen. “We merken dat Shoahontkenners, die zich eerst aan de rand van de samenleving bevonden, zich steeds meer proberen te beroepen op zogenaamd wetenschappelijke argumenten”, licht Elise Friedmann van het CIDI toe. “Zo beweren ze door bijvoorbeeld allerlei technische details te geven dat het verschrikkelijk lang duurt voordat een lichaam is verbrand en dat daardoor onmogelijk 6 miljoen mensen kunnen zijn verbrand. Wij ontkrachten die verhalen met harde feiten uit bijvoorbeeld processtukken.” Holocaustontkenners, ofwel revisionisten, beweren dat de Shoah –de systematische vernietiging van 6 miljoen Joden in de Tweede Wereldoorlog– een Joods verzinsel is. CIDI en CJO vinden het “diep kwetsend voor de nabestaanden van die 6 miljoen dat nu zelfs hun dood wordt weggevaagd. De beweringen van de Holocaustontkenners praten de misdaden van de nazi’s goed. De ontkenning van de Holocaust is nog springlevend”, constateren de organisaties. Onlangs nog bleek uit de uitspraken van de omstreden Britse bisschop Richard Williamson dat ook zo op het oog respectabele volwassenen deze leugens napraten.” De data welke zij kozen voor dit propaganda-initiatief zijn niet toevallig: 4 en 5 mei. Daarmee proberen zij de Nationale betekenis van die dagen weer een stukje verder naar zich toe te halen. Vervolgd wordt met bekende, altijd onweersproken misleidende retoriek. “In de strijd tegen de 6
ontkenning van de Holocaust” is direct al een monumentale verdraaiing. Revisionisme is natuurlijk niet hetzelfde als ‘ontkenning’. Dat moet de indruk wekken dat revisionisten vaststaande feiten ontkennen en houdt een notie van ‘schuld’ in. Het JHV-verhaal is geen vaststaand feit. Men gebruikt ‘ontkenner’ zoals destijds ‘Ketter’, om revisionisten te associëren met lieden die zouden volhouden dat er ‘nooit joden door nazi’s zijn vermoord’, Auschwitz ‘nooit bestond’, het Heiligste van het Heilige willen besmeuren en in hun hart het liefst ‘gaskamers’ zouden bouwen om ‘de joden’ in te vergassen. Dat alles wordt revisionisten in de mond gelegd, er voor wakend dat zij geen platform krijgen zich teweer te stellen. Waarheid is, dat revisionisten wetenschappers zijn, die door verifieerbaar feitenonderzoek vaststelden dat de officiële versie van de JHV op belangrijke punten niet waar is, sterker nog, niet waar kán zijn. Dat wil en kan de Holocaust-nomenclatura niet accepteren. Daarmee dreigt hun psychologische, financiële en politieke imperium in te storten. Alleen daarover gaat hun ‘strijd’ tegen ’ontkenners’. Wiens normen zijn het eigenlijk op grond waarvan wetenschappers ‘ontkenners’ worden genoemd? CIDI spreekt over “vele vraagtekens, leugens en halve waarheden van ontkenners van de Holocaust op internet”. Om de onwaarachtigheid van die uitspraak te tonen dagen wij iedereen uit om ook maar één enkele leugen van een vooraanstaand revisionist te noemen, op internet of elders. En dan niet roepen, maar bewijzen. Revisionisten liegen niet. Zij hoeven dat niet want zij streven slechts Historische Waarheid na. Leugens zijn het onmiddellijke einde van het revisionisme. Illustratief is dat op Stormfront in de draad “CIDI: Revisionisten verspreiden leugens en halve waarheden” tot nu toe 261 reacties van vóór en tegenstanders kwamen, waarvan er niet één een revisionistische leugen aantoont! Natuurlijk, ook de weerlegging hier spreekt over misleiding, onwaarheden en bedrog van CIDI/Nizkor, echter met dit verschil: revisionisten geven exact aan waar en waarom dat zo is. Postulerend spreken CIDI/Nizkor over ‘de Holocaust’, als was die forensisch-technisch ononderzochte compilatie van vertelsels met haar 1001 onwaarheden, onzinnigheden, onmogelijkheden, mythisch/religieuze dogmatiek en gepsychologiseer van ‘psychohistorici’, een objectieve, eenduidige waarheid, waaraan niets is af te doen. Het tegendeel is waar. Wie in de jaren Zestig in ‘de Holocaust’ geloofde, geloofde in een andere Holocaust dan vandaag en het staat vast dat die er over twintig jaar weer anders zal uitzien. ‘De Holocaust’, als eenduidig, vaststaand onwrikbaar feit bestaat dus niet. Dat bestaat alleen in dogma’s. Leerlingen zijn meestal onvoldoende bewust te vragen: “Wat is ‘de Holocaust’?”; gelukkig maar, want ook leraren zijn door tekort aan objectieve informatie en definities nauwelijks in staat daarop anders dan in platitudes te antwoorden. In de jaren zestig gold dat Hitler tweemaal schriftelijk zou hebben ‘bevolen’ alle joden ‘uit te roeien’, op de ‘Wannsee Conferentie’ zou dat officieel zijn besloten, in Auschwitz waren ‘meer dan 4 miljoen mensen vermoord’ en 22 Duitse kampen hadden ‘gaskamers’. Nu blijkt een Hitlerbevel nooit te hebben bestaan, wordt een ‘Besluit’ daarover in Wannsee ook door een Israëlisch historicus als ‘dwaas’ afgedaan, zegt men dat het aantal ‘vermoorden’ in Auschwitz ca. 1 miljoen, dus 3 miljoen minder is en worden er nog maar 6 kampen met ‘gaskamers’ genoemd (alle in Polen). Er is daarom niet zoiets als “de Holocaust”, of “de Shoa”. Duizenden ‘getuigenissen’, ‘wetenschappelijke’ publicaties en verhalen daarover zijn thans bewezen verzinsels te zijn geweest. Toch is ‘de Holocaust’ geen ‘containerbegrip’, want wie daaraan een andere invulling geeft dan de JHV, wordt in de EUSSR anno 2010 strafrechtelijk vervolgd. 65 jaar lang is het publiek met onwaarheden en propaganda om de tuin geleid en wordt dat nog altijd. Nu horen we dat nauwelijks nog, maar twintig jaar geleden was “Auschwitz Lügner!” (Auschwitz Leugenaars!) een populair mediascheldwoord. Daarmee werden revisionisten gestigmatiseerd en vervolgd, omdat zij toonden dat niet ‘4 miljoen’, maar hoogstens 360.000 (= 9%) mensen (joden en niet-joden) in Auschwitz gestorven kunnen zijn. In 1989 werden de 19 7
gedenkstenen in Auschwitz, waarop in evenzovele talen stond ‘4 miljoen vermoorden’, vervangen door nieuwe met ‘anderhalf miljoen’. 2,5 Miljoen minder maar nog steeds meer dan werkelijk. Als we de na de val van het communisme uit een Moskous archief gehaalde Auschwitz-Dodenboeken over de jaren ’41, ’43 en ‘44 volgen, waarin pijnlijk nauwkeurig alle Auschwitz sterfgevallen zijn opgetekend, dan komen we bij proportionele extrapolatie tot in totaal ca. 135.000 sterfgevallen, joden en niet-joden samen. Wie waren (zijn) de Auschwitz Leugenaars?! Dezelfde fanatici schreeuwen om het hardst ‘Holocaust-Ontkenners!’ Revisionisten brengen in dienst van de waarheid onwaarheden aan het licht, zoals de numerus fixus van ‘Zes Miljoen’, de na de oorlog door Poolse communisten gebouwde ‘gaskamer’ in Auschwitz I, de valse Sovjet ‘gaskamers’ in Sachsenhausen en Stutthof, de Amerikaanse nepgaskamer in Dachau, de ontbrekende bewijzen voor alle andere ‘gaskamers’, enz. Waarom, kan men zich afvragen, waarom bouwden de Sovjets en de Amerikanen destijds valse gaskamers als er echte waren? Revisionisten ontmaskerden ook de leugens van ‘zeep van jodenvet’, ‘lampenkappen, handschoenen, tassen, enz. van mensenhuid’, ‘gekrompen mensenhoofden’, enz. Abjecte propagandaleugens waarmee generaties volwassenen en kinderen zijn (worden) vergiftigd. Verwacht niet dat CIDI/Nizkor of de onderhorige media u op de hoogte zullen brengen van de onwaarheden, onzekerheden en twijfelachtige verhalen van de JHV. Integendeel, zij grijpen elke valse schim aan om allerlei kwaadaardige onzin te versterken en levend te houden. Er gaat geen dag voorbij of ’nazi’s’, ‘herdenkingen’, ‘overlevenden’, ‘boeken’, verhalen, Auschwitz, Anne Frank, misdaden en Joods Lijden passeren uw netvlies. Een hersenspoeling zonder weerga. Verwacht al helemaal niet dat zij hun aantal ‘6 miljoen vermoorde joden’ verlagen, zelfs nu ook officiële historici erkennen dat Auschwitz bijna 3 miljoen minder doden had en andere kampen ook nog eens 2 miljoen minder. In de Holocaustrekenkunde geldt: 6 – 5 = 6. Een religieus dogma, want de Talmoed spreekt over “een 6-miljoen Holocaust” alvorens de joden ‘recht’ hebben op ‘hun’ Beloofde Land: “Gij zult terugkeren, minus Zes Miljoen” (The Talmud, Goldmann Publishers, München 1980, blz. 138, 225). Dat joden dat geloven en celebreren, prima. Maar verplicht niet alle niet-joden te geloven in dat ongefundeerde en beschuldigende mythische aantal. Want dat het ongefundeerd is, zullen we hier ondubbelzinnig tonen. Ieder wordt verplicht in die Talmudisch religieuze numerus fixus te geloven; jood of Christen. Wie twijfelt, is een ‘Holocaustontkenner’, een Ongelovige. Ja, u ook. De Katholieke Banvloek van toen als terreurmiddel in venijn overtroffen door “Holocaust Ontkenner” van nu. Een stigma waarvoor geen bewijs nodig is. Hij/zij wordt vogelvrij en vervolgd, geboycot en beledigd (‘anti-semiet’, ‘Holocaust-ontkenner’, ‘neo-nazi’ en ander retorisch vuil dat slechts de haat van de gebruikers weergeeft). Hij /zij wordt in de Eenentwintigste Eeuw Inquisitoir publiekelijk gebrandstapeld. De vervolgden van toen zijn de vervolgers van nu. ‘De Holocaust’ wordt niet alleen de officiële religie maar de verplichte religie van de New World Order, waarin ieder die niet gelooft onder de Strafwet valt. Elise Friedmann van het CIDI zegt in haar inleidend woord: “Shoaontkenners beweren door bijvoorbeeld allerlei technische details te geven dat het verschrikkelijk lang duurt voordat een lichaam is verbrand en dat daardoor onmogelijk 6 miljoen mensen kunnen zijn verbrand. Wij ontkrachten die verhalen met harde feiten uit bijvoorbeeld processtukken.” Wat ‘Shoa-ontkenners’ beweren, weten wij niet: ze bestaan niet. Wel dat revisionisten vaststelden dat het onmogelijk was (is) om met de cokesgestookte crematieovens van Auschwitz een normaal lijk in minder dan 1 uur te verassen. Dat is niet “verschrikkelijk lang” dat is de minimale tijd volgens pyrotechnische wetten. Zelfs in de huidige electrische ovens duurt dat nog tenminste een 8
uur. Korter kan niet. Ook was (is) het nauwelijks mogelijk twee normale volwassenen tegelijk te cremeren in het destijds gebruikte type civiele éénpersoons-ovens. En zelfs al zou dat zo zijn, de verbrandingstijd neemt toe met de massa, zodat dit los staat van de capaciteit. En, als iets ‘enorm’ is, zijn het de door Nizkor c.s. genoemde waanzinnig hoge aantallen crematies in Auschwitz van 20.000 en meer per dag(!) Wat CIDI/Nizkor in dit verband met processtukken als ‘harde feiten’ bedoelt, is ons duister: harde feiten over crematies zijn wat deskundigen daarover zeggen op grond van ervaring en fysische wetten. Niet wat juridische wetten of ‘processtukken’ uit Holocaust auto-da-fé’s zeggen. Natuurwetten laten zich niet marchanderen; die golden zelfs voor duivelse nazi’s . . . Ook daarop komen wij uitvoerig terug. Waarheid kan hard aankomen, maar nooit ‘diep kwetsend’ zijn. Ook niet voor nabestaanden en zeker niet voor niet-bestaande ‘nabestaanden’ van niet-bestaande slachtoffers binnen een numerus fixus van ‘Zes Miljoen’. Onzorgvuldige aantallen in stand houden en daarvoor mensen gevangen zetten, dat is diep kwetsend voor iedereen, niet in de laatste plaats voor joden. Als CIDI c.s. oprecht was, zouden zij tegen de schandelijke anti-revisionisten Wetten en processen protesteren, wetten die critici en wetenschappers in gevangenissen brengen. Wij vinden ook dat waarheid (bijvoorbeeld over ‘6 miljoen’), niet ‘anti-semitisch’ kan zijn. En als mensen over die waarheid gegriefd zijn betreuren wij dat, maar dat mag er niet toe leiden ze verborgen te houden. Wie het daarmee niets eens is, staat het vrij met betere cijfers en feiten het ongelijk van revisionisten te bewijzen. Die wachten daar al jaren op, tallozen in Europese gevangenissen . . . Wie meent dat ‘de Holocaust’ de meest onderzochte en best bewezen gebeurtenis uit de geschiedenis is, vergist zich deerlijk als het gaat om kernelementen. Hoewel er tal van experimenten, simulaties, chemisch-forensische analyses bestaan die de waarheid of onwaarheid daarvan ondubbelzinnig kunnen aantonen, weigert men deze onder onafhankelijk toezicht te laten uit voeren. Revisionisten dringen aan op dergelijk onderzoek, maar de Holocaustindustrie verzet zich fel. Waarom? “Alles is al onderzocht”, is het leugenachtige antwoord. Zijn zij bang ‘diep gekwetst’ te worden? Zijn zij bang voor Waarheid? Waarheid vreest geen onderzoek! De voorstanders van onderzoek, revisionisten, of in Holocaustidioom ‘ontkenners’, ‘pseudo‐ wetenschappers’, enz., u weet wel, ‘Auschwitz-leugenaars’, die zo ‘gemakkelijk ontmaskerd’ kunnen worden en wier stellingen ‘allang zijn weerlegd’, worden door hen die zeggen over “overstelpende hoeveelheden bewijzen te beschikken”, slechts besmeurd en vervolgd in deze Eenentwintigste Eeuw van Holocaust Heresie. Als de JHV waar is, waarom niet toestaan ze te onderzoeken? Maar nee, deze religieuze ‘black box’, waarvan slechts 20% bekend is (Hilberg), wordt voor onafhankelijk onderzoek potdicht gehouden. Hoogwaardige revisionistisch wetenschappelijke studies zoals over het (niet) bevatten van cyanidesporen in de ‘gaskamers’ van Auschwitz en Majdanek, de grondwaterstand in Auschwitz, de valse getuigenissen van Holocaust-kroongetuige Gerstein, enz. worden in Europa verboden en vernietigd? Waarom is dat? Is dat de ‘Waarheid’ van de JHV? Over het CIDI innuendo nog dit: onderzoeken en publiceren van waarheid is buitengewoon respectabel, evenals het blootleggen van leugens. Wie het daar niet mee eens is moet niet schelden, lasteren, leugenachtige stigmata rondstrooien of Middeleeuwse vervolgingswetten promoten, maar publiekelijk met betere feiten en argumenten komen en een open debat aandurven. Zij vrezen dat open debat als de pest, omdat zij dat verliezen! De heersende, compleet eenzijdige ‘Holocaust’ ideologie mág niet weersproken of bekritiseerd 9
worden. Niet door de veronderstelde daders van toen en niet door onafhankelijke wetenschappers van nu. Wie zich in Duitse rechtszalen met feiten verdedigt tegen Holocaustbeschuldigingen wordt gestraft voor ‘Holocaustontkenning’. Verdediging wordt gezien als bewijs voor schuld: de Inquisitie revisited . . . Men zoekt niet naar waarheid, men zoekt naar ‘schuld’. Waarheid pleit bij ‘de Holocaust’ niet vrij. Door de absentie van elke kritiek is ‘de Holocaust’ allang geen geschiedenis, geen wetenschap en geen waarheid meer: het is dogma en indoctrinatie. Niet passend in een democratische samenleving. Bij revisionisten is geen sprake van “goedpraten van de misdaden van de nazi’s”. Revisionisten onderzoeken wat waar is (was) en wat niet. Zij stellen vast wat overdreven is en wat niet, wie onwaarheid spreekt (schrijft) en wie niet. Ongeacht ras, ideologie, religie of politieke overtuiging. Zij noemen een leugenaar een leugenaar, of het een nazi, een Christen of een jood is. Dat valt bij velen niet goed, maar zegt meer over hen, dan over revisionisten. Bisschop Williamson stelde zich op de hoogte van alle feiten, woog ze af en gaf vervolgens zijn eerlijke mening. Daarop werd hij voor alles en nog wat uitgemaakt, maar bij al dat schelden en diskwalificeren was er niemand van de Holocaustmisjpoche, de onderhorige media, de fellowtravellers en politiekers die op de grondslagen en achterliggende feiten van zijn woorden in ging. Waarom niet? Om Johannes, 7:13. Is het dan niet gemakkelijk te weerleggen? Nu hypocrieten bij het CIDI hem publiekelijk aanklagen, zij hier gezegd dat Bisschop Williamson geen revisionist, geen leugenaar en allesbehalve een ‘neo-nazi’ of verdediger van Hitler is. Integendeel, deze Bisschop is een buitengewoon eerlijk, moedig en respectabel mens. Hij sprak waarheid en wordt daarvoor in deze door-en-door verrotte wereld gekruisigd. Wanneer zagen we dat eerder? CIDI/Nizkor verbergen feiten, demoniseren, criminaliseren en brandmerken vrije meningsuiting als ‘anti-semitisch’. In hun inleiding stellen zij „met harde feiten” (veelzeggend genoeg tussen aanhalingstekens!!) de ontkenning van ‘de Holocaust’ te ontzenuwen. Onze weerlegging hier zal punt voor punt aantonen wat dat waard is: Niets!
REVISIONISME: VERBODEN WAARHEID Ter verduidelijking iets over wat revisionisme is en wie die revisionisten (‘Holocaust-ontkenners’) zijn. Hoe is het ontstaan, wat willen revisionisten en hoe gaan zij te werk? In de eerste plaats: revisionisme is Wetenschap. Het is wetenschapskritisch herzien, onderzoeken, verbeteren en repareren van bestaande kennis. Holocaustrevisionisme houdt zich bezig met de studie van gebeurtenissen met joodse mensen in de naziperiode. Revisionisten zijn merendeels wetenschappers, professoren, academici, ingenieurs, technici, geologen, schrijvers, onderzoekers, historici, historisch geïnteresseerden, tot dichters en geestelijken toe. Velen werden pas revisionist door de resultaten van hun onderzoekingen. Zij toetsen de gebeurtenissen met joden onder de naziheerschappij en houden bestaande opvattingen tegen het licht van forensische en technische feiten, documenten, Holocaustliteratuur, enz. Revisionisten nemen onder andere de officiële Holocaustgeschiedschrijving als uitgangspunt, die zij dus op hun duimpje kennen. Hun onafhankelijke wetenschappelijke benaderingswijze maakt het verschil tussen feiten en fictie en tussen geschiedenis en dogma. In een dogma is ‘waarheid’ vastgelegd zonder objectieve wijzigingen of twijfels toe te staan. Zoals bij ‘de Holocaust’ dus. Revisionisme is wetenschap en staat daarom open voor nieuwe feiten, ook als die tot van het dogma afwijkende inzichten leiden. 10
Het onderzoekt geschiedkundige stellingen en feiten zonder aannames vooraf en zonder rekening te houden met maatschappelijke of politieke gevoeligheden. Revisionisten maken ook geen verschil tussen ras of religie van daders en slachtoffers. Zij spreken zich niet uit over de schuldvraag of over individueel of collectief lijden; dat blijkt vanzelf uit de feiten. Revisionisme is zoeken naar waarheid. Het geeft (nog) geen ‘alternatief’ voor de JHV, maar toont aan, waar beweringen niet of onvoldoende door feiten en bewijzen worden geschraagd. Openstaande vragen worden niet ingevuld met quasi-zekerheden (‘alle vermisten zijn vergast’). Als wordt beweerd dat massaal mensen zijn vergast, accepteert een revisionist dat alleen, indien gestaafd met concrete bewijzen. Als die ontbreken, is elke getuigenis en bewering een slag in de lucht. Waar geen zekerheid is, wordt die niet met pseudo-zekerheden gesuggereerd. Revisionisme maakt het verschil tussen feit en fictie in ‘de Holocaust’. Wetenschap kent geen geloofsartikelen (Zes Miljoen, Gaskamers, enz.), dus worden dogma’s niet geaccepteerd maar onderzocht. In die zin is revisionisme wetenschap en de officiële JHV-studie niet. Politiek, religie en sentiment worden op afstand gehouden omdat die niet tot objectieve waarheid leiden. Holocaustrevisionisme ontstond na de Tweede Wereldoorlog als reactie op waanzinnige verhalen. ‘Vader van het revisionisme’ was professor Paul Rassinier, een links socialist, overtuigd anti-nazi, sociaal-democratisch parlementslid en drager van de hoogste Franse onderscheiding, het Légion d’Honneur. Als verzetsman werd hij door de nazi’s wegens het vervalsen van joodse identiteitsbewijzen opgepakt en naar Buchenwald gedeporteerd. Nadat hij gebroken en invalide terugkeerde, stoorde hij zich aan de groteske gruwelverhalen, fantastische overdrijvingen, blatante leugens en ongeremd eenzijdige haatretoriek van de Holocaustpropaganda. Hij schreef daarover enkele wetenschappelijke werken, waarin hij met feiten en documenten belangrijke delen van dat verhaal ontkrachtte. Niet omdat hij ‘anti-semiet’ of ‘neonazi’ was, maar uit een integer rechtvaardigheidsgevoel. Het ging hem toen, zoals revisionisten nu, om gerechtigheid en historische waarheid. Niets anders. De JHV nomenclatura, die de publieke meningsvorming in de greep houdt, bekeek zijn onafhankelijke en erudiete publicaties vol afgrijzen en vond dat die op alle mogelijke manieren moesten worden bestreden. Te beginnen met ‘anti-semitisme’. Aan het ‘Holocaust’verhaal waren en zijn immers enorme politieke en financiële belangen verbonden, die niet ter wille van zoiets ‘triviaals’ als historische waarheid in gevaar mogen worden gebracht. Denk aan de Staat Israël, de jaarlijkse miljardensteun aan die staat, de bevoorrechte handelspositie met de EG, handhaving van exproportionele joodse invloed en macht, de relativering van Israëlische misdaden, enz., enz. Revisionistisch onderzoek en kritiek zijn in een gezonde democratie noodzakelijk. Verbieden of strafbaarstellen daarvan is immoreel. Zoals ieder weet, is in de huidige maatschappij voor kritiek op de leerstellingen van ‘de Holocaust’ geen plaats. Dat leidt ertoe dat dit verhaal zich steeds verder van de werkelijkheid verwijdert, tot Mythe en Religie is geworden en haar proponenten ongestraft alles kunnen schrijven, mits passend binnen het demonisch kader. Al het andere, ook kritiek, is verboden en taboe. Een afschuwelijke realiteit, Orwell voorbij. De effecten zijn desastreus. Vergelijk het met een knaap in de klas, op wiens uitlatingen en gedrag geen kritiek mag worden geleverd en alles en iedereen die dat poogt wordt bestraft. Hij groeit op tot een arrogant, agressief, en asociaal misbaksel. Oorzaak is niet hijzelf, maar zij die over kritiek op hem hun veto uitspreken. Zoals bekend, is leveren van kritiek een conditio sine qua non voor waarheid en democratie. Dat is echter voor ‘de Holocaust’ niet toegestaan. Twijfel, onderzoek, openheid en het mogen leveren van kritiek zijn de basis voor elke wetenschap. ‘Weten zonder twijfel, is geen weten’, zegt Wittgenstein. Die kende ook Cicero’s Dubitando ad Veritatum Pervenimus: Door Twijfel tot Waarheid. Die 11
universele, intellectuele en humanistische twijfel is de mensheid ontzegd bij het Holocaustverhaal. De reden voor niet mogen twijfelen en leveren van kritiek is evident: het ontbreekt de JHV aan bewijs. Was dat er wel, dan zou men kritiek aanmoedigen, niet bestraffen. Door het ontbreken van kritiek is de officiële Holocauststudie geen en revisionisme wél wetenschap. In de universitaire Holocauststudie is twijfel verdacht, echte kritiek ‘not done’ en slechts getolereerd binnen grenzen van dogma en taboe. Als het aan CIDI-ideologen en consorten ligt, moet dat zo blijven. Revisionisten zijn geen criminelen, geen geweldplegers, geen subversieven of terroristen maar ontwikkelde mensen, die de geschiedenis objectief onderzoeken en daarbij op feiten zijn gestuit, die uiterst onwelgevallig zijn voor het establishment. Door hun schriftkritiek(!) op JHV-leerstellingen te publiceren, maken zij gebruik van het Universele Mensenrecht van Vrijheid van Meningsuiting. Daarvoor worden zij in politieke processen op valse gronden vervolgd (‘racisme’, ‘belediging’, ‘Holocaustontkenning’, ‘aanzetten tot haat’), waarbij hen als bij de Inquisitie het recht is ontzegd zich inhoudelijk te verdedigen en hun argumenten met feiten en bewijzen te staven. In de Holocaustvervolging geldt: Waarheid pleit niet vrij. Een rechter in Duitsland die een ‘Holocaustontkenner vrijspreekt of te licht straft, wordt zelf vervolgd voor ‘Holocaustontkenning’. De jurisprudentie daarvan is beschikbaar. Een onaanvaardbare en schandelijke praktijk, de democratie onwaardig. Het is één van de gevolgen gevolg van de volstrekt achterlijke Holocaustwetgeving. Daarbij komt: Van revisionisten hoeft niemand iets te vrezen, alleen Waarheid. Een onthullende analogie tussen Middeleeuwse Ketterprocessen en hedendaagse Holocaustvervolging van King Arthur treft u aan op http://www.stormfront.org/forum/showthread.php?p=2589208 Langzamerhand dringt het besef door dat de vervolging van Holocaust ‐revisionisten een smet is op de vrijheid van meningsuiting, de vrijheid van wetenschap, de democratie en de Universele Mensenrechten. Het publiek is niet achterlijk en begrijpt vele malen beter dan het Holocaustcorrecte establishment dat dit strijdig is met de gecelebreerde Westerse Democratische vrijheden. Willen die geloofwaardig blijven tegen de aanvallen op de democratie en het religieus fanatisme van de Middeleeuwse Islamitische wereld, dan dient men zo snel mogelijk afstand te nemen van die verfoeilijke Holocaustvervolging. Ondanks alle beweringen, boeken, studies, etc. zijn de bewijzen voor de demonische kernonderdelen van de Joodse Holocaust Versie (JHV) niet geleverd. Wij zullen dit aantonen. Zal na het lezen van deze weerlegging dus iedereen overtuigd zijn van de relatieve onjuistheid van ‘de Holocaust’? Nee. ‘De Holocaust’ heeft zich door afwezigheid van kritiek en discussie zoals gewenst kunnen ontwikkelen tot een pseudo-religie, waarin voor veel mensen ‘geloven’ de hoofdrol speelt. Een geloof steunend op indrukken, die zich dagelijks aandienen via onderwijs, media, etc., net zo misleidend als de indruk dat de Zon om de Aarde draait. ‘Zag’ de Middeleeuwer niet iedere dag met eigen ogen dat de Zon van het Oosten naar het Westen over de Aarde heendraait?! Wel, wat moest zo’n gek van een Galileï dan met een Aarde die om de Zon draait?! Zo is het ook met ‘de Holocaust’ en het revisionisme. Holocaustclerici beseffen dat feiten en forensisch-technisch onderzoek vernietigend zijn voor geloofsstellingen. Zij bestrijden het revisionisme daarom met alle middelen (op onderzoek en concrete feiten na). Revisionisten wijzen onderdelen van de Joodse Holocaust-Versie (JHV) af, namelijk die waarvan is aangetoond dat ze op fysisch-rationele gronden niet hebben kunnen plaatsvinden. En wie onderdelen van een geloof afwijst, is een Ketter. Het leverde de revisionistische wetenschappers de intense haat van machtige, bij ‘de Holocaust’ belang hebbende personen en groepen op, juist omdat die de revisionistische waarheden niet kunnen weerleggen en niet in staat zijn hun postuleringen te bewijzen. 12
Ook de officiële (academische) Holocauststudie keert zich tegen alle logica in als anti-wetenschap tegen het revisionisme, gedwongen door hun onomkeerbare JHV-commitment en de onmacht daarvoor valide bewijs te leveren. Ook dat zal hier aan de orde komen. Revisionisme heeft niets te maken met politiek. Revisionisten komen uit alle maatschappelijke en politieke geledingen. Van a-politiek tot uiterst links en uiterst rechts, en alles daar tussenin. Wat men ook kwaadaardig beweert, revisionisten hebben geen politieke doelstellingen, zij vormen geen organisatie, zij zijn niet politiek actief en willen dat ook niet zijn. Het zijn de anti-revisionisten die het revisionisme in een politiek ‘samenzwerings’ kamp proberen te duwen. Niet de revisionisten hebben een politieke agenda, maar de anti-revisionisten! Ook etnisch en religieus bevinden zich onder revisionisten allerlei mensen: Afrikanen, Arabieren, Aziaten, Joden, Blanken, Christenen, Moslims, enz. Dat toont de leugen aan dat de revisionisten ‘racisten’, ‘neo-nazi’s’ of ‘anti-semieten’ zouden zijn. Wat hen bindt is Waarheidsvinding over een belangrijke episode van de Europese geschiedenis en de afschuwelijke gebeurtenissen waaraan vervolgde joodse mensen blootstonden tijdens het naziregime. De Waarheid daarover wordt verborgen gehouden. Machtige belangengroepen claimen het monopolie. Zij demoniseren kritiek, onafhankelijk onderzoek, open discussie, enz. en smoren het in de kiem. Niet met feiten, maar met ‘shut-up’ woorden en valse argumenten: het is ‘beledigend’ voor de nabestaanden’ (hoe kunnen onderzoek en waarheid ‘beledigend’ zijn?), het is ‘anti-semitisch’ (waarheid kan niet anti-semitisch zijn), het is ‘haat’, het is ‘extreem rechts’ en meer stigmatiserende, elk open debat blokkerende leugens. Gelukkig heeft de komst van het internet het monopolie op informatievoorziening doorbroken en is de Moloch van de mediamonocratie niet langer alleenheerser. Politieke elites, belangengroepen en media doen elk op hun terrein alles om het beeld van ‘de Holocaust’ (d.w.z. de JHV) te handhaven en te versterken en middels censuur, verdachtmaking, wetgeving en vervolging de revisionistische wetenschappers het zwijgen op te leggen. Vrijwel alle bekende revisionisten zijn daardoor voor jaren in de gevangenis gezet en/of maatschappelijk kapotgemaakt: Professor Faurisson, Ing. Frederic Leuchter, Ir. Walter Lüftl, Ernst Zündel, Doctor Germar Rudolf,* Doctor Fredrick Töben, oud-Rechter Mr. Wilhelm Stäglitz, Mr. Günther Deckert, Mr. Sylvia Stolz, uitgever Siegfried Verbeke, schrijver David Irving, Schrijver/Dichter Gerd Honsik, Bisschop Williamson, enz. Zij en duizenden anderen raakten vrijheid, geld en goed kwijt. Gelukkig zijn hen zelfrespect, eer en bewondering van velen gebleven. *) Germar Rudolf eer ik met de titel Doctor, omdat deze titel hem gemeten naar zijn studie en wetenschappelijke prestaties ten volle toekomt. Dat die titel hem vanwege zijn Auschwitz onderzoek in 1994 om politieke redenen door het Duitse Max Planck Institut, op aandringen van joodse organisaties, op het laatste moment werd onthouden, diskwalificeert niet Rudolf, maar dit Instituut. De terreur tegen revisionisten gaat alle perken te buiten en is – zonder dat het publiek dat weet – juridisch/ moreel gelijk aan Kettervervolging en een aanfluiting van Europa als Rechtsstaat en hoeder van Mensenrechten. Het is politieke vervolging, niet om enige criminele daad, maar om ongeloof in de Staatsreligie/Staatsideologie van de JHV. Politieke, wetenschaps- en gewetensvervolging van het ergste soort. Geloof het of niet, maar in hedendaags Duitsland zijn alleen in het jaar 2005 15.361 mensen wegens ‘Holocaust-ontkenning’ (wat dat ook zijn mag) en andere vormen van Gedachtencriminaliteit 13
vervolgd (Bron: Bundeskriminal Amt, Verfassungsschutz-bericht). Vergelijk dit met Rusland: in 1999: 4(!), in 2000: 10 en in 2003: 20). Niettemin matigen de EU/Duitsland zich aan Rusland de les te lezen over mensenrechten. In Europese rechtszalen bestaat voor revisionisten letterlijk een bewijsverbod. Advocaten die hun cliënten met feiten en argumenten verdedigen worden in de rechtszaal gearresteerd en tot 3,5 jaar gevangenisstraf veroordeeld (Sylvia Stolz). Waarheid pleit niet vrij! Waar is Amnesty International? Revisionisten zijn de enige groep die niet door Amnesty worden gesteund; zij rotten weg in de kerkers van de EUSSR! Revisionistische boeken kunnen door maatschappelijke en juridische Holocaustchantage niet worden uitgegeven en, als ze via het Samizdat-circuit verschijnen, in beslag genomen en vernietigd. U dacht dat u op de hoogte was? Wat leest u over dit alles in de ‘vrije’ pers? Niets! De Holocaustpromotie wil niet dat u dit allemaal weet. Zij willen niet dat u zelf uw mening vormt. Zij willen die blijven boetseren, door u met het eenzijdige en daardoor foute beeld van de JHV te indoctrineren, zij aan zij met laster en onzin over revisionisten, in een klimaat van hersenspoeling, chantage, heksenjacht en angst. Dat is de werkelijke reden voor hun hernieuwde actie met de titel: "Stop Shoa-Ontkenning". Dat betekent in werkelijkheid: "De huidige Holocaust Kettervervolging is ons nog niet genoeg. Stop onderzoek naar en kritiek op het verhaal van de Joodse Holocaust Versie". Verbied dat. "Laat de Mythe de Mythe, de Historische Leugens de Leugens en laat ons voortgaan u onze Verplichte Religie van de toekomst op te leggen. Het maakt niets uit daarvoor en passant de Vrijheid van Meningsuiting van Miljoenen te beperken en nog meer mensen vanwege hun geweten in gevangenissen te smijten. Voer opnieuw de Middeleeuwse Ketterwetten in waarmee critici worden gebrandstapeld als misdadigers en criminelen. Terug met de Heilige (nu Holocaust) Inquisitie. Zoek niet langer naar Waarheid, maar Stop "Shoa-ontkenning!"
DE WEERLEGGING Deze weerlegging van CIDI/Nizkor’s ‘ontzenuwing’ van de 66 revisionistische V&A beoogt de laster van ‘leugens’ te weerleggen en recht te doen aan revisionistische opvattingen. Alleen wie deze kent, kan zich een evenwichtig eigen oordeel vormen. Deze weerlegging kan niet worden geacht een reactie namens ‘de’ revisionisten of ‘het’ revisionisme te zijn. Ze is op persoonlijke titel geschreven en voor fouten en tekortkomingen is dan ook uitsluitend de schrijver, niet ‘het revisionisme’ verantwoordelijk. De “66 Vragen & Antwoorden” werden oorspronkelijk gepubliceerd door het revisionistische Institute for Historical Review (IHR) in de VS. Ze geven geen compleet beeld van het revisionisme. De V&A waren staccato: bondig en beknopt, bestemd voor een breed publiek, niet voor deskundige of student. Nizkor reageerde met laster, misleiding, innuendo en onwaarheden. Dat werd natuurlijk door revisionisten met de grond gelijk gemaakt, maar omdat niemand dat plaatst, blijven zij en de media de oude desinformatie herhalen alsof die vernietigende weerlegging er nooit was. Zo zijn hun manieren. Zij blijven brutaal stellen dat “de revisionistische stellingen al lang zijn weerlegd”! Wij gaan hierover geen welles-nietes spelen: Caveat Lector: de lezer zelf bepale wat voor hem of haar het dichtst de waarheid benadert. Nu CIDI die oude stof aan het Nederlands onderwijs opdringt, is er aanleiding de revisionistische standpunten nogmaals recht te doen. De “66 Vragen ontzenuwd” van CIDI/Nizkor telt zoveel onwaarheden, weglatingen, verdraaiingen en andere vormen van misleiding, dat een revisionistische reactie nodig is. Revisionisten willen niet indoctrineren. Zij willen dat u zelf uw mening vormt, maar dat kan alleen als u alle feiten en 14
opvattingen kent en niet alleen de eenzijdige en geïmmuniseerde verhalen van de Holocaustpromotie. Die houden uw meningsvorming van de wieg tot het graf in gijzeling. Omdat de media revisionistische standpunten doodzwijgt en censureert ingevolge Johannes 7:13, moeten wij reageren via een dissidente internetsite in de USA, waar Grondwettelijke Vrijheid van Meningsuiting (nog) niet is verminkt door Holocaust-correct extremisme. In dat licht vragen wij u het te verwachten geschreeuw over revisionisten als ‘Stormfront neo-nazi’s’, ‘extreem-rechts’, etc. te willen beoordelen. De Stormfront website is niet ondergeschikt aan zionistische mediacontrole en kan daardoor het Universele Mensenrecht van Vrijheid van Meningsuiting uitoefenen en holocaustrevisionisme een stem geven. Bij de weerlegging van V & A 1 zij opgemerkt dat deze door CIDI/Nizkor het meest uitgebreid is behandeld, zodat ook de weerlegging daarvan uitvoerig zal zijn. De andere V & A zijn minder omvangrijk. De zogenaamde ‘ontzenuwing’ van CIDI/Nizkor begint direct al met een leugen. Revisionisten zijn geen ‘Holocaust-ontkenners’. Een leeg leugenwoord, gebruikt om onafhankelijke onderzoekers en wetenschappers te stigmatiseren. Bedrog, waarmee het publiek een rad voor ogen wordt gedraaid. Dat het woord ‘Holocaust’, ook een misplaatst label is voor gebeurtenissen met joden tijdens de naziperiode, laten we maar rusten. Het maakt de woordcombinatie ‘Holocaust-ontkenner’ nog bedrieglijker. Revisionisten zijn ook geen ‘Sjoa-ontkenners’; Sjoa is Hebreeuws voor catastrofe, niet voor ‘fabrieksmatige uitroeiing’ in ‘gaskamers’ van ‘Zes Miljoen’ joden zoals zij willen suggereren. Er is geen revisionist die ontkent dat de naziperiode ook voor de joden een enorme catastrofe was. ‘Ook’, omdat dat in de eerste plaats een catastrofe voor heel Europa was, een catastrofe die behalve aan joden, aan 45 miljoen andere Europeanen het leven kostte. Een feit dat door overbelichting van ‘de shoa’ droevig genoeg tot bijkomstigheid is gereduceerd. Echter, David Ben Goerion placht al ver voor 'de Holocaust' te zeggen: "Catastrofe is Macht" en hij en zijn opvolgers wisten daarvan optimaal gebruik te maken. De titel van het door ‘Platform WO II en SJOA Educatie’ verspreide internetartikel: “STOP SJOA ONTKENNING – 66 VRAGEN ONTZENUWD” http://www.platformeducatiewo2.nl/alle-vragen.html is – zoals we aan het eind van de vorige bijdrage al aangaven – onjuist en tendentieus. Revisionisten zijn geen ‘Sjoa-ontkenners’. Revisionisten erkennen zoals iedereen dat de joden onder het nazibewind te maken hebben gehad met een ware catastrofe. In die zin is er geen sprake van ‘ontkennen’. Wie zou dat kúnnen ontkennen? Het is gewoon een feit. Van ‘ontkennen’ van een ‘Shoa’ is dus geen sprake. Wat revisionisten (of liever feiten) tonen is dat belangrijke onderdelen van ‘de’ JHV niet waar, c.q. niet bewezen zijn. Die door de feiten ontkende onderdelen zijn: 1. Een opdracht van Hitler of andere vooraanstaande Duitsers om alle joden systematisch te vernietigen (en, zoals iedereen kan weten: Geen Hitler-bevel, geen ‘Holocaust’); 2. Het bestaan van ‘gaskamers’ voor fysieke vernietiging van miljoenen joden; 3. Het aantal van 6 miljoen door de nazi’s vermoorde joden. Revisionisten wijzen erop dat voor geen van deze drie JHV-hoofdpunten concrete forensische 15
bewijzen bestaan, maar wel talloze tegenbewijzen die dit ONMOGELIJK maken. Niet revisionisten ‘ontkennen’ de JHV, de feiten, documenten en omstandigheden doen dat. Holocaustgelovigen ontkennen de ontkennende feiten! De Holocaustpropaganda weigert dat te erkennen, laat staan te toetsen middels onderzoek en open debat. Van ‘ontzenuwen’ van revisionistische stellingen is al helemaal geen sprake. De reactie op deze 66 revisionistische V&A bestaat voornamelijk uit postuleringen, achtergehouden feiten, misleiding, onwaarheden, laster, verdachtmaking en vliegenafvangerij. CIDI/Nizkor’s ‘ontzenuwingen’ zijn nagenoeg integraal (inclusief taal- en spellingsfouten) in deze weerlegging opgenomen om recht te doen aan de volledige behandeling ervan. U vindt ze in blauw. CIDI/Nizkor heeft ze bij V&A 1 op http://www.platformeducatiewo2.nl/holocaust-bewijzen.html onderverdeeld in sub-onderwerpen. Ook de weerlegging houdt deze onderverdeling aan. Aan het eind van elke V&A vatten we de relevantie van elke CIDI/Nizkor-‘ontzenuwing’ kort samen. Ter verduidelijking vindt u in de weerlegging: in Donkerrood: het oorspronkelijke antwoord van het IHR. in Blauw: de CIDI/Nizkor ‘ontzenuwing’ van het IHR antwoord. in Zwart: onze weerlegging van de CIDI/Nizkor ‘ontzenuwing’. Behulpzaam bij het beoordelen van de V&A zijn: Voor wie over de Judeocide tijdens de naziperiode minder eenzijdig wil worden geïnformeerd, staan de websites van IHR.org, VHO.org en revisionistische publicaties ter beschikking. In het bijzonder raden wij aan http://aaargh.codoh.com/engl/engl.html waarop veel belangrijke revisionistische boeken en publicaties, maar ook establishment werken, gratis zijn te downloaden. Verder: Lectures on the Holocaust. Dr. Germar Rudolf. 2005. Theses & Dissertations Press, PO Box 257768, Chicago Ill. 60625, USA. ISBN 978-1-59148-001-9. Gratis download op http://vho.org/dl/ENG.html#loth The Rudolf Report.Expert Report on Chemical and Technical Aspects of the ‘Gas Chambers’ of Auschwitz. Germar Rudolf. Theses & Dissertations Press, Imprint of Castle Hill Publishers, Chicago (Illinois), March 2003. Paperback: ISBN 0-9679856-5-X. Hardcover: ISBN 0-9679856-6-8. Gratis download op http://vho.org/dl/ENG.html#trr De Complete feiten over ‘de Holocaust’, King Arthur. http://www.stormfront.org/forum/showthread.php?t=173980 Bedrogen Bedriegers. Stalin contra Hitler. Marius Broekmeyer. 2006. Mets en Schilt. Amsterdam. ISBN -10: 90 5330 456 8. http://www.holocaustdenialvideos.com/1_cole.wmv http://www.holocaustdenialvideos.com/2_cole.wmv http://www.holocaustdenialvideos.com/3_cole.wmv Air Photo Evidence. http://www.air-photo.com/index.php De vernietiging van de Europese joden. Raul Hilberg. Ned. vertaling 2008. Uitgeverij Verbum, ISBN 978-90-74274-14-2.
16
Notulen van de Wannseeconferentie (vertaling). http://www.ghwk.de/nederlands/protnl.htm Holocaust Victims: A Statistical Analysis. W. Benz and W.N. Sanning – A Comparison. Dr. G. Rudolf. Gepubliceerd in: Dissecting the Holocaust, The Growing Critique of ‘Truth’ and ‘Holocaust’; Holocaust Handbook blz. 182. Theses & Dissertations Press, PO Box 257768, Chicago, IL 60625, USA. ISBN 0-9679856-2-5. The 'Confessions' of Kurt Gerstein. (Review) Institute for Historical Review. http://www.ihr.org/jhr/v10/v10p223_Dibert.html Did Six Million Really Die? Hfdst. 9. The Jews and the Concentration Camps: A Factual Appraisal by The Red Cross. Richard R. Harwood. http://www.abbc2.com/historia/really/09.htm Die Gaswagen – Kritische Würdigung der Beweislage. Ingrid Weckert. http://vho.org/D/gzz/9.html Blz. 217-243 The Nuremberg Trials and the Holocaust – Torture. Institute for Historical Review. http://www.ihr.org/jhr/v12/v12p167_Weberb.html Liegen als een ooggetuige. King Arthur. http://www.stormfront.org/forum/showthread.php?t=333368 Auschwitz: Technique and Operation of the Gas Chambers. J.-Cl. Pressac. http://www.holocaust-history.org/auschwitz/pressac/technique-and-operation/page231.shtml The Number of Victims of Auschwitz. Fritjof Meyer. Mei 2002. Osteuropa, Jrg. 52, 5/2002, ISSN 0030-6428 Deutsche Verlags-Anstalt, Stuttgart http://www.fpp.co.uk/Auschwitz/Osteuropa/Fritjof_Meyer2.html Auschwitz: Open Air Incinerations. Carlo Mattogno. 2005. Theses & Dissertations Press, PO Box 257768, Chicago, Illinois 60625. ISBN: 1-59148-023-X. Gratis te downloaden op: http://aaargh.codoh.com/engl/engl.html
1. Welke bewijzen zijn er dat de Nazi’s genocide pleegden of opzettelijk zes miljoen joden doodden? IHR antwoord: Geen. De enige bewijzen zijn naoorlogse getuigenissen van individuele ‘overlevenden’. Deze getuigenissen zijn tegenstrijdig en weinig ‘overlevenden’ zeggen werkelijk getuige te zijn geweest van een vergassing. Er bestaan geen documenten, harde bewijzen of wat dan ook: geen asbergen, geen crematoria die in staat waren miljoenen lijken te verwerken, geen bergen kleding, geen zeep van menselijk vet, geen lampenkappen van mensenhuid, geen verslagen, geen geloofwaardige demografische statistische gegevens. ‘ontzenuwing’ CIDI/Nizkor: “Dit is van A tot Z gelogen.” Revisionistische weerlegging: De eerste zin van de ‘ontzenuwing’ is al een onwaarheid en een belediging: “gelogen”. Liegen is tegen beter weten in onwaarheden vertellen. Revisionisten zijn wetenschappers, die onderzoek doen alvorens met onderbouwde conclusies te komen. Het is krankzinnig onderzoek te doen en dan te liegen. CIDI/Nizkor gaat af op ‘getuigen’ zonder concreet 17
forensisch onderzoek; ze zijn daar mordicus tegen. Zij zijn het die liegen, overdrijven, beledigen, dreigen met rechtszaken, enz. Wij zullen dat hier uitgebreid aantonen. Revisionisten liegen niet. Eén leugen betekent het einde van het revisionisme! Zij hebben dat ook niet nodig: waarom? Zíj hebben geen politieke en financiële doelen overeind te houden en feiten spreken voor zichzelf. Alles wat zij schrijven is controleerbaar en staat open voor alle kritiek. Schelden, beledigen, verdachtmaken, enz. horen daar niet bij. Revisionistische publicaties kenmerken zich door academische professionaliteit en daarbij behorend respect voor opponenten. Natuurlijk kunnen ook revisionisten zich vergissen en maken zij soms fouten. “Naoorlogse getuigenissen” CIDI/Nizkor: “Naoorlogse getuigenissen van individuele overlevenden” zouden het enige bewijs zijn van de sjoa.” Helemaal akkoord: dat is ook zo! Bij alle V&A hierna ziet u dat CIDI/Nizkor vrijwel geen ander bewijs levert dan dat afkomstig van getuigen! In feite is het IHR mild door te zeggen dat getuigenissen hun ‘enige bewijs’ zijn. Die getuigenissen verdienen de naam ‘bewijs’ niet. Ze zijn pas bewijs als ze door concreet forensisch en/of technisch bewijs worden ondersteund, en dat is op geen van de hoofdpunten het geval. De JHV aanhang noemt getuigenissen ‘bewijs’, omdat zij niets concreets hebben voor de drie hoofdpunten van het JHV-verhaal. Dan is er dus geen sprake van bewijs. Laat ons dit uitleggen. Eén of duizend getuigenissen hebben slechts bewijswaarde, indien ondersteund door concreet forensisch bewijs. Als dat er niet is, kan uw buurman zeggen dat hij u een moord heeft zien plegen en u het lijk spoorloos heeft zien verbranden. Gelukkig zult u op grond van zo’n ‘getuigenis’ niet veroordeeld worden, al zeggen ook uw buurvrouw, haar dochter en nog vijftig anderen ongeveer hetzelfde. Er moet concreet forensisch ondersteunend bewijs zijn: het lijk of delen daarvan, verbrandingsas, een moordwapen, bloedsporen, dadersporen, DNA-sporen, enz. Dit principe behoort te gelden bij alle beschuldigingen, ook en vooral bij monsterlijke als die van een veronderstelde miljoenenmoord. Als honderd, duizend, tienduizend of honderdduizend getuigenissen ‘bewijs’ zouden zijn, dan is ook bewezen dat God en UFO’s bestaan. Temeer, omdat daarvoor – anders dan bij de JHV – geen tegenbewijzen zijn! Bovendien is duizendvoudig aangetoond dat bepaalde getuigenissen onwaar waren. CIDI/Nizkor: “Achter dit argument gaat een complottheorie schuil. Hier wordt de getuigenis van elke gevangene uit elk nazikamp automatisch als onbetrouwbaar van de hand gewezen. Deze volledige afwijzing van de getuigenissen van alle gevangenen én van de getuigenissen van de nazi’s zelf (!) is de onuitgesproken basis van Holocaust-ontkenning.” CIDI/Nizkor stelt dat “de getuigenis van elke gevangene uit elk nazikamp automatisch als onbetrouwbaar van de hand [wordt] gewezen”. Hoewel dit goed zou kunnen door ontbreken van concreet forensisch bewijs, verwerpen revisionisten alleen getuigenissen als die aantoonbaar onmogelijk zijn, tegenstrijdig en/of geen concrete bevestiging vinden. Getuigen die aantoonbaar waarheid spraken, worden uiteraard door revisionisten erkend. Revisionisten noemen altijd de redenen waarom een getuigenis wordt verworpen. Over een van de belangrijkste JHV getuigen, Kurt Gerstein, schreef revisionistisch historicus Dr. Henry Roques in 1989 een dissertatie, The ‘Confessions’ of Kurt Gerstein, waarmee hij cum laude afstudeerde, maar die na publicatie door de Franse regering werd verboden. Roques laat niets heel van deze JHV kroongetuige en zijn 18
‘getuigenissen’. De onwaarde van getuigenissen is nog groter als er sprake is van tegenstrijdigheden, fysiologische onmogelijkheden, leugens, wraakgevoelens, foltering, bedreigingen, beloningen, juridische oneerlijkheid, etc. Veel daarvan speelde bij JHV-getuigenissen een rol. Ook dat zal in de loop van deze weerlegging nog worden aangetoond. Als getuigenverklaringen elkaar tegenspreken of onbetrouwbaar zijn, moet men terugvallen op fysische, wetenschappelijke en documentaire bewijzen om de waarheid te vinden. Om het bestaan van gaskamers te bewijzen heeft men bijvoorbeeld nodig: een autopsierapport dat tenminste één enkele vergassingsdood bewijst; een foto of film van een vergassing; forensisch bewijs dat gebruik van gas voor criminele doeleinden aantoont, technische specificaties van een gaskamer; een gaskamer waarvan wetenschappelijk bevestigd dat die werd gebruikt voor massamoord; een nazidocument waarin vergassing van joden wordt bevolen of beschreven, enz. Dat alles ontbreekt. Getuigenissen alleen zijn daarom geen bewijs. Niet in de criminologie en niet in de wetenschap. De JHV heeft behalve getuigenissen en verklaringen geen concrete forensische bewijzen. Niet één document, niet één ‘vergast’ lijk, niet één forensische aanwijzing voor ‘gaskamers’, niet één aannemelijk onderzoek naar zes miljoen. Revisionisten noemen ‘stapels kledingstukken’ omdat die er wel waren, maar geen ‘vergassingen’ bewijzen. ‘Stapels’ kleding, brillen, koffers, etc. waren er immers ook in kampen die niet als ‘vernietigingskampen’ bekend stonden. Let wel, revisionisten doelen op de drie hoofdbeschuldigingen van de JHV: systematisch geplande massamoord op joden, ‘gaskamers’ om dat uit te voeren en 6 miljoen door de nazi’s vermoorde joden. Uiteraard zijn er wél duizenden bewijzen voor andere zaken: de jodenvervolging, de deportaties, de concentratiekampen, de tienduizenden sterfgevallen, de epidemieën, terechtstellingen, misdaden, enz., enz. Voor zover die zijn bewezen richt revisionistische kritiek zich daar niet tegen. Hoe zou dat kunnen, als daarvoor bewijzen zijn? Wat wordt ‘ontkend’, is datgene waarvoor geen bewijzen maar wel tegenbewijzen bestaan en wat fysisch onmogelijk is; het zijn niet revisionisten die dit ‘ontkennen’, maar de door hen aangevoerde feiten doen dat. Over de aantallen overlevenden dit: zoals uit de joodse bevolkingsstatistiek in de Tabel bij V&A 2 glashelder blijkt, is het demografisch uitgesloten dat tussen ‘40-’45 zes miljoen joden stierven. Retrocalculatie toont bovendien aan dat het aantal overlevenden in 2004 zodanig was, dat er in 1945 onmogelijk 6 miljoen joden minder kunnen zijn geweest dan in 1940. Een Israëlisch overheidsrapport stelt namelijk dat begin 2004, 59 jaar na dato, er 1.092.000 Holocaustoverlevenden waren (International Herald Tribune, 21 april 2005, citerend uit een rapport van het Israëlisch Ministerie van Financiën, waaraan 7 jaar research was voorafgegaan! Als de overlevenden in 1945 van alle leeftijdsgroepen waren met een gemiddelde levensverwachting van 75 jaar, is in de 59 jaar sindsdien 59/75e deel van hen gestorven. De 1.092.000 overlevenden in 2004 vormden dan 16/75e deel van het oorspronkelijk aantal overlevenden. Terugrekenend waren dat in 1945 minstens 75/16 x 1.092.000 = 5.118.750 joodse 19
overlevenden . .. Laat dat theoretische rekenmodel nu ongeveer overeenkomen met het aantal joden dat sinds de oorlog bij Duitsland overlevendenpensioenen aanvroeg . . . CIDI/Nizkor: “Het - zelden uitgesproken - uitgangspunt is, dat de poging tot genocide op de Joden nooit heeft plaatsgevonden, maar dat een geheim complot van Joden vanaf ongeveer 1941 ontelbare documenten heeft vervalst om te bewijzen dat die genocide wel heeft plaatsgevonden. En dat die samenzweerders na de oorlog alle overlevenden van de kampen hebben verteld wat ze moesten zeggen. Die samenzweerders zouden er ook in zijn geslaagd honderden nazileiders te martelen totdat zij misdaden bekenden die ze nooit begaan zouden hebben, of hun mede-nazi’s deze misdaden in de schoenen schoven.” De zelfverzonnen “complottheorie”! Nooit heeft één revisionist het Holocaustverhaal verklaard in termen van een ‘complot’. Dat is een verzinsel van anti-revisionisten. Alweer wordt ieder uitgedaagd 1 (één) revisionistische uitspraak of publicatie te noemen waarin van een ‘complot’ of ‘samenzwering’ sprake is. Natuurlijk komt CIDI/Nizkor met niet één bewijs voor die onzinnige claim. Dat kan ook niet, want revisionisten zijn wetenschappers, geen gelovigen en dus geen aanhangers van ‘complottheorieën’! Het is een absolute leugen! Waarom liegt CIDI/Nizkor? Omdat ze – zoals we door hun hele ‘ontzenuwing’ heen zullen zien – leugens nodig heeft bij gebrek aan bewijzen! Als die er waren, zouden zij dat van de daken schreeuwen en hoefden zij hun toevlucht niet te zoeken in misleiding en verdachtmaking. We zullen aantonen dat de JHV zelf complottheorieën opwerpt. Belangrijker is natuurlijk de constatering dat CIDI/Nizkor ook hier geen concreet bewijs levert voor de JHV, maar integendeel, nog eens bevestigt dat het enige waarover zij beschikken getuigenissen zijn! Over ‘Complottheorieën’: Holocaustpaus Hilberg werd in 1985 tijdens het Zündelproces in Toronto in ernstige verlegenheid gebracht toen hij onder ede moest intrekken dat “er twee opdrachten van Hitler bestonden om de joden uit te roeien”. Dat was niet zo maar een leugen van de Holocaustpaus, het vernietigde de basis onder de ‘Vernietigingskampen’, ‘Systematische Vernietiging’, ‘Vernietigingspolitiek’, ‘Mobiele Moordcommando’s’, enz. Ondanks de IJzeren Waarheid: Geen Hitler bevel, geen Holocaust, bleef die terminologie echter in gebruik. Omdat Hilberg daarmee geen vaste grond voor zijn ‘Vernietigingspolitiek’ meer bleek te hebben en er ook geen plannen, geen budgetten, geen middelen, geen hiërarchie voor zijn ‘Vernietiging van de Europese joden’ etc. bleken te hebben bestaan, zocht hij zijn toevlucht in een Complottheorie. In de latere drukken van zijn ‘standaardwerk’ staat sindsdien: “Bij nadere beschouwing echter blijkt het [vernietiging van de joden] te gaan om een proces waarin achtereenvolgende stappen werden gezet door talloze beleidsmakers, radertjes in een wijdvertakt bureaucratisch apparaat”, “… de ontwikkelingen volgden een logisch patroon, dat de besluiten als vanzelf ingaf binnen de dagelijkse praktijk van bureaucratische organisaties.” En: “Uiteindelijk was de vernietiging van de joden niet zozeer de uitkomst van wetten en bevelen als wel van een geestelijk klimaat, van gedeelde opvattingen, van overeenstemming en afstemming.” De Nederlandse vertaling zegt dit nog eufemistischer en abstracter: “. . . de vernietiging van de joden was het werk van een wijdvertakt bestuursapparaat dat stap voor stap te werk ging. De besluiten werden grotendeels door dit apparaat ingegeven én uitgevoerd. Er werd geen speciale instantie in het leven geroepen en geen speciaal budget vrijgemaakt om de Europese joden te vernietigen. Elke organisatie zou een eigen rol in het vernietigingsproces spelen en moest wegen 20
vinden om haar taak te volbrengen.” (Raul Hilberg, De vernietiging van de Europese joden. Deel I, blz. 62. Ned. 2008. Uitgeverij Verbum, ISBN 978-90-74274-14-2.) Hilberg erkende dus – na te hebben gelogen over ‘twee Hitlerbevelen’ – dat er geen plan bestond voor uitroeiing van de Europese joden, dat er geen coördinatie was, geen speciale instantie, geen hiërarchie, geen wetten, geen budgetten en geen bevelen. Dat is nogal wat. Wat was er dan wel? vraagt een onpartijdige beschouwer zich af. Volgens Hilberg een systematiek met: ‘talloze beleidsmakers’ (echter, nauwelijks iets concreets!), ‘radertjes in een wijdvertakt bureaucratisch apparaat’ (hoe moest dat met die ‘uiterste geheimhouding?!), “de besluiten als vanzelf ingaf” (hoe kon dat in een ‘Befehl-Ist-Befehl’ cultuur, die officieren terechtstelde als zij op eigen houtje beslissingen namen?!). Er waren geen budgetten, dus rivaliserende topnazi’s moesten zelf maar aan gelden en middelen zien te komen. Men ziet het voor zich, prioriteitsafwegingen als: “schaf ik winterkleding aan voor mijn manschappen, of besteed ik het aan de “Endlösung”?! Men kan niet anders dan dit proza van Hilberg potsierlijke nonsens noemen. Hij vervolgt zijn complottheorie over hoe de Duitsers die vernietiging uitvoerden: “in een geestelijk klimaat van gedeelde opvattingen, van overeenstemming en afstemming.” Zündel’s verdediger vroeg: “Waren dit wenkbrauwfronsen en blikken van verstandhouding? Massamoord door telepathie dus?” Wie zulke versluierde en innerlijk tegenstrijdige zinsconstructies gebruikt (‘proces’, ‘achtereenvolgende stappen’, ‘talloze beleidsmakers’, ‘radertjes’, ‘besluiten als vanzelf ingaf’, ‘geestelijk klimaat’) heeft natuurlijk geen spaan aan concreet bewijs voor ‘een systematisch, fabrieksmatig vernietigingsproces’ van miljoenen mensen. Hilberg tracht dat slechts te construeren. Als wilde hij dit zelf onderstrepen, gaf hij toe dat het begrip ‘vernietigingsproces’ pas ná de oorlog opdook (Ned. vertaling, blz. 52); inderdaad: niet in de laatste plaats door zijn eigen geschrijf! Dit soort proza nu is het JHV fundament voor ‘systematische vernietiging van de (alle) Europese joden’. En wat te denken van de titel van het in 1948 verschenen Holocaustboek Nazi Conspiracy and Aggression (Washington, DC: 1946-48)? En de ‘Codetaal’? Voor complottheorieën moet u echt bij de Holocaustvertellers zijn! Op het niet aangetoonde Complotverzinsel tegen revisionisten gaan wij daarom verder niet meer in. Wel op het fenomeen ‘getuigenissen’, waarop het JHV-verhaal steunt. Duizenden ‘getuigen’ bleken bewezen leugenaars. Om te beginnen allen die getuigden over ‘gaskamers’ in Duitse kampen als Dachau, Bergen-Belsen, Ravensbrück, Neuengamme, Sachsenhausen, Natzweiler, Stutthof, Buchenwald, Mauthausen, enz. Zij allen logen of fantaseerden daarover. Natuurlijk ook zij, die ‘getuigden’ over levend verbranden, verdrinken, elektrocuteren op een stalen vloer, elektrocuteren in water, executies aan-de-lopende-band, ‘vergassingen’ met Dieseluitlaatgas, met Chloorgas, met ‘Hammerluft’, levend koken, met stoom, met vacuum, doodhongeren, met een pedaalbediend mechanisch herseninslagapparaat, zij die fantastische verzinsels onder ede ‘getuigden’ zoals ontelbare Sovjet-KGB leugenaars, zij die de meest perverse martelingen aan de Duitsers toeschreven, zij die spraken over ‘zeep uit jodenvet’, ‘lampenkappen van mensenhuid, gekrompen mensenhoofden, enzovoort, enzovoort: al die duizenden ‘getuigen’ daarvan bleken fantasten en/of leugenaars. Dat is nu bewezen. En, als alle getuigen van ‘gaskamers’ in kampen op Duitse bodem onwaarheid spraken, waarom 21
zouden wij die van Poolse communisten dan wél geloven? Daaronder was er niet één die kon aantonen er zelf een te hebben gezien! Alles is uit de tweede of derde hand en ‘van horen zeggen’. Zelfs de Sovjets, die de ‘vernietigingskampen’ in Polen binnentrokken, leverden niets van technisch of forensisch bewijs voor ‘vergassingen’. Niets. Waarom liegen mensen? Was het een ‘samenzwering’? Dat is waanzinnig. Het antwoord is eenvoudig. Er was een sfeer van haat, wraak en demonisatie. De Sovjets moesten miljoenen mensen in het in hun handen gevallen Oost-Europa ervan overtuigen dat zij met de communisten veel beter af waren dan met Nationaal-Socialistisch kapitalisme. Hun eigen gruwelijkheden zowel tegen de eigen bevolking als in het verslagen Duitsland moesten in het niet vallen bij wat de nazi’s hadden gedaan. De Westerse Geallieerden hadden niet alleen Holocaustbombardementen op Duitse burgerdoelen te rechtvaardigen, ook de oorlogsverklaring tegen Duitsland, zes jaar weigering in te gaan op talrijke Duitse vredesvoorstellen en het eind ‘42 genomen besluit Duitsland totaal te vernietigen, moesten worden gerechtvaardigd. Met het uitdragen van gruwelpropaganda waren onderdelen voor Psychologische Oorlogvoering (Psyops) belast, die joodse filmers als Alfred Hitchcock (‘Master ofs Suspence’) en Samuel (‘Billy’) Wilder opdracht gaven echte en in scène gezette gruwelen in publieksfilms te verwerken. Mensen logen omdat hun bevrijders en weldoeners op bepaalde verklaringen aandrongen, om belangrijk te zijn voor hun bevrijders, om als getuige of slachtoffer voorrechten te verkrijgen, om wraak te nemen op vroegere onderdrukkers, om straf te ontlopen, om hun eigen rol (kapo’s) in de misdaden te bagatelliseren, om niet vervolgd te worden door hun eigen regering (alle Sovjetkrijgsgevangenen werden na terugkeer als landverraders berecht), enzovoort. Vervolgens waren er ‘getuigen’ (gevangenen) die logen om niet (verder) gefolterd te worden, hun familie te beschermen, anderen werden beloond en weer anderen waren door tyfus en zwakte zo in de war dat zij hun hallucinaties oprecht voor waarheid hielden (O. Humm. Tyfus, The Phantom Disease. The Revisionist, Vol. 2 nr. 1, februari 2004, blz. 84-88. Humm verwijst in zijn artikel naar Im Schatten der Siege, van Prof. Dr. Hans Kilian (1964), blz. 220-225. Ehrenwirth, München). Dat liegen werd buitengewoon gemakkelijk gemaakt: tegenspreken was strafbaar en levensgevaarlijk, meineed zelfs voor de meest doorzichtige leugens niet bestraft. In de orgie van haat en wraak was geen behoefte aan bewijs, nuancering of waarheid. Ontkennen van nazimisdaden was voor het Tribunaal in Neurenberg verboden, zo ook aanvoeren van concrete (tegen) bewijzen. Het was immers allemaal “algemeen bekend”. Het liegen over ‘de Holocaust’ is na de oorlog niet opgehouden, integendeel. Als ‘overlevende’ kun je erdoor in de belangstelling komen, veel geld verdienen en zelfs Nobelprijzen krijgen. Niemand vraagt naar Waarheid, niemand naar bewijs en een criticus wordt als ‘Neo-nazi’, ‘anti-semiet’, etc. neergezet. Dat is de ‘Waarheid’ over de JHV, die leugens en bedrog tot standaard heeft verheven door criminalisering van kritiek en onafhankelijk onderzoek. CIDI/Nizkor: “Bovendien zouden ze honderden documenten nazi-archieven hebben binnengesmokkeld die pas na de oorlog werden ontdekt, en dan nog vaak door puur toeval. Het dagboek van Goebbels bijvoorbeeld was bijna verkocht als 7000 pagina’s kladpapier, maar dat verspreide manuscript bevat diverse veelzeggende passages, zoals (vertaald naar Lochner, The Goebbels Diaries, 1948, pp. 86, 147-148): 4 februari 1942: De Führer heeft opnieuw gezegd dat hij vastbesloten is de Joden in Europa zonder pardon op te ruimen. Hier mag geen laffe sentimentaliteit aan te pas komen. De Joden hebben de catastrofe verdiend die ze nu treft. Hun vernietiging zal hand in hand gaan met de vernietinging van onze vijanden. We moeten dit proces met koude genadeloosheid bespoedigen. 27 maart 1942: De procedure is behoorlijk barbaars en kan hier niet nader beschreven worden. Er 22
zal niet veel overblijven van de Joden. Het komt erop neer dat ongeveer 60 procent ervan geliquideerd zal moeten worden, terwijl maar 40 procent gebruikt kan worden voor dwangarbeid.” Laat CIDI/Nizkor maar eens komen met haar bewijs voor “Bovendien zouden ze honderden documenten nazi-archieven hebben binnengesmokkeld die pas na de oorlog werden ontdekt”. Welke revisionist heeft dit gezegd of geschreven? Een klinkklare leugen! Als er geen Hitler-bevel of besluit was, geen plan, geen budget, geen verantwoordelijken, geen dienstonderdeel, geen ‘gaskamers’, geen miljoenen vergaste lijken of spoor daarvan, geen bewijzen voor ca. 6 miljoen vermoorde joden, dan is de conclusie glashelder: de Joodse Holocaust Versie is niet gebeurd zoals ons wordt verteld. Dat ligt anders met wat men een Judeocide kan noemen: de wrede poging van de nazi’s nietgeëmigreerde joden naar koloniale Oostgebieden uit te drijven. Dat gebeurde tijdens de oorlog, via barre, onmenselijke kampen en omstandigheden, implicerend dat dit aan honderdduizenden het leven zou kosten. De nazi’s beschouwden dat als ‘collateral damage’ en zijn dus in hoge mate verantwoordelijk voor de gevolgen daarvan. Echter, onweerlegbaar is aangetoond dat talloze ‘bewijzen’ voor de JHV vervalsingen zijn (documenten, foto’s, verklaringen, ‘bekentenissen’, enz.). Opvallend is, dat van geen van de door revisionisten aangetoonde fysieke documentvervalsingen de officiële Holocausthistoriografie zegt dat ze authentiek zijn. Toch spreken revisionisten niet over ‘een joods complot’. Als er een ‘complot’ was, was dat de verslagen vijand zo zwart mogelijk af te schilderen en allerlei gruwelen toe te dichten waarmee de nazileiding en organisatorische infrastructuur na de oorlog voorgoed konden worden uitgeschakeld en de eigen rol in de zes jaar aan de gang gehouden oorlog gerechtvaardigd. Die rechtvaardiging kon niet worden gebaseerd op het ‘redden’ van de Europese joden. De voortzetting van de oorlog onder de eis van onvoorwaardelijke overgave, bezegelde niet alleen het lot van Duitsland, maar ook dat van de Europese joden. En het waren niet alleen grote kapitaaljoden die dat besloten, maar alle Geallieerden, elk om hen vigerende redenen. CIDI/Nizkor weet niet waarover ze spreekt als ze zegt dat het dagboek van Goebbels bestond uit 7.000 pagina’s. Dat zijn de door de Sovjets geselecteerde delen die als basis dienden voor het geciteerde boek uit 1948. David Irving, die de microfiches van Goebbels’ complete dagboek in 1992 in een Moskou’s archief ‘ontdekte’, stelde vast dat het bestond uit 1.800 glasplaten, met elk 25-40 pagina’s, ca. 68.000 pagina’s, waarin na minutieus napluizen niet één aanwijzing, laat staan bewijs, werd gevonden voor systematische vernietiging of ‘gaskamers’! Geen wonder dat sommigen het origineel voor oud-papier aanzagen. Het bevatte slechts enkele regels uit een rede van Hitler van 14 (niet 4 zoals CIDI/Nizkor foutief stelt) februari, hier vals vertaald. Goebbels volgens de CIDI-vertaling: “De Führer heeft opnieuw gezegd dat hij vastbesloten is de Joden in Europa zonder pardon op te ruimen. Hier mag geen laffe sentimentaliteit aan te pas komen. De Joden hebben de catastrofe verdiend die ze nu treft. Hun vernietiging zal hand in hand gaan met de vernietinging van onze vijanden. We moeten dit proces met koude genadeloosheid bespoedigen.” Natuurlijk heeft Hitler nooit gezegd ‘zonder pardon op te ruimen’. In werkelijkheid zei hij: “Het wereldjodendom zal tegelijk met het Bolsjewisme een grote catastrofe beleven.” En Goebbels schreef in werkelijkheid: “De Führer uitte nogmaals zijn vastbeslotenheid de joden genadeloos uit Europa te zullen verwijderen. Daarover mag geen overdreven sentimentaliteit bestaan. Hun vernietiging zal hand in hand gaan met de vernietiging van onze vijanden. We moeten dit proces meedogenloos bespoedigen.” Zoals gebruikelijk een tendentieuze valse vertaling, passend in de JHV. “Uit Europa te zullen 23
verwijderen” wordt “zonder pardon op te ruimen”. Bij “uit Europa verwijderen” is geen twijfel over de betekenis: geen fysieke, maar een territoriale oplossing. Bij “zonder pardon op te ruimen” vertoont elke Holocaustgelovige een Pavlov-reactie en vult voor zichzelf in wat de propaganda hem voorhoudt. Dat is de bedoeling. Eveneens vals is het weglaten van het vervolg van Goebbels’ tekst: “….. De joodse kwestie moet worden opgelost binnen het gehele Europese raamwerk. In Europa zijn 11 miljoen joden. Die moeten vooreerst worden geconcentreerd in het Oosten. Na zekere tijd, na de oorlog, zal een eiland aan hen worden toegewezen, misschien Madagaskar. Hoe dan ook, er zal geen vrede in Europa zijn zolang de joden niet volledig zijn verwijderd van het Europese grondgebied. [….]” (Goebbels, eine Biographie, R. Manvell en H. Fränkel, Kiepenheuer & Witsch Verlag, Köln/Berlin. 1960, Blz. 256). Goebbels’ aantekening is niets nieuws en ook geen bewijs voor fysieke uitroeiing. Bekend is dat met ‘zuivering’ emigratie (o.a. naar Madagaskar) werd bedoeld. Een maand later, op 7 maart 1942, schreef Goebbels een memorandum waarin het Madagaskar Plan als ‘Endlösung’ werd genoemd voor de ‘joodse kwestie’. Allemaal territoriale ‘zuiveringen’, in de lijn van de eerder, op 20 januari 1942 gehouden zgn. Wannsee Conferentie. In de notulen daarvan staat, in tegenstelling tot wat aanhoudend wordt gesuggereerd, niets over fysieke uitroeiing. In plaats daarvan 18 x het woord Evakuierung en 14 x Auswanderung (emigratie). Volgens de Holocaust-promotie is dat ‘Codetaal’ en moeten wij voor Evakuierung en Auswanderung 32 x ‘vernietiging’ lezen. Yehuda Bauer, directeur van het Yad Vashem Museum in Israël zei terecht: “In de publiciteit wordt het dwaze verhaal keer op keer herhaald dat op de Wannsee Conferentie tot uitroeiing van de joden werd besloten”. (Congres 50 jaar ‘Final Solution’. Londen, 1992). Dat ‘dwaze verhaal’, het Wannsee Debacle,wordt nu al zestig jaar door Holocaust-‘historici, professoren, docenten, enz. op universiteiten en scholen onderwezen . . . CIDI/Nizkor: “Overigens is het grootste deel van dat dagboek heel alledaags, alleen interessant voor geschiedkundigen. Hebben die veronderstelde Joodse samenzweerders 7000 pagina's vervalst alleen om er die paar regels in te voegen? En hoe is het ze gelukt zo goed op de hoogte te zijn van Goebbels’ bewegingen dat ze fouten konden vermijden, bijvoorbeeld door hem of zijn medewerkers in de verkeerde stad te plaatsen op de verkeerde datum? Zelfs de revisionist David Cole heeft toegegeven dat Holocaust-ontkenners nog geen bevredigende verklaring hebben gegeven van dit document.” We zeiden het al: met ‘heel alledaags’ bedoelt CIDI/Nizkor dat in de 68.000 bladzijden van Goebbels’ complete dagboek niets is te vinden wat haar theorie van massavernietiging ondersteunt. Alleen de hierboven vals geciteerde regel van Hitler. Als ‘bewijs’ voor ‘de Holocaust’ is dit inderdaad niets meer waard dan oud-papier. Het noemen ervan is demonstratief voor het wanhopig zoeken naar bewijs voor de JHV. CIDI/Nizkor spreekt onzin als ze zegt dat revisionisten stellen dat Goebbels’ dagboek zou zijn vervalst. Waarom zou dat zijn vervalst? In die omvangrijke aantekeningen komt helemaal niets voor dat de JHV bewijst! Daarom gebruikt CIDI/Nizkor slinks het woord ‘alledaags’. Het omvat de periode van Goebbels’ studententijd tot enkele dagen voor zijn zelfmoord. Als revisionisten spreken over vervalsing van documenten (en daarvan zijn er vele) gaat dat altijd vergezeld van uitgebreide bewijzen en aanwijzingen. Als voorbeeld noemen wij de vervalsingen die de zgn. ‘Gaswagens’ zouden bewijzen: Ingrid Weckert, Die Gaswagen – Kritische Würdigung der Beweislage http://vho.org/D/gzz/9.html (Zie: Revelations from Goebbels' Diary: Bringing to Light Secrets of Hitler's Propaganda Minister. The Journal of Historical Review Vol. 15. http://www.codoh.com/irving/irvrevgoebb.html ). 24
CIDI toont niets te weten van revisionisme of revisionisten: zij herhaalt klakkeloos de Nizkorblunder dat het David Cole was die – in de toekomende tijd – zei dat revisionisten nog geen bevredigende verklaring hadden gegeven van dit document. Dat was niet David Cole, maar David Irving. Hoe schandelijk ook, Goebbels’ schatting dat slechts 40% van de uitgestoten joden de emigratie zou overleven, bewijst dat er geen plan en geen operationele organisatie voor systematische vernietiging van de joden was. De nazi’s beschouwden joden als vijanden, die zij evenals hun andere vijanden (communisten, partizanen, verzetsstrijders, Geallieerden, enz.), bij talloze gelegenheden zeiden te zullen ‘vernietigen’. Hitler’s uitspraak van 14 februari 1942 bewijst dat hij met ‘Vernichtung’ niet fysieke uitroeiing van de joden bedoelde: hij zei immers: “hun vernietiging gaat hand in hand met de vernietiging van onze vijanden.” Als dit, zoals CIDI/Nizkor suggereert, fysieke vernietiging betrof, dan gold dat dus ook voor de in één adem genoemde andere vijanden van het Derde Rijk, Bolsjewisten, Geallieerden, enz. Als ‘bewijs’ voor ‘de Holocaust’ niets waard dus! En, nu CIDI/Nizkor het toch over ‘dagboeken’ heeft: waarom is het zich in Israël achter slot en grendel bevindende dagboek van Himmler 65 jaar na dato nog steeds niet gepubliceerd? Dat zou glashelder ‘de Holocaust’ kunnen bewijzen. Publicatie ervan zou miljoenen opbrengen en aan alle twijfels en vragen over ‘de Holocaust’, ‘gaskamers’, enz. een einde maken. Waarop wachten zij? Of blijkt ook – net zoals bij de ‘dagboeken’ van Goebbels en Frank – dat ook daarin geen spat van bewijs voor de JHV is te vinden? CIDI/Nizkor: “Michael Shermer heeft erop gewezen dat de nazi’s zelf het aantal Europese Joden op elf miljoen schatten, en zestig procent van elf miljoen is 6,6 milljoen. Dit ligt vrij dicht bij het werkelijke aantal. (In werkelijkheid was 40 procent een zware overschatting van het percentage gevangen Joden dat overleefde, maar veel Joden ontsnapten.)” Dr. Michael Shermer, hoofdredacteur van het Amerikaanse Skeptic magazine, is een vooraanstaand revisionisten-‘basher’. De nazi-schatting van 11 miljoen Europese joden waarop hij wijst, is een van de misleidende ‘feiten’die de Holocaustpromotie gebruikt. Het is een globale schatting in de notulen van de zgn. ‘Wannsee Conferentie’ (http://www.ghwk.de/nederlands/protnl.htm). Die schatting bestaat uit 2 delen: ‘A.’ de delen van Europa waar nazi-Duitsland bestuurlijke zeggenschap had, en ‘B.’ de rest van Europa waar nazi-Duitsland geen zeggenschap had (Engeland, Ierland, Finland, Zwitserland, Zweden, Frankrijk (onbezet Vichy gebied), Spanje, Portugal, Europees Turkije, Italië, enz.). In het Duits bezette deel bevonden zich volgens die schatting ca. 4,5 miljoen joden. In het niet onder Duitse heerschappij staande deel (B.), waaronder Europees Rusland, 6.5 miljoen joden. Die geschatte ‘11 miljoen’ joden bestaat dus voor het grootste deel uit joden niet onder Duits bestuur. Shermer’s ‘berekening’ van 60% van 11 miljoen = 6,6 miljoen vermoorde joden, is dus boerenbedrog. Samenvattend: CIDI/Nizkor ontkent bij dit deel van V&A 1 o.m. dat naoorlogse getuigen het enige bewijs zijn. Niettemin geven zij geen enkel bewijs voor een Hitler-Bevel tot uitroeiing van de joden, geven zij niet één technisch of forensisch bewijs voor ‘gaskamers’ en geen enkel bewijs voor het aantal ‘6 miljoen’. De beschuldiging van een door revisionisten gehanteerde ‘samenzweringtheorie’, blijkt de kern van 25
hun ‘ontzenuwing’ te zijn. Vanzelfsprekend zijn zij niet in staat daarvoor zelfs maar een schim van bewijs te tonen. Het is een blatante leugen/laster. Over getuigen kunnen we kort zijn: van alle 'getuigen', boekenschrijvers en 'historici' die spraken van 'massavergassingen' in kampen in Duitsland/Oostenrijk is bewezen dat zij onwaarheid spraken. Daar is nooit 'vergast'. De stelling dat de nazi’s het aantal joden op 11 miljoen schatten, is misleiding van de bovenste plank: wij toonden aan dat dit aantal betrekking had op alle Europese joden, inclusief de niet onder Duits bestuur staande Europese landen. Dat brengt in werkelijkheid het hoogste aantal joden ooit onder nazi-bestuur op ca. 4,5 miljoen. Het complete dagboek van Goebbels bevat volgens ontdekker en analist David Irving niet één bewijs voor de JHV. Elke gedachte aan ‘vervalsing’ daarvan is dan ook bogus. CIDI/Nizkor weet niet waarover zij praten als ze David Irving verwarren met David Cole. Dit eerste punt van CIDI/Nizkor's 'ontzenuwing' van V&A 1, levert geen enkel bewijs voor de JHV op. Integendeel, haar 'argumenten' zijn hier als blatante onwaarheden ontmaskerd. “Bekentenissen” CIDI/Nizkor: “IHR beweert dat honderden nazi-leiders zouden zijn gemarteld tot zij misdaden bekenden die zij nooit hebben begaan” Dit is in deze vorm niet afkomstig van revisionisten. Het is inhoudelijk onwaar, omdat het aantal nazileiders dat ‘gaskamers’ en ‘vergassingen’ bekende, ondanks stelselmatige martelingen waarbij Abu-Grahib kinderspel was, vrijwel NUL is. Geen van de nazi-kopstukken heeft tijdens het IMT ‘gaskamers’ of ‘vergassingen’ bekend. Integendeel, alle topnazi’s ONTKENDEN dat tot het eind. De enige uitzondering was Höß, een van de commandanten van Auschwitz, die niet voor het IMT terechtstond en inderdaad zwaar gefolterd werd alvorens hij zijn ‘bekentenis’ (in het Engels, een taal die hij kon lezen noch verstaan) ondertekende. Alle beschuldigden voor het IMT ontkenden bestaan van ‘gaskamers’, noemden dat ‘belachelijk’ en verklaarden daar tijdens het Tribunaal voor het eerst van te hebben gehoord. Het is dus een onwaarheid te beweren of te suggereren dat zij of honderden anderen ‘bekenden’, afgezien van enkelen als Höss, Müller, Gerstein, elk met hun eigen merites, waarop we nog zullen terugkomen. Let u op hoe CIDI/Nizkor met geraffineerd vals taalgebruik wil suggereren dat ‘honderden’ nazi’s ‘vergassingen’ zouden hebben bekend: “. . . er hebben er honderden getuigd over de sjoa, in processen die liepen van eind 1945 tot in de jaren 1960.” Ja, getuigd over de ‘sjoa’, wat dat ook zijn moge, maar niet over ‘vergassingen’! Dit soort suggestief contaminatief taalgebruik is inmiddels het kenmerk van de Holocaustliteratuur geworden. Martelingen tijdens Geallieerde verhoren waren even standaard als gruwelijk. Vrijwel de enige ‘bekentenis’ over ‘vergassingen’ kwam na de oorlog van Höß, die daarover zei: “Zeker, ik heb toegegeven dat ik 2 miljoen joden heb omgebracht. Maar ik zou evengoed toegegeven hebben dat het er 5 miljoen waren. Er zijn nu eenmaal methodes waarmee men elke bekentenis kan krijgen – of die waar is of niet”. Dit maakt Höß’ ‘bekentenis’ waardeloos. In het boek Legions of Death van 26
Rupert Butler, vertelt de belangrijkste folteraar van Höß, de Brits-joodse sergeant Bernard Clarke, hoe de folteringen in hun werk gingen (blz. 235). Om de grootschalige folterpraktijken te onderzoeken, werd in 1947 een speciale Amerikaanse Onderzoekscommissie ingesteld (de Commissie Van Roden) die in een rapport vele bloedstollende feiten vermeldt. Verder berichtten na de oorlog nazi-slachtoffers daarover, evenals Geallieerde daders. Alles volledig gedocumenteerd. Volledigheidshalve zij nog vermeld dat de opvolger van Höß in Auschwitz, Richard Bär, in de aanloop naar het Auschwitz proces in 1960 hardnekkig weigerde het bestaan van gaskamers en massavernietiging in Auschwitz te bekennen. In een verslag in de Parijse krant Rivarol zei hij, dat ‘gedurende de periode dat hij de leiding over Auschwitz had (mei ’44- januari ’45), hij nog nooit enige gaskamer gezien had, noch geloofde dat zulke dingen bestonden’ en dat niets hem van deze verklaring zou kunnen afbrengen. Hij was er van overtuigd te zullen worden vrijgesproken. Door zijn vastbesloten weigering moest het showproces twee keer worden uitgesteld. Eufemistisch gezegd kwam het de autoriteiten niet slecht uit uit dat deze kerngezonde 52-jarige boomsterke kerel plotseling in zijn cel onder zeer verdachte omstandigheden stierf. Het Gerechtelijk Laboratorium van de Frankfurtse Universiteit onderzocht zijn lijk en sloot in haar rapport niet uit dat hij was gestorven aan een ‘reukloos, niet bijtend gif’. Vervolgonderzoek kwam er niet, want de beruchte joodse hoofdofficier van justitie Bauer, door Rassinier ‘de Duitse Tomas de Torquemada’ genoemd, liet ijlings het lijk cremeren. Dezelfde Bauer leverde eerder informatie die leidde tot de aanhouding van Adolf Eichmann: niet aan zijn Duitse werkgever, de Duitse Justitie, maar aan de Israëlische Mossad; een kwestie van loyaliteit? Ook andere nazi-‘getuigen’ verklaarden ernstig te zijn gefolterd: Konrad Morgen, die hardnekkig weigerde te ‘getuigen’ dat Ilse Koch lampenkappen liet maken uit mensenhuid, zei dat de Amerikanen hem letterlijk bijna vermoordden om hem die ‘verklaring’ af te dwingen. Hetzelfde gold voor Otto Pohl, hoofd van het SS-Bureau van de WVHA in Berlijn. Hij werd door de Britten naar Nenndorf gebracht, vastgebonden en zo geslagen dat hij zijn tanden verloor en bewusteloos raakte. Later werd hij in Neurenberg een half jaar door de Amerikanen dagelijks aan urenlange intensieve verhoren onderworpen. Zijn ondervragers, volgens hem voor het merendeel joden, beschuldigden hem ervan 30 miljoen mensen te hebben vermoord en er 10 miljoen ter dood te hebben veroordeeld. Pohl verklaarde dat hij “door hun duivelse intimidaties en chicanes zo murw was gemaakt dat zij kregen wat zij wilden: niet de waarheid maar de verklaringen die zij wilden hebben.” Hij werd gedwongen valse en zelfbeschuldigende verklaringen te ondertekenen, die bij het proces tegen hem werden gebruikt. Pohl: “Als originele documenten niet overeenstemden met wat de aanklagers wilden of ontoereikend waren voor de schuldigverklaringen, werden ‘bekentenissen’ aan elkaar gekoppeld. Het meest opvallende aan die maaksels was dat beklaagden zichzelf schuldig verklaarden. Dat is alleen te begrijpen als men weet hoe ze tot stand kwamen.” (En weet waarvoor ze later werden gebruikt, kan men veronderstellen.) Pohl over het gebruik van valse getuigen in Neurenberg: “Als gefabriceerde ‘verklaringen’ ongeschikt waren voor het gewenste resultaat, namen de autoriteiten hun toevlucht tot zogenaamde ‘stergetuigen’, d.w.z. betaalde getuigen. Een hele schaar van dergelijke onbetrouwbare, miserabele types speelden in Neurenberg hun verachtelijke rol. Daaronder hoge ambtenaren, generaals en intellectuelen, maar ook gevangenen, geestelijk gestoorden en zware criminelen. Zij genoten gedurende de processen tal van privileges en waren er op uit zo lang mogelijk ‘nuttig’ te blijven om die te behouden. Tijdens het proces verscheen een zekere Otto, psychiatrisch patiënt, als ‘stergetuige’. Zijn levensloop was die van een keiharde crimineel. Hetzelfde gold voor getuige Krusial, die onder ede de meest fantastische verzinsels voor de rechtbank presenteerde, die grif werden overgenomen.....” 27
Uit het zwartboek dat is te vullen met walgelijke folteringen van de Geallieerden, noemen we nog dat van 140 Duitse soldaten die tijdens het naoorlogse zgn. Malmédy proces verhoord werden, er 138 van de 139 levenslang invalide werden omdat hun testikels met een bankschroef waren kapotgeknepen (The Nuremberg Trials and the Holocaust – Torture. Institute for Historical Review. http://www.ihr.org/jhr/v12/v12p167_Weberb.html). De door de nazi’s gedurende de oorlog onder huisarrest geplaatste uitgever Julius Streicher, werd bij zijn verhoren voor het IMT zo vaak en zo hard geslagen dat hij 40% van zijn gehoor kwijt raakte. Meer over martelen van krijgsgevangen Duitse militairen van alle niveau’s door de Amerikanen vindt u in Manfred Köhler, The Value of Testimony and Confessions Concerning the Holocaust. In: Dissecting the Holocaust, The Growing Critique of ‘Truth’ and ‘Holocaust’; Holocaust Handbook Blz. 182. Series, Theses & Dissertations Press. ISBN 0-9679856-2-5. Gratis download op http://vho.org/dl/ENG.html#dth Ook hier dus een valse voorstelling van zaken (niet één top-nazi heeft ‘gaskamers’ of systematische massamoord bekend, anders dan enkele zwaar gemartelden). CIDI/Nizkor ontkent slechts, in plaats van de genoemde revisionistische bewijzen voor bijv. het folteren van Höß te ‘ontzenuwen’. “Gedwongen nazi-getuigenissen” CIDI/Nizkor: “Veel van die nazi’s traden op als getuigen. Ze werden niet beschuldigd van misdaden en zaten niet in de gevangenis. Hoe kon er dan dwang op ze zijn uitgeoefend? En: Het voornaamste punt is dat niet één van die veronderstelde slachtoffers van marteling – niet een in meer dan vijftig jaar – naar voren is gekomen om de bewering te ondersteunen dat er onder dwang was getuigd. En: Wat voor dwang kan er zijn uitgeoefend op de SS-arts Johann Kremer om hem te laten getuigen bij zijn eigen verdediging in 1947, en vervolgens, nadat hij was veroordeeld in Polen en Duitsland, na zijn vrijlating, opnieuw als getuige op te treden in het proces in Frankfort? Wat voor dwang kan er zijn uitgeoefend op Böck, Gerhard Hess, Hölblinger, Storch, en Wiebeck, allemaal voormalige SSmannen, allemaal getuigen in Frankfort, geen van allen beschuldigd van enige misdaad daar?” Dit vraagt enige toelichting. Het gaat weliswaar niet over martelen (een onomstotelijk feit!) en het heeft niets met bewijs te maken, maar is interessant genoeg om er iets over te zeggen. Alle Duitse militairen en overheidsfunctionarissen waren door de Geallieerden als oorlogsmisdadigers c.q. misdadigers aangemerkt. Dat gaf de gelegenheid hen na de oorlog zonder vorm van proces te arresteren. Grote groepen Duitsers werden gedood of berecht alleen omdat het onderdeel waarin ze dienden als ‘misdadig’ was aangeduid (de SS, Waffen-SS, Gestapo, Grüne Polizei, etc.). Er bestond in die dagen geen recht, niet voor de nazi-top bij het IMT, noch voor anderen. De aanklachten werden tevoren ‘bewezen’ geacht, meineed werd niet bestraft en ontkennen stond gelijk aan Volharding in het Kwaad en werd excessief bestraft. Tegenbewijs was volgens het IMT-Statuut verboden (Artikelen 10, 19 en 21) en de ‘verdediging’ een wrede farce. Elke advocaat adviseerde daarom zijn cliënt niets te ontkennen, zo nodig alles te erkennen, maar erop te wijzen dat hijzelf het ‘alleen maar had gezien’ en handelde in opdracht of bedreiging met de dood van hogerhand. Zo geschiedde. Verder was er een categorie die kon kiezen: óf waarheid spreken en verder als vuile nazi worden behandeld, óf ‘meewerken’ en zonder of met relatief lichte straf wegkomen. De meesten vonden die keus niet moeilijk. CIDI/Nizkor: “Veel van die nazi’s traden op als getuigen. Ze werden niet beschuldigd van misdaden 28
en zaten niet in de gevangenis. Hoe kon er dan dwang op ze zijn uitgeoefend?” Hier houdt CIDI/Nizkor zich van den domme. Talloze gevangengenomen nazi’s en SS-ers werden inderdaad niet beschuldigd in ruil voor ‘bekentenissen’. Maar, als ze niet ‘meewerkten’, werden ze aangeklaagd en zwaar bestraft. In de jaren ’60 kwam in Duitsland een tweede golf van processen op gang tegen mensen die veelal al eerdere veroordelingen achter de rug hadden en soms jarenlang in communistische gevangenschap hadden gezeten. Het doel van die illegale ‘Bis in idem’ processen was niet met bestaande bewijzen (die er nauwelijks waren) de betrokkenen voor de tweede keer voor veronderstelde misdaden te veroordelen, maar om langs de weg van ‘bekentenissen’ en ‘getuigenissen’ alsnog ontbrekende ‘bewijzen’ voor de JHV te creëren. Dat lukte wonderwel, want velen, die inmiddels een normaal bestaan opbouwden, wilden niet nog eens de gevangenis in op dezelfde beschuldiging, of wegens ‘Holocaustontkenning’. Zij werkten dus mee door te zeggen dat zij allerlei gruwelen hadden zien plegen door collega’s (die meestal dood waren), maar dat zij zelf daar niets mee te maken hadden gehad. Dat werkte voor beide partijen naar tevredenheid. Voormalige kampfunctionarissen van bijv. Sobibor, beschuldigd van medeplichtigheid aan moord op 250.000 joden, kregen vrijspraak of 4 jaar gevangenisstraf (8,5 minuut per moord). Aangeklaagden blij, vervolgers blij: eindelijk waren er ‘bewijzen’! Over getuige Johann Paul Kremer het volgende: Kremer had 10 jaar in Pools-communistische gevangenschap doorgebracht (1947-1957). Hij kwam in Duitsland opnieuw voor de rechter nadat hij zich publiekelijk had beklaagd dat in Polen “alleen haat was toegestaan haar mening te geven.” (Vond de Duitse ‘justitie’ dit ‘Holocaustontkenning’?). Van meer belang is Kremer’s vals geciteerde dagboekverslag over een Sonderaktion in Auschwitz. Als arts was hij nauw betrokken bij de bestrijding van tyfusepidemieën in het kamp. Bij de epidemie van september-oktober 1942 typeerde de jonge arts Birkenau in zijn dagboek als “anus mondi”. Hij was betrokken bij het scheiden van besmette en niet-besmette gevangenen van de “Auschwitz-ziekte”, een Sonderaktion’ in nazi-jargon. Zijn aantekening van 2 september 1942 luidde: “Om 3 uur vannacht was ik voor de eerste keer buiten (’draussen’) aanwezig bij een ‘Sonderaktion’.” En nu de vervalsing: Historici en rechters negeren het woord ‘buiten’ en doen daarmee voorkomen alsof die aktie in een ‘gaskamer’’ plaatsvond. [Vergassingen kunnen immers onmogelijk in de open lucht plaatsvinden!] Zij citeren Kremer zo: “Om 3 uur vannacht was ik voor de eerste keer aanwezig bij een ‘Sonderaktion’. Inderdaad, een wereld van verschil. Kremer schreef nooit dat Auschwitz een ‘Vernietigingskamp’ was in de zin zoals de Geallieerden dat na de oorlog bedoelden (een kamp met ‘gaskamers’). Ook Kremer getuigde dus niet over ’gaskamers’! Men mag ook niet, zoals CIDI/Nizkor, ‘vergeten’ dat in Duitsland ‘Holocaustontkenning’ zwaar wordt bestraft. Iedere verdachte, getuige, deskundige of advocaat werd (wordt!) in de rechtszaal aangeklaagd als hij ook maar een begin maakt met feitelijke weerlegging van ‘de Holocaust’ en krijgt daarvoor een langdurige (extra) gevangenisstraf en/of beroepsverbod. Het ‘appèl’ van CIDI/Nizkor op getuigen en verdachten om ’eerlijk’ de waarheid te spreken, is dan ook even onzinnig als hypocriet. Wie in Duitsland de neiging voelt ’dapper in de rechtszaal op te staan en de wereld de waarheid toe te schreeuwen’ is hartstikke gek. De enkelingen die dit doen zijn revisionisten, mensen die niet van enig geweld kunnen worden beschuldigd. Zij krijgen vandaag in Duitsland hogere gevangenisstraffen dan voormalige kampbewakers in Sobibor. Nee, ‘dwang’ was niet nodig om de door CIDI/Nizkor genoemde ‘getuigen’ in Frankfürt in 1964 te 29
laten ‘getuigen’. Zij wisten hoe de hazen in Duitsland liepen. Zij kwamen weg met opvallend lage straffen en de rechtbanken putten zich uit in excuses om die te rechtvaardigen. Dat neemt niet weg dat sommigen later ‘off the record’ verklaarden, pertinente leugens onbecommentarieerd te hebben gelaten en dat de verklaring van SS-Dr. Kremer over een ‘vergassing’ een aantoonbare ordinaire vervalsing was! Wederom een onhoudbare stelling dus van CIDI/Nizkor: er was wel degelijk sprake van dwang en chantage bij de Duitse processen uit de jaren zestig. Om nog te zwijgen over enige ‘ontzenuwing’. Integendeel: wat hier ontzenuwd wordt is de bewijswaarde van die getuigenverklaringen. Bovendien houdt CIDI/Nizkor cruciale informatie achter bij haar ‘educatie’. “Wat nazi’s nu nog getuigen” CIDI/Nizkor: “De voormalige SS-Untersturmführer Dr. Hans Münch gaf veertig jaar na de oorlog, tegen de wil van zijn familie, een interview voor de Zweedse televisie. Hoe had hij daar na veertig jaar nog toe gedwongen kunnen zijn? “ Waarom Münch’s familie tegen dat telefonische interview (geen getuigenis!) was in 1998, vertelt Nizkor u niet, maar de zoon van de oude man sprak tevoren zijn verbazing over dat ‘interview’ met Der Spiegel. Hij deed dat, omdat zijn vader al twee jaar “geestelijk zwak” was en zijn uitlatingen over de telefoon “verkeerd begrepen, of foutief geïnterpreteerd konden worden.” In dat ‘interview’ stelde Münch o.m. dat hij vanaf zomer 1943 in Auschwitz was, maar in werkelijkheid was hij daar vanaf 1944. In een eerder interview met revisionist Dr. Germar Rudolf in 1995, dat volledig op band is opgenomen, werd Münch voor de eerste keer(!) geconfronteerd met kritische vragen over zijn getuigenissen. Alleen al het feit dat hij als arts in Auschwitz bij het Hygiëne Institut werkte, bewijst dat de nazi’s waarde hechtten aan het voorkomen en bestrijden van ziekten. Elke arts in Auschwitz was er een te weinig aan het front. Delen van Münch’s verhaal bleken overgenomen uit verslagen van andere kampen, waar hij nooit was geweest. Dr. Germar Rudolf verklaarde na zijn eerdere interview met Münch, waarin hem voor het eerst kritische vragen werden gesteld, dat Münch’s relaas “ontbloot was van elke juridische of wetenschappelijke waarde”. CIDI/Nizkor: “En welke veronderstelde dwang kon veertig jaar na dato nog de voormalige SSUnterscharführer Franz Suchomel dwingen een interview te geven in de film Shoah? Sprekend onder (valse) beloftes over anonimiteit, vertelde hij over de misdaden die hij beging in het vernietigingskamp Treblinka (uit het boek Shoah, Claude Lanzmann, 1985, p.54). Suchomel: Maar gebruik niet mijn naam. Vraag de ontkenners maar eens waarom ze de getuigenis van Franz Suchomel naast zich neerleggen. Greg Raven (hoofdredacteur van het IHR-blad) zal zeggen “dit is geen bewijs... geef me bewijzen alsjeblieft.” Anderen zullen zeggen dat Suchomel en Münch gek waren, of hallucineerden, of fantaseerden. De vertelsels van Suchomel zijn om een veelvoud van redenen waardeloos. In de eerste plaats zijn het verhalen, in een joodse propagandafilm, onder verdachte omstandigheden afgelegd (met een zogenaamd verborgen camera) en strijdig met wat over Treblinka bekend is. Suchomel wilde alleen praten als zijn naam niet werd genoemd(!), een voorwaarde die regisseur Lanzmann zogenaamd accepteerde, maar later schond. Suchomel was eerder in Duitsland veroordeeld en voor veroordeelden daar geldt dat ze bij latere herroeping of wijziging van een verklaring opnieuw worden gearresteerd en berecht. [Wellicht wordt het u nu duidelijk waarom ex ‘daders’ later nooit protesteerden tegen de inhoud van hun ‘bekentenissen’? En ook dat sommigen naar een notaris 30
stapten om daar onder ede vast te leggen wat waarheid was en die pas na hun dood openbaar laten maken?!] Suchomel paste dus wel op om niets te ‘ontkennen’ wat hij eerder had verklaard en meende waarschijnlijk aan die verklaringen wel iets te mogen verdienen in deze door Israël gefinancierde film. Zijn verklaringen zijn op het krankzinnige af: van de treinen uit Warschau (100 km ten ZW van Treblinka) in augustus ‘42, met 5.000 joden, kwamen er volgens hem 3.000 dood aan, met doorgesneden polsen. De overigen waren halfdood en krankzinnig. In de treinen uit Kielce (280 km) was 50% volgens hem bij aankomst al dood. Zijn verklaring over ‘4 gaskamers’ is strijdig met alle daarover bestaande gegevens (10); bovendien spreekt hij over 2 ‘nieuw’ gebouwde ‘gaskamers’, die naast de 2 ‘oude’ in bedrijf kwamen. Alweer strijdig met de officiële versie die zegt dat de ‘oude gaskamers’ werden gesloopt. Het Doorgangskamp (er zijn bewijzen dat duizenden joden via Treblinka in andere kampen terechtkwamen) bestond slechts 13 maanden. Voor een doorgangskamp voldoende, maar voor een ‘vernietigingskamp’ onzinnig kort. Tenslotte zij vermeld dat er van 870.000 ‘vergasten’ daar, die volgens de JHV (Yitzak Arad) eerst zouden zijn begraven en later opgegraven en verbrand, niet één lijk en zelfs geen daarbij behorende massagraven zijn gevonden. Niets. Onderzoek in 2000 met Ground Penetrating Radar (GPR) toonde aan dat zelfs de bovenste aardlagen in Treblinka II nooit verstoord zijn geweest! Is het nog nodig te zeggen dat er geen enkel document bestaat dat enige aanwijzing bevat voor Treblinka II als ‘vernietigingskamp’ en daarmee ook de ‘getuigenis’ van deze Suchomel niets waard is? CIDI/Nizkor: “Maar de fantasie zit duidelijk in het hoofd van degenen die ervoor kiezen de massa bewijsmateriaal te negeren en die liever geloven in een hypothetisch complot, met geen ander bewijs dan hun verbeelding. Dat totale gebrek aan bewijs voor hun theorie is de reden dat de “complot veronderstelling” bijna altijd onuitgesproken blijft. Voor zover wij weten geeft geen enkel ‘revisionistisch’ blad, artikel, pamflet, boek, speech, audioband, videoband, of nieuwsbrief details over dit zogenaamde Joods/Zionistische complot dat al het smerige werk heeft gedaan. Niet een. Hoogstens verwijst de ontkennersliteratuur in bedekte termen naar het World Jewish Congress dat een ‘nepverhaal’ in stand houdt – maar ze geven geen details. Toch is de hele theorie van de Holocaust-ontkenning gebaseerd op deze veronderstelde samenzwering.” Daar is ie weer: de canard van een revisionistische ‘complottheorie’ over ‘samenzwerende joden’. Een dood paard aan een touwtje. CIDI/Nizkor’s absurde verzinsel om revisionistische feiten mee weg te liegen. Die "massa bewijsmateriaal" hoeft voor ons niet: geef slechts 1 concreet forensisch bewijs voor een 'gaskamer', geef 1 concreet bewijs voor een opdracht voor systematische uitroeiing van alle joden of geef 1 acceptabel bewijs voor moord op 6 miljoen joden. "Massa's" hoeft niet, 1 is genoeg. Natuurlijk geeft “geen enkel ‘revisionistisch’ blad, artikel, pamflet, boek, speech, audioband, videoband, of nieuwsbrief details over dit zogenaamde Joods/Zionistische complot.” Natuurlijk niet: revisionisten houden zich niet op met onbewezen onzin. “Wat betreft de getuigenissen van overlevenden, die volgens ‘revisionisten’ het enige bewijs vormen; er zijn inderdaad talloze getuigenissen van vergassingen en andere wreedheden, van Joden die de kampen hebben overleefd en ook van andere kampgevangenen, zoals krijgsgevangenen.” 31
Het absurdistische verhaal van de joodse kapper Abraham Bomba uit het dorp Treblinka is er ook nog een in de rij. Hij verklaarde dat hij in de gaskamer van 4 x 4 meter met 16-17 collega’s 140-150 vrouwen het haar knipte (= 17 mensen op 1m²). “Na 5 minuten vergassing werden de lijken verwijderd en was de volgende groep aan de beurt”, zei Abraham.Ook hier weer het kenmerkend misleidende taalgebruik, door contaminatie van bewezen en niet-bewezen in één zin: “talloze getuigenissen van vergassingen en andere wreedheden”. ‘Vergassingen’ zijn niet bewezen, wreedheden wel. “Uiteraard zijn veel gevangenen die getuigden over de vergassingen niet Joods. Kijk bijvoorbeeld naar de getuigenis van de Poolse officier Zenon Rozansky over de eerste gasmoord in Auschwitz, waarbij 850 Russische krijgsgevangen vergast werden, in Reitlinger, The Final Solution, p. 154: Welke ‘revisionist’ zal dit ontkennen? Wie van hen was erbij? Wie van hen is er bevoegd om Rozansky te vertellen wat hij wel of niet heeft gezien?” Veelzeggend is dat CIDI/Nizkor zegt dat ‘veel’ getuigen niet joods waren: kennelijk is dat nodig. Zij noemen er echter slechts één, en nog wel een heel bijzondere: Rozansky, “een niet-joodse Poolse officier”. ‘Rozansky’ is in Polen net zo’n typisch joodse naam als in Nederland Polak of Cohen. Sommige Rozansky’s behoorden tot een beruchte familie, waarvan één een meedogenloos NKVD veiligheidsofficier was. Maar ook als waar zou zijn dat déze Rozansky niet joods was, dan nog behoort hij tot een wel zeer ‘speciale groep’ getuigen. Hij behoorde tot een groep zelfbenoemde ‘Auschwitz-partisanen’, wiens taak volgens henzelf “Propaganda” was. Andere leden van die groep, die allemaal jaren Auschwitz overleefden, waren Rudolf Vrba, Filip Müller, Alfred Wetzler, Jankowski, Bruno Baum, Kula, enz. Zij komen in het verdere verloop van deze weerlegging nog aan de orde. Communist Bruno Baum pochte na de oorlog: “De hele propaganda die daarna in het buitenland over Auschwitz ontstond, werd door ons met hulp van onze Poolse Kameraden aangestoken.” (Bruno Baum, “Wir funken aus der Hölle” in Deutsche Volkszeitung – Zentralorgan der KPD, Berlijn 31.7.1945). Wie deze communistische desinformanten ‘getuigen’ wil noemen doet dat op eigen verantwoording; revisionisten noemen hen zoals zij zichzelf noemden: Propagandisten. Overigens spreekt CIDI/Nizkor hier over de “eerste gasmoord in Auschwitz” waarvan deze Rozansky getuige zou zijn geweest. Alweer een bewijs van de waardeloosheid van deze zogenaamde getuigen, want CIDI/Nizkor spreekt van 850 krijgsgevangenen, terwijl Rozansky in zijn ‘getuigenis’ spreekt over 1.663 krijgsgevangenen. Maar goed, laten we hierover niet moeilijk doen, want de door ‘getuigen’ genoemde aantallen krijgsgevangenen van die ‘vergassing’’ lopen uiteen van 200 tot 1.663 en vrijwel elk willekeurig aantal daar tussenin. Evenals de data waarop die 'eerste vergassing' plaatsvond: het voorjaar van 1941, 14 augustus, van 3-5, 5-6 of 5-8 september, op 15 september, op 9 oktober en zelfs in november of december van 1942. Ook de plaats waar dat volgens de ‘getuigen’ gebeurde verschilt nogal: in het oude Crematorium, in een van de ruimtes, in alle ruimtes of in alle ruimtes plus de hal van Barak 11, of ‘ergens’ in het 3,5 km verderop gelegen Birkenau. En wat zullen we verder zeuren over ‘getuigen’ die de naam van de SS-er die het gif (door het plafond, door een gat boven de deur, door een ventilatiegat) naar binnen gooide: Pallitzsch, ‘Tom Mix’, ‘de Wurger’ of Breitwieser? Of slachtoffers die onmiddellijk dood waren, of 15 uur later? Of . . .? Als u alles wilt weten over de genoemde ‘eerste gasmoord in Auschwitz’, mag u de 160 pagina’s tellende studie welke dr. C. Mattogno daaraan wijdde, niet missen: Auschwitz: The First Gassing. Rumor and Reality (Chicago (Illinois): Theses & Dissertations Press, Imprint of Castle Hill Publishers, September 2005. ISBN: 1-59148-025-6; te downloaden op www.ihr.org ).
32
Neemt u aan dat ik nog een poos kan doorgaan over ‘getuigen’ van de JHV. Zoals gezegd, dat heeft in het kader van deze V&A over bewijzen geen zin: het zijn allemaal verhalen, geen bewijzen. Revisionisten zijn bereid alles van ‘getuigen’ te geloven, als dat vergezeld gaat van normale forensische bewijzen en niet strijdig is met andere feiten en de waarheid. Over ‘nazi-getuigen’ van ‘de Holocaust’ is vast te stellen dat die er nagenoeg niet waren; de belangrijkste onder hen, Höß, werd onmenselijk gefolterd en de verklaringen van anderen zijn aantoonbaar gemanipuleerd. Indien het bewijs voor de JHV op die verklaringen moet berusten, is dat een wel zeer armetierige basis, onvoldoende om zelfs maar één persoon in een normale rechtszaak voor moord te kunnen veroordelen.
“Documenten uit oorlogstijd” Dit raakt dichter aan het onderwerp bewijzen, als er tenminste authentieke documenten uit die tijd zouden bestaan die ‘systematische uitroeiing’ in ‘gaskamers’ of ‘zes miljoen’ konden bewijzen. Echter, die zijn er niet. Als ze bestonden zou dat al lang getoond zijn. Er bestaat geen nazidocument dat massavergassingen bewijst. Nooit in de geschiedenis is een administratie van een natie zo grondig en zo compleet op crimineel materiaal onderzocht als dat van nazi-Duitsland, in het bijzonder in relatie tot joden. Tientallen miljoenen documenten uit alle geledingen van de Duitse militaire en politieke structuur, inclusief complete archieven, vielen in handen van de Geallieerden. Om enkele archieven te noemen: die van het Hoofdkwartier van de Sicherheitsdienst, de Gestapo, het Reichs Sicherheits Haupt-Ampt (RSHA), de Wehrmacht, de Kriegsmarine, de Nazi-Partij, het Ministerie van Buitenlandse Zaken, Auschwitz (o.m. die van de Bau-Abteilung en de complete Zyklon-B administratie, de cokesadministratie van crematoria, de administraties van honderden andere kampen, de zgn. Auschwitz Sterbebücher, Hitlers Oorlogsdirectieven, de complete archieven van de Persoonlijke Kanselarij des Führers, enz., enz. Alles werd door de Geallieerden aangetroffen. Het weerlegt de fabel dat ‘de nazi’s alle documenten vernietigden’. Niet voor niets bevinden zich in het nog steeds niet openbaar gemaakte Archief van ITS in Arolsen alleen al over mensen die ooit in Duitse gevangenschap waren, 47 miljoen dossiers! Het is onmogelijk dat daarin geen bewijzen of tegenbewijzen voor massavergassingen zijn te vinden. Dus waarom na zestig jaar nog altijd geen openheid? Men zoekt niet naar waarheid, men probeert die te verbergen! De Geallieerden zaten vervolgens met het probleem wat daarmee te doen. In de paar maanden tussen de bevrijding en het Neurenberger Tribunaal verzamelden alleen al de Amerikanen 1.600 ton, ofwel 30 miljoen documenten. Zij hielden van 22-25 oktober 1945 een Conferentie om te bepalen welk categorieën documenten geheim moesten blijven en welke vernietigd. Wat niet in de kraam van de overwinnaars te pas kwam, werd vernietigd of ‘onder de pet’ gehouden. Alles werd afgevoerd uit Duitsland naar de Geallieerde landen. Zeker is dat sleuteldocumenten die voor de nazi’s ontlastend waren, nooit zijn vrijgegeven. Een deel ging naar Arolsen, waar het tot 2007 ontoegankelijk werd gehouden. Toen pas werd een geselecteerd deel ‘vrijgegeven’, dat wil zeggen, onder voogdij van een joodse organisatie in de VS. Wie als niet-jood iets over een voorouder wil weten die in de Duitse Arbeidseinsatz zat, moet met 33
de pet in de hand aan de beherende joden vragen of zij zo vriendelijk willen zijn daarover documentatie te verschaffen. Grote aantallen gevoelige documenten liggen ook in Israël, waar helemaal niemand bij komt. Zeker is, dat als zich daaronder documenten zouden bevinden welke de JHV zouden bewijzen, die uiteraard allang openbaar gemaakt zouden zijn. Het is daarom vrijwel zeker dat die documenten de JHV juist NIET bewijzen en daarom verborgen blijven. Andere documenten werden zo explosief geacht, dat ze waarschijnlijk zijn vernietigd. Ook is een groot deel naar de USSR afgevoerd en of daar vernietigd, of in o.a. Podolsk en Moskou in ontoegankelijke archieven opgeborgen. Het waren dus niet de nazi’s die stelselmatig ‘bewijzen’ en documenten vernietigden, maar de Geallieerden. Zij lieten verdwijnen, wat niet paste in hun scenario’s. Revisionisten noemen dit geen ‘samenzwering: het is gewoon een feit. Wie nog volhoudt dat ‘de Duitsers alle bewijzen vernietigden’ is dwaas. Wie meent dat de nazi’s in de laatste paar oorlogsmaanden, strijdend op leven en dood, in staat waren uit die hoeveelheid documenten, verspreid tot in de haarvaten van de overheids- en militaire hiërarchie, ‘selectief’, die over ‘massavernietiging’ en ‘gaskamers’ te verwijderen, is op archiefgebied een leek. In de tientallen miljoenen documenten die in de naoorlogse jaren met de stofkam zijn nageplozen op zoek naar bewijzen voor de JHV, werd dit gevonden: Niets. Dat bewijst dat er geen JHV was zoals die wordt beweerd. (Later spreken we nog over het verzinsel ‘Codetaal’). De CIDI/Nizkor opmerking “De uitspraak dat “geen ‘overlevende’ beweert dat hij werkelijk een vergassing heeft gezien” is aantoonbaar onwaar” is fout geciteerd: het IHR stelt namelijk in haar Antwoord: “weinig ‘overlevenden’ zeggen werkelijk getuige te zijn geweest van een vergassing”. Van de enkele getuigen die Nizkor hier noemde, is niet aangetoond dat zij waarheid spraken. We herinneren nog maar eens aan de ontelbare valse ‘getuigenissen’ over de nooit gebeurde massavergassingen in Duitse kampen en aan het verzwegen feit dat tientallen overlevenden getuigden dat in Auschwitz geen gaskamers waren. De zgn. brief van Untersturmführer Becker aan Obersturmbannführer Rauff over ‘Gaswagens’, is een bewezen vervalsing, evenals de brief van Just aan Rauff. Men kan dat checken in het onweerlegde revisionistische werk Die Gaswagen – Kritische Würdigung der Beweislage, van Ingrid Weckert. http://vho.org/D/gzz/9.html Blz. 217-243 Bij V&A 5 rekenen we af met het verhaal van Mel Mermelstein, die in het zicht van een beloning van $ 50.000 claimde zijn moeder en zuster in Auschwitz te hebben zien ‘vergassen’. CIDI/Nizkor: “Maar we hoeven niet uitsluitend af te gaan op getuigenissen, van overlevenden, nazi’s of wie dan ook. Het Amerikaanse leger heeft veel documenten buitgemaakt uit oorlogstijd, niet van na de oorlog, over vergassingen en andere misdaden. De meeste liggen in de National Archives in Washington, sommige in Duitsland.” CIDI/Nizkor zegt dat zij niet alleen op getuigen afgaan, maar dat “het Amerikaanse leger veel documenten uit oorlogstijd heeft buitgemaakt […] over vergassingen en andere misdaden.” Dat de Amerikanen gigantische hoeveelheden documenten buit maakten, stelden wij reeds. Dat daarin iets te vinden zou zijn “over vergassingen” is alweer een belangrijke onwaarheid. CIDI/Nizkor noemt zo’n document dan ook niet bij naam. Natuurlijk niet: onder die miljoenen documenten is er niet één die ‘gaskamers’ of ‘vergassingen’ bewijst. Ook hier staan zij met lege handen. 34
Om hun misleiding te verhullen, nemen zij weer hun toevlucht tot de contaminatietactiek: ‘vergassingen’ en ‘andere misdaden’ samengevoegd. Maar, ‘andere misdaden’ staan niet ter discussie: die waren er zeker. Voor ‘vergassingen’ echter is geen bewijs; ook en zelfs niet in die miljoenen documenten. Wij laten de Directeur van de Militaire afdeling van de National Archives in Washington, Robert Wolfe, zelf aan het woord, die over de aldaar opgeslagen miljoenen documenten eind zeventiger jaren zei, dat het ‘bewijs’ voor ‘de Holocaust’ “past in een kleine schoenendoos”. Jammer genoeg hebben wij zelfs die kleine schoenendoos nooit gezien . . . Jammer, want anders was immers het revisionisme, met haar tienduizenden vervolgden, geheel overbodig geworden. Dat al die miljoenen documenten ijlings uit Duitsland werden weggehaald, is overigens een teken aan de wand: men moet aannemen dat dit politieke redenen had. Zo komt het, dat het Duitse volk over haar eigen geschiedenis uit die periode niet meer zelfstandig kan beschikken. “Over de gaswagens, voorlopers van de gaskamers, vinden we bijvoorbeeld een topgeheim document van SS Untersturmführer Becker aan SS Obersturmbannführer Rauff (uit Nazi Conspiracy and Aggression, 1946, Vol. I, pp. 999-1001)” Goh, weer voert CIDI/Nizkor, een ‘samenzweringstheorie’ op, deze keer echter van de nazi’s: “Nazi Conspiracy and Aggression”. Wat hebben zij toch met ‘samenzweringen’? Wij verwezen al naar de studie van Ingrid Weckert, Die Gaswagen – Kritische Würdigung der Beweislage, waarin op grond van inhoudelijke en fysieke aspecten wordt vastgesteld dat beide brieven aantoonbare vervalsingen zijn. Graag gaan we met CIDI ook daarover de discussie aan, als zij daartoe behoefte voelen. “Documenten over gaskamers” Eerder al werd hier gesteld: er bestaan geen documenten over ‘gaskamers’, tenzij men ontluizingunits voor kleding, beddegoed, enz. bedoelt, die in Auschwitz en andere kampen ruim aanwezig waren. Zelfs de Holocaustpromotie stelt niet, dat daarin mensen zouden zijn ‘vergast’. CIDI/Nizkor noemt dan ook niet één concreet document waaruit ‘vergassingen’ of ‘gaskamers’ kunnen worden afgeleid, maar komt met een incidentele “verschrijving” van nazi-bouwkundige, Karl Bischoff. Die schreef in 1943 in een brief aan zijn superieur Kammler in Berlijn dat de bouw en het proefdraaien van het nieuwe Krema II in Birkenau nagenoeg voltooid was. Volgens de Holocaustpropaganda ‘vergiste’ hij zich door ‘per ongeluk’ in die brief over een ‘Vergasungskeller’ te spreken. Er zijn echter volstrekt normale verklaringen voor het gebruik van de benaming ‘Vergasungskeller’. Het omzetten van een vaste stof (cokes) in een brandbaar gas (cokesgas) noemen de Duitsers Vergasung (in het Duits met Hoofdletter). In een aparte ruimte onder c.q. halfonder de eigenlijke crematieovens, bevonden zich de door technici ‘Gasgeneratoren’ genoemde vuurhaarden, die de hete lucht genereerden middels cokes‘Vergasung’. De kelder of deel van het crematorium waar dat gebeurde, werd Vergasungskeller genoemd. Als het om vergassen (van insecten, dieren of mensen) zou gaan, noemen Duitsers dat geen ‘Vergasungskeller’ maar ‘Gaskammer’! Niks ‘verschrijving’ of ‘vergissing’ van Bischoff dus! Niks ‘bewijs’ voor massavergassingen ook! Vervolgens begint CIDI/Nizkor over een bestelling van ‘gasdichte deuren’ voor Krema II. Ook dit is misplaatst.
35
In de eerste plaats is dit type deur in Birkenau in werkelijkheid nooit toegepast. Afgaand op een gevonden bestelbon uit de bouwfase zijn ze wel besteld, maar nooit aangekomen of geplaatst. In de tweede plaats zeggen officiële historici nu dat tijdens de bouw van de Krema’s van een criminele bestemming nog geen sprake was; dat zou later pas zijn besloten. In de derde plaats was het in Duitsland bij elk nieuwbouwproject verplicht dit type standaarddeuren te gebruiken voor ruimtes die als schuilkelder dienst konden doen. Met de ervaringen van de Eerste Wereldoorlog achter de rug, hield de Duitse leiding ernstig rekening met gasaanvallen vanuit de lucht. De ondergrondse kelders van de Krema’s II en III waren de enige ruimtes in Birkenau die ook daadwerkelijk als schuilkelder zijn gebruikt. Waarom die stalen deuren niet zijn aangebracht is niet bekend. Als dat soort deuren gaskamers bewijzen, dan waren er in Duitsland tienduizenden ‘gaskamers’, maar niet in Birkenau. Lijken moeten voor de crematie koel worden bewaard. Daarom waren de lijkenkelders van de twee grootste Krema’s, II en III, ondergronds. Voor een lijkenruimte is dat optimaal, voor een Zyklon-B gaskamer is dat absurd. Blauwzuur uit Zyklon-B verdampt pas effectief bij een relatief hoge temperatuur (25,7 °C). De koele, ondergrondse ruimtes in die Krema’s, waarin het zelfs ’s zomers nooit warmer werd dan 15°C, zijn alleen daardoor al bij voorbaat ongeschikt voor Zyklon-B vergassingen. Er wordt over zogenaamde gaskamers van Auschwitz-Birkenau nog veel meer onzin door CIDI/Nizkor verspreid, onder meer over ventilatoren. CIDI/Nizkor: “Bischoff en Prüfer bleken het mis te hebben, en uiteindelijk werkte een metalen ventilator goed genoeg. Maar het feit dat zij dachten dat een houten blazer nodig was, toont aan dat er regelmatig cyanide gebruikt zou worden in de ruimten die ontkenners lijkenhuizen noemen.” Alweer hadden volgens CIDI/Nizkor Duitse technici ‘het mis’, nu over de vraag of metalen ventilators bestand waren tegen cyanide. Absolute kolder! De nazi’s hadden enorme ervaring met duizenden ontluizingsinstallaties, voorzien van uitgekiende verwarmings- en ventilatiesystemen. Die installaties verwerkten extreem veel ZyklonB, want luizen, neten, insecten, larven, enz. vergen – zoals Nizkor zelf toegeeft – aanzienlijk meer gif dan mensen. Al die intensief gebruikte ontluizingsinstallaties hadden geen houten, maar metalen ventilatoren! Compleet bogus dus, dit vertelsel over houten ventilatoren! (Opmerkelijk genoeg was geen van de als ‘gaskamers’ aangeduide ruimtes voorzien van een verdampingsinstallatie voor Zyklon-B!). “(Cyanide is totaal ongeschikt voor het desinfecteren van lijkenhuizen omdat het bacteria niet doodt.)” Zyklon-B ontsmetting in lijkenkelders was niet bedoeld tegen bacteria, maar tegen luizen van aan tyfus gestorven lijken. De enige mainstream-Holocausthistoricus die ter ‘ontzenuwing’ van revisionistische stellingen probeerde ‘gaskamers’ en ‘vergassingen’ forensisch-technisch te bewijzen, was de Fransman JeanClaude Pressac. Hij beschreef in zijn ondanks alles indrukwekkende boek Auschwitz: Technique and Operation of the Gas Chambers, wat hij noemde ’39 criminele sporen’, die erop zouden duiden dat de nazi’s in de crematoria ‘gaskamers’ hadden. Alle 39 punten zijn echter stuk voor stuk door revisionisten weerlegd. Het siert Pressac dat hijzelf erkende dat geen van zijn 39 ‘sporen’ bewijs voor ‘gaskamers’ of ‘vergassingen’ zijn. Deze en andere eerlijke constateringen van de relatief integere Pressac leidden ertoe dat zijn teleurgestelde opdrachtgevers hem lieten vallen. Als enige Holocausthistoricus die ‘gaskamers’ wetenschappelijk onderzocht, wordt hij door zijn voormalige opdrachtgevers nu als ‘amateur-historicus’ geportretteerd.
36
“Geen crematoria die miljoenen lichamen kunnen wegwerken” Dit loopt vooruit op de nog te voeren discussie bij de V&A 42 t/m 45, maar het is in het kader van de ‘educatie’ belangrijk genoeg daarover nu al iets te zeggen. In de eerste plaats: crematoria en vergassingen hebben NIETS met elkaar te maken. Men vond crematoria ook in niet-‘vernietigingskampen’ (bijv. Westerbork, Buchenwald, enz.), terwijl de grootste ‘vernietigingskampen’ (Treblinka, Belzec, Sobibor, etc.) geen crematoria hadden. Qua ontwerp, capaciteit of anderszins, hadden ze niets te maken met massavergassingen. Je vond ze in de ‘normale’ gevangenkampen, maar vreemd genoeg niet in de meest beruchte ‘vernietigingskampen’ zoals Treblinka, Belzec, Sobibor, etc. In de tweede plaats: de crematoria-ovens in Auschwitz en alle andere kampen, waren van het civiele type, dus 1 lijk per verbrandingskamer. Wie 12-20.000 lijken per dag wil verbranden, gebruikt geen crematieovens maar verbrandingsovens voor kadavers. In de derde plaats: crematie van lijken was in Auschwitz om hygiënische redenen noodzakelijk omdat het een arbeids- en verblijfskamp was met vele tienduizenden mensen. In de vierde plaats: begraven was in Auschwitz moeilijk door de hoge grondwaterstand en de ’s winters bevroren grond. In de vijfde plaats: Auschwitz-Birkenau lag in een moerasgebied op de splitsing van twee rivieren, bij de stad Auschwitz. Dat maakte het gevaar voor besmetting van grond- en oppervlaktewater groot. Daarom waren er in het verblijfskamp Auschwitz crematoria en in de verder Oostelijk gelegen doorgangskampen (‘vernietigingskampen’) niet. De logica daarvan behoeft geen verdere explicatie. De opmerking ‘140.000 lichamen per maand’ weg te werken, is volkomen lariekoek. De populatie van Auschwitz-Birkenau was begroot op 200.000 personen; daarop – en op de voortdurende tyfusepidemieën – was ook de crematiecapaciteit afgestemd, een capaciteit die in de praktijk aanzienlijk te laag bleek! Alle crematoria van Auschwitz samen konden per dag theoretisch maximaal 828 lijken verwerken (The Number of Victims of Auschwitz, Fritjof Meyer/Van Pelt) en waren daardoor nauwelijks in staat de sterfte binnen de reguliere kamppopulatie te verwerken, laat staan nog eens ruim 3800 lijken per dag extra. (Sommigen spreken zelfs van 12.000-20.000 ‘vergasten’ per dag!). CIDI/Nizkor beseft dat zelf ook, want niet voor niets zegt ze eufemistisch: “dat dit totaal in de praktijk niet kon worden gehaald.” Het slaat domweg helemaal nergens op! De compleet aangetroffen cokesadministratie van de Auschwitzcrematoria toont een gebruikte hoeveelheid cokes (brandstof) voor ca. 30.000 lijken per jaar; dit komt overeen met de aantallen overledenen in de in Moskou opgedoken Sterbebücher. Overtuigender bewijs voor de door ons aangegeven crematiecapaciteit bestaat niet. Voor het Holocaust-establishment is echter noodzakelijk dit controleerbare feit weg te liegen. Dat gaat als volgt: voor de crematie van 1 lijk is 25-30 kg cokes nodig (blijkens de documenten over cokesverbruik in de crematoria). Nee, zeggen zij, 2,5 kg (= 1/10) per lijk was voldoende, want als de ovens eenmaal branden, dan branden de lijken bijna ‘vanzelf’ en is veel minder cokes nodig. Zowel het een als het ander is echter dwaasheid, omdat in crematieovens de lijken niet verbranden in contact met vuur, maar door toevoer van hete lucht. Die hete lucht wordt door cokes onafhankelijk van de te cremeren lijken gegenereerd. Hoe minder cokes, hoe minder hete lucht. 2,5 kg Cokes per lijk is dan ook een trucage 37
om de opgevoerde gigantische aantallen gecremeerden (‘vergasten’) te kunnen verantwoorden. Een andere CIDI/Nizkor onwaarheid is: “Holocaust-ontkenners verwarren met opzet burgerlijke crematoria op begraafplaatsen met de gigantische industriële ovens van de vernietingskampen.” De Auschwitz-ovens waren van het gewone civiele type, zoals die overal in crematoria in Duitse steden stonden, bestemd voor 1 lijk per verbrandingskamer. Ze waren van een algemeen gebruikt standaardtype, toen al verouderd, nl. gestookt met cokes in plaats van met olie of gas. De ovens waren NIET ‘gigantisch’, maar hadden dezelfde afmetingen als die elders. Het enige ‘grote’ eraan was dat in de Krema’s II en III meerdere (vijf) ovens bij elkaar waren geplaatst, elk met 3 verbrandingskamers. Ook de verdere inrichting van de Krema’s, met lijkenruimtes, dissectiekamers, artsenruimte, doucheruimte, enz. was volgens normale standaards. Voor een kamp met 200.000 geprojecteerde ingezetenen, met hoge sterfte en regelmatige epidemieën, was dit normaal, zoals ook uit de vergelijking met niet-‘vernietigingskampen’ zal blijken. Een voorbeeld van ongegronde overdrijving van de crematiecapaciteit door de Holocaustpromotie, was te vinden in de bestseller van William L. Shirer, The Rise and Fall of the Third Reich. Hij schreef: ‘miljoenen mensen werden verbrand in ovens van Topf & Söhne’ (thans Didler-Werke GmbH). Die firma daagde hem daarop voor de rechter, waarna Shirer gedwongen was een voetnoot te plaatsen (blz. 972) met de tekst: “Didler-Werke heeft bezwaar aangetekend tegen het noemen van haar naam in het hoofdstuk over vernietigingskampen. Dr. S. Trastel, Professor Werktuigkunde, verklaarde in augustus 1961 dat de betreffende installaties standaard-crematoriumovens waren, niet modern, bedoeld voor kleine begraafplaatsen en ongeschikt voor massaverbrandingen.” In latere Duitse edities schrijft Shirer: “… de afmetingen zijn die van een crematoriumoven van niet modern ontwerp, bedoeld voor kleine begraafplaatsen, ongeschikt voor massaverbranding.” In de overige vertalingen van dat wereldbekende boek komt deze correctie echter niet voor . . . Om helemaal aan de suggestieve nonsens over de crematiecapaciteit van Auschwitz-Birkenau een eind te maken, vergelijken we deze met die in niet-‘vernietigingskampen’: Auschwitz I had (voordat van ‘massavernietiging’ sprake was) 6 verbrandingskamers (vk) voor ruim 20.000 gevangenen, dat is 1 vk per 3.330 ingezetenen. De nieuwe crematoria in Birkenau kregen totaal 46 vk’s voor 200.000 begrote ingezetenen, dat is 1 vk per 4.350 ingezetenen. Dat is 30% minder dan Auschwitz I in de periode zonder ‘vergassingen’! (Op de populatie van 200.000 komen wij nog terug.) Het is zelfs 50% minder dan in Stutthof! Daar waren voor 30.000 gevangenen 15 vk’s, ofwel 1 per 2.000 kampingezetenen!). Of die van Buchenwald met 1 vk voor elke 3.000 gevangenen. Deze cijfers maken een eind aan de onzin die wordt rondgestrooid over de ‘gigantische’ capaciteit van de crematoria van Auschwitz. Die capaciteit was al ontoereikend voor de normale kamppopulatie, laat staan voor nog eens – zoals zij zeggen – 1220.000 ‘vergasten’ per dag! Doel van de exorbitante overdrijving van de Auschwitzcrematiecapaciteit is de opgevoerde enorme aantallen ‘vergasten’ aannemelijk te maken. Immers, noch uit onderbouwde bevolkingsstatistieken, noch uit forensisch-technisch onderzoek kunnen die aantallen worden afgeleid.
Misleiding op cruciale punten dus bij deze Holocaust ‘educatie’. Hecht u als ler(a)ar(es) waarde aan waarheid over wat u onderwijst en tilt u voor uw leerlingen (een tipje van) de sluier op? Of blijft u liever nog een poosje leraar tijdens de Holocaust Kettervervolging? 38
“Niet doelbewust” CIDI/Nizkor: “. . . afgezien van de overvloed aan getuigenissen, bekentenissen en fysieke bewijzen van het uitroeingsproces - zeker geen gebrek aan bewijs van de intenties en plannen van de nazi’s.” Twee monumentale onwaarheden in één zin: er zijn GEEN ‘fysieke bewijzen van het uitroeingsproces’ (welke?), laat staan een “overvloed”. CIDI/Nizkor schermt daarmee, maar noemt ze niet! Ook NIETS van ‘intenties en plannen’ van de nazi’s daartoe! Zij speculeren op het tekort aan kennis bij het gedesinformeerde publiek! Zij herhalen hier bewezen eerdere leugens van Hilberg. Leugens, die hij in latere versies van zijn ‘standaardwerk’ veranderde in: “Het bleek niet zozeer een uitvoeringsplan, maar een ongelooflijke gedachtenovereenstemming, een consensus, gedachtenlezen in een ver verspreide bureaucratie.” En: “Uiteindelijk was de vernietiging van de joden niet zozeer de uitkomst van wetten en bevelen als wel van een geestelijk klimaat, van gedeelde opvattingen, van overeenstemming en afstemming” [sic!]. Massamoord door telepathie en (alweer) een complot dus! Als er – zoals CIDI/Nizkor pretendeert – bewijs zou zijn voor een JHV-uitroeiingsproces, zouden Hilberg c.s. dit gemystificeerde idioom niet bezigen! Noch ‘intenties’ (wetten of bevelen), noch ‘plannen’ dus! CIDI/Nizkor halen Hitler aan om de verhalen geloofwaardig te maken: “Vandaag wil ik opnieuw een profetie doen: als de internationale geld-Joden binnen en buiten Europa er nogmaals in zouden slagen om naties opnieuw in een Wereldoorlog te storten, dan zal het gevolg niet de verBolsjewieking van de wereld zijn en daarmee de overwinning van de Joden, maar de vernietiging van het Joodse ras in Europa.” De zorgvuldige lezer merkt op dat Hitler in 1939 zei: “als de internationale geldjoden opnieuw de naties in een Wereldoorlog storten.” Betekent CIDI/Nizkor’s stelling dat internationale geldjoden inderdaad de Europese naties in een nieuwe Wereldoorlog hebben gestort? Stilte daarover. Hitler’s toespraken waarin hij sprak over ‘vernietiging’ (communisten, Sovjet-Rusland, joden, Tsjechen, enz., enz.), lopen in de tientallen. Natuurlijk werd met ‘vernietiging’ niet fysieke moord op al deze vijanden bedoeld. De JHV pikt er selectief drie toespraken uit, waarin joden worden genoemd. De onzinnigheid van die selectieve aanname is alleen al evident door de Duitse pogingen sinds 1933 om joden bij honderdduizenden met staatssteun te laten emigreren. De tegenstrijdigheden in dit ‘vernietigingsverhaal’ zijn enorm: ‘de Holocaust’ was toch ‘Uiterst Geheim’? Er was zelfs ‘Codetaal’ (zegt de JHV) en de nazi’s ‘vernietigden toch alle bewijzen’? Hoe is dat te rijmen met een Hitler die in het openbaar, via pers en radio miljoenen Duitsers en de Wereld sinds 1933 keer op keer het bewijs van zijn ‘supergeheime’ plan gaf? Nonsens dus. Het zou interessant zijn de speeches van Churchill, Stalin, Roosevelt, etc. eens te screenen op ‘vernietiging’ van Duitsland, de nazi’s, de Duitsers, de As-mogendheden, enz. En hoewel Churchill letterlijk bij kritiek op zijn bondgenootschap met Stalin zei: "Het gaat erom zo veel mogelijk Duitsers te doden; ik verbind mij met ieder die genoeg Duitsers kan doden”, beschuldigt niemand hem van geplande uitroeiing van de Duitsers. Hitler bedoelde met ‘vernietigen’ uitschakelen van joodse macht en invloed in Duitsland en Europa. De joden moesten verdwijnen, goedschiks door emigratie, of kwaadschiks door discriminatie, vervolging en uitsluiting. Hitler’s ‘Final Solution’ was een territoriale oplossing: verdrijving van de joden naar buiten Europa. Daarom werkte het Hitlerregime gedurende de hele oorlog ook nauw samen met de zionisten. De bewijzen daarvoor zijn overweldigend, concreet en documentair. 39
Alweer NIETS van bewijs van CIDI/Nizkor voor hun systematische vernietigingsclaims. Integendeel: geen bevel, geen uitvoeringsplan(nen). “Geen bergen as” CIDI/Nizkor: “Geen bergen as wordt tegengesproken door de ontkenners zelf. In een artikel in het tijdschrift van dezelfde IHR die deze Vragen en Antwoorden heeft gepubliceerd, rapporteerde de hoofdredacteur van dat tijdschrift dat een Poolse commmissie in 1946 menselijke as had aangetroffen in het vernietigingskamp Treblinka tot een diepte van meer dan zes meter. Dit artikel is te lezen op de website van Greg Raven. (Blijkbaar hadden sommige overlevenden gezegd dat de lichamen altijd volledig gecremeerd werden. Omdat er ongecremeerde menselijke overblijfselen vermengd waren met de as, suggereerde de hoofdredacteur dat die getuigenissen onjuist waren. Verbazend genoeg had hij geen commentaar over de vraag hoe er daar een zes meter dikke laag menselijke as terecht was gekomen. Misschien vond hij dat niet de moeite van het noemen waard.) Ook in Maidanek zijn er stapels as. In Auschwitz-Birkenau werd as van gecremeerde lichamen in de rivieren en moerassen rond het kamp gestort, en gebruikt als mest op de velden van boeren uit de buurt”. Misleiding. Natuurlijk bestaan er geen ‘bergen as’. CIDI/Nizkor haalt valselijk ‘bewijs’ voor ‘bergen as’ uit nota bene een revisionistisch (!) artikel. Valselijk, want dit onderzoek had geen betrekking op doorgangskamp (‘vernietigingskamp’) Treblinka II, maar op een ander kamp, namelijk het 3 km verderop gelegen Arbeidskamp Treblinka I (bij het plaatsje Malkinia). Er is geen enkele vorm van bewijs voor de claim van 870.000 ‘vergasten’ in dat andere kamp, Treblinka II. Het revisionistische artikel is gebaseerd op een Poolse publicatie in Bilatyn Glownej Komisji do Badania Zbrodni Hitlerowskich w Plosce, vol. 26 (1975), blz. 117-195. Er werd in Treblinka I (niet ‘vernietigingskamp’ Treblinka II!) op 6 meter diepte een laag verbrande menselijke resten vermengd met as gevonden. Let wel, die laag zelf had een dikte van ongeveer een halve meter. Dat is niet hetzelfde als CIDI/Nizkor suggereert over een laag as van 6 meter dik! Door slechts één woordje te veranderen maken zij van een laag as op 6 meter diepte een laag as van 6 meter dik! Dit bovendien in een ander kamp. Aangenomen wordt dat in Arbeidskamp Treblinka I mensen stierven, in de drie jaar van het bestaan mogelijk tot 10.000, door allerlei oorzaken: uitputting, ziekte, epidemieën, executies, mishandeling, moord, zelfmoord, enz. Die lijken werden verbrand en de resten in een massagraf begraven. Het vinden van resten daarvan is overigens alweer een inconsequentie in het Holocaustverhaal: de nazi’s slaagden er toch in ‘miljoenen’ lijken ‘spoorloos’ te laten verdwijnen? Maar over ‘bergen as’ gesproken: stel dat er in Treblinka II, het 3 km verderop gelegen doorgangskamp (‘vernietigingskamp’) werkelijk 870.000 joden zijn ‘vergast’ en verbrand, dan moet de hoeveelheid as en resten daar enorm zijn geweest. Rekent u even mee? Per in de open lucht verbrand lijk blijft ongeveer 15 kg botten, andere onverbrande resten en menselijke as over. 15 kg x 850.000 = 12.750 ton menselijke resten! Kunt u zich dat voorstellen? Dat zijn 4.250 drietons vrachtwagens, zonder de as van het brandhout (ca. 100 kg/lijk). Of, anders benaderd: 12.750 ton verbrande resten met een soortelijk gewicht van 0,5 = 25.500 kubieke meter. Bij een laagdikte van een halve meter zou dit 51.000 m² (5,1 hectare) bedekken. Weet u wat daarvan in en rond Treblinka II is aangetroffen? Niets, helemaal niets. Van 870.000 verbrande lijken blijven ook ca. 17 miljoen onverbrande tanden en kiezen over. Weet u hoeveel er daarvan in Treblinka II zijn gevonden? U raadt het: Alweer, niets, niet één.
40
Weet u dat de Australische geoloog Ir. Richard Krege in 2000 op het terrein van Treblinka II met een team met grondradarapparatuur (GPR) zocht naar verstoringen in de aardlagen tot op 6 meter diep? Als grondlagen ooit verstoord zijn geweest, bijvoorbeeld door begraven, is dat op radarmetingen feilloos te zien. Weet u wat Krege vaststelde? Dat zelfs de bovenste grondlagen van het ‘vernietigingskamp’ Treblinka II ongeschonden waren. Het bizarre verhaal over ‘bergen as’ gaat verder: “In Auschwitz-Birkenau werd as van gecremeerde lichamen in de rivieren en moerassen rond het kamp gestort, en gebruikt als mest op de velden van boeren uit de buurt”. Omwonenden van Auschwitz zijn 65 jaar na dato nog altijd verontwaardigd over dat onbewezen lasterverhaal. Want dat daarvoor ook alweer geen spat bewijs bestaat, moge duidelijk zijn. CIDI/Nizkor liegt onverdroten verder: “Ook in Maidanek zijn er stapels as.” Oké, vertel even waar die precies zijn en wie dat heeft vastgesteld of onderzocht. Er is niets bekend van ‘bergen as’. Integendeel, over Majdanek met haar 6 subkampen, zei het IMT dat daar 1.500.000 mensen zijn ‘vergast’ en verbrand. Time Magazine citeerde op 2 augustus 1944 de Sovjets, en leest u even mee: “. . . De gaskamers bevatten ongeveer 250 mensen per keer. Ze werden samengeperst, zodat ze na te zijn gestikt, rechtop bleven staan . . . De lichamen werden in een bakoven van 1.500°C gedumpt. De verkoolde botten gingen naar een an-dere afdeling, waar een ongelooflijke bewerking plaatsvond. De botten werden mechanisch verpulverd, in grote blikken bussen gedaan en als kunstmest voor de akkers naar Duitsland gebracht. De crematoriumoven werkte dag en nacht en de schoorsteen rookte altijd. De capaciteit van de vijf verbrandingskamers was 1.400 per dag.” (= 12 lijken per uur per muffel(!) is 1 per 5 minuten, 24 uur per dag . . .) Zo was de teneur van berichtgeving over Duitsland op het eind van de oorlog. Het propagandaverhaal van Time Magazine maakt duidelijk waar het verhaal over enorme hoeveelheden menselijke as vandaan komt: van Sovjet-propaganda. Het zijn deze keer geen ‘stapels’ as, maar blikken met as die naar Duitsland gingen. De Directeur van het Majdanek Museum, Tomasz Kranz, verklaarde in 2006 dat in 5 oorlogsjaren in Majdanek totaal ca. 59.000 joden zijn omgekomen. Dat aantal verwijst zowel ‘asverhalen’ als ‘vergassingsverhalen’ naar het land der Holocaustfabelen. Zoals u ziet een aaneenschakeling van ongelooflijke onwaarheden, onzinnigheden, astronomische overdrijvingen en tegenstrijdigheden, al die naoorlogse decennia afgedekt door de ‘Holocaustwetenschap’ en alles zonder concreet bewijs. En dan als toppunt dit: CIDI/Nizkor: “Revisionisten’ stellen vaak, en terecht, dat de bewijslast ligt bij geschiedkundigen. Het bewijs is uiteraard al sinds eind 1945 gedocumenteerd en toegankelijk voor het publiek in bibliotheken over de hele wereld. Aan de bewijslast is vele malen voldaan. Wat hierboven staat is maar een korte presentatie van een paar hoogtepunten uit die enorme hoeveelheid bewijzen; er is veel meer en het is toegankelijk.” Een gotspe! Die bibliotheken liggen vol met goedgekeurde, alle uit dezelfde koker komende geïmmuniseerde verhalen, die zonder concreet bewijs als ‘waarheid’ worden gepostuleerd en gekopieerd. In geen van die boeken “in bibliotheken over de hele wereld” zult u 1 (één) technischforensisch-documentair bewijs vinden voor een ‘plan’, ‘gaskamers’ of ‘zes miljoen” vermoorden. Echter volop verhalen uit de tweede en derde hand en al dan niet gemanipuleerde foto’s van andere gruwelen en wantoestanden in oorlogstijd. Een tweede leugen in deze paar regels van CIDI/Nizkor is: “Beweren dat de sjoa nooit heeft plaatsgevonden is een aanfluiting. Maar om met een stalen gezicht te beweren dat geen van die vele bewijsstukken bestaan, gaat nog verder. Het is een duidelijk 41
voorbeeld van de leugenachtigheid van ‘revisionisten’.” “Beweren dat de sjoa nooit heeft plaatsgevonden” is een CIDI/Nizkor leugen op zichzelf. “De” sjoa wil zeggen hun geïmmuniseerde versie daarvan. Zij suggereren daarmee dat revisionisten idioten zijn die betwisten dat er jodenvervolging, deportaties, kampen, onmenselijke misstanden en honderdduizenden joodse slachtoffers waren. Alweer een bewuste onwaarheid. Natuurlijk liegen revisionisten niet over “die vele bewijsstukken”; laat CIDI/Nizkor c.s. er daarvan eens 1 concreet tonen. Het gaat steevast om oncontroleerbare ‘getuigenisssen’ zonder forensische basis, aantoonbaar vervalste documenten, foto’s met misleidende bijschriften of andere aangetoonde vervalsingen. Revisionisten ontkennen geen bewezen feiten. Wie de waarheid ontkent en en halve waarheden rondstrooit bepale de lezer zelf. Duidelijk is dat CIDI/Nizkor geen enkel bewijs heeft voor ‘bergen as’ van bijna 1 miljoen in het niets verdwenen slachtoffers van ‘gaskamers’ in Treblinka (of waar elders dan ook). “Geen crematoria die miljoenen lichamen konden wegwerken” (voor de 2e maal opgevoerd) CIDI/Nizkor: “Geen crematoria” die miljoenen lichamen konden wegwerken? Absoluut onwaar, de crematoria waren meer dan geschikt voor dat werk, volgens interne memo’s van de nazi’s zelf en de getuigenis van overlevenden. Holocaustontkenners verwarren met opzet burgerlijke crematoria op begraafplaatsen met de gigantische industriële ovens van de vernietingskampen.” Eén flagrante onwaarheid in de CIDI/Nizkor tekst hierboven is: ‘de gigantische industriële ovens van de vernietingskampen’ (later spreekt de CIDI ‘educatie’ zelfs over ‘militair-industriële’); dit weerlegden wij hiervoor al bij de beschamende deconfiture van William L. Shirer in The Rise and Fall of the Third Reich, die zijn tekst moest corrigeren en in een voetnoot opnam dat de crematieovens van Topf & Söhne waren bedoeld voor kleine begraafplaatsen en ongeschikt voor massaverbrandingen”. DatCIDI/Nizkor daarover liegt, is veelzeggend. Het wordt (is) eentonig: In plaats van ‘ontzenuwingen’ of controleerbare feiten en cijfers, kenmerkende misleiding. Dit keer valse stellingen over “gigantische industriële ovens” en “crematoria die miljoenen lijken konden wegwerken”. Waarom? “Geen stapels kleren” CIDI/Nizkor: “Geen stapels kleren? Blijkbaar vindt de IHR stapels kleren ‘harde bewijzen’! Dat is vreemd, want zij ontkennen niet het bestaan van de andere stapels die in concentratiekampen zijn aangetroffen: stapels brillen, stapels schoenen (in Auschwitz, Belzec en Maidanek), stapels gouden tanden, stapels verbrande lijken, stapels onverbrande lichamen, stapels kunstledematen (zie Swiebocka, Auschwitz: A History in Photographs, 1993, p. 210), stapels menselijk haar (ibid, p. 211), stapels geplunderde koffers (ibid, p. 213), stapels scheerkwasten (ibid, p. 215), stapels kammen (ibid), stapels potten en pannen (ibid), en ja, zelfs die stapels kleren (ibid, p. 214) waarvan de IHR beweert dat ze niet bestaan. Misschien realliseerden de auteurs van de 66 Q&A zich dat het gevaarlijk voor ze was om toe te geven dat die stapels harde bewijzen waren, want dan zouden zij ook gedwongen zijn veel andere zaken te erkennen als “harde bewijzen”. Misschien is dat de reden dat zij deze zin hebben verwijderd uit een latere uitgave van 66 Q&A. 42
Als sommige zaken meestal niet in grote hoeveelheden zijn aangetroffen, dan is dat alleen omdat de nazi’s ze hebben verdeeld onder de Duitse bevolking. Er is een memo hierover buitgemaakt, dat onthult dat zelfs damesondergoed werd gedistribueerd.” CIDI/Nizkor veinst hier in haar onsamenhangende stuk tekst niet te begrijpen waarom revisionisten ‘stapels kleren’ niet als bewijs voor ‘vergassingen’ beschouwen. Natuurlijk waren er stapels kleren, brillen, koffers, schoenen, enz. in Auschwitz, Belzec en Majdanek. Maar die waren er ook in Theresiënstadt, Dachau, Mauthausen, Ravensbrück, enz., waar ook volgens de lezing van JHV-historici niet werd ‘vergast’. Die ‘stapels’ kleren zijn dus geen ‘bewijzen’ voor ‘vergassingen’. Gevangenen arriveerden in kampen met geld, aandelen, sieraden, goud, diamanten, complete garderobes, koffers, potten, pannen en de meest uiteenlopende andere zaken die men in kampen niet meer nodig had. Iedereen werd zijn persoonlijke bezittingen ontstolen, zodat ieder in het kamp gelijk was. Alleen een gevangenisuitrusting was toegestaan. In het kader van de ‘Aktie Reinhardt’ werden alle persoonlijke spullen centraal verzameld, gerepareerd, verwerkt en naar Duitsland gebracht. Majdanek diende bijvoorbeeld als centrale verwerkingsplaats voor leer: schoenen, tassen, enz. Omdat in Duitsland gebrek aan alles was (alle Duitse arbeiders waren aan het front) werd alles gesorteerd en gerepareerd voor hergebruik. Dat gold bijvoorbeeld ook voor brillen en kunstledematen van overledenen. Anekdotisch is dat de in Auschwitz aan toeristen getoonde vitrine met de ‘enorme berg schoenen’ een schuin omhoog lopende vloer heeft, die de suggestie moet wekken dat die ‘berg’ authentiek is; dat is van buiten niet zichtbaar . . . There’s no business like Shoa business. Waar is het bewijs voor de JHV? Stapels kleding en andere attributen zijn geen bewijs voor massavergassing. Men trof ze in ALLE kampen aan. “Geen zeep van mensen”(joden) CIDI/Nizkor: “Geen zeep van mensen? Dat is waar, maar misleidend. Hoewel er enig bewijs is dat er op zeer kleine, experimentele schaal zeep is gemaakt van lichamen, heeft de ‘massaproductie’ waarover geruchten in omloop zijn nooit plaatsgevonden en voorzover bekend bestaat er geen zeep die van menselijke resten is gemaakt. Er bestaan echter beëdigde verklaringen, die nooit zijn weerlegd, van Britse krijgsgevangenen en een Duitse legerofficier, waarin zij verklaren dat er zeepexperimenten zijn uitgevoerd, en het recept voor de zeep is door de geallieerden buitgemaakt. Om botweg te zeggen dat de nazi’s nooit zeep hebben gemaakt van mensen is onjuist.” ‘Het is waar, maar misleidend' (sic!). Daarna volgt een staaltje CIDI/Nizkor bedrog zonder weerga. Het joodse zeepverhaal is één van de walgelijkste uit het Holocaust-leugenrepertoire. Een perfide vorm van smaad tegen het Duitse volk, waarmee miljoenen schoolkinderen over de hele wereld zijn vergiftigd. Zelfs nu de demoniseerders gedwongen zijn die leugen te erkennen, proberen zij er nog een schijn van waarheid aan te verbinden. Het demonstreert de haatagenda van de JHV Promotie. Op 26 november 1942 meldde rabbi Stephen Wise, hoofd van het World Jewish Congress in de New York Times dat de nazi’s ‘vetten, zeep en smeermiddelen’ maakten uit lichaamsvet van vermoorde joden. In 1943 bezocht een hoge Sovjet-joodse delegatie onder aanvoering van de hersenzieke communistisch-joodse propagandist Ilya Ehrenburg, de VS. Om hun propaganda kracht bij te zetten, toonden zij als ‘bewijs’ stukken ‘zeep uit jodenvet’. In ‘46 publiceerde een andere weerzinwekkende leugenaar, Simon Wiesenthal, in het blad van de 43
Oostenrijks-joodse gemeenschap “Der Neue Weg”, een verhaal, getiteld: ‘De Belzec Zeepfabriek: RIF’ (‘Reines Iüdisches Fett’), in werkelijkheid de afkorting van de naam van een zeepproducent, de Reichsstelle für Industrielle Fettversorgung, door hem in Belzec gesitueerd.Bij V&A 3 straks daarover meer. Hoe intensief de zeepleugen via de media werd gepropageerd, zien we o.m. op joodse begraafplaatsen overal ter wereld, waar ‘stukken zeep uit jodenvet’ onder grafstenen en monumenten zijn begraven: Hod Hasharon (Israël), Santiago (Cuba), Folticeni (Roemenië), enz. Hilberg had de brutaliteit om na de ontmaskering van dit leugenverhaal in zijn ‘standaardwerk’ de schuld bij de nazi’s te leggen. Die zouden geruchten daarover zelf in de wereld hebben gebracht. Een gotspe. Het toont dat Holocaustauteurs (mits ‘respectabele’) alles over de nazi’s kunnen schrijven: er is immers niemand (behalve revisionisten) die zelfs de vetste Holocaustleugen kan, wil of durft tegenspreken! Rabbi Arthur Schneier gebruikte in 1983 de zeepleugen op de grootste Holocausthappening uit de geschiedenis. In zijn speech voor Amerikaanse ‘Holocaust Overlevenden’ sprak de rabbi op gedragen toon: ‘Wij herinneren ons de stukken zeep met de letters RJF – Rein Jüdisches Fett – gemaakt van de lichamen van onze geliefden.’ Een drievoudige leugen in één enkele zin van deze vrome rabbi. Ik prefereer Bisschop Williamson. Wat is nu de kern van die monumentale Zeepleugen? Alle Grote Leugens hebben immers een kern van waarheid. In Gdansk (het vroegere Duitse Danzig) was, zoals in veel Universiteitssteden, een Anatomisch Instituut, waar voor artsenopleiding en wetenschappelijke doelen lijken werden gedissecteerd (denk aan het schilderij van Rembrandt, De anatomische les van Dr. Nicolaes Tulp, uit 1632). Toen in 1945 NKVD communisten het laboratorium onderzochten, troffen zij enkele kilo’s van een vettige zeepachtige substantie aan. Daarop beschuldigden zij het hoofd van het Instituut, professor Spanner, een niet-nazi, zeep uit menselijk vet te hebben gemaakt. De werkelijkheid is dat elk anatomisch instituut organen prepareert via het zgn. maceratieproces (oplossen, weekmaken). Als bijproduct daarvan ontstaat een vettige, zeepachtige substantie, waarmee men twee dingen kan doen: in de afvalbak gooien of gebruiken om ontleedtafels etc. schoon te maken. Spanner deed met een geringe hoeveelheid het laatste. Na de oorlog werd hij daarvoor gedagvaard en vrijgesproken. De volgende feiten bewijzen dat de eerdere beschuldiging ‘commerciële zeepproductie’ nergens op gebaseerd was: - De paar kilo’s ‘zeepachtige substantie’ in het Anatomisch Instituut waren uit 1944, dus twee jaar na de wereldwijde introductie van de joodse zeepleugen. - De lijken in het Instituut waren van mensen als die op het schilderij van Professor Tulp en overal elders: overledenen uit de stadsgevangenis, psychiatrische patiënten, enz. - Gdansk telde 98% Volksduitse inwoners, nauwelijks joden of Polen. - Niet één van die lijken was door de nazi’s gedood. - Niet één van de lijken was joods. Er was geen enkel verband met ‘zeep-uit-joodse-lijken’ van twee jaar daarvoor. - Nooit is ergens ‘zeep’ uit lijken gemaakt (ondanks de hardnekkige leugens daarover). - Er is door de Duitsers nooit één stuk zeep uit menselijk vet vervaardigd voor commerciële doeleinden. CIDI/Nizkor zegt hypocriet: “Om botweg te zeggen dat de nazi’s nooit zeep hebben gemaakt van 44
mensen is onjuist.” Nee! Dat is in dit irrelevante geval botweg een perfecte waarheid omdat die ‘zeep’ ‘vanzelf’ ontstaat als bijproduct van het maceratieproces en dus zelfs niet werd ‘gemaakt’! Men vraagt zich af wat smeriger is: zeep uit mensenvet maken, of willens en wetens propagandaleugens daarover instandhouden, zoals CIDI/Nizkor poogt . . . De canard ‘zeep uit jodenvet’ was en is een 100% abjecte leugen. “Geen lampenkappen van mensenhuid” CIDI/Nizkor: “Geen lampekappen van mensenhuid? Onwaar – in beide processen tegen Ilse Koch zijn lampekappen en andere ‘ornamenten’ van menselijke huid toegelaten als bewijsmateriaal en in de late jaren ’40 zijn zij getoond aan een onderzoekscommissie van de Amerikaanse Senaat. Wij weten dat zij gemaakt waren van menselijke huid omdat zij tatoeëringen droegen en omdat er een microscopische forensische analyse is uitgevoerd van deze objecten.” Behalve aan de Duivelse Zeepleugen, houdt CIDI/Nizkor vast aan talrijke andere bewezen demonische leugens, die helaas door op sensatie beluste meutes worden geslikt als koek. Nee, er waren ook geen lampenkappen van mensenhuid!! CIDI/Nizkor tonen zich bedriegers als zij schrijven: “in beide processen tegen Ilse Koch zijn lampekappen en andere ‘ornamenten’ van menselijke huid toegelaten als bewijsmateriaal en in de late jaren ’40 zijn zij getoond aan een onderzoekscommissie van de Amerikaanse Senaat.” Een geraffineerd staaltje bedrog en tekstmanipulatie. Inderdaad zijn die ‘ornamenten’ zoals CIDI/Nizkor stellen ‘toegelaten’ en ‘getoond’, maar – zoals zij heel goed weten en u niet vertellen – die waren vals. In de propagandafilm van Samuel (‘Billy’) Wilder van 1946 over Buchenwald, werden op een tafel een ‘lampenkap van mensenhuid’ getoond, een aantal losse stukjes mensenhuid met tatoeages en twee gekrompen mensenhoofden. Schandelijk genoeg werden deze valse ‘bewijsstukken’ ‘toegelaten’ door het IMT in Neurenberg als ‘bewijsvoering’ voor gruwelen van de nazi’s. Echter, toen de Amerikaanse Opperbevelhebber voor de Amerikaanse Zone in Duitsland, generaal Clay, die ‘lampenkap uit mensenhuid’ in 1948 liet onderzoeken, bleek die van geitenvel. De levenslange straf van Ilse Koch werd daarop omgezet naar vier jaar. De losse stukjes getatoeëerde menselijke huid waren van gestorven criminelen, vrijwel de enige groep destijds met tatoeages. Een assistent-arts werkte aan een proefschrift over een eventueel verband tussen tatoeages en criminaliteit; voor die studie had hij enkele tatoeages van lijken verwijderd. De gekrompen hoofden waren speciaal door het Amerikaanse PWD-SHAEF (Psychological Warfare Department) uit de collectie Zuid-Amerikaanse Volkenkunde van een Museum in Weimar bij Buchenwald gehaald; de labels met collectienummers zaten er nog aan . . . Uiteraard zijn er NOOIT ‘lampenkappen van mensenhuid’ aangetroffen, noch ‘door de nazi’s gekrompen mensenhoofden’. Niemand kan daarvoor dan ook bewijs leveren. Hoewel Nizkor 20 jaar geleden blufte daarover ‘binnenkort’ met een ‘studie’ te zullen komen, wachten wij daar nog altijd vol belangstelling op. Lampenkappen van mensenhuid: Zonder enig bewijs volgehouden 100% abjecte leugens. “Geen archieven” CIDI/Nizkor: “Geen archieven? Dat is onzin (hetgeen mogelijk verklaart waarom deze claim is 45
geschrapt uit de ‘herziene’ versies van de 66 Q&A). Uitroeing door vergassing werd weliswaar inderdaad altijd aangeduid met codewoorden. En de slachtoffers die onmiddellijk na aankomst in een vernietingskamp werden vergast, zijn niet geregistreerd. Maar er zijn vergissingen gemaakt in het gebruik van codewoorden die de werkelijke betekenis ervan onthullen, zoals boven is beschreven. Er zijn inventarissen van, en requisities door de Krema, die zaken onthullen die niet te rijmen vallen met normaal gebruik, maar perfect te rijmen zijn met massamoord door vergassing. Er zijn transportlijsten van deportatietreinen die, als je ze samenvoegt, duidelijke taal spreken. En zo voort. Hierboven zijn al verschillende voorbeelden gegeven.” Ook hier zwetst CIDI/Nizkor er op los. Hiervoor, bij “Documenten uit oorlogstijd” gaven wij al aan dat alle archieven van het Derde Rijk nagenoeg geheel in Geallieerde handen kwamen. Met ‘geen archieven’ werd in deze V&A natuurlijk bedoeld dat in de tientallen miljoenen documenten van die compleet in beslag genomen archieven niet één document is gevonden dat het bestaan van een ‘vernietigingsplan’ of ‘gaskamers’ bewijst. Zo ja, kan CIDI/Nizkor er dan eindelijk één (1) tonen? In plaats daarvan komen zij met de ‘codewoorden’ fake van creatieve Holocaustschrijvers. Zoals we zullen aantonen, druipt het bedrog van dit armetierige codewoordverzinsel af,. Hoewel het credo aanvankelijk was: ‘De nazi’s vernietigden alle bewijzen’, kon dat in het licht van de gigantische hoeveelheden documenten niet worden volgehouden. Die hoeveelheid was zo groot dat het uitgesloten was dat die in de laatste oorlogsmaanden selectief op belastende teksten zouden kunnen zijn gescreend. Dat gaf dus een probleem. Hoe uit te leggen dat zich daarin niet één document bevond over ‘vergassingen’? Het napluizen en steeds niets vinden voerde vanzelf tot de oplossing: bepaalde woorden moesten een andere betekenis hebben dan op het eerste gezicht gedacht! Codewoorden dus! Dat paste perfect in de Holocaustmethodologie van de postulerende cirkelredenatie. Die redenering zegt “omdat er in de oorlog treinen naar kampen gingen en er verondersteld miljoenen joden verdwenen, moeten die daar zijn vergast; omdat er gaskamers waren en er treinen naar die kampen gingen, zijn daar miljoenen joden vergast.” Daarvan is geen spoor gevonden omdat ze spoorloos zijn verbrand en omdat ze zijn verbrand is er geen spoor van hen gevonden.” Dat is voor iedereen ‘duidelijk’ en zo ‘algemeen bekend’ dat bewijzen en feiten er niet toe doen. Of, om het in de woorden van de ‘briljante’ Frans-joodse Holocaust‘geleerde’ Vidal Naquet te zeggen: “Men mag niet vragen hoe dat mogelijk was; het gebeurde en dus was het mogelijk.” Dit soort postulerende cirkelredenatie voert vanzelf tot het fenomeen ‘codetaal’. Normale woorden zoals ‘Endlösung der Jüdenfrage’, die al lang voor de oorlog werden gebruikt, zelfs door joodse organisaties, werden vanaf 1942 plotseling ‘codewoorden’, aan die woorden een hele andere, sinistere betekenis gevend. De nazi’s zouden via ‘codewoorden’, een schooljongens-geheimtaaltje, met elkaar hebben gecommuniceerd over ‘de Holocaust’. Vreemd, want de nazi’s beschikten over sophisticated codeersystemen als Enigma en Fisch . . . Maar goed, de Holocaustpromotie maakt ons nu wijs dat onschuldige, algemeen gebruikelijke woorden, ‘codes’ waren voor in de JHV passende gruwelen. Zo dient u voor ‘verhuizing’ te lezen vernietiging, voor ‘Sonderbehandlung’ liquidatie, voor ‘Eindoplossing’ vernietiging, etc. Dat wil zeggen: alléén in overheidscorrespondentie en alléén ná 1941, want daarvoor betekende dat gewoon nog wat het betekende. Daarna: “Kijk moeder, er staat niet wat er staat!” (Martinus Nijhoff, Awater). Een ander probleempje bij die zgn. ‘codetaal’ was natuurlijk, dat als één keer ergens de ‘geheime’ betekenis van een woord aan het licht kwam, de ‘Codetaal’ op slag op straat lag. Maar zo ver wordt u niet geacht door te denken . . . Hoe een kampcommandant wist of hij een groep krijgsgevangen Geallieerde piloten voor 46
‘Sonderbehandlung’ in een speciale barak of in een gaskamer moest onderbrengen, tsja, dat moest hij in de Befehl is Befehl cultuur zelf maar interpreteren . . . dat was zo geheim dat zelfs de Enigma codeermachine niet werd gebruikt . . . De Britse Government Code and Cypher School, een Dienst met in 1943 zevenduizend wiskundigen en decoderingsspecialisten, slaagde er in juni ’41 in het totale geheime Enigma en Fisch berichtenverkeer van de Duitsers te kraken. Tot eind 1943 waren de Britten daardoor in staat alle geheime Duitse berichtenverkeer te decoderen, inclusief wekelijkse overzichten van de kampcommandanten aan het Berlijnse hoofdkwartier. Op het hoogtepunt van de ‘massavernietiging’ ontcijferden zij maandelijks 70.000 berichten. Het hoofd van die Dienst, professor Frank Hinsley, verklaarde na de oorlog dat: ’de meldingen uit Auschwitz, het grootste kamp met 20.000 gevangenen, ziekte als hoofdoorzaak van de sterfte aangaven, maar ook gefusilleerden en opgehangenen. Aanwijzingen voor vergassingen werden in de ontcijferde berichten niet gevonden’ (Prof. F. Hinsley. British Intelligence in the Second World War; Its Influence on Strategy and Operations, Cambridge, 1979-1984, 3 delen. Deel 2, blz. 673). Het naoorlogse ‘codewoorden’ verzinsel is lariekoek. Weet u nog, ‘alle bewijzen door de nazi’s vernietigd’? Behalve dus de aller-allergeheimste, de met Holocaust ‘codewoorden’ doorspekte documenten, die zo ‘geheim’ waren dat ze niet alleen niet via Enigma, maar gewoon openbaar werden verstuurd, gelezen en gearchiveerd en vanwege de ‘geheimhouding’ zelfs niet werden vernietigd!! Gelukkig maar dat na de oorlog ijverige Holocausthistorici ze in groten getale ‘ontdekten’. Deze ‘oplossing’ doet echter de vraag rijzen: hoe ontoerekeningsvatbaar zijn Duitsers (en ‘Holocausthistorici’) eigenlijk? Het codewoordverzinsel typeert de ‘kwaliteit’ van ‘Holocaustbewijs’. Een onbewezen postulering is ook: “slachtoffers die onmiddellijk na aankomst in een vernietingskamp werden vergast, zijn niet geregistreerd”. Volstrekt onaannemelijk dat de nazi’s, die alles registreerden, van dit in de geschiedenis unieke project waarmee zij – zoals de Promotie stelt – ‘de mensheid van de plaag van het jodendom bevrijdden’, niets registreerden. Zelfs niet in ‘Codetaal’. Als zo’n enorm project ooit werkelijkheid was geweest, kan men er zeker van zijn dat dit op meerdere plaatsen tot in de finesses zou zijn geregistreerd, met namen, aantallen, verslagen, functionarissen, vergassingsplaatsen, tijdstip, vergassingstijd, lijkverwerking, asbezorging, enz., enz. Wie meent dat dit alles totaal zou kunnen zijn vernietigd, ziet over het hoofd dat dit soort registraties in dat geval op tal van plaatsen zou hebben plaatsgevonden en het menselijkerwijs uitgesloten is dat daarvan niet één document bewaard zou zijn gebleven. Wie meent dat in converso ook van eventuele jodendeportaties naar de verdere Oostgebieden geen registraties bestaan, heeft wellicht een punt, echter, er is één verschil: vrijwel de totale naziadministratie viel in handen van de Geallieerden, die dit tot in detail konden napluizen. Eventuele Duitse registraties van verdere transporten, verhuizingen, hervestiging, emigratie enz. naar de Oostelijker, in Sovjetgebieden gelegen regio’s, zouden zonder twijfel in Sovjethanden zijn gevallen en daarmee geheel ontoegankelijk zijn gebleven. Onthullen rekwisities “zaken die niet te rijmen vallen met normaal gebruik”? Wel, CIDI/Nizkor, leg even uit welke ‘rekwisities’ in de lijkenkamers van Auschwitz niet te rijmen zijn met het normale gebruik van Krema’s. Wat in geen geval te rijmen is, is dat koude en vochtige ondergrondse lijkenkamers (nooit warmer dan ca. 15 °C) gebruikt zouden zijn als ‘gaskamers’ voor Zyklon-B, dat pas effectief wordt boven 25,7 °C en zonder verwarming, circulatie en dicht bij het dauwpunt geen blauwzuurgas afgeeft. Het Amerikaanse chemieconcern Cyanamid Co. in Linden N.J. stelde: ‘Wij kennen geen chemisch 47
proces waarbij HCN (Zyklon-B) onmiddellijk verdampt bij blootstelling aan lucht.’ Laat staan aan koude, niet-circulerende lucht. Evenmin te rijmen is dat de nazi’s voor massavergassingen niet de even doelmatige als noodzakelijke Zyklon-B verdampingsapparaten en beluchtingssystemen gebruikten. Ook niet waarom er geen Zyklon-inwerpgaten in de betonnen daken van de restanten van de Krema’s II en III zijn aangetroffen (u weet wel, van “Geen gaten, geen Holocaust” van professor Faurisson). En zo kunnen we echt een lange poos doorgaan. CIDI/Nizkor poneert als ‘bewijs’ voor ‘gaskamers’: “er zijn vergissingen gemaakt in het gebruik van codewoorden”. Hoe ver ga je om zonder concrete bewijzen onbewijsbare ‘gaskamers’ te ‘bewijzen’?! Zij doelen op de brief van Bischoff aan Kammler, die wij hiervoor al ontzenuwden. Zeker is dat geen ‘vergissingen’ zijn gemaakt met de vervalste, naoorlogse ‘gaskamers’, o.m. in Auschwitz I en Dachau. Het bestaan daarvan staat wél vast. Ook de “… transportlijsten van deportatietreinen die, , duidelijke taal spreken.” ‘Codetaal’ van CIDI/Nizkor: bij ‘duidelijke taal spreken’ verwachten zij van de lezer een Pavlov-reactie door ‘vergassingen’ in te vullen . . . Ja, die lijsten spreken duidelijke taal: ze zeggen hoeveel mensen op welke data op bepaalde (voorlopige?) plaatsen aankwamen. NIETS over hun bestemming of lot daarna, laat staan over ‘vergassingen’. En, ”als je ze samenvoegt”? Hoe kan dat? Er zijn vrijwel alleen transportlijsten over in kampen aankomende treinen, die van de uitgaande treinen ontbreken. Waarom? Bewaarden de nazi’s alleen lijsten van aankomende treinen en ‘vernietigden’ zij die van uitgaande treinen, hoewel zij en de Ostbahn alles registreerden, zelfs lege treinen. Maar de lijsten, die hen konden vrijpleiten van massamoord, die zijn verdwenen. Of liggen die tussen de miljoenen ontoegankelijk gehouden documenten in Arolsen, Podolsk of Washington? “Geen geloofwaardige demografische statistieken” Natuurlijk bedoelt het IHR met “geen geloofwaardige demografische statistieken” die, welke de numerus fixus van ‘6 miljoen’ zouden bewijzen. Het ‘statistiekje’ dat CIDI/Nizkor presenteert, is een ‘schatting’ van het aantal ‘vermoorde’ Joden, afkomstig, zoals zij zeggen, van een niet nader aangegeven “Anglo-Amerikaans comité! De onjuistheid van de uitkomst, iets minder dan 6 miljoen, is eenvoudig aan te tonen, zelfs met enkele oppervlakkige constateringen die de beperkte ruimte hier toelaat. We beperken ons tot Polen. Dat is een ‘schatting’ op basis van bevolkingsstatistieken zegt CIDI/ Nizkor. Ammehoela. De laatste volkstelling dateerde daar van 1931, van vóór de deling van Polen dus! Toen waren er in Polen 2.732.600 joden (Reitlinger, G. Die Endlösung, blz. 36). Tussen 1931 en 1939 nam dat aantal door emigratie en geboortedaling met 15,4% af. Dat brengt het in 1939 op 2.311.780. Na de deling van Polen in ’39 kwamen theoretisch 1.607.000 van hen onder Duits bestuur (volgens Reitlinger 1.532.600, blz. 50) en volgens het Duitse Institut für Zeitgeschichte slechts 1,1 miljoen). De angst voor de Duitsers was groot, zodat enkele weken na de Duitse inval ruim 750.000 joden naar het door de Russen bezette deel van Polen waren gevlucht (Burg, J.G. Schuld und Schicksal. Europas Juden Zwischen Henkern und Heuchlern. Blz. 11 e.v.).Veel Poolse joden sympathiseerden in die tijd met de communisten. Een van de bekendsten onder die uitgewekenen was de latere terrorist en premier van Israël, Menachim Begin, deserteur uit het Poolse leger. Het aantal Poolse joden onder Duits bestuur slonk daardoor tot 857.000. Daarbij vluchtten nog eens meer dan 100.000 joden naar Roemenië en Bessarabië, zodat eind 1939 in het door de Duitsers bezette Polen 757.000 joden aanwezig waren (Sanning, W.N. The Dissolution of Eastern European Jewry. 1983, IHR. www.vho.org Dat waren er alleen voor Polen dus ruim 2,5 48
miljoen minder dan de 3.271.000 in het staatje van CIDI/Nizkor. Niet alleen negeren zij deze feiten, maar zij voeren de gevluchte joden ook weer op in de vluchtgebieden zelf! Verder geven zij een veel te laag aantal door de Sovjets opgevangen joden aan (308.000 i.p.v. de algemeen aangenomen meer dan 1 miljoen), die door Stalin/Kaganovitz naar de Goelags werden afgevoerd en nooit meer werden getraceerd. Tenslotte wordt de waardeloosheid van het staatje onderstreept doordat allen als ‘vermoord’ worden vermeld, zonder rekening te houden met natuurlijke sterfte, sterfte door oorlogsomstandigheden, emigratie, enz., enz. Het toont de ongeldigheid van ‘5.721.000 vermoorde joden’ en de valse onderbouwing; duidelijk is met grote stappen toegerekend naar het magisch-religieuze aantal ‘Zes Miljoen’. We zeiden het eerder al: de Talmoed stelt als voorwaarde voor terugkeer naar het Beloofde Land “Gij zult terugkeren, minus Zes Miljoen”( The Talmud, Goldmann Publishers, München 1980, blz. 138, 225). Vreemd (of juist niet?) is dat de enige ‘officiële’ studie naar het aantal joodse slachtoffers, die van de Duitse ‘anti-semitismebestrijder’ professor W. Benz, door CIDI/Nizkor niet wordt genoemd. Is dat omdat ook die volkomen is gedeklasseerd door revisionisten? (Holocaust Victims: A Statistical Analysis. W. Benz and W.N. Sanning – A Comparison, van G. Rudolf, gepubliceerd in: Dissecting the Holocaust, The Growing Critique of ‘Truth’ and ‘Holocaust’; Holocaust Handbook Blz. 182. Series, Theses & Dissertations Press. ISBN 0-9679856-2-5. Gratis download op http://vho.org/dl/ENG.html#dth ). Alles bij elkaar worden ‘5.721.500 vermoorde’ (vermiste) joden door revisionistische demografen en statistici gereduceerd tot in werkelijkheid 1.555.500 vermiste (niet vermoorde!) joden. Dat is 4,16 miljoen minder dan de ongegronde ‘schattingen’ van de Promotie. Er klopt dus niets van dat aantal van 5.721.500 door de nazi’s vermoorde joden. Overigens waren er nooit méér dan ca. 4,5 miljoen joden onder Duits bestuur (Korherr, e.a.). CIDI/Nizkor: “Samenvattend: ‘Revisionisten’ stellen vaak, en terecht, dat de bewijslast ligt bij geschiedkundigen. Het bewijs is uiteraard al sinds eind 1945 gedocumenteerd en toegankelijk voor het publiek in bibliotheken over de hele wereld. Aan de bewijslast is vele malen voldaan. Wat hierboven staat is maar een korte presentatie van een paar hoogtepunten uit die enorme hoeveelheid bewijzen; er is veel meer en het is toegankelijk. Beweren dat de sjoa nooit heeft plaatsgevonden is een aanfluiting. Maar om met een stalen gezicht te beweren dat geen van die vele bewijsstukken bestaan, gaat nog verder. Het is een duidelijk voorbeeld van de leugenachtigheid van ‘revisionisten’.” De waarheid is dat er niets van bewijs bestaat van een plan voor systematische vernietiging van alle Europese joden, niets van bewijs van ‘gaskamers’ voor massamoord en niets van bewijs voor een aantal vermoorde joden in de buurt van 6 miljoen. U zult die ‘6 miljoen’ inderdaad in boeken en bibliotheken tot vervelens toe en altijd gepostuleerd voorbij zien komen: zonder enige wetenschappelijke onderbouwing. U moet het doen met de mededeling dat deze of gene ‘briljante’ Holocausthistoricus dat zegt. U weet wel, zo’n type die eerst sprak over ‘gaskamers’ in Duitse kampen, 1,5 miljoen ‘vergasten’ in Majdanek’, 4 miljoen in Auschwitz, Hitler’s vernietigingsplannen, enz. Als u hen gelooft, kunt u er zeker van zijn dat het eindtotaal – zonder bewijs – altijd ‘6 miljoen’ blijft. Nu we het toch over bewijs hebben: 49
Toon één (slechts 1) autopsierapport dat zegt: “deze of gene gevangene kwam om in dat of dat kamp door vergassing.” Óf , één (1) lijk van een door vergassing (Zyklon-B of koolmonoxide) om het leven gebrachte gevangene. Óf , één (1) ruimte waarvan een onafhankelijk expertiserapport aantoont dat die als JHV ‘gaskamer’ gebruikt is, of kan zijn gebruikt. Óf , één (1) directe getuige van een ‘vergassing’. Óf , één (1) foto van een ‘vergassing’. Óf , één (1) massagraf van (meer dan) 100 door de Einsatzgruppen in de Sovjet-Unie vermoorde joden. (Er zouden bij de ‘minstens 1 miljoen’ daar vermoorde joden dus 10.000 massagraven van 100 joden, 1.000 massagraven van 1.000 joden, of 100 massagraven van 10.000 joden moeten zijn). Let wel, het gaat slechts om één (slechts 1) forensisch vastgesteld gedocumenteerd massagraf met joden. Geen ‘getuigen’ of ongeauthoriseerde ‘documenten’. Daarvan zijn er al te veel. De waarheid is dat er niet één onderzocht massagraf van betekenis van door de Duitsers vermoorde joden is gevonden. Niet 1. (Wel tientallen van door de Sovjet NKVD geliquideerde landgenoten ‘Vijanden van het Volk’, bijv. in Bykovnia, Vinnitsa, Katyn, Charkov, Bielhorodka, Darnitza, enz.). In bibliotheken vindt u uitsluitend JHV-correcte literatuur, zonder concreet bewijs voor een plan voor ‘systematische’ uitroeiing, ‘Gaskamers’ of ‘Zes Miljoen’. Wel volop al dan niet gefantaseerde gruwelverhalen, psychohistorische bespiegelingen, dramatische persoonlijke ervaringen,1001 details over wantoestanden, fantastische wreedheden en (dalende) aantallen slachtoffers. Al het andere (bronnenkritiek en tegenbewijzen) ontbreekt. Dat is in bibliotheken formeel en informeel verboden omdat dit “anti-semitisch” is! Onweerlegbare waarheden die niet openbaar worden gemaakt, zijn: 1. Er bestaat niet één document of aanwijzing waaruit blijkt dat Hitler fysieke vernietiging van de joden heeft bevolen. Nooit gaf Hitler opdracht iemand te doden om diens ras of religie! En zoals ieder kan weten: Geen Hitlerbevel = Geen ‘Holocaust’ ! 2. Er bestaat niet één document dat bewijst dat de nazi’s middels vergassingen massamoord op joden pleegden. (Zelfs Pressac concludeert in zijn boek met ‘39 Criminele sporen’ van ‘gaskamers’ in Auschwitz, dat die de ‘vergassingen’ van de JHV niet bewijzen.) 3. Het ontbreken van sporen Pruisisch Blauw in de veronderstelde ‘gaskamers’ van AuschwitzBirkenau bewijst dat daar nooit massaal mensen door middel van cyanide (kunnen) zijn omgebracht. 4. De crematiecapaciteit in Auschwitz kon de door de JHV genoemde aantallen bij lange na niet aan. In werkelijkheid was dit hoogstens ca. 10%, overeenkomend met het door revisionisten genoemde aantal Auschwitzdoden van 130.000-150.000. Crematoria zijn nooit ontworpen of gebouwd voor massamoord. 5. Gruwelverhalen over zeep uit joodse lijken, lampekappen van mensenhuid en gekrompen schedels, zijn zieke propagandaverzinsels, door CIDI/Nizkor hier schaamteloos gereanimeerd. 6. Voor de numerus fixus van ‘6 miljoen’ vermoorde joden is geen grond. Wie hier leugenachtig is, kan de lezer, nu hij ook enkele andere feiten kent, zelf bepalen. Het is 50
beter zelf te denken dan dat helemaal aan de Holocaustpromotie over te laten. Conclusie na Vraag 1: CIDI/Nizkor beloofde hier het bewijs voor de JHV (bevelen, besluiten, opdrachten, plannen, enz. voor systematische massamoord op joden, honderdduizenden lijken, massagraven, asdepots, miljoenen tanden en kiezen, ‘gaskamers’, forensische rapporten, geloofwaardige bevolkingsgegevens, enz.), te zullen geven, zoals vereist bij elke ‘getuigenis’ of ‘bekentenis’. Zoals ieder hier kan constateren, ontbreekt dat volledig. Niets aan concreet bewijs, niets van ‘ontzenuwing’ van revisionistische stellingen! Enkel onmogelijke en tegenstrijdige ‘getuigenissen’, afgedwongen ‘bekentenissen’ (verhalen), misleiding. In plaats daarvan laster over revisionisten (‘ontkenners’) en de canard van een niet-bestaande revisionistische ‘complottheorie’!
2. Wat voor bewijs is er dat de nazi’s geen zes miljoen Joden hebben vermoord? IHR antwoord: Uitvoerige forensische, demografische, analytische en vergelijkende bewijzen tonen de onmogelijkheid van dit aantal aan. Het breed verspreide en herhaalde cijfer ‘zes miljoen’ is een onverantwoordelijke overdrijving. ‘ontzenuwing’ CIDI/Nizkor: Ten eerste: in hun antwoord op die vraag beweren ontkenners dat ze “uitputtend bewijs” hebben dat iets niet gebeurd is. Maar Holocaustontkenners stellen vaak dat zij niets hoeven te bewijzen omdat, zeggen zij, “het onmogelijk is een ontkenning te bewijzen”. Greg Raven heeft dit tenminste tweemaal gezegd: een keer impliciet, en eenmaal expliciet: Behulpzaam bij het beoordelen van deze V & A zijn: Holocaust Victims: A Statistical Analysis. W. Benz and W.N. Sanning – A Comparison. Dr. G. Rudolf. Gepubliceerd in: Dissecting the Holocaust, The Growing Critique of ‘Truth’ and ‘Holocaust’; Holocaust Handbook blz. 182. Theses & Dissertations Press, PO Box 257768, Chicago, Ill. 60625, USA. ISBN 0-9679856-2-5. The Dissolution of Eastern European Jewry. W.N. Sanning. Published by IHR, Newportbeach, Ca, USA © 1983. In Duits: Die Auflösung des osteuropäischen Judentums. ISBN 3-87847-06-02. Revisionistische weerlegging: In plaats van bewijzen voor het aantal van ‘6 miljoen’ te geven, komt CIDI/Nizkor bij deze fundamentele stelling met een irrelevante onwaarheid: revisionisten (‘ontkenners’) beweren “dat zij niets hoeven te bewijzen”. Wat revisionisten ‘beweren’ wordt altijd met bewijzen gestaafd. Men kan weliswaar niet bewijzen dat “iets niet gebeurd is”, maar wel dat iets niet gebeurd is zoals door de Holocaustpromotie wordt beweerd. Dat is iets principieel anders. Met deze abominabele afleidingsmanoeuvre bevestigen CIDI/Nizkor dat er geen bewijs voor ‘6 miljoen door de nazi’s vermoorde joden’ is ! Terwijl wij hiervoor aantoonden dat dit aantal in ieder geval 4,16 miljoen minder moet zijn, kissebist CIDI/Nizkor over “bewijzen van een ontkenning” en wat een revisionist gezegd zou hebben, om langs die weg haar onvermogen de 6 miljoen te bewijzen naar een aanval op revisionisten om te vormen! Nu CIDI/Nizkor het ‘6 miljoen’ aantal niet bewijst, hier niet en ook in de resterende 64 V&A niet, zullen wij verderop aangeven waarom dat aantal onmogelijk is. Vraag 2 had beter kunnen luiden: Wat voor bewijs is er dat de nazi’s 6 Miljoen joden hebben vermoord? Het is immers goed gebruik dat hij die beschuldigt het bewijs levert en niet dat de beschuldigde bewijst dat dat niet waar is. Echter, in Holocaustland staat de wereld op z’n kop: nooit hebben zij hun ‘6 Miljoen’ bewezen. Zij volstaan ermee iedereen die iets anders zegt uit te schelden 51
voor ‘anti-semiet’, ‘ontkenner’ en ‘neo-nazi’. En parbleu: dat werkt! Overheden stoppen mensen daarop in gevangenissen. Een grof schandaal om op grond van non-bewijs mensen te bedreigen met vervolging. Alles berust op één(!) enkele uitspraak van nazi (en Brits spion) Höttl, een ondergeschikte van Eichmann, die voor het IMT beweerde dit aantal van Eichmann te hebben gehoord, die dat in alle toonaarden ontkende! Höttl was bedreigd met uitlevering aan de Hongaarse communisten en kon kiezen zijn (toen onvindbare) superieur te beschuldigen, of de waarheid spreken en gehangen worden. Höttl koos het eerste en werd niet als zijn collega’s Wisliceny en Eichmann ter dood veroordeeld. Tijdens het Eichmann-proces durfde men Höttl niet met Eichmann te confronteren, die ook daar ontkende ooit een aantal te hebben genoemd. Alleen op de Höttl-verklaring rust dus het IMT aantal van ‘zes miljoen vermoorde joden’. Geen wonder dat ieder die het feitelijk onderzoekt, het onmiddellijk omverblaast. Revisionisten leveren gedetailleerde bewijzen dat dit JHV aantal niet juist is, op niets gebaseerd is en miljoenen lager ligt (Sanning). Het aantal joodse vermisten en doden door alle oorzaken ligt, inclusief de Sovjet-Unie, niet hoger dan 1,5 miljoen. Het 4 x zo hoge aantal ‘vermoorden’ wordt tegen alle logica in staande gehouden, o.m. omdat alleen dan de Gaskamermythe een optie is, die de ineenstorting van het JHV-kaartenhuis kan voorkomen. CIDI/Nizkor vraagt wat revisionisten bedoelen met “Analytisch en vergelijkend bewijsmateriaal”. Voor het geval zij menen wat ze vragen (hetgeen niet bij voorbaat is aan te nemen), zijn dat o.m. studies van de Amerikaanse demograaf professor Frank Hankins How Many Jews Were Eliminated by the Nazi’s?, professor David Hoggan The Myth of the Six Million, de demograaf Dr. Walter Sanning The Dissolution of Eastern European Jewry, de statisticus Prof. Carl O. Nordling Was geschah mit den Jüden in Polen? en de kritische analyse van de aantallen van Holocaustprofessor Benz en Dr. Sanning door Germar Rudolf Holocaust Victims: A Statistical Analysis. W. Benz and W. N. Sanning – A Comparison. Het is ook onmogelijk om te bewijzen dat iets niet is gebeurd. Maar omdat zij helemaal niets van hun “bewijs” geven, is het onmogelijk een afdoend antwoord te geven op deze absurde bewering. Zoals getoond, misleiding! Dit is het toppunt! De Holocaustpromotie geeft niets van bewijzen voor haar ‘6 miljoen’ claim, ondanks dat CIDI/Nizkor bij V&A 1, erkenden dat zij het zijn die bewijzen moeten leveren. Nu draaien zij dit om en verwijten revisionisten dat die helemaal niets van hun “bewijs” geven! Hierboven staan enkele van de wetenschappelijke studies waarop de revisionistische cijfers zijn gebaseerd. Men kan weliswaar niet bewijzen dat iets niet is gebeurd, maar wél dat iets niet is gebeurd zoals wordt verteld! Dat is wat revisionisten doen met JHVverhalen over een plan voor systematische uitroeiing van alle joden, ‘gaskamers’ en ‘zes miljoen’ vermoorde joden. De onwaarheid van het laatste is niet alleen bewijsbaar, ze is zelfs gemakkelijk bewijsbaar.
52
Eerst een eenvoudig, maar onthullend grafiekje:
De blauwe lijn laat de joodse wereldpopulatie zien op basis van officiële joodse bronnen, met ‘Zes miljoen’ vermoorde joden. Let op de extreme en onverklaarbare ‘stijging’ van het joodse geboortecijfer tussen 1948 en 1964 en het verder normale verloop van de joodse bevolkingsgroei daarna! Gelooft u in zo’n ‘inhaalslag’? “En waar komt ineens dat “demografisch bewijs” vandaan? Hebben ze niet net in vraag 1 gezegd dat “er geen geloofwaardige demografische statistieken zijn”? Alweer spreken zij zichzelf tegen.” Niets tegenspraak: er zijn geen geloofwaardige demografische statistieken die de ‘Zes Miljoen’ bewijzen. Wel geloofwaardige statistieken die de onwaarheid daarvan bewijzen! Bovenstaand grafiekje bewijst de fraude van het mythologische 6 Miljoen aantal. Dit soort ‘inhaalslagen’ is in bevolkingsstatistieken onbekend en onmogelijk. Dat het om een gigantische overdrijving gaat, blijkt ook uit andere omstandigheden, afzonderlijk en gezamenlijk: – Aantoonbare fouten, dubbeltellingen, grove onnauwkeurigheden en overdreven ‘schattingen’ in Holocauststatistieken. Het ‘standaardwerk’ van Benz kan zonder voorbehoud als waardeloos worden aangeduid (zie Holocaust Victims: A Statistical Analysis. W. Benz and W.N. Sanning – A Comparison. Dr. G. Rudolf. Gepubliceerd in: Dissecting the Holocaust, The Growing Critique of ‘Truth’ and ‘Holocaust’; Holocaust Handbook blz. 182. Theses & Dissertations Press, PO Box 257768, Chicago, IL 60625, USA. ISBN 0-9679856-2-5). – Onafhankelijke, methodologisch afzonderlijke, maar qua uitkomsten overeenkomende demografisch/ statistische studies, komen op aanzienlijk lagere aantallen uit (Harwood, Nordling, Sanning, Rudolf). – Zo ook demografische statistieken van joodse organisaties van voor- en na de oorlog. – Het totaal aantal joden ooit onder Duits bestuur (maximaal 4,5 miljoen). 53
– de aantallen geëmigreerde joden zowel voor, als kort na de oorlog. – Aantallen naoorlogse joden met ‘overlevendenpensioenen’ (Duitsland betaalde meer dan 4,3 miljoen joodse overlevenden pensioenen en schadeloosstellingen, waarvan 1.7 miljoen (40%) in Israël. In dat aantal zijn de Russische joden, die buiten de regeling vielen, niet opgenomen. – Retro-berekeningen op basis van ruim 1 miljoen overlevenden in 2004 (International Herald Tribune, 21 april 2005, citerend uit een rapport van het Israëlisch Ministerie van Financiën), wijzen zelfs op ca. 5 miljoen joodse overlevenden in 1946. – Rapporten van het Internationale Rode Kruis stellen het aantal omgekomen joden in alle Duitse kampen en aan alle oorzaken op ca. 400.000. – Sinds de declamatie-zonder-bewijs van ‘6 Miljoen’ door het IMT in 1945, zijn de daar geaccepteerde dodenaantallen van Auschwitz en andere ‘vernietigingskampen’ verminderd met tenminste 5 miljoen. Ook vooraanstaande joden stellen dat het ‘6 miljoen’ aantal veel te hoog is: Josef Burg, Daniël Rufeisen, Benjamin Freedman, Gerald Reitlinger, William Shirer, e.a. Anderen spreken nu eufemistisch over ‘een symbolisch aantal’. Hoe dan ook, geen bewijs voor ‘6 Miljoen’ en ‘uitputtend’ bewijs voor de onjuistheid van die numerus fixus. “Forensisch bewijsmateriaal” verwijst waarschijnlijk naar het fraudulente[sic!] ‘Leuchter Rapport’, waarover al een gedetailleerde analyse is geschreven. Nee, ‘forensisch bewijsmateriaal’ bij deze vraag over “Zes Miljoen’ verwijst uiteraard niet naar de forensische bewijzen van Leuchter (en Dr. Germar Rudolf!) over ‘gaskamers’. Zij constateerden dat in de ‘gaskamers’ geen relevante gifsporen zijn gevonden en het wetenschappelijk onmogelijk is dat in die ruimten massaal mensen zijn vergast. Over hoeveel mensen zijn ‘vergast, doen hun onderzoeken uiteraard geen uitspraken. Dat CIDI/Nizkor Leuchter’s resultaten koppelt aan bewijs voor of tegen het aantal ‘Zes Miljoen’ is dan ook onjuist. Wie en wat ‘fraudulent’(!) is, zal V&A 14 ondubbelzinnig aantonen. “Forensisch bewijsmateriaal” zijn in dit verband lijken (van ‘vergasten’), anatomisch-pathologische rapporten over doodsoorzaken, deskundigenrapporten, massagraven, asdepots, e.d. Dat dus, dat wat bij elke moord als bewijs geldt. De door CIDI/Nizkor aangehaalde “gedetailleerde analyse” van het Leuchter Report, door het Pools Forensisch Laboratorium in Krakow, is door Dr. Germar Rudolf niet alleen chemischwetenschappelijk volkomen overklast, maar als wetenschappelijke fraude ontmaskerd. Bij V&A 14 vindt u enkele redenen daarvan. “Analytisch en vergelijkend bewijsmateriaal” kan van alles betekenen. We nodigen elke ‘revisionist’ uit om uit te leggen wat dit betekent en om iets van dat bewijsmateriaal te presenteren, en we beloven dat wij daar dan op zullen reageren. Hiervoor gaven wij al in ruime mate aan, wat onder vergelijkend bewijsmateriaal voor de onjuistheid van het 6 Miljoen aantal, wordt verstaan. Daarmee is, meer dan CIDI/Nizkor lief zal zijn, gehoor gegeven aan hun ‘uitnodiging’. Op een antwoord wordt overigens al jaren vergeefs 54
gewacht. . . Conclusie na Vraag 2: Holocaustpromotie noch ‘Holocauststudie’ hebben door de jaren heen bewijs voor de 6 miljoen claim kunnen leveren. Revisionisten daarentegen hebben meer dan genoeg forensisch (documentair), demografisch, analytisch en vergelijkend bewijs opgevoerd om dat aantal overtuigend terug te wijzen. Berekeningen van onafhankelijke en revisionistische wetenschappers komen niet verder dan ca. 1,5 miljoen overleden en vermiste joden. Het IHR antwoord is ook hier dus correct. CIDI/Nizkor tracht verwarring en twijfel te creëren op glasheldere punten zonder zelf concreet bewijsmateriaal aan te dragen. Als de geringste kans bestond dat het ‘zes miljoen’ aantal op werkelijkheid berustte, had de Holocaustindustrie alles in het werk gesteld dat bewezen te krijgen. Dat is niet gebeurd, zij proberen het zelfs niet! Wel zijn zij fervent voorstander van het vervolgen van iedereen die onpartijdig onderzoek doet en de resultaten daarvan publiceert. De JHV kan alleen voortbestaan middels chantage en censuur.
3. Schreef Simon Wiesenthal ooit 'er waren geen vernietigingskampen op Duitse bodem'? IHR antwoord: Ja. De beroemde nazi-jager schreef dit in ‘Books and Bookmen’ van april 1975 en ‘Stars and Stripes’ van 24 januari 1993. Hij stelde ook dat vergassingen van joden alleen in Polen plaatsvonden. ‘ontzenuwing’ CIDI/Nizkor: “Hoe ironisch dat hij niet alleen gelijk had, maar dat zijn eigen woorden hierover later werden misbruikt op de manier die hij beschreef. Beide antwoorden zijn op zich juist: Wiesenthal zei inderdaad in 1975 en 1993 dat er geen vernietigingskampen waren in wat nu Duitsland heet.” Revisionistische weerlegging: CIDI/Nizkor bevestigt de juistheid van deze V&A. Wat zij verder nog opmerken is slechts bedoeld als afleiding. Wij constateren dat Wiesenthal’s “gelijk” dateert van 30 jaar nadat revisionisten dit aan de orde stelden en 15 jaar na de eerste officiële zegsman (Martin Broszat in 1960). Als iets ‘ironisch’ is, is het deze (veel te late) gedwongen verklaring. Hoezo werden zijn woorden “misbruikt”? Hoe kunnen revisionisten een waarheid misbruiken die zij 30 jaar eerder als eersten bekend maakten? En, hoezo ‘in wat nu Duitsland heet’ ? CIDI zegt toch ook niet: ‘in wat nu Israël heet’? “Maar hoe onschuldig de verandering ook lijkt, die doet de lezer geloven dat de laatste uitspraak een soort 'bekentenis' is dat de sjoa op veel beperkter schaal zou hebben plaatsgevonden dan altijd is gezegd en dat de waarheid eindelijk uitkomt. Juist met behulp van uitspraken zoals die van Wiesenthal beweren ontkenners dat zij onwillige historici 'dwingen de waarheid te spreken' door druk op hen uit te oefenen.” Maar dat is toch zo! Als In Duitsland geen 19 ‘kampen met ‘gaskamers’ waren en de Holocaustpromotie zegt nu dat het er 6 (in Polen) zijn, dan heeft die ‘Sjoa’ toch op beperkter schaal plaatsgevonden? Anders, leg eens uit, CIDI/Nizkor. Of behoort ook dit tot de Holocaustrekenkunde: 25 – 19 = 25 ?! En “onschuldig”? Is het “onschuldig” om ten onrechte 30 jaar lang te beweren dat er op Duits grondgebied maar liefst 19 kampen met ‘gaskamers’ voor massavergassingen waren?! 55
Dan een gotspe: “De waarheid is echter dat historici en anderen zoals Wiesenthal al jaren bij herhaling hebben geprobeerd diverse mythes over de sjoa uit te bannen: het verhaal over de massaproductie van zeep gemaakt uit menselijk vet is een goed voorbeeld.” Wiesenthal “geprobeerd de mythe van zeep gemaakt uit joods vet uit te bannen”?!! Dit is ronduit onbeschaamd! De leugenaar Wiesenthal was de initiator en belangrijkste verspreider ervan! (zie o.m. Guy Walters, Hunting Evil, 2009 en http://www.gilad.co.uk/writings/deconstructing-simon-wiesenthal-by-lawrence-swaim.html Wiesenthal schreef in 1946 in het blad voor de Oostenrijks-joodse gemeenschap “Der Neue Weg” het artikel ‘De Belzec Zeepfabriek: RIF’ daarmee deze perverse ‘joodse-zeep’ leugen introducerend, die meer dan 50 jaar het publieke bewustzijn vergiftigde. De leugenaar in dat artikel: “De vreselijke woorden ‘Transport voor zeep’ werden voor het eerst gehoord aan het eind van 1942. Het was in Polen en de fabriek was in Belzec. Van april 1942 tot mei 1943 werden 900.000 joden in deze fabriek tot grondstoffen verwerkt.” en: “Het afvalvet werd gebruikt voor zeepfabricage. Na ’42 wisten de mensen in het Generalgouvernement wat RIF op de zeep betekende: Rein Iüdisches Fett” (de waarheid: Reichsstelle für Industrielle Fettversorgung). “…De beschaafde wereld zal niet geloven welke gedachten de mannen en vrouwen in het Generalgouvernement over deze zeep hadden. Zij zagen in elk stuk zeep een jood, daarin verwerkt om te voorkomen dat er een tweede Freud, Ehrlich of Einstein zou komen.” Verder commentaar bij de bedenkelijke nonsens van CIDI/Nizkor over Wiesenthal c.s. is overbodig. “Een andere misvatting die bona fide historici en mensen als Wiesenthal probeerden uit te drijven, is dat het grootste deel van de vernietiging van de Joden plaatsvond in Duitsland zelf - of, juister gezegd, binnen het "Altreich", de vooroorlogse grenzen van Duitsland. Hoewel daar wel gaskamers waren en gasmoorden plaatsvonden, gebeurde dit in het Altreich op veel kleinere schaal dan in de kampen in bezet Polen, zoals Belzec, Sobibor, Treblinka, Kulmhof/Chelmno, Maidanek/Majdanek, en Auschwitz-Birkenau. Ongeveer drie miljoen mensen, bijna uitsluitend Joden, zijn in die kampen vergast. Kampvergassingen in het Altreich eisten waarschijnlijk de levens van slechts een paar duizend mensen, vrijwel zeker minder dan tienduizend. Behalve "kleine" vergassingen in plaatsen als Sachsenhausen, Stutthof, Neuengamme en Ravensbrück, bleef het moorden in het Altreich voornamelijk beperkt tot het 'euthanasie'-programma, dat wel meer dan honderdduizend (meest niet Joodse) mensenlevens eiste.” Er bestaan geen ‘bonafide’ en malafide historici in de zin zoals CIDI/Nizkor suggereert. Als er al twee soorten historici zouden bestaan, zijn dat onafhankelijke dissidente historici en zij die dit beroep vanuit persoonlijke en maatschappelijke conventie beoefenen. Terecht schaart CIDI/Nizkor Wiesenthal niet onder ‘bonafide historici’. Hij was geen historicus en naast de Grote Zeepleugen heeft deze ontmaskerde haatfarizeeër een enorme reeks andere leugens op zij naam, genoeg voor levenslang Spinhuis en een waar horrorboek. Dat laatste is er overigens al: Feind and Felon. Perjury, Power and Murder in the Footsteps of Wizenthal, van de Oostenrijkse dichter en revisionist Gerd Honsik (ook in een Holocaust Kerker!); Edition AAARGH, December 2007. Aan te bevelen voor ieder die het kwaadaardige type Wiesenthal iets beter wil leren kennen. http://www.vho.org/aaargh/engl/engl.html Niemand beweerde ooit dat “het grootste deel van de vernietiging” plaatsvond in Duitsland zelf en zeker revisionisten niet! Hoe zou dat kunnen met de astronomische aantallen die de Sovjets voor 56
kampen in Polen (Auschwitz, Majdanek, Treblinka, etc.) opvoerden? Alweer onwaarheid van CIDI/Nizkor, nu om de ontmaskering van eerdere leugens over ‘vergassingen’ in Duitsland mee te verduisteren. Van die ‘vergassingen’ in Belzec, Sobibor, Treblinka, Chelmno, Majdanek en Auschwitz, hoeft CIDI/Nizkor als bewijs slechts één (1) vergast lijk, óf één (1) massagraf met slechts 1% van het gepropageerde aantal slachtoffers, óf één (1) as-depot, óf één (1) foto van een ‘gaskamer’ óf één (1) ‘vergassing’, óf één (1) getuige die kan bewijzen een ‘vergassing te hebben gezien te tonen. Echt, ‘overstelpende bewijzen’ zijn niet nodig: slechts één (1) van deze bewijzen is al voldoende om revisionisten het zwijgen op te leggen. Is dat geen genereus aanbod? Dat kan toch niet te moeilijk zijn voor CIDI/Nizkor, want volgens hen zijn alleen al in die kampen 3 miljoen mensen ‘vergast’. Dat is zeker, zeggen zij. Kom dus s.v.p. met dat ene (1) forensische bewijs! In tegenstelling tot zelfs Wiesenthal, proberen CIDI/Nizkor (natuurlijk alweer zonder bewijs) de leugen levend te houden dat in het ‘Altreich’ in Sachsenhausen, Stutthof, Neuengamme en Ravensbrück tóch wel degelijk ‘kleine’ ‘vergassingen’ zouden hebben plaatsgevonden. Volgens het beproefde Holocaustrecept (= geen bewijs en geen kans op tegenspraak) noemen zij als aantal “vrijwel zeker minder dan tienduizend”. U ziet: “Het was niet waar, maar we hebben al die jaren de leugens de leugens gelaten, want het was een klein beetje waar.” Voor wie geloof hecht aan dit soort verhalen en aantallen, bravo, u bent een ware Holocaustgelovige. Ikzelf voeg dit toe aan de eindeloze lijst fake-beschuldigingen en fake-aantallen van het al te boze JHV sprookje. “Maar de ontkenners erkennen totaal niet dat die zogenaamde "bekentenis" van Wiesenthal niets anders is dan wat respectabele historici al 45 jaar zeggen. Waarschijnlijk is dit voor het eerst in 1950 gezegd door het Instituut voor Contemporaine Geschiedenis in Munchen. Dit selectief citeren is niets anders dan liegen door weglating en insinuaties.” Ook hier misleidt CIDI/Nizkor met ingebouwde ‘damage control’ voor als haar bedrog aan de kaak wordt gesteld (‘waarschijnlijk’). Als CIDI/Nizkor in dit verband zegt ‘Waarschijnlijk’, betekent dat dat het niet waar is. Kijk maar: de eerste ‘respectabele’ historicus die na de revisionisten ‘vergassingen’ in het Altreich ontkende, was de directeur van het Duitse Institut für Zeitgeschichte, Martin Broszat, in een artikel in Die Zeit. Niet in 1950 maar, zoals zij nota bene zelf bij V&A 4 schrijven, op 19 augustus 1960. De misleidende kop luidde ‘Geen vergassingen in Dachau’, en niet naar waarheid: ‘Geen vergassingen in het Altreich’. Subtiel mediabedrog waarmee het publiek voortdurend een rad voor ogen krijgt gedraaid. “De nazi's hadden minstens twee goede redenen om de kampen buiten Duitsland te bouwen. Ten eerste waren ze zo gemakkelijker te verbergen voor het Duitse volk. Gezien de chaotische oorlogsomstandigheden in het gebied rond het Altreich waren ze daar voor iedereen makkelijker te verbergen.” Ja? Goh, dus o.m. joodse JHV-professor Daniël Goldhagen, die beweert dat “alle Duitsers (het Duitse volk) op de hoogte waren van de vergassing van joden en daaraan van harte meewerkten” liegt? Waarvan acte. En, weten zij werkelijk niet dat, op het Ruhrgebied na, Auschwitz het tweede centrum van de Duitse oorlogsindustrie was? En dit in gebruik werd genomen omdat het onbereikbaar was voor Geallieerde bombardementen? (Auschwitz was voor de oorlog al het grootste chemisch-industriële centrum van Polen.) De keuze daar lag dus voor de hand. 57
En van “verbergen” was al helemaal geen sprake: Auschwitz en Majdanek lagen net als vrijwel alle andere kampen in de onmiddellijke nabijheid van steden en langs drukke spoorlijnen. Ze waren ook niet visueel afgeschermd: iedereen in de omgeving kon zien wat daar gebeurde. In Auschwitz gingen dagelijks grote groepen Poolse arbeiders, dwangarbeiders, leveranciers, enz. de poort in en uit. Er waren ook tienduizenden gevangenen die van daaruit naar andere kampen werden overgebracht. Familieleden van Duitse militairen en personeel werden in staat gesteld het kamp te bezoeken en zelfs het Internationale Rode Kruis voerde daar inspecties uit. “Ten tweede kwam de overgrote meerderheid van de vermoorde Joden uit bezet gebied in het oosten en zuiden - dus waarom extra moeite doen om ze naar Duitsland te vervoeren? (Zie de statistieken in het laatste punt van vraag 1.)” Een voos argument. CIDI/Nizkor bezweert immers dat de joden in de Oostgebieden massaal door ‘Einsatzkommando’s’ ter plaatse werden vermoord (Holocaust by bullets). Bovendien zeggen zij dat meer dan een miljoen joden uit West-Europa naar ‘vernietigingskampen werd gebracht (en op het eind van de oorlog grote aantallen weer Westwaarts naar Duitsland!). Voor de joden uit het zuiden maakte het qua afstand nauwelijks verschil of ze naar Duitsland of Auschwitz werden gebracht. Geen argument dus. Conclusie na Vraag 3: De V&A van het IHR is 100% juist. CIDI/Nizkor’s poging dit te ‘ontzenuwen’ faalt alweer in alle opzichten.
4. Als Dachau in Duitsland lag en zelfs volgens Simon Wiesenthal geen vernietigingskamp was, waarom zeggen dan duizenden veteranen in de VS dat Dachau een vernietigingskamp was? IHR antwoord: Omdat nadat de Geallieerden Dachau innamen, duizenden GI’s door Dachau werden geleid waarbij hen gebouwen werden getoond waarvan werd beweerd dat het gaskamers waren en omdat de massamedia breeduit en vals meldden dat Dachau een “vergassingskamp” was. ‘ontzenuwing’ CIDI/Nizkor: “In de zin dat er tienduizenden mensen werden doodgehongerd en soms vermoord, was Dachau inderdaad een dodenkamp. Dachau moet waarschijnlijk niet worden aangeduid met de term ‘vernietigingskamp’, want die wordt meestal gezien als aanduiding van een van de grote kampen in bezet Polen, waar massale vergassingen werden verricht. (zie vraag 3) Revisionistische weerlegging: Het gebruikelijke misleidingsidioom. Het is niet “waarschijnlijk”, het is zeker dat Dachau geen ‘vernietigingskamp’ was! Na de aanvankelijke leugen over ‘gaskamers’ in Dachau, vervangt men dit door ‘doodhongeren’. Er werden in Dachau geen mensen ‘doodgehongerd’ en CIDI/Nizkor c.s. weten dat. Er stierven de laatste oorlogsmaanden inderdaad tienduizenden mensen, ook door honger, maar dat was geen ‘doodhongeren’. Dat kwam doordat in de Duitse kampen in de laatste oorlogsmaanden honderdduizenden mensen uit de Oostelijke kampen werden binnengebracht, terwijl tegelijkertijd de Westelijke Geallieerden met vernietigende dag-en-nacht bombardementen Duitse spoorwegen, vaarwegen, opslagplaatsen, fabrieken, enz. bombardeerden. Daardoor ontstonden rampzalige tekorten aan voedsel, medicijnen, drinkwater, enz. Wij bewijzen dit met de officiële sterftecijfers in Dachau gedurende de oorlog:
58
Dachau: Aantallen overledenen, inclusief tientallen subkampen 1940-45 (Bron:Paul Berben, Dachau: 1940-45, The Official History. Blz. 281. Londen: The Norfolk Press, 1975. ISBN 0-85211-009-X.) De tabel toont interessante feiten: de sterfte in Dachau daalde in 1942 en in 1943 zelfs met bijna 50% het laagste aantal ooit. Nota bene tijdens het hoogtepunt van de ‘massavernietiging’. Men ziet de tyfusepidemie van najaar/winter ‘42-’43 in de sterftecijfers terug, evenals een ongebruikelijk hoog aantal in maart 1944, toen 223 gevangenen omkwamen bij een Geallieerd bombardement. De extreme sterfte trad op in de laatste maanden van de oorlog door toevloed van grote aantallen gevangenen uit het Oosten en oorlogsomstandigheden. Duidelijk is, dat bij een totaal aantal gevangenen van 206.000 over de 12-jarige bestaansperiode van Dachau en een totaal aantal doden (ca. 34.000), er geen sprake was van ‘doodhongeren’. Dit is een uit haat ingegeven beschuldiging [moedwillig (bijna) doodhongeren gebeurt in Gaza en op de Westbank. Daar wordt in vredestijd bij een overvloed aan geld en voedsel aan honderdduizenden vrouwen en kinderen voedsel, electriciteit en medische zorg onthouden, 65 jaar na het eind van de oorlog.] Deze officiële cijfers tonen dus aan dat in de laatste vier oorlogsmaanden in Dachau, 15,384 mensen stierven, dat is meer dan in de vijf jaar daarvoor! In het voorbijgaan constateren we dat de crematiecapaciteit in Dachau eind ‘43 van 3 op 5 muffels werd gebracht. Vijf muffels voor een dodenaantal in 1942 van 2.470 en in 1943 van 1.100. Dat betekent resp. minder dan 2 resp 1 lijk per muffel per dag. Dit gegeven werpt een bizar licht op de door de Holocaustindustrie voor Auschwitz gehanteerde aantallen per muffel per dag: 260 ! (12.000 ‘vergasten’ per dag voor 46 muffels.) Overigens werd oorspronkelijk het ‘officiële dodental van Dachau gesteld op ‘238.756’ (let op de 59
valse ‘precisie’). Het stond tot 1950 op een gedenkteken bij Dachau, was afkomstig van de geprivilegieerde ‘getuige’ Ds. Niemöller en werd bevestigd door de na de oorlog wegens grootschalige zwendel veroordeelde joodse Philipp Auerbach. Verder wordt ene Dr. Blaha opgevoerd, communist en bewezen Holocaustleugenaar, die ‘onder ede’ verklaarde dat hij ‘gaskamers’ en ‘vergassingen’ in Dachau zag, terwijl vaststaat dat daar in de oorlog nooit een gaskamer was. Deze bedrieger sprak over ‘experimentele vergassingen’. Kan iemand uitleggen waarom in 1944 (toen immers al ‘miljoenen’ joden waren ‘vergast’) ‘experimentele’ vergassingen nodig waren? Ook hier weer: leugens. Uiteraard zwijgen CIDI/Nizkor over de na de oorlog in Dachau door de Amerikanen gebouwde frauduleuze gaskamer. Het Amerikaanse tijdschrift Common Sense (New Jersey) schreef op 1 juni 1962 in een artikel op pagina 2 onder de kop ‘De Valse Gaskamer’: “Het kamp moest een gaskamer hebben[!], maar omdat die niet bestond, werd besloten er een te maken. Legerkapitein Strauss en zijn gevangenen gingen aan het werk. Voorheen was de ruimte tot op 1,20 m vanaf de vloer betegeld. Uit de naastgelegen droogruimte werden dezelfde tegels gebruikt en boven die van de doucheruimte aangebracht. Er kwam een nieuw, lager plafond met pijpen daarboven (voor de toevoer van het gas)”. Het was niet de enige melding over deze vervalste ‘gaskamer’. Aanklager bij het US Ministerie van Defensie, S. Pinter, zei over ‘vergassingen’ in Duitse concentratiekampen: Na de oorlog was ik 17 maanden in Dachau als US aanklager voor oorlogsmisdaden; ik verklaar dat daar geen gaskamer was. Wat aan bezoekers en toeristen wordt getoond en valselijk gaskamer wordt genoemd, was een crematorium. Ook in de andere concentratiekampen in Duitsland waren geen gaskamers. Overigens gaat men door met vervolgen van mensen die aantonen dat de JHV vol staat met leugens. In 2002 werd de kleinzoon van Rudolf Hess tot een boete veroordeeld omdat hij op internet waarheid over de ‘gaskamer’ van Dachau sprak. Leugenaars bij de Duitse ‘justitie’ noemen dat ‘Volksverhetzung’ (opruiing). Cidi/Nizkor: “Maar het lijdt geentwijfel dat de gaskamer daar bestond. De geallieerden maakten het memo buit van Dr. Sigmund Rascher uit Dachau aan Himmler, waarin stond (zie Kogon et al., Nazi Mass Murder, 1993, p. 202): Zoals u weet zijn in het concentratiekamp Dachau dezelfde voorzieningen [‘gaskamers’] gebouwd [als in Linz Hartheim]. Hoewel de “invalidentransporten” hoe dan ook in bepaalde kamers eindigen, is mijn vraag of we niet een paar van onze diverse strijdgassen kunnen testen op specifieke personen die bij de actie betrokken zijn. Tot nu toe zijn er alleen proeven op dieren geweest en verslagen van dodelijke ongelukken bij de fabricering van die gassen. Vanwege deze alinea heb ik deze brief onder de noemer “Geheim” verzonden.” Ja, die ‘gaskamer’ bestond zeker: na de oorlog! Waar kunnen we het origineel van dit memo zien? Waarom wordt als bron verwezen naar een boek van Kogon, een van de beruchtste auteurs van Holocaustgruwelproza en de man die in 1974 nog schreef over “minstens 3,5 miljoen, waarschijnlijk 4,5 miljoen vermoorde joden in Auschwitz”. Moeten wij hem geloven? Hij is niet alleen de enige bron voor dit Dachau-gaskamerverhaal, ook de enige bron voor het ‘gaswagenverhaal’, de ‘Codetaal’, enz. Hij werkte kort na de oorlog zeer nauw samen met de Psychological Warfare Division, onder leiding van de jood Albert G. Rosenberg, een Dienst wiens naam later werd gewijzigd in ‘Information Control’. Dezelfde instantie ijverde ervoor Kogon onder 60
de Geallieerden als de eerste Duitse Bondskanselier aan te stellen. Op partijpolitieke gronden verloor hij het van Adenauer. Graag eerst even een facsimile van die betreffende memo dus. “Een Amerikaanse verslaggever maakte zeer kort na de inname van het kamp filmopnamen van de gaskamer, waarin te zien was dat hij een bordje droeg met “Brausebad” (douches), hoewel er geen douches waren. De vraag naar het bewijs dat de gaskamer is gebruikt, is nog niet afdoende beantwoord. Sommige historici zeggen dat er geen twijfel over bestaat: hij is nooit gebruikt. Sommige zeggen dat dit nog een open vraag is. Het komt aan op twee getuigenissen: die van een Britse officier genaamd PayneBest, die zegt dat hij Dr. Rascher over vergassingen heeft horen spreken, en die van Dr. Franz Blaha, die onder ede heeft getuigd over experimentele vergassingen. Zie voor meer informatie Kogon et al., op. cit., pp. 202-204, en Blaha's getuigenis in Trial of the Major War Criminals, 1947, vol. V, pp. 167-199.” Die filmopnamen werden gemaakt in het kader van de op gang gebrachte demoniseringscampagne. Filmers e.d. werden gebriefed door functionarissen van de Psychological Warfare Division. Een bordje ‘Brausebad’ voor een propagandafilm is gemakkelijker gefabriceerd dan een echte doucheruimte. De beruchte leugenfoto van ‘een GI voor de gaskamers van Dachau’ was al wereldwijd verspreid, dus nu moest ook de film ‘gaskamers’ tonen. Die ‘getuigen’ voor ‘experimentele vergassingen in Dachau’ worden zelfs door CIDI/Nizkor met de nodige slagen om de arm gepresenteerd. Payne-Best was immers lid van de Britse Geheime Dienst, betrokken geweest bij o.m. het zgn. Venlo-incident – een poging Hitler te vermoorden – en in ‘40 door de Duitsers in Dachau gevangengezet. Hij bracht vijf jaar in Dachau door en werd daar naar eigen zeggen correct en fatsoenlijk behandeld. In die vijf jaar heeft hij zelf niets van ‘gaskamers’ waargenomen. Na de oorlog verklaarde hij kamparts Rascher (die door de SS werd berecht en gefusilleerd wegens mishandeling van gevangenen), iets over ‘experimentele vergassingen’ had horen zeggen. De tweede ‘getuige’, de communist Franz Blaha, verklaarde voor het IMT, dat hij in Dachau vergassingen had gezien (IMT Document 3249-PS); geen ‘experimentele’ maar ‘gewone’ vergassingen. Het IMT stelde daarop dat in Dachau 300.000 mensen werden vergast, naar later bleek compleet fictief (IMT,Trial of the Major War Criminals Before the International Military Tribunal (IMT Blue Series), Neurenberg 1947-1949, deel 19, blz. 434. De leugens over Dachau zetten het IMT op een volkomen vals spoor, waardoor ze niet alleen idiote aantallen ‘vergasten’ in haar vonnissen opnam, maar ook tientallen Duitsers ter dood liet brengen. Die op niets gebaseerde verzinsels speelden een vestigende rol bij de idee dat in Duitse concentratiekampen miljoenen mensen werden ‘vergast’. Omdat de Amerikaanse gaskamerpropaganda al direct na de bevrijding van Dachau op volle toeren draaide, konden zij er niet meer omheen zelf een ‘gaskamer’ te bouwen om een publicitair échec te voorkomen. “Holocaust-ontkenners laten uiteraard alleen de opvatting zien dat de gaskamer nooit is gebruikt. Zij citeren vaak uit een brief uit 1960, geschreven door de directeur van het Institut für Zeitgeschichte (Instituut voor Contemporaine Geschiedenis) in Munchen (zie Die Zeit, 19 augustus 1960, p.16): Geen vergassingen in Dachau 61
Noch in Dachau, noch in Bergen-Belsen en Buchenwald, zijn er Joden of andere gevangenen vergast. De brief bevestigt uiteraard dat in de grotere kampen wel massale vergassingen plaatsvonden. Die passage noemen Holocaust-ontkenners liever niet. Ze vermelden ook niet graag dat het Instituut na 1960 meer onderzoek heeft gedaan en tot een andere conclusie is gekomen. Nu zeggen zij: ..er werd een gaskamer geinstalleerd [in Dachau], waarin... een paar experimentele vergassingen werden uitgevoerd, zoals recent onderzoek bevestigt. Uiteindelijk vermelden de meeste ‘massamedia’ de feiten: dat Dachau op zeer kleine schaal werd gebruikt voor vergassingen. Of de term ‘vergassingskamp’ passend is, hangt waarschijnlijk van de contekst af. Als het IHR een citaat kan voorleggen waarin een krant of tijdschrift een onjuistheid heeft gedrukt, laat het dat dan doen. Het zou niet de eerste, noch de laatste fout in een publicatie zijn. Als Holocaust-ontkenners denken dat fouten in kranten kunnen helpen bewijzen dat de Holocaust niet heeft plaatsgevonden, lijden zij duidelijk aan waanvoorstellingen.” Nogmaals, ‘Holocaust-ontkenners’ bestaan alleen in de Holocaustpropaganda. Laat de Promotie eerst eens definiëren wat onder “de” Holocaust eigenlijk wordt verstaan. Is dat de JHV van 1946? Van 1960? Van 1980? Van 2000, of van 2010? Daartussen bestaan enorme verschillen. Natuurlijk citeren revisionisten de directeur van het Duitse Revisionisten Vervolgings Centrum, bekend als “Institut für Zeitgeschichte”, als die bij hoge uitzondering een keer waarheid spreekt. Het doet altijd goed als iemand van een politiek Instituut, dat revisionisten ‘leugenaars’ noemt, het standpunt van die ‘leugenaars’ publiekelijk onderschrijft. Bovendien, als hij gelijk heeft, heeft hij gelijk; of hij nazi, jood of anti-revisionist is. Die brief “bevestigt uiteraard dat in de grotere kampen wel massale vergassingen plaatsvonden”. Niet! Zonder bewijs bevestigt die brief alleen de mening van dat Instituut daarover. De ‘logica’ van CIDI/Nizkor’s truc dat, omdat in het Altreich niet werd ‘vergast’, dat overal elders dus wel zo was, ontgaat ons helaas. Vergelijk: als meneer A niet schuldig is, zijn alle anderen dat wel . . . Er is geen noodzakelijk verband tussen ‘vergassingen’ in het Altreich en elders. Als dat er was, ligt het meer voor de hand te stellen dat als in het Altreich niet werd ‘vergast’, dat elders ook niet het geval was . . . Revisionisten publiceerden ook over die andere kampen indrukwekkende wetenschappelijke studies. Ook daar is de conclusie dezelfde: geen (bewijzen voor) ‘gaskamers’, geen miljoenen lijken, geen ‘asbergen’, niet één lijk met als doodsoorzaak ‘vergassing’, geen foto, geen document, geen forensisch ondersteuning voor welk vergassingsscenario ook. Laat CIDI/Nizkor zich geen zorgen maken: ook op deze kampen komen wij serieuzer terug dan hen lief is . Of – zoals CIDI/Nizkor hier stellen – “de meeste ‘massamedia’ de feiten vermelden” – laten wij graag aan het oordeel van de lezer over. De uitnodiging aan revisionisten om onjuiste citaten uit kranten en tijdschriften voor te leggen is van een ultieme hypocrisie.De omvang daarvan is zo gigantisch dat daaraan per definitie niet kan worden voldaan. Beter zou zijn te vragen naar berichten in kranten en tijdschriften over ‘de Holocaust’ die wel juist zijn. Die zijn bedolven onder een zondvloed aan leugens en desinformatie. De onjuistheid van de Holocaust-berichtgeving in de media blijkt alleen al uit de belangrijke waarheidsbelemmerende factoren: - De afwezigheid van Vrije Meningsuiting en Wetenschapsvrijheid over ‘de Holocaust’. 62
- Het taboe op Holocaustkritiek. - De strafbaarheid van ‘Holocaust-ontkenning’ (al dan niet via een omweg en zonder wettelijke gronden). - De daardoor totale eenzijdigheid van berichtgeving die leugens tot norm maakt; berichtgeving kan niet ‘juist’ zijn als slechts één kant van de medaille wordt belicht en elke kritiek belachelijk wordt gemaakt, gecriminaliseerd en gecensureerd. - De maatschappelijke chantage door stigmata waarvoor geen bewijs hoeft te worden geleverd: ‘anti-semitisch’, ‘Holocaust-ontkenner’, etc. - De mede daardoor afwezigheid van kritiek. - De afwezigheid van eerlijke berichtgeving over revisionisten en revisionistische werken - Het niet willen voeren van het openbaar debat over deze belangrijke periode uit de recente historie - Het niet willen uitvoeren van forensisch onderzoek naar gedane beweringen - Het niet ter discussie willen stellen van het onhoudbare aantal ‘Zes miljoen vermoorde joden’. - De politiek-doctrinaire benadering ervan door onderwijs en media ('educatie'). Onder deze condities is juiste berichtgeving een illusie en een leugen. Conclusie na Vraag 4: CIDI/Nizkor erkennen schoorvoetend de juistheid van het IHR-antwoord dat Dachau geen ‘vergassingskamp’ was. Zij compenseren dat met nieuwe leugens, door te beweren datdaar ‘experimentele’ vergassingen’ waren en tienduizenden door de Duitsers zijn ‘doodgehongerd’. Zij pogen een ‘vergassingskamp’ om te vormen tot ‘dodenkamp’. Een ondergeschikt lijkende, maar ver dragende tekstwijziging.
5. Auschwitz lag in Polen, niet in Duitsland. Is er enig bewijs dat er gaskamers bestonden voor het vermoorden van mensen in of bij Auschwitz? IHR antwoord: Nee. Een beloning van $ 50,000 werd uitgeloofd voor zo’n bewijs en het bedrag gedeponeerd bij een bank, maar niemand verscheen met enig geloofwaardig bewijs. Auschwitz, veroverd door de Sovjets, werd na de oorlog ingrijpend veranderd en een lijkenruimte werd verbouwd om de indruk te wekken van een grote ‘gaskamer’. Het is thans een grote toeristische attractie van de Poolse overheid (zie ook Vraag 61). ‘ontzenuwing’ CIDI/Nizkor: “Wat betreft die beloning van $50.000: die is tot op de laatste cent (in werkelijkheid was het $90.000) uitbetaald aan Mel Mermelstein, een Auschwitz-overlevende die de IHR voor het gerecht heeft gedaagd.”
63
Revisionistische weerlegging: Nizkor spreekt alweer onwaarheid: “die beloning” was het resultaat van juridische afpersing, niet van het leveren van het gevraagde bewijs. In de VS bestaat een juridische regel, ‘judicial notice’, waarbij voor bepaalde zaken niet nodig is bewijs te leveren. Het IHR loofde in 1979 een beloning uit van $ 50.000 voor bewijs dat in Auschwitz mensen in gaskamers zijn vergast. Een berucht querulant en fantast, Mel Mermelstein, claimde dit te kunnen bewijzen. Hij kon echter, behalve één onmogelijke bewering, niet één geldig bewijs voor die ‘gaskamer’ opvoeren. Mermelstein: ‘Ik zag dat mijn eigen moeder en twee zusters samen met anderen de tunnel in werden gevoerd naar hun laatste bestemming, Gaskamer nummer 5 in Birkenau. Ik herinner het me. Ik stond op een steenworp afstand van de gaskamers en de crematoria . . .’ . Helaas, ook al stond Mermelstein ‘op een steenworp afstand’, Krema V van Birkenau was geheel bovengronds. Nergens was daar iets dat ook maar leek op ‘een tunnel’. Dat zijn claim bogus was blijkt ook uit het vervolg. Hij spande, typisch Amerikaans, een rechtszaak aan waarin hij $ 17 miljoen ‘schadevergoeding’ eiste wegens ‘slapeloze nachten’. “Hieronder het vonnis van de rechter: De edelachtbare Thomas T. Johnson vonniste op 9 oktober 1981 als volgt: Op grond van de Bewijscode Sectie 452(h) [‘judicial notice’]verklaart dit Hof wettelijk bewezen dat Joden in het concentratiekamp Auschwitz door vergassing ter dood zijn gebracht gedurende de zomer van 1944 En: Het is eenvoudig een feit dat valt binnen de definitie van Bewijscode Sectie 452(h) [‘judicial notice’]. Het valt niet redelijkerwijs te betwisten. En het kan onmidellijk en accuraat worden vastgesteld door bronnen te raadplegen waarvan de juistheid redelijkerwijs onbetwistbaar is. Het is eenvoudig een feit.” De edelachtbare Thomas T. Johnson deed juridisch een juiste uitspraak. Bewijscode Sectie 452(h) stelt immers dat iets vanzelfsprekends bij voorbaat als waar mag worden aangenomen. En ‘vergassingen’ zijn volgens de Wet ‘vanzelfsprekend’, net zoals destijds het bestaan van de Duivel, de Heilige Drieëenheid en het Geocentrisme. Daarvoor waren ook ‘getuigen’ en hoeven dus niet bewezen te zijn. Sterker nog, als er geen bewijzen zijn maar een overvloed aan tegenbewijzen, dan prevaleert de 'vanzelfsprekendheid'. Dit is ‘judicial notice’. Vergelijk het met Galileo Galileï: in de Wet stond dat vanzelfsprekende zaken, die algemeen bekend waren, niet konden worden betwijfeld of ontkend. Bijvoorbeeld dat de Zon om de Aarde als Middelpunt van het Heelal draait (Geocentrisme). Dat was niet slechts ‘vanzelfsprekend’, nee, dat staat ook nog eens in de Bijbel en als overmaat aan vanzelfsprekendheid kan iedereen dat elke dag met eigen ogen zien: de Zon komt op in het Oosten, draait over de Aarde heen en gaat onder in het Westen. Duizendmaal ‘vanzelfsprekender’ dus dan ‘de Holocaust’. Wat zeuren wij nou over Galileï en Giordano Bruno die op de brandstapel moesten! De Inquisiteurs hadden alle gelijk van de Wereld. Zij stonden toen meer in hun 'recht' dan die van ‘de Holocaust’ nu. Die kunnen zelfs niet wijzen op zintuiglijke waarneming en ook niet op Bijbelse Waarheid. Hoogstens op Holocaustcorrectheid. Zij beschikken slechts over een op een regenachtige zondagmiddag geschreven wettekst, door goedwillende(?) leken (‘parlementariërs’) om heel andere redenen ooit goedgekeurd. De rechters van Galileï waren veel beter tot oordelen in staat dan de eigentijdse ‘Holocaust-Inquisitie (jammer dat zij zich daar niet van bewust zijn, of er niet in geïnteresseerd zijn.) Deze farce-rechspraak toont dat men wetenschappelijke discussies niet voor rechters kan en mag beslissen. Dit soort onderwerpen hoort thuis in het wetenschappelijk discours, niet bij strafrechters! 64
Die laten zichzelf en het Recht misbruiken als zij dit soort zaken ontvankelijk verklaren. Wellicht begrijpt u nu ook, waarom allerlei groepen die belang hebben bij de Zaligverklaring van ‘de Holocaust’ zo veel en zo graag naar de rechter stappen om hun ‘gelijk’ te halen. En daarna roepen dat opponenten ‘door de rechter veroordeeld’ zijn? En hun verhalen daarmee zijn ‘bewezen’? Hoogste tijd om te stoppen met deze Middeleeuwse juridische schijnvertoningen. Om terug te keren naar Mermelstein: hij leverde uiteraard geen spoor van bewijs voor welke ‘vergassing’ ook. Echter, bij de ‘hearing’ voorafgaand aan het vonnis liet de rechter weten, dat als het IHR niet bereid was te schikken, hij de miljoenenclaim voor Mermelstein’s slapeloze nachten zou toewijzen en het IHR dus verder van huis zou zijn. Noodgedwongen accepteerde het IHR. Als bewijs voor ‘gaskamers’ was dit uiteraard volkomen waardeloos en van nul en gener waarde. “Het IHR klaagde dat het niet de kans had gekregen dit feit te betwisten, maar het Amerikaanse rechtssysteem is niet bedoeld als een plaats waar mensen kunnen proberen waanzinnige theorieen te bewijzen. Er is geen “geloofwaardig bewijs” gepresenteerd omdat dit niet noodzakelijk was [!] – een rechtszaal is niet de plaats om het werk van historici gedurende de laatste halve eeuw te herkauwen. Daarbij betekent “geloofwaardig bewijs” alleen maar wat Holocaust-ontkenners willen dat het betekent. Michael Shermer heeft in een open brief aangeboden het IHR aan een vergelijkbaar aanbod te houden, maar alleen als het tevoren precies zou definiëren wat het als bewijs zou accepteren. Hij heeft geen antwoord ontvangen. (Het IHR heeft zijn brief tot op heden zelfs niet gepubliceerd.)” [Iedereen weet wat bewijs is: datgene wat nodig is om iemand te veroordelen voor moord: minstens een (1) lijk, een doodsoorzaak en een moordwapen.] “Na zijn rechtszaak klaagden zowel Mermelstein als het IHR de ander aan wegens laster, maar beiden besloten de zaak niet te laten voorkomen. De Holocaust-ontkenners stellen dat dit een “overweldigende overwinning” is, die ‘het resultaat teniet doet van het eerste proces’. Onzin: de twee zaken hielden geen verband met elkaar, en de tweede zaak had niets te maken met de gaskamers in Auschwitz. Zoals bij de meeste processen zijn de details zeer gecompliceerd. Uitgebreide details, inclusief copieën van diverse officiële documenten, zijn te vinden in de FTP-archieven. Over het fraudulente “Rapport” van Fred Leuchter is een afzonderlijke lijst Vragen & Antwoorden beschikbaar.”
Dr. Michael Shermer, te zien in het videootje op onderstaande link, profileert zich in de VS als 'scepticus' en geeft een blad uit waarin hij de Platte Aarde, Vliegende Schotels, Marsmannetjes en ook 'Ontkenners' van 'de Holocaust' op de korrel neemt. Hoe 'sceptisch' en wetenschappelijk deze hoogopgeleide domoor is, toont hij in een TV uitzending met revisionist Bradley Smith, als een "ooggetuige" van 'de Holocaust' via de telefoon aan het woord komt. http://www.youtube.com/watch?v=iRctpwcSqrI
65
Deze "ooggetuige" kan als voorbeeld dienen voor duizenden andere "ooggetuigen" van 'de Holocaust'. Alles wat zij vertelt is aantoonbaar onwaar, tegenstrijdig, overgenomen uit de media of van verhalen van anderen, in hoge mate emotioneel, op het hysterische af en een reflectie van zelfmedelijden en egocentrisme. En hoewel werkelijk helemaal niets van het verhaal van deze beklagenswaardig psychotische vrouw klopt, staat onze 'scepticus' dr. Shermer geheel achter haar 'feiten'. Ongelooflijk. Het toont de gruwelijke onkunde (of oneerlijkheid?) van deze 'wetenschapper' en Nizkor steunpilaar. Weet hij echt niet, dat het zeep- en lampenkappenverhaal satanische onzin zijn? Weet hij niet dat Mengele nooit in Dachau en Stutthof was? Had hij zelfs niet in de gaten dat als haar moeder bij de Hitlerjeugd was, zijzelf niet ouder dan een jaar of drie moet zijn geweest op het moment dat zij 'zag' dat er "zeep en lampekappen van mensen werden gemaakt?" Weet hij ook niet dat moeders alleen tot het Lebensbornprogramma werden toegelaten als zij volkomen Arisch en 'raszuiver' waren? Dat de bellende mevrouw dus genetisch nauwelijks 'interessant' voor Mengele c.s. kan zijn geweest en op Arische kinderen (zeker niet van 'Lebensborn'!) geen medische experimenten werden uitgevoerd? Het zijn zo maar wat vraagjes aan de 'revisionisten-basher', zich als 'deskundige' opwerpende Michael Shermer, die - hoe kan het anders - een boek schreef over de revisionisten als bedriegers. Het opvallendst aan het filmpje is echter de houding van het publiek. De brave mensen weten van G-d noch zure appelen, ze kennen geen enkel feit, ze denken niet eens zelf na, geloven 100% in alles wat deze arme "ooggetuige" opdist en zijn unaniem in hun veroordeling van de enige eerlijke en deskundige man in dit Holocaust theater. Hersenspoeling werkt! 'De Holocaust' maakt blind en dom. Op het fraudulente[sic] “Rapport” van Fred Leuchter, kom ik bij V&A 14 nog terug, ten detrimente van het verhaal van CIDI/Nizkor. De 'vader van het revisionisme', de links-socialistische Franse professor Paul Rassinier, als verzetsstrijder geïnterneerd geweest in Buchenwald, schreef in zijn boek Het Drama van de Europese joden (1964) over ‘getuigen’ van ‘gaskamers’: "15 jaar lang reisde ik naar alle uithoeken van niet-communistisch Europa, zodra ik hoorde dat daar iemand was die claimde getuige te zijn geweest van vergassingen om diens getuigenis vast te leggen. Aan de hand van de documentatie stelde ik hen zodanig precieze vragen, dat al snel duidelijk werd dat zij die niet konden beantwoorden, tenzij door te liegen. Vaak waren de leugens zo stuitend, ook voor hemzelf, dat hij zijn verklaring beëindigde met te zeggen dat hij het niet zelf gezien had, maar dat een van zijn beste vrienden die in het kamp was gestorvenen, aan wiens woord hij niet twijfelde, het hem had verteld. Daarvoor legde ik vergeefs vele duizenden kilometers in Europa af." Conclusie na Vraag 5: Niet alleen Mermelstein gaf geen bewijs voor vergassingen in Auschwitz, niemand anders in de wereld deed dat, reden waarom CIDI/Nizkor ook geen poging doet: er is geen bewijs voor massavergassingen.
6. Als Auschwitz geen “vernietigingskamp” was, wat was dan het werkelijke doel ervan? IHR antwoord: Het was een grootschalig industrieel complex en interneringscentrum. Gevangenen werden ingezet als werkkrachten bij de productie van synthetische brandstoffen.
66
Behulpzaam bij het beoordelen van deze V & A zijn: The Auschwitz Album. The Story of a Transport. Yad Vashem, Jeruzalem. 2002. Nederlandse uitgave Het Auschwitz Album. Reportage van een transport. 2005. Uitgeverij Verbum bv. ISBN 90-8088587-8. ‘ontzenuwing’ CIDI/Nizkor: “Tot op zekere hoogte waar. Auschwitz was een groot complex; het had gewone krijgsgevangenenkampen (waarin ook Britse piloten werden vastgehouden, die getuigden over oorlogsmisdaden in het nabij gelegen vernietigingskamp). Auschwitz II, ofwel Birkenau, was het grootste kamp, en de gaskamers bevonden zich daar. Auschwitz III, ofwel Monowitz, was het fabrieksterrein. Veel gevangenen werden inderdaad gebruikt voor dwangarbeid in Auschwitz. Maar de “ongeschikten” – dat wil zeggen de ouderen, de kinderen en de meeste vrouwen – werden onmiddellijk naar de gaskamers gezonden. In het herziene antwoord stelt het IHR dat daar “synthetische brandstof” werd geproduceerd en niet Buna. Dat is accurater. Tegen het einde van de oorlog was er nog niet een ons rubber geproduceerd in het Buna kamp. Het is echter een tactische fout dat het IHR dit toegeeft, want in vraag 40 stelt het dat het onmogelijk was lichamen te verbranden omdat er geen brandstof was. Niettemin geeft het toe dat er een brandstoffabriek was op slechts enkele paar kilometers afstand. Die produceerde inderdaad brandstof, en was om die reden een doelwit voor geallieerde bombardementen.” Revisionistische weerlegging: ” . . en de gaskamers bevonden zich daar”. Welke ‘gaskamers’? Welk concreet bewijs heeft de Industrie daarvoor geleverd? Niets! “Maar de ‘ongeschikten’ – dat wil zeggen de ouderen, de kinderen en de meeste vrouwen – werden onmiddellijk naar de gaskamers gezonden”. Dat is nogal wat! Kijk eens naar de groep van Anne Frank: maar liefst > 60% van hen werd – soms na maanden – uit Auschwitz naar andere kampen overgeplaatst en van slechts 1 (12,5%) wordt gezegd dat hij naar ‘de gaskamer’ ging! (Waarom alleen hij? Nota bene een man van 46). Ook benieuwd welke bewijzen CIDI/Nizkordaarvoor heeft? Niets, HELEMAAL NIETS! Dan: “want in vraag 40 stelt het [IHR] dat het onmogelijk was lichamen te verbranden omdat er geen brandstof was.” Wij stellen niet meer de vraag waarom CIDI/Nizkor liegt. Het IHR stelt niet dat ‘het onmogelijk was lichamen te verbranden omdat er geen brandstof was’. V&A 40 gaat over verbranding van enorme aantallen lijken in putten in de open lucht.Het is onmogelijk die in de open lucht te verbranden met steenkool, zoals in crematoria. In V&A 40 stelt het IHR letterlijk dat er een nijpend tekort aan benzine was. Een feit, dat niemand kan ontkennen. Voor die (later opgevoerde) openluchtverbrandingen (waarvan op luchtfoto’s niets te zien is), zijn vloeibare brandstoffen noodzakelijk. En omdat daaraan zo’n tekort was dat aan het front Duitse tanks door gebrek aan benzine moesten worden opgegeven en het Krema’s verboden was olie te gebruiken, stelt het IHR dat er voor het verbranden van honderdduizenden lijken in de open lucht meer benzine nodig was dan waarover de Duitsers beschikten. Conclusie na Vraag 6: CIDI/Nizkor erkennen dat Auschwitz een arbeidskamp was. Zij leveren geen bewijs voor de bewering dat ‘ouderen, kinderen en de meeste vrouwen’ ‘direct naar de gaskamers werden gezonden’. De door de communisten ‘onder de pet’ gehouden 46 ‘Sterbebüchern’ van Auschwitz, waarin de Duitsers pijnlijk nauwkeurig alle sterfgevallen van Auschwitz registreerden, tonen ondubbelzinnig de doodsoorzaken aan van alle leeftijden, van babies tot hoogbejaarden. Niets wijst op ‘selectie’ of onder- of oververtegenwoordiging van bepaalde leeftijdsgroepen. Die ‘Sterbebüchern’ van Auschwitz zagen er qua leeftijdsopbouw precies zo uit als die van alle 67
andere, niet-‘vernietigings’kampen; hoezo dan ‘selecties’ en ‘vergassingen’ in Auschwitz? Over die zogenaamde selecties in Auschwitz het volgende: als men de foto’s van deze ‘selecties voor gaskamers’ nauwkeurig bekijkt, bijvoorbeeld in het wereldwijd verspreide Auschwitz Album, dan vallen de zorgvuldige beschouwer enkele dingen op: - Er zijn twee rijen mensen: een met uitsluitend mannen en een met uitsluitend vrouwen en kinderen. - De ‘selectie’ had dus al plaatsgevonden. - De sfeer is relatief ontspannen, zowel onder de Duitsers, als onder de aangekomenen. - Langer in het kamp verblijvende gevangenen helpen de nieuwkomers en kunnen zich vrij onder hen mengen. - De rijen met vrouwen en kinderen zijn ca. 5 x korter dan de rij met mannen. Dat leidt tot de volgende conclusies: vrouwen/kinderen werden gescheiden omdat zij naar aparte bad-ontluizingruimten gingen (door gevangenen de ‘Sauna’ genoemd, op loopafstand van het perron). Van ‘selectie’ voor ‘gaskamers’ was geen sprake: uit de rijen blijkt niets van selectie naar ‘arbeidsgeschiktheid’. Ware dat zo, dan zouden zich in beide rijen vrouwen en mannen hebben bevonden. Dat dit geen ‘selectie’ voor ‘gaskamers’ was, blijkt ook uit het feit dat de rij met (‘arbeidsgeschikte’) mannen ca. 5 x langer was dan die met vrouwen en kinderen (‘arbeidsongeschikten’); dat is het omgekeerde van wat ons in de verhalen over ‘selecties’ wordt verteld: daarin zou het overgrote deel (ca. 80%) mannen, vrouwen, kinderen, bejaarden, zieken bestemd zijn geweest voor ‘de gaskamers’. Omdat eerder gearriveerde gevangenen zich vrij tussen de aangekomenen bewogen, hadden zij hen gemakkelijk kunnen hebben informeren over de vergassingsdood die hen wachtte. Kennelijk deden zij dat niet en het is ondenkbaar dat de Duitsers zo'n risico zouden nemen. Niks ‘selecties’ op het perron voor ‘gaskamers’ dus.
7. Wie bouwde de eerste concentratiekampen, waar en wanneer? IHR antwoord: De eerste concentratiekampen in de Westerse wereld werden opgezet tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog. De Britten interneerden duizenden Amerikanen, waarvan velen stierven door mishandeling en ziekte. Andrew Jackson en zijn broer – die stierf – waren twee van hen. Later zetten de Britten in Zuid-Afrika concentratiekampen op voor Afrikaanse vrouwen en kinderen tijdens de Boerenoorlog. Tienduizenden lieten het leven in deze inferno’s, die veel erger waren dan welk Duits concentratiekamp tijdens WO II ook. ‘ontzenuwing’ CIDI/Nizkor: Irrelevant als het over de Holocaust gaat, behalve de laatste zin – die absurd is. Zelfs Holocaust-ontkenners moeten toegeven dat honderduizenden gevangen in nazikampen zijn gestorven – zie hun antwoord op vraag 36. Alweer spreken zij zichzelf tegen. Het IHR wil de misdaden van de nazi’s goedpraten door ze te vergelijken met andere kwaden. Wij doen niet mee aan dit moreel relativisme. Wij presenteren slechts de historische feiten over de nazi’s en laten de lezer voor zichzelf beslissen. Revisionistische weerlegging: Met deze CIDI/Nizkor beantwoording kan men het gedeeltelijk eens zijn. Wie de eerste concentratiekampen opzette is weinig relevant. Dat wil zeggen, als media en 68
publiciteit niet altijd zouden suggereren dat het Duitsland was die dit afschuwelijke fenomeen zou hebben uitgevonden. Het IHR noemt nog niet eens de Sovjet-Goelags, die eerder en in groten getale bestonden. Een vergelijking met eerdere kampen is in dit kader weinig zinvol. Maar waarom doet de Holocaustindustrie dan dagelijks alsof Duitse kampen uniek waren en in afschuwelijkheid andere kampen overtroffen? Als we de oorlogsomstandigheden van de laatste maanden buiten beschouwing laten, waren die kampen niet slechter dan die in de Goelag. In beginsel was er voldoende eten, er waren artsen, ziekenhuizen, een bibliotheek, muziekuitvoeringen, sportfaciliteiten, speciaal gedrukt kampgeld, ja zelfs kampbordelen voor gevangenen. Sommige Russische gevangenen, die eerder in Sovjet-Goelags zaten, ervoeren hun verblijf in Duitse kampen als onwaarschijnlijk goed, hoewel niemand zich illusies mag maken over die kampen als recreatieoorden. Veel zinvoller is vandaag de vraag: ‘Wie heeft er nu nog concentratiekampen? Ze bestaan nog altijd, ook in ‘beschaafde’ landen, maar dan zonder eerdergenoemde faciliteiten: Guantanamo, Gaza en de Westbank. Dit is geen 'trivialisering', ook dit zijn feiten. Nizkor’s farizeïsche “. . .Wij doen niet aan moreel relativisme en geven liever de historische feiten over de nazi’s en laten het aan de lezer over zijn eigen mening te vormen”, laten we wat het is. Het is genoeg te wijzen op de vele vormen van misleiding, onwaarheid, omissies, speculeren op Pavlov reacties en afscherming van andersluidende informatie die zij beoefenen. Concentratiekampen waren niet uniek voor nazi’s en geen enkele groep heeft het monopolie op lijden en dood. Ook joden niet. Het is vandaag de dag niet overbodig – vooral jonge mensen – erop te wijzen dat niet alleen joden hebben geleden, maar miljoenen anderen evenzeer. Ook nu nog. Men hoeft bepaald geen helderziende te zijn om te voorzien dat CIDI ook dit zal bestempelen als ‘moreel relativisme’; het zij zo. Conclusie na Vraag 7: Wie de eerste concentratiekampen opzetteis een academische vraag. Dat uitgerekend het CIDI, een club die de huidige concentratiekampen (inclusief Gaza) van Israël rechtvaardigt en bagatelliseert, anderen van ‘moreel relativisme’ beschuldigt, kan met een goed jiddisch woord ‘een gotspe’ worden genoemd.
8. Waarin verschilden Duitse concentratiekampen van Amerikaanse ‘relocation’-kampen voor Japanse, Duitse en Italiaanse Amerikanen tijdens WO2? IHR antwoord: Behalve de naam, was het enige opvallende verschil dat de Duitsers mensen interneerden op basis van een werkelijk of vermeend veiligheidsrisico voor de Duitse oorlogsinspanning, terwijl de Amerikanen mensen interneerden enkel op basis van ras. ‘ontzenuwing’ CIDI/Nizkor: Niet relevant als het om de sjoa gaat, en onwaar. De zinsnede “de Duitsers interneerden personen omdat zij een werkelijk of vermoed veiligheidsrisico vormden” zou nog waar kunnen zijn – als men zou erkennen dat iedere Jood ervan werd verdacht een veiligheidsrisico te zijn uitsluitend omdat hij of zij Joods was. Revisionistische weerlegging: CIDI/Nizkor heeft gelijk als ze zegt dat de vergelijking niet relevant is. En ook: de ene misdaad heft een andere niet op. Ook het IHR heeft gelijk, als ze stelt dat de internering van Japanners in de VS op ras was gebaseerd. Toch verschilden de omstandigheden tussen Amerikaanse en Duitse kampen teveel om ze te kunnen vergelijken. Echter, de internering 69
door de Duitsers van de joden was wel degelijk – net als bij de Amerikanen – gebaseerd op ras. Het ‘ras’ – joden – werd door hen als veiligheidsrisico beschouwd. Zij hadden – naast racistische – daarvoor ook politiek en historisch zwaarwegende redenen. Volksduitsers in de Sovjet-Unie werden voor minder uit Rusland naar Goelags in Siberië gedeporteerd. In Nederland werden Duitsers en NSB-ers na het uitbreken van de oorlog direct opgepakt en gevangen gezet. Al in 1933 verklaarde Judea Duitsland de oorlog. H. Stern beschrijft in Jüdische Kriegserklärungen an Deutschland, Wortlaut, Vorgeschichte, Folgen (FZ Verlag, München), een hele reeks joodse oorlogsverklaringen tegen Duitsland. Al vóór Hitler aantrad, zei de president van de Joodse Wereldliga, Bernard Lecache: “Duitsland is onze Staatsvijand Nummer Een. Het is ons belang haar meedogenloos de oorlog te verklaren.” Lecache bedoelde met ‘onze staat’ niet Frankrijk of het niet bestaande Israël, maar zijn zionistische ‘wereldstaat’! De ‘staats’opdracht aan joodse Duitsers was hun verblijfsland ‘meedogenloos de oorlog te verklaren.’ Daarmee zag Hitler zijn stelling dat Duitse joden geen loyale staatsonderdanen konden zijn, maar potentiële ‘vijanden van Duitsland’ waren, bevestigd. En niet alleen de Joodse Wereldliga van Bernard Lecache. Op 24 maart 1933 meldde o.m. de Daily Express op de voorpagina: “Het Jodendom verklaart Duitsland de Oorlog:” “Heel Judea staat klaar om als één man Duitsland economisch en financieel de oorlog te verklaren…. 14 miljoen joden verspreid over de hele wereld hebben zich verenigd om de Duitse vervolgers van hun geloofsgenoten de oorlog te verklaren.... Duitsland zal een hoge prijs moeten betalen. Het Rijk wacht een totale boycot van handel, financiën en industrie... . Het oude en nu verenigde Volk van Israël verheft zich om met nieuwe, moderne wapens de oeroude oorlog tegen zijn onderdrukkers te voeren.” En hoe moeten we “oeroude oorlog” interpreteren? Ging het dan niet alleen tegen Hitler?! Al in 1933 riepen invloedrijke kapitaaljoden als oorlogsprofiteur en Versailles aasgier Samuel Untermeyer, middels de tot zijn beschikking staande media met drogredenen (‘moord’, ‘uithongering’, ‘vernietiging’) op tot een ‘Heilige Oorlog’ tegen Duitsland, die moest worden gevoerd letterlijk “tot het eind, tot haar vernietiging”. “Allen, joden en niet-joden die zich nog niet voor deze heilige oorlog inzetten, moeten dat hier en nu doen. Het volstaat niet geen Duitse goederen te kopen. U moet weigeren zaken te doen met elke zakenman of winkelier die Duitse producten verkoopt of Duitse schepen of scheepsartikelen . . . Wij zullen het Hitlerregime ondermijnen en het Duitse volk tot rede brengen door de export te vernietigen waarop hun bestaan rust”. Dat was in 1933, toen Duitsland in een dieptepunt van ellende verkeerde en geen jood in Duitsland een haar was gekrenkt, de opdracht aan alle Duitse joden. In januari 1934 lichtte de leider van de Zionistisch Partij, Wladimir Jabotinsky, die oorlogsverklaring toe. In het tijdschrift Mascha Rjetsch liet hij geen twijfel bestaan over de motieven van de zionistische kapitaalelite: “De strijd tegen Duitsland wordt thans sinds maanden gevoerd door elke joodse gemeenschap, op iedere conferentie, in de vakbonden en door iedere individuele jood in de wereld. (…) We zullen een geestelijke en materiële oorlog van de gehele wereld op gang brengen tegen Duitsland. Duitsland streeft ernaar wederom een grote natie te worden en haar verloren gebieden en kolonies terug te krijgen. Joodse belangen vereisen echter de vernietiging van Duitsland; het Duitse volk is een gevaar voor ons en niet kan worden toegelaten dat Duitsland onder de huidige regering machtig 70
wordt”. Niet Hitler of het Nationaal-socialisme, maar “Duitsland” en “het Duitse volk” werden aangewezen als te “vernietigen”. Vreemd, dat niemand, geen enkele ‘historicus’ spreekt over “deze voorgenomen ‘uitroeiing’ van het Duitse volk”. Als Hitler zich later op dezelfde manier uitlaat over de joden, is dat het ‘bewijs’ voor een plan voor fysieke uitroeiing van alle joden. Meer joodse oorlogsverklaringen, bijvoorbeeld die in juni 1934 van Emil Ludwig Cohn in Les Annales: “Hitler wil geen oorlog, maar wij zullen hem die opdringen; niet dit jaar, maar snel.” En David A. Brown, voorzitter van de United Jewish Campaign: “Wij Joden zullen Duitsland in oorlog brengen”. Zionistenleider Weizmann in september 1939: “Ik herhaal met grote duidelijkheid wat ik en mijn collega’s de afgelopen maanden en in het bijzonder in de laatste week hebben verklaard: dat de joden achter Groot Brittannië staan en zullen vechten aan de zijde van de democratieën.” Geen enkele twijfel dus dat joden in Duitsland voor en vooral tijdens de oorlog een veiligheidsrisico waren. “Een rapport van Himmler aan Hitler uit 1942 noemt bijvoorbeeld drie categorieen “Bandenverdächtige” – mensen die ervan verdacht werden deel uit te maken van de oppositie. Er werden er 19.000 genoemd onder “gevangen”. Onder “geexecuteerd” stonden er 14.000. En onder “geexecuteerde Joden” een derde van een miljoen. Een foto en transcriptie van dit document zijn beschikbaar.” Niet duidelijk is op welk document CIDI/Nizkor hier doelt, maar iets dergelijks zal ongetwijfeld getoond kunnen worden. In de eerste plaats maakt Nizkor van Bandenverdächtige (verzetsstrijders, franc-tireurs) “mensen die ervan verdacht werden deel uit te maken van de oppositie”. Een typisch staaltje taalvervalsing, want met dezelfde truc kunnen we vandaag van terreurverdachten zeggen dat ze verdacht worden deel uit te maken van de oppositie". Opvallend is dat Himmler’s ‘rapport’ een ‘transcript’ is, geen origineel, maar een kopie. Er zijn door de Holocaustijveraars veel van dit soort ‘transcripten’ tevoorschijn gebracht, als regel niet op origineel briefpapier, zonder registratuurkenmerken, zonder handtekening en vaak zelfs in het Engels. Als Nizkor met dit ‘document’ een van de zgn. Ereignismeldungen UdSSR bedoelt: revisionisten acepteren die pas als ze voldoen aan minimale authenticiteitskenmerken. Daarvan is bij deze foto van een ‘kopie’ geen sprake. Bovendien is bekend dat de Geallieerden kort na de oorlog in Duitsland meerdere onderdelen hadden voor vervalsing van documenten. Met dit soort vervalsingen en ‘30 getuigen onder ede’ ‘bewezen’ de Sovjets dat de Duitsers de massamoord bij Katyn pleegden . . . “De bewering dat er geen belangrijke verschillen waren, is natuurlijk een leugen. De Amerikanen hebben geen miljoenen mensen doodgehongerd, dwongen hun gevangenen niet om onder wrede omstandigheden te werken, en stuurden ze niet naar gaskamers als ze “ongeschikt” waren om te werken.” Onwaarheid, verdraaiing en contaminatie in één zin. Het is onwaar dat de Duitsers “miljoenen mensen hebben doodgehongerd”, het is onbewezen dat zij ze “naar gaskamers stuurden als ze 71
ongeschikt waren om te werken”. De wél juiste constatering “om onder wrede omstandigheden te werken” is ter contaminatie toegevoegd. Het eerste is een leugen: de sterftecijfers van Dachau en andere kampen in Duitsland tonen dat aan, evenals de bevrijde mensen in Auschwitz (voor zover ze niet aan tyfus e.d. leden) die redelijk goed gevoed waren. Honger was een gevolg van de oorlogsomstandigheden in de laatste maanden. Men maakt daarvoor misbruik van de foto’s van de door tyfus afschuwelijk uitgeteerde mensen in die kampen. Doodhongeren, gebeurde in naoorlogse Geallieerde kampen. Bekend en gedocumenteerd is dat de Sovjets in Buchenwald (zij noemden dat ‘Special Camp Nr. 2’) duizenden gevangengenomen Duitsers bewust lieten doodhongeren. De Amerikanen (Eisenhower!) lieten na de oorlog met voorbedachte rade bijna een miljoen Duitse krijgsgevangenen op onbeschutte weilanden bewust de hongerdood sterven (googelt u maar even op ‘Eisenhower death camps’). Conclusie na Vraag 8: Hoewel het IHR terecht stelt dat het zowel bij Amerikaanse als Duitse concentratiekampen om detentie op grond van ras ging en een daaraan toegeschreven veiligheidsrisico, doet het IHR op haar beurt in haar antwoord te weinig recht aan verschillen in de Duitse en Amerikaanse kampen zelf. Die waren aanzienlijk, hetgeen alleen al blijkt uit de hoge sterfte in de nazikampen. Ook ging het niet alleen om veiligheidsrisico’s; de nazi’s streefden er naar de joden uit het Reich te verwijderen. CIDI/Nizkor liegt over ‘doodhongeren van miljoenen mensen’ door de Duitsers en levert geen enkel concreet bewijs voor de stelling dat ‘mensen naar gaskamers werden gestuurd als ze niet konden werken’.
9. Waarom interneerden de Duitsers Joden in concentratiekampen? IHR antwoord: Omdat de Duitsers joden als een direct gevaar voor de soevereiniteit en het voortbestaan van de natie beschouwden en joden in overweldigende mate betrokken waren bij communistische subversiviteit. Echter, alle verdachte veiligheidsrisico’s – niet alleen joden – liepen gevaar geïnterneerd te worden. ‘ontzenuwing’ CIDI/Nizkor: Alle Joden waren communisten of een gevaar voor de nationale veiligheid? En de Joden in andere landen, zoals Polen? En de homoseksuelen, en de zigeuners? Hier wordt nazipropaganda van de ergste soort gereincarneerd. De stelling dat Joden “in overweldigende mate vertegenwoordigd” waren in “communistische subversiviteit” en in de verkeerde “beroepen” is een exacte echo van antisemitische nazipropaganda. Revisionistische weerlegging: Een foute reactie. Het IHR stelt dat joden in overweldigende mate betrokken waren bij communistische subversiviteit. Het IHR zegt niet dat ‘alle joden communisten waren’. IHR/Nizkor bestrijdt dat niet met argumenten, maar roept: “nazipropaganda van de ergste soort”. Graag eerst feiten alvorens dat te roepen s.v.p. Of zij ook daadwerkelijk allemaal een gevaar voor de nationale veiligheid waren, konden de Duitsers evenmin vaststellen als de Amerikanen van alle Japanners. Feit is dat de joden werden opgeroepen te werken aan de ‘vernietiging’ van Duitsland en feit is ook dat het communisme niet alleen een joodse uitvinding was (Marx), maar ook de leiders van de Russische revolutie overwegend joods waren: Trotsky (Bronstein), Sverdlov (Solomon), Zinoviev (Radomynski), Radek (Sobelsohn), Litvinov (Wallach), Kamenev (Rosenfeld), Urytski, enz. Ook de beruchte NKVD telde een buitenproportioneel aantal joden. De communistische staatsgreep naar Sovjet-model in Duitsland van 1918 was eveneens geleid door joden. 72
Ook was in april 1918 de Onafhankelijke Socialistische Partij opgericht. De top van die partij bestond bijna geheel uit joden: Kurt Eisner, Karl Kautsky, Ernst Toller, Eduard Bernstein, Julius Leber, Rudolf Breitscheid en Rudolf Hilferding. De joodse ‘Spartakist’ Karl Liebknecht riep in het Berlijns Keizerlijk Paleis de ‘Vrije Socialistische Republiek Duitsland’ uit, een Moskous filiaal van de Sovjet-Bolsjewistische wereldrevolutie. Van de zeskoppige KPD-leiding (Kommunistisches Partei Deutschland) waren vier joods. Anderen, Ebert, Scheidemann, Eisner, Erzberger, Toller, Liebknecht, Rosa Luxemburg waren vooraanstaande joodse revolutionairen en fakkeldragers van de communistische machtsgreep. In de ogen van veel Duitsers waren zij verantwoordelijk voor de chaos die tot het verlies van de oorlog, de vernietiging van de Monarchie en de daarop volgende vernietiging van Duitsland in Versailles had geleid. Alle joden waren vanaf 1933 opgeroepen te werken aan de vernietiging van Duitsland. De nazi’s beschouwden derhalve joden als veiligheidsrisico, evenals communisten, spionnen en verzetsmensen. De opmerking over ‘verkeerde beroepen’ is – hoewel daarover genoeg valt te zeggen – off topic, dus gaan we daarop niet in. Dat de nazi’s niet uit waren op het uitmoorden van ‘de joden’ blijkt bijvoorbeeld uit het feit dat zij de Sefardische joden niet vervolgden, de joodse emigratie krachtig bevorderden en tienduizenden joden met visa voor de VS, Zuid-Amerika, enz., met rust lieten. Misleidend is de valse link die wordt gelegd tussen ‘veiligheidsrisico’ en homoseksuelen/Roma’s. Homoseksuelen werden gevangen gezet op grond van publiek gedrag dat destijds vrijwel overal als onzedelijk en strafbaar was aangemerkt. In Nederland werd na de Duitse inval homoseksualiteit weliswaar strafbaar, maar vlak voor en vlak na de oorlog werden meer homoseksuelen gerechtelijk vervolgd dan tijdens de Duitse bezetting. Het merendeel van door de Duitsers vervolgde homoseksuelen stond terecht voor seks met kleine jongens. (Guilty sex. Homosexual indecency offences around the German occupation. A. Tijsseling. 2009; dissertatie Universiteit van Utrecht). Men kan de Nederlandse homoseksuelen als zodanig dan ook geen nazi-slachtoffers noemen. Zigeuners werden beschouwd als landlopers en a-socialen en voor ‘heropvoeding’ geïnterneerd. Jehova’s getuigen werden niet geïnterneerd vanwege hun geloof maar, net zoals in Nederland, omdat zij dienstweigeraar waren. Dit alles kreeg na de oorlog een demonische lading omdat werd gesteld dat zij waren ‘vergast’. De sterfte onder hen was net zo groot als die van andere categorieën. Ook voor homoseksuelen en Roma’s zijn na de oorlog overdreven aantallen ‘vermoorden’ opgevoerd. Een overlevende van de kampen, rechtsgeleerde en Commandeur in het Legioen van Eer, Gaston Pernot, schreef op 3 mei 1996 in een ingezonden stuk in Le Monde over de behandeling van gevangenen in nazikampen: “In de kampen had geen enkele categorie het monopolie. We waren allemaal gelijk in lijden en dood. Wij kunnen niet accepteren dat de deportaties door sommigen worden gemonopoliseerd en journalisten, die de oorlog noch deportatie hebben meegemaakt, daarmee manipuleren.” "Feit is dat de nazis dergelijke propaganda gebruikten om de moord te rechtvaardigen op elke Jood die zij achter het oprukkende Oostelijk Front vonden, en in elk ander land dat zij overweldigden: 73
miljoenen, mannen, vrouwen en kinderen. Holocaust-ontkenners geven overigens toe dat honderdduizenden Joden, inclusief vrouwen en kinderen, in de oostelijke gebieden werden doodgeschoten. Zie vraag 10 (hieronder). De nazis beweerden dat dit gerechtvaardigd was wegens de oorlogsomstandigheden. Wij vinden het schokkend diezelfde rechtvaardigingen vijftig jaar later opnieuw te zien opduiken." Dit onderwerp is bij deze vraag over concentratiekampen niet aan de orde. Het moet de belabberde ‘ontzenuwing’ een schijn van relevantie geven. We komen op de misdaden van Duitsers aan het Oostfront terug en zullen daarbij vaststellen dat – ondanks alles – ook die door CIDI/Nizkor eenzijdig en tendentieus worden voorgesteld. Hier volstaat te constateren dat het volslagen absurd en regelrecht “aanzetten tot haat” is revisionisten ervan te beschuldigen dat zij "moord willen rechtvaardigen", "aanzetten tot rassenhaat” of “belediging van de doden”. Dit soort vileine beschuldigingen toont de haat tegen waarheid en onderzoek . “Rechtvaardigt” het moord als men tracht te bewijzen dat de beschuldigde die niet heeft gepleegd of niet heeft gepleegd zoals gezegd (bijvoorbeeld omdat het slachtoffer al dood was, een natuurlijke dood stierf, niet ter plaatse was of zelfs nog in leven is)? Zo ja, dan maken advocaten als Moszkowicz en Spong zich daaraan dagelijks schuldig. Hoe kan open wetenschapskritisch onderzoek naar waarheid en mythe over historische gebeurtenissen gelijk worden gesteld met “aanzetten tot rassenhaat” of “beledigen van de doden”. Juist, dat kan niet. Dat zijn doorzichtige leugens. Conclusie na Vraag 9: Het IHR antwoord is bewezen juist te zijn en dus allesbehalve ‘ontzenuwd’.
10. Welke vergaande maatregel ondernam het wereld Jodendom al in 1933 tegen Duitsland? IHR antwoord: Een internationale boycot van Duitse goederen. ‘ontzenuwing’ CIDI/Nizkor: Deze boycot is toevallig precies dezelfde kwestie waar vraag 11 (hieronder) naar verwijst, alleen in die vraag wordt dit een “oorlogsverklaring aan Duitsland” genoemd. Waarom beschreef het IHR diezelfde kwestie tweemaal met verschillende woorden? Hier zit een luchtje aan. De boycot van Duitse goederen werd ingezet als reactie op diverse misdaden van de nazi’s, inclusief een door de nazi geplande boycot van Joodse goederen en diensten. Maar dat “vergat” het IHR gemakshalve te vermelden. Revisionistische weerlegging: Nee, dat is niet ‘precies dezelfde kwestie’ als bij V&A 11. In 1933 riep, zoals we bij V&A 8 aantoonden, het Internationale jodendom op tot een algemene, wereldwijde en permanente boycot tegen Duitse goederen. Dat is iets anders dan de gematigde ééndaagse Duitse protestreactie daarop, een boycot op zaterdag 1 april 1933 (een Sabbat, waarop veel joodse winkels toch al dicht waren!). Duitsland bevond zich toen op het dieptepunt van jarenlange ellende. Honger, de hoogste zuigelingensterfte van Europa, het hoogste zelfmoordcijfer, massawerkloosheid en algehele uitzichtloosheid en malaise. Juist toen kondigde Judea de algemene wereldwijde permanente boycot tegen Duitse producten af. Duitsland bezat geen kolonies, geen grondstoffen als olie, rubber, koffie, staal, enz. Duitsland leefde van productie en export. Voor Duitsland gold: exporteren of sterven. Op dat moment lanceerde het internationale kapitaaljodendom haar boycot tegen Duitsland, als prelude op de komende 74
oorlogsverklaring. En dat in een tijd dat er geen sprake was van jodenvervolging in Duitsland. Integendeel, talloze joden uit Polen en andere landen zochten hun toevlucht in Duitsland omdat daar de omstandigheden voor joden beter waren dan in de meeste andere Europese landen. Hoe huichelachtig het argument van buitenlandse kapitaaljoden was dat voor 1938 in Duitsland sprake was van ‘misdaden van de nazi’s’, blijkt alleen al uit het feit dat in Polen 6 x zoveel joden waren, die daar veel ernstiger gediscrimineerd en gemaltraiteerd werden! Niet voor niets protesteerden de 30.000 illegale Poolse joden in Duitsland, toen zij in 1938 moesten terugkeren naar hun land van herkomst! Er was toen absoluut geen sprake van “diverse misdaden van de nazi’s”, zoals CIDI/Nizkor liegt. Het IHR “vergat” die niet en CIDI/Nizkor noemt ze niet, omdat die er (afgezien van incidenten) niet waren. Ook niet van “een door de nazi geplande boycot van Joodse goederen en diensten.” In maart 1933 vormden de nazi’s een minderheid in een Duits coalitiekabinet. Er was toen geen naziKabinet! Laat staan in de jaren voor 1933. Natuurlijk is ook die “door de nazi’s geplande” boycot van Joodse goederen en diensten een verzinsel. Wat zijn ‘Joodse goederen en diensten’? Bestaan die? Nee, CIDI c.s. voert dit op om de permanente internationale boycot tegen Duitsland weg te liegen. Als reactie kwam de Duitse regering op 1 april van dat jaar met een demonstratieve boycot van één dag tegen joodse winkels. Niet met een zoals CIDI/Nizkor stelt “geplande boycot van Joodse goederen”. “Let op het openlijke antisemitisme in de Samisdat versie (van Ernst Zündel): de gaskamers en de poging tot uitroeiing doen er niet toe, dat er zes miljoen stierven doet er niet toe.” Hier is ie weer: de valse ‘anti-semitisme’ claim als er geen argumenten zijn. Wat ‘anti-semitisme’ is, bepalen joodse retorici zelf: dat loopt uiteen van een jood een jood noemen tot een joodse leugenaar een joodse leugenaar noemen. Sommigen beweren dat iedereen aan wie joden een hekel hebben een ‘anti-semiet’ is. In ieder geval is dit een van de meest misbruikte en meest kwalijke beschuldigingen. Te stellen dat Zündel gezegd zou hebben dat ‘gaskamers’ en zes miljoen gestorven joden er niet toe doen, is een platte leugen. Zündel zegt dat voor ‘gaskamers’ geen bewijzen, maar wel overtuigende tegenbewijzen bestaan en dat zij die anders beweren leugenaars zijn. Daarom noemt CIDI/Nizkor hem ‘anti-semiet’. “Vraag liever of de nazi’s het volste recht hadden om Joodse baby’s naar kampen te sturen met weinig eten, geen sanitaire voorzieningen en om zich heen grijpende typhusepidemieen, waar ze stierven als vliegen? Waren die Joodse baby’s krijgsgevangenen”. Demagogie. Het was oorlog. Toen de Geallieerden besloten met fosforbommen woonwijken te bombarderen in Dresden, Hamburg, Berlijn, enz. en daar een letterlijke Holocaust (= levende verbranding) aanrichtten, was tevoren duidelijk dat ook kinderen, babies, zieken, bejaarden en andere onschuldigen levend zouden verbranden. Hetzelfde in Hiroshima, Nagasaki, Bagdad, Gaza en vul verder maar in. Elke oorlog is smeerlapperij. Er zijn geen ‘goeden’ (joden, Amerikanen, Engelsen, wij) en er zijn geen ‘slechten’ (Duitsers, de anderen). Wie zich anders laat inlepelen (of erger: dat anderen inlepelt) is mede schuldig aan haat en alle nog komende gruwelen op deze planeet. De nazi’s wilden de joden uit hun Reich verdrijven en plaatsten hen daartoe o.m. in kampen. Onderscheid maken tussen ouderen, kinderen, babies, e.d. was onmogelijk en paste daar ook niet in. 75
Wat zij wel probeerden, was de omstandigheden in die kampen minimaal draaglijk te houden. Auschwitz is daarvoor het beste bewijs: er waren, ziekenhuizen, theater, zwembad, badinrichtingen, uitgebreide bad- en ontluizingsinstallaties, een bibliotheek, kantine, enz. Gevangenen die uit Sovjet Goelag kampen kwamen, waren euforisch over wat zij in Duitse kampen ervoeren. Was Auschwitz dan een vakantieoord? Verre van dat. Voor ontelbaren was het de Hel op Aarde, deels door toedoen van de nazi’s, deels door andere oorzaken. Vast staat dat de toenmalige Duitse overheid, ‘de nazi’s’ dus, daarvoor verantwoordelijk waren. Geen mens mag echter zo arrogant zijn alleen hen verwijten te maken; de Grootste ooit op Aarde, Jezus van Nazareth, zei in Zijn Oneindige Wijsheid tweeduizend jaar geleden o.m.: “Wie zonder zonde is, werpe de eerste steen.” “Zelfs “revisionisten” moeten toegeven dat deze slachting heeft plaatsgevonden. De Holocaustontkenner David Irving beschrijft een speech van Himmler in 1944 (Skeptic magazine, Vol. 2, No. 4, p. 50): “Als mensen vragen”, zei Himmler, “waarom moest je de kinderen ook vermoorden, dan kan ik alleen maar zeggen dat ik niet zo’n lafaard ben dat ik iets aan mijn kinderen overlaat dat ik zelf kan doen.” ...Het is waar, dat heeft Himmler gezegd. Om precies te zijn zei hij “We maken de Joden af. We vermoorden ze. We doden ze.”...Hij heeft het over het oplossen van het Joodse probleem, over de noodzaak ook vrouwen en kinderen uit te moorden.” Natuurlijk erkennen revisionisten bepaalde ‘slachtingen’, waarvoor bewijzen zijn; maar niet die waarvoor geen bewijzen zijn, die van ‘zes miljoen’ joden en ‘gaskamers’ dus. Ook Irving deed dat niet. Wat CIDI/Nizkor hier tracht te veralgemeniseren komt uit een korte passage van de zgn. Posen-speech van Himmler, onder het kopje ‘Jodenevacuatie’. Wij komen uitgebreid op die (vervalste) Posen-speech terug bij V&A 39. “Gaf een krantenartikel in 1933 de nazi’s “het volste recht” om dat te doen? (In het geciteeerde interview stelt Irving dat deze uitspraak van Himmler geen bewijs is van de sjoa, omdat Himmler niet specifiek het aantal Joden had genoemd die vermoord werden.)” Wederom demagogie. Niemand legt hierbij de relatie met een ‘krantenartikel’. Irving voert aan dat de passage uit Himmler’s Posen speech geen betrekking had op de joden, maar op de door hem genoemde ‘joodse verraders en saboteurs’, partisanen dus, waarvoor het toenmalige Oorlogsrecht het nemen van represailles toestond. Los van de verwerpelijkheid daarvan, is dit het constateren van een feit. Conclusie na Vraag 10: Het IHR antwoord op deze vraag is juist. Er was een internationale joodse boycot tegen Duitsland. Daar is geen speld tussen te krijgen. CIDI/Nizkor kan dat noch ‘ontzenuwen’, noch afschuiven, noch wegliegen.
11. Verklaarde het wereldjodendom Duitsland de oorlog? IHR antwoord: Ja. De wereldmedia kwamen met koppen als “Judea verklaart Duitsland de oorlog”. Kranten over de hele wereld berichtten het. Als voorbeeld een kop op de voorpagina van de London Daily Express van 24 maart 1933. Behulpzaam bij het beoordelen van deze V & A zijn: Het Hitler-Hess Bedrog. (The Hitler/Hess 76
Deception: British Intelligence’s Best-Kept Secret of the Second World War). M. Allen. 2003. Gescheiterde Friedens Initiativen 1939-1945. H.Meiser.Scriptorium. Deutscher Versandbuchhandel. http://www.shop.versandbuchhandelscriptorium.com ‘ontzenuwing’ CIDI/Nizkor: “Wereldmedia”? “Kranten over de hele wereld”? Er wordt één Britse krant geciteerd, die het heeft over een voorgenomen economische boycot. Er is een transcript van dat artikel beschikbaar. Revisionistische weerlegging: CIDI/Nizkor tracht de boycot tegen Duitsland vanaf 1933 te bagatelliseren door het voor te stellen alsof dit een geïsoleerd artikel in één Britse krant zou zijn geweest. Natuurlijk was het dat niet. Ze werd door ontelbare andere kranten over de wereld verspreid. In New York werd de boycotoproep kracht bij gezet door een massademonstratie van 20.000 joden, die op 23 maart rellen schopten bij de kantoren van de Noord Duitse Lloyd en de Hamburg-Amerika Lijn. Op 27 maart organiseerde het Amerikaans Joods Congres in Madison Square Garden een anti-Duitse massabetoging, waarbij Joodse Oorlogsveteranen van ’14-18 de boycot steunden. Kort daarna, in juli, richtte Samuel Untermeyer de ‘Internationale Joodse Economische Federatie’ op, wiens doel was ‘bestrijding van de Hitleriaanse jodenvervolging.’ “Kortom, deze vraag-en-antwoord zijn een goedkope truuk om het te doen voorkomen alsof “het Wereld Jodendom” is begonnen met “de oorlog” tegen Duitsland, in plaats van andersom. Het woord ‘oorlog’ heeft vele betekenissen. In dit geval betekende het uitoefenen van economische druk.” De ‘goedkope truuk’ is van CIDI/Nizkor, omdat niet het IHR tot ‘Een Vernietigingsoorlog tegen Duitsland’ opriep, maar joodse leiders en joodse wereldorganisaties. Zoals bij V&A 8 getoond, was dat al in 1933 (later vele malen herhaald). “In plaats van andersom” is een postulering die CIDI/Nizkor niet hard maakt en destijds ook niet door joodse leiders werd gemeld. Integendeel, eerder en bij V&A 12 erkennen CIDI/Nizkor die joodse oorlogsverklaring impliciet en de volgende citaten onderstrepen dat feit nog meer: De hoogste ambtenaar van het Britse Ministerie van Buitenlandse Zaken, de jood Vansittart, zei in 1933: “We kunnen niet toestaan Hitler-Duitsland welvarend te laten worden. Het Congres van de Vakbonden vindt dat ook, zij het om andere redenen, gezien de recent door hen aangenomen boycot van Duitse goederen”. (Colvin, I. Vansittart in Office, blz. 28-29, 35, 121.) In juni 1934 schreef Emil Ludwig Cohn in zijn boek The New Holy Alliance: “Hitler wil geen oorlog, maar wij zullen hem ertoe dwingen, niet dit jaar, maar spoedig.” En David A. Brown, voorzitter van de United Jewish Campaign, eveneens in 1934: “Wij Joden zullen Duitsland in oorlog brengen.” (I Testify Against The Jews, Robert Edward Edmondson, blz. 188). “Het woord ‘oorlog’ heeft vele betekenissen.” Dat is juist. De economische druk tegen Duitsland was de prelude tot de militaire Oorlogsverklaring. Doel van beide was: vernietiging van Duitsland. Hoe dat in zijn werk ging schreef o.m. de Poolse ambassadeur in Washington, Graaf Jerzy Potocki, op 9 februari 1938, anderhalf jaar voor het uitbreken van WO II: "De druk van de joden op President Roosevelt en het State Department wordt steeds sterker... De joden zijn de leiders in het creëren van een oorlogspsychose die de hele wereld in oorlog zal storten en een algemene 77
catastrofe teweeg zal brengen. Dat gevoel wordt steeds duidelijker.” En, op 12 januari: “Het overheersende gevoel in de US is groeiende haat tegen fascisme, en boven alles, tegen Kanselier Hitler en alles wat met de Nazi’s te maken heeft. De propaganda is in joodse handen, zij controleren bijna 100% van radio, film, dag- en weekbladpers. Hoewel de propaganda buitengewoon grof is en Duitsland zo zwart mogelijk voorstelt, is het zeer effectief omdat het publiek volledig onwetend is en niets van de situatie in Europa weet.” “[. . .] De heersende haat tegen alles wat ook maar iets met het Duitse nazisme te maken heeft, wordt nog verder aangestoken door joodse intellectuelen: Bernard Baruch; de Gouverneur van New York, Herbert Lehman, de pasbenoemde rechter aan het Hooggerechtshof, Felix Frankfurter, Minister van Financiën Henry Morgenthau en persoonlijke vrienden van President Roosevelt.” Zo wakkerden elitaire joden in de jaren Dertig oorlog in Europa aan en zo wordt nu oorlog gesticht in het Midden Oosten. Alles in hún strategisch belang, ten koste van anderen, inclusief de mindere joodse broeders en zusters. “Feit is dat Duitsland de echte oorlog is begonnen, de Tweede Wereldoorlog, en dat het die begon door Polen binnen te vallen met vliegtuigen, bommen, tanks en miljoenen infanteriesoldaten. Om dit te vergelijken met een voorgenomen economische boycot is belachelijk, maar een typisch voorbeeld van “revisionistische” truuks.” Deze postulering wordt door belangrijke historici niet langer zonder meer aanvaard. Het is hier niet de plaats daarop in te gaan. Feit is dat Engeland en Frankrijk Duitsland de (Wereld)oorlog verklaarden, dat beide landen niet vijandig gezind was. Feit is ook dat aan de Sovjet-Unie die, zoals zij toen al wisten, Polen eveneens zou binnenvallen, niet de oorlog werd verklaard. Integendeel, zij sloten later met de Sovjets een pact tegen Duitsland. Hoe kon dat? Het ging toch om de ‘vrijheid van Polen?’ Het ging toch om ‘democratie’? Het eindresultaat van die gruwelijke oorlog was dat Duitsland was vernietigd en Stalin zijn communistisch imperium zag uitgebreid met Oost-Europa plus de helft van Duitsland, de natie die al vanaf 1917 op het communistische verlanglijstje stond. Het gaat hier te ver in te gaan op de achtergronden van de Duitse inval in Polen. Factoren daarin waren gerechtvaardigde Duitse eisen m.b.t. een vrije doorgang (Corridor) naar de 98% Duitse enclave Gdansk, vijandige incidenten zoals beschieting door de Polen van Duitse verkeersvliegtuigen, de onredelijke agressieve Poolse benadering van Duitsland (aangemoedigd door later waardeloos gebleken Engelse ‘oorlogsgaranties’), en niet in de laatste plaats het door Stalin ontworpen Molotov-Von Ribbentrop Pact. Hitler wilde nooit oorlog tegen Engeland-Frankrijk, laat staan een Wereldoorlog: het vraagt een boekwerk om dat aan te tonen, maar waarheid is het. Aan het eind van die oorlog bleken OostEuropa, Polen en Oost-Duitsland bepaald niet ‘bevrijd’. Integendeel, dankzij die zinloze Westerse oorlogsverklaring ‘voor de vrijheid van Polen’ (dat zij met geen vinger te hulp kwamen . . .), was Duitsland vernietigd en heel Oost-Europa communistisch geworden. De Geallieerden wezen alle, meer dan 40, Duitse vredesvoorstellen af, die voor de bevolking werden (worden) verzwegen om de voortzetting van de oorlog niet in gevaar te brengen (H.Meiser, Gescheiterde Friedens Initiativen 1939-1945). “Maar het IHR en Zündel willen je doen geloven dat dit een echte oorlogsverklaring was. Hoeveel troependivisies had “Judea”? Hoeveel tanks? Hoeveel vliegtuigen? Hoeveel mortiergranaten?” 78
Demagogie. Geen revisionist stelt dat de joodse oorlogsverklaring er een was van directe joodse militaire deelname aan de oorlog. Aanstichters van oorlogen nemen nooit zelf fysiek deel aan oorlogen; alleen door er miljarden aan te verdienen en hun eigen agenda te bevorderen. Schieten en sterven doen anderen wel. Dat was zo in WO I, in WO II, in de oorlogen tegen zions vijanden Irak, Afghanistan en (als het aan hen ligt) straks in Iran, enz. Hoezo ‘Change’? Natuurlijk is er geen revisionist die meent dat “Judea” zelf fysiek aan die oorlog zou deelnemen. Wél dat haar invloed op regeringen, media en banken – zoals zij in hun oorlogsverklaring stelden – zo groot was, dat dit de vernietiging van Duitsland, een stuk dichterbij zou brengen, uiteraard middels een ‘ijzeren’ oorlog, gevoerd door anderen; zoals in WO I ook al het geval was. Wie de geschiedenis kent, weet dat het de Macht van het internationale kapitaaljodendom was die de Russen in 1904 de Russisch-Japanse oorlog deed verliezen: de Rothschild banken in Londen trokken de kapitaalsteun aan de tsaristische regering in, terwijl Rothschild filiaal Kuhn-Loeb & Co in New York de Japanners alle kredieten gaf waarom ze vroegen. Ook bewerkstelligden zij de val van het Russische Tsarendom, de Eerste Wereldoorlog, de Bolsjewistische dictatuur, etc. Nee, wie denkt dat oorlogen vooreerst met troependivisies en tanks worden gevoerd, kent de achterkamergeschiedenis van oorlogen niet. Hij begint het verhaal in het midden, niet aan het begin. Jammer genoeg beperkt de ‘educatie’ zich tot oppervlakkigheden en uiterlijkheden en blijven de werkelijke wortels van die gruwelijke oorlogen verborgen. Conclusie na Vraag 11: Ja, het wereldjodendom verklaarde Duitsland de oorlog. Eerst economisch, later middels hun pionnen in de Britse regering ook militair. Men kan er over twisten voor wie dat het meest rampzalig was, maar uiteindelijk verloren allen. De joodse rol in het uitbreken en voortduren van de Tweede Wereldoorlog is niet te ontkennen. Hitler was niet de man die daarvoor zwichtte . . . De Brits-Franse oorlogsverklaring leidde tot het drama van de Tweede Wereldoorlog. Het heeft Duitsland als staat en Volk vernietigd, de Europese volkeren in een orgie van geweld en terreur gebracht met 50 miljoen doden en noch de Polen, noch de joden, noch de democratie gered. Integendeel. De Polen, Oost-Europa en de helft van Duitsland kwamen onder Stalinistische terreur. Daar was niemand ‘bevrijd’, integendeel. Het tragische lot van de joden is bekend. Israël een wrange vrucht van die oorlog.
12. Was dit voor of nadat de geruchten over ‘dodenkampen’ begonnen? IHR antwoord: Bijna zes jaar DAARVOOR. Judea verklaarde Duitsland de oorlog in 1933. ‘ontzenuwing’ CIDI/Nizkor: Het ging om een economische “oorlog”, zoals opgemerkt in het antwoord op vraag 11. Revisionistische weerlegging: Inderdaad, toen een economische oorlog maar, net zoals bij Irak, de prelude tot de militaire oorlog. Dat blijkt bijv. uit uitspraken van Henry Morgenthau van 1 februari 1933 (“de Tweede Wereldoorlog is begonnen”), Jabotinsky (“de definitieve vernietiging van Duitsland”), Vansittard, e.a. Over wat CIDI/Nizkor opmerkt over anti-semitisme in Duitsland vóór 1933 dit: dat Hitler en de 79
nazi’s antisemitisch waren hoeft geen betoog, alhoewel men dan ook iets over aanleidingen moet mogen zeggen, anders wordt dat probleem nooit opgelost. Hitler schreef in 1924 in Mein Kampf enkele regels over honderdduizenden soldaten die in WO I met gas waren gedood en het volgens hem beter zou zijn geweest als niet zij, maar de voor die oorlog verantwoordelijke joden zouden zijn vergast. Laten we dit in de context plaatsen, door het oordeel van het Amerikaanse Congres over de Eerste Wereldoorlog te vermelden: “De volledige verantwoordelijkheid voor de Eerste Wereldoorlog ligt keihard op de schouders van internationale joodse bankiers. Die zijn verantwoordelijk voor miljoenen doden en stervenden.” (US Congres Verslag 67e Congres, 4e zitting,Senaatsdocument nr. 346) Niettemin was vóór 1933 anti-semitisme geen hoofditem, niet in Duitsland en zelfs niet in de NSDAP, de nazipartij. Hun binnenlandse strijd ging in de eerste plaats tegen het communisme, gevolgd door het libertarisme. Historici zijn het erover eens dat in de jaren 1926-32 nauwelijks sprake was van anti-semitisme en Hitler daarin zelfs een beteugelende rol speelde (NSDAP und Antisemitismus 1919-1933, Dr. Michael Mayer http://epub.ub.uni-muenchen.de/9/ (pdf). Pas ná 1933 nam het anti-semitisme toe. Zo werd een politiek gevoerd om de onevenredig grote joodse invloed in Duitsland op te heffen en joden het leven zo zuur te maken, dat ze ‘vrijwillig’ zouden emigreren. Dat zij na 1933, zoals CIDI schrijft, “aan bomen werden opgehangen” is onzinnige haatpropaganda, van hetzelfde imbeciele niveau als de eenling die dit wellicht ooit in Duitsland schreef. De NSDAP had al lang gemerkt dat het roeren van de anti-semitische trom geen stemmen opleverde en rabiate anti-semieten in de partij kwamen niet ver, afgezien van Goebbels, die carrière maakte op ‘persoonlijke kwaliteiten’. Ook richtte het straatgeweld van de SA zich niet tegen joden, maar tegen communisten. In Berlijn, waar 1/3 van de Duitse joden leefden, waren ‘politieke’ straatgevechten tussen nazi’s en communisten aan de orde van de dag, waarbij talloze doden en gewonden vielen. Daarentegen was er slechts één incident met joden, waarvoor de deelnemende SA’ers tot gevangenisstraffen van meer dan een jaar werden veroordeeld. De nazistaat voerde een Zero-tolerance beleid tegen geweld tegen personen en goederen. De joden leefden in Duitsland tussen 1933 en 1941 (afgezien van het eenmalige incident, ‘de Kristalnacht’) relatief vredig: hedendaagse Palestijnse kinderen dromen daar wel eens van. De “66 Vragen en Antwoorden” zijn er, zoals de meeste ontkennerspropaganda, op uit om alles te vereenvoudigen. Zij presenteren één enkel uit zijn contekst gerukt merkwaardig feit, en hopen de lezer te overtuigen dat dit alles is wat hij hoeft te weten. Maar als er weer wat van de contekst aan wordt toegevoegd, blijkt het merkwaardige feit vaak niet merkwaardiger dan enige andere gebeurtenis uit die tijd. Nee maar, merkwaardig. Het CIDI, wiens handelsmerk onverantwoordelijke versimpeling is (‘ontkenners’, ‘de Holocaust’, ‘anti-semieten’, ‘neo-nazi’s’, het Israëlische ‘hek’, ‘de joden’, enzovoort), verwijt hier het IHR een simpele vraag te stellen en daarop een juist antwoord te geven. Ze haalt vervolgens zaken aan die het standpunt van de IHR bevestigen. Ze poogt (zonder feiten) aan te geven dat de nationaal-socialisten al vóór 1933 de oorlog aan de joden verklaarden en daarmee ‘dus’ de joodse oorlogsverklaring (wereldwijde boycot, geleid door New Yorkse geldjoden) ‘gerechtvaardigd’ was, daarmee het IHR antwoord bij V&A 11 bevestigend. CIDI/Nizkor noemt als voorbeeld van het ‘meer uitgesproken en gewelddadig’ wordende antisemitisme geen “aan lantaarnpalen opgehangen joden”, maar een citaat uit Hitler’s Rijksdagrede van 30 januari 1939:
80
“Vandaag zal ik weer een profetie doen: als de internationale kapitaal Joden binnen en buiten Europa er nogmaals in zouden slagen om naties opnieuw in een wereldoorlog te storten, dan zal het gevolg niet de Bolsjewisering van de aarde zijn en daarmee de overwinning van de Joden, maar de vernietiging van het Joodse ras in Europa!” Hij herhaalde die opvatting nog minstens tweemaal in het publiek, tijdens de oorlog, en hij was niet de enige. Alweer een uit verband gehaalde tekst. Hitler sprak over internationale kapitaaljoden en de dreigende Wereldoorlog. Ruim tweeënhalf jaar later, op 25 oktober 1941, merkte Hitler over hetzelfde onderwerp tegen Himmler en Heydrich op: “Van het podium van de Rijksdag sprak ik de profetie over het jodendom uit dat als zij oorlog onvermijdelijk zouden maken de joden uit Europa zouden verdwijnen. Dat ras van criminelen heeft 2 miljoen doden van de Eerste Wereldoorlog op haar geweten en nu honderdduizenden meer. Laat niemand mij vertellen dat wij hen niet in de moerasgebieden van Rusland kunnen neerzetten! Wie geeft er om onze troepen? Het is overigens geen slecht idee, dat publieke gerucht dat ons een plan toeschrijft voor uitroeiing van de joden. Terreur is een heilzaam ding.” Daaruit blijkt dat Hitler zelfs eind 1941, ondanks zijn felle vijandschap tegenover de joden niet aan uitroeiing dacht, maar zoals ook uit alle objectieve waarnemingen blijkt, aan Verelendung en gedwongen verplaatsing naar het Oosten. Conclusie na Vraag 12: De vraag is helder. Het IHR antwoord is dat ook. Dit met ontkenningen, uit het verband gerukte citaten en rookgordijnen aan het zicht pogen te onttrekken, is des CIDI’s.
13. Welke natie staat te boek als de eerste die massaal burgers bombardeerde? IHR antwoord: Groot Brittannië – op 11 mei 1940. ‘ontzenuwing’ CIDI/Nizkor: De stad Guernica in Spanje is in 1937 gebombardeerd door de Duitse Luftwaffe tijdens de Spaanse Burgeroorlog. Maar wat heeft dit te maken met de sjoa? Het is waar de geallieerden op grote schaal burgers hebben gebombardeerd – net als de Duitsers. Betekent het feit dat er tegen Duitsers wreedheden zijn gepleegd dat zij er zelf geen hebben gepleegd? Wat een gestoorde logica. De vorige paar vragen zinspeelden hier alleen op, maar het IHR suggereert elders openlijk dat het interneren van Europese Joden gerechtvaardigd was. Zie hun webpagina, The Encampment of the Jews: Might It Have Been Justified? (Het in kampen brengen van de Joden: zou het gerechtvaardigd zijn geweest?) Revisionistische weerlegging: Inderdaad, deze vraag heeft weinig met de Sjoa te maken en wordt in gezochtheid alleen overtroffen doordat CIDI/Nizkor hier met Guernica op de proppen komt. Zelfs daarover debiteert zij onwaarheden en foute suggesties: - Zo was het niet de ‘Duitse Luftwaffe’ die het berucht geworden bombardement uitvoerde, maar een gecombineerd Duits-Italiaanse eenheid, onder leiding van Von Richthofen. - Het was niet bedoeld om burgers te doden, maar een militair bombardement, vooral gericht op bruggen en wegen rond de stad en de Republikeinse milities die Guernica en omgeving bezetten. De 81
stad was van strategisch belang voor controle over de regio en in handen van Republikeinse troepen. - Na 70 jaar propaganda stellen historici het aantal doden nu op 250-300, waaronder vijandige strijders. Door dit gevechtsbombardement kreeg Franco drie dagen later de stad en regio geheel onder controle. “Het is waar dat de geallieerden op grote schaal burgers hebben gebombardeerd – net als de Duitsers.” Dat is gewoon niet waar! Duitsland beschikte niet over een zgn. ‘strategische luchtmacht’ van zware bommenwerpers (Lancasters, B-17 en B-24’s), die op grote hoogte vliegend geen ander doel hadden dan blinde bommenterreur. Duitsland voerde geen systematische tapijtbombardementen op steden en woonwijken uit.De Duitsers hebben uit wraak wel eens een niet-gevechts bombardement op een stad (Coventry) uitgevoerd; de verhouding tot de BrittenAmerikanen was ongeveer 1 : 100. Ook de beschietingen met V-1 en V2’s (Vergeltungswaffen) op Londen waren een vergelding voor de bombardementen op Duitse steden. Verder stelt CIDI/Nizkor een idiote vraag aan het IHR (of ‘wreedheden tegen Duitsers betekent dat zij er zelf geen hebben gepleegd’) en suggereert een even idioot antwoord. Daarna verwijt zij het IHR ‘gestoorde logica’. Duitsers pleegden zeker wreedheden tegen gevangenen. Wat dat betreft verschilden zij nauwelijks van andere legers. Niettemin moesten alle Duitsers in nazi-kampen, ook die in Auschwitz, de volgende verklaring tekenen: “Ik ben mij ervan bewust dat alleen de Führer beslist over leven en dood van vijanden van het Reich (gevangenen). Het is mij niet toegestaan een vijand van het Reich te verwonden of te doden. Voor het doden van een concentratie-kampgevangene is persoonlijke goedkeuring van de Reichsführer SS vereist. Ik ben mij ervan bewust dat ik streng zal worden gestraft bij overtreding van dit voorschrift.” Een jurist, Mr. Konrad Morgen, was als SS-rechter door Himmler belast met berechten van Duitsers die in kampen misdaden tegen gevangenen begingen. Hij behandelde 800 strafzaken tegen SS-ers, waaronder vijf kampcommandanten. Twee werden wegens misdaden tegen gevangenen door de nazi’s zelf ter dood gebracht (Hermann Florstedt, commandant van Majdanek en Karl Koch, commandant van Buchenwald). Ook een kampdokter, Dr. Hoven van Buchenwald, werd door de SS berecht en gefusilleerd wegens moord op gevangenen. Er was ook een speciaal concentratiekamp, Matzgau bij Gdansk, voor SS-ers die wegens mishandeling, diefstal. enz. waren veroordeeld. Welk ander leger in de wereld berecht en executeert in oorlogstijd eigen militairen die misdaden tegen de vijand pleegden? De vorige paar vragen zinspeelden hier alleen op, maar het IHR suggereert elders openlijk dat het interneren van Europese Joden gerechtvaardigd was. Zie hun webpagina, The Encampment of the Jews: Might It Have Been Justified? (Het in kampen brengen van de Joden: zou het gerechtvaardigd zijn geweest?) Geen enkele oorlog is gerechtvaardigd. Oorlog is smeerlapperij. Het in kampen en gevangenissen interneren van tegenstanders is iets wat alle oorlogvoerenden doen. Het IHR artikel is in deze (vergelijkende) zin bedoeld. Het houdt zeker geen ‘rechtvaardiging’ in. Conclusie na Vraag 13: Niet dat het er in het kader van ‘de Holocaust’ toe doet, maar het IHR antwoord is gewoon juist. Dat had ook CIDI/Nizkor kunnen zeggen.
82
14. Hoeveel gaskamers voor het doden van mensen waren er in Auschwitz? IHR antwoord: Geen. Behulpzaam bij het beoordelen van deze V & A zijn: The Rudolf Report. Expert Report on Chemical and Technical Aspects of the ‘Gas Chambers’ of Auschwitz. Germar Rudolf. Theses & Dissertations Press, Imprint of Castle Hill Publishers, Chicago (Illinois), March 2003. Paperback: ISBN 0-9679856-5-X. Hardcover: ISBN 0-9679856-6-8. Gratis download op http://vho.org/dl/ENG.html#trr The Leuchter Report: The End of a Myth. Fred Leuchter Jr. Nederlandse vertaling op http://vho.org/NL/b/hlr1/ ‘ontzenuwing’ CIDI/Nizkor: Onwaar, zoals gebruikelijk; geeft geen bewijs, zoals gebruikelijk. Revisionistische weerlegging: Integendeel. Geheel waar. Bewijzen voor ‘gaskamers’ moeten niet, zoals CIDI/Nizkor valselijk stelt, door revisionisten worden gegeven (hoe kun je bewijzen dat iets niet bestaat?!), maar door de Holocaustpromotie zelf. Revisionisten beschikken daarentegen over tal van concrete tegenbewijzen van het hebben (kunnen) bestaan van de JHV-‘gaskamers’. Daarvan behandelen wij bij deze vraag er een aantal. De Holocaustpromotie beschuldigt anderen ervan ‘miljoenen’ mensen te hebben ‘vergast’ in ‘gaskamers’. Dat zij voor het een, noch voor het ander bewijs hebben, is helder. Dat kan ook niet, want er bestaat voor ‘gaskamers’ in Auschwitz, noch ergens anders, ook maar één concreet forensisch feit dat als bewijs kan gelden !! De truc is dan om bewijs van niet-vergassen te eisen van de opponenten! Omdat zij zich bewust zijn geen bewijs te kunnen tonen, doen zij daartoe zelfs geen pogingen meer! Integendeel, zij vrezen dat zoeken naar bewijzen eerder de tegenbewijzen nog zal versterken. Het enige wat zij daarom bieden zijn ‘getuigen’, die echter snel door de mand vallen wegens de vele onjuistheden en onmogelijkheden. Als zij wél enig hard bewijs zouden hebben, zouden wij daar dagelijks onder worden bedolven! De vraag naar tegenbewijs voor het niet-bestaan van ‘gaskamers’, is – zoals hier zal worden aangegeven – door revisionisten op verpletterende wijze beantwoord. “Er waren vijf “Kremas”, die elk onder meer een vernietigingsgaskamer bevatten en ovens om de slachtoffers te cremeren. De eerste had eerst een andere bestemming en was omgebouwd. De overige vier zijn gelijk ontworpen als gaskamers.” Onbewezen beweringen en onjuistheden, kijkt u maar: er waren geen “vijf” Krema’s, maar eerst was er één, die later werd vervangen door vier andere in het grotere Birkenau kamp. De crematoria hadden geen ‘gaskamers’, maar lijkenkamers, zoals alle grote crematoria. Daarin waren geen voorzieningen voor massavergassingen, zoals inbrengmogelijkheid voor gifgas (Zyklon-B korrels), verdampingsinstallaties voor Zyklon-B, verhitting van de ruimte, adequate luchtcirculatie, luchtafvoer, of welke andere voorziening of veiligheidsmaatregel ook. Alleen voor crematoria normale ruimten en voorzieningen waren aanwezig. Indeling, noch werkwijze van de crematoria in Auschwitz weken in geen enkel opzicht af van die van andere crematoria in andere kampen, waar niet ‘massaal werd vergast’. Die indeling was optimaal voor crematies, maar absurd voor ‘vergassingen’. De lijkenkamers van de Krema’s II en III waren grotendeels ondergronds. Dat is ideaal voor het koel bewaren van lijken, maar idioot voor Zyklon-B vergassingen. Dat vraagt warmte, in plaats van koeling. 83
Holocausthistorici als Pressac en Van Pelt stellen dat drie van de vijf crematoria niet met ‘gaskamers’ zijn ontworpen (I, II en III). Ironisch genoeg waren de twee laatst gebouwde (IV en V) daarvoor nog ongeschikter dan de eerdere: die hadden niet eens aan- of afzuiging, de ‘routing’ was schizofreen en Zyklon-B moest van buiten door vijf ramen naar binnen worden gegooid door een SS-er met gasmasker staand op een ladder! Een andere manier om ‘gas’ in de ruimte te krijgen was er niet! We laten het aan de verbeelding van de lezer over hoe na de ‘vergassing’ de lijken moesten worden verwijderd (zij lagen immers op de nog volop uitdampende Zyklon-korrels), of hoe de ruimte zonder afzuiging moest worden ontlucht. Volkomen absurd, ook deze twee laatste, ‘speciaal ontworpen’ Krema’s . . . De enige manier om lijken uit de ‘gaskamers’ van de Krema’s IV en V te halen, was ze naar buiten te slepen en daar (voor ieder zichtbaar!) neer te leggen. Transport van lijken door de smalle corridor naar de oven was onbegonnen werk. Daarbij moesten eerst alle ramen en deuren 16 à 20 uur worden opengezet om de ‘gaskamers’ te ontluchten (Gebruiksaanwijzing Zyklon-B, IMT-document NI-9912, XI Airing, punt 12). Tegelijkertijd was in die Krema’s IV en V veel te weinig ontkleedruimte, zodat telkens kleine groepjes zich zouden moeten ontkleden, terwijl alle anderen buiten wachtten. Men ziet het voor zich, ’s winters in de sneeuw. Er zouden urenlange wachttijden ontstaan aleer de ‘gaskamers’ vol waren . . . de Krema’s IV en V lagen ook veel te dicht bij elkaar, zodat als in het ene Krema ‘vergast’ was en na 16 à 20 uur ontluchten de lijken buitenom naar de ovens aan de andere kant(!) van het gebouw werden gebracht, ook het andere Krema niet kon worden gebruikt omdat de daar wachtende ca. 2.000 te vergassen slachtoffers alles van nabij zouden kunnen waarnemen. Men moet bij dit vergassingsscenario geen moment nadenken om erin te kunnen blijven geloven. Leuchter Niet alleen waren de Krema’s voor ‘vergassingen totaal ongeschikt en hadden ze daarvoor geen adequate technische voorzieningen, ook chemisch-natuurkundig is bewezen dat in ‘gaskamers’ van Auschwitz en Majdanek nooit massaal kan zijn vergast. Een Amerikaans executiegaskamerspecialist, Frederick Leuchter, komt de verdienste toe in 1988 als eerste serieus forensisch onderzoek naar de veronderstelde gaskamers te hebben verricht. De hele Holocaust-‘wetenschap’, met haar ‘duizenden boeken, documenten, getuigen en ‘bewijzen’, had – hoewel niets bekend was over deze in de geschiedenis van de mensheid unieke massamoordmethode – tot dan toe nog nooit één enkel onderzoek gedaan! Men begrijpt waarom: elk concreet onderzoek brengt de onwaarheid van de gaskamerverhalen onbarmhartig aan het licht. Leuchter was Amerika’s topspecialist op het gebied van gerechtelijke executies, o.m. met blauwzuurgas. Als zodanig werd hem tijdens het proces tegen Ernst Zündel door de verdediging gevraagd onderzoek te doen naar de veronderstelde (resten van) gaskamers in Auschwitz, Birkenau en Majdanek. Leuchter was noch ‘ontkenner’, noch revisionist. Integer als hij was, liet hij vóór hij die opdracht aanvaardde, vastleggen dat hij zijn bevindingen ook zou publiceren als de uitkomst vergassingen zouden bevestigen. Zijn revisionistische opdrachtgevers gingen daarmee akkoord. Voor hij naar Polen vertrok, verrichtte hij bouw-, installatietechnische en procedurele analyses naar alle van belang zijnde aspecten bij blauwzuurgasvergassingen met Zyklon-B. Hij controleerde niet alleen de gebouwen en ruimten in Auschwitz en Majdanek, de eventuele faciliteiten en specifieke omstandigheden, maar nam ter plaatse ook monsters van ‘gaskamer’ muren en – ter controle – van een ruimte waarin met zekerheid Zyklon-B was gebruikt, namelijk voor de ontluizing van kleding. Leuchter was technicus en gaskamersspecialist, geen chemicus en heeft zichzelf nooit als zodanig 84
opgeworpen. Hij deed zijn onderzoek clandestien onder moeilijke omstandigheden, op gevaar af te worden ontdekt en gearresteerd, omdat het destijds Pools-communistisch regime daarvoor geen toestemming gaf. Niettemin slaagde hij erin een groot aantal monsters van de muren en plafonds in zowel nog bestaande als resten van veronderstelde ‘gaskamers’ te nemen en legde de omstandigheden waaronder dat gebeurde (plaats, wijze, etc.) op video vast. Als referentie gebruikte hij een monster uit een ruimte waar kleding met Zyklon-B was behandeld. Hij smokkelde de monsters uit Polen en bracht ze naar de VS. Daar liet hij ze analyseren door een gerenommeerd chemisch onderzoeksinstituut, Alpha Analytical Laboratories, in Ashland, Massachussetts. Om de onafhankelijkheid te waarborgen, vermeldde hij de herkomst van de monsters niet. Uit de resultaten bleek dat de monsters van de ‘gaskamers’ geen of nauwelijks meetbare hoeveelheden cyanide (blauwzuur) bevatten. Ook werden geen sporen aangetroffen van Pruisisch blauw, een residu dat altijd (net zoals roest) en eeuwenlang blijvende sporen achterlaat in bouwmaterialen die met blauwzuur in aanraking zijn geweest. In de ontluizingsruimte werd niet alleen 1000 x meer(!) cyanide gemeten, ook waren daar zichtbare sporen Pruisisch Blauw aanwezig.
Meetresultaten Leuchter in restanten van de zgn. gaskamers. (Waarden beneden 6.0 zijn onbetrouwbaar, omdat ze onder de zgn. meettolerantie liggen.) De meetwaarden van de ‘gaskamers’ komen overeen met later door Dr. Rudolf gevonden resultaten in woonbarakken e.d. in Auschwitz. (Monster nr. 32 is de referentiemeting voor Zyklon-B in de ontluizingsruimte); ze is ca. 1.000 x hoger).
85
Daarnaast concludeerde Leuchter als gaskamer-expert, dat de gewraakte ruimten in Auschwitz en Majdanek ook bouw- en installatietechnisch niet als ‘gaskamer’ hebben kunnen dienstdoen, een constatering die hij vergezeld deed gaan van een indrukwekkend aantal uiteenlopende bewijzen. Hoewel Leuchter’s haastige onderzoek op enkele ondergeschikte punten tekort bleek te schieten – hij was zelf geen chemicus - staan zijn conclusies nog altijd overeind en zijn die later bovendien meervoudig bevestigd. Leuchter’s resultaten sloegen in als een bom. Dit kon natuurlijk niet worden geaccepteerd. Het moest worden weggelogen. Eerst grepen de in paniek zijnde juristen van de Holocaustpromotie naar het middel dat zij altijd hanteren als zij in het nauw zitten: de Ad hominem aanval. Leuchter als persoon onderuit halen. Zoals in die kringen usance, groeven zij in Leuchter’s privéleven, in de hoop daaruit vuil te kunnen opdiepen waarmee hij kon worden belasterd. Zij vonden echter niets waaraan enig verzinsel kon worden ophangen. Hij had een blanco strafblad, geen schulden, was geen lid van een politieke partij of beweging, hij woonde ook niet in dezelfde straat als een ‘neonazi’, was geen homo of pedofiel, geen alcoholist, geen gokverslaafde, geen drugsgebruiker, hij had zelfs uitstekende opleidingen op verschillende gebieden succesvol afgerond en een voorbeeldig huwelijksleven. Maar gelukkig vonden de advocaten ergens een factuur voor een gaskamer, door Leuchter getekend met “Ir.” Dit terwijl hij (naast afgestudeerd historicus) in werkelijkheid “Ing.” was. Dat was genoeg om hem in de media af te schilderen als ‘bedrieger’ en ‘fraudeur’. Bijna hetzelfde wat CIDI/Nizkor hier gebruikt (‘fraudulent’) in haar “Sjoa-educatie voor leraren. ‘Bijna’, want hoewel het woord ‘fraudulent’ in de Nederlandse taal niet bestaat, suggereert het dat dit betrekking zou hebben op Leuchter’s onderzoek, in plaats van zoals bedoeld op zijn persoon, hetgeen op zichzelf ‘fraudulent’’ van CIDI/Nizkor is. De lobby trachtte ook Leuchter’s onderzoek op andere manieren onderuit te halen. Het Auschwitz Staatsmuseum gaf aan het Pools Forensisch Laboratorium in Krakow de opdracht om Leuchter’s onderzoek opnieuw te doen, in de verwachting dat zijn resultaten foutief zouden blijken. Tot hun verbijstering bevestigde het Krakows Forensisch Instituut Leuchter’s resultaten! Omdat dat natuurlijk niet mocht (de waarheid is immers al snel ‘anti-semitisch’), gaf het Poolse Laboratorium als commentaar: “Nee, ziet U, Leuchter heeft toch geen gelijk, want door ‘weersinvloeden’ en ‘zure regen’ zijn de cyanidesporen en het Pruisisch Blauw in de loop der jaren verdwenen.” Dr. Germar Rudolf Hetgeen een ongehoorde wetenschapsfraude is, want zoals de briljante chemicus Dr. Germar Rudolf in een indrukwekkende en onweerlegde wetenschappelijk studie The Rudolf Report zou vaststellen, kán Pruisisch Blauw eenvoudig niet oplossen of verdwijnen in ‘zure regen’ of anderszins. En niet alleen dat: de meeste monsters waren afkomstig van binnen de ‘gaskamers, hadden zelfs nooit bloot gestaan aan weersinvloeden! Het Rudolf Report maakte aan alle twijfels en verhalen over de ‘gaskamers’ van Auschwitz en Majdanek definitief een eind: er kan in die ‘gaskamers’ nooit zijn vergast. Het bevestigt niet alleen de hoofdpunten van Leuchter’s onderzoek, maar geeft daaraan uitbreiding en een onweerlegde wetenschappelijke basis. Dat is de reden waarom CIDI/Nizkor met geen woord rept over het Rudolf Rapport, dat de ‘gaskamers’ van Auschwitz en Majdanek wetenschappelijk onderuit haalt. Zelfs Rudolf’s naam wordt in de ‘educatie’ niet genoemd! Rudolf stelde de frauduleuze opmerkingen van het Krakows Forensische Instituut – en de door hen getoonde incompetentie op dit terrein – expliciet aan de kaak. Hij kwalificeert de opmerkingen van dit instituut als regelrechte wetenschapsfraude.
86
Pruisisch blauw tengevolge van blauwzuur, dwars door muur van een kledingontluizingsruimte in Majdanek gedrongen (foto 55 jaar later). Daarna probeerden allerlei (voornamelijk joodse) professoren met de meest bizarre en onzinnige kritiek Rudolf’s werk in twijfel te trekken. De een na de ander beweerde dit te hebben ‘weerlegd’ en ‘ontmaskerd’. Zo zou blauwzuurgas (HCN) niet dieper dan enkele duizendsten millimeters in bouwmaterialen kunnen doordringen (Holocaustprofessor Wellers). Maar, hoe kan het dan dwars door de muren van de ontluizingsruimten zijn gedrongen? (zie foto). Bezoekers van Auschwitz kunnen met eigen ogen aan de buitenkant van de ontluizingsgebouwtjes het door de muren naar buiten gedrongen PB zien!). Het zou zijn weggespoeld bij het schoonmaken van de ‘gaskamers’ (vocht bevordert de absorptie in bouwmaterialen!). Weer een ander beweert serieus dat dit geen Pruisisch Blauw is, maar blauwe muurverf (Dr. Bailer). Er zijn er zelfs die beweren dat “alle cyanidegas door de vergasten is ingeademd, waardoor vrijwel niets op de wanden, vloeren en plafonds kwam”. . . De gerenommeerde Scandinavische natuurkundige, professor Nicholas Kollerstrøm, bevestigde later Leuchters en Rudolfs gelijk nog eens vanuit een andere wetenschappelijke invalshoek en vernietigde in een subliem artikel het ‘onderzoek’ van het Krakause Instituut als ‘fake studie’ die, als er op Universiteiten geen verbod bestond om ‘de Holocaust’ te onderzoeken, door elke student Chemie eenvoudig kan worden ontmaskerd (Leuchter Twenty Years On. Nicholas Kollerstrøm, PhD, New revisionist Voices). Kollerstrøm toont en passant aan dat ook de andere ‘weerleggingen’ van Rudolfs werk (o.a. door ene Dr. Green van Nizkor), geen stand houden. http://www.codoh.com/newrevoices/nrvnkleuchter.html ). Omdat media en Holocaustpromotie revisionistische feiten doodzwijgen en Holocaust wetenschapsfraude wereldwijd wordt verspreid, wordt ook professor Kollerstrøm voor het grote publiek inmiddels afgeschilderd als ‘Holocaustontkenner’, waarmee de zaak voorlopig weer is afgesloten en Leuchter nog altijd ‘ontzenuwd’ blijft. Rudolfs rapport werd door zijn advocaten toegezonden aan enkele honderden professoren, docenten en andere professionele chemici met het verzoek eventuele fouten en/of tekortkomingen te willen aangeven. De reacties bevestigden zonder enige uitzondering de juistheid van zijn methodologie en resultaten. Eerlijkheidshalve zij opgemerkt dat ook de directeur van de Anne Frank Stichting, Hans Westra (wiens beroepscompetentie ons onbekend is), integer genoeg bleek om Rudolf’s Rapport “wetenschappelijk perfect” te noemen.
87
Joodse lobbygroepen, die het in Duitsland voor het zeggen hebben, zetten het Max Planck Institut onder druk, dat daarvoor zwichtte en Rudolf het recht op voortzetting van zijn studie en proefschrift ontzegde. Daarop werd hij in 1995 door “justitie” van de Zionistische Vazalstaat Duitsland wegens “opruiing”(‘Volksverhetzung’!) tot 14 maanden gevangenisstraf veroordeeld. Hij besloot zijn vastzetting niet af te wachten en vertrok in ballingschap naar de VS. Omdat de hand en de macht van de Holocaustmafia over de hele wereld reikt, werd Rudolf daar later onder valse voorwendselen gearresteerd en illegaal aan Duitsland uitgeleverd. Daar zit hij wegens zijn wetenschappelijke onderzoek nu 3 jaar gevangenisstraf uit. Ieder die genoeg heeft van onbewezen verhalen over ‘Gaskamers’ en ‘massavergassingen’ en de feiten daarover wil kennen, bevelen wij Rudolfs werk aan. Dr.-Chem. Germar Rudolf, The Rudolf Report; Expert Report on Chemical and Technical Aspects of the ‘Gas Chambers’ of Auschwitz. Maart 2003: Theses and Dissertations Press, PO Box 257768 Chicago Il 60625. Castle Hill Publishers. Gratis downloads van dit en andere revisionistische werken op http://vho.org/download/ . Conclusie na Vraag 14: Hoewel CIDI/Nizkor bij deze V&A brutaalweg stelt “Onwaar, zoals gebruikelijk; geeft geen bewijs, zoals gebruikelijk”, zijn ZIJ het die voor ‘gaskamers’ geen enkel concreet bewijs geven. Voor ‘gaskamers’ in Auschwitz (en elders) bestaan geen concrete bewijzen. De zogenaamde ‘Holocaustwetenschap’ heeft er nooit naar gezocht, nooit onderzoek naar durven doen en mist elk recht om op valse gronden revisionistisch wetenschappelijk onderzoek te diskwalificeren. Het IHR daarentegen wijst op indrukwekkende en nooit weerlegde onderzoeken die het wetenschappelijke bewijs leveren dat daar nooit massavergassingen kunnen zijn uitgevoerd. De onderzoeksfeiten van Dr. Rudolf en anderen zijn harde wetenschappelijke bewijzen tegen de zogenaamde ‘gaskamers’ in Auschwitz en Majdanek en onderstrepen dat het IHR antwoord op deze vraag juist is. Logisch dus dat CIDI/Nizkor met geen woord rept over deze voor het verhaal van JHV ‘vergassingen’ vernietigende onderzoeksresultaten.
15. Hoeveel Joden waren er voor de oorlog in de gebieden die de Duitsers bezetten? IHR antwoord: Minder dan vier miljoen. Behulpzaam bij het beoordelen van deze V & A zijn: The Dissolution of the Eastern European Jewry. W.N. Sanning, 1983. Downloads op http://vho.org/download/ Notulen van de Wannseeconferentie (Ned. vertaling). http://www.ghwk.de/nederlands/protnl.htm ‘ontzenuwing’ CIDI/Nizkor: Hebben ze niet net in vraag 1 gezegd dat er “geen geloofwaardige demografische statistieken” waren? Ongeveer drie miljoen in Polen, een miljoen in Hongarije, meer dan een miljoen in het door de nazi’s bezet gebied van Rusland, en nog veel, veel meer door heel Europa. Volgens de eigen cijfers van de nazi’s die zijn opgenomen in het Wannsee Protocol waren er in 1942 elf miljoen Joden in bezet Europa. Zie het antwoord op vraag 1. Merk ook op dat als echte historici een Holocaust-gerelateerde schatting hadden veranderd van zes miljoen naar vier miljoen of omgekeerd, de “revisionisten” dat voortdurend zouden herhalen en 88
zouden aanhalen als bewijs dat historici hun verhaal veranderen en geen echte cijfers hebben om te staven wat zij zeggen. Maar als de revisionisten hun eigen cijfers veranderen met twee miljoen, maken ze daar weinig woorden aan vuil, zo lijkt het. Revisionistische weerlegging: Opnieuw poogt CIDI/Nizkor de lezer te misleiden met allerlei prietpraat en ‘miljoenen’ zonder enige onderbouwing. “‘Ze’ (revisionisten) zeggen bij vraag 1 dat er geen geloofwaardige demografische statistieken waren”. Fout! Bij V&A 1 gaat het over de numerus fixus van ‘Zes Miljoen’! Daarvoor heeft de Promotie nooit geloofwaardige demografische statistieken geleverd! CIDI/Nizkor houdt zich dus van den domme. Veelzeggend geven zij ook hier geen enkel bewijs voor hun ‘6 miljoen’, noch enige betrouwbare studie daarover. Zij citeren valselijk de nazi-‘schatting’ van het zgn. “Wannsee Protocol”, waaruit echter niets te halen is van wat zij beweren. Integendeel: http://www.ghwk.de/nederlands/protnl.htm Noemen van het ‘Wannsee’ aantal “elf miljoen Joden in bezet Europa” is hier, zoals wij eerder bij V&A 1 en Shermer al aangaven, ordinair bedrog. Los van de vraag of het zgn. Wannsee Protocol een vervalsing is, kan ieder zien dat dit aantal betrekking had op heel Europa plus de Sovjet-Unie, dus inclusief nooit bezette landen als Italië, Spanje, Portugal, Engeland, Ierland, Zweden, Finland, Zwitserland, Europees Turkije, Albanië, Vichy-Frankrijk, enz., waar geen nazi-jodenvervolging was. Telt men alleen de door Duitsland bezette landen van de Wannsee notulen op (onder ‘A.’), dan is het totaal (minus 700.000 in Vichy-Frankrijk) 3.836.500. Opvoeren van de totale Wannseeschatting als uitgangspunt voor het aantal vermiste (‘vermoorde’) joden, is dus pure misleiding. Volgens andere joodse bronnen (American Jewish Committee) waren er in 1939 in heel Europa, inclusief de gehele Sovjet-Unie, 8.939.608 joden. Dat is ruim 2 miljoen minder dan de 11 miljoen die CIDI/Nizkor voor bezet Europa alleen opvoert. Relevant is echter het aantal joden onder Duits bestuur. Op het hoogtepunt van de nazimacht, begin 1942 (ten tijde van ‘Wannsee’), waren er dus niet meer dan ca. 4 miljoen joden onder Duits bestuur. CIDI/Nizkor manipuleert ook de cijfers van onderscheidene landen om aan hun aantallen te komen. Laten we ons tot Polen beperken: “Ongeveer drie miljoen in Polen”. Hier gebruiken zij cijfers van vóór de laatste Poolse volkstelling uit 1931(!), toen het aantal joden in Polen officieel op 2.732.600 uitkwam. Gigantische overdrijving dus (eerder noemde Nizkor zelfs 3.271.000!). Maar daar blijft het niet bij. De joodse geboortedaling tussen ’31 en ’39 was groot (15,4%), zodat vóór de Duits/Russische deling in 1939 het aantal Poolse joden alleen daardoor al op 2.312.000 moet worden gesteld. Als CIDI/Nizkor dan ook de deling van Polen in 1939 negeert, de massale joodse emigratie van vóór ’39 (ruim een half miljoen) ‘vergeet’ en ook niet de joodse oorlogsverliezen bij de Duits/Russische inval meerekent, dan is dat geen ‘educatie’ meer, maar ordinaire misleiding. Het werkelijk aantal joden na de deling van Polen effectief onder nazibestuur, was volgens dr. W. Sanning, The Dissolution of Eastern European Jewry, 757.000 en volgens het Joint Distribution Committee, een hulporganisatie voor Poolse joden 630.000 (Sannings cijfers zijn eveneens afkomstig uit joodse bronnen!). Dat geeft alleen al voor Polen liefst 2,25 miljoen minder onder de nazi’s levende joden dan Nizkor’s “drie miljoen”. “Merk ook op dat als echte historici een Holocaust-gerelateerde schatting hadden veranderd van zes miljoen naar vier miljoen of omgekeerd, de “revisionisten” dat voortdurend zouden herhalen en zouden aanhalen als bewijs dat historici hun verhaal veranderen en geen echte cijfers hebben om te staven wat zij zeggen.”
89
Appels-met-peren en een tang op een varken! Dat revisionisten eerder hebben gesteld dat “minder dan 6 miljoen” joden ooit onder naziheerschappij waren, heeft natuurlijk alles te maken met het magisch aantal ‘6 miljoen’ vermoorde joden. Dat ‘minder dan 6 miljoen’ geeft (samen met de ontelbare overlevenden) al aan dat dit aantal vermoorde joden niet waar kan zijn. Daarom ging het. Als het IHR nu zegt dat in werkelijkheid niet meer dan 4 miljoen joden onder Duits gezag stonden (en daarvoor steekhoudende bronnen heeft), is dat gewoon een feitelijke precisering van dat “minder dan”. Verwijzen naar “echte” historici is ook al zo’n Holocaust-dooddoener: alleen zij die opereren binnen de grenzen van het dogma worden door de Holocaustnomenclatura ‘erkend’ als ‘echt’. Zij (degenen dus die ons decennialang de meest waanzinnige aantallen voorhielden) bepalen ook nu nog wie mogen meepraten en wie niet, wat ‘waarheid’ is en wat niet. Een probaat middel om kritiek en ketterse opvattingen buiten de deur te houden en anderen te diskwalificeren. Pas op met ‘erkende’ Holocausthistorici: zij zijn meestal geen waardevrije onderzoekers of wetenschappers, maar (veelal joodse) gecommitteerden van de JHV. ‘Echte’ historici krijgen nooit openlijke kritiek op hun (ongegronde) aantallen, kunnen die niet onderbouwen en hun belang is het niet van de Zes Miljoen af te wijken. De Mythe heeft het primaat boven de feiten. Na de val van het communisme in 1989 duikelde het officiële aantal Auschwitz-doden van ‘4 miljoen’ naar ‘1,5 miljoen’, 2,5 miljoen minder dus. De 19 gedenkstenen (19 talen) in Auschwitz, waarop stond ‘4 miljoen’, werden in alle stilte vervangen door 19 stenen met ‘1,5 miljoen’. Koningen, Pausen, Presidenten, enz. stonden gedurende 45 jaar devoot en/of schuldbewust stil bij 2,5 miljoen fictieve slachtoffers. Wie waren de werkelijke “Auschwitz-leugenaars” waarover we toen hoorden: revisionisten of de Nomenklatoera . . .? Soortgelijke verminderingen ook bij de andere kampen. We noemden al Majdanek, met eerst ‘1,5 miljoen’ ‘vergaste’ joden, daarna 235.000, tot laatstelijk in 2005 directeur Tomasz Kranz van het Museum daar zei dat daar in vijf jaar tijd 59.000 joden stierven (= 4%). Zeker, nog altijd afgrijselijk veel, maar slechts een kwart van dat van ‘echte’ Holocausthistorici. (Kranz’s aantal maakt het massavergassingsverhaal daar onhoudbaar.) Tellen we de verminderingen van alle kampen (incl. Auschwitz) bij elkaar op, dan komen wij op bijna 4,5 miljoen minder! Wie hardop zegt dat 6 miljoen minus 4,5 miljoen 1,5 miljoen is, is geen Holocaustrekenaar en zelfs een extreem-rechtse crimineel: hij/zij is strafbaar en kan voortaan Duitsland en Oostenrijk beter mijden! Conclusie bij Vraag 15: CIDI/Nizkor c.s. voeren bedrieglijk hoge aantallen joden op voor de Duitsbezette gebieden in 1939. Niet alleen gaan zij ten onrechte uit van alle joden in heel Europa, maar voor relevante landen zoals Polen, voeren zij maar liefst 2,25 miljoen joden te veel op. Niet alleen leveren zij voor geen van die aantallen het geringste bewijs, zij falen ook aan te tonen dat de revisionistische aantallen onjuist zijn. Waarom, vraagt men zich af, wijken zij bij dit belangrijke onderdeel van de JHV, de verplichte ‘6 Miljoen’, uit naar een verondersteld nazi-stuk, dat zij bovendien frauduleus citeren? Het antwoord is aan de lezer.
90
16. Als de Joden van Europa niet zijn uitgeroeid door de nazi’s, wat is er dan met ze gebeurd? IHR antwoord: Na de oorlog waren alle Europese joden nog in Europa, behalve zo’n 300.000, die door allerlei oorzaken tijdens de oorlog waren gestorven en behalve degenen die naar Israël, de Verenigde Staten, Argentinië, Canada, etc. waren geëmigreerd. De meeste joden vertrokken echter na de oorlog, niet tijdens de oorlog. Zij werden allen geregistreerd. ‘ontzenuwing’ CIDI/Nizkor: Dit is belachelijk. Dat zou betekenen dat ongeveer vijf miljoen vermiste Joden na de Tweede Wereldoorlog naar die landen geëmigreerd zouden zijn. Dit wordt op geen stukken na gesteund door de realiteit. De meeste Joden in die landen kwamen voor WO2. In het toenmalig Palestina bijvoorbeeld waren in 1936 370.000 Joden, en 590.000 in 1947. Er zijn ongeveer zes miljoen Europese Joden vermist, ze zijn niet geregistreerd – behalve door de Duitse kampen. Interessant genoeg deed de bekende “revisionist” David Irving kort geleden in een radio-interview een verbazende bekentenis. Zonder enige aanleiding zei hij dat hij nu gelooft dat er in de oorlog wel vier miljoen Joden zijn omgekomen in concentratiekampen. Revisionistische weerlegging: ‘Belachelijk’ is dat CIDI/Nizkor zonder bewijs, ondanks overweldigend tegenbewijs, het fictieve aantal ‘6 miljoen vermoorde joden’ overeind probeert te houden. Hier zeggen zij naar retorische behoefte “vijf miljoen vermiste Joden. Er waren niet meer dan 4 miljoen joden onder Duitse heerschappij; trek daar het bewezen aantal overlevenden vanaf en we weten van hoeveel het lot onbekend is. Dat aantal blijkt uit demografisch berekende werkelijke aantallen onder Duits bestuur, inclusief achtergeblevenen in de Duitsbezette gebieden in de Sovjet-Unie. Daarop gaan wij in bij de volgende V&A. Natuurlijk is het onzin dat "ongeveer vijf miljoen" joden van de gepostuleerde ‘Zes Miljoen’ na de oorlog zouden zijn geëmigreerd. Dat heeft het IHR nooit gezegd! Er waren nooit “zes miljoen Europese Joden vermist”. De naoorlogse Europees-joodse emigratie was buitengewoon gecompliceerd. Niet alleen honderdduizenden joden trokken uit het onder communistische heerschappij gekomen Oost-Europa naar de Amerikaanse sector in Duitsland, ook grote aantallen niet-joden deden hetzelfde. Zij kwamen voor een deel in zgn. Displaced Persons (DP) kampen, waar zij soms maanden, soms jaren verbleven alvorens elders te worden opgenomen. Ook andere methoden om aantallen geëmigreerde joden te bepalen - bijvoorbeeld de instroom van joodse immigranten in Palestina en de VS - zijn globaal: veel joden werden niet (meer) als joods ingeschreven omdat zij aangaven het joodse geloof niet (meer) aan te hangen. Anderen veranderden hun namen en/of landen van herkomst. Ook van veel in Israël ingeschreven joden is de herkomst onzeker, bijvoorbeeld die welke via Turkije, Iran, Marokko, Cyprus, enz., uit voormalig Duitsbezet gebied kwamen. Als we de Wiesenthal website aanhouden, emigreerden er na de oorlog 1,5 miljoen joden. Revisionistische demografen (o.m. Sanning) berekenden dat aantal op 1.548.000. Ook de gedane tellingen waren onregelmatig en niet altijd volledig. Niettemin is het mogelijk vermoedelijke aantallen gestorven/overlevende joden globaal te bepalen op ca. honderdduizend nauwkeurig. Omdat de vaststellingswijze van IHR hier niet wordt gegeven, passen wij een eigen berekening toe, gebaseerd op het naar boven afgeronde aantal van de onder nazi-bestuur verblijvende joden (4 i.p.v. 3,5 miljoen). Dat geeft het volgende overzicht: (A). In Duitsbezette gebieden aanwezige joden (maximaal): 4 miljoen. 91
(B). Eerder daar gesneuvelde joodse militairen: ca. 50.000. (C). Normaal sterfteoverschot gemiddelde 0,3% x 4 jaar: 48.000. (D). Gestorven in Duitse kampen (door de Sovjets in Oranienburg gevonden, in 1989 vrijgegeven Duitse overzichten van alle in kampen omgekomen gevangenen). Begroot aantal joden daarin 60%: 240.000. (E). Totaal joden geëmigreerd (incl. Displaced Persons kampen): 1.548.000. (F). Aantal geregistreerde overige joodse overlevenden: 863.000. (G). Onbekend: (A) – [(B) + (C) + (D) + (E) + (F)] = 1.251.000. Dat maakt voor de joden: (a). Theoretisch maximum aantal overlevenden (incl. geëmigreerd): 3.622.000. (A – [B + C + D]) (b). Theoretisch maximum aantal omgekomen: 1.589.000. (B + C + D + G) (c). Begroot aantal overlevenden (incl. 80% van onbekend): 3.411.800. (E + F + 80% G) (d). Begroot aantal omgekomen (incl. 20% van onbekend): 490.200. (D + 20% G) (e). 1 miljoen overlevenden in 2004, was retrocalculerend in 1945: 5.000.000. (f). Aantal uitgekeerde “overlevendenpensioenen”: 4.500.000. De werkelijk uitgekeerde pensioenen liggen ca. 1 miljoen boven het aantal overlevenden (a en c). Oorzaken kunnen zijn: meer overlevenden, onterecht toegekende pensioenen of (waarschijnlijk) beide. Het hoge aantal overlevenden van 1945 bij retrocalculatie (vijf miljoen) lijkt veroorzaakt door te hoge bepaling van het aantal overlevenden in 2004. Ook daarbij kunnen onterecht toegekende pensioenen een rol hebben gespeeld. Cruciaal hierin is het aantal onder Duits bestuur levende joden van ten hoogste 4 miljoen: een met opzet ruim gesteld aantal! Het overtreft zowel joodse bevolkingsstatistieken uit 1938, demografische studies van Sanning e.a. en zelfs de ‘Wannsee’ notulen. Op de vraag: “als ze niet zijn uitgeroeid door de nazi’s, wat is er dan met hen gebeurd?” is hiermee beantwoord. Vervolging ja; uitroeiing nee. Joodse opgaven (grafiek V&A 2), het aantal joden onder de nazi’s en het aantal overlevenden, tonen alle aan dat van uitroeiing van ‘6 miljoen’ geen sprake is geweeest. Van de 4 miljoen joden onder Duitse heerschappij overleefden ca. 3,5 miljoen de oorlog. Ongeveer een half miljoen kwamen om door allerlei omstandigheden, zowel natuurlijke sterfte (ca. 60.000) als alle overige (oorlogs)oorzaken. Vooral in de Duitse kampen was de sterfte in oorlogstijd – zonder ‘vergassingen’ – gruwelijk hoog. We zagen dat bij de ‘groep Frank’, waar zonder vergassingen maar 1 van de 8 personen (12,5%) overleefde. Ook bij anderen, bijvoorbeeld de 602 op gezondheid geselecteerde Puttense mannen van 20-50 jaar, die de laatste oorlogsmaanden naar Duitse werkkampen werden gebracht en waarvan er na 7 maanden slechts 44 (7,5%!) overleefden! Of van de 106.000 Duitse geharde krijgsgevangen genomen elitesoldaten bij Stalingrad, waarvan er slechts 5.000 (>5%) de Russische kampen overleefden. Voor soortgelijke sterftecijfers onder gedeporteerde joodse mensen in kampen (vrouwen, kinderen, zieken, bejaarden, enz.) waren dus geen ‘gaskamers’ nodig. Als er sprake was van ‘uitroeiing’, dan gold dat voor alle kampingezetenen, jood en niet-jood. Met de CIDI/Nizkor opmerking over David Irving rekenen wij af bij V&A 36. Conclusie na Vraag 16: Alweer laat CIDI/Nizkor na zelfs maar één onderbouwd cijfer te geven, noch van de ‘6 miljoen’, noch van haar aantal ‘vergasten’ en zelfs niet van de aantallen van het IHR. Er waren niet meer dan 4 miljoen joden onder nazi-bestuur en alleen daarom al kunnen er geen 6 miljoen zijn omgekomen. 92
Ook de grafiek bij V&A 2 toont de demografische onmogelijkheid van het ‘6 miljoen’ aantal onloochenbaar aan. Tenslotte bij deze aantallen nog dit: aantijgingen als “ontheiliging van de doden” en “de doden worden voor de tweede keer vermoord” zijn onterecht en kwaadaardig zolang niet is aangetoond dat die aantallen onwaar zijn. Ieder wordt dan ook uitgenodigd de hier genoemde aantallen door aantoonbaar correctere te vervangen. Zij die de nagedachtenis aan hen die leden en stierven eren en onderhouden, verdienen groot respect. Dat geldt echter niet noodzakelijk voor hen die een bepaald aantal gedenken vanwege dat aantal.
17. Hoeveel Joden zijn gevlucht tot diep in de Sovjet Unie? IHR antwoord: Meer dan twee miljoen. De Duitsers hadden geen toegang tot deze joden. ‘ontzenuwing’ CIDI/Nizkor: Het gaat erom hoeveel Joden er zijn gebleven. Zie vraag 18. Revisionistische weerlegging: Nizkor erkent hier impliciet de ruim twee miljoen naar de Sovjet Unie gevluchte joden, maar houdt daarmee bij haar ‘vernietigingscijfers’ geen rekening, waarvan akte. Zij hebben immers geen relevant onderzoek gedaan en kennen deze materie niet. “Hoeveel Joden er zijn gebleven” is door ons hiervoor ruimschoots aangetoond: alleen al de “Ongeveer drie miljoen in Polen” zoals CIDI/Nizkor bij V&A 15 stelt, bleken er slechts 757.000 te zijn! Bagatelliseren door CIDI/Nizkor van het aantal joden dat naar de Sovjet-Unie uitweek is begrijpelijk, omdat dit aantal hun basis voor de ‘zes miljoen’ aantast! Zo zwijgen zij ook over de verklaring van rabbi Benjamin Schultz, voorzitter van de Jewish League voor het Amerikaanse Congres in 1954, waaruit bleek (Die Welt, 25 september 1954 en Deutsche Wochenzeitung, 13 januari 1967) dat in WW II, 3.390.000 joden in de Sovjet-Unie spoorloos verdwenen. Schultz benadrukte dat dit geheim is gehouden om de Sovjetbondgenoot niet te bruskeren en de motivatie in het Westen voor de oorlog niet te schaden. Historicus Erich Kern, die onderzoek deed naar Schultz’s opzienbarende verklaring, concludeerde dat, zelfs al zou zijn aantal aan de hoge kant zijn: "Het zeker is dat ongeveer tweemaal zo veel joden om het leven zijn gebracht in door de SovjetUnie gecontroleerde gebieden dan in door de nazi’s bezette gebieden” (Deutsche Wochenzeitung, 13 januari 1967). Wellicht de grootste massamoordenaar ooit, de jood Lazar Kaganovitz (Kahan), door Chroestsjov bij de destalinisatie ervan beschuldigd 20 miljoen Russen te hebben vermoord, pochte “voor de komst van de Duitsers miljoenen joden naar Siberië te hebben geëvacueerd.” De Sovjets hadden geen belang bij verdere opheldering daarover, Putin’s Russische Federatie evenmin en CIDI/Nizkor blijkbaar ook niet. Het ‘de nazi’s hebben het allemaal gedaan!’ is voor allen van hen immers het beste . . . Conclusie na Vraag 17: Ook in deze V&A niets van een CIDI/Nizkor ‘ontzenuwing’, integendeel: zij bevestigen de stelling van het IHR over meer dan twee miljoen naar de Sovjet-Unie gevluchte joden.Men kan daaraan toevoegen dat niet alleen de Duitsers geen toegang hadden tot die ruim 2 miljoen naar de USSR uitgeweken joden, maar ook dat over hun lot onder de Sovjets nooit meer iets is vernomen. CIDI/Nizkor toont zich daar vreemd genoeg niet in geïnteresseerd. 93
18. Hoeveel Joden emigreerden voor de oorlog en bleven buiten Duits bereik? IHR antwoord: Meer dan een miljoen (exclusief degenen opgenomen door de Sovjet-Unie). ‘ontzenuwing’ CIDI/Nizkor: Ja, maar er bleven er meer dan zes miljoen achter. Er waren in 1937 ongeveer elf miljoen Joden in Europa, volgens de eigen schattingen van de nazi’s in het Wannsee Protocol. Revisionistische weerlegging: Het CIDI bedrog van ’11 miljoen’ joden onder Duits bestuur is bij V&A 15 reeds ontmaskerd. De rest is prietpraat: in 1937 waren er volgens joodse bronnen 8.930.608 joden in heel Europa (inclusief niet door de nazi’s bezette landen en Europees Rusland!) Ook uit deze ‘beantwoording’ van CIDI/Nizkor blijkt weer dat, wat er ook gebeurde, volgens hen ‘er meer dan zes miljoen achterbleven’. Hoeveel moeten dat er dan oorspronkelijk zijn geweest, als zij stellen dat er 6 miljoen joden zijn vermoord, toegeven dat er 2 miljoen naar de USSR vluchtten en er bij retrocalculatie in 1946 5 miljoen overlevenden waren? Precies: 13 miljoen! Een absurd en onmogelijk aantal. Conclusie na Vraag 18: Alweer niets, maar dan ook niets ‘ontzenuwd’. Het IHR antwoord op deze vraag is juist.
19. Als Auschwitz geen vernietigingskamp was, waarom bekende de commandant, Rudolf Höss dan dat het dat wel was? IHR antwoord: Hij werd zwaar gefolterd door joodse ondervragers in Brits uniform, zoals een van hen later heeft toegegeven. Behulpzaam bij het beoordelen van deze V & A zijn: How the British Obtained the Confessions of Rudolf Höß. Journal of Historical Review http://ihr.org/jhr/v07/v07p389_Faurisson.html CIDI/Nizkor: Wacht eens even! Dat verhaal wordt met elke herziening vager. Wat heeft die martelende ondervrager nu precies bekend? Eerst stelde het IHR dat de ondervragers Joodse agenten waren die (namaak) Britse uniformen droegen. Als een van die ondervragers dat zoals beweerd zou hebben bekend, waarom veranderde het IHR dat dan en maakte het van deze Joodse namaak-agenten echte Britse militaire politie? Het echte antwoord is dat deze bewering over “Joodse ondervragers in Britse uniformen” nergens anders in de Holocaust-ontkenners literatuur wordt genoemd. Deze bewering verschijnt alleen in de “Q&A”. Hij wordt door geen enkel bewijs ondersteund. Met andere woorden, dit is gewoon door iemand verzonnen. Later besloot een ander dat zij die bewering maar beter stilletjes konden laten vallen. Voor hoeveel van de andere 65 Vragen-enAntwoorden geldt hetzelfde? Dat weten we niet, omdat zij voor geen enkele ervan enig bewijs geven. Wat betreft de bekentenis van Höss: Wij moeten alle informatie in zijn contekst bekijken. Er zijn ontelbare andere getuigenissen die de belangrijkste feiten van Höss’ bekentenis bevestigen. Er zijn documenten buitgemaakt die heel 94
duidelijk spreken van vergassingen en massa-executies. De lijst gaat door en door; zie de weerlegging van vraag 1 voor slechts een paar voorbeelden. Ontkenners steunen zwaar op het verhaal dat Höss onder druk zou zijn gezet en dat hem een verhaal in de mond gelegd zou zijn. Zij hebben daarvoor echter maar twee bewijsstukken: - een luguber boek door ene Rupert Butler, getiteld Legions of Death (Doodslegioenen). Butler vertelt dat hij zag hoe Höss werd geslagen toen hij werd gevonden. Butler zegt uiteraard niet dat de ondervragers Joodse agenten in Brits uniform zouden zijn. En, belangrijker nog, Butlers versie van de gebeurtenissen spreekt de hypothese van de ontkenners tegen dat Höss een verhaal in de mond zou zijn gelegd. Butles boek zegt nergens dat Höss een bepaald verhaal zou zijn voorgezegd, het zegt alleen dat hij werd geslagen. - en dan een verhaal uit de tweede hand, dat zou staan in een geheim document dat “revisionist” Robert Faurisson niet zou mogen vrijgeven. (En zelfs als het werd vrijgegeven, zou dit de eerste keer zijn dat de ontkenners de geldigheid van een verhaal uit de tweede hand accepteerden...) Revisionistische weerlegging: Alweer grotendeels misleiding. ‘Verzonnen’ is aan revisionistische zijde niets. Verzinnen doet Nizkor. Zij vervalsen revisionistische uitspraken door slinks ‘namaak’-joodse ondervragers in ‘namaak’ Britse uniformen toe te voegen: dat is nooit in revisionistische literatuur gezegd, en – zoals u zelf kunt controleren in de door CIDI geciteerde tekst – het staat ook niet in de revisionistische reactie. CIDI geeft geen bronnen, ziet u? Afleidingsmanoeuvres en vervalsing dus. Ze vervolgen: “Het echte antwoord is dat deze claim van ‘joodse ondervragers in Brits uniform’ nergens anders voorkomt in Holocaustontkenners literatuur”. Ook dat is onjuist. Faurisson noemt de joodse folteraars bij naam in zijn artikel How the British Obtained the Confessions of Rudolf Höß, gepubliceerd in Journal of Historical Review http://ihr.org/jhr/v07/v07p389_Faurisson.html Een verdere onwaarheid is: “een luguber boek door ene Rupert Butler, getiteld Legions of Death (Doodslegioenen). Butler vertelt dat hij zag hoe Höss werd geslagen toen hij werd gevonden. Butler zegt uiteraard niet dat de ondervragers Joodse agenten in Brits uniform zouden zijn.” Butler was de schrijver van dat boek. De belangrijkste folteraar, de Brits/joodse sergeant Bernard Clarke, beschrijft met trots aan welke martelingen hij en zijn collega’s Höß drie dagen onafgebroken onderwierpen. “Butlers boek zegt nergens dat Höss een bepaald verhaal zou zijn voorgezegd, het zegt alleen dat hij werd geslagen” is alweer geraffineerd bedrog. Zij weten heel goed dat Clarke een van de soldaten was die Höß dag en nacht in zijn cel martelden; het laten ondertekenen gebeurde niet in hun bijzijn, maar in dat van hun superieuren. Het bewijs voor het voorkauwen van de door Höß na intensieve foltering getekende teksten is geleverd door Faurisson, professor in het evalueren en interpreteren van documenten! Echter, ook een kind kan zien dat de tekst van die cruciale zogenaamde ‘bekentenis’ niet door hemzelf, maar door de voor zijn foltering verantwoordelijken is opgesteld. Als klap op de vuurpijl was zijn getekende ‘bekentenis’ in het Engels, een taal die hij niet kon lezen of schrijven en niet begreep. Nizkor’s gewauwel over ‘teksten uit de tweede hand’ over martelpraktijken, gaat ook al niet op, omdat revisionisten vanaf het begin gedocumenteerd hebben gewezen op de dwang en martelingen waaraan Höß blootstond tijdens verhoren. Het boek van Butler – een sterk anti-nazi stuk – heeft die bewijzen uit de eerste hand – van een van de folteraars – zodanig vastgelegd, dat geen serieus historicus ze meer negeert. Het zijn ook niet de enige bewijzen voor Höß’ martelingen. Ook zijn eigen verklaringen daarover en de correspondentie met zijn vrouw laten geen twijfel bestaan (zie ook V&A 1 bij ‘Bekentenissen’). Höß zelf nog over zijn folteraars: “...allen waren joden.” Wat Nizkor hier verder nog opmerkt kan buiten beschouwing worden gelaten. De ‘nieuwste’ officiële cijfers gaan uit van maximaal 1,3 miljoen doden in Auschwitz (nog altijd een miljoen te 95
hoog), maar Höß spreekt in zijn zogenaamde ‘bekentenis’ over ‘3 miljoen’ tot november ’43 toen hij commandant was. Dat toont – met tientallen andere dwaasheden – de nonsens van zijn ‘bekentenissen’ ondubbelzinnig aan. Zelfs een vooraanstaand Holocausthistoricus als Gerald Reitlinger noemde Höß’ aantallen ‘pervers en megalomaan’. Een andere grove onwaarheid in deze CIDI/Nizkor ‘ontzenuwing’ is nog: “Er zijn documenten buitgemaakt die heel duidelijk spreken van vergassingen en massa-executies.” Natuurlijk noemen zij er daarvan niet één, afgezien van die waarvan bij V&A 1 is aangetoond dat dit vervalsingen en misinterpretaties zijn. Let ook in deze zin weer op de contaminatie van ‘vergassingen’ en ‘massaexecuties’. Conclusie na Vraag 19: Het revisionistisch antwoord op deze vraag was correct; de juistheid daarvan is later nog bevestigd en versterkt. Nizkor probeert een rookgordijn op te trekken. Elders bevestigt Nizkor zelf dat Höß’ bekentenissen door marteling tot stand kwamen. En over ‘bevestigd’ gesproken: na de oorlog kwam uit dat de zogenaamd bevestigde bewering van Höß over ‘3 miljoen vergasten onder zijn commando’ apekool was en een keiharde geallieerde leugen, uit de tijd dat in Auschwitz nog “4 miljoen mensen waren vermoord”! http://www.nizkor.org/ftp.cgi/camps/aktion.reinhard/wolzek.01 Alweer niets van ‘ontzenuwen’ dus bij deze belangrijke revisionistische stelling, integendeel.
20. Is er enig bewijs dat het Amerikaans, Brits, Frans en Sovjet beleid zou zijn om Duitse gevangenen te martelen om hen bekentenissen af te dwingen voor de Neurenberger processen en elders? IHR antwoord: Ja. Er zijn uitgebreide bewijzen dat werd gefolterd zowel voor als tijdens de beruchte Neurenberger processen – en daarna, bij andere processen wegens ‘oorlogsmisdaden’. ‘ontzenuwing’ CIDI/Nizkor: Er waren ongetwijfeld incidentele gevallen van mishandeling. Sommige geallieerde soldaten waren zo geschokt door wat zij in de kampen hadden gezien dat ze met geweld reageerden, maar dat is geen factor van belang voor het totaalbeeld. Dit is verre van een beleid van martelingen die werden toegepast om bekentenissen te krijgen. Revisionistische weerlegging: Nizkor bagatelliseert de structurele martelingen en schendingen van de Mensenrechten waaronder alle gevangen genomen Duitsers te lijden hadden. Sterker nog, ze praat die goed door te wijzen op de talloze door ziekte bezweken mensen in de kampen, in de laatste maanden van de oorlog. Bijzonder min is het, de niet te ontkennen martelingen ‘incidenteel’ te noemen en deze in de schoenen te schuiven van geallieerde soldaten. Bedroevend dat CIDI/Nizkor die structurele folterpraktijken net zoals bij Abu Grahib en Guantanamo probeert weg te liegen: “Het zijn slechts ‘incidenten’ en verantwoordelijk zijn enkele ‘ondergeschikten’. Bah! Het staat vast, dat de folteraars destijds vrijwel allemaal non-combattanten waren, waaronder een extreem hoog aantal joden. Pohl, Rosenberg, Streicher en zelfs Amerikaanse journalisten schreven daar met grote verontwaardiging over. De bewijzen voor structurele martelingen zijn overweldigend, zowel in de vorm van Geallieerde onderzoeken (Rapport van de Commissie Van Roden, uit 1946) alsook uit talloze naoorlogse verklaringen van slachtoffers. Zie ook de verklaringen van Pohl e.a. V&A 1 onder ‘Bekentenissen’. 96
“Zoals al is gevraagd in de reactie op vraag 1: wat voor marteling of druk kon decennia later nog een nazi bewegen om in de zestiger, zeventiger en tachtiger jaren te blijven getuigen over de gruwelen van de sjoa? En wat voor marteling of drukmiddelen werden er op nazi’s toegepast terwijl zij hun berechting door Duitse gerechtshoven afwachtten? Neem eens de volgende proef: email naar Greg Raven, het hoofd van het IHR, op
[email protected]. En vraag hem: 1. of hij denkt dat individuele gewelddaden door geallieerden zouden gelden als bewijs van een beleid van martelingen. (Folteringen waren niet individueel, eerder structureel; daarvoor zijn bewijzen.) 2. Welk bewijs hij heeft om te bewijzen dat “het Amerikaans, Brits, Frans en Sovjet beleid was om Duitse gevangenen te martelen om hen te laten bekennen. (Bewijs daarvoor is o.m. het Rapport van de US Commissie Van Roden, de tienduizenden na de oorlog door de Sovjets mishandelde Duitse functionarissen, de folteringen door de Britten en de talloze ‘incidenten’ onder de Fransen). 3. of hij denkt dat individuele daden door nazi’s die Joden vermoordden zouden gelden als bewijs van een uitroeiingspolitiek (Absurd. Niemand beschuldigt incidentele martelaars van een ‘uitroeiingspolitiek’. Individuele moord en machtsmisbruik tegen joden werd onder de Duitsers uiterst streng bestraft; zie SS-rechter Konrad Morgen en de doodvonnissen o.m. tegen de kampcommandanten Florstedt en Koch.) De naoorlogse martelingen van de Geallieerden tijdens verhoren voor de processen hadden voornamelijk tot doel valse bekentenissen af te dwingen; daarin zijn zij meer dan geslaagd. 4. of hij denkt dat Himmlers redevoering van 4 oktober 1943 wijst op een nazi-beleid om de Joden uit te roeien: (Zoals nog zal worden aangetoond, vertoont Himmler’s Posen speech alle kenmerken van een vervalsing.) De zgn. Posen-speech van Himmler welke CIDI/Nizkor hier off-topic aanhaalt, verdient serieus commentaar. Ik kom daarop in V&A 39 uitgebreid terug. Hier volsta ik te zeggen dat deze speech een kennelijke vervalsing is. Een van de talrijke aanwijzingen daarvoor is de leugen die CIDI/Nizkor hier oplepelt: “het joodse volk wordt vernietigd, dat zegt elke Partijgenoot: ‘heel duidelijk, dat staat in ons Programma.” Echter: in het NSDAP Partijprogramma (of welk ander partijstuk) staat niets over vernietiging van joden. Himmler (en zijn toehoorders!) wisten dat natuurlijk; de vervalsers volgden ook hierin de propaganda. http://www.dhm.de/lemo/html/dokumente/nsdap25/index.html Verder is Greg Raven al sinds de vorige eeuw geen directeur meer van het IHR en kan ik deze vragen voor hem dus niet beantwoorden (wel de eigen visie daarop). Conclusie na Vraag 20: Ja, de bewijzen voor structurele geallieerde folteringen bestaan in de vorm van rapporten, verklaringen van gemartelde nazi’s, beëdigde notarisakten, enz. CIDI/Nizkor’s ‘ontzenuwing’ is hier alweer niets waard.
21. Welk voordeel hebben de Joden van nu bij het ‘Holocaust’verhaal? IHR antwoord: Het vrijwaart hen als groep tegen kritiek. Het schept een “gezamenlijke band” waarmee hun leiders hen kunnen besturen. Het bevordert geldinzamelingcampagnes voor Israël en rechtvaardigt steun aan Israël ter grootte van jaarlijks ongeveer $ 10 miljard. 97
Behulpzaam bij het beoordelen van deze V & A zijn: Made in Russia - The Holocau$t. Carlos Whitlock Porter. Gratis te downloaden op http://aaargh.codoh.com/engl/engl.html Zie ook: http://www.cwporter.com/partone.htm The Israel Lobby: Does it Have too Much Influence on US Foreign Policy? J.J. Mearsheimer en S.M. Walt, Univ. of Chicago, Harvard University. Maart 2006. RWP06-011. ‘ontzenuwing’ CIDI/Nizkor: Dit argument grenst aan de waanzin. De VS was een van de voornaamste krachten die de Holocaust aan de kaak stelden. Hebben de VS de Holocaust soms uitgevonden opdat ze later geld konden geven aan Israel? Revisionistische weerlegging: Het IHR constateert – zoals iedereen weet – dat het Holocaustverhaal joden als groep onvergelijkbaar begunstigt. Alleen CIDI/Nizkor ontkent dat! Die begunstiging manifesteert zich op tenminste vier niveau’s 1. Vrijwaring van kritiek, 2. Versterking van de groepsidentiteit, 3. Financieel en 4. Buitenproportionele politieke en militaire steun aan Israël. Het is waanzinnig dit langer te ontkennen. Het is gênant enkele van afzichtelijke Israëlische misdaden op te sommen: uithongeren, bottenbreken, medische zorg en medicijnen onthouden, gericht schieten op kinderen, dagelijkse mensenrechtenschendingen, schendingen van het Internationaal Recht, agressieoorlogen, illegale productie van atoomwapens, huizen en boomgaarden vernietigen, apartheidsmaatregelen, illegaal ‘nederzettingen’ bouwen, diefstal van land en water, een Apartheidsmuur over Palestijns gebied, slow motion genocide op het Palestijnse volk, enz., enz. De lijst is te lang en te gruwelijk om alle wandaden van deze Schurkenstaat, met aan het hoofd een bende oorlosgsmisdadigers te vermelden. Wist u dat dit ministaatje meer 70 VN-resoluties aan haar laars lapt en daarmee verreweg de grootste schender van het Internationaal Recht ooit is? Zie: http://en.wikipedia.org/wiki/List_of_the_UN_resolutions_concerning_Israel_and_Palestine De reden waarom het racistische apartheids dwergstaatje daarmee wegkomt en niet al lang fors door de internationale gemeenschap is terechtgewezen, is vooral het joodse lijden tijdens ‘de Holocaust’. Nee, de Amerikanen hebben ‘de Holocaust’ niet uitgevonden. Het JHV-verhaal is hen ingelepeld door de oorlogspropaganda, de oppermachtige Zionistenlobby en hun media. Aan dat laatste hoeft men niet te twijfelen. (J.J. Mearsheimer en S.M. Walt, The Israel Lobby: Does it Have too Much Influence on US Foreign Policy?). Niet voor niets zijn in de VS (waar in de oorlog geen steen van de andere is geweest) de meeste en grootste Holocausttempels, enz. en heerst de Holomania van wieg tot graf. Waarom dit ontkennen, CIDI/Nizkor? “Hoe zit dat bovendien met de voormalige Sovjet Unie? Sjoa-ontkenners beweren dat het meeste zogenaamd-vervalste bewijs van de Holocaust daar is vervalst. Een van hun populairste boeken is The Holocaust: Made in Russia door Porter. Maar de Sovjet Unie was de traditionele vijand van Israel, zij steunde en bewapende de vijanden van Israel.” Het aantal Holocaustvervalsingen afkomstig uit de voormalige Sovjet-Unie is enorm. We denken bijvoorbeeld aan de massamoord op 15.000 Poolse officieren bij Katyn, waarbij de Sovjets tijdens het Neurenberger Tribunaal met vervalste ‘Duitse’ documenten en tientallen valse getuigen (‘onder ede’) probeerden te ‘bewijzen’ dat niet zij maar de nazi’s de schuldigen waren. Leest u zelf het boek van Carlos Porter ‘Made in Russia: The Holocaust’ ( http://www.cwporter.com/partone.htm ) dan is verder commentaar overbodig. 98
Natuurlijk logen, vervalsten en demoniseerden de Sovjet-communisten niet, zoals CIDI/Nizkor hier valselijk introduceert, om Israëls belangen te dienen, maar om wat zij zagen als hun eigen belangen. Eén ervan was dat zij als beestachtige moordenaars en onderdrukkers hun overwonnen vijand als een monsterlijk caricatuur moesten afschilderen, om als ‘bevrijders’ van de helft van Europa en Duitsland geloofwaardig te zijn. Bovendien spraken zij bij hun gigantische aantallen ‘door de nazi’s vermoordden’ nooit over joden; allen waren altijd ‘Sovjetburgers’. Joodse organisaties in het Westen vertaalden dat naar believen in ‘joden’. “En wie zegt dat de herinnering aan de sjoa de reden is dat de VS geld geven aan Israel? De VS hadden – en hebben nu nog – belangrijke strategische redenen om Israel te steunen en nog meer steun te geven aan Egypte.” Er bestaat voor de VS niet één zinnige ‘strategische reden’ om Israël te steunen! Israël heeft geen grondstoffen (olie!) die strategisch zijn voor de US en slechts mininale arbeidskracht. Ze maken geen gebruik van Israëlische havens of vliegvelden. De door US zionisten getriggerde steun dient uitsluitend het belang van de zionisten. In werkelijkheid heeft de Amerikaanse steun aan Israël hen de haat en verachting van de (Arabische) wereld opgeleverd, nog afgezien van ontelbare Amerikaanse levens, ontelbare miljarden Amerikaanse dollars en bijkomende schade . Het gaat dit kader verre te buiten daarop in te gaan. Revisionisten zeggen niet dat de ‘sjoa de reden is dat de VS geld geven aan Israel’. Zo één-op-één werkt dat niet. Wél dat dit geldinzamelingscampagnes rechtvaardigt en Israël decennialang jaarlijks 10 miljard dollar of meer van de Amerikaanse belastingbetalers ontvangt. Dit cijfer van 10 miljard dollar per jaar komt niet - zoals dit tabelletje van CIDI/Nizkor - uit ‘Readers Digest’, maar van voormalig US-onderminister George Ball, die de directe en indirecte kosten liet berekenen van de ‘speciale band’ met Israël van 1947 tot 1991 (G. Ball en Douglas, The Passionate Attachment. New York: W.W. Norton Co., 1992. blz. 281-282). Daaruit blijkt dat de ‘3 miljard’ dollar per jaar waarmee CIDI/Nizkor schermt, alleen de directe financiële steun aan Israël is. Een meervoud echter bestaat uit indirecte steun in de vorm van ‘leningen’ die als regel nooit worden terugbetaald, kwijtschelden van rente, herfinanciering van schulden, belastingvrijstelling voor schenkingen aan Israël (een ideale manier voor zionisten in de VS om belasting te ontlopen), omvangrijke indirecte schenkingen zoals patentrechten, gratis moderne vliegtuigen en wapensystemen, gratis gebruik van faciliteiten, preferente handelsvoorwaarden, enz., enz. We laten de door de VS geleden schade als gevolg van hun ‘speciale relatie’ met Israël maar voor wat die is: kosten van olieboycots en gigantisch gestegen olieprijzen van de laatste jaren. Met vrienden als Israël heb je echt geen vijanden meer nodig . . . Natuurlijk is de lijst van bevoordeling van Israël hiermee niet compleet. Alleen Duitsland al schonk van 1947 tot heden meer dan 150 miljard dollar aan Israël. Er zijn in Israël nog altijd bijna 1,5 miljoen overlevenden die Duitse pensioenen ontvangen. Nahum Goldman, voormalig president van het World Jewish Congress, zei: ‘Zonder de Duitse herstelbetalingen zou Israël niet de helft van haar huidige infrastructuur bezitten. Iedere trein in Israël is Duits, de schepen zijn Duits, de Electriciteitswerken en een groot deel van de industrie.....’ “Tenslotte, waar komt dat bedrag van tien miljard dollar vandaan? Dit is een enorme overdrijving, zoals te zien is in onderstaande tabellen:” (zie ‘Readers Digest’ tabel bij deze V&A op deplatformeducatie-site). Of de ‘10 miljard’ per jaar van minister George Ball de werkelijkheid dichter benadert dan de ‘3 miljard’ van Readers Digest bepale de lezer zelf. We hebben de bron gegeven. Over Amerikaanse 99
steun aan Egypte dit: deze steun was de ‘beloning’ voor het vredesverdrag met Israël. In werkelijkheid betaalt de US-belastingbetaler dus ook de vrede tussen Israël en Egypte, zodat ook die kosten voor de helft door Israël worden veroorzaakt. De vergelijking van directe Amerikaanse hulp aan Egypte met die aan Israël is ook al vals omdat – als we het zesjaarsstaatje van Readers Digest aanhouden – dit per hoofd van de Egyptische bevolkingneerkomt op $ 40,- en voor Israël op $ 600,- per jaar, ofwel het vijftienvoudige, indirecte steun aan Israël buiten beschouwing gelaten! Conclusie na Vraag 21: Alle 4 punten die het IHR in deze V&A noemt zijn ondubbelzinnig juist. Van waarheidsgetrouwe ‘ontzenuwing’ is – zoals aangetoond – alweer geen sprake.
22. Welk voordeel heeft de Staat Israel erbij? IHR antwoord: Het rechtvaardigt de miljarden dollars voor ‘reparaties’ die de staat Israël van West-Duitsland heeft ontvangen (Oost-Duitsland weigerde te betalen). De ‘Holocaust’ wordt gebruikt door de zionistisch/Israëlische lobby ter beïnvloeding van de Amerikaanse buitenlandse politiek en om de Amerikaanse belastingbetaler te dwingen Israël te geven wat het wenst. De hoogte ervan neemt elk jaar toe. ‘ontzenuwing’ CIDI/Nizkor: Er worden geen herstelbetalingen gedaan voor door de nazi’s vermoorde mensen. Er wordt alleen restitutie betaald aan overlevenden voor verloren bezittingen en als smartegeld. Het zal duidelijk zijn dat de overlevenden - als het ze primair ging om herstelbetalingen – er meer belang bij zouden hebben om het dodencijfer te milimaliseren en juist niet te maximaliseren. Zonder verstrikt te willen raken in een discussie over hedendaagse politiek, wijzen wij er slechts op dat er duidelijke redenen zijn waarom het in het nationaal belang is van de VS om Israel te steunen. Als het IHR dit van de hand wijst, en denkt dat alleen een tragedie als de sjoa het bedrag aan steun dat Israel ontvangt kan verklaren, dan kunnen zij misschien eens uitleggen waarom Egypte nog meer steun krijgt (zie de tabel in de vorige vraag). Revisionistische weerlegging: Een idioot antwoord. In de eerste plaats is het blote bestaan van de joodse staat een gevolg van ‘de Holocaust’. Wie dat ontkent doet niet aan educatie maar aan misleiding. Bij de vorige vraag zagen we dat jaarlijks megabedragen uit de VS en Duitsland richting Israël en ‘overlevenden’ vloeien. Dat staat in geen enkele verhouding tot “verloren bezittingen” ofwerkelijk geleden schade. CIDI/Nizkor bedriegt de boel als ze stelt dat de miljardenbetalingen “restitutie betaald aan overlevenden voor verloren bezittingen en als smartegeld” zijn. Als het ‘smartegeld’ zou zijn is dit een schandelijke discriminatie van alle niet-joden die in de oorlog eveneens oneindig leden en nooit één cent ‘smartegeld’ kregen! Alleen joden (of liever joodse ‘organisaties’) kregen ‘restitutie’ en ‘smartegeld’. Een betere bevestiging voor de juistheid van de IHR opmerking is er nauwelijks. Naast een eigen staat, verkregen zij miljarden aan geld en goederen door politieke chantage, afgeperst van mensen die part noch deel hadden aan hun lijden of die oorlog. We herinneren aan de van Zwitserse banken afgeperste miljarden, waarvan de werkelijke slachtoffers geen fractie hebben gezien! Dat alles is nog niet genoeg, want er bestaan plannen om onder dezelfde voorwendselen in de toekomst veelvouden daarvan van onze kinderen en kleinkinderen af te persen. Het vertelsel dat joodse organisaties “er meer belang bij zouden hebben om het dodencijfer te milimaliseren en juist niet te maximaliseren” is te hypocriet voor woorden. De numerus fixus van ‘Zes Miljoen’ moet ‘de gaskamers’ overeind houden en daarmee voorkomen dat de JHV-Mythe met 100
alle daaraan verbonden financiële en politieke privileges instort. Daarom ‘Zes Miljoen’, ook al is het aantal Auschwitz doden met 2,5 miljoen verlaagd en dat van de andere kampen 2 miljoen. CIDI/Nizkor’s buzzwoord ‘strategische steun aan Israël’ en haar vergelijking met Egypte zijn bij de vorige vraag al als pure desinformatie ontmaskerd. Conclusie na Vraag 22: Het wordt wat eentonig: Op geen enkel item heeft CIDI/Nizkor deze V&A kunnen ‘ontzenuwen’. Integendeel: haar reactie bestaat uit klassieke desinformatie.
23. Welk voordeel hebben Christelijke geestelijken erbij? IHR antwoord: Het correleert met het Oud Testamentische idee dat Joden het vervolgde “Uitverkoren Volk” zijn. Het houdt het door Israel gecontroleerde “Heilige Land” bovendien toegankelijk voor geestelijken. ‘Ontzenuwing’ CIDI/Nizkor: Misschien kan een geestelijke hier commentaar op leveren. Revisionistische weerlegging: Evenmin als Nizkor, ben ik in staat hierop commentaar te leveren. Ik zie niet in hoe een Christen geestelijke de notie van een ‘Uitverkoren Volk’ kan aanvaarden, gelet op Handelingen 10 : 34-35: Toen begon Petrus te spreken. “Ik begrijp thans hoe waar het is dat God geen favoritisme kent, maar mensen van elk volk accepteert die Hem vrezen en het goede doen.” De idee van een “uitverkoren volk” is anti-Christelijk. Het houdt een negatief oordeel in over anderen op grond van afkomst. Conclusie na Vraag 23: De Christelijke boodschap is glashelder: er bestaat geen ‘Uitverkoren Volk’. Elke andere uitleg is voor een Christen blasfemisch.
24. Welk voordeel hebben de Communisten erbij? IHR antwoord: Het verbergt de omvang van de eigen oorlogsplannen en gruwelen voor, tijdens en na de oorlog. Behulpzaam bij het beoordelen van deze V & A zijn: Stalins Vernichtungskrieg 1941-1945. Planung, Ausführung und Dokumentation. Prof. Joachim Hoffmann. 2000. F.A. Herbig Verlachsbuchhandlung GmbH, München. ISBN 3-7766-2079-X. Het Hitler-Hess Bedrog. (The Hitler/Hess Deception: British Intelligence’s Best-Kept Secret of the Second World War). M. Allen. 2003. Uitgeverij Balans Amsterdam. ISBN 90 5018 607 6. België: Uitgeverij Van Halewyck, Leuven. ISBN 90 5617 487 8. Bedrogen Bedriegers. Stalin contra Hitler. Marius Broekmeyer. 2006. Mets en Schilt. Amsterdam. ISBN -10: 90 5330 456 8. ‘Ontzenuwing’ CIDI/Nizkor: Historici en de publieke opinie zijn heel goed op de hoogte van wreedheden die communisten hebben begaan. Hun misdaden, verschrikkelijk als zij zijn, hebben helemaal niets te maken met de feiten over de sjoa. Revisionistische weerlegging: Het ‘voordeel’ dat de communisten bij ‘de Holocaust’ en de daaraan gekoppelde gruwelen hadden, stipten wij eerder aan in V&A 21. Kort gezegd was de gigantische overdrijving voor de Sovjets instrumenteel om haar misdaden tegen de eigen bevolking, haar 101
militairen en Duitse burgers te ‘rechtvaardigen’. Ook was het een middel om de dictatoriale bezetting van half Europa te verkopen. Of historici en publiek aard en omvang van de communistische misdaden tegen de menselijkheid kennen, wagen wij te betwijfelen. Pers en media zwijgen daarover in ieder geval. In ieder geval mag de ene misdaad nooit een excuus zijn voor een andere, zelfs al was het aantal Christelijke slachtoffers vele malen groter dan het joodse. De onuitsprekelijke misdaden van de communisten tegen Duitse burgers bij de verovering van Duitsland zijn nauwelijks bekend. Daarin geïnteresserde lezers raden wij het uitstekend gedocumenteerde boek van professor Joachim Hoffmann aan. Conclusie na Vraag 24: Het revisionistisch antwoord op deze V&A is in essentie juist. De CIDI/Nizkor relativering is gedeeltelijk onterecht. Voor de Sovjets was de notie van ‘unieke’ nazi wreedheden van niet te onderschatten belang als ‘rechtvaardiging’ voor het eigen optreden. Men stelle zich alleen al voor dat de naoorlogse gruwelpropaganda niet tegen de nazi’s, maar tegen de Sovjetsmisdaden zou zijn gericht. Dat kon nu niet meer. De door revisionisten aan ‘de Holocaust’ toegekende afleiding van de communistische misdaden is terecht.
25. Welk voordeel heeft Groot Brittannië erbij? IHR antwoord: Op dezelfde wijze als het de Sovjet-Unie begunstigt. Behulpzaam bij het beoordelen van deze V & A: Het Hitler-Hess Bedrog. (The Hitler/Hess Deception: British Intelligence’s Best-Kept Secret of the Second World War). M. Allen. Martin.2003. Uitgeverij Balans Amsterdam. ISBN 90 5018 607 6. België: Uitgeverij Van Halewyck, Leuven. ISBN 90 5617 487 8. Gescheiterde Friedens Initiativen 1939-1945. H. Meiser. Scriptorium. Deutscher Versandbuchhandel. http://www.shop.versandbuchhandelscriptorium.com ‘Ontzenuwing’ CIDI/Nizkor: Irrelevant moreel relativisme. Revisionistische weerlegging: Allesbehalve ‘irrelevant’. Het verklaren van de Wereldoorlog, de consequente verwerping van 40(!) Duitse vredesvoorstellen (Gescheiterde Friedens Initiativen 1939-1945. H. Meiser) en de holocaustbombardementen op de Duitse steden en burgerbevolking maken dat ook Engeland demonisering van Duitsland en Duitse gruwelen hard nodig had (heeft). Belangrijke feiten, zoals de missie van Rudolf Hess, de Britse moord op deze 93-jarige invalide kort voor zijn vrijlating, het consequent geheimhouden en afwijzen van Duitse vredesvoorstellen, enz., zijn in 2010 nog altijd niet openbaar gemaakt omdat dit te ‘explosief’ is. Hess mocht 40 jaar lang met niemand in vrijheid spreken! Hij wist te veel! Inderdaad, stelt u zich voor dat in 1941 Nederland, België, Frankrijk, Luxemburg, Denemarken hun regeringen hadden teruggekregen, in ruil voor de door Duitsland aangeboden vrede ! Dat was immers de kern van de Duitse vredesvoorstellen in die dagen! Geen jodenvervolging, geen Anne Frank, geen oorlog in het Westen, geen Hongerwinter, geen bombardementen, enz., enz. Liever dan dit bekend te maken, benadrukt men eenzijdig de gruwelen van de JHV. Men mag niet vergeten dat elitaire zionisten die de JHV propageren, die oorlog koste-wat-kost wilden voortzetten en geen hand uitstaken om hun groepsgenoten in Europa te hulp te komen. Integendeel! Zij waren het die in 1943 achter de schermen streefden naar onvoorwaardelijke overgave van Duitsland, daarmee elke vrede uitsluitend en het lot van hun mindere broeders en zusters bezegelend. 102
Conclusie na Vraag 25: Het IHR antwoord op deze vraag is juister dan velen zich vandaag realiseren.
26. Is er enig bewijs dat Hitler (bekend was met) bevel gaf tot een massa-executie van Joden? IHR antwoord: Nee. ‘Ontzenuwing’ CIDI/Nizkor: Natuurlijk is dat er wel. Himmler, Eichmann, Höss en anderen hebben gezegd dat het bevel voor de genocide rechtstreeks van Hitler kwam. Bedenk dat Hitler in december 1942 een rapport ontving van Himmler, waarin stond dat er tussen augustus en november 1942 363.211 Joden waren vermoord. Dit was slechts een van de vele rapporten van de Einsatzgruppen, die de taak hadden de Joden en anti-nazi’s uit te roeien achter de oostelijke frontlinie. Een foto en de tekst van dit rapport zijn beschikbaar. Of overweeg een telefoon-memo van Hitler aan Himmler, waarin Hitler beval een bepaalde treinlading Joden “niet te liquideren”, omdat zij verdenkingen hadden tegen een van de passagiers en die wilden verhoren. Als Hitler niets wist van het liquidatieproces, hoe kon hij dan bevel geven het in dit ene geval tegen te houden? (Ironisch genoeg gebruikte David Irving een deel van dit telefoon-memo, uit contekst gerukt, om aan te geven dat Hitler probeerde het uitroeiingsprogramma op te laten houden. Dit was natuurlijk voordat dhr Irving van gedachten veranderde en besloot dat er nooit een uitroeingsprogramma is geweest, laat staan dat Hitler daarvan wist.) Revisionistische weerlegging: Een buitengewoon tendentieuze en onware voorstelling van zaken. We gaan het rijtje even af: ‘Natuurlijk is dat er wel’ [bewijs van een Bevel van Hitler voor de uitroeiing van de joden]. Een keiharde onwaarheid! Laat dat dan s.v.p. even zien, CIDI/Nizkor! Let wel, Holocaustpaus Hilberg schrapte deze leugen al in 1985 noodgedwongen uit zijn ‘standaardwerk’ De vernietiging van de Europese Joden. Daarin stond aanvankelijk dat er ‘twee bevelen van Hitler’ waren. Met haar ontkenning nu bestempelt CIDI/Nizkor de (joodse) historici tot leugenaars. Holocausthistorici erkennen in Hilberg’s voetspoor dat er geen bevel van Hitler bekend is.De ‘officiële’ historici vormen zelfs rond de afwezigheid van enig bewijs daartoe twee kampen: ‘Intentionalisten’ en ‘Functionalisten’. De ‘Intentionalisten’ beweren (zonder bewijs) dat de nazi’s vanaf het begin het plan hadden om alle joden om te brengen, de ‘Functionalisten’ menen (eveneens zonder bewijs) dat er geen plan was, maar tijdens de oorlog een aantal hoge nazi’s besloot het ‘probleem’ buiten de Führer om op te lossen. Op de onzinnigheid van zowel het een als het ander, ga ik hier verder niet in, want het enkele feit van het bestaan van deze stromingen toont al aan dat er geen bewijs voor een ‘Bevel’, een ‘Opdracht’ of een ‘Plan’ bestaat! Als dat zo was, bestond die ‘Historikerstreit’ niet! Die 'Historikerstrijd' is niets anders dan een gevolg van de bij 'de Holocaust' heersende postulerende cirkelredenatie: "er moet een verklaring zijn, ook al zijn er geen bewijzen!" Ook hier misleidt CIDI/Nizkor de lezer! “Himmler, Eichmann, Höss en anderen hebben gezegd dat het bevel voor de genocide rechtstreeks van Hitler kwam.” ‘Gezegd’, alles uit de tweede of derde hand en geen bewijs dus. Höß’ verhaal is sowieso dubieus gezien de folteringen waaronder zijn ‘bekentenissen’ tot stand kwamen. Eichmann’s ‘verklaring’ dateert van twintig jaar na zijn dood uit een in 1983 gepubliceerd boek (Eichmann Interrogated, Farrar, Strous & Giroux, blz. 74-82). Ze was uit de derde hand: Eichmann zou dat hebben gehoord van Heydrich, die het van Hitler zou hebben gehoord. Als Eichmann dat al zou hebben gezegd, kan dat het gevolg zijn geweest van zijn verdedigingsstrategie, waarin hij zich presenteerde als een radertje die bevelen opvolgde. Ook van de rest van Eichmann’s ‘verklaringen’ 103
in dat boek klopt weinig. Bijv. over zijn bezoek aan Majdanek, waar volgens hem in ‘luchtdichte kamers vermomd als hutten van Poolse boeren joden werden vergast met uitlaatgassen van een motor van een Russische onderzeeër’. In de Majdanek literatuur was nooit sprake van ‘vergassing’ met uitlaatgassen: koolmonoxide uit stalen flessen en Zyklon-B is het verhaal. Het hele Majdanekvergassingsverhaal kan niet anders dan fake zijn geweest in het licht van de in 2005 door directeur Kranz genoemde relatief beperkte aantallen slachtoffers. Dat deze ‘verklaring’ van Eichmann een verzinsel of op z’n best een verdraaiing is, blijkt ook uit de volgende feiten: op 20 januari 1942, tijdens de Wannsee conferentie, vier maanden ná Eichmann’s bezoek aan Heydrich, stelde deze op 31 juli 1941 te zijn belast met de voltooiing van een opdracht van Göring van 24 januari 1939 (Gesamtauflösung van het joodse vraagstuk) en sprak hij over een ‘oplossing’ in territoriale zin, nl. emigratie en verplaatsing van joden. Punt III. van de Wannsee notulen bevestigt dat: ‘In de plaats van emigratie is thans als verdere oplossing – na dienovereenkomstige voorafgaande toestemming door de Führer – evacuatie van de Joden naar het Oosten gekomen’. Hoe waarschijnlijk is dan een zogenaamd Hitlerbevel aan Heydrich om de joden fysiek uit te roeien een half jaar eerder? Een brief van het Hoofd Joodse Zaken van het RSHA van 10 februari 1942 onderstreept dit en meldt dat Heydrich bij de Führerbevel kreeg de deportatie van de joden naar het Oosten uit te voeren. Ook hier is duidelijk dat een opdracht/goedkeuring van Hitler voor deportatie van de joden naar de Oostgebieden onder invloed van de vele elkaar napratende verhalenvertellers (‘historici’, schrijvers’, media) is opgerekt tot ‘fysieke uitroeiing’. Himmler’s verklaring was behalve uit de tweede hand, van zijn fysiotherapeut Felix Kersten, tevens onwaar omdat Kersten vertelde dat hij Himmler aansprak over het kampsysteem, waarbij Himmler zei zich van geen kwaad bewust te zijn en in opdracht van Hitler te handelen. Alweer verdraaiing dus. CIDI/Nizkor contamineert hier “kampsysteem” met “massavergassingen”. “Bedenk dat Hitler in december 1942 een rapport ontving van Himmler, waarin stond dat er tussen augustus en november 1942 363.211 Joden waren vermoord. Dit was slechts een van de vele rapporten van de Einsatzgruppen, die de taak hadden de Joden en anti-nazi’s uit te roeien achter de oostelijke frontlinie. Een foto en de tekst van dit rapport zijn beschikbaar. “ Het verslag waarnaar Nizkor verwijst is van de joods-communistische ‘historica’ Dawidowicz, die we kennen van astronomische overdrijvingen van aantallen vermoorde joden en 450.000 ‘vergaste’ Hongaarse joden in Auschwitz, 1.380.000 ‘vergasten’ in Majdanek (Hilberg resp. 180.000 en 50.000). Maar, laten we niet ingaan op de slechte referenties van deze historica. Het was niet de taak van de Einsatzgruppen om de Joden en anti-nazi’s uit te roeien, maar de door Moskou georganiseerde en bewapende partisanensteunpunten achter het front. Daarbij bevonden zich verhoudingsgewijs veel joden. CIDI/Nizkor legt onterecht alleen nadruk op joden. De Holocaustpropaganda laat hier Hilberg’s ontmaskerde leugen over Hitler’s Kommissar Erlaß voortleven, waarin echter niets stond over vermoorden van joden. Bij Einsatzgruppen acties werden inderdaad ook veel joden vermoord, maar – hoe verbijsterend ook – dit soort ‘represailles’ tegen ‘franc-tireurs’ was niet strijdig met het Oorlogsrecht. Bovendien bestaan over de authenticiteit van die zgn. Ereignismeldungen, die enkele jaren na de oorlog in het RSHA opdoken, grote reserves. Ze zijn uiterst dubieus. Het hier genoemde ‘rapport’ is in het Engels, dateert uit 1949-53 en zou berusten bij het US Govt. Printing Office in Washington. De foto waarvan Nizkor zegt dat die beschikbaar is, staat niet (meer) op hun site. Dat is jammer, want het zou kunnen verhelderen of dit een van die zgn. Einsatzgruppen-documenten is in het Engels, zonder handtekeningen, zonder Duitse ß- en ᛋᛋ-tekens en vol Duitse taalfouten. De authenticiteit van die Rapporten en 104
Ereignismeldungen is derhalve 100% oncontroleerbaar. “Of overweeg een telefoon-memo van Hitler aan Himmler, waarin Hitler beval een bepaalde treinlading Joden “niet te liquideren”, omdat zij verdenkingen hadden tegen een van de passagiers en die wilden verhoren. Als Hitler niets wist van het liquidatieproces, hoe kon hij dan bevel geven het in dit ene geval tegen te houden? (Ironisch genoeg gebruikte David Irving een deel van dit telefoon-memo, uit contekst gerukt, om aan te geven dat Hitler probeerde het uitroeiingsprogramma op te laten houden. Dit was natuurlijk voordat dhr Irving van gedachten veranderde en besloot dat er nooit een uitroeingsprogramma is geweest, laat staan dat Hitler daarvan wist.)” Wederom een onjuiste en tendentieuze voorstelling van zaken. Het betrof niet een telefoon-memo van Hitler aan Himmler, maar een aantekening van Himmler over een telefoongesprek dat hij op 30 november 1941 in de Wolfsschanze had met Heydrich in Praag. Is dit een blunder van CIDI/Nizkor, of een bewuste verdraaiing die de zaak omkeert? Aan de lezer het antwoord. Die aantekening van Himmler in het telefoonregister – door David Irving ontdekt – bestond uit vier korte regeltjes: “Verhaftung Dr. Jekelius – Angebl (ich) Sohn Molotovs – Judentransport aus Berlin – keine Liquidierung.” Irving concludeerde ten onrechte dat de twee laatste regeltjes inhielden dat Hitler aan Himmler opdracht had gegeven een voorgenomen liquidatie van joden af te blazen. Postulerende historici als Lucy Dawidowicz c.s. distilleerden daaruit dat Hitler ‘dus’ op de hoogte was van “andere transporten voor liquidatie.” Zij kon zich ook zo’n humaan ingrijpen van Hitler niet voorstellen, noemt Irving een leugenaar en trekt zelf zonder spoor van bewijs de conclusie dat Hitler op de hoogte zou zijn geweest van massaliquidaties. Het tegendeel is het geval: nadat vijf eerdere jodentransporten in een overvol geworden getto bij Riga waren ondergebracht, concludeerden enkele nazi’s daar dat voor het zesde transport van ruim 1.000 Berlijnse joden geen plaats meer was en schoten hen bij aankomst dood. Himmler kreeg lucht van dat voornemen en verbood het, maar bleek al te laat. De volgende dag, 1 december 1941, zond hij het volgende, door de Britten onderschepte geheime radiobericht naar plaatselijk bevelhebber Jeckeln: "De in het Ostland geherhuisveste joden moeten behandeld worden overeenkomstig de richtlijnen van het RSHA uit mijn naam gegeven. Eenzijdige akties en overtredingen zullen door mij worden bestraft.” De misdadige massale moordpartij bij Riga was een incident, dat Himmler vergeefs probeerde te verhinderen. Hoewel Holocaustliteratuur dat niet vermeldt, is dit noch bij eerdere, noch bij latere transporten naar Riga niet meer gebeurd. Er is geen aanwijzing dat Himmler hiertoe opdracht van Hitler kreeg. Ook Irving toont dit niet aan. Hij baseert zijn veronderstelling op het gegeven dat Hitler en Himmler op de 30e november samen lunchten, maar het telefoongesprek met Heydrich had daarvóór al plaats gehad (Witte P. et. al., Der Dienstkalendar Heinrich Himmlers 1941/42, Hans Christian Verlag, Hamburg, 1999, p. 278). Ook was november 1941 geen sprake van liquidatie van jodentransporten. ‘Liquidierung’ kan ook betrekking hebben op het transport zelf: de afgelasting moest vervallen. Dat is minder vreemd dan het lijkt, want het getto waarin de eerdere vijf transporten waren gehuisvest, was overvol en het was op dat cruciale moment nog niet bekend waar dat zesde transport dan naar toe moest. We nemen er nota van dat CIDI/Nizkor hier niets aanvoert dat op een bevel van Hitler voor het uitmoorden van alle joden kan duiden.
105
Feit is dat er géén bewijs bestaat van een bevel van Hitler om alle joden uit te roeien; zelfs geen aanwijzing daarvoor. En, zoals iedereen weet: Geen Hitler-bevel, geen ‘Holocaust’! Onzinnig is ook: “Vergeet ook Hitlers publieke redevoeringen niet, die zijn aangehaald in het antwoord op vraag 1. Hij verklaarde niet minder dan driemaal in het publiek dat hij voornemens was de Joden uit te roeien. En dat noemt het IHR “geen bewijs”. Dat is natuurlijk geen bewijs. Het is tegenbewijs! Die redevoeringen werden uitgesproken voor en tijdens de grote Duitse emigratiecampagnes voor joden. Het is krankzinnig om een ‘geheim’ vernietigingsprogramma over radio en pers rond te bazuinen. Het zou interessant zijn te checken hoe vaak Churchill, Stalin, joodse leiders, etc. in het openbaar verkondigd hebben Duitsland, de Duitsers en de nazi’s te zullen ‘vernietigen’. Conclusie na Vraag 26: Het IHR-antwoord bij deze vraag is dus juist:er is geen concreet bewijs dat Hitler opdracht gaf voor massa-executies van joden! Natuurlijk levert ookCIDI/Nizkor dat hier niet. Geen ‘ontzenuwing’ dus.
27. Wat voor gas gebruikten de nazi’s in de concentratiekampen? IHR antwoord: Zyklon-B, een blauwzuurgas. Behulpzaam bij het beoordelen van deze V & A zijn: The Rudolf Report; Expert Report on Chemical and Technical Aspects of the ‘Gas Chambers’ of Auschwitz. G. Rudolf. http://vho.org/download ‘Ontzenuwing’ CIDI/Nizkor: Verbazend, zelfs in dit maar vier woorden lange antwoord zitten twee fouten. Ten eerste is Zyklon-B de drager van het gas, niet het gas zelf. Zyklon-B is de merknaam voor een substantie, meestal houtsplinters of diatomeeënaarde (ook wel ‘kiezelgoer’), die is geïmpregneerd met vloeibare waterstofcyanide en met een irriterende stof. Ten tweede is het gas in kwestie waterstofcyanide (soms ook Pruisisch- of blauwzuur genoemd). “Een hydrocyanisch gas” is onzin, omdat er maar één gas hydrocyanisch is, en dat is vloeibaar waterstofcyanide-gas. Revisionistische weerlegging: Hilarisch dit te moeten uitleggen, maar Nizkor maakt fout op fout bij haar arrogante pogingen het IHR de les te lezen. Hier doen zij wijsneuzig op een gebied waar zij elke kennis ontbeert. Zyklon-B is natuurlijk niet, zoals zij zeggen, de ‘drager’ van het gas: de dragers van de vloeistof blauwzuur waren houtsnippers, gipskorrels of een willekeurig ander neutraal substraat. Houtsnippers zijn houtsnippers en gipskorrels zijn gipskorrels, geen ‘Zyklon-B’. Bovendien, ‘dragers’ bevatten geen ‘gas’, maar een kleurloze vloeistof, blauwzuur (vandaar de ‘B’ = Blausäure in de typenaam). Zyklon-B is dus niet de naam van de drager, maar van een compleet produkt, bestaand uit dragermateriaal en o.m. blauwzuur. Ook Nizkor’s opmerking ‘ten tweede is het betreffende gas blauwzuur’ is kolder: een gas is een gas en een zuur een zuur, d.w.z. een vloeistof(!) De vloeistof blauwzuur gaat pas onder bepaalde omstandigheden (in contact met warme lucht bij voldoende circulatie) in gasvorm over. De derde fout is de opmerking: ‘onzin omdat er maar één gas hydrocyanisch is’. Warme lucht (of een chemische reactie) maakt blauwzuur tot gas. Als het met een andere combinatie dan lucht in aanraking komt, bijvoorbeeld pure zuurstof, stikstof, of zwavelzuur - zoals in de Amerikaanse executiekamers - ontstaat een ander type blauwzuurgas…… Deze fouten in de Nizkor beschrijving 106
zijn demonstratief voor hun onkunde m.b.t. Zyklon-B. De arrogantie om deskundigen en specialisten op dit terrein de les te willen lezen is kenmerkend voor Nizkor c.s. en alleen effectief voor een op dit gebied weinig deskundig publiek. Natuurlijk was Zyklon-B zelf geen ‘gas’, zoals ook het IHR bij deze V&A foutief stelt. De V&A waren bedoeld voor publiek dat de naam van het product kent maar niet de werkzame stof. Bij die ‘voorkennis’ sloot het IHR aan. Het gaat immers om de essentie, niet om een complete chemische explicatie. Dit soort vliegenafvangerij bedrijft CIDI/Nizkor. Er bestaat slechts één boek in de wereld dat het onderwerp ‘gaskamers’ en ‘vergassingen’ met Zyklon-B serieus en in alle opzichten verantwoord behandelt. Dat boek en haar auteur – dr. Germar Rudolf –zwijgen CIDI/Nizkor en consorten al jaren consequent dood. Wie behoefte heeft aan concreet chemisch-technische kennis over Zyklon-B, blauwzuurgas en ‘gaskamers’, bevelen wij The Rudolf Report; Expert Report on Chemical and Technical Aspects of the ‘Gas Chambers’ of Auschwitz aan, http://vho.org/download Een structurele omissie, ook van het IHR, is niet noemen van het belangrijkste gas, koolmonoxide, waarmee (volgens de JHV) meer mensen dan met Zyklon-B zouden zijn ‘vergast’. CIDI/Nizkor stelt dat in de doorgangs-kampen Belzec, Chelmno, Treblinka en Sobibor, meer dan 2 miljoen joden met koolmonoxide (uitlaatgassen) zouden zijn vermoord. Bij V&A 29 en 33 gaan we daarop verder in. Conclusie na Vraag 27: Het antwoord van het IHR is weliswaar (te) globaal, maar niet onjuist. Het CIDI/Nizkor commentaar is bedoeld om revisionisten in diskrediet te brengen. Zij vallen daarbij in de eigen valkuil. Voor een inhoudelijke discussie over Zyklon-B is dit soort vliegenafvangerij natuurlijk futiel. Bij de volgende V&A gaan we verder in op Zyklon-B.
28. Voor welk doel werd, en wordt, dit gas geproduceerd? IHR antwoord: Voor de vernietiging van tyfus-overbrengende luizen. Het wordt toegepast voor het ontsmetten van kleding en gebouwen. Ook tegenwoordig is het normaal verkrijgbaar. Behulpzaam bij het beoordelen van deze V & A zijn: The Rudolf Report; Expert Report on Chemical and Technical Aspects of the ‘Gas Chambers’ of Auschwitz. G. Rudolf. http://vho.org/download ‘Ontzenuwing’ CIDI/Nizkor: Dat klopt. Maar het werd ook gebruikt om mensen te doden op enorme schaal. HCN (hydrocyanisch gas, dat vrijkomt uit Zyklon-B) heeft een ‘bijverschijnsel’ dat de SS bijzonder bruikbaar vond: het doodt mensen heel goed. Sterker, eenzelfde dosis doodt mensen en andere zoogdieren veel sneller dan luizen en andere insecten. De concentratie die wordt gebruikt voor het ontluizen, 8-10 gram per kubieke meter, doodt mensen bijzonder snel, hoewel het tot 32 uur nodig heeft om insecten en motten te doden. Zelfs als een lagere concentratie wordt gebruikt, doodt het snel. HCN wordt nog steeds gebruikt in de VS om ter dood veroordeelden te executeren in gaskamers. Er is een nogal technische verhandeling beschikbaar over de aard en werking van cyanide. Revisionistische weerlegging: Wat hier niet klopt, is “het werd ook gebruikt om mensen te doden op enorme schaal”. Indien dit het geval was, zouden er bijvoorbeeld lijken (of delen van) moeten zijn gevonden van mensen die aan blauwzuur-gasvergiftiging overleden, al was het er maar één. Dat is niet het geval. Het is ondenkbaar dat miljoenen mensen op verschillende plaatsen met gif zijn 107
vergast zonder één lijk (of fragment daarvan) te vinden waaraan dat kan worden vastgesteld. Toch werden honderden in de kampen aangetroffen lijken in laboratoria direct na de oorlog op gifsporen onderzocht. Er werd geen spoor van HCN (of koolmonoxide) gevonden. Ook in de zogenaamde ‘gaskamers’ zelf werd geen HCN van betekenis aangetroffen. In sommige gevallen de uiterst kleine hoeveelheden die ook in woonbarakken, keukens, enz. werden gemeten, doordat alle ruimten periodiek werden ontsmet. Des te meer echter in de Zyklon-B kledingontluizingsruimten: daar zien de muren ook nu nog blauw van het onvergankelijke Pruisisch Blauw, het niet meer te verwijderen restproduct van HCN. Bij V&A 14 toonden wij de resultaten van gaskamerspecialist Leuchter’s onderzoek naar gaskamermonsters en zijn onderzoek naar de (on)geschiktheid voor blauwzuurvergassingen van die ruimten zelf. Zijn onderzoek en dat van Rudolf toonde aan: in de ‘gaskamers’ van Auschwitz en Majdanek is nooit met HCN vergast! Behalve niet bestaan van (delen van) lijken met cyanidesporen, maken vele andere feiten het vergassingsverhaal onmogelijk. Van het ontbreken van inwerpgaten in het gewapend betonnen dak van de ‘gaskamers’ in de Krema’s II en III, de onmogelijke routing in de gebouwen, afwezigheid van essentiële voorzieningen, tot de absurditeit van massamoord met dit insectenbestrijdingsmiddel. Het voert te ver die hier alle te behandelen; dat is ook niet nodig, want afwezigheid van lijken en sporen volstaat om het JHV-verhaal over ‘vergassingen’ als onmogelijk te bestempelen. Wie daarover meer wil weten, download het boek van Dr. Germar Rudolf. Revisionisten bestrijden niet dat HCN mensen (warmbloedig) sneller vergiftigt dan insecten. Revisionisten bestrijden geen bewezen feiten! Dat wil nog niet zeggen dat Zyklon-B daarom een ‘geschikt’ gif voor mensen zou zijn geweest. Integendeel, gebruik zoals de JHV dat vertelt heeft teveel onoverkomelijke bezwaren, die dit absurd maken. In de VS worden weliswaar executies met HCN uitgevoerd, maar de wijze waarop verschilt hemelsbreed van dat wat de JHV ons wil laten geloven. Probleem met HCN is niet de giftigheid van de stof, die is hoog, maar de nevenverschijnselen. In de VS gaat het om één mens tegelijk, met zeer strenge veiligheidsmaatregelen. Het gas wordt daar opgewekt door puur blauwzuur in een bak met zwavelzuur te gieten en zelfs dan kan het tot 18 minuten duren alvorens de veroordeelde een afschuwelijke dood sterft. Onder die optimaal gecontroleerde omstandigheden kan zo’n individuele vergassing nog altijd levensgevaarlijk zijn voor alle daarbij betrokkenen. Ontruimen van een gaskamer zoals de JHV dat vertelt, is alleen al door het gecondenseerde blauwzuur op lijken, muren, plafonds e.d., waanzinnig. Dat blauwzuur is dodelijk na huidcontact. Daarbij waren er veel veiliger, efficiëntere en goedkopere gassen (bijv. Holzgas) gemakkelijk en onbeperkt beschikbaar (zie volgende V&A). Conclusie na Vraag 28: CIDI/Nizkor maakt op geen enkele wijze haar beschuldiging van gebruik van Zyklon-B voor massamoord op mensen door middel van een insecticide waar. Zij beweert dat zonder concreet bewijs. Revisionisten leveren een overvloed aan onweerlegd bewijsmateriaal dat aantoont dat JHVvergassingen onmogelijk hebben kunnen plaatsvinden zoals wordt beweerd.
108
29. Waarom gebruikten zij dit in plaats van een gas dat geschikter was voor massavernietiging? IHR antwoord: Als de nazi’s gas wilden gebruiken voor het vermoorden van mensen waren er veel beter geschikte gassen voorhanden. Zyklon-B is, behalve als ontsmettingsmiddel, zeer inefficiënt. Behulpzaam bij het beoordelen van deze V & A zijn: The Diesel Gas Chambers, Myth Within a Myth. F.P. Berg. http://www.nazigassings.com/ http://www.abbc.com/aaargh/engl/Berg.html ‘Ontzenuwing’ CIDI/Nizkor: Leugens. Een van de redenen dat Zyklon-B werd gebruikt is juist omdat het extreem efficiënt is om mensen te doden. Er zijn inderdaad andere, relatief efficiënte gassen. Maar Zyklon-B was uniek omdat het nog twee andere voordelen had: ·Het was gemakkelijk te verpakken, op te slaan en te vervoeren – het kon worden besteld bij een gewoon chemisch bedrijf en werd geleverd in verzegelde blikken. ·Het was gemakkelijk leverbaar omdat het werd gebruikt voor ontluizing. En inderdaad werd waarschijnlijk ruim 90% van het Zyklon dat Auschwitz verbruikte, gebruikt voor ontluizing. Zie bijvoorbeeld Gutman, Anatomy of the Auschwitz Death Camp, 1994, p. 215. Revisionistische weerlegging: Zeer onterecht van CIDI/Nizkor om van “Leugens” te spreken. We zullen dit aantonen door hun bedrieglijke onzinnigheden over een van de belangrijkste onderwerpen van de JHV punt-voor-punt te weerleggen. Dat beter geschikte gassen voor het vermoorden van mensen beschikbaar waren, is wel degelijk juist. Zyklon-B is, zoals we zullen zien, als gifgas voor massavergassingen extreem ongeschikt, zodat bijna elk ander gas geschikter was geweest! CIDI/Nizkor is niet op de hoogte als ze zegt dat ze “maar één ander ontkennersgeschrift gevonden waarin een specifiek gas werd genoemd. Over andere, geschiktere gassen is door revisionisten uitgebreid bericht: koolmonoxide, kooldioxide, diverse strijdgassen waarvan de Duitsers enorme voorraden bezaten, Holzgas, enz. Met name ‘Holzgas’ dat door meer dan 500.000 Duitse voertuigen in heel Europa als brandstof werd gebruikt, was door het extreem hoge koolmonoxidegehalte uiterst giftig en dodelijk. Iedere chauffeur van zo’n voertuig werd gewaarschuwd voor de dodelijkheid ervan en kreeg een gevarentoeslag. Het Holzgas werd opgewekt door een generator op de auto, met verbranding van houtsnippers, papier of ander afval. Het bevatte 35% koolmonoxide (350 x zoveel als Dieseluitlaatgas) en vrijwel geen zuurstof. Inademing was vrijwel direct dodelijk. Zie Friedrich Paul Berg, http://www.nazigassings.com/ Het is ironisch dat CIDI/Nizkor dit punt bestrijden, omdat zij zelf beweren dat de meeste joden (‘2 miljoen’) met koolmonoxidevan uitlaatgassen zijn ‘vergast’! Koolmonoxide, indien juist toegepast, heeft geen van de nadelenen bezwaren die Zyklon-B heeft. Die nadelen van Zyklon-B zijn enorm: •Relatief lange verdampingstijd (zelfs onder optimale omstandigheden meer dan 30 minuten); Zyklon-B had met opzet een lange verdampingstijd om de veiligheid voor mensen te bevorderen! •Daardoor duurt het relatief lang voordat de dood intreedt (tenzij men extreme hoeveelheden gebruikt) •Bewuste en pijnlijke dood voor slachtoffers •Uiterste giftigheid voor gaskamerpersoneel bij uitruimen (bij inademen en huidcontact) •Gespecialiseerd opgeleid personeel nodig 109
•Onder bepaalde omstandigheden explosief (de crematoriumruimten stonden in verbinding met de ‘gaskamers’; bij het openen van de ovendeuren kwam lucht van ca. 1.000 °C vrij!) •Giftige lijken na afloop, dodelijk bij aanraking •Uiterst giftige ruimten, die intensieve ontluchting c.q. schoonmaak eisten •Dodelijke condens op muren, vloeren en plafonds, lastig verwijderbaar •Extreem lange ventilatietijden en -procedures nodig •Korrels lastig in de ruimten te brengen •De korrels blijven nog minstens 15 uur gas afgeven en zijn lastig op te ruimen •Onnodig duur •Product moest in Duitsland worden besteld •Bestel-, administratie-, opslag- en transportprocedures •Daardoor niet verborgen of ‘geheim’ te houden •Laat eeuwig sporen van Pruisisch Blauw na Het insecticide was zelfs in gesloten blikken beperkt houdbaar (3 maanden). Kortom, een indrukwekkende lijst nadelen, die het eenvoudige Holzgas niet heeft. Laat ons de ‘voordelen’ van Zyklon-B zoals CIDI/Nizkor die noemt eens nader bekijken. Dat zijn er slechts twee, allebei quatsch: “Het was gemakkelijk te verpakken, op te slaan en te vervoeren – het kon worden besteld bij een gewoon chemisch bedrijf en werd geleverd in verzegelde blikken.” Hoezo, ‘gemakkelijk te verpakken’?! Het moest zorgvuldig worden ingeblikt en was zelfs dan beperkt houdbaar! Hoezo, ‘gewoon chemisch bedrijf’?! Er was maar één fabriek in Duitsland, waardoor grote tekorten bestonden. Nonsens, dit ‘voordeel’ is een nadeel! Koolmonoxidegas (van een benzinemotor of een goedkope Holzgasgenerator) hoefde niet te worden verpakt, niet getransporteerd en was altijd en overal onbeperkt beschikbaar! Dat waren pas voordelen! “Het was gemakkelijk leverbaar omdat het werd gebruikt voor ontluizing. En inderdaad werd waarschijnlijk ruim 90% van het Zyklon dat Auschwitz verbruikte, gebruikt voor ontluizing. Zie bijvoorbeeld Gutman, Anatomy of the Auschwitz Death Camp, 1994, p. 215.” Het moest uit Duitsland komen, besteld, speciaal verpakt, geadministreerd, opgeslagen, gefactureerd, betaald, toegepast door gespecialiseerd personeel en was beperkt houdbaar. Zoals bij het proces tegen Dr. Teschbleek, was er gedurende de hele oorlog tekort aan Zyklon-B. Kampleidingen beklaagden zich voortdurend over het tekort. En zelfs hier sjoemelt CIDI/Nizkor 110
met cijfers: Pressac stelt de hoeveelheid Zyklon-B dat daadwerkelijk werd gebruikt voor ontluizing op 97%. Niet op 90% zoals CIDI/Nizkor beweren! Dat relatief kleine verschil van 7% creëert CIDI/Nizkor doelbewust: met 10% ‘verdwenen’ Zyklon-B kunnen volgens haar JHV-verhaal nog veel mensen zijn ‘vergast’; met de 3% van Pressac niet: dat is een normaal percentage niet gebruikte of in het ongerede geraakte restanten. “Zoals hierboven al opgemerkt in het antwoord op vraag 28, is het buitengewoon efficiënt voor massamoord. HCN, het gas dat vrijkomt uit Zyklon-B, wordt zelfs nog steeds gebruikt in de VS om ter dood veroordeelden te executeren.” Afdoende is aangetoond dat Zyklon-B allesbehalve “buitengewoon efficiënt voor massamoord” is. Het is daarvoor ongeschikt en absurd. In de VS wordt geen Zyklon-B gebruikt maar puur blauwzuur, opgelost in zwavelzuur. Ook alle andere omstandigheden verschillen aanzienlijk. Volstrekt onvergelijkbaar dus. “Hierbij moet wel vermeld worden dat de hedendaagse executie-gaskamers HCN genereren door een chemische reactie en niet door het eenvoudigweg te laten verdampen, zoals werd gedaan met Zyklon-B. Maar er waren geen problemen met de methode die de nazi’s gebruikten; die werkte heel goed.” CIDI/Nizkor probeert zich in te dekken tegen de onvergelijkbaarheid van JHV-‘gaskamers’ en justitiële executies in de VS. Dat “eenvoudigweg laten verdampen” is nu juist het probleem bij die JHV-vergassingen! Het Amerikaanse chemieconcern Cyanamid Co., Linden N.J. stelde: “Wij kennen geen chemisch proces waarbij HCN onmiddellijk verdampt bij blootstelling aan lucht.” Zou dat dan bij HCN (blauwzuur) ‘verpakt’ in gipskorrels wél het geval zijn? Zonder verhitting en zonder luchtcirculatie? Daarom wordt in de VS puur blauwzuur (HCN) eerst met zwavelzuur gemengd omdat het anders vrijwel geen gas afgeeft. Daarom verhitten de Duitsers het Zyklon-B bij hun kledingontluizing middels speciale systemen die het gas in de ruimte bliezen en lieten circuleren. Die installaties waren er niet voor niets. Bij de JHV-‘massavergassingen’ is daarvan geen enkele sprake. Men strooide wat korrels in de (koude, ongeventileerde) ruimte en na 10 minuten waren 2.000 mensen dood . . . Ongelooflijk zwak dat CIDI/Nizkor de vergelijking met de VS als ‘bewijs’ aanhaalt . . . Ze komen niet verder dan “de methode die de nazi’s gebruikten werkte heel goed.” Waarom niet een onafhankelijke deskundigencommissie een experiment in een gaskamer laten uitvoeren, bijv. met te ‘ruimen’ varkens? Binnen een half uur is de kwestie van ‘vergassingen’ met Zyklon-B korrels dan uit de wereld en staan óf de varkens weer buiten, óf zijn die vermaledijde ‘Holocaustontkenners’ voor altijd in het hemd gezet. “Maar er waren geen problemen met de methode die de nazi’s gebruikten; die werkte heel goed.” Onzin. Het staat zelfs niet vast dat de nazi’s deze ‘methode’ gebruikten. Er is geen spoor van overeenkomende HCN-sporen in de zogenaamde gaskamers gevonden. Logisch: Zyklon-B kón op die wijze niet werken! Zie Leuchter, zie Rudolf. “De nazi’s ontdekten snel genoeg dat de verbranding van de lijken het knelpunt was in het vernietingsproces, niet het vergassen zelf. In enkele minuten konden er duizend mensen worden vermoord. De hele operatie vanaf de aankomst in het kamp tot de laatste ventilering van de gaskamer duurde hoogstens een uur of twee. Maar het verbranden van de lichamen van die duizend mensen duurde erg lang. Grote, dure ovens werden aangeschaft en er werden veel Reichsmarks besteed aan het onderhoud daarvan, maar het 111
verbranden van de lichamen duurde nog steeds minstens tien keer langer dan het vermoorden van mensen.” Alweer een grove onjuistheid: “De hele operatie vanaf de aankomst in het kamp tot de laatste ventilering van de gaskamer duurde hoogstens een uur of twee.” Ieder die het verhaal kent, de ‘selecties’ op het perron, de situatie in en rond de crematoria, de wijze van ontkleden, het volstouwen van de ‘gaskamers’, de methode van ‘vergassen’, de (gedeeltelijk) afwezigheid van ventilatie, de lange ontluchtingstijden, het ruimen van 2.000 giftige lijken uit een giftige ‘gaskamer’, de beperkte liftcapaciteit, het trekken van gouden tanden en kiezen, enz., kan weten dat “een uur of twee” niets dan ultieme nonsens is. Eén simpel voorbeeld. Van de zogenaamde ‘gaskamer’ ging in de Krema’s II en III één plateauliftje van 2,6 m² naar de crematieverdieping erboven. Op dat liftje gingen per keer (afmeting en hefvermogen in aanmerking nemend) ca. 12 lijken, zodat dit bij het ontruimen van de ‘gaskamer’ met ‘2.000’ vergaste lijken maar liefst 167 x geladen, naar boven, uitgeladen en weer naar beneden moest. Stel dat dit per keer 5 minuten duurde, dan vergde alleen dat kleine stukje transport al 835 minuten, is 14 uur! Verreweg het tijdrovendste deel, crematie van zo’n gigantisch aantal lijken, laten zij hier (natuurlijk!) buiten beschouwing . . . Dat cremeren duurde, zoals we verderop zullen zien, minstens een week. Waar bleven die 2.000 lijken in het crematorium/gaskamer, als enkele uren later de volgende 2.000 slachtoffers weer voor de stoep stonden, enzovoort? Logistiek onmogelijk en volledig onvoorstelbaar! “Dus deze argumentatie dat het vergassingsproces of de efficiëntie van het gas problemen gaf, is maar een afleidingsmanoeuvre. Zie ook de betreffende sectie van de vragen en antwoorden over Auschwitz. Hoe dan ook, als er naar zij beweren zoveel gassen bestaan die “veel efficiënter” zijn, waarom noemt het IHR er dan niet een paar? Aan Greg Raven werd in 1994-5 op Usenet precies dit verzoek voorgelegd, maar nadat het hem vele malen was gevraagd kwam hij niet verder dan: Koolmonoxide zou sneller zijn dan Zyklon-B, bijvoorbeeld, net als elk van de vele zenuwgassen.” Verdraaiing. Revisionisten stellen dat Zyklon-B een absurd ‘gifgas’ is en geven daarvoor afdoende argumenten. Zoals de JHV-gaskamers beschrijft kán het niet eens worden toegepast, omdat het op die wijze noch verdampt, noch circuleert. Dat maakt elke verdere discussie over ‘efficiënt’ futiel. Gassen die efficiënter, eenvoudiger, goedkoper, veiliger en gemakkelijker waren, zijn o.a. koolmonoxide, Holzgas, kooldioxide, de vele strijdgassen waarover de Duitsers beschikten, etc. Alles was beter dan Zyklon-B insectenkorrels. By the way, wist u dat de complete Zyklon-B boekhouding van Auschwitz in handen van de Geallieerden viel? Hoezo, ‘de nazi’s vernietigden alle bewijzen’? En dat in niet-‘vernietigingskampen’ als Theresiënstadt, Ravensbrück, etc. het gebruik van Zyklon-B per hoofd van de kampbevolking volgens de ook daar aangetroffen Zyklon-B afministraties, hoger was dan in Auschwitz? Een ander stukje CIDI/Nizkor fantasie: “Grote, dure ovens werden aangeschaft en er werden veel Reichsmarks besteed aan het onderhoud daarvan, maar het verbranden van de lichamen duurde nog steeds minstens tien keer langer dan het vermoorden van mensen.” Die “Grote, dure ovens” waren dezelfde als die in de Duitse steden, voor het cremeren van één lijk 112
tegelijk! De eindafrekening van 27 mei 1943 toont dat de vijf driemuffelovens voor Krema III in Auschwitz-Birkenau 7.830 Reichsmark per stuk kostten. Ook toen al een koopje! Als de nazi’s, zoals de JHV wil, jaren tevoren van plan waren alle joden uit te roeien, zouden zij niet zo stupide zijn geweest daarvoor civiele crematoriumovens te gebruiken. Die konden in nog geen veertig jaar die miljoenen lijken verwerken. Zij zouden ook niet tussentijds ‘vernietigingskampen’ (doorgangskampen) als Treblinka en Belzec hebben afgebroken (waar volgens de JHV meer dan een miljoen joden ‘efficiënt en ‘spoorloos’ waren ‘vergast’ en verbrand!). Als miljoenenmoord de bedoeling was, hadden zij die kampen intact gelaten en in Auschwitz verbrandingsinstallaties voor het verbranden van kadavers hebben toegepast in plaats van standaardcrematoria. Die normale crematoria in Auschwitz zijn daarom tegenbewijs voor ‘geplande systematische massamoord’. Komt u nu alstublieft niet met de JHV onzin dat meer, wel tot 8 lijken tegelijk in één verbrandingskamer werden geperst, want dat is echt klinkklare onzin en pyrotechnisch volledig uitgesloten. De argumenten daartegen zijn: 1. Hoewel incidenteel twee aan tyfus gestorven uitgeteerde lijken in één keer konden worden verbrand (of een volwassene en een kind), vergroot meer lijken de capaciteit niet wezenlijk. De verbrandingstijd neemt immers evenredig toe met de massa. Hoe meer lijken, hoe meer massa, hoe langer de verbrandingstijd. 2. Sterker nog: twee normale lijken tegelijk verbranden duurt langer dan twee keer één lijk apart. Hoe dat kan? Bij twee lijken is er in de verbrandingskamer minder ruimte voor hete lucht, terwijl tegelijkertijd het verbrandingsoppervlak van twee op elkaar liggende lijken kleiner is dan van aparte lijken! 3. De schuif waarmee lijken in de ca. 1.000 °C hete oven werd geschoven, kon slechts één keer worden gebruikt; een tweede keer kon niet omdat het eerste lijk dat verhinderde. Twee sterk vermagerde lijken of een volwassene en klein kind konden desnoods samen op de schuif. De ovendeur (ca. 50 x 50 cm) was te klein om in één keer twee (laat staan meer) normale lijken in te voeren. (Omdat lijken ongekist werden verbrand, had Topf & Söhne de ovendeuren zelfs kleiner uitgevoerd dan bij de normale civiele ovens; dat bewijst dat het nooit de bedoeling was om twee of meer normale lijken in te voeren!) 4. Lijken handmatig de oven in proppen is uitgesloten; als de deur open gaat, stroomt lucht van ca. 1.000 °C naar buiten. De hitte is zo groot dat zelfs op afstand wenkbrauwen, haar, kleding, etc. van het personeel verbrandt. Daarom werden altijd schuiven gebruikt. 5. Een ander belangrijk technisch aspect dat twee of drie normale lijken per muffel uitsluit is dat de middelste van de drie muffels geen eigen hetelucht toevoer had, maar hete lucht via gaten in de twee tussenwanden kreeg. Meer lijken per muffel zouden niet alleen in aanraking komen met de vuurvaste stenen, waardoor die werden aangetast, ze zouden ook de verbindingsgaten naar de middelste muffel afdekken, waardoor die middelste muffel geen of te weinig hete lucht kreeg. Uiteraard had geen van de ovens voorzieningen die verbranding van meer lijken per muffel mogelijk maakte of zou kunnen bevorderen. Integendeel, omdat in Auschwitz ongekist werd gecremeerd, waren de deuren kleiner uitgevoerd dan bij andere modellen. Aldus kan voorgoed afscheid worden genomen van alle fantastische ‘getuigenissen’ over 3 tot 8 lijken tegelijk per muffel. 113
“De nazi’s maakten de gaskamers zelfs kleiner toen zij beseften dat de ovencapaciteit altijd een knelpunt zou blijven (zie Gutman et al., Anatomy of the Auschwitz Death Camp, 1994, p. 224).” De absurditeiten houden niet op. Tsjie . . ., nazi ingenieurs hadden dat niet eerder bedacht! Een blunder vergelijkbaar met Mercedes-ingenieurs die hun topmodel voorzien van een bromfietsuitlaat. Als zij dan later(!) merken dat dat niet zo’n goed idee was, halveren zij de motorinhoud! Hoe achterlijk moet je zijn om dat te doen (en te geloven!). Eerder citeerde CIDI/Nizkor nota bene triomfantelijk Höß, die zou hebben gezegd dat “de nieuwe grote ‘gaskamer’ van Auschwitz een ‘verbetering’ was ten opzichte van de tien kleine in Treblinka.” Wie nu het spoor niet volledig bijster is, mag het zeggen . . . Verstandelijk beperkte Holocaustcoryfeeën als Gutman accepteren daarmee overigens impliciet de crematiecapaciteit als bovengrens voor het aantal omgekomenen (‘omgebrachten’) Zij verwijzen immers impliciet ‘massale lijkverbrandingen in de open lucht’ naar waar dat thuishoort: het Land der Holocaust Fabelen. Want, waarom dan die ‘gaskamers’ gehalveerd? Er werd toch ook nog ‘onbeperkt’ verbrand in de open lucht?! CIDI/Nizkor neemt hier haar aanhangers niet serieus. De waanzinnige wanverhouding tussen ‘vergassingscacapaciteit’ en crematiecapaciteit, in dienst van hun ‘bewijs’. Dat de ‘vergassingscapaciteit’ ‘tien keer’ of groter was dan de crematiecapaciteit (in werkelijkheid honderden keren groter), toont echter twee feiten keihard aan: 1. Er was nooit een doordacht ‘plan’ of ‘planning’ voor ‘systematische’ uitroeiing van alle joden op de manier die de JHV ons wil laten geloven en 2. De crematoria stonden los van eventuele ‘massavergassingen’. Op de onzin van CIDI/Nizkor’s verhaal over kooldioxide gaan we niet in. Dat is ordinaire karaktermoord: Walter Lüftl is een geacht en hooggekwalificeerd ingenieur. Oud-Voorzitter van de Oostenrijkse Ingenieurskamer en autoriteit in technische wetenschappen. Nizkor, die men van alles kan beschuldigen, maar niet van enig wetenschappelijk onderzoek ooit naar ‘de Holocaust’ en daarvan geen snars verstand heeft, valt Lüftl’s vergelijking aan en noemt die ‘stupide’. Hoewel niet zo principieel als Zyklon- B, heeft ook kooldioxide nadelen, zij het minder dan Zyklon-B en niet die welke Nizkor opvoert. Zo negeren zij o.a. het feit dat na korte tijd (stel het dubbele van het door Lüftl geciteerde handboek, 10 seconden) anoxia optreedt, seconden later gevolgd door bewusteloosheid. Pijnbeleving is dan uitgesloten en ‘pijn als bij wurging of verdrinking’ komt niet voor. Vergassing met CO₂ is een methode om dieren te laten inslapen, waarbij niets van pijn of lijden is waar te nemen. Vanzelfsprekend rept CIDI/Nizkor niet over het voor vergassingen ideale Holzgas, dat onbeperkt overal en altijd voorradig was en niets kostte, geen enkel spoor naliet, geen gevaren voor de omgeving opleverde, enz. De Duitsers hadden voor de oorlog de Holzgasgenerator ontwikkeld en produceerden er daarvan honderdduizenden. Iedere Duitser kende de snelle, dodelijke giftigheid van dat gas en de ANWB organiseerde in de oorlog in ons land cursussen daarvoor voor automonteurs. Mijn grootvader vertelde erover na de oorlog. Alleen de nazi’s in de ‘vernietigingskampen’, die wisten het niet . . . (Zie: http://www.nazigassings.com/ of F.P. Berg, The Diesel Gas Chambers, Myth Within a Myth. http://www.abbc.com/aaargh/engl/Berg.html). Conclusie na Vraag 29: Het IHR antwoord is in al haar beknoptheid volledig juist. Er waren (en zijn) voor het vermoorden van mensen aanzienlijk efficiëntere gassen dan Zyklon-B, die bovendien goedkoper, onbeperkt beschikbaar en veel minder bezwaarlijk waren. De reactie van CIDI/Nizkor is 114
een irrelevante, met onjuistheden doorspekte poging dat te verduisteren. Van enige ‘ontzenuwing’ harerzijds, namelijk dat geen geschiktere gassen dan Zyklon-B beschikbaar waren, is dan ook niets te bespeuren.
30. Hoe lang duurt het om een ruimte die is behandeld met Zyklon-B volledig te ventileren? IHR antwoord: Normaal gesproken ongeveer 20 uur. De hele procedure is echter extreem intensief en technisch. Uitsluitend goed getrainde specialisten kunnen worden ingezet, voorzien van gasmaskers. Behulpzaam bij het beoordelen van deze V & A zijn: Auschwitz: Technique and Operation of the Gas Chambers. 1989, J.-C. Pressac. http://www.holocaust-history.org/auschwitz/pressac/technique-and-operation/page231.shtml Directives for the Use of Prussic Acid (Zyklon) for the Destruction of Vermin (Disinfestation).IMT Doc. Nr. NI-9912. http://www.ihr.org/books/leuchter/appendix03.html ‘Ontzenuwing’ CIDI/Nizkor: Nee. “Het “20 uur”-getal is irrelevant om verschillende redenen. Ten eerste is het bedoeld voor gebruik in gewone, ongeventileerde gebouwen voor commercieel of huiselijk gebruik. Men moet een gewoon gebouw niet ingaan binnen die periode, omdat er weinig of geen kunstmatige ventilatie is. Bovendien verlengen normale inventarissen met tapijten, gordijnen, meubels en dergelijke de tijd die nodig is om de lucht weer vers te maken. De nazi-gaskamers daarentegen waren lege betonnen ruimtes met kunstmatige ventilatie, waardoor vijf minuten al genoeg waren om de lucht te verversen (zie Gutman, Anatomy of the Auschwitz Death Camp, 1994, p. 232).” Revisionistische weerlegging: Volkomen misleidend onjuist in alle opzichten. In de eerste plaats stelden de Zyklon-B Gebruiksvoorschriften nadrukkelijk dat een ontluchtingsperiode van 20 uur noodzakelijk was. Daarmee kunnen we deze discussie dus eigenlijk al beëindigen. CIDI/Nizkor weten het echter alweer beter dan de fabrikant zelf en ontkennen de waarheid daarvan. Hoofdstuk XI van die Gebruiksvoorschriften (‘Ventilatie’) begint met te stellen dat het ventileren verreweg het gevaarlijkste onderdeel van de ontsmettingsprocedure is en dat daarbij altijd gasmaskers moeten worden gedragen. Kern van de procedure is doorvoer van verse lucht door deuren en ramen tegen elkaar open te zetten gedurende ten minste 20 uur. Omdat dit CIDI/Nizkor slecht uitkomt, suggereert zij dat dit bij gebruik van een ventilator in 5 minuten kan. Afgezien van het feit dat de Krema’s IV en V geen mechanische ventilatie hadden, is het ventilatieverhaal van CIDI/Nizkor ook overigens volkomen larie. De ventilatie in uw badkamer heeft ongeveer eenzelfde capaciteit als die van de lijkenruimtes van de Krema’s II en III, namelijk ca. 10-12 x het ruimtevolume per uur. Ook dat is theoretisch 1 x het ruimtevolume per 5 minuten zoals CIDI/Nizkor stelt, maar dat betekent niet dat na 5 minuten zwaar vergiftigde lucht is vervangen door nieuwe lucht. Daarbij komen vele andere factoren kijken. Het betekent ook niet dat bijv. stank na 5 minuten weg is. Het betekent al helemaal niet dat persistent (hardnekkig) giftige gassen in die korte tijd uit de ruimte verdwijnen. HCN is uiterst persistent en hecht zich als condens aan muren, vloeren, plafonds, etc. en dringt daarin als vocht door. Juist in koele, kale betonnen ruimten condenseert blauwzuur en is dan nauwelijks door ventilatie met (koude!) lucht te verwijderen. Zulke met Zyklon-B behandelde ruimten moeten honderden malen worden ‘doorgespoeld’ met verse lucht hetgeen ook bij (beperkte) mechanische ventilatie met koude lucht vele uren vergt. Niet voor niets werd in de ontluizingscellen hete lucht gebruikt! 115
De lijkenkamers (‘gaskamers’) van de Krema’s I, IV en V hadden zelfs helemaal geen mechanische ventilatie! Dat was niet nodig, omdat daar de ramen open konden, wat voor stank van lijken voldoende was. Gaskamers zonder verwarmings- en ventilatiesysteem zijn onzinnig en onmogelijk. De lijkenruimtes (‘gaskamers’) van de Krema’s II en III hadden beperkte ventilatiecapaciteit tegen stankoverlast omdat die ondergronds waren en dus geen ramen hadden. Beperkt, want die ventilatiecapaciteit was zelfs kleiner (9 x het ruimtevolume per uur) dan dat van de kleedruimte (11 x het ruimtevolume), hetgeen aantoont dat dit geen afzuigsysteem/ventilatie voor gifgas was. Een capaciteit van ca. 10 x het ruimtevolume per uur, is ongeveer gelijk aan luchtverversing in woonhuizen. CIDI/Nizkor’s suggestie dat de ventilatiecapaciteit van de Krema’s II en III ‘enorm’ was, is dus – zoals elke luchtbehandelingsdeskundige zal bevestigen – volkomen bezijden de waarheid. Voor verwijdering van gifgas tussen tweeduizend lijken in de verste verten ontoereikend. Het is ronduit bedrog te suggereren dat met 1 x versing in 5 minuten blauwzuurgas uit een ruimte kan worden verwijderd. CIDI/Nizkor moet dit bedrog wel toepassen omdat anders het hele massavergassingsverhaal instort.
Plattegrond oorspronkelijke situatie Krema I in Auschwitz Hoofdkamp. Van Lijkenkamer (4) werd later gezegd dat die als ‘gaskamer’ werd gebruikt. 1. Vestibule; 2. Onderzoekskamer; 3. Wasruimte; 4. Lijkenruimte; 5. Ovenruimte; 6. Cokesopslag; 7. Urnenruimte. Op de plattegrond van Krema I in Auschwitz (vóór de verbouwing van 1948!) is te zien dat veronderstelde ‘gaskamer’ (4) direct naast de ovenruimte lag, gescheiden door een raam(!) en een houten deur, die naar binnen open ging en ook van binnen uit geopend kon worden. Als de leden van het ‘Sonderkommando’ gasmaskers droegen bij het ontruimen van deze ‘gaskamer’, zouden de mensen die de ovens bedienden (> 1.000 °C) die ook hebben moeten dragen! De filters in zulke gasmaskers moesten na 10 minuten worden vervangen. Zie de ruimte van deze ‘gaskamer’ en de rest van het crematorium: waar moest men in ’s hemelsnaam met die bijna 2.000 giftige lijken naar toe als de ‘gaskamer’ werd ontruimd??! Voor een crematorium is de indeling van het gebouw logisch en normaal; voor ‘massavergassingen’ is ze krankzinnig. Krema I stond in het kamp, op slechts enkele meters van o.a. het SS-hospitaal. Waarom in ‘hemelsnaam niet ergens anders vergast en de lijken gedoseerd naar Krema I vervoerd voor verbranding? Zoals dit volgens de JHV zou zijn gegaan was onmogelijk,volstrekte wanorde en totale waanzin. Het antwoord lijkt helder:als de nazi’s zo logisch hadden gehandeld, zouden de “getuigen” in het kamp (de ‘Auschwitz partisanen’ zoals deze communistische propagandagroep zichzelf noemde), dit nooit hebben kunnen “zien” en de wereld niet met hun verhalen hebben kunnen ‘verrijken’ . . . 116
Het na de oorlog door de communisten ‘herbouwde’ Krema I, tegenover het hospitaal. Zelfs fervent JHV’er Eric Conan schreef erover in L’Express van 26-1-1995: Tout y est faux (Alles eraan is vals). Het huidige Krema I is een complete vervalsing. Het werd in 1948 door de Poolse communisten ‘verbouwd’ tot de ‘gaskamer’ waarlangs ook vandaag nog miljoenen toeristen werden gevoerd. Een deel van de vervalsingen is nog zichtbaar. Zoals de naoorlogse ‘inwerpgaten voor Zyklon-B, de houten deuren met ramen, de open doorgang naar de ovenruimte, enz. Er is trouwens geen serieus historicus meer die dit nog ontkent.
Een van de na de oorlog provisorisch aangebrachte ‘inwerpgaten' voor Zyklon-B in het plafond van Krema I. (Let ook op het slordig weggebroken betonijzer.) 117
“Sommige gaskamers hadden geen kunstmatige ventilatie; daarin droegen de mensen die de lichamen eruit haalden gasmaskers.” Dit is bizar. Had commandant Höß niet verklaard dat al na 10 minuten het ‘Sonderkommando’ etend, rokend en drinkend de ‘gaskamer' in ging om de lijken te verwijderen? Hoe kan men eten, roken en drinken met een gasmasker op?! Bovendien, waarom gasmaskers als de ruimte zo snel was geventileerd? En, zelfs met gasmaskers: ook huidcontact met lijken, vloeren en muren was dodelijk. En, ‘gasmaskers’, jawel maar het gas stroomde dan vrij door de rest van het crematoriumgebouw, inclusief de brandende ovens en het ovenpersoneel. Men valt alweer van de ene JHV-absurditeit in de andere. “Bovendien zit in die periode van 20 uur een enorme veiligheidsmarge.” De veiligheidsvoorschriften voor Zyklon-B waren er niet voor niets. Zoals ieder weet, gaat het een leverancier om zo groot mogelijke afzet. Het ligt dan niet voor de hand overdreven veiligheidsrestricties aan een product te koppelen. Te weinig is ook niet goed, want bij ongelukken lijdt hij ook schade. Laten wij er dus gewoon van uit gaan dat de leverancier reële, geen overdreven veiligheidsmaatregelen voorschreef. De relativering van CIDI/Nizkor is absurd en bedoeld om een onmogelijk verhaal mogelijk te laten schijnen. “Veiligheidsmarges tellen niet in oorlogstijd, en al helemaal niet als het doel is om duizend mensen zo snel mogelijk te doden. De Duitsers hadden ruime ervaring met gas in het algemeen en Zyklon in het bijzonder, omdat het zo vaak werd gebruikt om te ontluizen.“ Juist omdat de Duitsers zoveel kennis en ervaring met Zyklon-B hadden, zouden zij dit nooit op deze manier hebben gebruikt! Uit de JHV-vergassingsverhalen blijkt niets van enige aanpassing aan aard en gevaren van Zyklon-B. Dit in tegenstelling tot de normale toepassing voor ontsmettingsdoeleinden. De Duitsers wisten dat Zyklon-B nauwelijks werkt als men het niet verhit, zij wisten dat het niet werkt als de lucht niet circuleert, zij wisten dat het in de altijd koele ondergrondse betonnen kelders van de Krema’s II en III niet verdampte, zij wisten dat het sowieso niet verdampt in vochtige omgevingen en zij wisten dat contact ermee levensgevaarlijk was. Toch deden zij niets om de werking bij massamoord te garanderen, te verbeteren, of gevaren te verminderen. Dat kan niet. Dat maakt ‘gaskamers’ voor massamoord met Zyklon-B korrels op die wijze tot een absurditeit. “Misschien wordt de volgende claim van Holocaust-ontkenners dat de Duitsers nooit geallieerde vliegtuigen neergeschoten konden hebben, omdat het onmogelijk is om het machinegeweer in een bommenwerper te bedienen terwijl je naar behoren een veiligheidsriem draagt volgens de voorschriften van de Directie Beveiliging Burgerluchtvaart.” CIDI/Nizkor begrijpt de absurditeit van haar verhaal. Ze reageert dan op het niveau waarop zij haar aanhang inschat. U mag ons niet kwalijk nemen dat wij op dergelijke nonsens niet in gaan. “Bovendien gebruikte de SS Sonderkommando’s, gevangen dwangarbeiders, om de lichamen uit de gaskamers te halen en te cremeren. Het behoeft geen toelichting dat het ze weinig kon schelen als de Sonderkommando’s last hadden van het overgebleven gas. Hun doodvonnis stond al vast – de eerste taak van elke nieuwe Sonderkommando-eenheid was het verbranden van de lichamen van de voorgaande eenheid.” Een populair verhaal, dat door de feiten wordt weerlegd. Om te beginnen kennen we de naam ‘Sonderkommando’ alleen uit náoorlogse propaganda; Duitse documenten spreken consequent over Krematoriumpersonal. Merkwaardig is dat deze periodiek ‘verbrande’ (geregistreerde) arbeidsgevangenen niet te vinden zijn in de pijnlijk nauwkeurig bijgehouden ‘Sterbebücher’ van Auschwitz. 118
Merkwaardiger nog is het boek van gaskamer kroongetuige Filip Müller: “Three Years[!] in an Auschwitz Gas Chamber”; als ‘Sonderkommando’ kon je dus 3 jaar in een gaskamer werken en de oorlog overleven! Nog merkwaardiger is dat de ‘laatste’ ‘Sonderkommandos’, van Auschwitz niet werden ‘verbrand’, maar ook al wonderbaarlijk gespaard bleven. De Duitsers lieten hen bij de komst van de Sovjets ongemoeid, namen hen zelfs niet mee naar Duitsland, waardoor zij in geuren en kleuren aan de Sovjets konden vertellen wat die wilden horen. Ik zei het al, nazi’s waren volkomen achterlijk. Als het de JHV niet zou zijn, mag men alweer van een “wonder” spreken. “Als die “20 uur ventilatietijd” waar zou zijn, zou dat betekenen dat de lichamen van met cyanide gas geexecuteerde ter dood veroordeelden in gaskamers in de VS 20 uur aan hun stoel gebonden bleven na hun executie.” Absoluut niet. Wie de installaties in de VS kent, beseft de onzin hiervan. Die ruimtes zijn voor één persoon. In tegenstelling tot Zyklon-B dat 15 uur uitwasemt, kan in de VS de gastoevoer onmiddellijk worden beëindigd, heeft die kleine ruimte krachtige ontluchtingsapparatuur, wordt het lijk langdurig met water en schoonmaakmiddel besprinklerd en voeren mensen met gasmaskers en beschermende kleding het lijk pas daarna af. In vrijwel alles onvergelijkbaar dus. Geen wonder dat de door CIDI/Nizkor beschimpte Fred Leuchter, Amerika’s Nr. 1 gaskamerspecialist, met dit soort ‘vergelijkingen’ korte metten maakt. Conclusie na Vraag 30: Twintig uur ventilatietijd alvorens men een met Zyklon-B ontsmette ruimte mag betreden, is voorschrift van de leverancier. Dat geldt onder ‘normale’ omstandigheden. In door de JHV veronderstelde ‘gaskamers’ waren de omstandigheden in twee opzichten anders. Kale betonnen ruimtes, waarin blauwzuurgas condenseert op vloeren, wanden en plafonds en als vocht daarin doordringt. Daardoor blijft het veel langer aanwezig en is het gevaar van aanraking groot. Dat CIDI/Nizkor de voorgeschreven ventilatietijd te lang vindt, is belachelijk; zij komt ook niet met enige analyse die een mogelijk korter tijdsbestek aantoont. Dat kan ook niet, want alleen al de expertise daarbij nodig missen zij. In de JHV-‘gaskamers’ (met name de Krema’s I, IV en V), lagen de Zyklon-B korrels op de vloer, onder de lijken en was ventileren sowieso problematisch. Onder die omstandigheden zou zelfs 20 uur ontluchten onvoldoende zijn geweest! Onverhit Zyklon-B bereikt pas na een half uur haar hoogste verdamping, juist op het moment dus dat de ‘Sonderkommando’s’ met uitruimen bezig waren! Er zijn geen redenen om de door het IHR en de leverancier genoemde ventilatietijden ter discussie te stellen. Al helemaal niet voor de Krema’s I, IV en V, die geen mechanische ventilatie hadden!
31. Auschwitz commandant Höss zei dat zijn mannen de gaskamer binnen gingen 10 minuten nadat de Joden waren gestorven om ze te verwijderen. Hoe is dat te verklaren? IHR antwoord: Dat kan niet worden verklaard omdat zij dan hetzelfde lot zouden hebben ondergaan als de eerdere aanwezigen. Behulpzaam bij het beoordelen van deze V & A: http://www.air-photo.com/english/ http://www.holocaust-history.org/auschwitz/pressac/technique-and-operation/page429.shtml ‘Ontzenuwing’ CIDI/Nizkor: Het kan heel eenvoudig worden verklaard, en het is al vele malen 119
verklaard, in werken die in elke goede bibliotheek aanwezig zijn. Iedereen die even nadenkt kan zelf bedenken hoe dit mogelijk was. Revisionistische weerlegging: De lezer kan inderdaad een ‘goede bibliotheek’ binnenstappen en daar een van de bekende Holocaust propagandaboeken inzien (andere boeken zijn daar niet!). Hij ziet dan, dat nauwelijks één bladzijde aan ‘gaskamers’ is gewijd! De Holocaustliteratuur vertelt weliswaar voortdurend over ‘gaskamers’ en ‘vergassingen’, maar geeft daarover nooit bijzonderheden. Niet één specialist op dat gebied laat in die boeken zijn licht schijnen over de eisen en voorzieningen die daarvoor nodig waren! Niet vreemd, want overblijfselen, concrete gegevens, ‘getuigenverklaringen’, enz. laten niet toe dat over constructie en functioneren van die unieke moordruimtes een plausibele technische expertise wordt gepubliceerd. Niet voor niets lanceerde professor Faurisson via de wereldpers zijn beroemde uitdaging: “Toon of teken mij een gaskamer”. Die oproep, nu meer dan twintig jaar geleden, leverde niet één serieus te nemen reactie op. Briljante revisionistische specialisten als dr. Germar Rudolf, Fred Lechter, Ir. Roubeix (ex-directeur van de St. Avold Chemische fabrieken in Frankrijk, met 40 ton cyanide per dag in 1970 de belangrijkste blauwzuurproducent ter wereld), prof. Faurisson, prof. dr. Butz en vele, vele anderen, tonen daarentegen in hooggekwalificeerde publicaties haarfijn het tegendeel van het door de JHV gestelde daarover aan. Zijn deze revisionisten nooit in een “goede bibliotheek” geweest? De enige poging van een Holocaustauteur om de 'gaskamers' te bewijzen (zonder daarbij serieus de werking en te stellen eisen te durven behandelen), was de Fransman Jean-Claude Pressac, die vanwege de onmacht dat bewijs te leveren en dat ook eerlijk te zeggen, sindsdien door zijn joodse financiers en de verdere misjpoche kleinerend een 'amateur' en 'apotheker' wordt genoemd. Zijn niettemin indrukwekkend gedocumenteerde studie zult u dan ook in geen enkele “goede bibliotheek” aantreffen. “De oplossing die de nazi’s gebruikten in de grootste gaskamers was het installeren van ventilatiesystemen die de lucht in minder dan vijf minuten volledig konden verversen (zie Gutman, Anatomy of the Auschwitz Death Camp, 1994, p. 232).” Zoals eerder gesteld, de mechanische ventilatie in uw badkamer kan ook 12 x per uur de lucht vervangen (= theoretisch 1 x per 5 minuten). Dat was dus niet bijzonder. De lijkenkamers (‘gaskamers’) van de Krema’s II en III waren ondergronds; daar kon men bij stank geen ramen open zetten zoals in de andere Krema’s. Alleen die twee hadden daarom een bescheiden ventilatiesysteem. Bij de weerlegging in V&A 30 gaven wij de beperktheid van dit ‘ventilatiesysteem’ al aan, evenals de onzinnigheid van ‘betreden na 10 minuten. Wij voegen daaraan toe dat Zyklon-B korrels na een half uur pas maximaal gas afgeven, zodat de ‘ontruimers’ hun werk deden op het hoogtepunt de gasafgifte! Wie zou kiezen voor een ‘gifgas’ dat niet meer kan worden gestopt en tot 15 uur na gebruik dodelijk gif blijft afgeven?! Alleen CIDI/Nizkor cum suis noemen dat ‘efficiënt’ en ‘goed werkend’. "Er waren ook instrumenten van ijzerdraad om de Zyklon-B uit de kamers te verwijderen, waardoor de ventilatie efficienter verliep." Opvallend dat CIDI/Nizkor het levensgrote ventilatieprobleem tracht te relativeren met nietbewezen 'instrumenten' (draadijzeren kokers), die slechts in 2 van de 5 'gaskamers' zouden zijn gebruikt. Die draadijzeren kokers – als die ooit bestonden – lossen het probleem van ontbrekende ventilatie bij massamoord in 5 'gaskamers' niet op. De omstandigheden in de 'gaskamers' waren zodanig dat zich blauwzuurcondens op lijken, muren, enz. zou hebben bevonden en dat levert zonder langdurige ventilatie groot gevaar op. Die veronderstelde zgn. Kula-kolommen zouden van 120
plafond tot vloer langs pilaren van de ‘gaskamer’ hebben gestaan, waarin van boven Zyklon-B korrels in een bakje aan een touw zou zijn neergelaten. (Hetgeen overigens in strijd is met alle 'getuigenissen' die spreken over "een SS-er die blikken met Zyklon-B in de 'gaskamer' leegstrooide"!). Aan die kokers, afkomstig van ‘getuige’ Michal Kula, zijn zoveel raadsels verbonden, dat men ze het beste als produkt van een rijke fantasie kan beschouwen. (Kula behoorde tot de zgn. Kamppartisanen van Auschwitz, een groep, communistische gevangenen die hun activiteiten omschreef als ‘propaganda’). In de restanten van het betreffende dak zijn geen gaten aangetroffen waardoor Zyklon-B in zulke kokers kon zijn neergelaten. En, zoals professor Faurisson zei: “Geen gaten, geen Holocaust.” Andere problemen met dit verhaal zijn dat korrels in een bakje de verdamping van het blauwzuur en de circulatie nog meer zou hebben belemmerd. Slachtoffers in doodsnood zouden die kokers bovendien hebben vernield (of afgedekt met hun ‘handdoeken’!). In de Krema’s I, IV en V konden ze überhaupt niet worden gebruikt. In de werkplaatsadministratie (waar ze volgens Kula gemaakt zouden zijn) is niets van een opdracht, materiaalbonnen, werkbriefjes, tekening, etc. gevonden. Overbodig op te merken dat, behalve fraaie hedendaagse Nizkor-schetsen, er nooit iets concreet van of over die Kula-kokers is aangetroffen. “Andere gaskamers hadden geen ventilatiesysteem, en de eerste mensen die deze gaskamers binnen gingen droegen gasmaskers tot het gas was vervlogen en onschadelijk was gemaakt.” Met het grootste gemak wordt hier over ‘gaskamers’ gesproken. Alsof het bestaan van ook maar één ‘gaskamer’ bewezen zou zijn! Laten we niet vergeten, dat er niets van één werkbare ‘gaskamer’ is gevonden, dat de aan toeristen getoonde ‘gaskamers’ in concentratiekampen ná de oorlog zijn gemaakt (Auschwitz, Dachau, Sachsenhausen, enz.), dat geen enkele deskundige ooit heeft vastgesteld: ‘ja, dit was een gaskamer!’ Dat alle deskundigen over de gewraakte ‘gaskamers’ concludeerden: ‘Dit kan geen ‘gaskamer’ geweest zijn’, dat er nooit één vergast lijk is gevonden, dat er nooit één autopsierapport van een 'vergassing' was, dat er nooit één foto is opgedoken van een ‘vergassing’of door vergassing omgekomen joden, dat er (afgezien van een bewezen leugenaar) nooit één getuige was die zelf een ‘vergassing’ of ‘gaskamer’ heeft gezien, dat er van de ‘miljoenen’ vergasten nooit één lijk is gevonden, niet in een graf, niet in een massagraf, niet als as en nergens. Niets. Zelfs Jean-Claude Pressac, wellicht de meest integere onder ‘officiële’ Holocausthistorici, concludeerde in zijn indrukwekkende standaardwerk Auschwitz: Technique and Operation of the Gas Chambers, dat er wel aanwijzingen, maar geen bewijzen voor ‘gaskamers’ zijn. Geen wonder, alles berust op postulerende interpretaties, ‘geheimtaal’ en ‘getuigen’, die veelal (begrijpelijk) vol haat zaten tegen hun eerdere onderdrukkers en belang hadden gruwelverhalen op te dissen en dan moet je niet vragen naar technische bewijzen! Waarom hebben de communisten in 1945, toen zij in die kampen zaten (behalve verhalen) ook niet wat forensische bewijzen van die ‘gaskamers’, enz. verzameld? Omdat die er niet waren! De fabel ‘De Duitsers vernietigden alle sporen’ (en miljoenen lijken van vergasten!) laten we maar voor wat het is: een fabel. Ook als het om ‘verslagen’ over ‘gaskamers’ gaat, schiet CIDI/Nizkor bok na bok. Ze schrijft: “droegen gasmaskers tot het gas was vervlogen”. Dat moet dan 15 uur achtereen zijn geweest, want in werkelijkheid wordt de hoogste gasafgifte van Zyklon-B na een half uur bereikt en blijft het daarna 15 uur lang gas afgeven! Kort na de oorlog werd niet over ‘gaskamers’ gesproken. Officiële rapporten en ‘getuigenissen’ meldden ‘Elektrocutie op stalen vloeren, ‘Lopende-band-systemen met neerklapbare vloeren’, 121
‘Baden met water waar zeer sterke stroom door werd gestuurd’, ‘Verdrinken’ (Podziemna Obsluga Prasy Pozagettowej, Archief van het Jewish Historical Institute, Warschau), ‘Levend verbranden in putten’ (Eliezer Wiesel), ‘Ongebluste kalk’ (Karski, J. Story of a Secret State), ‘Vacuümkamers’ (Poolse ondergrondse, Archiv der Polnischen Vereinigten Arbeiterpartei, 202/III, v. 7, blz. 120 e.v., geciteerd in P. Longerich, op. cit. (noot 285), blz. 438), Pneumatisch met ‘Hammerluft‘ (Grossman, W. Die Hölle von Treblinka, Moskou, 1946), ‘Levend koken’, ‘Mechanisch de hersens inslaan’ (‘om kogels te sparen’), ‘Vertraagd gifgas’ waarbij slachtoffers zelf naar (nooit gevonden) massagraven liepen en daarin plots dood neervielen (Informatie Bulletin, 8 september 1942, Afdeling ‘Armia Krajowa’, geciteerd door de ‘specialist Oostfront’ Holocaust historicus Yitzhak Arad in ‘Belzec, Sobibor, Treblinka’), ad infinitum. Al die nu onhoudbare verzinsels werden door ‘echte Holocausthistorici’ in boeken als ‘feiten’ gepresenteerd. Uiteindelijk bleven Zyklon-B en koolmonoxide ‘gaskamers’ over. Allebei onmogelijk en allebei zonder enig technisch bewijs.
Plattegrond kelderverdieping Krema’s II en III. Zie het kleine plateauliftje (d) naar de ovenruimte boven.
122
De opbouw van de vergassingsmythe blijkt wellicht het duidelijkst uit het geval van de pathologische leugenaar Eliezer Wiesel, wereldberoemd beroepsoverlevende, die ondanks zijn leugens werd onderscheiden met de Nobelprijs voor de Vrede. Wiesel, die als 15-jarige langdurig in het ziekenhuis van Auschwitz was verpleegd, verkoos met zijn vader en tienduizenden andere joden vrijwillig met hun Duitse ‘beulen’ die hen op elk willekeurig moment zomaar in het vuur konden gooien, naar Duitsland te vertrekken, in plaats van op de komst van de dertig kilometer oostelijk oprukkende Sovjet-bevrijders te wachten. Hij liet na de oorlog door een Frans-joodse ghostwriter het wereldberoemd gemaakte stuk gruwelproza schrijven: ‘Night’ waarop hij sindsdien teert. In de eerste druk stond helemaal niets over gaskamers of vergassingen, maar werd tot in details bloedstollend beschreven hoe de nazi’s de joden in Auschwitz aan de lopende band levend in open vuren verbrandden. Aan Wiesel danken wij dan ook de term ‘Holocaust’. Echter, nadat bleek dat het levende verbrandingsverhaal geen voet had om op te staan en ‘gaskamers’ in de propaganda de overhand kregen, veranderde hij in de latere drukken van ‘zijn’ boek overal waar stond ‘Crematoria’ in ‘Gaskamers’! De geboren en gelauwerde fantast zei over kritiek op zijn onzin: ‘Sommige verhalen die nooit gebeurden, zijn toch waar.’ “Het was belangrijk om de gaskamers snel te ventileren en voort te maken met het weghalen en cremeren van de lichamen – dat nam wel veel tijd. Het vergassen zelf duurde maar een paar minuten.” Het was helemaal niet belangrijk die ‘gaskamers’ snel te ontruimen. Sterker nog: als we de plattegrond van de Krema’s II en III bekijken zien we dat de ‘gaskamer niet ontruimd kon worden!!! Er was domweg geen plaats om de 2.000 lijken elders neer te leggen! Aan de ‘gaskamer’ grensde een kamertje van 7 x 5 m, met daarin een plateauliftje (d) naar de ovenruimte boven (zie ook V&A 29). Het crematorium had een volle week nodig om 2.000 lijken van één enkele ‘vergassing’ te verwerken...... (zie V&A 42). Daarom kwam ook de kleedruimte (2) niet voor opslag in aanmerking. Nizkor probeert de absurditeit van na tien minuten betreden van de ‘gaskamer’ overeind te houden omdat belangrijke ‘getuigen’ dat tegen alle logica in beweerden en zij niet willen toegeven dat dit fantasie is. Routing en handling waren in ‘de JHV-gaskamers’ volstrekt absurd. Conclusie na Vraag 31: Om in een ‘gaskamer’ 2.000 mensen in 5 à 10 minuten te laten sterven, zijn extreem grote hoeveelheden Zyklon-B vereist. Het is onzinnig te veronderstellen dat mensen direct daarna etend en rokend (zonder gasmasker!) zo’n ‘gaskamer’ konden betreden. De ‘gaskamers’ in de Krema’s I, IV en hadden zoals bekend geen enkele vorm van mechanische ventilatie. Maar ook in de Krema’s II en III, met beperkte ventilatie is dit absurd. Zyklon-B korrels blijven namelijk 15 uur lang gif afgeven; men kan dat proces niet stoppen! Dat alleen al toont de waanzin van Zyklon-B als ‘efficiënt gifgas’ aan. Ventilatie had ook nauwelijks zin, omdat het gif zich voor het grootste deel op en onder de opeen geperste lijken zou hebben bevonden. Zyklon-B korrels bereiken pas na 30 minuten de volle gasafgifte. Juist op dat moment zouden etende en drinkende ‘Sonderkommando’s’ zonder gasmaskers of beschermende kleding de ‘gaskamer’ zijn binnen gegaan. ‘Ventilatie’ zou op dat moment het gevaar voor vergiftiging van ‘Sonderkommando’s’ nog hebben vergroot, omdat nog veel meer gas vrij kwam zodra de lijken werden gescheiden! Op dat moment was ventilatie niet alleen te laat, ook de met gif bedekte lijken waren bij huidcontact dodelijk! Volkomen onmogelijk! Deze vraag en het ‘antwoord’ van CIDI/Nizkor TONEN DE ABSOLUTE WAANZIN VAN 123
ZYKLON-B KORRELS ALS ‘VERGASSINGSMIDDEL’ AAN: Wie kiest voor een gifgas dat eenmaal uitgestrooid niet gestopt kan worden?! De gasafgifte uit Zyklon-B kwam traag op gang, bereikte pas na een half uur het optimum en bleef daarna 15 uur lang gas afgeven. Het kon niet gestopt worden zoals andere gassen ! Niettemin spreekt de JHV over Zyklon-B als een perfect en ‘efficiënt’ gas, dat ‘heel goed werkte’. Ongelooflijk. Ook hier is het antwoord van het IHR juist. Zowel betreden na 10 minuten als het hele verloop van ‘Zyklon-B vergassingen zoals de Joodse Holocaust Versie dat stelt, is volkomen onhoudbaar.
32. Höss zei in zijn bekentenis dat zijn mannen sigaretten rookten terwijl ze de dode Joden uit de gaskamers trokken, 10 minuten na de vergassing. Is Zyklon-B niet explosief? IHR antwoord: In hoge mate. De Höß bekentenis is een valse bekentenis. Behulpzaam bij het beoordelen van deze V & A zijn: http://www.holocaust-history.org/auschwitz/pressac/technique-and-operation/page429.shtml Directives for the Use of Prussic Acid (Zyklon) for the Destruction of Vermin (Disinfestation).IMT Doc. Nr. NI-9912. http://www.ihr.org/books/leuchter/appendix03.html ‘Ontzenuwing’ CIDI/Nizkor: Dit is echt absolute onzin. De minimale concentratie nodig voor een ontploffing is 56.000 delen per miljoen. Een concentratie van 300 delen per miljoen doodt mensen binnen een paar minuten. Deze gegevens zijn na te slaan in "The Merck Index" en het "CRC Handbook of Chemistry and Physics", en elk handboek over de giftigheid en ontbrandbaarheid van chemicaliën. Al was er tijdens de executies een kampvuur gestookt in de gaskamer, dan was er geen reëel explosiegevaar geweest. Ook de eigen product-bijsluiter van de nazi’s over Zyklon-B, Neurenberg document NI-9912, wijst hierop: Ontploffingsgevaar: 75 gram HCN per kubieke meter lucht. Normale toepassing circa 9-10 gram per m3, daarom niet explosief. Revisionistische weerlegging: Hiervoor toonden wij aan dat niet alleen eten en roken door Sonderkommando’s in ‘gaskamers’ onmogelijk is, maar tevens de ‘vergassings’procedure en het gebruik van Zyklon-B zelf. Over het ondergeschikte punt van het explosiegevaar van blauwzuurgas zegt CIDI/Nizkor: "Ook de eigen product-bijsluiter van de nazi’s over Zyklon-B, Neurenberg document NI-9912, wijst hierop: Ontploffingsgevaar: 75 gram HCN per kubieke meter lucht. Normale toepassing circa 9-10 gram per m3, daarom niet explosief." Klopt, hoewel de ‘productbijsluiter’ niet “van de nazi’s” was, maar van de leverancier. De Geallieerden brachten dit weliswaar bij het IMT in als ‘bewijsstuk’, maar het bevatte niets dat met ‘vergassing’ in verband kan worden gebracht. Integendeel! De veiligheid voor mensen stond bij Zyklon-B voorop: niet voor niets had het vertraagde gasafgifte, om de mensen die er mee werkten 124
niet onnodig gevaar te laten lopen! Ook Germar Rudolf stelt in zijn standaardwerk Het Rudolf Rapport dat “bij correct toegepaste hoeveelheden en concentraties de technische literatuur aangeeft dat praktisch geen gevaar voor explosie bestaat, maar alleen dan! CIDI/Nizkor schermt met een theoretische minimum hoeveelheid blauwzuurgas van 300 ppm, die voor mensen “binnen een paar minuten” dodelijk kan zijn. Het is allesbehalve zeker dat bij zo’n geringe hoeveelheid iedereen dood gaat (de norm houdt rekening met babies, zwakken en zieken), het is al helemaal niet aannemelijk dat 2.000 mensen in een niet-verwarmde ruimte zonder luchtcirculatie allen dood gaan bij die minimale risicohoeveelheid en het is ronduit een leugen dat dit “binnen een paar minuten” het geval zou zijn. Als men 2.000 mensen met Zyklon-B korrels in 10 minuten zou willen doden, is daarvoor een enorme hoeveelheid nodig. Insektenkorrels waren niet bedoeld voor massamoord in onverwarmde ruimten zonder luchtcirculatie. In het krankzinnige geval dat men in tien minuten 2.000 mensen met 100% dodelijkheid zou willen ‘vergassen’, waren een paar kilo’s niet genoeg, maar was een veelvoud vereist. Daarbij was het vergiftigings- en explosiegevaar in de aanliggende Kremaruimten met opengaande ovendeuren bij > 1.000 °C inderdaad enorm. “Een transcriptie van het NI-9912 document staat op de website van Bradley Smith, inclusief het citaat hierboven. Dus de ‘revisionisten’ weten beslist dat het bestaat. Zij negeren het gewoon liever. Mr. Smith zegt dat het document ‘slecht uitkomt’ – dat is wel mogelijk... maar voor wie? Hoe dan ook: zou het gas na tien minuten ventilatie explosief zijn, nadat er genoeg was afgeblazen om de ruimte veilig te maken? Totaal niet. Als de Sonderkommando’s sigaretten rookten, droegen zij duidelijk geen gasmaskers. Zij zouden dus al dood zijn geweest, tenzij de concentratie ver beneden de 100 delen per miljoen lag! “genoeg was afgeblazen”?!! Zie de 20-uur ventilatietijd van Zyklon-B, de voortdurende gasafgifte van de korrels onder en tussen de lijken, de ontbrekende of te verwaarlozen ventilatiecapaciteit, het probleem waar de lijken te laten als de ‘gaskamer’ werd ontlucht, enz.!). Dat revisionisten die Gebruiksaanwijzing “negeren” is weer zo'n volstrekt ongegronde CIDI/Nizkor bewering: de tekst staat nota bene op de revisionistische CODOH.com website van dr. Bradley Smith. Voor wie die Gebruiksaanwijzing leest is het helemaal geen vraag meer wie dat slecht uitkomt: de Holocaustpromotie! In die Gebruiksaanwijzing staat letterlijk onder ‘Airing’: “De ontluchting moet tenminste 20 uur duren.Bij de ontluchting bestaat het grootste gevaar voor personeel en anderen. Daarom moet dit zeer zorgvuldig worden uitgevoerd en dient altijd een gasmasker te worden gedragen.” "Waarom in vredesnaam neemt het IHR de moeite om te beweren dat er een kans op ontploffing bestond? Elke roker zou al zijn gedood door het gif, lang voordat de concentratie HCN ook maar enig explosiegevaar opleverde! Feit is dat het IHR de meest elementaire handboeken negeert, niet opmerkt dat de nazi's zelf deze mogelijkheid van de hand wijzen, en het gezond verstand overboord heeft gegooid. Dit laat zien hoe weinig wetenschappelijk zij te werk gaan. Terzijde: het lijkt ook iets te zeggen over hun eerlijkheid. Hoewel zij NI-9912 hier negeren, waar het slecht uitkomt, gebruiken zij het wel in andere IHR-publicaties.” Roken in een ‘gaskamer’ is waanzin. In de eerste plaats om een triviale reden: sigaretten smaken in 125
een ruimte met sporen van blauwzuurgas ronduit walgelijk! http://nl.wikipedia.org/wiki/Blauwzuurgas Het was destijds ook een manier om resten van het kleuren reukloze blauwzuur in een langdurig ontluchte ruimte vast te stellen. Dat het de ‘Sonderkommando’s’ niet hierom ging is duidelijk uit de omstandigheden en de context van Höß’ verklaring. Zeker, de tegenstrijdigheden bij dit JHV-verhaal over ‘vergassingen’ zijn enorm. Natuurlijk was het onmogelijk in 10 minuten 2.000 mensen met enkele kilo’s Zyklon-B korrels te ‘vergassen. Natuurlijk was het onmogelijk na 10 minuten zo’n gaskamer binnen te gaan. Natuurlijk was dat onmogelijk zonder gasmaskers en beschermende kleding en natuurlijk was het onmogelijk daarbij te eten en te roken. Het is onbegrijpelijk dat CIDI/Nizkor “de moeite neemt” dergelijke waanzin staande te houden! Het is een gotspe over revisionisten te zeggen "hoe weinig wetenschappelijk zij te werk gaan" als de Holo'wetenschap' zelf de afgelopen 65 jaar geen noemenswaard forensisch-technisch onderzoek heeft gedaan en zich conformeert aan de verdachtmaking en verkettering daarvan! Explosiegevaar was reëel bij abnormale omstandigheden zoals in de ‘gaskamers’ geheerst moesten hebben: overmatig Zyklon-B gebruik (nodig om in 10 minuten alle 2.000 mensen te vermoorden) en gebrekkige ventilatie. Dat revisionisten welk document dan ook zouden ‘negeren’, is onzin. Het was, zoals Nizkor zelf zegt, nota bene de CODOH-site van Bradley Smith die dit document publiceerde. De essentie van revisionisme is immers alle holocaustdocumenten te analyseren en te evalueren. Zo ook deze Gebruiksaanwijzing. CIDI/Nizkor tracht ‘tegenstellingen’ en wantrouwen op te roepen waar die niet zijn. Dat document staat op meer revisionistische sites. Niet, zoals bij Nizkor, als ‘citaat’, ook integraal. Smith’s redenering laat geen twijfel over wie dit document ‘slecht uitkomt’: zij die het hebben over na tien minuten etende, drinkende en rokende Sonderkommando’s zonder gasmaskers in een ‘gaskamer waarin zojuist tweeduizend mensen zijn vergast. Ir. Walter Lüftl geeft een technische opsomming van de voornaamste basiseigenschappen van Zyklon-B. Daartoe behoren ook vlampunt en explosiegevaar. Zijn gegevens komen overeen met die van de leverancier, dus wat daar ‘oneerlijk’ aan is, moet Nizkor nog maar eens uitleggen. Höß (of wie dan ook) kan van alles gezegd hebben over eten en roken, maar dat verandert geen fysische wetten. Die maken het zonder gasmasker en beschermde kleding onmogelijk een ruimte te betreden waarin 10 minuten eerder 2.000 mensen met blauwzuur werden gedood. Höß vertelde hier mogelijk één van zijn moedwillige onzinverhalen, bedoeld om zijn martelende ondervragers tevreden te stellen en zinniger mensen duidelijk te maken dat dit verhaal één grote farce was. Waarom de propaganda aan dit verhaal vasthoudt? Omdat als één stukje van het JHV-verhaal wegvalt, het hele kaartenhuis instort! Conclusie na Vraag 32: Het CIDI/Nizkor commentaar bij deze V&A is onthullend. Etende en drinkende mannen zonder gasmaskers in een ‘gaskamer’ met zojuist ‘vergaste’ giftige lijken is volstrekte onzin. Dat is onmogelijk. Zoals de Zyklon-B gebruiksaanwijzing stelt (zie: http://www.ihr.org/books/leuchter/appendix03.html is ontluchting de gevaarlijkste fase van het hele proces. Tijdens de 20 uurs ventilatieperiode was dragen van gasmaskers dan ook voorgeschreven. Hoe men daarmee zou kunnen eten en roken (en aldus de HCN damp inhalerend) moet Nizkor nog maar eens uitleggen. Zij komt niet verder dan de ventilatiecapaciteit te overdrijven (die in de Krema’s I, IV en V niet aanwezig was!) De kern van de vraag, de onbetrouwbaarheid van de ‘getuigenis’ van kroongetuige Höß omzeilt CIDI/Nizkor door te focussen op het relatieve 126
explosiegevaar. Echter, als men 2.000 mensen binnen 10 minuten dood wil hebben – dan zijn daarvoor onwaarschijnlijk grote hoeveelheden Zyklon-B nodig. IHR’s verwijzing naar explosiegevaar is dus niet zo kort door de bocht als Nizkor voorstelt. Het belangrijkste aspect van deze V&A, de onbetrouwbaarheid van Höß’ getuigenis, is juist gebleken.
33. Wat was precies de manier waarop de nazi’s Joden uitgeroeid zouden hebben? IHR antwoord: Het verhaal varieert van het leeggooien van de gasbussen in de overvolle ruimte door een gat in het plafond, tot het aanvoeren van gas via buizen en douchekoppen, ‘stoomkamers’ en ‘elektrocuteermachines’. ‘Miljoenen’ joden ‘zouden zo zijn vermoord. Behulpzaam bij het beoordelen van deze V & A zijn: Made in Russia - The Holocau$t. Carlos Whitlock Porter. Gratis te downloaden op http://aaargh.codoh.com/engl/engl.html http://www.holocaust-history.org/auschwitz/pressac/technique-and-operation/page231.shtml http://www.holocaustdenialvideos.com/1_cole.wmv http://www.holocaustdenialvideos.com/2_cole.wmv http://www.holocaustdenialvideos.com/3_cole.wmv http://www.air-photo.com/english / Convergence or Divergence?: On Recent Evidence for Zyklon Induction Holes at AuschwitzBirkenau Crematory II, Brian Renk, The Journal for Historical Review, Volume 20 number 5/6, September/December 2001. http://www.ihr.org Dissecting the Holocaust. 5.1. Alterations on Air Photos of Auschwitz-Birkenau. ‘Ontzenuwing’ CIDI/Nizkor: Hoe het precies ging verschilde per kamp. Er werden (soms maar weinig) verschillende manieren gebruikt in verschillende kampen of zelfs op verschillende plaatsen in hetzelfde kamp. In Auschwitz, met name in Krema I t/m III, werd Zyklon-B door gaten in het plafond gegooid. De gaten zijn zichtbaar op luchtfoto’s die toevallig werden gemaakt door geallieerde verkenningsvliegtuigen. Revisionistische weerlegging: “Hoe het precies ging verschilde per kamp” geeft precies aan dat van “systematische” vernietiging in technische zin geen sprake was. Zowel de in de JHV genoemde methoden van ‘vernietiging’ (Zyklon-B, Dieseluitlaatgas, executies, doodhongeren, uitputting, doodslaan, levend verbranden, etc.), de faciliteiten (boerenwoninkjes, lijkenkelders, houten barakken, stenen ‘gaskamers’), als lijkbezorging (cremeren, in greppels verbranden, in de open lucht verbranden, begraven en weer opgraven, massagraven) verschilden overal, zelfs binnen eenzelfde kamp. Van enig “systeem” daarbij was geen sprake. Dat gold ook voor “door gaten in het plafond gegooid” Zyklon-B in Auschwitz. ‘Inwerpgaten’ waarover CIDI/Nizkor spreekt, zijn bij Krema I ná de bevrijding door de communisten aangebracht (zie foto bij V&A 30). Die van de Krema’s II en III zijn nooit aangetoond. CIDI/Nizkor liegt zichzelf bij II en III tegen als ze daar zegt “gegooid”; er waren toch ‘Kulakolommen’? (zie V&A 31) en bij IV en V zou dit door een SS-er staand op een ladder door de raamgaten over de slachtoffers zijn uitgestrooid. In de Krema’s II en III waren (en zijn!) geen inwerpgaten zichtbaar. Nu niet (in de overblijfselen van het betonnen dak van Krema II) en toen niet! Die gaten zouden volgens NKVD verhoren van Ir. 127
Schultze van Topf & Söhne 30 x 30 cm zijn geweest, maar in het (redelijk intacte) restant van het dak van het opgeblazen Krema II blijken die gaten niet aanwezig. Wel enkele onregelmatig gevormde gaten door de explosie en enkele na de oorlog door het betonijzer ruw uitgebroken gaten op de verkeerde plaatsen. Zowel revisionisten als anti-revisionisten zijn het erover eens dat gaten in het dak noodzakelijk waren voor ‘vergassingen’ in de Krema’s II en III. Faurisson zegt over de afwezigheid ervan: “Geen gaten, geen ‘Holocaust’.” Holocaustgeestelijke Van Pelt moest tijdens het Irving-Lipstadt proces toegeven dat die gaten niet zijn aangetoond maar zegt: “dat ze er nu niet zijn, wil niet zeggen dat ze er toen niet waren.” Een wonderlijke uitspraak voor een professor aan een architectuurschool; elke beunhaas in de bouw kan hem garanderen dat gaten van 30 x 30 cm in een 15 cm dik betonnen dak niet ‘onzichtbaar’ kunnen worden dichtgesmeerd zonder sporen. Geen inwerpgaten dus. Ze zijn er niet en niemand kan aantonen ze te hebben gezien. Een zelfde Holocaustwonder dus als het in het niets verdwijnen van ‘3 miljoen’ vergaste lijken! In 1979 gaf de CIA enkele luchtfoto’s’ vrij van ‘inwerpgaten’ in de daken van de lijkenkelders van de Krema’s II en III; deze zijn echter volgens experts zichtbaar ingetekend (zie foto: foutieve verhoudingen en verkeerde schaduwval). Op enkele andere foto’s wordt men geacht ‘rijen naar de gaskamers lopende mensen’ te zien, die eveneens zijn ingetekend en gedeeltelijk over de daken van de barakken ‘lopen’). Deze treurige vervalsingen lijken op de ‘foto’s’ die US minister Colin Powell in de Algemene Vergadering van de VN als ‘bewijs’ voor ‘massavernietigingswapens’ van Saddam Hoessein toonde (zie ook Convergence or Divergence?: On Recent Evidence for Zyklon Induction Holes at Auschwitz-Birkenau Crematory II van Brian Renk, The Journal for Historical Review). Faurisson’s uitspraak: “Geen gaten, geen ‘Holocaust’ staat pal overeind! De luchtfoto’s waarop CIDI/Nizkor doelt, zijn naoorlogse vervalsingen. Zie daarover o.a. Alterations on Air Photos of Auschwitz-Birkenau.
US Luchtfoto van Krema’s II (links) en III (rechts) van 25 augustus 1944. Let op de 4 ingetekende ‘inwerpgaten voor Zyklon-B’ op het dak van de lijkenkamers (‘gaskamers') haaks naast de gebouwen. Kijk naar de 2 x vier onregelmatig ingetekende streepjes. De bouwkundige van de civiele bouwfirma Huta GmbH, die het ‘gaskamercomplex’ in AuschwitzBirkenau bouwde, Hoofdingenieur Dr. Walter Schreiber, legde op zijn sterfbed in 1999 als 91-jarige vrijwillig een beëdigde verklaring af, waarin hij verklaarde dat de grote ruimten van de Krema’s II en III (‘gaskamers’) gebouwd werden als lijkenruimtes en ongeschikt waren om als gaskamers dienst te doen. Hij kende de eisen welke aan echte gaskamers (ontluizingsruimtes) werden gesteld omdat hij ook daarbij betrokken was geweest. De ruw uitgehakte gaten in de overblijfselen van het dak, ‘voor inwerpen van Zyklon-B’, zijn volgens hem (en andere deskundigen) na de oorlog aangebracht. Hij verklaarde nooit toestemming voor het aanbrengen van dergelijke gaten te zullen 128
hebben gegeven, omdat die kelders ook de functie van schuilkelders hadden (vandaar ook de gasdichte deur). Het is in-triest en tekenend voor het klimaat van gewetensterreur rond ‘de Holocaust’ dat hij en andere direct betrokkenen niet eerder dan op hun sterfbed met de waarheid naar buiten durven komen. www.vho.org/VffG/2000/1/Rademacher104f.html “In de Action Reinhard-kampen werden uitlaatgassen van krachtige motoren de gebouwen ingepompt, vaak van motoren van buitgemaakte Russissche tanks.” Alweer een (bewuste?) fout: die kampen waren niet zoals de JHV decennia suggereerde, ter nagedachtenis genoemd naar de vermoorde Reinhard Heydrich (die nog leefde toen ze werden gebouwd), maar naar naziminister van Economische Zaken Fritz Reinhardt, sinds 1934 verantwoordelijk voor het ‘Plan Reinhardt’, o.m. van de aanleg van de Duitse Autobahnen (IMT Vol. XXXIV, 4024 – PS blz. 64). Een onzinnigheid die het vergassingsverhaal eveneens op slag onmogelijk maakt is: “werden uitlaatgassen van krachtige motoren de gebouwen ingepompt vaak van motoren van buitgemaakte Russissche tanks.” Praktisch alle Russische tanks waren uitgerust met Dieselmotoren. Ook de genoemde motor van ‘een Russische onderzeeër’ moet een Diesel zijn geweest. Talloze ‘getuigen’ (o.m. Gerstein) verklaarden dat zij zagen hoe bij ‘vergassingen’ Dieselmotoren werden gebruikt. Echter, er is een probleem: met Dieseluitlaatgas kan men geen mensen vermoorden. Kijkt u maar: lucht bestaat uit ca. 21% zuurstof en 79% stikstof. Dieseluitlaatgas uit 18% zuurstof en bijna 75% stikstof, (plus 3,5% CO2, 0,1% NOx, 3,5% H2O en 0,1% CO). Het zuurstofgehalte in Dieseluitlaatgas is daarmee bijna net zo hoog als in gewone lucht en zelfs hoger dan van uitgeademde lucht, waarvan bekend is dat het bij mond-op-mond-beademing mensen in leven houdt. Als men veel mensen in een kleine ruimte perst en de deuren hermetisch sluit, zijn allen na een half uur gestikt door zuurstofgebrek. Als men daarentegen Dieseluitlaatgas toevoert, zijn zij 24 uur later nog in leven! Elke dag slapen wereldwijd tienduizenden vrachtwagenchauffeurs in hun cabines bij draaiende dieselmotoren. Het is nog nooit voorgekomen dat iemand per ongeluk of met opzet door ‘vergassing’ met dieseluitlaatgas om het leven kwam. Niemand! Alleen de JHV laat geloven dat miljoenen mensen in ‘vernietigingskampen’ met uitlaatgas van . . . Dieselmotoren werden vermoord (meer dan met Zyklon-B)! Wat gebeurt er als men met ”krachtige motoren” uitlaatgassen in een gebouw pompt? Juist! Er ontstaat met ‘gasdichte deuren’ een enorme overdruk, die bij een 5 liter Dieselmotor met 1000 toeren p/min in een ruimte van 50m³ in 20 minuten een druk van 2 atmosfeer opbouwt, ongeveer als in een autoband. De druk op de (houten!) ‘gaskamerdeuren’ zou dan 24.000 kg hebben bedragen, als het dak er al niet afgeblazen was. De preoccupatie van de vertellers met ‘luchtdicht afgesloten deuren’, stinkende Diesels en ‘vergassen’ was kennelijk zo sterk dat zij dit soort details niet opmerkten. Ook bij ‘motoren van Russische tanks en onderzeeërs’ is alle rationaliteit zoek: waar moesten de nazi’s bij reparatie, onderhoud, etc. onderdelen vandaan halen? Aan de Sovjets vragen? Nu het revisionisme meer en meer de aandacht op dit soort feiten vestigt, probeert de Promotie dit weg te liegen door zestig jaar na de oorlog te suggereren dat er ‘vergif door de Dieselolie werd gemengd’. Natuurlijk is ook daarvoor geen schim van bewijs, nog afgezien van de vraag welk soort ‘gif’ dat dan geweest zou kunnen zijn.
129
“Er waren inderdaad douchekoppen in verschillende gaskamers. Hierover zijn getuigenverklaringen en nazidocumenten uit oorlogstijd, zoals inventarissen, bevestigen dit. (Zie een foto van zo’n document, of Pressac, Auschwitz: Technique and Operation, 1989, pp. 231, 438.)“ Het genoemde document zelf (blz. 231 van Pressac’s boek, Doc. nr. 50), zegt niets over douchekoppen. Alleen zijn tekst suggereert dat er ‘nepdouchekoppen’ waren. http://www.holocaust-history.org/auschwitz/pressac/technique-and-operation/page231.shtml Er waren douchekoppen in alle Duitse crematoria: Buchenwald, Ravensbrück, Mauthausen, Dachau, Groß-Rosen, Bergen-Belsen, Theresiënstadt, enz., zelfs in Westerbork waren douches met douchekoppen. Alle crematoria hadden dezelfde faciliteiten: lijkenkamers, dissectiekamers, onderzoeksruimten, wasruimtes, douches, ovens, etc. Crematoria vereisten douches. Het personeel ging de hele dag met lijken om, ongekist en vaak gestorven aan besmettelijke ziekten of in staat van ontbinding. Douches waren standaard. Warm water was er overvloedig door de nabije ovens. De lijkenruimten van de Krema’s II en III waren de enige ondergrondse ruimtes in Auschwitz-Birkenau en daarom aangewezen als schuilkelders. Alle schuilkelders in Duitsland hadden verplicht ‘gasdichte’ deuren en in veel gevallen doucheruimtes waarin gif kon worden afgespoeld of brandwonden behandeld. Niets bijzonders en niets ‘crimineels’. Behalve voor CIDI/Nizkor c.s. Volgens hen zouden de nazi’s daarmee bij potentiële slachtoffers de indruk hebben willen wekken dat het om een ‘bad’ ging. Men ziet het voor zich: meer dan 2.000 vrouwen, kinderen, grijsaards, enz., naakt en in paniek door elkaar heen, met zwepen en honden met twaalven op één m² in een naargeestige betonnen crematorium kelder geperst (met handdoek en stukje zeep, dat wel), gerustgesteld door douchekoppen? Men staat perplex over zoveel psychologisch inzicht, hen door de JHVpsychohistorici toebedacht! Als honden, zweep- en stokslagen de slachtoffers nog niet hadden overtuigd dat zij ‘een bad’ gingen nemen, dan deden die nep-douchekoppen dat dus wel . . ! “Men neemt echter aan dat die douchekoppen overal 'cosmetisch' waren, ze waren nergens op aangesloten en er werd geen giftig gas doorheen gepompt. Ze waren bedoeld om de slachtoffers het gevoel te geven dat alles normaal was, om paniek te voorkomen als ze de kamer binnen gingen; dit hebben nazi’s na de oorlog getuigd.” Natuurlijk waren die douchekoppen, als we Pressac mogen geloven, per definitie ‘nep’, hoewel dat ook al weer uit niets blijkt. Ze worden volkomen ongefundeerd aan het vergassingsverhaal gekoppeld. Een verhaal voor goedgelovigen. Let ook op het geraffineerd taalgebruik: “als ze de kamer binnen gingen”. Zegt de JHV niet dat zij bruut met zweepslagen, knuppels en honden de gaskamers in werden gedreven? En wat anders, als men 2.000 mensen met z’n twaalven op 1 m² wil samenpersen? Nee, CIDI/Nizkor c.s. spreekt nu over “als ze de kamer binnen gingen”! Alsof zij vrijwillig en relaxed binnenstapten om met twaalf op 1 m² te gaan staan! Zouden ‘nepdouchekoppen’ het verschil hebben gemaakt? Ik kan u helaas uit ervaring verzekeren, dat als minder dan de helft van dat aantal mensen in een ruimte wordt samengeperst, er standaard totale en blinde paniek uitbreekt. Bij ‘de Holocaust’ kennelijk niet. Een Holocaustwonder! En waarom nep-douchekoppen, als echte efficiënt waren bij schoonmaak en ontgiften na elke ‘vergassing’? En hoewel CIDI/Nizkor stelt “dit hebben nazi’s na de oorlog getuigd” noemen zij geen naam en zijn daarover geen betrouwbare getuigenissen bekend. De onzin van deze zgn. ‘nep’douchekoppen wordt bewezen door een telegram van Bischoff aan Prüfer van 13 mei 1943 130
met bijlagen, waarin wordt gezegd dat de douchefaciliteiten aangesloten moesten worden aan de warmtewisselaar van de aanliggende vuilverbrandingsinstallatie! Deze douchevoorzieningen waren onderdeel van het programma ‘Verbesserung der hygienischen Einrichtungen’ in Auschwitz. (S. Crowell, Bomb Shelters in Birkenau: A Reappraisal. http://www.codoh.com/incon/inconbsinbirk.html ). Een speciaal gebouw, door gevangenen “de Sauna” genoemd, kwam een jaar later in gebruik, zodat denkbaar is dat tijdelijke voorzieningen werden getroffen. Geen ‘nepdouchekoppen’ en geen ‘criminele sporen’ dus. “Er zijn ongeveer drie miljoen Joden vergast in ongeveer drie jaar, in de zes voornaamste dodenkampen. De rest zijn vermoord door talloze massa-executies, vooral in de bezette oostelijke gebieden, en door onmenselijke behandelingen zoals uithongeren en slavenarbeid in de talloze kleinere kampen.” De “drie miljoen Joden vergast” nemen we aan van CIDI/Nizkor zodra daarvoor technisch bewijs, forensische sporen, vergaste lijken, betrouwbare getuigen, ‘gaskamers’, enz. zijn getoond. Al is het er maar één. Immers, over ‘miljoenen aantallen’ is al te veel gelogen. Dit aantal betekent overigens dat nog eens 3 miljoen andere joden ‘systematisch’ door de Duitsers zouden zijn vermoord. Ook daarvoor wachten wij al 65 jaar lang op enig bewijs. Dergelijke uit de losse pols genoemde aantallen passen wat al te gemakkelijk in de waardeloos gebleken rijtjes mega-aantallen van afzonderlijke kampen. Er waren executies, vooral in de Oostelijke gebieden, hoewel ook daar concrete bewijzen (massagraven) voor mega-aantallen ontbreken. ‘Uithongeren’ is onwaar, in tegenstelling tot deportatie en slavenarbeid, door de nazi’s massaal toegepast ook voor niet-‘vijanden’ van het Duitse Rijk zoals in de Arbeitseinsatz. Die “talloze kleinere kampen” (waarvan er vele honderden waren) en waarin ook veel joden zaten, is tegenbewijs voor “systematisch geplande uitroeiing van de joden in gaskamers.” “Wat betreft “stoomkamers” en “electrocutiemachines” – dat waren getuigenissen van verwarde ooggetuigen, in sommige gevallen Polen die de kampen van buitenaf bespionneerden. Iemand die bijvoorbeeld het moorden zag in de Action Reinhard kampen, kan wolken verstikkend uitlaatgas uit de gaskamers hebben zien stromen en dat hebben aangezien voor stoom. Van de nazi’s zelf, of enig ander die het moorden van dichtbij heeft gezien, heeft voor zover bekend niemand deze geruchten herhaald.” Juist omdat het niet om ‘verwarde ooggetuigen’ ging, maar om Officiële Rapporten van de Poolse Ondergrondse (bijvoorbeeld die over ‘Vertraagd werkend gifgas’, waardoor joden na te zijn ‘vergast’ zelf naar hun graf liepen om daar dan plotsklaps dood in neer te vallen: Informatie Bulletin, 8 september 1942, Afdeling ‘Armia Krajowa’, geciteerd door vermaard ‘Oostfrontspecialist’ Yitzhak Arad in ‘Belzec, Sobibor, Treblinka’). Die Officiële Rapporten werden in de wereld gebracht door Joodse organisaties in Genève, de Poolse Regering in Ballingschap in Londen, het War Refugee Board in Washington en, al dan niet vervormd, door de Westerse en Sovjetmedia verspreid. Hoe weet CIDI/Nizkor dat het bij ‘vergassingen’ met Zyklon-B en Dieseluitlaatgas niet om verwarde ooggetuigen ging? Zou dat niet evenzeer kunnen? Er is toch niets van technisch bewijs? Wel tegenbewijs! “Dergelijke geruchten werden niet ondersteund door bewijsmateriaal of getuigenissen en zijn 131
daarom bij processen tegen oorlogsmisdadigers niet eens genoemd in de aanklacht.” Alweer pure misleiding. Zie o.m. Neurenberg Document PS-3311, waarin de Sovjets stoomkamers opvoeren en waaruit een Amerikaans aanklager citeerde op de IMT-zitting van 14 december 1945. De OSS, voorloper van de CIA, schreef in een Rapport dat joden in Treblinka “ met stoom werden vermoord en niet met gifgas zoals eerder verondersteld“; de New York Times schreef op 8 augustus 1943 dat “twee miljoen joden met stoom zijn vermoord in Treblinka”. Of neem het beruchte Black Book: The Nazi Crime Against the Jewish People, blz. 270, 274, 280, 313, als ‘bewijs’ ingebracht voor het IMT. Daarin staat ook dat de nazi’s joden stoomden, bakten, kookten, elektrocuteerden, in vacuumkamers stikten, vergasten, enz.! Of zie wat daarover gedocumenteerd is vastgelegd in Made in Russia: the Holocau$t, van C. Porter. “Met andere woorden: die geruchten zijn geen bewijs dat er valse aanklachten zijn ingediend tegen de nazi’s. Integendeel, dit bewijst dat de processen eerlijk waren en dat het rechtsysteem werkte.” Tsja . . . Zoals getoond, absoluut onwaar dus. Het aantal valse aanklachten bij de Neurenberger processen is monsterlijk, zowel naar omvang als naar aard. We noemen de Gaskamerleugen van Dachau (PS-3249), het Jodenzeep- en Schemerlampverhaal, de meer dan Vier Miljoen vermoordden in Auschwitz (PS-8), de massamoord by Katyn, de ‘bekentenis’ van Mauthausen-commandant Ziereis over ‘gaswagens’ (IMT, PS-3870, v. XXXIII, 8 april 1946, pp. 279-286), de brief van Rauff over ‘gaswagens’ (PS-501), enz. Allemaal valse aanklachten voor de hoogste rechtbanken van het Overwinnaarstribunaal. Een gedocumenteerde bloemlezing van door het IMT in aanmerking genomen valse aanklachten van zieke mensen en instanties, voor wie de gruwelijke gebeurtenissen nog niet gruwelijk genoeg waren, is te vinden in ‘Made in Russia: the Holocau$t’ en ‘Not Guilty at Nuremberg’ van Dr. C. Porter. CIDI/Nizkor durft te spreken over de Neurenberger processen als “eerlijk” en een “rechtssysteem”. Hier zijn enkele belangrijke onbekende feiten, die het IMT tot de grootste gerechtelijke farce uit de geschiedenis maken: •In de eerste plaats was het Internationaal Militair Tribunaal (IMT) van Neurenberg niet wat de naam suggereert. Het was noch ‘internationaal’ (alleen de vier overwinnaars), noch ‘militair’ (op de Sovjets na waren alle rechters en aanklagers burgers en, ernstiger, de eerste regel van het militaire recht die zegt dat als op bevel van meerderen werd gehandeld, de beschuldigde vrijuit ging, gold niet tijdens dit ‘militaire’ tribunaal). •Alle belangrijke rechtsregels waren vooraf ongeldig verklaard: Nemo judex in causa sua: niemand mag rechter in eigen zaak zijn; gold niet voor het IMT. Ex post facto: wetten die ná het plegen van de feiten zijn gemaakt, zijn juridisch illegaal. Nulla poena sine praevia lege: geen straf zonder Wet; alleen al het met voeten treden van dit rechtsbeginsel plaatst het IMT in het gruwelkabinet der historie. In dubio pro reo: bij twijfel beslist men in het voordeel van de beschuldigde; het tegendeel was het geval. Tu quoque: beide partijen moeten gelijk worden behandeld; dit behoeft geen toelichting. •Het IMT-Statuut bevatte daarnaast o.a. nog deze Artikelen: 132
Artikel 8: Het feit dat een beklaagde uitvoering gaf aan opdrachten van zijn regering of van een superieur, bevrijdt hem niet van zijn verantwoordelijkheid, maar kan als verzachtende omstandigheid bij de strafbepaling gelden indien naar het oordeel van het Tribunaal de rechtvaardigheid dit vereist. (Dit maakte iedere militair en overheidsfunctionaris persoonlijk schuldig voor in de uitvoering van taak of functie opgedragen daden.) Artikel 19: Het Tribunaal is niet gebonden aan technische vormen van bewijsvoering. Dit verhinderde de beschuldigden hun onschuld met concrete, technische bewijzen te staven. Wel ‘getuigen’ dus, geen feiten. Artikel 21: Het Tribunaal verlangt geen bewijzen van algemeen bekende feiten maar houdt daarmee wel juridisch rekening. (Het beruchte ‘judicial notice’). Dit maakte aanvoeren van geldige bewijzen door de aanklagers overbodig. ‘Algemeen bekend’ was voldoende. Al voor het begin van het Tribunaal was beslist dat geen enkele Duitser een aanklacht wegens oorlogsmisdaden etc. tegen Geallieerden mocht indienen (daarvan is er dan ook nooit één voor de rechter gekomen). Alle Pijlers van het Recht waren door dit tribunaal buiten werking gesteld. De verdediging was een cynische farce, waarbij bewijs noch mocht worden aangevoerd, noch aangevochten. Montgommery zei over deze processen dat ze “het tot een misdaad maakten een oorlog te verliezen.” US Opperrechter Harlan Fiske Stone noemde het proces “Een lynchpartij voor de Duitsers.” Hij zei er geen bezwaar tegen te hebben als overwonnenen “zoals in vroeger tijden over de kling werden gejaagd”, maar was verontwaardigd dat dit bij het IMT “onder een mom van recht en wet” gebeurde. Ook de vier aanklachten tegen de hoofdverdachten waren nooit eerder vertoonde - en daarna ook nooit meer toegepaste - maaksels: 1: Samenzwering voor een aanvalsoorlog 2: Misdaden tegen de Vrede 3: Misdaden tegen de Menselijkheid 4: Oorlogsmisdaden (overtreding Conventie van Genève) Het behoeft geen betoog dat George W. Bush, Tony Bl(i)ar, Sharon, Netanjahu en consorten, op grond van elk van die aanklachten een preferent recht op de strop hebben. Tenslotte zijn dit (vanaf 1946) internationaal geldende wetten. Tot zo ver over CIDI/Nizkor’s stelling dat “dit bewijst dat de processen eerlijk waren en het rechtsysteem werkte”. Conclusie na Vraag 33: Door de al te bizarre nonsens van talloze tegen de Duitsers ingebrachte beschuldigingen verdween een deel in de naoorlogse decennia geruisloos naar de achtergrond. De gruwel onzin had in de publieke meningsvorming echter haar werk meer dan gedaan. Een ander deel wordt nog altijd in stand gehouden. Twee moordverhalen bleven gehandhaafd : ’massavergassingen’ met Zyklon-B en Dieseluitlaatgas. Het antwoord van het IHR over de manieren waarop de nazi’s de joden uitgeroeid zouden hebben is behalve juist, nog verregaand onvolledig.
133
34. Hoe kon zo’n massavernietigingsprogramma geheim zijn gehouden voor Joden die geëxecuteerd gingen worden? IHR antwoord: Het kon niet geheim worden gehouden. Feit is dat er nergens massavergassingen waren. De vernietigingsverhalen (uitsluitend afkomstig uit joodse bronnen) golden als oorlogsgruwelpropaganda. Behulpzaam bij het beoordelen van deze V & A zijn: The Jews and the Concentration Camps: A Factual Appraisal by The Red Cross. Richard R. Harwood. Did Six Million really Die? Hfdst. 9. http://www.abbc2.com/historia/really/09.htm ‘Ontzenuwing’ CIDI/Nizkor: De nazi’s spanden zich enorm in om het uitroeiingsproces geheim te houden, hoewel het uiteindelijk uitlekte. Zie bijvoorbeeld de getuigenis van Dr. Hans Münch, die zei dat het bekend maken van de vergassingen en het uitroeiingsproces: ...een volkomen zinloze onderneming zou zijn geweest waarna ik en mijn gezin heel snel geliquideerd zouden zijn, omdat de Gestapo zo goed georganiseerd was en de dreigementen over het schenden van de geheimhouding rond de uitroeiingen in Auschwitz wel zo duidelijk waren voor leden van de SS, dat niemand er zelfs maar met zijn beste vriend over sprak omdat de ervaring ons had geleerd dat iedereen die er ook maar iets over zei heel snel werd opgespoord omdat de Gestapo de lucht kreeg van elk gerucht dat de ronde deed over Auschwitz. Revisionistische weerlegging: Ook deze onwaarheid kan eenvoudig worden ontmaskerd: Ieder die meent dat een massamoord op miljoenen mensen, gedurende enkele jaren uit alle delen van Europa gedeporteerd, naar tientallen kampen verspreid over een enorm gebied vervoerd geheim kan blijven, kampen waarvan iedereen de naam kende, van wie ontelbaren wisten wie daar naar toe werden gebracht, wie werkelijk meent dat zoiets geheim kan blijven, is niet van deze wereld. Zelfs nazi’s konden niet zo krankzinnig zijn te menen dat miljoenvoudige moord ‘geheim’ zou zijn te houden. Men kan een enkelvoudige moord al nauwelijks geheim houden, laat staan een miljoenenmoord. Dat te menen, te beweren of te geloven grenst aan het schizofrene. Het is bizar dat CIDI/Nizkor ten bewijze van zo’n “geheimhoudingsplan” niet verder komt dan daarvoor één dubieuze ‘getuige’ op te voeren, die bovendien deze “geheimhouding” uitsluitend op Auschwitz richt. Zo’n getuige zou geloofwaardig kunnen zijn als er ook maar één document in de gigantische archieven van de SS, de Gestapo, de Wehrmacht of welke andere Duitse organisatie zou zijn gevonden waarin sprake was van strafdreiging of represailles tegen loslippigheid, anders dan het gewone ‘Dienstgeheim’ in elk leger. Of als er na de oorlog mensen waren opgedoken die daarvoor waren gestraft. Daarvan ook alweer niets. Niet één gedocumenteerd voorbeeld van een SS-er (en/of zijn familie zoals hij zegt) die werd ‘geliquideerd’ omdat over ‘vernietigingskampen’ zou zijn gesproken. Als de Gestapo inderdaad, zoals Münch stelt, consequent “elk gerucht dat de ronde deed over Auschwitz” onderzocht, dan moet dat een gigantische organisatie zijn geweest die handen vol werk zou hebben gekost en tot honderden processen en veroordelingen en massa’s documenten zou hebben geleid. Niets van dat alles. Het demonstreert de onbetrouwbaarheid van deze Münch. Zijn fabulatie “ik en mijn gezin heel snel geliquideerd zouden zijn” bewijst zijn leugenaarschap. Hij probeert te excuseren dat hij niets deed om de door hem gereleveerde gruwelen te stoppen. Opvallend is dat hij de enige SS-er uit zijn groep was die ‘samenwerkte’ met de Sovjets en de enige die werd vrijgesproken. Laten we wat verder ingaan op de krankzinnige geheimhoudingssamenzwering van CIDI/Nizkor. We doen gewoon even of wij onnozel zijn, zoals CIDI/Nizkor schijnt aan te nemen. 134
Eerst wat feiten die de absurditeit van de geheimhoudingsfictie aantonen: - Er is geen bewijs voor een ‘uitroeingsbeleid voor joden’, dus ook niet van een ‘geheimhoudingsstrategie’. - Integendeel, de Duitsers legden precies vast wie, waar, wanneer en waar naar toe werd gedeporteerd, op meerdere plaatsen zelfs, zodanig dat de namen, geboortedata, woonplaatsen, beroepen, bestemmingen, etc. van de meer dan honderdduizend uit Nederland weggevoerde mensen nu exact bekend zijn. - Ook achterblijvenden kenden de bestemming van gedeporteerden. - Velen schreven na aankomst in Duitsland of Polen brieven of briefkaarten naar familie of kennissen. - Ontelbaren ontvingen via het Rode Kruis voedselpakketten e.d. op hun kampadressen. - De ‘vernietigingskampen’ lagen open en bloot langs spoorlijnen, dicht bij steden of dorpen, in de meeste gevallen niet visueel afgeschermd. Als men die werkelijk geheim had willen houden, had men ze (net zoals de Sovjets met de Goelag en de Israëli’s met hun geheime gevangenenkampen) moeten nummeren (Kamp Nr. 261, 516, enz.) en ze van luchtfoto’s verwijderen. Niets van dat alles. - Omwonenden, leveranciers, burgerarbeiders en zelfs groepen bezoekers gingen dagelijks de kampen in en uit. - Duizenden gevangenen waren tijdelijk in Auschwitz. Sommigen werden vrijgelaten als hun tijd erop zat, ontelbare anderen overgeplaatst (documenten bewijzen dat). - Tienduizenden joden uit Auschwitz werden na korte of langere tijd verder getransporteerd naar andere kampen. Aankomstlijsten van die kampen tonen dat aan. Alles strijdig met een geheimhoudingstheorie. - In de meeste kampen waren joden (te ‘vergassen’) en niet-joden (niet te ‘vergassen’) in hetzelfde kamp, in dezelfde barak en vaak zelfs op dezelfde brits gehuisvest. Wat was daar nog ‘geheim’? - De crematoria (‘gaskamers’) van Auschwitz lagen voor iedereen zichtbaar in het kamp, tegen de akkers van aanliggende boerenbedrijven. - De nazi’s stonden – in tegenstelling tot de Sovjets en na de oorlog de Westelijke Geallieerden – het bij uitstek eerlijke en neutrale Internationale Rode Kruis toe de kampen te inspecteren. Kom niet met het JHV-verhaal dat die inspecteurs onnozel waren en de Duitsers hen om de tuin leidden door alleen gezonde gevangenen te laten zien. Dat is een verhaal voor zesjarigen. De Rode Kruis inspecteurs waren specialisten, die al meerdere keren de kampen hadden bezocht, de plattegronden kenden, wisten waar en waarop te controleren, overal mochten kijken en op de hoogte waren van alle lopende geruchten. Het is dan ook schandelijk wat Holocaustpropaganda over die Rode Kruis inspecties vertelt: een belediging van de onafhankelijkheid en expertise van het Rode Kruis en haar inspecteurs. - Vrijwel alle administraties en documenten van Auschwitz lagen bij de komst van de Russen voor het grijpen: alle Dodenboeken, de complete Zyklon-B administratie, de administraties van de crematoria, het complete Archief van de Bau Abteilung (die de crematoria en de ‘gaskamers’ bouwden). In dat archief (80.000 documenten), bevonden zich alle bouwtekeningen van Auschwitz, ook die van de crematoria (‘gaskamers’). Geen droeg het stempel “Geheim”. Holocaust illusionist professor Robert-Jan van Pelt antwoordt, als u vraagt hoe dat kon: “Het was zo geheim, dat de nazi’s zelfs de vermelding ‘Geheim’ niet gebruikten…” Wat er dan wel zo geheim is op die tekeningen zegt hij jammer genoeg niet: ze tonen niets waaruit valt af te leiden dat dit geen gewone crematoria waren. “Zie ook het vonnis uit 1943 van een Duitse rechtbank tegen SS-Untersturmführer Max Taubner, dat niet alleen het bestaan van het uitroeiingsprogramma vaststelde maar ook verklaarde dat de verdachte gestraft moest worden omdat hij er foto’s van had gemaakt: Door foto’s van de incidenten te maken of te laten maken, door die te laten ontwikkelen in 135
fotowinkels en ze te tonen aan zijn vrouw en kinderen, heeft de beklaagde zich schuldig gemaakt aan ongehoorzaamheid. Zulke foto’s zouden de veiligheid van het Reich ernstig in gevaar brengen als zij in verkeerde handen vielen...” Merk op dat geen authentieke bron voor dat ‘vonnis’ wordt genoemd, noch getoond. Het is (in het Engels) afkomstig uit een Amerikaans rabiaat anti-nazi haatboek The Good Old Days, zonder bronvermelding. Over de aard van de foto’s wordt ook al niets gezegd. Uiterst merkwaardig, als juist dit éne vonnis “het bestaan van het uitroeiingsprogramma vaststelde”! Als ik CIDI/Nizkor was, zou ik er alles aan doen dit unieke bewijs voor het “uitroeiingsprogramma” aan de lezer voor te leggen. Het is echter alweer een op niets concreets gebaseerde bewering. Leugenaar Wiesenthal citeerde uit dit op zichzelf belachelijke ‘vonnis’ valselijk als volgt: "... omdat hij [Taubner] zichzelf toestond in gruwelijkheden te vervallen die een Duitser en SS-leider onwaardig zijn. Duitsers moorden fatsoenlijk.” Het laatste zinnetje spreekt boekdelen: over Wiesenthal. Van de foto’s waarover deze rechter volgens The Good Old Days sprak, horen en zien we ook al niets. Uiteraard niet. Van het gehele jarenlang op tal van plaatsen uitgevoerde ‘proces van massavernietiging’ in ‘gaskamers’ bestaat niet één enkele foto. Vreemd. Zelfs onverwacht opduikende Vliegende Schotels zijn duizenden keren op foto’s vastgelegd . . . Moeten dit soort verhalen ‘strenge geheimhouding’ van geplande systematische miljoenenmoord bewijzen?? Dan is het inderdaad treurig gesteld met dat ‘bewijs’. In werkelijkheid bewijst het slechts dat de ‘geheimhoudingskaart’ wordt gebruikt om de vele niet te verklaren zaken van de JHV mee af te schermen. “De Polen die in de buurt van de kampen woonden, wisten dat daar massa-executies plaatsvonden doordat zij honderdduizenden Joden per trein zagen aankomen in kampen die nog niet aan een tiende van hen onderdak konden bieden, en omdat er veel te weinig voedsel naar de kampen werd gebracht om die mensen in leven te houden. Ze zagen de treinen wegrijden uit het kamp, gevuld met de kleren en bezittingen van de slachtoffers, en ze roken de stank van brandend vlees. Zij wisten wat er gaande was en rapporteerden dat aan de buitenwereld. Let ook op het schrappen van de woorden ‘uitsluitend uit Joodse bronnen’ uit de oorspronkelijke tekst. Toen het revisionisme net begon, uitte het zijn vooroordelen ongegeneerd in het publiek. Maar nu mikt het op het grote publiek en moet het voorzichtiger zijn. Dit gebeurt de laatste tijd vaker.” Zéér merkwaardig! Noch tijdens de talloze processen tegen de Duitsers, noch in boeken, noch in documentaires, noch in reportages kwamen mensen aan het woord die vlakbij Auschwitz woonden. Bekend is dat de Polen die daar woonden, uiterst afwijzend staan tegenover het ‘Holocaustverhaal’. Daarom ziet u nooit mensen op tv of in documentaires die in de nabijheid van Auschwitz wonen, al ligt dat nog zo voor de hand. Niemand van hen getuigde over ‘stank van verbrand vlees’, des te meer over stank van het nabijgelegen industriële complex Monowitz. Ook inspecteurs van het Internationale Rode Kruis verklaarden desgevraagd een dergelijke stank niet te hebben waargenomen. Crematoria verspreiden geen stank! En, by the way, er kunnen geen vlammen uit schoorstenen van crematieovens komen, al zouden tienduizenden ‘getuigen’ dat verklaren. Cokes is een zgn. ‘korte-vlam’ brandstof die geen hoge vlammen genereert, laat staan dat die 20 kilometer verderop te zien zouden zijn geweest. Ook komt er geen rook uit schoorstenen van crematoria: kijkt u maar op de (vervalste) luchtfoto van de Krema’s II en III die wij hiervoor plaatsten en op andere foto's (behalve op die ene beruchte en beroemde 'Wiesensmoke' foto waarop Wiesenthal en/of zijn medewerkers zelf de rook op een foto intekenden!). Alles naoorlogse fantasie.
136
Van het door Nizkor over Poolse omwonenden gestelde “Zij wisten wat er gaande was en rapporteerden dat aan de buitenwereld” zijn geen voorbeelden bekend. Wel dat Israëlische Auschwitz toeristen wordt afgeraden contact te zoeken met Poolse omwonenden. Die zijn soms uitgesproken vijandig; niet in de laatste plaats omdat de JHV stelt dat Poolse boeren de as van miljoenen vergaste joden "als mest over hun akkers verspreidden". Noch het IHR noch andere revisionisten “mikt op het grote publiek”. Zij ‘mikken’ alleen op Waarheid. Om die in het zicht te krijgen, moeten eerst de vele onwaarheden worden opgeruimd. Daarmee zijn zij bezig. Het ‘grote publiek’ zou er verstandig aan doen kennis te (willen) nemen van revisionistische standpunten en vooral zelf na te denken, liever dan de Holocaustpromotie en andere ‘educatievelingen’ voor hen te laten denken. "Ontkenners" kan men het best vertalen door "Kritische wetenschappers". Of en in hoeverre men dat wil, moet ieder voor zich maar bepalen. Revisionisten zijn wetenschappers, geen missionarissen of ideologen en bedreigen en vervolgen niemand die een andere mening heeft. Echt belachelijk, die ‘geheimhoudingssamenzwering’. Niemand die dat beter weet dan de Holocaustpromotie zelf. Conclusie na Vraag 34: Het hele idee van ‘geheimhouding’ van een miljoenenvernietiging is volslagen krankzinnig. Men kan nauwelijks de illusie koesteren één enkele moord geheim te houden, laat staan een zich over meerdere jaren en talloze plaatsen uitstrekkende miljoenenmoord. Auschwitz, de kampen, de transporten, de dwangarbeid, de hoge sterfte, ALLES was bekend tot ver buiten Duitsland. Het enige wat ‘geheim’ zou zijn geweest, was de ‘vergassing’ van miljoenen joden. Daarvan was bij niemand – afgezien van fantastische verklaringen – ook maar iets bekend. Natuurlijk omdat dit niet heeft plaatsgevonden! Niet het geringste spoor van bewijs, hoe krampachtig daar ook naar is gezocht. Ook van zes miljoen(!) lijken is geen spoor gevonden. Geen duizenden tonnen as, geen tientallen miljoenen tanden en kiezen, geen tonnen onverbrande resten, NIETS. Des te meer ‘overlevenden’ gelukkig! De bewijzen tegen die JHV zijn overweldigend.
35. Als Joden die geëxecuteerd zouden worden wisten welk lot hen wachtte, waarom gingen ze dan zonder verzet of protest hun dood tegemoet? IHR antwoord: Zij vochten en protesteerden niet, omdat zij wisten dat het niet de bedoeling was hen te vermoorden. Zij werden eenvoudig geïnterneerd en gedwongen te werken. Behulpzaam bij het beoordelen van deze V & A: http://www.holocaustdenialvideos.com/stroop_report.html http://www.ihr.org/jhr/v14/v14n2p2_Faurisson.html ‘Ontzenuwing’ CIDI/Nizkor: Veel van hen wisten het niet. Sommige echter wel, en die kwamen in opstand. De grootste opstand was die in het getto van Warschau, en het kostte de Duitsers heel wat gevechten om die rebellie te onderdrukken; het hele getto moest verwoest worden om de Joodse partizanen eruit te krijgen. Er waren ook opstanden in Auschwitz-Birkenau, Treblinka en Sobibor (over die laatse is een film gemaakt), maar die waren weinig succesvol behalve in Treblika, waar het kamp deels door de opstand werd gesloten.
137
Revisionistische weerlegging: Zij wisten natuurlijk niet dat zij systematisch zouden worden vermoord. Dat kon niet worden geweten want dat gebeurde niet. Er waren dan ook nauwelijks joodse opstanden of verzetsdaden verband houdend met transporten naar de kampen; die er wel waren hadden niets met ‘vernietiging’ of ‘gaskamers’ te maken. Zij die in opstand kwamen zaten gewoonlijk al langere tijd in die kampen. De opstand in Warschau van 19 april tot 16 mei 1943 ging niet over vergassingen of massamoord. Het initiatief ging uit van de Duitse politie, die de ruim 50.000 joden gedwongen naar Lublin wilde verplaatsen. Een groep van ca. 220 gewapende joodse verzetsstrijders, die al eerder aanvallen uitvoerde tegen de Joodse Raad, de joodse Gettopolitie, collaborerende joden en de Duitse politie, verzette zich gewapenderhand. De Duitsers sloten daarop het getto af. Na drie dagen probeerden de verzetsstrijders de stad uit te vluchten, maar slaagden niet. Nadat een deel van de stad was verwoest omdat het verzet heldhaftig tot in kelders en riolen vocht, werd de opstand met grof geweld in bloed gesmoord. Hoeveel doden daarbij vielen is niet bekend, waarschijnlijk meer dan 15.000. Alle overigen werden weggevoerd, deels naar Treblinka, deels naar Lublin (cijfers van het vervalste Stroop ‘Rapport’). De opstand in Sobibor werd nota bene geleid door een Rus, die al twee jaar in Duitse krijgsgevangenschap zat. Bij het uitbreken van de opstand in oktober 1943 was dat doorgangskamp al drie maanden niet meer als zodanig in gebruik en bestemd als werkplaats voor buitgemaakte vijandelijke munitie. “Holocaust-ontkenners bespotten overlevenden vaak door iemand te citeren die zegt dat de massamoord een goed bewaard geheim was en een ander die zegt dat veel mensen ervan wisten. Maar dat spreekt elkaar natuurlijk niet tegen. Op verschillende momenten en in verschillende plaatsen wisten verschillende mensen verschillende dingen”. Revisionisten bespotten geen overlevenden, alleen de bespottelijke verhalen en verzinsels die sommigen van hen veelvuldig vertellen. Denk aan ‘overlevende’ Binjamin Wilkomirsky (een na de oorlog geboren Zwitserse niet-jood), Eli Wiesel (zo goed als zeker nooit in Auschwitz geweest), de Belgische Misha Defonseca (schreef dat zij overleefde omdat zij als vierjarige door wolven werd grootgebracht), Irene Weisberg Zisblatt (slikte een jaar lang in Auschwitz elke dag vier familie diamanten in om ze de volgende dag weer uit de latrine te vissen), etc., etc. Vraag aan Nizkor: Hoe kon iets wat op verschillende momenten, op verschillende plaatsen en bij verschillende mensen bekend was, “een goed bewaard geheim” zijn??? Was dat ‘geheim’ wellicht toch niet zo goed bewaard? Of was er geen ‘geheim’, maar alleen psy-op ‘geruchten’? “Om te beweren dat als één Jood iets wist, alle anderen dat automatisch ook zouden weten, is alleen een uitbreiding van de oude antismitische propaganda over Joden als wereld-samenzweerders. De zinsnede “eenvoudig gevangen gezet en tot werken gedwongen” – die is geschrapt in de herziene versie – is een spookachtige echo van Hitlers gezegde: “de Joden moesten dankbaar zijn dat een beetje hard werk alles is wat ik van ze wil”. CIDI/Nizkor voert hier “uitbreiding van de oude antismitische propaganda” op conform het haar zo kenmerkende belachelijke triviale niveau. Geldt het Franse spreekwoord “Als twee het weten, weet de hele wereld het” dan voor iedereen, alleen niet voor joden? En is het ‘anti-semitisch’ dat te zeggen? Een onzinnigheid van de bovenste plank! CIDI/Nizkor bewijst hier het onzindelijke gebruik van het scheldwoord ‘anti-semitisme’. Revisionisten vinden dat waarheid niet 'anti-semitisch' kan zijn. Conclusie na Vraag 35: Joden kwamen nooit in opstand tegen ‘uitroeiing’. Ondanks 138
gruwelgeruchten – niet in de laatste plaats verspreid door joodse organisaties – zijn geen paniekuitbraken, opstanden, enz. bekend. Ook Joodse Raden adviseerden hun groepsgenoten zonder verzet naar de arbeidskampen te gaan. Ongetwijfeld zullen weggevoerde joden zich ellendig, onzeker en angstig hebben gevoeld. Eenmaal aangekomen was – zoals uit alles blijkt – geen sprake van doodsangst of paniek. Onbegrijpelijk als de JHV waar zou zijn dat ‘duizenden’ in crematoria en smerige ‘gaskamers’ geperste mensen met hun kinderen niet in blinde paniek raakten. Nooit, zelfs niet in duizenden verhalen en ‘getuigenissen’, is daarvan sprake geweest. Hoe kan dat? Dat kan niet! Dat is onmogelijk! Zoals het onmogelijk is dat alle mensen altijd direct dood waren na een ‘vergassing. Van dit soort niet te vermijden gebeurtenissen lezen we geen woord in al die gruwelverhalen. Joden werden ‘geselecteerd’, liepen zonder begeleiding of bewaking op hun gemak naar de ‘gaskamers’ (zie foto’s ‘Auschwitz Album’), kregen een handdoek en een stukje zeep (geen foto), werden met honden en zwepen (geen foto’s) met 10-12 mensen per m2 met hun kinderen onder de ‘douche geperst en er 10 minuten later als lijken uitgehaald. Alles zonder protest, alles zonder paniek. Probeert u zich dat eens voor te stellen. En zij wisten wat hen te wachten stond: de JHV verhaalt over joodse gezangen en religieuze teksten alvorens zij de ‘gaskamers betraden. Communisten patriottische liederen en zelfs revolutionaire toespraken. Als propaganda zeker indrukwekkend! Dat is het verhaal. Dat kan uiteraard geen werkelijkheid zijn geweest! Het IHR antwoord komt overeen met de toenmalige werkelijkheid. Nizkor heeft daaraan niets toe of af kunnen doen. Het IHR antwoord op deze Vraag is daarom juist!
36. Hoeveel Joden stierven er ongeveer in de concentratiekampen? IHR antwoord: Competente ramingen variëren tussen 300.000 en 500.000. Behulpzaam bij het beoordelen van deze V & A: The Auschwitz Death Registers -- A Summary. The Holocaust Historiography Project. http://www.historiography-project.com/misc/deathbooks.html ‘Ontzenuwing’ CIDI/Nizkor: Alweer – wat zouden de ‘revisionisten’ zeggen als echte historici hun cijfers zo zouden veranderen, en hun schatting met 66 procent zouden verhogen? Maar als zij het zelf doen, is dat in orde. Revisionistische weerlegging: Van “verhogen” is geen sprake. Het IHR spreekt van “tussen 300.000 en 500.000”. En zelfs al zou dat een wijziging zijn van een eerder genoemd aantal (hetgeen niet zo is), is dat voor revisionisten volstrekt normaal. Zij verplichten niemand in hun aantallen te geloven en zijn maar al te graag bereid die aan te passen als daarvoor aanvaardbare alternatieven worden geleverd. Echter, wijzigingen omlaag zijn bij ‘echte’ historici aan de orde van de dag en bij hen is dat wél kwalijk, en wel om twee redenen: 1. hun eerdere aantallen werden (worden) als geloofsartikelen verplicht onderwezen en opgelegd en 2. het eraan gekoppelde totaal blijft onveranderlijk: 6 Miljoen. ‘Echte’ historici geven hun ‘officiële’ cijfers voor Auschwitz door de jaren heen: 9.000.000 Franse documentaire Nuit et brouillard (Nacht en Nevel), 1955; historisch adviseurs Henri Michel en Olga Wormser-Migot, beiden ‘echte’ historici. 8.000.000 Frans Bureau Onderzoek Oorlogsmisdaden, Doc. 31, 1945. 6.000.000 Boek Auschwitz Doctor van Miklos Nyiszli. Thans is bekend dat dit boek frauduleus is en de joodse ‘doctor’ nooit in Auschwitz was. Niettemin decennialang geciteerd door ‘echte’ historici. 139
5.000.000 Op 20 april 1978 in Le Monde; op 23 januari 1995 in Die Welt. Op 1 september 1989 verlaagde Le Monde dit tot 1.433.000. Uiteraard op aangeven van ‘echte’ historici. 4-5.000.000 Filip Friedman,This Was Oswiecim: The Story of a Murder Camp. London, The United Jewish Relief Appeal, 1946, blz. 14. In 1946 was het officiële Sovjetaantal ‘4 miljoen’; ‘echte’ historicus Friedman vond het nodig dit met 1 miljoen te verhogen. 4.000.000 Sovjet document van 6 mei 1945, officieel geaccepteerd door het IMT. Pas in 1990 herroepen door ‘echte’ historici van het Auschwitz Museum en nu gesteld tussen 1.100.000 en 1.500.000 Franczicek Piper. 3.500.000 Genoemd in de 1991 editie van de Dictionaire voor de Franse Taal en in 1989 door Claude Lanzmann in zijn voorwoord bij Filip Müller’s boek “Three Years in an Auschwitz Gas Chamber” (…!) (Müller citeert in dit boek de frauduleuze Nyiszli, die nooit in Auschwitz was.) Dit aantal werd in 1974 nog genoemd in het boek van Holocaustcoryfee Eugen Kogon. Die sprak in 1974 over “minstens 3,5 miljoen, waarschijnlijk 4,5 miljoen doden”, daarmee de Sovjetstaatsleugenaars uit 1945 nog achter zich latend. (Kogon, E. De SS-staat. 1974. Kindler Verlag GmbH, München. 1984. De Bataafsche Leeuw, Dieren. Joods revisionist en Auschwitzonderzoeker J.G. Burg, noemt dit “een schandalig boek” en Kogon’s verhalen over vergassingen in Auschwitz “zieke fantasie”) http://www.vho.org/aaargh/deut/BURG/MAE-1.html 3.000.000 Genoemd in de ‘bekentenis’ van Rudolf Höß, commandant van Auschwitz en ontelbare malen door ‘echte historici’ aangehaald. Martin Gilbert, Atlas of the Holocaust. New York: Pergamon Press, 1988. 2.500.000-4.000.000 Danuta Czech, Konzentrationslager Auschwitz: Abriss der Geschichte, in: Auschwitz: Geschichte und Wirklichkeit des Konzentrationslagers. Reinbeck bei Hamburg: Rowolt, 1980, blz. 42. 2.300.000 Genoemd door ‘echte’ Holocausthistoricials Leon Poliakov in Harvest of Hate, George Wellers in The Yellow Star at the Time of Vichy, en Lucy Dawidovich in The War Against the Jews. 2.000.000 tot 4.000.000 Yehuda Bauer in zijn boek A history of the Holocaust (1982).In 1989 wijzigde hij deze cijfers en stelde ze op 1.600.000. Joseph Billig (Les camps de concentration dans l'economie du Reich hitlerien. Paris: Presses universitaires de France, 1973. Blz. 101-102). 1.500.000 In 1991 als ‘officieel’ aantal Auschwitzdoden door de Poolse president Lech Walesa bekendgemaakt op aangeven van ‘echte’ historici van het Auschwitz Museum. De in 19 verschillende talen gestelde gedenkplaquettes waarop stond ‘4.000.000 slachtoffers’ werden vervangen door nieuwe met daarop: 1.500.000. 1.471.595 Aantal in 1979 genoemd door Georges Wellers. Deze pretendeerde daarmee het dodenaantal op 1 nauwkeurig te kennen (Wellers, G. Aus Politik und Zeitgeschichte, (1978) Blz. 2239). 1.250.000 Raul Hilberg in zijn boek, The Destruction of the European Jews. 1.100.000 tot 1.500.000 Historici Yisrael Gutman en Michael Berenbaum (van het U.S. Holocaust Memorial Museum) in hun boek, Anatomy of the Auschwitz Death Camp. 1.000.000 Jean-Claude Pressac, 1989 in Auschwitz: Technique and Operation of the Gas Chambers. 770.000 tot 800.000 Jean-Claude Pressac’s herziene aantal, gepubliceerd in 1993 in The Crematoria of Auschwitz: The Mass Murder’s Machinery. (Pressac, J.-Cl. Les crématoires d'Auschwitz, la machinerie du meutre de masse, Édition du CNRS, Paris 1993, Blz. 147. 630.000 tot 710.000 In 1994 stelde Pressac het aantal joodse slachtoffers nog wat verder naar beneden bij. 510.000 Fritjhof Meyer, “Die Zahl der Opfer von Auschwitz. Neue Erkenntnisse durch neue Archivfunde”,Osteuropa, mei 2002, blz. 631-641. Dit alleen voor Auschwitz . . . Logisch dat ‘echte’ historici nooit protesteren als collega’s hun aantallen alweer omlaag bijstellen: ze rusten op drijfzand! Wie waren de "Auschwitz-Leugenaars" ? 140
Met dergelijke reeksen waardeloos gebleken aantallen verspeelden de ‘echte’ Holocausthistorici alle vertrouwen. Als deze exakt benaderbare onderdelen van de JHV (aantallen) in de loop der jaren al volkomen naast elke werkelijkheid zaten, wat dan te denken van de rest van hun verhalen, gebaseerd op ‘getuigenissen’ en ‘bekentenissen’? Weet ú nog wat ‘de’ Holocaust is? Zeker is, dat u 20 jaar geleden in een andere ‘Holocaust’ geloofde dan nu en zeker is ook, dat u over 20 jaar in weer een andere ‘Holocaust’ moet geloven. In een poging het valse ‘4 Miljoen’ dodental van Auschwitz weg te liegen, proberen Nizkor c.s. er nu een draai aan te geven door te zeggen dat bijna alle historici die ‘altijd al schatten op ongeveer één miljoen’ . Hierboven gaven wij in blauw de namen van enkele van de officiële ‘historici’ en de in hun publicaties vermeld staande Auschwitz dodenaantallen. Nizkor-bedrog van de bovenste plank, want dit is de crème de la crème van de officiële Holocaustgeschiedschrijving. Opvalt dat de door zijn joodse collega’s verguisde niet-joodse Pressac een van de weinigen is de werkelijkheid het dichtst benadert. Hieronder een overzicht van aantallen joodse omgekomenen in de 6 ‘vernietigingskampen’: 1. die van de propaganda direct na de oorlog; 2. de laatste aantallen van ‘echte’ historici, en 3. berekeningen van revisionisten. 1. Propaganda 1946 Auschw-Birk 4.000.000 Majdanek 1.500.000 Treblinka 3.000.000 Belzec 3.000.000 Chelmno 1.350.000 Sobibor 270.000 ----------------------------Totaal: 13.120.000 2. Laatste schatting historici Auschw-Birk--1.100.000 Majdanek----------55.000 (3) Treblinka---------830.000 Belzec-------------600.000 (4) Chelmno----------100.000 (5) Sobibor------------170.000 (6) ----------------------------Totaal: 2.855.000 3. Revisionisten (1) Auschw-Birk--130.000 (2) Majdanek--------42.500 Treblinka---------55.000 Belzec-------------49.000 Chelmno----------20.000 Sobibor------------22.000 ---------------------------Totaal: 318.500 (7)
141
1) De aantallen van Treblinka, Belzec, Chelmno en Sobibor in kolom 3. zijn een schatting op basis van werkelijk aangetroffen lijken/graven, bekende sterfte (o.a. door epidemieën) en vermoedelijke aantallen omgekomen joden tijdens transporten. 2) Auschwitz-Sterbebücher geëxtrapoleerd (80% joods). 3) R. Hilberg. 4) Voor Belzec cfm. getuigenissen. 5) R. Hilberg. 6) J. Schelvis. 7) In dit aantal zijn in andere kampen omgekomen joden niet opgenomen. Telt men de omgekomen joden in andere concentratie- en subkampen in Duitsland, Tsjechië, de Baltische Staten, enz. daarbij op (ca. 170.000), dan wordt het totaal voor alle kampen van 1940-45 ca. 488.000. In dat aantal zijn ook joodse omgekomenen tijdens de transporten, etc. opgenomen. (In 1991 publiceerde de New York Times een bericht over de na de ‘Glasnost’ uit Russische archieven gekomen zgn. Oranienburg documenten, waarin een totaal van 403.712 omgekomen gevangenen (joods en niet-joods) in alle kampen van 1940-’45 wordt genoemd). Voor wie waarde hecht aan het door Holocaustbronnen genoemde aantal joodse slachtoffers van Einsatzkommando’s e.d. in Rusland (ca. 1 miljoen, hoewel nog niet 1% van dat aantal lijken in massagraven is vastgesteld!), komt het aantal joodse omgekomenen in WO II op minder dan 1,5 miljoen (25%). “In werkelijkheid vonden er meer dan 3.000.000 de dood in de kampen (de rest achter het Oostelijk front en in de getto’s). De twee ergste kampen waren Auschwitz (ongeveer 1,3 miljoen slachtoffers, van wie 1,1 miljoen Joden) en Treblinka (ongeveer 800.000 slachtoffers, bijna allen Joden en ongeveer 3000 zigeuners).” Voor wie nog in dit soort mega-Holocaustcijfers gelooft, prima. Revisionisten al lang niet meer. Voor de door de Promotie voor Treblinka, Belzec, Chelmno en Sobibor genoemde aantallen ‘vermoorde joden’ bestaat niet één documentair, technisch of forensisch bewijs. Voor ‘vergassing’ en ‘spoorloze verbranding’ al helemaal niet. Daarbij moet echter worden gezegd dat voor herhuisvesting van grote groepen joden in bezette Sovjetgebieden wel aanwijzingen, maar evenmin concrete of documentaire bewijzen zijn. Stalin voerde in de Duitsbezette delen een meedogenloze politiek tegen de eigen Sovjetbevolking. Iedere achterblijver was een ‘landverrader’ die de dood verdiende, tenzij hij zich verplicht bij de door Moskou georganiseerde en bewapende ‘partisanengroepen’ inlijfde. Daarmee maakte Stalin van alle burgers franc-tireurs en was Hitler gedwongen hen als zodanig te bejegenen. Ook kwamen door Stalin’s politiek van verschroeide aarde grote aantallen huizen en dorpen leeg, waarin joden uit het Westen gehuisvest konden worden. Toen de Sovjets twee jaar later die gebieden heroverden, steunden zij de verhalen dat “miljoenen joden” (waarvan zij er zelf miljoenen naar Siberië en Aziatisch Rusland hadden gebracht) “door de nazi’s waren vermoord”. Zij hielden na de oorlog decennialang hun grenzen hermetisch gesloten, waardoor elk contact van joden met het Westen onmogelijk was. Geen Sovjetburger kon ongecontroleerd met het Westen communiceren, laat staan reizen of – in het geval van gedeporteerde joden – naar de oorspronkelijke woonplaats terugkeren. In de Sovjet-Unie was het zelfs verboden van het ene gebied naar het andere te reizen. Dat isolationisme was niet zonder reden. Grote groepen Sovjetburgers werden naar de Goelags afgevoerd, die nooit werden onderzocht en waarvan vrijwel niets bekend is. Alleen dat Stalin en consorten daar miljoenen mensen naar toe brachten, die massaal crepeerden.
142
Niet voor niets waren het de Sovjets die zonder bewijs de miljoenenaantallen ‘vernietigde joden’ in de wereld brachten en niet voor niets is van de daarbij behorende miljoenen lijken nooit een fractie gevonden. Dit is een theorie waarvoor evenals voor de gaskamertheorie nog onvoldoende bewijs is. Geen specifiek revisionistische theorie, want revisionisten koesteren geen theorieën. Maar zelfs Hilberg verklaarde op het laatst van zijn leven dat “we nog geen 20% van ‘de Holocaust’ kennen, met name niet wat er in het Oosten gebeurde”. Die opvatting deelt hij met veel revisionisten. Zo lang de Russische archieven uit die periode niet toegankelijk zijn voor onafhankelijke historici, moet ook dit als een reële werkhypothese worden beschouwd. “En hadden ze niet in vraag 7 gezegd dat er “tienduizenden” stierven in Britse concentratiekampen, die daarom “veel erger dan enig Duits concentratiekamp” waren? Weer een interne tegenstrijdigheid.” Bedrog. Nizkor ‘vergeet’ dat het IHR die kampen niet ‘daarom’ (tienduizenden) ‘veel erger’ noemt, maar omdat daar geen artsen, geen medicijnen, geen medische verzorging, geen kleding, geen voedsel, enz. was. Verdraaiing dus. De Duitse kampen waren in alle opzichten afschuwelijke oorden, maar feit is wel dat veel ervan voorzieningen hadden als ziekenhuizen, kantines, een zwembad, bibliotheek, sportvelden, een orkest, kampgeld en zelfs bordelen voor gevangenen! “En als “kundige schattingen” maar tot 500.000 lopen, dan moet ’s werelds bekendste revisionist David Irving onkundig zijn met een factor 8. Irving verbaasde niet lang geleden iedereen door te zeggen dat hij nu geloofd[!] dat er misschien wel vier miljoen Joden stierven in concentratiekampen.” Hoe ignorant van CIDI: “’s werelds bekendste revisionist David Irving”. Irving noemt zichzelf niet en is ook geen revisionist. Lucy Dawidowicz schreef op de Nizkor site over hem: “Irving is louter een Hitler-apologist en verdient geen erkenning als historicus, revisionist of anderszins.” (Dawidowicz is een ‘erkend’ historica: schreef zij immers niet dat in Majdanek 1.380.000 joden zijn vermoord, i.p.v. dat er in dat afschuwelijke kamp in werkelijkheid 4% van dat aantal omkwamen? Irving zei in dat interview – en dat laat men weg! – dat hij “geen ‘Holocaustdeskundige is”. Inderdaad, hij schreef indrukwekkende boeken over Churchill, Hitler en het Derde Rijk en hij was het die destijds het door ‘echte’ historici als Trevor Roper gepromote Dagboek van Hitler als een vervalsing ontmaskerde. Dit soort valse beweringen ontstaat als je uit haat alle Holocaustsceptici op één hoop gooit. Het in een radio-interview in Australië genoemde aantal, is – als het serieus was – door Irving op geen enkele wijze onderbouwd en is ook niet te onderbouwen. Voor revisionisten heeft dat dus geen waarde. Hij sprak van ‘een aantal tussen 1 en 4 miljoen’, waarna Nizkor prompt met de hoogste variant op de loop gaat. Waarom doen zij dit, terwijl zij beter weten? En sinds wanneer nemen Nizkor cum suis revisionisten en ‘Hitler-adepten’ serieus? En waarom besmeuren en vervolgen zij hem dan? Is dat omdat hij hardop zegt het “Walgelijk te vinden om één bepaalde groep als slachtoffers af te schilderen”? Conclusie na Vraag 36: ‘Competente ramingen’ zijn niet de voortdurend uit de losse pols omlaag bijgestelde mega-aantallen, maar gefundeerde, voor wetenschapskritiek openstaande ramingen op basis van demografisch onderzoek van deskundigen als Prof. Hankins, Prof. David Hoggan, Dr. Walter N. Sanning, Prof. Carl O. Nordling e.a. We stellen vast dat CIDI/Nizkor ook hier weer geen enkel onderbouwd cijfer levert, laat staan de competente ramingen van revisionistische demografen ‘ontzenuwt’!
143
37. Hoe gingen ze dood? IHR antwoord: Hoofdzakelijk door tyfusepidemieën welke gedurende die periode Europa teisterden. Ook door honger en gebrek aan medische verzorging aan het eind van de oorlog, nadat praktisch alle weg- en spoorverbindingen door de Geallieerden waren gebombardeerd. ‘Ontzenuwing’ CIDI/Nizkor: Sommigen stiervan aan tyfus. Het grootste aantal Joden stierf door vergassing, gevolgd door doodschieten. Revisionistische weerlegging: Revisionisten berekenden dat in alle kampen tussen 300.000 en 500.000 joden stierven aan alle doodsoorzaken, waaronder tyfusepidemieën. In aantallen van die orde van grootte passen geen massavergassingen. Anders ligt dit voor ‘6 miljoen’. Daarbij moet sprake zijn geweest van miljoenenmoord, want zonder dat kan zo’n aantal niet worden bereikt. Onder andere daarom legt het Holocaustgeloof dat ongefundeerd hoge aantal op. Het aantal overledenen is bepalend voor de vraag of er massavergassingen waren of niet. Nizkor wil zelfs daarin het aantal doden aan tyfus en andere epidemieën omlaag brengen om de nazi’s te demoniseren. Daarom bagatelliseert zij de natuurlijke doodsoorzaken (‘Sommigen stierven aan tyfus’). In alle kampen, ook zgn. niet-‘vernietigingskampen’, werden grote hoeveelheden Zyklon-B gebruikt om luizen, die de dodelijke tyfusepidemieën veroorzaakten, te bestrijden. Pressac stelt niet voor niets dat 97% van alle Zyklon-B werd gebruikt voor ontsmettingsdoeleinden. Onomstreden is, dat overal speciale ‘Gaskammern’ waren voor het ontsmetten van kleding, beddegoed etc. Ook dat complete gebouwen en barakken regelmatig met Zyklon-B werden ontsmet. Er waren speciale diensten en artsen voor bestrijding van tyfus (o.a. dr. Münch in Auschwitz…), niet omdat ‘sommigen stierven aan tyfus’, maar omdat tyfusepidemieën een ernstig probleem waren. Thans kan men zich dat niet meer voorstellen, omdat na de oorlog op grote schaal DDT en penicilline op de markt kwamen, waarmee deze dodelijke epidemische ziekte relatief gemakkelijk te bestrijden was. Daarvóór waren deze epidemieën in Oost-Europa en Rusland endemisch. Ze kwamen veelvuldig voor en eisten enorme aantallen slachtoffers. In de drie jaar van 1918-1921 waren alleen al in Rusland 25 miljoen mensen met tyfus besmet, waarvan 3 miljoen stierven. Vooral in kampen en gesloten instellingen was de ziekte gevreesd. De joodse holocausthistoricus Arno Mayer, schrijft in zijn boek Why Did the Heavens Not Darken? op blz. 365 over in joodse gemeenschappen heersende tyfusepidemieën. (Driekwart van alle tyfusslachtoffers in het interbellum was joods.) Mayer veronderstelt voor ’42-’45 dat meer joden stierven aan natuurlijke doodsoorzaken (honger, epidemieën, ziekten, uitputting) dan aan ‘nietnatuurlijke’ oorzaken (executies). Nizkor stelt – zonder enige grond – het tegenovergestelde. Veelzeggend zijn de geheime Duitse Enigma-codeberichten welke door de Britse Government Code and Cipher School (GC&CS), van juni ’41 tot eind ’43 in aantallen tot 80.000 per maand werden ontcijferd. Onder andere het geheime berichtverkeer tussen alle kampcommandanten en het RSHA Hoofdkwartier in Berlijn. Tot op 1 persoon nauwkeurig werden wekelijks de aantallen ingekomen, vertrokken en overleden gevangenen genoemd. Het hoofd van die Britse Dienst met 7.000 personeelsleden, Oxford-historicus(!) professor Frank Hinsley, schreef na de oorlog dat: “de meldingen uit Auschwitz, het grootste kamp met 20.000 gevangenen, ziekte als hoofdoorzaak van de sterfte aangaf, maar ook gefusilleerden en opgehangenen. Aanwijzingen voor vergassingen werden in geen van de ontcijferde geheime berichten gevonden”. (Prof. Frank H. Hinsley, et al. British Intelligence in the Second World War; Its Influence on Strategy and Operations, Cambridge, 144
1979-1984, 3 delen, deel 2, blz. 673.). Het is aan CIDI/Nizkor en consorten het tegenovergestelde te bewijzen. “In de kampen binnen het “Altreich” (zie vraag 1) waren verhongering en ziekte de meest voorkomende doodsoorzaak. Als gevangenen te weinig eten krijgen en tot zware arbeid worden gedwongen, is er vaak weinig praktisch verschil tussen die twee.” Alweer misleidend, zoals blijkt uit de Tabel bij V&A 4; de sterfte in bijv. Dachau, waar door de jaren heen meer dan 200.000 gevangenen verbleven, bedroeg in de vijf jaren 1940 t/m 1944 gemiddeld 2.491 per jaar. Het cijfer voor Dachau kan vrijwel geheel verklaard worden uit zelfmoorden, executies en epidemieën. Honger kwam alleen voor gedurende de laatste oorlogsmaanden, o.m. door de vernietigingsbombardementen en de massale toestroom van gevangenen uit het Oosten (o.a. Auschwitz). O.a. door een ernstig tekort aan Zyklon-B en medicijnen werd de tyfus onbestrijdbaar. Het terugbrengen van honderdduizenden joden naar Duitsland, gedurende de moeilijkste periode van de oorlog, is overtuigend bewijs dat van systematische massamoord op de joden geen sprake was. Heeft men de vraag wel eens gesteld waarom de nazi’s in die zware tijden de moeite namen om honderdduizenden joden uit het Oosten terug naar Duitsland te voeren, in plaats van hen te ‘vernietigen’? Nee. Dat geeft immers aan, dat van een politiek van geplande systematische uitroeiing en ‘spoorloos laten verdwijnen’ geen sprake was! Door dat massale transport naar Duitsland en de geallieerde bombardementen ontstonden de wantoestanden die we allemaal kennen van de Holocaustfoto’s van Bergen-Belsen, etc. Zoals de tabel over Dachau bij V&A 4 toont, stierven in de laatste 6 maanden van de oorlog twee keer zoveel mensen als in de vijf oorlogsjaren daarvoor. Dat gold voor alle grote kampen in Duitsland. “In Auschwitz, dat zowel vernietigingskamp als werkkamp was, werden de gevangen van tijd tot tijd “geselecteerd”, waarna de zwaksten vergast werden. Op die manier kregen minder mensen de kans om van uitputting te sterven en vonden zij in plaats daarvan de dood in de gaskamers.” Welke ‘gaskamers’? Als dit verhaal van tussentijdse ‘selecties’ zou kloppen, moeten namen (en doodsoorzaken!) terug te vinden zijn in de Auschwitz Sterbebucher: dit betrof immers geregistreerde gevangenen! Natuurlijk klopt dit verhaal niet, vandaar dat er alweer geen bewijs voor is. Auschwitz was een vitaal Arbeitslager in dienst van de oorlogsindustrie. Rapporten over hoge sterfte in de kampen brachten Himmler er op 28 december 1942 toe een order uit te vaardigen waarin hij – ter voorkoming van schade aan de oorlogsproductie – opdracht gaf dat: “het aantal sterfgevallen in de concentratiekampen tot elke prijs moet worden verminderd” (Dr. H. Diwald, Geschichte der Deutschen. Hfdst. The Final Solution, eerste editie, blz. 164-165). “Toen de geallieerden de nazi-dodenkampen in Duitsland bereikten, troffen zij er goed gevoed en gekleed SS personeel aan, en de plaatselijke bevolking had vaak, relatief gezien, aan weinig gebrek. (De Duitse bevolking in de grote steden daarentegen had wel veel te lijden.) Dit alles is goed gedocumenteerd in het filmmateriaal van de bevrijding van de kampen, waarin de mensen in de nabijgelegen steden en dorpen te zien zijn die door de Amerikaanse soldaten door de kampen werden gevoerd om ze te laten zien wat daar was gebeurd. Geen van die burgers was uitgehongerd.” De films waarop CIDI/Nizkor doelt waren bedoeld om een zo verdorven mogelijk beeld van de verslagen vijand te tonen. Daarvoor waren uit de VS joodse filmregisseurs als ‘Billy’ Wilder en Alfred Hitchcock (‘Master of Suspense’) aangetrokken. 145
U weet wel, zij die in samenwerking met het Psychologic Warfare Department (van de vervalste ‘lampekappen van mensenhuid’, ‘gekrompen mensenhoofden’, enz.), onder leiding van joods mediatycoon Sidney Bernstein, o.m. treinwagons vol gestorven Duitse soldaten en burgers als ‘slachtoffers van de nazi’s’ verfilmden. Zij spraken in hun films over Dachau als een ‘Dodenfabriek’, in de lijn van de verzonnen gruwelpropaganda uit de Eerste Wereldoorlog over een Duitse ‘Lijkenfabriek’. Het is triest dat dit soort demoniserende en haatdragende verhalen na 65 jaar nog altijd worden opgevoerd. “Er bestaat ook een beroemde foto van de gevangenneming van mollige SS-vrouwen in BergenBelsen. Tienduizenden gevangenen stierven de hongerdood in Belsen. Als je een film hebt gezien van uitgemergelde lichamen die massagraven in werden gebuldozerd, is die waarschijnlijk opgenomen in Belsen. Het contrast met de goed doorvoede SS-vrouwen is heel opmerkelijk.” Met de groeten van Hitchcock, Bernstein en consorten. Een leugenachtige propagandistische voorstelling. De doden op de foto’s in Bergen-Belsen waren tyfus-patiënten. Een van de symptomen in het laatste stadium daarvan is afschuwelijke vermagering. Bewijs dat die mensen niet waren doodgehongerd, maar aan tyfus overleden is, dat maanden na de bevrijding van BergenBelsen, onder Brits bestuur, nog eens 2 x zo veel, 14.000 gevangenen, overleden! Dat had dus niets maar dan ook niets met ‘doodhongeren’ te maken. Propagandistisch lagen foto’s van ‘doodgehongerden’ en ‘weldoorvoede SS-vrouwen’ voor de hand. Of dacht u dat dit ‘toevallig’ in beeld werd gebracht? (Vrouwen konden overigens niet tot de SS toetreden.) “Er zijn ook vrijwel geen geallieerde gevangenen doodgehongerd; er waren mensen die de nazi’s in leven wilden houden, en er waren mensen die ze liever dood zagen. Daarom stierven er heel veel Sovjet krijgsgevangenen – meer dan drie miljoen.” De Duitsers hebben geen mensen doodgehongerd. Ook geen Sovjet krijgsgevangenen. De Sovjets maakten vanaf de eerste oorlogsdag elke Duitse soldaat die in hun handen viel meedogenloos af (de Sovjets hadden in tegenstelling tot Duitsland de Internationale verdragen niet ondertekend en erkenden noch de Conventies van Genève en Den Haag, noch het Rode Kruis). De Duitsers namen later in Rusland die praktijk min of meer over. In de Duitse kampen was de situatie echter anders. Daar werden Europese gevangenen redelijk gevoed, met mogelijkheden om aanvullende voedselpakketten te ontvangen. “Vanaf mei 1943 werden ongeveer 9.000 pakketten per dag naar de kampen verzonden. Van herfst 1943 tot de bevrijding 1945 in totaal 1.112.000, met een gewicht van 4.500 ton”. (Rapport Internationale Rode Kruis over haar Activiteiten Gedurende de Tweede Wereldoorlog, Genève, 1948.) Dat gold niet voor Sovjet-krijgsgevangenen, niet alleen omdat dat regime niets van het Rode Kruis wilde weten, maar ook omdat Stalin elke Russische krijgsgevangene als ‘landverrader’ bestempelde, wiens familien als represaille door de KGB werden vermoord of naar de Goelag gevoerd. (In de eerste maanden na de Duitse inval in de Sovjet-Unie liet Stalin de Duitse kampen waarin honderdduizenden Russische krijgsgevangenen zaten bombarderen om hen te doden wegens ‘verraad’ en als afschrikwekkend voorbeeld voor anderen.) Het Rode Kruis Rapport stelt verder: "In de chaotische omstandigheden in Duitsland na de invasie in de laatste maanden van de oorlog, hadden de kampen geen voedseltoevoer meer en was honger in toenemende mate verantwoordelijk voor het aantal slachtoffers. Gealarmeerd door de verslechterende situatie zocht de Duitse Regering op 1 februari 1945 contact met het Rode Kruis. In 146
maart 1945 werden verdere afspraken over hulp gemaakt, waarbij o.a. in alle kampen een Rode Kruis gedelegeerde werd gestationeerd (Vol. III, blz. 83). http://www.abbc2.com/historia/really/09.htm In tegenstelling tot krijgsgevangenen, die meestal jong en gezond waren, bevonden zich onder gearriveerde joden uit Oost-Europa veel zieken, waaronder tyfuspatiënten. De gezondheid van de krijgsgevangenen was over het algemeen beter. Duitse krijgsgevangenen werden letterlijk doodgehongerd door Eisenhower, nadat hij hen in maart 1945 eerst tot ‘Disarmed Enemy Forces’ had gedegradeerd, waardoor het Oorlogsrecht niet meer op hen van toepassing was en het Rode Kruis was buitengesloten. Hij liet meer dan een miljoen Duitse krijgsgevangen op grasvelden in de open lucht, omringd met prikkeldraad en gewapende soldaten, zonder voedsel of water aan hun lot over, tot ze, na gras te hebben gegeten, massaal van honger stierven (Google op: Eisenhower Death camps). Conclusie na Vraag 37: Het antwoord van het IHR dat de meeste mensen in de concentratiekampen stierven aan tyfus, is correct. Zowel Duitse rapporten, als gedecodeerde ultrageheime berichten geven dat aan. Ook werden mensen terechtgesteld. Van ‘doodhongeren’ was geen sprake. Voor ‘vergassingen’ bestaat geen bewijs, zelfs geen concrete aanwijzing.
38. Wat is tyfus? IHR antwoord: De ziekte ontstaat als veel mensen voor langere periodes bijeen worden gebracht zonder te baden. Ze wordt overgedragen door luizen die zich in de haren en kleren nestelen. Leger en marine eisen traditioneel een korte haardracht wegens gevaar voor tyfus. Het klinkt ironisch maar als de Duitsers meer Zyklon-B zouden hebben gebruikt, zouden meer joden de concentratiekampen hebben overleefd. ‘Ontzenuwing’ CIDI/Nizkor: Typische ‘revisionisten’-humor. Revisionistische weerlegging: Vraag het een deskundige. In het laatste oorlogsjaar, toen de fabriek door bombardementen was verwoest, ontstond een fataal tekort aan Zyklon-B. Toen vielen de meeste tyfusdoden. Wie hierin ‘humor’ vermoedt, is duidelijk niet bij zijn verstand. Conclusie na Vraag 38: Het IHR antwoord is juist.
39. Wat maakt het voor verschil of er in die vreselijke tijd nu zes miljoen Joden stierven of 300.000? IHR antwoord: 5.700.000. Daarnaast was er – in tegenstelling tot de “Holocaust” propaganda – geen sprake van een moedwillig pogen tot vernietigen van wie dan ook. ‘Ontzenuwing’ CIDI/Nizkor: Als gezegd, er stierven er ongeveer zes miljoen. Iets anders beweren maakt ze niet levend. Revisionistische weerlegging: Dat verschil is gigantisch: in de eerste plaats natuurlijk het morele 147
verschil tussen Onwaarheid en Waarheid. In de tweede plaats maar liefst 5,7 miljoen mensenlevens. Niet alleen een enorm verschil in slachtoffers, ook voor de geloofwaardigheid van massavergassingen. Bij ‘6 miljoen vermoorden’ zijn die denkbaar: bij enkele honderdduizenden ‘vermisten’ totaal afwezig. Daarom blijft CIDI/Nizkor ondanks alles ‘Zes Miljoen’ roepen. Als gezegd stierven er ongeveer zes miljoen, zeggen zij. Dit zeggen, maakt dat aantal niet waar. Hoe eenvoudig zou het moeten zijn geloofwaardige bewijzen voor dit aantal, dat al sinds 1945 wordt gezegd, te presenteren. Waarom is het kennelijk onmogelijk die te leveren? En waarom zeggen zij ook dat niet gewoon? Antwoord: Dat kan niet, want het is een Talmoedisch aantal. “Iets anders beweren maakt ze niet levend”, is een onthullende reactie op dit kernpunt. Maakt ‘ze’ niet levend? Zijn ‘ze’ dan 6 miljoen of 300.000? Natuurlijk maakt iets beweren iets niet tot realiteit. Ook ‘6 miljoen’ niet. 1,5 Miljoen doden/vermisten van de revisionistische demografen is geen ‘bewering’, maar de uitkomst van verantwoorde, niet weerlegde studies. “Het IHR zegt hier duidelijk dat er “geen doelgerichte poging om iemand uit te moorden” was. Zij hebben duidelijk de kwestie van de gaskamers gescheiden van de kwestie van het plan van de nazi’s om Europese Joden uit te moorden, ongeacht de middelen.” Twee onbewezen beweringen in één zin: ‘de gaskamers’ en ‘het plan’. Voor beide is geen concreet bewijs. Voor ‘het plan’ hebben vooraanstaande Holocausthistorici zelfs toegegeven dat dit er nooit was. “Misschien wil Greg Raven, het hoofd van het IHR, dan de onderstaande citaten eens uitleggen. Bij eerdere gelegenheden dat hem dit werd gevraagd, probeerde hij altijd op een ander onderwerp over te stappen en over gaskamers te gaan praten. Maar als hij echt gelooft dat “er geen doelgerichte poging [was] om iemand uit te moorden” – punt uit -, dan zou hij toch een antwoord moeten hebben op deze citaten zonder de gaskamers te noemen.” U kunt het beste zelf lezen wat Greg Raven vijftien jaar geleden schreef. Hij benaderde Holocaustorganisaties - waaronder Nizkor - met de vraag hem hun beste concrete bewijsstukken voor ‘de Holocaust’, met name ‘gaskamers’, te willen noemen. De reacties bestonden slechts uit scheldpartijen, verdachtmakingen, beledigingen, verwijzingen naar irrelevante wantoestanden, ‘getuigen’, enz., maar niet het gevraagde concrete bewijs voor ‘gaskamers’. Nizkor draait dit nu om door Raven’s reacties daarop als ‘overstappen op een ander onderwerp’ af te schilderen. Unfair, omdat zij Raven’s vraag en reactie niet eerlijk weergeven. Hier zijn reactie: http://www.historiography-project.com/misc/rebuttal.html “Dagboek van Hans Frank (uit Nazi Conspiracy and Aggression, 1946, Vol. I, pp. 992, 994): “Maar wat moet er met de Joden gebeuren? Denk je dat ze overgeplaatst zullen worden in het ‘Ostland’ [de oostelijke gebieden], in [nieuwe kolonisatie] dorpen? Dat kregen we te horen in Berlijn: Waarom zoveel moeite? We kunnen niets met ze beginnen in het ‘Ostland’ of in het 'Reichkommissariat'. Dus liquideer ze zelf maar. Heren, ik moet u vragen u te ontdoen van elk gevoel van mededogen. Wij moeten de Joden uitroeien, waar we ze ook vinden en waar we maar kunnen, om de structuur van het Rijk als geheel te behouden. ... Wij kunnen niet 3.500.000 Joden doodschieten of vergiftigen, maar we zullen er niettemin in slagen maatregelen te nemen die op de een of andere manier tot hun uitroeien zullen leiden. ... Dat we 1.200.000 veroordelen tot de hongerdood zij slechts terzijde opgemerkt.”
148
Nizkor spreekt hier valselijk over een ‘Dagboek’ van Hans Frank, Gouverneur van het GeneralGouvernement, maar in werkelijkheid waren dit 42 banden met 12.000 documenten uit zijn bureauarchief, door hemzelf aan de Geallieerden ter hand gesteld in de overtuiging dat die documenten hem zouden vrijpleiten. Zij selecteerden daaruit vervolgens alles wat hem maar enigszins kon belasten en presenteerden dat aan het IMT als het ‘Dagboek van Frank’. Natuurlijk hielden zij alles achter wat zaken in een ander licht plaatste. Zijn verdediger voerde op 11 juli 1946 voor het IMT aan dat Frank geen enkele regel van dat ‘Dagboek’ zelf had geschreven (IMT XVIII, 156). Frank ontkende eerder al “ook maar iets te hebben geweten van een programma of een beleid om joden uit te roeien” (IMT 18 april 1946; "Blue Series" Vol. 12, blz. 17-19). Het Nizkor ‘citaat’ komt uit door geallieerde geheime diensten selectief aangeleverde stukken, gemankeerd in het Engels ‘vertaald’ door de beruchte groep (overwegend joodse) anti-nazi’s, speciaal daarvoor uit de VS naar Duitsland teruggekeerd. Dit voor het grote publiek geschreven, rabiaat demoniserende propagandastuk Nazi Conspiracy and Aggression, 1946-1948, wordt terecht door zichzelf respecterende historici niet meer geciteerd. Hij zou die onsamenhangende tekst op 16 december 1941, nog voor de zgn. Wannsee conferentie, in Krakow hebben uitgesproken, op een moment dat over de bestemming van de joden nog besloten moest worden. Frank ’s bezoek aan Berlijn vond eind februari 1942 plaats, kort na de Wannsee Conferentie, toen hij met Staatssecretaris Bühler, een van de deelnemers aan ‘Wannsee’, Heydrich bezocht. Bühler verklaarde voor het IMT onder ede dat Frank van Heydrich opdracht kreeg "alle Europese joden bijeen te brengen en in Noordoost Europa, in Rusland, te vestigen”. Dit geheel in overeenstemming met wat eerder in Wannsee was besloten. Hieruit blijkt – in tegenstelling tot wat CIDI/Nizkor willen laten geloven – dat: 1. In Wannsee was besloten tot hervestiging van joden en NIET tot uitroeiing; 2. Er in tegendeel geen beleid voor ‘systematische uitroeiing van de joden’ bestond; 3. Het ondenkbaar en absurd zou zijn geweest als Frank (of wie dan ook) op eigen houtje zou hebben besloten 3,5 miljoen joden te doden. Frank had absoluut geen zeggenschap over de kampen: die vielen alle onder Himmler. Hij had al helemaal geen zeggenschap over wat er met de joden moest gebeuren, laat staan in de zgn. ‘Ostgebieden’. “Himmlers toespraak in Posen op 4 oktober 1943 is op geluidsbanden vastgelegd (Trial of the Major War Criminals, 1948, Vol. XXIX, p. 145, vert.): “Ik verwijs nu naar de evacuatie van de Joden, de uitroeing van het Joodse volk. Dat is een van die dingen die gemakkelijk worden gezegd: “het Joodse volk wordt uitgeroeid,” zegt elk Partijlid, “dat is waar, het maakt deel uit van onze plannen, het elimineren van de Joden, uitroeien, wij zijn ermee bezig.” Logisch dat Nizkor met die speech van Himmler op de proppen komt. Het is een van hun schaarse ‘bewijzen’ welke enige indruk zou kunnen maken. Toch is die speech – Himmler hield daar op die datum inderdaad een speech – alles behalve ‘bewijs’ voor ‘de Holocaust’ c.q. systematische uitroeiing van de joden. Daarvoor zijn de volgende aanwijzingen: In de eerste plaats heeft het transcript van die speech alle kenmerken van een vervalsing: fysiek, inhoudelijk en qua herkomst. Fysiek: De tekst was niet op briefpapier en was niet voorzien van de voor nazi-stukken gebruikelijke kenmerken. David Irving onderzocht het transcript en schreef: “…. met gedeelten van het originele manuscript van de Posen speech – die welke over ‘vernietiging’ handelen – is zichtbaar geknoeid; deze zijn getypt in een ander lettertype, met een ander soort carbonpapier en 149
met potlood genummerd”. (….) “Ik deed”, toen ik naar de documenten van beide speeches keek, “de vreemde ontdekking dat de betreffende pagina’s waren overgetypt, door een andere secretaresse op een andere schrijfmachine en met ander carbonpapier” (Kulaszka, B. Did Six Million Really Die?: Report of the Evidence in the Canadian ‘False News’ Trial of Ernst Zündel. Toronto: Samisdat, 1992, blz. 192, 300, 349). In 1993 wees Robert Wolfe, Hoofdarchivaris van de buitgemaakte Duitse Archieven bij het Nationaal Archief van de VS, erop dat in Himmler’s handgeschreven aantekeningen voor de speech geen ‘Jodenuitroeiing’ stond, maar Jüdenevakuierung[!] Niemand ook van de ca. 50 bij de speech aanwezigen bevestigde dat die gewraakte clausule daar daadwerkelijk is uitgesproken. Integendeel, verschillende nazi’s verklaarden dat dit niet in de speech voorkwam. Niet vaststelbaar is of de stem van de geluidsband werkelijk die van Himmler is. Inhoudelijk: Gottlob Berger, Himmler’s verbindingsman met Rosenberg’s Ministerie voor het Bezette Oosten, die aanwezig was bij de speech, noemde de tekst ‘niet correct’. Ook anderen zeiden zeker te weten dat het gewraakte gedeelte niet door Himmler was uitgesproken. Wellicht de dodelijkste fout in de twijfelachtige ‘Posen-speech’ tekst is dat Himmler zou hebben gezegd: “het joodse volk wordt vernietigd, dat zegt u elke Partijgenoot: heel duidelijk, dat staat in ons Programma.” (‘Das jüdische Volk wird ausgerottet‘, sagt Ihnen jeder Parteigenosse, ‘ganz klar, steht in unserem Programm drin’. Echter, in de 25 punten van het NSDAP Partijprogramma (of welk ander partijstuk ook) staat nietsover vernietiging van joden of welke andere groep. Himmler en zijn toehoorders wisten dat natuurlijk heel goed. De vervalsers kennelijk niet. Zie:http://www.dhm.de/lemo/html/dokumente/nsdap25/index.html Herkomst: Herkomst van tekst en band zijn onbekend; ze doken op uit het niets; nooit is vastgesteld van wie of waar vandaan. Bij het IMT werd gesteld dat het in Rosenberg’s ministerie werd gevonden, maar Rosenberg werd daarover niet apart ondervraagd. Toen hij over een ander dossier werd ondervraagd (3428-PS), ontkende hij dat de opnamen uit zijn archief afkomstig konden zijn. Deze punten zijn stuk voor stuk vervalsingskenmerken. Elk ervan is voldoende voor gerede twijfel aan de authenticiteit. Gezamenlijk geven ze aanleiding om van een vermoedelijke vervalsing te kunnen spreken. In elk geval maken zij die zgn. Posen-speech te onbetrouwbaar om als historisch document te kunnen dienen. [In deze weerleggingen wordt enkele malen gewezen op bewezen vervalste en dubieuze documenten. Het gaat te ver deze hier allemaal te noemen: daarvoor is het aantal te groot. Laat staan dat alle beschikbare bewijsvoerende details hier aan de orde kunnen worden gesteld. Het zou de officiële Holocaustgeschiedschrijving sieren als zij die, of een deel daarvan, eens in een aparte studie zouden behandelen. Natuurlijk is dit het laatste wat men van deze pseudo-wetenschap mag verwachten. Ik volsta te zeggen dat vlak na de oorlog in Frankfurt een speciaal onderdeel van de Psychological Warfare Division bestond, gevestigd in het gebouw van IG Farben. Het stond onder leiding van Albert G. Rosenberg, een in Duitsland geboren jood, kort daarvoor tot Amerikaan genaturaliseerd. Die afdeling was o.a. betrokken geweest bij het opvoeren van ‘gekrompen mensenhoofden’ en ‘lampenkappen van mensenhuid’ in Buchenwald. Deze afdeling, met haar veelzeggende naam, had o.m. tot taak selecties uit de gigantische hoeveelheden Duitse documenten te maken en ander ‘voorwerk’ te doen voor aanlevering aan de IMT-aanklagers. Een groot deel van 150
de documentatie ging na de oorlog naar de zgn. Wiener Library, een particulier joodse instelling in Londen, die op selectieve basis informatie over ‘de Holocaust’ verschaft.] “Goebbels' dagboek (vertaald naar Lochner, The Goebbels Diaries, 1948, pp. 86, 147-148): 4 februari 1942 : De Führer heeft opnieuw gezegd dat hij vastbesloten is de Joden in Europa zonder pardon op te ruimen. Hier mag geen laffe sentimentaliteit aan te pas komen. De Joden hebben de catastrofe verdiend die ze nu treft. Hun vernietiging zal hand in hand gaan met de vernietinging van onze vijanden. We moeten dit proces met koude genadeloosheid bespoedigen.” Niets nieuws. Dit punt is bij V&A 1 al weerlegd. Natuurlijk heeft Hitler nooit gezegd ‘zonder pardon op te ruimen’. Hij zei: “Het wereldjodendom zal tegelijk met het Bolsjewisme een grote catastrofe beleven.” En Goebbels schreef in werkelijkheid: “De Führer uitte nogmaals zijn vastbeslotenheid de joden genadeloos uit Europa te zullen verwijderen. Daarover mag geen overdreven sentimentaliteit bestaan. Hun vernietiging zal hand in hand gaan met de vernietiging van onze vijanden. We moeten dit proces meedogenloos bespoedigen.” Zoals gebruikelijk tendentieuze valse vertalingen. “Uit Europa te zullen verwijderen” wordt “zonder pardon op te ruimen”. Bij “uit Europa verwijderen” is er geen twijfel over de betekenis: een territoriale maatregel. Bij “zonder pardon op te ruimen” vertonen Holocaustgelovigen een Pavlov-reactie en vullen voor zichzelf in wat de propaganda hen voorhoudt. Dat is de crux van dergelijke valse vertalingen. Het nazi-beleid was gericht op verdrijving van alle joden uit het Reich, goedschiks (vertrek, emigratie) of kwaadschiks via discriminatie, deportatie, enz. Net zo min als Hitler met ‘onze vijanden’ bedoelde Russen, Engelsen en Amerikanen fysiek uit te roeien, bedoelde hij de joden fysiek uit te roeien. ‘Vergeten’ daarbij wordt, dat verdrijving van joden door de eeuwen heen een middel was om deze veelal als ongewenst ervaren bevolkingsgroep kwijt te raken. Er is bijna geen land en geen gebied in Europa waar joden vanaf de Oudheid niet zijn uitgewezen. “27 maart 1942 : "De procedure is behoorlijk barbaars en kan hier niet nader beschreven worden. Er zal niet veel overblijven van de Joden. Het komt erop neer dat ongeveer 60 procent ervan geliquideerd zal moeten worden, terwijl maar 40 procent gebruikt kan worden voor dwangarbeid." Ondanks de gruwelijke onmenselijkheid die uit deze (vertaalde) tekst spreekt, is het geen bewijs voor een plan voor systematische uitroeiing van de joden. Het is kennelijk een gedachte van Goebbels, die bevestigt dat Hitler had gekozen voor een harde territoriale ‘oplossing’. Dat dit veel joodse levens zou kosten werd door de nazi’s ingecalculeerd. Conclusie na Vraag 39: Moreel maakt het weinig verschil of er 300.000, 3 miljoen of 30 miljoen mensen zijn omgebracht. Tenminste, niet voor revisionisten. Wél voor de Holocaustlobby. Die zijn, als wordt aangetoond dat het aantal joodse slachtoffers aanzienlijk (miljoenen) minder was, niet blij, nee, zij zijn des Duivels! Hysterisch! Eerder gaven wij al aan dat ‘6 miljoen’ stamt uit de Talmoed: “Gij zult terugkeren, minus Zes Miljoen”. Al in 1900 sprak rabbi Wise over “6 miljoen joden die leven, lijden en sterven voor het zionisme”. In Tsaristisch Rusland liet de beginnende zionistische beweging zich ook al inspireren door “een massamoord op zes miljoen Russische joden”. In 1902 vinden we dit aantal in de Encyclopædia Britannica. 151
In 1911 noemde voorzitter Max Nordau dit aantal in een speech voor het Tiende Zionistische Congres ter rechtvaardiging voor een joodse staat, die in de (drie jaar later pas begonnen!) EERSTE Wereldoorlog zouden worden vermoord’ (Reconsidering Max Nordau door Meir Ben-Horin, in Herzl Year Book: Essays in Zionist History and Thought, Volume II, door Raphael Patai. New York: Herzl Press, 1959). In 1915 liet oorlogsprofiteur en oorlogsstoker Jacob Schiff tijdens een meeting voor schatrijke joden een brief voorlezen waarin o.m. stond: 'Er zijn in de wereld ongeveer dertien miljoen joden, waarvan meer dan zes miljoen in de oorlogszone; joden wiens levens op het spel staan en vandaag blootstaan aan allerlei soorten lijden en ellende’. In 1919 was het een andere oorlogsprofiteur, Felix M. Warburg, die het magische getal opvoerde: 'De achtereenvolgende slagen van de strijdende legers hebben het Europese jodendom niet gebroken, maar ongeveer 6.000.000 van hen, de helft van de joodse wereldbevolking, teruggebracht tot droevige, ongelooflijke armoede, honger en ziekte.’ Eveneens in 1919 zei Martin H. Glynn, voormalig Gouverneur van de staat New York: “Van over de Oceaan roepen zes miljoen mannen en vrouwen om onze hulp [...]zes miljoen menselijke wezens. [...]Zes miljoen mannen en vrouwen sterven [...] in de dreigende holocaust [!] van mensenlevens [...]zes miljoen uitgehongerde mannen en vrouwen. Zes miljoen stervende mannen en vrouwen [...].” Op 1 mei 1920 schreefThe New York Times: “Opnieuw een inzamelingsactie: 6.000.000 Mensenlevens Wachten op Antwoord”. Op 21 april 1926 plaatste The New York Times wederom een fondsenwervings advertentie waarin ‘6 miljoen’ werd gebruikt, deze keer met de vraag dit in Dollars uit te drukken. Op 25 november 1936 zei Chaim Weizmann, eerste president van Israël en president van de World Zionist Organization, dat “het 6 miljoen aantal symbolisch is voor het joodse lot” (Reden und Aufsatze 1901-1936. Jüd. Bucherverlag Erwin Lowe, Berlin 1937). Hoezo dus, vragen om bewijs voor “Zes miljoen” systematisch door de nazi’s vermoorde joden? Het is, zoals aangetoond, een Talmoedisch aantal, niet gebonden aan enige vorm van bewijs. Zonder bewijs voor dat aantal te leveren eist een joodse elite totale onderwerping daaraan van ieder overal ter wereld. Revisionisten die de feiten onderzoeken, menen dat dit niet kan.
40. Veel Joodse overlevenden van de “vernietigingskampen” zeggen te hebben gezien hoe lichamen in kuilen werden gestapeld en verbrand. Hoeveel benzine zou daarvoor nodig zijn geweest? IHR antwoord: Veel meer dan waarover de Duitsers beschikten, omdat daaraan in die tijd een nijpend tekort was. Behulpzaam bij het beoordelen van deze V & A zijn: Treblinka. Vernichtungslager oder Durchgangslager? C. Mattogno, J. Graf. 2002. Castle Hill Publishers, PO Box 118, Hastings TN 34 3ZQ, Great Britain, ISBN 1-902619-05-6 http://vho.org/dl/ENG.html ‘Ontzenuwing’ CIDI/Nizkor: “Konden krijgen”? Het kamp Auschwitz III, Monowitz, was een industrieel werkkamp waar brandstof werd geproduceerd! Het IHR geeft dit zelfs toe in hun herziene versie van vraag 6. Is er een betere manier om brandstof te “krijgen”?
152
Revisionistische weerlegging: Deze vraag gaat over getuigen die zeiden te hebben gezien hoe lichamen in kuilen werden gestapeld en verbrand. Nizkor gaat daarop niet in, kennelijk beseffen zij zelf ook dat dit onmogelijk is. In Auschwitz so-wie-so, want in dat moerasgebied was de grondwaterstand extreem hoog: al na 60 cm graven staat een kuil vol water. In Sobibor eveneens. Dat buiten beschouwing latend, is verbranden van lijken in kuilen onmogelijk door onvoldoende zuurstoftoevoer. Doet u een proef. Graaf een put van 50 x 50 x 50 cm. Leg daar een stapel telefoonboeken in en giet daar 4 liter benzine over uit. Steek het aan en wacht wat er gebeurt. Na ruim 5 minuten doven de vlammen. Als ze gedoofd zijn, gooi er nog eens 8 liter benzine overheen en steek het opnieuw aan. Na ruim een kwartier doven de vlammen opnieuw. Kijk naar de telefoonboeken: alleen de buitenkanten en omslagen zijn geschroeid. De boeken zelf zijn nog volkomen intact. Telefoonboeken zijn geen lijken; papier bestaat voor 100% uit droge brandbare houtvezels terwijl lijken 70% water bevatten. Bepalend is de zuurstoftoevoer en die is in ‘kuilen’ of ‘greppels’ ronduit slecht. Verbranden van lijken ‘in kuilen’ is praktisch dan ook zo goed als onmogelijk. Nizkor en sommige getuigen spreken over verbranden op een ‘grid’ van spoorrails met hout als brandstof, aangevuld met brandbare vloeistoffen. In nazi-Duitsland was tijdens de oorlog nijpend gebrek aan benzine en andere fossiele brandstoffen. Het land had geen olie, ook geen kolonies waaruit zij dat konden halen en door de maritieme omsingeling kon het niet worden ingevoerd. Aan het Oostfront gingen meer Duitse tanks verloren door gebrek aan brandstof (benzine), dan door gevechtshandelingen. Veel Duitse vrachtauto’s en legervoertuigen reden daarom niet op Diesel of benzine, maar waren uitgerust met dodelijk koolmonoxidegas producerende Holzgasgeneratoren, met als brandstof hout, papier en afval. Dat in Monowitz synthetische brandstof werd geproduceerd, bewijst het tekort aan brandstof. En bij een tekort moet men zich voortdurend afvragen welke toepassingen prioriteit hebben. Dat de Duitsers dit deden blijkt eruit dat efficiënte oliegestookte ovens (o.a. in Buchenwald) werden omgebouwd voor cokes. Een lijk verbranden met olie vergt ca. 100 liter. Bij honderden lijken tegelijk is dat minder, maar al zou 1/10 daarvan voldoende zijn is dat nog altijd 20 miljoen liter (20.000 ton), die het Duitse leger onmogelijk kon missen. “Hoe dan ook is dit een misleidende vraag: er was geen energierijke en geraffineerde brandstof als benzine nodig. In plaats daarvan werden er goedkope brandbare stoffen gebruikt zoals motorolie en methanol, die in relatief grote hoeveelheden beschikbaar waren.” Vreemd, eerst zegt CIDI/Nizkor dat er in Monowitz voldoende synthetische brandstof was, daarna dat energierijke brandstof niet nodig was. Van de AR kampen (waar de meeste vergassingen zouden zijn gebeurd), is het verhaal dat Dieselmotoren werden ‘gebruikt. Toen dit onhoudbaar bleek werden dat sindsdien benzinemotoren. CIDI/Nizkor suggereert hier twee dingen: dat voldoende brandstof aanwezig was en lijken licht ontvlambaar zijn. Beide zijn onjuist. “Höss beschrijft het openlucht verbrandingsproces in Treblinka (Bezwinska en Czech, KL Auschwitz Seen By The SS, 1984, p. 133): [Na een vergassing in Treblinka] werden de gaskamers geopend en werden de lichamen eruit gehaald, ontkleed en verbrand op een rooster gemaakt van treinrails. De vuren werden gestookt met hout, en af en toe werden de lichamen besproeid met olie-afval.” Dit bewijst de waardeloosheid van de getuigenissen. In het boek van Bezwinska en Czech, twee 153
bekende ‘Holocausthistorici’, beschrijven zij hoe de lichamen eruit [uit de ‘gaskamers’] werden gehaald, ontkleed en verbrand. Nu mag CIDI/Nizkor zeggen wie hier liegt, deze twee joodse Holocaust’historici’ die zeggen dat joden gekleed de ‘gaskamers’ in gingen, of de befaamde kapper uit Treblinka, Abraham Bomba, stergetuige in de 9 uur durende Holocaustkaskraker ‘Shoa’ van de joodse regisseur Claude Lanzmann, te bewonderen op elk universitair college over ‘de Holocaust’, die verklaart dat hij in de gaskamer het haar van de naakte slachtoffers knipte, alvorens zij 5 minuten later werden ‘vergast’. Het is slechts een detail, maar toch. Nizkor gebruikt de ‘bekentenis’ van Höß die verklaard zou hebben: “Ik kreeg in juni 1941 opdracht in Auschwitz uitroeiingsfaciliteiten in te richten. Op dat moment waren er in het Generalgouvernement al drie andere vernietigingskampen: Belzec, Treblinka and Wolzek”. Meervoudig onjuist! In juni ’41 kan in Auschwitz nog geen sprake zijn geweest van massale uitroeiing. Historici zijn het er over eens dat toen de crematoria voorjaar 1943 in gebruik kwamen ze niet geschikt waren voor massavernietiging. Meer nog, dat bij het gereedkomen van de Krema’s II en III er nog geen plannen voor massavergassingen waren! Het is dus uitgesloten dat Höß in juni 1941 “opdracht zou hebben gekregen in Auschwitz uitroeiingsfaciliteiten in te richten”. Ook de drie genoemde kampen Belzec, Treblinka en ‘Wolzek’ bestonden in juni ’41 niet! Belzec kwam pas op 17 maart 1942 in gebruik, Treblinka eind juli ’42 en ‘Wolzek’ heeft nooit bestaan. Verbranding van (volgens de JHV) tenminste 870.000 lijken in Treblinka is een verhaal op zich. Daarvan zouden er eerst 860.000 begraven zijn, die later allemaal weer zouden zijn opgegraven en verbrand. 10.000 andere zouden direct zijn verbrand. Omdat bij verbranding met hout in de open lucht geen hoge temperaturen mogelijk zijn zoals bij crematieovens, is de verbranding onvolledig, zodat grote hoeveelheden beenderen en onverbrande restanten moeten zijn overgebleven, evenals enorme hoeveelheden houtas. In en bij Treblinka zijn geen lijken of andere menselijke resten aangetroffen. Zelfs niet één van ca. 20 miljoenonverbrandbare tanden en kiezen. En dat niet alleen. De Australische ingenieur Richard Krege verrichtte in 2000 grondradaronderzoek op het terrein op plaatsen waar zich volgens getuigen de massagraven zich zouden hebben bevonden. U raadt het al: dit is wat hij met zijn team ter plaatse aan aardlaagverstoringen aantrof: nul. Okee Nizkor, maken jullie ook even een grondradarscan van die ‘massagraven’ en we hebben eindelijk bewijs voor die verhalen. Het kan deze week nog. Waarop wachten jullie? Revisionisten kunnen het, dus jullie ook! We volgen het JHV verhaal verder. Treblinka had geen crematoria dus honderdduizenden lijken moesten in de open lucht worden verbrand, met hout als brandstof. De benodigde hoeveelheid hout per lijk is gemiddeld minstens 100 kg. Voor 870.000 lijken zou dus 87.000 ton droog hout nodig zijn geweest. Dat is een bos van 1 kilometer breed en 3,2 kilometer lang met 50 jaar oude bomen. Ontboste gebieden van enige betekenis bestaan in de omgeving van Treblinka niet, dus? Het transport naar het kamp zou 29.000 drietons vrachtwagenritten hebben gevergd. Een en ander zou ongetwijfeld in de Duitse annalen terug te vinden zijn geweest. Niet dus. En wat te zeggen van het brandstofverbruik van die vrachtwagens? De joodse historica Rachel Auerbach is gelukkig duidelijk over hoeveelheden brandstof: die waren onnodig want vrouwenlichamen brandden ‘vanzelf’ en staken dan de andere lichamen aan. ‘Bloed is een uitstekende brandstof’, schreef deze historica (R. Auerbach, In the Fields of Treblinka, in: A. Donat, ed., Death Camp Treblinka, blz. 38). Bloed bestaat voor 55% uit bloedplasma, dat ca. 92% 154
water bevat . . . En dan hebben we het nog niet over het verhaal dat zegt dat 860.000 lijken uit de vochtige grond werden opgegraven alvorens te worden verbrand. Hoezo ‘vanzelf’ branden? “Hij [Höss] beschrijft ook het proces in zijn eigen kamp, Auschwitz (Kogon et al., Nazi Mass Murder, 1993, pp. 168-169): In de zomer van 1942 werden de lichamen nog steeds naar massagraven gedragen. Pas tegen het einde van de zomer kwam crematie in gebruik – eerst door een houtvuur met ongeveer tweeduizend lijken, en later in de greppels, met de lijken die daar eerder begraven en vervolgens opgegraven waren. Ze werden begoten met gebruikte motorolie, later met methanol.” “crematie” (verassing) is onjuist: dat kan alleen in crematieovens, niet in putten/greppels. Motorolie en methanol bij openluchtverbranding kan, maar niet in ‘greppels’ en alleen bij beperkte aantallen. En de aantallen moeten beperkt geweest zijn, want Birkenau had toen nog niet haar volle omvang. “Het was geen grote opoffering voor de nazis om een beetje gebruikte motorolie op te geven. In de herziene versie veranderde het IHR het overduidelijke verzinsel over “benzine”, in “brandstof”, dat slechts onjuist is. Het blijft misleidend. De term “brandstof” dekt veel, maar gebruikte motorolie valt er niet onder.” Inderdaad, als we het over beperkte aantallen hebben, zonder ‘massavergassingen’ dus, dan zou ‘een beetje’ gebruikte motorolie of methanol natuurlijk geen probleem zijn geweest. Maar, net zoals bij menselijke as, als we het hebben over miljoenen te verbranden lijken, dan is dat geen ‘beetje’ meer, maar worden dit tienduizenden tonnen! Zo ook met “een beetje gebruikte motorolie”. Hoeveel motorolie zou er per lijk nodig zijn geweest bij het verbranden in de open lucht van bijna 2 miljoen joden in Belzec, Chelmno, Treblinka en Sobibor? 5 Liter? 10 Liter? 20 Liter? Bij 5 liter vraagt dat 10.000.000 liter motorolie, ofwel 10.000 ton, ofwel 3.300 drietons tankwagens. Bij 10 liter worden dat al 6.600 tientons tankwagens en bij 20 liter 13.200 drietons tankwagens: “een beetje”? Conclusie na Vraag 40: Massale lijkverbranding in ‘kuilen’ of ‘greppels’ was in Auschwitz onmogelijk: dat zou bovendien bij honderdduizenden lijken enorme hoeveelheden vloeibare brandstof vergen. In andere kampen waren niet alleen gigantische hoeveelheden hout en olie nodig voor lijkverbranding, maar ook brandstof voor vrachtwagens die dat moesten transporteren.
41. Kunnen lichamen verbrand worden in putten? IHR antwoord: Nee. Het is onmogelijk menselijke lichamen op deze wijze volledig door vuur te laten verteren (omdat onvoldoende hitte wordt gegenereerd in putten) door gebrek aan zuurstof. ‘Ontzenuwing’ CIDI/Nizkor: Het IHR zegt (eerste versie): Nee, het is onmogelijk dat menselijke lichamen op die manier volkomen verteerd worden door vuur, omdat er in open kuilen niet genoeg hitte ontwikkeld wordt. Het IHR zegt (herziene versie): Nee. Het is onmogelijk dat menselijke lichamen op die manier volkomen verteerd worden door vuur vanwege gebrek aan zuurstof. Nizkor antwoordt: Wat is het nu: hitte, of zuurstof? Ongeacht wat Holocaust-ontkenners willen geloven, het simpele feit is dat dergelijke verbrandingen hebben plaatsgevonden. Er bestaat zelfs een beroemde foto van kuilverbrandingen, die uit Auschwitz-Birkenau is gesmokkeld. 155
Revisionistische weerlegging: Stuitend, deze niet ter zake doende vliegenafvangerij van Nizkor bij zo’n cruciaal onderwerp. De hitte wordt in hoge mate bepaald door de toegevoerde zuurstof. De zuurstoftoevoer in putten (CIDI spreekt van ‘kuilen’) is onvoldoende. Hoe minder zuurstof, hoe minder hitte, hoe minder verbranding, as simple as that. Je moet wel volkomen zonder argumenten zitten om daarin enige ‘tegenspraak’ te willen zien . . . Wij gaan overigens niet meer in op de zinloze Nizkor vergelijkingen tussen veronderstelde eerdere en latere formuleringen van het IHR en beweerde tegenstrijdigheden daarin. Een van de verschillen tussen revisionisten en gelovigen is dat de eersten – als de waarheid dat vordert – bereid zijn tot aanpassing, terwijl gelovigen krampachtig vasthouden aan hun dogma’s. In Auschwitz-Birkenau vonden zeker incidentele verbrandingen in de open lucht plaats: bij tyfusepidemieën in 1942, toen er nog maar één Crematorium was en later bij de uitbreiding van Birkenau vanwege de vele buitenbedrijfsstellingen van crematoria door technische mankementen. De beroemde ‘foto’ van een ‘kuilverbranding’ is er één van het Sovjet-soort, waarop men de meest vreemde, op vlekken gelijkende menselijke vormen kan onderscheiden, die bij uitvergroting allesbehalve anatomisch blijken te zijn en veel lijken op al die andere (in)geschilderde Sovjetvervalsingen. Maar dat is een hoofdstuk apart. Van die kuilen weten we verder niets. Door de hoge grondwaterstand in Auschwitz kwam een kuil al na ca. 60 cm vol water te staan, wat verbranden in 'kuilen' zeer onwaarschijnlijk maakte. Conclusie na Vraag 41: De vraag was: “Kunnen lichamen verbrand worden in putten?” Als het gaat om volledige verbranding – zonder meer dan as over te laten – dan is het antwoord ronduit NEE. Het is onmogelijk op die manier lijken te verbranden zonder enorme hoeveelheden beenderen, halfverbrand vlees, andere resten, etc. over te houden. Ook maakte de hoge grondwaterstand in Auschwitz verbranding in putten onmogelijk. Het IHR antwoord is dus correct en geenszins ‘ontzenuwd’.
42. “Holocaust”-auteurs beweren dat de nazi’s in circa 10 minuten lichamen konden cremeren. Hoe lang duurt het cremeren van 1 lichaam volgens professionele crematorium operators? IHR antwoord: Ongeveer anderhalf uur, hoewel de grotere beenderen nadien verdere verwerking vereisen. Behulpzaam bij het beoordelen van deze V & A zijn: The Crematorium Ovens of Auschwitz and Birkenau. Dr. Carlo Mattogno. In Dissecting the Holocaust. 2000.Blz 382 e.v. Theses & Dissertations Press, P.O. Box 64, Capshaw, Alabama 35742, USA (ISBN 0-9679856-0-9). Downloads op http://vho.org/download Auschwitz: The End of a Legend. Dr. Carlo Mattogno. ‘Ontzenuwing’ CIDI/Nizkor: Is het nu anderhalf uur, of 2? Revisionistische weerlegging: Opnieuw een arrogante en nietszeggende reactie. CIDI/Nizkor geeft geen antwoord op de vraag, maar leidt de aandacht af van de absurde 10 minuten claim door een vermeende revisionistische tegenstelling op te voeren tussen anderhalf en twee uur crematietijd! 156
Een niet bestaande tegenstelling, want zoals professionele crematoriumoperators stellen, twee uur is inclusief verwerking van grotere overblijvende stukken. Als CIDI/Nizkor deze ‘revisionistische tijden’ niet zelf verzonnen heeft, voeren zij een uit het verband gerukte passage uit het boek Treblinka; Vernichtungslager oder Durchgangslager? van Dr. Carlo Mattogno en Dr. Jurgen Graf op. Die beschrijven een Gorini houtoven (blz. 186) uit de 19e Eeuw(!) waarmee lijken op een stalen grid met hout werden gecremeerd, wat anderhalf tot twee uur per lijk vergde! Hoe dan ook, in dit verband een sterk misleidende voorstelling van zaken! Crematietijden kunnen door allerlei factoren verschillen. Van belang zijn o.m. oventype, verbrandingswijze (olie, cokes, gas, elektrisch), enz. Revisionisten waren de eersten die technischwetenschappelijk onderzoek deden naar de crematieovens van Auschwitz-Birkenau (o.a. Dr. Carlo Mattogno. The Crematorium Ovens of Auschwitz and Birkenau in Dissecting the Holocaust. 2000.Blz 382 e.v. Theses & Dissertations Press, P.O. Box 64, Capshaw, Alabama 35742, USA (ISBN 0-9679856-0-9). Downloads op http://vho.org/download Vast staat dat de crematietijd per lichaam in de cokes gestookte ovens van Auschwitz minimaal 1 uur was. Ieder die een kortere tijd noemt, fantaseert of spreekt tegen beter weten in. Tijdens verhoren in 1948 door de Sovjets van Topf-functionaris Prüfer, verkaarde deze op de vraag hoeveel lijken een crematorium in Auschwitz per uur kon verbranden: “In een Krematorium met vijf ovens en vijftien moffels (verbrandingskamers) verbrandde men in één uur vijftien lijken.” Ook zei hij dat door afwezigheid van voorverhitting het cremeren langzamer ging dan in civiele ovens. “De laatste tijd gaan de Holocaust-ontkenners af op de getuigenis van Ivan Lagace, die blijkbaar in het Zündel-proces heeft gezegd en later heeft geschreven dat het zes of acht uur per lichaam duuurt.” Revisionisten gaan af op wetenschappers en vakspecialisten. Op wie gaat CIDI/Nizkor af? Hier blijkt hoe schaamteloos Nizkor met mensen en feiten omgaat. Crematiedeskundige Lagacé, aan wie de rechtbank bij het Zündelproces op grond van zijn kennis en opleiding de expertstatus toekende, getuigde over technisch controleerbare feiten zoals de crematietijd bij verschillende crematiemethodes. Hij maakte meer dan 10.000 crematies mee waarvan hij er 1.000 zelf verrichtte, onder meer van verbrandingsslachtoffers en gestorvenen aan besmettelijke zieken. Zijn feiten kwamen uiteraard niet overeen met de onzin die de Promotie daarover verspreidt. Het “zes of acht uur per lichaam” haalt Nizkor uit zijn beschrijving van de procedure van cremeren in burgerlijke crematoria, inclusief kist en opwarm- en afkoeltijd van de oven.De Nizkor-lieden, die zelf nooit onderzoek doen, ontzien zich dus niet met uit het verband gerukte citaten en oncontroleerbare onzin deskundigen te diskwalificeren. Dat schiet natuurlijk tekort, waarna zij de persoonlijke aanval kiezen. We zagen dat bij Leuchter en nu bij Lagacé. Hoe dat gaat vertelt ene Morris op de Nizkorsite: “De vraag die me nog steeds dwars zit is waarom Christie (Zündel’s advocaat) 2.000 mijl moest zoeken voordat hij deze expert vond. Is hij gediplomeerd, is hij afgestudeerd als crematiedeskundige? Of valt er wellicht ander vuil op te diepen?” Dit is de Nizkormethode. Elke revisionist krijgt daarmee te maken en er zijn vele dirty books mee te vullen. Het weerhoudt mensen ervan zich in het vuile politieke spel van ‘de Holocaust’ te mengen. Zij zien liever geen laster over zichzelf in brievenbussen bij hun buren en werkgevers, hakenkruisen op hun gevel, obscene telefoontjes, bedreigingen, fysieke aanvallen en maatschappelijke uitsluiting voor henzelf en hun familie. Zij bedanken daarvoor en wie zal het hen kwalijk nemen? Dit is deels het antwoord op de vraag van de Nizkor vuilak Morris, waarom advocaat Christie 2.000 mijl ver moest gaan om een getuige-deskundige te vinden. Het andere deel is dat een echte deskundige meestal niet om de hoek woont. 157
Lagacé getuigde dat crematie van een lijk in zijn moderne crematorium minstens anderhalf uur duurt. Dat is niet in tegenspraak met de ramingen van het IHR; die sprak over tenminste een uur, om alle schijn van een te lange schatting weg te nemen. Ook verklaarde Lagacé dat 24-uurs verbrandingen zonder afkoelingsperioden de ovens verwoesten en daarom onverantwoord zijn. Ook dat de crematoria van Auschwitz-Birkenau in hoge mate gelijk waren aan die van zijn eigen crematorium in Calgary; een normaal civiel model. Hij toonde dat aan met tekeningen van beide crematoria. Een verschil was dat Calgary met gas werd gestookt en Birkenau met cokes. Hij legde uit dat daardoor de afkoeltijd in Birkenau nog langer was dan in Calgary, omdat daar de gastoevoer eenvoudig kan worden gestopt. Gevraagd naar zijn mening over de door Hilberg opgegeven theoretische crematiecapaciteit van Auschwitz van 4.400 per dag, zei Lagacé: ‘belachelijk’, ‘buiten elke realiteit’, ‘onzinnig’ en ‘natuurkundig volkomen onrealistisch’. De tendentieuze manier waarop Nizkor de feiten weergeeft blijkt uit de opmerking dat Lagacé schreef dat het cremeren “zes of acht uur per lijk vergt.” Hij schreef dat over zijn eigen crematorium (in veel opzichten gelijk aan die in Birkenau), waarbij hij betoogde dat van continu cremeren geen sprake kan zijn omdat daardoor de oven oververhit raakt en beschadigt. Daarom is het bij opeenvolgende crematies noodzakelijk de oven te laten afkoelen voordat aan een volgende crematie wordt begonnen. Als men de afkoeltijden resp. opstarttijden in aanmerking neemt, komt men voor normale crematoria uit op totaaltijden van zes tot acht uur. Bovendien kan een lijk dat in een oververhitte oven wordt geplaatst in brand vliegen voordat de deur is gesloten en door de dan te grote hitte zelfs ontploffen. Regelmatig afkoelen van de ovens – een tijdrovend vereiste – maakt continu cremeren onmogelijk en de som van enkelvoudige verbrandingen aanzienlijk tijdrovender. Lagacé getuigde dit vanuit zijn kennis van het normale crematieproces, waarbij aannemelijk is dat het er in de Auschwitz crematoria op bepaalde punten anders aan toe ging. Dat neemt niet weg dat Lagacé de principes van cremeren en crematieovens duidelijk en correct schetste. CIDI/Nizkor c.s. geeft geen spat expertise die tot andere conclusies leidt. Zij verkiest te persisteren bij laster, zo kenmerkend voor hun ‘weergave’ van revisionistische feiten. Ad nauseam. “Het IHR maakt het wel bont door te klagen dat de getuigenissen van overlevenden elkaar tegenspreken op technische details zoals de tijd die nodig is voor crematie – het komt zelf niet eens met een eenduidig verhaal!” Als de lezer al niet beter weet, zal hem dit in het vervolg van onze weerlegging duidelijk worden. “Het verschil tussen de schattingen van het IHR en de werkelijke tijd (eerder 30 minuten) komt vooral doordat het IHR militair-industriële crematoria verwart met normale civiele crematoria.” “30 Minuten” is op geen enkel feit of deskundigenoordeel gebaseerd. Civiele, met cokes gestookte, standaard-crematoria “militair-industriële crematoria” noemen, is een pure Holocaustleugen (zie de bij V&A 2 opgenomen verklaring van Dr. S. Trastel, professor Werktuigbouwkunde, die in augustus 1961 verklaarde dat de betreffende installaties in Auschwitz-Birkenau standaard-crematoriumovens waren, niet modern, bedoeld voor kleine begraafplaatsen en ongeschikt voor massaverbrandingen. Bovendien waren de openingen en deuren in Auschwitz zelfs kleiner en de moffellengte 30 cm korter dan van civiele ovens, omdat lijken niet gekist, maar op een schuif de moffel in werden geschoven. Verder nodigen wij hier CIDI/Nizkor uit één voorbeeld te geven ergens ter wereld van door haar genoemde “militair-industriële crematoria”. Ze bestaan niet.
158
“Met “professionele crematorium operators” bedoelen ze mensen als Lagace, wiens baan het is één lichaam tegelijk te cremeren, met een doodskist, in een oven die is ontworpen om zelfs de grootste botten tot een fijne as te verbranden die de nabestaanden mee naar huis kunnen nemen. Die situatie is duidelijk niet te vergelijken met de situatie in Auschwitz-Birkenau tijdens de Tweede Wereldoorlog. Lagace zou er bijvoorbeeld niet over peinzen om de as van de ene overledene te mengen et die van een ander. Lagace en het IHR vergeten dat er twee of drie lichamen in elke ‘moffel’ kunnen worden gestopt. Dit zou in een civiele, commerciële instelling natuurlijk nooit gebeuren.“ Alweer, schaamteloos, om integere specialisten op deze ongefundeerde wijze te diskwalificeren, nota bene door lieden die elke kennis op dit gebied missen en er op uit zijn leugens overeind te houden. Van het “twee of drie lichamen in elke ‘moffel’ kunnen worden gestopt” gaven we eerder al de pyrotechnische en mechanische nonsens aan. Ook in de ovens in Auschwitz-Birkenau kon de as apart worden opgevangen. In de eerste oorlogsjaren gebeurde dat ook en werd de as in urnen aan de nabestaanden gezonden, totdat dit door allerlei omstandigheden niet meer realiseerbaar bleek.
Urnen in het crematorium van Buchenwald; ze werden na de oorlog ook aangetroffen in Majdanek. “Bovendien waren de ovens in Auschwitz ontworpen om voortdurend te branden, waarbij de hitte die werd geproduceerd door de verbranding van voorgaande lichamen werd gebruikt om de oven heet te houden voor de volgende. Nadat ze aan het begin van de dag met cokes waren opgestookt tot de juiste temperatuur, was er weinig of geen extra brandstof meer nodig. Dit technische succes is goed gedocumenteerd (zie Gutman et al., Anatomy of the Auschwitz Death Camp, 1994, pp. 185187ff).” Belachelijke onzin. Nizkor bedriegt alweer de zaak schaamteloos. Te beweren dat ovens waren ontworpen om zichzelf brandend te houden met de te verbranden lijken is aantoonbaar complete waanzin. Het toont dat Nizkor c.s. niet het minste benul hebben waarover zij spreken. Lijken worden tot as gecremeerd in crematieovens niet door directe verbranding, maar door constante toevoer van tot ca. 1.000 °C verhitte lucht! Die hete lucht werd onderin de oven, in de zgn. gasgenerator, door verbranding van brandstof (cokes) gegenereerd. De simpele waarheid is: geen 159
brandstof = is geen verhitte lucht = is geen crematie. Als lijken ‘vanzelf’ brandden vrijwel zonder brandstof, hoe serieus moeten we dan die “663 stokers” nemen die Nizkor in de volgende vraag opvoert? Hier valt Nizkor in de eigen valkuil. Vastgesteld is dat bij continu cremeren tenminste ca. 20-25 kg cokes per lijk nodig was, een hoeveelheid die keihard wordt bevestigd door de in Birkenau aangetroffen cokesadministratie. Gutman en elke andere Holocaustcoryfee kan schrijven wat hij wil, maar dat er weinig of geen brandstof nodig was, is absoluut rubbish. Dezelfde rubbish als lijken die ‘vanzelf branden’ van Holocausthistorica Auerbach en 4.756 crematies per dag van Holocaustpaus Hilberg. Hilberg berekende zijn aantal gecremeerden voor Auschwitz-Birkenau op basis van ‘20 beschikbare uren’. Hoe foutief ook dat is, blijkt uit de contraberekening van revisionist Mattogno die, uitgaand van wat de ovens maximaal aan brandstof konden verbranden (ook dat is aan een maximum gebonden!) vaststelde dat bij een zelfde aantal uren met deze te verbranden hoeveelheid theoretisch niet meer dan 1.160 crematies per dag (25%) mogelijk waren. Het gaat te ver hier uit te leggen waarom het technisch onmogelijk is crematieovens continu te laten werken. Een van de redenen is dat de verbrandingsroosters vol gaan zitten met zgn. verbrandingsslakken en regelmatig moesten worden afgekoeld en schoongemaakt. Andere zijn de levenscyclus van vuurvaste ovenstenen, die na 2.000 crematies vervangen moesten worden en oververhitting van de schoorsteen, die daardoor onherstelbaar beschadigt raakt! “Lagace zegt dat er een “afkoelingsperiode” moest zijn na elk gecremeerd lichaam, wat zijn diepe onwetendheid toont omtrent de werking van de ovens. Lagace zegt dat continu gebruik de ovens van Auschwitz onklaar zou hebben gemaakt, maar alweer: hij begrijpt eenvoudig niet het verschil tussen gewone burgerlijke crematoria en militair-industriële.” Van “diepe onwetendheid” is sprake bij CIDI/Nizkor. De ovens van Auschwitz-Birkenau waren qua werking en uitvoering identiek aan civiele ovens als die bijv. in niet-‘vernietigingskamp’ Buchenwald. Daaruit blijkt dat crematieovens niets te maken hebben met ‘vergassingen’. Niets. Het is bizar dat CIDI/Nizkor iedereen van ‘onwetendheid’ beticht, terwijl zij voortdurend demonstreren technisch en wetenschappelijk niet te weten waarover zij praten. Zij noemen Rode Kruis inspecteurs ‘onwetend’, die in Auschwitz niets van ‘vergassingen’ en ‘massamoord’ waarnamen, terwijl die uitgebreid over de staat van de douche-inrichtingen in Auschwitz rapporteerden en daaraan toevoegden dat zij de geruchten over vergassingen kenden! Ook ‘onwetend’ waren de Paus, Churchill, Eisenhower en De Gaulle, die elk in hun lijvige Memoires met geen woord over ‘gaskamers’ spraken (Eisenhower, Crusade in Europe, 1948; Winston Churchill, The Second World War, 1954; De Gaulle, Mémoires de guerre, 1959. In totaal meer dan 7.000 bladzijden van de best geïnformeerde mensen. Allemaal diep onwetend . . .Of geloofden de best geïnformeerde mensen op aarde niet in de Holocaust . . .?! De onwetenden op crematiegebied zijn de Sovjets, Nizkor c.s.; anders hadden zij nooit het verhaal in de wereld gebracht van crematieovens die in korte tijd ‘miljoenen’ lijken konden cremeren . . . “Bovendien brandt een commercieel crematorium normaliter een lichaam langer na, om alle sporen van gecarboniseerd vlees te verwijderen en de botten wit te maken. Niettemin verlengen die processen de totale crematietijd slechts met twee tut vier uur, en niet met de zes tot acht uur waarover Lagace het had. Lagace vergeeet dat dergelijke cosmetische zorgen niet van belang waren voor de nazi’s. maar deze en andere vergissingen worden behandeld in het antwoord op vraag 45.” Bedankt hoor, Nizkor; dit wisten professionele crematiedeskundigen natuurlijk nog niet. Echter, gecarboniseerd vlees is verkoold vlees, en dat kan niet worden ‘verwijderd’, al ligt het een week 160
lang in een oven . . . De “zes tot acht uur” hadden dus geen betrekking op verwijderen van gecarboniseerd vlees, maar op het noodzakelijk afkoelen en weer opstarten van de oven na een aantal crematies, om verwoesting van de oven te voorkomen. “Maar nog afgezien van deze vergissingen, bestaat er eenvoudigweg geen twijfel over de verbrandingstijd van de ovens. In 1939 kreeg de firma Topf en Zonen de opdracht om een oven voor Dachau te bouwen die een geschatte capaciteit had van een lichaam per uur per moffel (maal twee moffels). Door de luchtdruk te vergroten, hadden zij in juli 1940 een oven geproduceerd die net iets minder dan twee lichamen per uur per moffel kon verbranden (alweer, maal twee moffels). De oven had drie uur onderhoud per dag nodig, heel wat minder dan de twaalf die volgens de IHR in vraag 45 LINK nodig zijn. (Zie Gutman et al., op. cit., pp. 185-186, 189-190.)” Er is zelfs geen twijfel aan de verwerkingstijd in cokesovens: die was en is ongeveer één uur per lijk. Nizkor voert hier een exceptioneel geval op: een oven in het oude crematorium van Dachau. Een oliegestookte mobiele oven (‘fahrbarer Ofen mit Öelbeheizung’), waarvan de capaciteit tijdelijk was opgevoerd tot het nieuwe crematorium klaar was. Voor die in juli ’40 in gebruik werd genomen, had de leiding van Dachau beslist dat de olievergasser moest worden vervangen door een cokesvergasser. (Later, in december ’43, was het door brandstofschaarste verboden olie te gebruiken en werden alle oliegestookte ovens omgebouwd.) Extra verbrandingscapaciteit werd voor deze ene oven in Dachau bereikt door geforceerd extra lucht (zuurstof) toe te voeren (niet door “de luchtdruk te vergroten”!) Een provisorische maatregel, die de levensduur van de oven bekortte, zoals ook blijkt uit het feit dat de nieuwe ovens in Auschwitz-Birkenau die voorziening niet hadden! In de oude Dachau oven vond crematie in twee fasen plaats: voorverbranding in de crematieruimte (ca. 40 minuten) met naverbranding (20 minuten) in de onderliggende ascontainer. Het totale crematieproces duurde dan eveneens een uur, echter met een kortere doorlooptijd van ca. 40 minuten. Bij normale ovens was dit niet mogelijk zonder de levensduur ernstig te bekorten. Alleen Theresiënstadt had speciale Ignis-Hüttenbau oliegestookte ovens, waarin lichamen in twee fasen werden verbrand (voorverbranding in het voorste, naverbranding in het achterste deel). Deze moderne (dubbel zo grote!) oven verbrandde per moffel twee lichamen per uur. Dit type ovens is behalve in Theresiënstadt, nergens anders toegepast. Nizkor haalt hier dus een extreem en uniek geval in Dachau aan (geen ‘vernietigingskamp’), bij haar pogen de capaciteit van de ovens in Auschwitz fors hoger voor te stellen dan die was. De ‘deskundigen’ van Nizkor kennen duidelijk de zgn. thermische barrière niet,die het onmogelijk maakt een lijk te cremeren in minder dan 40 minuten. Indien de temperatuur verder wordt opgevoerd, verkoolt (versteent) de te verbranden massa en is van verdere verbranding geen sprake meer. CIDI/Nizkor’s vruchteloze pogingen om fysische wetten voor de nazi’s ongeldig te verklaren geven de wanhoop aan hun mega-aantallen geloofwaardig te doen lijken. Echter, voor mega-aantallen spoorloos verdwenen ‘vergaste’ joden zullen zij met andere verdwijnmethodes moeten komen dan civiele crematieovens en ‘kuilen’ . . . “De crematoria die uiteindelijk in Auschwitz-Birkenau werden geinstalleerd waren enorm. Zij konden meerdere lichamen per moffel verwerken in ongeveer een half uur, en zij konden dagen achter elkaar doorbranden zonder onderhoud. (Na verloop van tijd kwamen er problemen mee, en meerdere ovens waren maanden achter elkaar buiten bedrijf.) Topf en Zoon kreeg in 1951 patent op zijn ovens, en ook dit patent vermeldt dat een enkele moffel een lichaam in een half uur kan cremeren.” Onbedaarlijke onzin. Krema I in het Auschwitz hoofdkamp werd in ‘43 gesloten nadat de vier 161
nieuwe Krema’s in gebruik kwamen. Krema’s II en III waren relatief groot omdat zich daarin vijf driemoffel ovens bevonden. Krema’s IV en V hadden elk 8 moffels (4 tweemoffel standaardovens) van normale afmeting. Niets was “enorm”: alleen de schaal waarop werd gecremeerd was groter dan elders omdat Auschwitz met haar 32 subkampen eenvoudig na het Ruhrgebied het grootste industriele centrum van Duitsland was. De crematiecapaciteit was niet groter dan de geplande omvang van het nieuwe megakamp vereiste, integendeel, die capaciteit van de nieuwbouw crematoria was per hoofd zelfs kleiner dan voorheen!! Bij V&A 1 “Geen crematoria die miljoenen lichamen konden wegwerken”, toonden wij dit al aan. We herhalen dat nog eens: Auschwitz I had met ca. 22.900 gevangenen 1 Krema met zes moffels, dat was 1 voor 3.800 ingezetenen. De 4 nieuwe crematoria van Auschwitz-Birkenau, met een geplande omvang van 200.000 gevangenen, telden 46 moffels. Dat is 1 voor 4.300 personen, een kleinere capaciteit dus dan in de oude situatie zonder ‘systematische jodenvernietiging’(!) De geplande 200.000 ingezetenen werden weliswaar met 140.000 niet gehaald, maar dat was bij ontwerp en bouw wel de bedoeling; bovendien viel Krema I van het Hoofdkamp met bijna 30.000 gevangenen weg, waren er 32 subkampen en telde ook elk transport bij aankomst vele doden. Dit alles nog afgezien van de endemische tyfus-epidemieën. Voldoende dus om uit te gaan van ca. 200.000. Dat de crematiecapaciteit van Auschwitz-Birkenau normaal was (1 moffel voor 4.300 ingezetenen), wordt duidelijk bij vergelijking met kampen waar nooit is ‘vergast’: Oranienburg had er 1 per 4.125 ingezetenen, nagenoeg gelijk aan Auschwitz; Buchenwald, 1 per 3.000 ingezetenen, Stutthof, 1 per 2.000 ingezetenen! Dit bewijst dat de crematiecapaciteit van Auschwitz normaal was en dat daarover gigantisch wordt gelogen. De capaciteit was nauwelijks toereikend voor de ‘normale’ sterfte, waarbij absoluut geen sprake kon zijn van 20.000 extra crematies per dag wegens massavergassingen! Om de fabel van vergassingen en megacrematies levend te houden beweert de Holocaustpropaganda nu dat de Krema’s “dagen achter elkaar [konden] doorbranden zonder onderhoud.” Dit soort uiterste nonsens is mede oorzaak van de twijfel aan het hele JHV-verhaal. Nizkor zegt er nota bene waarheidsgetrouw achteraan dat de ovens maandenlang buiten bedrijf waren wegens ernstige technische problemen, maar daarmee is de leugen zelf al gevestigd. Natuurlijk konden ovens niet 24 uur continu in gebruik zijn. Dat zou regelrechte sabotage zijn geweest omdat de installaties dan in korte tijd vernietigd zouden zijn. Zelfs Höß’ spreekt in zijn ‘bekentenis’ over 10 uur per etmaal en de gevonden cokesadministratie van de Krema’s wijst op maximaal 12 uur per dag. Waarom bedriegt Nizkor c.s. ons met nonsensaantallen? De verklaring daarvoor is omdat anders het hele JHV-verhaal instort. Immers, één leugen noodzaakt tot steeds weer volgende. Ook door valselijk een patent van Topf en Zoon uit 1951 op te voeren, valt CIDI/Nizkor in de eigen valkuil. Er bestond tot 1951 dus kennelijk nergens ter wereld een crematieoven die in een half uur 1 lijk kon cremeren! (In 2010 nog niet trouwens). Bovendien is dit regelrecht Nizkorbedrog, omdat het bij die patentaanvraag niet ging om een crematieoven waarmee lijken indirect met hete lucht worden verast, maar om een verbrandingsoven voor directe verbranding in vuur, voor heel andere doeleinden. Dat CIDI/Nizkor sluw beweert dat “Topf en Zoon patent [kreeg] op zijn ovens” kenmerkt hun valse taalgabruik. Het suggereert dat die naoorlogse patentering iets te maken zou hebben met de ouderwetse crematieovens in de kampen. Een leugen, o.a. voor de rechtbank weersproken door prof. dr. Trastel van Didler Werke, opvolger van Topf & Sohn. 162
De aanklikbare foto van Nizkor toont vijf driemoffelovens van Krema II, hetzelfde model als de twee in ‘niet-vernietigingskamp’ Buchenwald, zonder ‘massavergassingen’ en minder dan 2/5 van het aantal gevangenen. Conclusie na Vraag 42: het cremeren van een lijk duurde in de ovens van Auschwitz tenminste 1 uur. Dat is ook de rekeneenheid die revisionisten hanteren. Het is een absolute leugen te zeggen dat de nazi’s in 10 minuten een lijk konden cremeren. Onthutsend dat Nizkor de kern ontwijkt en uitwijkt naar verzinsels en onwaarheden. Echter, zij hebben geen andere keuze. Natuurkundige wetten maken de door hen verspreide aantallen onmogelijk en spoorloos laten verdwijnen van meer dan een miljoen lijken tot een mythe (om niet te zeggen een enorme leugen). Bij het crematieproces kan men het maximum aantal crematies onder gegeven omstandigheden nauwkeurig bepalen. Omdat dan al snel blijkt dat de JHV-aantallen buiten proporties zijn, gaan zij over op illusie en bedrog: crematietijden van 10 minuten, 3 of meer lijken per moffel, 24-uurs volcontinudiensten, zelfbrandende lijken, leugens over ‘militair-industriële crematoria’ en karaktermoord op deskundigen. Daarbij zijn zij niet in staat tegenover revisionistische deskundigen anderen te stellen. Zo'n armzalige bedrog is slechts mogelijk door censuur op tegenspraak, vervolging en bedreiging met maatschappelijke vernietiging. Een schande om aldus de verplichte religieuze ‘waarheid’ van de JHV staande te houden.
43. Waarom hadden (de) concentratiekampen crematoriumovens? IHR antwoord: Om de lijken van tyfusepidemieën efficiënt en hygiënisch op te ruimen. ‘Ontzenuwing’ CIDI/Nizkor: ... en door de massale vergassingen. Zie het antwoord op vraag 45. Revisionistische weerlegging: Hiervoor toonde ik aan dat crematoria helemaal niets met massavergassing te maken hadden en (o.a.) die in Auschwitz-Birkenau bestemd waren voor normale toepassing. Ook dat de capaciteit kleiner was dan in niet-‘vernietigingskampen’ en die relatief beperkte aantallen vanwege technische tekortkomingen niet eens werden gehaald. “...En door de massale vergassingen.” Dit is idiotie: de kampen waar de meeste joden zouden zijn vergast (Treblinka, Chelmno, Belzec, Sobibor, bij elkaar ‘2 miljoen’) hadden geen crematoriumovens, terwijl kampen waar niet is vergast (Buchenwald, Ravenbsbrück, Dachau, Bergen-Belsen, enz.) die wél hadden . . .! Wie volhoudt dat er – zoals de JHV wil laten geloven – verband was tussen crematoria en massavergassingen en dat er in Auschwitz capaciteit was voor 20.000 of meer extra crematies per dag, heeft een andere agenda, of is door ‘de Holocaustpsychose’ zodanig in de war gebracht dat hij/zij niet (meer) in is staat logisch te (willen) denken. Conclusie na Vraag 43: HetIHR formuleerde haar antwoord destijds tamelijk kort door de bocht: de crematoria waren natuurlijk niet alleen bedoeld voor sterfgevallen door tyfus. Doel was door crematie i.p.v. begraven de hygiëne in de kampen te bevorderen en besmetting van grondwater te voorkomen. In Auschwitz kon niet worden begraven door de hoge grondwaterstand en ’s winters vorst. Dat crematoria niets, maar dan ook helemaal niets met ‘vergassingen’ te maken hebben, kan ieder die de feiten kent beamen.
44. Als alle crematoria in alle kampen in door Duitsland gecontroleerd 163
gebied volcontinu 100% operationeel waren, wat is dan het maximum aantal lichamen dat gecremeerd kon worden in de hele periode dat de crematoria in gebruik waren? IHR antwoord: Ongeveer 430.600. Behulpzaam bij het beoordelen van deze V & A zijn: The Number of Victims of Auschwitz. Fritjof Meyer. Mei 2002. Osteuropa, Jrg. 52, 5/2002, ISSN 0030-6428 Deutsche Verlags-Anstalt, Stuttgart http://www.fpp.co.uk/Auschwitz/Osteuropa/Fritjof_Meyer2.html ‘Ontzenuwing’ CIDI/Nizkor: Dit onjuiste aantal is het resultaat van een opeenstapeling van fouten. De fouten in de verbrandingstijd per lichaam en onderhoudstijd worden behandeld in vraag 42. De fout in het aantal lichamen per moffel wordt behandeld in vraag 45. Revisionistische weerlegging: Discussie over crematoria en crematoriumcapaciteit is in het licht van ‘massavergassingen’ volkomen irrelevant. Crematoria hebben immers niets, maar dan ook helemaal niets met ‘vergassingen’ uitstaande. Zoals bij V&A 42 aangetoond, staan de crema’s in de concentratiekampen los van zogenaamde vergassingen, zowel qua type (1 lijk per moffel), qua plaats (ook in niet-vernietigingskampen en afwezig waar de meeste joden zouden zijn ‘vergast’) als qua capaciteit (Auschwitz en Majdanek met minder moffels per 1.000 ingezetenen dan nietvernietigingskampen). De bronnen waarop het IHR haar maximale aantal crematies baseert zijn mij niet bekend. Ook Nizkor noemt ze niet. Ik kan dat aantal dan ook niet bevestigen, noch ontkennen. Duidelijk is dat het IHR het in zichzelf nutteloze “maximaal theoretisch te cremeren aantal lijken” noemt om de absurditeit van crematoria bij ‘systematisch geplande massavergassingen’ te onderstrepen. CIDI/Nizkor neemt de vergeefse moeite dit IHR-aantal te ‘ontzenuwen’ en wijst daartoe op fictieve (hogere) aantallen en op haar reactie bij V&A 42, waar zij niet verder komt dan dilettantisch beledigende kritiek op deskundigen (kijkt u dit er s.v.p. nog eens op na). Zo’n discussie over “maximaal theoretische aantallen” acht ik zinloos, omdat deze crematoria nauwelijks een functie hebben kunnen vervullen bij zo’n project van ‘miljoenenvergassingen’. Op z’n hoogst zou een discussie over de werkelijk haalbare maximumcapaciteit en de ’10 minuten’-per-lijk en 24-uurs volcontinu-hypotheses iets kunnen bijdragen aan beter begrip. “Het kan leerzaam zijn naar theoretische aantallen te kijken, mits men onthoudt dat de theoretische capaciteit om een aantal redenen nooit is gehaald. Maar als men wil bedenken wat de theoretische aantallen geweest hadden kunnen zijn, bij een hypothetische operationaliteit van 100% en zonder onderbrekingen voor onderhoudt, zijn de aantallen verpletterend.” Duidelijk is dat alleen aantallen in aanmerking komen die mogelijk zijn binnen fysische grenzen, technische mogelijkheden en praktische omstandigheden. Is het “leerzaam” te berekenen hoeveel kilometer een Fiat Panda, waarvan de snelheidsmeter maximaal 160 km/u aangeeft, theoretisch gedurende 1 jaar kan afleggen? Wel, dat is 160 x 24 x 365 = 1.401.600 kilometer. Oké, er is geen tijd om te tanken, geen slijtage aan banden, motor, etc., geen reparaties, onderhoud, geen stoplichten, geen files, u kunt altijd en overal 160 km/u rijden, de Panda kan dat aantal kilometers per jaar aan, enz., enz. Vindt u die bijna anderhalf miljoen kilometer per jaar van een Panda nu ‘leerzaam’? Zelfs “verpletterend”? Integendeel, het is absurd,en onder optimale omstandigheden 164
kan nog geen tiende van die afstand worden gehaald. Het noemen van zulke ‘theoretische maxima’ is daarom zinloos. Er zijn drie modellen waarmee de Holocaust-crematiecapaciteit wordt benaderd: 1. de ‘Fiat Panda’ Methode, 2. de Theoretische Methode en 3. de Praktijkmethode. Uitgangspunten ervan zijn: 1. ‘Fiat Panda’ Methode. De door de Sovjets en CIDI/Nizkor gebruikte rekenwijze, uitgaand van een crematietijd per lijk van 15 minuten (4 lijken per moffel), 24 uur bedrijfstijd per etmaal, 365 dagen per jaar. Geen van die parameters heeft realiteitswaarde. Ze is onmogelijk en leidt tot een gecremeerd aantal lijken voor Auschwitz van 4 x 46 x 24 x 365 x 2,5 (jaar) = 4.029.600 crematies. Hé, is dat niet ‘toevallig’? Precies het aantal ‘vermoorden’ dat de communisten in 1945 voor Auschwitz opvoerden en op de monumenten beitelden! 2. Theoretische Methode. De sinds kort door historici (Meyer, Pressac, Van Pelt) gebruikte methode van theoretisch haalbare maximum aantallen. Parameters: crematietijd 1 uur per crematie (c); 1,2 lijk per moffel (lm), 9 bedrijfsuren per dag (bu/d); moffels (m): (Kr. II-III 30; Kr. IV-V, 16); beschikbare dagen (d). Theoretisch correct, maar geen rekening houdend met uitval, reparatie en onderhoud van individuele ovens in de crematoria, het cokesverbruik, de vervangingscyclus van vuurvaste stenen, etc. Het door hen berekend theoretisch maximum voor Auschwitz is: (1c x 1,2lm x 30m x 9bu/d x 971d) + (1c x 1,2lm 16m x 9bu/d x 359d) = 314.600 + 62.000 = 376.600 crematies. Als maximum haalbaar in elk geval al heel wat realistischer. 3. Praktijkmethode. Gebaseerd op uitvoerige, gedetailleerde studies van revisionistische specialisten als dr. Carlo Mattogno en dr. Franco Deana. Zij publiceerden gedetailleerde analyses over de crematiecapaciteit in Auschwitz etc. (Auschwitz: The End Of A Legend, Carlo Mattogno, uitgever Russ Granata. 1993, ISBN 0-9640716-0-6). Zij gaan uit van theoretische maxima, gecorrigeerd voor uitval, werkelijke stilstand, reparatie en onderhoud van individuele ovens. Vaak functioneerden crematoria weliswaar, maar waren toch bepaalde ovens buiten werking. Mattogno stelt o.m. daarom de effectieve bedrijfstijd op 60% van het theoretisch maximum (The Crematoria Ovens of Auschwitz and Birkenau. Carlo Mattogno in “Dissecting the Holocaust”, blz. 373-412). Daarentegen houdt hij de bedrijfstijd per dag (bu/d) niet op 9, maar op 12 uur, dus 1/3 langer dan in methode 2. Tevens neemt hij het maximaal mogelijke cokesverbruik van de ovens, de werkelijk gebruikte hoeveelheden cokes, vervanging van vuurvaste stenen, enz. in aanmerking. In totaal komt Mattogno voor de Krema’s van Auschwitz-Birkenau tijdens de bestaansperiode tot maximaal 162.000 crematies (blz. 407). Bij de ‘echte’ historici komt dit op die wijze op 251.700 ! Het bepalen vanhet praktisch haalbare maximum voor alle andere Krema’s in kampen in door Duitsland gecontroleerd gebied, is zo mogelijk nog gecompliceerder dan voor Auschwitz. Er was daar sprake van totaal andere omstandigheden en een veelvoud van oventypen en gebruiksmogelijkheden. Van primitieve éénmoffel oventjes tot moderne Kori-ovens. Als we uitgaan van in totaal ca. 40 moffels in kampen buiten Auschwitz (Buchenwald (6), Majdanek (5), Dachau (4), Theresienstadt (4), Ravensbrück (3), Mauthausen (2), Sachsenhausen (2), Stutthof (2), Güsen (2), Bergen-Belsen (1), etc., dan is redelijk te stellen dat de capaciteit daarvan op 90% van die van de door schaalgrootte voordelen efficiënter gebruikte ovens in Auschwitz lag. De theoretisch haalbare maximum capaciteit van alle andere ovens over dezelfde periode wordt dan 40/46 x 90% x 162.000 = 126.800. Totaal in door Duitsland gecontroleerd gebied kom ik dan (onder heel veel voorbehoud) in de betreffende periode van ca. 1,5 jaar tot een maximaal haalbaar aantal crematies van ca. 288.800. “We hoeven niet eens naar alle nazikampen te kijken; laten wij het alleen hebben over Auschwitz165
Birkenau. Sterker, laten we alleen de twee grootste crematoria (van de vijf) bekijken. Als alleen die twee ovens 24 uur per dag op hun volle geschatte capaciteit hadden gedraaid vanaf hun installatie in april 1943 tot zij in 1944 buiten werking werden gesteld, zouden ze ruim 1,7 miljoen lichamen hebben verbrand. Dit is eenvoudig uit te rekenen op basis van de door de nazi’s zelf geschatte ovencapaciteit. Zie hiervoor een foto van dat document: Pressac, Auschwitz: Technique and Operation, 1989, p. 247.” Bedrog. Het onzinnige aantal “ruim 1,7 miljoen” voor de twee grootste crematoria (30 moffels) in 18 maanden betekent ±104 lijken per moffel per dag. Dat is 8,6 lijken per moffel per uur wanneer de ovens 12 uur per dag in gebruik zouden zijn geweest. CIDI/Nizkor spreekt ook over “alleen die twee ovens” terwijl dat twee crematoria moet zijn. Het “document” dat CIDI/Nizkor opvoert is een vervalste brief van Bischoff, Chef van de BauAbteilung van Auschwitz, gericht aan Kammler, Chef van het Economisch-Administratief Hauptamt, waarin gesproken wordt over 4.756 crematies per 24 uur, een belachelijk aantal zonder realiteitswaarde (zie voor de vervalsingkenmerken van deze brief M. Gerner, Schlüsseldokument ist Fälschung. VffG, 2(3) 1998, blz. 166-174. online: http://vho.org/VffG/1998/3/Gerner3.html ). Geen historicus hecht nog waarde aan dit waardeloze “document”. Wie dat wel doet ontkent fysische wetten. Bij de Fiat Panda ‘berekening’ maakt dit de maximumsnelheid 600 km/u. “Merk op dat de nazi’s zich later gingen realiseren dat de theoretische capaciteit van de ovens te onpraktisch was, en dat zij eind 1942 hun schattingen verlaagden van 1440 per Krema per dag naar 800 (zie Gutman et al., Anatomy of the Auschwitz Death Camp, 1994, p. 212).” Ridicuul: “de nazi’s zich later gingen realiseren dat de theoretische capaciteit van de ovens te onpraktisch was”. En “eind 1942 hun schattingen verlaagden van 1440 per Krema per dag naar 800”. Zojuist voerde CIDI/Nizkor nog serieus een “bewijsdocument” aan waarin die capaciteit 4.756 lijken per dag zou zijn geweest! (De brief van Bischoff). En nu verlaagt zij dit ineens tot 1.440 en zegt dat de nazi’’s er “later” achter kwamen dat dit te hoog was en 800 moest zijn . . . Het moet echt niet gekker worden! Dit gaat over Duitse ingenieurs, een van de technisch meest begaafde groepen op aarde, uitvinders en constructeurs van de benzinemotor, de Röntgenapparatuur, de Dieselmotor, de straalmotor, de raketmotor, de magnetron en ontelbare andere hoogwaardige producten. Die zouden zo dom zijn geweest pas later in te zien dat hun ontwerp voor het systematisch vermoorden en spoorloos laten verdwijnen van miljoenen joden “onpraktisch” was omdat zij abusievelijk een absurde theoretische capaciteit voor de crematoriumovens hanteerden . . .! Daardoor moesten zij hun “schattingen” (sic!) verlagen van 1.440 naar 800 ! Hoe stupide moet je zijn om met dergelijke nonsens aan te durven komen, c.s. hoe dom denken zij dat degenen zijn aan wie zij deze “educatie” voorhouden! “Uitgaande van dat meer accurate aantal konden er iets minder dan een miljoen lichamen worden verbrand in die 20 maanden door deze twee Auschwitz-crematoria. Dat komt overeen met de realiteit, omdat er andere Krema’s beschikbaar waren om lichamen te verbranden en omdt wij weten dat de ovens vaak overbelast raakten door het enorme aantal lichamen, waardoor het nodig werd lichamen te verbranden in open kuilen. Zie vraag 41. In totaal weden er 1,1 tot 1,5 miljoen mensen vermoord in Auschwitz en hun lichamen werden gecremeerd.” De onzin gaat maar door, lichtjaren buiten de realiteit: echt, je moet er in geloven. Hier zegt CIDI/Nizkor nota bene dat 1,1-1,5 miljoen vermoorden zijn gecremeerd, daarmee het eigen verhaal van ‘massale verbranding in open kuilen’ diskwalificerend. En, alweer . . . geen spoor van 1,5 miljoen menselijke resten (‘als mest verstrooid’). Ongelooflijk! Ad absurdum in Gloriam.
166
Conclusie na Vraag 44: Bij deze V&A handelt het niet om het werkelijk aantal crematies in de Duitse kampen, maar om een theoretisch maximum. Zoals we hebben gezien benadert CIDI/Nizkor dat met wat ik noem de “Fiat Panda Methode”. De miljoenenaantallen waar zij mee schermt zijn dan ook nonsens in extremis. Bij al haar “kritiek” op aantallen en berekeningen van het IHR over crematiecapaciteit van bijv. Auschwitz-Birkenau, blijven zij in gebreke met fatsoenlijke berekeningen van die capaciteit te komen. In plaats daarvan debiteren zij drie monumentale leugens: 1. een crematietijd van 10-15 minuten per lijk, 2. Meer dan 2 lijken per moffel, en 3. Per etmaal 24 uur onafgebroken brandende ovens. Er is niet één deskundige te vinden die deze fantastische onwaarheden voor hen zal bevestigen. Andere leugens over “militair-industriële ovens”, “vanzelf brandende lijken”, het citeren van bewezen waardeloze documenten, 2,5 kg cokes per lijk i.p.v. 20 kg, enz. laat ik dan maar buiten beschouwing. Sinds kort zijn enkele “echte” historici tot het inzicht gekomen dat de JHV-“berekeningen” volkomen waardeloos zijn en hanteren daarom voorzichtig de meer aanvaardbare – nog altijd te hoge – aantallen van Methode 2. Voor het theoretisch maximum van het IHR van 430.600 heb ik helaas geen bron. Mattogno noemt als werkelijk haalbaar aantal voor Birkenau (46 moffels) voor de levensduur van de Birkenau-ovens (ca. 20 maanden) 162.000. Met de begrote capaciteit van 126.800 voor alle andere kampen komt men dan tot 288.800 en als men dat extrapoleert voor de hele oorlogsperiode, komt men inderdaad dicht bij het door het IHR genoemde aantal. Hoe dit ook zij, één ding komt uit zowel het (nieuwe) aantal van de ‘echte’ historici als dat van revisionisten glashelder naar voren: in Auschwitz-Birkenau kunnen in de verste verten geen anderhalf miljoen mensen zijn gecremeerd en casu quo dus ook niet zijn ‘vergast’. Reële benadering van de crematiecapaciteit geeft onomstotelijk aan dat de crematies de daar verblijvende ingezetenen betroffen, zowel joden als niet-joden, gestorven door alle doodsoorzaken, uitgezonderd massavergassingen.
45. Kan een crematorium oven 100 % volcontinu draaien? IHR antwoord: Nee. 50% is een ruime aanname (12 uur per dag). Crematoriumovens moeten regelmatig en grondig worden gereinigd bij intensief gebruik. ‘Ontzenuwing’ CIDI/Nizkor: Het volgende antwoord dekt ook de vragen 42, 43 en 44. (zie boven deze vraag) Kijk eerst naar een foto van de ovens in Krema II om een idee te krijgen van de schaal waarvan we spreken. Ze zijn heel groot. En vergeet niet dat de Zündelsite deze massieve crematoriumgebouwen “kippenhokkken” noemt. Revisionistische weerlegging: Het lage niveau van CIDI/Nizkor’s ‘ontzenuwingen’ wordt hier gênant. Om een bedrijfstijd van 24 uur per dag, 365 dagen per jaar te verkopen, voeren zij de afmeting van ovens op! Alsof de afmetingvan een installatie iets zegt over bedrijfs- en onderhoudstijden! Bovendien is bij V&A 42 aangetoond dat de grootte van de ovens in Krema II (of waar ook) gelijk en zelfs iets kleiner was dan van ovens elders. De afmeting van een driemuffeloven is ca. 2,80 x 3,00 x 2,50 m; die van een tweemuffeloven ca. 2,50 x 2,00 x 2,50 m. Dat is niet “heel groot”. Kleiner is door de lengte van een lijk zelfs niet mogelijk. De ovens in Auschwitz waren kleiner dan normaal omdat ongekist werd gecremeerd, waardoor de muffels 30 167
cm korter waren en de deuren kleiner en smaller. Bezoekers van Auschwitz, Buchenwald etc. tonen zich niet zelden verrast over de bescheiden afmetingen van de ovens, vergeleken met wat hen in Holocaustliteratuur is gesuggereerd. Alleen het aantalovens (5) in de Krema’s II en III was groot. Auschwitz was dan ook verreweg het grootste kamp. Dat de Zundelsite spreekt over crematoria als ‘kippenhokken’ is ook al een onwaarheid: het gaat daar over ‘gaskamers’, niet over crematoriumgebouwen! Zundel doelde op de armzalige, ongeschikte hokken die voor ‘gaskamers’ doorgaan, zonder enige voorziening (bijv. de twee boerenwoninkjes “Bunkers 1 en 2”) en andere hutten en schuren, zoals in Majdanek, Stutthof (zie foto), enz.
Ontluizingruimtes (‘Gaskamers’) als in Stutthof, door Zündel vergeleken met kippenhokken. “Er waren vijf Krema (crematoria) in Auschwitz. Krema II en III hadden vijf enorme ovens, elk met een “driedubbele "moffel” die drie lichamen tegelijk konden verbranden. Ze waren gebouwd om efficiënt en snel te werken, vooral als er veel lichamen op rij werden verbrand (zie Gutman et al., Anatomy of the Auschwitz Death Camp, 1994, pp. 185-186).¨ Tot medio 1943 was er slechts één Krema (I), dat buiten dienst werd gesteld zodra de 4 nieuwe Krema’s in bedrijf kwamen. Er waren dus 4 Krema’s, waarvan er één (Krema IV) wegens ernstige mankementen al snel voorgoed buiten bedrijf werd gesteld. Topf & Söhne verklaarde de normale garantie voor de Krema’s IV en V ongeldig omdat daarvoor inferieure materialen waren gebruikt. Er waren slechts 3 Krema’s operationeel. Nizkor bedriegt ook de boel met “vijf enorme ovens”. De ovens van de Krema’s II en III waren nagenoeg gelijk aan de eveneens civiele modellen in niet-vernietigingskampen. Omdat er onder de overledenen ook kinderen en uitgeteerde tyfuspatiënten waren, kan het gemiddeld aantal gecremeerden per muffel op 1,2 worden gesteld. Theoretisch konden de 15 muffels van Krema II per dag maximaal 15 x 12 uur x 1,2 lijk = 216 lijken verwerken, exclusief reparaties, stagnaties en stilstand, zodat dit aantal als gemiddelde nooit werd gehaald. De haalbare capaciteit van AuschwitzBirkenau was voor alle 3 Krema’s theoretisch maximaal ca. 550 lijken per dag. Rekent u eens uit wat het betekent als er – zoals de JHV u wil laten geloven – per dag 12-20.000 168
mensen zouden zijn ‘vergast’ (Gilbert, Auschwitz and the Allies, blz. 210; Lengyel, Five Chimneys, 1959 (blz. 80), 17.000 per dag!). Dat betekent dat elke dag minstens 17.000 – 550 = 16.450 lijken ongecremeerd zouden zijn gebleven. De dag daaropvolgend weer, enz. Na 1 week zouden er al ca. 115.050 ongecremeerde lijken zijn! Zie hier de absolute waanzin van de verhalen van zogenaamde ‘echte’ historici, Gutman, Lengyel, et al. Misschien kan CIDI/Nizkor eens gedetailleerd schetsen hoe dit soort mega-aantallen crematietechnisch en logistiek konden worden verwerkt. Op de luchtfoto’s is daarvan natuurlijk niets, maar dan ook helemaal niets waar te nemen . . . “Hoewel de ovens waren ontworpen met drie moffels, konden er bijna altijd twee of drie lichamen in elke moffel worden geplaatst. Er waren veel kinderen bij, en de slachtoffers waren vaak gevangenen die maandenlang in Auschwitz hadden gezeten en die extreem ondervoed waren.” De onwaarde van ‘drie lichamen tegelijk’ per muffel is al voldoende aangetoond; in incidentele gevallen was 1 volwassene en 1 peuter, of twee sterk vermagerde tyfuspatiënten mogelijk. Let op hoe Nizkor ineens spreekt over kinderen en mensen die “maandenlang in Auschwitz hadden gezeten en die extreem ondervoed waren”. Maar het was toch zo dat de overgrote meerderheid (80%) van te ‘vergassen’ mensen direct na de ‘selectie’ op het perron de ‘gaskamers’ in gingen? Dus hoezo “maandenlang in Auschwitz hadden gezeten” en hoezo “extreem ondervoed”? Nizkor speelt op de publieke Pavlov reactie, op foto’s en films van dodelijk zieke tyfuspatiënten in Bergen-Belsen, etc. De fraude hiermee is enorm: op foto’s van Auschwitz ziet men nauwelijks uitgeteerde gevangenen. Wel in boeken over Auschwitz foto’s van uitgeteerde gevangenen uit andere kampen. Nu het over cremeren in Auschwitz gaat, zijn het plots uitgeteerde mensen die ‘maandenlang in Auschwitz hadden gezeten’. Waar bleven die ‘honderdduizenden’ uit de treinen dan die, zegt men, direct werden ‘vergast? Verder getransporteerd?! Wist u trouwens dat door minder lichaamsvetten de crematie van uitgeteerde lijken langer duurt dan van normale lijken? Dat komt het ontbreken van extra brandbare stoffen.
Bevrijde gevangenen in Auschwitz En wat betreft “Er waren veel kinderen bij”: de Auschwitz Dodenboeken van de jaren ’41, ’43 en 169
‘44, met namen, geboortedata, sterftedata, doodsoorzaken etc. van ca. 68.000 gevangenen, tonen dat de gestorvenen van alle leeftijdsgroepen waren, van babies tot 90-jarigen, joden en niet-joden, waarbij geen leeftijdsgroep was onder- of over vertegenwoordigd. Omdat er in Auschwitz (buiten tyfuspatiënten e.d.) nauwelijks uitgeteerde mensen waren, ziet u daarvan vrijwel nooit foto’s. De propaganda grijpt altijd terug op Bergen-Belsen, Mauthausen en andere kampen, die op het eind van de oorlog te lijden hadden onder epidemieën. Mensen op Auschwitz foto’s zien er meestal normaal gevoed uit! De schaarste aan foto’s van vermagerde mensen in Auschwitz is voor de propaganda zelfs zo nijpend, dat het stofomslag van een boek “Ik ontsnapte uit Auschwitz” van JHV-kroongetuige Rudolf Vrba, een foto van een Amerikaanse GI met een bevrijde gevangene in Dachau(!) toont. Auschwitz was drie maanden eerder al door de Sovjets bevrijd. Wat maakt het uit, het gaat bij “Holocaustlectuur” niet om waarheid, maar om effect en weet het publiek veel . . . Men kan dit niet eens bedrog meer noemen: gevreesd moet worden dat redacteuren van dit soort Holocaustschrijfsels zodanig gehersenspoeld zijn dat zij bij het woord ‘Holocaust’ ziende blind en horende doof raken (Kok in Kampen geeft dit stuk desinformatie van de hand van de communistische leugenaar en fantast Rosenberg (akka Vrba) uit; het gaat als warme broodjes over de toonbank). “De nazi’s beschouwden 70 tot 100 kilo stoffelijke overschotten als een “eenheid” die in één moffel verbrand kon worden; of dat nu één groot persoon was of drie kleintjes was technisch gesproken niet relevant.” Behalve “drie kleintjes” is een dergelijke gewichtsnorm – hoewel daarvan geen bewijs wordt geleverd – mogelijk als de mechanische eigenschappen van de oven dat niet verhinderden. Pyrotechnisch leverde dit nauwelijks voordeel op. De crematietijd neemt toe met de massa: hoe meer gewicht, hoe langer de crematietijd. Bovendien is bij V&A 29 uiteengezet dat twee lijken in één moffel technisch slechts beperkt mogelijk was. Ook duren 2 normale lichamen per moffel langer dan tweemaal 1 lichaam apart. Dit, omdat dan het contactoppervlak voor de hete lucht per lijk kleiner is en de hoeveelheid hete lucht in de moffel minder. Nogmaals zij erop gewezen dat de ovens werden ontworpen, gebouwd en geleverd in de tijd dat geen sprake was van ‘vergassingen’. Te suggereren dat met die civiele installaties honderdduizenden extra crematies wegens ‘massavergassingen’ zouden kunnen zijn uitgevoerd, is ook daarom buiten elke realiteit. “(Kampcommandant) Höss getuigde dat de Sonderkommando’s afwisselend twee en drie lichamen in elke moffel stopten. (Zie Gutman et al., op. cit., pp. 236, 166, 180n55.)” Dat was ongetwijfeld incidenteel het geval, zoals ook in andere kampen. Als structureel middel voor verhoging van de crematiecapaciteit voor ‘systematische vergassing van honderdduizenden’ is het nauwelijks relevant. Dit soort verhalen komt uit de Sovjet-koker. Die noemden in hun Zwendelrapport (IMT Doc. USSR-8) 4 miljoen doden in Auschwitz en 1,5 miljoen in Majdanek (IMT Doc. USSR-29). Ze waren getekend door generaal Nikitchenko (hoofdaanklager én rechter(!) in Neurenberg) en zijn kompaan Burdenko, dezelfdendie ook tekenden voor het beruchte Sovjet rapport dat met 30 ‘beëdigde getuigen’ ‘bewees’ dat de massamoord bij Katyn door de nazi’s zou zijn gepleegd (IMT Doc. USSR-54). Een cohort ‘deskundigen’ bevestigde vervolgens ‘4 miljoen’ vermoordden in Auschwitz, berekend op basis van “rectified coefficients”, in onvervalst pseudo-wetenschappelijke dieventaal. “In tegenstelling tot wat het IHR beweert in vraag 42, konden de ovens de lichamen in een half uur 170
tot maximaal 45 minuten verbranden. Dit is niet alleen bevestigd door ooggetuigen, maar ook door talloze nazi memo’s over verschillende verbrandings sessies.” Wat het IHR ‘beweert’ komt van vakspecialisten en onderzoekers. Die wijzen op de thermische barrière, grenzen aan de mogelijkheden van ovens etc. Door CIDI/Nizkor opgevoerde ‘getuigen’ en (vals gebleken) nazi-memo’s zijn van nul en gener waarde. Waarom noemen zij ‘getuigen’ en geen deskundigen die de door hen gegeven tijden bevestigen? Omdat geen zichzelf respecterend deskundige zich zal verlagen door zijn naam aan dergelijke nonsensicale onzin te verbinden. “Hier is de berekening voor een enkel crematorium, Krema II: Vijf ovens, elk met drie moffels, waarvan elke moffel twee tot drie lichamen tegelijk kon bevatten (laten we zeggen twee) en ze kon verbranden in een half uur; die konden 1440 lichamen tot as reduceren in 24 werkuren. 5 maal 3 maal 2, gedeeld door een half, maal 24, maakt 1440.” Om dit bijna zeven maal te hoge theoretische aantal van 1.440 crematies per dag voor één Krema te bereiken, moet CIDI/Nizkor met een waanzinnige bedrijfstijd van 24 uur komen, gevoegd bij andere evident onjuiste parameters: 1. aantal lichamen per moffel (gemiddeld 2); 2. benodigde crematietijd (een half uur per lijk). In plaats van hun berekening 5 x 3 x 2 x 2 x 24 = 1440, behoort die (theoretische) maximumberekening voor Krema II te zijn: 5 x 3 x 1,2 x 1 x 12 = 216 per dag! “Een buitgemaakt memo van 28 juni 1943, verzonden aan SS Generaal Kammler in Berlijn, stelt het aantal lichamen dat in een dag verwerkt kan worden in Auschwitz Birkenau op 4.756. Dit is blijkbaar op basis van een 24-urige werkdag met bovengenoemde aantallen, want het stelt de capaciteit van Krema II op 1440. Zie een foto van het document, of Pressac, Auschwitz: Technique and Operation of the Gas Chambers, 1989, p. 247. Onder historici en technische experts loopt een discussie over de vraag of dit een theoretisch maximum is dat in werkelijkheid nooit werd gehaald, behalve met behulp van extra crematies in brandkuilen, ofwel een aantal dat werd bereikt en misschien zelfs overtroffen in de ergste tijd van de vernietigingsactie.” Ook dit stelt CIDI/Nizkor leugenachtig voor: onder historici loopt over dit soort aantallen geen “discussie” meer. Er is inmiddels vastgesteld dat deze aantallen volkomen buiten elke realiteit vallen. Zoals bij V&A 44 gesteld, hebben ‘echte’ historici dit vervalste onzindocument laten vallen. Niettemin gebruik propagandisten als CIDI/Nizkor het nog steeds tegenover publiek waarvan zij aannemen dat die de deskundigheid missen om dit te verifiëren. Schandelijk. Alleen leugenaars vervalsen documenten en presenteren die als ‘echt’. “Niettemin is het duidelijk dat Lagaces stelling omtrent 184 lichamen per dag (Lenski, Robert, The Holocaust on Trial, 1990, p. 252) in de verste verte niet in de buurt van de werkelijkheid komt.” Lagacé getuigde over algemene principes van verbrandingen in crematoria. Hij stelde dat, om ernstige schade aan installaties te voorkomen, in zijn crematorium niet meer dan 4 crematies per 8 uur uitgevoerd konden worden. Daarbij moesten de ovens tussentijds afkoelen omdat bij continu doorbranden de vuurvaste stenen van de ovens de hittegrens overschrijden en barsten. Hogere temperaturen dan voorgeschreven verwoesten niet alleen het binnenwerk, dat dan volledig vervangen moet worden, maar ook andere vitale delen van de installatie. Het is denkbaar dat in Auschwitz door hoge bezetting en ondeskundig, onwillig personeel, de hand werd gelicht met het onderhoud en regels. Dat verklaart deels de extreem lange stilstand- en reparatietijden en de uiteindelijk lagere nettocapaciteit. Lagacé stelde op grond van zijn eigen praktijk het aantal crematies op 4 per muffel per normale 171
werkdag, zijnde voor Birkenau 46 moffels x 4 = 184 per dag. Echter, de condities in Birkenau weken af, zodat met alle 4 Krema’s in bedrijf (wat nooit het geval was) bij 12 bedrijfsuren en gemiddeld 1,2 lijk per moffel een theoretisch maximum aantal van ca. 6700 per dag mogelijk kan zijn geweest. Conclusie na Vraag 45: De vraag luidt:Kan een crematorium oven (100 %) volcontinu draaien? Het antwoord is natuurlijk nee! De ovens waren identiek aan civiele modellen. Ze konden niet ‘volcontinu’ worden gebruikt, zoals ook een auto dat niet kan en thans ook ‘echte’ Holocausthistorici moeten erkennen. Wetten van fysica en mechanica verhinderen dat en die golden ook voor nazi’s. Als deze ovens volcontinu in werking zouden zijn, waren ze binnen 1 week totaal burned-out, volkomen verwoest dus. CIDI/Nizkor (en anderen) zullen om het hardst schreeuwen dat deze feiten ‘leugens’, ‘bedrog’ en ‘halve waarheden’ zijn. Beter nemen zij een voorbeeld aan voor hen onverdachte joodse historici als Fritjof Meyer of Van Pelt, die zich aansluiten bij hun kroongetuige Höß, die in 1947 in Krakow verklaarde: "Na acht of tien uur waren de crematoria ongeschikt voor verder gebruik. Het was onmogelijk ze continu te laten werken.” Zij gaan nu uit van 8 uur; met de door ons hier gestelde bedrijfstijd van 12 uur bevinden wij ons dus zelfs aan de zeer ruime kant. Waarom CIDI/Nizkor liegt over zoiets concreets als de crematiecapaciteit? Heel eenvoudig. Elke leugen eist een volgende en als één kaart van het JHV-kaartenhuis valt, stort alles in. ‘Ontzenuwd’ is in deze V&A alleen CIDI/Nizkor zwendel.
46. Hoeveel as blijft er over van een gecremeerd lichaam? IHR antwoord: Nadat de botten geheel zijn vermalen, ongeveer een schoenendoos vol. ‘Ontzenuwing’ CIDI/Nizkor: Dit klopt, ongeveer een schoenendoos vol. Revisionistische reactie: Gemiddeld ca. 5 kg (3 kg as plus 2 kg fijne botresten). Echter, de hoeveelheid ‘as’ bij massaverbrandingen in de open lucht, zoals beweerd voor Belzec, Sobibor en Treblinka, was vele malen groter. Dit door uiterst onvolledige verbranding in open vuur en vermenging met houtas.
47. Als er zes miljoen Joden zijn verbrand door de nazi’s, wat is er dan met de as gebeurd? IHR antwoord: Dat moet nog worden uitgelegd. Zes miljoen lichamen zouden letterlijk tonnen en tonnen as hebben veroorzaakt. Toch zijn er geen aanwijzingen voor zulke grote hoeveelheden as. ‘Ontzenuwing’ CIDI/Nizkor: Dat is een kleine oneerlijkheid. Niemand zegt namelijk dat er zes miljoen lichamen zijn verbrand. Achter het Oostfront werden de mensen eenvoudig doodgeschoten en in massagraven begraven. Revisionistische weerlegging: Nee, dat is geen ‘kleine oneerlijkheid’, hoogstens een kleine onzorgvuldigheid in de formulering. Anders dan CIDI/Nizkor, die slechts aandacht voor joden heeft, moeten voor de hoeveelheid as ook niet-joden worden meegeteld. Als men de JHV serieus neemt, komt het aantal verbranden dan toch op ca. 6 miljoen. Verderop wordt duidelijk dat de totale hoeveelheid ‘as’ daarvan bijna 65.000 ton is. Zoals gezegd, is daarvan niets, helemaal niets 172
gevonden. Hmm . . . miljoenen mensen verbrand, in crematoria, in kuilen en op spoorrails. Tienduizenden tonnen as, beenderen, tientallen miljoenen tanden en kiezen, maar toch geen enkel spoor. Niets. In de Sovjet-Unie zijn 1 à 2 miljoen joden doodgeschoten zegt CIDI/Nizkor en dus niet verbrand; ook daarvan is niet één massagraf blootgelegd . . . Laat ons zeggen dat dit er 1 miljoen waren. Dat zijn dan: 10 massagraven met in elk 100.000 lijken, of 100 massagraven met in elk 10.000 lijken, of 1.000 massagraven met in elk 1.000 lijken, of 10.000 massagraven met in elk 100 lijken . Ook daarvan, net zoals bij de mythische aantallen verbrandden, geen enkel spoor. “Niettemin zijn er miljoenen lichamen verbrand (waaronder sommigen die al in massagraven waren begraven en weer opgegraven moesten worden). Het is heel makkkelijk om je te ontdoen van as.” Die “sommigen” waren er volgens henzelf bijna 2 miljoen, alleen in Treblinka al 860.000. Kunt u nagaan hoe “efficiënt” die nazi’s waren bij hun geplande ‘systematische’ moord op alle joden. Eerst bijna 2 miljoen lijken begraven en ze vervolgens na enkele maanden of soms meer dan een jaar (zoals ‘getuigen’ stellen, weer opgraven en ‘spoorloos’ verbranden. Alles met als resultaat dat er geen spoor van die massagraven noch van die as etc. van die 6 miljoen is gevonden. Maar: “je te ontdoen van as” is niet zo makkelijk als Nizkor doet voorkomen. Van een gecremeerd lijk blijft gemiddeld ca. 5 kg asresten over. Dat betekent voor Auschwitz volgens het laatste officiële dodencijfer en de factor 1,2 lijk per 5 kg as: 1.500.000 x 4,15 kg = 6.250.000 kg. Dat is 6.250 ton in gewicht, oftewel 2.080 drietons vrachtwagens. Qua volume tweeënhalf (10/4) keer zoveel (sg menselijke as is ca. 0,4). Dat wil zeggen dat de berg as van alleen Auschwitz 6.250 x 2,5 = 15.620 volumeton was, een enorme hoeveelheid, waarmee men 3,125 hectare een halve meter dik kan bedekken of 31,25 hectare 10 cm dik. Een hoeveelheid dus waarvan het om den drommel niet makkelijk is je te ontdoen. Helemaal niet, als dit ‘in het diepste geheim’, ‘zonder getuigen’ en ‘spoorloos’ moet gebeuren. “Hij werd gedumpt in velden en rivieren. As is niet giftig, hij kan overal worden gestort. Het is zelfs goede bemesting, en het feit dat boeren rond Auschwitz menselijke as op hun velden gebruikten is goed gedocumenteerd.” Als Nizkor met “goed gedocumenteerd” hetzelfde bedoelt als waarmee zij de ‘jodenzeep’ en ‘lampenkappen’ documenteerden, dan zijn we het eens. Echter, met ‘goed gedocumenteerd bedoel ik ondersteund door tenminste één forensisch feit. Dat is er natuurlijk niet. De Polen in de omgeving van Auschwitz zijn nog altijd woedend als zij het verhaal horen van menselijke as over akkers rond Auschwitz. Nizkor is verplicht bewijs (geen ‘getuigenissen’) voor dit monsterlijke verhaal te leveren. Of antwoord te geven op deze vragen: werden Poolse landerijen het hele jaar door bemest of in een bepaalde periode van het jaar? Waar werden deze enorme hoeveelheden as opgeslagen alvorens het werd gebruikt? Kenden toen de boeren het effect van menselijke asresten op hun land? Hadden zij dat al eens eerder gedaan? Welk voordeel hadden zij daarvan, buiten de risico’s? Heeft Nizkor daar één getuige van? Hoe verdraagt ‘uiterste geheimhouding’ zich met verspreiding van menselijke as door Poolse boeren? Zou het niet logischer zijn geweest als de nazi’s die menselijke as zouden hebben gebruikt in hun nabijgelegen plantagekampen als Raisko, waar zij o.m. 173
paardenbloemen voor synthetische latexproductie kweekten? Als het mogelijk is van verbrande resten van een babylijkje in de zgn. Iraanse ‘Verbrande Stad’ van 5000 jaar geleden vast te stellen dat die overleed aan koolmonoxide-vergiftiging, waarom niet van 65 jaar geleden uitgestrooide as van 1,1 miljoen gecremeerde joden rond Auschwitz? Waar zijn de tientallen miljoenen onverbrande tanden en kiezen? Al zijn het er maar enkele. Of, van slechts één van de 870.000 ‘verbrande’ joden van Treblinka II waarvan ook niets is aangetoond (ook geen as). Maar nee, het asverhaal is niets dan Holocaustmystificatie; een verzinsel, zonder technischforensisch bewijs, nothing, nada, rien, nichts, niente. “Reken maar uit hoeveel schoenendozen er in een grote vrachtwagen passen. Tienduizenden.“ Oké, dat zullen we even uitrekenen. Hoewel het schoenendozen-voorbeeld natuurlijk is bedoeld om globaal de hoeveelheid asresten van een enkele crematie aan te geven, misleidt CIDI/Nizkor op haar gebruikelijke manier weer de boel door een volstrekt foute voorstelling van zaken te geven. Kijkt u even mee: Een schoenendoos met ca. 5 kg as en een sg van 0,4, moet een volume hebben van 5 x (10/4) = 12,5 dm3. Dat is een forse schoenendoos van ca. 35 x 23 x 15,6 cm = 12,6 dm3). We zagen dat van 1,5 miljoen gecremeerde mensen ca. 6.250.000 kg as overblijft. Delen we dat door 5 kg dan hebben we 1.250.000 schoenendozen nodig. Tijdens de oorlog was in Duitsland de Opel Blitz verreweg de meest gebruikte vrachtwagen. Meer dan de helft van alle vrachtwagens was een Blitz en je zag ze overal: als vrachtwagens, bestelwagens en bussen. Er waren maar twee basisuitvoeringen: met 1,5 en met 3 ton laadvermogen.
3-tons Opel-Blitz, in 1937-45 de meest gebruikte vrachtwagen. Een simpel rekensommetje toont dat de zwaarste Blitz 3.000/5 dus slechts 600 “schoenendozen as” kon transporteren (hé, wat nu? Geen “Tienduizenden”, zoals CIDI/Nizkor kletst!). Alleen voor Auschwitz waren dat dus al 6.250.000/3000 = 2.085 vrachtwagenladingen! In dozen uitgedrukt: de laadruimte was ca. 2 x 3 meter en daarin gingen ongeveer 9 lagen van 64 dozen en 1 bovenste laag met 24 dozen (8 x 23 cm breed, 8 x 35 cm lang, 1,56 m hoog), totaal 600 dozen, gewicht 3 ton. 2.085 volle vrachtwagens dus. Tot zo ver de as van JHV-crematies in Auschwitz. Tellen we daarbij 3,5 miljoen JHV-openlucht 174
verbrandingen elders, à 20 kg verbrande resten (3.500.000 x 20 kg/1,2 = 58.300 ton) dan komen we totaal op 6.250 + 58.300 = 64.500 ton, ofwel 21.500 vrachtwagenladingen à 3 ton menselijke as! Zoals altijd, zien we dat wat CIDI/Nizkor’ beweert, zodra het controleerbaar is, niet blijkt te kloppen! “Wat is het probbleem met het storten van vrachtwagenlading op vrachtwagenlading in de rivieren en op de velden? Auschwitz is gebouwd op een kruispunt van rivieren, met een groot moeras in de buurt. Er is zelfs een tijdens de oorlog genomen luchtfoto die grote hoeveelheden toont van wat mogelijk mensenlijke as kan zijn in een moeras even buiten het vernietingskamp.” Waarom vragen: “Wat is het probleem?” Het probleem met CIDI/Nizkor is dat het spoorloos en in het geheim laten verdwijnen van zo’n 21.500 vrachtwagenladingen menselijke asresten voor hen geen probleem is. Evenmin als 24-uurs volcontinudiensten voor ovens in Auschwitz, crematoria die al lang niet (meer) functioneerden, crematietijden van een half uur, drie lijken per muffel, afwezigheid van relevante sporen Pruisisch Blauw in ‘gaskamers’, overeind houden van ‘6 miljoen’ ook al blijken alleen in Auschwitz 2,5 miljoen minder mensen te zijn omgekomen, enz., enz. Voor CIDI/Nizkor allemaal geen probleem. Een Holocaustgelovige weet immers niet van wijken? Echter, dat CIDI/Nizkor het storten van bijna 65.000 ton as ‘geen probleem’ vindt, dient slecht om het feit te maskeren dat er voor het asverhaal geen enkel concreet bewijs bestaat. Anders zouden zij dat natuurlijk geven. Zij voeren luchtfoto’s op van plaatsen met “wat mogelijk mensenlijke as kan zijn”. Prachtig! Roep even een onafhankelijke commissie bij elkaar, neem wat monsters en de JHV is na 65 jaar eindelijk bewezen! Het is toch een schande als in zo’n gebied stoffelijke resten van honderdduizenden mensen zo maar zouden liggen, zonder dat de wereld er naar omkijkt. Een dubbel schandaal dat dit na 65 jaar nog niet is gebeurd! Waarop wachten? Indien er betrouwbare getuigen of documenten zijn, was het toch al lang onderzocht? De Holocaustindustrie, die in Washington voor rekening van de Amerikaanse belastingbetaler een Museum bouwde van 200 miljoen dollar met een jaarlijkse exploitatie van tientallen miljoenen dollars kan dat beetje onderzoeksgeld gemakkelijk ophoesten. Of is het wellicht al onderzocht, maar is er niets gevonden? Nooit hebben we gehoord dat een dumpplaats voor as forensisch is onderzocht. Waarom niet? Omdat ze niet bestaan! Logisch ook, want schreef immers Time Magazine van 2 augustus 1944 niet over Majdanek: “de botten werden mechanisch verpulverd, in grote blikken bussen gedaan en als kunstmest voor de akkers naar Duitsland gebracht”? We kennen ook andere verhalen, isolatie van woningen, fundamenten van gebouwen, enz. Ze hebben allemaal één ding gemeen: er is geen spoor van bewijs van. Een kleine ‘vergissing’ van CIDI/Nizkor dus? Of alweer een gigantische leugen?! “Ter vergelijking: niemand ontkent dat Stalin en Mao op verschillende manieren tientallen miljoenen mensen hebben vermoord. Er zijn geen “revisionisten” die komen vragen waar de stapels van die lichamen liggen. Zij richten zich uitsluitend op de Holocaust. Waarom?” Een achterlijke vraag. Waarom neemt CIDI/Nizkor het mensen kwalijk als die ‘de Holocaust’ onafhankelijk onderzoeken? Dat ik en velen met mij ‘de Holocaust’ (JHV) nader bestuderen is niet vreemd. Laat ik enkele redenen noemen waarom juist ‘de Holocaust’ en niet de misdaden van Stalin, Churchill, Eisenhower, Mao, Pol Pot, Bush, etc.
175
In de eerste plaats is ‘de Holocaust’ ‘uniek’, zegt men, en als ze waar zou zijn is dat ook zo. In de tweede plaats bestaan er geen wetten die ‘ontkennen’ van Russische, Chinese of Geallieerde massamoorden strafbaar stellen. Integendeel, ontkenning daarvan wordt door de respectievelijke overheden aangemoedigd. In de derde plaats is daar geen sprake van demonisering en intensieve haat tegen één volk en één ideologie. In de vierde plaats gaat de samenleving door die ‘Holocaust’ gebukt onder ongekende morele chantage en onderdrukking van de vrije meningsuiting, ten faveure van veronderstelde slachtoffers en hun nakomelingen tot in de Eeuwigheid. In de vijfde plaats wordt de jeugd in China en Rusland niet geïndoctrineerd met semireligieuze slachtofferideologie. In de zesde plaats bestaat daar geen semireligieuze ‘positieve’ discriminatie van slachtoffers. In de zevende plaats persen zij geen miljardenbedragen af van burgers die part noch deel aan het drama hebben gehad, bedragen die toevloeien aan joods-zionistische organisaties en de schurkenstaat Israël. In de achtste plaats worden Russische en Chinese massamoorden niet gecultiveerd en is daar geen sprake van wereldwijd misbruik. Genoeg redenen dus om ‘de Holocaust’ kritisch onder de loep te nemen in plaats van de misdaden van Stalin etc. Nog meer goede redenen? 1. De JHV is de enige genocide geïnstitutionaliseerd door een Tribunaal van overwinnaarnaties, dat zonder bewijs aantallen joodse slachtoffers accepteerde, ontelbare absurde beschuldigingen als lampenkappen van menselijke huid, zeep gemaakt van joden, vernietiging van een dorp met 20.000 mensen door een Duitse atoombom(!), enz. 2. De enige genocide ook waarvan de daders in staat zouden zijn geweest een Perfecte Moord op 6.000.000 joden te plegen, alle bewijzen te vernietigen en het merendeel van zes miljoen lijken spoorloos te laten verdwijnen. Alleen ‘bewijzen’ in ‘Codetaal’ bleven ‘als door een Holocaustwonder’ bewaard. 3. De JHV is de enige genocide waarvan wordt geclaimd dat sprake was van systematische industriële vernietiging met innovatieve ‘gaskamers’ en ‘gaswagens’, Dieseluitlaatgassen, stoomkamers, levende verbranding, etc. Geen daarvan is echter objectief aangetoond, noch in werkelijkheid, noch in tekeningen, aanwijzingen, bevelen, etc. 4. De JHV is de enige genocide waarin de slachtoffers naar eigen zeggen in ‘vernietigingskampen’ werden gevoed, medisch verzorgd en verpleegd. 5. De JHV is de enige genocide met een Wettelijk beschermd ‘Handelsmerk’, uitgebaat door een Industrie met een miljardenomzet. 6. De Holocaust is de enige genocide die wordt gebruikt als almachtig mondiaal politiek wapen en schild. 7. De Holocaust is de enige genocide met een religieuze status en een dogmatisch aantal slachtoffers , Musea, Mausolea, martelaren, Heiligen, Duivels en demonen. 8. De JHV is de enige genocide waarbij u (in het beste geval) bij openlijke twijfel wordt geëxcommuniceerd en (in het slechtste geval) in de gevangenis belandt als u haar ‘Waarheid’ onderzoekt. 9. De JHV is de enige genocide waarvan de officiële Versie officieel in de loop der jaren ingrijpend werd gewijzigd, hoewel we worden verplicht daarin onvoorwaardelijk en onveranderlijk te geloven zonder vragen te stellen. 10. De JHV is de enige genocide waarover open debat niet is toegestaan, twijfel en wetenschappelijk onderzoek zijn verboden en Ketters worden vervolgd. 11. Om bij deze tijd te blijven: opleggen van Holocaustgeloof is een ongelooflijk brutale demonstratie van de Macht van zich als ‘uitverkoren’ beschouwende elitaire individuen over de rest van de wereld. Zelfs de Nazi’s en de Communisten waren niet zo brutaal hun ideologie dwingend op te leggen en hen te vervolgen die deze afwezen of in twijfel trokken! 12. Zelfs de Christelijke Kerk en de Paus worden gedwongen zich op de knieën te 176
onderwerpen aan de Verplichte Holocaust Religie. De Holocaust Slavernij is – ook u! – opgelegd! Meer dan genoeg redenen om juist ‘de Holocaust’ kritisch te onderzoeken dus . . . Conclusie na Vraag 47: De vraag was “wat is er met de as gebeurd, als er 6 miljoen joden zijn verbrand”. Nizkor liegt over deze kernvraag door een paar vrachtwagens vol schoenendozen te suggereren: dat blijken na controle maar liefst 21.500 vrachtwagenladingen te zijn! Zij zegt ook dat Poolse boeren (van oudsher door joden als vijanden gezien) de as bij Auschwitz over hun land verspreidden als mest. Die gruwelijke beschuldiging (uit het repertoire jodenzeep, schemerlampen, etc.) wordt uiteraard niet met bewijs gestaafd. Dit ‘jodenmest’ verhaal blijft een verzinsel zolang er geen concrete bewijzen zijn. Bewijzen a.u.b., geen verhalen! Daarvan zijn er al veel te veel. Vervolgens probeert zij met irrelevant innuendo revisionisten in de verdachtenhoek te plaatsen. De verdachten zijn zijzelf, door hun leugens, verdraaiingen, weglatingen, eenzijdigheid en monopoliseren van dat deel van de geschiedenis. Deze V&A toont aan dat CIDI/Nizkor erop speculeren dat veel van wat zij beweren niet controleerbaar is; wat controleerbaar is, blijkt steevast onjuist.
48. Tonen geallieerde luchtfoto’s van Auschwitz in oorlogstijd (toen de “gaskamers” en crematoria in vol gebruik zouden zijn geweest) gaskamers? IHR antwoord: Nee. In werkelijkheid tonen deze foto’s geen spoor van de enorme hoeveelheden rook welke constant over het kamp zouden hebben gehangen. Noch tonen ze enige aanwijzing voor ‘open putten’ waarin lijken zouden zijn verbrand. Behulpzaam bij het beoordelen van deze V & A: Auschwitz: Open Air Incinerations. Carlo Mattogno. 2005. Theses & Dissertations Press, PO Box 257768, Chicago, Illinois 60625. ISBN: 1-59148-023-X. http://aaargh.codoh.com/engl/engl.html en Air Photo Evidence. http://www.air-photo.com/index.php ‘Ontzenuwing’ CIDI/Nizkor: Ten eerste waren er heel weinig vluchten boven Auschwitz. Eind 1943 en begin 1944 begonnen de geallieerden brandstoffabrieken te bombarderen, inclusief de kleine tot middelgrote petrochemische fabriek in Auschwitz III. Auschwitz III, ofwel Monowitz, was een bijkamp op ongeveer vier kilometer afstand van de gaskamers in Auschwitz II, ofwel Birkenau. Revisionistische weerlegging: Welke ‘gaskamers in Auschwitz II waren dat ook al weer? Elk concreet bewijs daarvoor ontbreekt immers! Het zijn die van de gehersenspoelde postulering zonder concreet bewijs.
177
Originele foto in Auschwitz
‘Wiesensmoke’ foto met door Wiesenthal ingetekende ‘crematoriumrook. Scherpe en gedetailleerde luchtfoto’s van Auschwitz-Birkenau werden genomen van december 1943 tot februari 1945. Op geen ervan valt iets waar te nemen van schoorsteenrook, open vuren in putten, etc. Vervalste daarom het Instituut van Wiesenthal een foto door daarop dikke zwarte rook uit schoorstenen in te tekenen? (de zgn. ‘Wiesensmoke’ foto!) Op luchtfoto’s van 31 mei 1944, op het hoogtepunt van de zogenaamde uitroeiing van 400.000 Hongaarse joden, is alleen een weinig rook in de omgeving van Krema V te zien. Het kan zijn dat daar afval werd verbrand (op offertes en tekeningen van Topf & Söhne wordt immers ook gesproken over levering van vuilverbrandingsovens!), tevens is mogelijk dat incidenteel lijken werden verbrand wegens defecte Krema’s of capaciteitstekort bij een epidemie. Van deze foto’s zijn drie analyses gemaakt: 1. Mark van Alstine maakte een amateuristische analyse voor propagandadoeleinden, 2. Lucas, een professioneel fotoanalist voorzien van goede technische hulpmiddelen en 3. Bryant, eveneens een specialist, uitgerust met de best beschikbare hulpmiddelen. Opvallend is dat de slechtst toegeruste beoordelaar, Van Alstine, de voor de JHV best passende ‘analyse’ leverde (die waarover CIDI/Nizkor spreekt) en de twee beter gekwalificeerden de minst met ‘de Holocaust’ overeenkomende (Mattogno. Auschwitz: Open Air Incinerations). CIDI/Nizkor noemt deze beiden niet. Die foto zegt overigens niets over de onbetekenende rookpluim in een hoekje van Krema V. “Het bereik van geallieerde bommenwerpers en hun escorte van jachtvliegtuigen was tot april 1944 te klein om Monowitz te bereiken (zie Gilbert, Auschwitz and the Allies, 1981, p. 191). Bij fotoverkenningen van het gebied op 4 april werden per ongeluk ook twintig foto’s genomen van Birkenau, waaronder drie van Auschwitz-Birkenau. Daarna waren er nog maar vier vluchten boven de crematoria voordat die werden gesloopt: op 31 mei, 26 juni, 25 augustus en 13 september 1944. In totaal zijn er bijzonder weinig foto’s genomen van Birkenau, waarvan sommige niet gedetailleerd 178
genoeg zijn om van waarde te zijn. Of op die foto’s toevallig vergassingsoperaties zijn vastgelegd was een kwestie van toeval. Een foto, genomen op 25 augustus, toont een rij van ongeveer honderd mensen die van de trein in de richting van Krema II en III lopen. Het hek van Krema II staat voor ze open. Willen de ontkenners beweren dat zij een rondleiding kregen door het “lijkenhuis”?” De ‘toevallige’ foto’s waar Nizkor naar verwijst, zijn 35 jaar later(!) in 1979 via de CIA vrijgegeven. Ze zijn relatief scherp en gedetailleerd. Een aantal is geretoucheerd. De ‘rij van ongeveer 100 mensen die van de trein richting Krema’s II en III loopt’ is op de foto ingetekend (zie valse zigzag lijnen ter plaatse op de uitvergrote foto). Op een andere foto een ingetekende “rij van ongeveer honderd mensen die van de trein in de richting van Krema’s II en III lopen.” Ja,die rij loopt gedeeltelijk over het dak van een barak . . . Verder kenmerken de vervalste foto’s zich door foutieve verhoudingen en verkeerd vallende schaduwen en valse ‘Zyklon-B inwerpgaten’. Ook de ‘openstaande deuren’ van het hek van Krema II, is ingetekend. Eén reeks zeer duidelijke opnamen (van 26 juni 1944) ‘breekt af’ juist op het moment dat Birkenau aan de beurt was. Sommigen vermoeden dat dit niet toevallig is en die foto’s buiten bereik van het publiek worden gehouden.Op eenzelfde foto, drie weken later op 13 september, hebben de ‘luiken’ van Krema III ondanks een andere zonnestand dezelfde vorm en schaduw maar ontbreken echter die van het dak van Krema II ...... “Dezelfde foto toont de gaskamers, inclusief heel duidelijke ventilatiegaten in het dak die werden gebruikt om Zyklon-B door te gooien. Hoe verklaren de ontkenners die?” Dat weet Nizkor heel goed. Het zijn de ingetekende CIA-foto’s en ingetekende ‘ventilatiegaten’, herkenbaar als vervalsing door de (veel te grote) afmetingen, de sterk verschillende situering, zowel onderling als vergeleken met Krema III en de foutieve richting van de ‘schaduwen’. Iedereen kan dat controleren (John C. Ball, Air Photo Evidence. Blz. 269 e.v. in Dissecting the Holocaust. 2000, Theses & Dissertations Press, P.O. Box 64, Capshaw, Alabama 35742, USA (ISBN 0-9679856-0-9). Downloads van dit en ander revisionistisch werk op http://vho.org/download ). En waarom zijn er van Sovjetzijde nooit luchtfoto’s van Auschwitz c.a. vrijgegeven? Zij hebben bij hun opmars dit gebied rondom Auschwitz eerst vanuit de lucht uitgebreid in kaart gebracht en hadden met hun waanzinnige aantallen ‘vergasten’ de meeste reden de Duitsers en hun ‘vergassingen’ met dit soort bewijzen aan te klagen. Maar, alweer: helemaal niets. Duizenden nietszeggende foto’s liggen in potdicht gehouden Russische archieven. “En vergeet niet dat een lijkenhuis niet kan worden gedesinfecteerd met Zyklon-B, omdat dat gif geen effect heeft op bacteria (zie Gilbert, op. cit., foto 28, tussen pp. 192-193.) En die ventilatiegaten zijn zichtbaar op de gaskamers van Krema II en III, maar niet op de ontkledingsruimtes. Hoe verklaren de ontkenners dat verschil, aangezien zij zeggen dat zowel de gakamer als de ontkledingsruimtes lijkenkamers waren? Waarom wel ventilatiegaten op het ene en niet op het andere dak, en is het toeval dat de kamer met de gaten sinds de jaren 1940 wordt aangeduid als de gaskamer? Deze foto’s zijn pas in de jaren 1970 vrijgegeven.” Zyklon-B heeft geen effect op bacteriën, maar wel op tyfeuze luizen en neten op de lijken daar. Het werd gebruikt om (verdere) verspreiding daarvan via deze ruimtes te voorkomen. Er valt niets te ‘verklaren’ want er waren nooit ‘ventilatiegaten’ in het dak van lijkenkamer 1 (inwerpgaten voor Zyklon-B). Die zijn later ingetekend. Gaat u zelf maar kijken bij de ruïne van het 179
dak van de ‘gaskamer’ van Krema II in Auschwitz of anders op http://www.air-photo.com/english/ . In de betonresten van dat dak zijn deze gaten (op enkele na de oorlog daarin ruw uitgehakte gaten op verkeerde plaatsen) niet aanwezig! Faurisson zegt niet voor niets: “Geen gaten, Geen Holocaust”! “Een andere foto toont een kuil die achter Krema III is gegraven, precies waar ooggetuigen de kuilverbrandingen hadden gesitueerd in getuigenverklaringen die jaren daarvoor werden afgelegd. De foto’s waren tot de jaren 1970 geheim, dus het feit dat zij kloppen met de getuigenverklaringen is een sterke ondersteuning van die getuigenissen. De laatste zin van het IHR-antwoord is hoe dan ook een gewone leugen.” Revisionisten hebben nooit ontkend dat op bepaalde plaatsen in Birkenau soms ook lijken werden verbrand, bij epidemieën of als Krema’s buiten bedrijf waren. Natuurlijk is de laatste zin van het IHR antwoord geen ‘leugen’: op de luchtfoto’ is behalve een kleine rookwolk, niets te zien van een ‘open put’, laat staan van ‘open putten’. Ook toont de merkwaardige ‘foto’ van anatomisch misvormde figuren geen ‘put’ of stapel lijken op spoorrails.
Uiterst vage (ingeschilderde?) anatomisch onmogelijke Holocaustfoto’s. “Holocaust-ontkenners geven dit overigens toe, dus daar spreken ze zichzelf alweer tegen. De ‘revisionist’ Carlo Mattogno schrijft in een antwoord aan Pressac dat: Luchtverkenningsfoto’s tonen aan dat er een crematie plaatsvindt in een van de drie kuilen van 3,5 bij 15 meter op de binnenplaats van Crematorium V.” Aan het oppervlak op de grond van die rookpluim is te zien dat het om een kleine verbranding gaat. Niemand is in staat gebleken aan de hand van die luchtfoto vast te stellen wat daar werd verbrand. “Alweer kloppen hun verhalen niet. Overigens is het mogelijk dat er op de foto’s geen rook uit de crematoria komt. Wij zijn die kwestie aan het onderzoeken. Maar als dit zo is, betekent dat alleen dat op die bepaalde dagen geen lijkverbrandingen plaatsvonden. Er zijn maar op vijf dagen foto’s gemaakt van Auschwitz-Birkenau in het hele jaar 1944 en om sommige daarvan staan de crematoria niet, dus dit bewijst niets.” Waar spreken zij zichzelf tegen en welke‘verhalen’ kloppen niet? Het ‘Wij zijn die kwestie aan het onderzoeken’ is nu inmiddels 20 jaar geleden(!). Dit soort quasi-opmerkingen behoort tot het vaste 180
scala Nizkor-bedrog, zie ‘toezeggingen’ over ‘onderzoeken’ naar ‘Schemerlampen van mensenhuid’ en ‘zeep uit jodenvet’. Van die ‘onderzoeken’ hoort men in de regel nooit meer! Ontwijkgedrag, kenmerkend voor onbetrouwbaarheid. Het was ‘toevallig’ zeggen zij, dat er op dagen dat de luchtfoto’s werden genomen geen lijkverbrandingen plaats vonden’. Dit speciaal voor hen die in ‘toeval’ geloven. Ik geloof niet in ‘toeval’, maar vraag mij af als in Auschwitz dagelijks tienduizenden spoorloos werden verbrand, de crematoria daarvan slechts een fractie konden verwerken en ‘tot 20 km in de omtrek vlammen waren te zien’, hoeveel toeval er dan in het spel moet zijn geweest als precies op de dagen dat luchtfoto’s werden genomen er ‘toevallig’ geen massaverbrandingen waren? Waren die verbrandingen ook ‘spoorloos’? ‘Ook onzichtbaar’? Onbegrijpelijk, alweer een Holocaust Wonder! “En wat de foto’s wel laten zien is buitengewoon schadelijk voor de stelling die de Holocaustontkenners innemen – dus, uiteraard, daar liegen zij over.” Een perfecte weergave van hun eigen reactie. Revisionisten liegen niet! Dat is principieel in strijd met alles waar zij voor staan en nastreven. Zij hebben dat niet nodig en het zou onnoemelijk veel schade doen aan het revisionisme als zij ook maar ergens zouden liegen. Hun core-business is Waarheid. Zij hebben geen religieus dogma staande te houden, zij hebben geen politieke invloed of miljarden dollars te verliezen zoals de kampioenen van de Sjoa-business, zij zijn onafhankelijk en hebben er geen probleem mee om feiten, aantallen of omstandigheden aan te passen of terug te komen op eerder ingenomen standpunten als de waarheid dat gebiedt. Dit in tegenstelling tot de religieuzen van de Sjoa-ideologie. Dat maakt het verschil! Wat vervalste foto’s laten zien is alleen maar schadelijk voor Holocaustleugenaars! Als je om ‘de Holocaust’ te ‘bewijzen’ je toevlucht neemt tot leugens en vervalsingen, zegt dat genoeg. Conclusie na Vraag 48: Bij geen andere vraag is het failliet van de Joodse Holocaust Versie zo duidelijk als hier. Aan de vervalsingen blijkt ook nog kwade trouw te moeten worden toegevoegd. Behalve argumenten die zich tegen henzelf keren, levert Nizkor alweer geen concreet bewijs voor ‘verbranding van miljoenen vergassingslachtoffers in de open lucht’. Voor ‘in vol gebruik’ zijnde ‘gaskamers’ en crematoria, op het hoogtepunt van ‘de Holocaust’, leveren de luchtfoto’s geen schim van bewijs, anders dan naoorlogse fotovervalsing en manipulatie.
49. Wat was de voornaamste bepaling van de Duitse “Neurenberger wetten” van 1935? IHR antwoord: Wetten tegen gemengde huwelijken en seksuele relaties tussen Duitsers en joden, gelijk aan wetten die nu bestaan in Israël. ‘Ontzenuwing’ CIDI/Nizkor: Meer antisemitische leugens en moreel relativisme. Zulke wetten bestaan er niet in Israel (hoewel het aantal gemengde huwelijken erg klein is). Revisionistische weerlegging: Over de discriminerende aard van het nazi-regime m.b.t. de door hen tot een ander ras gerekende joden en niet-Duitsers, bestaat geen onduidelijkheid. Ook niet over die in Israël trouwens. We gaan niet in op de zienswijze van partijen, laat staan op de morele of ethische aspecten, maar geven de feiten zo objectief mogelijk weer. Feit is dat het nazi-regime met de Neurenberger Wetten van 1 januari 1936 (dat waren er drie: de ‘Rijksburgerwet’, de ‘Rijksvlaggenwet’ en de ‘Wet ter bescherming van Duits Bloed en de Duitse Eer’) onderscheid 181
maakte tussen Staatsonderdanen (ieder woonachtig binnen de Rijksgrenzen) en Rijksburgers (burgers van Duits bloed, die ‘door hun gedrag bewijzen bereid te zijn het Duitse Rijk en Volk trouw te dienen’). Verreweg de meeste Staatsonderdanen van niet-Duitse bloede waren joden. Deze Wetten ontzegden hen belangrijke burgerrechten en leidden tot discriminatie op tal van gebieden. Doel ervan was de joden uit Duitsland te verdrijven door hun positie onhoudbaar te maken. Dat was niet uniek voor Europa en niet uniek voor de nazi’s. Door de eeuwen heen heeft dat in alle Europese landen plaats gevonden. In het Duitsland van de Dertiger jaren werden joden door de nazi’s daarbij beschouwd als een veiligheidsrisico, o.m. omdat belangrijke joodse leiders in 1918 een communistische staatsgreep naar Sovjet-model pleegden en vanaf 1933 opriepen Duitsland met alle middelen te bestrijden en te vernietigen. Die Neurenberger Wetten van 1936 sloten deels aan bij wat joden zelf nastreefden: apart onderwijs, aparte huwelijkswetgeving, aparte regels en gebruiken. Daarin was voor gemengde huwelijken geen plaats. De uitgever Julius Streicher, voor het IMT beschuldigd van medewerking aan het opstellen van die Wetten, zei daarover: “Joodse [religieuze] wetten stonden model”. Het hoofd van de Duitse zionisten, Kareski, verklaarde in een interview in Der Angriff: “… De Neurenberger Wetten… lijken mij afgezien van hun juridische bepalingen helemaal in overeenstemming met het verlangen naar gescheidenheid gebaseerd op wederzijds respect.” Die scheiding ziet men ook in Israël. Daar is weliswaar geen geschreven wet die gemengde huwelijken verbiedt (Israël heeft ook geen Grondwet), maar een huwelijk met een niet-jood is daar onmogelijk. Men moet daarvoor naar het buitenland; daarna ondervinden gemengd gehuwden in Israël ernstige discriminatie op bijna elk gebied. (Een praktijk die ook in Islamitische landen bestaat.) Nog onlangs lanceerde de Israëlische regering een campagne om vrienden en kennissen in het buitenland te ‘informeren’ over gemengde huwelijken: http://www.countercurrents.org/cook080909.htm Dat de Neurenberger Rassenwetten aansloten bij de joodse traditie en het joodse streven naar raszuiverheid blijkt ook uit de zionistische emigratievoorwaarden voor Palestina van die tijd: halfen kwartjoden kwamen niet in aanmerking. (Bij de Neurenberger Rassenwetten bleven half- en kwartjoden buiten schot.) “De Neurenbergr wetten verboden niet alleen seksuele betrekkingen tussen Duitsers en Joden, in de praktijk bestraften ze die met de dood. (Hoewel de straf die erin wordt genoemd gevangenisstraf of dwangarbeid was – of allebei – zijn er inderdaad een aantal Joden geexecuteerd omdat zij seksuele relaties hadden gehad met Duitsers. Zelfs “liefkozen” was voldoende reden om de doodstraf toe te straffen.)“ Verboden seksuele betrekkingen tussen joden en niet-joden werden ‘in de praktijk’ niet met de dood bestraft, alleen als het ging – net zoals bij niet-joden – om ernstige vormen van verkrachting, kindermisbruik, vrouwenhandel, e.d. Bij Nizkor’s ‘liefkozen’ kan men zich van alles voorstellen, ook handelingen die met de onschuld van die term niets van doen hadden. Deze onwaarachtige wijze van formuleren is een poging tot (verdere) demonisering van het regime. Overigens bestonden toen in de VS eveneens Wetten die huwelijken tussen verschillende rassen verboden en bepaalde seksuele relaties strafbaar stelden. Nogmaals zij erop gewezen dat Duitsers die joden mishandelden, beroofden of vermoordden uiterst streng werden gestraft. “De Neurenberger wetten van 1935 hadden invloed op veel dingen buiten persoonlijke relaties. 182
Later dat jaar werd een verordening uitgevaardigd op basis van een van de Neurenberger wetten (zie Hilberg, Documents of Destruction, 1971, p. 20): Op basis van artikel 3 van de Reich Burger wet van 15 september 1935 (Reich Wetten Gazet I, 1146) wordt het volgende bevolen: Artikel 4 1. Een Jood kan geen burger zijn van het Reich. Hij heeft geen stemrecht en kan geen bestuursfunctie uitoefenen. 2. Joodse ambtenaren zullen per 31 december 1935 aftreden... Latere wetten waren minder subtiel.” Zoals eerder aangegeven, de Neurenberger Wetten bestonden uit één pakket van drie Wetten, die alle tegelijk in gingen op 1 januari 1936. De door Nizkor genoemde bepalingen werden natuurlijk eerder aangekondigd en waren in overeenstemming met deze wetten. Voor de per 31 december ontslagen joodse ambtenaren bestonden verordeningen waarin hen o.m. pensioenen werden toegekend. Over ‘subtiel’ gesproken: Tienduizenden joden emigreerden na de afkondiging van die wetten naar de VS en elders. De joodse staat wil haar Palestijnse medeburgers eveneens kwijt en doet dit door hen nu al decennialang aan geweld, terreur, vernederingen en de grofste mensenrechtenschendingen bloot te stellen. Conclusie na Vraag 49: Ook hier liegt niet het IHR, maar Nizkor. Het is niet ‘anti-semitisch’ te wijzen op regels en gebruiken van joden zelf. De joodse religie en de joodse staat zijn tegen gemengde huwelijken. Joods religieuze groepen nemen bij een gemengd huwelijk in hun kring een aantal weken rouw aan en behandelen niet zelden de echtelieden daarna als paria’s. De joodse staat heeft weliswaar geen geschreven Wet die gemengde huwelijken verbiedt, maar maakt dit onmogelijk. (Leerden zij van de openbare Duitse Rassenwetten?). Overigens is dit soort praktijken kwalijk, zowel in Duitsland, in Israël of elders, zij het geschreven of ongeschreven.
50. Waren er Amerikaanse precedenten voor de Neurenberger wetten? IHR antwoord: Veel staten in de VS hadden lang voor de nazi’s wetten die huwelijken en seksuele relaties tussen personen van verschillend ras verboden. ‘Ontzenuwing’ CIDI/Nizkor: Dit is maar een gok, maar het lijkt waarschijnlijk dat de straf voor het overtreden van de wet in Amerika niet hetzelfde was als die in nazi Duitsland: de doodstraf. In ellk geval is dit weer niets dan moreel relativisme. Revisionistische weerlegging: Nizkor borduurt voort op haar eerdere leugen ‘de doodstraf’ voor ‘seksuele relaties’. Inderdaad zoals het (Amerikaanse) IHR terecht opmerkt, destijds waren ook in veel Staten van de VS seksuele relaties tussen verschillende rassen strafbaar en ja, daar werden, als het om ernstige verkrachting ging, vele honderden executies uitgevoerd. Veel meer dan in Duitsland voor dezelfde feiten. Conclusie na Vraag 50: Het antwoord van het IHR is correct. Dat van Nizkor een loze bewering.
183
51. Wat rapporteerde het Internationale Rode Kruis over de “Holocaust”-kwestie? IHR antwoord: Een Rapport over een bezoek van een IRK delegatie aan Auschwitz in september 1944 stelde dat het de gevangenen was toegestaan pakketten te ontvangen en geruchten over gaskamers niet konden worden bevestigd. Behulpzaam bij het beoordelen van deze V & A zijn: The Jews and the Concentration Camps: A Factual Appraisal by The Red Cross. Richard R. Harwood. Did Six Million really Die? Hfdst. 9. http://www.abbc2.com/historia/really/09.htm ‘Ontzenuwing’ CIDI/Nizkor: Geruchten over gaskamers konden niet worden geverifieerd omdat het de gedelegeerden expliciet verboden was de Auschwitz Krema te bezoeken, waar de gaskamers en crematoria waren. Zij werden alleen naar die delen van het enorme complex gebracht waarin gevangenen waren ondergebracht die niet vernietigd moesten worden. Revisionistische weerlegging: Een onware en onwaardige reactie. Bovendien een belediging voor het Internationale Rode Kruis en haar inspecteurs. Van de fabel van dat ‘verbod’ staat uiteraard in het vlak na de oorlog verschenen Rode Kruis Rapport helemaal niets vermeld. Omdat het niet waar is. Alsof het Rode Kruis zich als onnozele kinderen het bos in liet sturen. Het Internationale Rode Kruis inspecteerde op het hoogtepunt van ‘de Holocaust’ met officials van de VS, Engeland, Frankrijk en Zwitserland, Duitse concentratiekampen, inclusief Auschwitz. Zij ondervroegen duizenden gevangenen en lieten tienduizenden pakketten bezorgen. Zij hadden o.m. de opdracht om de geruchten over massamoord en vergassingen te controleren. Na de inspecties rapporteerden zij letterlijk aan o.m. de Amerikaanse regering dat zij noch bewijzen, noch aanwijzingen hadden kunnen vinden voor massamoord; zij constateerden daarentegen wel verschrikkelijk hoge sterfte ten gevolge van epidemieën en voedsel- en medicijnengebrek door de oorlogsomstandigheden. Het officiële rapport van die inspecties, Documents sur l’activité du Comité international de la Croix Rouge en faveur des civils détenus dans les camps de concentration en Allemagne (Genève, 1947, 1.600 pagina’s) stelt over massavernietiging ‘dit noch uit het onderzoek ter plaatse, noch uit gesprekken met gevangenen te kunnen bevestigen’. In een brief van 22 november 1944 aan het US State Department: “Wij konden geen sporen ontdekken van installaties voor het vernietigen van burgergevangenen …" Wat kan men daaraan toevoegen? Alleen leugens. Voor ieder normaal denkend mens moet helder zijn dat geen regime ter wereld bezoekers en Internationale controleurs zou toelaten in een kamp waar ‘in het diepste geheim’ miljoenen mensen werden vermoord. Zelfs Israël laat die niet toe, de VS niet in Guantanamo etc. en ook Stalin niet. De Duitsers deden dat wel. “. . . het de gedelegeerden expliciet verboden was de Auschwitz Krema te bezoeken.” Wat de Holocaustlobby hier beweert is schandalig! Natuurlijk was dat niet zo. Ware dit zo geweest, dan zouden de rapporteurs dat in hun rapportage hebben vermeld. Elk bewijs, document of verwijzing voor deze onbewezen verdachtmaking ontbreekt uiteraard weer. Het is een van de grofste Holocaustleugens. Hoe konden de inspecteurs om die Krema’s en ‘gaskamers’ heen als iedereen in een omtrek van 40 km stank van honderdduizenden verbrande lijken rook en metershoge vlammen 184
uit de schoorsteenpijpen die ’s nachts de hele omgeving verlichtten zag komen en roetzwarte rookwolken die ’s winters ‘de sneeuw zwart kleurden’ zoals de JHV zegt. Kijk naar de'educatieve' Wiesensmoke ‘foto’ van Wiesenthal . . . Alleen Rode Kruis inspecteurs, gestuurd en betaald door de Westerse Geallieerden, zagen niets, hoorden niets, roken niets en merkten niets . . . De totale nonsens over ‘onnozelheid’ van Rode Kruis inspecteurs is de zoveelste monumentale Holocaustleugen. Men moet, om de enormiteit ervan in te zien, enigszins op de hoogte zijn van de werkwijze van het Rode Kruis. Inspecties vonden periodiek plaats, waarbij de inspecteurs zich tevoren terdege op de hoogte stelden van de situatie in een kamp, de kampindeling, voorzieningen, installaties, gebouwen, terreinen, enz. Zij namen kennis van berichten en geruchten, maakten gebruik van gegevens van eerdere inspecties en controleerden de voortgang van eerder voorgestelde veranderingen en verbeteringen. Dat de inspecteurs, die de kleinste details van de bad- en hygiënische inrichtingen van AuschwitzBirkenau beschreven, niet gezien zouden hebben dat dit in werkelijkheid gaskamers waren is te dol voor woorden! Ondenkbaar is ook dat, zoals Nizkor cum suis brutaal en zonder bewijs liegen, de inspecteurs de toegang tot bepaalde faciliteiten zou zijn ontzegd zonder dat zij daarvan in hun Rapporten uitdrukkelijk melding zouden hebben gemaakt! Dit soort onzinnigheden maakt de Holocaustpromotie u wijs. “Er zaten in Auschwitz ook geallieerde krijgsgevangen, onder redelijke omstandigheden, maar zij wisten van de vergassingen en vertelden erover aan de IRC-afgevaardigde.” Hoe konden die geallieerde krijgsgevangenen (anders dan bij geruchte) van ‘vergassingen’ weten? Aan welke ‘IRC afgevaardigde’ vertelden zij dat? En waarom staat daarover niets in het 1.600 pagina’s tellende IRC Rapport Documents sur l’activité du Comité international de la Croix Rouge en faveur des civils détenus dans les camps de concentration en Allemagne (Genève, 1947)?! Zo lang Nizkor en consorten geen spat documentair bewijs van deze beweringen op tafel brengt, kan men ze voor leugens houden. In werkelijkheid is de misleiding nog valser. Omdat leugens noodzaken tot meer leugens, beweren zij dat de inspecteurs de ‘gaskamers’ wel hebben gezien, maar met de nazi’s samenspanden om dit ‘geheim’ te houden. Dat beweert Radu Ioanid, directeur van de Holocaust Survivors Registry bij het U.S. Holocaust Memorial Museum (USA Today, 2 mei 1997, "Silent Witness"). Tsja, het is maar in wie men meer vertrouwen heeft: het onafhankelijke Internationale Rode Kruis, dat op het hoogtepunt van ‘de Holocaust’ in 1943-‘44 gesprekken voerde met duizenden gevangenen in de kampen en in het bijzonder ook onderzoek deed naar geruchten over massamoord en vergassingen en rapporteerde daarvan niets te hebben gezien, of de directeur van de joodse “Holocaust Overlevenden Registratie” bij het Holocaust Museum, die zegt dat het Rode Kruis met de nazi’s samenspande om ‘de gaskamers’ geheim te houden? Over ‘samenzweringstheorieën’ gesproken . . . En, zoals we nog zullen zien, blijft het daar niet bij. “De voormalige SS-Untersturmfuehrer Dr Hans Münch bijvoorbeeld bevestigde dit in zijn getuigenis voor het Internationale Neurenberger Proces (Trial of the Major War Criminals, 1948, Vol. VIII, p. 313-321). Hij zei: “Ik zag verschillende malen rondleidingen van burgers en ook van commissies van het Rode Kruis 185
en andere instanties door het kamp, en ik kon vaststellen dat de kampleiding er meesterlijk in slaagde die rondleidingen zo te arrangeren dat de mensen die werden rondgeleid niets zagen van onmenselijke behandelingen. Alleen het hoofdkamp werd getoond en in dit hoofdkamp waren er zogenoemde showblokken, vooral blok 13, die speciaal waren voorbereid op rondleidingen en die waren uitgerust zoals een normale soldatenbarak met bedden met lakens, en goed functionerende wasruimtes.” Helaas moeten we op deze onzin in gaan. Het is daarbij zaak op hun arglistig taalgebruik te letten: Münch spreekt in zijn getuigenis over ‘onmenselijke behandelingen’. Daarover gaat het hier natuurlijk niet. Nizkor misbruikt Münch om te suggereren dat het zou gaan over verbergen van ‘gaskamers’. Pure misleiding. Het fake-karakter van deze ‘getuigenis’ blijkt uit de wijze waarop rondleidingen van bezoekers (die er inderdaad regelmatig waren, van familieleden van personeel, inwoners van Auschwitz, leveranciers, etc., etc.) hier valselijk op één hoop wordt gegooid met inspecties van het Internationale Rode Kruis. Twee totaal van elkaar verschillende zaken. “Het is ironisch dat dit beleid om vernietingingsgerelateerde voorzieningen niet te tonen ook wordt bevestigd door het IHR zelf, hoewel onbewust. In het "Lüftl Rapport” noemt de zogenaamde expert Walter Lüftl een memo aan de commandanten van de concentratiekampen. Volgens Lüftl staat daarin: Het bordeel en de crematoria mogen niet worden getoond bij bezoeken aan het kamp. Over deze installaties mag niet worden gesproken met personen die het kamp bezoeken....” Dit voor massavernietiging volkomen irrelevante memo komt niet, zoals Nizkor suggereert van Ir. Lüftl, maar zoals duidelijk vermeld uit een pamflet van Holocaustschrijver Marszalek Mauthausen: Führer durch die Gedenkstatte (blz. 12). Dit memo betreft de regels voor gewone bezoekers van alle concentratiekampen (ook van niet ‘vernietigingskampen’!), afkomstig van het WVHA (Economische Zaken). Elk groot bedrijf of grote organisatie heeft die. Het gaat helemaal niet om het ‘verbergen’ van ‘vernietigingsinstallaties’ en niet om Rode Kruis inspecties: die vallen domweg niet onder de noemer ‘bezoekers’. Bewust valse Nizkor-interpretaties om geheime ‘gaskamers’ te suggereren. Dat men tijdens rondleidingen bezoekers liever niet in een crematorium brengt begrijpt ieder normaal mens, behalve Holocaustpostuleerders. Dat zijn geen plaatsen waar men zonder noodzaak bezoekers toelaat, al was het alleen al uit piëteit en besmettingsrisico. Voortdurende achterstanden in de crematoria, epidemieën, enz. maakten dat daar talloze ongekiste, ontbindende lijken lagen in lijkenkamers, dissectieruimtes en ovenruimtes. Wat moesten bezoekers daar doen? Wat heerste daar anders dan risico’s en afgrijzen? Stank en besmettingsgevaar maakten dat onbehoorlijk en onverantwoordelijk. In elk geval geen locatie om groepen bezoekers in rond te leiden of een gunstige indruk over het kampte wekken, al doet Nizkor c.s. alsof ze dat niet begrijpt. Nizkor noemt grappig genoeg onder de ‘installaties’ die niet door bezoekers mochten worden bezocht ook de kampbordelen voor gevangenen. Tsjie, werd er in die kampbordelen dus ook al ‘vergast’?! “Lüftl geeft hierop het volgende commentaar: Blijkbaar kon dus al het andere worden getoond en verteld aan bezoekers. Logischerwijs kon dan een gaskamer, als die bestond, worden getoond en genoemd; anders zou die in het verbod zijn opgenomen. Omdat wij niet kunnen aannemen dat de SS ooit een [moord-]gaskamer heeft getoond aan de inspecteurs van het Internationale Rode Kruis, mogen we concluderen dat er geen bestond. Lüftl, die opgevoerd wordt als expert, weet niet eens dat de term “crematoria” verwijst naar de crematiecomplexen, waarin niet alleen de ovens maar ook de gaskamers waren ondergebracht. 186
Onbewust heeft hij bewijsmateriaal aangevoerd tegen zijn eigen zaak – want waarom zouden de crematoriumcomplexen verborgen moeten worden gehouden voor het Roden Kruis tenzij daar iets gebeurde dat het Rode Kruis niet mocht zien?” Zoals eerder aangetoond, werden de crematoria voor de Rode Kruis inspecteurs niet verborgen gehouden. Hoe zou dat kunnen met de rook, de stank, de vlammen uit de schoorstenen, de gigantische hoeveelheden slachtoffers, de oneindige rijen wachtenden, de tienduizenden ongecremeerde lijken, enz., alles binnen zicht- en loopafstand? Als het Rode Kruis dit niet zou zien, dan zouden zij het ruiken! Dit verhaal is pure fantasie. “Het "Lüftl Rapport” is online beschikbaar als tekstdocument op Nizkor, of als internetpagina op (ontkenner) Greg Ravens website. Zoek op de woorden “Rode Kruis”. Men kan zich afvragen waarom het Internationale Rode Kruis zich niet teweer stelt tegen dit soort laster. Die zaak is even eenvoudig als schandalig. De Westerse machten hebben de JHV geadopteerd als ‘Waarheid’ en het IRC staat onder hun curatele. Voor de Westerse staten, inclusief Israël en de invloedrijke zionistische lobby's in de VS, zijn Holocaustbelangen groter dan historische waarheid. De mond van het Rode Kruis zit dus op slot. Voorbeeld daarvan is het instituut International Tracing Service (ITC), onderdeel van het IRC, gevestigd in het Duitse Bad Arolsen met 6.000 medewerkers, onder beheer van de voormalige Geallieerden en Israël, maar betaald door Duitsland. Bij dat instituut liggen al meer dan 60 jaar 47 miljoen dossiers van 17 miljoen mensen die in de oorlog in Duitse kampen verbleven opgeslagen. Die informatie, welke het mogelijk maakt vrijwel exact het aantal gevangenen, hun verblijfplaatsen, overplaatsingen en overlijden in Duitse kampen vast te stellen, is al die jaren geheim gehouden. In 2007 werd dit grotendeels gedigitaliseerde gigantische bestand zogenaamd openbaar gemaakt, echter onder joods beheer in het beruchte Holocaust Memorial Museum in Washington. Ieder die informatie wenst over bloedverwanten die in de oorlog in Duitse kampen verbleven, ook al gaat het voor 75% om niet-joden, moet zich met een verzoek tot deze joodse instantie wenden. Hoewel in 2007 met veel media-tam-tam werd aangekondigd dat dit geheime archief nu eindelijk ‘openbaar’ is en de ‘verwachting’ werd uitgesproken dat nu veel bewijzen voor ‘de Holocaust’ tevoorschijn zouden komen, is noch van het een noch van het ander sprake: onafhankelijke onderzoekers hebben drie jaar later nog altijd geen vrije toegang tot dit cruciale archief en van enig bewijs of aanwijzing voor de JHV is niets tevoorschijn gebracht . . . .
187
Document Internationale Rode Kruis waarin het per 31 dec. 1983 officieel vastgestelde aantal doden (joden en niet-joden) aan alle oorzaken, in een aantal Duitse kampen wordt vastgesteld op 373.468. Die geheimhouding van dat sleutelarchief is natuurlijk niet zo maar. Met digitale technieken kan eenvoudig worden gecheckt en gecrosscheckt hoeveel mensen in de Duitse concentratiekampen 188
verbleven, werden overgeplaatst en hoeveel er daar zijn gestorven. Dat zal nooit openbaar worden gemaakt, omdat dan enorme verschillen tussen de werkelijkheid en de verhalen aan de dag treden, waarvoor men ‘verklaringen’ zal moeten geven. Nee, het is ‘beter’ het te laten zoals het nu is . . . Hoe weten revisionisten nu dat de werkelijke bevindingen van het Rode Kruis tijdens de oorlog afwijken van wat functionarissen thans daarover zeggen? Dat bleek tijdens het Zündel proces in 1988 in Toronto, toen Charles Biedermann, gedelegeerde van het Internationale Rode Kruis en Directeur van de International Tracing Service ITS als getuige onder ede werd ondervraagd. Aan het licht kwam dat het totaal aantal geregistreerde sterfgevallen(door alle oorzaken) in het Duitse concentratiekampsysteem op 31 december 1983 373.468 personen bedroeg (joden en nietjoden samen). Biedermann verklaarde ook dat het Rode Kruis strikte opdracht had geen statistieken e.d. te publiceren. Aldus werkt het Internationale Rode Kruis mee aan het voor het publiek verborgen houden van essentiële informatie over een van de belangrijkste gebeurtenissen uit de recente geschiedenis. Conclusie na Vraag 51: In plaats van kwalijke beschuldigingen tegen het Rode Kruis hard te maken, komt Nizkor niet verder dan afleidingsmanoeuvres als vals citeren van ‘getuige’ Münch en vliegen afvangen van deskundige Lüftl. Daarmee exposeren zij hun onthullende machteloosheid en de afwezigheid van bewijs voor dit belangrijke deel van JHV. Deze V&A van het IHR zijn geheel overeenkomstig de waarheid, in tegenstelling tot de kwalijke en niet van enig bewijs of aanwijzing voorziene laster van CIDI/Nizkor.
52. Wat was de rol van het Vaticaan in de tijd dat zes miljoen Joden zouden zijn uitgeroeid? IHR antwoord: Als er een uitroeiingsplan was geweest, zou het Vaticaan dat vrijwel zeker hebben geweten. Maar omdat dat er niet was, had het Vaticaan geen reden zich daartegen uit te spreken. ‘Ontzenuwing’ CIDI/Nizkor: Leugens. De nazi’s haatten de Katholieke kerk, en executeerden veel geestelijken in Polen en op andere plaatsen. De kerk had geen macht of invloed op de nazi’s. Revisionistische weerlegging: De verhouding Kerk/Staat in het Derde Rijk, was uiteraard veel complexer en minder caricaturaal dan CIDI/Nizkor hier beweert. Ze was lang niet zo haatdoordrenkt als deze Holocaust ‘educators’ aangeven. Waarom anders gaven de nazi’s gehoor aan de oproep van Katholieke bisschoppen om het Euthanasie-programma te stoppen? Als de nazi’s “de Katholieke Kerk haatten”, lag het eerder in de lijn dat de Kerk zou toegeven aan de immense joodse druk om verklaringen af te leggen waarvoor geen bewijzen zijn. Dat weigert de Kerk na 70 jaar nog altijd principieel. Waren alle katholieke Pausen en priesters (om nog te zwijgen van de gelovigen) ‘anti-semieten’ zoals de media openlijk suggereren? Of weigeren de verantwoordelijken uitspraken voor rekening van de Kerk te nemen die onwaar en onbewezen zijn?! De religieus bepaalde rabiate haat van joden tegen Kerk en Christendom laat ik maar liever buiten beschouwing. Dat van de nazi’s “executeerden veel geestelijken in Polen en op andere plaatsen” is tendentieuze onzin. Waarom zouden de nazi’s het speciaal op Poolse geestelijken hebben gemunt? Executies van bepaalde geestelijken in Polen waren niet gericht tegen de katholieken of de Kerk, maar tegen illegaliteit en verzet. Priesters die zich daarmee niet bezighielden, hadden niets te vrezen. Er was wat dat betreft geen verschil tussen de behandeling van Poolse en bijv. Nederlandse geestelijken. 189
Deze V&A gaat over een eventuele rol van het Vaticaan bij een ‘uitroeiingsplan’. De Holocaustlobby beschuldigt letterlijk iedereen behalve joden (joodse politie, joodse kapo’s, Joodsche Raden, zionisten, enz.!) van schuld en/of (latente) medeplichtigheid aan ‘de Holocaust’: het Rode Kruis, de Geallieerden, de Rooms Katholieke Kerk, bijna alle Europese niet-joden zijn volgens hen min of meer schuldig aan de JHV! Deze V&A stelt dat het Vaticaan tijdens de oorlog niets wist van een nazi-uitroeiingsprogramma voor joden en geen reden had (heeft) zich daarover onwaarachtig uit te spreken. Nizkor, noch iemand anders kan aantonen dat dit wel het geval was. Het is een pogen alle Christenen met ‘schuld’ jegens joden te belasten en hen te laten te buigen voor de Holocaustreligie. Alweer: feiten daarvoor ontbreken. Als één instituut zou moeten hebben geweten van ‘massavergassingen’ in Polen, dan was het de Katholieke Kerk. Die kent het fenomeen van de Biecht, waaruit in dat geval ongelooflijk veel informatie de Kerk zou hebben bereikt; ook beschikte ze over tienduizenden geestelijken verspreid over elk gehucht in Polen, in Duitsland en zelfs het in Duitse leger en de SS. Geen van hen berichtte ooit over massavergassingen van joden. Conclusie na Vraag 52: Het IHR is juist en onweerlegd. De suggestie dat de Rooms Katholieke Kerk tijdens de naziperiode een kwalijke rol zou hebben gespeeld is even wijdverbreid als onjuist. De Kerk heeft veel gedaan om het joden aangedane leed, zowel in de kampen als daarbuiten te verzachten. Ze bood hulp waar dat mogelijk was. In plaats van enige waardering daarvoor, wordt die Kerk zonder bewijs onophoudelijk beschuldigd, belasterd en verdacht gemaakt. Precies hetzelfde, waarover ook talloze particuliere Polen die met gevaar voor eigen leven joden hielpen, zich na de oorlog beklaagden.
53. Wat bewijst dat Hitler wist van de Joodse vernietiging die gaande was? IHR antwoord: Niets. ‘Ontzenuwing’ CIDI/Nizkor: Zie vraag 26. Conclusie Vraag 53: Zoals de Revisionistische weerlegging bij V&A 26 al toonde, er is niet het minste bewijs dat Hitler opdracht gaf voor massamoord op joden! CIDI/Nizkor levert noch daar, noch elders, bewijs daarvoor. Het zgn. ‘Führerbefehl’ was een leugen vanaf het allereerste begin, in 1988 expliciet herroepen door Hilberg en impliciet door de daarop gevolgde zgn. ‘Historikerstreit’ van ‘functionalisten’ en ‘intentionalisten’. En, zoals een kind kan weten: Geen Hitlerbevel, Geen Holocaust!
54. Collaboreerden de Nazi’s en de Zionisten? IHR antwoord: Voor de oorlog tekenden Duitsland en de zionisten een overeenkomst, welke het joden toestond grote kapitalen naar Palestina over te brengen. Tijdens de oorlog onderhielden de Duitsers hartelijke betrekkingen met de zionistenleiding.
190
Behulpzaam bij het beoordelen van deze V & A zijn: Peter Edel, De schaduw van de ster; Zionisme en antizionisme. ISBN 90 6445 264 4. Uitg. Epo, Berchem (België). L. Brenner, 51 Documents – Zionist Collaboration With the Nazis. Londen, Bookmarks, Bloomsbury Way London WC1. ‘Ontzenuwing’ CIDI/Nizkor: “Vriendschappelijke betrekkingen”? Even serieus. Met een regiem dat keer op keer publiekelijk had verklaard dat Joden een plaag zijn die verdelgd moet worden? Zie de citaten uit toespraken van Hitler in vraag 1. Revisionistische weerlegging: Goedkope retoriek. Zwak genoeg gaat CIDI/Nizkor hier alleen in op het woordje ‘hartelijk’, niet op de zionistische collaboratie. Eerst vertaalt CIDI/Nizkor ‘cordial’ (hartelijk) foutief met ‘vriendschappelijk’. Daartussen zit nogal wat. Het doel van de nazi’s was niet zoals Nizkor zegt ‘verdelgen’, maar verdrijven. Dat bewijst alleen deze overeenkomst al. Nazi’s en zionisten onderhielden daarnaast nauwe zakelijke betrekkingen, hetgeen onder meer leidde tot het zgn. Ha’avara Abkommen, een overeenkomst waarbij Duitse joden naar Palestina konden vertrekken met medeneming van het grootste deel van hun bezittingen. Als een jood 100.000 RM inleverde, leverde Duitsland voor 90.000 RM industriegoederen aan de zionisten, die dit verkochten en vervolgens 85.000 RM betaalden aan de betreffende jood zodra die in Palestina arriveerde. Voor de geëmigreerde jood betekende dit dat hij 85% van zijn bezittingen behield (nietjoden betaalden bij vertrek naar het buitenland 40% belasting zodat die slechts 60% over hielden!). De zionisten brachten aldus kapitaalkrachtige joden Palestina binnen en de nazi’s zagen joden vertrekken, werkgelegenheid in de Duitse industrie bevorderd en joodse bedrijven overgenomen door Duitsers. Ook al leidden de betrekkingen tussen nazi’s en zionisten niet altijd tot het gewenste resultaat, ze waren structureel en intensief. Dat die betrekkingen ‘hartelijk’ waren, kan men zich goed voorstellen: uit de psychologie van gijzelingen is bekend dat gezworen vijanden elkaar gaan waarderen naarmate de contacten langduriger en intensiever zijn. In 1942 stelden de nazi’s voor, alle joden in Europa voor een bedrag van 2 miljoen Dollar een vrijgeleide te geven naar buiten Europa. De zionisten weigerden, omdat anders het verhaal van het joodse lijden afbreuk werd gedaan, waardoor de nagestreefde stichting van de eigen staat op losse schroeven kon komen. Zionistenleider Ben Goerion zei in 1938 in een rede voor de Zionistenbond:
“Als de joden moeten kiezen tussen redding van joden uit de concentratiekampen en ondersteuning van het Thuisland Palestina, zal medelijden de overhand krijgen en alle energie zich richten op redding van de joden. Het zionisme zal niet alleen uit de dagelijkse aandacht van de wereld en Groot-Brittannië verdwijnen, maar ook uit de joodse publieke opinie. Als we zo’n scheiding tussen vluchtelingen- en Palestinaprobleem toestaan, zetten we het bestaan van het zionisme op het spel.” Eerder al, in 1934, had zionistisch voorman en Rothschild handlanger Chaim Weizmann gezegd “Liever de ondergang van de Duitse joden te zien dan de ondergang van de staat Israël” (J.G. Burg, Schuld und Schicksal. Europas Juden Zwischen Henkern und Heuchlern . Blz. 77 e.v. 1962, Damm Verlag GmbH München). Niet helemaal onbegrijpelijk dus, die zionistische afwijzing van het Duitse plan tot in veiligheid brengen van alle Europese joden, want de logische consequentie van de door hen gehanteerde prioriteiten. Een andere uitspraak van Ben Goerion was immers: “Catastrofe is macht”; hier lag zijn catastrofe voor het grijpen!
191
CIDI/Nizkor verzwijgt dit. Ook dat eind 1944 de nazi’s (Eichmann) voorstelden 100.000 ‘of meer’ joden uit Auschwitz te ‘ruilen’ voor vrachtwagens. Ook daar gingen de zionisten niet op in, o.m. omdat joden streng op hun bruikbaarheid voor de nieuwe staat Palestina werden geselecteerd(!). “Dit antwoord lijkt ook strijdig met andere beweringen in de “66Q&A”. In de vragen en antwoorden 11 en 12 zegt het IHR dat “Judea” en “de Joden” zes jaar voordat de Tweede Wereldoorlog begon Duitsland de oorlog hadden verklaard. De IHR moet wel kiezen: of de gehate Joden verguisden de Duitsers, of de Duitsers zijn zulke goede mensen dat zelfs de gehate Joden in staat waren “vriendschappelijke relaties” met ze te onderhouden. Allebei kan niet.” Joden zijn geen betere mensen dan Duitsers, Palestijnen, Amerikanen, noch omgekeerd. Er kunnen uitstekende zakelijke relaties bestaan tussen mensen die elkaar verachten; zeker als één van hen naar het andere eind van de wereld wil verhuizen en beide partijen daar beter van worden . . . Conclusie Vraag 54: ‘Hartelijke betrekkingen’ moet uiteraard met de nodige korrels zout worden genomen. Feit is dat nazi’s en zionisten structureel zaken deden omdat beiden meenden er voordeel aan te hebben. Dat bleef zo tot eind ’44 de nazi-structuur op instorten stond. CIDI/Nizkor laat de kern van de vraag onbecommentarieerd en leidt de aandacht naar een ondergeschikt punt. Zelfs daarop scoort zij niet. Over joodse (met name zionistische) collaboratie is geen enkele twijfel (meer), dus wat CIDI/Nizkor daarover wil ‘ontzenuwen’ moet ze nog maar eens uitleggen.
55. Waardoor stierf Anne Frank, maar een paar weken voor het eind van de oorlog? IHR antwoord: Nadat zij een gevangenschap in Auschwitz had overleefd, overleed zij aan tyfus in het kamp Bergen-Belsen, maar een paar weken voor het eind van de oorlog. Zij is niet vergast. Behulpzaam bij het beoordelen van deze V & A zijn: - Rapport van het Internationale Comité van het Rode Kruis over haar Activiteiten Gedurende de Tweede Wereldoorlog, Genève, 1948. Dit uitgebreide verslag afkomstig uit neutrale bron, bevat de bevindingen van twee eerdere verslagen: Documents sur L’activité du CICR en faveur des civils detenus dans les camps de concentration en Allemagne 1939- 1945 (Genève, 1946), en Inter Arma Caritas: the Work of the ICRC during the Second World War (Genève, 1947). http://www.abbc2.com/historia/really/09.htm ‘Ontzenuwing’ CIDI/Nizkor: Anne was maar een van de acht Nederlandse Joden die twee jaar ondergedoken hadden gezeten in Amsterdam toen zij werden verraden, gearresteerd, en door de nazi’s naar de vernietigingskampen in Polen werden gedeporteerd. Herman van Pels, een zakenrelatie van Anne’s vader, werd na aankomst in Auschwitz-Birkenau vergast op 6 september 1944 (Nederlandse Rode Kruis, dossier 103586). Zijn vrouw stierf “tussen 9 april en 8 mei 1945, in Duitsland of Tsjechoslowakije” (Nederlandse Rode Kruis, dossier 103586). Hun zoon Peter stierf op 5 mei 1945 in het concentratiekamp Mauthausen, in Oostenrijk, na een dodenmars uit Auschwitz (Nederlandse Rode Kruis, dossier 135177). Dr. Friedrich Pfeffer, een vriend van de familie, stierf op 20 december 1944 in het kamp Neuengamme (Nederlandse Rode Kruis, dossier 7500). Anne’s moeder stierf op 6 januari 1945 in Auschwitz-Birkenau (Nederlandse Rode Kruis dossieer 117265). 192
Anne en haar oudere zus Margot stierven aan tyfus rond 31 maart 1945 in het concentratiekamp Bergen-Belsen. Van deze acht mensen overleefde er maar één, Anne’s vader Otto Frank. Er werden ook twee niet-Joden gearresteerd, Johannes Kleiman en Victor Gustav Kugler, zakenrelaties van Otto Frank, voor het helpen van de familie Frank. Beiden werden veroordeeld tot Arbeidseinsatz (dwangarbeid) in Duitsland, en beiden overleefden de oorlog. Alle verwijzingen naar het Nederlandse Rode Kruis komen uit Anne Frank, The Diary of Anne Frank: The Critical Edition, 1989, pp. 49-58. Revisionistische weerlegging: Anne Frank is niet naar ‘de vernietigingskampen in Polen’ gedeporteerd. Zij is met de anderen van de groep naar één Pools kamp gedeporteerd: Auschwitz en werd daar als vijftienjarige met schurft verpleegd, voor zij zes weken later, op 28 oktober 1944 naar Bergen-Belsen in Duitsland werd gebracht. Beter bewijs dat Auschwitz geen vernietigingskamp was in de zin van ‘vergassingen’ is er nauwelijks. Eind maart 1945 overleed zij, na een verblijf van vijf verschrikkelijke maanden in het door oorlogsomstandigheden, overpopulatie en tyfusepidemieën geteisterde kamp Bergen-Belsen, aan tyfus. Overigens, Auschwitz was een ‘Vernietigingskamp’ zegt de JHV, waar men óf direct ongeregistreerd de ‘gaskamer’ in ging’, óf moest werken tot de dood erop volgde. Van de massale overplaatsingen uit Auschwitz naar andere kampen spreekt de JHV niet. Laten we eens bezien wat er met de 8 personen van de groep Frank gebeurde nadat zij in Auschwitz aankwamen. Anne had of kreeg schurft en werd daar verpleegd. Samen met haar zus Margot werd ze daarna overgeplaatst naar Bergen-Belsen in Duitsland. Vader Van Pels werd volgens de JHV bij aankomst “vergast”. Mevrouw Van Pels werd overgeplaatst naar Tsjecho-Slowakije. Peter van Pels overgeplaatst naar Mauthausen in Oostenrijk. Dr. Pfeffer werd overgeplaatst naar Neuengamme in Duitsland. Anne’s moeder bleef in Auschwitz en stierf daar vijf maanden na aankomst door ziekte. Degene die het langst in Auschwitz verbleef, Anne’s vader Otto Frank, overleefde als enige de oorlog! Hoezo “Vernietigingskamp”? Van deze groep naar Auschwitz gedeporteerde mensen zou volgens de JHV één direct bij aankomst zijn ‘vergast’, één overleed 5 maanden later door ziekte en één overleefde daar de oorlog. Maar liefst 5 van de acht werden overgeplaatst naar andere kampen waar geen ‘gaskamers’ waren. Ironisch genoeg overleefde geen van hen die niet-vergassingskampen! Dit onderstreept de stelling dat miljoenenmoord in “gaskamers” geen functie had in de massasterfte. Zeer merkwaardig is dat slechts één van de acht bij aankomst in Auschwitz zou zijn ‘vergast’ en de 7 anderen niet. Onverklaarbaar en in strijd met de verplichte verhalen van de JHV. Dat vader Van Pels bij aankomst op 6 september werd ‘vergast’ is vrijwel zeker een Holocaustleugen. Als CIDI/Nizkor dit kan bewijzen, zijn zij de eersten die een ‘Holocaustvergassing hebben bewezen. Natuurlijk kunnen zij dat niet, anders was dat van de daken geschreeuwd. Bedrieglijk genoeg wordt verwezen naar “Nederlandse Rode Kruis, dossier 103586”. Echter, in die dossiers staan alleen meldingen van overlijden, met personalia, plaats en datum van overlijden, maar zeker niet dat de doodsoorzaak ‘vergassing’ was. Dat zou ook niet kunnen, want officiële Rode Kruis rapporten spreken tegen dat in Auschwitz ‘vergassingen’ plaatsvonden! Het Internationale Rode Kruis rapporteerde in 1947: “Wij konden geen sporen van installaties voor de vernietiging van civiele gevangenen ontdekken” Rapport van het Internationale Comité van het Rode Kruis over haar Activiteiten Gedurende de Tweede Wereldoorlog, Genève, 1948. Dit uitgebreide verslag, afkomstig uit neutrale bron, bevat de bevindingen van twee eerdere verslagen: Documents sur L’activité du CICR en faveur des civils detenus dans les camps de concentration en Allemagne 1939- 1945 193
(Genève, 1946), en Inter Arma Caritas: the Work of the ICRC during the Second World War (Genève, 1947). http://www.abbc2.com/historia/really/09.htm ‘Joodsmonument.nl’ schrijft dat de ‘vergaste’ vader Hermann van Pels (46), volgens een getuige stierf in Auschwitz begin oktober 1944! Dat is twee maanden na aankomst! Dat zou eens te meer bewijzen dat dit vergassingsverhaal van de Anne Frank Stichting c.s. een verzinsel is. Het komt van zakenman/uitgever vader Frank, die in 1979 vertelde: 'Ik zal nooit het moment vergeten dat de zeventienjarige Peter van Pels en ik een groep geselecteerde mannen zagen. Onder hen was Peters vader. Ze werden afgemarcheerd. Twee uur later kwam een wagen langs met hun kleding.' Ja, van die verhalen kennen we er al een paar teveel; wie over de laatste zin één minuut nadenkt, weet dat dit een onmogelijke fantasie is. Want, ging “een groep geselecteerde mannen” nu ook al rechtstreeks de ‘gaskamers’ in? Dat waren toch meest vrouwen, kinderen, bejaarden, zieken, enz.? (zie o.a. foto’s Auschwitz Album). Hermann van Pels was bovendien 46 jaar, volgens getuige Sal de Liema was Van Pels in Auschwitz tewerk gesteld, raakte gewond aan zijn duim en werd in het ziekenhuis geselecteerd voor de gaskamer. Hoe vader Frank en Peter dat hebben kunnen zien, is een ‘Holocaust Wonder’. Niet minder een Wonder is hoe zij twee uur later(!) op een voorbijrijdende kar de kleding van Peters vader konden herkennen is. Er werden toch groepen van enkele duizenden ‘vergast’? Hoe dan de kleding van de mensen uit dit kleine groepje herkend? En, droegen tewerkgestelde gevangenen niet allemaal dezelfde gestreepte gevangeniskleding? Hoe herkenden zij de kleding van Van Pels? Hoe wisten ze dat zij’ vergast’ waren? Kortom, wie even nadenkt is geschokt door de onzin van dit soort ‘getuigenissen’. Erger is, dat hele volksstammen ze als zoete koek aannemen. Het verhaal van Hermann van Pels is een schoolvoorbeeld van de ultieme onbetrouwbaarheid van ‘getuigen’, ‘documenten’, ‘data’ en duizenden andere Holocaustverhalen. Bij nadere beschouwing blijkt niets ervan te kloppen: de ‘vergassing op de eerste dag’ niet, de vermelding ‘vergast’ op een opgevoerd Rode Kruis document niet, de ‘selectie’ in het ziekenhuis niet, de genoemde ‘data’ niet, de getuigenis over de ‘selectie’ niet, enz. Niettemin worden generaties jonge mensen geïndoctrineerd met o.m. de ‘vergassing’ van Hermann van Pels. Nogmaals, Van Pels is als zovelen in Auschwitz of elders om het leven gekomen onder ongetwijfeld afschuwelijke omstandigheden. Maar dat hij zou zijn ‘vergast’, behoort tot verhalen waarvoor geen enkel bewijs bestaat. Uit het verhaal van de 8 mensen van de groep Frank blijkt dat 5 van hen na aankomst, ontsmetting en eventueel verpleging, vanuit Auschwitz naar andere kampen (niet-vernietigingskampen!) zijn gebracht (62,5%), 2 overleden door ziekte (25%), 1 onbekend (ziekte? zelfmoord?) (12,5%) en 1 overleefde (12,5%). De lotgevallen van de groep Frank maken in elk geval duidelijk dat ‘gaskamers’ niet nodig waren voor de enorme sterfte in de gevangenenkampen. Maar dat gold overal. Van de 602 in Nederland op gezondheid gekeurde Puttense mannen tussen 20 en 50 jaar, die 7 maanden voor de Bevrijding naar arbeidskampen in Duitsland werden gedeporteerd (waar ook geen ‘gaskamers’ waren!), overleefden er slechts 44. Dat is 7,5%! Minder dus dan van de groep Frank! Is het dan vreemd dat van joden met vrouwen, kinderen, bejaarden, zieken, enz. die langdurig in Polen/Wit Rusland verbleven er ca. 5% terugkeerden? Ook van de ca. 5.000 Nederlanders die als dwangarbeiders naar het Duitse Arbeidskamp Neuengamme werden gebracht, 194
overleefden er minder dan 10%. Zo zijn er helaas vele voorbeelden te noemen die het fenomeen ‘gaskamers’ tot fantasie maken. Conclusie Vraag 55: Aan het IHR antwoord op deze V&A is niets toe te voegen. Het is correct. Nizkor probeert de relatie te leggen tussen Anne Frank, Auschwitz en ‘uitroeiing’ in ‘gaskamers’. Daarvan vindt men in haar geschiedenis niets terug. Ook niet van ‘bewuste vernietiging’, integendeel. Des te meer van afschuwelijke en tragische omstandigheden die tot lijden en dood van ontelbare onschuldige joden en anderen hebben geleid. Hoe afschuwelijk dit kind en andere kinderen tijdens de oorlog ook hebben geleden, er is geen verband met opzettelijke doding van joden of ‘gaskamers’. Wel van dood door grove schuld door de nazi’s.
56. Is het Dagboek van Anne Frank echt? IHR antwoord: Nee. Bewijzen samengesteld door de Zweed Ditlieb Felderer en de Franse Prof. Dr. Robert Faurisson tonen aan dat het beroemde dagboek literair bedrog is. ‘Ontzenuwing’ CIDI/Nizkor:Dr. Robert Faurisson is tenminste niet zo grof als Felderer. Maar hij is geen historicus, forensisch expert of grafologisch expert. Hij was professor in de letterkunde aan de Universiteit van Lyon. De getuigenverklaring van deze “vooraanstande Holocaust-autoriteit” over de echtheid van de geschriften van Anne Frank werd in 1979 verworpen door het Frankfurt Oberlandesgericht (regionale Hoge Raad). (Ik ga niet in op eerdere ‘versies’ of uitingen van door Nizkor selectief opgevoerde revisionisten; sommige uitingen van Felderer waren uiterst cynisch, tot op het smakeloze af, echter de kern van zijn kritiek is niet weerlegd.) Revisionistische weerlegging: Het vakspecialisme van professor Faurisson is – zoals Nizkor heel goed weet – Vergelijkende schriftkunde, in het bijzonder de studie naar wetenschappelijke aspecten van waarheid en onwaarheid van en in historische documenten. Bij uitstek een specialisme dat bij de beoordeling van historische documenten relevant en van het grootste belang is. Hij doceerde Moderne en Hedendaagse Franse Literatuur aan de Sorbonne. Aan de Lumière Universiteit van Lyon ontwikkelde hij de structuur voor het onderwijs in Tekstkritiek en Documentkritiek in literatuur, geschiedenis en media. Als Faurisson ergens deskundig in is, dan is het in onderzoek als dit naar de echtheid van bijv. het ‘Dagboek van Anne Frank’. De door CIDI/Nizkor gegeven typering van Faurisson is dan ook vals. Ze past in het valse Nizkor-rijtje, Leuchter: “fraudulente niet-technicus, ‘Bachelor’ in Historie”, Zündel: “Hitler-adept”, Dr. Rudolf: “Neo-nazi”, Jean-Claude Pressac” (als hen dit uitkomt) “Apotheker”, Ir. Lüftl: “zogenaamde expert”, enz. Schelden, beledigen, diskwalificeren en belasteren van mensen die zich toch niet kunnen verdedigen, het is de Holocaustpromotie ten voeten uit. Ad hominem en Ad Nauseam. Dat een onder judaïsche curatele staande Duitse (of Franse) rechtbank Faurisson’s onderzoek diskwalificeert en/of hem daarvoor al dan niet in de gevangenis zet, is treurig en nietszeggend. Discussies als deze behoren tot het domein van de vrije wetenschap en niet, zoals de Holocaustindustrie wil, voor strafrechters, die oordelen op grond van politieke criteria. “In 1981 moest Faurisson voor een Franse rechter verschijnen om zijn stelling, op radio en in diverse publicaties, te verdedigen dat de gaskamers nooit hadden bestaan. Hij kreeg drie maanden voorwaardelijk en werd veroordeeld tot boetes en schadevergoedingen wegens smaad, aanzetten tot 195
haat en discriminatie, rassenhaat en racial geweld. Het vonnis werd in hoger beroep bekrachtigd. “ Veelzeggend dat wetenschappelijke schriftkritiek op het dogma van ‘de Holocaust’ wordt bestraft met vervolging, beroepsverboden, ‘schadevergoedingen’, draconische gevangenisstraffen, enz., waarbij argumenten verboden zijn en valse voorwendsels als ‘Rassenhaat’(!), ‘Aanzetten tot haat’, ‘Discriminatie’ en andere leugens worden geïnstrumentaliseerd tegen onderzoekers en critici. Waarheid pleit daarbij niet vrij. Het is alarmerend dat in de EU, dat pretendeert de principes van een rechtsstaat te volgen, kwesties over historische waarheid door strafrechters worden ‘beslist’. Dit is het adopteren van de communistische praktijk van ‘de Staat bepaalt wat Waarheid is’ en wie het daarmee niet eens is, is een ‘Vijand van het Volk of een Vijand van de Staat’. Vervolging van Holocaustrevisionisten vertoont alle kenmerken van Middeleeuwse Kettervervolging. Niets meer en niets minder. Cidi/Nizkor toont haar ware karakter door zich daarachter te plaatsen en revisionisten o.m. villein te beschuldigen van ‘raciaal geweld’. Een absoluut ongegronde, smerige leugen. Nooit is een revisionist betrapt op daden van geweld, laat staan van ‘raciaal’ geweld. Wij mogen niet nalaten op het tegendeel te wijzen: geweld vanuit een zichzelf als ‘ras’ beschouwende groep die elke kritiek afwijst en zich schuldig maakt aan ernstige daden van gangsterdom tegen revisionisten. Professor Faurisson is meerdere malen door joods tuig aangevallen o.m. door een bende rapaille, zich noemend ‘Zonen der Joodse Herinnering’, als gevolg waarvan hij wekenlang ernstig gewond op de Intensive Care lag. De Amerikaans joodse gangster Irv Rubin erkende trots verantwoordelijk te zijn geweest voor het in brand laten steken van het huis van Ernst Zündel; ook het kantoor van het IHR was herhaalde malen doelwit van aanslagen, brandbommen, dreigtelefonades en werd in juli 1984 volledig in de as gelegd, waarbij alle archieven, etc. verloren gingen. Hoewel de daders bekend zijn, zowel van de poging tot moord op Faurisson als de verwoesting van het IHR kantoor, werd daarvoor nooit iemand veroordeeld. Voor een overzicht van misdaden van dit soort gangsters tegen vredelievende revisionisten: http://www.stormfront.org/forum/showthread.php?t=639451&page=2 “Faurissons vreemde opvatting van wat bewijs is, is goed beschreven door Michael Shermer in een open brief aan revisionisten.” Bewijs is niet wat Holocaustpropagandist Shermer ten faveure van de JHV opvoert. Getuigenissen zonder documentaire en/of forensische feiten zijn geen bewijs. Het voert te ver in te gaan op de verschillende bewijscategorieën en hun onderlinge relaties. Vaststaat dat de JHV vrijwel uitsluitend rust op de laagste categorie in de bewijshiërarchie: getuigenverklaringen. Dat heeft zonder documentair en/of forensisch bewijs nauwelijks waarde anders dan onderzoeksinitiërend of ondersteunend. De revisionistische bewijzen en tegenbewijzen zijn daarentegen van de eerste en tweede categorie: forensisch en documentair. In de criminologie geldt terecht: forensisch bewijs gaat boven getuigen. “In 1981 legde het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie de handgeschreven dagboeken van Anne Frank voor aan het Nederlands Forensisch Instituut vanhet Ministerie van Justitie (NFI), om de echtheid ervan vast te stellen. Het NFI onderzocht de gebruikte materialen – inkt, papier, lijm enz. – en het handschrift, en publiceerde een rapport van zo’n 270 pagina’s: Het rapport van het Nederlands Forensisch Instituut heeft overtuigend aangetoond dat beide versies van het dagboek van Anne Frank door haar zijn geschreven in de jaren 1942 tot 1944. De aantijgingen dat het dagboek het werk was van een ander (na de oorlog of anderszins) zijn hiermee 196
onomstotelijk weerlegd. En voorts dat ondanks correcties en weglatingen... het Dagboek van Anne Frank [dwz de gepubliceerde versie van de dagboeken] inderdaad “de essentie” bevat van Anne’s geschriften, en dat er geen gronden zijn vooor het toepassen van de term “vervalsing” op het werk van de redacteuren of uitgevers van het boek.” Zie wat het NFI zegt: “. . . ondanks correcties en weglatingen. . . de essentie bevat van Anne’s geschriften.” Zo lusten wij er nog wel een paar. Iedereen kan het dus geschreven hebben, zolang het maar “de essentie van Anne’s geschriften” bevat. Met die “essentie” en de interpretatie kan men dus alle kanten uit. Laten we zeggen dat de naoorlogse vervalsingen van beroemde stukken van Vermeer door Meestervervalser Han van Meegeren “de essentie” van Vermeer bevatten . . . Waarom hangt het Rijksmuseum die stukken niet op als zijnde echt? Omdat dat pure vervalsing zou zijn! Inderdaad, ook met een na de dood van Anne Frank op de markt gebrachte ballpoint kan men de ‘essentie’ van “haar” boek prima opschrijven. “De meest gehoorde klacht tegen het dagboek is, dat het met balpen geschreven teksten bevat en dat balpennen pas na Anne’s dood populair werden. Dit is een fraudulente[…] maar hardnekkige mythe. De enige balpeninkt in het dagboek stond op stukjes papier waarvan bovendien bekend is dat zij zijn toegevoegd door een ander dan Anne Frank. De teksten van Anne zelf zijn niet met balpen geschreven. Zie Anne Frank, The Diary of Anne Frank: The Critical Edition, 1989, pp. 96, 166.” Nee, allicht zijn de teksten van Anne Frank zelf niet met ballpoint geschreven! Die bestond nog niet! Die ‘stukjes’ zijn later door ‘iemand anders’ geschreven en toegevoegd aan Anne’s stukjes en andere weggelaten. Door wie? Wel, omdat CIDI/Nizkor zoveel waarde hecht aan uitspraken van rechters, wijzen wij op een vonnis van het New Yorks Gerechtshof die aan de joods-Amerikaanse schrijver Meyer Levin royalties toekende van $ 50.000 voor zijn werk aan “Het Dagboek van Anne Frank”, te betalen door vader Frank. Wat uiteindelijk verscheen was dus niet “Het Dagboek van Anne Frank”, maar een naoorlogse geredigeerde literaire compilatie van de “essentie” van stukjes uit een ‘roman’ die Anne in de oorlog schreef en waarvan de Amerikaan Meyer Levin een boek maakte. Zo goed? Omdat het NFI zoveel waarde zegt te hechten aan stukjes die door Anne zelf zijn geschreven (niet met ballpoint), vullen wij aan dat Anne in één daarvan (29 maart 1944) schrijft dat het “… een roman,” is, door de internationale Holocaustpromotie bedrieglijk ‘vertaald’ als ‘een romance’! Hoe dan ook, een roman, geen ‘dagboek’ dus. De eerste versie heette dan ook niet ‘Dagboek’, maar had een echte romantitel: ‘Het Achterhuis.’ Goed, teveel aandacht al voor dit middelmatige verhaaltje van het weinig interessante tienermeisje Frank. Het heeft noch historische, noch andere waarde, maar is tot een sentimenteel staaltje joodse persoonsverheerlijking ‘communist-style’ gemaakt, om geld mee te verdienen en komende generaties te indoctrineren met Joods Lijden. Het zal op objectieve mensen weinig indruk maken, aangezien honderdduizenden niet-joodse kinderen sindsdien in Gaza, op de Westbank, in Afrika, in Irak, in Afghanistan, enz. evenzo, om niet te zeggen oneindig veel erger hebben geleden en nog altijd lijden. Het zou pas indruk maken als de Anne Frank Promotie enig mededogen met gericht neergeschoten en voor het leven verminkte Palestijnse kinderen zou kunnen opbrengen. Dat doen zij heus wel, zullen zij zeggen. Merkt u daarvan wel eens iets? Conclusie Vraag 56: Het ‘Dagboek van Anne Frank’ is zo echt als een naoorlogse geredigeerde 197
literaire compilatie van de ‘essentie’ van de stukjes uit een ‘roman’ die Anne in de oorlog schreef en die de Amerikaan Meyer Levin tot een boek maakte, maar kan zijn. Elk verder woord over deze miljoenvoudig verspreide smartlap is verspild.
57. En de talloze foto’s en filmbeelden uit de Duitse concentratiekampen waarop stapels uitgemergelde lijken te zien zijn, zijn die vervalst? IHR antwoord: Foto’s kunnen vervalst zijn, ja. Maar het is veel gemakkelijker een kop of commentaar bij een foto of filmfragment te plaatsen dat niet de waarheid vertelt over wat de foto of film in werkelijkheid toont. Betekent een stapel lijken dat die mensen zijn ‘vergast’ of moedwillig doodgehongerd? Of kan dat betekenen dat deze mensen slachtoffers waren van een heersende tyfusepidemie of stierven door voedselgebrek in de kampen tegen het eind van de oorlog? Foto’s van stapels Duitse vrouwen en kinderen gedood bij Geallieerde bombardementen zijn eveneens doorgegaan voor vermoorde joden. ‘Ontzenuwing’ CIDI/Nizkor: Vreemd dat het IHR zegt dat stapels lichamen geen bewijs zijn dat de nazi’s genocide pleegden. Revisionistische weerlegging: Nee, stapels lijken zijn geen bewijs voor genocide. In dat geval wordt er ook genocide gepleegd in Afrika, bij de Tsunami, in Irak, in Vietnam, in Dresden, in Hiroshima, enz. Stapels lijken zijn stapels lijken. Het zijn – zoals het IHR terecht zegt – de onderschriften bij dit soort foto’s - die waarheid of leugen vertellen; niet de foto’s zelf. “In hun oorspronkelijke antwoord op vraag 1 noemen zij “stapels kleren” en zeggen zij dat dat inderdaad een bewijs zou zijn, als er zoiets bestond. Stapels kleren zijn bewijs, maar stapels lichamen niet?” Het bestaan van stapels brillen, schoenen, kleren’, koffers, enz. is vanaf het begin door revisionisten niet gezien als ‘bewijs’ voor vergassingen. Deze spullen trof men aan in alle Duitse kampen, ook in die waarvan door niemand meer wordt beweerd dat het ‘vernietigingskampen’ waren. Zoals we bij V&A 1 al zeiden, mensen moesten bij aankomst in de kampen alle persoonlijke spullen afgeven. Zij hadden de meest uiteenlopende artikelen bij zich en binnen het kampsysteem moest ieder qua bezittingen gelijk zijn. Ook werden bepaalde zaken van overledenen voor hergebruik in Duitsland ingezameld (kunstledematen, brillen, enz.). “Wij zien hier ook de impliciete bewering dat geallieerde soldaten dode Duitsers zouden hebben verzameld, die naar de kampen gebracht zouden hebben, en ze daar zouden hebben gefotografeerd. Enig bewijs dat deze absurditeit zou ondersteunen zou fijn zijn, maar dat is er natuurlijk niet.” Het bewijs daarvoor is inderdaad mager en het verheugt mij dat CIDI/Nizkor dit ook vindt. Het is immers het type bewijs waarop de hele JHV rust: getuigen. Getuigen zagen op een afgelegen perron in Erfurt een verzegelde, streng bewaakte trein vol dode, gewonde, zieke en stervende Duitse soldaten. Zij werden ’s nachts door de Amerikanen naar Buchenwald, Dachau en andere kampen vervoerd om daar te worden gefilmd als slachtoffers van nazigruwelen. Lijken die eerst in Buchenwald waren gedumpt, waarna de bevolking van Weimar werd gedwongen langs de ‘slachtoffers van de nazi’s’ te defileren. Dat neptafereel was in scène gezet door Alfred Hitchcock, vader van een populair genre horrorfilms (‘Master of Suspense’). Hij was daar om voor het 198
Internationaal Militair Tribunaal ‘nazi-gruwelen’ voor het nageslacht vast te leggen. Na de oorlog werd toegegeven dat communistische beheerders van Buchenwald foto’s van stapels lijken aan elkaar plakten om het gruweleffect te vergroten. Of die trein de ‘Dodentrein’ was die op 25 april bij Dachau arriveerde, is niet bekend. In vijf oorlogsjaren zijn in Buchenwald 34.375 mensen overleden; echter, vlak buiten de omheining, onzichtbaar voor bezoekers, liggen in naamloze massagraven ca. 21.000 Duitsers die daar na de oorlog (toen het kamp door de Sovjets was omgedoopt in Special Camp Nr. 2) door de Sovjets werden vermoord. “De vele verhongerde mensen zijn een bewijs dat de nazi’s geen erg hoge prioriteit gaven aan het voeden van hun gevangenen. In het kamp Belsen werden honderden tonnen weggesloten voedsel gevonden, op slechts een paar kilometer van de plaats waar tienduizenden de honderdood stierven. Zie vraag 37 voor meer over dit onderwerp.” Let op het arglistige taalgebruik: ‘doodhongeren’ is nu ‘geen erg hoge prioriteit aan het voeden’ geworden. En: “In het kamp”. . . “op slechts een paar kilometer”? Zo groot was het kamp helemaal niet! Zeker was er aan het eind van de oorlog honger, maar geen ‘doodhongeren’. Bergen-Belsen was van origine een Hospitaalkamp, dus niks ‘doodhongeren’! Dat is haatpropaganda. Als de nazi’s gevangenen hadden willen doodhongeren, hadden zij dat in de vier oorlogsjaren daarvoor wel gedaan. Bovendien hadden zij dan geen ziekenhuisfaciliteiten, artsen, enz. voor gevangenen beschikbaar gesteld en geen Zyklon-B om kampen te ontsmetten. Het is weinigen bekend, maar vrijwel alle grotere Duitse kampen hadden ‘kampgeld’, dat met werken of als ‘incentive’ kon worden verdiend. Daarmee kon in de kantine o.m. etenswaar buiten het normale rantsoen worden gekocht. Okee, geen vetpot allemaal, maar zeker geen ‘doodhongeren’. “. . . waar tienduizenden de honderdood stierven” is dan ook een propagandaleugen. Zelfs in Bergen-Belsen zijn op het eind van de oorlog geen ‘tienduizenden de hongerdood gestorven’. Dit is misbruik maken van de foto’s van vreselijk door tyfus etc. uitgeteerde gevangenen. Dat de Zyklon-B fabrieken in augustus 1944 platgebombardeerd waren, heeft ironisch genoeg alleen maar bijgedragen aan de vreselijke tyfusepidemieën in de laatste oorlogsmaanden. De in de media ‘het Beest van Belsen’ genoemde commandant Kramer, verzocht meermaals wanhopig zijn superieuren in Berlijn om hulp “om een afschuwelijke ramp te voorkomen, waarvoor niemand verantwoordelijk wil zijn.” Niemand was toen echter nog in staat die af te wenden. Een Nederlandse gevangene (gemeld wordt de Nederlandse consul in Parijs, die wegens contacten met het verzet in Bergen-Belsen gevangen zat), wendde zich bij de bevrijding tot de Engelse staf om te getuigen dat de Duitse kampmilitairen niet schuldig waren aan de wantoestanden. De Britse commandant die Bergen-Belsen overnam, verklaarde na de oorlog dat “er in BergenBelsen geen grootschalige misdaden zijn gepleegd”. “Wat betreft de moorddadige gaskamers zijn er andere bewijsstukken die hun bestaan en gebruik duidelijk aantonen. Zie om te beginnen vraag 1.”
199
Voor moorddadige gaskamers zijn geen bewijsstukken, al helemaal niet bij V&A 1. Heeft u ze daar gezien? Hoewel CIDI/Nizkor daar bluften bewijzen voor ‘de Holocaust’ te zullen leveren, is niets, maar dan ook helemaal niets van concreet bewijs naar voren gebracht. Zij komen niet verder dan beschuldigingen en loze kritiek op het IHR, zonder één enkel concreet bewijs voor de door de revisionisten bestreden onderdelen van ‘de Holocaust’ te geven! Is dat nu niet wonderlijk? Conclusie Vraag 57: Het antwoord van het IHR bij deze V&A is juist. Van enige ‘ontzenuwing’ is geen sprake.
58. Van wie komt de term ‘genocide’? IHR antwoord: Van Raphael Lemkin, een Poolse jood, in een in 1944 verschenen boek. ‘Ontzenuwing’ CIDI/Nizkor: Dit ontwijkt de voor de hand liggende vraag: waarom heeft hij die term bedacht? Wij weten niet of het antwoord van IHR klopt of niet. Revisionistische weerlegging: Het voor de hand liggende antwoord is dat ‘genocides’ van alle volkeren en van alle tijden zijn. Als Lemkin specifiek doelde op joden, zou hij dit geen ‘genocide’ maar ‘judeocide’ hebben genoemd. Om CIDI/Nizkor te informeren: Rafael Lemkin, een Poolse jood, publiceerde in 1943 in New York het boek Axis Rule in Occupied Europe, waaruit de term ‘genocide’ stamt. Conclusie Vraag 58: Die term doet niets toe of af aan ‘de Holocaust’.
59. Waren films zoals ‘Holocaust’ en ‘The Winds of War’ documentaires? IHR antwoord: Nee, deze films zijn niet historisch, hoogstens gedramatiseerde fictie gebaseerd op de historie. Helaas beschouwen massa’s mensen ze als een nauwkeurige weergave van de echte geschiedenis. Behulpzaam bij het beoordelen van deze V & A: Dissecting the Holocaust. 2000. Walendy, Udo. Do Photographs Prove the NS Extermination of the Jews? Blz. 243-267. Theses & Dissertations Press, P.O. Box 64, Capshaw, Alabama 35742, USA (ISBN 0-9679856-0-9). Downloads van dit en andere revisionistische werken op http://vho.org/download ‘Ontzenuwing’ CIDI/Nizkor: Er zijn veel authentieke films van de kampen – gemaakt door de geallieerden en de Russen. Er zijn gruweijke, maar volkomen accurate weergaven van de geschiedenis te vinden in François Schmitz's Holocaust Picture Exhibition. Revisionistische weerlegging: Die films zijn, evenals bijv. ‘Schindler’s List’, gedramatiseerde op fictie gebaseerde producties. Het door CIDI/Nizkor genoemde beeldmateriaal bestaat deels uit authentiek materiaal voorzien van valse bijschriften en deels uit geretoucheerde, bewerkte foto’s. Het is geen bewijs voor ‘systematische uitroeiing’, geen bewijs voor ‘gaskamers’ en geen 200
bewijs voor ‘6 miljoen vermoorde joden’. Enkele simpele vragen: zijn deze foto’s authentiek? Zijn sommige ingetekend? Andere in scène gezet? Zijn de bijschriften juist? En is dit controleerbaar? Bijna alle van de Sovjet-Unie verkregen foto’s zijn goedkope vervalsingen: opvallend vage vlekkerige ‘foto’s’, geheel of gedeeltelijk geschilderd, met onduidelijke ‘lijken’ in spaghetti-landschappen, geposeerde foto’s, ‘Duitsers’ met foute uniformen, Russische wapens, enz. Een voorbeeld is de wereldberoemde gruwelijke foto van een soldaat die van achteren op een vrouw met een kind in haar armen schiet: baret en uniform van deze ‘Wehrmachtsoldaat’ kloppen van geen kant en deskundigen stelden vast dat het wapen een Russische Nagant M38 is. Zelfs de ‘gekrompen mensenhoofden’ uit Samuel (’Billy’) Wilder’s Buchenwaldfilm ontbreken niet! Onthullend is ook de CIA vervalsing uit 1979 van de luchtfoto van Krema III met de 4 met onvaste hand ingetekende streepjes op het dak van de ‘gaskamer’ die (niet bestaande) inwerpgaten voor Zyklon-B moeten voorstellen! Bijschriften zijn tendentieus en misleidend (“verbranding van de slachtoffers van de gaskamers”) bij de geretoucheerde foto van een lijkverbranding in Auschwitz (zie: Udo Walendy, Do Photographs Prove the NS Extermination of the Jews? in Dissecting the Holocaust). Wie zorgvuldig kijktnaar dit beeldmateriaal met de suggestieve bijschriften (het belangrijkste wat de JHV te bieden heeft), ziet niet alleen veel dat twijfels oproept, maar ook dat ze niets bewijzen van ‘gaskamers’. Het blijft een onverklaarbaar fenomeen dat van massavergassingen die gedurende een aantal jaren in talrijke kampen zouden zijn uitgevoerd en waarbij miljoenen slachtoffers en vele tienduizenden anderen betrokken zouden zijn geweest, nooit zelfs maar één foto is getoond. Terwijl toch juist van soortgelijke schokkende en weerzinwekkende daden vrijwel altijd foto’s opduiken. Van gevangenispersoneel en anderen is bekend dat zij ondanks verboden altijd kans zagen van dit soort excessen foto’s te maken. Dat gebeurde in Vietnam, Abu Grahib en vele Duitse kampen, maar vreemd genoeg nooit bij een ‘vergassing’. Conclusie Vraag 59: De vraag gaat over propagandistische producties over ‘de Holocaust’. Geven deze een nauwkeurige beeld van de echte geschiedenis? Het antwoord is nee. Omdat deze V&A al gedateerd zijn, is het kassucces ‘Schindler’s List’ hier niet vermeld. Die is gebaseerd op een novelle uit 1982, waarvan in het colofon staat: “Dit boek is fictief. Namen, personen, plaatsen en voorvallen zijn ofwel het product van schrijvers fantasie, of fictief gebruikt. Elke overeenkomst met werkelijke gebeurtenissen, plaatsen of personen, levend of dood, is geheel toevallig.” Sinds Spielberg’s miljoenencreatie hebben we deze vermelding echter niet meer gezien .
60. Hoeveel boeken zijn er ongeveer gepubliceerd die de standaardclaims over ‘de Holocaust’ weerleggen? IHR antwoord: Dozijnen. Meer zijn in productie. Behulpzaam bij het beoordelen van deze V & A zijn: Zie o.m. http://vho.org/download/ en http://aaargh.codoh.com/engl/engl.html 201
‘Ontzenuwing’ CIDI/Nizkor: En het zijn er nu waarschijnlijk zelfs meer. Maar het herhalen van betreurenswaardige leugens maakt ze niet waar. Revisionistische weerlegging: “Dozijnen’ dateert inmiddels van twintig jaar geleden. Thans zijn het er – ondanks vervolging, censuur en terreur – vele honderden. Stuk voor stuk indrukwekkende, wetenschappelijk verantwoorde werken met steeds weer nieuwe feiten over ‘de Holocaust’. Wij vragen de lezer daarom zelf te bepalen wat ‘betreurenswaardige leugens’ zijn en wat niet.
61. Wat gebeurde er toen een historisch instituut een beloning van $50.000 uitloofde voor een bewijs dat er in Auschwitz Joden zijn vergast? IHR antwoord: Er werd geen bewijs geleverd dat aanspraak kon maken op de beloning, maar een “Holocaust-overlevende’’ eiste een schadevergoeding van $17 miljoen van het instituut omdat het zou gaan om ‘schadelijke ontkenning van een vaststaand feit.’ Hij claimde door dit aanbod last van slapeloosheid te hebben, waardoor zijn bedrijf schade leed. Behulpzaam bij het beoordelen van deze V & A zijn: Best Witness. The Mel Mermelstein Affair and the Triumph of Historical Revisionism. Michael Collins Piper, 1994. Center for Historical Review Washington, D.C. ISBN: 0-935036-48-2. Internet Editie: AAARGH 2003. Downloads op http://vho.org/download/ ‘Ontzenuwing’ CIDI/Nizkor: Dat “historische instituut” was het IHR zelf. Zie het antwoord op vraag 5. Revisionistische weerlegging: Inderdaad, maar wel zonder aanhalingstekens. Maar werd dat bewijs voor vergassingen in ‘gaskamers’ in Auschwitz nu geleverd? Of toonde de schijnvertoning slechts het onvermogen van het Amerikaanse rechtssysteem in wetenschappelijke kwesties? Lees het verslag van Michael Collins Piper (zie boven). Dat maakt helder dat de uitspraak niets met de kwestie zelf te maken had, er geen bewijs voor ‘gaskamers’ was, dat niet werd geleverd, en zelfs niet geleverd behoefde te worden. Conclusie Vraag 61: Natuurlijk werd dat bewijs voor ‘gaskamers’ niet geleverd. Op het nippertje kon door handjeklap (een ‘schikking’) worden voorkomen dat het IHR door juridische rimram en hypochondrische trucs financieel kapot werd gemaakt.
62. Hoe zit het met de beweringen dat mensen die de “Holocaust” in twijfel trekken antisemitisch zijn, of neonazi’s? IHR antwoord: Dit is een vorm van smaad bedoeld om de aandacht af te leiden van feiten en eerlijke argumenten. Geleerden die ‘de Holocaust’ claims weerleggen zijn van alle overtuigingen: democraten, republikeinen, liberalen, socialisten, Christenen, joden, enz. Er bestaat geen verband tussen ‘Holocaust’ weerlegging en anti-semitisme of neo-nazisme. In werkelijkheid zijn er groeiende aantallen joodse geleerden die openlijk toegeven dat bewijzen voor ‘de Holocaust’ grotendeels ontbreken. ‘Ontzenuwing’ CIDI/Nizkor: Er is een heel hoge correlatie tussen Holocaust-ontkenning en 202
antisemitisme of nazisme. Het tegengestelde beweren is zo’n kolossale leugen dat je nauwelijks weet waar te beginnen: er zijn honderden voorbeelden te geven. Wij noemen er slechts een paar, maar zelfs dat is een lang artikel. Klik hier om het in een aparte pagina te lezen. http://www.platformeducatiewo2.nl/revisionisten/ontkenners-neonazis.html Revisionistische weerlegging: Onder revisionisten vindt men vogels van allerlei pluimage, ook joden en mensen met extreem rechtse opvattingen. Waarheid is soms “anti-semitisch” en soms blijkt bij objectieve beschouwing dat niet alles van Hitler demonisch was. Sterker nog, ook zijn tegenstanders legden soms slechte daden en slechte eigenschappen aan de dag. De waarheid is: een ‘anti-semiet’ is iemand aan wie joden een hekel hebben. Niet u, maar zíj bepalen of u ‘antisemiet’ bent of niet. De meest eerlijke en gerechtvaardigde kritiek op zionistische agressie en oorlogsmisdaden, maar ook milde vormen van kritiek worden door hen onveranderlijk bestempeld als ‘anti-semitisch’ of ‘neo-nazi’. Het zijn ‘shut-up’ woorden, bedoeld om critici met schuld te beladen en te insinueren dat zij het uitmoorden van alle joden, ‘de Gaskamers’ en ‘Zes Miljoen’ vermoorde joden toejuichen. Een lage vorm van stigmatisering, dagelijks in ontelbare situaties geïnstrumentaliseerd. ‘Anti-semitisme’ is het Schild en het Zwaard van de socio-politieke belangengroep die zich ‘joods’ noemt. Zij vormen noch een ras, noch een religie (de meesten zijn atheïst). Bovendien, is er een objectief verschil ‘anti-Katholiek’, ‘anti-Islam, ‘anti-Mormoons’, ‘anti-atheïstisch’ of ‘anti-joods’ te zijn? Wat is er tegen om ‘anti-communist’, ‘anti-nazi’ of ‘anti-zionist’ te zijn? ‘Semieten’ zijn de volkeren van Palestina e.o., inclusief Palestijnen. En zijn zij, die zich ‘joden’ noemen, niet in overgrote meerderheid (90%) Ashkenazische joden, afkomstig uit Zuid-Rusland, dus niet uit Palestina? 90% van de joden is niet eens ‘Semitisch’; dat zijn alleen de ca. 10% Sefardische joden. Hitler had ongelijk toen hij joden een ‘ras’ noemde. ‘Joden’ zijn geen ras en ook geen religie (meer): ze zijn in meerderheid atheïst. Zij vormen een socio-politieke belangengroep en gedragen zich daarnaar. Bijna alle revisionisten hebben kritiek op de eenzijdige en overbelichte voorstelling van joods lijden in WO II. Dat is voor hen die zich tot die groep rekenen (0,2% van de wereldbevolking) reden de a-politieke revisionisten als ‘anti-semieten’ en ‘neo-nazi’s’ te stigmatiseren. Revisionisten zijn weerloze mensen, zonder bindingen of geld. Zij doen hun huiswerk echter grondig en weten als weinig anderen waarover zij praten. Dat is hun kracht in een wereld vol leugens, ‘mediawaarheden’ en onverschilligheid; alleen die kracht is in staat leugens van waarheid te onderscheiden. Zij zijn geen opruiers, geweldplegers, leugenaars, anti-semieten, neo-nazi’s, maar het tegendeel van dat alles: normale mensen, die veelal als wetenschappers de leugens een oneerlijke mediavoorlichting over ‘de Holocaust’ aan de kaak stellen. Dat volstaat in de huidige tijd om hen te vervolgen, te verketteren en te demoniseren. Revisionisten houden zich niet bezig met vragen als ‘Was het nationaal-socialisme goed of fout’, ‘Had Hitler gelijk?’, ‘Wat is de toekomst van het nationaal-socialisme?’, enz. Revisionisten doen niet aan politiek, zij verdedigen geen dogma: zij vechten voor historische waarheid. Als CIDI/Nizkor zich stoort aan wat zij ironische of karikaturale reacties van sommigen vindt, moet zij haar visie op de geschiedenis niet langer dwangmatig opleggen. Als zij na 65 jaar nog zoveel 203
leed ervaren van wat de nazi’s hun verwanten aandeden, zouden zij er beter aan doen dit in eigen kring te herdenken en tegelijk het lijden van de Palestijnse mensen van nu te erkennen, in plaats van haat in de harten van mensen wakker te houden en elke schuldreflectie voor de onzegbare zionistische misdaden in Palestina te verdringen. Conclusie Vraag 62: Misschien zijn onder revisionisten enkelen ‘anti-joods’’ of ‘anti-zionistisch’, zoals onder joden enkelen moordenaars en oplichters zijn. Dat betekent niet, zoals CIDI/Nizkor stelt, dat revisionisten ‘Anti-semitisch’ zijn en evenmin dat joden moordenaars en oplichters zijn. Objectief is er geen kwaad in ‘anti-joods’ of ‘anti-zionistisch’. Ieder kiest zijn eigen vrienden en vijanden en velen richten dat (helaas) op een collectief. Er is veel haat en kwaad in automatisch discrimineren, intimideren, terroriseren, mishandelen en vernederen van welke groep dan ook. Inclusief Palestijnen.
63. Wat is er gebeurd met historici die het “Holocaust”-materiaal in twijfel hebben getrokken? IHR antwoord: Zij werden slachtoffer van lastercampagnes, beroofd van academische posities, beroofd van hun pensioenen, vernietiging van hun eigendommen en fysiek geweld. Behulpzaam bij het beoordelen van deze V & A zijn: Heksenjacht op Holocaust-revisionisten. ‘Riga’. http://www.stormfront.org/forum/showthread.php?t=639451 ‘Ontzenuwing’ CIDI/Nizkor: Geweld is een betreurenswaardige reactie op woorden natuurlijk, en dat moet veroordeeld worden. Maar niettemin, welke historici? Er is geen enkele historicus met een Ph.D in de revisionistengemeenschap. Faurisson was professor in de Letterkunde, Zündel was foto-retoucheerder van beroep, Butz is een professor in de Elektrotechniek, Stäglich is rechter, O’Keefe een Harvard dropout, en Cole heeft zijn middelbare school niet afgemaakt. Raven is een voormalig schrijver voor stand-up comedians en autotijdschriften. Irving is journalist en historisch auteur en Weber heeft een Masters in Geschiedenis. Van alle revisionisten komen ze het dichtst in de buurt van de term “historicus”. Grappig genoeg wordt Leuchter, een van de weinige andere “revisionisten” met een academische Geschiedenisgraad, opgevoerd als technisch expert! (Hij heeft een Bachelors.) Revisionistische weerlegging: Positief is dat CIDI/Nizkor erkent dat revisionisten zich alleen met woorden verzetten tegen de Moloch van de JHV. Buitengewoon armzalig daarentegen de wijze waarop zij de revisionistische uitdaging benaderen. Laat in de eerste plaats gezegd zijn dat een titel of functie in Geschiedenis voor de ‘Holocauststudie’ geen verdienste is, eerder een diskwalificatie! Dat moet even worden uitgelegd. Ieder die een normaal leven en een positieve academische carrière wenst, dient de officiële ‘Holocaust-studie’ te mijden als de pest. We zeiden het eerder: de ‘Holocaust studie’ is geen waarheid, geen geschiedenis en geen wetenschap. Het is politiek en ideologie. Want, wat is dat voor ‘wetenschap’, die de Joodse Holocaust-Versie als onaantastbare ‘waarheid’ accepteert en haar vrijheid van onderzoek en vrijheid van publicatie aan banden laat leggen? Een farce en een anti-wetenschap. De hen typerende opstelling is: “Men mag niet vragen of iets technisch mogelijk was; “het 204
gebeurde, dus was het mogelijk”, de leerstelling van een van de belangrijkste (joodse) Holocaustprofessoren, Pierre Vidal-Naquet. Ze wordt gepatroneerd en gefinancierd door joodse organisaties en personen. Vrijwel alle studieboeken zijn van joodse origine, bijna alle professoren zijn joods. Wil je goed en snel afstuderen dan moet je op die diploma-fabrieken zeggen en schrijven wat docenten en paranimfen graag horen. JHV-serviliteit dus. Wie zich niet conformeert aan de JHV met ‘systematische vernietiging’, ‘Gaskamers’ en ‘Zes Miljoen’ wordt verstoten. Wie de JHV in twijfel trekt of bekritiseert neergezet als ‘onwetenschappelijk’, een ongekwalificeerde of neo-nazi. Hij of zij wordt onder onmenselijke druk gezet, psychologisch kapotgemaakt als ‘onwetenschappelijk’ c.q. ‘anti-semiet’ of ‘ontkenner’ en raakt voor het leven ‘besmet’. Om nog maar te zwijgen van justitiële vervolging. De voorbeelden zijn talrijk en schrijnend. Voor jonge ambitieuze academici zijn er twee mogelijkheden: of de ‘Holocaust-studie’ mijden en overlaten aan de middelmatige meelopers, of zich aanpassen en pseudowetenschap zonder kritisch onderzoek bedrijven, onder joodse curatele aan de hand van (vrijwel) uitsluitend subjectieve joodse literatuur. ‘Holocaust studie’ is niet objectief, niet vrij en daarom niet wetenschappelijk. Wetenschap behoort Vrij te zijn, zowel naar onderwerpkeuze, onderzoeksvrijheid als uitkomst. Zo lang de JHV de grenzen stelt van wat ‘waar’ is en wat niet waar mag zijn, zo lang zij kritiek onbeantwoord laat en zich koestert in vervolging van revisionisten, blijft elke ‘academische studie’ of titel over ‘de Holocaust’ een paskwil. Zo lang revisionisme geen deel mag uitmaken van de ‘Holocauststudie’ is dit geen wetenschap maar politiek. Daaraan niet medeplichtig (willen) zijn, maar tegen de stroom in onafhankelijk en vrij onderzoek te doen buiten de grenzen van de JHV is geen diskwalificatie: het is een teken van objectiviteit en integriteit. Het is ook een kennisbrevet: revisionisten kennen de officiële Holocaustversie op hun duimpje. Dat is voor hen een belangrijk referentiepunt. Revisionisme bedrijven kan alleen als men volledig op de hoogte is van de officiële kennis. Daarop reflecteren revisionisten hun onafhankelijke en waardevrije wetenschap. ‘Holocauststudie’, vinden zij, behoort geen politieke of religieuze opvattingen centraal te stellen, maar historische waarheid. Die wordt onder de heersende JHV-mores op de huidige universiteiten, geïmmuniseerd voor vrije kritiek, niet gevonden. “Grappig genoeg wordt Leuchter, een van de weinige andere “revisionisten” met een academische Geschiedenis-graad, opgevoerd als technisch expert! (Hij heeft een Bachelors.)” Wij gaan niet mee in een infantiel Welles-Nietes spelletje over wie welke diploma’s heeft en wat die waard zijn. Dit is een doorzichtige poging van CIDI/Nizkor om dat deel van de geschiedenis te monopoliseren als het exclusief domein van ‘koshere’ historici. Het is gemakkelijk aantoonbaar dat veel vooraanstaande Holocaust-historici evenmin over diploma's als ‘historicus’ beschikken: Pressac, Hilberg, Arad, Reitlinger, Van Pelt, zijn er enkele van. Geen probleem toch? Het gaat om waarheid en kwaliteit van hun bevindingen, niet om diploma’s. Anderzijds zijn er volop afgestudeerde historici onder revisionisten: behalve Leuchter noemen we de huidige directeur van het IHR, Prof. Dr, Marc Weber, Dr. Henry Roques, Dr. Fedrick Töben, Dr. Jurgen Graf, Dr. Noël Hayward, Dr. Dr. Dr. Franz Scheidl, etc. 205
Bovendien: als ‘gekwalificeerde’ historici massaal hun plicht verzaken en zich uit zelfbehoud aan “vaststaande waarheden” conformeren en uit ‘piëteit’ concreet forensisch onderzoek afwijzen, dan nemen anderen dat over. Dat is maar goed ook, want onderzoek behoort niet te falen omdat een incrowd het laat afweten. Leuchter is een integer mens en een begaafd technicus, die o.m. ook een opleiding tot historicus volgde. Hij was als afgestudeerd technicus bovendien de Nr. 1 gaskamerspecialist van de VS, en zou dat nog altijd geweest zijn, als hij niet in de slangenkuil van de JHV terecht was gekomen. Deze eerlijke man, zonder politieke ambities, meende toen hem gevraagd werd onderzoek te doen naar de ‘gaskamers’ van Auschwitz-Majdanek, dat Waarheid en Objectiviteit universele waarde hebben. Zoals hij na zijn onderzoek ervoer: niet voor de JHV. Hij was integer genoeg om vooraf te bedingen, dat als zijn onderzoek het tegenovergestelde zou aantonen van wat revisionisten vermoedden, hij dat eveneens zou publiceren. Na zijn onderzoek legde hij in alle openheid als deskundige verantwoording af over zijn oordeel over de ‘gaskamers’. De door hem in die ‘gaskamers’ genomen forensische monsters liet hij door een onafhankelijk chemisch laboratorium in de VS wetenschappelijk onderzoeken. Het resultaat kennen we: waar ook is ‘vergast’, niet in ‘de gaskamers’ van Auschwitz, Birkenau en Majdanek. Daarop werd Leuchter met de gebruikelijke vuiligheid en leugens belasterd en besmeurd door de Holocaustmaffia en hen ondergeschikte media. Dat leidde tot zijn zakelijke en maatschappelijke vernietiging. De JHV is een monsterlijk verhaal van ongelooflijke gruwelen op onmogelijke schaal, in de religie waarvan de politiek ons dwingt te geloven. Leuchter was het naïeve jongetje uit een ander sprookje, dat van De Nieuwe Kleren van de Keizer, die riep: de Keizer heeft geen kleren aan! Een Frans-joodse professor, George Wellers, ‘historicus’ en vooral bekend door zijn fantastische aantallen ‘vergaste’ joden in Auschwitz (op 1 nauwkeurig!), trachtte Leuchter onderuit te halen door te beweren dat diens berekeningen “absurd” waren en “cyanide onmogelijk meer dan 1/100 millimeter in steen kan doordringen” en “elk spoor van cyanide in 50 jaar weer en wind duizenden keren zou zijn opgelost.” Dat is niet grappig. Dat is hilarisch. De man – in Holocaustkring een grootheid – maakte zich daarmee onsterfelijk belachelijk. Niet-historici zien gewoon dat de ontluizingruimtes in Auschwitz en Majdanek door contact met cyanide (Zyklon-B) fel blauw zijn gekleurd, niet alleen van binnen, ook aan de buitenkant! Het onoplosbare cyanide is (net als vocht) dwars door de bakstenen muren getrokken en heeft die door te reageren met ijzerdeeltjes in de stenen, door-en-door blauw gekleurd (foto). Had Wellers et al. de Gebruiksaanwijzing van de Zyklon-B leverancier had gelezen (IMT document NI-9912), hij zou over blauwzuur hebben gelezen: “Extraordinarily Great Penetrative Power”. Zoals gezegd liet Leuchter (die geen chemicus is) de monsters van muren en plafonds op cyanidesporen onderzoeken. De meetwaarden voor de zogenaamde gaskamers bleken praktisch gelijk aan nul; die van de (kleding) ontluizingruimten ruim 1.000 x zoveel. Dat bewijst dat in de zogenaamde gaskamers NOOIT cyanide voor massavergassingen is gebruikt.
206
Zyklon-B ontluizingsruimte, blauw van binnen . . .
. . . . en blauw van buiten! Als Wellers een gewone Holocaustbedrieger zou zijn, kon men zijn ‘weerlegging’ afdoen als ordinair bedrog. Echter, tot op de dag van vandaag houdt de Holocaustpromotie vol dat niet hij maar Leuchter een ‘bedrieger’ is. Natuurlijk verzwijgen zij ook de indrukwekkende studie van Dr. Germar Rudolf, van het destijds prestigieuze Max Planck Instituut, die Leuchter’s onderzoek wetenschappelijk verifieerde en op hoofdlijnen bevestigde. Een studie, die niet wetenschappelijk kan worden weerlegd. Het Forensisch Instituut van Krakow kreeg van de in paniek zijnde leiding van het Auschwitz Museum opdracht Leuchter’s onderzoek over te doen, om diens resultaten te weerleggen. Tot hun 207
verbijstering bevestigde dat onderzoek Leuchter’s resultaten: geen of nauwelijks meetbare cyanidesporen in ‘gaskamers’. U begrijpt, dit kon natuurlijk niet worden toegegeven. Het Forensisch Instituut kwam daarom met een ‘verklaring’ die niet anders dan als wetenschappelijke fraude moet worden gekwalificeerd. Ze beweerde dat er geen cyanide was ‘omdat na 45 jaar weersinvloeden, zure regen, enz. deze was opgelost’. Wetenschappelijk staat echter vast dat Pruisisch Blauw, dat altijd ontstaat als cyanide (blauwzuur) in contact komt met ijzerdeeltjes (in bijv. bouwmaterialen) onvergankelijk is. Dat wil zeggen dat het eenmaal gevormd nooit meer verdwijnt (zie de foto’s van ontluizingruimten na 60 jaar). Het is chemisch uiterst stabiel en onoplosbaar. Vergelijk het met roest dat ook niet ‘vanzelf’ verdwijnt, maar Pruisisch Blauw wordt door de poreuze bouwmaterialen opgenomen, waardoor dit zelfs dooren-door blauw kleurt. Wat er over dit belangrijke tegenbewijs voor ‘gaskamers’ door allerlei ‘historici’ en pseudoautoriteiten wordt gezegd, is regelrecht bedrog. Rudolf’s studie, The Rudolf Report, door CIDI/Nizkor hier niet voor niets volkomen doodgezwegen, is door vogels van allerlei pluimage aangevallen, maar hun argumentatie druipt op Rudolfs weerleggingen af als water van een eend. Niet voor niets wordt zijn studie in vakkringen als onweerlegbaar beschreven en bevestigd. Rudolf wordt echter doodgezwegen. (Heeft u Rudolf’s naam in de deze CIDI/Nizkor ‘ontzenuwing’ kunnen vinden?). Viervoudig Nobelprijswinnaar (o.m. voor Chemie) Linus Pauling, bevestigde Rudolf’s analyses, evenals onlangs de eminente mathematicus en natuurkundige professor Kollerstrøm. Thans zit Dr. Rudolf, na illegaal uit de VS naar Duitsland te zijn gedeporteerd, een gevangenisstraf van 3,5 jaar uit, opgelegd door de Holocaust Inquisitie wegens zijn wetenschappelijke werk, onder het valse voorwendsel van “opruiing van de jeugd”. Je moet de treurige onbeschaamdheid als 'rechter' maar hebben. O ja, we zouden bijna vergeten dat de chemisch-technische onmogelijkheid van Zyklon-B vergassingen in Auschwitz-Birkenau weliswaar het meest opvallende, maar zeker niet het enige resultaat van Leuchters onderzoek was. Als gerenommeerd gaskamerdeskundige stelde hij gedetailleerd vast, dat ook op bouwkundige, technische, installatietechnische en andere gronden, ‘vergassingen’ in die ruimten absoluut uitgesloten waren! Conclusie Vraag 63: Revisionisme is wetenschap. Op universiteiten bestaat Holocaustwetenschap niet. Daar is de zgn. ‘Holocauststudie’ gereduceerd tot politiek en dogma. Anders kan men het eenzijdige “onderzoek” en criminalisering van kritiek niet noemen. Geen kritiek, geen onafhankelijk onderzoek, geen onderzoeksvrijheid, geen wetenschap, maar “psycho-historie”. Let op de benedenmaatse reacties van CIDI/Nizkor op hen die de JHV in twijfel trekken. Geen enkele afkeuring voorde herleving van Middeleeuwse Inquisitiepraktijken. Liever dan de discussie open en feitelijk te voeren, zien zij hun opposanten voor de rechter. Dat alleen bewijs dat de JHV geen wetenschap, geen geschiedenis en geen waarheid is. Het is politiek en dogma.
208
64. Heeft het Institute for Historical Review te lijden gehad van wraakacties vanwege haar inspanningen om de vrijheid van meningsuiting en academische vrijheid hoog te houden? IHR antwoord: Het IHR was drie keer doelwit van een bomaanslag en werd op 4 juli 1984 compleet verwoest door criminele brandstichting. Telefonische doodsbedreigingen zijn dagelijkse routine. Alle berichtgeving in de media is vijandig, als er al aandacht aan wordt geschonken. Behulpzaam bij het beoordelen van deze V & A zijn: Heksenjacht op Holocaust-revisionisten. Postings ‘Riga’ http://www.stormfront.org/forum/showthread.php?t=639451 ‘Ontzenuwing’ CIDI/Nizkor: Fysiek geweld moet ten zeerste veroordeeld worden. Maar wat betreft “vijandige artikelen”, wat verwachten nazi-sympathisanten anders? En als Ernst Zündel die roep on vrijheid van meningsuiting beantwoordt door zijn versie van de 66 Q&A opnieuw te publiceren, dan klinkt het wel erg hol. Zündel heeft geholpen een pamflet te verspreiden dat de lezer uitnodigt mee te doen aan de wereldwijde campagne “to BAN SCHINDLER'S LIST!" (‘verbied de film Schindler’s List’). Vrijheid van meningsuiting jawel, maar alleen als hij het eens is met die mening. Als het IHR zo’n wakkere verdediger is van de vrijjheid van meningsuiting, waar blijft dan hun veroordeling van Ernst Zündel? Revisionistische weerlegging: Alweer valse taal: ‘nazi-sympathisanten’. En ‘ban’ betekent ook: ‘Weg met’ (‘Ban de Bom’). Schindler’s List is fiction Judaïca, gepresenteerd als historische waarheid, en daarom een leugen. Zündel, thans zojuist na 7 jaar gevangenis op 72-jarige leeftijd weer “vrij”, weet beter dan wie ook hoe verderfelijk verboden zijn.Maar hij mocht demonstreren en droeg een spandoek: Ban Schindler’s List! Lang niet zo onsmakelijk als die bij Rent-a-mob ingehuurde ‘joodse demonstranten’, die gehuld in Auschwitz-kleding de film Passion of the Christ als ‘anti-semitisch’ betitelden. Het gaat bij deze vraag niet om ‘vijandige artikelen’, zoals CIDI/Nizkor farizeïsch stelt, maar om bedreigingen tegen het leven, fysiek geweld, brandstichting en terreur. Dat is wat CIDI/Nizkor hier bagatelliseert, omdat een kwalijk segment van haar sympathisanten zich daaraan schuldig maakt. Het wekt zelfs de suggestie van “terreur door eigen schuld” tegen als ‘nazi-sympathisanten’ gestigmatiseerde mensen. Als je iemand eerst maar ontmenselijkt door een stempel te gebruiken als: ‘ongelovige’, ‘heiden’, ‘heks’, ‘kapitalist’, ‘jood’, ‘nazi-sympathisant’, ‘neo-nazi’, ‘communist’ etc., is terreur, brandstichting e.d. dan te ‘begrijpen’ of te rechtvaardigen? Natuurlijk is het dat niet: het toont het ware karakter van ‘tolerantie’ en ‘anti-haat’ veinzers. Conclusie Vraag 64: CIDI/Nizkor erkent impliciet de terreur, intimidatie en het geweld tegen revisionisten, die alleen strijden met woorden. Ze is onwaarachtig genoeg dat niet expliciet te willen noemen
209
65. Waarom krijgt het standpunt van het IHR zo weinig publiciteit? IHR antwoord: Het Institute for Historical Review, P.O. Box 2739, Newport Beach, CA 92659, USA, verspreidt ook eenbreed aanbod van boeken, cassettes en videobanden over belangrijke historische onderwerpen. ‘Ontzenuwing’ CIDI/Nizkor: Nee, omdat Holocaust-ontkenning absurd is. De Platte Aarde Vereniging krijgt ook niet veel publiciteit. Zie ook het antwoord op vraag 62. Revisionistische weerlegging: Een leugenachtige en misleidende reactie. Wetten, gevangenisstraf, vervolging, censuur, leugens, verboden, beroepsverboden, boekverbrandingen, alles wordt gecoördineerd ingezet in de strijd tegen weerlegging van het dubieuze JHV verhaal. Nee, de feiten van revisionisten zijn niet vergelijkbaar met ‘de Aarde is Plat’ of ‘Vliegende Schotels’: het is veel erger: ze zijn waar! En, beste CIDI/Nizkor, wie zoals jullie in een glazen huis woont, moet geen stenen gooien. Holocaustgelovigen kunnen in hun ‘strijd’ tegen revisionisten het ‘Platte Aarde’ argument maar beter laten rusten. Het roept de vergelijking op tussen de JHV en ‘Vliegende Schotels’. Ook dat fenomeen kent immers honderdduizenden ‘ooggetuigen’ en hoewel UFO’s verschijnen op onverwachte plaatsen en tijdstippen, bestaan daarvan – in schrille tegenstelling tot ‘gaskamers’ – duizenden foto’s! En dan spreken we nog niet over het feit dat er voor Vliegende Schotels geen tegenbewijzen bestaan! Wie in Vliegende Schotels gelooft, heeft dus meer houvast, dan wie in de JHV gelooft. CIDI/Nizkor en consorten staan aan de onwetenschappelijke kant. De kant van de Inquisitie, de censors en de brandstapels. Zij willen hun onveranderlijke eenzijdige ‘waarheid’ onder dwang opleggen. Daarvoor is geen excuus! De vergelijking met de Inquisitie dringt zich op. Die werkte uiteindelijk ook niet: ze begon met de 'Ketterij' te willen uitbannen, maar eindigde met die algemeen te maken. Als revisionisten onwaarheden zouden verkondigen, waren zij niet verboden, maar al lang vernietigd door bewijzen en expertises. Maar daarvan niets: de ‘kritiek’ en ‘weerleggingen’ op het revisionisme zijn benedenmaats, qua niveau en qua inhoud. De JHV-promotie beschikt niet over concrete bewijzen welke fundamentele kritiekpunten weerleggen. Het is daarom dat verdachtmaking, laster, strafwetten, vervolging, hysterie en haat de plaats innemen van bewijzen en argumenten.
Op de dag dat de eerste revisionist achter tralies werd gezet,werd het bewijs geleverd dat de integrale JHV een leugen is ! Conclusie Vraag 65: ‘Absurd’ is het verhaal van de JHV: Er was Geen Hitler-Bevel, Geen plan, Geen budget, Geen verantwoordelijken, Geen coördinatie, Geen documenten, Geen bewijzen, Geen sporen van ‘gaskamers’, Geen Pruisisch Blauw, Geen lijken van ‘vergasten’, Geen sporen van massagraven, Geen tienduizenden tonnen as. Als dat er allemaal niet is, wat is er dan om de JHV te bewijzen? Niets dan tegenstrijdige en onmogelijke verhalen.
210
66. Waar kan ik meer informatie vinden over de “andere kant” van het “Holocaust”- verhaal en feiten over andere aspecten van WO2Historisch Revisionisme? IHR antwoord: Het Institute for Historical Review, P.O. Box 2739, Newport Beach, CA 92659, verspreidt een breed aanbod van boeken, cassettes en videobanden over belangrijke historische onderwerpen. ‘Ontzenuwing’ CIDI/Nizkor: Als je denkt dat er “twee kanten” zijn aan die kwestie, dan kan je maar één website vinden waarop ze echt allebei onderzocht worden: Nizkor. Revisionistische weerlegging: Dit is precies wat wij bedoelen. Kan het doorzichtiger? “twee kanten” tussen aanhalingstekens! CIDI/Nizkor willen niet dat u kennis neemt van de andere kant van hun eenzijdige verhaal en de weerlegging van leugens en bedrog over ‘de Holocaust’. Dat doen zíj op hun site wel voor u!! Zij doen er alles aan te verhinderen dat het publiek het evenwicht in het gehersenspoelde dogma hervindt. Het is aan het internet te danken dat het Holocaustmonopolie aan het verdwijnen is en de werkelijke feiten over de JHV langzaam maar zeker doordringen. Om een eigen mening te kunnen vormen, moet u wel degelijk beide kanten van de zaak kennen. Als u niet langer eenzijdig wilt worden ‘voorgelicht’ over dit belangrijke item voor heden en verleden, hieronder enkele sites waarop u duizenden onderwerpen van de andere kant kunt beoordelen. Eerder bent u niet op de hoogte en weet u niets over ‘de Holocaust’. Eenzijdigheid staat voor leugens en leugens staan voor haat. --‘King Arthur’ Hiermee ben ik aan het eind gekomen van mijn weerlegging van CIDI/Nizkor’s “ontzenuwing” van de 66 Vragen & Antwoorden van het Instititute for Historical Review (IHR). Zoals door iedereen controleerbaar, levert de Holocaustpromotie ook hier geen enkel concreet bewijs voor haar claims dat de nazi’s in opdracht van Hitler “systematische uitroeiing van de joden nastreefden”, “massavergassingen in ‘gaskamers’ uitvoerden” en “6 miljoen joden hebben vermoord”. Behalve een mix-up van door niemand ontkende feiten en suggestieve verzinsels en het als feit poneren van tal van onwaarheden, komen zij niet verder dan ad hominem aanvallen op revisionisten en misrepresentatie van het revisionisme. Dit alles om te trachten de vele aantoonbaar absurde geloofsartikelen van de JHV overeind te houden, zoals ‘gaskamers’ voor massavergassingen, megalomane crematoriumcapaciteit van Auschwitz en natuurlijk, de numerus fixus van het onbewezen en onmogelijke aantal van ‘zes miljoen vermoorde joden’. Daarbij maken zij zich schuldig aan liegen door omissie door belangrijke onderzoeken en feiten te verzwijgen, c.d. deze vervormd weer te geven, voorbij te gaan aan wetenschappelijk gefundeerde weerleggingen van ‘gaskamers’ in Auschwitz-Birkenau en Majdanek, het feit dat van ‘miljoenen’ vermoorde joden, werkbare ‘gaskamers’, duizenden massagraven nooit enig relevant spoor is gevonden, zelfs niet van één lijk of stoffelijke rest waarvan kon worden vastgesteld dat deze door ‘vergassing’ om het leven kwam. Niets. Totale stilte daarover. Revisionisten hebben onweerlegbaar aangetoond dat de drie kernbeschuldigingen van de JHV niet waar zijn, niet waar kunnen zijn! 211
Sites met revisionistische boeken, artikelen, wetenschappelijke studies, enz., veelal gratis compleet te downloaden vindt u op: http://www.vho.org/aaargh/neer/feiten1.html http://www.vho.org/aaargh/engl/engl.html http://www.ihr.org http://www.codoh.info/index2.shtml http://vho.org/dl/ENG.html http://www.revblog.codoh.com http://vho.org/dl/ENG.html#loth www.fpp.co.uk www.inconvenienthistory.com Als voorstanders van vrije meningsvorming en vrije meningsuiting, adviseren wij u natuurlijk ook de Nizkor site te bezoeken. www.nizkor.org Leraren, onderwijzers en geschiedenisdocenten doen er goed aan zich zelf in de revisionistische standpunten te verdiepen en 'educatie' over 'de Holocaust' niet alleen uit handen van CIDI c.c. te laten komen. Alleen dan kan men zich ontdoen van het eenzijdige geïmmuniseerde verhaal van de Joodse Holocaust Versie en zich daarover zelf een evenwichtig oordeel vormen. Een inleiding daartoe kan het stuk zijn van ‘King Arthur’ De Complete feiten over ‘de Holocaust’, http://vho.org/aaargh/fran/livres7/KingarthurKompil.pdf Laat u ook niet misleiden feiten te vereenzelvigen met als ‘neo-nazi’s’ gebrandmerkte revisionisten: revisionisten zijn a-politiek, van alle rassen en religies, zij treden het publiek tegemoet met open vizier en hun enige belang is het aan de dag brengen van historische waarheid. Het zijn JHV-ideologen die met vervolging, chantage en censuur en revisionisten naar de illegaliteit verbannen en vervolgens hypocriet schreeuwen dat die “extreem-rechts” en “neo-nazi” zijn. Liever dan alleen op “Stormfront” e.d. te publiceren zouden revisionisten in alle openheid hun standpunten in de reguliere pers en media toelichten. Dan kan iedereen zich daarover een mening vormen en zelf bepalen wat onzin is en wat niet. Maar de geïnstitutionaliseerde haat van de gevestigde orde maakt dat onmogelijk, zodat historische leugens onweersproken blijven, andersluidende feiten verborgen en fantasieën welig tieren. Natuurlijk zijn met deze weerlegging niet alle aspecten van ‘de Holocaust’ beantwoord. Belangrijke vragen vielen buiten het kader van deze 66 Vragen & Antwoorden of kwamen niet aan de orde, zoals: - “Als de joden niet systematisch zijn vernietigd, waar zijn dan die 6 Miljoen joden gebleven?” en: - “Als de vernietigingskampen in werkelijkheid, zoals revisionisten menen, doorgangskampen waren, waar werden die miljoenen joden dan geherhuisvest en waarom is er nooit meer wat van hen vernomen?” en: - “Zijn die tienduizenden getuigen van de kampen dan allemaal leugenaars?” Beantwoording daarvan is niet in een paar woorden mogelijk. Toch wil ik daarover kort iets opmerken:
212
“Waar zijn die 6 Miljoen joden dan gebleven?” In de eerste plaats: zij die deze vraag stellen geven impliciet toe geen bewijzen te hebben voor uitroeiing van dat aantal. Anders zouden zij gewoon die bewijzen leveren. Revisionisten stelden vast dat er nooit meer dan ca. 4,5 miljoen joden onder Duitse heerschappij waren, waarvan van ca. 1,5 miljoen niet kon worden nagegaan wat er van hen is geworden. Een deel overleed door oorzaken als moord, uitputting, ziekte en natuurlijke oorzaken; het grootste deel overleefde. Dit veel lagere aantal van 1,5 miljoen vermiste joden maakt deze vraag irrelevant. Anderhalf miljoen gestorven/vermiste joden, waaronder vrouwen, kinderen, bejaarden, zieken, enz. in een vijf jaar durende oorlog, deels in erbarmelijke, door epidemieën en wantoestanden geteisterde concentratiekampen, hoe afschuwelijk ook, zijn zonder 'gaskamers' alleszins verklaarbaar. Het percentage omgekomen joden is nauwelijks hoger dan dat van andere categorieen oorlogsslachtoffers, van de krijgsgevangenen na Stalingrad tot de mannen van Putten en van Neuengamme tot Majdanek. Dat joden als categorie zijn vervolgd en weggevoerd is een afschuwelijk feit, dat op zichzelf al vreselijk en misdadig genoeg was. Het zeer hoge percentage omgekomenen onder hen is dat eveneens, maar allesbehalve uniek. We noemen nogmaals het percentage overledenen onder de Puttense mannen in Duitsland in 7 oorlogsmaanden: 92,5%; onder de 100.000 Duitse krijgsgevangenen na Stalingrad: 95%, de dwangarbeiders naar Neuengamme, de enorme aantallen Russische en Duitse krijgsgevangenen, enz. Die hoge sterftecijfers golden zeker niet alleen voor joden en werden niet veroorzaakt door ‘gaskamers’. ‘Gaskamers’ waren voor al die rampzalig hoge sterftecijfers niet nodig! Het zijn niet de revisionisten die moeten bewijzen dat er geen 6 miljoen joden werden vermoord. Zij die deze claim verspreiden moeten het bewijs leveren. Dat is er in de verste verten niet. De vraag: “Als de vernietigingskampen in werkelijkheid doorgangskampen waren, waar gingen die miljoenen joden dan naar toe en waarom is er niets meer van hen vernomen?” is lastiger te beantwoorden. Holocaustpaus Raul Hilberg verklaarde in 2006 terecht dat ‘we nog geen 20% van de Holocaust weten’. Over de geschiedenis van joden in Rusland vóór, tijdens en na de oorlog is praktisch niets bekend. Duitse documenten over joden in die cruciale gebieden kwamen in handen van de Sovjets en niemand weet of zij die vernietigden of verborgen houden. Het niet beschikbaar zijn van 80% van het materiaal, maakt het onmogelijk om, zoals de JHV doet, te spreken van ‘de Holocaust’, als onbetwistbare waarheid. Morgen of volgend jaar kunnen gegevens opduiken die een wezenlijk ander beeld van de gebeurtenissen tonen. De aanwijzingen dat honderdduizenden mensen vanuit de Doorgangskampen naar allerlei andere bestemmingen werden getransporteerd zijn talrijk. Bovendien verlieten minstens een miljoen joden de bezette gebieden vóór de komst van de Duitsers en daarna, hetzij op eigen initiatief, hetzij gedeporteerd door Stalin/Kaganovich naar de Goelags in alle delen van de Sovjet-Unie. Door de Sovjetpolitiek van ‘verschroeide aarde’ waren bij de Duitse intocht tienduizenden woningen en gebouwen leeg. Over wat daarmee gebeurde zouden Russische archieven openheid kunnen geven, maar dat is nooit gebeurd. De Sovjets (en de huidige Russische regering) hebben zo hun motieven om daarover te zwijgen. De Duitsers hielden alles bij: treinen die aankwamen, met aankomsttijden, aantallen mensen, waar vandaan, enz., maar ook de spoorwegadministratie van de Ostbahn deed dat, zowel van 213
aankomende als vertrekkende treinen. Merkwaardig is nu dat van de in “Vernietigingskampen’ aankomende treinen de gegevens aanwezig zijn, maar van de vertrekkende treinen (die de Duitsers kunnen ontlasten) vrijwel niets. Toch is bekend dat grote aantallen mensen vanuit die kampen (o.m. Belzec) naar andere bestemmingen werden gevoerd. Veel joden uit Auschwitz overleden in andere kampen (Anne Frank, e.a.), of overleefden. Nooit zijn daarover aantallen door communistische en andere ‘historici’ boven water gebracht. Op treinen naar Sobibor stond als eindbestemming ‘Riga’. Bekend is dat naar dat daarheen tienduizenden joden werden gedeporteerd. Omdat ontluizing en plunderen van geld, goud, waardepapieren, etc. volgens de nazi’s beter centraal konden plaatsvinden, werden joden eerst naar deze zgn. Aktion Reinhardt kampen gebracht en daarna naar hun eindbestemmingen. Als grote aantallen vermiste joden verder naar het Oosten zijn gedeporteerd, is het logisch te veronderstellen dat daarover na de bevrijding iets bekend zou zijn geworden, bijv. doordat overlevenden zich zouden melden. Helaas is daarvan nauwelijks of geen sprake. Een goede reden daarvoor kan zijn dat de Sovjets geen enkel belang hadden bij terugbrengen naar het Westen van onder hun regime gekomen joden. Evenmin hadden zij belang bij vermindering van de genoemde aantallen nazislachtoffers. Integendeel, zij verboden de toegang tot de door hen bevrijde gebieden en ‘vernietigingskampen’ en hielden alle informatie ‘onder de pet’. Contact van Sovjetburgers met het buitenland was volledig uitgesloten en Westerse bezoekers konden zich evenmin vrij in de Sovjet-Unie bewegen. Pas na de val van het IJzeren Gordijn in 1989, werden contacten mogelijk. Er bestaat geen twijfel dat onderzoek in Russische archieven veel informatie zou opleveren. Het ziet er echter niet naar uit dat dit snel gebeurt, want de regering Putin/Medvedev is een campagne gestart om trots te zijn op de geschiedenis van Rusland en de misdaden van Stalin en consorten met de mantel der liefde te bedekken. Van die kant daarover voorlopig dus geen medewerking. “Zijn die tienduizenden getuigen van de kampen dan allemaal leugenaars?” Men kan met het fenomeen “Holocaustgetuigen” niet voorzichtig genoeg omgaan. Getuigenissen zijn sowieso de zwakste en onbetrouwbaarste vorm van “bewijs”. Alleen ondersteund door concrete bewijzen hebben ze waarde. Er is gewoonlijk maar één reden waarom mensen de waarheid spreken, maar er zijn er duizenden waarom mensen liegen. Collectieve ‘getuigenissen’ blijken het onbetrouwbaarst van alle. Na de oorlog werden mensen in de kampen geïnterviewd, waarbij enerzijds vragen suggestief en voorgeprogrammeerd waren om de verslagen vijand zo zwart mogelijk te schetsen en anderzijds geïnterviewden hun lot zo dramatisch mogelijk afschilderden. Belangrijk feit was ook dat de feitelijke leiding in vele kampen niet door de nazi’s werd uitgeoefend, maar door communisten en criminelen. Met name de communisten, die beslisten over leven en dood van medegevangenen, hadden er belang bij de Duitsers te demoniseren: elke Rus in Duitse gevangenschap werd als Volksverrader beschouwd die de dood verdiende. De Sovjetpropaganda nog te overtreffen met hun eigen kampervaringen was het minste wat hen van een wisse naoorlogse dood kon redden. De waardeloosheid van ‘tienduizenden getuigen’ bleek toen in 1960 officieel werd erkend dat in geen van de kampen buiten Polen was ‘vergast’. Op slag bleken al die ‘getuigenissen’ over massavergassingen daar collectieve leugens, leugens in commissie en meinedig. Daarvoor is nooit iemand ter verantwoording geroepen. Natuurlijk niet! De Holocaust Inquisitie is een immorele farce, de Torquemada, Kafka en Orwell voorbij: ze kent naast een Bewijsverbod, omkering van alle waarden en geen ‘rechters’, maar werktuigen. Nog nooit is een (niet-joodse) ‘Holocaustontkenner’ door hen vrijgesproken: dat kan onder de huidige imbeciele wetgeving niet eens, want zodra zij dit doen, worden zij (evenals advocaten) zélf ook voor ‘Holocaustontkenning’ gestraft. 214
Voor ‘de Holocaust’ zijn alle waarden omgekeerd: beschuldigende claims behoeven niet bewezen te worden. Zij die waarheid spreken worden vervolgd, zij die daarover liegen beloond. Daarom kreeg megazwendelaar Elie Wiesel de Nobelprijs voor zijn gruwelijke Holocaustleugens. Zelfs zij die pleiten voor waarheid worden vervolgd: momenteel is dat o.m. Bisschop Williamson, die door een krankzinnige en criminele Duitse Holocaustjustitie wordt gemaltraiteerd. In huidige Holocaustgerichten moeten niet de aanklagers de waarheid van hun onbewezen claims bewijzen, maar de beschuldigden de onwaarheid ervan! De 90-jarige Demjanjuk is een zoveelste gruwelijke slachtoffer. Hoewel voortdurend uit de losse pols wordt beweerd dat “de zelfs nazi’s vergassingen erkenden”, blijkt – op een enkele door marteling verkregen ‘bekentenis’ na – geen van hen die te hebben toegegeven. Integendeel: vrijwel allen verklaarden na de oorlog voor het eerst van ‘vergassingen’ te hebben gehoord. Tijdens de bewijscreërende processen van de jaren zestig, waarin zij bij bosjes werden ‘vrijgesproken’ en vrijgelaten, verklaarden zij steevast dat niet zij, maar ‘anderen’ (overledenen!) dat hadden gedaan . . . Een ander feit is, dat misdaden, wreedheden en wantoestanden in kampen altijd ten onrechte worden vereenzelvigd met gaskamers’: het ene is echter waar, het andere niet. Zij die van ‘gaskamers’ getuigden blijken dat altijd uit de tweede of derde hand te hebben. Er is niet één getuige die hard heeft kunnen maken zelf een ‘vergassing’ te hebben gezien. Niet één. Alle zogenaamde ‘getuigenissen’ over ‘gaskamers’ zijn dan ook van nul en gener waarde. Er is ook niet één enkele foto van ‘vergassingen’ op een van de talloze plaatsen waar dat zou zijn gebeurd gedurende meerdere jaren achtereen. Zelfs geen enkel forensisch bewijs voor ‘gaskamers’ en evenmin één enkel lijk of lichaamsdeel waarvan ooit is vastgesteld dat de doodsoorzaak ‘vergassing’ was. Over naoorlogse boeken en artikelen van ‘overlevenden’ kunnen we beter zwijgen. De beroemdste en best verkochte auteurs ervan bleken aan het eind klinkklare leugenaars en frauduleuze fantasten. De lijst van gelauwerde Holocaustleugenaars (‘getuigen’) is oneindig: Nyiszly, Vrba, Kozinski, Defonseca, Marco, Wiernik, Mermelstein, Wilkomirsky, Zisblatt, Wiesenthal en niet te vergeten de beroemdste Holocaustleugenaar aller tijden, Nobelprijswinnaar(!) Elie Wiesel. Revisionisten trekken zich als wetenschappers niets van politiek en politieke correctheid aan, kopiëren niet voetstoots wat anderen zeggen en trekken hun conclusies ongeacht maatschappelijke conventies. De leugens en de smaad die de Holocaustnomenclatura over hen uitstort, heeft dan ook niets van doen met de feiten over ‘de Holocaust’. Men mag zich gerust afvragen of dit type mensen, dat niet de waarheid spreekt over revisionistische opponenten, dat wel doet over de Holocaust . . . Deze revisionistische weerlegging was bedoeld aan te tonen dat: A. CIDI/Nizkor geen enkele van de 66 Vragen & Antwoorden heeft ‘ontzenuwd’. B. De leugens, beledigingen en smaad jegens het revisionisme onjuist en onterecht zijn. C. De Holocaustnomenclatura noch technisch, noch forensisch, noch documentair, noch ander concreet bewijs heeft voor haar drie hoofdbeschuldigingen: 1. Een Opdracht of Plan voor Systematische Uitroeiing van alle joden, 2. ‘Gaskamers’ voor massavergassingen, 3. Zes Miljoen vermoorde joden. 215
D. Revisionistisch onderzoek aantoont dat ‘de gaskamers’ van Auschwitz niet als zodanig hebben kúnnen functioneren. E. Crematoria geen functie kunnen hebben gehad in de massamoordthese. F. De numerus fixus van ‘Zes Miljoen vermoorde joden’ een joods-religieus geïnspireerde aanname is, thans aan de gehele wereld opgelegd middels ongekende hersenspoeling en morele chantage. G. De “Holocaust-studie” geen wetenschap is, maar een indoctrinatiemethode voor een politiek-correcte staatsideologie. Met geschiedenis en vrije wetenschap heeft dit niets van doen. H. Er door CIDI/Nizkor niet één revisionistische ‘leugen’ is aangetoond; integendeel, het is de Officiële Versie die op belangrijke onderdelen leugens en vervalsingen bevat. Ooit schreef de beruchte Franse kardinaal Richelieu: “Geef mij zes regels geschreven door de eerlijkste man en ik vind daarin iets om hem te laten hangen.” Deze weerlegging bevat ca. zesduizend regels, dus moet het voor CIDI en bepaalde “Willing Executioners” bij Justitie kinderspel zijn mij op te knopen (‘rassenhaat’, ‘discriminatie’, ‘belediging’, ‘aanzetten tot haat’, of welke andere brutale Orwelliaanse leugen dan ook . . .). Wie meent dat De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens ook revisionisten tegen juridische chicanes beschermt, zal niet de eerste zijn die zichzelf daarna achter Holocausttralies terugvindt, ook al luidt die Verklaring letterlijk: "Een ieder heeft het recht op vrijheid van mening, wat het recht insluit niet verontrust te worden omwille van zijn meningen en door om het even welk uitdrukkingsmiddel zonder inachtneming van grenzen, inlichtingen en ideeën op te zoeken, te ontvangen en te verspreiden." (UniverseleVerklaring van de Rechten van de Mens Aangenomen door de Algemene Vergadering der Verenigde Naties, Parijs, 10 december 1948) Voor Richelieu en consorten niettemin geen enkel probleem.
216