DE FILMFREAK DISTRIBUTIE / REMAIN IN LIGHT PRESENTEERT
GEMMA BOVERY een film van Anne Fontaine met Gemma Arterton en Fabrice Luchini releasedatum: 16 oktober 2014 premièretheaters: Cinecenter, The Movies, Pathé Tuschinski (Amsterdam), Pathé Buitenhof (Den Haag), LantarenVenster (Rotterdam), Louis Hartlooper Complex (Utrecht), Lux (Nijmegen), Lumière (Maastricht), Natlab door Plaza Futura (Eindhoven), Cinema Leeuwarden, Verkadefabriek (Den Bosch), Heerenstraattheater (Wageningen), Cinema Gouda, Royal Heerlen
PRAKTISCH RELEASEDATUM 16 oktober 2014 DISTRIBUTIE De Filmfreak Distributie / Remain in Light Van Hallstraat 54 1051 HH Amsterdam 020 4864940
BOEKINGEN Joop Verdenius en Katrien Lamers
[email protected] |
[email protected] 020 4864940 | 06 41378138
PERS The Publicity Company i.s.m. Remain in Light Natasja Wielandt
[email protected] 020 6127000
www.filmfreaks.nl www.remaininlight.nl www.remaininlight.be
2
SYNOPSIS
Wanneer het jonge Britse echtpaar Gemma en Charles hun intrek nemen in een kleine Normandische boerderij, is Martin verheugd. Als grote literatuurliefhebber ziet hij in hen Gustave Flauberts klassieke romanpersonages - en dan heten ze ook nog eens Bovery. Ooit was Martin een bekendheid in Parijs, nu is hij een lokale bakker. Zijn jeugdige ambities en enorme fantasie zijn er echter niet minder om. Het echtpaar Bovery betekent voor hem een ontsnapping uit de routine wanneer hij naast het dagelijks brood ook het lot van deze vleesgeworden romanpersonages begint te kneden. Maar de mooie Gemma is niet van plan een personage te worden - ze heeft 'Madame Bovary' zelfs nooit gelezen. Gemma wil haar eigen leven leiden.
3
SPECIFICATIES
LAND: Frankrijk JAAR: 2014 DUUR: 99 minuten GELUID: Dolby Digital ORIGINELE VERSIE: Frans ONDERTITELING: Nederlands
4
CAST
MARTIN JOUBERT GEMMA BOVERY CHARLIE BOVERY VALERIE JOUBERT HERVE DE BRESSIGNY PATRICK
Fabrice Luchini Gemma Arterton Jason Flemyng Isabelle Candelier Niels Schneider Mel Raido
5
CREW
REGIE Anne Fontaine SCENARIO Anne Fontaine Pascal Bonitzer Gebaseerd op de graphic novel Gemma Bovery van Posy Simmonds PRODUCERS Philippe Carcassonne Matthieu Tarot CO-PRODUCERS Sidonie Dumas Francis Boespflug CINEMATOGRAFIE Christophe Beaucarne PRODUCTION DESIGN Arnaud de Moleron GELUID Brigitte Taillandier Francis Wargnier Jean-Pierre Laforce KOSTUUMS Pascaline Chavanne MONTAGE Annette Dutertre CASTING Andy Pryor Franzo Curcio ASSISTENT REGIE Matthieu Schiffman SCRIPT SUPERVISOR Lydia Bigard MAKE-UP Delphine Jaffart HAAR STILIST Frédéric Souquet
6
GRAPHIC NOVEL GEMMA BOVERY
Gemma Bovery is gebaseerd op de gelijknamige graphic novel van Posy Simmonds. Simmonds inspireerde zich op haar beurt op de iconische 19deeeuwse roman Madam Bovary van Gustave Flaubert. In een interview met The Guardian licht de schrijfster toe hoe ze tot deze eigentijdse interpretatie van Gemma kwam:
“My first drawings of Gemma Bovery were the rather Victorian sort of ones you can see on the left. Later I thought perhaps she was going to be much plainer and more middle-aged and in a droopy Marks and Sparks dress with a rather bad tan and not shaving her legs properly. I kept the not shaving her legs properly but I knew that once she went to France she would get a French polish. When I drew the Gemma on the right, I thought: those eyes remind me of someone. Oh, it's Princess Diana.”
7
“Inspired by my early drawing of Gemma Bovery, I found some photographs of Princess Diana and started drawing her. I liked the way she always used to look up under her fringe in a very come-hither way, and out of the tail of her eye too. That's really what I wanted for Gemma. I wanted her to be seductive.”
8
OVER ANNE FONTAINE
Anne Fontaine – Regisseur Anne Fontaine (°15 juli 1959 – Luxemburg) staat bekend om haar moeilijk te categoriseren films. De psychologische drama’s, zoals er vaak naar haar werk wordt verwezen, zijn karakterstudies waarin de cineaste op bijna freudiaanse wijze haar personages steeds tracht te doorgronden. Fontaine start haar carrière als danser. Na een jeugd in Lissabon, waar haar vader werkt als docent in de musicologie, verhuist de 17-jarige Fontaine naar Parijs waar ze, onder leiding van Joseph Russillo, een dansopleiding geniet. Daar wordt ze opgemerkt door Robert Hossein in een balletvoorstelling van The Hunchback of Notre Dame. Er volgen al snel theater- en filmrollen en ze krijgt naam als actrice voor haar werk in komedies als Si ma gueule vous plaît… (1981) en P.R.O.F.S. (1985). Maar voor Fontaine wordt snel duidelijk dat het acteren haar toch niet ligt. De controle over het lichaam en de bewegingen die eigen zijn aan het dansen, mist zij in het acteerwerk, waardoor Fontaine zich vervolgens keert tot het schrijven en het regisseren. Dankzij haar reputatie krijgt ze de kans regieassistent te zijn in de theaterproductie van Journey To the End of the Night (1996), gebaseerd op de gelijknamige roman van Louis-Ferdinand Céline. Voor haar regiedebuut, de komedie Les histoires d’amour finissent mal… en général (1993), mag Fontaine de Prix Jean Vigo in ontvangst nemen. Twee jaar later volgt een samenwerking met haar broer, acteur Jean-Chrétien Sibertin-Blanc, die zij regisseert in de komedie Augustin (1995). Die collaboratie wordt met een tweede en derde vervolg hervat, Augustin, King of KungFu (1999) en Nouvelle Chance (2006), alsook werken ze samen aan het biografisch drama Coco Avant Chanel (2009), gebaseerd op het gelijknamige boek van Edmonde Charles-Roux. Tussen hun samenwerkingen in, sleept Fontaine een tweede prijs in de wacht, ditmaal voor beste scenario voor Nettoyage à Sec (1997) op het filmfestival van Venetië. De film wordt gezien als een mijlpaal in haar carrière, hij leidt immers tot haar erkenning als een belangrijke figuur in de hedendaagse Franse cinema. De daaropvolgende jaren blijft Fontaine actief films produceren. Na het tweede deel van Augustin, volgen de thrillers Comment J’ai Tué Mon Père
9
(2001) en Nathalie... (2003), alsook het drama Entre ses Mains (2005). Haar portrettering van “self-made woman” Coco Chanel wordt internationaal erkend en geprezen door critici. De film, die zich richt op het vroege leven van de beroemde Franse modeontwerpster, sleept verscheidene nominaties in de wacht en mag de César Award voor beste kostuum verzilveren. Met Two Mothers (2013), een adaptatie van het korte verhaal The Grandmothers van Doris Lessing, maakt Fontaine haar eerste Engels gesproken film. De film, een provocerend verhaal over twee beste vriendinnen die een relatie aangaan met elkaars zoon, weet vier nominaties bij de AACTA Awards binnen te halen. Met de literaire komedie Gemma Bovery (2014) lijkt de cineaste voor een andere koers te kiezen. De film, over een Franse bakker die ervan overtuigd is dat zijn nieuwe Engelse buurvrouw een moderne reïncarnatie is van het klassieke personage Madame Bovary, laat de tragische benadering van taboes en drijfveren achter menselijke gedragingen achterwege ten gunste van een lichtere toon.
FILMOGRAFIE: o o o o o o o o o o o o o
2014 2013 2011 2009 2008 2006 2005 2003 2001 1999 1997 1995 1993
Gemma Bovery Two Mothers Mon Pire Cauchemar Coco Avant Chanel La Fille de Monaco Nouvelle Chance Entre ses Mains Nathalie... Comment J’ai Tue Mon Père Augustin, Roi du Kung-fu Nettoyage à Sec Augustin Les Histoires d’Amour Finissent Mal...en Général
10
OVER FABRICE LUCHINI
Fabrice Luchini – MARTIN JOUBERT Fabrice Luchini (°1 november 1951 – Quartier de la Goutte-d ‘Or, Parijs) groeit op in Parijs als kind van Italiaanse immigranten en uitbaters van een groenten- en fruithandel. Op zijn 13de gaat Luchini in de leer bij een trendy kapperssalon, waar hij de naam Fabrice aanneemt in plaats van zijn geboortenaam Robert. Als grote literatuurliefhebber wijdt hij zijn vrije tijd aan lezen en het beluisteren van soulmuziek. Dit leidt in 1968 tot zijn eerste rol. Een toevallige ontmoeting met de Franse regisseur Philippe Labro in een discotheek levert hem een rol op in diens tragikomedie Tout peut arriver (1969). Daarop besluit Luchini acteerlessen te volgen. In 1970 bemachtigt Luchini een kleine rol in Le Genou de Claire, het vijfde deel van de zesdelige cyclus Six contes Moraux, van Eric Rohmer, één van de grootmeesters van de nouvelle vague. De samenwerking tussen hem en Rohmer zal uiteindelijk nog voor vijf andere films worden hervat, onder meer de historische film Perceval le Gallois (1978) en de tragikomedies, Les Nuits de la pleine lune (1984) en L’Arbre, le Maire et la Médiathèque (1993). In de jaren ’80 wisselt de acteur dragende rollen in pretentieloze lichte komedies zoals P.R.O.F.S. (1985) van Patrick Schullmann, af met persoonlijkere auteursfilms van meesters als Rohmer, Nagisa Oshima, Pierre Zucca en Costa-Gavras. Luchini krijgt naam onder het grote publiek met zijn vertolking van een gedumpte schrijver die zich wreekt op het vrouwelijk geslacht in het drama La Discrète (1990). Grote rollen worden hem alsmaar aangeboden. Zo draagt hij het volle gewicht van de sociale satire Riens du Tout (1992), het eerste commerciële succes van Cédric Klapisch en neemt hij de hoofdrol in twee tragikomedies van Claude Lelouch voor zijn rekening. In 1994 worden zijn acteerprestaties met een enorme surplus beloond: hij mag een César voor beste acteur in een bijrol voor Tout ca... Pour ca! in ontvangst nemen.
11
De Franse acteur weet gedurende de jaren 90 (tragi)komedies steeds mooi af te wisselen met historische, op literatuur gebaseerde films. Zo staat hij tegenover Gérard Depardieu in de adaptatie van Honoré de Balzacs gelijknamige boek Le Colonel Chabert (1994), vertolkt hij de rol van de Franse toneelschrijver, financier en spion Pierre Beaumarchais in het biografisch drama Beaumarchais, L’Insolent (1996) en speelt hij de kwade neef Gonzague van Daniel Auteuil in Le Bossu (1997). Ook krijgt Luchini doorheen zijn carrière de kans om met collega acteurs als Sandrine Kiberlain, Karin Viard, Gérard Depardieu, Romain Duris en Vincent Lindon meermaals het scherm te delen. Bovendien doen cineasten als Benoit Jacquot, Yves Angelo, Philippe Le Guay en François Ozon meerdere malen beroep op zijn veelzijdige acteertalenten. Zo bezorgt hij de komedie Les Femmes du 6eme Etage van Philippe Le Guay, de hilarische sociale satire Potiche en de thriller Dans la Maison van François Ozon, heel wat succes aan de kassa. Daarnaast is Luchini ook regelmatig op de planken te zien. Naar eigen zeggen aanschouwt de acteur het theater als zijn ware passie. Daarbuiten leent hij zijn talenten eveneens aan voor- en inlezen van teksten van belangrijke Franse auteurs, waaronder Jean de La Fontaine, Paul Valery en Louis-Ferdinand Céline.
FILMOGRAFIE o o o
2014 2013 2012
o
2010
o
2008
o o o o o o o
2007 2006 2005 2004 2003 2001 1999
o
1997
o
1996
o o o
1995 1994 1993
o
1992
o
1990
o
1988
o
1987
GEMMA BOVERY van Anne Fontaine ALCESTE A BICYCLETTE van Philippe Le Guay ASTERIX & OBELIX: AU SERVICE DE SA MAJESTE van Laurent Tirard DANS LA MAISON van François Ozon LES FEMMES DU 6EME ETAGE van Philippe Le Guay POTICHE van François Ozon LES INVITES DE MON PERE van Anne Le Ny MUSEE HAUT, MUSEE BAS van Jean-Michel Ribes LA FILLE DE MONACO van Anne Fontaine PARIS van Cédric Klapisch MOLIERE van Laurent Tirard JEAN-PHILIPPE van Laurent Tuel LA CLOCHE A SONNE van Bruno Herbulot CONFIDENCES TROP INTIMES van Patrice Leconte LE COUT DE LA VIE van Philippe Le Guay BARNIE ET SES PETITES CONTRARIETES van Bruno Chiche PAS DE SCANDALE van Benoit Jacquot RIEN SUR ROBERT van Pascal Bonitzer LE BOSSU van Philippe de Broca UN AIR SI PUR... van Yves Angelo HOMMES, FEMMES, MODE D’EMPLOI van Claude Lelouch BEAUMARCHIES L’INSOLENT van Edouard Molinaro L’ANNEE JULIETTE van Philippe Le Guay LE COLONEL CHABERT van Yves Angelo TOUT CA...POUR CA! van Claude Lelouch TOXIC AFFAIR van Philomène Esposito L’ABRE, LE MAIRE ET LA MEDIATHEQUE van Eric Rohmer RIENS DU TOUT van Cédric Klapisch LE RETOUR DE CASANOVA van Edouard Niermans URANUS van Claude Berri LA DISCRETE van Christian Vincent LA COULEUR DU VENT van Pierre Granier-Deferre ALOUETTE, JE TE PLUMERAI van Pierre Zucca LES OREILLES ENTRE LES DENTS van Patrick Schulmann 4 AVENTURES DE REINETTE ET MIRABELLE van Eric Rohmer
12
o
1986
o
1985
o
1984
o o o o o
1983 1982 1981 1980 1978
o o o o o
1975 1974 1971 1970 1969
HOTEL DU PARADIS van Jana Bokova MAX MON AMOUR van Naghisa Oshima CONSEIL DE FAMILLE van Costa-Gavras P.R.O.F.S. van Patrick Schulmann ROUGE-GORGE van Pierre Zucca LES NUITS DE LA PLEINE LUNE van Eric Rohmer EMMANUELL IV van Francis Leroi, Iris Letans ZIG ZAG STORY van Patrick Schulmann T’ES FOLLE OU QUOI? van Michel Gérard LA FEMME DE L’AVIATEUR van Eric Rohmer MEME LES MOMES ONT DU VAGUE A L’AME van Jean-Louis Daniel PERCEVAL LE GALLOIS van Eric Rohmer VIOLETTE NOZIERE van Claude Chabrol VINCENT MIT L’ANE DANS UN PRE van Pierre Zucca CONTES IMMORAUX van Walerian Borowczyk VALPARAISO, VALPARAISO van Pacal Aubier LE GENOU DE CLAIRE van Eric Rohmer TOUT PEUT ARRIVER van Philippe Labro
13
OVER GEMMA ARTERTON
Gemma Arterton – GEMMA BOVERY Voor lange tijd werd het vertolken van een ‘Bond-girl’ synoniem gesteld aan een soort van carrièrezelfmoord, in het geval van Gemma Arterton (°2 februari 1986 – Gravesend, Kent) betekende de rol echter een carrièresprong. Sinds haar portrettering van Strawberry Fields in de kritisch slecht onthaalde Quantum of Solace (2008) liggen de rollen voor de jonge actrice voor het rapen. Kort na het voltooien van haar dramaopleiding, wordt Arterton gecast in de tv-film Capturing Mary (2007). Datzelfde jaar maakt ze daarnaast zowel haar filmdebuut, in de Britse komedie St. Trinian’s (2007) over een anarchistische school voor onhandelbare tienermeiden, als haar theaterdebuut in een moderne versie van het Shakespearetoneelstuk, Love Labour’s Lost. In dit laatste wordt Arterton opgemerkt door een talentenjager en gevraagd auditie te doen voor een rol in de 22ste James Bond film, Quantum of Solace. Tot haar grote verbazing weet de actrice 1500 andere kandidaten te verslagen en maakt zij met haar vertolking haar doorbraak als filmactrice. Vanaf dat moment raakt de carrière van Arterton in een stroomversnelling. Er komen steeds meer grote rollen op haar pad, die de actrice mooi weet af te wisselen met verschijningen in miniseries en kortfilms. Zo neemt ze de rol van het titulair personage Alice in The Disappearance of Alice Creed (2009) voor haar rekening, haar meest controversiële rol tot op heden. Alsook volgen rollen in grote Hollywoodproducties zoals de Griekse halfgod Io in Clash of the Titans (2010) en de mooie prinses Tamina in Prince of Persia: The Sands of Time (2010).
Blockbusterrollen verschaffen de actrice echter al snel niet meer genoeg creativiteit en Arterton kiest voor kleinschaligere producties zoals de neo-feministische vampierenfilm Byzantium (2012)
14
en het komisch drama Song For Marion (2012). In 2013 richt Arterton samen met een aantal vriendinnen het filmproductiebedrijf Rebel Park Productions op vanuit de instelling meer werk te leveren waarin ze zich als actrice creatief kan vinden, alsook controle kan bezitten over het gehele productieproces, van de conceptfase tot het afgewerkt product. Met Gemma Bovery (2014) vertolkt Arterton voor een tweede keer de dragende rol in een adaptatie van Posy Simmonds. Arterton neemt al eerder in 2010 de hoofdrol van de verleidelijke journaliste die terugkeert naar haar geboortedorp in Tamara Drewe (2010), gebaseerd op de gelijknamige graphic novel, voor haar rekening. Op amper zes maanden tijd leert de Britse actrice vloeiend Frans spreken voor haar rol als de naar Frankrijk getrokken Gemma Bovery.
FILMOGRAFIE o
2014
o
2013
o
2012
o
2010
o
2009
o
2008
o
2007
GEMMA BOVERY van Anne Fontaine THE VOICES van Marjane Satrapi RUNNER RUNNER van Brad Furman HANSEL & GRETEL: WITCH HUNTERS van Tommy Wirkola BYZANTIUM van Neil Jordan SONG FOR MARION van Paul Andrew Williams TAMARA DREWE van Stephen Frears PRINCE OF PERSIA: THE SANDS OF TIME van Mike Newell CLASH OF THE TITANS van Louis Leterrier ST.TRIANIAN’S II: THE LEGEND OF FRITTON’S GOLD van Oliver Parker, Barnaby Thompson THE DISAPPEARANCE OF ALICE CREED van J. Blakeson THE BOAT THAT ROCKED van Richard Curtis QUANTUM OF SOLACE van Marc Forster ROCKNROLLA van Guy Ritchie THREE AND OUT van Jonathan Gershfield ST.TRINIAN’S van Oliver Parker, Barnaby Thompson
15
OVER POSY SIMMONDS
Posy Simmonds – AUTEUR Het werk van Britse cartoonist, schrijfster en kinderboekillustrator Rosemary Elizabeth “Posy” Simmonds (°9 augustus 1945 – Berkshire) wordt getypeerd door haar sterke fascinatie voor haar omgeving, die fungeert als inspiratiemateriaal voor haar personages, de incorporatie van een meestal impliciete maatschappijkritiek en het regelmatig adapteren van andermans werken. Nadat Simmonds opleidingen geniet in de beeldende kunst aan de Sorbonne in Parijs en in het grafisch ontwerp aan de Central School of Art & Design in Londen gaat ze een carrière als illustrator achterna. Naast haar tewerkstelling als schoonmaakster en hondenuitlaatser loopt ze met haar portofolio de deuren van kranten, redacteuren en uitgevers plat. Al snel kan Simmonds een illustratie publiceren op de vrouwenpagina van The Times. Het vroege werk van Simmonds bestaat uit het illustreren van artikelen over prozaïsche onderwerpen als isolatie, begrafenisondernemers en verzekeringen. Het echte stripwerk begint pas in 1969 wanneer zij voor The Sun de dagelijkse strip ‘Bear’ verzorgt. Daarnaast levert zij tussen 1968 en 1970 ook een bijdrage aan The Times met humoristische illustraties en aan Black Dwarf Magazine met een satirische cartoon. Het regulier illustratiewerk volgt in 1972 voor The Guardian. Sinds 1977 stond er ruim tien jaar wekelijks een aflevering van The Silent Three of St. Botolph’s op de vrouwenpagina van The Guardian. Het stripfeuilleton, een eerbetoon aan de strip The Silent Three van Evelyn Flinders uit de jaren 50, begon in eerste instantie als een parodie op de avonturenverhalen van meisjes die satirische commentaren geven op het hedendaagse leven. Maar het richtte zich al snel op drie schoolvriendinnen uit de jaren 50 in hun latere leven als vrouwen van middelbare leeftijd in de middenklasse. De strip kreeg later simpelweg de titel “Posy” toebedeelt en werd vervolgens samengebundeld in een reeks van boeken: Mrs. Weber’s Diary (1979), Pick of Posy (1982), Very Posy (1985) en Pure Posy (1987). Hoewel haar stripverhaal The Silent Three of St. Botolph’s een groot succes is, raakt Simmonds onder het grote publiek pas gekend door haar graphic novels Gemma Bovery (1999) en Tamara Drewe (2007). De graphic novels, beide geïnspireerd op bekende literaire werken, centraliseren telkens een heldin die in haar directe omgeving ophef veroorzaakt en verwikkelt geraakt in over
16
spelige relaties. Met Gemma Bovery bewerkt Simmonds de 19deeeuwse roman Madam Bovary van Gustave Flaubert tot een eigentijdse, satirisch stripfeuilleton dat 6 dagen per week in The Guardian verscheen. Een toevallige ontmoeting in Italië ligt aan de basis van het verhaal, en voor het uiterlijk van Gemma baseert ze zich op Diana, de prinses van Wales, die destijds nog in leven was. Later worden deze ruim 100 afleveringen samengebundeld en uitgebracht in een boekvorm. Voor Tamara Drewe laat Simmonds zich inspireren door de 19deeeuwse roman Far From the Madding Crowd van Thomas Hardy. Het boek, een verhaal over een vrouw met drie potentiële minnaars, levert Simmonds genoeg stof op om de figuur van Tamara Drewe, een aantrekkelijke journaliste die toevlucht zoekt in haar geboortedorp en verwikkelt geraakt in overspelige relaties, neer te zetten. Ook hier verwerkt zij het verhaal allereerst tot een wekelijks stripfeuilleton, en pas later worden deze afleveringen tot een boek samengebundeld.
BIBLIOGRAFIE: o o o o o o o o o o o o o o o o
2007 Tamara Drewe 2004 Baker Cat 2003 Literary Life Lavender 2001 Mr. Frost 1999 Gemma Bovery 1997 Cautionary Tales and Other Verses 1996 F-Freezing ABC 1993 Mustn’t Grumble 1991 Matilda: Who Told Lies and Was Burned to Death 1990 The Chocolate Wedding 1987 Pure Posy Fred 1985 Very Posy 1984 Bouncing Buffalo 1982 Pick of Posy 1981 True Love 1979 Mrs. Weber’s Diary
17