Rehabilitatiemodule Tiengemeten
Rehabilitatiemodule Tiengemeten/010909
Pagina 1 van 12
1. Introductie Dit hoofdstuk beschrijft een gespecialiseerd rehabilitatieaanbod voor patiënten met NietAangeboren Hersenletsel (NAH) en voor patiënten met een chronische psychotische stoornis. Het aanbod bestaat uit een therapeutische beschermde woonomgeving en een dagbestedingstraject. Het betreft een verblijf met een bepaalde duur en is gericht op de rehabilitatie van patiënten met Niet-Aangeboren Hersenletsel (NAH) en patiënten met chronische psychotische stoornissen. De rehabilitatie wordt ondersteund met op maat geïndiceerde ambulante behandelingen. Het betreft een verblijf van middellange duur (12-24 maanden) met een capaciteit van 26 plaatsen. Zwaartepunt van het aanbod ligt op herstel van de verstoorde relatie tussen individu en omgeving en de verbetering van het totale functioneren van de patiënt. Daartoe biedt de locatie Tiengemeten een zeer geschikt therapeutisch leefklimaat: de patiënten wonen in een prikkelarme en overzichtelijke omgeving met een duidelijke dagstructuur. Er is aandacht voor het sociaalmaatschappelijk functioneren, (culturele) achtergrond, levensbeschouwing en zingeving in relatie met de problematiek. Het programma is onderdeel van het aanbod van Bavo Europoort en nadrukkelijk gebonden aan deze specifieke locatie. Het aanbod is gebaseerd op de uitgangspunten van de individuele rehabilitatiebenadering, waar het de patiënten met een chronisch psychotische stoornis betreft en de methode “Hooi op je vork” voor de patiënten met hersenletsel. De specifieke benadering sluit aan bij de aard van hun beperkingen. Er is zowel aandacht voor Algemeen Dagelijkse Levensverrichtingen (ADL), persoonlijke ontwikkeling en zingeving, als deelname aan sociale processen. Herstel- en arbeidgerichte activiteiten vormen een belangrijk onderdeel van het programma. Aanvullend bestaat de mogelijkheid van andere, individuele en groepsgerichte vormen van behandeling bij Bavo Europoort. Het aanbod is gericht op het bevorderen van gezondheid en welzijn en het vinden van aanpassingen voor blijvende beperkingen. Het team hanteert een consequente, steunende en directieve benadering. Het programma richt zich op het toerusten van patiënten met het oog op het verwezenlijken van een grotere mate van zelfstandigheid en autonomie. Zo biedt het patiënten onder meer de mogelijkheid stapsgewijs door te stromen naar arbeidsgerichte dagbestedingprojecten in de directe omgeving dan wel reguliere arbeid en naar beschermd, dan wel zelfstandig wonen. Dit hoofdstuk beschrijft achtereenvolgens uitgangspunten en doelen, de doelgroep, de hulpvraag, de modules en activiteiten, de organisatie van het zorgaanbod, de randvoorwaarden.
2. Visie “Psychische problemen hebben meestal van doen met een verstoorde relatie tussen een individu en zijn omgeving”, is in de zorgvisie van Parnassia Bavo Groep te lezen. De geboden zorg dient zich dan ook te richten op de verbetering van het totale functioneren van de patiënt. Zo mogelijk gelden beide uitgangspunten bij patiënten met niet-aangeboren hersenletsel of met chronische psychotische stoornis nog meer dan bij andere patiënten. De stoornis heeft hun leven in meerdere opzichten ingrijpend veranderd. Enerzijds is er sprake van een ernstige breuk in de biografie als gevolg van de beperkingen door de stoornis. Hun levensverhaal heeft als het ware schipbreuk geleden. Anderzijds is er zowel een verstoorde relatie met de fysieke en sociale omgeving als met het eigen lichaam. Het herbenoemen van de relatie met de omgeving, het herstel van het sociaal verband en van een positieve lichaamsbeleving en daarmee het herformuleren van de eigen identiteit zijn voorwaarden voor maatschappelijke re-integratie.
Rehabilitatiemodule Tiengemeten/010909
Pagina 2 van 12
Niet-aangeboren hersenletsel heeft vanzelfsprekend van doen met organische defecten, maar ook psychotische stoornissen worden daarmee in verband gebracht. De neurologie leert dat de plasticiteit van de hersenen groter is dan werd vermoed. Stress blijkt een negatieve invloed te hebben, de juiste oefen- en leerprocessen een positieve. Dat betekent dat patiënten zelf invloed kunnen uitoefenen op het herstelproces door te leren leven met blijvende beperkingen en het optimaal benutten en ontwikkelen van resterende capaciteiten. Een omgeving die positieve leerprocessen stimuleert, kan het herstelproces in belangrijke mate ondersteunen. Zo’n ‘helende’ omgeving kenmerkt zich door echtheid en authenticiteit en biedt mogelijkheden tot zinvolle activiteiten. Het eiland Tiengemeten biedt voor herstel van de relatie met het eigen lichaam en met de fysieke en sociale omgeving goede mogelijkheden. Het programma is geënt op de individuele rehabilitatiebenadering en de methode ‘Hooi op je vork’ (Methodisch ondersteunen van mensen met hersenletsel). Het richt zich op ‘heel de mens’ en vindt zijn inspiratie tevens in de integrale psychiatrie1. De voorziening op Tiengemeten wil een ‘healing environment’ zijn. Het programma beoogt fysieke en psychische defecten te verminderen of te compenseren en met de resterende beperkingen te leren leven. Waar mogelijk neemt arbeid als zingevende sociale activiteit een belangrijke plaats in. Het vraagt het eigen lichaam in dienst te stellen van het vorm geven van de fysieke omgeving in een sociaal verband. In het werk verhoudt de patiënt zich tot zijn buitenwereld. Het zien van resultaat van het handelen, het concreet bezig zijn en iets te bieden hebben aan anderen, dragen bij aan zingeving en het gevoel van eigenwaarde De patiënten van de doelgroep zijn te vergelijken met Robinson Crusoe. Staand op het strand met het wrak van zijn schip achter zich en een nieuwe wereld voor zich staat hij voor de taak opnieuw vorm te geven aan zijn leven. Hij moet daarvoor de mogelijkheden die het eiland biedt, optimaal zien te benutten en zich nieuwe vaardigheden eigen maken. Al doende en lerende slaagt hij daar wonderwel in: hij blijft in leven, bouwt een huis en creëert een thuis, maakt een vriend en weet uiteindelijk met zijn steun een vlot te bouwen en – ouder, maar wijzer – terug te keren naar de wereld waar hij vandaan kwam.
3. Doelen Het algemene doel van het programma Tiengemeten is het bieden van een therapeutisch leefklimaat, het benutten en ontwikkelen van mogelijkheden van deelname aan het maatschappelijk proces, waardoor kwaliteit van leven toeneemt en minder intensieve vormen van verblijf en ondersteuning binnen bereik van de patiënt kunnen komen. Meer specifiek zijn de doelen als volgt te omschrijven: de patiënt verwerft inzicht in eigen mogelijkheden en beperkingen; de patiënt ontwikkelt ADL- en sociale vaardigheden en kan zich beter handhaven in de sociale omgang met anderen;
1
Integrale psychiatrie heeft vier uitgangspunten: 1. De therapeutische relatie is het centrale en meest deel van elke therapie; 2. Een open en kritische houding naar alle therapeutische disciplines en systemen op basis van de principes van Evidence Based Medicine 3. De focus primair gericht op het bevorderen van gezondheid en welzijn en het versterken van reeds aanwezige oplossingen, waarbij gestreefd wordt naar positieve bijwerkingen. 4. Alles vindt plaats in een ‘healing environment’ waarin zoveel mogelijk ’aspecten’ van de gehele persoon worden betrokken: biologisch, emotioneel, mentaal, sociaal, energetisch, ecologisch en spiritueel.
Rehabilitatiemodule Tiengemeten/010909
Pagina 3 van 12
de patiënt vergroot zijn eigen autonomie en kan resterende capaciteiten zodanig benutten dat zelfstandig of beschermd wonen een reële mogelijkheid wordt evenals participatie in dagbesteding of arbeid; de patiënt kan betekenis en zin geven aan zijn levenservaringen en ervaart verbetering van kwaliteit van leven Hulpverleners verwerven voldoende inzicht in de draagkracht en ondersteuningsmogelijkheden van individuele patiënten en in de voorwaarden waaraan de leefomgeving voor hen moet voldoen. -
Voor de groep patiënten met niet-aangeboren hersenletsel ligt het accent op het optimaliseren van de leefsituatie, het ontwikkelen van vaardigheden en aanbrengen van structuur, en voor de groep patiënten met een chronische psychotische stoornis op het stabiliseren, behouden, benutten en ontwikkelen van resterende capaciteiten. In het programma staan herstel en leren hanteren van beperkingen, versterken van de gezonde kant, van zelfbeeld en zelfvertrouwen, vergroten van zelfredzaamheid en ontwikkelen van sociale vaardigheden centraal. Daarnaast richt het programma zich op het inzichtelijk maken van de aard van de beperkingen en de gevolgen daarvan voor patiënt en naastbetrokkenen. Daartoe bestaat de mogelijkheid binnen Bavo Europoort individueel geïndiceerde behandelingstrajecten te volgen. De patiënt is, zoveel als mogelijk, actief betrokken bij het kiezen van doelen en middelen. Zijn wensen, mogelijkheden en beperkingen zijn het uitgangspunt. Naasten van de patiënt worden hierbij waar mogelijk en voor zover door hem gewenst bij betrokken. Daartoe wordt onder meer voorlichting en systeembegeleiding ingezet. Het programma baseert zich op beproefde methodieken en inzichten, waar mogelijk evidence based en altijd op basis van best practices. Effectiviteit en patiënttevredenheid worden systematisch geëvalueerd. Hier passen twee kanttekeningen bij. Allereerst is vooraf niet altijd met zekerheid vast te stellen of en welke herstelmogelijkheden er zijn. De ervaring leert verder dat toegenomen kwaliteit van leven niet altijd in maat en getal vast te stellen is. Dit laatste vraagt om inzet van meer kwalitatieve onderzoeksmethoden.
4. Doelgroep De doelgroep betreft twee categorieën patiënten, te weten patiënten met neuropsychiatrische stoornissen en langdurig zorgafhankelijke patiënten met schizofrenie of aanverwante stoornissen. Op termijn kunnen ook andere patiëntengroepen die gebaat zijn bij een dergelijk aanbod, gebruik maken van deze rehabilitatiemodule. De doelgroep betreft in het bijzonder patiënten voor wie reguliere ambulante of (dag)klinische behandeling geen of onvoldoende resultaten meer bieden en die intensieve begeleiding behoeven. Met deze intensieve begeleiding, gericht op maatschappelijke re-integratie in een stimulerende omgeving hebben zij perspectief op verbetering van kwaliteit van leven en een meer zelfstandig bestaan. Beide categorieën patiënten hebben gemeen dat er sprake is van een stagnatie in de ontwikkeling van hun resterende capaciteiten die re-integratie en normalisering van het maatschappelijk leven in de weg staat als gevolg van het ontbreken van passende voorzieningen. Zij hebben doorgaans weinig of geen ervaring meer met zelfstandig of begeleid wonen. Actueel of dreigend langdurig verblijf in klinische voorzieningen, verpleeghuizen (stroke-units) en/of sociale pensions verkleint de resocialisatie-mogelijkheden en deelname aan het sociaal verkeer. Voor een aantal van deze patiënten zijn de bestaande klinische voorzieningen niet toereikend. Voor hen is een op herstel en rehabilitatie gerichte woonvoorziening in een prikkelarme, veilige en stimulerende omgeving geïndiceerd. Om te kunnen profiteren van dit aanbod gelden de volgende indicatiecriteria: een min of meer gestabiliseerd ziektebeeld;
Rehabilitatiemodule Tiengemeten/010909
Pagina 4 van 12
-
voldoende zicht op de impact van de aandoening op het somatisch, psychisch en sociaal functioneren; (helderheid over) communicatiemogelijkheden
Exclusiecriteria NAH-patiënten: degeneratief ziektebeeld; (nog) niet afgeronde eerste revalidatie na hersenletsel; (blijvende) fysieke beperkingen die intensieve somatische zorg en voorzieningen vereisen die niet met de woon/werkomgeving te combineren zijn (bijvoorbeeld rolstoelafhankelijkheid, verlies gezichtsvermogen); hoge mate van crisisgevoeligheid; middelenmisbruik en hoge mate van middelenafhankelijkheid; Exclusiecriteria patiënten met chronische psychotische stoornis: frequente psychotische episoden in het recente verleden; recente suïcidepoging dan wel signalen van suïcidaliteit; fysieke beperkingen die intensieve somatische zorg en voorzieningen vereisen die niet met de woon/werkomgeving te combineren zijn; hoge mate van crisisgevoeligheid; middelenmisbruik en hoge mate van middelenafhankelijkheid. 4.1 Profiel NAH-patiënten Bij NAH-patiënten is sprake van een niet-degeneratief ziektebeeld gecombineerd met psychiatrische en/of deels blijvende neurologische stoornissen, zoals cognitieve stoornissen (oriëntatie-, aandachts- en concentratieproblemen en geheugenstoornissen); taal- en praxisstoornissen; stemmingsstoornissen, wanen en hallucinaties; emotionele- en gedragsstoornissen. Klachten als gevolg van niet-aangeboren hersenletsel zijn niet eenduidig binnen DSM-IV te classificeren. Niet-psychiatrische aandoeningen kunnen de symptomatologie veroorzaken, maar ook kan er sprake zijn van een pre-existente psychiatrische stoornis. Bij deze patiënten is er sprake van een diepgaande breuk in de levenslijn en ingrijpende verschillen in het leven voor en na het hersenletsel. De terugkeer naar de thuissituatie is vaak problematisch. Zo konden in 2006 slechts 41 van de 80 patiënten vanuit de afdeling Neuropsychiatrie van Bavo Europoort terug naar huis. Voor ongeveer een derde van de overige ontslagen patiënten bestaat behoefte aan voorziening die een brug kan slaan tussen het huidige aanbod klinische en deeltijdbehandeling en een zelfstandig of beschut leven buiten de kliniek. Zij lopen nu het risico blijvend afhankelijk te raken van (dag)klinische voorzieningen. 4.2 Profiel patiënten met een chronische psychotische stoornis Schizofrenie en aanverwante stoornissen behoren tot de meest ingrijpende psychiatrische ziekten. In het merendeel van de gevallen heeft de ziekte een chronisch beloop en gaat gepaard met aanzienlijke beperkingen in dagelijks functioneren. De aandoening manifesteert zich meestal geleidelijk tijdens de adolescentie of de jongvolwassenheid en kent perioden van ernstige ontregeling ten gevolge van psychotische episoden. Het lijden wordt niet alleen bepaald door de aandoening zelf, maar ook door de sociale gevolgen. Vaak is sprake van een gebroken carrièreperspectief met het risico van blijvende arbeidsongeschiktheid. De doelgroep onderscheidt zich vooral van de algemene bevolking op thema’s die te maken hebben met sociale integratie. Relatief weinig patiënten zijn gehuwd of hebben een vaste relatie. Slechts 10% heeft inkomen uit arbeid. Veel patiënten hebben geen gestructureerde dagbesteding. Het opleidingsniveau van psychiatrische patiënten met meerdere opnames achter de rug is aanmerkelijk lager dan de gemiddelde beroepsbevolking. Bij velen is sprake van maatschappelijke achterstand (werkloosheid, armoede, slechte huisvesting) en sterk verminderde kwaliteit van leven. De regio Rijnmond telt tussen de 4800 - 7200 mensen met ernstige
Rehabilitatiemodule Tiengemeten/010909
Pagina 5 van 12
psychiatrische stoornissen en problemen op meerdere levensterreinen, waarvan ongeveer 1200 ‘zorgmijdend’ zijn. Patiënten met een chronische psychotische stoornis zijn vaak langdurig zorgafhankelijk. Ze zijn veelal op jonge leeftijd als gevolg van de stoornis geïnvalideerd en hebben een lange geschiedenis van opname en verblijf in klinische voorzieningen. Na acceptatie en stabilisatie van het ziektebeeld zijn ze minder crisisgevoelig en ontstaat op latere leeftijd weer een groeiperspectief. De stap naar zelfstandig of beschermd wonen is voor hen echter nog te groot, waardoor zij min of meer permanent in klinische voorzieningen verblijven of thuisloos zijn.
5. Hulpvraag en zorgbehoefte De hulpvraag van doelgroep betreft in het algemeen de omgang met de beperkingen, variërend van het praktisch alledaags handelen en de herinrichting van het dagelijks leven tot het omgaan met het verlies van handelingsbekwaamheid en zingevingvragen. Zowel bij patiënten als bij familieleden bestaat de behoefte aan een overzichtelijke en inzichtelijke organisatie van de zorg. Meer specifiek hebben de hulpvragen van NAH-patiënten veelal van doen met levensvragen en zijn uiteenlopend van aard. Vragen hebben niet alleen betrekking op (de mogelijkheid van) het hervatten van voorheen dagelijkse bezigheden op het gebied van wonen en werken, maar ook op het verder leven met beperkingen, het verwerken van negatieve ervaringen en het herstel van zelfvertrouwen en eigenwaarde. Het niet meer kunnen hervatten van het voormalige werk komt vaak als probleem terug. In de dagelijkse praktijk zijn er weinig mogelijkheden voor arbeidsgerelateerde rehabilitatie. Doordat NAH-patiënten soms minder goed in staat zijn hun lichaam te besturen, ondervinden zij problemen om contact met de omgeving te maken zoals zij wensen. Dit leidt vaak tot eenzaamheid en frustratie. De onverwachte breuk in de levenslijn gaat vaak gepaard met een existentiële crisis en zingevingsvragen. Patiënten zijn gebaat bij een plaats waar die zijn mogelijkheden kan onderzoeken en eventueel uitbreiden. Dit biedt de mogelijkheid inzicht te krijgen in eigen mogelijkheden en zo weer grip te krijgen op het leven. Risico hierin is het overvragen van patiënten. Het herstelpotentieel is evenals het blijvend te compenseren defect alleen al doende vast te stellen. Voor het ontwikkelen van deze vaardigheden is naast ritme, rust en regelmaat een stimulerend leef- en werkklimaat gewenst, waarin sprake is van een duidelijke structuur en sturing. Met het oog op overschatting is de primaire insteek onderpresteren, het accent ligt op empowerment en er is ruimte voor verliesverwerking en zingeving. De hulpvraag van langdurig zorgafhankelijke patiënten betreft allereerst probleemvermindering, probleemhantering en persoonlijke veiligheid. Daarbij gaat het vooral om weer greep te krijgen op wat er gebeurt, tekenen van terugval te kunnen herkennen en hanteren. Daarnaast bestaat de wens weer deel te kunnen nemen aan het maatschappelijk leven. Er is behoefte aan een leefbare woonruimte en inkomen om activiteiten te ondernemen. Ook wijzen de patiënten op de betekenis van sociale steun van zowel lotgenoten als anderen uit hun omgeving en hechten ze belang aan een zorgzame en tolerante omgeving, waarin plaats is voor psychische problemen en mensen beschikbaar zijn die zo nodig kunnen bijsturen en begeleiden. Ten slotte willen patiënten zich als persoon verder ontwikkelen. Aandachtspunten bij het streven naar autonomie zijn het verkrijgen van zelfvertrouwen, gevoel van eigenwaarde en zelfacceptatie en het kunnen verwezenlijken van eigen doelen. Het individuele proces om weer de draad op te pakken en het leven opnieuw inhoud en richting te geven, is vooral een ontwikkelings- en leerproces. De patiënten zijn gebaat bij een voorziening die aansluit bij het ontstane groeiperspectief, een stabiele rustige en veilige leefomgeving die uitgangspunt is voor sociale participatie en de stap naar zelfstandig of beschermd wonen kan vergemakkelijken. In het geval van beide groepen patiënten is er ten slotte van de kant van naastbetrokkenen behoefte aan voorlichting, ondersteuning en begeleiding in de omgang met de patiënt. Hierin zijn wel verschillen tussen naastbetrokkenen van de twee doelgroepen. In het geval van de patiënten met chronische psychotische stoornissen zijn naastbetrokkenen doorgaans langer bekend met de
Rehabilitatiemodule Tiengemeten/010909
Pagina 6 van 12
problematiek, terwijl in het geval van NAH-patiënten het onverwachte karakter van het hersenletsel naastbetrokkenen vooral steun behoeven bij het duiden en plaatsen van blijvende beperkingen van de patiënt. De laatste groep zal naar verwachting een groter beroep doen op ondersteuning en begeleiding. Deze begeleiding kan ambulant aangeboden worden. 5.1 Profiel aansluitend zorgaanbod Uit de beschrijving van doelgroep, hun zorgbehoefte en hulpvragen komt naar voren dat een verandering van leefomgeving bij kan dragen aan het doorbreken van de stagnatie en aan het bevorderen van de maatschappelijke re-integratie van de patiënten. Naast een vaste structuur die zorgt voor een veilige en voorspelbare omgeving, is rust en zorg op maat het uitgangspunt. Elementaire kenmerken van het gewenste aansluitende zorgaanbod zijn: wonen, werken en sociale omgang in een omgeving die de gangbare routines in de buitenwereld zoveel mogelijk benaderen; overzichtelijk, kleinschalig en gestructureerd; veilig en prikkel-aangepast; stimulerend voor individu en groepsproces; ruimte voor het individu, zijn wensen, mogelijkheden en beperkingen; flexibiliteit in aanbod dat maatwerk mogelijk maakt; alle zintuigen aansprekend; ontwikkelingsgericht; rehabilitatiegericht. Voor de NAH-patiënt is in aanvulling hierop een zorgaanbod nodig dat zich eerder kenmerkt door sturing, voordoen en verleiding dan door bevordering van eigen initiatief en zelfwerkzaamheid. Regelmatige, periodieke rustperiodes maken integraal onderdeel van uit van het programma.
6. Modulen en activiteiten 6.1 De context Tiengemeten ligt in het Haringvliet op circa 45 minuten reizen van het centrum van Rotterdam en behoort tot de gemeente Korendijk. Het is een gebied van Natuurmonumenten, waar de natuur zo veel mogelijk vrij spel heeft. Natuurmonumenten verwacht jaarlijks 20- tot 30.000 mensen die kortdurend het eiland bezoeken. Er zijn recreatieve voorzieningen: een ontmoetingscentrum, (streek)musea, een beperkt aantal vakantiehuizen en een camping. In vergelijking met de stad biedt Tiengemeten meer mogelijkheden een gestructureerde, veilige en prikkelarme therapeutische omgeving te ontwikkelen met een revitaliserende en helende potentie. De Idahoeve vormt de kern van het rehabilitatieproject. In de hoeve zijn naast 26 appartementen voor individuele patiënten voorzieningen voor individuele en groepsgerichte training. In de directe nabijheid van de hoeve bevinden zich een moestuin, kas en ruimten voor arbeidsmatige activiteiten. Tiengemeten biedt verder een breed scala aan mogelijkheden voor zinvolle arbeid en dagbesteding: variërend in aard en niveau van vereiste vaardigheden, in duur en intensiteit, en in intensiteit van contact met anderen (medepatiënten, bezoekers). Daardoor ontstaat de mogelijkheid patiënten maatwerk te bieden en individuele ontwikkeltrajecten uit te stippelen. Een aantal arbeidsprojecten wordt in samenwerking met Natuurmonumenten ingevuld. Te denken is hierbij aan landschapsonderhoud, kweken en verwerken van producten van de biologische landbouw en dienstverlening in het bezoekerscentrum en streekmuseum. Deelname aan arbeidsprojecten is op individuele basis of in groepsverband al naar gelang de mogelijkheden van de patiënt. Naast de medisch psychiatrische behandeling die poliklinisch zal plaats vinden, vormen het (weer) aanleren van algemene dagelijkse levensverrichtingen zoals bed opmaken, kamer schoonhouden, koken, boodschappen doen, vrijetijdsbesteding ontwikkelen enzovoorts en
Rehabilitatiemodule Tiengemeten/010909
Pagina 7 van 12
arbeidgerichte activiteiten een belangrijk deel (75%) van het programma. Arbeid heeft een belangrijke therapeutische effect voor de doelgroep: - werken geeft structuur en ritme aan de dag; - werken appelleert aan het gezonde functioneren; - werken biedt concrete mogelijkheden in het hier en nu te blijven; - werken geeft concrete feedback en mogelijkheden tot het aanleren van vaardigheden; - werken kan helpen aan het beleven van zelfwaardering en zingeving; - werken geeft onderlinge contacten en mogelijkheden tot samenwerken. De arbeidsmatige activiteiten zijn daarom gericht op het zich weer (leren) thuis voelen in eigen lijf, en in de fysieke en sociale omgeving, op het ontdekken en activeren van resterende capaciteiten. Arbeid appelleert aan de gezonde kant van de patiënt en brengt hem letterlijk in beweging, bevordert zelfvertrouwen en biedt correctieve ervaringen. In de aanvullende sociaal-culturele en creatieve activiteiten bestaat eveneens de mogelijkheid nieuwe interesses en talenten te ontwikkelen, waaraan patiënten zin en betekenis kunnen ontlenen. Dat is van belang, want het vermogen tot zingeving blijkt een positief verband te hebben met psychisch gezond functioneren en kwaliteit van leven. Ervaringen met behandelprojecten op zorgboerderijen elders in het land onderbouwen de gekozen benadering. Elings e.a.2 komen tot de conclusie dat werken op een boerderij deelnemers goed doet. “De boerderijen bieden een plezierige sfeer, gezelligheid, ruimte (letterlijk en figuurlijk) en de mogelijkheid van plezierig en zinvol werk. Deelnemers voelen zich ook beter dankzij het boerderijbezoek: lichamelijk en psychisch: men is naar eigen zeggen fitter, voelt zich nuttiger en krijgt weer het nodige zelfvertrouwen en zelfrespect.” Het samenleven stimuleert patiënten ten slotte zich meer te richten op de buitenwereld en relaties aan te gaan, en zich minder in beslag te laten nemen door hun beperkingen. In het samen leven en ondernemen van activiteiten hebben patiënten de mogelijkheid om (aangeleerde) sociale vaardigheden te oefenen. 6.2 Programma De stem van de patiënt is bij de vormgeving van het programma doorslaggevend en zijn wensen vormen het uitgangspunt. In het begin van het zorgproces neemt zo nodig de hulpverlener de rol van expert op zich. Gaandeweg legt deze de verantwoordelijkheid voor gezondheid en welbevinden weer zoveel als mogelijk in handen van de patiënt. In de omzetting van hulpvraag in hulpbehoefte en vervolgens doelformulering, beslist de patiënt op belangrijke punten zoveel mogelijk mee. Het programma bestaat uit twee modules: kleinschalig beschermd wonen en dagbesteding. De module dagbesteding wordt door REAKT verzorgd. 6.3 Module kleinschalig beschermd wonen De module duurt 12-24 maanden en heeft een capaciteit van 26 verblijfsplaatsen. Gezien de duur van het programma, het beperkt aantal plaatsen en de daarmee samenhangende lage in- en uitstroom is er sprake van een min of meer stabiele leefgroep.
2
Elings, M., N. van Erp & Frank van Hoof, De waarde van zorgboerderijen voor mensen met een psychiatrische of verslavingsachtergrond. Utrecht: Trimbos Instituut, 2005.
Rehabilitatiemodule Tiengemeten/010909
Pagina 8 van 12
Opbouw In het dagprogramma wisselen individuele begeleiding, groepsactiviteiten (eten, ontspanning), werken en rust elkaar af. Het weekprogramma bestaat in principe uit vijf dagdelen dagbesteding, waarvan arbeidsgerichte activiteiten op indicatie onderdeel uit maken en vijf dagdelen individuele en groepsgerichte begeleiding ADL en woontraining. Afhankelijk van de patiënt en de ontwikkelingsfase waarin hij verkeert, kan hiervan worden afgeweken. Vaste onderdelen dagprogramma: zinvolle dagbesteding en arbeidsgewenning; sociale vaardigheidstraining individueel of in groepsverband (Goldstein); ADL-training, individueel of in groepsverband; voorlichting en systeembegeleiding; zingevingsgroep. Op indicatie kan het aanbod aangevuld worden met: cognitieve gedragstherapie systeemgesprekken; individuele geestelijke verzorging; fysiotherapie; logopedie; materieel-juridische hulpverlening. De specifieke programma’s voor beide groepen vallen samen waar mogelijk. In de praktijk zullen de programma’s tot op grote hoogte gescheiden zijn. In belangrijke mate is dit ingegeven door de noodzaak voor de NAH-patiënten regelmatig rustperiodes in te lassen en meer rekening te houden met grote individuele verschillen in mogelijkheden en beperkingen. 6.4 Algemeen dagprogramma Beide groepen nemen deel aan het algemene programma voor zover mogelijk gelet op hun beperkingen en voor zover hun specifieke deelprogramma’s dit toestaan. De mate van begeleiding kan variëren. Aan de hand van een productenboek met dagactiviteiten wordt gekeken welke activiteiten op het eiland het beste aansluiten bij de in het rehabilitatieonderzoek geformuleerde wensen en doelen van de patiënt. Tussen 7 uur en 9 uur staan de bewoners op, verzorgen zichzelf en ontbijten gezamenlijk. Een verpleegkundige houdt toezicht op medicijngebruik en is beschikbaar voor vragen en gezondheidsproblemen. Bij toerbeurt helpen enkele bewoners bij het klaarmaken en afruimen van de ontbijttafels. Dagopening Rond 9 uur wordt het dagprogramma doorgenomen (wie is waar, wie doet wat). De planning van de dag wordt opgeschreven op het agendabord en toegelicht. Ochtendprogramma Het ochtendprogramma staat in het kader van dagbesteding en arbeidsgerichte activiteiten. De patiënten werken individueel of in groepsverband. De activiteiten zijn qua intensiteit, belasting en samenwerkingsvereisten op de capaciteiten van de patiënt afgesteld. De patiënten zijn de gehele ochtend in de directe omgeving van de Idahoeve of elders op het eiland aan het werk. Halverwege de ochtend drinken zij ter plekke koffie of thee. Enkele bewoners helpen mee met het dagelijks werk in de woonvoorziening: maken schoon, doen boodschappen en verzorgen de lunch.
Rehabilitatiemodule Tiengemeten/010909
Pagina 9 van 12
Lunch Rond 12.30 uur is er een gezamenlijke lunch. Middagprogramma Rond 14.00 kunnen de patiënten weer deelnemen aan dagbestedingsactiviteiten, rusten of een afspraak hebben met begeleider, mentor of geestelijk verzorger. Enkele bewoners helpen bij het afruimen, doen boodschappen en helpen mee met het voorbereiden van het avondeten. Rond 17.00 uur is er een gezamenlijke afsluiting van het middagprogramma. Om 18.00 uur wordt er gegeten. Aan het eind van het avondeten vindt een dagsluiting plaats. Ervaringen worden uitgewisseld, behoefte aan contact met een van de begeleiding wordt gepeild, reeds bestaande afspraken worden gememoreerd, eventuele wensen voor invulling van vrije dagdelen worden besproken, nagegaan wordt wie de volgende dag meehelpt in het huishoudelijk werk. Vanaf 19.00 uur kunnen de bewoners vrijelijk hun tijd besteden. Op bijzondere dagen (feestdagen, verjaardagen, seizoencyclus, aankomst en vertrek patiënten) worden gezamenlijke activiteiten georganiseerd. 6.5 Programmafasering In het programma doorloopt de patiënt drie fasen: 1. aankomst en wennen aan de nieuwe omgeving, de huisregels en leren werken met gestelde doelen en vaardigheden; 2. werken aan de door de patiënt gestelde doelen, het werk, de vrijetijdsbesteding; 3. vertrek en de voorbereiding op de nieuwe woonomgeving en verdere inrichting van het werk. Eerste fase van het programma is een ‘aankomfase’, waarin de patiënt de tijd heeft om te wennen aan zijn nieuwe leefomgeving, zijn medebewoners en de regelmaat en het ritme in de dagstructuur. Er is een vaste dagstructuur gericht op rust, structuur en houvast, die een basis biedt en ruimte schept om nieuwe vaardigheden te ontwikkelen en een kader biedt voor het therapeutisch programma. Patiënten krijgen in eerste instantie een taak in de huishouding, in het onderhouden van hun eigen leefomgeving. Uiteraard is deze taak afgestemd op de mogelijkheden van de patiënt en wordt hij hierin begeleid. In de tweede fase zijn patiënten inmiddels gewend aan het leven op Tiengemeten. Het accent ligt op het realiseren van de doelen van het rehabilitatieplan wat betreft sociale contacten, werk, vrijetijdsbesteding, zingeving enzovoort. De derde fase staat in het teken van de afronding van het verblijf en de voorbereiding op de nieuwe leefomgeving en de organisatie van het werk na het vertrek. De patiënt krijgt ondersteuning bij de ontwikkeling van de nog benodigde vaardigheden om een goede overgang mogelijk te maken. Een duidelijk gevierd afscheid geeft de mogelijkheid aan de verschillende aspecten daarvan (emotioneel, praktisch) aandacht te besteden.
Rehabilitatiemodule Tiengemeten/010909
Pagina 10 van 12
7. Samenwerking met andere afdeling of instellingen Het programma kent interne en externe samenwerkingspartners. Interne samenwerkingspartners zijn: - Neuropsychiatrie (instroom); - Ouderenpsychiatrie Ambulant en Klinisch (instroom); - Regionale Ketenzorg, Klinische voorzieningen Capelle, Zevenkamp en Heemraadsingel (instroom); - Regionale Ketenzorg IMR- en ACT-teams (instroom, uitstroom); - Regionale Ketenzorg Wonen (uitstroom) - Zorgbedrijven Parnassia Bavo Groep. Externe samenwerkingspartners zijn o.a.: - REAKT (dagbesteding, trajectbemiddeling, materieel-juridische hulpverlening); - PameijerKeerkring (Beschermd Wonen) (uitstroom); - Verzorgingscentrum Heemzicht Korendijk (instroom). - Rijndam Ziekenhuis - Verpleeg- en verzorgingscentra - Syndion - Delta Psychiatrisch Ziekenhuis De behandelverantwoordelijkheid voor patiënten wordt voor de duur van de rehabilitatie op Tiengemeten overgedragen aan de ambulante hoofdbehandelaar van het project. De vaste begeleider blijft gedurende het gehele traject betrokken bij de voortgang. Hiertoe vindt periodiek overleg plaats. In het kader van de uitstroom wordt nauw samengewerkt met voorzieningen voor Beschermd Wonen en voor dagbesteding.
8. Organisatie van het programma 8.1 Organisatie van het programma Er wordt gewerkt met een multidisciplinair samengesteld team, waarbij de volgende disciplines betrokken zijn: psychiater (poliklinisch) arts (poliklinisch) verpleegkundige rehabilitatiedeskundige/woontrainer geestelijk verzorger Het vaste team bestaat uit medewerkers gespecialiseerd in de begeleiding van een van de twee doelgroepen. Aanbevelingswaardig is om ook mensen in het team te hebben met NAH expertise. Coaching van het team is van belang, zeker in het begin. Evenals intervisie en supervisie om praktijkvragen te bespreken. De teamleider is, in overleg met poliklinische behandelaren, verantwoordelijk voor het vaststellen van het rehabilitatieplan en voor het organiseren van de aanvullende ambulante behandeling.
Rehabilitatiemodule Tiengemeten/010909
Pagina 11 van 12
8.2 Gang door het programma 1. Verwijzing en intake De verwijzer van de patiënt meldt deze telefonisch aan en informeert het team over de voorgeschiedenis, reden van aanmelding en voorgaande behandelingen. Een intake wordt gepland op de locatie. Waar gewenst en mogelijk betrekt de intaker het systeem van de patiënt bij de intake. Een intaketeam beoordeelt de verwijzing. Bij de afweging bekijkt het team steeds of de betreffende patiënt voldoende past in de groep. Overwegingen daarbij zijn onder andere de manvrouw-verhouding en de verhouding tussen NAH-patiënten en patiënten met psychotische stoornissen Verwijzing gaat uit van de bereidheid van de verwijzer de patiënt terug in zorg te nemen indien het verblijf op Tiengemeten binnen drie maanden voortijdig beëindigd wordt. De voorbereiding op deelname aan het programma wordt in het geval van chronischpsychotische patiënten al geruime tijd voor de feitelijke plaatsing gestart en vormt integraal onderdeel van de verwijzing. In geval van NAH-patiënten maakt de afronding van de primaire revalidatie en inventariseren van mogelijk blijvende beperkingen onderdeel van de verwijzing. 2. Kennismaking De patiënt krijgt de gelegenheid kennis te maken met de voorziening, bijvoorbeeld door een dag mee te lopen. In twijfelgevallen kan besloten worden tot een proefperiode. Iedere patiënt krijgt een mentor toegewezen. 3. Voortzetting Verblijf In overleg met de patiënt bespreekt de teamleider haalbare en toetsbare doelen voor kortere en langere termijn en legt deze vast in een integraal plan. Onderdelen van het integrale plan zijn het rehabilitatieplan en het crisis signaleringsplan. Wekelijks is er een huisvergadering over de praktische gang van zaken, maar ook over de sfeer in huis. Hieruit komen doelen voort die met de bewoner worden afgesproken. De patiënt heeft verder met zijn mentor wekelijks een gesprek over de dagelijkse gang van zaken, het werk, de vrije tijd. In de voortgangsbesprekingen wordt nagegaan welke werksoort het beste aansluit op de gestelde doelen en of een aanvullend therapieaanbod geïndiceerd is. Het team evalueert samen met de patiënt iedere acht weken de ontwikkelingen en gaat na of de gestelde doelen behaald zijn en welke vaardigheden zijn aangeleerd. Minimaal halfjaarlijks bespreekt het team in overleg met de patiënt de voortgang en besluit over verdere voortzetting en eventuele bijstelling van de doelen. In samenspraak met de patiënt besluit de teamleider van de voorziening in overleg met de poliklinische behandelaar(s) of overgegaan kan worden naar een volgende fase. 4. Beëindiging van het verblijf Aan het eind van het verblijf stelt het team in overleg met de patiënt en zo mogelijk zijn systeem vast of doorstroom naar zelfstandig wonen of een passende zorgvoorziening met een lager zorgniveau te realiseren is. De mogelijkheid staat daarbij open dat de patiënt vanuit een (semi)zelfstandige woonsituatie aan de arbeidsprojecten of eventueel daaruit voortvloeiende betaalde arbeid voor kortere of langere tijd deel blijft nemen. Indien besloten wordt het verblijf te beëindigen vangt een afbouwfase aan waarin de bewoner stapsgewijs begeleid wordt naar zelfstandig of beschermd wonen.
Rehabilitatiemodule Tiengemeten/010909
Pagina 12 van 12