1
Registratie-richtlijnen E002 BEROEPSGEBONDEN BURNOUT/OVERSPANNING (niet in Europese Lijst van Beroepsziekten) (CAS: Burnout P611 en Overspanning P619)
Achtergrondinformatie Van burnout wordt gesproken indien sprake is van een langdurige proces van psychische en/of emotionele belasting. Bij overspanning wordt meer de nadruk gelegd op een cumulatie van actuele stressvolle situaties, zodanig dat de persoon geen kans meer ziet deze het hoofd te bieden. Tussen burnout en overspanning is vaak geen duidelijk onderscheid te maken. In deze richtlijn wordt een onderscheid gemaakt op basis van de duur van de eventueel resulterende arbeidsongeschiktheid. In de empirische literatuur wordt wel een zekere overlap gerapporteerd tussen depressie enerzijds en burnout/overspanning anderzijds. De gevonden overlap is echter niet van dien aard dat gesproken kan worden van identieke ziektebeelden. Omschrijving van de afwijking B/O is een reactie op één of meer voor de persoon belangrijke en problematische situaties of omstandigheden op het werk (anders dan een traumatische gebeurtenis), waarvan de oplossing de vaardigheden of regelmogelijkheden van de persoon te boven gaan. Belangrijkste risicogroepen In principe kan B/O in elk beroep voorkomen. Gebleken is echter dat vooral een drietal stressoren kunnen leiden tot beroepsgebonden B/O. Deze stressoren betreffen (1) werkdruk, (2) regelmogelijkheden en (3) sociale situaties. Werkdruk heeft betrekking op de hoeveelheid werk die verricht moet worden binnen een bepaalde tijd, alsmede de verantwoordelijkheid die met het werk samenhangt. Werkdruk kan in zowel fysieke, geestelijke als emotionele zin belastend zijn. Regelmogelijkheden hebben betrekking op de mate van vrijheid waarin de werknemer zijn of haar werk(tijd) kan indelen, alsmede op veranderingen in de inhoud van het werk, bijvoorbeeld door een reorganisatie. Sociale situaties hebben betrekking op zowel de relaties binnen de werksetting (collega’s, leidinggevenden) als de relaties waarop het werk is gericht (patiënten, leerlingen, passagiers etc. ). Deze stressoren worden vooral aangetroffen in de onderwijssector, bij beroepen in de gezondheidssector, in (middel)managementfuncties en bij bus- en tramchauffeurs. Diagnostische overwegingen De reacties kunnen per individu verschillen en bestaan uit klachten op lichamelijk niveau als vermoeidheid en nerveus-functionele klachten, zoals 1999-2001 Nederlands Centrum voor Beroepsziekten Registratie-richtlijnen Beroepsziekten 09-11-99
2
Registratie-richtlijnen
E002 duizeligheid, hoofdpijn, hartkloppingen, maag-darmklachten e.d. Op psychisch niveau kunnen klachten worden gerapporteerd als psychische oververmoeidheid, emotionele uitputting, concentratieproblemen, gedeprimeerde stemming, gespannenheid en insufficiëntie-gevoelens met betrekking tot het werk. Op gedragsniveau worden o.a. emotionele labiliteit, prikkelbaarheid, piekeren en slaapstoornissen gerapporteerd. Verstorende factoren Zoals hierboven aangegeven kan een B/O ontstaan als gevolg van een cumulatie van stressoren die niet noodzakelijkerwijs alle gerelateerd hoeven te zijn aan het werk. Voor de registratie van B/O als beroepsgebonden aandoening is noodzakelijk dat ten minste een deel van de stressoren die ten grondslag liggen aan de aandoening arbeidgerelateerd zijn. Om dit vast te stellen is belangrijk dat de drie groepen stressoren, werkdruk, regelmogelijkheden en sociale relaties, voor zowel de arbeidssituatie als de thuissituatie worden onderzocht. Met betrekking tot de niet-arbeidsgebonden factoren dient vooral gedacht te worden aan financiële problemen, relationele problemen of deprimerende gebeurtenissen (anders dan een traumatische ervaring). Samen met ingrijpende werkgerelateerde factoren worden deze samengevat onder de term ‘life events’: belangrijke gebeurtenissen in iemands bestaan zoals huwelijk, scheiding, geboorte en overlijden, verhuizing, verandering van baan etc. Uiteraard zijn er grote interpersoonlijke verschillen. Een globale indicatie voor het relatieve gewicht dat aan life events moet worden toegekend vindt u als bijlage bij deze richtlijn de ‘Life events inventory’ van Holmes en Rahe (19671) met de normen uit 1995, door Miller en Rahe gepubliceerd in 1997.2
1 2
Holmes, T.H. en Rahe, R.H., The Social Readjustment Rating Scale, J. Psychosomatic Research 1967. Miller, M.A. en Rahe, R.H., J. Psychosomatic Research 1997, vol. 43, p. 279-292. 1999-2001 Nederlands Centrum voor Beroepsziekten Registratie-richtlijnen Beroepsziekten 09-11-99
Registratie-richtlijnen
3
E002
Registratie-richtlijn a. Klinisch beeld Anamnese: Een combinatie van symptomen als vermoeidheid, emotionele uitputting of labiliteit, gespannenheid, slaapstoornissen, gevoel van insufficiëntie, lusteloosheid, gedrukte stemming. De combinatie van symptomen is het gevolg van een beroepsgebonden belastende omstandigheid. De symptomen gaan veelal gepaard met nerveusfunctionele klachten. b. Blootstelling Confrontatie met (een combinatie van) problematische situaties (stressoren) in het werk die een oplossing vereisen van de persoon, maar waarvoor de persoon zijn of haar eigen oplossingsvaardigheden als onvoldoende ervaart. Er worden drie groepen stressoren onderscheiden. Aan deze drie concepten wordt hieronder nader inhoud gegeven, waarbij opgemerkt dient te worden dat de onderstaande lijst niet uitputtend is. Werkdruk : Hoeveelheid werk, Tijdslimiet op het werk, Emotioneel werk. Verantwoordelijkheid, Storingen in de aansturing. Regelmogelijkheden : Autonomie, Reorganisatie, fusie etc. Sociale Relaties : Conflicten met collega’s, leidinggevenden, ondergeschikten. Pesterijen, Tekort aan ondersteuning, waardering, feedback. Belastende situaties met leerlingen, patiënten e.d. Minimale blootstellingsintensiteit: niet te kwantificeren Minimale blootstellingsduur: niet te kwantificeren Minimale duur van de arbeidsongeschiktheid: <6 maanden overspanning >6 maanden: B/O Maximale latentietijd: 3 maanden.
1999-2001 Nederlands Centrum voor Beroepsziekten Registratie-richtlijnen Beroepsziekten 09-11-99
4
Registratie-richtlijnen E002
Bijlage bij RR E002
Life Events Inventory (Holmes en Rahe, 1967, Miller en Rahe, 1997)
Gebeurtenis
Schaalwaarde Life Change Unit
Dood partner 119 Echtscheiding 98 Dood naast familielid 92 Scheiding tafel en bed 79 Ontslag 79 Persoonlijk letsel of ziekte 77 Detentie 75 Dood goede vriend 70 Zwangerschap 66 Reorganisatie werk 62 Executie hypotheek of lening 61 Verzoening met partner 57 Komst nieuw gezinslid 57 Veranderde financiële situatie 56 Gezondheidsproblemen gezinslid 56 Pensionering 54 Veranderde verantwoordelijkheden werk 51 Verandering aantal conflicten met partner 51 Huwelijk 50 Partner start of stopt met werken 46 Seksuele problemen 45 Grote hypotheek of lening 44 Uit huis gaan van kinderen 44 Verandering in leefomstandigheden 42 Verhuizing 41 Aanvang of beëindiging school of studie 38 Problemen met aangetrouwde familie 38 Bijzondere persoonlijke prestatie 37 Verandering werktijden of arbeidsvoorwaarden 36 Verandering school of studie Verandering in vrijetijdsbesteding
35 29 1999-2001 Nederlands Centrum voor Beroepsziekten Registratie-richtlijnen Beroepsziekten 09-11-99
5
Registratie-richtlijnen E002 Problemen met de chef Kleine hypotheek of lening Verandering sociale activiteiten Verandering persoonlijke gewoonten Verandering kerkelijke activiteiten
29 28 27 27 22
1999-2001 Nederlands Centrum voor Beroepsziekten Registratie-richtlijnen Beroepsziekten 09-11-99