Sport en Spel
L2
Periode 2
2014-2015
Recreatie Sporten – Compleet Naam:
Klas:
Recreatiesport Recreatiesport = sport als vrijetijdsbesteding, waarbij het spelplezier vooropstaat en de prestaties minder belangrijk zijn. Dat maakt iedere recreatiesporten erg geschikt om bij een recreatiebedrijf te spelen. Vrijwel iedereen kan meedoen. Je ziet dan ook vaak gemengde groepen die met een recreatiesportactiviteit meedoen, jongens/mannen, meisjes/vrouwen van verschillende leeftijden en uiteenlopende niveaus. Een animatieprogramma bestaat uit een aanbod van verschillende activiteiten. Er zijn enorm veel activiteiten waaruit je moet kiezen. Het is absoluut onmogelijk om deze allemaal te noemen of te behandelen. Om je te helpen bij de keuze, hebben we de activiteiten in herkenbare groepen samengebracht. Om echt aan de slag te kunnen in de animatie, zul je eerst een flink aantal activiteiten uit de diverse hoofdgroepen zélf moeten opzetten en uitwerken! In de praktijk maakt men gebruik van vier hoofdgroepen: 1. Sport, spel en bewegen (S) 2. Entertainment (E) 3. Handvaardigheid en creativiteit (H) 4. Informatie/educatie (I). Een hoofdgroep is te onderscheiden in activiteitengebieden; binnen activiteitengebieden vind je weer specifieke kenmerken van een spel. Dat klinkt ingewikkeld, maar het schema biedt duidelijkheid. Hoofdgebied
Activiteitengebied
Kenmerken
Sport, spel en bewegen
1. Spelen
Mikken Jongleren Over en weer inplaatsen Inblijven en uitmaken Passeren en onderscheppen Lopen/verplaatsen Springen Werpen Klimmen/overbruggen Zwaaien Balanceren Springen
2. Athletic games 3. Survival games
ROC MondriaanSchool voor Toerisme en Recreatie
25-Jan-15
OST
1
Sport en Spel
L2
Periode 2
Hoofdgebied
Activiteitengebied
Sport, spel en bewegen
4. Bos- en nachtspelen
2014-2015
Kenmerken
5. Tochten 6. Fit en conditie
7. Specifieke buitensporten
Entertainment
Handvaardigheid en creativiteit Informatie en educatie
Fitness Aerobics/steps/zumba Callanetics Pilates Yoga Watersport Bergsport Vliegsport Motorsport Survival Trekkingsport Fietssport
Kindertheater Minidisco Spelshows Cabaretshows Muziek & dans Themafeesten Knippen en plakken Tekenen Schilderen Timmeren Informatie en educatie
1. Spelen Spelen is nog steeds een heel ruim begrip. Je kunt vast wel veel verschillende spelletjes bedenken. Veel spelen zijn teamsporten. Een team bestaat uit twee of meer personen. Het belangrijkste doel van teamsport is samenwerken. Veel gasten zullen juist daarom aan het spel meedoen. Ze vinden het leuk om andere gasten te leren kennen en samen een spel doen is daar een prima manier voor. Bij een teamsport maak je ook altijd duidelijke afspraken. Je rent niet zomaar met z’n allen het veld op. Vooraf wordt besloten wie welke speler verdedigt, wie op welke positie staat enzovoort. Als mensen zich niet aan afspraken houden, valt het resultaat anders uit dan verwacht. Bij een teamsport werk je met een groep mensen samen om het spel te winnen. Bij het onderdeel spelen kunnen we de verschillende spelletjes ook weer in aparte groepen onderverdelen. ROC MondriaanSchool voor Toerisme en Recreatie
25-Jan-15
OST
2
Sport en Spel
L2
Mikspelen
Jongleerspelen
(doel is dat je iets raakt met een voorwerp )
(op gang houden van iets, bv. overspelen )
Boogschieten Biljart Darts Jeu de boules Golf Sjoelen Blikgooien
Kaatsen Hooghouden van een bal Hooghouden van een ring of knots 100 keer overspelen met badminton Hoepelen Tollen Diabolo
Periode 2
2014-2015
Over en weer inplaatsen
Inblijven en uitmaken
(Balspelen waar-bij je het grond-gebied van de andere partij moet raken)
(Het raken van iets of iemand en het voorkomen daarvan)
Volleybal Tennis Squash Badminton Lijnbal Beachvolleybal Tafeltennis
Slagbal Softbal Overloopspelen (schipper mag ik overvaren?) Bosspelen (levend stratego) Tikspelen
Passeren en onderscheppen (Balspelen waarbij je de tegenpartij moet passeren en bij hen de bal moet afpakken )
Voetbal Basketbal Handbal Korfbal Rugby Waterpolo Hockey Ballbouncer
2. Athletic games Mensen hebben een ingebouwde behoefte om te presteren. Men wil verder, sneller of sterker zijn dan de ander, of sneller zijn dan hij de vorige keer zelf was. Dit soort wedstrijdvormen zie je vooral bij zeskampen, estafettes, paalwerpen, klootschieten en op snelheid een parcours afleggen. Bij athletic games draait alles om sneller, hoger en verder. Als animator moet je ervoor zorgen dat de activiteiten in een recreatieve sfeer kunnen plaatsvinden. De sfeer blijft leuk als je mensen aanmoedigt om zichzelf te verbeteren in plaats van een ander. Het is tenslotte niet de bedoeling dat de gasten de rest van de vakantie ruzie met elkaar hebben, alleen maar doordat de estafette wat uit de hand liep. Lopen/verplaatsen Zeskamp Estafettelopen Zaklopen Fietscross Ringsteken Skippyballenrace Luchtbeddenrace Autoduwen
Springen Polsstokspringen Fiets ‘em erover show Hink-stap-sprong Slootje springen
ROC MondriaanSchool voor Toerisme en Recreatie
Werpen Paalwerpen Klootschieten Fietsbandslingeren Frisbeewerpen
25-Jan-15
OST
3
Sport en Spel
L2
Periode 2
2014-2015
3. Survival games Survival games worden tegenwoordig op veel plaatsen georganiseerd. Veel buitensporten zoals ATB-fietsen, canyoning en klimmen zijn onderdeel van survival programma’s. Ook de traditionele survival games spreken een grote groep mensen aan. Onder traditionele survival games verstaan we ‘overleven’ (leven van/in de natuur) en kompastochten. Klimmen/ overbruggen Bergen of rotsen beklimmen Abseilen Tokkelen Met een touwbrug een rivier oversteken
Zwaaien
Balanceren
Springen
Schommelen Aan een touw hangend van punt A naar punt B gaan
Lopen over een smal vlak Lopen op stelten Rollen op een ton of bal Glijden op ski’s, snowboard of skateboard
Springen op een luchtkussen of trampoline Springen van een duikplank in het water Bij canyoning van een rots afspringen
Bij survival games zoeken mensen naar hun eigen grenzen en moeten ze vaak samenwerken om een prestatie te kunnen leveren. Juist doordat survival games een wat avontuurlijker inslag hebben, zijn de risico’s ook groter. Een touwbrug is leuk, maar als hij tien centimeter boven de grond hangt, is hij lang niet zo spannend als wanneer hij drie meter boven een kabbelend beekje loopt. Maar een val van drie meter kan lelijk aankomen. De keuzes die je als animator maakt bij survival games zijn dan ook belangrijk. Hoe hou je het veilig maar toch spannend? Bij veel survival games is er specialistische kennis nodig om het materiaal goed te kunnen gebruiken en om goede instructies aan de deelnemers te kunnen geven. Een touwbrug bouwen, rotsklimmen, abseilen: het zijn allemaal activiteiten waar je wel wat van moet weten voordat je ze met een groep gaat doen. In veel landen heb je tegenwoordig een brevet of diploma nodig om dit soort activiteiten te mogen organiseren. In Nederland stelt de wet op speeltoestellen hoge eisen aan het materiaal dat bij outdoor activiteiten wordt gebruikt. Wanneer mensen springen (zeker als ze hoog springen), gebeurt het vaak dat ze in de lucht een beetje draaien. Daardoor kunnen springers soms heel anders landen dan ze zelf (en jij) hadden verwacht. De kans dat iemand zijn rug bezeert doordat hij verkeerd terechtkomt, is best groot. In het ergste geval kan iemand in een rolstoel terechtkomen als hij verkeerd valt. Als animator ben je ervoor verantwoordelijk om het ‘springspel’ zo veilig mogelijk aan te bieden. Voor alle survivalactiviteiten geldt: - De deelnemers moeten nieuwsgierig zijn naar het spel - Het spel moet veilig zijn (daardoor zullen mensen eerder meedoen met het spel) - Er moet voldoende uitdaging zijn - Het spel moet in een goede omgeving worden georganiseerd ROC MondriaanSchool voor Toerisme en Recreatie
25-Jan-15
OST
4
Sport en Spel
L2
Periode 2
2014-2015
4. Bos- en nachtspelen Je hebt vast zelf wel eens vlaggenroof gespeeld, of een douanespel, het dierengeluidenspel of levend stratego. In een bos kun je heel veel verschillende spelletjes doen. En als je een spel ’s nachts speelt, is het nog eens extra spannend. Een griezeltocht en een dropping zijn activiteiten die heel goed aansluiten bij de doelgroep jongeren. In dit soort activiteiten kun je ook heel goed een thema verwerken. Voor thema’s kun je bijvoorbeeld kijken of er in de plaatselijke geschiedenis iets is wat je kunt gebruiken.
Het is donderdagavond. Sabine kijkt de groep tieners die meedoen aan het nachtspel ernstig aan. “Vanavond hebben we jullie hulp nodig om het mysterie van Loenen op te lossen”, zegt ze. “In 1380 woonde hier een edelman: Wijnand van Hacfort. Hij zou een schat ontvangen van de bisschop van Utrecht. Maar onderweg is er iets gebeurd. Niemand weet wat, maar de schat en de begeleiders zijn nooit in Loenen aangekomen. Misschien zijn ze ergens in de bossen bij Loenen verdwaald of overvallen.” Sabine kijkt de groep uitdagend aan. “Wie van jullie durft ons vanavond mee te helpen om het mysterie van Loenen op te lossen?” Zeker bij bos- of nachtspelen is er een kans dat je achteraf klachten krijgt dat er overlast is geweest of dat er rommel is achtergelaten. Daar moet je dus goed op letten bij de organisatie. Natuur en milieu verdienen veel respect. Tegenwoordig zijn er veel spelen die natuur en milieu als thema hebben. Daardoor leren de deelnemers hoe ze moeten omgaan met de natuur. Tip: Als je een noodoplossing met de groep meegeeft, is het handig om niet alleen een telefoonnummer, maar ook een kaart, een routebeschrijving en eventueel een kompas mee te geven. De meeste mensen hebben wel een mobiele telefoon met GPS, bellen is dus geen probleem. Maar alleen een telefoonnummer is niet genoeg. Als deelnemers tijdens een dropping bellen omdat ze verdwaald zijn, moeten ze ook kunnen vertellen waar ze ongeveer staan. “Waar zijn jullie nu?” “Midden in het bos.” Dan weet je natuurlijk nog niets! Je telefoon/GPS heeft niet altijd bereik. Als mensen een kaart bij zich hebben, kunnen ze daarmee vaak redelijk bepalen in welke omgeving ze zich bevinden. Zorg dat het spel waar je voor kiest bij de doelgroep aansluit. Als een groep jongeren op de camping al erg rumoerig is, dan is een dropping misschien niet zo verstandig. De dropping zou dan wel eens kunnen uitlopen op een vandalentocht. Een geslaagd bos- of nachtspel zorgt vaak voor goede en spannende herinneringen. Een goede voorbereiding voorkomt veel problemen.
ROC MondriaanSchool voor Toerisme en Recreatie
25-Jan-15
OST
5
Sport en Spel
L2
Periode 2
2014-2015
5. Tochten Als je een grote groep deelnemers wilt vermaken, dan is een tocht een goede oplossing. Bij een tocht gaan de deelnemers zelf op pad. Er hoeven niet zo heel veel animatoren te zijn om een tocht een succes te laten worden. Bij tochten heb je ook heel veel mogelijkheden. Je kunt een historische wandeling door een mooi, oud dorpje organiseren, maar ook een kompastocht dwars door het bos. We geven je hier de belangrijkste mogelijkheden: - speurtocht - symbolentocht - opdrachtentocht - oriëntatietocht - avonturentocht De organisatie van tochten Een grootschalige activiteit die in veel vormen gebruikt wordt binnen de animatie is de organisatie van een tocht. Definitie Een tocht is een activiteit waarbij de deelnemers zich verplaatsen via een vooraf aangegeven route. In deze algemene definitie is niet aangegeven wat voor soort tochten mogelijk zijn. Deze mogelijkheden zijn onder andere afhankelijk van: - het gebied waarin de tocht georganiseerd wordt - de groep die gaat deelnemen aan de tocht - de bedoeling van de tocht (verkenning van de omgeving, kennismaking met de natuur, bezichtiging) Ook de verplaatsing bij een tocht kan op vele manieren, al naar gelang de mogelijkheden die het gebied toelaat, bijvoorbeeld: - te voet - per auto - te paard - per fiets - per boot Er zijn vijf soorten tochten te onderscheiden: een speurtocht, een symbolentocht, een opdrachtentocht, een oriëntatietocht en een avonturentocht. ROC MondriaanSchool voor Toerisme en Recreatie
25-Jan-15
OST
6
Sport en Spel
L2
Periode 2
2014-2015
Speurtocht Een speurtocht is het volgen van een route die op een bepaalde manier is aangegeven, bijvoorbeeld met reflectoren, pijlen, lintjes of tekens op papier. Symbolentocht Een symbolentocht is het volgen van een route waarbij symbolen de richting aangeven. Je kunt hierbij denken aan een smile-tocht, een kralentocht of een rebustocht. Opdrachtentocht Een opdrachtentocht is het volgen van een route aan de hand van opdrachten. Deze opdrachten kunnen vooraf (op een kaart, GPS of via geluidsfragmenten) gegeven zijn of onderweg aangeboden worden. Mogelijkheden zijn bijvoorbeeld een milieutocht, een natuurtocht of een behendigheidstocht. De route bij een opdrachtentocht mag niet te moeilijk zijn om het accent te kunnen leggen op de opdrachten. Oriëntatietocht Een oriëntatietocht is het volgen van een route met of zonder hulpmiddelen ter oriëntatie van de richting. Veelgebruikte mogelijkheden zijn een kampeertocht, een kompastocht of een dropping. Met name de dropping is een geliefde activiteit bij veel jeugdige recreanten. Vanuit de historie van het droppen van parachutisten is het spel van een nachtelijke tocht ontstaan. Hierbij moeten groepen recreanten vanaf een onbekende plek met beperkte gegevens zien terug te komen naar een afgesproken plaats. De deelnemers kunnen zich oriënteren aan de hand van kompas, stand van de sterren, kaart/plattegrond of een beperkte routebeschrijving van droppingpunt naar eindpunt. Uit veiligheidsoverwegingen is het belangrijk het gebied te begrenzen en een tijdstip/eindpunt (bijvoorbeeld in een verzegelde envelop) mee te geven aan de deelnemers. Avonturentocht Een avonturentocht is een tocht waarbij elementen van speurtocht, opdrachtentocht en oriëntatietocht samengevoegd worden tot een avontuurlijke route met sfeer en spanning. Contact met de natuur en het aanspreken van de conditie zijn onontbeerlijke elementen van een goede avonturentocht. Met name de sportieve avonturentochten spreken vele recreanten aan. Mogelijkheden zijn: - hiketocht: primitieve trektocht - wampex: weekend amfibische expeditie - survivaltochten: overlevingstochten - bi-/triatlon: combinatie-sporttochten ROC MondriaanSchool voor Toerisme en Recreatie
25-Jan-15
OST
7
Sport en Spel
L2
Periode 2
2014-2015
Bij de opzet van allerlei soorten tochten kun je te maken krijgen met drie organisatorische problemen: ruimte, markering en groepsgrootte. Veelal zal de ruimte beperkt zijn. Door een goede keuze van de organisatie kan in een beperkte ruimte een goede tocht worden uitgezet. Je kunt kiezen voor de: - lijn- of rupsroute - gesloten kringroute - kruisroute - krakelingenroute - spinnenwebroute De markeringen die je gebruikt, moeten zeker weerbestendig en eenduidig zijn. Ook milieu- en natuurvriendelijkheid moeten vooral je aandacht hebben. Vaak worden tochten uitgezet in gebieden waar onze natuur op haar mooist is. Overleg daarom bij de opzet van een tocht met plaatselijke autoriteiten over gebruik van een gebied. Maak gebruik van materialen die geen gevaar opleveren voor flora en fauna en geef een goede instructie aan de deelnemers. Bij een groot aantal VVV’s en recreatiebedrijven zijn goede plattegronden en routebeschrijvingen verkrijgbaar als basis voor een goede tocht. Een tocht is meestal een groepsactiviteit. Door goede opdrachten en beschrijvingen mee te geven, zal de tocht een goede groepsactiviteit kunnen worden. Naast het plezier dat hiermee aangeboden wordt aan de deelnemers, voorkom je dan vernielingen.
6. Fit en Conditie Natuurlijk ben je bij alle activiteiten van ‘sport, spel en bewegen’ bezig met je lichaam en soms met je uithoudingsvermogen. Maar onder ‘fit en conditie’ vallen alleen de activiteiten waarbij het fit worden of fit blijven centraal staat. Mensen kiezen vaak voor dit soort activiteiten omdat ze na afloop zo’n lekker ‘fit gevoel’ hebben. Fit- en conditieactiviteiten kun je eventueel doen met fitnessapparatuur. Veel fitnessactiviteiten doe je het lekkerst op de maat van muziek. Als je zelf fitnessactiviteiten gaat geven, moet je wel zorgen dat je voldoende weet over zo’n activiteit. Warming-up, opbouwen van conditie, voorkomen van blessures: het zijn allemaal dingen waar je rekening mee moet houden. Je kunt het best een paar boeken over dat soort fitnessactiviteiten doornemen. Zomaar een steples geven, is vragen om moeilijkheden. Als je bij fit- en conditieactiviteiten niet weet wat je doet, moet je ze ook niet organiseren.
ROC MondriaanSchool voor Toerisme en Recreatie
25-Jan-15
OST
8
Sport en Spel
L2
Periode 2
2014-2015
Fit- en conditieactiviteiten kun je onderverdelen in drie basisgroepen: 1. Specifieke training: bij specifieke training bedoelen we training van een beperkt aantal spiergroepen. Vaak wordt dit soort training met een toestel gedaan. Vooral specifieke training is een activiteit waar je niet aan moet beginnen als je geen specialistische kennis hebt. Opdrukken is een goed voorbeeld van specifieke training. Bij opdrukken werk je onder andere aan de biceps en de grote borstspier. 2. Algemene training: dit soort training richt zich op de toestand van het hele lichaam en het uithoudingsvermogen. Anders gezegd: bij algemene training gaat het om je hele lichaam. Je gebruikt een heleboel spieren tegelijk en je werkt aan je uithoudingsvermogen. Hierbij komen dus spieren, hart en longen aan bod. Activiteiten als zwemmen, lopen, fietsen, roeien en wandelen zijn goede voorbeelden van algemene training. 3. Test: veel mensen vinden het leuk om te testen hoe goed hun conditie nu eigenlijk is. Je hebt vast op school wel eens de Coopertest of de Shuttleruntest gedaan. Daarmee kun je iemands conditie goed meten. Je kunt ook een hardloopwedstrijd over vijf of tien kilometer uitzetten. Onderdelen die je vaak tegenkomt bij ‘fit en conditie’ zijn fitness, aerobics/steps en bodyshape. Daarnaast zijn er allerlei trendy varianten van deze sporten en wat ‘hot’ is kan per jaar veranderen (nu in opkomst: yoga en Crossfit!!!). 6.1 Fitness Hotels en bungalowparken hebben vaak een fitnessruimte. Hierin staan trainingstoestellen die mensen in een vaststaande volgorde moeten volgen. Ook de tijd dat iemand met een toestel bezig is, is vooraf in een schema vastgelegd. Veel van de toestellen richten zich op één bepaalde spiergroep (denk aan gewichtheffen), maar er zijn ook toestellen die voor de conditie van het lichaam zijn (denk aan een hometrainer). Omdat veel oefeningen meer dan één keer worden gedaan, is het belangrijk dat deelnemers de oefening ook goed uitvoeren. Anders is de kans op blessures groot. En mensen gaan niet op vakantie om na twee weken met een verdraaide knie thuis te komen. Je kunt blessures voorkomen door goede begeleiding. 6.2 Aerobics/steps Aerobics en steps zijn allebei conditieactiviteiten die je doet op de maat van de muziek. Bij allebei gaat het hoofdzakelijk om conditieverbetering. Je moet natuurlijk wel ‘dansbare’ muziek kiezen. Beethoven is daarom niet zo geschikt, dancemuziek wel (Zumba).
ROC MondriaanSchool voor Toerisme en Recreatie
25-Jan-15
OST
9
Sport en Spel
L2
Periode 2
2014-2015
De oefeningen bij aerobics en steps zijn meestal niet zo moeilijk. Eigenlijk zijn het allemaal gymnastiekbewegingen op de maat van de muziek. Bij steps wordt gebruikgemaakt van een verhoogd plateau (de step), daardoor is extra energie nodig. Bij aerobics wordt veel gesprongen en bij steps wordt veel op de maat gemarcheerd. Bij aerobics en steps werk je voornamelijk aan je conditie. Deze vorm van ‘fit en conditie’ is geschikt voor een heel brede doelgroep. Vaak wordt het aangeboden als ‘fit-uurtje’ in de ochtend. Wees voorzichtig met volwassenen die niet getraind zijn, het tempo en de duur van de oefeningen moet je soms aanpassen. Zoek vooraf de nummers uit die je gebruikt en bepaal de volgorde. Zet ze bijvoorbeeld op een cd of mp3-speler. Je werkt hier met bpm: beats per minuut. Je kunt bijvoorbeeld beginnen met eerst twee springnummers van 120 bpm, daarna rekken op wat rustigere muziek, vervolgens weer verder met 120 bpm enzovoort. Als je aerobics en steps aanbiedt, moet je voldoende kennis hebben over conditieopbouw, warming-up en cooling-down. Op die manier kun je blessures voorkomen. 6.3 Bodyshape en Yoga Bij bodyshape en yoga worden grondoefeningen uit de gymnastiek gebruikt om spiergroepen te versterken. Hier worden vaak spiergroepen getraind die diep liggen. Omdat er bij bodyshape en yoga niet gesprongen wordt, is het niet erg belastend voor de knieën en springgewrichten. Voor alle fit- en conditieactiviteiten geldt dat deelnemers zich achteraf vaak ‘lekker fit’ voelen. Ze krijgen er een ‘kick’ van.
ROC MondriaanSchool voor Toerisme en Recreatie
25-Jan-15
OST
10
Sport en Spel
L2
Periode 2
2014-2015
7. Specifieke buitensporten Steeds meer mensen vinden het leuk om hun vakantie actief door te brengen. Tijdens dit soort reizen worden voornamelijk buitensporten gebruikt om mensen te vermaken. In de laatste tabel geven we een indeling van de belangrijkste buitensporten en bij iedere sport noemen we een aantal voorbeelden. Over alle sporten die we hier noemen, is veel geschreven. Als je deze sporten wilt organiseren, moet je er voldoende over weten. Als je zelf nog maar één keer in je leven hebt gezeild, is het niet zo verstandig om een hele middag met een groep te gaan zeilen. Niet alleen vraag je dan om ongelukken, maar de kans is ook groot dat de deelnemers er ook niet zulke leuke herinneringen aan overhouden. Je kunt het best zelf specialistische cursussen volgen voordat je een buitensport organiseert. Watersporten Bergsporten
Vliegsporten Motorsporten Survival Trekken Fietssporten
Zeilen, kanoën, duiken, surfen, jetskiën, raften, zeekajakken, brandingvaren, wildwatervaren, roeien, hydrospeed Skiën, wandelen, langlaufen, snowboarden, sleeën, toerskiën, parapente, canyoning, huttentochten maken, boulderen Zweefvliegen, parasailing, parapente, deltavliegen, parachutespringen Motorcross, autorace, rally, speedbootrace, jetskiën Kompasdoorsteken maken, abseilen, ATB-fietsen, ‘overleven’, vlotvaren, touwbruggen bouwen, speleologie Hiken, met de rugzak door natuurgebieden trekken Wielrennen, toerfietsen, mountainbiken, crossfietsen, ATB
ROC MondriaanSchool voor Toerisme en Recreatie
25-Jan-15
OST
11