GEBRUIKERSHANDLEIDING
VLOER-/-PLAFOND R407C/R410A
Bedankt voor de aankoop van dit airconditioningsysteem. Lees deze gebruikershandleiding aandachtig door, voor het in gebruik nemen van de installatie. Bewaar deze handleiding zorgvuldig!
INHOUDSOPGAVE 1. Veiligheidsvoorschriften 2. Tips voor economisch gebruik 3. Onderdelenlijst 4. Functies 5. Het richten van de luchtgeleiders 6. Tijdelijk in gebruik nemen (handmatige bediening) 7. Onderhoud 8. Werking in werkingsgebied 9. Installatie 10. Problemen en oorzaken
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN • •
•
• •
• • •
•
laat uw installatie door een erkend installateur installeren verricht zelf geen servicewerkzaamheden aan uw toestel. Schakel hiervoor altijd een erkend installateur in. Zelfs wanneer u uw toestel spanningsloos maakt kunt u nog een elektrische schok krijgen. Zorg dat u met uw handen en/of voorwerpen nooit in de luchtuitblaas van zowel de binnenals de buitenunit komt. Dit kan letsel of schade aan uw toestel veroorzaken, daar er vlak achter de uitblaasmonden zich de ventilator bevindt. Reinig uw installatie met een droge of vochtige doek, maar nooit met water Ventileer regelmatig de ruimte indien er geen buitenluchtvoorziening op uw installatie aanwezig is. Hiermee creëert u een goede luchtkwaliteit. Schakel altijd de spanning van uw toestel uit, voor u met onderhoudswerkzaamheden begint. Gebruik voor de reiniging van uw toestel nooit agressieve schoonmaakmiddelen (zoals bijv. wasbenzine) en geen schuurmiddelen Indien u een verstopte condensafvoer heeft, gebruik dan nooit een chemische afvoerontstopper, dit tast de metalen onderdelen in uw toestel aan. Gebruik uw toestel binnen de opgegeven werkingstemperaturen en stel een reële temperatuur in.
TIPS VOOR ECONOMISCH GEBRUIK • • • • • • • •
•
richt de luchtgeleiders zo, dat u een optimale luchtverdeling over de gehele ruimte creëert stel een reële temperatuur in. Tijdens koelen komt dit neer op max. 5 – 7°C kouder dan de buitentemperatuur houd ramen en deuren zoveel mogelijk gesloten gebruik regelmatig de timer, zodat uw toestel niet onnodig stroom verbruikt zorg dat luchtaanzuig en uitblaas van zowel de binnen- als de buitenunit vrij zijn richt de uitblaasgeleiders van de binnenunit nooit op mensen, dieren of planten. Gebruik tijdens koelen of verwarmen altijd de juiste ventilatorstand; medium of high en nooit low. Indien u uw ventilator op auto zet, regelt uw toestel de ventilatorsnelheid zelf. Wanneer u uw toestel gedurende langere tijd niet meer gebruikt, laat deze dan ongeveer 1 uur in ventilatiestand functioneren, zodat de binnenunit goed kan drogen om bacteriënkweek en stank te voorkomen. Schakel vervolgens de spanning van uw toestel uit, omdat deze in stand-by toch nog stroom verbruikt. Verwijder de batterijen uit uw afstandsbediening Zorg dat uw filters schoon blijven! Controleer/reinig deze regelmatig.
ONDERDELENLIJST a. b. c. d. e. f. g. h. i. j.
k. l. m. n. o. p.
Infrarood ontvanger In Bedrijf-LED: Brandt indien uw installatie in gebruik is. Timer LED: brandt wanneer u uw timer heeft ingesteld Alarm LED: Brandt wanneer uw toestel een storing heeft Manual LED: Handmatige bediening. Luchtuittrede
binnenunit buitenunit afstandsbediening luchtaanzuig luchtgeleider koelleiding en besturingskabel condensafvoer aanzuigrooster elektra voorziening Fan/Def. LED: Brandt indien de binnenunit opwarmt tijdens de functie verwarmen, deze gaat uit wanneer de ventilator begint te draaien.
FUNCTIES • • • •
Koelfunctie: De unit schakelt uit bij de ingestelde temperatuur en schakelt weer in wanneer de ruimtetemperatuur met ongeveer 1,5°C is gestegen. Verwarmingsfunctie: De unit schakelt uit bij de ingestelde temperatuur en schakelt weer in wanneer de ruimtetemperatuur met ongeveer 1,5°C is gedaald. Automatische stand: De unit kiest automatisch de stand verwarmen of koelen of ventileren, afhankelijk van de ruimtetemperatuur en de ingestelde temperatuur. Ontvochtigingsmodus: De unit schakelt kort aan en uit, zonder al te ver af te wijken van de ingestelde temperatuur. De ventilator draait op lage toeren, zodat wanneer de unit koelt er maximaal ontvochtigd zal worden. Alleen tijdens koelen zal er ontvochtigd worden. De unit zal dus ook proberen zoveel mogelijk te koelen, zonder dat dit ten koste gaat van de ruimtetemperatuur.
HET RICHTEN VAN DE LUCHTGELEIDER • • •
Het in een goede stand zetten van de luchtgeleider dient altijd te gebeuren met behulp van de afstandsbediening om schade aan uw toestel te voorkomen Richt uw luchtgeleider zo, dat u een optimale luchtverdeling over de ruimte creëert Achter de horizontale luchtgeleiders bevinden zich de verticale luchtgeleiders, deze kunt u handmatig in de gewenste richting zetten wanneer de unit aanstaat.
TIJDELIJK IN GEBRUIK NEMEN (handmatige bediening) Met de knop “Manual” kunt u uw toestel in de handmatige bediening zetten. Dit kan nodig zijn wanneer de afstandsbediening defect is, of wanneer de batterijen leeg zijn. U kunt 3 standen selecteren: •
•
•
1 x drukken: Uw toestel gaat functioneren in de automatische werkingsmodus met een ingestelde temperatuur van 23°C. Het in bedrijfslampje zal gaan branden. 2 x drukken: Uw toestel gaat functioneren in de geforceerde koelmodus en de ventilator zal op maximale snelheid gaan draaien. Het in bedrijfslampje zal gaan knipperen. Na een half uur zal uw toestel overschakelen naar de automatische werkingsmodus. 3 x drukken: Uw toestel zal uitschakelen. Het in bedrijfslampje zal uitgaan.
Temporary Button: handmatige bedieningsknop.
ONDERHOUD •
•
LET OP! Maak uw toestel altijd spanningsloos, voordat u aan het onderhoud van de installatie begint. Onderschat het belang van onderhoud niet! Een groot deel van “storingen” wordt veroorzaakt door gebrekkig onderhoud.
Reinigen van de binnenunit • •
Gebruik bij voorkeur een droge doek Indien uw binnenunit erg vervuild is, mag deze gereinigd worden met een vochtige doek (gebruik geschikte schoonmaakmiddelen, maar nooit schuurmiddelen of agressieve schoonmaakmiddelen)
Reinigen van de filter
• • • •
Open het aanzuigrooster d.m.v. het opzij schuiven van de vergrendelingen. Verwijder het filter en reinig deze met een stofzuiger. Indien het filter erg vervuild is, kunt u deze afspoelen met koud water. Wanneer uw aanzuigrooster erg vervuild is, kunt u deze met water reinigen, zolang het rooster geopend is. Zorg hierbij wel dat het ingebouwde display droog blijft. Plaats het schone filter terug en sluit het aanzuigrooster. Reinigen van de buitenunit
• •
Zorg dat de aanzuigroosters van uw buitenunit schoon zijn, verwijder blad en stofmatten. U kunt de lamellen achter de bescherming van de condensor van de buitenunit reinigen met een zachte handveger. Zorg dat u altijd in de richting van de lamellen veegt.
Voor uitgebreid onderhoud (lekinspectie, smeren van ventilatoren, controle elektra, controleren olie, etc.) kunt u altijd een onderhoudscontract afsluiten bij uw installateur. LET OP! Installaties met een koudemiddelinhoud groter dan 3 kg zijn verplicht 1 x per jaar op lekkages gecontroleerd te worden.
WERKING EN WERKINGSGEBIED Let Op! a. Uw installatie heeft een opstartvertraging van 3 minuten. Wanneer u uw installatie opstart duurt het dus 3 minuten voordat de buitenunit begint te functioneren. b. Wanneer uw installatie de ingestelde temperatuur heeft bereikt, schakelt deze automatisch uit en blijft dan dus ook minstens 3 minuten uit. c. Wanneer u de installatie omschakelt van koelen naar verwarmen of andersom duurt het minimaal 6 minuten voordat de buitenunit begint te functioneren. d. Indien u een elektrische storing in uw pand heeft gehad en de stroomvoorziening is weer hersteld, kunt u uw toestel weer aanzetten met gebruik van de afstandsbediening. Tenzij uw toestel voorzien is van auto-restart, zal wanneer de stroomvoorziening hersteld is, uw toestel automatisch inschakelen volgens de laatst ingestelde waarden.
Werkingsgebied Voor een goede werking van uw installatie, dient u uw toestel binnen de gestelde temperaturen te gebruiken: Koelen:
Buitentemperatuur: 15 tot 43°C Ruimtetemperatuur: 17 tot 30°C (instelbaar) Verwarmen: Buitentemperatuur: -5 tot 24°C Ruimtetemperatuur: 17 tot 30°C (instelbaar) Ontvochtigen: Buitentemperatuur: 15 tot 43°C Ruimtetemperatuur: 17 tot 30°C (instelbaar) Indien u toch wilt koelen met uw airconditioning, ondanks dat de buitentemperatuur lager is dan 15°C, is dit mogelijk met behulp van een winter- of condensor ventilatorregeling. Voor uitgebreide informatie zie de algemene montagehandleiding onder hoofdstuk “winterregeling”. Opmerking: Indien de installatie functioneert buiten de gestelde temperatuurslimieten, kan dit schade of storingen aan uw installatie veroorzaken.
INSTALLATIE Aandachtspunten tijdens de installatie: e. Tijdens koelen wordt vocht uit de ruimte onttrokken. Dit vocht wordt opgevangen in een lekbak en dient afgevoerd te worden d.m.v. een condensafvoermogelijkheid. f. Plaats tv’s, monitoren, etc. minimaal 1 meter van uw installatie g. Draadloze netwerken, sterke radiozenders, GSM telefoons etc. kunnen elektronische storingen veroorzaken en kunnen vaak voorkomen worden door een goede netwerkfilter. h. Monteer de installatie nooit in gevaarlijke ruimtes zoals opslagruimtes met brandbare spullen, etc. i. Wanneer uw unit blootgesteld wordt aan chemische lucht, zeelucht, rookgasafvoeren van cv-installaties, etc. laat deze dan behandelen met een speciale coating. j. Monteer de binnen- en buitenunit altijd op een stevige vlakke ondergrond. k. Kies een goede locatie voor de buitenunit om geluidsoverlast te voorkomen l. Plaats de buitenunit bij voorkeur op een schaduwrijke plaats met voldoende ventilatie m. Voorkom trillingen door uw buitenunit op tegels, rubbers of opstelprofielen te plaatsen. Indien u de unit op muursteunen bevestigd, zorg dan altijd dat de antivibratie rubbers gemonteerd zijn. n. Zorg voor een goede elektriciteitsvoorziening: i. Een eigen zekering voor de installatie ii. Goede bekabeling iii. Goede randaarde iv. Houd laagspanningskabels en voedingskabels gescheiden o. Laat werkzaamheden buiten het normale onderhoud altijd uitvoeren door een erkend installateur
STORINGEN EN OPLOSSINGEN Uw airconditioner doet niets p. controleer de voedingsspanning (uw zekering en aardlekschakelaar, en staat de hoofdschakelaar bij de buitenunit aan?) q. controleer de batterijen in uw afstandsbediening r. er kan een storing veroorzaakt zijn van buitenaf door een draadloos netwerk, bliksem, etc. Maak uw toestel gedurende min. 30 minuten volledig spanningsloos. Wanneer u weer spanning op het toestel zet, controleert u of deze weer goed functioneert. s. Het kan zijn dat uw installatie overbelast is geweest en door een ingebouwde beveiliging is uitgeschakeld. Controleer dan de volgende punten: i. Zijn de filters schoon? ii. Is het aanzuigrooster van de buitenunit volledig schoon? iii. Is er waterlekkage door een verstopte afvoer? iv. Kunnen binnen- en buitenunit lucht vrij aanzuigen en uitblazen? v. Is de timerfunctie actief? vi. Is de installatie aan het ontdooien? vii. Wanneer u omschakelt van koelen naar verwarmen duurt het 6 minuten voordat de installatie weer begint te functioneren.
viii. Wanneer u uw airco in verwarmingsmodus zet, duurt het minstens 3 minuten voordat de ventilator begint te draaien, om te voorkomen dat er koude lucht gaat circuleren. De binnenunit zal dus eerst opgewarmd worden, waarna de ventilator pas gaat draaien.
U airconditioner functioneert niet naar behoren t. zijn de filters schoon? u. Is de buitenunit schoon? v. Staat tijdens koelen of verwarmen de ventilatorsnelheid juist ingesteld? Dit dient medium of high te zijn en deze mag niet op low staan. w. Zijn ramen en deuren gesloten? x. Heeft u een reële temperatuur ingesteld en overbelast u uw installatie niet? y. Kan zowel de binnen- als de buitenunit vrij lucht aanzuigen en uitblazen?
Uw airconditioning maakt een krakend geluid z.
tijdens verwarmen en koelen ontstaan er grote temperatuurverschillen. Hierdoor kan enkele minuten gedurende het inschakelen of uitschakelen een krakend geluid ontstaan ten gevolge van het krimpen of uitzetten van kunststof materialen
Uw airconditioning maakt een sissend geluid aa. meteen na inschakelen of uitschakelen van de buitenunit, kan er een sissend geluid ontstaan. Dit is het stromen van koudemiddel en houdt na enkele seconden op.
Uw airconditioning maakt zelf melding van een storing, dit kan op de volgende manieren: Op de binnenunits met de volgende storingsmeldingen: Weergave LED binnenunit LED’s van Operation, Timer, Defrosting (only fan) knipperen tegelijk met 5 Hz (5 keer per seconde)
Betekenis R407c: De stroombegrenzer van de compressor heeft 4 maal ingegrepen in 1 uur R410a: Storing buitenunit
Alle LED’s knipperen met 5 Hz
R407c: Storing buitenunit: fasevolgorde verkeerd, fase tekort of temperatuursbeveiliging R410a: n.v.t.
Timer LED knippert met 5 Hz
Ruimtetemperatuursensor niet in orde
Operation LED knippert met 5 Hz Sensor verdamper niet in orde
Opmerking Toestel staat uit en kan enkel opgestart worden door eerst spanning te onderbreken
Na herstel van storing herstart toestel automatisch
Defrosting LED knippert met 5 Hz Sensor condensor niet in orde Operation en Timer LED knipperen met 5 Hz
EEPROM-storing
Bij grotere toestellen (op 380V) kunnen er ook storingen worden gemeld door de buitenunit. Afhankelijk van het bouwjaar van de print, zullen de LED-lampjes gaan knipperen of continu gaan branden.
R407c: MOU24HN2, MOU30HN2: R410a: n.v.t. Probleem LED1 Fasevolgorde verkeerd Aan Hoge stroom Uit Voeding niet in orde Aan Drukbeveiliging Aan
LED2 Uit Aan Aan Aan
R407c: MOU36HN2, MOU48HN2, MOU60HN2: R410a: MOU30HN1, MOU36HN1, MOU48HN1, MOU60HN1: Probleem LED1 LED2 Fasevolgorde verkeerd Aan Uit Voeding niet in orde Aan Uit Drukbeveiliging Aan Aan Hoge stroom Uit Uit Sensor T3 niet in orde Uit Aan Sensor T4 niet in orde Uit Aan Hoge temp. Beveiliging Aan Aan condensor
LED3 Aan Aan Aan Aan
LED3 Uit Uit Uit Aan Aan Uit Aan
Tip: indien u uw airco langere tijd niet gaat gebruiken, laat dan de unit min. 30 minuten in de stand ventileren werken, zodat deze goed kan drogen. Verwijder hierna de volledige voedingsspanning, omdat uw toestel in stand-by modus nog steeds stroom verbruikt. Ook tijdens onweer is het aan te raden uw toestel uit te schakelen en spanningsloos te maken. Wanneer u geprobeerd heeft uw toestel te resetten, door hem minimaal 30 minusten spanningsloos te maken en hij functioneert nog steeds niet naar behoren, neem dan contact op met uw installateur.