Quick scan Flora en Faunawet watergang (NZV07_105) stadspark Groningen
Januari 2011
Quick scan Flora- en Faunawet Watergang (NZV07_105) Stadspark Groningen
Identificatie: Gemeente Locatie Opdrachtgever Contactpersoon Onderzoek en rapportage
: Groningen : Watergang Buitenhof/ Peizerhoven en Stadspark : Waterschap Noorderzijlvest, district noordwest : De heer B. Schuten : Albert-Erik de Winter en Leo Stockmann
Landschapsbeheer Groningen, 24 januari 2011
Inhoudsopgave 1. Inleiding
3
2. Beschrijving plangebied en ontwikkeling
4
3. Flora- en faunawet
5
4. Beschermde soorten
7
5. Conclusies en aanbevelingen
10
6. Literatuur
11
Bijlage 1: Ligging planlocatie Bijlage 2: Beschermde soorten
12 13
2
1 Inleiding 1.1 Aanleiding en doel In opdracht van het Waterschap Noorderzijlvest heeft Landschapsbeheer Groningen een quick scan uitgevoerd naar het voorkomen van beschermde natuurwaarden van een watergang aan de westkant van de wijken Buitenhof/ Peizerhoven en het Stadspark in de stad Groningen. Het voornemen bestaat om deze watergang in februari/ maart 2011 uit te baggeren. Beoogde ontwikkelingen en activiteiten hiervan zijn globaal beschreven in hoofdstuk 2. De onderzoeksverplichting naar beschermde natuurwaarden vloeit voort uit de Flora- en Faunawet (bescherming planten- en diersoorten), Natuurbeschermingswet 1998 (Natura 2000-gebieden en beschermde natuurmonumenten) en de Wet op Ruimtelijke Ordening (bescherming van door G.S. vastgestelde Provinciale Ecologische Hoofdstructuur).Voor ingrepen als bestendig beheer en onderhoud dient hierbij een inschatting te worden gemaakt of deze eventueel een belemmering vormen voor beschermde soorten en gebieden. De onderzochte watergang ligt op grotere afstand van beschermde natuurgebieden (Natura 2000 gebied Leekstermeer en Provinciale Ecologische Hoofdstructuur) waardoor negatieve effecten op deze gebieden zijn uitgesloten. Wel bestaat de mogelijkheid dat in het plangebied beschermde plant- en diersoorten voorkomen. 1.2 Methodiek De mogelijke aanwezigheid van beschermde planten- en/of diersoorten is bepaald aan de hand van de volgende onderzoeksstrategie. Regionale en landelijke verspreidingsatlassen en -data Een veldbezoek op 19 januari 2011 Op basis van habitateisen, een veldbezoek en een deskundigheidsoordeel is een selectie gemaakt van de soorten die daadwerkelijk in of nabij de planlocatie zijn aangetroffen of worden verwacht. Het veldbezoek betreft geen volledige inventarisatie, maar is erop gericht te controleren in hoeverre soorten daadwerkelijk in het plangebied voorkomen of in hoeverre de locatie voldoet aan de eisen die deze soorten aan hun leefomgeving stellen. 1.3 Leeswijzer Hoofdstuk 2 geeft een globale beschrijving van het plangebied en de voorgenomen ontwikkeling. De voor dit onderzoek relevante wetgeving wordt behandeld in hoofdstuk 3, waarna in hoofdstuk 4 een beschrijving wordt gegeven van de actuele natuurwaarden in het plangebied met mogelijke effecten van geplande werkzaamheden. Hoofdstuk 5 bevat tenslotte de conclusies en aanbevelingen van dit ecologisch onderzoek.
3
2. Beschrijving plangebied en ontwikkeling De onderzoekslocatie is gelegen aan de westkant van de wijken Buitenhof/ Peizerhoven en het Stadspark in de stad Groningen. Het betreft een watergang die vanaf het Hoendiep in de richting van de Rijksweg A7 loopt. Het zuidelijk deel van deze watergang ligt in het Stadspark en wordt omgeven door oude beplanting van opgaande bomen en struiken, het noordelijk deel van de watergang ligt op een bedrijventerrein, oevers zijn hier vrijwel boomloos en voorzien van beschoeiing. In bijlage 1 is de ligging van de watergang weergegeven, de foto’s van figuur 2.1 geven een impressie van het plangebied. Aangezien de watergang thans een dikke sliblaag bezit bestaat het voornemen om deze watergang op korte termijn te baggeren. Deze baggerwerkzaamheden zullen worden uitgevoerd met behulp van een schuifboot die het slib naar een aantal locaties duwt waar het met een kraan wordt verwijderd. Het vrijgekomen slib zal worden afgevoerd. De beoogde werkzaamheden zullen worden uitgevoerd in de periode van februari/ maart 2011.
Figuur 2.1 Impressie plangebied; watergang t.h.v. Peizerweg (links) en watergang in stadspark (rechts)
4
3. Flora en faunawet De Flora- en faunawet beschermt een groot aantal in Nederland voorkomende wilde dier- en plantensoorten. De beschermde diersoorten (vogels, vissen, zoogdieren, amfibieën, reptielen, insecten, et cetera) en ongeveer 100 plantensoorten zijn te vinden op lijsten, die deel uitmaken van de Flora- en faunawet (bijlage 2). Op grond van de Flora- en faunawet is het verboden: ‘nesten, holen of andere voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van dieren behorende tot de beschermde inheemse soort te vernielen, uit te halen, weg te nemen of te verstoren” (art.11 Flora- en faunawet). Als er sprake is van aantasting, is het uitvoeren van een dergelijke activiteit alleen toegestaan met een ontheffing of goedgekeurde gedragscode van het Ministerie van EL&I Niet elke soort is even zwaar beschermd. Voor de mogelijkheid tot het verkrijgen van een ontheffing wordt onderscheid gemaakt in drie categorieën beschermde soorten:
Tabel 1: Algemene en niet bedreigde soorten Tabel 2: Schaarse soorten Tabel 3: Meest zeldzame en bedreigde soorten.
Algemene en niet bedreigde soorten (tabel 1-soorten) Voor deze soorten geldt een vrijstellingsregeling bij ruimtelijke ontwikkelingen en bestendig beheer en onderhoud of bestendig gebruik. Schaarse soorten (tabel 2-soorten) Voor deze soorten kan door het Ministerie van EL&I ontheffing worden verleend als geen afbreuk wordt gedaan aan de gunstige staat van instandhouding van de soort (effecten op regionaal populatieniveau). Indien de gunstige staat van instandhouding van de soort wel in het geding komt, dienen mitigerende en/of compenserende maatregelen te worden getroffen. Voor initiatiefnemers die individueel of gezamenlijk beschikken over een door het Ministerie van EL&I goedgekeurde gedragscode geldt voor deze soorten een vrijstelling. Wel moet in de gedragscode zijn aangegeven op welke wijze rekening wordt gehouden met beschermde soorten. Meest zeldzame en bedreigde soorten (tabel 3-soorten) Voor extra beschermde soorten kan alleen ontheffing worden verkregen indien aan de volgende criteria wordt voldaan: Er bestaat geen andere bevredigende oplossing. Dat betekent dat er alternatieven (zowel voor de locatie als voor de voorgenomen ruimtelijke ingreep) onderzocht moeten worden voor de in het geding zijnde activiteit. Er is sprake van de belangen, vermeld in art. 75, lid 4, sub a of genoemd in art. 2 van Vrijstellingsbesluit. Ontheffing kan worden verleend indien er sprake is van “dwingende reden van groot openbaar belang en voor het milieu wezenlijk gunstige effecten”. Er wordt geen afbreuk gedaan aan de gunstige staat van de instandhouding van de soort op populatieniveau. Bij tabel 3-soorten kan een relatief klein aantal individuen reeds van belang zijn voor de populatie. Indien de gunstige staat van instandhouding van de betrokken soort(en) in het geding komt, dienen maatregelen te worden genomen om de instandhouding te garanderen. Dat kan door mitigerende en zonodig compenserende maatregelen te nemen. Of en welke mitigerende en/of compenserende 5
maatregelen nodig zijn, kan de minister van EL&I in de voorschriften bij de vergunning, veelal op voorstel van de initiatiefnemer, aangeven. Vogels Vogels nemen in de Flora- en faunawet een bijzondere positie in. Voor het verstoren van broedende vogels wordt geen ontheffing verleend. De Flora- en faunawet hanteert geen standaardperiode voor het broedseizoen van vogels. Op het moment dat beschermde inheemse broedvogels bezig zijn met hun broedproces, mogen er geen verstorende werkzaamheden of activiteiten plaatsvinden, ongeacht de periode van het jaar. De meeste vogelsoorten in dorpen, steden en bossen broeden ongeveer tussen 15 maart en 15 juli. Moeras- en watervogels meestal tussen 1 april en 15 augustus. Sommige soorten, zoals Blauwe reiger en Bosuil, beginnen al in februari te broeden terwijl bepaalde (zang)vogels nog broeden in augustus. Voor vogels is verder een ontheffing nodig voor het aantasten van vaste verblijfplaatsen van uilen, roofvogels en holen van spechten [DLG werkdocument, 2007]. Rode lijsten De Rode lijsten hebben geen wettelijke status. Soorten die op de Rode lijst zijn geplaatst, zijn alléén beschermd als ze ook in de Flora- en faunawet als beschermde soort zijn opgenomen.
6
4. Beschermde soorten 4.1 Onderzoeksmethode De mogelijke aanwezigheid van beschermde dier- en/of plantensoorten is bepaald aan de hand van diverse regionale en/of landelijke verspreidingsatlassen en een veldbezoek op d.d. 19 januari 2011. Het veldbezoek is erop gericht te controleren in hoeverre leefgebieden van beschermde soorten, waarvan op basis van verspreidingsgegevens wordt aangenomen dat ze hier voor kunnen komen, daadwerkelijk aanwezig zijn in het plangebied. Voor vissen en amfibieën/ reptielen zijn schepnetbemonsteringen uitgevoerd. 4.2 Flora Tijdens het veldbezoek van 19 januari zijn watergang en aangrenzende oeverzone geïnspecteerd op de aanwezigheid van beschermde plantensoorten. Aangetroffen zijn: Braam spec., Riet, Rietgras, Liesgras, Engels raaigras, Fluitenkruid, Kruipende boterbloem, Scherpe boterbloem, Penningkruid, Speenkruid, Ruige zegge, Roodzwenkgras, Wilgenroosje, Speerdistel, Kweek, Kropaar, Pitrus, Hennepnetel, Akkerdistel, Kleine brandnetel, Hondsdraf, Grote brandnetel, Ridderzuring, Kleefkruid, Gewone veldkers, Reuzenberenklauw, Paardenbloem, Vogelmuur, Canadese guldenroede en opslag van Es/Rode kornoelje en Prachtframboos (heel veel in het Stadspark) Door de Flora- en faunawet beschermde soorten zijn niet aangetroffen in de directe omgeving van de watergang en worden hier ook niet verwacht. Koningsvaren (tabel 1), Daslook )tabel 2) en Tongvaren (tabel 2), zijn voor zover bekend de enige beschermde plantensoorten die voorkomen in het stadspark. Standplaatsen van deze soorten bevinden zich echter op grotere afstand van de watergang. 4.3 Zoogdieren Vleermuizen Alle in Nederland voorkomende vleermuissoorten worden als tabel 3-soort beschermd door de Flora- en faunawet. In de directe omgeving van van het plangebied kunnen vleermuissoorten als Gewone dwergvleermuis, Gewone grootoorvleermuis, Laatvlieger, Rosse vleermuis, Ruige vleermuis en Watervleermuis worden verwacht [Limpens, 1992]. Genoemde soorten kunnen de watergang gebruiken voor oriëntatie of als foerageergebied. Tijdens uitvoering van de voorgenomen werkzaamheden zullen bestaande opgaande landschapsstructuren echter niet worden aangetast. Hierdoor zullen de werkzaamheden een te verwaarlozen effect hebben op de soortgroep vleermuizen. Overige zoogdieren Vrijwel alle inheemse zoogdieren worden beschermd door de Flora- en faunawet. Op basis van gegevens uit de Atlas van de Nederlandse Zoogdieren [Broekhuizen et al. 1992, detailniveau 5x5 km] kunnen in de wijde omgeving van de planlocatie de volgende soorten worden verwacht: Egel, Gewone bosspitsmuis, Dwergspitsmuis, Huisspitsmuis, Mol, Vos, Wezel, Bunzing, Ree, Rosse woelmuis, Woelrat, Aardmuis, Veldmuis, Bosmuis, Huismuis, Haas en Konijn. Genoemde soorten zijn algemene tabel 1-soorten waarvoor een vrijstellingsregeling van de Flora- en faunawet geldt voor ruimtelijke ontwikkelingen en bestendig beheer en onderhoud. Uit een in 2004 uitgevoerd zoogdieronderzoek is verder gebleken dat in het stadspark maximaal 4 paar Eekhoorn (tabel 2) voorkomen [Zoogdiervereniging, 2004]. Daarnaast is uit dit gebied 1 waarneming bekend van Steenmarter (tabel 2). Nestplaatsen van beide soorten zijn voor zover bekend niet aangetroffen in de directe omgeving van de planlocatie. Omdat tijdens de baggerwerkzaamheden aangrenzende terreindelen niet worden aangetast zullen deze activiteiten een te verwaarlozen effect hebben op zoogdiersoorten die voorkomen in de nabijheid van deze watergang. Een ontheffing van de Flora- en faunawet voor deze soortgroep hoeft daarom ook niet te worden aangevraagd. 7
4.4 (Broed)vogels Alle broedende vogels worden tijdens hun broedproces beschermd door de Flora- Faunawet. Daarnaast worden vaste verblijfplaatsen van vogels (bijvoorbeeld kolonies, horsten van roofvogels en spechtenholten) zowel tijdens als buiten het broedseizoen beschermd. Het broedseizoen loopt globaal van medio maart tot medio juli (de exacte periodes verschillen per soort). Vogels welke tijdens het veldbezoek zijn waargenomen in de omgeving van het plangebied betreffen: Boomkruiper, Koolmees, Pimpelmees, Staartmees, Vink, Merel, Roodborst, Winterkoning, Ekster, Gaai, Waterhoen en Nijlgans. Deze soorten kunnen broedend worden verwacht in de directe omgeving van de watergang. Uitvoering van de baggerwerkzaamheden in het broedseizoen kan leiden tot verstoring van broedende vogels. 4.5 Amfibieën en reptielen Alle inheemse amfibieën- en reptielensoorten worden beschermd door de Flora- en faunawet. Tijdens het onderzoek zijn bij de watergang geen amfibieën en reptielen aangetroffen. Uit het stadspark zijn in ieder geval enkele waarnemingen bekend van: Gewone pad, Bruine kikker, Middelste groene kikker, Meerkikker en Kleine watersalamander [bron: www.waarneming.nl ]. Het betreft hier algemene tabel 1 amfibiesoorten waarvoor een vrijstellingsregeling geldt voor ruimtelijke ontwikkelingen en bestendig beheer en onderhoud. Beschermde reptielen komen volgens de landelijke verspreidingsgegevens niet voor in de wijde omgeving van de planlocatie. Roodwangschildpad is de enige reptielsoort waarvan waarnemingen bekend zijn uit het stadspark. Deze exoot wordt echter niet beschermd door de Flora- en faunawet. 4.6 Vissen Een aantal vissoorten wordt beschermd door de Flora en faunawet. Uit verspreidinggegevens van de vissenatlas Groningen-Drenthe [Brouwer et al. 2008] blijkt dat in de directe omgeving van de planlocatie het voorkomen van beschermde vissoorten niet bekend is. Tijdens het veldbezoek van 19 januari zijn op meerdere locaties in de watergang schepnetbemonsteringen uitgevoerd. Hierbij zijn de volgende vissoorten en aantallen gevangen; Riviergrondel (1 ex.) Brasem/ Kolblei (1 ex.), Ruisvoorn (1 ex.), Baars (1 ex.) en Tiendoornige stekelbaars (2 ex.) gevangen. Beschermde vissoorten zijn niet aangetroffen en worden ook niet verwacht.
Figuur 4.1 Enkele aangetroffen natuurwaarden: Riviergrondel en Brasem/ Kolblei (links), Baars (rechts)
4.7 Dagvlinders en Libellen Diverse dagvlinders en libellen zijn door de Flora- en faunawet als beschermde soort opgenomen. Op basis van verspreidingsgegevens [Bos et al.,2006 en EIS-Nederland et al., 2007a] en [Dijkstra et al., 2007b] is het voorkomen van beschermde dagvlinders in het stadspark niet bekend, wel is op 23 juli 8
2008 in het stadspark een zwervend exemplaar van de Groene glazenmaker waargenomen (tabel 3 soort). Deze libel is ontdekt bij een vijverpartij aan de noordoostzijde van het stadspark [bron:www.waarneming.nl]. Omdat vegetaties met Krabbescheer in het stadspark en watergang NZV07_105 ontbreken kan gesteld worden dat de water geen waarde heeft voor deze soort. Voorgenomen werkzaamheden zullen daarom ook geen negatief effect hebben op Groene glazenmaker. 4.8 Overige beschermde soorten Als ongewervelden zijn in de Flora- en faunawet naast dagvlinders en libellen ook enkele kevers (Vliegend hert, Brede geelrandwaterroofkever, Gestreepte waterroofkever, Heldenbok, Juchtleerkever), weekdieren (Bataafse stroommossel, Platte Schijfhoren) en een kreeftachtige (Rivierkreeft) als beschermde soort opgenomen. Voor het merendeel van deze soorten voorziet het plangebied en directe omgeving niet in geschikt habitat waardoor het voorkomen van deze dieren is uitgesloten. 4.9 Overzicht beschermde soorten In tabel 4.1 is de waarde van het plangebied en de directe omgeving daarvan voor beschermde soorten samengevat. Tabel 4.1 Beschermde plant- en diersoorten die kunnen worden verwacht in of nabij de planlocatie Soortgroep Beschermde soorten Flora Vogels Vleermuizen Overige zoogdieren Reptielen en amfibieën Vissen Dagvlinders Libellen
Geen beschermde soorten waargenomen of verwacht Diverse soorten vogels kunnen broedend worden verwacht in de directe omgeving van het onderzochte waterelement. Mogelijk foerageer en/of vliegroutes aanwezig in de directe omgeving van de planlocatie. Diverse algemene tabel 1 zoogdiersoorten en daarnaast Eekhoorn (tabel 2) en Steenmarter (tabel 2). Algemene tabel 1-soorten waaronder , Gewone pad, Bruine kikker en Kleine watersalamander, Middelste groene kikker en Meerkikker. Geen beschermde soorten aangetroffen of verwacht Geen beschermde soorten aangetroffen of verwacht Oude waarneming van Groene glazenmaker (tabel 3) uit 2008. Waarschijnlijk zwervend exemplaar, geschikte voortplantingslocaties ontbreken namelijk in het stadspark
9
5. Conclusies en aanbevelingen Beoogde ingreep betreft de uitvoering van baggerwerkzaamheden in watergang NZV07_105. Om te beoordelen wat de effecten van deze werkzaamheden zijn op door de Flora- en faunawet beschermde natuurwaarden is deze quick scan Flora- en faunawetgeving uitgevoerd. 5.1 Conclusies Tijdens het veldbezoek van d.d. 19 januari 2011 is niet aangetoond dat in de watergang amfibieën voorkomen. Toch is het op basis van verspreidingsgegevens niet uit te sluiten dat soorten als Gewone pad, Bruine kikker, Kleine watersalamander, Middelste groene kikker of Meerkikker voorkomen in of nabij de planlocatie. Genoemde soorten zijn zogenaamde tabel1-soorten van de Flora en faunawet waarvoor een vrijstellingsregeling geldt voor ruimtelijke ontwikkelingen en bestendig beheer en onderhoud. Vissen die zijn aangetroffen in de watergang betreffen: Riviergrondel, Brasem/Kolblei, Ruisvoorn, Baars en Tiendoornige stekelbaars. Geen van deze soorten worden beschermd door de Flora- en faunawet. Andere beschermde plant- en diersoorten zijn niet aangetroffen in of nabij de planlocatie en worden hier ook niet verwacht. Een ontheffing van de Flora- en faunawet hoeft derhalve niet worden aangevraagd. 5.2 Aanbevelingen Het verdient de voorkeur de werkzaamheden uit te voeren buiten het vogelbroedseizoen. Op basis van de Flora- en faunawet is het namelijk ten strengste verboden broedende vogels te verstoren. Het vogelbroedseizoen loopt globaal van medio maart tot medio juli, maar is afhankelijk van de soort. Met betrekking tot de mogelijke aanwezigheid van amfibieën kunnen onderstaande aanbevelingen worden gedaan; de baggerwerkzaamheden kunnen het best worden uitgevoerd in de periode augustus t/m november, indien ervoor gekozen wordt te baggeren in de periode december tot maart dan verdient het de aanbeveling voldoende alternatief leefgebied voor amfibieën te handhaven. Dit kan door in de watergang circa 25% van de waterbodem niet te baggeren. Tijdens het uitvoeren van de werkzaamheden dient rekening te worden gehouden met de zorgplicht van de Flora- en faunawet. Deze zorgplicht betekendt dat een ieder voldoende zorg in acht moet nemen voor de in het wild levende dieren en planten, evenals voor hun directe leefomgeving.
10
6. Literatuur [Bos, F., M. Bosveld, D. Groenendijk, C. van Swaay., I. Wynhoff en De Vlinderstichting, 2006] De dagvlinders van Nederland, verspreiding en bescherming (Lepidoptera: Hesperioidea, Papilionoidea). Nederlandse Fauna deel 7, Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij en European Invertebrate Survey – Nederland, Leiden. ISBN 90-5011-227-7. [Broekhuizen S., B. Hoekstra, V. van Laar, C. Smeenk & J.B.M. Thissen, 1992] Atlas van de Nederlandse zoogdieren. Stichting Uitgeverij Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging, Utrecht. Brouwer, Tako, Ben Crombaghs, Ate Dijkstra, Albert Jan Scheper en Peter Paul Schollema, 2008. Vissenatlas Groningen Drenthe, Verspreiding van zoetwatervissen in Groningen en Drenten in de periode 1980-2007. Bureau Natuurbalans – Limes Divergens BV, Nijmegen. [EIS-Nederland, De Vlinderstichting en de Nederlandse vereniging voor Libellenstudie, 2007a] Waarnemingenverslag 2007. Dagvlinders, libellen en sprinkhanen. Kaarten dagvlinders. Uitgegeven door EIS-Nederland, De Vlinderstichting en de Nederlandse Vereniging voor Libellenstudie, ISSN 18718191. Mei 2006. [EIS-Nederland, De Vlinderstichting en de Nederlandse vereniging voor Libellenstudie, 2007b] Waarnemingenverslag 2007. Dagvlinders, libellen en sprinkhanen. Kaarten libellen. Uitgegeven door EIS-Nederland, De Vlinderstichting en de Nederlandse Vereniging voor Libellenstudie, ISSN 1871-8191. Mei 2006. [Dijkstra, K.D. B., V.J. Kalkman, R. Ketelaar & M.J.T. van der Weide, 2002] De Nederlandse Libellen (Odonata), Nederlandse fauna 4. Nederlandse Vereniging voor Libellenstudie. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & European Invertebrate SurveyNederland, Leiden. [Limpens H., K. Mostert & W. Bongers, 1992] Atlas van de Nederlandse vleermuizen, Onderzoek naar verspreiding en ecologie. Stichting Uitgeverij Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging, Utrecht. [Zoogdiervereniging, 2004] Zoogdierwaarnemingen van het stadspark te Groningen. 2004.48 Internetbronnen www.ravon.nl www.groeneglazenmaker.nl www.waarneming.nl
11
Bijlage 1
Regionale ligging planlocatie
12
Bijlage 2
Beschermde soorten
13
Tabellen soorten Flora- en faunawet In onderstaande tabellen staan alle beschermde soorten van de Flora- en faunawet (Ffwet). De tabellen zijn aan de ene kant aan de orde bij ontheffingverlening voor artikel 75 en aan de andere kant bij vrijstellingen in het kader van het Besluit houdende wijziging van een aantal algemene maatregelen van bestuur in verband met wijziging van artikel 75 van de Flora- en faunawet en enkele andere wijzigingen (AMvB artikel 75). Vogelsoorten zijn in deze tabellen niet apart opgenomen, omdat het een erg lange lijst is. Alle vogelsoorten in Nederland zijn beschermd (behalve exoten). In de toelichting bij de tabellen staat aangegeven welk regime toepasselijk is voor vogelsoorten. Toelichting tabel 1 -Als iemand activiteiten onderneemt die zijn te kwalificeren als bestendig beheer en onderhoud of bestendig gebruik of ruimtelijke ontwikkelingen, geldt een vrijstelling voor de soorten in tabel 1 voor artikel 8 t/m 12 van de Ffwet. Aan deze vrijstelling zijn geen aanvullende eisen gesteld. Voor deze activiteiten hoeft geen ontheffing aangevraagd worden. -Voor andere activiteiten dan hierboven genoemd is voor de soorten in tabel 1 een ontheffing nodig. Een ontheffingaanvraag voor deze soorten wordt getoetst aan het criterium ‘doet geen afbreuk aan gunstige staat van instandhouding van de soort’ (zgn. lichte toets). Tabel 1: Algemene soorten R = soort van Rode lijst 2004 Zoogdieren aardmuis Microtus agrestis bosmuis Apodemus sylvaticus dwergmuis Micromys minutus bunzing Mustela putorius dwergspitsmuis Sorex minutus egel Erinaceus europeus gewone bosspitsmuis Sorex araneus haas Lepus europeus hermelijn Mustela erminea huisspitsmuis Crocidura russula konijn Oryctolagus cuniculus mol Talpa europea ondergrondse woelmuis Pitymys subterraneus ree Capreolus capreolus rosse woelmuis Clethrionomys glareolus tweekleurige bosspitsmuis Sorex coronatus veldmuis Microtus arvalis vos Vulpes vulpes wezel Mustela nivalis woelrat Arvicola terrestris Reptielen en amfibieën bruine kikker gewone pad middelste groene kikker kleine watersalamander meerkikker
Rana temporaria Bufo bufo Rana esculenta Triturus vulgaris Rana ridibunda
Mieren behaarde rode bosmier kale rode bosmier stronkmier zwartrugbosmier
Formica rufa Formica polyctena Formica truncorum Formica pratensis
Slakken wijngaardslak
Helix pomatia
Vaatplanten aardaker akkerklokje brede wespenorchis breed klokje dotterbloem* gewone vogelmelk grasklokje grote kaardenbol kleine maagdenpalm knikkende vogelmelk koningsvaren slanke sleutelbloem zwanebloem
Lathyrus tuberosus Campanula rapunculoides Epipactis helleborine Campanula latifolia Caltha palustris Ornithogalum umbellatum Campanula rotundifolia Dipsacus fullonum Vinca minor Ornithogalum nutans Osmunda regalis Primula elatior Butomus umbellatus
*m.u.v. spindotterbloemR
16-06-05
1
Toelichting tabel 2 -Als iemand activiteiten onderneemt die zijn te kwalificeren als bestendig beheer en onderhoud of bestendig gebruik of ruimtelijke ontwikkelingen, geldt een vrijstelling voor de soorten in tabel 2 voor artikel 8 t/m 12 van de Ffwet, mits activiteiten worden uitgevoerd op basis van een door de minister van LNV goedgekeurde gedragscode. Hetzelfde geldt voor alle vogelsoorten. Een gedragscode moet door een sector of ondernemer zelf opgesteld worden en ingediend voor goedkeuring. --Voor andere activiteiten dan hierboven genoemd is voor de soorten in tabel 2 een ontheffing nodig. Een ontheffingaanvraag voor deze soorten wordt getoetst aan het criterium ‘doet geen afbreuk aan gunstige staat van instandhouding van de soort’. Dit is niet van toepassing op alle vogelsoorten (zie toelichting tabel 3) Tabel 2: overige soorten R = soort van Rode lijst 2004 Zoogdieren DamhertR Edelhert Eekhoorn Grijze zeehondR Grote bosmuisR Steenmarter Wild zwijn
Dama dama Cervus elaphus Sciurus vulgaris Halichoerus grypus Apodemus flavicollis Martes foina Sus scrofa
Reptielen en amfibieën Alpenwatersalamander Levendbarende hagedis
Triturus alpestris Lacerta vivipara
Dagvlinders MoerasparelmoervlinderR Vals heideblauwtjeR
Euphydryas aurinia Lycaeides idas
Vissen Bermpje Kleine modderkruiper Meerval Rivierdonderpad
Noemacheilus barbatulus Cobitis taenia Silurus glanis Cottus gobio
Vaatplanten Aangebrande orchisR AapjesorchisR BeenbreekR Bergklokje BergnachtorchisR Bijenorchis BlaasvarenR Blauwe zeedistel Bleek bosvogeltjeR BokkenorchisR Brede orchisR Bruinrode wespenorchisR Daslook DennenorchisR Duitse gentiaanR FranjegentiaanR Geelgroene wespenorchisR Gele helmbloem Gevlekte orchisR Groene nachtorchisR GroensteelR Grote keverorchisR Grote muggenorchisR Gulden sleutelbloemR HarlekijnR HerfstschroeforchisR HondskruidR HoningorchisR JeneverbesR Klein glaskruid kleine keverorchisR kleine zonnedauwR klokjesgentiaanR kluwenklokjeR koraalwortelR kruisbladgentiaanR lange ereprijs lange zonnedauwR mannetjesorchisR maretak moeraswespenorchisR
Orchis ustulata Orchis simia Narthecium ossifragum Campanula rhomboidalis Platanthera chlorantha Ophrys apifera Cystopteris fragilis Eryngium maritimum Cephalantera damasonium Himantoglossum hircinum Dactylorhiza majalis majalis Epipactis atrorubens Allium ursinum Goodyera repens Gentianella germanica Gentianella ciliata Epipactis muelleri Pseudofumaria lutea Dactylorhiza maculata Coeloglossum viride Asplenium viride Listera ovata Gymnadenia conopsea Primula veris Orchis morio Spiranthes spiralis Anacamptis pyramidalis Herminium monorchis Juniperus communis Parietaria judaica Listera cordata Drosera intermedia Gentiana pneumonanthe Campanula glomerata Corallorhiza trifida Gentiana cruciata Veronica longifola Drosera anglica Orchis mascula Viscum album Epipactis palustris
16-06-05
2
Tabel 2: overige soorten muurbloemR Erysimum cheiri Parnassia palustris parnassiaR R Arabis hirsuto sagittata pijlscheefkelk Aceras anthropophorum poppenorchisR prachtklokje Campanula persicifolia Orchis purpurea purperorchisR Campanula rapunculus rapunzelklokjeR Gymnocarpium robertianum rechte driehoeksvarenR rietorchis Dactylorhiza majalis praetermissa Drosera rotundifolia ronde zonnedauwR Cephalanthera rubra rood bosvogeltjeR ruig klokje Campanula trachelium Ceterach officinarum schubvarenR Gentianella amarella slanke gentiaanR Orchis militaris soldaatjeR Cirsium dissectum spaanse ruiterR Dianthus deltoides steenanjerR steenbreekvaren Asplenium trichomanes R Primula vulgaris stengelloze sleutelbloem stengelomvattend havikskruidR Hieracium amplexicaule Catapodium rigidum stijf hardgrasR tongvaren Asplenium scolopendrium Arnica montana valkruidR Hammarbya paludosa veenmosorchisR Gentianella campestris veldgentiaanR R Salvia pratensis veldsalie Dactylorhiza incarnata vleeskleurige orchisR Ophrys insectifera vliegenorchisR Neottia nidus-avis vogelnestjeR voorjaarsadonis Adonis vernalis Orchis coriophora wantsenorchisR Menyanthes trifoliata waterdriebladR Campanula patula weideklokjeR Platanthera bifolia welriekende nachtorchisR Myrica gale wilde gagelR wilde herfsttijloos Colchicum autumnale Fritillaria meleagris wilde kievitsbloemR wilde marjolein Origanum vulgare Cephalanthera longifolia wit bosvogeltjeR R Pseudorchis albida witte muggenorchis Viola lutea calaminaria zinkviooltjeR Leucojum aestivum zomerklokjeR zwartsteel Asplenium adiantum-nigrum Kevers vliegend hert
Lucanus cervus
Kreeftachtigen rivierkreeft
Astacus astacus
16-06-05
3
Toelichting tabel 3 -Als iemand activiteiten onderneemt die zijn te kwalificeren als bestendig beheer en onderhoud of bestendig gebruik, geldt een vrijstelling voor de soorten in tabel 3 voor artikel 8 t/m 12 van de Ffwet, mits activiteiten worden uitgevoerd op basis van een door de minister van LNV goedgekeurde gedragscode. Deze vrijstelling is enigszins beperkt; voor activiteiten die zijn te kwalificeren als bestendig beheer en onderhoud in de landbouw en bosbouw en bestendig gebruik geldt geen vrijstelling voor artikel 10 van de Ffwet. Ook niet op basis van een gedragscode. Een gedragscode moet door een sector of ondernemer zelf opgesteld worden en ingediend voor goedkeuring. -Als iemand activiteiten onderneemt die zijn te kwalificeren als ruimtelijke ontwikkeling, geldt voor soorten in tabel 3 geen vrijstelling. Ook niet op basis van een gedragscode. Hiervoor is een ontheffing nodig. -Voor activiteiten in het kader van bestendig beheer en onderhoud in de landbouw en bosbouw en bestendig gebruik en voor activiteiten in het kader van ruimtelijke ontwikkeling is het niet mogelijk voor artikel 10 voor de soorten in tabel 3 een ontheffing te krijgen. -Voor andere activiteiten dan hierboven genoemd is voor de soorten in tabel 3 een ontheffing nodig. -Een ontheffingaanvraag voor de soorten van tabel 3 wordt getoetst aan drie criteria: 1) er is sprake van een in of bij de wet genoemd belang1, 2) er is geen alternatief, 3) doet geen afbreuk aan gunstige staat van instandhouding van de soort. Deze drie criteria vormen de zgn. uitgebreide toets. De drie criteria staan naast elkaar en niet na elkaar (aan alle drie moet voldaan zijn). -De uitgebreide toets voor ontheffingverlening geldt ook voor alle vogelsoorten. Tabel 3: soorten bijlage IV HR/bijlage 1 AMvB R = soort van Rode lijst 2004 Bijlage 1 AMvB Zoogdieren das boommarterR eikelmuisR gewone zeehondR veldspitsmuisR waterspitsmuisR
Meles meles Martes martes Eliomys quercinus Phoca vitulina Crocidura leucodon Neomys fodiens
Reptielen en amfibieën adderR hazelwormR ringslangR vinpootsalamanderR vuursalamanderR
Vipera berus Anguis fragilis Natrix natrix Triturus helveticus Salamandra salamandra
Vissen beekprikR bittervoornR elritsR gestippelde alverR grote modderkruiperR rivierprik
Lampetra planeri Rhodeus cericeus Phoxinus phoxinus Alburnoides bipunctatus Misgurnus fossilis Lampetra fluviatilis
Dagvlinders bruin dikkopjeR dwergblauwtjeR dwergdikkopjeR groot geaderd witjeR grote ijsvogelvlinderR heideblauwtjeR iepepageR kalkgraslanddikkopjeR keizersmantelR klaverblauwtjeR purperstreepparelmoervlinderR rode vuurvlinderR rouwmantelR tweekleurig hooibeestjeR veenbesparelmoervlinderR veenhooibeestjeR
Erynnis tages Cupido minimus Thymelicus acteon Aporia crataegi Limenitis populi Plebejus argus Strymonidia w-album Spialia sertorius Argynnis paphia Cyaniris semiargus Brenthis ino Palaeochrysophanus hippothoe Nymphalis antiopa Coenonympha arcania Bolaria aquilonais Coenonympha tullia
1
-onderzoek en onderwijs -repopulatie en herintroductie -bescherming van flora en fauna -veiligheid van het luchtverkeer -volksgezondheid of openbare veiligheid -dwingende redenen van openbaar belang -het voorkomen van ernstige schade aan vormen van eigendom -belangrijke overlast veroorzaakt door dieren -uitvoering van werkzaamheden in het kader van bestendig beheer en onderhoud in de landbouw en bosbouw -bestendig gebruik -uitvoering van werkzaamheden in het kader van ruimtelijke inrichting of ontwikkeling
16-06-05
4
Tabel 3: soorten bijlage IV HR/bijlage 1 AMvB veldparelmoervlinderR Melitaea cinxia Melitaea diamina woudparelmoervlinderR R Clossiana euphrosyne zilvervlek Vaatplanten groot zeegrasR
Zostera marina
Bijlage IV HR Zoogdieren baardvleermuis bechstein’s vleermuisR beverR bosvleermuis brandt’s vleermuisR bruinvisR euraziatische lynx franjestaartR gewone dolfijn gewone dwergvleermuis gewone grootoorvleermuis grijze grootoorvleermuisR grote hoefijzerneus hamsterR hazelmuisR ingekorven vleermuisR kleine dwergvleermuis kleine hoefijzerneusR laatvlieger meervleermuis mopsvleermuis nathusius’ dwergvleermuis noordse woelmuisR otterR rosse vleermuis tuimelaarR tweekleurige vleermuis vale vleermuisR watervleermuis wilde kat witflankdolfijn witsnuitdolfijn
Myotis mystacinus Myotis bechsteinii Castor fiber Nyctalus leisleri Myotis brandtii Phocoena phocoena Lynx lynx Myotis nattereri Delphinus delphis Pipistrellus pipistrellus Plecotus auritus Plecotus austriacus Rhinolophus ferrumequinum Cricetus cricetus Muscardinus avellanarius Myotis emarginatus Pipistrellus pygmaeus Rhinolophus hipposideros Eptesicus serotinus Myotis dasycneme Barbastella barbastellus Pipistrellus nathusii Microtus oeconomus Lutra lutra Nyctalus noctula Tursiops truncatus Vespertilio murinus Myotis myotis Myotis daubentonii Felis silvestris Lagenorhynchus acutus Lagenorhynchus albirostris
Reptielen en amfibieën boomkikkerR geelbuikvuurpadR gladde slangR heikikkerR kamsalamanderR knoflookpadR muurhagedisR poelkikkerR rugstreeppad vroedmeesterpadR zandhagedisR
Hyla arborea Bombina variegata Coronella austriacus Rana arvalis Triturus cristatus Pelobates fuscus Podarcis muralis Rana lessonae Bufo calamita Alytes obstetricans Lacerta agilis
Dagvlinders donker pimpernelblauwtjeR grote vuurvlinderR pimpernelblauwtjeR tijmblauwtjeR zilverstreephooibeestjeR
Maculinea nausithous Lycaena dispar Maculinea teleius Maculinea arion Coenonympha hero
Libellen bronslibel gaffellibelR gevlekte witsnuitlibelR groene glazenmakerR noordse winterjufferR oostelijke witsnuitlibelR rivierromboutR sierlijke witsnuitlibelR
Oxygastra curtisii Ophiogomphus cecilia Leucorrhinia pectoralis Aeshna viridis Sympecma paedisca Leucorrhinia albifrons Stylurus flavipes Leucorrhinia caudalis
Vissen houting steurR
Conegonus oxyrrhynchus Acipenser sturio
16-06-05
5
Tabel 3: soorten bijlage IV HR/bijlage 1 AMvB Vaatplanten Luronium natans drijvende waterweegbreeR Liparis loeselii groenknolorchisR Apium repens kruipend moerasschermR Spiranthes aestivalis zomerschroeforchisR Kevers brede geelrandwaterroofkever gestreepte waterroofkever heldenbok juchtleerkever
Dytiscus latissimus Graphoderus bilineatus Cerambyx cerdo Osmoderma eremita
Tweekleppigen bataafse stroommosselR
Unio crassus
16-06-05
6