Ao 1995
N" 224
PUBLICATIEBLAD LAhIDSBESLUIT, HOUDEI{DE ALGEMEI\IE II{AATREGELEN, yan de 19de december 1995 ter uitvoering van de artikelen' 22, 23; 3l en 33 van de Landsverordening op de telecommunicatievoorzieningen (P.8. 1995,no. 196) (Landsbesluitrandapparatuur).
TNNA,AM DER KONINGIN!
DE GOLJVERNEURvan de NederlandseAntillen, In overweginggenomenhebbende: dat het wenselijk is regels te stellen'inzake het testen,goedkeurenen toelaten alsmedehet installerenen gebruikenvan randapparatuur als bedoeldin de artikelen22,23,31 en 33 van de Landsverordening op de Telecommunicatievoorzieningen (P.8. 1995,no. 196); Heeft, de Raad van Advies gehoord,'besloten:
$ l. Definities Artikel I In dit landsbesluiten de daaropberustendebepalingenwordt verstaanonder: a. landsverordening : deLandsverordening op de telecommunicatievoorzieningen(P.8. 1995,no. 196); b. Minister : de Minister van Verkeer en Vervoer; c. Directeur : de Directeurvan het BureauTeleoommunicatie; d. toezichthoudendeambtenaar : eenambtenaar als bedoeldin artikel 19, eerstelid; e. technische eisen : een document,uitgegevendoor een deskundige, onaflrankelijkenationaleof internationaleinstelling, waaiin technischespecificaties voor randapparatuur alsmedemethodenvoor het testenvan randapparatuuraan deze specificaties zijn om-
.a':.. .
. schreven; f, g. h. i.
verklaring van conformiteit verklaring van toelating bewijs van goedkeuring '. het installeren van randapparatuur
i
-*.. gd bewijsstuk als bedoeld in artikel 6, eerste lid; een bewijsstuk als bedoeld in artikel 8, derde lid; 'ee.p bWijsslrlilc,dls:bedoeldin artikel 9, tweede lid; het beroeps- of bedrijfsmatig aanleggenen onderhouden van nmdapparatuur.
' $2. Technische sisen' Artikel 2
l.
De Minister stelt per type randappar4tuuren voor interne netten technische eisen vast waaraan deze moet voldsen. Deze technischeeisen kunnen per eilandgebiedverschillend zijn.
2 . Een besluit tot wijziging van de technischeeisen treedt niet eerder in werking dan negen maandenna bekendmakingdaarvan,tenzij een in dat besluit aan te geven algemeenbelang :, ':"'' ' eerdereinwerkingtreding'vordsrt. '.. r r'ir'
Artikel 3 l.
De.ingevolge'artikel 2 vast te stellentechnischeeisen.fi,:l9g€nbehoudenshet,bgpaaldein,hst ,tweedeen,derde lid, slechtsstrekken:ten.dienstevani.: i,' r : :., a. de samenwerking'van de, randapp,aratuur'mF,t:de-;tElecornmunicatie;-infrashts.t-,uur : ten behoevevan: I o. het tot stand brengen, instandhoudenen beeindigen van een verbinding door : middel van de telecommunieatie-infiasffucturu;,, . .: :: ,j:.., lo. de rechtstreekseverzending dan wel ontvangstvan gegevensover die verbinding; b. het voorkomen van storing in de werking van de telecommunicatie-infrastructuur; c. het verzekeren van de veiligheid van randapparatuurvoor: I o. de gebruikers daarvan; 2o. de personenwerkzaam in ,hetbeheervan de telecommunicatie-infrastructuur.
2 . De ingevolge artikel 2 vast te stellen technischeeisen mogen verder slechts strekken tot: a.
b.
het voorkomen van elektromagnetische storingen door op de telecommunicatieinfrastructuur aangesloten, ,randapparafuuri,,in;ander€..' elektrische ,en elektronische inrichtingeh, vootzover het niet;betreft storing als bedoeld in het eerstelid,,onderdeel b; het bestandzijn van op de teleconununicatie-infrastructuuraangeslotenrandapparatuur tegen elektromagnetischestodngen door andere elektrische en elektronische inrichtingen.
3 . De ingevolge artikel 2 vast te stellen technischeeisen mogen voorts ten behoeve van het gebruik van bepaalde,door de Minister aan te wijzen functies van randapparatuurwelke nodig zijn om de goedewerking van de krachtensartikel 3, eerstelid, van de landsverorde-
-3,
224
ning venorgde diensten zeker te stellen, mede strekken ten dienste van de samenwerking fussen randapparatuur.
$ 3. Erkenninglvan testinstellingen Artikel 4 l.
Ten behoevevan het testenvan randapparatuurop conformiteit aan de technischeeisenkan de Minister testinstellingen,erkenror; .
2. De Minister erkent een testinstelling indien deze: a. b.
volledige rechtspersoonlijkheid bezit; voldoet aan door de Minisfer'te stellen;eisen,vanonafhankelijkheid, interne organisatie, proceduresndeskundigheid en technische middelen ten behoeve van het testen van randapparatuur zoals opgenomen iD::€Godocument uitgegeven door een deskundige nationale of internationaleinstelling.
3 . De Minister kan de erkenning van een instelling intrekken indien die instelling niet meer voldoet aan de in het tweede lid voor het verlenen van die erkenning opgenomen eisen.
4. Een erkenning of ,intrekking daarvan wordt in de,CuragaoscheCoruant bekend gemaakt. Artikcl 5 Een aanvraagtot erkenningals ,bedoeld.in artikel 4, eerstelid, wordt schriftelijk ingediendbU het BureauTelecommunicatiemet gebruikmakingvan eenbij dit bureauverkrijgbaarformulier. I
l.
$ 4. Verklarhg ,vanconforrniteit
Indien eenkrachtensartikel 4, eerstelid, erkendetestinstelling,randapparatuur ten behoeve van toelatingheeft getestop confonniteit met de daarvoorgesteldetechnischeeisenen op basis van de resultatenvan die' test tot'de bevinding is gekomendat die .zendinrichting voldoet aande gesteldeeisen,geeft de testinstellingten bewijze daanraneenverklaringv; conformiteit,af.
2. In een verklaring van. conformiteit wordt in, elk geval'opgenomen: a.deidentificatievandegeneopwiensna'amde.verklaringisopgesteld; b, de identificatie van de desbetreffendezendinrichtingen; c. de vermelding van de technischespecificatiesop,basis waarvan,de test is uitgevoerd; d. de identificatie van het testrapport.
3 . Bij een verklaring van conformiteit zijn in elk geval gevoegd: a.
een bijlage met daarin eeR volledig technisch omschrijving van de desbetrefilende
4-
224 b.
zendinrichtingen ; een bijlage bestaandeuit een gewaarrnerktexemplaarvan het testrapport.
4.
Een verklaring van conformiteit wordt opgesteld overeenkomstig een door de Minister vastgesteld model. De verklaring en de bijbehorende bijlagen zijn in de Nederlandseof Engelsetaal gesteld.
5.
De Minister kan bepalendat randapparatuurvan een bepaaldmodel of qrpe voldoet aan de gesteldetechnischeeisen indien dezeis voorzien van een in een ander land, overeenkomstig de aldaar geldenderegels,afgegevenverklaring van conformiteit van een in dat land erkende testinstelling.
!
5 Toelatrng van randaPParatu-ur Artikel 7
l.
die niet door de Minister is toegelatenop de telecommunicaHet is verbodenrandapparatuur tie-infrastnrctuuraan te sluiten. "
:
- a
2 . De aanvraag tot toelating van randapparatuurvoor aansluiting op de telecommunicatie'bij het Bureau infrastructuur wordt door een direct belanghebbendeschriftelijk, ingediend Telecommunicatie met gebruikmaking van een bij dit bureau verkrijgbaar formulier. J.
Gelijktijdig met de indiening van de aanvraagtot toelating moet daarbij als bijlage worden overgelegd de verklaring of verklaringen van conformiteit met bijbehorendebijlagen voor die randapparatuur.De aanvraagen de bijbehorendesnrkken zijn, in de Nederlandse,.ofde Engelsetaal gesteld.
4 . De Minister kan bepalendat apparatendie zijn gefabriceerdmet een ander doel dan om te dienen als randapparatuur;'mede' als,,randapparatuurzrjn toegelaten voor zover deze apparatenzijn toegelatenkrachtensde artikelen 21, eerstelid, of 55, eerstelid, van het Landsbesluitradio-elektrischeinrichtingon; In eendergelijk geval is artikel 8, eersteen derde lid, niet van toepassing. ' l.
Artikel 8
De verlening van de toelating geschiedtdoor afgifte van een verklaring van toelating waarin verder in elk geval zijn opgenomen: a. de identificatie van degenewiens naam de verklatittg is gesteld; b. de identificatie van de randapparatuurwaarvoor de verklaring is afgegeven; c. de identificatie van deverklaring of verklaringenvan conformiteit welke bij de aanvraag tot toelating zijn overg€legd; d. de beperkingenals bedoeldin het tweedelid, welke aan de verklaring zijn verbonden.
2 . De toelating kan worden verleend onder beperkingetrnwelke noodzakelijk zijn in. verband met verschillen in technischekenmerkenvan onderdelenvan de telecommunicatie-infrastruc-
-5-
224
,tuur die eenzelfde functie vervullen. 3.
Een verklaring van toelating wordt opgesteld volgens:een door de Minister vastgesteld model.
4.
volgens De afgegevenverklaring van toelating wordt vanwege de Minister geregisffeerd door dezete stellen regels.
dient volgens een 5 . Van randapparatuur waarvoor een verklaring van toelating is afgegeven, kenbaar door de Minister te bepalen wijze op een voor ieder zichtbare plaats de toelating te worden gemaakt. publiceren lijst bekend De Minister maakt periodiek een in de CuragaoscheCourant te die door hem ingevolge het eerste lid zrjn waarin opgenomen -alsmede de modellen en typen van'apparatuurdie ingevolge artikel 7, vierde lid, is toegelaten' toegelaten
6.
$ 7. Keuring van internenettert Artikel 9 l.
op de telecommunicatie-infrastructuur Eeninternnet voor de aansluitingvan randapparatuur is goedgemag niet in bedrijf wordengrno*rn alvorensdezedoor of namensde Minister keurd.
2 . De verlening van de goedkeuringgeschiedtdoor afgifte van een bewijs van goedkeuring waarin -- in elk geval zijn oPgenomen: naamhet u. J, identificatievan de eigenaarof beheerder'vanhet intern net, of wiens bewijs is gesteld; b. de identifiiatie van het intern net waarvoorhet bewijs is afgegeven; intern net; c. de omschrijvingvan de apparatuuren de kabelsdie deel uitmakenvan het intern net; d. de instel+gtntiphe paramitersvan de apparatuurdie'deeluimaakt van het geleid. e. de kwaliteit van de iignalendie via het internnet worden
3 . Om in aanmerkingte komen voor een bewijs van goedkeuringdient blj de keuring de
ten genoegen'van de toezichthoudendeambtenair aan te tonen dat het belanghebbende intern net aan de ti3 of krachtensdit landsbeslnil,gesteldeeisen en adn anderevan toepassingzijnde wettelijke of internationalevoorschriftenvoldoet.
4. Het bewijs van goedkeuring voor een intern net als bedoeld in het eerste lid ve-rvalt: a. b. c.
vijf jaren na de datum van zijn uitreiking; indien wijzigingen worden aangebrachtin het intern net; indien de toezicht houdende ambtenaar constateertdat het intern net niet meervoldoet aan de gesteldetechnischeeisen.
ten 5 . Het bepaaldein het vierde lid, onderdelenb en c, vindt eerst toepassingna zes weken nodige de einde de eigenaar of beheerdervan het intern net'in' de gelegenheidte stellen goedacties te ondernemenopdat binnen die periode de afgifte van een nieuw bewijsvan
224
-6-
keuring kan plaatsvinden. lndien aan deze bepaling niet wordt ,voldaan.,dan kan worden besloten tot afsluiting van het desbeteffende intern net totdat voldaan is aan het gestelde in het eerste lid van dit artikel.
Artikel l0 De aanvraagtot goedkeuringvan een intern net wordt door de direct belanghebbendeschriftelijk ingediend bU het Bureau Telecommunicatie met gebruikmaking van een,bij dit bureau verkrijgbaar formulier.
Artikel 1l I.
Een bewijs van goedkeuring wordt opgesteldvolgens een door de Minister vastgesteld model.
2-
De afgegevenbewijzen van goedkeuringworden vanwegede Minister geregistreerdvolgens door dezete stellen regels.
3.
Bij een intern net dient steedshet bewijs van goedkeuringof een namensde Minister gewaarrnerkt afschrift daarvan aanwezig te zijn
Artikel 12 De eigenaarof beheerdervan een intern net, op wiens naamhet bewijs van goedkeuring,bedoeld in artikel 9, tweede lid, is gehoudenelke wijziging in het intern net onverwljldraan Oe birecteur te melden.
$ 5, Installerenvan randapparatuur Artikel 13 l.
Degenedie randapparatuur installeertdan wel diegenedie onmiddellijke leiding geeft aan de uitoefeningvan eenbedrijf voor het installerenvan randapparatuurdient in het bezit te zijn van: a. b. c. ,
2.
een door de Minister te bepalendiploma van oen universiteit of hogeschool; een door de Minister te bepalendiploma van een instelling van middelbaarberoepsonderwijs, of een diploma van een door de Minister erkendevakopleiding voor het installeren van randapparatuur.
De Minister kan met een diploma als bedoeld in het eerstelid gelijkstellen het diploma van een opleiding van een ander land, indien dat diploma ten aanzien van eisen van vakbekwaamheid voor het installerenvan randapparatuurnaar diens oordeel gelijkwaardig is aan een diploma als bedoeld in het eerstelid.
-7-
224
Artikel 14 l.
De-erkenningvan een vakopleiding als bedoeldin artikel 9, eerstelid, onderdeelc, geschiedt op aanvraag van een door de Minister als representatief erkende beroeps- of bedrijfsorganisatie, werkzaam of mede werkzaam op het gebied van het installeren van randappara: tuur.
2.
De erkenning van een vakopleiding wordt verleend, indien deze naar het oordeel van de Minister: a. waarborg biedt voor opleiding tot een voldoende niveau van vakbekwaamheid; b. met voldoende periodiciteit wordt gegeven; c. de mogelijkheid tot periodieke bijscholing biedt.
$ 6. Vergoedingen Artikel 15 De vergoedingen,bedoeld in artikel 31, onderdelenb en d, van de landsverordening,welke zijn verschuldigd voor de erkenning als testinstelling en voor de goedkeuring van randapparatuur alsmede voor het toezicht op de naleving van de bij of krachtens de landsverordeningmet betrekking tot die goedkeuring gestelde regels, dienen bij vooruitbetaling te worden voldaan.
$ 7. Behandelingvan storingsklachten
Artikel 16 1.
Klachten over storingen door randapparatuurin randapparatuuren in andere elektrische en elektronischeinrichtingotr, niet zijnde storing in de telecommunicatie-infrastructuur,worden behandeld overeenkomstig door de Minister te stellen regels.
2.
Van behandeling van klachten kan worden afgezien indien de inrichting welke storing ondervindt niet voldoet, heuij aan bi1' of krachtens de landsverordening dan wel bU of krachtens een andere landsverordeningter zake gesteldetechnischeeisen, hetzij aan door de Minister te stellen redelijke technischeeisen
3.
Van behandelingvan klachten kan evensensworden afgezien indien de klager onvoldoende medewerking verleent
4.
Aan de houder van de randapparatuurdie storing veroorzaakt, kan een vergoeding bedoeld in artikel 31, onderdeelc, van de landsverordeningin rekening worden gebrachtdie binnen een termijn van zes weken na dagtekeningvan het verzoek om betaling dient te worden voldaan.
224
-8-
Artikel l7 l.
De door de Minister ingevolge artikel 33, eerste lid, van de landsverordeningte geven aanwijzingen tot het voorkomen en opheffen van storingen kunnen befreffen ae verptichting voor de houder om de nodige vootzieningen te ffeffen aan de randapparatuur alsmede de verplichting om met onmiddellijke ingang het gebruik van de randapparatuurte staken.Deze aanwijzingen worden schriftelijk gegevenmaar kunnen in afivijking daarvan in dringende gevallen door een toezicht houdendeambtenaarmondeling worden gegeven,in welk geval zij binnen drie weken schriftelijk dienen te worden bevestigd.
2 . Aan de in het eerstelid bedoeldeeersteverplichting dient door de houder te worden voldaan binnen zes weken nadat de aanwijzing is gegeven.
Artikel l8 l.
Indien een krachtens artikeI 17, eerste lid, gegeven aanwijzing tot het treffen van voorzieningen aan randapparatuurniet binnen zes weken is opgevolgd, kan een toezicht houdendeambtenaar dezevoorzieningen,na voorafgaandeschriftelijke waarschuwing,treffen of doen treffen.
2 . De bij een krachtensartikel 17, eerstelid, gegevenaanwijzing opgelegdeverplichting om het gebruik van randapparatuurte staken, wordt opgeheven,nadat een toezicht houdende ambtenaarheeft vastgesteld,dat de in die aanwijzing bevolen voorzieningenzijn getroffen dan wel dat geen storing meer wordt veroorzaakt.
$ 8. Toezicht en opsporing ArtikEl 19 l.
Met het toezicht op de nalevingvan het bij of krachtensdit landsbssluitbepaaldezijn belast de door de Minister aangewezenambtenarenvan het Bureau Telecommunicatie.
2. Een aanwijzing als bedoeld in het eerste lid wordt bekendgemaaktin de Curagaosche Courant.
Artikel 20 l.
Bij de uitoefening van hun taak dragende toezicht houdendeambtenareneen legitimatiebey,js bij zich.
2.
Desgevraagdtonen zij hun legitimatiebewijs aanstonds.
3.
Het legitimatiebewijs bevat een foto van de toezicht houdende ambtenaaren vermeldt in ieder geval diens naam en hoedanigheid.
-9-
224
Artikel 2l l.
De toezicht houdende arnbtenarenzijn bevoegd elke plaats te betreden voor zover dat voor de vervulling van hun taak redelijkerwds nodig is.
2.
Zonodig verschaffen zij zich toegang met behulp van de sterke arm.
3.
Zii zijn bevoegd zich te doen vergezellen door perconen die daartoe door hen zijn aangewezen,voor zover dit voor het doel van het betreden redelijkerwrjs nodig is.
4.
Indien de plaats, bedoeld in het eerste lid, €en woning is, betreedt een toezicht houdende ambtenaar de woning niet tegen de wil van de bewoner tenzij met een schriftelijke last van de rechter-commissarisof de officier van justitie dan wel in aanwezigheid 66n hunner of van een hulpofficier van justitie.
5.
Van een in het vierde lid bedoeldebetreding maakt de toezicht houdende ar-rbtenaarbinnen twee maal vierentwintig uren proces-verbaalop. Dit procesverbaalwordt mede ondertekend door de rechtercommisaris, officier van justitie of hulpofficier van justitie in wiens aanwezigheid de betreding plaatsvond. Een afschrift van het procesverbaalwordt onverwijld in handen gesteld van de bewoner.
Artikel 22 Toezicht houdendeambtenirenzijn bevoegdinlichtingente verlangen,voor zover dat voor de vervulling van hun taak redelijkerwijsnodig is.
Artikel 23 l.
Toezichthoudendeambtenarenzijn bevwgd inzriete verlangenvan zakelijkegegevensen bescheiden,voor zover dat voor de vervulling van hun taak redelijkerwijsnodig is.
2. Zii zijn bevoegdvan de gegevensen bescheidenkopie6nte maken. 3. Indien het rnakenvan kopie€n4iet ter plaatsekan geschiedennjn zij bwoegd de gegevens en bescheidenvoor dat doel voor korte did mee te nementegen een door hbn af te geven schriftelijk bewijs.
Artikel 24 Ds loezicht houdendearnbtenarenkunnende wijze van opberging,bediening en installatie van de randapparatuurcontroleren,de werking van de apparatuurbeproevenen metingen verrichten of doenverrichten,welke voor eengoedeconfiole nodig worden geacht.
-10-
224
Artikel 25 Een ieder is verplicht aan toezicht houdende ambtenaren:alle medewerking te verlenen die dezeredelijkerwljs kunnen verlangen ter uitoefening,van,hunbevoegdheden.
l.
2 . Zij dieuit hoofde van ambt,,beroep of wettelijk voorschrift verplicht zijn tot geheimhouding, kunnen het verlenen van medewerkingweigeren,voor zover hun geheimhoudingsplichtzich daartoe uitstrekt.
Artikel 26 Met de opsporing van strafbare feiten z'ijn naast de ambtenarenbedoeld in artikel 8 van het Wetboek van Strafvordering van de Nederlandse Antillen belast de bij ,landsbesluit aangewezenambtenarenvan het BureauTelecommunicatie.Het bepaaldein artikel 20 is van overeenkomstigetoepassing.
l.
2. De voordracht voor een landsbesluit als bedoeld in het eerste lid wordt gedaan door de Minister in overeenstemming:met de' Minister'van' Justitll'
3 . Een aanwijzing als bedoeld in het eerste lid wordt bekend gemaakt in de Curagaosche Courant. ' $ 9. 'Overgangs- en slotbepalingen , : Artikel 27 van dit Verklaringen van conformiteit die zijn afgegeveD,voorhet tijdstip van inwerkingfieding 6, artikel in bedoeld als landsbesluit worden aangemerktals een verklaring van conformiteit
Artikel 28 l.
Het bepaalde in artikel 8n eerste lid, is niet van toepassingop de navolgendecategorie€n van randapparatuur,mits deze worden,,geregisbeerdvanwege de Minister binnen eenperiode i 66n maand direct ,volgend op het tljdstlp van inwerkingtrediog, van"dit besluit a. de randapparatuurnun hrt type dat vo6r de datum van inwerkingfieding van,dit besluit door ..o Lilundelijk telefoonbedrijf ten gebruike is aangeboden; b. de randapparatuurvan het qrpe dat v66r de datum van inwerkingtreding van dit besluit door de blrecteur van een eilandelijk telefoonbedrijf of de Directeur van de Landsradio TelecommunicatiedienstNederlandseAntillen voor aansluiting op de telecommunicatie. ', infrastructuur is toegestaan.uit hoofde van een bevoegdheid hem verleend bij of krachtens enige=regeling.
Z.
De Minister geeft aan degene op wiens naam registratie als bEdoeld in het eerste lid is geschiedbinnin een periode van drie maandenvolgend op de registratie con verklaring van toelating af. Ten aanzien van deze verklaring is artikel 8, derde lid, onderdelen a cn b, en
-l l-
224
het vierde tot en met zesdelid, van toepassing.
Artikel 29 Voor het tijdstip van inwerkingtreding van dit landsbesluit verleende goedkeuringenworden aangemerkt als een goedkeuring als bedoeld in artikel 9, eerste lid. Het schrijven waarbij mededeling van deze goedkeuringis gedaan,wordt aangemerktals een bewijs van goedkeuring als bedoeld in artikel 9, tweede lid.
Artikel 30
.
Op verzoek stelt de Minister met degenedie voldoet aan het in artikel 13 bepaalde,gelijk degen die: a. een vergunning bezit voor het uitoefenenvan het elektrotechnischinstallateursbedrijf,of b. gedurendetwee jaren voorafgaandeaan de inwerkingtreding van dit besluit onmiddellijk leiding heeft gegevenaan de uitoefening van een bedrijf dat in bedoeldeperiode onafgebrc ken werkzaam of mede werkzaam is geweest op het gebied van de installatie va randapparatuur.
Artikel 3l In afivijking van het bepaaldein artikel 2 blijven de technischeeisen die op het tijdstip van het in werking heden van dit landsbesluitdoor SETEL en de Landsradio-Telecommunicatiedienst NederlandseAntillen worden gehanteerd,gelden tot het tijdstip waarop de Minister ingevolge evengenoemdartikel nieuwe technischeeisen heeft vastgesteld.
Artikel 32 Dit landsbesluittreedtin werkingmet ingangvan eenbij landsbesluitte bepalentijdstip. Artikel 33 randapparatuur. als: Landsbesluit Dit landsbesluitkan wordenaangehaald Willemstad, 19 december1995 J.M. SALEH
De Minister van Verkeeren Vervoer, L.A.I. CHANCE
224
-t2-
De Ministervan Justitie, P.J.ATACHO Uitgegevende 22stedecember1995 De Minister van Algemene zaken,
M.A. POURIER
o
O i
-lNOTA VAN TOELICHIING behorendebij het landsbesluit,houdendealgemenemaatregelen, van de l9de december1995(P.B. 1995,no.224) ter uitvoeringvan de artikelen22,23,31 en 33 van de Landsverordening op de telecommunicatievoorzieningen(P.8. I 995, no. 196) (Landsbesluit randapparatuur).
$ l. Algemeen Het onderhavige landsbesluitstrekt in hoofdzaakter uitvoering van artikel 22, eersteen tweede (P.B. lid, en artikel 23, eerstelid, van de Landsverordeningop de telecommunicatievoorzieningen 196). 1995,no. Ter uiwoering van deze bepalingenis in het besluit voorzien in: - het stellen van technischeeisen waaraanrandapparatuurdient te voldoen (art. 2 en 3); - de erkenning van testinstellingen(art. 4), die verklaringenvan conformiteit (art. 6) afgeven; - de toelating van randapparatuur(art. 7 en 8); - de goedkeuringvan interne netten (art. 9 tot en met 12); - het stellen van eisen aan het beroepsmatiginstallerenvan randapparatuurop de telecommunicatie-infrastnrctuur(art. 13 en l4); - de behandelingvan storingsklachten(art. 16 tot en met l8). Voor wat beffeft het toelaten van randapparatuurzal in het algemeenprimair gebruik gemaakt worden van de mogelijkheid die artikel 6, vijfde lid, biedt, namelijk om ten aanzienvan zoveel mogelijk apparatuurdie hier te lande zonder problemen zal functioneren omdat ze voldoon aan de door de Minister gesteldetechnischeeisen,te bepalendat dezeniet nogmaalsop conformiteit behoevente worden getest.Daarvoor zal de Minister zich bedienenvan een commissiedie hem ter zake adviseert.Hoewel deze commissie zal kunnen worden bemanddoor msnsen die elders op het terrein van de telecommunicatiewerkzaam zijn, biedt het instellen van een sofiunissie door de Gouverneurvoldoendegarantievoor de gewensteonaflrankelijkheid.Het betreft hier dus apparatuurdie reedsuit anderehoofde door eenerkendetestinstellingop conformiteit is gekeurd. Hierdoor wordt voorkomen dat in alle gevallen een beroep gedaan moet worden op een dergelijke testinstelling. Deze testen kosten immers veel geld. Eventueel speciaalten behoeve van de NederlandseAntillen getesteapparatuurzal daardoor aanzienlijk meer kosten aangezien de testkostendoorberekendzullen worden aande consument.Pasindien apparatuurniet door een erkende testinstelling onderzocht blijkt, zal het noodzakelijk zijn deze apparatuur aan een testinstelling aan te bieden ten einde te onderzoekenof deze aan de gesteldetechnischeeisen voldoet. Een dergelijk onderzoekdient op kosten van degenedie deze wenst in te voeren of te producerenplaatste vinden.
$ 2. Artikelsgewijze toelichting Artikel I
Onderdeele Deze begripsbepalingdoelt op technischenormenvoor randapparatuur, opgestelddoor daartoe deskundigeen, in de wijze van werkenop het gebiedvan hun deskundigheid, onafhankelijke internationalenormalisatie:en standaardisatie-instellingen (CEN en CENELEC;ISO; CCITT, CCIR, en ETSI).
-2Artikel 2 Voorzover de technische specificatiesvan de netwerken in een eilandgebiedafivijken van de internationale nonnen op dit gebied, zal het noodzakelijk zijn aanvullendetechnischeeisen te stellen aan de randapparatuurdie aangeslotenwordt op de telecommunicatie-infrastructuurvan dat eilandgebied. Aangezien deze specificatiesook tussen de eilandgebiedennog verschillen vertonen, is de mogelijkheid opgenomen de technische eisen per eilandgebiedte kunnen vaststellen.
Artikel 3 In dit artikel worden de belangenomschreventen dienstewaarvan technischespecificatiesvoor randapparafuurmogen worden vastgesteld. Eerste en derde lid Deze bepalingen bevatten de wezenlijke vereisten waaraan technische specificaties voor randapparatuurmoeten voldoen. Deze vereisten zijn: - veiligheid van de consument; - veiligheid van het personeelvan openbaretelecommunicatiediensten; - beschermingvan de openbaretelecommunicatienetten tegen schade; - samenwerkingtussenrandapparatuur,in daartoegerechtvaardigdegevallen. Tweede lid Deze bepaling, die dient ter uiwoering van artikel 23, eerstelid, van de Landsverordeningop dc telecommunicatievoorziening€tr, verzekert dat in de vast te stellen specificatiesvan conformitcit voor randapparatuur ook technische eisen inzake ontstoring en immuniteit, waaraan dcz,' apparatuurals elektrische of elektronischeinrichting moet voldoen, worden opgenomen.
Artikel 4 Hoewel het in theorie mogelijk is dat binnen de NederlandseAntillen te vestigentestinstelling,crr worden erkend die voldoen aan de in dit artikel gesteldeeisen, zal het meer in de rede liggcn dat tot erkenningvan gevestigdeinternationaletestinstellingen,bijvoorbeeld in de VS of Europ;r. zal worden overgegaan.De erkenningenzullen door de Minister in de CuragaoscheCour';url worden gepubliceerd.
Artikel 6 In het vijfde lid van dit artikel is de in het algemeengedeeltevan dezenota van toclit:lrtrrry aangeduidemogelijkheid opgenomenkrachtenswelke de Minister bekend kan makcn u,r'|f.,. modellen en t-vpenrandapparatuurniet nogmaalsop conformiteit behoevente wordcn gctt'sl
l
:i .n j I
..3Artikelen 7 en 8 Deze artikelen regelen de procedure ter verkrijging van een verklaring van toelating,:vir seD bepaald typ e randapparatuur..Zonder, dezev erklaring van toelating is het niet toegestaandeze.aan te sluiten op de telecommunicatie-infrastructuur (zie artikel,,23;derde lid, van de,Landsverordening op de teleoommunicatievoorzieningen). In artikel 7, vierde lid, is een voorziening opgenomen teneinde mogelijk te maken dat ,ook apparatuur die in beginsel niet als randapparatuurwordt gefabriceerd en op de markt wordt gebrachtdoch wel als zodanig kan functionerenook als zodanig te kunnen toelaten.ttrierbij moet vooral worden gedachtaan televisietoestellenen computers.Zulks is noo-dzakelijknu de grenzen tussen de diverse takken van de telecommunicatie lan:gzamerhandaan het v€rvagex iii". Te denken valt aan ontwikkelingen als multi-media, videotex, teleshoppingen telebankirrg.. In het zesde lid van artikel 8 is als "service" aan de burger bepaald dat de Minister feriodiek kenbaar maakt welke modellen en typen door hem zijn toegelaten.Het spreektvan ziti aat Oe bovenbedoeldeapparatuurdie is toegelateningevolge artikel 7, vierde lid, (televisietoestellenen computers)in meer generiekevorrn moet kunnen worden vermeld. Dit verklaart de afzonderlijke verwijzing aan het eind van artikel 8, zesdelid, naar artikel 7, vierde lid. Het spreektvan zelf dat de modellen of typen die ingevolge artikel 6, vijfde lid, reeds door de Minister zljn.gespecificeerdzonder meer zullen worden toegelaten:,JD: anderegevallen:zal eerst moeten worden bezien of door een erkende testinstelling een v€rklaring van ,conforrniteit,is afgegeven.Zo niet dan zal zulks alsnog dienen te geschiedenalvorens de Minister tot toelating kan besluiten.
Artikelen 9 tot en met I I Aangezieninterne nettendie op de openbaretelecommunicatie-infrastructuur worden aangesloten daarin geen storing mogen verootzakeni dienen dezenetwerken te worden goedg-eteurdalvorens deze in gebruik mogen worden genomen.De technischeeisen waaraan een intern net dient te voldoen, zullen worden vastgelegdin de krachtensartikel 2, eerstelid, op te stellen teshnische eisen. Een bewijs van goedkeuringis ten hoogstevijf jaren geldig. lndien wijzigingen in het interne net worden aangebrachtof als een toezicht houdendeambtenaarcon$tateertdat het interne net niet,meer voldoet aan de daaraangesteldetechnischeeisen:vervalt het bewijs van goedkeuring na zes weken. In die periode heeft de betrokkenede mogelijkheid actieste ondern€menom een nieuwe keuring te doen plaatsvinden.
Artikelen 13 en l4 Deze artikelen strekken er toe garanties te bieden dat de telecommunicatieinfrastructuur op deugdelijke wijze wordt aangelegd.De deugdelijkheidvan de infrastructuuris uiteraardvan,groot belang voor de reeds in de NederlandseAntillen gevestigde bedrijven doch meer nog voor potentieleinvesteerders,Zulks is duidelijk geblekenbij,het voorbereidln van de geautomatiseerde beurs ISEC.
-4Artikel 16 Eerste lid Ondanksde regeling inzake de toelating van randapparatuurzal het kunnen voorkomen dat deze storing veroorzaakt andererandapparatuuren in andereelektrischeof elektronischeinrichtingen. Op basis van het eerste lid van dit artikel kunnen klachten over dergelijke storingen voor behandelingin aanmerking komen. Tweede lid Dit artikellid bepaaltdat van klachtbehandelingwordt afgezienindien de gestoordeinrichting niet voldoet aan de terzake gesteldetechnischeeisen. In de uiNoeringsregels ten aanzien van de behandeling van storingsklachten zal worden aangegevenop welke wijze klachten kunnen worden aangemelden zullen worden behandel en afgedaan.
o Artikel 17 Dit artikel biedt de Minister de mogelijkheid door het geven of doen geven van aanwijzingen te waarborgen dat de desbetreffende storing wordt opgeheven door het doen treffen van voorzieningin aan en of het doen staken van het gebruik van de inrichting die de storing veroorzaakt.
Artikel 18 In dit artikel is de bevoegdheid geregeld tot het toepassenvan bestuursdwang indien esn aanwijzing gegevenkrachtens artikel 17, eerstelid, niet wordt opgevolgd.
Artikelen 19 tot en met 26 In deze artikelen zijn de bepalingen inzake toezicht en opsporing opgenomen.Deze bepalingt'rr zijn uitgebreiderdan tot nu toe gebruikelijk was, aangeziende tweedeondergetekendehet wenst: tr:t urht toelichting en opsporing van elkaar te onderscheiden.Weliswaar hebben toez.it:ht houdendeambtenarcnsoms ook opsporingsbevoegdheid,maar met het oog zowel op de rechtt:rr van de belanghebbende,respectievelijk verdachte, als op de verhouding tot het opcnbrt;tr Ministerie moet zoveel mogelijk duidelijk zijn wanneersprakeis van toezicht on wannecr\';rtr opsporing.
Artikelen 27 tot en met 3l DeZe bepalingenmoet soepeleovergang van de huidige regelgevingnaar het nieuwc l't'1lttttr' mogelijk maken. De artikelen 27 en 29 strekken er toe onder het oude regime afgegevenverklarirrllcrr\,rrr conformiteit en bewrjzen van goedkeuting te erkennen. 'l'clcgt ;t;rI r'r' Artikel 28 maakt het mogelijk dat randapparatuur,die op grond van de ' Telefoonverordening1909 (P.B. 1944,no. 45) valt onder het exclusieverecht vatr cil;rrttl,'lrtf
-5telefoonbedrijvendan wel niet valt onder dit exclusieverecht maar formeel door de eilandelijke telefoonbedrijven is toegestaan, en die bU de desbetreffende afdeling van het Bureau Telecommunicatie NederlandseAntillen is geregistreerd,niet behoeft te zijn voorzien van een verklaring van toelating. Artikel 30, onderdeel b, beoogt te voorkomen dat reeds opererendeinstallatiebedrijvenbij het inwerkingtreding van het onderhavigelandsbesluitniet langer gerechtigd zijn dezewerkzaamheden te verrichten.
Artikel 3 I tenslotte beoogt een overgangsperiodete realiserenvoor het up-to-datemakgn van de huidige technischeeisen. Deze zijn immers nimmer op basis van formele regelgevingtot stand gekomen.Aangezien hiermeeenige tijd gemoeid zal zijn, is het wenselijk over een dergelijke overgangsperiodete beschikken.
De Minister van Vcrkeel'cn Vervoer, L.A.I.('lln N('[i
De Ministervan .lusltltc, P . J .A T A ( ' l l ()
ir&t