PSTG-REGISTRATIE 2008-2009
PSTG-REGISTRATIE 2008-2009
Utrecht, december 2011 Auteurs: Hans Kruijer, Harald Kedde & Jos Vroege Platform van Seksuologische Teams in GGZ-instellingen (PSTG) Projectnummer: 312eMR © 2011 Rutgers WPF www.rutgerswpf.nl
Rapport PSTG-registratie 2008 en 2009
Rutgers WPF, 2012
Inhoud 1
Inleiding
1
2
Registratiegegevens 2008 2.1 De seksuologische teams 2.2 Nieuwe cliënten 2.3 Afgeronde behandelingen
3 3 3 4
3
Registratiegegevens 2009 3.1 De seksuologische teams 3.2 Nieuwe cliënten 3.3 Afgeronde behandelingen
15 15 15 16
4
Discussie
27
5
Literatuur
29
6
Bijlagen Bijlage 1a. Bijlage 1b. Bijlage 2a. Bijlage 2b.
31 33 34 35 36
7
PSTG-samenstelling
37
Rapport PSTG-registratie 2008 en 2009
1
Rutgers WPF, 2012
Inleiding
Dit is het tweede jaaroverzicht van het 'Platform van Seksuologische Teams in GGZ-instellingen' (PSTG). Het PSTG werd begin 2004 op initiatief van Parnassia, Altrecht en de Rutgers Nisso Groep opgericht, in het kader van het project ‘Seksualiteitshulpverlening in de tweedelijns GGZ’ (Vroege, 2006). Dit platform is de tegenhanger voor de GGZ van het ‘Landelijk Overleg van Poliklinieken Seksuologie’ (LOPS) - dat in 1995 is ontstaan. Door deze poliklinieken werd een gemeenschappelijk registratiesysteem ontwikkeld. Bij de oprichting van het PSTG werd gezamenlijk registreren met behulp van een registratiesysteem geënt op dat van het LOPS genoemd als één van de mogelijke activiteiten. Op dit moment zijn vertegenwoordigers van multidisciplinaire seksuologische teams (MST’s) bij 14 instellingen aangesloten bij het PSTG: Eleos-Midden, Eleos-Noordoost, Emergis, GGNet-Scelta, GGZBreburg, GGZ-Eindhoven, GGZ-Friesland, GGZ-InGeest, GGZ-Meerkanten, PsyQ Groningen, PsyQ Haaglanden, PsyQ Heerlen, PsyQ Hilversum en PsyQ Rotterdam. Het MST bij Altrecht is helaas opgeheven. De MST’s bij Eleos-Zuidwest en bij GGNet in Zutphen zijn helaas niet meer in het PSTG vertegenwoordigd1. Het platform komt twee keer per jaar bijeen in Utrecht en is gekoppeld aan het ‘Seksuologisch Psychodiagnostiek Overleg’ (SPDO) en het GGZ-Genderoverleg (voortgekomen uit de samenwerking met het Genderteam van het VUmc). Kennisuitwisseling en het gebruik van een gemeenschappelijk registratiesysteem zijn de belangrijkste kerntaken. In deze rapportage wordt verslag gedaan van de cliënt- en behandelgegevens over 2008 en 2009. Zes instellingen hebben gegevens aangeleverd over 2008, te weten: Eleos-Midden, Emergis, GGZEindhoven, GGZ-Ingeest, PsyQ Groningen en PsyQ Haaglanden. Over 2009 hebben zeven instellingen gegevens aangeleverd, te weten: Emergis, GGZ-Eindhoven, GGZ-Friesland, GGZ-Ingeest, PsyQ Groningen, PsyQ Haaglanden en PsyQ Heerlen. Van de overige GGZ-instellingen die lid zijn van het PSTG zijn nog geen gegevens beschikbaar. Bij de opzet van het registratiesysteem werd afgesproken dat de partners van cliënten die bij de behandeling worden betrokken niet als ‘nieuwe cliënten’ zouden worden aangemerkt. Dit om te voorkomen dat een deel van de cliënten geen seksueel probleem zou hebben en een deel van de gesprekken ‘dubbel’ zou worden geteld. Heel belangrijk is ook dat de cijfers uit dit verslag daardoor vergelijkbaar zijn met die van het LOPS.
1
Het MST van de Mondriaan Zorggroep is nu het MST van PsyQ Heerlen. 1
Rapport PSTG-registratie 2008 en 2009
2
Registratiegegevens 2008
2.1
De seksuologische teams
Rutgers WPF, 2012
Voor een juiste interpretatie van de cliëntgegevens is het van belang eerst iets te weten over de seksuologische teams. Gegevens daarover zijn te vinden in tabel 1. Uit tabel 1a valt af te lezen dat de behandelaars van de seksuologische teams die in 2008 registreerden in dat jaar 491 uur per week voor cliëntenzorg beschikbaar hadden. Daarvan kwam 457 uur (93%) voor rekening van stafleden en 34 uur (7%) voor rekening van assistenten of stagiairs. Per seksuologisch team komt dat neer op gemiddeld 76 en 6 uur, ofwel 2 stafleden en 0,2 assistent/stagiair. Bij PsyQ Haaglanden beschikt men met 151 beschikbare uren per week over veruit het grootste seksuologische team. Van de 457 uur die door stafleden werd besteed aan cliëntenzorg, werd het overgrote deel geleverd door maatschappelijk werkers (201 van de 457 uur; 44%) en psychologen (181 van de 457 uur; 40%). De andere stafleden waren sociaal psychiatrisch verpleegkundigen en artsen. Meer dan de helft van de tijd (247 van de 457 uur; 54%) kwam voor rekening van een staflid dat was ingeschreven als seksuoloog-NVVS. Bij de assistenten en stagiairs waren het studenten psychologie en psychologen die aan de cliëntenzorg de grootste bijdrage leverden. Bij alle deelnemende teams hadden de betrokken seksuologen een gezamenlijke cliëntenbespreking. (Zie tabel 1b). Vijf van de zes teams (83%) profileerden zich als zelfstandig seksuologisch team. Bij vier van de zes seksuologische teams (67%) meldden de cliënten zich allen bij één loket. Twee van de zes teams (33%) accepteerden ook cliënten met niet-seksuele klachten. Twee van de zes teams hadden in 2008 beschikking over een eigen budget. 2.2
Nieuwe cliënten
Gegevens over de cliënten waarmee in 2008 het eerste gesprek plaatsvond (exclusief de partners die bij de behandeling werden betrokken), zijn te vinden in tabel 2. In totaal blijken bij de zes deelnemende seksuologische teams 460 nieuwe cliënten te zijn gezien. Gemiddeld komt dat neer op 77 cliënten per team. Iets meer dan de helft van de cliënten is van het mannelijk geslacht (52%). (Zie tabel 2a). Bij Emergis en GGZ-Ingeest meldden zich naar verhouding opvallend veel vrouwelijke cliënten, bij GGZ Eindhoven en PsyQ Haaglanden opvallend veel mannelijke cliënten. Een derde van de cliënten is jonger dan 30 jaar, de helft tussen de 30 en 50 jaar, en één op de zes cliënten 50 jaar en ouder. Opmerkelijk is dat zich bij Eleos-Midden relatief veel cliënten aanmeldden die jonger zijn dan 20 jaar. Drie van de vier cliënten is van autochtone afkomst en 15% van allochtone afkomst (eerste of tweede generatie); bij de rest van de cliënten is de afkomst onbekend. Van de eerste generatie allochtonen is 30% afkomstig uit ‘Rest Europa’, 17% uit ‘Rest Azië’ en 11% uit Suriname. Bij PsyQ Haaglanden heeft men de meeste eerste en tweede generatie allochtonen onder behandeling: 24%. Dit hangt waarschijnlijk samen met het relatief grote aantal aantal allochtonen in deze regio. Het seksuele (hoofd)probleem van de cliënten was in drie van vijf de gevallen (58%) een seksuele disfunctie. Problemen met het seksueel verlangen vormen daarbij de belangrijkste groep: bij een op de drie cliënten (32%) is dat het (hoofd)probleem (tabel 2b). Bij de mannelijke cliënten zijn erectieproblemen de belangrijkste klacht (16%), gevolgd door een overmatig seksueel verlangen (9%) (bijlage 1a). Bij de vrouwelijke cliënten is een verminderd seksueel verlangen de belangrijkste klacht (38%), gevolgd door seksuele aversie en dyspareunie (beide 9%) (bijlage 1b). Parafilieën, genderidentiteitsproblemen en ontevredenheid over de eigen seksuele oriëntatie – ook wel aangeduid als ‘seksuele-identiteitsproblemen’ – vormen het (hoofd)probleem bij één op de zeven cliënten (6%, 4% en 4%). Bij bijna een kwart (22%) van de mannen is dat echter het (hoofd)probleem (bijlage 1a). Seksueel misbruik/geweldsproblemen worden als (hoofd)probleem relatief weinig gerapporteerd (4%). Bij het merendeel van de cliënten hangt het (hoofd)probleem alleen samen met psychosociale factoren (54%) of biologische én psychosociale factoren (13%) (tabel 2c). Bij één op de zeven cliënten (14%) kan, op grond van het feit dat het (hoofd)probleem van de cliënt noch samenhing 3
Rapport PSTG-registratie 2008 en 2009
Rutgers WPF, 2012
met biologische, noch met psychosociale factoren, de vraag worden gesteld of betrokkene bij een seksuologisch centrum in de eerstelijn niet beter op zijn plaats zou zijn geweest. Ruim een derde (37%) van de cliënten werd verwezen door de huisarts. Eén op de drie cliënten (32%) werd verwezen door de eigen GGZ-instelling. Op eigen initiatief nam 9% van de cliënten contact op met het MST (en pas later met de huisarts voor een verwijsbrief). 2.3
Afgeronde behandelingen
Gegevens over de cliënten waarbij het laatste gesprek plaatsvond in 2008 zijn te vinden in tabel 3. In totaal blijkt het hier te gaan om 277 cliënten (tabel 3a). Gemiddeld komt dat neer op 46 afgesloten behandelingen per seksuologisch team. Uit deze tabel blijkt dat de behandeling bij de MST’s bestond uit gemiddeld 13 vis-à-vis gesprekken en dat die in driekwart (73%) van de gevallen binnen een jaar was afgerond. Een behandeling bij de MST’s bestond in de regel uit een intake, psychodiagnostiek, informatie & advies en behandelgesprekken (tabel 3b). Psychodiagnostiek werd met name bij PsyQ Haaglanden toegepast. Bij de andere instellingen gebeurde dat veel minder vaak. Individuele gesprekken maakten bij 87% van de cliënten onderdeel uit van de behandeling; partnerrelatiegesprekken bij 26% van de cliënten (tabel 3c). Tot groepsbehandeling werd bij 18% van de cliënten overgegaan. Dit is aanmerkelijk meer dan in 2007 (4%). Bij 75% van de cliënten blijkt de afsluiting van de behandeling ‘in overleg’ te hebben plaats gehad. In 42% van de gevallen was de cliënt volgens de behandelaar ‘(vrijwel) genezen’ of was sprake van ‘verbetering’. Bij de overige cliënten was de uitgangsituatie niet veranderd (14%) of het behandelresultaat niet te beoordelen (32%). Bijna de helft (46%) van de cliënten werd (terug)verwezen naar de huisarts. Bij ongeveer één op de tien cliënten (9%) vond geen (terug)verwijzing plaats. Dit is aanzienlijk minder dan in 2007: toen werd één op de drie niet (terug)verwezen. Cliënten werden in 2008 vaker (terug)verwezen naar een behandelaar bij de eigen GGZ-instelling (22% versus 11% in 2007).
4
Rapport PSTG-registratie 2008 en 2009
Rutgers WPF, 2012
Tabel 1a. Het (gemiddeld) aantal uren per week dat in 2008 bij de seksuologische teams in GGZ-instellingen beschikbaar was voor cliëntenzorg (inclusief registratie, cliëntbesprekingen, supervisie etc.) en de beroepsgroepen waardoor die uren werden geleverd (Gz = gezondheidszorg, Kl.psy. = Klinisch psycholoog, Mw'er = maatschappelijk werker, ps.th. = psychotherapeut, seks. = seksuoloog, Spv'er = sociaal psychiatrisch verpleegkundige, vo = voortgezette opleiding). Vaste medewerkers
Eleos-M
Emergis
GGZ-E
GGZ-I
PsyQ-G
PsyQ-H
Totaal
Arts
0
0
0
16
0
0
16
Arts/ps.th.
5
4
0
0
0
0
9
Psychiater
0
0
0
0
4
0
4
Psycholoog
0
0
0
0
0
57
57
Psycholoog/seks. NVVS
0
24
0
0
0
0
24
Psycholoog/ps.th./seks. NVVS
0
0
0
24
0
7
31
Gz-psycholoog
0
0
0
0
24
23
47
Gz-psycholoog/ps.th.
0
2
0
0
0
0
2
Gz-psycholoog/ps.th./seks. NVVS
0
8
0
0
0
0
8
Kl.psy. NIP/ps.th.
0
0
0
0
0
11
11
Kl.psy. NIP/ps.th./seks. NVVS
0
0
0
0
0
1
1
Spv'er-vo
14
0
0
0
20
12
46
Mw'er-v.o.
10
0
0
0
0
0
10
Mw'er-vo/ps.th.
0
8
0
0
0
0
8
Mw'er-vo/ps.th./seks. NVVS
18
40
0
0
6
14
78
Mw'er-vo/seks. NVVS
0
0
72
33
0
0
105
47
86
72
73
54
125
457
Arts
0
0
0
0
0
2
2
Student psychologie
0
0
0
8
0
19
27
Assistenten/stagiairs
Psycholoog
0
0
0
0
0
5
5
0
0
0
8
0
26
34
Vaste medewerkers
47
86
72
73
54
125
457
Assistenten/stagiairs
0
0
0
8
0
26
34
47
86
72
81
54
151
491
Totaal
Tabel 1b. Overige informatie over de seksuologische teams in GGZ-instellingen in 2008 (seks. = seksuele, zelfst. = zelfstandig). Eleos-M
Emergis
GGZ-E
GGZ-I
PsyQ-G
PsyQ-H
Totaal
Profilering als zelfst. seksuologisch team
nee
ja
ja
ja
ja
ja
5 x ja
Aanmelding cliënten bij één loket
nee
ja
nee
ja
ja
ja
4 x ja
Gezamenlijke cliëntenbespreking
ja
ja
ja
ja
ja
ja
6 x ja
nee
nee
nee
ja
nee
ja
2 x ja
ja
nee
ja
nee
nee
nee
2 x ja
Eigen budget Ook cliënten met niet-seks. klachten
5
Rapport PSTG-registratie 2008 en 2009
Rutgers WPF, 2012
Tabel 2a. Demografische gegevens van de cliënten waarbij in 2008 het eerste gesprek plaatsvond (percentages; aantallen worden cursief weergegeven). In deze tabel worden uitsluitend de gegevens van de aangemelde cliënten weergegeven en niet van hun partners - ook niet als die wel bij de behandeling betrokken waren. Cliëntsysteem
Eleos-M
Emergis
GGZ-E
GGZ-I
PsyQ-G
PsyQ-H
Totaal
Man met vrouwelijke partner
35
19
0
8
22
33
25
Man met mannelijke partner
0
0
4
0
1
3
2
Man zonder partner
13
3
15
0
11
21
15
Vrouw met mannelijke partner
30
44
4
54
34
30
32
Vrouw met vrouwelijke partner
0
6
4
15
5
0
3
Vrouw zonder partner
13
11
12
0
11
5
8
Onbekend
9
14
62
23
16
9
15
Mannen
48
28
65
23
46
62
52
Vrouwen
48
69
35
69
53
38
47
Onbekend
4
3
0
8
1
0
1
Totaal aantal (n)
23
36
26
13
167
195
460
Leeftijd cliënt (bij eerste gesprek) 10-19
13
3
0
0
4
3
4
20-29
39
17
31
38
35
22
28
30-39
17
42
35
38
24
34
30
40-49
4
14
15
15
19
27
21
50-59
13
17
19
8
17
11
14
60-69
13
8
0
0
1
3
3
70-79
0
0
0
0
0
0
0
80-89
0
0
0
0
0
0
0
90-99
0
0
0
0
0
0
0
Onbekend
0
0
0
0
0
0
0
Totaal aantal (n)
23
36
26
13
167
195
460
1 Cliënt + beide ouders
83
83
85
92
83
67
76
2 Alleen beide ouders
0
0
0
0
0
1
0
3 Cliënt + één van beide ouders
4
0
0
0
1
2
2
In Nederland geboren zijn:
4 Alleen cliënt
0
8
0
0
0
5
3
5 Alleen één van beide ouders
4
3
0
0
1
1
1
6 Cliënt noch beide ouders
0
6
8
8
3
16
9
Onbekend
9
0
8
0
13
9
9
Totaal aantal (n)
23
36
26
13
167
195
460
Geboorteland eerste generatie (5+6) Turkije
0
0
50
0
0
9
9
Rest Europa
0
67
0
100
50
24
30
Marokko
0
0
0
0
0
9
7
Rest Afrika
0
0
0
0
0
12
9
Ned. Antillen en Aruba
0
0
0
0
0
6
4
Suriname
0
0
0
0
0
15
11
Rest Midden- en Zuid-Amerika
0
0
0
0
17
6
9
Noord-Amerika
0
33
0
0
0
0
2
Indonesie/voorm. Ned.-Indië
0
0
0
0
17
0
2
Japan
0
0
0
0
0
0
0
Rest Azië
0
0
50
0
17
18
17
Australië, Oceanië
0
0
0
0
0
0
0
Onbekend
0
0
0
0
0
0
0
Totaal aantal (n)
1
3
2
1
6
33
46
6
Rapport PSTG-registratie 2008 en 2009
Geb.land-moeder tweede generatie (3+4)
Rutgers WPF, 2012
Eleos-M
Emergis
GGZ-E
GGZ-I
PsyQ-G
PsyQ-H
Totaal
Nederland
0
0
0
0
67
15
21
Turkije
0
0
0
0
0
0
0
Rest Europa
0
0
0
0
33
15
16
Marokko
0
33
0
0
0
8
11
Rest Afrika
0
0
0
0
0
8
6
Ned. Antillen en Aruba
0
0
0
0
0
0
0
Suriname
0
0
0
0
0
31
22
Rest Midden- en Zuid-Amerika
0
0
0
0
0
0
0
Noord-Amerika
0
0
0
0
0
0
0
Indonesie/voorm. Ned.-Indië
0
67
0
0
0
15
21
Japan
0
0
0
0
0
0
0
Rest Azië
0
0
0
0
0
8
6
Australië, Oceanië
0
0
0
0
0
0
0
Onbekend
0
0
0
0
0
0
0
Totaal aantal (n)
0
3
0
0
3
13
20
7
Rapport PSTG-registratie 2008 en 2009
Rutgers WPF, 2012
Tabel 2b. Het (hoofd)probleem van de cliënten waarbij in 2008 het eerste gesprek plaatsvond (percentages; aantallen worden cursief weergegeven). In deze tabel worden uitsluitend de gegevens van de aangemelde cliënten weergegeven en niet van hun partners - ook niet als die wel bij de behandeling betrokken waren. Eleos-M
Emergis
GGZ-E
GGZ-I
PsyQ-G
PsyQ-H
Totaal 22
Problemen seksueel verlangen 11
Verminderd seksueel verlangen
9
44
4
46
22
21
12
Seksuele aversie
4
6
0
15
4
5
5
13
Overmatig seksueel verlangen
0
6
12
8
2
8
5
18
Anders
0
0
0
0
1
0
0
13
56
15
69
29
33
32
Problemen seksuele opwinding 21
Probleem subjectieve opwinding
0
0
4
0
2
2
2
22
Erectie-/lubricatieprobleem
0
11
8
0
10
10
9
28
Anders
0
0
0
0
1
0
0
0
11
12
0
13
12
11
Problemen orgasme 31
Orgasmeprobleem
0
3
0
0
2
4
3
32
Voortijdig orgasme
4
3
0
8
1
4
3
33
Anhedonisch orgasme
0
0
0
0
0
0
0
34
Ejaculatieprobleem
0
0
0
0
0
0
0
38
Anders
0
0
0
0
0
0
0
4
6
0
8
4
8
6 6
Seksuele-pijnproblemen 41
Dyspareunie
9
6
4
15
5
5
42
Vaginisme
0
6
0
0
4
3
3
43
Pijn andere lichaamsdelen
0
3
0
0
1
1
1
44
Verm. gevoeligheid gesl.delen
0
0
0
0
0
0
0
48
Anders
0
0
0
0
0
0
0
9
14
4
15
10
8
9
9
3
8
0
5
7
6
50
Parafilie
Genderidentiteitsprobleem 61
Travestie
0
0
0
0
1
1
1
62
Transgenderisme
0
0
4
0
2
2
2
63
Transseksualiteit
0
0
0
0
1
1
1
68
Anders
0
0
0
0
1
1
1
0
0
4
0
5
4
4
Seksueel misbruik/geweld 71
Problematiek dader
9
0
0
0
1
2
2
72
Problematiek slachtoffer
13
0
0
0
3
1
2
78
Anders
0
3
8
0
0
0
1
22
3
8
0
4
3
4 4
Seksuele ontevredenheid 81
Over frequentie seks. contact
4
3
0
8
7
2
82
Over aard seks. contact
0
0
0
0
5
3
3
83
Over seks. contact met derde(n)
0
0
4
0
1
0
1
84
Over eigen seksuele oriëntatie
4
3
4
0
2
5
4
85
Over eigen uiterlijk
0
0
0
0
0
1
0
86
Over ontbreken partner
0
0
23
0
1
0
2
88
Andere seksuele ontevredenheid
0
0
0
0
1
1
1
9
6
31
8
18
11
14
13
3
15
0
2
6
5
Onbekend
22
0
4
0
11
9
9
Totaal aantal (n)
23
36
26
13
167
195
460
90
8
Ander seksueel probleem
Rapport PSTG-registratie 2008 en 2009
Rutgers WPF, 2012
Tabel 2c. Overige gegevens van de cliënten waarbij in 2008 het eerste gesprek plaatsvond (percentages; aantallen worden cursief weergegeven). In deze tabel worden uitsluitend de gegevens van de aangemelde cliënten weergegeven en niet van hun partners - ook niet als die wel bij de behandeling betrokken waren. Eleos-M
Emergis
GGZ-E
GGZ-I
PsyQ-G
PsyQ-H
Totaal
1a medicijngebruik
0
19
8
15
4
5
6
1b middelengebruik
4
8
0
8
2
6
4
2 ondergane operaties
0
6
0
8
2
2
2
3 (andere) psychische problemen
4
75
88
92
41
42
46
4 (andere) relationele problemen
4
81
12
54
43
44
43
5 (andere) lichamelijke probl./handicaps
0
22
0
0
8
6
7
Totaal aantal (n)
23
36
26
13
167
195
460
(Hoofd)probleem hangt samen met:
(Hoofd)probleem hangt samen met: alleen biologische factoren (1,2,5)
0
3
0
0
2
2
2
alleen psychosociale factoren (3,4)
9
58
81
77
55
52
54
biologische én psychosociale factoren
0
39
8
23
11
12
13
biologische noch psychosociale factoren
0
0
0
0
10
24
14
Onbekend
91
0
12
0
21
9
17
Totaal aantal (n)
23
36
26
13
167
195
460
0
0
0
8
9
13
9
0
0
0
0
0
0
0
74
61
0
31
46
27
37
4
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
3
3
2
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
2
1
0
0
0
0
11
1
5
0
3
0
0
0
2
1
0
0
0
0
1
3
1
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
1
0
13
3
8
0
3
2
3
4
33
62
31
23
41
32
0
0
4
0
0
1
1
0
0
0
0
1
1
1
4
0
27
31
4
2
5
23
36
26
13
167
195
460
Verwijzer (feitelijk) 11 Geen (cliënt zelf) 12 Zelfhulp(groep) 21 Huisarts 22 Eerstelijnspsycholoog 23 Maatschappelijk werk 24 Eerstelijns seksuologisch centrum 25 Vrijgevestigd seksuoloog 26 Vrijgevestigd psychiater/psycholoog 27 Bekkenfysiotherapeut 28 Soa-polikliniek 31 Polikliniek seksuologie 32 Gynaecoloog 33 Uroloog 34 Andere somatisch specialist 35 Genderteam 36 Psy./psych. in somatisch ziekenhuis 41 Andere GGZ-instelling 42 Eigen GGZ-instelling 51 Justitiële hulpverlening 88 Anders Onbekend Totaal aantal (n)
9
Rapport PSTG-registratie 2008 en 2009
Rutgers WPF, 2012
Tabel 3a. Gegevens over de behandeling van de cliënten waarbij in 2008 het laatste gesprek plaatsvond (percentages; aantallen worden cursief weergegeven). In deze tabel worden uitsluitend de gegevens van de aangemelde cliënten weergegeven en niet van hun partners - ook niet als die wel bij de behandeling betrokken waren. Eleos-M
Emergis
GGZ-E
0
6
0
15
1
6
0
0
2-3
13
7
23
4-6
19
7
7-9
13
20
10-12
0
13-15
GGZ-I
PsyQ-G
PsyQ-H
Totaal
0
9
7
7
100
17
5
8
0
21
14
15
23
0
23
14
16
38
0
21
16
17
20
0
0
9
11
10
19
27
0
0
0
10
9
16-18
0
13
0
0
0
4
3
19-21
0
0
0
0
0
5
3
22-24
6
0
0
0
0
3
2
Meer
13
0
0
0
0
12
8
Onbekend
6
7
0
0
0
1
1
Totaal aantal (n)
16
15
13
2
53
178
277
3
Duur behandeling (in maanden)
Totaal aantal gesprekken (vis-a-vis) 0
0
0
8
0
6
2
1
6
13
8
0
9
6
7
2-3
6
13
8
50
38
12
17
4-5
19
20
38
50
23
8
14
6-10
6
40
23
0
2
27
21
11-15
19
13
15
0
0
10
9
16-20
6
0
0
0
17
11
11
21-25
0
0
0
0
0
5
3
Meer
38
0
0
0
6
19
15
Onbekend
0
0
0
0
0
0
0
Totaal aantal (n)
16
15
13
2
53
178
277
23,6
6,5
5,9
3,0
6,5
15,8
13,4
In overleg
69
93
54
0
74
76
75
Weggebleven
31
7
38
50
9
20
19
Onbekend
0
0
8
50
17
3
6
Totaal aantal (n)
16
15
13
2
53
178
277
Gemiddeld aantal gesprekken
Afsluiting
10
Rapport PSTG-registratie 2008 en 2009
Rutgers WPF, 2012 Eleos-M
Emergis
GGZ-E
GGZ-I
PsyQ-G
PsyQ-H
Totaal
11 Niet
0
0
0
50
0
14
9
12 Zelfhulp(groep)
0
0
0
0
0
0
0
21 Huisarts
50
0
0
0
51
52
46
22 Eerstelijnspsycholoog
0
0
0
0
0
0
0
23 Maatschappelijk werk
0
0
0
0
0
1
1
24 Eerstelijns seksuologisch centrum
0
0
0
0
0
1
1
25 Vrijgevestigd seksuoloog
6
0
0
0
0
1
1
26 Vrijgevestigd psychiater/psycholoog
6
0
0
0
0
0
0
27 Bekkenfysiotherapeut
0
0
0
0
0
0
0
28 Soa-polikliniek
0
0
0
0
0
1
1
31 Polikliniek seksuologie
0
0
0
0
0
0
0
32 Gynaecoloog
0
0
0
0
0
0
0
33 Uroloog
0
7
0
0
0
0
0
34 Andere somatisch specialist
0
0
0
0
2
0
0
35 Genderteam
0
0
0
0
0
0
0
36 Psy./psych. in somatisch ziekenhuis
0
0
0
0
0
0
0
41 Andere GGZ-instelling
6
7
0
0
0
1
1
42 Eigen GGZ-instelling
0
20
0
50
25
25
22
51 Justitiële hulpverlening
6
0
0
0
8
1
2
88 Anders
0
7
0
0
0
0
0
Onbekend
25
60
100
0
15
3
14
Totaal aantal (n)
16
15
13
2
53
178
277
(Terug)verwezen naar:
Resultaat (Vrijwel) genezen
6
0
0
0
0
17
11
Verbeterd
19
13
46
0
30
32
31
Zelfde
50
0
31
50
19
9
14
Verslechterd
0
0
8
0
0
0
0
Niet te beoordelen (slechts 1 gesprek)
0
0
0
50
8
4
4
Niet te beoordelen (weggebleven)
0
0
15
0
9
18
14 14
Niet te beoordelen (anders)
0
0
0
0
17
16
Onbekend
25
87
0
0
17
3
11
Totaal aantal (n)
16
15
13
2
53
178
277
11
Rapport PSTG-registratie 2008 en 2009
Rutgers WPF, 2012
Tabel 3b. Informatie over de inhoud van de behandeling van clienten waarbij in 2008 het laatste gesprek plaatsvond (percentages; aantallen worden cursief weergegeven). In deze tabel worden uitsluitend de gegevens van de aangemelde cliënten weergegeven en niet van hun partners - ook niet als die wel bij de behandeling betrokken waren. Eleos-M
Emergis
GGZ-E
GGZ-I
PsyQ-G
PsyQ-H
Totaal
Ja
94
93
54
50
79
92
88
Nee
6
7
38
50
17
8
11
Onbekend
0
0
8
0
4
1
1
Totaal aantal (n)
16
15
13
2
53
178
277
Intake
Psychodiagnostiek Ja
19
7
0
0
4
83
55
Nee
81
93
92
100
92
17
43
Onbekend
0
0
8
0
4
1
2
Totaal aantal (n)
16
15
13
2
53
178
277
Ja
19
13
0
0
4
10
9
Nee
81
80
92
100
92
89
89
Psychiatrisch onderzoek
Onbekend
0
7
8
0
4
1
2
Totaal aantal (n)
16
15
13
2
53
178
277
0
27
0
0
0
3
3
100
73
92
100
96
96
95
Lichamelijk onderzoek Ja Nee Onbekend
0
0
8
0
4
1
2
Totaal aantal (n)
16
15
13
2
53
178
277
Informatie & advies Ja
0
87
8
100
42
82
66
100
13
85
0
55
18
33
Onbekend
0
0
8
0
4
1
2
Totaal aantal (n)
16
15
13
2
53
178
277
Ja
6
13
46
100
34
30
30
Nee
94
87
46
0
62
69
68
Onbekend
0
0
8
0
4
2
2
Totaal aantal (n)
16
15
13
2
53
178
277
Ja
44
33
46
50
53
60
56
Nee
56
67
46
50
43
39
43
Onbekend
0
0
8
0
4
1
2
Totaal aantal (n)
16
15
13
2
53
178
277
Ja
25
80
0
0
17
23
24
Nee
75
20
92
100
79
76
74
Onbekend
0
0
8
0
4
1
2
Totaal aantal (n)
16
15
13
2
53
178
277
Ja
13
27
0
0
4
7
7
Nee
88
73
92
100
92
92
91
Nee
Begeleiding
Behandeling
Psychotherapie
Medicamenteuze behandeling
Onbekend
0
0
8
0
4
1
2
Totaal aantal (n)
16
15
13
2
53
178
277
Crisisinterventie Ja
6
7
0
0
6
2
3
Nee
94
93
92
100
91
96
95
Onbekend
0
0
8
0
4
2
2
Totaal aantal (n)
16
15
13
2
53
178
277
12
Rapport PSTG-registratie 2008 en 2009
Rutgers WPF, 2012
Tabel 3c. Informatie over de vorm van de behandeling van de cliënten waarbij in 2008 het laatste gesprek plaatsvond (percentages; aantallen worden cursief weergegeven). In deze tabel worden uitsluitend de gegevens van de aangemelde cliënten weergegeven en niet van hun partners - ook niet als die wel bij de behandeling betrokken waren.
Eleos-M
Emergis
GGZ-E
GGZ-I
PsyQ-G
PsyQ-H
Totaal
Aantal gesprekken individueel (vis-à-vis) 0
13
0
15
0
25
11
13
1
13
20
8
0
19
8
11
2-3
13
27
15
50
30
19
21
4-5
19
27
31
50
17
8
13
6-10
13
20
15
0
9
20
17
11-15
19
7
15
0
0
10
9
16-20
6
0
0
0
0
6
4
21-25
0
0
0
0
0
3
2
Meer
6
0
0
0
0
16
11
Onbekend
0
0
0
0
0
0
0
Totaal aantal (n)
16
15
13
2
53
178
277
0
75
60
77
100
75
74
74
1
13
0
8
0
6
6
6
2-3
0
20
0
0
13
6
7
4-5
0
7
15
0
6
4
5
6-10
6
13
0
0
0
6
5
11-15
6
0
0
0
0
2
2
16-20
0
0
0
0
0
2
1
21-25
0
0
0
0
0
0
0
Meer
0
0
0
0
0
0
0
Onbekend
0
0
0
0
0
0
0
Totaal aantal (n)
16
15
13
2
53
178
277
0
63
100
100
100
77
82
82
1
6
0
0
0
0
0
0
2-3
0
0
0
0
0
1
1
4-5
0
0
0
0
0
3
2
6-10
0
0
0
0
2
12
8
11-15
6
0
0
0
21
2
6
16-20
0
0
0
0
0
0
0
21-25
0
0
0
0
0
0
0
Meer
25
0
0
0
0
0
1
Onbekend
0
0
0
0
0
0
0
Totaal aantal (n)
16
15
13
2
53
178
277
Aantal gesprekken met paar (vis-à-vis)
Aantal gesprekken in groep (vis-à-vis)
13
Rapport PSTG-registratie 2008 en 2009
Rutgers WPF, 2012 Eleos-M
Emergis
GGZ-E
GGZ-I
PsyQ-G
PsyQ-H
Totaal
0
69
7
100
50
68
26
39
1
19
7
0
50
19
25
21
2-3
0
60
0
0
9
19
17
4-5
6
20
0
0
4
8
7
6-10
6
7
0
0
0
13
9
11-15
0
0
0
0
0
2
1
16-20
0
0
0
0
0
3
2
21-25
0
0
0
0
0
0
0
Meer
0
0
0
0
0
3
2
Onbekend
0
0
0
0
0
1
1
Totaal aantal (n)
16
15
13
2
53
178
277
0
100
93
100
100
85
90
90
1
0
0
0
0
9
5
5
2-3
0
0
0
0
6
3
3
4-5
0
7
0
0
0
2
2
6-10
0
0
0
0
0
0
0
11-15
0
0
0
0
0
0
0
16-20
0
0
0
0
0
0
0
21-25
0
0
0
0
0
0
0
Meer
0
0
0
0
0
1
1
Onbekend
0
0
0
0
0
0
0
Totaal aantal (n)
16
15
13
2
53
178
277
1
0
0
8
0
0
5
0
2-3
0
0
8
0
6
9
5
4-5
13
7
8
50
34
8
14
6-10
13
27
38
50
25
22
14
11-15
13
27
23
0
11
15
20
16-20
19
27
15
0
2
14
13
21-25
6
13
0
0
17
5
13
Meer
0
0
0
0
6
22
4
Onbekend
38
0
0
0
0
0
16
Totaal aantal (n)
16
15
13
2
53
178
277
24,6
9,4
5,9
3,5
7,3
20,1
16,5
Aantal gesprekken telefonisch
Aantal contacten per e-mail
Totaal aantal gesprekken/contacten
Gemiddeld aantal gesprekken/contacten
14
Rapport PSTG-registratie 2008 en 2009
3
Registratiegegevens 2009
3.1
De seksuologische teams
Rutgers WPF, 2012
Uit tabel 4a valt af te lezen dat de behandelaars van de seksuologische teams die in 2009 registreerden in dat jaar 535 uur per week voor cliëntenzorg beschikbaar hadden. Daarvan kwam 498 uur (93%) voor rekening van stafleden en 37 uur (7%) voor rekening van assistenten of stagiairs. Per seksuologisch team komt dat neer op gemiddeld 71 en 5 uur, ofwel 2 stafleden en 0,1 assistent/stagiair. Bij PsyQ Haaglanden beschikt men, net als in 2008, met 143 beschikbare uren over het grootste seksuologische team. Van de 498 uur die door stafleden werd besteed aan cliëntenzorg, werd het overgrote deel geleverd psychologen (221 van de 498 uur; 44%) en door maatschappelijk werkers (167 van de 498 uur; 34%). De andere stafleden waren (sociaal psychiatrisch) verpleegkundigen en artsen. Meer dan de helft van de tijd (263 van de 498 uur; 53%) kwam voor rekening van een staflid dat was ingeschreven als seksuoloog-NVVS. Bij de assistenten en stagiairs waren het studenten psychologie die aan de cliëntenzorg de grootste bijdrage leverden. Alle deelnemende teams profileerden zich als zelfstandig seksuologisch team en hadden een gezamenlijke cliëntenbespreking. (Zie tabel 4b.) De cliënten voor seksuologie meldden zich bij alle instellingen, met uitzondering van GGZ-Eindhoven, bij één loket. Drie van de zeven teams hadden in 2009 de beschikking over een eigen budget. Twee van de zeven teams accepteerden ook cliënten met niet-seksuele klachten. 3.2
Nieuwe cliënten
Gegevens over de cliënten waarmee in 2009 het eerste gesprek plaatsvond (exclusief de partners die bij de behandeling werden betrokken), zijn te vinden in tabel 5. In totaal blijken bij de zeven deelnemende seksuologische teams 477 nieuwe cliënten te zijn gezien. Gemiddeld komt dat neer op 68 cliënten per team. Net als in 2008 is iets meer dan de helft van de cliënten van het mannelijk geslacht (52%). Opmerkelijk is dat zich bij PsyQ Haaglanden naar verhouding (weer) veel mannelijke cliënten, en bij Emergis, GGZ-InGeest en PsyQ Heerlen veel vrouwelijke cliënten melden. Bijna één derde (29%) van de cliënten is jonger dan 30 jaar, de helft (51%) tussen de 30 en 50 jaar, en één op de vijf cliënten (18%) 50 jaar en ouder. Driekwart (76%) van de cliënten is van autochtone afkomst en 17% van allochtone afkomst (eerste of tweede generatie). Eén op de vier (25%) eerste generatie allochtonen is afkomstig uit ‘Rest Europa’, 17% uit Suriname en 17% uit ‘Rest Azië’. Bij PsyQ Haaglanden heeft men de meeste eerste en tweede generatie allochtonen onder behandeling: 28%. Dit hangt waarschijnlijk samen met het relatief grote aantal aantal allochtonen in deze regio. Het (hoofd)probleem van de cliënten was in tweederde van de gevallen (68%) een seksuele disfunctie. Problemen met het seksueel verlangen vormen daarbij de belangrijkste groep: bij een op de drie cliënten (32%) is dat het (hoofd)probleem (tabel 5b). Bij de mannelijke cliënten zijn erectieproblemen de belangrijkste klacht (21%), gevolgd door een overmatig seksueel verlangen (15%) (bijlage 2a). Bij de vrouwelijke cliënten zijn dat een verminderd seksueel verlangen (31%), gevolgd door dyspareunie (17%) en seksuele aversie (10%) (bijlage 2b). Parafilieën, genderidentiteitsproblemen en ontevredenheid over de eigen seksuele oriëntatie – ook wel aangeduid als ‘seksuele-identiteitsproblemen’ – vormen het (hoofd)probleem bij één op de negen cliënten (4%, 4% en 3%). Bij één op de zes mannen (17%) is dat echter het (hoofd)probleem (bijlage 1a). Seksueel misbruik/geweldsproblemen worden als (hoofd)probleem relatief weinig gerapporteerd (5%). Bij het merendeel van de cliënten hangt het (hoofd)probleem alleen samen met psychosociale factoren (49%) of biologische én psychosociale factoren (17%) (tabel 5c). Bij één op de acht cliënten (13%) kan, op grond van het feit dat het (hoofd)probleem van de cliënt noch samenhing
15
Rapport PSTG-registratie 2008 en 2009
Rutgers WPF, 2012
met biologische, noch met psychosociale factoren, de vraag worden gesteld of betrokkene bij een seksuologisch centrum in de eerstelijn niet beter op zijn plaats zou zijn geweest. Eén op de drie (34%) cliënten werd verwezen door de huisarts. Eén op de drie cliënten (34%) werd ook verwezen door de eigen GGZ-instelling. In 8% van de gevallen werd de cliënt verwezen door een polikliniek seksuologie – alleen bij Emergis, GGZ-Eindhoven en PsyQ Haaglanden komt dat niet voor. Slechts 3% nam op eigen initiatief contact op met het MST (en pas later met de huisarts voor een verwijsbrief). 3.3
Afgeronde behandelingen
Gegevens over de cliënten waarbij het laatste gesprek plaatsvond in 2009 zijn te vinden in tabel 6. In totaal blijkt het hier te gaan om 381 cliënten (tabel 6a). Gemiddeld komt dat neer op 54 afgesloten behandelingen per seksuologisch team. Uit deze tabel valt af te lezen dat de behandeling bij de MST’s bestond uit gemiddeld 13 vis-à-vis gesprekken en in tweederde (69%) van de gevallen binnen een jaar was afgerond. Een behandeling bij de MST’s bestond in de regel uit een intake, psychodiagnostiek, informatie & advies en behandelgesprekken. Psychodiagnostisch onderzoek werd met name bij PsyQ Haaglanden en PsyQ Heerlen uitgevoerd. Individuele gesprekken maakten bij 84% van de cliënten onderdeel uit van de behandeling; partnerrelatiegesprekken bij 38% van de cliënten. Bij 7% van de cliënten werd overgegaan tot groepsbehandeling. Bij driekwart van de cliënten (76%) blijkt de afsluiting van de behandeling ‘in overleg’ te hebben plaats gehad. In ruim de helft (54%) van de gevallen was de cliënt volgens de behandelaar ‘(vrijwel) genezen’ of was sprake van ‘verbetering’. Bij de overige cliënten was de uitgangsituatie niet veranderd (21%) of het behandelresultaat niet te beoordelen (18%). De helft (51%) van de cliënten werden na afloop (terug)verwezen naar de huisarts. Bij slechts 3% van de cliënten vond geen (terug)verwijzing plaats. Dit is aanzienlijk minder dan in 2007 en 2008 (respectievelijk 31% en 10%). Cliënten werden in 2009 - net als in 2008 - relatief vaak (terug)verwezen naar een behandelaar bij de eigen GGZ-instelling (22%).
16
Rapport PSTG-registratie 2008 en 2009
Rutgers WPF, 2012
Tabel 4a. Het (gemiddeld) aantal uren per week dat in 2009 bij de seksuologische teams in GGZ-instellingen beschikbaar was voor cliëntenzorg (inclusief registratie, cliëntbesprekingen, supervisie etc.) en de beroepsgroepen waardoor die uren werden geleverd (Gz = gezondheidszorg, Kl.psy. = Klinisch psycholoog, Mw'er = maatschappelijk werker, ps.th. = psychotherapeut, seks. = seksuoloog, Spv'er = sociaal psychiatrisch verpleegkundige, vo = voortgezette opleiding, vpk = verpleegkundige). Emergis
GGZ-E
GGZ-F
GGZ-I
PsyQ-G
PsyQ-H
PsyQ-He
Totaal
Arts
Vaste medewerkers
0
0
0
16
0
0
0
16
Arts/seks. NVVS
4
0
0
0
0
0
0
4
Psychiater
0
0
0
0
2
0
0
2
Psychiater/seks. NVVS
0
0
8
0
0
0
0
8
Huisarts
0
0
0
0
0
4
0
4
Psycholoog
0
0
0
0
0
53
0
53
Psycholoog/seks. NVVS
24
0
0
0
0
0
0
24
Psycholoog/ps.th./seks. NVVS
0
0
0
24
0
5
0
29
Gz-psycholoog
8
0
0
0
0
23
0
31
Gz-psycholoog/ps.th.
2
0
0
0
32
0
0
34
Gz-psycholoog/ps.th./seks. NVVS
0
0
0
0
0
0
3
3
Gz-psycholoog/seks. NVVS
0
0
0
0
16
0
0
16
Kl.psy. NIP/ps.th.
0
0
0
0
0
11
0
11
Kl.psy. NIP/seks. NVVS
0
0
8
0
0
0
12
20
Spv'er-vo
0
0
12
0
28
12
0
52
Mw'er/seks NVVS
0
72
0
33
0
0
0
105
Mw'er-vo/ps.th.
8
0
0
0
0
0
0
8
Mw'er-vo/ps.th./seks. NVVS
40
0
0
0
0
14
0
54
Vpk/aantekening seksuologie
0
0
24
0
0
0
0
24
86
72
52
73
78
122
15
498
Student psychologie
0
0
0
0
8
21
0
29
Psycholoog
0
0
0
8
0
0
0
8
0
0
0
8
8
21
0
37
Vaste medewerkers
86
72
52
73
78
122
15
498
Assistenten/stagiairs
0
0
0
8
8
21
0
37
86
72
52
81
86
143
15
535
Assistenten/stagiairs
Totaal
Tabel 4b. Overige informatie over de seksuologische teams in GGZ-instellingen in 2009 (seks. = seksuele, zelfst. = zelfstandig). Emergis
GGZ-E
GGZ-F
GGZ-I
PsyQ-G
PsyQ-H
PsyQ-He
Totaal
Profilering als zelfst. seksuologisch team
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
7 x ja
Aanmelding cliënten bij één loket
ja
nee
ja
ja
ja
ja
ja
6 x ja
Gezamenlijke cliëntenbespreking
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
7 x ja
Eigen budget
nee
nee
ja
ja
nee
ja
nee
3 x ja
Ook cliënten met niet-seks. klachten
nee
ja
nee
nee
nee
nee
ja
2 x ja
17
Rapport PSTG-registratie 2008 en 2009
Rutgers WPF, 2012
Tabel 5a. Demografische gegevens van de cliënten waarbij in 2009 het eerste gesprek plaatsvond (percentages; aantallen worden cursief weergegeven). In deze tabel worden uitsluitend de gegevens van de aangemelde cliënten weergegeven en niet van hun partners - ook niet als die wel bij de behandeling betrokken waren.
Emergis
GGZ-E
GGZ-F
GGZ-I
PsyQ-G
PsyQ-H
PsyQ-He
Totaal
27
Cliëntsysteem Man met vrouwelijke partner
29
0
29
13
33
36
11
Man met mannelijke partner
3
16
3
0
13
3
0
5
Man zonder partner
3
34
21
4
9
20
6
16
Vrouw met mannelijke partner
38
20
26
40
36
25
6
29
Vrouw met vrouwelijke partner
9
0
3
4
0
2
0
3
Vrouw zonder partner
3
20
8
2
4
8
0
7
Onbekend
12
9
11
38
5
5
78
13
Mannen
40
55
57
29
55
63
28
52
Vrouwen
58
43
43
71
40
37
72
47
Onbekend
2
2
0
0
5
0
0
1
Totaal aantal (n)
65
44
76
48
55
171
18
477
Leeftijd cliënt (bij eerste gesprek) 10-19
2
5
5
0
2
2
0
2
20-29
23
18
28
21
31
29
44
27
30-39
25
23
14
42
36
29
6
27
40-49
25
34
32
21
15
22
33
24
50-59
20
11
14
8
13
12
17
13
60-69
5
2
3
4
4
5
0
4
70-79
2
0
3
0
0
1
0
1
80-89
0
0
0
0
0
0
0
0
90-99
0
0
0
0
0
0
0
0
Onbekend
0
7
1
2
0
0
0
1
Totaal aantal (n)
65
44
76
48
55
171
18
477
1 Cliënt + beide ouders
89
91
89
81
80
65
11
76
2 Alleen beide ouders
0
0
0
2
0
1
0
1
3 Cliënt + één van beide ouders
2
0
1
2
4
2
0
2
In Nederland geboren zijn:
4 Alleen cliënt
0
2
0
4
2
6
0
3
5 Alleen één van beide ouders
0
0
0
2
0
1
0
1
6 Cliënt noch beide ouders
8
0
7
8
5
19
6
11
Onbekend
2
7
3
0
9
7
83
8
Totaal aantal (n)
65
44
76
48
55
171
18
477
18
Rapport PSTG-registratie 2008 en 2009
Rutgers WPF, 2012 Emergis
GGZ-E
GGZ-F
GGZ-I
Turkije
20
0
0
0
Rest Europa
0
0
20
20
PsyQ-G
PsyQ-H
PsyQ-He
Totaal
0
9
100
10
100
24
0
25
Geboorteland eerste generatie (5+6)
Marokko
0
0
0
0
0
0
0
0
Rest Afrika
20
0
20
40
0
9
0
13
Ned. Antillen en Aruba
20
0
0
0
0
3
0
4
Suriname
0
0
0
0
0
27
0
17
Rest Midden- en Zuid-Amerika
0
0
0
0
0
9
0
6
Noord-Amerika
0
0
0
20
0
0
0
2
Indonesie/voorm. Ned.-Indië
20
0
0
0
0
6
0
6
Japan
0
0
0
0
0
0
0
0
Rest Azië
20
0
60
20
0
12
0
17
Australië, Oceanië
0
0
0
0
0
0
0
0
Onbekend
0
0
0
0
0
0
0
0
Totaal aantal (n)
5
0
5
5
3
33
1
52
30
Geb.land-moeder tweede generatie (3+4) Nederland
100
0
0
33
67
21
0
Turkije
0
0
0
0
0
7
0
4
Rest Europa
0
0
100
0
0
0
0
4
Marokko
0
0
0
0
0
0
0
0
Rest Afrika
0
0
0
0
0
7
0
4
Ned. Antillen en Aruba
0
0
0
0
0
21
0
13
Suriname
0
0
0
67
0
21
0
22
Rest Midden- en Zuid-Amerika
0
0
0
0
0
0
0
0
Noord-Amerika
0
0
0
0
0
0
0
0
Indonesie/voorm. Ned.-Indië
0
100
0
0
33
21
0
22
Japan
0
0
0
0
0
0
0
0
Rest Azië
0
0
0
0
0
0
0
0
Australië, Oceanië
0
0
0
0
0
0
0
0
Onbekend
0
0
0
0
0
0
0
0
Totaal aantal (n)
1
1
1
3
3
14
0
23
19
Rapport PSTG-registratie 2008 en 2009
Rutgers WPF, 2012
Tabel 5b. Het (hoofd)probleem van de cliënten waarbij in 2009 het eerste gesprek plaatsvond (percentages; aantallen worden cursief weergegeven). In deze tabel worden uitsluitend de gegevens van de aangemelde cliënten weergegeven en niet van hun partners - ook niet als die wel bij de behandeling betrokken waren. Emergis
GGZ-E
GGZ-F
GGZ-I
PsyQ-G
PsyQ-H
PsyQ-He
Totaal
Problemen seksueel verlangen 11
Verminderd seksueel verlangen
14
27
17
27
16
15
6
18
12
Seksuele aversie
9
0
14
2
4
2
0
5
13
Overmatig seksueel verlangen
2
7
9
10
5
12
11
9
18
Anders
0
0
3
2
2
0
0
1
25
34
43
42
27
30
17
32
Problemen seksuele opwinding 21
Probleem subjectieve opwinding
8
7
0
4
0
2
0
3
22
Erectie-/lubricatieprobleem
18
2
14
8
13
12
0
12
28
Anders
0
0
1
0
0
1
0
1
26
9
16
13
13
15
0
15
Problemen orgasme 31
Orgasmeprobleem
6
2
4
2
2
1
0
2
32
Voortijdig orgasme
0
0
5
0
4
5
6
3
33
Anhedonisch orgasme
0
0
1
0
0
0
0
0
34
Ejaculatieprobleem
2
0
1
2
0
0
0
1
38
Anders
0
0
0
2
0
0
0
0
8
2
12
6
5
6
6
7
Seksuele-pijnproblemen 41
Dyspareunie
14
0
5
21
11
8
0
9
42
Vaginisme
5
0
8
2
2
4
6
4
43
Pijn andere lichaamsdelen
0
0
0
0
0
0
0
0
44
Verm. gevoeligheid gesl.delen
2
0
0
0
0
0
0
0
48
Anders
0
0
1
0
0
1
0
1
20
0
14
23
13
12
6
14
3
0
4
0
4
6
0
4
50
Parafilie
Genderidentiteitsprobleem 61
Travestie
0
2
1
0
0
1
0
1
62
Transgenderisme
0
0
1
0
0
2
6
1
63
Transseksualiteit
2
2
1
4
0
2
0
2
68
Anders
0
2
0
0
0
1
0
1
2
7
4
4
0
6
6
4
Seksueel misbruik/geweld 71
Problematiek dader
0
2
0
0
4
0
0
1
72
Problematiek slachtoffer
0
0
1
8
2
2
50
4
78
Anders
2
2
0
0
2
0
0
1
2
5
1
8
7
2
50
5
Seksuele ontevredenheid 81
Over frequentie seks. contact
8
11
0
0
11
2
0
4
82
Over aard seks. contact
5
5
1
0
2
1
0
2
83
Over seks. contact met derde(n)
0
2
0
0
0
1
0
1
84
Over eigen seksuele oriëntatie
2
0
1
2
2
6
0
3
85
Over eigen uiterlijk
2
0
1
0
0
0
0
0
86
Over ontbreken partner
0
18
1
0
2
0
0
2
88
Andere seksuele ontevredenheid
0
2
0
2
4
1
0
1
15
39
5
4
20
11
0
13
0
0
0
0
5
6
0
3
Onbekend
0
5
0
0
5
5
17
3
Totaal aantal (n)
65
44
76
48
55
171
18
477
90
20
Ander seksueel probleem
Rapport PSTG-registratie 2008 en 2009
Rutgers WPF, 2012
Tabel 5c. Overige gegevens van de cliënten waarbij in 2009 het eerste gesprek plaatsvond (percentages; aantallen worden cursief weergegeven). In deze tabel worden uitsluitend de gegevens van de aangemelde cliënten weergegeven en niet van hun partners - ook niet als die wel bij de behandeling betrokken waren. Emergis
GGZ-E
GGZ-F
GGZ-I
PsyQ-G
PsyQ-H
PsyQ-He
Totaal
1a medicijngebruik
11
11
14
15
2
1b middelengebruik
6
0
8
6
0
4
6
8
4
11
2 ondergane operaties
9
0
5
4
5
4
2
0
3 (andere) psychische problemen
51
84
72
4
67
31
40
61
53
4 (andere) relationele problemen
45
23
5 (andere) lichamelijke probl./handicaps
17
0
30
81
33
35
17
38
7
15
5
12
0
Totaal aantal (n)
65
44
10
76
48
55
171
18
477
(Hoofd)probleem hangt samen met:
(Hoofd)probleem hangt samen met: alleen biologische factoren (1,2,5)
11
0
3
2
4
4
6
4
alleen psychosociale factoren (3,4)
46
75
53
67
36
41
50
49
biologische én psychosociale factoren
18
11
24
27
7
15
11
17
biologische noch psychosociale factoren
23
0
0
2
5
24
6
13
Onbekend
2
14
21
2
47
16
28
17
Totaal aantal (n)
65
44
76
48
55
171
18
477
11 Geen (cliënt zelf)
6
2
1
0
4
5
0
3
12 Zelfhulp(groep)
0
0
0
0
0
0
0
0
21 Huisarts
62
5
12
31
29
49
0
34
Verwijzer (feitelijk)
22 Eerstelijnspsycholoog
0
0
1
0
2
1
0
1
23 Maatschappelijk werk
0
0
0
2
0
1
0
1
24 Eerstelijns seksuologisch centrum
0
0
1
0
9
0
0
1
25 Vrijgevestigd seksuoloog
0
0
0
0
0
0
0
0
26 Vrijgevestigd psychiater/psycholoog
0
0
0
0
0
0
0
0
27 Bekkenfysiotherapeut
0
0
0
0
0
0
0
0
28 Soa-polikliniek
0
0
0
0
0
2
0
1
31 Polikliniek seksuologie
0
0
24
21
11
0
17
8
32 Gynaecoloog
5
0
0
2
5
3
0
3
33 Uroloog
3
0
1
2
0
3
0
2
34 Andere somatisch specialist
2
0
1
0
4
1
0
1 1
35 Genderteam
2
0
0
4
0
1
0
36 Psy./psych. in somatisch ziekenhuis
0
0
0
0
0
2
0
1
41 Andere GGZ-instelling
0
9
1
4
5
1
0
2
42 Eigen GGZ-instelling
14
75
49
27
16
30
67
34
51 Justitiële hulpverlening
0
0
0
0
0
0
0
0
88 Anders
2
0
4
0
2
1
6
2
Onbekend
6
9
4
6
13
2
11
6
Totaal aantal (n)
65
44
76
48
55
171
18
477
21
Rapport PSTG-registratie 2008 en 2009
Rutgers WPF, 2012
Tabel 6a. Gegevens over de behandeling van de cliënten waarbij in 2009 het laatste gesprek plaatsvond (percentages; aantallen worden cursief weergegeven). In deze tabel worden uitsluitend de gegevens van de aangemelde cliënten weergegeven en niet van hun partners - ook niet als die wel bij de behandeling betrokken waren.
Emergis
GGZ-E
GGZ-F
GGZ-I
PsyQ-G
PsyQ-H
PsyQ-He
Totaal
0
5
25
15
10
7
3
50
7
1
2
0
30
6
8
6
8
7
2-3
13
0
30
16
16
8
33
14
4-6
14
0
7
35
18
14
8
16
7-9
16
0
15
26
19
10
0
14
10-12
11
0
0
3
20
10
0
11
13-15
5
0
0
0
9
11
0
7
16-18
17
25
0
0
1
6
0
6
19-21
3
0
0
0
1
7
0
4
22-24
3
0
0
0
0
6
0
3
Meer
11
0
0
0
0
17
0
9
Onbekend
0
50
4
3
0
1
0
1
Totaal aantal (n)
63
4
27
31
88
156
12
381
0
0
50
0
3
1
2
0
2
1
5
25
15
6
6
5
17
7
Duur behandeling (in maanden)
Totaal aantal gesprekken (vis-a-vis)
2-3
8
0
44
10
20
16
75
19
4-5
19
25
22
19
16
5
8
13
6-10
29
0
11
35
27
15
0
21
11-15
14
0
7
16
14
11
0
12
16-20
11
0
0
6
10
10
0
9
21-25
6
0
0
3
3
7
0
5
Meer
8
0
0
0
2
29
0
14
Onbekend
0
0
0
0
0
0
0
0
Totaal aantal (n)
63
4
27
31
88
156
12
381
11,1
1,5
4,0
7,9
8,3
20,6
2,3
13,2
In overleg
79
25
67
65
75
79
83
76
Weggebleven
16
50
26
13
10
20
17
17
Onbekend
5
25
7
23
15
1
0
7
Totaal aantal (n)
63
4
27
31
88
156
12
381
Gemiddeld aantal gesprekken
Afsluiting
22
Rapport PSTG-registratie 2008 en 2009
Rutgers WPF, 2012 Emergis
GGZ-E
GGZ-F
GGZ-I
PsyQ-G
PsyQ-H
PsyQ-He
Totaal
11 Niet
0
0
19
10
0
2
0
3
12 Zelfhulp(groep)
0
0
0
0
0
0
0
0
21 Huisarts
22
0
15
13
67
72
8
51
(Terug)verwezen naar:
22 Eerstelijnspsycholoog
0
0
0
0
0
0
0
0
23 Maatschappelijk werk
0
0
0
0
0
1
0
0
24 Eerstelijns seksuologisch centrum
0
0
0
0
0
0
0
0
25 Vrijgevestigd seksuoloog
0
0
0
0
0
0
0
0
26 Vrijgevestigd psychiater/psycholoog
0
0
0
0
1
1
0
1
27 Bekkenfysiotherapeut
0
0
4
0
0
1
0
1
28 Soa-polikliniek
0
0
0
0
0
0
0
0
31 Polikliniek seksuologie
0
0
0
0
0
0
0
0
32 Gynaecoloog
0
0
0
0
0
0
0
0
33 Uroloog
0
0
0
0
0
0
0
0
34 Andere somatisch specialist
2
0
0
0
0
0
0
0 0
35 Genderteam
0
0
0
0
0
0
0
36 Psy./psych. in somatisch ziekenhuis
0
0
0
0
0
0
0
0
41 Andere GGZ-instelling
2
0
4
6
2
0
0
2
42 Eigen GGZ-instelling
14
0
44
45
19
14
92
22
51 Justitiële hulpverlening
3
0
0
0
1
2
0
2
88 Anders
2
0
0
6
2
1
0
2
Onbekend
56
100
15
19
7
8
0
18
Totaal aantal (n)
63
4
27
31
88
156
12
381
Resultaat (Vrijwel) genezen
25
0
26
13
19
16
0
18
Verbeterd
30
25
33
39
35
39
25
36
Zelfde
17
0
19
16
25
20
42
21
Verslechterd
0
0
0
0
1
0
0
0
Niet te beoordelen (slechts 1 gesprek)
5
0
4
3
3
5
17
5
Niet te beoordelen (weggebleven)
6
25
11
3
2
7
8
6
Niet te beoordelen (anders)
2
0
4
10
7
10
0
7
Onbekend
14
50
4
16
7
3
8
8
Totaal aantal (n)
63
4
27
31
88
156
12
381
23
Rapport PSTG-registratie 2008 en 2009
Rutgers WPF, 2012
Tabel 6b. Informatie over de inhoud van de behandeling van clienten waarbij in 2009 het laatste gesprek plaatsvond (percentages; aantallen worden cursief weergegeven). In deze tabel worden uitsluitend de gegevens van de aangemelde cliënten weergegeven en niet van hun partners - ook niet als die wel bij de behandeling betrokken waren. Emergis
GGZ-E
GGZ-F
GGZ-I
PsyQ-G
PsyQ-H
PsyQ-He
Totaal
Ja
98
25
74
90
64
97
17
84
Nee
2
25
26
10
22
3
83
12
Onbekend
0
50
0
0
15
1
0
4
Totaal aantal (n)
63
4
27
31
88
156
12
381
Intake
Psychodiagnostiek Ja
14
0
11
19
28
94
67
51
Nee
86
50
89
81
56
6
33
44
Onbekend
0
50
0
0
16
1
0
5
Totaal aantal (n)
63
4
27
31
88
156
12
381
Psychiatrisch onderzoek Ja
24
0
4
13
3
17
8
13
Nee
76
50
96
84
81
83
92
82
Onbekend
0
50
0
3
16
0
0
4
Totaal aantal (n)
63
4
27
31
88
156
12
381
Lichamelijk onderzoek Ja
25
0
0
10
0
5
0
7
Nee
75
50
100
87
84
96
100
89
Onbekend
0
50
0
3
16
0
0
4
Totaal aantal (n)
63
4
27
31
88
156
12
381
Informatie & advies Ja
100
0
70
87
38
92
83
78
Nee
0
50
30
13
47
8
17
18
Onbekend
0
50
0
0
16
0
0
4
Totaal aantal (n)
63
4
27
31
88
156
12
381
Ja
54
25
26
48
28
40
17
38
Nee
46
25
67
48
56
60
83
57
Onbekend
0
50
7
3
16
0
0
5
Totaal aantal (n)
63
4
27
31
88
156
12
381
Ja
83
75
41
65
32
75
0
61
Nee
17
0
56
32
52
25
100
35
Onbekend
0
25
4
3
16
0
0
4
Totaal aantal (n)
63
4
27
31
88
156
12
381
Ja
33
25
4
10
16
21
0
19
Nee
67
25
96
87
68
79
100
76
Onbekend
0
50
0
3
16
0
0
4
Totaal aantal (n)
63
4
27
31
88
156
12
381
Begeleiding
Behandeling
Psychotherapie
Medicamenteuze behandeling Ja
27
0
15
10
5
12
0
12
Nee
73
50
85
87
80
89
100
83
Onbekend
0
50
0
3
16
0
0
4
Totaal aantal (n)
63
4
27
31
88
156
12
381
Crisisinterventie Ja
11
0
0
10
3
3
0
5
Nee
89
50
100
87
81
97
100
91
Onbekend
0
50
0
3
16
0
0
4
Totaal aantal (n)
63
4
27
31
88
156
12
381
24
Rapport PSTG-registratie 2008 en 2009
Rutgers WPF, 2012
Tabel 6c. Informatie over de vorm van de behandeling van de cliënten waarbij in 2009 het laatste gesprek plaatsvond (percentages; aantallen worden cursief weergegeven). In deze tabel worden uitsluitend de gegevens van de aangemelde cliënten weergegeven en niet van hun partners - ook niet als die wel bij de behandeling betrokken waren. Emergis
GGZ-E
GGZ-F
GGZ-I
PsyQ-G
PsyQ-H
PsyQ-He
Totaal
0
13
1
13
50
7
16
25
25
15
6
6
14
0
16
10
25
2-3
8
0
56
19
17
10
19
75
20
4-5
16
25
11
19
6-10
29
0
7
35
14
5
0
10
22
14
0
11-15
11
0
4
19
3
10
9
0
16-20
8
0
8
0
0
6
5
0
21-25
2
5
0
0
0
0
8
0
Meer
2
4
0
0
0
1
17
0
7
Aantal gesprekken individueel (vis-à-vis)
Onbekend
0
0
0
0
0
0
0
0
Totaal aantal (n)
63
4
27
31
88
156
12
381
0
46
100
74
48
64
64
92
62
1
8
0
4
0
3
2
0
3
2-3
10
0
11
13
7
6
8
8
4-5
10
0
7
10
5
3
0
5
6-10
14
0
4
26
14
9
0
12
11-15
6
0
0
0
5
4
0
4
16-20
5
0
0
3
1
5
0
3
21-25
0
0
0
0
2
1
0
1
Meer
2
0
0
0
0
6
0
3
Onbekend
0
0
0
0
0
0
0
0
Totaal aantal (n)
63
4
27
31
88
156
12
381
0
100
100
100
94
98
86
100
93
1
0
0
0
0
0
0
0
0
2-3
0
0
0
0
0
0
0
0
4-5
0
0
0
0
0
0
0
0
6-10
0
0
0
3
1
2
0
1
11-15
0
0
0
3
1
4
0
2
16-20
0
0
0
0
0
8
0
3
21-25
0
0
0
0
0
1
0
0
Meer
0
0
0
0
0
0
0
0
Onbekend
0
0
0
0
0
0
0
0
Totaal aantal (n)
63
4
27
31
88
156
12
381
Aantal gesprekken met paar (vis-à-vis)
Aantal gesprekken in groep (vis-à-vis)
25
Rapport PSTG-registratie 2008 en 2009
Rutgers WPF, 2012
Emergis
GGZ-E
GGZ-F
GGZ-I
PsyQ-G
PsyQ-H
PsyQ-He
Totaal
0
76
100
85
58
57
28
100
52
1
3
0
4
16
20
28
0
18
2-3
13
0
11
26
16
20
0
16
4-5
5
0
0
0
7
14
0
8
6-10
3
0
0
0
0
6
0
3
11-15
0
0
0
0
0
3
0
1
16-20
0
0
0
0
0
1
0
0
21-25
0
0
0
0
0
2
0
1
Meer
0
0
0
0
0
1
0
0
Onbekend
0
0
0
0
0
0
0
0
Totaal aantal (n)
63
4
27
31
88
156
12
381
0
89
100
96
90
97
89
100
91
1
2
0
0
6
2
5
0
3
2-3
2
0
4
0
1
5
0
3
4-5
8
0
0
3
0
2
0
2
6-10
0
0
0
0
0
0
0
0
11-15
0
0
0
0
0
0
0
0
16-20
0
0
0
0
0
0
0
0
21-25
0
0
0
0
0
0
0
0
Meer
0
0
0
0
0
0
0
0
Onbekend
0
0
0
0
0
0
0
0
Totaal aantal (n)
63
4
27
31
88
156
12
381
1
0
50
0
3
1
3
0
1
2-3
3
25
11
3
3
6
17
4
Aantal gesprekken telefonisch
Aantal contacten per e-mail
Totaal aantal gesprekken/contacten
4-5
8
0
41
10
15
11
75
13
6-10
21
25
30
16
14
17
8
15
11-15
25
0
7
39
35
14
0
23
16-20
14
0
11
16
15
8
0
14
21-25
6
0
0
3
11
6
0
7
Meer
11
0
0
10
3
35
0
6
Onbekend
11
0
0
0
2
0
0
17
Totaal aantal (n)
63
4
27
31
88
156
12
381
12,3
1,5
4,5
8,9
9,2
23,7
2,3
15,0
Gemiddeld aantal gesprekken/contacten
26
Rapport PSTG-registratie 2008 en 2009
4
Rutgers WPF, 2012
Discussie
Dit is het derde rapport waarin registratiegegevens van multidisciplinaire seksuologische teams in GGZ-instellingen bijeen zijn gebracht. In ‘Seksualiteitshulverlening in de tweedelijns GGZ’ (Vroege, 2006) werden gegevens gepresenteerd over 2003 en 2004 van twee GGZ-instellingen: Parnassia en Altrecht. In het vorige rapport over de PSTG-registratie (Kedde, 2009) waren dat gegevens van vijf GGZ-instellingen: van PsyQ Haaglanden (eerder: Parnassia) en Altrecht over de periode 2003-2007, en van Eleos-Midden, Eleos-Noord en Emergis over 2007. In dit rapport worden gegevens gepresenteerd over zeven GGZ-instellingen. Gegevens van Altrecht zijn daar helaas niet bij: het MST bij deze GGZ-instelling werd opgeheven. Door Eleos-Noord werden verder helaas geen gegevens meer aangeleverd en door Eleos-Midden alleen over 2008. GGZ-Eindhoven, GGZ-InGeest en PsyQGroningen leverden echter gegevens aan over 2008 en 2009, en GGZ-Friesland en PsyQ-Heerlen over 2009. Vandaar toch een groei. Bij de MST’s die gegevens hebben aangeleverd, meldden zich in 2008 in totaal 460 nieuwe cliënten en in 2009 in totaal 477 nieuwe cliënten. Dat is meer dan de 365 nieuwe cliënten in 2007. De demografische kenmerken van de cliënten laten in de periode 2007-2009 belangrijke overeenkomsten zien: een kleine meerderheid van de cliënten (52-54%) is man, ruim driekwart (7879%) is tussen de 20 en 50 jaar oud, en een op de zes (15-19%) is allochtoon. Bij de seksuele (hoofd)problemen zijn overeenkomsten, maar ook verschillen: bij een op de drie cliënten (31-32%) is sprake van een probleem met het seksueel verlangen en bij een op de acht (11-14%) van een seksuele-identiteitsprobleem; een ‘andere seksuele disfunctie’ is echter het (hoofd)probleem bij 42% van de cliënten in 2007, 26% in 2008 en 36% in 2009. Het seksuele (hoofd)probleem hangt in 2008 en 2009 vaker alleen samen met psychosociale factoren (38% in 2007, 54% in 2008 en 49% in 2009) en minder vaak met biologische noch psychosociale factoren (25% in 2007, 14% in 2008, 13% in 2009). Cliënten kwamen in de periode 2007-2009 verder minder vaak op eigen initiatief (11%, 9% en 3%) en via de huisarts (42%, 37% en 34%), en vaker via een polikliniek seksuologie (1%, 5%, 8%) en via een ander behandelteam bij de eigen GGZ-instelling (24%, 32%, 34%). Door de MST’s die gegevens hebben aangeleverd, werd gerapporteerd over 277 afgeronde behandelingen in 2008 en 381 in 2009. Ook dat is meer dan de 268 afgeronde behandelingen in 2007. Het gemiddeld aantal gesprekken (vis-a-vis) is in 2008 en 2009 duidelijk groter dan in 2007 (13,4 en 13,2 versus 10,5). Of dat werkelijk duidt op een toename van het aantal gesprekken is onduidelijk. Het is heel goed mogelijk dat na drie registratiejaren nu pas een duidelijk beeld ontstaat van de behandelduur bij de MST’s in GGZ-instellingen. (Van cliënten die al in behandeling waren voordat met de registratie werd gestart, worden vaak geen registratieformulieren meer ingevuld. Daardoor blijven langdurige behandelingen aanvankelijk buiten beeld.) Bij de behandelingen die in 2008 en 2009 werden afgerond is het verder opmerkelijk dat cliënten relatief vaker worden (terug)verwezen naar de huisarts (39% in 2007, 46% in 2008, 51% in 2009) of naar een ander behandelteam binnen de eigen GGZ-instelling (11% in 2007, 22% in 2008 en 2009). Het gebruikte registratiesysteem is geënt op dat van het LOPS, zodat cijfers onderling vergeleken kunnen worden. Een vergelijking met de registratiegegevens van de poliklinieken seksuologie in Academische en niet-Academische ziekenhuizen over 2008 en 2009 (Kruijer & Kedde, 2009; 2010) laat een aantal duidelijke verschillen zien. Zo is er in 2008 en 2009 bij de MST’s in de tweedelijns GGZ gemiddeld per team 76 en 71 uur per week beschikbaar voor cliëntenzorg (exclusief assistenten en stagiairs); bij de poliklinieken seksuologie in de ziekenhuizen is dat 44 en 41 uur per week. Ook qua teamsamenstelling zijn er duidelijke verschillen: de cliëntenzorg bij de MST’s in de tweedelijns GGZ wordt in 2008 en 2009 vooral uitgevoerd door psychologen (respectievelijk 40% en 44%) en maatschappelijk werkers (respectievelijk 44% en 34%). Artsen hebben daarin maar een klein aandeel (respectievelijk 6% en 7%). Bij de poliklinieken seksuologie in de ziekenhuizen hebben artsen in 2008 en 2009 naar verhouding veel meer tijd tot hun beschikking voor cliëntenzorg (40% en 42%) en maatschappelijk werkers juist veel minder (3% en 2%). Het aandeel van de psychologen is vergelijkbaar (45% en 46%).
27
Rapport PSTG-registratie 2008 en 2009
Rutgers WPF, 2012
Ook de cliëntenpopulatie is duidelijk anders. Zo zijn bij de MST’s in de tweedelijns GGZ in 2008 en 2009 iets meer mannen (52% en 52%) onder behandeling dan vrouwen. Bij de poliklinieken seksuologie in de ziekenhuizen bedroeg het aandeel mannelijke cliënten in 2008 en 2009 respectievelijk 37% en 39%. Ook qua leeftijd zijn er verschillen. Bij de poliklinieken seksuologie in de ziekenhuizen is in 2008 en 2009 respectievelijk 12% en 15% van de cliënten 60 jaar of ouder. Bij de MST’s in de tweedelijns GGZ is dat respectievelijk 3% en 5%. Verder verschilt ook de aard van de seksuele problematiek: het percentage cliënten met problemen op het gebied van het seksueel verlangen is in 2008 en 2009 bij de MST’s in de tweedelijns GGZ ruim twee keer zo groot (32% en 32%) als bij de poliklinieken seksuologie in de ziekenhuizen (15% en 15%). Ook seksueleidentiteitsproblemen (parafilieën, genderidentiteitsproblemen, problemen met de seksuele oriëntatie) worden relatief vaker gerapporteerd bij de MST’s in de tweedelijns GGZ dan bij de poliklinieken seksuologie in de ziekenhuizen (14% en 11% vs. 0% en 2%). De ‘andere seksuele disfuncties’ (seksuele-opwindingsproblemen, orgasmeproblemen en seksuele-pijnproblemen) worden in 2008 en 2009 bij de MST’s in de tweedelijns GGZ echter veel minder vaak gerapporteerd dan bij de poliklinieken in de ziekenhuizen (26% en 36% vs. 64% en 70%). Gezien de andere cliëntenpopulatie is het niet gek dat ook met betrekking tot de behandeling belangrijke verschillen bestaan. Zo is bij de MST’s in de tweedelijns GGZ het gemiddeld aantal (visà-vis) gesprekken in 2008 en 2009 bijna vier keer zo groot dan bij de poliklieken seksuologie in de ziekenhuizen (13,4 en 13,2 vs. 3,7 en 3,7). Ook de behandelduur wijkt af: bij de poliklinieken seksuologie wordt ruim drie kwart van de behandelingen binnen zes maanden afgerond (77% in 2008, 78% in 2009). Bij de MST’s in de tweedelijns GGZ wordt bijna drie kwart van de behandelingen afgerond binnen 12 maanden (73% in 2008, 69% in 2009). De contactfrequentie met de hulpverleners van de MST’s in de tweedelijns GGZ is dus ook beduidend hoger.
28
Rapport PSTG-registratie 2008 en 2009
5
Rutgers WPF, 2012
Literatuur
Kedde, H. (2009). PSTG-registratie 2007. Utrecht: Platform van Seksuologische Teams in GGZ instellingen/Rutgers Nisso Groep. Kruijer, H., & Kedde, H. (2009). LOPS-registratie 2008. Utrecht: Landelijk Overleg van Poliklinieken Seksuologie/Rutgers Nisso Groep. Kruijer, H., & Kedde, H. (2010). LOPS-registratie 2009. Utrecht: Landelijk Overleg van Poliklinieken Seksuologie/Rutgers Nisso Groep. Vroege, J.A. (2006). Seksualiteitshulpverlening in de tweedelijns GGZ. Een ontwikkelproject. Utrecht: Rutgers Nisso Groep. Vroege, J., Nicolaï, L., & Wiel, H. van de (2001). Seksualiteitshulpverlening in Nederland (NISSO-studies, nieuwe reeks, nr 25). Delft: Eburon.
29
Rapport PSTG-registratie 2008 en 2009
6
Rutgers WPF, 2012
Bijlagen
31
Rapport PSTG-registratie 2008 en 2009
Rutgers WPF, 2012
Bijlage 1a. Het (hoofd)probleem van de mannelijke cliënten waarbij in 2008 waarbij het eerste gesprek plaatsvond (percentages; aantallen worden cursief weergegeven). In deze tabel worden uitsluitend de gegevens van de aangemelde cliënten weergegeven en niet van hun partners - ook niet als die wel bij de behandeling betrokken waren. Eleos-M
Emergis
GGZ-E
GGZ-I
PsyQ-G
PsyQ-H
Totaal 8
Problemen seksueel verlangen 11
Verminderd seksueel verlangen
0
20
0
33
8
9
12
Seksuele aversie
0
0
0
0
1
1
1
13
Overmatig seksueel verlangen
0
10
12
33
4
12
9
18
Anders
0
0
0
0
1
0
0
0
30
12
67
14
22
18
Problemen seksuele opwinding 21
Probleem subjectieve opwinding
0
0
0
0
4
2
2
22
Erectie-/lubricatieprobleem
0
30
12
0
20
16
16
28
Anders
0
0
0
0
1
0
0
0
30
12
0
25
17
18
Problemen orgasme 31
Orgasmeprobleem
0
0
0
0
1
3
2
32
Voortijdig orgasme
9
10
0
33
3
7
6
33
Anhedonisch orgasme
0
0
0
0
0
0
0
34
Ejaculatieprobleem
0
0
0
0
0
0
0
38
Anders
0
0
0
0
0
0
0
9
10
0
33
4
10
7
Seksuele-pijnproblemen 41
Dyspareunie
0
0
0
0
3
2
2
42
Vaginisme
0
0
0
0
0
0
0
43
Pijn andere lichaamsdelen
0
0
0
0
0
1
0
44
Verm. gevoeligheid gesl.delen
0
0
0
0
0
0
0
48
Anders
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
3
2
2
18
10
12
0
9
11
10
50
Parafilie
Genderidentiteitsprobleem 61
Travestie
0
0
0
0
3
1
1
62
Transgenderisme
0
0
6
0
4
3
3
63
Transseksualiteit
0
0
0
0
1
1
1
68
Anders
0
0
0
0
1
0
0
0
0
6
0
9
4
6
Seksueel misbruik/geweld 71
Problematiek dader
18
0
0
0
1
3
3
72
Problematiek slachtoffer
0
0
0
0
0
0
0
78
Anders
0
10
0
0
0
0
0
18
10
0
0
1
3
3
Seksuele ontevredenheid 81
Over frequentie seks. contact
9
10
0
0
9
3
5
82
Over aard seks. contact
0
0
0
0
5
2
3
83
Over seks. contact met derde(n)
0
0
6
0
1
0
1
84
Over eigen seksuele oriëntatie
9
0
6
0
4
7
6
85
Over eigen uiterlijk
0
0
0
0
0
2
1
86
Over ontbreken partner
0
0
35
0
1
0
3
88
Andere seksuele ontevredenheid
0
0
0
0
0
0
0
18
10
47
0
21
12
17
27
0
12
0
4
7
7
Onbekend
9
0
0
0
9
11
9
Totaal aantal (n)
11
10
17
3
76
121
242
90
Ander seksueel probleem
33
Rapport PSTG-registratie 2008 en 2009
Rutgers WPF, 2012
Bijlage 1b. Het (hoofd)probleem van de vrouwelijke cliënten waarbij in 2008 het eerste gesprek plaatsvond (percentages; aantallen worden cursief weergegeven). In deze tabel worden uitsluitend de gegevens van de aangemelde cliënten weergegeven en niet van hun partners - ook niet als die wel bij de behandeling betrokken waren. Eleos-M
Emergis
GGZ-E
GGZ-I
PsyQ-G
PsyQ-H
Totaal
Problemen seksueel verlangen 11
Verminderd seksueel verlangen
18
56
11
56
35
39
38
12
Seksuele aversie
9
8
0
22
6
11
9
13
Overmatig seksueel verlangen
0
4
11
0
1
0
1
18
Anders
0
0
0
0
1
0
0
27
68
22
78
43
50
49
Problemen seksuele opwinding 21
Probleem subjectieve opwinding
0
0
11
0
1
3
2
22
Erectie-/lubricatieprobleem
0
4
0
0
1
1
1
28
Anders
0
0
0
0
0
0
0
0
4
11
0
2
4
3
Problemen orgasme 31
Orgasmeprobleem
0
4
0
0
3
5
4
32
Voortijdig orgasme
0
0
0
0
0
0
0
33
Anhedonisch orgasme
0
0
0
0
0
0
0
34
Ejaculatieprobleem
0
0
0
0
0
0
0
38
Anders
0
0
0
0
0
0
0
0
4
0
0
3
5
4
Seksuele-pijnproblemen 41
Dyspareunie
18
4
11
22
8
10
9
42
Vaginisme
0
8
0
0
7
8
6
43
Pijn andere lichaamsdelen
0
4
0
0
1
0
1
44
Verm. gevoeligheid gesl.delen
0
0
0
0
0
0
0
48
Anders
0
0
0
0
0
0
0
18
16
11
22
16
18
17
0
0
0
0
1
0
0
50
Parafilie
Genderidentiteitsprobleem 61
Travestie
0
0
0
0
0
0
0
62
Transgenderisme
0
0
0
0
0
0
0
63
Transseksualiteit
0
0
0
0
1
1
1
68
Anders
0
0
0
0
0
3
1
0
0
0
0
1
4
2
Seksueel misbruik/geweld 71
Problematiek dader
0
0
0
0
0
0
0
72
Problematiek slachtoffer
18
0
0
0
6
1
4
78
Anders
0
0
22
0
0
0
1
18
0
22
0
6
1
4
Seksuele ontevredenheid 81
Over frequentie seks. contact
0
0
0
0
6
1
3
82
Over aard seks. contact
0
0
0
0
4
4
3
83
Over seks. contact met derde(n)
0
0
0
0
1
0
0
84
Over eigen seksuele oriëntatie
0
4
0
0
1
1
1
85
Over eigen uiterlijk
0
0
0
0
0
0
0
86
Over ontbreken partner
0
0
0
0
0
0
0
88
Andere seksuele ontevredenheid
0
0
0
0
2
1
1
0
4
0
0
15
8
9
0
4
22
0
0
4
3
Onbekend
36
0
11
0
13
5
10
Totaal aantal (n)
11
25
9
9
89
74
217
90
34
Ander seksueel probleem
Rapport PSTG-registratie 2008 en 2009
Rutgers WPF, 2012
Bijlage 2a. Het (hoofd)probleem van de mannelijke cliënten waarbij in 2009 waarbij het eerste gesprek plaatsvond (percentages; aantallen worden cursief weergegeven). In deze tabel worden uitsluitend de gegevens van de aangemelde cliënten weergegeven en niet van hun partners - ook niet als die wel bij de behandeling betrokken waren. Emergis
GGZ-E
GGZ-F
GGZ-I
PsyQ-G
PsyQ-H
PsyQ-He
Totaal 6
Problemen seksueel verlangen 11
Verminderd seksueel verlangen
0
13
5
0
7
6
20
12
Seksuele aversie
8
0
2
0
0
1
0
2
13
Overmatig seksueel verlangen
0
13
14
36
7
19
40
15
18
Anders
0
0
2
0
0
0
0
0
8
25
23
36
13
25
60
23
Problemen seksuele opwinding 21
Probleem subjectieve opwinding
4
0
0
7
0
2
0
2
22
Erectie-/lubricatieprobleem
42
4
26
29
23
18
0
21
28
Anders
0
0
2
0
0
1
0
1
46
4
28
36
23
21
0
24
Problemen orgasme 31
Orgasmeprobleem
0
4
7
0
0
1
0
2
32
Voortijdig orgasme
0
0
9
0
3
8
20
6
33
Anhedonisch orgasme
0
0
2
0
0
0
0
0
34
Ejaculatieprobleem
4
0
2
7
0
0
0
1
38
Anders
0
0
0
7
0
0
0
0
4
4
21
14
3
8
20
10 2
Seksuele-pijnproblemen 41
Dyspareunie
4
0
5
0
0
1
0
42
Vaginisme
0
0
5
0
0
0
0
1
43
Pijn andere lichaamsdelen
0
0
0
0
0
0
0
0
44
Verm. gevoeligheid gesl.delen
0
0
0
0
0
0
0
0
48
Anders
0
0
0
0
0
0
0
0
4
0
9
0
0
1
0
2
8
0
7
0
7
10
0
7
2
50
Parafilie
Genderidentiteitsprobleem 61
Travestie
0
4
2
0
0
2
0
62
Transgenderisme
0
0
2
0
0
3
0
2
63
Transseksualiteit
0
4
0
14
0
4
0
3
68
Anders
0
4
0
0
0
0
0
0
0
13
5
14
0
8
0
6
Seksueel misbruik/geweld 71
Problematiek dader
0
4
0
0
7
0
0
1
72
Problematiek slachtoffer
0
0
2
0
0
1
20
1
78
Anders
4
4
0
0
3
0
0
1
4
8
2
0
10
1
20
4 6
Seksuele ontevredenheid 81
Over frequentie seks. contact
12
8
0
0
17
4
0
82
Over aard seks. contact
8
8
0
0
0
1
0
2
83
Over seks. contact met derde(n)
0
4
0
0
0
1
0
1
84
Over eigen seksuele oriëntatie
4
0
2
0
0
8
0
4
85
Over eigen uiterlijk
4
0
0
0
0
0
0
0
86
Over ontbreken partner
0
21
2
0
0
0
0
2
88
Andere seksuele ontevredenheid
0
4
0
0
7
2
0
2
27
46
5
0
23
15
0
18
0
0
0
0
10
6
0
4
Onbekend
0
0
0
0
10
5
0
3
Totaal aantal (n)
26
24
43
14
30
107
5
251
90
Ander seksueel probleem
35
Rapport PSTG-registratie 2008 en 2009
Rutgers WPF, 2012
Bijlage 2b. Het (hoofd)probleem van de vrouwelijke cliënten waarbij in 2009 het eerste gesprek plaatsvond (percentages; aantallen worden cursief weergegeven). In deze tabel worden uitsluitend de gegevens van de aangemelde cliënten weergegeven en niet van hun partners - ook niet als die wel bij de behandeling betrokken waren. Emergis
GGZ-E
GGZ-F
GGZ-I
PsyQ-G
PsyQ-H
PsyQ-He
Totaal
Problemen seksueel verlangen 11
Verminderd seksueel verlangen
18
47
33
38
32
31
23
31
12
Seksuele aversie
16
0
30
3
9
5
0
10
13
Overmatig seksueel verlangen
3
0
3
0
0
2
0
1
18
Anders
0
0
3
3
5
0
0
1
37
47
70
44
45
38
23
44
Problemen seksuele opwinding 21
Probleem subjectieve opwinding
8
16
0
3
0
3
0
4
22
Erectie-/lubricatieprobleem
3
0
0
0
0
2
0
1
28
Anders
0
0
0
0
0
2
0
0
11
16
0
3
0
6
0
5
Problemen orgasme 31
Orgasmeprobleem
11
0
0
3
5
2
0
3
32
Voortijdig orgasme
0
0
0
0
0
0
0
0
33
Anhedonisch orgasme
0
0
0
0
0
0
0
0
34
Ejaculatieprobleem
0
0
0
0
0
0
0
0
38
Anders
0
0
0
0
0
0
0
0
11
0
0
3
5
2
0
3 17
Seksuele-pijnproblemen 41
Dyspareunie
21
0
6
29
27
19
0
42
Vaginisme
8
0
12
3
5
11
8
8
43
Pijn andere lichaamsdelen
0
0
0
0
0
0
0
0
44
Verm. gevoeligheid gesl.delen
3
0
0
0
0
0
0
0
48
Anders
0
0
3
0
0
2
0
1
32
0
21
32
32
31
8
26
0
0
0
0
0
0
0
0
50
Parafilie
Genderidentiteitsprobleem 61
Travestie
0
0
0
0
0
0
0
0
62
Transgenderisme
0
0
0
0
0
2
8
1
63
Transseksualiteit
3
0
3
0
0
0
0
1
68
Anders
0
0
0
0
0
2
0
0
3
0
3
0
0
3
8
2
Seksueel misbruik/geweld 71
Problematiek dader
0
0
0
0
0
0
0
0
72
Problematiek slachtoffer
0
0
0
12
5
3
62
7
78
Anders
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
12
5
3
62
7
2
Seksuele ontevredenheid 81
Over frequentie seks. contact
5
11
0
0
5
0
0
82
Over aard seks. contact
3
0
3
0
5
0
0
1
83
Over seks. contact met derde(n)
0
0
0
0
0
0
0
0
84
Over eigen seksuele oriëntatie
0
0
0
3
5
5
0
2
85
Over eigen uiterlijk
0
16
3
0
0
0
0
2
86
Over ontbreken partner
0
0
0
0
0
0
0
0
88
Andere seksuele ontevredenheid
0
0
0
3
0
0
0
0
8
26
6
6
14
5
0
8
0
0
0
0
0
8
0
2
Onbekend
0
11
0
0
0
5
0
2
Totaal aantal (n)
38
19
33
34
22
64
13
223
90
36
Ander seksueel probleem
Rapport PSTG-registratie 2008 en 2009
Rutgers WPF, 2012
7
PSTG-samenstelling
1.
Eleos-Midden (Eleos-M) Afdeling Volwassenenzorg Contactpersoon: Mw E. Westeneng, maatschappelijk werker-VO / psychotherapeut / seksuoloog-NVVS
2.
Eleos-Noordoost Contactpersoon: Drs C. den Hamer, psycholoog / psychotherapeut
3.
Emergis, Goes, Terneuzen Team Seksuologische Problematiek Contactpersoon: Mw E.L.J. Willems, maatschappelijk werker-VO / psychotherapeut / seksuoloog-NVVS
4.
GGNet-Scelta, Den Haag Contactpersoon: Mw K.M.A. Demmenie, sociaal psychiatrisch verpleegkundige-VO / seksuoloog-NVVS
5.
GGZ-Breburg, Tilburg Zorgprogramma Seksuologie Contactpersoon: Mw M. Caris, sociaal psychiatrisch verpleegkundige-VO / maatschappelijk werker / seksuoloog-NVVS
6.
Geestelijke Gezondheidszorg Eindhoven en de Kempen (GGzE), Eindhoven Contactpersoon: Mw C. Betz, maatschappelijk werker – VO / seksuoloog-NVVS
7.
GGZ Friesland (GGZ-F), Leeuwarden Team Seksuologie Contactpersoon: Mw drs I. van Beusekom, psychiater / seksuoloog-NVVS
8.
GGZ-Ingeest (GGZ-I), Hoofddorp Team Seksuologie Contactpersoon: Mw R. Althuisius, maatschappelijk werker – VO / seksuoloog-NVVS
9.
GGZ-Meerkanten, Harderwijk Contactpersoon: Mw drs N. Roussel, gezondheidszorgpsycholoog i.o. tot seksuoloog-NVVS
10.
PsyQ Groningen (PsyQ-G), Groningen Programma Seksuologie Contactpersoon: Dhr G. Vels, sociaal psychiatrisch verpleegkundige-VO i.o. tot seksuoloogNVVS
11.
PsyQ Haaglanden (PsyQ-H), Den Haag Programma Seksuologie Contactpersoon: Drs C. van der Rhee, psycholoog / psychotherapeut / seksuoloog-NVVS
12.
PsyQ Heerlen (PsyQ-He) Programma Seksuologie Contactpersoon: Mw drs T. Rohn, klinisch psycholoog / psychotherapeut / seksuoloog-NVVS
13.
PsyQ Hilversum Programma Seksuologie Contactpersoon: Mw drs A. Schade, psycholoog / seksuoloog-NVVS
37
Rapport PSTG-registratie 2008 en 2009
14.
PsyQ Rotterdam Programma Seksuologie Contactpersoon: Drs C. van der Rhee, psycholoog / psychotherapeut / seksuoloog-NVVS
Bestuur PSTG: Drs C. van der Rhee, PsyQ Haaglanden en PsyQ Rotterdam, voorzitter Drs J. Vroege, PsyQ Haaglanden, secretaris Mw C. Betz, Geestelijke Gezondheidszorg Eindhoven en de Kempen, lid Mw dr J. van der Velde, GGZ Friesland, lid Coördinatie PSTG-registratie: Drs H. Kruijer, Rutgers WPF Drs H. Kedde, Rutgers WPF
38
Rutgers WPF, 2012