Speciale veiligheidsinstructie 308030NL, Eerste uitgave juni 2008
Tankmeetsysteem Speciale veiligheidsinstructie ATEX
P r oduc tni e tl ange rl e v e r baar '
www.rosemount-tg.com
Speciale veiligheidsinstructie 308030NL, Eerste uitgave juni 2008
Rosemount TankRadar REX Inhoudsopgave
Inhoudsopgave SPECIALE VEILIGHEIDSINSTRUCTIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . TOC-II 1.
ALGEMENE EISEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-1 1.1 1.2 1.3
2.
TECHNIEKEN VOOR EXPLOSIEBESCHERMING . . . . . . . . . . 2-1 2.1 2.2 2.3 2.4
3.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .1-1 VLAMBESTENDIGE/EXPLOSIEVEILIGE OMHULSELS . . . . . . . . . . .1-2 NIET-GOEDGEKEURDE RESERVEONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . .1-2
INTRINSIEKE VEILIGHEID . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2-1 VLAMBESTENDIG/EXPLOSIEVEILIG . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2-2 VERHOOGDE VEILIGHEID . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2-2 INFORMATIE OVER DE EUROPESE ATEX-RICHTLIJN . . . . . . . . . .2-3 2.4.1 Radareenheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2-3 2.4.2 Radartankmeter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-4 2.4.3 Transmitterinterfacekaart (TIC) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2-5 2.4.4 Temperatuur multiplexkaart (TMC) . . . . . . . . . . . . . . . . . .2-6 2.4.5 FF adaptor kaart (FFA) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2-7 2.4.6 Gegevensverzamelingseenheid (DAU) . . . . . . . . . . . . . .2-8 2.4.7 Afstandsdisplayeenheid 40 (RDU 40) . . . . . . . . . . . . . . .2-9
VEILIGE AANSLUITING VAN TANKRADAR REX . . . . . . . . . 3-1 3.1 3.2 3.3 3.4
KABELS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3-1 GEÏNTEGREERDE AANSLUITKAST, JBI . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3-1 AANSLUITKAST VAN KLANT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3-1 AARDING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-2
TOC-i
Speciale veiligheidsinstructie Rosemount TankRadar REX Inhoudsopgave
308030NL, Eerste uitgave juni 2008
SPECIALE VEILIGHEIDSINSTRUCTIE Dit document bevat specifieke eisen waaraan moet zijn voldaan om een veilige installatie en een veilig gebruik van de Rosemount TankRadar REX in gevaarlijke gebieden te waarborgen. Nalatigheid kan de veiligheid in gevaar brengen. Rosemount Tank Radar AB is niet verantwoordelijk als niet aan bovenstaande eisen is voldaan.
TOC-ii
Speciale veiligheidsinstructie 308030NL, Eerste uitgave juni 2008
1.
Algemene eisen
1.1
Veiligheidsinstructies
Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 1 Algemene eisen
•
De meter REX 3900 moet door gekwalificeerd personeel worden geïnstalleerd volgens de bijgevoegde instructies en in overeenstemming met de toepasbare werkwijze.
•
De toevoeging “X” aan het goedkeuringsnummer (bijv. Baseefa 03ATEX0071X) geeft aan dat er speciale voorwaarden voor veilig gebruik van toepassing zijn.
•
Controleer of de gekoppelde voeding overeenkomt met de markering op de meter REX 3900.
•
Selecteer externe zekeringen op basis van de classificatie voor de gebiedstemperatuur (T1-T6) en de maximale verwachte omgevingstemperatuur om oververhitting van de W11-bedrading (0,5 mm2) te voorkomen, zie Figuur 3-1. Voorbeeld: de maximaal toegestane stroom (bij storing) in een T4-installatie bij een omgevingstemperatuur van 70 °C is 7,5 A volgens het certificaat PTB 97 ATEX 1047 U.
1-1
Speciale veiligheidsinstructie Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 1 Algemene eisen
1.2
308030NL, Eerste uitgave juni 2008
Vlambestendige/Explosieveilige omhulsels Vlambestendige/Explosieveilige omhulsels van de radartankmeters (RTG) mogen niet worden geopend als ze in werking zijn. Rosemount Tank Radar AB is niet verantwoordelijk wanneer volgens plaatselijke bepalingen de vlambestendige omhulsels wel geopend mogen worden als ze in werking zijn.
RTG3930_Flameproof.eps
Vlambestendig omhulsel
Figuur 1-1. Radartankmeter met vlambestendig omhulsel. 1.3
Niet-goedgekeurde reserveonderdelen Het gebruik van niet-goedgekeurde reserveonderdelen kan de veiligheid in gevaar brengen. Rosemount Tank Radar AB is niet verantwoordelijk voor storingen, ongevallen etc. die zijn veroorzaakt door niet-goedgekeurde reserveonderdelen. Goedgekeurde reserveonderdelen moeten zijn voorzien of zijn verpakt met een label waarop de naam en het identificatienummer van Rosemount Tank Radar AB staan vermeld.
1-2
Speciale veiligheidsinstructie 308030NL, Eerste uitgave juni 2008
2.
Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 2 Technieken voor explosiebescher-
Technieken voor explosiebescherming TankRadar REX-uitrusting wordt vaak gebruikt in gebieden waar brandbaar materiaal wordt gehanteerd en waar een explosieve gasatmosfeer aanwezig kan zijn, zgn. gevaarlijke gebieden. Om het milieu en het personeel te beschermen, moeten voorzorgsmaatregelen worden genomen om te waarborgen dat deze atmosfeer niet ontbrandt. Uitrusting in gevaarlijke gebieden moet dus altijd tegen explosie beschermd zijn. In de loop der jaren is een aantal verschillende technieken voor explosiebescherming ontwikkeld. De verschillende technieken zijn Intrinsieke veiligheid, Vlambestendige/Explosieveilige omhulsels en Verhoogde veiligheid. De basisprincipes voor explosiebescherming zijn:
2.1
•
Brandbare materialen zijn ingedeeld volgens de energie die nodig is om ze te doen ontbranden.
•
Uitrusting in gevaarlijke gebieden is geclassificeerd volgens de maximale oppervlaktetemperatuur die het kan produceren en dit moet veilig zijn met de evt. aanwezige brandbare gassen.
•
Gevaarlijke gebieden zijn geclassificeerd volgens de waarschijnlijkheid dat een explosieve atmosfeer aanwezig is, en dit bepaalt of er een speciale techniek voor explosiebescherming moet worden gebruikt.
Intrinsieke veiligheid Intrinsieke veiligheid (IS) is gebaseerd op het principe van het beperken van de beschikbare elektrische energie die in circuits in gevaarlijke gebieden, zodat vonken of hete oppervlakken die door elektrische storingen in componenten kunnen ontstaan, niet voor ontbranding kunnen zorgen. Intrinsieke veiligheid is de enige techniek die is geaccepteerd voor gevaarlijke gebieden Zone 0. Voorbeeld: temperatuurmeting met DAU is intrinsiek veilig.
Opmerking!
Voor het lokaliseren van storingen in intrinsieke veiligheidscircuits zijn speciale aandacht en vaardigheden vereist. Instrumenten voor het lokaliseren van storingen in intrinsieke veiligheidscircuits moeten voor het bedoelde gebruik zijn goedgekeurd.
2-1
Speciale veiligheidsinstructie Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 2 Technieken voor explosiebescher-
2.2
308030NL, Eerste uitgave juni 2008
Vlambestendig/Explosieveilig Vlambestendige/Explosieveilige omhulsels kunnen worden gebruikt als een explosie binnenin het omhulsel is toegestaan zolang deze zich niet naar de buitenzijde verspreidt. Het omhulsel moet drukbestendig zijn en smalle openingen hebben om de lucht te kunnen laten ontsnappen zonder de atmosfeer buiten de uitrusting te laten ontbranden.
Opmerking!
2.3
Het vlambestendige/explosieveilige omhulsel mag niet worden geopend als het apparaat onder spanning staat of als er een explosieve gasatmosfeer aanwezig is. Beschadigde omhulsels moeten worden verwijderd. Alle bevestigingsschroeven voor het deksel moeten aanwezig en goed aangehaald zijn.
Verhoogde veiligheid Dit type bescherming is bedoeld voor producten waarin vonken tijdens normale service en tijdens storingscondities niet voorkomen, en waarin overmatige oppervlaktetemperaturen worden verwacht. Verhoogde veiligheid wordt bereikt door isolatiewaarden, kruip- en spelingsafstanden te vergroten tot boven de vereisten voor normale service. Hierdoor wordt een veiligheidsfactor tegen onbedoelde bedrijfsstoringen ingebouwd. Elektrische verbindingen worden zodanig uitgevoerd dat zelf losgaan niet mogelijk is.
2-2
Speciale veiligheidsinstructie 308030NL, Eerste uitgave juni 2008
2.4
Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 2 Technieken voor explosiebescher-
Informatie over de Europese ATEX-richtlijn 2.4.1
Radareenheid
MainLabel_RadarUnit.eps
De REX Radareenheid is gecertificeerd om te voldoen aan Richtlijn 94/9/ EG van de Europese Raad, zoals gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen nr. L 100/1.
Figuur 2-1. Certificeringslabel ATEX voor de 2015 Radareenheid (gebruikt in de serie 3900 radartankmeters). De volgende informatie staat op het label van de radareenheid vermeld: •
Naam en adres van de fabrikant (Rosemount Tank Radar AB).
•
CE Conformiteitsmarkering
•
Compleet modelnummer
•
Serienummer van het apparaat
•
Bouwjaar
•
Markering voor explosiebescherming:
•
EEx d IIB T6 (-40 °C ≤ Ta ≤ +70 °C)
•
Baseefa(2001) ATEX certificaatnummer: Baseefa03ATEX0071X
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X): •
Het type TH2015-2019 Radareenheden mogen niet direct op een tank worden gemonteerd.
•
Met het oog op vervanging moeten de bevestigingsschroeven voor het deksel minimaal van A4-80 roestvrij staal zijn.
•
De permanent bevestigde kabels moeten goed aangesloten en tegen stoten beschermd zijn.
2-3
Speciale veiligheidsinstructie Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 2 Technieken voor explosiebescher-
2.4.2
308030NL, Eerste uitgave juni 2008
Radartankmeter De radartankmeter 3900 (type TH2015-2019 radareenheid met antenne gecertificeerd voor Zone 0) is gecertificeerd om te voldoen aan Richtlijn 94/9/EG van de Europese Raad, zoals gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen nr. L 100/1.
MainLabel_RTG3900.eps
De serie 3900 radartankmeters is bestemd voor directe montage op de tank.
Figuur 2-2. Certificeringslabel ATEX voor de serie 3900 radartankmeter. De volgende informatie staat op het label van de radartankmeter vermeld: •
Naam en adres van de fabrikant (Rosemount Tank Radar AB).
•
CE Conformiteitsmarkering
•
Compleet modelnummer
•
Serienummer van het apparaat
•
Bouwjaar
•
Markering voor explosiebescherming:
•
EEx d IIB T6 (-40 °C ≤ Ta ≤ +70 °C)
•
Baseefa(2001) ATEX certificaatnummer: Baseefa03ATEX0071X
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
2-4
•
Met het oog op vervanging moeten de bevestigingsschroeven voor het deksel minimaal van A4-80 roestvrij staal zijn.
•
De permanent bevestigde kabels moeten goed aangesloten en tegen stoten beschermd zijn.
Speciale veiligheidsinstructie 308030NL, Eerste uitgave juni 2008
Transmitterinterfacekaart (TIC)
ATEX_TIC_label.eps
2.4.3
Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 2 Technieken voor explosiebescher-
Figuur 2-3. Certificeringslabel voor de transmitterinterfacekaart (TIC). De transmitterinterfacekaart (TIC) is in het vlambestendige omhulsel gemonteerd. Dit is nodig voor intrinsiek veilige invoer, zoals 4-20 mA stroomkringen en lokale displayeenheid. De volgende informatie staat op het label van de TIC vermeld: •
Naam en adres van de fabrikant (Rosemount Tank Radar AB).
•
CE Conformiteitsmarkering
•
Bouwjaar
•
Markering voor explosiebescherming:
•
[EEx ia] IIC (-40 °C ≤ Ta ≤ +85 °C)
•
Baseefa(2001) ATEX EC-Typegoedkeuring certificaatnummer: Baseefa03ATEX0050U
Lijst met beperkingen
Opmerking!
•
De transmitterinterfacekaart dient in een omhulsel te zijn geplaatst, dat een beschermingsgraad van ten minste IP20 biedt.
•
De nulleidingen moeten worden doorverbonden en aangesloten op een I.S. aardeaansluiting volgens EN60079-14 12.2.4., als het onderdeel in een samenstelling wordt gemonteerd.
•
De opstelling voor de aansluitingen aan de externe circuit in veilige en gevaarlijke gebieden moeten zijn volgende de richtlijnen van EN50020:2002 lid 6.3.
Kijk voor elektrische (I.S.) parameters in de bijgevoegde EC-Type Examination Certificate Baseefa03ATEX0050U.
2-5
Speciale veiligheidsinstructie Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 2 Technieken voor explosiebescher-
Temperatuur multiplexkaart (TMC)
ATEX_TMC_label.eps
2.4.4
308030NL, Eerste uitgave juni 2008
Figuur 2-4. Certificeringslabel voor de temperatuur multiplexkaart (TMC). De temperatuur multiplexkaart (TMC) is in het brandveilige kast gemonteerd. Deze wordt gebruikt voor het koppelen van maximaal 6 temperatuursensoren op de meter van de REX 3900. De volgende informatie staat op het label van de TMC vermeld: •
Naam en adres van de fabrikant (Rosemount Tank Radar AB).
•
CE Conformiteitsmarkering
•
Bouwjaar
•
Markering voor explosiebescherming:
•
[EEx ia] IIC (-40 °C ≤ Ta ≤ +85 °C)
•
Baseefa(2001) ATEX EC-Typegoedkeuringsnummer: Baseefa03ATEX0050U
Lijst met beperkingen
Opmerking!
2-6
•
De temperatuurmultiplexkaart dient in een omhulsel te zijn geplaatst, dat een beschermingsgraad van ten minste IP20 biedt.
•
De nulleidingen moeten worden doorverbonden en aangesloten op een I.S. aardeaansluiting volgens EN60079-14 12.2.4., als het onderdeel in een samenstelling wordt gemonteerd.
•
De opstelling voor de aansluitingen aan de externe circuit in veilige en gevaarlijke gebieden moeten zijn volgende de richtlijnen van EN50020:2002 lid 6.3.
Kijk voor elektrische (I.S.) parameters in de bijgevoegde EC-Type Examination Certificate Baseefa03ATEX0050U.
Speciale veiligheidsinstructie 308030NL, Eerste uitgave juni 2008
FF adaptor kaart (FFA)
ATEX_FFA_label.eps
2.4.5
Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 2 Technieken voor explosiebescher-
Figuur 2-5. Certificeringslabel voor de FF adaptorkaart (FFA). De FF adaptorkaart (TMC) is in de brandveilige kast gemonteerd. Deze wordt, in verbinding met de een Fieldbus Communication Board (BAS01ATEX1385U), gebruikt als interface naar een intrinsiek veilige Fieldbus. De volgende informatie staat op het label van de FFA vermeld: •
Naam en adres van de fabrikant (Rosemount Tank Radar AB).
•
CE Conformiteitsmarkering
•
Bouwjaar
•
Markering voor explosiebescherming:
•
[EEx ia] IIC (-40 °C ≤ Ta ≤ +85 °C)
•
Baseefa(2001) ATEX EC-Typegoedkeuring certificaatnummer: Baseefa04ATEX0119U
Lijst met beperkingen
Opmerking!
•
De FF adaptorkaart dient in een omhulsel te zijn geplaatst, dat een beschermingsgraad van ten minste IP20 biedt. Indien de FF adaptorkaart in een gevaarlijke omgeving wordt gemonteerd, moet deze zijn geïnstalleerd in een brandveilige kast met de juiste certificatie.
•
De opstelling voor de aansluitingen aan de externe circuit in veilige en gevaarlijke gebieden moeten zijn volgende de richtlijnen van EN50020:2002 lid 6.3.
•
De FF adaptorkaart wordt geschikt geacht voor gebruik in EEx d apparatuur met een omgevingstemperatuur tussen - 40 °C tot + 85 °C
Kijk voor elektrische (I.S.) parameters in de bijgevoegde EC-Type Examination Certificate Baseefa04ATEX0119U.
2-7
Speciale veiligheidsinstructie 308030NL, Eerste uitgave juni 2008
Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 2 Technieken voor explosiebescher-
Gegevensverzamelingseenheid (DAU)
Label_SDAU_973.eps
2.4.6
Figuur 2-6. Certificatielabel ATEX voor de gegevensverzamelingseenheid. De volgende informatie staat op het label van de gegevensverzamelingseenheid (DAU) vermeld: •
Naam en adres van de fabrikant (Rosemount Tank Radar AB).
•
CE Conformiteitsmarkering
•
Compleet modelnummer
•
Serienummer van het apparaat
•
Bouwjaar
•
Markering voor explosiebescherming:
•
EEx ia IIB T4 (-40 °C ≤ Ta ≤ +65 °C)
Tabel 1: X20 Pin 6 m.b.t. Pin 7
X20 Pin 5 m.b.t. Pin 7
X21 (Voor het aansluiten tot 14 stuks RTD’s)
Ui=14 V Ii=334 mA Pi=1,17 W Li=Ci=0
Ui=6 V Ii=60 mA Pi=0,08 W Li=Ci=0
U0=6 V I0=394 mA P0=1,25 W Ui=1,2 V Ii=10 mA Pi=0,02 W Li=0
Ci=13,5 μF
•
2-8
Baseefa(2001) ATEX EC-Typegoedkeuring certificaatnummer: Baseefa03ATEX0044
Speciale veiligheidsinstructie 308030NL, Eerste uitgave juni 2008
Afstandsdisplayeenheid 40 (RDU 40)
ATEX_RDU40_label.eps
2.4.7
Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 2 Technieken voor explosiebescher-
Figuur 2-7. Goedkeuringslabel voor de afstandsdisplayeenheid RDU 40. De volgende informatie staat op het label van de afstandsdisplayeenheid 40 (RDU 40) vermeld: •
Naam en adres van de fabrikant (Rosemount Tank Radar AB).
•
CE Conformiteitsmarkering
•
Bouwjaar
•
Markering voor explosiebescherming:
•
EEx ib IIC T4 (-40 °C ≤ Ta ≤ +70 °C)
•
Sira ATEX certificaatnummer: Sira 00 ATEX 2062
De volgende instructies gelden voor apparatuur volgens certificaatnummer Sira 00ATEX2062: 1
De apparatuur mag worden gebruikt bij brandbare gassen en dampen met apparaatgroep IIC, IIB en IIA en met temperatuurklassen T1, T2, T3 en T4.
2
De uitrusting is uitsluitend gecertificeerd voor gebruik in omgevingstemperaturen van -40 °C tot +70 °C. Gebruik buiten dit bereik is niet toegestaan.
3
De installatie moet worden uitgevoerd in overeenstemming met de toepasbare praktijkcode.
4
Reparatie van deze uitrusting moet worden uitgevoerd in overeenstemming met de toepasbare praktijkcode.
5
Certificaatmarkering zoals in tekening nummer 9150 074-980 en 9150 074-981.
2-9
Speciale veiligheidsinstructie Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 2 Technieken voor explosiebescher-
2-10
308030NL, Eerste uitgave juni 2008
Speciale veiligheidsinstructie 308030NL, Eerste uitgave juni 2008
Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 3 Veilige aansluiting van tankradar
3.
Veilige aansluiting van tankradar REX
3.1
Kabels De permanent bevestigde kabels moeten goed aangesloten en tegen stoten beschermd zijn. Op de meter REX moet dit worden toegepast voor kabeluitgangen W11 en W12.
Cabling.eps
W12 Intrinsiek veilig
W11 Niet-intrinsiek veilig
Figuur 3-1. Omhulsel met uitgang W11 en W12. 3.2
Geïntegreerde aansluitkast, JBi
Opmerking!
Het deksel van de geïntegreerde aansluitkast mag niet worden geopend als deze in werking is. De intrinsiek veilige bedrading naar de interne TIC/TMC-print op uitgang W12 moet adequaat gescheiden zijn van de niet-intrinsiek veilige bedrading naar uitgang W11.
3.3
Aansluitkast van klant Aansluitkasten van de klant, die worden gebruikt voor het koppelen van uitgang W11 aan de veldkabels van de klant, moeten zijn gecertificeerd voor gebruik in gevaarlijke gebieden. Aansluitdraden van de radartankmeter naar de aansluitkast moeten zijn beschermd volgens de nationale praktijkcode. De intrinsiek veilige bedrading naar de interne TIC/TMC-print op uitgang W12 moet adequaat gescheiden zijn van de niet-intrinsiek veilige bedrading naar uitgang W11.
3-1
Speciale veiligheidsinstructie Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 3 Veilige aansluiting van tankradar
3.4
308030NL, Eerste uitgave juni 2008
Aarding
TH3900_GroundLug.eps
De behuizing moet zijn geaard volgens de nationale praktijkcode. Gewoonlijk betekent dit dat de aardingsverbindingslip op het vlambestendige omhulsel is verbonden aan een potentieel compensatienetwerk, normaalgesproken de tankromp.
Figuur 3-2. Aardingsverbindingslip. Als het omhulsel is aangesloten op het potentieel compensatienetwerk of de tankstructuur, moet de beschermende aarde met de voeding niet zijn aangesloten. Als het omhulsel niet extern geaard is, moet de beschermende aarde met de voeding wel worden aangesloten.
3-2
Speciale veiligheidsinstructie 308030NL, Eerste uitgave juni 2008
Lokale vertegenwoordiger van Rosemount Tank Gauging:
Emerson Process Management Rosemount Tank Gauging Box 130 45 SE-402 51 Göteborg ZWEDEN Tel (International): +46 31 337 00 00 Fax (International): +46 31 25 30 22 E-mail:
[email protected] www.rosemount-tg.com Copyright © Rosemount Tank Radar AB. Ref. nr: 308030NL, Eerste uitgave. juni 2008.