UvA, Tentamen Inleiding Telematica, 24 maart 2004. Schrijf heel netjes, motiveer Uw antwoorden kort, vermeld op elke bladzijde naam en studentnummer. De cijfers tussen () aan het eind van een vraag geeft de waardering voor een goed antwoord op die vraag weer. Het eindcijfer is de som van alle waarderingen / 100.
1)
RFC 2516 - A Method for Transmitting PPP Over Ethernet (PPPoE)
PPPoE wordt veel gebruikt in de context van ADSL- en kabelinternetmodems. Hieronder fragementen en vragen daarover uit de PPPoE RFC. February 1999 Abstract The Point-to-Point Protocol (PPP) [1] provides a standard method for transporting multi-protocol datagrams over point-to-point links.
Vraag a. Vraag b.
Wat is een punt-punt verbinding? Wat is een datagram?
(2) (2)
Het datagram wat in de tekst bedoeld wordt is een laag drie datagram. Vraag c. Noem twee laag drie datagrammen? (3) Vraag d. Wat wordt bedoeld met “transporting multi-protocol datagrams”? De tekst zelf is ambigu, u moet het hier van uw telematicakennis hebben. (3) This document describes how to build PPP sessions and encapsulate PPP packets over Ethernet.
Vraag e.
Wat is encapsulatie van pakketten?
(2)
Applicability 1. Introduction … To provide a point-to-point connection over Ethernet, each PPP session must learn the Ethernet address of the remote peer, as well as establish a unique session identifier. PPPoE includes a discovery protocol that provides this.
Vraag f. Vraag g.
Wat is een sessie? Wat is een protocol?
(3) (3)
3. Protocol Overview … When a Host wishes to initiate a PPPoE session, it must first perform Discovery to identify the Ethernet MAC address of the peer and establish a PPPoE SESSION_ID. While PPP defines a peer-to-peer relationship, Discovery is inherently a client-server relationship. In the Discovery process, a Host (the client) discovers an Access Concentrator (the server).
Vraag h.
Welke service biedt de Access Concentrator dan?
Based on the network topology, there may be more than one Access Concentrator that the Host can communicate with. The Discovery stage allows the Host to discover all Access Concentrators and then select
Blz. 1 van 6
(5)
UvA, Tentamen Inleiding Telematica, 24 maart 2004. Schrijf heel netjes, motiveer Uw antwoorden kort, vermeld op elke bladzijde naam en studentnummer. one. When Discovery completes successfully, both the Host and the selected Access Concentrator have the information they will use to build their point-to-point connection over Ethernet. The Discovery stage remains stateless until a PPP session is established. Once a PPP session is established, both the Host and the Access Concentrator MUST allocate the resources for a PPP virtual interface.
Vraag i.
Is PPPoE een conection less or connection oriented protocol?
(2)
4. Payloads The following packet formats are defined here. The payload contents will be defined in the Discovery and PPP sections. An Ethernet frame is as follows: 1 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 0 1 2 3 4 5 +-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+ | DESTINATION_ADDR | | (6 octets) | | | +-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+ | SOURCE_ADDR | | (6 octets) | | | +-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+ | ETHER_TYPE (2 octets) | +-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+ ~ ~ ~ payload ~ ~ ~ +-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+ | CHECKSUM | +-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+ The DESTINATION_ADDR field contains either a unicast Ethernet destination address, or the Ethernet broadcast address (0xffffffff). For Discovery packets, the value is either a unicast or broadcast address as defined in the Discovery section. For PPP session traffic, this field MUST contain the peer's unicast address as determined from the Discovery stage.
Vraag j. Waarom wordt hier geeist dat na het op zetten van de PPP verbinding het normale data transporterende PPP verkeer een unicast adres (van de access concentrator) bevat? (4)
Blz. 2 van 6
UvA, Tentamen Inleiding Telematica, 24 maart 2004. Schrijf heel netjes, motiveer Uw antwoorden kort, vermeld op elke bladzijde naam en studentnummer. 2)
Transport Layer Services
Dit vraagstuk is gebaseerd op een tekst van de firma Cisco over “Cisco IOS for S/390 Assembler API Concepts”. Cisco levert netwerkapparatuur en software en heeft daarvoor een operating systeem gemaakt, het IOS (Internet Operating System). Om ontwikkelaars in staat te stellen om applicaties te maken zijn een aantal API’s gemaakt. Deze worden in de Cisco tekst uitgelegd. The transport layer is responsible for the delivery of data between transport users across a communications facility. In providing this service, the transport layer may need to deal with a variety of networks with differing characteristics and capabilities. Depending on the sophistication of the lower layers, the transport layer may require complex protocols to carry out its designated functions. …
Figuur 1 S/390
Vraag a. Tot welke OSI laag behoort de transportlaag (geef nummer)? (1) Vraag b. Waarom hangt de complexiteit van de transportlaag af van de “sophistication of the lower layers” ? (4) By defining a set of common services and mapping these onto the capabilities and services of the network layer, the transport layer can shield upper layers from many of the details of data transfer. As such, the upper layers are able to focus on user requirements and applications.
Vraag c. De transportlaag abstraheert diverse details die wél relevant zijn voor de netwerklaag. Noem er twee?
(2)
While the services of any given layer are standardized, the method of acquiring them is not. This is because the manner in which information is conveyed between layers depends heavily on the environment in which they are implemented. Therefore, ISO 8072 defines the services of the transport layer and the API determines how these services are acquired.
Vraag d. De omgeving (“environment”) waarin de lagen zich bevinden kunnen computers (meestal de eindsystemen) en netwerkelementen (bridges, routers) zijn die allen op specifieke wijze de netwerkcommunicatiefuncties implementeren. Welke aanwijzing uit de Cisco tekst (en uitleg daarbij), en dus niet aan de hand van het plaatje hierboven en de aanduiding S/390, heeft u dat de S/390 een computer en geen netwerkelement is? (4)
Modes of Service These types of service are supported by Internet and ISO protocols: Connection mode With this service, a transport connection is established between two peer transport users prior to the exchange of data. Connectionless mode With this service, no transport connection is established and each data unit transferred is independent of previous or subsequent data units.
Vraag e. Noem een connection oriented en een connection less internettransportlaagprotocol?
Blz. 3 van 6
(2)
UvA, Tentamen Inleiding Telematica, 24 maart 2004. Schrijf heel netjes, motiveer Uw antwoorden kort, vermeld op elke bladzijde naam en studentnummer.
Hier boven ziet U een plaatje uit het Cisco document over een transportlaagprotocol, voor de eerste fase van de communicatie. In totaal zijn er drie fasen. Vraag f. Is het protocol connection oriented of connection less? (2) Vraag g. Welke vier transportlaagprimitieven worden hier genoemd en wat is een TPDU? (3) Vraag h. Niet getekend hier is de dienst die de primitieven T-Data.request en TData.indication benut en welke in de tweede fase van de communicatie van toepassing is. Voor welke OSI laag zijn deze dienst bestemd en wat doet T-Data.request? (3) Vraag i. In totaal kent dit transportlaagprotocol drie fasen. Bedenk een goede naam (en wat uitleg) voor de primitieven behorende bij de laatste fase; wat is dus een goede invulling voor X in T-X.request en T-X.indication? (4) 3)
PoP3
Op de volgende bladzijde vindt U een deel uit de POP3 RFC (POP: Post Office Protocol). Vraag a. Waarvoor is RFC 1939?
(2)
Het deel uit deze RFC is een voorbeeld van een POP3 sessie (de regelnummers hebben wij er aan toegevoegd). Vraag b. Wat is een sessie? (2) In het voorbeeld staan de afkortingen S: en C: Vraag c. Wat wordt met S: en C: bedoeld? Regel 1 en 2 van het voorbeeld bevat tekst tussen “<” en “>” haken. Vraag d. Waarom is deze tekst zo weergegeven? Vraag e. Wat wordt bedoeld met S: <wait for connection on TCP port 110> in regel 1? Vraag f. Wat wordt bedoeld met C:
in regel 2?
Blz. 4 van 6
(2) (2) (2) (3)
UvA, Tentamen Inleiding Telematica, 24 maart 2004. Schrijf heel netjes, motiveer Uw antwoorden kort, vermeld op elke bladzijde naam en studentnummer. Vervolgens zien we in regel 4 het APOP commando. Vraag g. Wat doet dat?
(3)
In regel 6 staat het STAT commando. Vraag h. Wat doet dat? Wat wordt bedoelt met “2” en “320”?
(3)
In regel 13 staat het RETR 1 commando. Vraag i. Wat doet dat?
(3)
In regels 16 en 22 staat slechts een “.” (een punt). Vraag j. Wat is de bedoeling hiervan?
(3)
Myers & Rose RFC 1939
Standards Track POP3
[Page 18] May 1996
10. Example POP3 Session 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28
S: <wait for connection on TCP port 110> C: S: +OK POP3 server ready <[email protected]> C: APOP mrose c4c9334bac560ecc979e58001b3e22fb S: +OK mrose's maildrop has 2 messages (320 octets) C: STAT S: +OK 2 320 C: LIST S: +OK 2 messages (320 octets) S: 1 120 S: 2 200 S: . C: RETR 1 S: +OK 120 octets S: S: . C: DELE 1 S: +OK message 1 deleted C: RETR 2 S: +OK 200 octets S: S: . C: DELE 2 S: +OK message 2 deleted C: QUIT S: +OK dewey POP3 server signing off (maildrop empty) C: S: <wait for next connection>
Blz. 5 van 6
UvA, Tentamen Inleiding Telematica, 24 maart 2004. Schrijf heel netjes, motiveer Uw antwoorden kort, vermeld op elke bladzijde naam en studentnummer. 4)
Smart Node VoIP Media gateway (van de firma Patton)
Een PBX (Private Branch Exchange) is een bedrijfstelefooncentrale. PBX-en zijn kostbaar en op elke locatie die een bedrijf heeft zoe er één moeten staan. Normaliter worden deze dan via speciale verbindingen over het openbare telefoonnet aan elkaar gekoppeld. Voor bedrijven waar op nevenlocaties slechts maximaal 8 telefoons staan hoeft men echter geen PBX aan te schaffen. De Patton SmartNode 4110 Telephony over IP Access Device, in samenwerking met andere Patton apparatuur, biedt (volgens Patton) uitkomst, zie plaatje hieronder.
4110
Vraag a. Wat voor een functie heeft de Patton SmartNode 4110 ? (3) Vraag b. Het plaatje laat ook andere Patton apparatuur zien. Welke lijkt geschikt voor een thuiswerker? (4) Vraag c. De 2300 kan rechtstreeks aan een PBX gekoppeld worden. Tussen de Patton 1200, 4110 en 2300 (en 2400) wordt volgens een bepaald VoIP (Voice over IP) protocol gecommuniceerd. Noem twee voordelen en een nadeel voor Patton om dat een, niet open, Patton specifiek protocol, te laten zijn? (6) De 2400 kan telefoons die aan de 4110, 1200 en aan de (via PBX) 2300 gekoppeld zijn naar het publieke telefoonnet doorverbinden. Ook kan het telefoongesprekken die van het publieke net afkomstig zijn doorverbinden met de bedrijfstelefoons. Als een telefoon, die gekoppeld is aan de 4110, een telefoon aan het openbare net wil bellen kan het zo zijn dat het gesprek (en alle soortgelijke gesprekken) de route 4110-2300-PBX-2300-2400 neemt. De PBX bepaalt dan de routering van de gesprekken. Men heeft dan bewust voor gekozen om de rechtstreekse route 4110-2400 niet mogelijk te maken. Vraag d. Noem twee voordelen van een dergelijke politiek ? (6) Vraag e. Noem twee nadelen daarvan? (6)
Blz. 6 van 6