Patiënteninformatie
Longoperatie (Lobectomie/ Pneumonectomie)
Inhoudsopgave Pagina Ligging en functie van de longen 4 Waarom een longoperatie? 4 Wat voor soort longoperaties zijn er? 5 Wat is een VATS? 5 Wat is een thoracotomie? 6 Wat is een VATS lobectomie? 6 Wat u voor de operatie moet weten 6 Wat u vooraf moet regelen 6 Ondersteuning 7 De fysiotherapeut 7 Naar de operatieafdeling 8 De operatie 8 Mogelijke complicaties 8 Na de operatie 9 Terug op de longafdeling 10 Andere wetenswaardigheden voor na de operatie 11 Leefregels 11 Het ontslag 12 Tot slot 14 Belangrijke telefoonnummers 14
3
Longoperatie (Lobectomie/ Pneumonectomie) U heeft een afspraak in Tergooi voor een longoperatie. Onze artsen en medewerkers doen er alles aan om u met de beste zorg te omringen en uw verblijf in het ziekenhuis zo aangenaam mogelijk te maken. Ter voorbereiding op uw behandeling, informeren we u met deze folder over de gang van zaken rondom een longoperatie. Daarnaast zetten we een aantal praktische zaken en nuttige informatie voor u op een rij. Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen? Achterop vindt u de contactgegevens van de betreffende afdeling. De medewerkers van de afdeling of uw behandelaar beantwoorden uw vragen graag.
Ligging en functie van de longen De rechter- en linkerlong bevinden zich in de borstkas, aan weerszijden van het hart. De rechterlong bestaat uit drie longkwabben; de linker uit twee longkwabben (zie tekening). De longen zijn omgeven door een longvlies.
Waarom een longoperatie? Een longoperatie kan om verschillende redenen nodig zijn. Meestal hebben we te maken met (verdenking op) longkanker of een uitzaaiing in de long van een al eerder behandelde kwaadaardigheid elders in het lichaam. Het kan ook gaan om een hardnekkig ontstekingsproces, een goedaardige afwijking of een onbegrepen afwijking.
4
B = Bovenkwab M = Middenkwab O = Onderkwab
Wat voor soort longoperaties zijn er? Deze folder gaat over longoperaties waarbij we een longkwab (lobectomie) of een hele long (pneumonectomie) weghalen Andere longoperaties zijn het weghalen van een stukje longweefsel (wigresectie) of het weghalen van het longvlies (pleurectomie).
Wat is een VATS? VATS is een afkorting van de Engelse woorden Video Assisted Thoracoscopic Surgery. Dit betekent dat een longoperatie wordt uitgevoerd als kijkoperatie waarbij gebruik wordt gemaakt van een videocamera. Vaak begint de chirurg een operatie via VATS, maar in sommige gevallen kan het tijdens de operatie nodig blijken de snee uit te breiden tot een t horacotomie. Het voordeel van de VATS-techniek is dat de ingreep via een kijkoperatie gebeurt. Dat betekent dat de chirurg slechts enkele kleine sneetjes maakt tussen de ribben aan de zijkant van de borstkas. 5
Wat is een thoracotomie? Een thoracotomie is een uitgebreidere operatie waarbij de chirurg de borstkas (thorax) opent via een snede tussen de ribben aan de zijkant van de borstkas om de long te bereiken.
Wat is een VATS lobectomie? De VATS lobectomie (longkwabverwijdering) is een moderne manier om een kwab te verwijderen door middel van een kijkoperatie. Deze techniek is niet bij iedereen mogelijk.
Wat u voor de operatie moet weten Meestal staat het operatieplan van tevoren vast. Soms echter blijkt tijdens de operatie pas dat: • er meer longweefsel moet worden verwijderd dan eerst werd gedacht; • verwijdering van een tumor niet goed mogelijk is. Tijdens de operatie overlegt de chirurg dan met uw longarts. Vaak doen we tijdens de operatie een microscopisch onderzoek. De chirurg neemt dan een stukje weefsel weg dat de patholoog (de arts die weefselonderzoek doet) dan tijdens de operatie onder de microscoop onderzoekt. Na de operatie doen we nog een uitgebreider microscopisch onderzoek van het weefsel en/of de lymfeklieren. De uitslag daarvan duurt zeven tot tien dagen. Na de operatie vertelt de arts u wat er precies is gedaan.
Wat u vooraf moet regelen We raden u aan om al vóór uw operatie stil te staan bij de vraag of u na de operatie thuis voldoende opvang heeft. U heeft dan namelijk hulp nodig bij dagelijkse handelingen die u nog niet zelf mag uitvoeren. Zo mag u zowel bij de VATS als bij de thoracotomie tot ten minste twee weken na de operatie geen zwaar huishoudelijk werk verrichten zoals tillen en zware boodschappen dragen. Ook mag u tot ten minste twee weken na de operatie niet autorijden. Tijdens de poli-afspraak met de arts bespreekt deze met u wanneer u weer mag autorijden. 6
Deze afspraak maken we meestal voor ongeveer twee weken na ontslag. Dit betekent dat u hiervoor de eerste weken bent aangewezen op de hulp van anderen. De verpleegkundige van uw afdeling helpt u, als dat nodig en mogelijk is, deze opvang te regelen via de thuiszorg. Als u een baan heeft, kunt u uw werkkring alvast melden dat u zeker niet zult komen werken tot de eerste controleafspraak op de poli van de longarts. In geval van zwaar lichamelijk werk duurt het mogelijk langer voordat u weer kunt werken. Zorg dat u zo veel mogelijk in beweging blijft vóór de operatie. Een goede lichamelijke conditie vóór de operatie zorgt mede voor een sneller herstel na de operatie.
Ondersteuning Het vooruitzicht op een longoperatie kan gevoelens oproepen van angst, onzekerheid en verdriet, zowel bij u als bij de mensen om u heen. Het kan moeilijk zijn hierover met elkaar te praten, soms lukt dat zelfs helemaal niet. Toch is het wenselijk er juist wel over te praten. Dit kan uw herstel bespoedigen. Hiervoor kunt u een beroep doen op een maatschappelijk werker, een psycholoog en/of een geestelijk verzorger. De verpleegkundige kan voor u een afspraak maken. U kunt ook zelf telefonisch contact opnemen.
De fysiotherapeut De fysiotherapeut van de afdeling komt de dag vóór de operatie kennis met u maken. Hij of zij geeft u uitleg over de juiste ademhaling en hoesttechniek. In verband met uw herstel is het namelijk belangrijk om na de operatie goed door te kunnen ademen en slijm te kunnen ophoesten, ondanks de ongemakken van de operatiewond. Ook is het belangrijk om na de operatie uw schouder - aan de kant die is geopereerd - op de juiste manier gedoseerd te bewegen. De fysiotherapeut helpt u daarbij en geeft u ook adviezen over een juiste houding en uitbreiding van activiteiten zoals lopen. Zo mag u bijvoorbeeld geen gebruik maken van de het handvat dat boven u hoofd hangt aan de bedgalg. U krijgt een optrekkoord aan uw bed bevestigd om omhoog te komen wanneer u ligt. Ook komt uw nachtkastje aan de niet-geopereerde kant te staan. Na de operatie komt de fysiotherapeut regelmatig bij u langs. 7
Naar de operatieafdeling Van de verpleegkundige krijgt u een speciale ziekenhuispyjama (OK-jasje). U mag uw onderbroek aanhouden. We vragen u om uw sieraden af te doen en eventuele nagellak en make-up te verwijderen. Hierna gaat u in bed liggen. Als de oproep komt, vragen we u om nog eenmaal naar het toilet te gaan om te plassen. Hierna brengen we u met uw bed naar de operatiea fdeling. Daar moet u nog even wachten in de voorruimte van de operatiekamer (holding) totdat u aan de beurt bent. U krijgt hier alvast een infuus waardoor u later medicijnen krijgt om u onder narcose te brengen.
De operatie De operatie vindt plaats onder narcose (algehele anesthesie). De anesthesioloog (narcotiseur) brengt vóór de operatie via een ruggeprik een zeer dun slangetje (epiduraalcatheter) aan waardoor tijdens en na de operatie pijnstillende middelen kunnen worden gegeven. Om de long te kunnen bereiken, kiest de chirurg meestal een weg door de borstwand, tussen de ribben door. Na het openen van de borstholte bekijkt de chirurg hoe de situatie is: de grootte van het proces en de ligging ten opzichte van de bloedvaten en luchtpijpvertakkingen. Na deze inventarisatie besluit de chirurg tot verwijdering van de aandoening met het omringende weefsel. Dit kan zijn een kwab (lobectomie) of nog beperkter, enkele delen van een kwab (wig- of segmentresectie). Een enkele keer verwijdert de chirurg twee kwabben of een hele long (pneumonectomie). Aan het einde van de operatie laat de chirurg één plastic slang (drain*) in de borstholte achter die door een opening in uw huid naar buiten loopt. De drain voert lucht- en/of wondvocht af. Meestal kunnen we de drain na een paar dagen verwijderen.
Mogelijke complicaties Geen enkele operatie is zonder risico’s. Zo is ook bij een longoperatie een normale kans op complicaties aanwezig, zoals nabloeding, wondinfectie, trombose of longontsteking.
8
Daarnaast zijn er nog een aantal specifieke complicaties mogelijk. • Omdat bij longoperaties grote slagaders en aders betrokken zijn, bestaat er kans op een ernstige bloeding. Gelukkig komt dit zelden voor. • Na de operatie kunnen zich tijdelijke veranderingen van het hartritme voordoen. Met medicijnen is dat te verhelpen. • Na een longoperatie bestaat de eerste dagen vaak enige luchtlekkage, wat via de drain kan worden afgevoerd. Een enkele keer kan deze luchtlekkage soms meer dan een week aanhouden. • Als een luchtlekkage veel langer dan een week aanhoudt, dan kan dat een uiting zijn van een lekkage in het longweefsel of soms een grote luchtweg. Dit lek moeten we dan dichten; hetzij met een procedure met behulp van een bronchoscoop (flexibele kijkslang) of met een nieuwe operatie. • Als gevolg van de betrokkenheid van een zenuw bij het uitnemen van de long, of een deel ervan, kan in zeldzame gevallen een blijvende heesheid optreden. • Na de operatie kan een deel van de luchtweg door een slijmprop verstopt raken (atelectase). Fysiotherapie is dan nodig, maar daarnaast moet soms ook de slijmprop met een flexibele kijkslang (bronchoscoop) worden verwijderd. De kans dat één van de bovengenoemde complicaties een dodelijk gevolg heeft, varieert van bijna nul tot zes procent. Dat is mede afhankelijk van uw lichamelijke conditie, uw leeftijd, de ernst van de aandoening en de ernst van de complicatie.
Na de operatie Op de afdeling Intensive Care De eerste nacht - en zo nodig langer - verblijft u op de afdeling Intensive Care. Daar bewaken en verplegen we u de eerste tijd na de operatie. De eerste uren na de operatie bent u nog slaperig. We dienen u zuurstof toe via een neusslangetje. Verder heeft u een infuus in uw arm en/of hals. Hierdoor brengen we vocht en eventuele medicijnen in uw bloed. U heeft één of meerdere drains* en een blaaskatheter*. Uw hartritme, bloeddruk en temperatuur meten we automatisch.
9
De verpleegkundigen en alle anderen die bij uw behandeling en verzorging betrokken zijn, leggen alles wat zij doen vooraf zo duidelijk mogelijk aan u uit. Na de operatie komt de fysiotherapeut bij u langs. Deze controleert of u voldoende diep kunt doorzuchten en helpt u eventueel met het ophoesten van slijm. * Verklarende woorden: • (Thorax)drain: slang die wondvocht of overtollige lucht afvoert. Na enkele dagen verwijdert de arts deze drain. • Blaaskatheter: rubber slangetje, dat zorgt voor de afvoer van de urine. Tijdens de operatie legt de chirurg dit slangetje via de urineweg in de blaas. De urine wordt dan ‘vanzelf’ afgevoerd; u kunt dan dus niet zelf plassen. Enkele dagen na de operatie verwijdert de verpleegkundige de katheter weer.
Terug op de longafdeling • Zodra uw algemene toestand dit toestaat, plaatsen we u weer over van de afdeling Intensive Care naar de ‘gewone’ verpleegafdeling. Hier kunt u verder herstellen. Het verloop van uw herstel volgt de arts - die dagelijks langskomt – nauwkeurig. De verpleegkundige helpt u in het begin met wat u zelf nog niet kunt of mag doen. Douchen mag pas weer twee dagen nadat de drain is verwijderd. • De epiduraalcatheter in de rug voor de pijnbestrijding tijdens en na de operatie verwijderen we meestal de derde of vierde dag na de operatie. De borstwand aan de zijde van de operatie blijft echter nog wel een maand of drie pijnlijk. Dit kunnen we met pijnstillers (tabletten) bestrijden. • Vanaf de eerste dag na de operatie mag u weer gewoon eten. Wel raden we u aan dit voorzichtig op te bouwen. • In principe mag u de eerste dag na de operatie al uit bed. Eerst alleen op de stoel; later gaat u wandelen op de kamer, dan op de gang en uiteindelijk gaat u ook traplopen als dat thuis nodig is. Dit gebeurt onder begeleiding van de fysiotherapeut. • Als de uitslag van het weefselonderzoek bekend is, bespreekt de arts die met u. Hierbij komen ook het te verwachten resultaat van de operatie, de eventuele nabehandeling en de vooruitzichten aan de orde. Het houdt niet in dat aan de hand daarvan uw vooruitzichten 10
precies kunnen worden voorspeld. Als u de aanwezigheid van een familielid bij het vernemen van de uitslag op prijs stelt, is het verstandig dat van tevoren met uw arts of verpleegkundige te bespreken.
Andere wetenswaardigheden voor na de operatie • U kunt een gekneusd en pijnlijk gevoel hebben: dit komt doordat het vlies en de spieren rond uw ribben tijdens de operatie zijn geraakt. Bovendien kunt u last hebben van de drain. • Er kan gevoelloosheid van de huid rond de wond optreden: dit treedt op wanneer een zenuw bij de ribben werd geraakt. Uw huid kan dan enige tijd gevoelloos blijven. • Door het wegnemen van de long of een gedeelte ervan ontstaat ruimte. Is een long in zijn geheel verwijderd, dan vult de ontstane ruimte zich met weefselvocht dat wordt omgevormd tot een soort littekenweefsel. Is een deel van de long verwijderd, dan vult de ruimte zich met het overgebleven deel van de long. • Wat u wel en niet kan na de operatie is uiteraard afhankelijk van de kwaliteit van uw longen vóór de operatie en van de hoeveelheid longweefsel die werd verwijderd. Het uitnemen van een longkwab geeft enig longfunctieverlies. Dit hoeft u niet te merken in het inspanningsvermogen na herstel; het is echter wel mogelijk dat er minder lichamelijke inspanning mogelijk is dan voorheen. Dit heeft te maken met verlies van conditie en spierkracht tijdens de opname, de grootte van de operatie, de aard van de aandoening, uw algemene lichamelijke conditie en hoe u zich op dat moment voelt.
Leefregels De eerste twee maanden na de operatie heeft de wond rust nodig om te kunnen genezen. We raden u aan om het gedurende deze periode rustig aan te doen. U mag tot zes weken na de operatie niet onbedekt in de zon met de operatie wond(jes). Daarna adviseren we het gebied rond het litteken met een hoge beschermingsfactor in te smeren tot één jaar na de operatie. U heeft na ontslag in principe geen fysiotherapie nodig.
11
Uw therapeut in het ziekenhuis maakt met u een belafspraak voor twee à drie weken na ontslag. Tijdens dit gesprek vraagt de therapeut naar uw herstel en hoe het gaat met de dagelijkse activiteiten. Zo nodig kunnen we dan verdere fysiotherapeutische begeleiding afspreken. De adviezen van de fysiotherapeut voor de periode na het ontslag zijn: • dagelijks een wandeling - naar kunnen - maken om uw conditie op te bouwen. Breid dit in duur langzaam uit; • als u in het bezit bent van een hometrainer kunt u hier dagelijks op fietsen, breid dit in duur langzaam uit; • luister goed naar uw eigen lichaam. Neem rust als u hieraan behoefte heeft, of neem dagelijks een vaste rustpauze; • de oefeningen die u van uw therapeut in het ziekenhuis mee krijgt voor de arm en schouder blijft u doen tot de beweging links en rechts hetzelfde is.
Het ontslag Als alles goed gaat en de drain is verwijderd, kunt u binnen vijf tot zeven dagen na de operatie het ziekenhuis verlaten. Bij ontslag krijgt u een afspraak mee voor het verwijderen van de hechtingen (na zeven tot tien dagen) en de poliklinische controle bij de longarts en bij de chirurg. Wanneer speciale thuishulp (gezinszorg of wijkverpleging) nodig is, regelen we die zoveel mogelijk vanuit het ziekenhuis. We verzoeken u dit tijdig aan te geven bij de verpleging. Hoe lang u poliklinisch moet worden gecontroleerd, hangt natuurlijk samen met de aard van uw ziekte.
12
Ruimte voor aantekeningen
13
Tot slot Heeft u nog vragen, stel ze gerust aan uw behandelend arts of verpleegkundige. Bij dringende vragen of problemen vóór uw behandeling kunt u zich het beste wenden tot uw behandelend longarts. Wanneer zich na de operatie thuis problemen voordoen, neem dan contact op met de huisarts of het ziekenhuis. Bent u van mening dat bepaalde informatie ontbreekt of onduidelijk is, dan vernemen we dat graag van u. Uw operatie vindt plaats in Tergooi Hilversum, Van Riebeeckweg 212, 1213 XZ Hilversum
Belangrijke telefoonnummers • Polikliniek Longgeneeskunde Tergooi Hilversum, T 088 753 12 10. • Polikliniek Chirurgie Tergooi Hilversum, T 088 753 11 10. • Verpleegafdeling Longziekten Tergooi Hilversum, (A3), T 088 753 21 38. • Afdeling Fysiotherapie, Tergooi Hilversum, T 088 753 17 00.
© Tergooi 000268598 02092015
14
15
T 088 753 1 753 www.tergooi.nl Locatie Blaricum Rijksstraatweg 1 1261 AN Blaricum Locatie Hilversum Van Riebeeckweg 212 1213 XZ Hilversum Locatie Weesp C.J. van Houtenlaan 1b 1381 CN Weesp