PLAFONDS SYSTEMEN
CI/SfB
(35)
Xy
April 2006
[ Samen van idee tot werkelijkheid.]
OPTIMA VECTOR Installatie Instructies
1
ALGEMEEN
2
PANEELRANDEN
1.1 Product beschrijving
2.1 Groef-detail A-zijde
Een Optima Vector plafondpaneel is een naar beneden uitneembaar akoestisch glasvezel paneel in de afmeting van 600 x 600 mm. Het is ontwikkeld voor montage in een conventioneel 24 mm ophangsysteem. De gemonteerde panelen worden aan twee zijden ondersteund, deze ondersteunde zijden hebben een speciaal ontworpen groefdetail waardoor één van deze twee zijden wat kan worden opgelicht, waarna het paneel horizontaal kan worden verschoven. De andere twee zijden zijn voorzien van een sponning die het paneel in het ophangsysteem centreren.
De op tekening met een“A” gemerkte zijde heeft een getrapt groef-detail, waardoor het paneeluitneembaar is, deze zijde wordt bij installatie als eerste in het ophangsysteem geschoven en is gemerkt met een pijl op de achterzijde van het paneel. Dit is tevens de zijde die moet worden opgelicht wanneer het paneel weer moet worden verwijderd.
1.2 Oppervlakte afwerking Optima Vector panelen zijn voorzien van een speciale Armstrong DuraBrite verfafwerking. Het oppervlak van de panelen is richtingloos, in hoge mate stootbestendig en kan worden gereinigd. De paneelranden zijn fabrieksmatig voorzien van een verflaag terwijl op de achterzijde een glasvlies is aangebracht. 1.3 Opslag en verwerking De plafondpanelen verpakt, in een schone-, droge-, en waterdichte binnenruimte, in vlakke positie opslaan (dus niet op de zijkanten). De plafondpanelen tijdens transport, opslag en verwerking, zorgvuldig behandelen om beschadiging en vervuiling te voorkomen.
A 14
2.2 Groef-detail B-zijde De op tekening met een“B” gemerkte zijde heeft een enkelvoudig groef-detail en is de tweede zijde die het paneel ondersteunt en tevens in de richting A-B centreert. B 22
N.B.: Optima Vector panelen hebben een in het zicht blijvende randafwerking, behandel deze met de nodige voorzichtigheid en vermijd onnodig contact. Denk erom dat beschadigingen aan de randen in dit geval niet door het ophangsysteem worden afgedekt. 1.4 Condities op de bouwplaats Ruimtes in een gebouw waar men plafonds gaat installeren moeten vooraf zijn schoongemaakt en ontdaan van bouwafval. Wij adviseren deze plafondproducten pas te installeren wanneer de relatieve vochtigheid (RV) de grenswaarde van 95 % niet zal overschrijden, afhankelijk van de omstandigheden kan ook bij niet geheel gesloten gevels of nog niet in bedrijf zijnde verwarmings-, ventilatie of airconditioningsysteem geinstalleerd worden. 95% R.V. plafonds zijn niet geschikt voor installatie in een voortdurend natte omgeving zoals zich o.a. bij buitencondities kunnen voordoen of plaatsen waar direct contact met vocht mogelijk is. 1.5 Plenum De installatie van Optima Vector panelen vergt een uiterst geringe plenumhoogte, in principe niet meer dan voor het ophangsysteem noodzakelijk is. Acht centimeter (8 cm) wordt over het algemeen gezien als de minimum hoogte die nodig is voor het ophangsysteem, inclusief de afhangers. N.B.: verlichtingsarmaturen en luchtbehandelingssytemen vragen meer ruimte en zullen over het algemeen bepalend zijn voor de afhanghoogte van het plafond.
22
14
2.3 Rand-detail C- en D-zijde Deze twee zijden zijn voorzien van een omgekeerde Tegular sponning, passen tussen de flenzen van het ophangsysteem en centreren het paneel in de richting C-D.
C
D 22 10
3
OPHANGSYSTEEM
4
PANEEL MONTAGE EN DEMONTAGE
3.1 Algemeen Het ophangsysteem moet zijn samengesteld uit 24 mm zichtbare T-profielen, die op de juiste manier zijn gemonteerd en in hoogte genivelleerd, dit geldt uiteraard voor nieuwe- en ook voor reeds eerder gemonteerde systemen. 3.2 Systeemopbouw Optima Vector panelen moeten in een 600 x 600 mm module worden geïnstalleerd. De hoofdprofielen h.o.h. om de 1200 mm aanbrengen. Om de 600 mm, haaks tussen de hoofdprofielen, dwarsprofielen met een lengte van 1200 mm monteren. De 600 mm lange dwarsprofielen, haaks en in het midden van de 1200 mm lange dwarsprofielen aanbrengen. Het ophangsysteem moet uiterst nauwkeurig op hoogte en haaks worden gemonteerd (max. afwijking van de haaksheid 1,5 mm per moduullengte van 600 mm)
Optima Vector plafondpanelen zijn eenvoudig en zonder gereedschap, van onderuit, in het ophangsysteem aan te brengen en te verwijderen, waardoor op eenvoudige wijze toegang tot de plenumruimte wordt verkregen.
Installatie
Demontage
Stap 1: Schuif de getrapte groef van zijde “A” zover mogelijk over de flens van het ophangsysteem.
Stap 1: Ontdek welke zijde de A-zijde is met getrapte groef door licht op het centrale deel van de plaat te duwen. De A-zijde is de kant die het meest omhoog gaat. Licht de A-zijde op en laat de tegel in de getrapte groef glijden.
3.3 Hoogte compensatie van service elementen De zichtzijde van het Optima Vector paneel ligt 13 mm lager dan de onderzijde van het ophangsysteem, de hoogte van service elementen zoals sprinklerkoppen e.d. moeten hierop worden afgestemd. 3.4 Uitsparingen in het paneel
A
B
A
Stap 2: Licht zijde “B” op tot de onderzijde van de groef de flens van het ophangsysteem raakt.
Uitsparingen in het paneel voor sprinklerkoppen en andere service elementen moeten licht ovaal worden uitgesneden om het verschuiven van paneel in de richting van zijde “A” mogelijk te maken. Afdekkingsringen van deze service elementen moeten voldoende breed zijn om deze 6 mm af te kunnen dekken (denk ook aan het 13 mm hoogte verschil tussen onderzijde ophangsysteem en onderzijde paneel).
13mm
A
B
A
B
Stap 2: Haal de enkelvoudig getrapte B-zijde groef naar beneden.
A
Stap 3: Schuif het paneel zover mogelijk over de flens van het ophangsysteem in de richting van zijde “B”.
A
B
B
Stap 3: Laat de tegel naar beneden glijden en haal de getrapte A-zijde groef los uit het ophangsysteem.
B A
B
5
RANDAANSLUITINGEN
5.1 Algemeen
5.2.3 Installatie van een hoekpasplaat
Er is een grote keuze mogelijkheid in randaansluitingen, ongeacht of de toe te passen materialen rusten op het ophangsysteem, of de zichtzijde van het paneel, op het wandaansluitprofiel. Twee hiervan worden hieronder beschreven. Volg de voor het werk overeengekomen montagedetails.
Voor deze pasplaat moeten twee van de randen worden verwijderd. Teken de pasplaat zodanig af dat een kant is voorzien van zijde “B”, plaats voor de ondersteuning van de overliggende zijde een tweetal draadnagels of stukjes van een ophanger in de zijkant van het paneel.
5.2 Ophangsysteem rust op het wandaansluitprofiel
5.3. Zichtzijde paneel dragend op wandaansluitprofiel
Bij een traditionele installatiewijze van een T-profiel ophangsysteem, rust de zichtzijde van het Tprofiel rechtreeks op het wandaansluitprofiel. Wanneer dit detail moet worden toegepast bij Optima Vector, sluiten de pasplaten z.g."koud" tegen het wandaansluitprofiel aan, zie tekening. Het paneel wordt dan pas gemaakt parallel aan de "C" of "D" zijde waardoor de details van de “A” en "B" zijde over de pasplaatbreedte intact blijven. Omdat de oppervlaktestructuur van Optima richtingloos is kunnen de panelen, wanneer nodig, worden gedraaid.
Een andere mogelijkheid is om het ophangsysteem 13 mm hoger te monteren dan het wandaansluitprofiel, waardoor de onderzijde van het paneel op het wandaansluitprofiel kan worden gelegd. Onderstaande tekening toont zo'n aansluiting met een schaduw hoekprofiel. Bij dit voorbeeld is een schaduwhoekprofiel met een sponning van 13 x 13 mm toegepast (item nr. BP T2413H), het ophangsysteem ligt dan op de bovenste trap en de zichtzijde van het paneel op de onderflens. Bij deze methode ontstaan openingen tussen ophangsysteem en aansluitprofiel maar worden de pasgesneden zijde van het paneel afgedekt door het aansluitprofiel.
5.2.1 Inmeten van de pasplaat Meet de opening tussen de flenzen van het T-profiel en het wandaansluitprofiel en tel hierbij 13 mm op. Teken deze maat af op de zichtzijde van het paneel.
5.3.1 Inmeten van de pasplaat Meet de afstand tussen het T- profiel en het verticale gedeelte van de onderste trap van het schaduwhoekprofiel en tel hier 3 mm bij op. Teken deze maat af op de zichtzijde van het paneel, vanaf een van de gegroefde zijden.
Afstand +13mm
5.2.2 Passnijden en installeren van een pasplaat Snij vanaf de zichtzijde met een scherp mes langs een geleider het paneel op maat. Houd het mes zodanig schuin dat een schuine snijrand wordt verkregen waardoor de pasplaat aan de achterzijde 2 mm korter wordt dan aan de zichtzijde. Door deze afschuining zal de pasplaat in de opening vastgeklemd worden.
Afstand + 3mm
5.3.2 Passnijden en installeren van een pasplaat
5.5.2 Opnieuw aanbrengen van het randdetail volgens zijde “C” en “D”
Snij vanaf de zichtzijde met een scherp mes langs een geleider het paneel op maat. Schuif de op maat gemaakte zijde als eerste in het schaduwhoekprofiel, licht de tegenover liggende zijde op tot tegen het T-profiel en schuif de pasplaat daarna over de flens van het T-profiel.
Draai het paneel met de zichtzijde naar beneden en snij de omgekeerde Tegular sponning volgens onderstaande tekening uit het paneel (bescherm de zichtzijde van het paneel tegen beschading). 5.5.3 Afwerking van het randdetail
5.4 Behandeling van in het zicht komende randen Op maat gemaakte paneelranden die in het zicht komen moeten worden behandeld om ze hetzelfde uiterlijk te geven als de fabrieksmatig afgewerkte randen. Waterverdunbre verf geeft goed resultaat omdat die teveel door het basispaneel worden opgezogen. Het beste resultaat verkrijgt men door deze glasvezelranden te voorzien van een niet vergelende latex of acryl laag, breng dit op de randen aan met een spatel of plamuurmes.
Werk het nieuwe randdetail af zoals omschreven in paragraaf 5.4 (behandeling van in het zicht komende randen). De panelen pas installeren nadat de randafwerking goed is uitgehard. Installatie gebeurt op dezelfde wijze als bij standaard panelen. 9.5mm
5.5 Afwijkende paneelmaten Wanneer plaatselijk kleinere panelen nodig zijn, moeten de oorspronkelijke fabrieksrandafwerkingen weer worden aangebracht. Bijvoorbeeld bij 300 x 600 mm panelen t.p.v. 300 x 1200 mm verlichtingsarmaturen in een 600 x 600 mm plafondlayout. 5.5. Aftekenen van het paneel Teken het paneel af op de pasmaatbreedte minus 6,5 mm, parallel aan de zijde “C” of “D” en snij het paneel onder een hoek van 90° (op maat).
Nominal min. 6.5 mm
C
D
13mm
Zichtzijde
6
RANDAFWERKINGSPROFIEL
7
ALGEMENE INFORMATIE
6.1 Algemeen Door het ontwerp van randdetail zijde “A” ontstaat een opening tussen het paneel en de onderzijde van het ophangsysteem. Deze opening is nodig om het paneel tijdens montage en demontage op te kunnen lichten. Bij toepassing van verlichtingsarmaturen type G kan dit bezwaarlijk zijn, voor deze gevallen zijn afdekkingsprofielen verkrijgbaar die in combinatie met Optima Vector panelen kunnen worden toegepast. 1. Uitlijnen met T- profiel flens.
Akoestische Prestatie
Geluidsabsorptie w 1.00
Vochtbestendigheid
95%RV (EN 13501-1)
Brand
EEA A2-s1, d0
Gewicht
2,9 kg/m2
Tegelbelasting
Spots, armaturen en andere service elementen mogen niet direct op de achterzijde van de plaat worden aangebracht omdat daardoor schade of doorbuiging zou kunnen ontstaan. Een dwarsligger of soortgelijke methode moet ervoor zorgen dat de belasting van de fitting overgedragen wordt op het grid, mits de totale belasting de Armstrong richtlijnen niet overschrijdt. Als alternatief moet een directe onafhankelijke ophanger worden toegepast.
2. Beginnen in een hoek. 3. Op zijn plaats klikken.
6.2 Profiel installatie De plastic randafdekprofielen zijn in verstek afgewerkt en verkrijgbaar in een lengte van 600 mm. Terplaatse van inleg verlichtingsarmaturen of andere service elementen klikt men deze profielen over de flenzen van het ophangsysteem. Deze profielen kan men zowel voor als na de installatie van de plafondpanelen aanbrengen.
Gerecycleerde Inhoud <_
10
Afdekkingsprofiel BP5791 M
13
PCA 2604
The Design Quorum, Job No. 12542 Printed on chlorine free paper from sustainable resources
Armstrong Building Products B.V. Claudius Prinsenlaan 126 4818 CP Breda Nederland Tel: (+31) 076 521 77 33 (NL) (+32) 02 223 00 72 (BEL) Fax: (+31) 076 521 04 07 www.armstrong.nl www.armstrong-plafonds.be email:
[email protected]