> Retouradres Postbus 20584 1001 NN Amsterdam
PER KOERIER EN PER MAIL VERZONDEN Tandartspraktijk Wiers T.a.v. de heer C.U.W. Wiers, tandarts Poelgeest 49 2036 HR HAARLEM
Werkgebied Noordwest Kabelweg 79 - 81 Amsterdam Postbus 20584 1001 NN Amsterdam T 020 580 01 00 F 020 580 01 50 www.igz.nl Inlichtingen bij
Datum 11 februari 2013 Onderwerp bevel ex art. 87a Wet BIG en M52903
Ons kenmerk IGZ/JZ/RdR 2013-485081
Bijlagen 1
Geachte heer Wiers, De Inspectie voor de Gezondheidszorg bracht op 7 februari 2013 een inspectiebezoek aan de tandartspraktijk van de heer C.U.W. Wiers, Poelgeest 49, 2036 HR Haarlem (hierna: de praktijk). Doel van het bezoek was te beoordelen of deze tandartspraktijk voldoet aan de voorwaarden voor verantwoorde zorg. U heeft uw zienswijze over mijn voornemen schriftelijk op 11 februari 2013 kenbaar gemaakt. Uw zienswijze bevat kort en zakelijk weergegeven de volgende punten. • U bent van oordeel dat enige afwijking van de WIP-richtlijnen binnen uw praktijk geoorloofd is; • U bent van oordeel dat de sterilisator in uw praktijk voldoet; • U geeft aan dat u verschillende maatregelen neemt ten behoeve van de infectiepreventie; • Het protocol prikaccidenten voldoet en zal worden gemoderniseerd; • U verzoekt om clementie, er wordt hard en snel actie ondernomen om alle slordigheden binnen enkele dagen uit te bannen. De inspectie heeft uw zienswijze inhoudelijk beoordeeld. Uw zienswijze heeft de inspectie niet kunnen overtuigen dat binnen uw praktijk geen gevaar voor de patiëntveiligheid bestaat. Daarnaast baart de aard van de door de inspectie gedane constateringen dusdanig zorgen dat zij genoodzaakt is maatregelen te nemen. Één en ander houdt in dat ik vasthoud aan mijn voornemen en u met dit besluit een bevel ex artikel 87a van de Wet BIG opleg. In de onderstaande tekst vindt u de motivering hieromtrent. Aanleiding Tijdens het inspectiebezoek aan uw praktijk werden de nodige tekortkomingen geconstateerd (voor een volledig verslag verwijs ik naar bijgevoegd, vastgesteld inspectierapport):
1. In uw praktijk wordt de richtlijn “Infectiepreventie in de tandheelkundige praktijk” (Werkgroep Infectiepreventie, oktober 2007, hierna: de richtlijn)
Ons kenmerk IGZ/JZ/RdR 3013-485081
niet of nauwelijks gevolgd waardoor de patiëntveiligheid niet gewaarborgd is. Dit blijkt uit de volgende constateringen: o
Er wordt in de praktijk geen gebruik gemaakt van een thermodesinfector of een adequaat reinigingsprotocol waarmee reiniging met de hand gewaarborgd is.
o
Er is onduidelijkheid omtrent het gebruik van de keuzeprogramma’s van de autoclaaf. De veiligheid van het sterilisatieproces is daarmee niet geborgd. Het moet voor de gebruiker helder en duidelijk zijn welk keuze programma gebruikt moet worden voor welk instrumentarium.
o
Er is geen aantoonbare systematische controle op een goede werking van de autoclaaf, zoals wordt omschreven in paragraaf 7.4.2 van de richtlijn. Hierdoor is een goede werking van de autoclaaf niet gewaarborgd.
o
De werkwijze voor decontaminatie van hand-en hoekstukken is niet conform de richtlijn (paragraaf 7.6.9 van de richtlijn). Reiniging gevolgd door desinfectie of sterilisatie is na gebruik bij elke patiënt noodzakelijk. Dit is niet het geval binnen de praktijk. De hand- en hoekstukken worden na iedere patiënt aan de buitenzijde gedesinfecteerd met een tissue met alcohol. De hoekstukken gaan daarna in een ultrasoon apparaat en worden daarna geolied. De hand-en hoekstukken gaan een keer per dag in de autoclaaf. De werkwijze binnen de praktijk biedt dan ook onvoldoende bescherming tegen besmettingsgevaar.
o
De handhygiëne wordt door de tandarts en diens assistentes onvoldoende nageleefd (paragraaf 4.3 van de richtlijn). Er kan onvoldoende uitvoering gegeven worden aan het reinigen van de handen. De kranen en de zeepen alcoholflacons zijn niet voorzien van een handsfree bediening. In de behandelkamers wordt gebruik gemaakt van stoffen handdoeken die meerdere malen worden gebruikt, in plaats van papieren wegwerphanddoekjes. Bovendien gaf de tandarts aan geen handalcohol te gebruiken omdat dit leidt tot het uitdrogen van de handen. In het begin de van de dag en af en toe tussendoor wast hij zijn handen met water en zeep.
o
In de praktijk zijn handschoenen, beschermbrillen en mondneusmaskers aanwezig. De mondneusmaskers en beschermbrillen worden niet adequaat gebruikt. Mondneusmaskers worden niet bij elke patiënt vervangen en
o
o
soms de hele dag gedragen. De assistente draagt geen beschermbril. Persoonlijke hygiëne is niet conform de WIP richtlijn. Tijdens het werk worden ringen, armbanden en polshorloges gedragen. Bovendien wordt er kleding met lange mouwen gedragen. Er zijn geen adequate voorzorgsmaatregelen ter voorkoming van prikaccidenten. Bij het reinigen van het instrumentarium worden geen (stevige) huishoudhandschoenen gedragen (paragraaf 5.1.3 van de
Pagina 2 van 5
richtlijn). Naalden worden zonder het gebruik van huishoudhandschoenen van een kleine naaldencontainer overgeplaatst naar een lege flacon van
Ons kenmerk IGZ/JZ/RdR 3013-485081
een desinfectievloeistof waarin de naalden worden bewaard. 2. In uw praktijk wordt niet voldaan aan de Kernenergiewet. Dit blijkt uit de volgende constateringen: Er is een adequaat KEW dossier aanwezig, maar de tandarts beschikt niet over een stralingsdeskundigheidscertificaat. Op basis van het Besluit Stralingsbescherming mag de tandarts zonder dit certificaat geen röntgenfoto’s maken. 3. In uw praktijk wordt niet voldaan aan de praktijkrichtlijn “Patiëntendossier” (NMT, september 2006). Dit blijkt uit de volgende constateringen: Een medische anamnese en de periodieke update wordt niet structureel gedocumenteerd. Informed consent wordt niet vastgelegd. 4. In uw praktijk wordt niet voldaan aan de praktijkrichtlijn “spoedgevallendienst” (NMT, oktober 2010). Dit blijkt uit de volgende constateringen: De tandarts stelt zelf dat hij 24 uur per dag zeven dagen in de week bereikbaar en beschikbaar kan zijn. De inspectie is van mening dat de tandarts niet zelf de continuïteit van zorg kan waarborgen. De tandarts dient een waarnemingsregeling te treffen. Conclusie De conclusie van de inspectie luidt dat u gelet op bovenstaande constateringen, die een ernstig gevaar inhouden voor de patiëntveiligheid artikel 40 lid 1 t/m 3 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (BIG) niet, dan wel in onvoldoende mate naleeft. De bovenstaande constateringen leveren een dermate ernstig gevaar voor de veiligheid en gezondheid van patiënten op, dat ik u op vrijdag 8 februari 2013 schriftelijk heb geïnformeerd over mijn voornemen tot het geven van een schriftelijk bevel krachtens artikel 87a Wet BIG. Bevel ex artikel 87a Wet BIG Om die reden heb ik besloten u een bevel ex artikel 87a Wet BIG te geven. Het bevel houdt in dat u uw praktijk aan de Poelgeest 49 te Haarlem met onmiddellijke ingang gesloten dient te houden en geen patiënten in uw
Pagina 3 van 5
praktijk meer mag (laten) behandelen tot het moment dat u in uw praktijk naar het oordeel van de inspectie weer verantwoorde zorg kan
Ons kenmerk IGZ/JZ/RdR 3013-485081
leveren. Het bevel gaat morgenochtend, dinsdag 12 februari 2013 om 08.00 uur in. Indien u geen gehoor geeft aan het bevel kan een last onder bestuursdwang, dan wel een last onder dwangsom worden opgelegd. Overeenkomstig het actieve openbaarmakingbeleid van de inspectie wordt de inhoud van dit bevel met inachtneming van de wettelijke normen actief openbaar gemaakt. Hoogachtend,
Senior inspecteur
Cc:
VWS, beleidsdirectie Curatieve Zorg Hoofdinspectie voor de Gezondheidszorg (HI, SJT, IAD)
Bezwaar
Pagina 4 van 5
U kunt tegen dit besluit bezwaar maken door het indienen van een bezwaarschrift. Het bezwaarschrift dient te worden gericht aan het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, ter attentie van de Directie Wetgeving en Juridische Zaken, Postbus 20350, 2500 EJ Den Haag. Gelieve duidelijk te
Ons kenmerk IGZ/JZ/RdR 3013-485081
vermelden dat het een bezwaarschrift is. De termijn waarbinnen het bezwaarschrift kan worden ingediend bedraagt zes weken na de dag waarop het besluit is verzonden. Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste te bevatten: • naam en adres van de indiener; •
de dagtekening;
•
een omschrijving van het besluit waartegen bezwaar wordt gemaakt;
•
de grond(en) van het bezwaar.
Het niet voldoen aan deze eisen kan leiden tot niet-ontvankelijkheid van het bezwaarschrift. Voorlopige voorziening Het indienen van een bezwaarschrift, heft de werking van het bevel niet op. Als u een bezwaarschrift heeft ingediend, dan kunt u ook een voorlopige voorziening aanvragen waarmee mogelijk de werking van het bevel kan worden opgeschort. Indien, gelet op de betrokken belangen, onverwijlde spoed dat vereist, dan kunt u de voorzieningenrechter van de sector bestuursrecht van de rechtbank van het arrondissement waarbinnen u gerechtigd bent beroep in te stellen, verzoeken een voorlopige voorziening te treffen. Bij het verzoek om voorlopige voorziening wordt griffierecht geheven. Voor de regio-indeling en de adressen van de rechtbanken verwijs ik naar de volgende website: http://www.rechtspraak.nl/Organisatie/Rechtbanken/Pages/default.aspx
Pagina 5 van 5