Passend toezicht op zelfstandige bestuursorganen Weet u wat er op u afkomt?
kpmg.nl
1 | Passend toezicht op zelfstandige bestuursorganen
© 2015 KPMG Advisory N.V.
Voorwoord AANLEIDING
DILEMMA
In 2013 is veel commotie ontstaan in het ZBO-veld rondom de kabinetsdoelstelling om Zelfstandige Bestuursorganen (hierna: ZBO’s) te herpositioneren. Deze herpositionering heeft onder andere betrekking op de wijze waarop de ‘governance’ binnen ZBO’s zou moeten worden ingericht, zoals méér directe sturing en toezicht via departementen, het opheffen van raden van toezicht en deze vervangen door toezicht vanuit het departement (vanuit de ministeriële eindverantwoordelijkheid), eventueel aangevuld met een adviesraad. Versterkt dit de sturing en toezicht op de ZBO’s? Zijn de departementen in staat die veranderende rollen ook daadwerkelijk goed in te vullen?
Het palet aan ZBO’s qua maatschappelijke functie is breed. Sommige ZBO’s zijn uitvoeringsorganisaties die daarmee een belangrijke maatschappelijke dienstverlening vervullen, zoals RDW, CBR, UWV, Staatsbosbeheer en Kadaster. Andere ZBO’s hebben de functie van toezichthoudend orgaan op bepaalde markten zoals de AFM, ACM en NZA. Dit onderscheid is van wezenlijke aard om de discussie over de positionering van de ZBO’s en met name de inrichting van de governance goed te kunnen voeren.
ZBO’s spelen een belangrijke rol in de publieke sector. Enerzijds als het gaat om efficiënte en doelmatige dienstverlening aan o.a. de burgers en anderzijds als het gaat om toezicht houden op gereguleerde sectoren. In het Regeerakkoord en de daaruit voortvloeiende voorstellen worden belangrijke veranderingen in gang gezet. Deze veranderingen worden geïnitieerd vanuit verschillende departementen en zijn gericht op het versterken van de sturing en toezicht, efficiënte bedrijfsvoering en excellente dienstverlening. De Algemene Rekenkamer heeft in een brief van 1 maart 2014 de complexiteit en onderlinge samenhang van de projecten en maatregelen onder de aandacht van de Tweede Kamer gebracht.
2 | Passend toezicht op zelfstandige bestuursorganen
Intern toezicht (raden van toezicht of vergelijkbare gremia) worden over het algemeen gezien als een verlengde van het extern toezicht (verticale sturing, ofwel departementale sturing). Het toezichtdomein van raden van toezicht reikt in onze definitie verder dan alleen organisatorische aangelegenheden, maar behelst ook maatschappelijke en eventueel beleidsmatige toezichtselementen. ZBO’s hebben de afgelopen jaren belangrijke efficiencyslagen kunnen maken in de uitvoering van hun diensten ten behoeve van het publiek. Dit was hoogstwaarschijnlijk nooit gerealiseerd indien ze onder de directe aansturing van de departementen waren gebleven. De herpositionering heeft tot gevolg dat scheiding van rollen (opdrachtgever, opdrachtnemer en uitvoering) diffuus wordt en rollen mogelijk vermengd worden. Aangezien een van de aanleidingen voor de herpositionering ook incidenten bij ZBO’s betreft is niemand gebaat bij een diffuse rolverdeling.
© 2015 KPMG Advisory N.V.
De dilemma’s die de toezichthouders ervaren raken hun eigen verantwoordelijkheden. Waar ben ik accountable voor? Kan ik bij de verschuiving van verantwoordelijkheden mijn rol als toezichthouder nog naar behoren uitvoeren? Indien de directe invloed van de departementen groter wordt gooien we dan juist weg hetgeen we de laatste decennia hebben bereikt? In navolging op onze bijeenkomst in oktober 2013, genaamd ‘Gepast toezicht’ op Zelfstandige Bestuursorganen’, en de daaruit voortvloeiende publicatie (januari 2014) hebben wij in het najaar van 2014 de maatschappelijke discussie voortgezet rondom dit actuele thema. We zijn met belanghebbenden binnen het toezicht domein van ZBO’s opnieuw het gesprek aangegaan om de veranderingen en de zorgen die men ervaart te bespreken.
UITKOMSTEN ENQUETE Deze publicatie bestaat uit uitkomsten van onze enquête “Passend Toezicht” in combinatie met de input zoals verkregen tijdens onze bijeenkomst in oktober 2014 en geeft inzicht in drie hoofdthema’s: • Status quo? Weet u als toezichthouder wat er allemaal op u afkomt? Op welke wijze is de herpositionering van invloed geweest op de wijze waarop intern toezicht is (her)ingericht?
• Interactie Welke vormen en frequentie van interactie zijn gewenst bij een herdefiniëring van toezichtstaken en verantwoordelijkheden? Zijn departementaal toezicht en intern toezicht complementair aan elkaar? • Toekomstvisie Is er een toekomst voor intern toezicht? Is een rolvermenging op het departement (opdrachtgever, opdrachtnemer en uitvoering) ongewenst? De resultaten verstrekken zinvolle inzichten rondom de discussie over toezicht bij ZBO’s. Een discussie die wij zullen blijven volgen vanuit onze eigen betrokkenheid bij ZBO’s en blijven voeden vanuit onze eigen deskundigheid. Wij willen dit debat graag voortzetten. Hoe werken in- en extern toezicht optimaal samen? Wat zijn daarin de aandachtsgebieden? Hoe verhouden gedrags- en cultuurelementen zich tot regelgeving en invulling van publieke waarden in het toezicht op het functioneren van ZBO’s? In het najaar van 2015 zullen wij hierover weer een bijeenkomst organiseren. Wij zijn uiteraard ook eerder beschikbaar om met u over deze thema’s van gedachte te wisselen. Met vriendelijke groet, Wim Touw Den Haag, februari 2015
3 | Passend toezicht op zelfstandige bestuursorganen
© 2015 KPMG Advisory N.V.
Inhoudsopgave Informatie over de respondenten
5
Uitkomsten enquête
• Status quo?
6
• Interactie
8
• Toekomstvisie
15
4 | Passend toezicht op zelfstandige bestuursorganen
© 2015 KPMG Advisory N.V.
Leeswijzer Deze publicatie bestaat uit uitkomsten van onze enquête “Passend toezicht” in combinatie met de input zoals verkregen tijdens onze bijeenkomst in oktober 2014. De enquête besloeg in totaal 22 vragen verdeeld over drie hoofdthema’s; Status quo, interactie toezicht en andere actoren en toekomstvisie. Voor de vragen zijn overwegend de keuzemogelijkheden eens/oneens/onbekend voorgelegd. De respondenten zijn in de gelegenheid gesteld om een toelichting te verstrekken bij elke vraag middels een tekstblok.
Informatie over de respondenten • De respondenten zijn betrokken bij ZBO’s in verschillende rollen, waaronder:
- Raad van Toezicht
- Raad van Advies
- Raad van Commissarissen
- Bestuurder
• Ervaringsjaren in de betreffende rol bij ZBO’s bedraagt:
- van 3 maanden tot meer dan 20 jaar
- gemiddeld genomen 8 jaar
• D e ZBO’s waarbij de respondenten betrokken zijn vallen onder de eindverantwoordelijkheid van verschillende ministeries, waaronder: het ministerie van OCW, het ministerie van I&M, het ministerie van SZW, het ministerie van EZ en het ministerie van VWS.
5 | Passend toezicht op zelfstandige bestuursorganen
© 2015 KPMG Advisory N.V.
Status quo? “Weet u als toezichthouders wat er allemaal op u afkomt?”
30% van de respondenten heeft na uitkomen van het rapport ‘Onderzoek naar herpositionering van ZBO’s’ (mei 2013) veranderingen in het ‘intern toezicht’ binnen ZBO’s waargenomen. Het merendeel van de geënquêteerden heeft geen of nog geen veranderingen geconstateerd. Geconcludeerd mag worden dat de in voornoemd rapport geadviseerde veranderingen in een aantal gevallen (nog?) niet zijn opgevolgd. Is hier sprake van ‘stilte voor de storm’ of bestaat er een (fundamenteel) verschil van inzicht over de te volgen weg?
Quieta non movere Wat rustig is niet storen
6 | Passend toezicht op zelfstandige bestuursorganen
© 2015 KPMG Advisory N.V.
Veranderingen in het ‘intern toezicht’ van ZBO’s Het rapport ‘Onderzoek naar herpositionering van ZBO’s’ van mei 2013 heeft geleid tot waarneembare veranderingen in de bevoegdheden en verantwoordelijkheden van het ‘intern toezicht’ binnen het ZBO waar ik vanuit mijn rol betrokken ben. Eens
ONEens
onbekend
30%
40%
30%
Geen verandering in ‘intern toezicht’ Het merendeel van de respondenten geeft aan dat het rapport ‘Onderzoek naar herpositionering van ZBO’s’ niet tot waarneembare veranderingen heeft geleid in het ‘intern toezicht’ binnen het ZBO of is niet bekend of het rapport tot veranderingen heeft geleid. Veranderingen in het ‘intern toezicht’: Een derde van de respondenten geeft aan dat het rapport ‘Onderzoek naar de herpositionering van ZBO’s van mei 2013 wel tot veranderingen heeft geleid in het ‘intern toezicht’ van ZBO’s. De volgende veranderingen zijn als voorbeelden genoemd: • de ontstane situatie is verwarrend; • minder zelfstandigheid voor de ZBO’s; • de Raad van Toezicht is tamelijk machteloos geworden; • diverse rollen vanuit het ministerie zijn scherper en duidelijker belegd.
7 | Passend toezicht op zelfstandige bestuursorganen
© 2015 KPMG Advisory N.V.
Interactie “Welke vormen en frequentie van interactie zijn gewenst bij een herdefiniëring van toezichtstaken en verantwoordelijkheden?”
Een ruime meerderheid van de geënquêteerden is van mening dat ‘intern toezicht’ beter toezicht kan houden op het beleid van het ZBO dan het departement. Eén derde is van mening dat het departementaal toezicht toereikend is ingericht om gedegen toezicht uit te voeren, onafhankelijk van het ‘intern toezicht’ binnen het ZBO. De toezichtstaken en daardoor de behoefte aan informatie en frequentie in contact met het ZBO zijn verschillend. De helft van de respondenten constateert dat het departement andere informatie ontvangt van de Raden van Bestuur dan de interne toezichthouders. Het ‘intern toezicht’ is meer operationeel en bedrijfsmatig, terwijl het departementaal toezicht meer beleidsmatig gericht is. De verschillende vormen van toezicht worden als complementair gezien. Hoewel in veel situaties het departementaal toezicht gebruik maakt van het ‘intern toezicht’ is hier nog volop ruimte en behoefte voor verbetering en intensivering. Een wisselend beeld bestaat over de vraag of het departementaal toezicht toereikend is ingericht om onafhankelijk van het ‘intern toezicht’ gedegen toezicht uit te kunnen uitvoeren. De frequentie van het contact met de externe accountant wordt door de helft van de respondenten als voldoende ervaren; in een aantal gevallen is er geen direct contact met de accountant separaat van het Bestuur. Ook in de relatie tussen toezichthouders en de externe accountant is er derhalve ruimte en behoefte om deze te intensiveren. De informatiestromen impliceren een complementair karakter tussen het ‘intern toezicht’ en departementaal toezicht. Naar voren komt het beeld dat veel respondenten er de voorkeur aan geven de interactie tussen de verschillende toezichtlagen te intensiveren in plaats van de wijze waarop de toezicht binnen het ZBO is ingericht te herdefiniëren.
Vis unita fortior Vereende kracht is sterker 8 | Passend toezicht op zelfstandige bestuursorganen
© 2015 KPMG Advisory N.V.
Het bestuur ‘Intern toezicht’ binnen het ZBO kan beter toezicht houden op het beleid van het ZBO dan het departement, omdat het ‘intern toezicht’ directer en frequenter contact heeft met bijvoorbeeld de Raad van Bestuur. Eens
ONEens
ONBEKEND
86%
0%
14%
Voordelen intern toezicht Het merendeel van de respondenten is van mening dat ‘intern toezicht’ beter toezicht kan houden op het beleid van het ZBO dan het departement. Argumenten hiervoor kunnen zijn: • intern toezicht staat dichter bij het management van het ZBO; • intern toezicht heeft directer en frequenter contact met het bestuur en management van het ZBO; • intern toezicht kan gericht specifieke toezichtstaken op zich namen als aanvulling op het departementaal toezicht.
9 | Passend toezicht op zelfstandige bestuursorganen
© 2015 KPMG Advisory N.V.
Het bestuur De Raad van Bestuur verstrekt dezelfde informatie aan het ‘intern toezicht’ binnen het ZBO als aan het departement. Eens
ONEens
onbekend
33%
50%
17%
Verschillende informatie Volgens de helft van de respondenten ontvangt het departement andere informatie van de Raden van Bestuur van ZBO’s dan interne toezichthouders. Uit onze enquête komt naar voren dat de informatiebehoeften van de interne toezichthouders en het departement verschillen. Het ‘intern toezicht’ is meer operationeel en bedrijfsmatig, terwijl het departementaal toezicht meer beleidsmatig is. Uit de aan ons verstrekte antwoorden komt eveneens naar voren dat het departement in vergelijking met het ‘intern toezicht’ andere nadrukken legt op de verkregen informatie. De Raad van Toezicht is er voor het bestuur van de ZBO terwijl het departement een meer formele relatie kent.
10 | Passend toezicht op zelfstandige bestuursorganen
© 2015 KPMG Advisory N.V.
Het departement Het departementaal toezicht maakt gebruik van het ‘intern toezicht’ binnen het ZBO.
Eens
ONEens
onbekend
62%
25%
13%
Steunen op ‘intern toezicht’ Een ruime meerderheid van de respondenten geeft aan dat het departementaal toezicht gebruik maakt van het ‘intern toezicht’. De respondenten noemen de volgende gebieden waar het departementaal toezicht gebruik maakt van het ‘intern toezicht’: • financiën en benoemingen; • primaire processen en bedrijfsvoeding; • het departement leest de verslagen van de RvT en de audit commissie. Onafhankelijk toezicht door departement: Uit onze enquête komt naar voren dat t.a.v. de uitvoering ‘binnen het ZBO’ het departementaal toezicht onafhankelijk belegd dient te worden. Indien het ZBO geen ‘intern toezicht’ heeft kan het departement werken met een onafhankelijke audit committee.
11 | Passend toezicht op zelfstandige bestuursorganen
© 2015 KPMG Advisory N.V.
Het departement Het departementaal toezicht is toereikend ingericht om gedegen toezicht uit te voeren onafhankelijk van het ‘intern toezicht’ binnen het ZBO.
Eens
ONEens
onbekend
37%
25%
38%
Onafhankelijk departementaal toezicht Er is een diffuus beeld of het departementaal toezicht toereikend is ingericht om onafhankelijk van ‘intern toezicht’ gedegen toezicht uit te oefenen op ZBO’s. Van de respondenten is 37% het eens met de stelling en 25% is het oneens. De overige respondenten geeft aan niet bekend te zijn of het departementaal toezicht toereikend is ingericht. De reactie onbekend betreft o.a. een respondent die aangeeft dat dit het oordeel moet zijn van het departement en niet van bestuurders. Intensiveren samenwerking departement en ‘intern toezicht’ Volgens een aantal respondenten kan het departementaal toezicht op een aantal gebieden intensiever gebruik maken van het ‘intern toezicht’, waaronder: • beoordeling en functioneren van directie; • bedrijfsvoering; • risico’s en tegenmaatregelen.
12 | Passend toezicht op zelfstandige bestuursorganen
© 2015 KPMG Advisory N.V.
De accountant U heeft vanuit uw rol binnen het ZBO voldoende contactmomenten met de externe accountant om gedegen inzicht te verkrijgen in de werkzaamheden en bevindingen van de accountant. Eens
ONEens
onbekend
50%
33%
17%
Contactmomenten De helft van de respondenten geeft aan dat er voldoende contactmomenten zijn met de externe accountant om gedegen inzicht te verkrijgen in de werkzaamheden en bevindingen van de accountant. Twee derde van de respondenten geeft aan 1 tot 2 keer per jaar contact te hebben met de accountant, 17% geeft aan 3 tot 4 keer per jaar contact te hebben met de accountant en 17% geeft aan meer dan 5 keer per jaar contact te hebben met de accountant.
Zorgen en risico’s worden besproken met de accountant Alle respondenten geven aan dat de zorgen en risico’s die zij identificeren vanuit hun rol worden besproken met de accountant.
13 | Passend toezicht op zelfstandige bestuursorganen
© 2015 KPMG Advisory N.V.
De accountant Heeft u separaat van de Raad van Bestuur rechtstreeks contact met de externe accountant? ja
nee
onbekend
43%
14%
43%
Rechtstreeks contact met de accountant Ruim 40% van de respondenten heeft separaat van de Raad van Bestuur rechtstreeks contact met de externe accountant. 14% van de respondenten geeft aan geen rechtstreeks contact met de externe accountant te hebben separaat van de Raad van Bestuur. Een deel van de respondenten is niet bekend of het intern toezichtorgaan rechtstreeks contact heeft met de externe accountant. Een van de respondenten licht toe dat mogelijk een ander lid van het intern toezicht dit contact wel heeft.
14 | Passend toezicht op zelfstandige bestuursorganen
© 2015 KPMG Advisory N.V.
Toekomstvisie “Op welke wijze kan ‘intern toezicht’ complementair worden aan departementaal toezicht?”
Van de geënquêteerden is de overgrote meerderheid van mening dat een Raad van Toezicht/Raad van Commissarissen bij een ZBO het beste het departementaal toezicht kan versterken. Deze vorm van toezicht heeft een duidelijke voorkeur boven die van een Raad van Advies. Waarschijnlijk is deze voorkeur gebaseerd op de wettelijke grondslag – en duidelijkere verantwoordelijkheden – van een Raad van Toezicht/Raad van Commissarissen, in tegenstelling tot een Raad van Advies. Een kleine meerderheid van de respondenten geeft aan dat de rollen van opdrachtnemer, opdrachtgever en toezichthouder niet goed kunnen worden gescheiden door het departement. De herpositionering heeft tot gevolg dat scheiding van de rollen (opdrachtgever, opdrachtnemer en uitvoering) diffuus wordt en rollen mogelijk vermengd worden. Vrijwel alle geënquêteerden zijn van mening dat bij een duidelijke verdeling van verantwoordelijkheden en bevoegdheden tussen het ‘intern toezicht’ binnen ZBO’s enerzijds en de minister anderzijds, een deel van het departementaal toezicht bij het ‘intern toezicht’ belegd kan blijven of belegd kan worden. Samen is het devies, vereen de krachten, behoud het goede, wees helder en evenwichtig in rollen en verantwoordelijkheden.
Clara pacta Duidelijke afspraken
15 | Passend toezicht op zelfstandige bestuursorganen
© 2015 KPMG Advisory N.V.
intern toezicht Welke vorm van ‘intern toezicht’ binnen het ZBO versterkt uw inziens het departementaal toezicht het beste? Raad van Toezicht
Raad van Commissarissen
Raad van Advies
57%
29%
14%
Vormen van intern toezicht Intern toezicht kan op verschillende wijzen worden ingericht. Veelvoorkomende vormen van toezicht betreffen een Raad van Toezicht, een Raad van Advies of een Raad van Commissarissen. Van de respondenten vindt 57% dat een Raad van Toezicht bij een ZBO het beste het departementaal toezicht kan versterken. 29% van de respondenten vindt dat een Raad van Commissarissen het departementaal toezicht bij ZBO het beste kan versterken en 14% noemt een Raad van Advies als beste wijze om het intern toezicht vorm te geven als versterking op het departementaal toezicht.
16 | Passend toezicht op zelfstandige bestuursorganen
© 2015 KPMG Advisory N.V.
De rollen van het departement Met de verschuiving van ‘intern toezicht’ binnen ZBO’s naar het departement verkrijgt laatstgenoemde drie rollen, namelijk: de rol van opdrachtnemer, opdrachtgever en toezichthouder. Mijns inziens kunnen deze drie rollen op gedegen wijze worden gescheiden door het departement. Eens
ONEens
onbekend
29%
57%
14%
Scheiding van de rollen opdrachtnemer, opdrachtgever en toezichthouder is essentieel 57% van de respondenten vindt niet dat de drie rollen van opdrachtnemer, opdrachtgever en toezichthouder op gedegen wijze kunnen worden gescheiden door het departement. Uit onze enquête komt naar voren dat het essentieel is dat deze rollen scherp onderscheidend worden belegd. Dat kan in principe binnen een departement, maar is dit lastiger om te doen.
17 | Passend toezicht op zelfstandige bestuursorganen
© 2015 KPMG Advisory N.V.
Departementaal toezicht beleggen bij intern toezicht Bij een duidelijke verdeling van verantwoordelijkheden en bevoegdheden tussen het ‘intern toezicht’ binnen ZBO’s en de minister kan een deel van het departementaal toezicht worden belegd bij het ‘intern toezicht’ binnen ZBO’s.
Eens
ONEENS
onbekend
86%
0%
14%
Scheiding van de rollen opdrachtnemer, opdrachtgever en toezichthouder is essentieel Het merendeel van de respondenten geeft aan dat bij een duidelijke verdeling van verantwoordelijkheden en bevoegdheden tussen het ‘intern toezicht’ binnen ZBO’s en de minister een deel van het departementaal toezicht bij het ‘intern toezicht’ belegd kan worden. Voorbeelden van verantwoordelijkheden die bij het ‘intern toezicht’ belegd kunnen worden zijn: • benoemen en ontslaan van bestuursleden; • goedkeuring van de begroting (of een vetorecht); • toezicht op de jaarrekening en het jaarverslag; • “het reilen en zeilen” intern. Uit onze enquête komt naar voren dat de Raad van Toezicht tamelijk machteloos is geworden sinds de kaderwet ZBO‘s.
18 | Passend toezicht op zelfstandige bestuursorganen
© 2015 KPMG Advisory N.V.
Relevante publicaties Hier treft u enkele relevante publicaties van ons aan die interessant voor u kunnen zijn. U kunt deze publicaties opvragen via www.kpmg.nl.
19 | Passend toezicht op zelfstandige bestuursorganen
© 2015 KPMG Advisory N.V.
Gepast toezicht op zelfstandige bestuursorganen Uitkomsten enquête
Gepast toezicht op zelfstandige bestuursorganen
De publicatie betreft een geanonimiseerde selectie van de uitkomsten uit de enquête ‘Gepast toezicht op zelfstandige bestuursorganen’.
Uitkomsten enquête kpmg.nl
Gepast toezicht op zelfstandige bestuursorganen | 1
Deze publicatie geeft inzicht in de wijze waarop leden van toezichthoudende organen binnen ZBO’s heden ten dage invulling geven aan en denken over hun toezichtsfunctie, onderverdeeld naar vier hoofd-thema‘s: Raad van Toezicht versus Departementaal Toezicht; opzet van het toezichtorgaan (kaders, rollen, verantwoordelijkheden); werking van het toezichtorgaan (invulling rol en wijze van verantwoording); persoonlijke overwegingen. De transformatie naar een informatiegedreven overheid Wat zijn de prioriteiten van bestuurders en CIO’s? Het regeerakkoord en de Visiebrief digitale overheid 2017 zetten een duidelijke stip op de horizon voor de toekomst van de overheidsdienstverlening aan burgers en bedrijfsleven. De impact hiervan is enorm en organisatorisch en technisch ligt een megaoperatie in het verschiet. Deze publicatie is een verkenning van KPMG naar hoe de Nederlandse overheid deze ambities kan invullen en welke prioriteiten er zijn voor bestuurders en CIO’s om dat te doen. We hebben in dat kader enkele tientallen diepte-interviews afgenomen en de resultaten daarvan in een rondetafelgesprek bediscussieerd. De hoofdlijnen en het handelingsperspectief treft u in deze publicatie aan. Meer grip op doelmatigheid Handreikingen uit het KPMG-onderzoek naar doelmatigheid en sturing bijuitvoeringsorganisaties We hebben zowel het perspectief van de uitvoeringsorganisaties als dat van de departementen onderzocht. Leden van de raad van bestuur en directeuren bedrijfsvoering van uitvoeringsorganisaties hebben we via een enquête gevraagd naar hun ervaringen. Bij de departementen hebben we aanvullende interviews afgenomen en verwerkt in de tekst. Hoe kijken beide tegen de bestaande sturingsrelaties aan? We onderzochten de wijze waarop uitvoeringsorganisaties sturen op doelmatigheid en welke rol de afspraken met het departement hierin spelen. In deze publicatie vindt u een weerslag van dit onderzoek, samen met een aantal praktische handreikingen wat dit onderzoek nu voor uw uitvoeringsorganisatie betekent en nog in de toekomst kan betekenen.
Cyber Security, a theme for the boardroom Cyber security wordt een steeds belangrijker thema voor organisaties sinds de afgelopen jaren. Mede door het toenemende aantal incidenten en de verdere digitalisering is de impact van cybercrime steeds groter. Bestuurders kunnen er niet meer om heen om cyber security een prominente plek te geven op de strategische risk agenda.
Audit Committee Quarterly Winter 2014 In the past ten years, the role of the audit committee in the corporate governance framework has become more significant. In the past the audit committee used to be a purely preparatory commission for the supervisory board. Now it is more structured, with its own agenda, profile, minutes, and often a separate set of by-laws. The work has also become more technical and formal, partly as a result of increasing external regulation. This means that audit committee members need a certain background and expertise in order to add value to the committee.The demanding task of being an audit committee chairman is clearly shown in the interview with Henk Scheffers in this edition of the Audit Committee Quarterly. In our second interview in this edition of the Audit Committee Quarterly, Harm Jan de Kluiver talks about the practical impact of the Wet Bestuur & Toezicht. In this edition, you can also read an article about the new independent auditor’s report, impressions from the Roundtable meetings we have organised in 2014, and the results of ACI’s 2015 Global Survey of some 1,500 audit committee members around the world. Werken aan Samen Succesfactoren voor samenwerkingsverbanden in de Nederlandse overheid Goede samenwerking tussen mensen en/of organisaties draagt bij aan betere dienstverlening en hogere efficiency. Binnen de Nederlandse overheid is dit een thema waar geen enkele organisatie omheen kan. Ministeries, uitvoeringsorganisaties, provincies en gemeenten werken steeds vaker samen in de taakuitvoering naar burgers en bedrijfsleven en op het gebied van bedrijfsvoering, daartoe aangezet door de potentiële voordelen en extra geprikkeld door uitdagende taakstellingen. Programma’s zoals de Compacte Rijksdienst en de Hervormingsagenda spelen bij dit alles een belangrijke rol.
20 | Passend toezicht op zelfstandige bestuursorganen
© 2015 KPMG Advisory N.V.
Contact Wim Touw E.
[email protected] T. (070) 338 2176
Mari Brabers E.
[email protected] T. (070) 338 2351
Caroline Molenaar E.
[email protected] T. (070) 338 2138
www.kpmg.nl
© 2015 KPMG N.V., ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer 34153857, is lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die verbonden zijn aan KPMG International Cooperative (‘KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG, het logo en ‘cutting through complexity’ zijn geregistreerde merken van KPMG International.