Paper-Scissors-Stone 11.05 tot 31.08.2014 Lesmap Basisonderwijs en secundair onderwijs
Z33- huis voor actuele kunst Zuivelmarkt 33 Hasselt (BE) www.z33.be
Inhoud 1. Inleiding: Wat is Z33? 2. De tentoonstelling Paper-Scissors-Stone 3. Voorbereiding in de klas 4. Een bezoek aan Paper-Scissors-Stone 5. Naverwerking in de klas
1. Inleiding: Wat is Z33? Z33 is een huis voor actuele kunst en vormgeving. Z33 heeft geen eigen collectie, maar een permanent tentoonstellingsaanbod. Z33 stelt zichzelf, samen met haar publiek, tot doel te reflecteren over actuele maatschappelijke ontwikkelingen. Op die manier moedigen zij hun bezoekers aan om dagdagelijkse dingen op een nieuwe, en vooral kritische, manier te bekijken. Het is eerder een laboratorium en een plaats voor onderzoek, experiment en innovatie. Naast een onderzoek matige insteek stelt Z33 multidisciplinariteit voorop. Zowel designers, kunstenaars, architecten, theatermakers, schrijvers, muzikanten als anderen komen aanbod in de tentoonstellingszalen. Voor meer informatie over het aanbod van Z33: www.z33.be/agenda Publieksbemiddeling en educatie Kunst flitst, prikkelt, kriebelt en daagt uit. Het educatieve aanbod van Z33 richt zich op kijken, begrijpen en beleven, op een eigen mening vormen, op reflecteren over het thema van de kunstwerken en zelf expressief en creatief aan de slag gaan. Een bezoek aan Z33 wordt omkaderd met een interactieve rondleiding met gids of bemiddelaar, een kijkwijzer of kinderblik, activiteiten in de publieksruimte en deze lesmap. Deze map stelt de tentoonstelling ‘Paper-Scissors-Stone’ op een educatieve manier voor en geeft tips om rond een bezoek aan deze tentoonstelling een voor- en naverwerking in de klas te verzorgen. Dit kan gebeuren in het kader van meerdere vakken, naar keuze van de leerkracht. Praktisch De naam Z33 verwijst naar het adres: Zuivelmarkt 33. Z33 bevindt zich in de historische begijnhofsite in het centrum van Hasselt. Het is een cultuurschakel waardoor je er met De Lijn gratis kan geraken. Vanaf het station van Hasselt kom je er te voet of je neemt de boulevardpendel met als halte Kolonel Dusartplein. Voor meer informatie kan je terecht op de site van Canon Cultuurcel. http://dynamo3.be Wil je in aanmerking komen voor DynamoOPWEG? Hier vind je zowel de link naar het invulformulier als naar de algemene voorwaarden. http://www.dynamo3.be/uploads/documents/dynamoOPWEG.pdf http://www.dynamo3.be/index.php?a=page/dynamo_opweg
2. De tentoonstelling Paper – Scissors - Stone Met Paper-Scissors-Stone toont Z33 de eerste grote solotentoonstelling van kunstenaar Leon Vranken. De titel van de tentoonstelling verwijst naar het gelijknamige spel (papier-schaar-steen) dat een voorbeeld is van wat in de wiskunde een cyclische orde wordt genoemd: de steen verslaat de schaar, de schaar verslaat het papier, dat op zijn beurt weer de steen verslaat. In tegenstelling tot wat de naam laat vermoeden, zijn het papier, de schaar en de steen niet nodig om het spel te kunnen spelen. Dit spel met materialen vinden we ook terug in het werk van Leon Vranken. Hij snijdt door gebouwen, objecten en tweedimensionale werken. Voor de tentoonstelling in Z33 bouwde Leon Vranken een fontein. Hiervoor moest er letterlijk in het gebouw gesneden worden. De fontein ontspringt in de kelder van het gebouw en spuit loodrecht omhoog door het plafond tot op de eerste verdieping. Het is meteen ook het enige werk op de benedenverdieping. De constant bewegende verticale waterlijn, samen met het repetitieve patroon van de ramen en het binnenvallende zonlicht, creëren een oase van rust. De bovenverdieping waar in iedere ruimte een installatie gepresenteerd wordt, contrasteert hiermee. Ook al ogen deze werken op het eerste zicht minimaal, gepolijst en esthetisch, toch dragen ze stuk voor stuk de signatuur van de kunstenaar en vormen ze een synthese van de thema’s die de kunstenaar bezighouden. De eerder genoemde verticale lijn, de opwaartse beweging, komt terug in de stutten van het baksteenwerk, in het stapelen van het papier en de sokkel. De lijn is een constante in het werk van Leon Vranken. De lijn komt terug in de vorm van een afbakening (het koord, het linoleum, de reling), een snede (de tweedimensionale werken en de vitrines) of als een gewone lijnopstelling (de objecten in de zaal rechtsboven). Met het bezoeken van deze tentoonstelling kan je jouw leerlingen in aanraking brengen met hedendaagse kunst. Dit sluit mooi aan bij de doelstellingen van muzische vorming, de vakoverschrijdende eindtermen rond esthetische bekwaamheid of de leerplandoelstelling van plastische opvoeding. Er wordt gezocht naar de schoonheid in alledaagse voorwerpen en de eenvoud van de lijn. De nadruk ligt hierbij op het leren kijken naar hedendaagse kunst. Je kunt naar aanleiding van de tentoonstelling ook werken rond het filosoferen over kunst. Leerlingen ontdekken zo waar hun persoonlijke smaak ligt en hoe dit te verwoorden. Ook vanuit de lessen esthetica kunnen er verschillende raakvlakken gevonden worden in de tentoonstelling.
Ontwikkelingsdoelen: 1. Muzische vorming - Beeld De leerlingen kunnen 1.1 door middel van kunst- en beeldbeschouwing een persoonlijk waardeoordeel ontwikkelen over beelden en beeldende kunst van vroeger, nu en verschillende culturen. 1.2 door betasten en voelen (tactiel), door kijken en zien (visueel) impressies opdoen, verwerken en erover praten. 1.3 beeldinformatie herkennen, begrijpen, interpreteren en er kritisch tegenover staan. 1.4 plezier en voldoening vinden in het beeldend vormgeven en genieten van wat beeldend is vormgegeven. VOETEN: (esthetische bekwaamheid) De leerlingen kunnen: 6 kunnen schoonheid ervaren; Context 7: Socioculturele samenleving 6 gaan actief om met de cultuur en kunst die hen omringen; Leerplan doelstellingen Plastische Opvoeding De leerlingen kunnen: 21 Tegenover het eigen werk en dat van anderen een kritische houding aannemen en hierbij hun mening verwoorden. 25 Voor de beeldende kunst van eigen en andere culturen interesse tonen. 29 Van diverse kunstuitingen genieten.
3. Voorbereiding in de klas De tentoonstelling Paper-Siccors-Stone is vooral een esthetische tentoonstelling. Het toont de schoonheid van de lijn. De lijn die steeds in verschillende gedaantes terugkomt in de werken van Leon Vranken. Toch is het voor mensen die niet zoveel ervaring hebben met het bekijken van hedendaagse kunst niet altijd eenvoudig om hier onmiddellijk de schoonheid van in te zien. Het kan dan ook nuttig zijn om samen met je leerlingen even stil te staan bij de vraag: Wat is kunst? Deze vraag is niet zo eenvoudig te beantwoorden. Ook veel kunstkenners, theoretici, -critici en kunstenaars hebben hier geen pasklaar antwoord op. Het is dan ook niet de bedoeling dat jouw leerlingen hiervan een definitie vanbuiten leren. Het is wel interessant om eerst even stil te staan bij wat kunst voor jouw leerlingen betekent.
Voor veel mensen moet kunst aan zo’n vijf criteria voldoen. (voor meer informatie hierover zie: De Visscher, J., ‘De ondefinieerbaarheid van de kunst’, Amsterdam: Boom). Kunst moet: mooi zijn; herkenbaar (natuurgetrouw) zijn; emotie opwekken; gemaakt zijn door een uitzonderlijk persoon; grote vaardigheden laten zien. Daartegenover staat dat er in de kunstgeschiedenis van de laatste honderd jaar een aantal kunststromingen en kunstenaars geweest zijn die niet altijd aan deze criteria voldoen. Denk bijvoorbeeld maar aan: abstracte kunst = niet herkenbaar/natuurgetrouw; het expressionisme toont geen klassieke schoonheid; een ready-made wordt niet door een kunstenaar eigenhandig gemaakt én toont geen emotie; cobra: schilderen als een kind vraagt, op het eerste zicht geen grote technische vaardigheden. Hedendaagse kunst is eerder: niet per se mooi, wel: verhalen, betekenis, nadenken, reflectie, vragen stellen; multimediaal: video, foto, installatie, internet; participatie, interactie, samenspel met het publiek; maatschappelijke relevantie, link kunst en wetenschap, onderzoeksmethodes…; schoonheid in het poëtische, filosofische, speculatieve, begeestering; vaak tijdelijk karakter, proces, ‘op bestelling’, in situ, sitespecific, gesamtkunstwerk.
Al wil dit niet zeggen dat al deze kenmerken in alle kunstwerken tegelijkertijd voorkomen. Opdracht: neem een kunstwerk mee naar school Vraag je leerlingen een afbeelding van wat zij een kunstwerk vinden of het kunstwerk zelf mee te nemen naar school. Een kunstwerk kan een schilderij zijn, maar hoeft dit niet te zijn. Is het misschien een sculptuur, een muziekstuk, een film of nog iets anders? Start hierrond een gesprek op. De volgende vragen kunnen je helpen het gesprek op te starten
Waarom vinden ze dit een kunstwerk? Wat vinden ze er mooi aan? Wat is er niet mooi aan? Moet een kunstwerk mooi zijn? Wat wil de kunstenaar hiermee zeggen? Wat wil het kunstwerk jou zeggen? Wat zou jij willen zeggen aan het kunstwerk? Stel een vraag aan het kunstwerk. Moet iedereen hetzelfde vinden van dit kunstwerk? Waar doet het kunstwerk jou aan denken? Waarom is dit kunstwerk gemaakt?
Stel een vragenlijst op over jouw kunstwerk Je kan het gesprek ook anders aanpakken en je leerlingen zelf een vragenlijst laten opstellen. Ze gaan dan op zoek naar vragen die het kunstwerk oproept. Deze opdracht stimuleert een andere manier van denken over het kijken naar een kunstwerk. Een fontein is niet altijd een fontein In 1917 zette Marcel Duchamp de kunstwereld voorgoed op zijn kop. Niet door iets wat hij zelf maakte, maar door een industrieel gemaakt urinoir letterlijk op zijn kop te zetten. Aan het urinoir zelf werd er niets veranderd of toegevoegd buiten de handtekening “R.MUTT” en het jaartal 1917. Duchamp zond zijn kunstwerk anoniem in voor een tentoonstelling die hij zelf mee organiseerde. De andere organisatoren namen de inzending echter niet serieus. Ze dachten dat het urinoir een belediging was aan het adres van de organisatie. Duchamps fontein werd dan ook niet tentoongesteld.
Nu wordt het werk beschouwd als een belangrijke stap in de kunstgeschiedenis. Het riep belangrijke vragen op over wat kunst kan zijn of zou moeten zijn. Kan een doodgewoon voorwerp een kunstwerk zijn? In 2004 werd het urinoir zelfs uitgekozen tot invloedrijkst kunstwerk van de 20e eeuw. http://www.gva.be/Archief/guid/urinoir-duchamp-gekozen-tot-invloedrijkstekunstwerk.aspx?artikel=f145d2ca-a446-410e-a4ae-b3bca4110f2d Zo zijn er verschillende kunstenaars die verwijzen naar de beroemde fontein van Duchamp. De Amerikaanse kunstenaar Bruce Nauman heeft dit onder andere gedaan in 1966. Het werk “zelfportret als een fontein” toont een foto van de kunstenaar zelf die een waterstraal spuit.
Fonteinen hebben in de loop van de kunstgeschiedenis een belangrijke rol gespeeld. Ze werden ontworpen door belangrijke kunstenaars. Vooral tijdens de periode van de barok werden ze rijkelijk versierd met opvallende beelden. Toeristen gaan er speciaal naar op zoek in steden. Denk maar aan de Trevi fontein in Rome. Leon Vranken toont in de tentoonstelling zijn visie op de fontein. Doordat de ruimte voor de rest leeg is gehouden ligt de nadruk op de fontein zelf en de verticale lijn die door het water wordt gevormd. Door het binnenvallend licht vanuit de ramen krijg je zo een ontspannen sfeer. De ruimte met de fontein vormt een oase van rust waar de bezoeker tot zichzelf kan komen. Als kunstenaar gaat Leon Vranken verder met het idee van de ‘ready made’ van Duchamp. Ook hij toont normale voorwerpen, vitrinekasten, krukken of paletten in de context van een tentoonstelling. Er is echter een groot verschil: deze voorwerpen werden speciaal voor de tentoonstelling gemaakt. Ze zijn dus vaak net dat tikkeltje anders dan de voorwerpen die je in een winkel kan tegenkomen. Speel een spelletje “Papier, Schaar, Steen” Papier, schaar of steen? Om dit spel te spelen heb je alleen maar je handen nodig. Leon Vranken koos de naam van dit spel als titel van de tentoonstelling. Net zoals de steen in het spel geen echte steen is, zijn de stenen in de tentoonstelling dat misschien ook niet. Papier verslaat steen. Schaar verslaat papier. Steen verslaat schaar. Als je dit spel speelt kan je in principe niet voorspellen wie er zal winnen. Of toch wel?
http://www.standaard.be/cnt/dmf20140503_01090735
4. Een bezoek aan Paper-Scissors-Stone Bij elke tentoonstelling ontwikkelt Z33 een aangepast aanbod voor leerkrachten, studenten aan een lerarenopleiding, jongeren en kinderen in klasverband. De beste manier om de tentoonstelling te beleven is onder leiding van een bemiddelaar, die het verhaal van de tentoonstelling enthousiast en interactief brengt. Tijdens een interactieve rondleiding geven kunstwerken hun geheimen prijs en leren de toeschouwers meer over hedendaagse kunst. Doordat de leerlingen het kunstwerk beter begrijpen, is het makkelijker voor hen een gegronde mening te vormen over kunst. De bemiddelaars laten de deelnemers beter kijken en gaan met hen in gesprek. Voor elke leeftijd (kleuter-, lager-, middelbaar en hoger onderwijs) is er de keuze uit een gewone rondleiding (1u) en een lange rondleiding (2u of meer). Tijdens deze laatste worden de leerlingen ook creatief aan het werk gezet. Prijzen en mogelijkheden voor een groep van maximum 20 deelnemers: o Interactieve klasrondleiding: 1u, € 20; o Interactieve klasrondleiding met creatieve verwerking: 2u, € 40. Voor kleuters is er een kleuterrondleiding van ong. 45 min, waarin een kleine selectie van kunstwerken aanleiding vormt voor korte spel- of creatieopdrachten. Voor 6- tot 9-jarigen is er naast de rondleiding het Kinderblik. Met één blik op de kunstwerken en één blik in je handen word je geleid langs de meest indrukwekkende werken uit de tentoonstelling. Hierin vind je leuke materialen om de tentoonstelling op een speelse en creatieve manier te ontdekken. Het laat de leerlingen de tentoonstelling ontdekken en beleven. Natuurlijk neem je je eigen creatie na afloop mee naar huis. Het Kinderblik is gratis en wordt aan elk kind van 6 tot 9 jaar aangeboden. Naast het Kinderblik biedt Z33 ook de Kijkwijzer aan voor kinderen van 10 tot 14 jaar. Met de Kijkwijzer leggen kinderen en tieners een eigen parcours af doorheen de tentoonstelling. De jonge bezoeker vindt er informatie over de kunstwerken, inzicht in het thema van de tentoonstelling, verbanden met de eigen leefwereld, waarnemings- of zoekopdrachten en de kans om zijn mening te geven, zelf creatief na te denken, te ontwerpen... De Kijkwijzer laat hen met andere woorden kijken, (onder)zoeken, oplossen, tekenen, ontwerpen en bedenken. Ook de Kijkwijzer is gratis en wordt aan elk kind van 10 tot 14 jaar aangeboden. Bij Paper-Scissors-Stone werd er een educatieve ruimte ontwikkeld waar elke bezoeker in de voetsporen van Leon Vranken kan treden. Je krijgt er de kans om met de materialen die terug te vinden zijn in de tentoonstelling zelf een kunstwerk te maken. Meer informatie vind je via deze link: www.z33.be/bezoekers/scholen
5. Naverwerking in de klas Nadat je de tentoonstelling hebt bezocht met je leerlingen kan het nuttig zijn om achteraf in de klas het thema van de tentoonstelling verder te onderzoeken. Hierdoor krijgen de leerlingen meer inzicht in het behandelde thema en zullen ze achteraf meer gemotiveerd zijn om zelf (hedendaagse) kunsttentoonstellingen te bezoeken. Hieronder vind je verschillende opdrachtsuggesties. Je kan met je leerlingen het thema artistiek benaderen of verder inhoudelijk uitdiepen. Centraal staat het kijken en beleven van hedendaagse kunst. Derde graad basisonderwijs/ eerste graad secundair onderwijs 1. Muzische vorming - Beeld De leerlingen kunnen 1.2 door betasten en voelen (tactiel), door kijken en zien (visueel) impressies opdoen, verwerken en erover praten. 1.4* plezier en voldoening vinden in het beeldend vormgeven en genieten van wat beeldend is vormgegeven. Leerplandoelstellingen P.O. De leerlingen kunnen 12 Vorm en compositieleer toepassen ET 8 LELE 1.6 – In een beeld de vorm/vormen opzoeken – Nagaan hoe kunstenaars omgaan met vorm en compositie in hun werk – Het karakter van een vorm herkennen zoals rond/hoekig, geometrisch/organisch, open/gesloten, statisch/dynamisch, symmetrisch/asymmetrisch ... – Vorm en restvorm onderscheiden. 16 De beeldtaal tijdens het eigen vormgeven onderzoeken en sturen. Opdracht: Compositie in de ruimte: Individuele opdracht Materiaal: tandenstokers, piepschuim (± 15 cm op 15cm per leerling) Bij deze opdracht is het de bedoeling dat de leerlingen gaan experimenteren met het vinden van een ruimtelijke compositie. Ze gaan op zoek naar een vormentaal die hen boeiend/mooi/evenwichtig lijkt. Ze doen dit door de tandenstokers in een gewenst patroon in het piepschuim te prikken. Wijzigingen hierin kunnen eenvoudig aangebracht worden door de prikker te verplaatsen. Zo kunnen de leerlingen verschillende composities uitproberen. Net als bij Leon Vranken staan hier de horizontale en verticale lijn centraal. De prikkers zelf zorgen voor de verticale lijnen, de horizontale lijn wordt gevormd door het patroon. Je kunt een patroon vormen op verschillende manieren. Benadruk bij de leerlingen dat het niet de bedoeling is om een bepaald figuurtje te vormen met de tandenstokers. Het moet dus geen bloem of hartje worden. Probeer de leerlingen aan te moedigen om abstract te werk te gaan. De compositie kan symmetrisch of asymmetrisch opgevat worden. Worden de prikkers gelijk verdeeld over het oppervlak of worden ze willekeurig vast geprikt? Je kunt de tandenstokers ook op verschillende hoogtes in het piepschuim prikken. Als je de plaat op ooghoogte bekijkt kan je het effect zien van de plaatsing van de tandenstokers. Beeld je in dat een ruimte op ware grootte zo zou worden ingedeeld door houten palen. Hoe zou je dan door de ruimte bewegen? Kan je tussen de palen heen wandelen of moet je er langs gaan? Langs waar komen de bezoekers de ruimte binnen? Uit welk materiaal zou je de palen maken als ze op ware grootte zouden zijn? Zouden ze nog steeds van hout zijn of zou je liever een ander materiaal gebruiken? Je kunt hierna de link leggen naar de ruimtes uit de tentoonstelling. Hoe hebben ze de ruimtes in Z33 ervaren? Wat heeft de kunstenaar eraan veranderd?
Opdracht afbakening van de (klas)ruimte: Groepsopdracht Materiaal: bol wol, schaar Verdeel je leerlingen in groepjes (max. 3 per groep). Geef ze een bol wol mee. Hiermee kunnen ze net zoals Leon Vranken deed met de leuning langs de muren van de tentoonstelling, ruimtes afbakenen. Ze kunnen dit doen door de wol rondom obstakels te wikkelen. Als je bijvoorbeeld twee stoelen neemt en daar rond een draad laat lopen, krijg je een afgebakende rechthoek. Je kunt deze opdracht ook op de speelplaats laten doorgaan. Doordat er onverwachte subtiele veranderingen zijn, ga je je ook anders gedragen. Een obstakel in de ruimte zorgt ervoor dat je er omheen moet lopen. Of misschien moet je eroverheen stappen of je bukken. Als alle groepen klaar zijn, stellen ze de aanpassingen in de ruimte aan elkaar voor. Eventueel kan de afgebakende ruimte verder verkend worden. Laat de leerlingen er doorheen lopen, zonder dat de draden stuk gaan (je kunt dit ook moeilijker maken door ze er geblinddoekt door te sturen).
Derde graad secundair Leerplandoelstellingen: Esthetica De leerlingen kunnen: 1.2 ‘Anders’ en vooral trager kijken en luisteren. 2.1 Gericht kijken en luisteren naar kunst met kennis van de componenten van de beeld- en muziektaal. 2.4 Een eigen begrippenkader opstellen en confronteren met een (minimale) bestaande terminologie. 2.7 Een brede esthetische gevoeligheid ontwikkelen. Opdracht composities onderzoeken Materiaal: zwarte stift, beeldmateriaal van verschillende tweedimensionale kunstwerken. Het werk van Leon Vranken legt de nadruk op de compositie in de ruimte. Van hieruit kan je vertrekken om een lessenreeks op te starten rond het gebruik van compositie in tweedimensionale kunstwerken. Hieronder kan je een korte samenvatting vinden van de verschillende traditionele compositieschema's. Achteraf kan je jouw leerlingen zelf op zoek laten gaan naar afbeeldingen. Je geeft ze dan de opdracht om de composities te analyseren op basis van de geziene compositieschema's. Overzicht compositieschema's (bron: DE VISSER A., Hardop kijken: een inleiding tot de kunstbeschouwing, Nijmegen, 1986) De meeste kunstenaars denken op voorhand goed na waar en hoe ze hun onderwerp zullen uitbeelden. Deze schikking of ordening in de ruimte noemen we de compositie. Dit komt van het Latijnse ‘componere’, wat samenstellen betekent. Uiteraard zijn er zoveel composities te bedenken als er kunstwerken zijn, maar als we wat veralgemenen kunnen we al de composities onderverdelen in zeven verschillende schema’s: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Symmetrisch Asymmetrisch Centraal Diagonaal Piramidaal Geometrisch Over-all
Om een compositieschema te herkennen moet je leren de verschillende beeldassen te herkennen. Beeldassen zijn lijnen die de kunstenaar binnen zijn blad of doek heeft geplaatst. Deze lijnen zorgen voor een organisatie van de verschillende elementen binnen dat kader. Beeldassen kunnen zowel zichtbaar als onzichtbaar zijn. Horizontale en verticale assen geven een gevoel van stabiliteit en rust. Terwijl de diagonale en kromme lijnen eerder een bepaalde dynamiek of beweging laten zien, waardoor de compositie eerder onrustig is.
1 Symmetrische composities Bij een symmetrische compositie zien we een gelijkwaardige verdeling van de beeldelementen links en rechts van de verticale beeldas. Je kunt de beeldas bekijken alsof het een spiegelas zou zijn. Dit betekent niet dat het kunstwerk perfect symmetrisch dient te zijn.
2 Asymmetrische composities Niet elke compositie die geen symmetrie vertoond gaan we asymmetrisch noemen. Bijna alle compositieschema’s zijn immers asymmetrisch. Om werkelijk te kunnen spreken van een asymmetrische compositie moet er een duidelijk herkenbare verdeling van slechts enkele beeldelementen zijn. De beeldas staat niet meer centraal. De beeldas staat verticaal aan de linkerof rechterkant van het kunstwerk. De verschillende beeldelementen zijn ongelijk verdeeld.
3 Centrale composities Een centrale compositie is ook altijd een symmetrische compositie. Bij een centrale compositie zie je tegelijkertijd een verticale en een horizontale beeldas. Deze twee snijden elkaar in het middelpunt van het beeldvlak. Zo ontstaat er een centraal middelpunt. Het belangrijkste beeldelement van het kunstwerk staat zo in het middelpunt van de belangstelling.
4 Diagonale composities Bij een diagonale compositie loopt de beeldas schuin over het beeldvlak van het kunstwerk. Deze kan een opwaartse of een neerwaartse beweging geven. Een kunstwerk lezen wij, in het westen, van links naar rechts. Als de as links onder begint, is het een opwaartse beweging.
5 Piramidale composities Een piramidale compositie krijg je door twee beeldassen die je, denkbeeldig, kan verbinden met een derde. Door deze drie beeldassen wordt een driehoek of piramide gevormd. Deze driehoek drukt een soort van relatie uit tussen de verschillende beeldelementen.
6 Geometrische composities
Dit is wanneer de beeldassen een overwegend wiskundig karakter vertonen. Er is een sterke geometrie in het werk terug te vinden. Vaak gaat het dan om meer moderne en/of abstracte kunstwerken. In meer klassieke werken kan je een geometrische compositie terugvinden wanneer er gebruik wordt gemaakt van de Gulden Snede.
6.1 De gulden snede De gulden snede is een wiskundige verhouding die als universeel en ideaal wordt beschouwd. Ook in de natuur zouden we deze verhouding regelmatig tegenkomen. Bijvoorbeeld in de tekening van een ijskristal of in de groeiwijze van een slakkenhuisje. De gulden snede werkt volgens een 5:8 of 8:13 verhouding. Als we naar het lijnstuk hiernaast kijken, zien we dat het lijnstuk AS zich tot het gehele lijnstuk AB verhoudt, zoals SB zich tot AS verhoudt.
7 Over-All composities In dit soort kunstwerken is elk beeldelement gelijk. Het is hierdoor niet mogelijk om één of meerdere beeldassen in het werk te ontdekken. Alles is immers gelijk aan elkaar en dus niet meer of minder belangrijk dan het andere. Dit soort compositieschema herken je vaker in hedendaagse kunstwerken dan in de meer klassieke.
Opdracht interieur indelen à la Leon Vranken Materiaal: foto interieur, zwarte stift, collage materiaal Voor deze opdracht gaan je leerlingen op dezelfde manier te werk gaan als Leon Vranken. Laat je leerlingen op zoek gaan naar een afbeelding van een interieur dat hen inspireert. Dit kan zowel een museumzaal zijn, een concertzaal of de binnenkant van een kerk of een bekend oud gebouw. Deze foto mag zelfgenomen zijn of op het internet gezocht worden. Het is de bedoeling dat de leerlingen zelf iets gaan toevoegen in deze ruimte op dezelfde manier als Leon Vranken deed in het gebouw van Z33. Verwijs hiervoor naar de leuningen die langs de muren lopen zonder enig nut of de stukken die uit het linoleum werden gesneden. Andere ideeën: het metselen van een bakstenen muur of draad spannen doorheen de ruimte. De leerlingen moeten op zoek gaan naar een aanpassing in de ruimte die voor een andere ervaring zou kunnen zorgen. Een deel van de opdracht hierbij is dat ze hun keuzes moeten kunnen verwoorden en verantwoorden. Alle interieurs kunnen zo klassikaal besproken worden. Wat zou het effect zijn op de toekomstige bezoekers van het interieur?