OPENER / OVERHEIDS(IN)EFFICIËNTIE
10
ROI overheid in België ondermaats
MILJARD euro
inefficiëntie?
10 miljard euro. Dat is wat er verloren gaat door overheidsinefficiëntie volgens berekeningen van Rudy Aernoudt (zie volgende bijdrage in dit dossier). Overheidsefficiëntie wordt gemeten sinds economen begrepen hoe belangrijk deze randvoorwaarde is voor een goed werkende economie. En België scoort steevast slecht in internationale vergelijkingen. Die cijfers blijken echter niet altijd even hard te maken. Ze geven vooral weer hoe het met het imago van onze overheidsinstellingen is gesteld. Geen moeilijke opdracht, zegt u, om toch praktijkvoorbeelden van kaduuk bestuur met een magere ROI te vinden? Efficiëntiescores degelijk meten per administratie-onderdeel is wellicht een goed begin om tot betere resultaten te komen.
H
et mag raar klinken, maar dat een overheid efficiënt moet werken, is een idee dat aanvankelijk niet zo vanzelfsprekend was. Een eerste aanzet tot reflectie kwam er na de Tweede Wereldoorlog, toen Amerika via het Marshallplan (het originele!) niet alleen financiële hulp voor de heropbouw van Europa verleende, maar ook bepaalde concepten naar het Oude Continent exporteerde. Ook bij ons zagen prompt een aantal commissies voor overheidsproductiviteit het leven. Maar in de jaren '70 en '80 verdwenen de plannen weer naar de achtergrond. Staatshervormingen kaapten toen alle aandacht weg. Pas aan het eind van de 21ste eeuw werd het idee terug uit de kast gehaald door de Vlaamse Gemeenschap. Er kwam een doelmatigheidsanalyse die de toegewe-
30
November 2006
zen middelen verbond aan een bepaalde output, een totaal nieuwe manier van denken voor de overheid. In de Copernicushervorming werd het - discours althans ook overgenomen door de federale overheid. “Gedurende die hele periode worden de woorden efficiëntie en productiviteit vaak uitwisselbaar gebruikt in de context van de overheid”, zegt Wouter Van Dooren, doctoraal onderzoeker bij het Instituut voor de Overheid, KU Leuven. “Puur economisch gezien is er nochtans een duidelijk verschil tussen beide. De laatste jaren verkiest men blijkbaar toch te spreken van efficiëntie omdat het iets meer lijkt te omvatten dan productiviteit.” Er valt trouwens nog wat te vertellen over
terminologie. Een efficiënte overheid - doe ik het goed? - kijkt daarom nog niet noodzakelijk naar het nut van haar resultaten doe ik de goede dingen?. “Daarom spreekt men nu ook steeds meer van effectiviteit: is de output van die efficiënte overheid wel nuttig voor de maatschappij?”, aldus Van Dooren.
GEEN ECONOMISCHE BLOEI ZONDER PERFORMANTE OVERHEID “Over efficiëntie nadenken is heel belangrijk. Al te vaak blijft de discussie steken in begrotingsdiscussies, maar burgers en
OPENER / OVERHEIDS(IN)EFFICIËNTIE
gedijen bedrijven niet bijzonder goed. Maar ook trage of ingewikkelde procedures, zware administratieve lasten e.d. beïnvloeden de capaciteit van bedrijven om te concurreren in deze mondiale markt. “Economici ontdekten de laatste 10, 15 jaar hoe belangrijk de kwaliteit van de overheid is in het creëren van een goed ondernemersklimaat”, zegt Harry Bowen, professor Economics and International
De studies van de Europese Centrale Bank, het OECD Factbook 2006, het IMD World Competitiveness Yearbook 2006, of de jongste studie van het World Economic Forum - om er maar een paar te noemen tonen trends in dezelfde richting: België scoort niet alleen slecht, maar vertoont ook nog een dalende trend over de laatste jaren. Van Dooren relativeert: “Deze internationale studies zijn erg subjectief. Ze vragen aan burgers en bedrijven: 'wat denkt u
Als een overheid kan aantonen dat ze “ toegevoegde waarde levert, zijn burgers en bedrijven best bereid hun steentje bij te dragen tot de financiering van het systeem” van de overheid?'. Hun antwoorden zeggen niet per sé iets over hoe de overheid écht werkt. In feite weten we het gewoon niet: het kan een imagoprobleem zijn, of een echt probleem.” Handle with care is de Harry Bowen, gouden raad die HANDLE WITH CARE Vlerick Management School Van Dooren meeBelgië scoort inderdaad steevast bedroevend in internationale geeft als er met dergelijke statistieken onderzoeken die de performantie van wordt gegoocheld. Harry Bowen, die in de overheid of afgeleide domeinen meten. België het contactpunt is voor het onderBusiness aan de Vlerick Management School. Ook het VBO hamert telkens opnieuw op dezelfde spijker wanneer het zegt dat de overheid 'meer met minder' moet doen. Het was trouwens één van de negen actiepunten voor een competitiever België die de organisatie uitwerkte in Strategie 2010 (*).
bedrijven liggen niet zozeer wakker van hoeveel geld er nu precies omgaat bij de overheid. Ze willen wél weten of ze waar voor hun geld krijgen, ze zijn geïnteresseerd in de return. Als een overheid kan aantonen dat ze toegevoegde waarde levert, zijn burgers en bedrijven best bereid hun steentje bij te dragen tot de financiering van het systeem”, denkt Van Dooren. Maar het blijkt meer dan een psychologisch debat. Een goed werkende overheid is een basisvoorwaarde voor een bloeiende economie. Om het extreem te stellen: waar de overheid het eigendomsrecht niet kan garanderen of waar corruptie welig tiert,
COMPETITIVITEITSINDEX
>>
WERKING VAN DE OVERHEIDSINSTELLINGEN
Zwitserland
Ranking 1
Score 5.81
Ranking 5
Score 5.71
Nederland
9
5.56
9
5.60
Noorwegen
12
5.42
6
5.71
België
20
5.27
26
4.85
Bron: Global Competitiveness Index 2006-2007 van het World Economic Forum (totaal: 125 landen)
November 2006
31
OPENER / OVERHEIDS(IN)EFFICIËNTIE
Hoe doet Nederland het? STRIJD TEGEN ONNODIGE BUREAUCRATIE
N
ederland startte in 2004 een programma onder de naam 'Andere Overheid' met als doel de dienstverlening van de overheid aan personen en bedrijven - en dus de efficiëntie - te verbeteren. Het werd vooral een strijd tegen onnodige bureaucratie. In januari startte in dat kader een project dat iedereen een Persoonlijke Internet Pagina (PIP) moet bieden. Men verwacht een werkende testcase te hebben tegen het einde van het jaar. De PIP zal overheidsinformatie - die nu nog té versnipperd wordt aangeboden - bundelen én individualiseren zodat ze meer aansluit bij de wensen en belevingswereld van de gebruiker. Op termijn zal die gebruiker zelf de regie krijgen over zijn gegevens. Dat moet het online zakendoen met de overheid een stuk vergemakkelijken. Een veelgehoorde klacht onder Nederlandse
>> zoek van het World Economic Forum, gaat deels mee in deze kritiek, maar denkt dat de studie toch belangrijke tendenzen toont: “Dat een land enkele plaatsen hoger of lager gerangschikt is, maakt inderdaad weinig uit. Je kan zien dat de absolute cijfers soms erg kort bij elkaar liggen van landen met 10 plaatsen verschil in
bedrijven is dat ze gegevens die al bekend zijn bij de overheid nogmaals moeten aanleveren. Nederland wil ook dat via meer e-overheid oplossen. Burgers krijgen een BurgerServiceNummer (BSN), bedrijven een Bedrijven- en Instellingennummer (BIN). Na het invoeren van hun basisregistratiegegevens zullen burgers en bedrijven een stuk minder gegevens op formulieren hoeven in te vullen. Voorts tracht het Nederlandse kabinet te evolueren tot één uniek inspectieloket voor ondernemers, evenals het oerwoud der vergunningen te rationaliseren. In 2008 komt er bijvoorbeeld de nieuwe omgevingsvergunning. Een bedrijf verbouwen vergt dan nog slechts één vergunningsaanvraag.
Meer info: www.andereoverheid.nl
de ranking. Wat wel belangrijk is: dergelijke studie geeft de mogelijkheid te benchmarken en duidt wel degelijk trends. Je kan er ook in grote lijnen uit afleiden waar de knelpunten zitten.” Voor België valt dan inderdaad de neerwaartse trend op het vlak van overheidsprestaties op. “Onze conclusie was dat ondernemingen die in
België opereren doorgaans tamelijk competitief zijn en alle troeven hebben om sterk te zijn, ondanks de problemen die ze moeten overwinnen te wijten aan de inefficiëntie van de bureaucratie, de stugheid van de arbeidsmarkt en de geldverspillende overheid. Denk eraan hoeveel beter ze nog zouden kunnen presteren als we die hindernissen uit de weg ruimen!”, zegt Bowen.
TEVEEL NATTE VINGERWERK Al moeten we voorzichtig zijn met de internationale analyses, het kleinste kind kan zien dat er in de praktijk behoorlijk wat fout loopt. Denk maar aan de recente problemen bij de FOD Financiën die de afgelopen weken de krantenkoppen haalden. Of aan die buitenlandse student van Harry Bowen die er een jaar over deed om zijn bedrijf op te richten. Of nog, die bedrijfsleider die wilde profiteren van de lastenverlaging voor R&D-projecten in samenwerking met een universiteit, maar die er door de administratieve rompslomp van af zag. Of de recente verpakkingsheffing die de federale begroting in evenwicht moest krijgen, tegen alle economische logica in. Hoe kunnen we nu tewerk gaan om dergelijke fenomenen tegen te gaan en tot een rationele, efficiënte en effectieve overheid te komen? Het is vandaag te veel natte vingerwerk, aldus Van Dooren, die pleit voor degelijke onderzoeken op basis van harde indicatoren en goed afgebakende deeldomeinen, zodat men uit de resultaten ook solide acties kan puren. “Efficiëntie kan
Hoe doet Zwitserland het? BLIJVEN AANPASSEN EN VERBETEREN
H
oewel Zwitserland in de algemene Competitiviteitsscore van het World Economic Forum als beste eindigt, wordt de inefficiëntie van de overheidsinstellingen door de onderzoekers zelfs in Zwitserland als een bedreiging genoemd. De Zwitsers rusten dan ook niet op hun lauweren. Al in 2000 werd een ambitieuze hervorming van overheid en administratie afgerond. Het werd geen radicale ommezwaai, maar de doelstellingen werden toch ruimschoots bereikt, schrijft projectleider Bruno Letsch in zijn rapport. Meer efficiëntie was toen de topprioriteit. Naast het reduceren van bestaande inefficiënties gaf
32
November 2006
het project vooral een duw in de rug van een permanent beheer dat efficiëntie hoog in het vaandel draagt. Andere doelstellingen waren het rationaliseren van werkprocedures, het beter afbakenen van beleidsdomeinen, het optimaliseren van interne synergie, het besparen op middelen en personeel, het vereenvoudigen van organogrammen en het opzetten van meer flexibele structuren. Maar ondanks zijn successen is er volgens Letsch nog werk aan de winkel. Momenteel werkt de Zwitserse overheid
aan een verbetering van de bestuursstructuren, aan een grotere luisterbereidheid, meer transparantie, de inzet van nieuwe informatietechnologieën en het stimuleren van een ondernemingsgeest binnen de administratie. “De hervormingen betekenen een duidelijke meerwaarde voor de burgers en versterken het vertrouwen in de overheid. Dankzij dat vertrouwen werkt een performante overheid mee aan de nationale cohesie en versterkt ze zo de economische troeven van Zwitserland”, zo besluit hij het rapport. Als dat geen inspirerende woorden zijn.
>>
OPENER / OVERHEIDS(IN)EFFICIËNTIE
Hoe doet Noorwegen het? METEN IS WETEN
H
et stroomlijnen en vereenvoudigen van de informatie-uitwisseling tussen overheid en bedrijfsleven is één van de belangrijkste pijlers van het economisch beleid in Noorwegen. De doelstelling voor de Noorse administratie: zelf zo weinig mogelijk middelen inzetten en door Noorse ondernemingen als een toegevoegde waarde worden beschouwd. Uit lokaal onderzoek blijkt dat bedrijven vandaag ongeveer 5.000 mensen per jaar inzetten om gegevens door te spelen aan de administratie. Genoeg reden om voor de volgende jaren vereenvoudiging hoog op de agenda te zetten. De overheid focust op drie aspecten: 1. Elektronische oplossingen die de interactie tussen bedrijven en publieke sector verbeteren: www.altinn.no is een gemeenschappelijke portaalsite van diverse overheidsinstellingen waar bedrijven vandaag gretig gebruik van maken. Tegen eind 2008 zullen alle elektronische diensten die een geschreven communicatie met de overheid vereisen, via Altinn
beschikbaar zijn. Bedrijven zullen tevens via dit portaal antwoorden kunnen ontvangen met betrekking tot aanvragen, beleidsbeslissingen, enz. 2. Al in 2002 werd Orakel uit de grond gestampt bij het ministerie van Handel en Industrie. Orakel is een competence center voor impactstudies van nieuwe reglementering. Het centrum assisteert ministeries en andere overheidsorganen zodat de basis voor beleidsbeslissingen kan worden verbeterd. 3. De Noorse overheid hecht groot belang aan het verminderen van de administratieve lasten voor bedrijven. Tegen september 2007 worden de resultaten verwacht van een grootscheepse studie volgens het Standard Cost Model. Na het meten door externe consultants zal een gemeenschappelijk vereenvoudigingsplan het licht zien, en ten slotte wordt van de diverse ministeries verwacht dat ze effectieve vereenvoudigingen doorvoeren volgens dat plan. Tegen de herfst van 2009 zou het grootste deel van dat traject moeten zijn afgehandeld.
met de nieuwe publiek-private samenwerkingen die de huidige overheid opzet, eveneens de moeite waard.” In een nieuwe alomvattende hervorming, genre Copernicus, gelooft Van Dooren minder. Hij denkt dat er nu vooral vanuit de diverse departementen en overheidsinstellingen zelf initiatieven moeten komen voor implementatie van betere structuren en werkmethodes. Een middel om verspilling van overheidsgeld binnen de perken te houden, zou kunnen zijn om het gebruik van overheidsgeld beter te laten verantwoorden. “Dan heb je terug die meetgegevens nodig. Vragen stellen over de efficiëntie en effectiviteit van maatregelen en beleid zouden structureel moeten worden ingebouwd in de begrotingscyclus, het perfecte moment. Er zijn al landen die daarin verder staan. In Nederland bijvoorbeeld probeert men begrotingsdiscussies minder alleen over input te voeren, maar ook over output en outcome (de effecten van maatregelen). Dat zou ook bij ons een zeer nuttige evolutie zijn”, besluit de academicus. Sofie Brutsaert
(*) Het volledige VBO-actieplan 'Strategie 2010' kan u downloaden via www.vbo.be
Vragen stellen over de “ efficiëntie en effectiviteit van
>> zeker gemeten worconflicten. We zouden den”, vervolgt hij. “Er dat gerust zijn goede voorbeelnog eens den. Zo heeft de mogen overRijksdienst voor doen. Het Arbeidsvoorziening andere asde laatste jaren kunpect, namenen aantonen dat ze lijk bepalen steeds beter ging welke taken werken. Ook de VDAB de overheid en Kind & Gezin best zelf op meten hun efficiëntie zich neemt op een betrouwbare Wouter Van Dooren, en welke ze best uitbesteedt, manier.” Hij pleit KU Leuven is nog niet gevoerd, en lijkt voorts voor zo'n benchmark met andere regio's zodat we kunnen leren uit hun manier van werken. Dat zijn gegevens die nodig zijn om bv. een kerntakendebat te houden. Hadden we dat Het Instituut voor de Overheid van de KU Leuven organiseert op 1 december een al niet achter de rug? Van Dooren: “Het studiedag met als titel 'Vlaanderen/België gerangschikt. debat over welk overheidsniveau welke Over internationale rangschikkingen van overheidstaak moet uitoefenen, hebben we inderprestaties'. daad gehad. Dat proces is afgesloten en Deelnameprijs: 175 euro/persoon. het resultaat was uiterst beperkt omdat de Inlichtingen: Anneke Heylen, tel. 016 32 31 80 of
[email protected]. gesprekken zijn vastgereden in belangen-
maatregelen en beleid zouden structureel moeten worden ingebouwd in de begrotingscyclus, het perfecte moment”
34
November 2006
OPENER / OVERHEIDS(IN)EFFICIËNTIE
Gesprek met Rudy Aernoudt, topman Vlaamse administratie Economie, Wetenschap en Innovatie Rudy Aernoudt is een geval apart. Al vindt hij dat mensen zoals hij veeleer regel dan uitzondering zouden moeten zijn. Dan doelt hij in de eerste plaats op zijn (taal)grensoverschrijdende carrière waarbij hij achtereenvolgens kabinetschef was in Vlaanderen en Wallonië, met een federale tussenstap en na 10 jaar Europese ervaring. Vandaag is hij secretaris-generaal van het departement Economie, Wetenschap en Innovatie in Vlaanderen. Als economist en filosoof ontleedde hij de werking van onze overheidsinstellingen en zag dat het veel (!) beter kon. Alle internationale rankings geven hem gelijk. “Een goed werkende overheid valt in die studies niet toevallig steevast samen met een goed werkende, innovatieve economie”, beargumenteert hij zijn kruistocht tegen de verspilzucht van de overheid. Naar aanleiding van zijn recente boek (*) gidst hij Forward door de met goud geplaveide gangen van ons overheidsbestel.
België is 10 miljard euro “ inefficiënt. Dat is 5 à 6% van ons bruto nationaal product”
B
© D. Rys
elgië scoort abominabel op de parameter efficiëntie in vergelijkende studies tussen landen. Volgens uw berekening kunnen we het dubbele van onze economische groei bereiken, simpelweg door onze overheidsdiensten te rationaliseren. Hoe hebben we het zover laten komen? Rudy Aernoudt: “Als je de efficiëntie van de overheid meet, ga je ervan uit dat dat aanvankelijk ook het doel was. Dat was in België alvast niet het uitgangspunt. Onze overheid vermengt zich voor een groot stuk met sociaal beleid en had dus heel andere doelstellingen dan efficiëntie. Kijk maar naar de Federale Overheidsdienst Economie. Meer dan 2.000 van de 3.000 ambtenaren houden zich bezig met consumentenbescherming. Het is logisch dat je dan grote inefficiënties meet.”
36
November 2006
OPENER / OVERHEIDS(IN)EFFICIËNTIE
De impact van de overheid op de economie bedraagt in België net geen 50%. Is dat niet juist het gevolg van het sociale model waar we in Europa zo trots op zijn? “Dat sociale model wordt wel uitgebouwd door een apparaat! In heel Europa werkt tussen de 11 en de 13% van de mensen in de administratie. In België is dat 18%. Als je in België iedereen telt die voor de overheid werkt, dan kom je in Vlaanderen op 30% en in Wallonië dicht bij 40%. De bureaucratie groeit nog steeds aan. Het is niet het model dat fout zit: de impact van de overheid op de Zweedse economie is bijna 60%, wij zitten beneden de 50, Engeland beneden de 40. Maar qua efficiëntie zitten we wél 13 punten beneden het gemiddelde! Dáár zit het probleem dat we met ons belastinggeld betalen.” Vervallen onze overheden te gemakkelijk in de Keynesiaanse opvatting die zegt: 'wat de markt niet kan oplossen, moet de overheid doen…'? “Een overheid die tussenkomt, moet zich vooraf afvragen of de markt faalt. Als dat niet
aanpassen en reduceren tot het niveau dat je eigenlijk nodig hebt om te realiseren wat je vandaag realiseert. Dat is een ideologische discussie, misschien zelfs de oude rechtslinks tegenstelling. Welke keuze men maakt is voor mij de vraag niet. Ik zeg alleen dat we ons niet tevreden kunnen stellen met de belabberde positie die we nu innemen: inefficiënt én duur.” Een grote stap in de goede richting zou het afschaffen van de kabinetten zijn… “Onze administraties en kabinetten hebben eigenlijk dezelfde taak: het voorbereiden van het beleid. De kabinetten voeren echter politieke interferenties uit met als gevolg een gedemotiveerd ambtenarenkorps. Dan komen wij vertellen dat de ambtenaren inefficiënt zijn, maar ze kúnnen niet efficiënt werken want ze mogen geen initiatief nemen. Dus moet je het probleem echt aanpakken waar het zit. Ofwel kies je voor kabinetten als beleidsvoorbereidend orgaan, ofwel voor een apolitiek systeem van departementen. Maar allebei kan niet. Om tot een efficiënt overheidsapparaat te komen, is motivatie van
van de administratie. Het is een vicieuze cirkel. Geleidelijk aan verbeteringen aanbrengen, helpt volgens mij niet. We moeten echt komaf maken met de oude structuren en opnieuw beginnen. In Vlaanderen heeft men al goed werk geleverd in de administratie, maar het afschaffen van de kabinetten blijft een heikel punt. Ten tweede werkt men te veel met mandaten die aanvaard worden door mensen, maar niet worden uitgeoefend. Zoiets kan echt niet.” Onze ingewikkelde Staatsstructuren worden vaak met de vinger gewezen als ultieme oorzaak van zoveel inefficiëntie. Hoe moet het verder met België volgens u? “Meer autonomie voor de regio's, klinkt het dan als remedie. Mijn verhaal is iets complexer en dus misschien iets minder populistisch. Ik pleit voor een strikte toepassing van het subsidiariteitsbeginsel. Dat betekent niet dat je alle bevoegdheden naar een lager niveau moet halen, maar wel dat je voor ieder domein het meest geschikte beleidsniveau zoekt. Er bestaat een bruikbare methode ontwikkeld door de Europese Commissie.
Machiavelli anders bekeken, of tijd voor een ontvoogdingspolitiek het geval is, is er geen reden om in te grijpen. Tot daar gaan de meesten akkoord. Jammer genoeg is het niet zo dat omdat de markt faalt, de overheid het beter doet. Dus is een tweede essentiële voorwaarde om te kunnen interveniëren dat je als overheid aantoont dat je beter zal doen dan de markt. Het betekent ook dat een overheid niet noodzakelijk de markt moet vervangen of overnemen. Het kan voldoende zijn de markt te laten functioneren via bijvoorbeeld fiscale of andere incentives. Veel meer dan vroeger moeten we goed nadenken of er wel ruimte is voor overheidsinterventie. Als je dat systematisch doet, kom je tot een debat over de kerntaken van de overheid. Mijn pleidooi voor efficiëntie kan dan op twee manieren ingevuld worden: je kunt met de middelen die vandaag worden ingezet beter doen, zodat er geen verspilling meer is, of je kunt de middelen
de ambtenaren trouwens het sleutelwoord volgens mij.” Hoe nefast is de invloed op de efficiëntie van de politisering van de ambtenarij en de 'particratie'? “De Grieken wisten al dat een democratie pas werkt als de macht roteert! Wie te lang (alleen) aan de macht blijft, wijkt af… Kijk naar de Parti Socialiste, of de CVP indertijd in Vlaanderen. Dat heeft niets met die partijen zelf te maken. Als de macht regelmatig wisselt, zou je ook tot een apolitieke administratie moeten komen. Dat is vandaag zeker niet het geval. Telkens een kabinet wordt opgeheven, worden er mensen gedropt in de administratie, wat opnieuw leidt tot demotivatie van mensen die dachten langs de geijkte weg een carrièrekans te maken. Dit systeem leidt op zijn beurt ook tot de aanwas
Het zou voor België betekenen dat bepaalde federale bevoegdheden inderdaad regionaal zouden moeten zijn, maar ook omgekeerd, dat sommige regionale bevoegdheden opnieuw federaal zouden moeten worden gemaakt. Dergelijke 'herfederalisatie' is vandaag een taboewoord in Vlaanderen. Denk aan buitenlandse handel. Het is toch zonde dat Vlaanderen geen gebruik kan maken van het imago van België en van Brussel, hoofdstad van Europa. Dat is niet logisch. Een betere bevoegdheidsafbakening zal leiden tot meer efficiëntie. En we kunnen doen zoals in Nederland en een subsidiariteitswaakhond invoeren.” Is dergelijke theorie verdedigbaar in de huidige politieke context? “Het zijn de utopisten die de wereld veranderen! Ernstig nu: we kunnen aantonen dat November 2006
>>
37
OPENER / OVERHEIDS(IN)EFFICIËNTIE
POLICY DOES MATTER!
>> we hier over een potentiële besparing praten van twee jaar economische groei. Dat zou ik als politicus toch eens van naderbij willen bekijken. De bedragen waarover we spreken zijn twee keer zo groot als de transfers van Vlaanderen naar Wallonië, en kijk wat een commotie men daarover maakt. Het gaat hier over een gigantisch potentieel om de economie aan te zwengelen.” Als we kijken naar de directe return van de overheid voor ondernemers, dan valt meteen de inefficiëntie van de subsidiepolitiek op. Een klantvriendelijk beleid moet soelaas brengen. Wat bedoelt u daarmee? “Al 70 jaar tracht de overheid kleine ondernemingen te helpen in hun concurrentiestrijd met grote ondernemingen door middel van subsidies. En wat zien we? Er ontstaat een
De beste leerlingen scoren 100, de slechtste rond de 60. België presteert zwak met 66. “Dat betekent dat België 34% minder efficiënt is dan de beste Europese landen, en 13% minder efficiënt dan het EU-gemiddelde. Als dat gemiddelde ons doel is - en dat is een minimalistische aanpak - en je extrapoleert die 13% naar alle overheidsdiensten die 47% van onze economie uitmaken, dan kom je tot astronomische bedragen in de buurt van 10 miljard euro inefficiëntie. Dat is niet minder dan 5 à 6% van ons bruto binnenlands product. En dat is nog maar ten opzichte van het EU-gemiddelde. Het bedrag ten opzichte van de best presterende landen durf ik nauwelijks te berekenen!”, aldus Aernoudt.
4.000 euro! 10 keer meer efficiënt! Bovendien zijn de toekenningsprocedures voor subsidies administratief erg zwaar. Allemaal geld dat op een andere manier kan worden gebruikt. De overheid hinkt duidelijk achter op de realiteit. Onze economie is geen productie-economie meer waar productiesubsidies een rol kunnen spelen. Vandaag werken we in een kenniseconomie die heel andere financieringsinstrumenten vraagt. Afbouwen en afschaffen van de subsidies is de enige weg. Daarnaast zou men, in plaats van steun te geven, minder belastingen kunnen vragen. Het verlagen van de vennootschapsbelasting blijkt een extra interessante beleidsoptie, nu een arrest in Luxemburg onlangs bevestigde dat dergelijke maatregel niet wordt aanzien als steun. Europa doet er dus minder moeilijk over, het is administratief minder zwaar voor bedrijven en administratie en het kan nog buitenlandse investeringen aantrekken ook.” © D. Rys
“Inefficiëntie meten is niet eenvoudig. Maar als we indicatoren geloven die gerenommeerde instituten ons voorleggen, dan zie je een duidelijke positieve correlatie tussen die regio's die efficiënt tewerk gaan - Ierland, Luxemburg - en de economische prestaties van die regio's. 'Policy does matter', en dat is goed nieuws voor de beleidsmakers, want het betekent dat ze werkelijk invloed kunnen uitoefenen op de kwaliteit van onze samenleving”, zegt Rudy Aernoudt. En er valt nog wat te doen, volgens de cijfers. Als men de inputefficiëntie van de administratie (concreet dus het cijfer dat aangeeft met hoeveel input (arbeid en kapitaal) men zou kunnen doen wat men vandaag presteert, nvdr.) onder de loep neemt, dan kom je in Europa tot een gemiddelde van 79.
We moeten stoppen met “ het inputdenken en starten met het outputdenken” nieuwe discriminatie tussen kmo's die subsidies ontvangen en zij die er geen ontvangen. Subsidies op zich zijn trouwens een zeer inefficiënt instrument. De meeste bedrijfsleiders zijn het daarover eens, maar zolang ze bestaan, trachten ze allemaal hun deel van de koek te krijgen. De Europese Commissie berekende dat één job gecreëerd via subsidies tussen de 30.000 en de 50.000 euro kost. Via financiële engineering - business angels, venture capitalists, achtergestelde leningen, enz. - creëer je een extra job voor 2.500 à
38
November 2006
Risicokapitaal is er anders voldoende voorhanden. Maar komt het ook op de juiste plaats terecht? “Er is véél te véél geld, zowel in Vlaanderen als in Wallonië! Er is genoeg voor de komende tien jaar. Risicokapitalisten kiezen echter te veel voor die operaties die het minste risico inhouden, zoals een management buy
out. Dossiers waar meer opvolging is vereist om tot een goed rendement te komen, blijven liggen. Hier kan de overheid een rol spelen. Niet zozeer moet ze eigen fondsen oprichten, maar zou ze wel moeten co-investeren in bestaande fondsen. Daarnaast is er ook een probleem aan de vraagzijde: de kwaliteit van businessplannen laat te wensen over, en mensen weten niet waar ze terechtkunnen voor financiering. Het is vooral een kwestie van vraag en aanbod goed te matchen.” De hele oefening vergt dus een andere mentaliteit? “Op school leer je dat economie een combinatie is van arbeid en kapitaal: kapitaal hebben we meer dan genoeg, en met honderdduizenden werklozen kun je moeilijk beweren dat er gebrek is aan arbeidskrachten. Maar er is een derde factor. Het heeft te maken met opportuniteiten zien, met perceptie, met innovatief en creatief gedrag. Al die dingen samen maken het ondernemerschap uit. Zoals Machiavelli al zei: 'Ondernemerschap is obstakels en opportuniteiten herkennen en beide gebruiken als opportuniteit.' Dát is wat we nodig hebben: niet alleen bij ondernemers, maar ook bij ambtenaren, bankiers, de hele bevolking… Een beleid dat mensen motiveert om op eigen benen te staan, controleert mensen niet op het aantal uren dat ze presteren, maar wel op wat ze presteren. We moeten stoppen met het inputdenken en starten met het outputdenken! We hebben kunnen berekenen dat meer dan de helft van de economische groei bepaald wordt door ondernemerschap. Ondernemerschap aanzwengelen is bijgevolg de goedkoopste sociale politiek. Het potentieel is bovendien enorm: 47% van de jonge mensen zegt voor eigen rekening te willen beginnen en 3% doet het. We zijn op goede weg, al moeten we nog een duw in de rug krijgen. In de GEM-studie (**) zien we bijvoorbeeld dat Wallonië al vier jaar na elkaar stijgt op deze parameter, dat doet geen enkele regio na. Maar jammer genoeg blijven Vlaanderen en Wallonië, nu op hetzelfde niveau, de rode lantaarn dragen van Europa…” Sofie Brutsaert
(*) Rudy Aernoudt, Vlaanderen Wallonië, je t'aime, moi non plus. Roularta Books, 2006. (**) GEM-studie: Global Enterpreneurship Monitor, 2006.