Oud-Heemstede-Bennebroek
19e jaargang No. 71 Februari 1992
Bestuur: G.J. Schuitemaker, voorzitter Usseliaan 7, 2105 VA HEEMSTEDE tel. 023-288916
Mevr. LM. 't Hooft-van der Linden, Wilhelminaplein l, 2103 GS HEEMSTEDE tel. 023-292631
A.J. Olthaar, secretaris Clipper Dreef 82, 2104 WL HEEMSTEDE tel. 023-292824
J.LP.M. Krol, archivaris Joh. Verhulstlaan 26, 2102 XT HEEMSTEDE tel. 023-282977
K. de Raadt, penningmeester Kerklaan 49 b, 2101 HL HEEMSTEDE tel. 023-280641
Mevr. H. Nierhoff-Bax Lage Duin 2, 2121 CG BENNEBROEK tel. 02502-48014
C.J.H.M. van Gasteren, ledenadm. Meer en Boslaan 8 2103 VP HEEMSTEDE tel. 023-292231
Redactie: H. Huijser C. Peper W. Verspoor Redactie-adres: Meerweg 6 2103 VC Heemstede
Contributie minimaal ƒ. 15,Giro 27.35.06 tn.v. de Penningmeester v.d. Vereniging Oud-Heemstede Bennebroek te Heemstede.
foto voorzijde: zie artikel De paardenpanelen van De Hartekamp
pag.
Inhoud Redactioneel
l .
2
Gemeentelijke Monumentenzorg
3
Heemsteedse volksvermaken in de 17de en 18de eeuw
6
Winter in Heemstede
18
De paarden-panelen van De Hartekamp
19
Bennebroekse grenzen
21
Verslag inventarisatie
26
Valken burgerstraat
33
Mededelingen
36
Jaarprogramma 1992
37
Van het bestuur
38
Redactioneel In deze aflevering een grote verscheidenheid aan onderwerpen. Het hoofdartikel bestaat uit de gehouden lezing op de Premieavond. De Gemeentelijke Monumentenzorg wordt in een aantal afleveringen gepresenteerd. De aanleiding van een kerkpreek tegen de verwording van het kermisvermaak geeft een levendig inzicht in het volksvermaak van de 17de en 18de eeuw in Heemstede.
Het passeren van de grens van Bennebroek wordt mogelijk ge-
maakt door de ontdekking van een aantal grenspalen. Deze ontdekkingstocht kan desgewenst per paard worden gedaan. Deze edele viervoeters waren gestald op De Hartekamp en hun namen komen voor op de zogenaamde paardenpanelen.
Na de Premie-uitgave nog een aanvullende inventarisatie over talloze objecten. Twee kijkjes in Heemstede roepen herinneringen op aan vervlogen tijden: het koffiehuis-café annex slijterij aan de Camplaan hoek Valkenburgerstraat-laan en de ijsbaan "De Volharding". Tenslotte mededelingen en opwekkingen over deelname aan allerlei soorten activiteiten van de vereniging en het aantrekkelijke jaarprogramma voor 1992. C Peper
Gemeentelijke Monumentenzorg Naar aanleiding van mijn lezing van 26 november in het afgelopen jaar in Het Oude Slot en de geanimeerde discussie, die na afloop daarvan onstond, is in overleg met het Bestuur besloten in enkele artikelen dieper in te gaan op een aantal facetten, die toen aan de orde zijn gesteld. Het aantrekkelijke daarvan is dat ook de leden, die niet aanwezig konden zijn van het besprokene kennis kunnen nemen. Een van de thema's, die zowel in de lezing als bij de discussie aan de orde zijn gesteld, is de gemeentelijke Monumentenzorg. Als gevolg van de wijziging van de Monumentenwet 2 jaar geleden is de positie van de gemeente in de zorg voor de monumenten ingrijpend veranderd; van nauwelijks betrokkene bij het rijksmonumentenbeleid is de gemeente tot hoofdrolspeler geproveerd. In de praktijk geeft deze verandering veel consequenties zowel voor de gemeente als voor degenen, die de monumenten een goed hart toedragen. In dit eerste artikel zal aandacht
Gemeentelijk monumentenbeleid
Wil de gemeente de haar toegemeten rol goed spelen, dan dient zij een actief Monumentenbeleid te ontwikkelen; hierbij kan zij niet alleen volstaan met de gebruike-
lijke beleidsnota maar zal daaraan ook uitvoering moeten geven door het ontwikkelen van beleidsinstrumenten zoals een Monumentenen een Subsidieverordening. Ook moet er een Monumentencommissie in het leven worden geroepen. Een of meerdere ambtenaren zullen met de uitvoering van dit beleid worden belast en daartoe worden opgeleid. Bij de vorming van een eigen monumentenbeleid is het verstandig om daar- volgens goed demo-
cratisch gebruik - de burgerij bij te betrekken. Deze vroegtijdige binding blijkt in de praktijk niet alleen een positieve uitwerking te hebben op de uitvoering van het beleid, maar ook op de maatschappelijke draagkracht en acceptatie ervan. Onderzoek
besteed worden aan enkele hoofdlijnen, die in volgende afleveringen
Een belangrijk onderdeel voor het
in themavorm verder worden uitgewerkt.
ontwikkelen van een eigen gemeentelijk monumentenbeleid is de kennis van de eigen geschiedenis; deze is in complete en
betrouwbare vorm meestal niet voorhanden. Naast archiefonderzoek is het onderwerpen van het gemeentelijk grondgebied aan een
historisch veldonderzoek aan te bevelen, om te bezien welke historische waardevolle zaken zich daar (nog) bevinden en - na selectie beschermenswaardig zijn. Naast de hulp van gespecialiseerde facilitaire buro's, die de vereiste deskundigheid in huis hebben, kan hierbij het betrekken van een historische vereniging onontbeerlijk zijn voor het opsporen daarvan en het bijeenbrengen van de noodzakelijke informatie. Een niet onbelangrijke bijkomstigheid van dit alles is dat het een belangrijke bijdrage kan leveren aan het saamhorigheidsgevoel van de inwoners van een gemeente en een waardevolle tijdsbesteding opleveren voor vooral de ouderen, die vaak verrassend veel informatie blijken te bezitten. Ook jongeren blijken vaak enthousiaste deelnemers te zijn bij de zoektocht naar het verleden.
Be/a ngs te Hing voor de geschiedenis In de na-oorlogse jaren is de
belangstelling voor het historische erg op de achtergrond gebleven, maar de explosieve groei van de laatste jaren is opvallend Programma's zoals Ontdek je plekje en Kerkenpad veroorzaken ware volks-
oplopen om van de landelijke Open Monumentdagen maar te zwijgen. Het is wellicht geen toeval dat de wetgever in het kader van de decentralisatie van de overheidsbemoeienis ook ten aanzien van de Monumentenwet hierop heeft ingespeeld Veel gemeenten hebben ingehaakt op deze nieuwe ontwikkeling en creatief gebruik gemaakt van de mogelijkheden die zich aanbieden. De belangstelling voor de woon- en leefomgeving is sterk gestegen, het binnenlands toerisme zit in de lift en het zich betrokken voelen van de burger bij ontwikkelingen binnen en buiten de gemeente is duidelijk gegroeid.
Planbegeleiding Niet altijd wordt door de betrokken instanties en partijen de bemoeienis van anderen erg gewaardeerd, maar dat is waarschijnlijk meer een kwestie van wennen. Gelet op het vele en waardevolle, dat verloren is gegaan, is deze ontwikkeling niet alleen begrijpelijk maar kan alleen maar worden toegejuicht. Wel stelt het hoge eisen aan kennisverbreiding en begeleiding. Een Monumentencommissie, mits voorzien van voldoende deskundigheid en beschikkend over de nodige ervaring met inspraakprocessen,
kan daarbij van grote waarde zijn. Een goed samenspel met alle betrokkenen en de politiek, waarvan deze commissie de adviseur is, is van essentieel belang voor het eindresultaat
Particuliere organisaties
Bescherming
dige taak op lokaal niveau: naast de reeds aangegeven ondersteuning bij het bijeenbrengen van infor-
Gaat het bij de decentralisatie van het rijksmonumentenbeleid uitsluitend over de bescherming van en het verstrekken van subsidie aan rijksmonumenten, bij het gemeentelijk beleid gaat het niet alleen om prioriteitstelling ten aanzien van de (rijks)subsidieverdeling onder de rijksmonumenten maar vooral om de bescherming van historische objecten en stedebouwkundige structuren, die wellicht nationaal niet zo waardevol worden gezien dat zij op rijksbescherming kunnen rekenen, maar die in de plaatselijke situatie van grote waarde zijn. Dit kan grote verschillen tussen
gemeenten opleveren, omdat dit niet alleen afhankelijk is van het historische karakter en de aanwezige culturele erfenis, maar ook van politieke verhoudingen - en niet op de laatste plaats - van de gemeentelijke financiële positie.
Zoals bij het onderdeel Onderzoek al is aangestipt is voor particuliere organisaties, zoals oudheidkundige verenigingen een belangrijke rol weggelegd. Zij hebben een tweele-
matie, zijn zij als geen ander in staat het gemeentelijk beleid kritisch te
volgen. In tegenstelling tot het gemeentebestuur, dat vaak vele uiteenlopende belangen tegen elkaar moet afwegen, kan een historische vereniging zich beperken tot het monument. De ervaring van de laatste decennia leert, dat het monument of het cultuurhistorisch waardevolle bij een dergelijke afweging meestal het onderspit delft! ir. W. B.J. Polman Nederlandse Vereniging van Monumentenzorgers
Heemsteedse volksvermaken in de 17de en 18de eeuw Een roomse preek contra de kermis uit 1741 Pastoor D.CJ. de Vries van de r.k kerk Sint Bavo was zo vriendelijk de VOHB te attenderen op een tweetal interessante documenten die zijn bewaard in het parochiearchief van Berkenrode. Opmerkelijk is een bundel "Mengeldichten uit het O. en N. Testament, door mij van tijd tot tijd opgesteld en verzameld", ondertekend door J. Pauw. Het gaat hierbij vermoedelijk om een laat 18de of begin 19de eeuwse kopie van een authentiek manuscript. De auteur Jacob Pauw (1558-1620) was een oom van ridder dr. Adriaan Pauw en staat aan het hoofd van de zogeheten Delftse linie van het roemrijke geslacht Pauw. Geboren in Amsterdam als zoon van Adriaan Pauw en Anna van Persijn was
Jacob Pauw aanvankelijk kerkmeester van de Oude Kerk Hij verhuisde naar Delft waar hij in 1589 kerkmeester werd van de Nieuwe
De inhoud van de verzen (uiteraard op rijm) is gebaseerd op teksten uit de bijbel, met een verwijzing naar de exacte vindplaatsen. Een tweede archiefstuk, waarop in deze bijdrage nader zal worden ingegaan, betreft een handgeschreven preek Inclusief het titelblad bevat deze leerrede in totaal 10 bladzijden. Ofschoon anoniem is de tekst zonder enige twijfel van toenmalig pastoor J.F. Cramer. De preek is voor de eerste maal gehouden op de zestiende zondag na Pinksteren september 1741 en gelet op de aantekeningen in uitgebreide vorm herhaald in 1744, 1746 en 1756. Bij de jaartallen 1741 en 1754 staat expliciet vermeld: "het was heden (Heemsteedsche) kermis". Als motto is een spreuk uit de psalmen genomen: "Zoekt den Heer, en wordt versterkt zoekt zijn aanzigt altijd".
Kermis en volksvermaak
of St Ursula Kerk en sedert 1609 o.a. burgemeester. Jacob Pauw is
Op kermissen in Holland was de gans trekken, kat of konijn knup-
begraven in de Hypolitus ofwel Oude Kerk aldaar onder een grafzerk met de geslachtswapens van Pauw en zijn echtgenote Van Heemskerk
pelen, papegaai schieten, het hanengevecht, ringsteken e.d. in bijna ieder dorp verspreid (1). Gelet op wat hierover in de archieven is terug te vinden heeft Heemstede
kennelijk behoord tot de typisch oudhollandse dorpen waar het met een overvloed aan herbergen soms vrolijk toeging. Volksvermaken zo-
feitelijk een verschrikkelijke dierenmishandeling, die in sommige gemeenten tot in de 19de eeuw plaatsvond, waarbij de mensen
als gans trekken en konïjnknup-
onder invloed van Bacchus alle
pelen zijn vooral door kasteleins van de logementen en herbergen
menselijke waarden en normen
georganiseerd met de bedoeling
klanten te trekken. De prijzen bestonden dan ook veelal uit flessen
drank Feestgevierd werd op Vastenavond in het voorjaar en tijdens de jaarlijkse kermis die sedert de late middeleeuwen in september
plaatsvond in de Hout, toenmaals eigendom van de Heren van Heemstede. Vanaf de 17de eeuw is in de maand september tevens een kermis georganiseerd in het oude dorpscentrum en na de afscheiding kende ook Bennebroek een eigen kermis. Bovendien kon men des-
gewenst genieten van de Haarlemse Sint Janskermis die op 28/ 29 juni in de Hout werd gevierd. Met name de Haarlemmerhout was dan ook veelvuldig het middelpunt van dronkemanstonelen en vechtpartijen. Teneinde wangedrag enigszins te beteugelen werden door de Ambachtsheer boeten opgelegd aan messentrekkers en soortgelijke vechtersbazen. In de 17de eeuw varieerden de jaarlijkse inkomsten voor Heemstede van 18 stuivers tot 7 gulden en 15 stuivers. Oud-Hollandse volksvermaken, zoals het ruwe knuppelen, trekken en zelfs schieten van kleindieren, was
Kermis in de Hout 18de eeuwse aquarel uan de Haarlemse kunstschilder, tekenaar en graveur
H. van Brussel (1763-1815) (gemeentearchief-Haarlem). verloren. Met name het volksvertier gaf voortdurend aanleiding tot strubbelingen tussen de ambachtsheer en schout van de heerlijkheid Heemstede enerzijds en de re-
gering van Haarlem, alsmede de baljuw van Kennemerland (en zijn plaatsvervanger "de Stedehouder" en hun dienaren) als tegenpartij. Voornaamste oorzaak van deze geschillen was de zucht om van de geldelijke voordelen te genieten die uit het geven van consenten voortsproten. In 1656 moest het
Hof van Holland er aan te pas komen en dit rechtscollege verbood de baljuw van Kennemerland de plaatselijke vroedschap hinderlijk te zijn in het geven van vergunningen voor papegaaischieten, het zetten van kramen tijdens de ker-
mis, comediespelen door rondreizende toneelgroepen e.d. (2). Vertier zochten velen in één van de talrijke herbergen, waar bier en brandewijn rijkelijk vloeiden en accijnzen moesten worden afgedragen aan de Ambachtsheer. Enkele gelegenheden, de zogeheten "jufferhuyzen", gaven gelegenheid tot hoererij. Gezelschapsdames, veelal jonge ongehuwde moeders, kon men vinden in "De Ooievaar (het Bokje) en "De Blauwe Engel". Een opschrift bij herberg "Rustenburgh" in de Hout luidde: "'t Is gewis twee vrouwen billen konnen meer lokken als alle kloosters kloeken laatste vrij luijen
datze haar moer bruijen". Populaire buitenspelen waren kolven, beugelen en kegelen en als binnenspelletjes waren kaarten en dobbelen favoriet Diverse herbergen beschikten over een eigen kolfbaan en "Het Nieuw Verbrand Huis" en "Emaus" in de 18de eeuw
zelfs over een buiten- én overdekte binnenbaan. De volgende vormen van plaatselijk volksvertier zullen in dit artikel beknopt de revue passeren:
1) het schieten van de papegaai; 8
2) het rijden en trekken van gans, snoek of konijn;
3) het knuppelen van kat haas of konijn; 4) harddraverijen en ringsteken;
5) koekhakken; 6) ijsfeesten en jaarmarkten/kermissen, inclusief loterij kram e n; 7} toneel op de kermis; 8) het jongspel (dans en muziek). Tot de wrede volksvermaken waarbij dieren het lijdende voorwerp waren kan ook het papegaaischieten gerekend worden. Hoewel aangenomen mag worden dat dit vertier al in de 16e eeuw gepraktiseerd werd dateren in het gemeentearchief van Heemstede de oudste consenten uit 1626 door de Heer van Heemstede verleend "aen herbergen en andere lieden, tot het trekken van gansen, snoek en conijn en tot het schieten van Papegay en diergelijke" (manuscript Dólleman, blz. 117). In 1626
verleende Adriaan Pauw aan Jacob Pieterszoon, die een huis met neringrijke herberg "'t Molenwerf' beheerde, om aan het eind van de oogsttijd een stang met papegaaien op te stellen "om bij eenige liefhebbers mette hantbusse ofte roer afgeschoten te worden". De voorwaarden, prijzen e.d. dienden
vooraf aan de schout te worden opgegeven. Later is dit vermaak voortgezet door zijn schoonzoon Philips C. de Moor. Papegaaischieten had ook plaats in "de Dorstige Kuyl".
Gesproken wordt over 3 levende vogels per evenement Voorts in herberg "het Dronckenhuijsje" (thans Eindenhout). In 1655 deed Maarten Corneliszoon in een schrijven aan ambachtsheer Gerard Pauw verslag van drie dubieuze voorvallen die hadden plaatsgevonden tijdens het papegaaischieten voor de uitspanning. Papegaai- of vogelschieten werd óók beoefend met hand- of voetbogen door schutters, waarbij men een papegaai - die van hout of leder was vervaardigd - op een hoge paal bevestigd, moest afschieten - te vergelijken met het huidige kleiduivenschieten. Het ganstrekken of gansrijden was in vroeger tijd een veelverbreid volksvermaak, óók in Heemstede, zowel in het Dorp tijdens de Vastenavond als in de Hout. In plaats van ganzen zijn soms ook hanen, snoeken of konijnen aangewend. Het gebeurde met paard en wagen
of te paard dan wel te voet De gans hing met de kop naar beneden aan een touw tussen twee bomen of
het gewone volk, maar ook aanzienlijke dames vermaakten er zich mee. Gansrijden had ook in het Spaarne plaats via een bootje en 's winters al schaatsend op het ijs. Op het water werd de pret nog verhoogd als de deelnemer uit de
boot in het water viel. In 1676 is aldus een Heemstedenaar jammerlijk omgekomen omdat hij blijkbaar niet kon zwemmen. Een vergunning tot het houden van "gans- en snoektrekken" e.d. was door ambachtsheer Adriaan Pauw. op Vastenavondtijden exclusief gegeven aan de kastelein van de herberg die in later tijd "Het Wapen van Heemstede" ging heten. Per missive van 18 februari 1638 heet Adriaan Pauw - Dólleman spreekt in dit verband over "de benauwdheid der tijden in de Heerlijkheid" - (tijdelijk) verboden daarbij zelfs assistentie verzocht van de baljuw van Kennemerland om het verbod te handhaven. Vijf jaar later, op 16 februari 1643 vroeg Hendrik de Goyer, rentmeester van het Huis te Heemstede, aan de Ambachtsheer of de kinderen van Pauw mochten ganstrekken, georganiseerd door Herman Heestius
palen vastgebonden. Men moest proberen de met zeep ingesmeerde kop van een aan zijn beide poten opgehangen gans er af te trekken of met een stok te raken. Winnaar was degene die er in
"herbergier in den dorpe". De
slaagde de gans zo te raken dat deze op de grond viel. Niet enkel
konijn, soms ook kat hond, gans of zelfs big. In Heemstede werd dit
vader gunde zijn kroost graag dit pleziertje, zij het voor één dag. Minstens zo populair in die dagen was het knuppelen van haas of
vermaak in het midden van de Een behendigheidsspel waarbij de 17de eeuw georganiseerd door deelnemers op een ongezadeld Cornelis Corneliszoon van Goors. paard met een lans moesten probeMen plaatste, veelal op een plein ren door de ring te steken, die aan voor een herberg, een levend dier een touw tussen twee bomen of in een ton die met lange touwen palen was opgehangen. tussen twee palen werd opgehangen. De deelnemers dienden met Het koekhakken was tijdens de een knuppel van een afstand de kermis een algemeen voorkomend ton trachten stuk te werpen. Onder maar niet geheel ongevaarlijk volksgenot van drank en muziek genoot vermaak. De koeken werden er speciaal voor gebakken: dunne, het toegestroomde publiek het meest van de doodsangsten van platte, kleverige en taaie stroophet dier in de heen en weer slingekoeken. Het was de kunst deze met rende ton. Degene die het vat in een bijltje in drie slagen door te duigen sloeg was de winnaar en hakken. Door de koek vast te houden tijdens het hakken, omdat deze werd onder luid gejuich gelukgewenst, kreeg de inleg uitgedeze anders zou wegspringen, liep keerd, maar diende daarvan de men de kans in het beste geval één anderen op wijn of bier te tracteren. vinger en in het slechtste geval een In dit verband zij opgemerkt dat de hele hand kwijt te raken. Ook is het een enkele maal voorgekomen dat plaatselijke folklore van het - met de deelnemers onderling ruzie vet ingesmeerde - biggenvangen kregen en elkaar de bijl naar het voorzover bekend uit latere tijd hoofd wierpen. Zo sloeg in 1614 dateerde. Tijdens de Bennebroekse kermis in september was kat- A r i s C o r n e l i s z o o n v a n h e t "Dronckenhuysje" de oude Kaman knuppelen in de 18de eeuw een een gat in het hoofd in plaats van geliefd vermaak. de koek te raken. In 1698 is door een beambte van Harddrauerijen op de korte baan met paarden hadden o.a. plaats bij de baljuw van Kcnnemerland in de herbergen "De Dorstige Kuyl" in Bennebroek een grote hoeveelHeemstede en "De Geleerde Man" heid koekbijlen in beslag genomen te Bennebroek. De winnaar van de nadat tijdens de kermis twee kindeprijs, een zilveren zweep, diende ren "malkanderen in de vingeren zijn mederijders 30 flessen wijn te hadden gehakt". Het plaatselijk offeren. Ringsteken ofringrijden is gerecht gaf de bijlen echter weer gedurende de 18de eeuw onder aan de koekkramers terug. In later meer door de hospes van herberg tijd is de niet ongevaarlijke bijl "De Swarten Hondt" gehouden. vervangen door een knuppel, in 10
welk geval men sprak van koekslaan.
De anti-kermis-preek uit 1741 Ofschoon kermis een kerkelijke oorsprong heeft en dit woord een verbastering is van "kerkmis", een plechtigheid die jaarlijks werd gehouden om de wijding van een kerkgebouw te herdenken, was dit vermaak niet in overeenstemming met de geldende zeden en godsdienstige opvattingen. Vooral van protestantse zijde is tegen de kermis van leer getrokken. De mensen mochten zich niet teveel aan eten, drank en bandeloosheid te buiten gaan. Ondanks het feit dat de geestelijkheid in vroeger dagen veel invloed had op het leven en handelen van de gelovigen gelukte het priesters en predikanten niet - op enkele uitzonderingen na - dit volksfeest bij uitstek uit te bannen. Een fraai voorbeeld is de vermaning van de toenmalige pastoor van Berkenrode uit 1741, thans 2,5 eeuw geleden, waarin deze gelardeerd met citaten uit bijbelboeken op de morele gevaren van het kermisvermaak wijst. Pastoor Cramer begint met de profeet David aan te halen dat de mens het kwaad aanlokt en de duivel "als een briezende leeuw rondloopt zoekende wie hij verslinden zal". Juist tijdens de kermisdagen wordt het volk in verleiding gebracht te
zondigen, omdat men verblind door het kwaad God en zijn tegenwoordigheid niet voor ogen heeft. Ook de heiligen Chrisostomus, Hiëronymus en Augustinus worden ten tonele gevoerd. Het probleem is dat men tijdens de kermis tot
's avonds laat in de herberg zit, ja zelfs de gehele nacht om te "zuipen en te zwelgen", waarbij men licht vervalt in onkuize woorden als "vloeken en zweren" of zich bezondigt aan overspel via "onzuivere en oneerlijke aanrakingen". Het is het aanzien van God geweest waarmee voornoemde heiligen bekoringen van de duivel wisten te weerstaan. De pastoor vermeldt vervolgens het voorbeeld van de kuise Susanna uit het boek Daniël. Alleen in de boomgaard werd zij door twee boze boeven benaderd die haar oneerbare voorstellen deden. Liever dan haar eerbaarheid te verliezen verdedigde zij zich kloekmoedig en stelde daarmee het vege lijf in de waagschaal. Pastoor Cramer wijst zijn parochianen er op dat de ervaring heeft geleerd dat tijdens de kermis weer veel zonden en gruweldaden bedreven worden. Spraken de vrouwen maar de taal van Suzanna en de mannen van de heilige Joseph voegt hij hier aan toe. "O hoe menige zonde zou dan gelaten worden!". Men zou dan ook niet zoveel wulpse jongeren los en ongebonden zien verkeren en dat 11
dikwijls tot 's nachts twee, drie, ja vier uur toe, "de ene herberg in, de andere kroeg uit", gelijk een wild en barbaars volk zonder enig geloof, eer of schaamte. Het past eerlijke jongedochters niet zo laat te verkeren met jongemannen, die vaak dronken en ongebonden op straat lopen. "Is dat geen occasie verzoeken; is dat het gevaar niet beminnen?" Wil men eerbaar blijven moet men "op klaarlichte dag over straat lopen, maar niet in het duister, laat staan midden in de nacht. Hij weet dat men zal tegenwerpen: 's avonds begint het plezier, eerst dan wordt viool gespeeld en kan men dansen, hossen en zingen. "O booze en bedorven jonkheid! Is het 's avonds den regten tijd om u te vermaaken? Is het snagts den regten tijd om zoo te loopen? 't Is waar, dan is het den regten tijd; maar voor wie? Voor den duijvel, die alsdan rondgaat als een brieschende leeuw, om te zoeken wie hij zal verslinden, en voor zijn kinderen, voor de kinderen der
duysternissen, omdat zij voorhebben werken der duysternissen te
pleegen, omdat zij dingen doen, die het ligt niet mogen veelen". De pastoor meent dat de ouders
het goede voorbeeld zouden moeten geven, maar konstateert met droefheid dat deze hun kleine en
onschuldige kinderen naar de ker-
over de slechte tijden... Het ware christelijker thuis te blijven en het
geld dat nu op de kermis wordt uitgegeven "in ijdelheid en onnuttigheid" te sparen of te spenderen aan het aflossen van gemaakte schulden. Beter ware het ook dit geld aan de armen te geven die naar een kleintje bier of stuk brood snakken. Als men tijd over heeft kan men die beter besteden aan bidden of het lezen van goede en vrome boeken. De priester vindt het een schande dat ziel en zaligheid ernstig in het gedrang komen. Men heeft immers wél tijd om in de herberg te zitten, te drinken en te spelen, maar verzuimt de dagelijkse mis of op zondag de vespers bij te wonen. Voorts vermaant hij de ouders dat het een plicht is hun kinderen in deugd en eerzaamheid op te voeden. Men moet hen leren dagelijks
naar de kerk te gaan of katechismusles te volgen. Zij moeten gevrijwaard blijven van slecht gezelschap en van plaatsen, zoals herbergen en de kennis waar slechts ondeugd en ijdelheid heersen. Het is wreed en goddeloos met hun kroost op deze dagen op de kermis rond te hangen. Men meent hen een plezier te doen, doch in plaats daarvan wordt de schone kinderziel bedorven door het kwaad en ter verdoemenis gevormd. "O
ouders! ouders! bedenkt dat gij zien en horen die volstrekt "on- daarover strenge rekenschap aan betamelijk zijn". En dan klaagt men God zult moeten geeven en hoe
mis meenemen en aldus dingen
12
dat God deeze zielen van uwe kinderen van uwe handen zal afwijschen". In zijn "conclusie" schrijft pastoor Cramer dat het beoefenen van de godsvrucht het aanmerken van Gods tegenwoordigheid een krachtig middel is om de duivel die als een briezende leeuw rondwaart - in het bijzonder op deze kermisdagen met allerlei verleidingen zonden te begaan - het hoofd te bieden. Door de zonde te ontvluchten en de deugd te beoefenen kan men in het hiernamaals, in de hemel, de Heer van aangezicht tot aangezicht in alle eeuwigheid. Tot zover deze preek. In de winter zijn ijsfeesten gevierd op het ijs van het Spaarne en het Meer. Tijdens vrieskou waren in de
17de eeuw schaatsen, kolven, ganstrekken en maskerades vormen van ijsvermaak. Op 20 januari 1656 gaf de Heer van Heemstede toestemming aan Jan Cornelisz. en Leendert Geroensz. een kraam op te richten op het ijs ter hoogte van
het Meer "en van deeze laten afwaayen een
vlagge in welke
Tente sy besoeckers sullen mogen tappen bier, brandewijn (...)". Voor het plaatsen van tenten of kramen met eetwaren, dranken of huishoudelijke artikelen, met name tijdens de kermis, was een consent of vergunning nodig. Al uit 1597 dateert een keur ofwel verordening op het stellen van "couck-, fruijt-
wafel- en rijfelkramen" in de Hout.
Naast drank en kermiskoeken werden vaak ook schilderijen, boeken, zilverwerk e.d. aangeboden. Bij de rijfel- of loterijkramen werd gedobbeld en vonden drukbezochte loterijen plaats met soms een voor die tijd kapitale omzet. In het Gemeentearchief van Haarlem zijn niet minder dan 25.000 loterijrijmpjes bewaard gebleven. Koorddansers of potenmakers vormden een onderdeel van het programma. Men kon geld winnen, maar ook
schilderijen, almanakken, spiegels en kleinodiën werden verloot. Velen beproefden hun geluk aan de rijfelkraam, zoals een dichter
schreef: "Daar veul prijzen op een rij Zijn te verkrijgen, of te halen Gouwe koppen, sulver schalen Bekers, spiegels, moy verguit
Voorts wat oogh en lust vervuld". In 1628 werd een juridisch geschil uitgevochten tussen Pauw en de baljuw van Kennemerland over
een door Rogier Laurensz. uit Amsterdam binnen Heemstede opgerichte loterij-kraam. In 1633 en 1644 deden zich hierover nieuwe problemen voor. Uit een verordening, uitgevaardigd op 28 april 1654 door schout en schepenen van Heemstede blijkt dat de Heemsteedse kermis omstreeks 11 september in het Oude dorpscentrum "onder de lindebomen" plaatsvond (3). A.J. van der Aa schreef in
1844 dat de kermis van Heemstede op de tweede zondag van 13
september valt. Evenals op de kermis in de Hout richtten rondreizende kooplieden (kramers) hier hun kramen op met allerlei waar. Kwakzalvers deden goede zaken met hun wondermiddelen die tegen elke kwaal heetten te helpen. Koorddansers, waarzeggers, jongleurs, goochelaars, comedianten en rijfelaars vrolijkten de kermis op.
Philips C de Moor, bekende herbergier in de 17de eeuw, had toestemming tijdens de Sint Janskermis in de Hout ten huize van Dirck Willems mismaakte personen te tonen, zoals een vrouw met aan beide handen vier vingers, die
in staat was daarmee normaal handenarbeid te verrichten. De
entree bedroeg een halve stuiver en voor het huis was een "conter-
feitsel" tijdens de kermisdagen opgehangen om publiek te trekken. Voorts zijn o.a. dwergen en exotische dieren, zoals dromedarissen en olifanten, tentoon gesteld, evenals negers "die gelijcken op apen". Op 26 juni 1676 gaf de Heer van
stukken werden opgevoerd in een
tent tussen de bomen van de Hout Op enige palen werd een houten vloer gelegd, op de achtergrond een gordijn en eventueel aan een hoge paal het blazoen der rederijkerskamer opgehangen. Geïmproviseerde toneelzaken waren voorts de schuur van de houtvester of de Haarlemse Stads-Stalling in de Hout, waar normaal koetsen, paarden en wagens stonden. De tonelisten waren voornamelijk afkomstig uit Amsterdam of Den Haag. Over toneel op de kermis in de banne van Heemstede en de problemen
van de Amsterdamse comedianten omstreeks 1655 tussen Ambachtheer en schout aan de ene én de baljuw van Kennemerland aan de andere zijde wordt uitgebreid gewag gemaakt in het boek van Simon Koster, "Van schavot tot schouwburg" (4), In dit kader dient nog hetjongspef genoemd te worden, waarbij het ging om vergunningen tot dansen of het maken van muziek Op geen
kermis ontbraken muzikanten, zoals Heemstede toestemming "een seer liedjeszangers, vedelaars, lieremanlang vrouwspersoon onder Heemnen en doedeUakblazers. Talrijk stede te mogen laten zien". Arij zijn de liederenboekjes die uit de Gerrits Duyt had vergunning tij- 17de eeuw stammen. Jan Jansen dens de kermis in herberg "Het van Asten, een 17de eeuws HaarDronkenhuysje" een vrijersmarkt lems dichter van liedjes in de te houden en daarvoor een vlag uit volkstoon schreef een kermislied gepubliceerd in liedboekjes als de te steken.
Het toneel, opgevoerd door rondreizende gezelschappen, vierde
"Haerlemsche
tijdens de kermis hoogtij. Theater-
volgende kermisdreun, waarvan
14
Winterbloemjes"
(1645 - 1651) - waarin o.a. de
het eerste, tweede, vierde en zevende couplet luidt:
"Vrolijke geesten die liever zijt op kermisfeesten al in de strijd. Is 't uw behagen, rijdt vaardig uit Treedt op de wagen of in de schuit De vrienden van het Spaar, die nemen u waar. Weest wellekom gasten! Wel ben je daar? "Ziet wat men hier binnen de kramer doet: Om wat te winnen veilt hij zijn goed!" De wafel-kramer: "Ik ben {zeit hij) de beste kamer, - gaat niet voorbij!" Dus word je van d'een en d'ander gebeên (= lastig gevallen), omdat je zoudt jou geld besteên. Leid dan dat meisje, daar gij mee gaat, naar duin een reisje, of zo - ze praat,
haar zwakke leden niet toevertrouwt zo veer te treden, - blijft dan in 't Hout. Of geeft ze haar stem na "Roomen", 't heeft klem, in "Emmaus" of "Jerusalem".
(= namen van 3 herbergen). D'een, zijnde wakker, geeuwt als een koe;
ik dus op een bank? Wat drommel, droom ik? 't Is door de drank! Waar kwam ik dus krom? Ik wed, dat ik om het jaar niet weer te
kermis kom!". Tijdens de predicatie {overigens tijdens de kermisdagen minimaal bezocht) waren volksspelen met dieren verboden. Cornelis Visser, hospes van "Het Verbande Huys" is door de schout van Heemstede bekeurd nadat hij op 5 october 1721 een kat had laten knuppelen en tijdens de predicatie had getapt zonder toestemming van de Heer van Heemstede. In 1642 verbood de Ambachtsheer het ganstrekken e.d. op zondagen. Dansen en prostitutie waren uiteraard op zondag verboden en een herbergier uit Heemstede die dit verbod op zondag 9 september 1714 overtrad is dan ook bekeurd. Vanwege uitspattingen als open-
bare dronkenschap, onzedelijk gedrag, vechtpartijen en vandalisme verbood burgemeester J.Ph. Dólleman in 1874 de kermis in Heemstede en introduceert in plaats hiervan het biggenvangen als een eendaags volksfeest (5). Onder burgemeester Van Lennep is in het begin van deze eeuw dit lokale volksvermaak afgeschaft en de kermis in ere hersteld (6).
d'ander, zijn makker, ziet wonder toe:
"Hoe, duiker {= boemelaar), koom 15
HET GANSTREKKEN,
Kermis in de Hout. 18de eeuwse aquarel van de Haarlemse kunstschilder, tekenaar en graveur H. van Brussel (1763-1815) (gemeentearchiefHaarlem). Pastoor J.F. Cramer
Tot besluit nog enige gegevens over de periode 1741-1754 alsmede met betrekking tot de auteur van deze predicatie. De jaren veertig van de achttiende eeuw waren een turbulente periode
met onrust in Rotterdam, Amsterdam, Gouda en Haarlem (7). Er heerste grote ontevredenheid over de teruglopende economie, het conservatisme van de regenten en
de uitzuiging van de belastingpachters, hetgeen leidde tot het 16
pachtoproer in de Spaarnestad van 1748. Al in 1740 waren toneelvoorstellingen op de kermis verboden, het jaar daarop uitgebreid met een verbod op viool- of andere muziek in de herbergen en met een verbod op het uithangen van de vlag tijdens de kermis en op Hartjesdag (8). De Heer van Heemstede, Benjamin Pauw geboren Hoeufft, werd per missive verzocht "de goedheid te willen hebben zulks in de jurisdictie van Heemstede in den Hout te beletten". De kermis zelf vond niettemin in dat
jaar nog gewoon doorgang, zowel in Haarlem als Heemstede. In 1748 en volgende jaren werd nochtans de kermis door de plaatselijke regering van Haarlem afgelast, vermoedelijk evenzeer in Heemstede, waarna deze in 1754 wederom werd toegestaan, reden voor pastoor Cramer van de Berkenrode-statie zijn oorspronkelijke preek uit 1741 {uitgebreid in 1746) weer uit de kast te halen om het kerkvolk te vermanen. Over pastoor Jacobus Franciscus Cramer (ofwel Kramer) is maar weinig informatie te vinden in het gedenkboek van pastoor B.J. van Houten dat na de Bevrijding verscheen bij gelegenheid van het 250-jarig bestaan van de Sint Bavo ofwel B e r k e n r o d e - p a r o c h i e / 1694-1944). Evenals zijn voorganger de Dordtenaar J.S.H. Oem was Cramer eerst kapelaan bij de aartspriester J. van der Steen, die hem in 1739 naar Berkenrode zond, waar hij tot zijn overlijden op 15 december 1786 bleef. In een verslag van pauselijk nuntius Ghilini te Brussel wordt hij "verstandig, lang niet dom en van zeer hoge levenswandel" genoemd Aanvankelijk woonde zijn vader Hendrik Cramer bij hem in, welke in 1748 is overleden. De statie Berkénrode telde ten tijde van deze priester
ruim 900 leden, welke voornamelijk afkomstig waren uit Heemstede. De parochianen in de 18de
eeuw waren voor een groot deel eenvoudige blekersknechten en meiden, afkomstig uit het Zuiden, en ten dele uit het Oosten (Overijssel en Westfalen), van wie nog een aanzienlijk percentage analfabeet was. Zondagsarbeid (en dus Misverzuim) kwam vooral in het hoogseizoen veelvuldig voor. Niettemin was men ondanks de heersende armoede gehecht aan de kerk en vond daarom in 1746 een uitbreiding van het gebouw plaats. De kerk stond op grond van de Heer van Berkenrode welke in erfpacht
was gegeven. De tweede r. k. kerk van Berkenrode is in 1817 gebouwd en in 1880 gesloopt, na inwijding van het huidige kerkgebouw, dat aan de overzijde van
de oorspronkelijke kerk aan de Herenweg ligt. In de literatuur (o.a. in: "De Oude Tijd", 1871 en dr. GA Wumkes: Kermis, z.j.) wordt veelal een beeld geschetst dat na de Middeleeuwen vooral de puriteinse Gereformeerde {=Hervormde) predikanten en
kerkeraden in woord en geschrift zich tegen de kermis keerden. De in deze bijdrage beschreven vrome preek bewijst dat men zich ook in rooms-katholieke kring niet geheel onbetuigd heeft gelaten waar het om een veroordeling uit christelijk oogpunt van de kermis als volks-
vermaak betreft (9). Hans Krol 17
(1)
(2)
In Lams' "Handvesten en Privilegiën van Kennemerlandt en Kennemergevolgh" (1644) wordt hierover op bladzijde 154 het volgende opgemerkt: "Maken oock keuren op hare Kermissen, ende 't stellen ofte sotten van de Kramen; op het speelen van Druypen, Dreijen, Trecken, Steecken; ende dat oock niemandt mach komen met eenighe vreemde beesten, wanschapen schepselen, ende vreemde vertooningen; noch geen quacksalvers, meesters ofte meestressen, sonder verkreghen consent; noch oock opte voorgeschreven kermissen niet te moghen om den Haan singhen, noch geene Gans ofte andere Gevogelte te trecken ofte kneppelen; noch oock den Ring te steecken, te Paerde ofte andersins; den Papegaey te schieten, noch Reedenrijckers toe te laten, ten ware dat zij van den Regeerders daer toe hadden verkreghen consent als vooren, bestaende in veele ende verscheyden Poincten ende Articulen. Uitvoerige informatie hieromtrent is te vinden in het Heerlijkheidsarchief van de gemeente Heemstede (Van Doornick; nrs. 143 en 152). Zie ook: "Haarlemmerhout 400 jaar" (1984), blz. 92-93 en mr. J.W. Groesbeek, Heemstede in de Historie (1972), blz. 11-13. Dólleman bericht in zijn geschiedenis over 1644 o.a.: "Daar is reeds verscheidene malen gewag gemaakt van 't regt van De Heer van Heemstede omme te consenteeren of te weigeren het stellen van alle koek, fruyt, wafel en andre kramen, mitsgaders het speelen van eenige commedien en diergelijken onder Heemstede; 't was wel eens gebeurd dat de Balluw van Kennemerland tot het stellen van kramen consent hadde gegeeven, dog de schout van Heemstede in der tijd had zig zulks gewaar wordende dadelijk met assistentie van eenige drost-dienaars derwaards begeeven, en als de personen die de kramen gesteld hadden, op zijn aanmaninge om die aftebreeken, door 't ophitsen van des Balluws dienaars daar mede present sulcks weigerde had hij tot conservatie van zijne geregtigheid alle de goederen in die kramen wesende aan ieder een tot buyt verklaart, en de kraam zelfs om ver doen smijten, zonder dat daar op iets verders was gevolgt. Ruim dertig jaar nadien, onder 1675, leze men verder: "Eenige personen versogrten ten deesen tijd consent aen den Balluw van Kennemerland tot het stellen van hunne wafelkramen in de Haarlemmer Hout in de jurisdictie van Heemstede, 't welk den schout van Heemstede ter ooren
gekoomen zijnde, liet hij een van deselve, die reeds bijna was opgerigt afbreeken, dog op goede voorspraak en na versogt consent aen den Heer van Heemstede, werd dezelve weder opgerigt en hun gepermitteerd met hun neering voort te vaeren". Uit deze voorbeelden blijkt dat de 17 de eeuwse bestuurders van Heemstede op hun strepen stonden waar zij meenden het recht aan hun kant te hebben en een geschil met de vroedschap van Haarlem of baljuw van Kennemerland niet uit de weg gingen, niettemin de nodige flexibiliteit toonden wanneer men - zoals in dit geval de kermiskramers - alsnog toestemming vroeg aan de Ambachtsheer, 18
(3)
(4)
"Dat alle degene die eenige koeck, fruyt, rijfelkramen of andere diergeüjcke nering ende koopmanschappen begeren te stellen tegen de kermisse deser jurisdictie van Heemstede, welke plagh van ouden herkomen geobserveert te worden, omtrent den 11 en september, en voortaen als dan gehouden sal worden, dat sy luijden hare kramer sullen stellen onder de lindebomen der selve dorpe en ook binnen al soodanige limiten als zij van den schout aldaer aangewesen en de geordonneert sullen werden, op de pene van een half Kennemerpont te verbeuren aan den voorsz schout, ende dat te verhalen aan de gereetste goederen die deselve schout als dan sal konnen bekomen: wel verstaende dat alle de kramers om de plaatsen sullen moeten looten" Bron: Lams' Handvesten, blz. 808; zie ook: Binnewiertz, blz. 78). Uitgegeven in Haarlem door de Erven Bohn in 1970. Zie hoofdstuk 8: Heemsteeds intermezzo (blz. 99-112) en hoofdstuk 9: Toneel op de kermis
(blz. 113-125). (5)
(6)
(7) (8)
(9)
In het laatste kwart van de negentiende eeuw is de kermis in verschillende gemeenten afgeschaft, o.a. in Amsterdam, 's-Gravenhage en Haarlem, als zijnde een minderwaardig volksfeest. In sommige gemeenten - zoals Heemstede - werd deze om een opstand van de plaatselijke bevolking te voorkomen vervangen door "veredelde" volksvermaken - pogingen die over het algemeen niet zo schitterend geslaagd zijn en in de meeste gemeenten is na verloop van jaren de kermis weer teruggekeerd; tegenwoordig in een andere entourage vergeleken met de voorgaande eeuwen. Mr. J.W. Groesbeek wijdde een speciaal hoofdstuk aan vermakelijkheden als kermis, harddraverijen en ringsteken in zijn boek over de gemeente Bennebroek (1982; blz. 210-212). Zie o.a.: J.A.F. de Jongste. Onrust aan het Spaarne; Haarlem in de jaren 1747-1751. Uitg. De Bataafse Leeuw, 1984. Hartjesdag vond plaats op de derde maandag in augustus, vanouds gevierd in Amsterdam, maar ook in Haarlem, Bloemendaal en Heemstede. Van oorsprong een oogstfeest was het voor de gewone man een dag van allerlei meer of minder losbandig vermaak. Pastoor de Vries deelde desgevraagd mede dat in het parochiearchief naast deze leerrede vrijwel geen historische preekteksten voorkomen.
19
Winter in Heemstede De Bronsteevaart met op de achtergrond de ijsbaan 'De Volharding'. Het stenen gebouw rechts is het moderne electrische gemaal van de voormalige 'Schouwbroekpolder'. In het kleine houten gebouwtje ernaast stond de electrische pomp om het terrein van de ijsvereniging onder water te zetten. De heer Meijer van Melkerij 'Bronstee' was machinist van zowel het poldergemaal als de pomp van de ijsbaan. De ijsbaan was een poldertje in de polder. Op de baan en de vaart is het op de dag dat deze opname werd gemaakt, niet druk. Wanneer het hard genoeg had gevroren maakten de bewoners van Heemstede bij voorkeur schaatstochten op het Spaarne en de Ringvaart. Zodra het ijs van de ijsbaan aan 'herstel' toe was, werd vanaf de melkerij 'Bronstee1, welke stond nabij de huidige Dreefgarage, met bakfietsen warm water aan-
20
gevoerd om de scheuren te helen. Een tijdrovend en omslachtig karwei, waarvoor de bestuursleden van de vereniging zelf de handen uit de mouwen dienden te steken. Tussen de vaart en de ijsbaan is het zogenaamde Spaarnepaadje zichtbaar. Het pad bestaat nog. Jongens en meisjes lieten er vroeger maar al te graag de hond uit en zo zijn menige romances ontstaan. De foto is omstreeks 1966 gemaakt.
De paarden-panelen van De Hartekamp In het artikel "Kleine en verborgen monumenten" in VOHB no 70 van november vorig jaar trof mij de passage over de zgn. paardenpanelen van De Hartekamp. Eerder had ik hierover een en ander gehoord. Na het verschijnen van dit artikel vernam ik van de zijde van Meerhistorie, dat deze panelen nooit echt in het bezit van die Stichting geweest zijn.
gen echter weer jaren voorbij voordat deze schenking kon worden gerealiseerd. Bij het uitbreken van de brand op 2 september 1968 waren de panelen nog steeds op De Hartekamp. Wel waren ze inmiddels elders in het gebouwencomplex (stallen, rijtuigremise en
personeelswoningen) ondergebracht. Er zijn er echter toch enkele verloren gegaan. Wat er van over
Enkele panelen zijn geruime tijd
voor de brand in 1968 geschonken aan Dr. Eysvogel {vader van de huidige tandarts en paardensportman Eysvogel}. Reeds in 1960 vond er met de Broeders Penitenten van De Hartekamp overleg plaats (door W. Slob van Meerhistorie) over de vraag of de toen
nog aanwezige panelen, in samenwerking met de Stichting Ned. Draf- en Rensport, zouden kunnen worden geschonken aan het Ned. Rijtuigmuseum, dat enkele jaren tevoren in Leek (Gr.) gevestigd werd. In het Rijtuigmuseum vinden we de door de Stichting Paard en Karos verzamelde rijtuigen en toebehoren {het zgn. Herengerij).
Paarden-panelen op de deuren in destallen bij De Hartekamp. Enke-
In 1962 zijn de Hartekamp-pane-
le van de panelen zijn thans in het
len aan Leek aangeboden. Er gin-
Ned.Rijtuigmuseum te Leek (Gr.). 21
bleef is nu in het museum in Leek. We kunnen daar nu zien de panelen betreffende de kampioenshengsten Biela, Governar en Zalm (zie foto). Andere onderdelen van het interieur van de stallen (voerbakken, ruiven, versierselen) waren voor de brand reeds naar elders overgebracht om te worden ingebouwd in een historische paardenstalling. Het is inderdaad jammer, dat deze voorwerpen van historische waarde niet voor Heemstede behouden gebleven zijn. In de 60-er jaren is Heemstede daarop wellicht niet voldoende attent geweest Overigens zijn deze "kleine monumenten" m.i. wel in (andere) goede handen gekomen, d.w.z. in een daarvoor uiterst passend museum (wel wat ver weg) en in handen van paardenliefhebbers. Zou in de Haarlemmermeer een Paardenmuseum tot stand gekomen zijn, waarvoor indertijd plannen werden gemaakt, dan zouden de panelen van De
veel tijd en aandacht aan landbouw en veeteelt Hij werd in die jaren
Hartekamp m.i. daarin ook niet misstaan hebben. Baron van Verschuer, die in de vorige eeuw zo
overlijden van Baron en Barones
lange tijd eigenaar en bewoner van De Hartekamp is geweest was zeer actief in de paardenfokkerij en de draf- en rensport. Hij had in de Haarlemmermeer twee boerderijen in eigendom {met de namen "Rusthof en "Onvervaart vooruit") met een totale oppervlakte van 225 ha. Behalve aan zijn paarden besteedde hij ook
22
met recht Hereboer genoemd.
Koetshuis, paardenstailing en personeelswoningen bij De Hartekamp. In 1968 door brand verwoest
Over de in 1968 door brand vergane stallen e.d. nog het volgende. Er was plaats voor 12 paarden en
voor vele rijtuigen met toebehoren. Eerder werd in oude stukken zelfs over 16 paarden gesproken. Na het van Verschuer werden (op 8 mei 1901) 10 rijtuigen met tuigen, dekken, enz. in het openbaar verkocht Op De Hartekamp zijn eeuwenlang paardestallen geweest. In de transport-acte van 5 mei 1709, waarbij
de buitenplaats (de hofstede) aan George Cliffort werd overgedragen, wordt al over stallingen gesproken. In 1710 verleent het Hoogheemraadschap Rijnland aan
de heer Cliffort toestemming om een stal langs de Herenweg te bouwen. Deze stal of de vernieuwing van de toen al bestaande zal de stal geworden zijn, die in de twee daarop volgende eeuwen aan vele, soms heel beroemde paarden op de buitenplaats onderdak heeft gegeven. Met dank aan W. Slob voor het
beschikbaar stellen van foto's en het verstrekken van enige nadere informatie.
M. Verkaik
Bennebroekse grenzen In VOHB no 67 van een jaar geleden nam ik u mee op een wandeling langs oude grenspalen rondom Bennebroek. In dit artikel wil ik u iets vertellen over de wijze waarop in de afgelopen eeuwen de
grens met de omliggende gemeen-
We beginnen in 1653, het jaar waarin Bennebroek officieel zelfstandigheid verkreeg. Op 28 mei in dat jaar werd Adriaan Pauw Jr. door de Staten van Holland en Westfriesland met de Ambachts-
heerlijkheid van Bennebroek beleend. In het officiële document
ten (ambachten) werd vastgesteld en beschreven. Daarbij zullen we in het bijzonder ook aandacht schenken aan de plaatsing van grens-
hierover staat: "volgens de bekende limiten daarvan zijnde". Dat wil zeggen, dat de grenslijn van
stenen en -palen.
Bennebroek op een eerder tijdstip 23
al werd vastgesteld Drie dagen later, op 31 mei 1653, droeg Gerard Pauw, die zijn vader Adriaan Pauw Sr. als Ambachtsheer van Heemstede was opgevolgd, het deel van Heemstede "van ouds Bennebroek genaamd" over aan zijn broer Adriaan Jr. In de acte, die daarvoor door Notaris Cornelis Buijs te Den Haag was opgemaakt, is het grondgebied van Bennebroek uitgebreid beschreven. Men ging daarbij uit van de afspraken, die 23 jaar tevoren al waren gemaakt toen Adriaan Pauw Sr. (bij acte van 2-11-1630) Bennebroek separeerde van Heem-
een (grens) steen zal worden gestelt." Deze grenssteen (met de letter D) werd geplaatst bij de Hartekamp, dat toen nog Toornvliet heette. Tot voor enkele tientallen jaren, dus meer dan drie eeuwen, heeft op die plaats een dergelijke grensaanduiding gestaan. In diverse stukken
stede ten gunste van zijn oudste
zoon Nicolaes. Acht jaar later, op 11-9-1638), nam Adriaan Jr. de titel Heer van Bennebroek van zijn halfbroer Nicolaes over. Grenzen
Enkele passages over de grensafbakening in de hiervoor genoemde acte van 31 mei 1653 zijn hierna verkort weergegeven. "De Heerlijkheid Bennebroek zal beginnen in het N. W. in 't Bos van
Willem Schaep Croosbeeck op de scheiding van Brederode {thans Bloemendaal), Heemstede en Bennebroek, circa 30 roeden ten N.W.
van de Aerdenhoutvaert (later Leidsevaart).... .. rooijende de scheitlijne vandaar omtrent zuid-oostwaarts aen, tot aan de groote Heerenwegh, alwaar 24
De laatst ontdekte grenspaal staat achter een van de woningen langs de Leidsevaartweg. Deze is door de bewoner in zijn tuin opgegraven en rechtop geplaatst Aan de ene vlakke zijde is aangegeven "Bloemendaal No 4"; aan de andere zijde "Bennebroek No 4". Naar herkomst en datum van plaatsing wordt nog nader gezocht.
wordt deze paal genoemd; soms aangeduid als de Bennebroeker paal. Er wordt in deze grensbeschrijving niet gesproken over een paal in het
bos bij Croosbeeck Uit latere stukken blijkt, dat daar op dat "drie-
ambachtenpunt" zeker wel een paal of steen geplaatst moet zijn. Van de Heerenwegh ging de grens
dan lijnrecht zuid-oostwaarts "dwars door de wildernisse tot op de (grens)steen, te stellen aan 't noorden ten oostzijde van de Bennebroekerwegh" Daar dus een volgende grenssteen. Dit zal geweest zijn op het punt
waar nu de Bennebroekse Binnenweg over gaat in de Heemsteedse
Glipperweg. Vandaar ging de scheidslijn verder lijnrecht zuid-oostwaarts over de Swartsenburgerlaan tot in de Haarlemmermeer. Let wel:tot in het Meer en wel zover over het water heen in de richting van Aalsmeer
"ofte 's Grevengerechte" als Schout
Twee palen uit verschillende perioden bij elkaar. Ze staan aan de Vogelenzangse oever van de Leidsevaart, bij de fietsbrug.
laan tot (ook hier natuurlijk) ver in het Haarlemmermeer.
en Schepenen van Heemstede en Tenslotte de scheiding met de Bennebroek gewoon waren (tot wildernisse van Brederode (nu behoudenisse van de oude pos- Vogelenzang). Die scheiding werd sessie) het Meer jaarlijks te schou- "notoir gemaackt en met dicke wen. palen afgeteeckent Rooijende van
de Noord-Oostwaartse paal van Als grens met (de Graeffelijkheid) Hillegom werd aangegeven de Kennemerbeek vanaf Palenburgh (later wel Paaltiesberg genoemd) tot aan de Zandlaan. Vandaar
Palenburgh over de Plantagie en landerijen van voorz. Willem Schaep van Croosbeeck" tot in het bos waar de beschrijving van de grenslijn begon.
langs de sloot N.N/O van de Zand-
Hoeveel dicke palen daar toen 25
werden geplaatst is niet aangegeven. Enkele jaren later is deze scheidslijn voor een deel gaan samen lopen met de toen gegraven Haarlemmer trekvaart (Leidse vaart).
Het was al 1723, 70 jaar later dus, toen het nodig geoordeeld werd de grenslijn tussen Bennebroek en Vogelenzang te controleren en zo nodig opnieuw vast te stellen. Wie het initiatief daartoe nam is niet duidelijk. Een nogal "zware" werk-
groep verrichtte deze controle. Mr. Albert Fabricius, Raad en Pensionaris van de stad Haarlem 1), stelde een ampel verbaal op, Antonij en Cornelis Velsen, landmeters van Rijnland, waren de deskundigen, die exact vast stelden het aantal voeten en duimen, dat de grenspalen van elkaar en van de Trekvaart verwijderd moesten zijn. Men concludeerde, dat niet meer
dan vijf palen nodig zouden zijn. Van de ene naar de andere paal zou een rechte lijn gelden; ten dele liep deze door de Trekvaart De derde paal kwam zodoende terecht in de tuin van Sijme Janse
Een schee/gezakte grenspaal langs
de Leidsevaart op het terrein van het Psych. centrum Vogelenzang. pas na ruim drie jaar. Daarvoor zorgde Cornelis Velsen in tegenwoordigheid van Schout en gereg-
te van Bennebroek. De eerste paal werd van steen (laag boven de grond gehouden om de trekschuiten niet te hinderen), de tweede,
van Schooten. De vierde en vijfde
derde en vierde van eikenhout
in het Schaapenbos of Croesbeek (eerder Croosbeeck genoemd). Tijdens het meten plaatste men al vast "provisionele paaltijens". Voor het hele karwij had men meer dan twee
Aan de westzijde gemerkt met Vogelenzang, aan de oostzijde met Bennebroek. De vijfde paal heeft men "vermits
dagen nodig.
de absentie van die (Schout en geregte) van Heemstede op deeze
De definitieve palen kwamen er
tijd niet konnen stellen". Eerst enkele jaren later, op 21 april
26
1729, kwam men daartoe, in aanwezigheid van de Schout van Bennebroek en Schout en schepenen van Heemstede. Het werd ook hier een "eiken houte paal staande omtrent neegen voeten boven de grond, wit geverfd met een rode
slap muts en met swarte letters geteekent aan de westzijde Vogelenzang, aan de zuidzijde Bennebroek en aan de noordzijde Heemstede".
Een aardige bijzonderheid is nog, dat aan de zuidzijde van de houten palen zware blauwe stenen werden gelegd om in geval van wegrotten of wegraken van de palen de plaats waar ze horen te staan te kunnen terug vinden. Het verbaal vermeldt nog, dat aan
de oostzijde van de grote laan in het Schaepenbos "op twee boomen over lange jaren tot aanwijsing van deze plaats twee kruijssen gesne-
den zijn". Zou dat er op wijzen, dat niet eerder hier een grenspaal werd
geplaatst? Over de in 1729 als no 5 geplaatste paal is later nogal wat te doen geweest Daarover in een volgend artikel. M. Verkaik
Een bewoner aan de Kennemerbeekweg heeft de bij zijn oprit staande paal een wit jasje gegeven. Ziet er verzorgd uit
1) Haarlem was toen samen met Leiden
eigenaar van de Trekvaart. Deze twee steden waren verplicht het onderhoud van de glooiing en in
zekere zin ook van de weg langs de vaart te verzorgen. Vandaar de belangstelling van Haarlem voor de afmetingen.
27
Verslag inventarisatie eerste stenen, gedenkstenen, jaarstenen, nagedachtenisstenen, namen van huizen, waterpompen, waterputten en zonnewijzers. Woord vooraf
Tijdens de foto-opnamen voor de uitgave van de Vereniging OudHeemstede-Bennebroek, 'Wat ons is nagelaten... kleine en verborgen monumenten in Heemstede en Bennebroek', ontdekte ik eerste en andere stenen die zijn aangebracht in of op de gevels van huizen en gebouwen. Door de heer J.LP.M. Krol archivaris van voornoemde vereniging, werd ik regelmatig attent gemaakt op bij hem, door inwoners gemelde stenen. Op een
goede dag heb ik het plan opgevat om dergelijke stenen in kaart te
brengen. Na drie proef-inventarisaties in Camplaan, Raadhuisstraat en Wilhelminaplein besloot ik per
wijk een inventarisatie te verrichtea Aanpak
Een manier om dit op zinvolle wijze te doen was om langs alle huizen
en gebouwen te wandelen. In Heemstede zijn er volgens opgave
van het Bureau Voorlichting 82 kilometer straten, lanen, pleinen en
wegen. De dubbel bebouwde stra28
ten dienden aan beide zijden te worden afgelopen en in veel gevallen moesten ook de opritten van de huizen worden ingewandeld om te kijken of de gezochte objecten aanwezig waren. De proefinventarisaties zijn later opnieuw gelopen omdat in een later stadium ook namen van huizen en curiosa bij de inventarisatie zijn betrokken. In totaal heb ik zo'n 150 kilometer afgelegd om ruim 10.600 woningen en gebouwen in Heemstede van buiten te bekijken. De gegevens van de inventarisatie vindt u elders in dit verslag. In Heemstede zijn zeker nog een aantal eerste en bijzondere stenen die door begroeiing of buitenstaande voorwerpen aan mijn aandacht zijn ontsnapt. Volgens nog niet gecontroleerde informatie moeten er ook huizen zijn, waar dergelijke stenen binnen zijn gebracht Ongetwijfeld zijn er ook stenen op de terreinen van de buitenplaatsen en inrichtingen. Deze worden tijdens een aanvullend onderzoek geïnventariseerd.
Er ÜQ ring
CURIOSA
De bewoners van huizen waar ik heb aangebeld om mee te delen
- Namen van huizen
wat ik in hun tuin of op hun erf kwam doen waren zonder uitzon-
dering behulpzaam en enthousiast Enkele maakten mij attent op stenen in hun woonomgeving. Slechts in een geval is mij door een mevrouw, wier dochtertje had gezien dat ik aantekeningen maakte van huizen, gevraagd wat ik aan het doen was. Kenmerkend is de ervaring die ik op het grensgebied nabij 'Leiduin' heb opgedaan. Op de vraag aan verschillende bewoners of hun huis danwei bedrijf op het grondgebied van Heemstede of Bloemendaal stond, werd steevast geantwoord: "Dit is Vogelenzang". Het is de bedoeling om de gegevens op te slaan in een PC opdat deze per straat, per wijk, op soort, jaartal en naam geordend kunnen worden en... aangevuld. Ik beschouw het niet als een tekortkoming dat er iedere week nog wat namen van huizen en zelfs af en toe een eerste steen aan de lijst worden toegevoegd De inventarisatie is een 'inhaalslag' geweest, de fase van de completering is nu gaande.
Van de woonhuizen zijn er 340 van een naam voorzien. Soms namen die herinneren aan de historie; zoals 'Meer-Zicht' en 'De
Molenhoek'. Ook de namen met zuivere privé-ervaringen, zoals 'Niksisaf of 'Ping-Ping Foetsie'. Veel namen zijn duurzaam op natuursteen in gevels of in smeedwerk aan de gevels aangebracht. Verder eenvoudige plankjes, die bij verhuizing worden meegenomen.
Een van de fraaiste uitvoeringen van een naam (De Pauw) en gevel-
verfraaiing (een pauw) is te zien op de gevel van het perceel Heemsteedse Dreef 242. - Geveldecoraties
Aan de gevels van 51 woningen zijn verfraaiingen aangebracht van kunstzinnige aard. Afbeeldingen van vleugeldieren voeren de boventoon. Tegeltableaus en tegels met namen, gevelversieringen en spreuken, 105 in getal, die door de woningbouwverenigingen op die woonhuizen zijn aangebracht zijn wel
geïnventariseerd maar niet Heemstede, november 1991 V.C. Klep
meegeteld omdat het moeilijk is vast te stellen of ze onder de rubriek huisnamen of gevelversiering vallen.
29
- Waterpompen
Van de openbare wegen zijn in tuinen negen werkende waterpompen zichtbaar. Hierbij valt op dat in bepaalde straten meerdere pompen staan, zoals onder andere in
- Architectenstenen Op vier plaatsen zit een architectensteen. Dat zijn stenen met de naam van de architect VARIA
Dr. J. Thorbeckelaan.
- Waterputten Imitatie-waterputten zijn er drie. Ze
dienen als tuindecoratie. - Windvanen
Heemstede telt twee bijzondere windvanen. Een op de opvallende schoorsteen van het perceel Craye-
nestersingel 57 en een voorzien van twee wapenschilden op het dak van het huis Torenlaan hoek Groenendaalkade. - Zonnewijzers 25 inwoners beschikken over een zonnewijzer om de tijd (op zonnige dagen) te kunnen aflezen. Er zijn
oude en nieuwe in gebruik. Aan de gevel van het huis 'Le Tigre' aan de Ritsema Boskade prijkt een echte muurzonnewijzer. In deze buurt zit er nog zo een, maar die is te klein voor precieze tijdsaflezing en is daarom niet meegeteld.
Wat verder is waargenomen: Als tuindecoratie zijn leeuwen in. In vele soorten en afmetingen zijn ze te zien op kolommen van toegangshekken en bij voordeuren. Paardenhoofden aan gevels scoren ook goed. Ze zijn als gevelverfraaiing niet meegeteld Kabouters met of zonder kruiwagen dan wel vishengeltje zijn uit Houten of kunststof ganzen, al dan niet getooid met lintjes zijn een rage. Een aantal bewoners heeft hun voordeur door beplanting volledig aan het straatbeeld onttrokken. Privacy heeft een hoger prioriteit
dan het voorkomen van criminaliteit. Er is zo geen sociaal-toezicht meer mogelijk op wat zich bij een voordeur achter een haag of hoge begroeiing afspeelt Huisdeuren blijven open als iemand
even naar de buren wipt of door
van het pand 29c, zichtbaar is. Hier
ambachtslieden werkzaamheden worden uitgevoerd binnenshuis. Veel woningen hebben geen huisnummerplaatje. Decoratieve huisnummers met cijfers in verschillende vormen en kleuren winnen
rusten de paarden Colette (1939 1945) en Max (1929-1946).
terrein. De leesbaarheid, vooral in donker, is slecht.
- Paardengraf Bijzonder is een dubbel paarden-
graf dat vanaf de Kadijk, ter hoogte
30
De straatnaamgeving en wijkindeling zijn op enkele plaatsen niet logisch en leiden tot veel gezoek. Hetzelfde geldt voor de grensaanduiding met Haarlem bij de Coornhert Scholengemeenschap en het HFC-terrein. Het is onduidelijk wat Heemstede of Haarlem is. Een drietal wegen ten westen van de spoorbaan Haarlem-Leiden heeft geen naam. De huizen zijn postaal gemakshalve genummerd Leidsevaart Op de hoek Leidsevaart-Manpadslaan is op Heemsteeds grondgebied door de gemeente Bloemendaal een geel straatnaambord geplaatst (Een nieuwe annexatie?) Gedenkstenen en beeldhouwwer-
TIJDSTIP EN DUUR VAN INVENTARISATIE De inventarisatie is uitgevoerd op 27 data in de periode van 22 september tot 5 november 1991. Er zijn 120 uren aan besteed.
AFGELEGDE AFSTAND Gelopen kilometrs circa 150.
WAARNEMING De waarneming is verricht vanaf de openbare weg. Het betreden van opritten daaronder begrepen. Openbare gebouwen, scholen en instellingen zijn binnengegaan.
ken worden slecht onderhouden. Ze zijn vuil en sommige zijn verweerd en dienen geconserveerd te
RUBRIEKEN
worden om ze te kunnen behouden. Gemeentelijk bezuinigingen beginnen merkbaar te worden, (weg- en groenonderhoud). Op vragen waarop bewoners geen antwoord weten wordt door veel mensen geantwoord: "Vraag dat maar bij de gemeente". Vertrouwen in het gemeentelijke apparaat is er nog!
Onderstaande rubrieken zijn gehanteerd:
KERNGEGEVENS Straten:
aantal circa
kilometers Gebouwen: aantal
330
83 10.759
1. eerste stenen,
2. eerste en andere stenen, die na afloop van het oorspronkelijke
pand bij herbouw zijn herplaatst of na verhuizing in de nieuwe behuizing aangebracht 3. stenen van elders, die in Heemstede een plaats hebben gekregen, 4. 5. 6. 7. 8.
jaarstenen, herdenkingsstenen, nagedachtenisstenen, namen van huizen, curiosa zoals: gevelversieringen, waterpompen, en -putten, bij-
31
zondere windwijzers en zonnewijzers. RESULTATEN Geïnventariseerd en in kaart zijn gebracht 659 objecten, zoals onder andere: 89 eerste stenen, waaronder een herdenkingssteen in de vestibule van het gemeentehuis inzake de eerstesteenlegging, jaarstenen 3, herplaatste eerste stenen 5 (in het archief van de St. Anthonius Basisschool bevindt zich nog een steen van de eerstesteenlegging voor het oude gebouw van de kleuterschool op 11 juli 1927. De eerste steen van de lagere school is tijdens de sloop van dat gebouw 'verdwenen'), eerste stenen van elders, die in Heemstede zijn geplaatst 5, gedenkstenen 10, nagedachtenisstenen 4, namen van huizen 340, gevelversieringen 51, waterpompen 9, waterputten 3, windwijzers 2,
zonnewijzers 25.
TOELICHTING Eerste sterten De oudste steen die is geïnventariseerd dateert uit 1831 en be-
vindt zich in de gevel van het perceel Bleekersvaartweg 18. In het perceel Voorweg 26 zit een 32
steen op een ongebruikelijke plaats, namelijk onder het boeiboord (dakgoot) met de vermelding: LM. Dolleman 1842. Een aantal eerste stenen is door de tand des tijds aangetast en helaas zijn daarvan de gegevens gedeeltelijk of geheel onleesbaar. Bij sloop van panden zijn volgens her en der mondeling verkregen informatie ook stenen verloren gegaaa
Herplaatste eerste en andere stenen De oudste in Heemstede aanwezige steen is te vinden in de hal van Kennemeroord. Het is een scheyt- of scheidingssteen, die de grens tussen de duinen van Heemstede en die van het Gasthuys in Haarlem aangaf. De steen dateert uit 1651 en was reeds eerder herplaatst van het oude huis naar het nieuwe huis op het buitengoed Kennemeroord. Na de sloop van dat nieuwe huis is de steen ingemetseld in de hal van het gelijknamige verzorgingshuis, dat op deze plaats is gekomen. De eerste steen van de buitenplaats Kennemerduin uit 1903, die bij de sloop van het huis veilig was gesteld is na de renovatie van het verzorgingshuis Kennemerduin in 1989 herplaatst in de hal. In de Nicolaas Beetsschool aan de Sportparklaan zijn twee stenen herplaatst uit de twee vorige schoolgebouwen. De stenen dateren uit 1851 en 1901. Het leggen van eerste stenen van
woonhuizen is een aangelegenheid voor kinderen geweest maar er zijn uitzonderingen. Wanneer er volwassenen bij zijn betrokken, ontbreekt de vermelding van de geboortedatum of leeftijd.
Herden/dngsstenen In relatie tot de woningbouw zijn er vijf stenen. Burgemeesters, wethouders, gemeentesecretarissen maar ook bestuursleden van woningbouwverenigingen, architecten en
aannemers prijken daar met hun
Stenen van elders Dit zijn enkele stenen die vanuit Haarlem naar Heemstede zijn over-
namen op. Ze zijn te vinden op het
Nicolaas Beetsplein (2); Jan van den Bergstraat hoek Wiekenplein; gebracht Twee zijn geplaatst in Brabantlaan hoek Utrechtlaan; een van de liftenhuizen van het Diepenbrocklaan hoek MendelsSpaarneziekenhuis, lokatie Heem- sohnlaan. Het is jammer, dat bij stede en zijn afkomstig uit het woningbouwprojecten met deze gesloopte Diaconessenhuis aan de traditie is gebroken. Tevens zijn er Hazepaterslaan te Haarlem. Ze gedenkstenen te vinden in Kendateren uit 1887 en 1893. Drie nemerduin, Het Overbosch, De andere stenen zijn ingemetseld in Heemhaven, Ipenrode en Kinderde zaak van de firma Heems aan de boerderij. Kanaalweg en hebben de vroegere Bronzen plaquettes hangen in het Gezondheidshuis in de Lieven de panden van deze firma in de Anthoniestraat te Haarlem gesierd. Keylaan, het RioolwaterzuiveringsTwee stenen zijn alleen voorzien station aan de Cruquiusweg en het van een tekst te weten: 'De Vlijt' en Spaarneziekenhuis aan de Han'De Hoop'. De derde is een eerste dellaan. steen uit 1861. Nagedachtenisstenen
Vier stenen herinneren aan in de Jaarstenen Er zijn slechts zeven jaarstenen en tweede wereldoorlog gevallen aanduidingen aangetroffen. Respec- Heemstedenaren. Individueel wortievelijk uit 1886, 1921, 1923 (2), den Marinus Vaumont (2 keer) en 1924, 1926, 1934. Er zijn welWillem Denijs herdacht Vaumont meer jaartallen gesignaleerd, doch nabij de plaats waar hij viel, Havenop stenen met een huisnaam. In dergelijke gevallen zijn ze onder rubrieknamen van huizen opgenomen.
straat hoek Jacob van Campenstraat en bij de inrit naar de naar hem vernoemde flat in de gelijknamige laan. De herinnering aan Denijs wordt levendig gehouden
met een steen in het gemeentehuis. ïn de voet van het monument aan 33
de Vrijheidsdreef bevindt zich een steen met de namen van alle in de
periode van de tweede wereldoorlog omgekomen goede plaatsgenoten.
De archivaris vertelt Dinsdag 25 februari houdt de heer Dr.H.M. Brokker, Rijksarchivaris Noord-Holland, voor de leden van de VOHB een lezing over de
34
Hoekse en Kabeljauwse twisten met betrekking tot de heren van Heemstede.
Deze lezing wordt gehouden in het gebouw van het Rijksarchief Noord-Holland, Kleine Houtweg 18, Haarlem. Aanvang 20.00 uur. Het Rijksarchief Noord-Holland is van Heemstede te bereiken met buslijn 1,3 en 5.
Valkenburgerstraat Naar aanleiding van de berichtgeving over de inventarisatie van eerste stenen in Heemstede hebben wij van mevrouw Ludlage - van den Heuvel een foto gekregen uit een familie-album. De foto geeft de
eerste steenlegging weer van het koffiehuis, dat aan de Valkenburgerlaan staat, doch is genummerd Camplaan 51. Een merkwaardige situatie. De reden is het feit dat het koffiehuis in 1933 is aangebouwd
De familie Van den Heuvel tijdens het leggen van de eerste steen op 23 maart 1933. Van links naar rechts: Truus en Joop, Cor Sr en Jr van den
Heuuel en de dames Van den Heuuel-Blok en Van den Heuvel Grootegoed. 35
aan het toen bestaande café annex slijterij, dat voorheen zijn ingang
had aan de Camplaan 51. In het naastliggende pand Camplaan 49 bevindt zich links onder in de gevel een steen met de naam Bos en het
jaartal 1885. Aangenomen kan worden, dat het café ook uit die tijd stamt. Op de foto van de eerste steenlegging van het koffiehuis is de zijgevel zichtbaar van het pand Raadhuisstraat 3. Het huis met
vrouw Leuvenink ontvingen wij een ansichtkaart van de Valkenburgerstraat waarop aan de linkerzijde slechts de huizen, thans genummerd Valkenburgerlaan 73
tot en met 91 zichtbaar zijn. Het blok, dat in de volksmond het rijtje van Baaij werd genoemd, is aan het begin van de jaren 1920 gebouwd De familie Baaij was zelf gevestigd in het pand op de hoek van Valkenburgerstraat en Lentelaan.
Valken burgerstraat omstreeks 1922, met links zicht op de huizen Van Baaij. nummer l ontbreekt Het is in
1922 gesloopt voor de aanleg van de Valkenburgerstraat, Heemstede kende tot 1930 een Valkenburgerstraat en -laan. De noordzijde van de huidige Valkenburgerlaan was destijds de straat. Van me36
De foto voor de ansichtkaart is omstreeks 1922 genomen. Het
tracé van de electrische tram was al doorgetrokken via de straat Opvallend is, dat de masten van de bovenleiding van de tram midden op de weg staan.
Nummering
DE EERSTE STEEN GELEGD
Op zoek naar het pand RaadDOOR huisstraat l bleek, dat de nummering op het Raadhuisplein merkwaardig verloopt. De onevenzijde EN KLEINKINDEREN kent de panden 3 tot en met 9, dan 23 MAART 1933 het huidige gemeentehuis, dat officieel is genummerd als l, maar geen nummerbordje heeft, waarna de nummering vervolgt met num- De steen bij de ingang van het mer 25. huidige koffiehuis 'Yverda'.
FAM.C.B.v.D.HEUVELSa
Slijterij Van het café annex de slijterij op de hoek van Camplaan en Valkenburgerlaan is bekend, dat de slijterij in vroeger jaren op de zon- en feestdagen zeer floreerde. Het waren Haarlemse notabelen, zoals notarissen, medische specialisten en succesvolle zakenlieden, die met de tram naar Heemstede kwamen om zich in Groenendaal te ontspannen. Nabij het café stapten ze uit om daar een of meerde 'versterkingen' tot zich te nemen, waarna ze een fles(je) lieten vullen met brandewijn of jenever, dat tijdens
de wandeling werd genuttigd Na het verblijf in het bos kwamen de heren nog wat napraten in het café en lieten zij 'en passant' hun flacons nog eens vullen om hun gedachten te kunnen verruimen tijdens de terugreis. Niet bekend is of zij een glaasje bij zich hadden of op burgelijke wijze uit de fles dronken. De flacons waren in die tijd meestal wel voorzien van een sluitdop welke als drinknapje kon worden gebruikt. Vic. Klep
BRONNEN: C Peper, Heemstede in oude ansichten, (1971), blz. 13 en 32. H. Smit. De straat waarin wij wonen, (1985), blz. 117.
37
Mededelingen Werkgroep geschiedschrijving 1940 • 1945 Op initiatief van de heer Hans Krol
materiaal uit deze periode zoals:
is een werkgroep geformeerd, welke
originelen en falsificaten van stam-
de geschiedenis van Heemstede
kaarten, persoonsbewijzen, oproepen, onthef f in gen, vergunningen en dergelijke, alsmede van dagboeken, brieven van verwanten en bekenden uit gevangenissen en concentratiekampen en foto's welke zijn gemaakt in Heemstede van de mobilisatie, bezetting en bevrijding, worden vriendelijk verzocht zich bij de werkgroep bekend te maken. Het onderzoek wordt afgesloten met de uitgave van een boek, dat zal verschijnen eind volgend jaar of begin 1994. Het adres van het secretariaat van de 'Werkgroep 1940 -1945' is: Julianaplein l, 2101 ZC Heemstede
gedurende de periode 1940 - 1945
op schrift gaat stellen. De groep bestaat uit de heren: drs. CC. Moors, historicus;
H.J.A. Rosendal, koördinator bestuurlijke-zaken Gemeentepolitie; J.P.LM. Krol, directeur van de Gemeentelijke Openbare Bibliotheek, publicist en V.C. Klep, free lance journalist en publicist In Heemstede is, in tegenstelling tot
bijvoorbeeld de Haarlemmermeer en Hillegom, nog geen uitgebreid historisch onderzoek verricht naar de gebeurtenissen vanaf de mobilisatie in 1939 tot en met de bevrijding in 1945. Inwoners die in
het bezit zijn van documenten en
38
Van het bestuur Bezwaarschriften Het Bestuur heeft een tweetal bezwaarschriften bij het gemeentebestuur ingediend, n.l. een over het Landgoed Berkenrode en een tegen sloop van het pand Herenweg 4 (Eikenrode). Verder is via een ingezonden artikel gereageerd op de verkoop van een aantal huisjes aan de Achterweg.
Landgoed Berkenrode Het Bestuur heeft hierover een schrijven aan de Gemeenteraad van Heemstede gericht in verband met het te koop staan van het vrijstaande landhuis met bijgebouwen, gelegen aan de Herenweg 133, sedert 1984 eigendom van de BV Laimböck. Het betreft het historische landhuis Berkenrode, dat ogenschijnlijk een redelijke bescherming geniet, omdat het op de Rijks-monumentenlijst is geplaatst. In verband met de vrijblijvende koopaanbieding van Zadelhoff Makelaars heeft het Bestuur de Gemeenteraad een aantal kritische vragen gesteld. Het Bestuur wil zekerheid krijgen dat het pand bij eventuele verkoop niet verder wordt uitgebreid of wordt aangetast. Op
dit pand is het bestemmingsplan
Natuurgebieden van toepassing. Ook is gevraagd of het wenselijk is het pand onder een aangepaste Stichtingsvorm te brengen, waardoor de bescherming van het pand en zijn omgeving kan worden
bevorderd. De reactie van de Gemeenteraad moet worden afgewacht.
Landgoed Eikenrode Het Bestuur heeft naar aanleiding van een oproep van B en W in de pers een bezwaarschrift ingediend tegen sloop van het pand Herenweg 4 ofwel Landgoed Eikenrode. Als gronden voor het bezwaar zijn de volgende punten aangevoerd Met het behoud van Eikenrode is een groot cultuurhistorisch belang gediend. Het is een belangrijk pand, gebouwd in 1900 door architect Van der Steur. Dit pand is bijzonder bepalend voor het karakter van Heemstede, dat wordt bepaald door een aantal buitenplaatsen. De gemeente voert zelf in zijn Nota tot 2015 het aantal buitenplaatsen aan als karakterbepalend voor Heemstede. Verder
is de noodzaak tot sloop niet aanwezig, omdat het gebouw nog in een redelijke bouwkundige staat verkeert Voor het gebruik zijn vol-
doende alternatieven
aanwezig 39
met behoud van het huidige pand
Dit alles overziende acht de VOHB het ruimtelijk, cultuurhistorisch en maatschappelijk onverantwoord om tot sloop van dit pand over te gaan. Dit bezwaarschrift zal door B en W samen met andere bezwaarschriften aan de Minister van VROM worden toegezonden.
Verkoop huisjes aart de Achterweg Het Bestuur had vernomen dat de Kerkvoogdij van de Hervormde gemeente een aantal huisjes aan de Achterweg wilde verkopen, die bepalend zijn voor het dorpsbeeld. De Commissie Karakterbehoud heeft in een ingezonden artikel zijn zorg hiervoor uitgesproken. De Kerkvoogdij bleek niet voornemens deze bijzondere panden zonder meer te verkopen. Bij verkoop is bedongen dat ook in de toekomst het dorpsbeeldbepalend karakter van deze pandjes moet
het leven geroepen. Het doel van deze Stichting is het ondersteunen en het geven van adviezen aan historische verenigingen en individuele onderzoekers. In NoordHolland zijn meer dan 75 historische verenigingen, zoals Oud Heemstede-Ben nebroe k, actief. Mevr. Bossaers zet zich onder meer ook in voor het opzetten van cursussen en lezingen voor historici. Als een van de belangrijkste onderdelen van haar werkzaamheden ziet ze het leggen van contacten tussen historici en verenigingen. Er moet volgens haar een grotere samenwerking komen tussen ama-
teur- en vakhistorici. Haar werk zal vooral bestaan uit het helpen organiseren van tentoonstellingen en cursussen en het adviseren bij de aanpak van projecten van historisch of archeologisch
onderzoek Ook is het de bedoeling dat er een informatiebank van het lopend en recent afgesloten historisch onderzoek in de provincie wordt opgezet.
waarborgen.
De provinciaal consulent vindt onderdak in het Rijksarchief te Haar-
Consulent Regionale Geschiedbeoefening aangesteld.
lem. Het adres is Kleine Houtweg 18; telef. nr. 023-318436.
Per l oktober 1991 is mevr. drs. Katja Bossaers uit Purmerend aangesteld tot provinciaal consulent
voor de regionale geschiedbeoefening in Noord-Holland. Voor de opzet van dit werk is een Stichting Regionale Geschiedbeoefening in 40
Het verdient aanbeveling de contacten vooral via het bestuur (de secretaris) van VOHB te laten lopen. Het ligt zeker in de bedoeling mevr. Bossaers op één van de vergaderingen van VOHB uit te nodigen voor een nadere kennismaking.
Opnieuw donatie Het bestuur van VOHB was opnieuw bijzonder verrast Jat het wederom (zie ook vorige Nieuwsbrief) een donatie op haar rekening kreeg bijgeschreven. Ditmaal was het een gift van ƒ 500,-van één van de Ereleden van de Vereniging. Het doet het Bestuur deugd dat de Ereleden zo met onze Vereniging meeleven. Het Bestuur heeft besloten beide donaties een speciale bestemming te geven. Hierover hoort u nader.
Op naarde 1000 leden! Het aantal leden bedraagt momenteel 940. Wat zou het geweldig zijn als we dit jaar het 1000-ste lid konden begroeten {op of rond de Premieavond bijvoorbeeld). Als ieder lid nu eens rondkijkt onder buren, vrienden en kennissen, dan is er vast nog wel een nieuw lid te werven. Doe Uw best!
Degene die het 1000-ste lid aanbrengt krijgt een attentie. U kunt ze doorgeven aan de ledenadministrateur, de heer C. van Gasteren (adres voor in het blad), maar
elk bestuurslid zal een nieuw lid met grote dank accepteren. (J. Olthaar)
Contributie Ook dit jaar zal voor de contributiebetaling afzonderlijk een acceptgirokaart
worden
toege-
stuurd Deze kaart kunt u zowel voor uw post- als voor uw bankrekening gebruiken. Wij verzoeken u niet per girotel of
verzamelgiro te betalen, omdat deze wijze van betaling onvoldoende gegevens voor de administratie bevat. Voor uw medewerking zeggen wij
u dank. De penningmeester
41
Jaarprogramma 1992 Hierbij presenteert het bestuur van
de VOHB het jaarprogramma 1992, waarin wij u leiden langs kastelen, buitenplaatsen en tuinen. Noteert u alvast de volgende data:
Dinsdag 26 mei, 20 uur: Jaarvergadering met dia-lezing in de grote zaal van de Pauwenhof, Achterweg 19 op het Kerkerf van de Oude Kerk, Wilhelminaplein. Ingang tegenover autobedrijf Van
Dinsdag25 februari, 20 uur: archieflezing in het gebouw van het
Schagen van 1890.
Agenda jaarvergadering en onderRijksarchief Noord-Holland, Klei- werp dia-lezing worden tijdig bene Houtweg 18 te Haarlem, (zie kend gemaakt
ook elders in dit nummer) Zaterdag9 mei.lOuur: bezoek{en tuinwandeling) aan het College
Hageveld, Cruquiusweg 15, Heemstede. Verzamelen bij de hoofdingang
Zaterdag 29 augustus: Bustocht; nadere gegevens volgen. Dinsdag 24 november 20 uur: Premie-avond, in Bennebroek Ook hierover nader bericht
van het gebouw. Parkeren in de aangegeven par- N.B. Wijzigingen voorbehouden keerplaatsen.
42
Camp/aan, in het verleden
43
Camp/aan, in het heden
44
Nieuwe leden vanaf 19-11-91 tot 08-01-92 HEEMSTEDE C G. M. van Bakel G.P. Bronkhorst H. v. Deutekom J. Gielen A.W. van der Laar J.D. de Nie H. Prins P. Scheele H.C. Schuuring H. van Slooten H.W. Verdonkschot R. Vergunst CLM. van de Wateren
HAARLEM F. Veenings ALMERE R.H. de Nijs ENGELAND Jhr. P. Quarles van Ufford
Oud-Heemstede-Bennebroek
jaargang No. 72 Mei 1992
Bestuur:
G.J. Schuitemaker, voorzitter IJssellaan 7, 2105 VA HEEMSTEDE tel. 023-288916
Mevr. LM. 't Hooft-van der Linden, Wilhelminaplein l,
2103 GS HEEMSTEDE tel. 023-292631
A.J. Olthaar, secretaris Clipper Dreef 82, 2104 WL HEEMSTEDE tel. 023-292824
J.LP.M. Krol, archivaris Joh. Verhulstlaan 26,
K. de Raadt, penningmeester
Mevr. H. Nierhoff-Bax Lage Duin 2, 2121 CG BENNEBROEK tel. 02502-48014
Kerklaan 49 b, 2101 HL HEEMSTEDE tel. 023-280641
2102 XT HEEMSTEDE tel. 023-282977
Kwartaalblad
C.J.H.M. van Gasteren, ledenadm. Meer en Boslaan 8 2103 VP HEEMSTEDE tel. 023-292231
Redactie: H. Huijser C. Peper (eindredactie) W. Verspoor Redactie-adres: Meerweg 6
2103 VC Heemstede
Contributie minimaal ƒ. 15,Giro 27.35.06 t.n.v. de Penningmeester v.d. Vereniging Oud-Heemstede Bennebroek te Heemstede.
Foto voorzijde: Een zomerse dag aan de Binnenweg in Heemstede waar ijs gevent wordt. Foto achterzijde: Heemstede Binnenweg 90, een vrijwel niet meer te herkennen huis, thans in gebruik door de Heemsteedse apotheek. In deze staat was het in gebruik door dr. Prins als woonhuis en practijk. Het was tevens het ouderlijk huis van vermaarde zoon Apie Prins die in zijn boek"Ikga m'n eige baan" een levendig beeld schetste van het dorpsleven.
Inhoud
pag.
Redactioneel
46
Jaarvergadering
47
Jaarverslag 1991
48
Jaarverslag Commissie
51
Van de penningmeester
54
Restauratie Oude Kerk
55
Balans
56
Exploitatierekening
57
Bijnamen in Heemstede
58
Bennebroekse grenzen
65
De bronzen Geleerde Man
68
Haal de slotmuren weer boven water
69
Van Koekamp tot "Kurort"
70
Het Bestuur
71
45
Redactioneel In dit nummer komt het volkse leven van Heemstede aan de orde door het gebruik van bijnamen.
Het blijkt dat deze nog niet eens zo lang geleden werden gebruikt. Het ontstaan van bijnamen is waarschijnlijk zo oud als de mensheid.
Allerlei hebbelijke en onhebbelijke eigenschappen waren aanleiding tot dit gebruik. Wellicht hebben David en Goliat hun -bij-namen te danken aan hun postuur om maar eens een voorbeeld te gebruiken. Vorsten viel deze eer ook wel ten
deel zoals bijvoorbeeld Karel de Grote. Voor wat betreft Heemstede komen in de middeleeuwen en 17e eeuw bijnamen voor zoals in het geval van Adriaan Pauw die ook wel "Pauwenstaart" werd genoemd. In het artikel zijn de bijnamen gerubriceerd als ere- en scheldnamen; voor vrouwen; Bijbelse namen; aristocratie en dergelijke.
46
Over Bennebroek wordt de speurtocht naar grenspalen voortgezet. Voorts aandacht voor de restauratieplannen van de Oude Kerk op het Wilhelminaplein waarmee een bedrag is gemoeid van 1.7 millioen gulden. Zoals het een solide vereniging betaamd het jaarverslag met financieel verslag en de uitnodiging voor het bijwonen van de jaarvergadering op 26 mei in de Pauwenhof.
Tenslotte kunnen de leden van de vereniging thuis het verleden een zichtbare gestalte geven in de vorm van een aanschaf van de replica in
van het beeld van De Geleerde Man voor een aantrekkelijke leden-
prijs. C. Peper
Jaarvergadering Dinsdag 26 mei 1992 om 20.00 uur De jaarlijkse algemene ledenvergadering wordt gehouden in de Pauwehof, Achterweg 17 (Wijkgebouw achter de Oude Kerk) te Heemstede. Agenda 1. Opening en mededelingen 2. Verslag van de jaarvergadering van 30 mei 1991 Nieuwsbrief nr. 69 en Jaarverslag Cie. Karakterbehoud augustus 1991; N.B: Eventuele vragen en opmerkingen meenemen ter vergadering! 3. Jaarverslag VOHB 1991 en Jaarverslag Cie. Karakterbehoud (in dit nummer)
4. Jaarcijfers 1991 en begroting 1992 (in dit nummer) Voorstel tot contributieverhoging met ƒ 2,50 per lid met ingang van l januari 1993 5. Verslag Kascommissie 6.
Verkiezing lid Kascommissie
7. Bestuursverkiezing 8. Rondvraag 9. Mevrouw drs. K Bossaers, provinciaal consulent geschiedbeoefening, zal zich aan de leden voorstellen 10.
Sluiting
Betreffende punt 7, Bestuursverkiezing: Aftredend is mevrouw L van 't Hooft; zij stelt zich herkiesbaar. Na de pauze:
Lezing met dia's door mevrouw A. Bos-Geertsema te Heemstede over buitenplaatsen kastelen.
KOMT ALLEN DEZE JAARVERGADERING BIJWONEN! Het Bestuur 47
Jaaragenda: zaterdag 29 augustus: bustocht (nader bericht volgt) dinsdag 24 november: premieavond te Bennebroek, aanvang 20.00 M i ir uur. N.B.: wijzigingen voorbehouden
Jaarverslag 1991 Het verslag jaar had als thema de Heemsteedse en Bennebroekse buitenplaatsen (incl. tuinen). In dit kader werden de volgende activiteiten georganiseerd.
stede. Hoogtepunten op deze vergadering waren de huldiging van
Zaterdag 13 april werd in Bennebroek een monumentenwandeling
secretaris W. Verspoor.
gehouden. Begunstigd door stralend weer en in een goede stemming startten ca. 60 enthousiaste wandelaars bij het gemeentenhuis in Bennebroek. Er werd in twee groepen gelopen langs verschillende Bennebroekse monumenten, zoals Bosch en Duinzicht, het van Verschuer Brantshofje en het Lucia Klooster. Bij restaurant Landzicht werd koffie gedronken. De bestuursleden mevr. H. Nierhoff en de heer G. Schuitemaker waren goede gidsen tijdens de bijna drie uren durende tocht.
Nieuwsbrief nr. 69, aug. 1991.
30 mei hielden wij onze jaarlijkse algemene ledenvergadering in de bovenzaal van de gemeentelijke openbare Bibliotheek in Heem48
het 900e lid, de aanbieding van het boekje over het orgel in de kerk van Bennebroek en het afscheid van Een verslag hierover vindt u in
Zaterdag 8 juni werden twee bus-
tochten gehouden langs Rijks- en Provinciale monumenten in Heemstede en in Bennebroek. Ook hier waren mevr. H. Nierhoff en de heer G. Schuitemaker weer goede gidsen. Voor beide tochten bestond een goede belangstelling. Er waren ca. 90 deelnemers; 7 nieuwe leden gaven zich op. 31 augustus ging de jaarlijkse bustocht naar "Nieuw Land" in Lelystad en naar Elburg. Bij de eerste stop werd een boeiende film over de kolonisatie van de polders vertoond. Na een goede lunch ging het gezelschap in groepjes onder
deskundige leiding het oude burchtstadje Elburg bekijken. Daarna werd een bezoek gebracht aan een in werking zijnde touwslagerij. Dit
was het slot van een zeer geslaagde excursie, die evenals voorgaande jaren werd georganiseerd door mevr. L 't Hooft Aan deze excursie werd door 60 personen deelgenomen. 14 september Open Monumentendag. De bezoekers konden op verschillende lokaties terecht, nl. in het Oude Slot de Hervormde Kerk en de Voorwegschool in Heemstede, fn Bennebroek waren het van Verschuer Brantshofje en de Hervormde Kerk te bezichtigen. Het bestuur heeft weten te bereiken dat bij een aantal gebouwen ANWB-bordjes zijn geplaatst. Het bestuur is allen, die toestemming gaven tot openstelling, alsmede zij, die bereid waren een toelichting te geven zeer erkentelijk Ook villa Eikenrode zou op eigen initiatief die dag geopend zijn, maar uiteindelijk kon men i.v.m. bepaalde ontwikkelingen alleen een blik werpen vanaf het toegangspad. 26 november was de Premieavond in het Oude Slot te Heemstede. De jaarpremie is getiteld "Kleine en verborgen Monumenten in Heemstede en Bennebroek", samengesteld door H. Krol en V. Klep. De eerste exemplaren van deze publi-
catie werden uitgereikt aan de wethouders van culturele Zaken van Heemstede en Bennebroek, resp. mevr. M. Mous en de heer Q. van Trigt Na de pauze volgde een inleiding door de heer ir. W.B.J. Polman over Monumentenzorg in o.a. Haarlem en Heemstede. Het bestuur vergaderde tienmaal. De heer C van Gasteren nam zitting in het bestuur in de vacature van de heer W. Verspoor. J.Olthaar nam het secretariaat over van W. Verspoor, terwijl C van Gasteren de leden-administratie voor zijn rekening neemt.Vanaf september vergadert het bestuur in de Pauwehof, omdat het Hildebrandhuis per l augustus vrijgemaakt moest worden voor andere culturele doeleinden. Het Verenigingsorgaan verscheen viermaal in 1991 met een omvang van 134 bladzijden totaal Onze periodiek, voorheen "Nieuwsbrief kreeg dit jaar nog geen nieuwe naam. De redactiecommissie werd aan het begin van het jaar versterkt met de heer C. Peper en aan het eind van het jaar met de heer H. Huijser. Ook de heer W. Verspoor heeft hierin zitting.
De adviescommissie Karakterbehoud was ook dit jaar actief. Het bestuur keurde het Huishoudelijk Reglement van deze commissie goed. De voorzitter van deze commissie, de heer B. van Tongeren,
werd benoemd tot lid-deskundige 49
van de gemeentelijke Monumentencommissie.
Het ledenaantal bedroeg per l januari 893 en per 31 december 936. Op initiatief van de heer H. Krol is een werkgroep ingesteld, die de geschiedenis van Heemstede gedurende de periode 19401945 op schrift gaat stellen. Het bestuur werkte mee aan het 200-jarig jubileum van Wasserij Van Houten en ontving daarvoor een donatie van ƒ. 1000,-. Verder werd van een Ere-lid nog eens ƒ. 500,- ontvangen. De VOHB nam actief deel aan de HlC-tentoonstelling over de Lustwaranden (tuinen) van de Heemsteedse en Bennebroekse buitenplaatsen. Verder werd met een stand deelgenomen aan de Antiquarenbeurs in de hal van het NSstation te Haarlem. Zowel door het bestuur als door de commissie Karakterbehoud werd deelgenomen aan de discussie
De ontwikkelingen met betrekking
tot de verschillende procedures van villa Eikenrode werden door het bestuur gevolgd. Het bestuur heeft bij B. en W van de gemeente Heemstede een bezwaarschrift ingediend tegen de sloop van dit pand Eveneens werd een schrijven aan dit college gericht in verband met verkoopplannen van Landgoed Berkenrode. Ter ondersteuning van de historische Verenigingen in NoordHolland is per oktober mevr. drs. K Bossaers aangesteld tot provinciaal consulent voor de Regionale Geschiedbeoefening in NoordHolland. Dit Jaarverslag wil ik afsluiten met het vermelden van de Ereleden van onze Vereniging. Dit zijn: de heer B.W. Colenbrander (juni 1971 de heer B. van Tongeren (juni 1980) wijlen mevr. C Riemersma {mei 1982)
over de nota Heemstede 2015.
de heer H. Hamming (mei 1988)
Aandacht werd gevraagd voor het in stand houden van de molen van Hoeker op de Glip. Het bestuur
de heer W. Verspoor (mei 1991)
was aanwezig bij de onthulling van het beeldje bij restaurant "de Jon-
ge Geleerde Man" te Bennebroek.
50
J. Olthaar
Jaarverslag
van de Commissie Karakterbehoud van de Vereniging Oud- HeemstedeBennebroek. Betreft de periode 19 november!990 -18 februari 1992, aangezien niet eerder een verslag is verschenen.
De Comissie Karakterbehoud is een adviesorgaan van het bestuur van de Vereniging Oud-Heemstede-Bennebroek, dat gevraagd en ongevraagd advies geeft over het
doeld reglement, één of meermalen aan de orde kwamen zijn:
Monumentenijsten: de rijkslijst en de provinciale lijst werden, voor-
zien van een inleiding, gepubliceerd in de Nieuwsbrief van november 1991. Aan de leden werd verzocht in eigen omgeving rond te kijken naar gemeenten Heemstede en Bennebroek en dat reageert in de richting potentieel waardevolle (kleine) elevan het bestuur op ontwikkelingen menten. Hierop kwam één reaktie en de uitvoering van werkzaambinnen. Voorts werd door de heer Vic Klep verrichtte belangrijke inheden, die het karakter en het ventarisatie van gevelstenen e.d. beeld van Heemstede en Bennebroek in de ruimste zin van het bestudeerd en werden de eerste woord kunnen aantasten. Het be- voorbereidingen getroffen om tot stuur kan met deze adviezen naar voorstellen voor gemeentelijke bevind van zaken handelen, bij- monumentenlijsten te komen. voorbeeld door het plegen van Voorts werd over het bestaan van overleg en gemeentebesturen of de Monumentenwacht en de gerinhet indienen van bezwaren. ge belangstelling voor het restauOfficieus bestaat dit adviesorgaan ratiefonds van de vereniging van al een aantal jaren, maar officieel is gedachten gewisseld. het sinds kort gereglementeerd, i.c. Ook vormden een aantal landgekoppeld aan een artikel 17 van goederen onderwerp van gesprek: het huishoudelijk reglement van de Berkenrode vanwege het vertrek Vereniging Oud-Heemstede- Ben- van de firma Laimböck en de neb roe k. hiermede samenhangende mogelijke functieverandering. EikenroTussen 19 november 1990 en 18 de zowel vanwege de mogelijke februari 1992 kwam de commissie sloop van het pand als vanwege de 7 maal bijeen. Onderwerpen die, ecologische waarden van het omnaast de tekstvorming van evenbe- ringende terrein voor over die
behoud, het herstel en het stimuleren van het toevoegen van karakteristieke en beeldbepalende elementen aan het uiterlijk van de
51
dreigen te worden aangetast als gevolg van eventuele nieuwbouw.
plannen voor deze gemeente te
En Ipenrode vanwege het sneu-
Uiteraard vormde de mogelijke
velen van een aantal beuken. Het groen kwam trouwens toch reeds ruimschoots aan de orde, niet in de laatste plaats vanwege het gewaardeerde rapport Heemstede 2015. Bij de deskundigheid van het bosbeheer van Groenendaal en Linnaeushof maar ook van buiten de gemeentegrenzen gelegen landgoederen Leyduin- Vinkenduin Woestduin werden vraagtekens geplaatst. In dit verband werd tevens het rapport Landgoederen en Natuurschoonwet bestudeerd. Van monumentale bomen in de gemeente werd, in navolging van het rapport Heemstede 2015, een inventarisatie gemaakt. In dit verband rees de vraag, wanneer een boom ziek genoeg is om te worden gerooid Dit mede naar aanleiding van het amoveren van een zware boom op het Wilhelminaplein en een op de Bennebroekerdreef. Meer waardering bestond voor het voornemen van Haarlem en Heemstede om de Spaarne- oevers beter toegankelijk te maken. Dit voornemen houdt mede in een versterking van de huidige betekenis van het door Heemsteeds Kanaal, Spaarne en Hageveld begrensde grondgebied. Ten aanzien van het Centrumplan van Bennebroek waren kritische geluiden te horen, terwijl de wijze van aanpak om tot herziene kom-
concentratie van het Spaarne Ziekenhuis op het terrein van het vml. Diaconessenhuis onderwerp van gesprek Uit een oogpunt van louter karakterbehoud bestaat hiertegen in beginsel geen bezwaar. Veel hangt echter af wat het bouwplan in concreto inhoudt. Voorts is gebleken van belangstelling van commissiezijde voor de toekomstige functie en invulling van het terrein van Meer en Bosch, nadat de inrichting geheel op het terrein Cruquiushoeve geconcentreerd zal zijn. Het Oude Slot kwam eveneens aan de orde. Niet alleen kan in het hoofdgebouw een historische tentoonstelling georganiseerd worden maar ook wordt gedacht aan het eventueel blootleggen van de fundamenten. Ook kon de toekomst van het terrein Hageveld niet geheel onbesproken blijven. Verder maakte de commissie zich zorgen over de toekomst van de panden Achterweg 13,15 en 17. In de lokale pers is hieromtrent nogal wat publiciteit geweest. Nader overleg met het bestuur van de Ned. Hervormde Oude Kerk op het Wilhelminaplein heeft de indruk doen postvatten, dat deze kwestie zich ten goede zal keren. Voorts maakte de commissie zich zorgen over enkele aantastingen
52
komen, veel waardering oogstte.
van het Wilhelminaplein. Zij meent dat het chinees/Japanse restaurant de Pandahof wat ver is gegaan in zijn verbouwingsdrift. Voorts kan de kleur, waarin de pui van de ertegenover gesitueerde drankenier is geschilderd haar goedkeuring niet wegdragen. Ook heeft zij gefilosofeerd over aantastingen van de in de jaren 1920 - 1940 totstand gekomen buurten, welke in een recent of in een wat verder verleden hebben plaats gevonden. Als voorbeelden zijn aangehaald het kantoorgebouw bijgenaamd de scheerspiegel naast station Heemstede/Aerdenhout, de Zandvaartflat, de résidence aan de Herenweg naast Ipenrode, diverse andere (bedrijfs)gebouwen aan de Herenweg en de nieuwe witte villa aan de (korte) Heemsteedse Dreef/hoek Nicolaas Beetslaan
Voorts heeft de commissie de hoop uitgesproken, dat de brug over de Blekersvaart tegenover het Res Novaplein spoedig zal zijn hersteld, inclusief het herplaatsen van het smeedijzeren poortje. Voor wat betreft het complex Peeperkorn heeft zij opgemerkt, dat het spijtig is, dat het stalletje, het spekhok en de kelder moesten worden gesloopt Haar hoop is echter gevestigd op het instandhouden van het waardevolle Rozenburg-tegeltableau, eveneens behorend bij Peeperkorn dat in kwaliteit de uit Kareol weggenomen
tableaus evenaart, j^pgelijk kan het in een nog op te richten blekersmonument worden verwerkt De Stichting Historisch Museum Kennemerland heeft te kennen gegeven belangstelling voor dit object te hebben. Het stamt uit de Jugendstil- periode. Uiteraard moest de commissie met spijt constateren, dat de Opstandingskerk aan de Koediefslaan diende te worden gesloopt Zij hoopt van harte dat datgene wat ervoor terugkomt van voldoende architektonische en stedebouwkundige kwaliteit zal zijn. Voor de torenhaan schijnt inmiddels een zinvolle bestemming te zijn gevonden. Vervolgens wordt met belangstelling uitgezien naar de planvorming van het Raedthijsblok, genoemd naar de gelijknamige wasserij, waar mogelijkerwijs een concentratie van gemeentediensten tot stand Voorts trokken wat onderwerpen van kleinere omvang, maar daardoor nog niet van minder belang, de aandacht: de functie van de portierswoning Groenendaal/Herenweg; de functie van het Hildebrandhuis; het herstel van het pand Camplaan 16; de sloop van het kleinste huisje van Bennebroek (gefotografeerd vóór de sloop); het voorbereidingsbesluit van Merlenlaan e.o. (waar ten onrechte voor woningbouw werd gevreesd); de voormalige toiletten van de Zand-
vaartbrug; de zgn. weduwenhuisjes 53
aan de Berkenlaan; diverse grenspalen; de ontsieringen aan de ruïne
mark en de mogelijke sloop van de tamelijk bouwvallige schoenma-
en het pand Meerzicht in Groenen-
kerij Kaptein.
daal, veroorzaakt door het aanbrengen van 2 metalen vluchtroutes in geval van brand; de toekomst van het voormalige bakkerijpand v.d. Laar aan de Glipperweg en de waardering die het juist aan gene zijde van de gemeentegrens gelegen stoomgemaal De Cruquius ondervond vanwege de aanwijzing tot internationaal land-
Door het nemen van meer initiatieven en het doen van voorstellen hoopt de commissie, in nauw overleg met het verenigingsbestuur, sneller op zich aandienende ontwikkelingen te kunnen inspelen, zodat het overleg met de gemeentebesturen met betrekking tot karakterbehoud meer vrucht zal kunnen afwerpen.
Van de penningmeester Contributieverhoging
Toezending acceptgiro's
Elders in dit blad treft u het financieel verslag over 1991, alsmede de begroting voor 1993 aan. Uit deze cijfers blijkt dat de vereniging - bij onveranderd financieel
Eind maart zijn door Paswerk de acceptgiro's voor de contributie 1992 verzonden. Door een fout in het programma, dat deze acceptgiro's vervaardigd, is abusievelijk
beleid - de komende jaren met
het jaar 1991 in plaats van 1992 vermeld
verliezen zal afsluiten. De voornaamste oorzaak van deze tekorten zijn de gestegen drukkosten van de periodiek Om de kwaliteit van ons verenigingsblad te handhaven zal het
Een aantal leden veronderstelde
bestuur de komende ledenvergadering voorstellen de minimum
K. de Raadt
contributie met ingang van 1993
met ƒ. 2,50 te verhogen tot ƒ. 17,50 54
op grond van deze fout, dat zij achterstallig waren met betalen.
Hiervoor onze verontschuldiging.
Restauratie Oude Kerk in het Rijksmonumentenregister {monumentnr. 21125), bevinden zich nog twee monumenten. Op de eerste plaats de omstreeks 1656 vermoedelijk door Pieter de Keyser vervaardigde graftombe van Adriaan Pauw en zijn familie. Voorts het zogeheten Bolder-orgel {in 1752 ontworpen door Andries Bolder), dat via Oldebroek (Geld.) en Kornhorn (Gron.) na restauratie een plaats kreeg in de Hervormde Kerk aan het Wilhelminaplein. Bouwtechnisch onderzoek heeft uitgewezen dat de kapconstructie van de Oude Kerk moet worden hersteld. Een aantal balken dient te worden vernieuwd en goten zijn met een eveneens driezijdige slui- toe aan een onderhoudsbeurt De totale restauratiekosten zijn ting aan de noorderzijde. Een belangrijke restauratie had geraamd op 1,7 miljoen gulden. plaats in 1759 in welk jaar de Verwacht wordt dat een aanzienlijk daktoren werd vernieuwd. De laat- deel van dit bedrag via rijkssubsidie ste grote vernieuwing van gebouw wordt verkregen. 22 maart j. 1. heeft en interieur dateert van 1938 toen de Kerkvoogdij het startsein gegede kerk westwaarts met een travee ven benodigde fondsen bijeen te is vergroot. Bij deze werkzaam- brengen. Het VOHB-bestuur wil heden kwamen vijf nissen met deze aktie aanbevelen omdat de fraaie ronde bogen van de middel- kerk inclusief het grafmonument eeuwse kapel te voorschijn. Een als het wellicht in historisch opzicht tweetal van deze nissen aan weers- belangrijkste bouwwerk in Heemzijden van het grafmonument is stede kan worden beschouwd. Het daarbij in vroegere staat hersteld. ligt in de bedoeling de kerk in de De restauratie vergde het voor die toekomst tevens een meer culturetijd kapitale bedrag van ƒ 54.350,-. le bestemming te geven. Wij houIn 1964 tenslotte is het torentje den U van de ontwikkelingen op de met de haan gerepareerd. Binnen hoogte. het kerkgebouw, dat is opgenomen
Het kerkelijk leven in Heemstede gaat terug tot 1347 toen ter nagedachtenis van de in de slag bij Warns omgekomen graaf Willem IV een kerk werd gesticht gewijd aan de H. Maria. Deze kapel is tijdens het beleg van Haarlem in 1573 verwoest Op de fundamenten stichtte ambachtsheer Adriaan Pauw een gereformeerde kerk in gotische trant die in 1625 gereed kwam. Dit eenbeukig gebouwde godshuis vond in Kennemerland navolging te Spaarndam (1626), Bloemendaal (1636) en Bennebroek (1680). De kerk aan het huidige Wilhelminaplein met driezijdige sluiting is in 1652 uitgebreid
55
BALANS PER 31 DECEMBER
1991 ƒ p. m. 4.087,99 32.836,77 1.236,83 14.340,14 118,80
1990 ƒ p. m. 15,41 1.125,80 26.259,05 6.076,38 11.447,39 180,10
52.620,53
45.104,13
Passiva Vermogen Waarborgfonds Jaarpremiefonds Restauratiefonds Reserve aankopen archief Crediteuren
ƒ 8.006,55 5.000,-3.000,-22.655,26 3.786,67 8.582,05
ƒ 8.349,22 5.000,3.000,» 21.905,26 3.786,67 2.737,98
Bestemmingsgiften Vooruitontvangen contributie
1.500,•• 90,-- 325,-______ _______
Activa Voorraad boekwerken Te vorderen interest Debiteuren Amro-spaarrekening Amro-privérekening Postbank Kas
52.620,53
56
45.104,13
EXPLOITATIEREKENING
1992
1991 BATEN
Contributie Publicaties Interest Giften Afwikkeling huisvesting
Subsidie Heemstede Subsidie Bennebroek
Begroot ƒ
13.000,-2.000,-1.000,--
2.500,-800,-19.300,--
LASTEN Drukkosten Nieuwsbrief
ƒ 8.500,--
Porti kosten
1.300,100,--
Adm i n istrati e koste n Aankopen Hist. Archief Huisvesting Verenigingskosten Jaarpremie Lezingen/excursies * Saldo
Inclusief: Excursie uitgaven ontvangsten
voordelig saldo
4.000,-600,-2.500,-6.000,-500,-23.500,-- 4.200,--
Werkelijk ƒ 17.909,97 1.664,73
Begroot ƒ
14.000,-2.000,--
40,-1.573,04 2.457,-740,» 25.769,85
1.000,2.500,800,-20.300,--
ƒ 12.162,41 1.328,44 40,75 2.182,45 200,-3.386,76 6.122,60 689,11 26.112,52 - 342,67
ƒ 9.500,-1.400,-100,-3.000,-600,-2.500,-5.000,-500," 23.500,-- 2.300,--
1.385,11
1993
Begroot ƒ 19.500,-19.500,-1.000,--
2.500,-400,-25.400,-ƒ 13.500,1.500,-100,--
3.000,--' 3.000,-5.000,-500,-26.600,-- 1.200,--
ƒ 1.984,65 ƒ 2.022.50 ƒ 37,85 57
TOELICHTINGEN "Restauratiefonds'
Beginsaldo Rente
ƒ 21.905,26 ƒ 750,ƒ 22.655,26
'Bestemmingsgiften' In 1991 zijn twee belangrijke giften ontvangen. Het bestuur is voornemens deze giften te bestemmen voor een publicatie over Heemstede en de Tweede Wereldoorlog.
Bijnamen in Heemstede Deel I Tijdens de voorbereiding van het boek "Oud Heemstede in Beeld", met welk doel een 30-tal personen is geraadpleegd, werd snel duidelijk dat ook in Heemstede in het verleden (vóór 1940) tal van bijnamen circuleerden onder plaatsgenoten.
Zij dienden ter onderscheiding in een beperkte samenleving en zijn soms een fantasierijk getuigenis van wat in de sociologie heet "een primair reagerende face-to-face 58
gemeenschap". Men kwam de bijnamen vooral tegen bij de oorspronkelijke bewoners met veel dezelfde familienamen, zoals Neeskens, Leuven, Verdonschot, Van Bakel Van der Horst e.d., daarentegen nauwelijks in de typische forensenwijken. Lichaamskenmerken, gedragseigenaardigheden of het beroep zijn destijds dankbaar object geweest in de naamgeving. Soms is
zo'n bijnaam ironisch of pejoratief
drincker en Gloeiende Oven. Ook
(een slechte of verkeerde eigenschap aanduidend) en wie hem van
Cornelis Jol, die een houten been
zijn omgeving kreeg, trachtte zich
omschreven: "Cornelis Jol, genaamd Houtebeen" {bij de Spaan-
ervan te ontdoen, meestal evenwel
had,
werd in brieven als volgt
tevergeefs en dan bleef weinig over de naam gelaten te aanvaarden. In veel gevallen is de oorsprong van de bijnaam ook voor ingewijde Heemstedenaren niet meer te achterhalen. Ik noteerde ruim 150 bijnamen en voor zover mogelijk
se tegenstanders bekend als "Pie de Pa/o" ofwel "been van hout" én
de herkomst en eigenlijke familienaam. Voorts konden via de bestaande
Maria, dochter van ridder Jan van
literatuur nog eens ongeveer 50 bijnamen worden getraceerd. Na eerder uit de lokale folklore volksverhalen en volksvermaken, zoals de kermis, aan de orde te hebbebn gesteld volgt thans in twee beknop-
Bastaert uan B/o is". Vanwege zijn verzameling van adellijk getinte toevoegingen bij zijn naam sprak men ten aanzien van Adriaan Pauw in de 17de eeuw
te bijdragen het fenomeen "bijnamen" - overigens geenszins met de bedoeling zoals iemand vermoedde de lezer te confronteren met '"één grote scheldpartij".
als een geduchte vijand). Al in de Middeleeuwen kwam men het gebruik tegen om iemand te benoemen: X alias Y; bijvoorbeeld Gerrit Gerritsz. alias 't Verken.
Heemstede, was gehuwd met Jan, heer van Treslong, bekend als "die
van "Pauwenstaart", welke be-
naming overigens gold voor diens broers en andere Amsterdamse regenten als de Bickers en de G ra af f s. In 1750 is in de Spaarnestad door
de vroedschap een verordening
Bij- scheld- schimp- en spotnamen Anders dan geldt voor schuilnamen en pseudoniemen is volgens linguïsten de grens niet altijd scherp te trekken en wat aanvankelijk een bij- of spotnaam was werd licht een alledaagse naam, ja kon zelfs een erenaam worden. In de slag bij Duins (1639) kwamen onder de kapiteins van de Hollandse Vloot o.a. voor Keert de Koe, Peter Janszoon Qua!, Boterpot, Water-
uitgevaardigd (Keuren van Haerlem 2,316a): "Dat..niemand een ander in 't Gild (=het turfdragersgilde) zijnde, zal mogen naroepen mét eenige verkeerde of bij-naamen". Uit de historie zijn spot- en scheldnamen vooral overgeleverd via literatuur en brieven, veel minder via (officiële) acten en charters in de archieven. Met name aan vorsten, veldheren, admiraals e. d. zijn vroegere namen
toegevoegd, vaak tot eer of oneer: 59
Willem de Zwijger, Karel de Kale,
plaatselijke bevolking veelal beter
Karel de Dikke, Karel de Stoute, bekend was dan de officiële achKarel de Grote e.u.a. Deze bij- ternaam. namen werden vaak feitelijk hoofd-
Wijlen professor J. van Ginniken
naam. In onze dagen is de bijnaam "iron lady" een voorbeeld van algemene bekendheid waarmee
en zijn leerlingen werden met een rechtszaak bedreigd, toen zij indertijd nasporingen deden naar deze
(voormalig) Brits eerste minister
naamgeving op het streng-hervormde Marken. In het overwegend rooms-katholieke Volendam
Margaret Thatcher bedoeld wordt Bij- of scheldnamen zijn dikwijls familienaam geworden: Dolleman,
de Kwaatsteniet, Den Besten, De Slegte, De Quaij, Klungel, Poepjes etc., reden voor sommige nakome-
lingen de familienaam te wijzigen dan wel een dubbele naam aan te nemen (vgl. Thierry de Bye Dólleman).
Zoals scheldnamen bij kinderen
had juist grotelijks plezier in z'n eigen bijnaam, al zijn daar ook
scheldnamen in omloop waarvoor men naar buiten liever niet uitkomt. Volgens de grote kenner van het volksleven dr. Tj.W.R de Haan telde men in de vijftiger jaren in Zandvoort - met blijkens een sociaal-geografisch structuuronder-
waren criminelen (vgl. "Gerrit de Stotteraar", "De Zwarte Ruiter"
zoek uit 1957 liefst 309 personen
etc.) bij het grote publiek onder hun bijnaam vaak beter bekend dan
294 met de familienaam Koper nog ongeveer 600 bijnamen! Wellicht voor het hele land gold:
onder hun familienaam.
met de geslachtsnaam Paap en
Bijnamen zijn altijd eerder met het platteland dan met de stad geasso-
droeg men een bril heette men al
cieerd, doch een gepensioneerde
"rooie" en liep men vooroverge-
postbode vertelde mij dat in de
bogen of had men een krom been
werkmansb uurten van Amsterdam in de dertiger jaren vrijwel iedereen een bijnaam had.
"kromme". Kromme, rooie, schele, scheve, lange, steile, dolle, malle e.d. kwamen óók in de Heemsteedse samenleving veelvuldig voor. Afgeleid van voor- of familienaam waren in deze gemeente o.a. Dammes (=Adam van der Horst), de Hemeltjes (familie Hemel) en Piet van Arme, de aanduiding van Piet van Breugel, wiens echtgenote
Lange tijd was het in NoordBrabant de gewoonte om mensen met hun bijnaam te noemen. Soms kende men hen gewoon niet anders. Ook in vroegere vissersplaatsen als Tolen, Spaarndam, Katwijk-aanZee, Egmond-aan-Zee, Zandvoort
e.d.
was de bijnaam lange tijd
dermate in trek, dat deze bij de 60
gauw "schele", met rood haar
Anne was. Hun zoon heette: Kees van Piet van Anne.
Buiten beschouwing blijven koosnamen binnen de familie, zoals "Apple en Ampie", waarmee het legendarisch geworden echtpaar J.P. van Wickevoort Crommelin en Catharina van Lennep van "Berkenrode" bedoeld werd. Erenamen en scheldnamen Globetrotter Apie Prins die zijn
jeugdherinneringen aan Heemstede op onverbloemde wijze op schrift heeft gesteld in het boek "Ik ga m'n eige baan" (1958) vermeldt
diverse bijnamen en zegt over zichzelf: "Omdat ik van m'n moeder
Wijlen de wielrenner Piet Steenvoorden, in 1971, 1972 en 1973
Nederlands kampioen voor veteranen werd om zijn lengte "de lange Heemstedenaar" genoemd.
Een andere sportman CJ. Posthuma, die omstreeks de eeuwwisseling nabij de Blauwe Brug woonde, was een uitnemend
cricketer. Hij speelde bij "Rood en Wit", van 1893 - 1909 zomers spelend op het veld aan de Meerweg van de familie Dólleman. Dankzij zijn succesvolle bowlen verkreeg Posthuma de erenaam "de leeuw uan Heemstede". Uiteraard zonder vermelding van hun eigenlijke naam kunnen de volgende bijnamen beschouwd worden als regelrechte scheldnamen:
een platte matrozenmuts met twee zwarte lintjes opzij op moest noemden de Heemsteese jongens me "Zes Gebakken Flenzen" en dat was een scheldnaam maar daarna kippenaaier, stinkie, naaikip, lijnoemden ze ook wel "de Ijzeren kenrover, drol drie, terpentijnvisAap" en dat was een erenaam ser, Piet de poeper (een notoire omdat ik een van de grootste schuinsmarcheerder), hondekop, jongens die me aldoor maar pestte de zilveren pik en koeiepoep. met z'n gebakken flenzen per
ongeluk zo'n schop tegen zijn buik Vrouwen gegeven had dat zijn vader zich bij mijn vader kwam beklagen (...)". Van de omstreeks 200 tot op Drie voorbeelden van erenamen heden geregistreerde bijnamen in met de plaatsnaam Heemstede als Heemstede hebben er slechts 12 betrekking op een vrouw en deze deel van de bijnaam. Marinus Vaumont (1896-1944) worden in dit.kader afzonderlijk die veel en belangrijk verzetswerk deed tijdens de bezettingsjaren als plaatselijk leider van de Ondergrondse was in illegale kringen bekend onder de (bij- én schuilnaam: Jan uan Heemstede.
genoemd. Mie Roet, Poepie Noepi, Kaatje Blotekont, Schele Anne Blank om Een (had één oog), Vette Jaan, Mie
de Kater. Malle Kee was een zwakzinnige 61
vrouw; Paar/en Mien de echtgenote van Carel van Empelen die zelf Kanten KareJ heette.
Bocheïtje B. dreef een snoepwinkeltje aan de Binnenweg en Bokkie Bé woonde op het Res Novaplein. De aldus geheten "Poolse Gravin" bewoonde een stulpje op de hoek van de Manpadslaan. Zij was afkomstig uit Oost-Europa en gedroeg
zich extravagant. Gekleed in een lange, zwarte mantel en een Sint Johannes de Deo-hoedje liep ze met suikerklontjes in haar zak en kon geen paard voorbijgaan. Door Trijfel (Haarlems Dagblad, 14-121984) werd zij ten onrechte verward met "de Barones", waarmee men mevrouw Catalina von Pannwitz aanduidde - een vrouw van grote
allure die zich na 1921 op de Hartekamp vestigde en in tegenstelling tot haar overleden echtgenoot niet van adel was. Mej. J. König, beter bekend als (wijk)zuster König noteerde in haar memoires: "Iets typisch van Heemstede was het geven van bijnamen, die steUig wel hun oorsprong hadden. Zo noemde ik reeds "blikken tuut". Verder Piet Snot (zonder zakdoek),Schee/e Anne blank om een (eenoog), de sneltrein en Koeke-
foto ziet Aan den voorkant woonde een moeder met een zoon, en had daar ook een eigen ingang. Altijd hoorde men klachten dat Koekeneel snachts zoo spookte! 's Middags ging zij - mank als ze was met haar ouderwetsche manden kinderwagen op stap: koek verkopen. Jongens wilden haar nogal eens plagen, daarom had ze een stuk hout in haar wagen! Ze was nu
niet bepaald ziek, maar toch zond de dokter mij erheen, "k vond haar vies, wantrouwend en zwakzinnig, maar ook sluw of slim, als Heemsteedsch type vond ik haar eentg! De foto die ik van haar maakte is bekroond": Koekeneel is "vereeuwigd" in het volgende spotdichtje dat vroeger op en rond de Blekersvaartweg werd gezongen:
neeltje. Van deze laatste maakte ik een foto. Ze woonde in een armoe-
dig vervallen huisje bij de Koedief, dat bestond uit een klein kamertje
met bedstee, één raam waarnaast
"Koeken eelt je"
een groote regenton die men op de
(collectie Mej. J. König.)
62
"Jan van der Horst die had een worst
van der Eijken kwam kijken van Houten zou hem zouten
Beelen zou hem deelen Koekeneele zou hem stelen".
latus is genoemd. Als misdienaar stond hij aan het altaar van de Sint Bavokerk en liet per ongeluk het zware evangelieboek uit zijn handen vallen. Kapelaan E. Brinkman werd boos en schreeuwde: "Pilatus verdwijn!"
Bijbelse namen de aristocratie Enkele bijnamen in Zandvoort die in het religieuze liggen zijn Amos, Levi en de Zendeling. Uit Heemstede zijn mij vier namen als zodanig bekend, maar zeker in het wat verdere verleden moeten er veel meer geweest zijn. Bakker de Wit uit De Glip werd om zijn aartsvaderlijke uiterlijk de Patriarch genoemd Zijn echtgenote Clasina hield enige tijd in de bakkerij (Glipperweg 72) zondagsschool voor kinderen uit de omgeving. Malchus was de bijnaam van een telg uit het geslacht Compier, omdat deze een oorschelp had zoals Malchus, knecht van de hogepriester Caiphas in het Nieuwe Testament. (Petrus sloeg hem bij Jezus' gevangenneming het rechteroor af, maar Jezus genas de knecht). Henk van Rooden was een keer in de Blekersvaart door het ijs gezakt Hij riep im hulp en werd gered
Iemand aan de kant riep: "Hé, daar ligt Mozes in een biezen mandje". Daarmee was de (bij) naam "Moos" geboren. Minder aangenaam is de wijze
waarop iemand "levenslang" Pi-
In tegenstelling tot wat sommige
menen kwamen ook in de plaatselijke "high society" bijnamen voor. Een en ander blijkt overduidelijk uit de roddelserie "Achter de Schermen; onthullingen uit onze "deftige" kringen", waarin mevrouw B., geboren T. {=mw. von Barnekow, geboren W.F. Tindal) een boekje open deed en de spot gedreven werd met onder meer de edellieden en geldmagnaten op de buitenplaatsen in de contreien van Haarlem. In de eerste helft van de achttiende eeuw bij de plaatselijke bevolking alom bekend was "Malle Jas", de eigenaar van Bosbeek die Groenendaal verfraaide met de Belvédère, een schelpennis en walvisbank Bedoeld wordt Adrian Elias Hope (1779-1834), die wél schatrijk maar niet helemaal normaal was. "Malle" slaat op zijn extravagant gedrag en "Jas" op de
tweede voornaam Elias. In krankzinnige toestand is A.E. Hope door zijn familie op Bosbeek opgesloten
en blijkens de archieven op 16 september 1834 levenloos aange63
Tot besluit van deze eerste bijdrage twee bijnamen van telgen uit het adellijke geslacht Van Wickevoort Crommelin.
voornoemde mevrouw Von Barnekow over hem: "Een broeder van Hendrik Crommelin is Maan, een veelbereisde man, wien de dood van zijn oudste zoon geheel en al gebroken heeft Maar het was dan ook te veel! Waarom moest men dan ook het schrikkelijkste noodlot dezen lieveling van allen zoo vroeg reeds verpletteren? Maan Crommelin, de "witte zoeloe" viel zijn lievelings-
Aarnout Hendrik Van Wickevoort
sport ten offer.
Crommelin (1797-1881) heette in zijn omgeving "IJzeren Frits". Jonkheer F.J.E. van Lennep gaf hiervoor in zijn boek "Late Regenten" (1962) de volgende verklaring: "de zeer sterke, die later leden van "Trouw moet blijcken" met stoel en al boven zijn macht zal optillen.
Op een der gevaarlijkste bergtoeren in Tyrol, bij het bestijgen van den Gross-Glockner, een waagstuk, dat slechts weinigen voor hem volbracht hebben, stortte hij met zijn makker, den bekenden markgraaf Pallavacini, den president van den Oostenrijkschen Alpenclub in den afgrond Zelden hebben wij zulk een algemeene deel-
troffen. Om zijn kleine gestalte
heette jonkheer J.B. van Merlen van "Bosbeek" in de volksmond "Jantje van Merlen". Een eigenaar van de buitenplaats Meer en Berg, die veel ziektes onder de leden had, werd door het personeel "ijzeren pik" genoemd.
"Ijzeren
Frits" wordt hij in zijn
studententijd genoemd en zo staat hij nog bekend bij het nageslacht Speciaal in de rijsport blinkt hij uit". Herman Arnoldus Crommelin ("Maan") (1831-1894) was eigenaar van Oud-Berkenrode en gehuwd met Anna Elisabeth van Wickevoort Crommelin. Bijgenaamd de "witte zoeloe" schreef
64
neming in onze "deftige" kringen
bij een doodsgeval ondervonden dan bij dat van dezen prettigen en aangenamen jongen diplomaat Maar de wreede dood neemt altijd de besten eerst weg!" (deel 2, blz. 24-25). Hans Krol
Bennebroekse grenzen (vervolg) In VOHB no 71 van februari j.l. las u o.a. over de grensopmeting in 1723 en het stellen van stenen en houten grenspalen in 1726 en 1729. In een vervolg daarop zou ik nog iets vertellen over een gebeur-
tenis op de Hofstede Croesbeek. In genoemde jaren was Adriana Constantia Sohier de Vermandois, kleindochter van Adriaan Pauw Jr., Ambachtsvrouwe van Bennebroek. Nergens blijkt dat zij zich erg druk maakte over zaken als grensaf-
land" er aan te pas moesten komen. Controle op de grens met Heem-
stede achtte hij in het bijzonder nodig op het punt waar Vogelenzang, Heemstede en Bennebroek elkaar raken, dus bij de Hofstede Croesbeek of Schapenbosch. Daar werd kort nadat hij Ambachtsheer geworden was, op 8 juli 1761, in opdracht van de Heer van Heemstede, een grenspaal verzet. Was hij daardoor wat wantrouwend geworden?
bakening rond Bennebroek. Zij verbleef meer op haar Buiten Sandvliet te Lisse dan op Huis te Bennebroek.
Anders werd dit toen er na haar overlijden andere Ambachtsheren in Bennebroek kwamen. Op l october 1738 werd dit Willem de Bruijn. Daarna, op 3 maart 1761, Johannes Nutges. Vooral laatstgenoemde wilde nauwkeurig weten hoe de grenslijn rond Bennebroek liep en hoe het met de afbakening gesteld was. Ook de Vogelkooi, die tientallen jaren niet in gebruik geweest was, wilde hij opnieuw afpalen en weer in functie herstellen. Dit leidde toen tot een zodanig conflict met Jhr. Jan Six van Hillegom dat voor het oplossen daarvan "President en Raden van Holland, Zeeland en Fries-
Grenspaal in het bos bij Houtrust, Psych. centrum Vogelenzang De landmeter van de Heer van Heemstede, Jan van Varel, deed verslag van het gebeurde. Na "eenige vooraf gedaane Besoignes en Examineeringe der Caart" had hij met de Schout van Heemstede de situatie ter plaatse geïnspecteerd. Daarna was hij met de Schout en twee Schepenen en in het bijzijn 65
van Mr. Jan Hendrik van Dam, secretaris van de stad Haarlem, en de Schout van Tetterode, Aelbertsbergh en Vogelenzang, weer naar de Hofstede gegaan om de paal te verzetten, ruim 5 roeden (ca 20 meter) zuidwaarts. Jan van Varel meldt in zijn verslag, dat hij werd "aangeweesen de paal te verzetten". Verder, dat hij op de kaart van de Heer van Heemstede de paal "zo veel zuidelijker" intekende. Het lijkt er op, dat de juiste grensafbakening hiermede enig geweld werd aangedaan. Of was er in het verleden een fout gemaakt die nu hersteld werd? Over grondruil of koop wordt nergens gesproken. Wat wordt er als aanleiding voor de verplaatsing genoemd? Slechts dat er een nieuw rasterwerk ten zuiden van een nieuw gebouw werd gemaakt. De grenspaal rnoest van de Boere stolp naar dit nieuwe rasterwerk worden verplaatst. De eigenares van de Hofstede, Jkv. Maria
Magdalena van Sluijpwijk, Gravinne van Moens, kon zich in de verplaatsing blijkbaar geheel vinden. Enkele maanden later vindt op verzoek van Johannes Nutges een inspectie van de grenzen tussen Heemstede en Bennebroek plaats. Men verzamelde zich op het Huis te Bennebroek, vanwaar men vertrok naar de Hofstede Croesbeek. Het was een gezelschap van tien mannen, t.w. de Heer van Heemstede met zijn landmeter en de 66
Schout en twee Schepenen; van Bennebroek dezelfde functionarissen. Na Croesbeek, waar allen zich met de situatie accoord verklaarden, ging men naar de paal bij de Hartekamp, voorts naar de Bennebroekerweg (nu Binnenweg) bij het begin van de Swartsenburgerlaan, en tenslotte naar de oever van het
Haarlemmermeer.
S/X-grenspaaf no 2 op het terrein van Psych. centrum Vogelenzang. Het inspectie-rapport, ondertekend door alle tien delegatieleden eindigt met de belofte van de beide Ambachtsheren, dat men "elkander voor eenieder en dezelver successors over en weder dezelve Limieten zal doen en laaten genieten". Volledige overeenstemming dus. Er moet aan het verplaatsen van de paal op Croesbeek dan toch iets vooraf gegaan zijn wat mij ontgaan is. Geen zorgen, 't is al zo lang geleden. M. Verkaik
Bennebroek met de Herenweg? De afgebeelde gebouwen zijn moeilijk te traceren. Wellicht komt de oplossing over deze locatie uit Bennebroek.
Bennebroek met de zoogenaamde Centenbrug afgeleid van hei c-ebruik om bruggeld te uragen. 67
De bronzen Geleerde Man Op de 'premieavond 1991' op 26 november 1991 heeft een bronzen replica van het beeld van 'De Geleerde Man' in de belangstelling gestaan van de leden en de eigenaren van het originele beeld dat voor het restaurant prijkt geven nu een speciale reductie voor de leden van ƒ 300,-. Aangezien niet alle leden die avond bezocht hebben vermelden wij dit
bijzondere aanbod. Het aanbod is dus:
- normale prijs f 850,- voor leden van de vereniging
ƒ 550,De vereniging heeft inmiddels een replica aangeschaft en dit zal binnenkort in de bibliotheek tentoongesteld worden. Belangstellenden kunnen contact opnemen met De Geleerde Man.
Rijksstraatweg 51 - 2121 AB Bennebroek - Telefoon 02502 - 48732
68
(foto Pieter S. Goedhart)
Haal de slotmuren weer boven water! Wat zou het mooi zijn als de slotgracht van het Oude Slot weer tussen zijn muren gevangen is. De brug van de Vrede leidt nu naar een fraaie poort die toegang geeft tot een afgekalfd eilandje. Door de fundering boven water te halen krijgen we een gekaderd
of misschien zo nu en dan een
terrein - ruïne -. Dit terrein met slotgracht eromheen zou een schit-
rust te worden over haar terrein dat op een deel van de fundering ligt
terende gelegenheid scheppen voor activiteiten - bijvoorbeeld een openluchtspel - of een glazen paviljoen
We kunnen toch ook alleen de
grote tent achter de poort. We moeten nu eens starten met de eerste herstelfase slotgracht. Geen verwijten alstublieft over jammerlijke beslissingen in het verleden.
De voetbalclub als buurman van het Oude Slot behoeft niet onge-
fundering van voorgevel en beide zijgevels herstellen - boven water halen -.
Wat zijn de voordelen van dit plan:
- brug en poort leiden naar een echt ruïneterrein - slotgracht loopt tussen zijn muren - ontstaan van expositie-terrein met enige allure mede door fraaie toegangspoort - uitbreiding exploitatie Oude Slot met bijvoorbeeld tent of terras op
ruïne-vloer - herstel fundering waarop later misschien later gebouwd kan worden - verfraaiing Oude Slot-complex als totaal en aanzien Ir. Lelylaan door stukje slotgracht - mensen met enthousiasme en goede wil, ook de gemeente, bij elkaar brengen om compromis te vinden voor herstel
69
Uitvoering van het plan: - deskundige mensen zoeken - misschien een serviceclub • om plan op papier te zetten en kostenraming te maken. - gemeente positief benaderen voor haar goedkeuring en misschien zelfs medewerking - het verenigen van krachten uit diverse geleidingen om tot een zo groot
mogelijke draagvlak te komen - wie mee wil werken en denken kan zich melden bij de werkgroep "Slotmuren weer boven water" van de Vereniging Oud HeemstedeBen nebroe k, Correspondentie; Redactie-adres Meerweg 6, 2103 VC Heemstede DOET U MEE?! Dit is de opdracht voor deze generatie!! T. Koetsier Heemstede
Van Koekamp tot 'Kurort' Onder deze titel kunt u tot en met 25 mei 1992 in het Historisch
Museum Zuid-Kennemerland * een tentoonstelling zien over de opkomst en ondergang van het Brongebouw. Een fraai uitgevoerde folder geeft beknopt informatie over het wel en wee van het gebouw en zijn omgeving.
Zijn zoon, de principiële non-conformatist ApiePrins(1184 -1958) schreef zijn memoroires 'IK GA M*N EIGE BAAN' over zijn ervaringen in en met het Brongebouw: "...dat verdomde staalwater van de bron in de Haarlemmermeer moesten we voor onze gezondheid
en voor reclame van pa hij geeft 't
De Heemsteedse huisarts K. Prins was nauw betrokken bij de oprichting en exploitatie van deze
aan z'n eigen kinderen natuurlijk
badinrichting voor gewone en me-
bekertjes die helemaal bruin waren en je werd er misselijk van al was het zogenaamd eetlustopwekkend
dicinale baden. Op zijn visitekaartje stond dan ook Badarts. 70
ook elke dag drinken in het koepeltje bij het Brongebouw uit ijzeren
en de bekertjes hingen aan een ijzeren ketting 'heilzaam' heette
bouw heeft als kuuroord daarom maar enkele jaren - van 1895 tot
het in de advertenties maar dat kon m'n vader niets schelen: staal is
1903 - bestaan. Daarna richtte
gezond voor het beendergestel en
daarmee uit!" Ondanks het feit dat ook de kinderen van dokter Prins staalwater dronken bleef het bezoek achter bij de verwachtingen. Het Bronge-
men zich op concerten, festiviteiten en tentoonstellingen. In 1933 werd het gebouw gesloopt en verrees op die plaats het Sportfondsenbad, ofwel het 'Spatbordenfonds' volgens Apie.
* Het museum is gevestigd in het Groot Heiligland 47 (schuin tegenover het Frans Halsmuseum) Openingstijden: dit/m za 12.-17.00 zondag 13.-17.00 toegang gratis
Van het bestuur Landgoed Berkenrode
ontvangst van volledige informatie hierover.
Van het gemeentebestuur is een
B en W is van mening, dat het
uitvoerige schriftelijke uiteenzetting ontvangen n.a.v. ons schrijven, dat het landhuis Berkenrode te koop wordt aangeboden. In de brief van B & W wordt meegedeeld,
gemeentebestuur niet over de beheersvorm van een monument kan en moet beoordelen. B. en W. deelt
dat het pand onder het bestemmingsplan "Buitenplaatsen" valt. Uitbreiding van de bebouwing is, op enkele m2's na, op grond van het bestemmingsplan niet toegestaan. Beoordeling van plannen voor uitbreiding en/of renovatie
zullen pas worden beoordeeld, na
onze bezorgdheid over de verkoop
van het landhuis Berkenrode. Tegeltableau Wassen; Peeperkorn Het Bestuur van VOHB heeft geruime tijd geleden het gemeentebestuur geattendeerd op het belang van het behoud van het tegeltableau dat nog aanwezig is in 71
de voorgevel van het leegstaande pand van de voormalige Wasserij
Peeperkorn. Het gemeentebestuur heeft meegedeeld, dat het pand in andere handen is overgegaan en dat het er derhalve geen enkele zeggenschap meer over heeft B. en W. zullen bij een eventuele sloop streven naar behoud van het tegeltableau.
Restauratie Oude Kerk Het Bestuur van VOHB was aan^ wezig bij de presentatie van de restauratieplannen van de Oude
Kerk aan het Wilhelminaplein op 20 maart j.l. De heer H. Krol heeft tijdens deze presentatie een referaat gehouden over de geschiedenis van dit ruim 650-jarig oude kerkgebouw. Naast de zondagse erediensten zal dit gebouw vooral gebruikt worden voor culturele doeleinden, waarvoor het zich zeer goed leent. In dit nummer wordt u van de verdere restauratieplannen op de hoogte gehouden. J. Olthaar
Restauratie uan de kerk in 1938. 72
Nieuwe leden vanaf 08-01-92 tot 1-04-92 HEEMSTEDE
AMSTELVEEN
J.J. Booms M.C. Jansen
LA. de la Hayze
G.M. Out-Boon W.R. Hugenholtz R.J.J. Boddeke J.H.G. Koreman P.L van Delft L Bekman G.M. Freeke
SCHAGEN E.M. Boon van Ostade - van Lent
E. Sanders
P.J. van Rijn P.H. van den Bos
DEN HAAG F.M. Vas Visser
Oud-Heemstede-Bennebroek
19e jaargang No. 73 Augustus 1992
Bestuur:
G.J. Schuitemaker, voorzitter IJssellaan 7, 2105 VA HEEMSTEDE tel. 023-288916
Mevr. LM. 't Hooft-van der Linden, Wilhelminaplein l, 2103 GS HEEMSTEDE tel. 023-292631
AJ. Olthaar, secretaris Clipper Dreef 82, 2104 WL HEEMSTEDE tel. 023-292824
J.LP.M. Krol, archivaris Joh. Verhulstlaan 26, 2102 XT HEEMSTEDE tel. 023-282977
K. de Raadt, penningmeester Kerklaan 49 b, 2101 HL HEEMSTEDE
Mevr. H. Nierhoff-Bax Lage Duin 2, 2121 CG BENNEBROEK tel. 02502-48014
tel. 023-280641 CJ.H.M. van Gasteren, ledenadm. Meer en Boslaan 8 2103 VP HEEMSTEDE
tel. 023-292231
Kwartaalblad Redactie: H. Huijser C. Peper (eindredactie) W. Verspoor
Redactie-adres: Meerweg 6 2103 VC Heemstede Contributie minimaal ƒ. 15,Giro 27.35.06 tn.v. de Penningmeester v.d. Vereniging Oud-Heemstede Bennebroek te Heemstede.
Foto voorzijde: zie artikel: Bijnamen in Heemstede Deel 2
pag.
Inhoud
73
Redactioneel
74
Verslag algemene ledenvergadering
26 mei 1992
75
Bustocht 29 augustus 1992
77
Van het bestuur
78
Open Monumentendag
78
Het predikaat Monument
79
Activiteiten Stichting Regionale Geschiedbeoefening NH
83
Bijnamen in Heemstede. Deel 2
87
IJskelder van Vredehove in Bennebroek
95
Bezoek aan Hageveld
97
Literatuur Hageveld
98
Nieuwe leden
99
73
Redactioneel In dit nummer het vervolg op beschermde monumenten in het kader van de Monumentenwet. Belangrijke informatie over de gang van zaken voor het verkrijgen van de status monument. Interessant is dat naast het verwerven ook de mogelijkheid bestaat de status van monument te verliezen. Verbouwing en restauratie vormen een verhaal apart gezien de vergunningsprocedure en worden in een volgend artikel afzonderlijk behandeld. Een toevallig logisch vervolg op deze materie is het artikel over de activiteiten van de Stichting Regionale Geschiedbeoefening. Er is geen monument of er is wel een geschiedenis aan verbonden en daarin zijn historische verenigingen veelal actief betrokken. De dagelijkse historiebeschrijving komt markant naar voren in het vervolgartikel over de bijnamen in onze gemeente. Er zijn er thans zo'n kleine tweehonderd verzameld. Een respectabel aantal om trots op te zijn of moeten we ons wat generen over dit hoge aantal. Anderszijds zijn de namen nogal van onschuldige aard en bovendien was het in de nederlanden een wijd verbreid verschijnsel.
74
De ansichtkaart over Bennebroek waarbij de redactie een aantal vraagtekens plaatste wordt ruimschoots van commentaar voorzien in het artikel over de ijskelder van Vredehove te Bennebroek. Overigens zou een ieder in deze hoogzomertijd wensen dat hij of zij
nog zo'n kelder in zijn of haar tuin had liggen. Bovendien nog zeer milieuvriendelijk, maar er moet 's winters wel ijs in de sloten liggen om de kelder te vullen. Een impressie van het bezoek aan het College Hageveld wordt gecompleteerd met een interessant literatuur-overzicht zeker over de periode dat het nog een Seminarie was. Leerlingen destijds waren onder andere Michel van der Plas, Godfried Bomans en Bertus Aafjes, die over hun ervaringen hebben geschreven. Tenslotte het verslag van de algemene jaarvergadering van mei j.l. en mededelingen van het bestuur die tesamen het hart vormen van alles wat er in en rondom de vereniging plaatsvindt. Cees Peper
Verslag algemene ledenvergadering van 26 mei 1992 1. Voorzitter G. Schuitemaker heet de aanwezigen hartelijk wel-
kom in de Pauwehof te Heemstede. Spreker noemt in zijn openingswoord een groot aantal activiteiten van VOHB, namelijk de Open Monumenten-
dag op zaterdag 12 september
bedragen ƒ 40,- per persoon. Vanaf heden kan men zich hiervoor aanmelden. Ook in de regionale pers zal hieraan aandacht worden besteed.
2. Naar aanleiding van het Verslag van de Jaarvergadering van 30 mei 1991 (Nieuwsbrief
1992, waar ook een aantal kerken en gebouwen in Heemstede en Bennebroek te bezoeken zullen zijn. Spreker vraagt vrijwilligers voor
nr. 69) zijn door de heer V. Klep vragen gesteld m.b.t Informatiebordjes ANWB, Villa
deze dag. Verder noemt de voorzitter een op te stellen fietsroute in
de Provinciaal Consulent voor de Regionale Geschiedbeoefening. Vanuit het Bestuur worden deze vragen beantwoord. De vragen van de heer Klep n.a.v. het Jaarverslag van de
Heemstede en een wandelroute in Bennebroek. Er zijn de
volgende commissies werkzaam: de Redactiecommissie, de Commissie Karakterbehoud, de Tentoonstellingscommissie en de Commissie die de Jaarpremie voor 1992 voorbereidt. In nauwe samenwerking met VOHB is een Werkgroep actief
met de weergave van de Geschiedenis van Heemstede gedurende de periode: 1940-1945. Hierna deelt mevr. L 't Hooft mede dat de jaarlijkse excursie op zaterdag 29 augustus zal gaan naar Gorkum en Slot Loevestein. De kosten hiervoor
Eikenrode, Werkgroep Geschiedschrijving 1940-1945 en
Commissie Karakterbehoud zullen in de volgende Nieuwsbrief worden weergegeven. Er wordt gewezen op de geringe belangstelling voor het Monumentenfonds. Gevraagd wordt naar de gemeentelijke Monumentenlijst. Meegedeeld wordt dat in juni 1992 het Inventarisatieproject van de Monumenten wordt afgerond. 3. Het Jaarverslag 1991 geeft geen aanleiding tot het stellen van vragen. 4. Jaarcijfers 1991 en begroting 1992. 75
Opgemerkt wordt n.a.v. de toelichting op de begroting dat derentepostad ƒ 750,-gezien het saldo aan de lage kant is. De penningmeester deelt mede dat dit een toegerekend bedrag
is. Een correctie wordt aangebracht in de begroting 1993; het bedrag ƒ 19.500,- moet
zijn ƒ 2.000,- voor de post Publicaties. De vergadering besluit het voorstel tot contributieverhoging met ƒ 2,50 per lid met ingang van l januari 1993 unaniem te aanvaarden, vooral i.v.m. de
gestegen kosten van de Nieuwsbrief. 5. De Kascommissie brengt bij
monde van de heer J. de Bruyn verslag uit van haar bevindingen. De penningmeester heeft de financiële situatie op correcte en zorgvuldige wijze weergegeven. De kascommissie geeft nog een aantal schriftelijke adviezen en verleent de penningmeester décharge voor het gevoerde beleid. 6. In de plaats van de heer E. v.d. Zwaag wordt als reservelid in de Kascommissie benoemd de heer H. Huijser. De voorzitter dankt de heer Van de Zwaag voor de verrichtte werkzaamheden. 7. Mevrouw L 't Hooft wordt met algemene stemmen tot bestuurslid herkozen. 8. Bij de Rondvraag worden de 76
volgende punten aan de orde gesteld. Nader wordt ingegaan op de afbouw van de subsidie door de gemeente Bennebroek. Mevr. Nierhoff deelt mede dat deze gemeente wel een aantal hand- en spandiensten verleent, zoals het verstrekken van een kraam op de corsomarkt en het beschikbaar stellen van folders
tijdens de Open Monumentendag. De heer Koetsier geeft een toelichting op zijn verzoek over het opgraven van de muren van het Oude Slot De heer Klep wijst er op dat de restauratie van een muur van de slotgracht met nieuwe bakste-
nen is vernield. Door de Commissie Karakterbehoud dient hiertegen bezwaar te worden gemaakt. De heer Hamming vraagt naar de bel aan huize Laimböck, die destijds met een bijdrage uit het Monumentenfonds is aangebracht. Verder pleit hij voor een overzicht van kleine monumenten, waarvoor een bijdrage uit het Monumentenfonds is verstrekt 9. De heer H. Krol geeft een toelichting op de verschillende publicaties die door of in nauwe samenwerking met de VOHB zullen worden uitgegeven. Hierna stelt mevr. K. Bossaers als provinciaal consulent Geschiedbeoefening zich aan de
leden voor. Voor de samenvatting van haar inleiding zie elders in dit nummer. 10. De voorzitter sluit hiermede de huishoudelijke vergadering af. Na de pauze geeft mevr. A BosGeertsema te Heemstede een boeiende toelichting bij een aantal leerzame dia's over de
geschiedenis van de kastelen. Voorzitter Schuitemaker heeft een aantal mooie dia's van kastelen in de omgeving gemaakt. De aanwezigen krijgen een goede weergave van de geschiedenis en bouwstijlen van de kastelen.
J. Olthaar
Bustocht 29 augustus 1992 Dagprogramma
9.00 uur 10.30 uur
12.30 uur 13.00 uur
14.00 uur 16.00 uur 17.30 uur
Vertrek vanaf het Raadhuis te Heemstede Koffie in "de nieuwe Kolfbaan" te Gorcum waarna U onder leiding van de hr. Schuitemaker langs de historische plekjes naar de boot zal wandelen Vertrek met de boot naar Slot Loevestein Lunch in Taveerne Slot Loevestein Rondleiding in het Slot en tijd om zelf de buitenkant met slotgracht te bekijken Vertrek van de bus Aankomst in Heemstede
Net als in voorgaande jaren is het programma op de jaarvergadering van 26 mei bekend gemaakt Nadat ook het programma in de dag- en weekbladen is aangekondigd geweest, bleek het enthousiasme net als voorgaande jaren zo groot, dat de reis reeds is volgeboekt.
77
Van het bestuur Sloop Villa Eikenrode Het bestuur heeft begin juli j.l. van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg bericht ontvangen dat het bezwaarschrift van VOHB, evenals vele andere bezwaarschriften, ongegrond is verklaard. De Directeur van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg geeft dan ook een sloopvergunning af voor de sloop van Villa Eikenrode.
De argumenten van VOHB o.a. een groot cultuurhistorisch belang van dit pand waren voor plaatsing op de Rijksmonumentenlijst van onvoldoende gewicht.
Het bestuur besloot tegen deze afwijzing met nieuwe argumenten bij de afdeling Rechtspraak van de Raad van State opnieuw in beroep te gaan. J. Olthaar
Open Monumentendag 1992, zaterdag 12 september Van 10-16 gesteld:
uur zijn de volgende monumenten voor iedereen open-
in Heemstede:
Meer en Bosch De Hartekamp N.H, Oude Kerk op het Wilhelminaplein
in Bennebroek; het Hofje van Verschuer Brants N.H, Kerk VOHB-uitgaven, foldermateriaal en een speciale VOHB-fietsroute langs de monumenten van Heemstede en Bennebroek zijn dan verkrijgbaar bij deze monumenten. De VOHB streeft er naar de folders en de fietsroute eerder beschikbaar te stellen bij de raadhuizen en openbare bibliotheken van Heemstede en Bennebroek. 78
Het predikaat "Monument" Algemeen Initiatieven om te komen tot een grotere herkenbaarheid van het Oude Slot zijn aanleiding om in dit
Een belangrijk "voordeel" van dit laatste is dat het betreffende schip te markeren valt, zoals bijvoor-
beeld elk pand kadastraal vastgelegd is of kan worden.
artikel aandacht te besteden aan het fenomeen "monument". Voor een omschrijving van dit
De procedure
begrip kan het beste de Monumen-
De gang van zaken rond het ver-
tenwet worden geraadpleegd, omdat de benadering van Van Dale enigszins misleidend is, n.L: 1. gedenkteken, gedenkzuil en 2. overblijfsel van vroegere kunst nijverheid of wetenschap. Door de wet wordt hieronder verstaan "alle voor tenminste vijftig jaren vervaardigde zaken, welke van algemeen belang zijn wegens hun schoonheid, hun betekenis voor de wetenschap of hun cultuurhistorische waarde". Weliswaar kunnen hieronder zowel roerende als onroerende zaken worden verstaan, maar wettelijk
komen alleen de laatstgenoemden in aanmerking. Treffend voorbeeld zijn de oude schepen, die bij enkele gemeenten de nodige aandacht krijgen maar vanwege het roerende karakter niet op de Rijksmonumentenlijst geplaatst kunnen worden; alleen wanneer zij gezonken zijn (en dus onroerend zijn geworden) verandert de zaak en is plaatsing wel
mogelijk!
krijgen van status van monument was in het verleden nogal tijdrovend; bij de wetswijziging van
1988
is deze procedure van een
tijdschaal voorzien, dat wil zeggen dat elk onderdeel van de procedure een maximale looptijd heeft gekregen. De hoofdrol is hierbij weggelegd voor de minister van W. V.C, die de uiteindelijke aanwijzing ondertekent. Het ambtelijk apparaat, dat de procedure bewaakt is de Rijksdienst voor de Monumentenzorg te Zeist. Het startpunt is het moment van binnenkomst van het verzoek aan de minister van W.V.C, per adres de Rijksdienst voor de Monumen-
tenzorg (RDMZ) te Zeist. Dit verzoek behoeft niet noodzakelijkerwijs van de eigenaar afkomstig te zijn maar kan ook door een iederworden ingediend. Voorplaatsing op de gemeentelijke en provinciale lijsten gelden andere procedures houdt het Rijk zich geheel afzijdig. 79
Omdat de consequenties van de plaatsing op een Rijkslijst groter zijn dan dat het uitsluitend het
belang van de eigenaar raakt worden meerdere partijen hierbij betrokken, zoals de zakelijk gerechtigden (hypothecaire schuldeisers, gebruikers etc.) en de betrokken gemeente. Ingeval het
opnieuw een plaatsingsprocedure worden gestart.
Ook komt het voor dat door vererving een pand in handen van velen raakt; in een geval, waar de schrij-
ver bij betrokken is geweest, bleek dat er een groep van 22 eigenaren
bestond, die over de gehele wereld woonachtig bleken. Slechts een
object buiten de bebouwde kom
kunstgreep maakte het mogelijk
gelegen is, wordt ook de provincie om advies gevraagd. Bij het inwinnen van de adviezen en horen van de belanghebbenden speelt de gemeente een vooraanstaande rol en krijgt daarvoor
om de procedure tot een goed einde te brengen. Ook de functie van een object, zoals een sluis, brig, stationsge-
maximaal vijf maanden de tijd. Het uiteindelijke advies wordt uitgebracht door de gemeenteraad aan de minister, die vervolgens even-
eens binnen eenzelfde periode moet beslissen over het toekennen van de status van rijksmonument; in deze periode wordt door de minister ondermeer de Monumentenraad gehoord. De periode van vijf maanden is voor een gemeente vrij krap, omdat zich nogal een onverwachte gebeurtenissen voordoen; recent bleek bijvoorbeeld in een naburige gemeente een pand (door een vergissing in het adres) niet op de lijst te zijn geplaatst ondanks het feit dat het beoogde pand in de redengevende omschrijving nauwkeurig is beschreven. Pas bij de sloopaanvrage van het ten onrechte
bouw, kerk, school etc. kan aanleiding geven tot vertraging en/of problemen. De hier geschetste procedure is die ten behoeve van plaatsing op de Rijksmonumentenlijst; voor provinciale en gemeentelijke monumenten gelden andere en veelal eenvoudiger procedures.
Van belang is het hierbij op te merken dat reeds tijdens de procedure voor eventuele plaatsing op de Rijksmonumentenlijst de voor-
bescherming van toepassing is als ware het reeds monument Dit betekent bijvoorbeeld, dat voor veranderingen aan het object een vergunning vereist wordt.
Waarom plaatsing?
geplaatste pand kwam deze fout
Er blijken in de praktijk enkele redenen te zijn, die veel voorkomen. Verreweg de belangrijkste
tevoorschijn en moest hiervoor
is die van het behoud van het
80
cultureel erfgoed voor het nageslacht. Een reden, die de laatste jaren sterk in opkomst is, is die van een mogelijke kans op subsidie. Uit de praktijk blijkt dat pogingen om een pand op de rijksmonumentenlijst
ge plaatst te krijgen slechts een geringe kans van slagen hebben,
gezien de huidige situatie in de Monumentenzorg; door bijvoorbeeld de andere en lagere normstelling bij gemeentelijke monumenten is de verhouding tussen vraag en de kans van toekenning aanzienlijk gunstiger. Een bijko-
mend voordeel is dat de kans op betaling van de gemeentelijke subsidie een grotere is en dan ook nog op een kortere termijn; dit verschilt echter per gemeente. Ook het verwerven van een (extra) maatschappelijke status is een niet onbelangrijke drijfveer, want het bewonen van een monument lijkt volgens de vaak gedebiteerde opvatting alleen maar te zijn weggelegd voor gefortuneerden. Wanneer men echter naar de feitelijke situatie kijkt dan blijkt deze opvatting onjuist en is de realiteit bepaald genuanceerder; veel monumenten verkeren nog steeds in een slechte staat door groot achterstallig onderhoud. Als gevolg hiervan is het huur- en koopprijsniveau laag en daardoor bereikbaar voor groepen in de samenleving, die minder te besteden hebben. Door de voorgenomen bezuinigingen op
de subsidie worden feitelijk juist deze mensen getroffen, mede omdat de fiscale mogelijkheden van betrokkenen weinig zoden aan de dijk zetten en het vooral van deze
stimulerende geldelijke injecties moeten hebben. Uit fiscaal oogpunt is het bezit van een {rijks)monument aantrekkelijk omdat een aantal niet onbelangrijke eigenaarskosten aftrekbaar zijn.
Voorbeelden daarvan zijn:
- kosten van onderhoud (ter instandhouding van het monument)
- afschrijving - overige vaste eigenaarslasten,
zoals het eigenaarsdeel onroerend goedbelasting, premie brand/opstalverzekering, rioolrecht en
waterschaps- en polderlasten. Uiteraard horen in dit rijtje ook de gebruikelijke aftrekkosten voor nietrijksmonumenten thuis of voor de panden met het predikaat provinciaal of gemeentelijk monument; de genoemde voorbeelden hebben betrekking op een woonhuis. Ook bij de restauratie zelf speelt de fiscale aftrekbaarheid van kosten een belangrijke rol.
Verlies van het predikaat monument Naast het verwerven bestaat ook de mogelijkheid om de status van monument te verliezen. Bij het 81
geheel verloren gaan van het monument bijvoorbeeld door brand, ligt het voor de hand. Ook komt het
Werkzaamheden nument
voor dat een pand zodanig ingrijpend gewijzigd is, dat de monumentale restwaarde minimaal is
In het begin van dit artikel zijn initiatieven genoemd met betrek-
king tot het Oude Slot; ingeval
en bescherming geen zin meer
deze uitmonden in activiteiten dan
heeft. Uiteraard is deze wijziging
dienen deze goedgekeurd te worden in het kader van artikel 11 van
zonder vergunning uitgevoerd of is bij de uitvoering zodanig afgeweken van het goedgekeurde restauratieplan, dat er net als in het eerste geval sprake is van een overtreding van de monumentenwet. Eventuele toegekende subsidies worden uiteraard niet betaalbaar gesteld of na gedane deelbetaling weer ingevorderd. Een mogelijkheid, die zich hoogstwaarschijnlijk in de toekomst kan
gaan voordoen, is het verlies van de monumentenstatus als gevolg van de herinventarisatie van de bestaande Rijksmonumentenlijst Het is een gedachte die met enige regelmaat in de discussie naar voren wordt gebracht mede in
verband met de beperkte middelen waarover de Monumentenzorg kan beschikken en de extra aanwas met monumenten uit de periode:
1950 - 1940.
aan een mo-
de Monumentenwet Dit artikel luidt:
1. Het is verboden een beschermd
monument te beschadigen of te vernielen; 2. Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning
a. een beschermd monument af te breken, te verstoren, te ver-
plaatsen of in enig opzicht te wijzigen; b. een beschermd monument te herstellen, te gebruiken en of te laten gebruiken op een wijze, waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebruikt. Gezien de complexiteit van de vergunningsprocedure ten behoeve van een verbouwing of restauratie zal daarop in een volgend artikel worden teruggekomen. ir W.B.J. Polman, secretaris Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond
82
Activiteiten Stichting Regionale Geschiedbeoefening NH Lokale geschiedenis is de historie van een stad of dorp, of van de naburige omgeving daarvan. Regionale geschiedenis is de historie van een landstreek van min of
meer beperkte omvang, bijvoorbeeld een (deel van een) provincie. Zowel de stad of het dorp als de
die zich bezighouden met de geschiedenis van hun eigen plaats of
streek is vorig jaar de Stichting Regionale Geschiedbeoefening Noord-Holland opgericht. De voorgeschiedenis begon echter al veel eerder. Enige jaren geleden is al bij de provincie aangedrongen
landstreek dienen, om als objekt voor lokale of regionale geschie-
op de aanstelling van een professionele kracht die de historische
denisstudie geschikt te zijn, in zekere zin een historische eenheid te vormen, dat wil zeggen in de loop van de geschiedenis een zekere samenhang te vertonen. Anders gezegd is elk onderzoek dat een aspect van het verleden van een dorp, stad of streek behandeld te vatten onder de noemer lokale en regionale geschiedbeoefening. Of dat nu een dik boek is of een klein artikel in een periodiek van een historische vereniging maakt geen verschil Noord-Holland telt nu meer dan 85 historische verenigingen. Al deze verenigingen lopen sterk uiteen in grootte en mate van activiteit Maar ze hebben allen gemeen dat ze bestaan uit mensen die met enthousiasme bezig zijn en warm lopen voor het verleden van hun eigen plaats of streek. Ter ondersteuning van al deze mensen
verenigingen in de provincie zou ondersteunen. Toendertijd is dat initiatief mislukt. Een nieuwe po-
ging ontstond door het Project1840.
Dit project, een prijsvraag
uitgeschreven door de Culturele Raden van Noord- en Zuid-Holland om het 150-jarig bestaan van
beide provincies te herdenken, is uiterst succesvol verlopen. Veel historische verenigingen namen de uitdaging, om onderzoek te doen naar het dagelijks leven in hun plaats rond 1840, aan. Tijdens het afsluitende symposium waar de prijzen werden uitgereikt, zegde mw. Frieda van Diepen, de gedeputeerde voor Cultuur, toe zich in
te spannen voor de oprichting van een provinciaal steunpunt voor de lokale en regionale geschiedbeoefening. Daarna is het snel gegaan. In maart stemden Provinciale Staten in met de subsidie, in juni 83
werd de Stichting Regionale Geschiedbeoefening Noord-Holland speciaal voor dit doel opgericht en
op l oktober trad ik in dienst Om zo spoedig mogelijk met de historische verenigingen in deze provincie, als belangrijkste doelgroep van de Stichting Regionale
Geschiedbeoefening Noord-Holland, in kontakt te komen, heb ik eind oktober/begin november vorig jaar een zestal bijeenkomsten georganiseerd. Doel hiervan was een eerste kennismaking. Ik kon door deze avonden een vrij globaal beeld vormen van de verenigingen. Telkens terugkerende begrippen zijn: - het uitgeven van een periodiek - het uitgeven van andere publicaties - het organiseren van lezingen, excursies, stadswandelingen, rondleidingen, zowel voor de eigen leden als voor andere belangstellenden, - het opzetten van tentoonstellingen (sommigen hebben een eigen museum of oudheidkamer, anderen organiseren incidenteel een tentoonstelling), - het verzamelen van oude foto's en prentbriefkaarten (soms tegelijk met het op foto of film vastleggen van de huidige situatie), - het verzamelen van voorwerpen van vroeger waaronder ook kledingstukken (of men probeert 84
deze aan de hand van foto's en overlevering te reconstrueren), - inspanningen om te voorkomen dat monumentale gebouwen en karakteristieke plekjes verdwijnen (sommigen pluizen de bestemmingsplannen van hun gemeente uit),
- archeologie (veel verenigingen hebben een archeologische werkgroep), - oral history (het interviewen van oudere mensen over hun herinneringen aan vroeger, bijv, over de crisisjaren of de oor-
log), - en last but not least: historisch
onderzoek doen naar de eigen plaats of omgeving. Ten behoeve van deze historische verenigingen is het provinciaal steunpunt opgericht Kernwoorden van de taken zijn: adviseren, ondersteunen, coördineren. U zult
begrijpen met zo'n uiteenlopende waslijst van activiteiten van de verenigingen, dat niet op iedere
vraag een antwoord kan komen. In sommige gevallen zult u dan ook worden doorverwezen, bijvoorbeeld naar de regionale museumconservator die alles weet van het opzetten van tentoonstellingen en het inrichten van een tentoonstelling. Of u wordt doorverwezen naar bestaande organisaties als de Archeologische Werkgroep Nederland of de Nederlandse Genealogische Vereniging.
Wat ook uitdrukkelijk niet tot de taak van het steunpunt behoort is het uitvoeren van historisch onderzoek Ik ga niet de geschiedenis van de provincie Noord-Holland zitten
gelijk een dergelijk verzoek te honoreren. Voor de toekomst staan ook lezingen, studiedagen en contactdagen op stapel. Ook kunnen wij
schrijven, noch op aanvraag een
verenigingen behulpzaam zijn als
onderzoekje naar bijvoorbeeld de ouderdom van een huis doen. U zult dat toch echt zelf moeten uitvoeren!
zij zoeken naar een spreker over
In het geval een historische vereniging een historisch onderzoek wil
opzetten, kan men advies inwinnen over hoe een dergelijk onderzoek moet worden gestart. In het algemeen kan men adviezen inwinnen
over historisch onderzoek naar de lokale en regionale geschiedenis.
een bepaald onderwerp. Bovendien laat de Stichting Regionale Geschiedbeoefening NoordHolland een nieuw tijdschrift verschijnen, waarin naast artikelen over bijvoorbeeld verschillende soorten onderzoek ook nieuwtjes van de verenigingen en andere
organisaties kunnen worden opgenomen. Om informatie over het lopend historisch onderzoek te verkrijgen
Daarnaast zal de Stichting Regio-
is een databank opgezet waarin ge-
nale Geschiedbeoefening NoordHolland een cursusprogramma aanbieden, waar individuele onderzoekers vaardigheden voor het beoefenen van het geschiedonderzoek kunnen opdoen. Het voorjaarsprogramma was een succes. Momenteel zijn we alweer bezig met de voorbereidingen voor het cursusprogramma voor het seizoen 1992 - 1993. In ieder geval zullen de basiscursus methodiek van historisch onderzoek en de cursus in het Rijksarchief worden herhaald. Het is ook mogelijk dat een vereniging een verzoek indient om speciaal een cursus over een bepaald onderwerp te organiseren. Mits men voldoende belangstellenden daarvoor heeft, is het mo-
gevens over lopend onderzoek
worden verzameld. Daartoe heb ik een vragenformulier gemaakt, dat ik onder andere bij de archiefdiensten in de provincie heb uitgedeeld met het verzoek dit ter
hand te stellen aan mensen die met een onderzoek bezig zijn. En of dat nu een klein onderzoekje is naar de
geschiedenis van de HBS of een jarenlang dissertatie-onderzoek, en
of de onderzoeker nu een hobbyist is of een professor, dat maakt niet
uit. Het doel van de informatiebank is gegevens te verzamelen over onderwerpen van onderzoek Enerzijds kunnen we zodubbel werk voorkomen, anderzijds kunnen we mensen die met eenzelfde soort onderwerp bezig zijn met elkaar in 85
kontakt brengen.
In de toekomst zou samenwerking tussen amateur- en vakhistorici kunnen leiden tot kleinere of grotere projecten. In Noord-Brabant loopt momenteel een 'heel groot project, een samenwerking tussen de Rijksuniversiteit Utrecht en zo'n 160 Brabantse vrijwilligers. Op veel kleinere schaal is in onze provincie een project gaande in de regio Kennemerland. waar onderzoek wordt gedaan naar de textielindustrie in Haarlem en omgeving in vroeger tijden. Er zijn diverse aanleidingen te bedenken voor een onderwerp dat in project-vorm aan gepakt zou kunnen worden, zoals bijvoorbeeld het Project-1840. Tevens zou een dergelijk project kunnen leiden tot samenwerking
86
met het onderwijs, bijvoorbeeld door het uitbrengen van een lesbrief voor de geschiedenislessen op het basis- of voortgezet onderwijs. Ook dat behoort tot de taken van het provinciaal steunpunt. Voorlopig is de Stichting Regionale Geschiedbeoefening Noord-Holland begonnen met het inventariseren van bestaand lesmateriaal, mochten er mensen zijn die zelf iets hebben danwei weten waar een lesbrief is gemaakt, dan houd ik mij aanbevolen voor die informatie. mevr. drs. K.W.J.M. Bossaers, provinciaal consulent geschiedbeoefening Bezoekadres: Kleine Houtweg 18. Haarlem (telef. 023-318436)
Bijnamen in Heemstede Deel 2 schreef mevrouw B. BroekhuisHartsuijker uit Heemstede. "Daar hebben de mensen geen bijnamen. Hoogstens onder elkaar en achter eikaars rug, maar dat is iets anders". Aldus ving een brief aan, gepubliceerd door Nico Scheepmaker in zijn rubriek "Trijfel" in het Haarlems Dagblad van 14 december 1984, waarin opheldering ge-
genoemd naar het ambacht), hetzij als eretitel (vooral vorsten zoals Karel de Grote, Jan zonder Vrees etc.), soms met humoristische of spottende bijbedoeling: Karel de Kale, Govert die men noemt Crombeen etc. Al in de oudheid en mideleeuwen gold dat een bijnaam het gevolg was van een persoonlijke hoedanigheid ofwel een bijzondere omstandigheid. Keizer
vraagd werd over de "Hongaarse"
Frederik de Eerste van het Heilige
dan wel "Poolse gravin", die vóór
Rooms-Duitse Rijk was rossig van
de oorlog aan de Manpadslaan woonde. Naast het praenomen (voornaam)
baard en men kent hem in de geschiedenis voornamelijk onder
"Wij wonen in een keurig net dorp"
en het nomen (naam van gens/ge-
slacht) komt het cognomen (latijns voor bijnaam) al in de Romeinse Oudheid voor. Gebruik van het
cognomen is te Rome omstreeks 300 voor Christus door de patriciërs geïntroduceerd en eerst bij het begin van de keizertijd tot de andere klassen van de maatschap-
zijn bijnaam Barbarossa (=roodbaard) (2) Om dichter bij huis te blijven.
Berucht in zijn tijd was ene Geert van Haerlem bijgenaamd "de Pijpekop". Een andere misdadiger Jan Heynric, met bijnaam "die Bastairtzoon van Heemstede" is op 26 juni 1459 voor 20 jaar uit Haarlem en Kennemerland/Rijn-
pij uitgebreid (1)
land verbannen nadat hij een bur-
In de middeleeuwen en ook later vindt men achter de doopnaam of eigenlijke naam een toenaam, waaruit veelal een familienaam ontstond, hetzij ter onderscheiding van anderen met dezelfde voornaam, hetzij ter verduidelijking
ger uit de Spaarnestad met een pijl door diens arm had geschoten. 30 mei 1466 onderging Jan Huigenssoon "geheeten Buijser in der wanderinghe, wonende tot Heemstede" eenzelfde lot nadat hij een Haarlemse getrouwde vrouw Rissent had ontvoerd, wier man ver-
(zoals Reinier van Heemstede,
87
haal kwam halen waarna de gewelddadige Buijser hem twee tanden uit zijn mond sloeg. Bovendien had Buijser de vader van Rissent, een oude man die naakt op zijn bed lag, met een zwaard met de dood bedreigd. Nog veel bonter maakte het de molenaar Jacob Jacobszoon, de schrik van Haarlem en omgeving, bijgenaamd "de quaede Jaep". Voor Knapenburg gooide hij zonder reden de uitstalkraam van een kruidenverkoper omver, maar hij stak ook in vlagen van verstandsverbijstering mensen omver. Na
eerst naar Gouda verbannen te zijn, waar hij een oud-burgemeester van Haarlem tegenkwam die bij zijn veroordeling betrokken was en uit wraak lafhartig van achteren overviel, is "Kwade Jaap" in 1457 ter dood veroordeeld (3) en onthoofd door de beul ofwel "meester van den scherpen zwaarde", in de volksmond o.a. stocker, bollert, hangeman en knoopop geheten.
Muggen en Biggenvangers Als naijver tussen steden en gemeenten in een gewest ontstonden
Alom bekend in Heemstede is Bertus de Graaf alias de zingende schillenboer. Hier op een foto in 1983 op de Binnenweg vereeuwigd. De liederen die hij al fietsende zingt verzint hij ter plekke en gaan meestal
over de liefde. Zoon van een kolenboer, bijgenaamd Poerkie, is de heer B. de Graaf inmiddels 74 jaar en hij gaat er prat op in geval van ziekte zichzelf te genezen. 88
bijnamen, meestal met een spottende bijbetekenis. Hillegommers heetten "Hangkousen" en met "Klapbessen" werden de bewoners van Beverwijk bedoeld Amsterdammers en Haarlemmers, ofschoon buren, mochten elkaar niet lijden en gaven aan hun naijver o.a. lucht in de spotnamen "Koek-
eters" en "Muggen". De oorspronkelijke betekenis van de Haarlemse muggen staat niet met zekerheid vast Deze insecten zijn klein
en kunnen venijnig steken en vermoedelijk hebben buitenstaan-
ders deze kwalificatie aan de Haarlemmers toegeschreven. Inwoners van de Spaarncstad zijn in het verleden bovendien wel aangeduid met "Klokkenluiers". Een niet erg fatsoenlijke bijnaam voor de hoofdstedelingen was "stoepeschijters".
De inwoners vande om hun zindelijkheid bekende plaatsjes Broek in Waterland en Monnikendam, die in Amsterdam overal vuil op de stoep aantroffen (ten dele veroorzaakt
door honden) hebben deze scheldnaam bedacht. Apie Prins schrijft in zijn autobiografie "Ik ga m'n eige baan" tot drie
maal toe (blz. 28,61 en 123) over de "Heemsteedse muggen" die vochten tegen de "Haarlemse baffen" (schooiers). Een historische bijnaam van onze dorpsgenoten is niet overgeleverd. Eerst in de 19de eeuw komt men nochtans incidenteel de term "biggenvangers" tegen, naar het een-
daagse volksfeest dat in 1874 werd ingevoerd in plaats van de kermis. Thans herinnert een in 1973 opgerichte carnavalsvereniging aan dit vroegere met name bij de minvermogenden zeer populaire gebruik, waaraan ook vrouwen meededen. Valkenbitrgerpoort
Bijnamen bleven (en blijven) niet beperkt tot personen. Soms nog
lang nadat straten een officiële naam verkregen was in de volksmond sprake van eigen bedachte namen. Tot in onze tijd worden aan specifieke gebouwen en zelfs kunstwerken bijnamen gegeven. Ter illustratie enige voorbeelden met betrekking tot Heemstede. De enige
schuilhut in het wandelbos Groenendaal heet vanouds "het heksenhuisje"; de Hartekamp noemde
men vroeger "het paleisje" en het Hageveld-complex "de koepel". Het appartementencomplex Spaarneborgh is minstens zo bekend onder de bijnaam "de apenrots" en het kantoorgebouw Kennemerhaghe heet toepasselijk "de scheerspiegel". De Zandvaartbrug noemt men in de wandeling "de Dreefbrug" en ten aanzien van de in 1979 door architect J. Walvisch ontworpen huizen op de hoek van de Kastanjelaan en de Jan van de Bergstraat vond de naam "Leentje Lotjehuizen" ingang. Onmiddellijk nadat de Voorwegschool het plan
lanceerde voor de huur van twee 89
Schilderij geschonken door mevrouw Lilly van Cleeff. Het in
1951
door haar aan de Zomerlaan 23 te Heemstede
geschilderde dubbelportret is genaamd "De Tramhalte" en stelt voor de heren Van der Klashorst (?) en rechts Gerrit Leuven (bijgenaamd "de Oliebol"), zoals die destijds te vinden waren bij de tramhalte op de hoek van de Camp/aan/ Va/fcenburger/aan. lokalen de Amerikaanse hamburgergigant McDonald's bereid te hebben gevonden als sponsor te willen optreden, hoorde ik twee mensen onafhankelijk van elkaar spreken over de "hamburgerschool". Onbetwist recordhouder bijnamen lijkt de veelbesproken creatie op
zuurstokken, de zuurstang, de ha-
het Valkenburgerplein te worden, door beeldend kunstenares Karola
Wijdverbeid verschijnsel
Veldkamp benoemd als Valkenburgerpoort. Geregistreerd zijn inmiddels de volgende bijnamen: de
Bijnamen komen voor in de popmuziek (Madonna: The Blond Ambition), in de literatuur {bijv.
90
nekammen, de dinosaurus, de dromedaris, de druppelfontein en de swingmill... Hieruit blijkt eens te
meer dat in ieder geval niemand kan beweren dat inwoners van Heemstede niet creatief zijn.
E. Brinkman (4). Van Ed van Eeden en Peter Ntjsen is in 1990 een boek verschenen onder de titel "Een tweede huid", waarin ruim 400 sportbijnamen zijn beschreven (Utrecht, Kwain de stad als op het platteland en draat 1990). Heemstedenaar Johan onder alle maatschappelijke lagen. Neeskens heette "de Nees"; schaatIn de Amsterdamse Jordaan had vroeger bijna iedereen een bij- ser-wielrenner Jaap Eden noemde men "de locomotief' en de Haarnaam, evenals in de rosse buurt van de hoofdstad (vgl. Schele lemse voetballer Kick Smit die 29 interlands speelde, stond bekend Tinus, Haring Arie, Magere Josje, als "de Zwerver", omdat hij vaak Kop en Kont Zwarte Lola e.v.a.). over het hele veld zwierf. In deze regio is naast Spaarndam vooral Zandvoort bekend om de In tegenstelling tot de officiële namen zijn bijnamen als regel niet talrijke soms kleurrijke bijnamen schriftelijk vastgelegd. In het boek als Sissebil, Sijt Lappenkont en Scharreneusie. H.J. Vos alias De "Heemstede" van schoolmeester Clown uit Veen beweert dat nog H.H.B. Binnewiertz zal men tevergeefs zoeken evenals in het manusheden alle oorspronkelijke bewocript van de familie Dólleman. In de ners in dit dorpje aan de Maas een bijnaam hebben. gepubliceerde memoires van Apie Prins komen zeven bijnamen voor, De reden is volgens hem de gerino.a. "Jan Oublie", die met een ge variatie aan familienamen. "Bijna iedereen heeft een van de zeven trommel koekjes aan zijn wandelvoorkomende achternamen. De stok liep. Ookwijkverpleegstermej. E König heeft in haar op schrift meeste bijnamen zijn al eeuwen oud, en zijn tot vandaag de dag gestelde herinneringen een aantal
"Sprotje" in de roman van M.
Scharten-Anti n k), het onderwijs, onder militairen zowel als filosofen. Het verschijnsel komt feitelijk voor onder alle beroepsgroepen, zowel
overgedragen op de kinderen. Naar
bijnamen opgeschreven. Cees Peper
de meeste bijnamen kun je alleen
heeft voorts in zijn artikelenserie
maar raden".
"Heemstede vroeger en nu" in
Ook aan talrijke politici zijn scheld-
1969/1970 diverse bijnamen met
dan wel erenamen gegeven. Tot de laatste categorie kan gerekend worden de typering "de man met
name van De Glip gepubliceerd en ene mevrouw Hooreman vermeld-
de witte das" waarmee mr. J.B. Bomans bedoeld wordt. Het familieweekblad Panorama konstateerde dat niemand op het Binnenhof
zoveel bijnamen heeft als mr. drs.
de 22 lokale bijnamen in de rubriek "Haarlems Beleg" van het Haarlems Dagblad, 21-8-1985. De meeste door vorige generaties gebezigde en soms van grote fantasie getuigende bijnamen zijn 91
inmiddels vergeten. Sporadisch is op dit terrein veldwerk verricht. In de dertiger jaren zijn door twee onderzoekers in de Zaanstreek lijsten samengesteld, die aangevuld door publicist K. Woudt ongeveer 1.000 vermeldingen bevatten en zijn gedeponeerd in het Gemeentearchief van Zaanstad, maar zelfs dit aanzienlijke aantal is niet meer dan een fractie van de ooit gebruikte aanduidingen. Bekend is het onderzoek van taal(1)
(2)
(3) (4)
(5)
(6)
92
kundige professor Van Ginneken en zijn medewerkers in Waterland, waarbij een indeling werd gemaakt in een aantal rubrieken. Onder meer: ontleend aan diernamen (in Heemstede: de paling, bokkie bé, de kat de buffel); ontleend aan eten en drinken (in Heemstede bijv.: slikkie slakkie, Cats, snijkoek, oliebol, krentebol, kliekje roode kool); typerende uitroepen (in Heemstede: Jan Potverdomme, Ho ho, Heeft u? etc.).
"De eerste cognomina, die gewoonlijk betrekking hadden op een lichamelijke of morale karakteristiek van een individu, werden erfelijk en dienden aldus om de verschillende families binnen een bepaalde gens te onderscheiden. Degelijke cognomina zijn bijv. Pulcher(de Schone), Maximus (de Grote), Brutus (de Lompe), Dentatus (met de dikke tanden), Lepidus (de Elegante). Van de republiek af werd soms aan dit cognomen nog een tweede toegevoegd, meestal als beloning voor een persoonlijke heldendaad (bijv. Afrikanus, Asiaticus, Numidicus, Corvinus); dit cognomen wordt ook agnomen genoemd" (Grote Nederlandse Larousse Encyclopedie). Barbarossa werd ook de bijnaam van twee Algerijnse zeerovers en broers die omstreeks 1500 leefden. Operatie "Barbarossa" is voorts door Hitler als naam gekozen voor het Duitse veldtochtplan tegen de Sowjet-Unie om er het karakter van een kruistocht aan te geven. Uit: Het register van criminele sententiën uitgesproken door het gerecht van Haarlem. Uitgegeven door B.M.J. Speet Haarlem, 1989. Een losse greep: dominee, doodgraver, praatmachine, padvinder, poortwachter, kroonprins, gladjanus, benjamin, zwarte Elco, pittige polderjongen, ijskonijn, Elco Beton, minister Piep (vanwege zijn strijd tegen sluikreklame op televisie, Elco de verschrikkelijke, Brinky-bright-boy. Voor zover bekend was hij de enige burgemeester met een algemeen bekende bijnaam. Weliswaar werd blijkens een bericht in "Vrij Nederland" van 7 september 1968 AG.A. van Rappard in zijn studententijd "Tutti" genoemd (zoals zijn broer, de latere burgemeester van Gorinchem "Frutti"), maar deze bijnaam is nimmer in Heemstede aangewend. Door een gepensioneerde postbode is een overzicht met bijnamen met betrekking tot Bennebroekers toegezegd. Ten slotte worden aanvullingen van lezers ten behoeve van het archief op prijs gesteld. Hans Krol
Van een aantal bijnamen is de herkomst bekend. Eén voorbeeld NSB-burgemeester Van Riessen was een fel heerschap en zeer klein
helemaal niet te inspecteren, maar naar mijn gulp te kijken". Dit verhaal deed snel de ronde in onze gemeente en de bijnaam "Flip de
van stuk. Tijdens de bezettings-
gulpenkijker" was geboren (5).
jaren voerde hij verplicht wacht-
De volgende lijst met in totaal een
lopen in, waarbij men met z'n
kleine 200 bijnamen is verdeeld in
tweeën moest waken ter voorkoming van sabotage. Eens ging de
4 kategorieën. Van een aantal wordt de (vermoedelijke) betekenis
burgemeester kontroleren. Een lan-
vermeld; begrijpelijkerwijs blijven
ge man moet toen tegen Van Riessen gezegd hebben: "U staat
de eigenlijke familienamen op enkeIe uitzonderingen achterwege (6).
A
Bijnamen afgeleid van iemands uiterlijk/lichaamsbouw/kteding
kale Dirk - Karel de Kale - rooie - rooie Dirk - rooie Piet - kromme kromme Hein - kromme Kruk - lange - lange Joop - lange Toon - lange Klaas - scheve Dirk - schele Piet - zwarte Klaas - brammetje (was klein en dik) - buikie K. -Erdal (naar bekend schoensmeermiddel had deze persoon zijn naam te danken aan zijn glanzende haardos) - Ali Baba -
(bijnaam voor destijds enige neger in de Indische Buurt) - Neus - de Lord - Spijker (liep altijd kaarsrecht) - blauwe neus - schele Anne blank om één (iemand met één oog) - vette Jaan -baklip en prutlip (vanwege zware onderlip) - 't herenkind (was keurig gekleed) - papbuik hondekop - Malchus of eenoor (had één oorschelp) - krummel {klein van postuur) - bocheltje - kuif - Jan knak of de poot {trok met één been). B. Bijnamen ontleend aan het beroep of iemands maatschappelijke positie
"Baas" de Wilde-JanbaasNeeskens- Gerebaas(G. van der Weiden) de pers (journalist Suerink) - broekend (tuinbaas van Meer en Berg; een wat gedrongen figuur vergeleken met de onderstam van een boom (=broek) - Ere van Bakel (assisteerde bij de eredienst in de kerk) - knors (was slachter in de Glip) - Heintje Peerd (lid van de paardenbrigade der marechaussee) - de wurmendokter (vroegere
hoofd van de gemeentelijke plantsoendienst) - peultje (een hovenier) Piet de koetsier - poepiedik {baggerde in de vaarten en vervoerde deze bagger naar de tuinders) - spruitje (groenteboer) -blikken tuut (ketellapper) - blauwe (eigenaar van een café in de Glip) -bijenprik
(was imker) - schoenfrik (was schoenmaker) - de olieman -meelmuis 93
(molenaarsknecht van Hoeker) - Teun de teerkwast (hield de wissels der stoomtram in goede staat) - Gerrit de rekenkrabber (ruimde paardemest op) - Piet de beer (vervoerde afval, zand en mest) - de paardenpotenschilder (was schilder) - Jantje 't Zeegat (Jantje Hendrikse van bierhuis 't Zeegat) - Grietje van de freule (huishoudster van jonkvrouwe W.F. van der Goes ofwel "de freule" - de zingende schillenboer. C. Bijnamen afgeleid van iemands gedrag, eigenaardigheid of bijzonderheid Wijwaterbakkie (stond met z'n mond open achter in de kerk) - Pang G. (liet in de armenbank van de kerk regelmatig een wind) - kijkuit (stond vaak aan de voordeur) - pros (hield van opscheppen - Jan pros- Cats (dronk veel van een destijds bekend elixer afkomstig van de firma Cats en zoon uit Pekela in Groningen) - Piet de spuger - glazenwagen (iemand die fragiel was) - Jan kijk in de vaart (keek altijd in de Bleekersvaart) - Jan de tippelaar (maakte lange wandelingen) - dolle Cees (vanwege stoutmoedig optreden) - Pietje snot (gebruikte nooit een zakdoek) - malle Kee (was zwakzinnige vrouw) - lekkereten - Ho ho (had als stopwoord: ho ho) - Jan Potverdomme (vloekte veel) slikkie slakkie (at rauwe eieren) - Adam kwijl (kwijlde veel) - de clown (Niek Martin) - de slinger (Kees Ruigrok slingerde als voetballer veel over het veld) - de slapert (sliep meer dan hij wakker was) - grote klomp (droeg grote klompen) - Jan krent (zuinige man) - de komiek (entertainer Jan Toledo) - Jan kijk in de hoogte ofwel de sterrenkijker (had een oogafwijking en stond vaak naar de hemel te turen) - Piet van onderen (noemde men aldus omdat hij bij het biljarten de bal vaak van onderen raakte) - Jan de kip (maakte een kakelend geluid) - zes gebakken flenzen en ijzeren aap (Apie Prins) - paling en aal (vader en zoon. Laatstgenoemde liep twee passen achter zijn vader, een echte gladekker ofwel gladjanus). D, Overige bijnamen en van onbekende oorsprong dolle Harry - dolle Gerrit - dolle P. - dolle Hein - de koekoek - de verrekijker - bokkensoep (slachtte bokken) - neut - jubelteen steltebek - Pilatus - de patriarch - moeder overste - suikerpik klapstoel (omdat deze ooit door een stoel zakte) - mozes - beundert Pa Pinkelman - Paulus de boskabouter (politieman die vaak achter kleine jongens aanzat) - de knor - de dot - kopschijf - de prof - de glimmende - zevenbult - klein Houtje - Kaatje Blotekont - bokkie bè 94
likkepot - Poerkie - snijkoek (won ooit bij het schaatsen een snijkoek) oliebol - kippennaaier - Pietje fluit - de kat - steile Dirk - de Pruiken sneltrein - stinkie - krentebol - Frans Heetwater (omdat in de oorlog mensen heet water bij hem konden ophalen); dezelfde persoon kreeg later een tweede bijnaam: de martelaar, nadat hij in een overmoedige bui had gezegd: "ik heb vroeger wat afgemarteld" - de kneu - oetjebon
- walmpot - blauwe Piet - de duikboot - de arme rijkaard - hoejen - Mie de Kat(er) - lijkenrover - kanten Carel - Paarlen Mien - Adam Kiele
Kiele - Drol drie - ijzeren Bart - Titor - de buffel - eenhoorn - de terpentijnpisser - kliekie rooie kool - Heeft u? - pootje poetje - de taaie - poppedijn - troedel - manus - snouwkie - de braier - vette lap - Bali lempie - de snijer - Henk Stap - Piet Eentjes - Jan Krent - Piet de poeper (schuinsmarcheerder) - snoepie - Dirk sigaar - de Nees Portemonnaie - baluwe Bert - hangbil - zilveren pik - naaikap - Naatje Roe - Koekeneeltje •• de salonaap - Mie Roet (zou de beste speelster van wasserij Peeperkorn geweest zijn).
De IJskelder van Vredehove in Bcnnebroek Op blz. 67 van de vorige VOHBNieuwsbrief (no 72 van mei 1992) werd een ansichtkaart afgedrukt met de vraag van de redactie:
Bennebroek met de Herenweg ?. Op de jaarvergadering van dinsdag
26 mei j.l. had de heer J. de Groot al gelegenheid antwoord op die vraag te geven. De weergegeven kaart geeft een beeld van de Bennebroekerlaan richting kruispunt bij De Geleerde Man. We kunnen dit restaurant op de foto rechts in de verte nog zien. Aan het einde van de linkerrij hogebomen zien we één van de twee schamppalen
(kanon-lopen) op de hoek van de Rijksstraatweg, die later bij de verbreding van het kruispunt zijn verwijderd. De grote villa aan de linkerzijde is Huize Vredehoeve (of Vredehove) op de hoek van genoemde laan en de Rijksstraatweg. Deze foto moet genomen zijn vóór 1931, want in mei van dat jaar ging de villa in vlammen op. Het huis is later in gewijzigde stijl weer opgebouwd en heet nog altijd Vredehoeve. Het is thans in gebruik als kantoor- en bedrijfsgebouw. Het enige dat van het oude Vrede95
hove nog is overgebleven is de ijskelder11, die thans gesitueerd is achter de villa Vredeheuvel, gebouwd in een deel van de vroegere tuin van Vredehove langs de Rijks-
straatweg. Er is (nog) niet bekend tot wanneer deze kelder echt als ijskelder in gebruik geweest is. Mogelijk heeft deze als zodanig al dienst gedaan voor de bewoners van Huize Duinlaan. Het gehele terrein van het vroegere Vredehove was aanvankelijk namelijk een onderdeel van de grote Buitenplaats Duinlaan. In de loop van de vorige eeuw werd het daarvan afgesplitst21.
jacht geschoten wild (koel) er in te bewaren. Vredehove heeft in het verleden illustere bewoners gehad. Eind vorige eeuw woonde een aantal daar een kleinzoon van Baron van Verschuer van De Hartenkamp, Karl Graaf von Spaur uit Oostenrijk. Ook hij zal de ijskelder voor het bewaren van wild gebruikt hebben, want hij was een verwoed jager. Bij het zien van de betreffende ansichtkaart gaan bijna automatisch de gedachten terug in de geschiedenis van de buitenplaatsen Vredehove en Duinlaan. Laten we het deze keer bij dit korte verhaal daarover laten. Wie weet na wat onderzoek, in een volgende Nieuwsbrief wat meer interessante informatie over dat stukje Bennebroek. Zou daarvoor belangstelling bestaan? M. Verkaik 11
De ijskelder in Bennebroek, overwoekerd met klimop. De ingang (zie deur) is in de recente tijd aanmerkelijk vergroot. Het is wel bekend, dat de bewoners van Vredehove de ijskelder vroeger gebruikten om het tijdens de
96
21
In het boek"IJskelders" van A.W. Reinink en J.G. Vermeulen (1981) vinden we enige technische informatie over deze kelder. Zie ook "Bennebroek, beeld van een dorpsgemeenschap van Mr. J.W. Groesbeek (1982)
9 mei 1992: De VOHB bezoekt Hageveld; een impressie College Hageveld staat op de
het bovengedeelte van de impo-
plaats van het vroegere Bernadi-
dakgoot en een immense koepel. Architect Jan Stuyt had heel goed
sante binnenkoepel. Er is nl. een vloer aangelegd boven het verlaagde plafond, zodat je de schildering van Prof. Hubert Luns nog steeds kan bekijken en de twaalf apostelen: "Dit zijn heilige mannen die
begrepen dat Bisschop Carlier een
de Heer heeft uitgezocht Niet jullie
seminarium wilde van allure. En zo
hebt mij gekozen maar ik heb jullie gekozen". Dan, tot slot, de Paarse zaal, geheel intact gebleven en nu gebruikt voor allerlei plechtigheden, o.m.
tenklooster "Porta Coeli" {^"Hemelpoort"). Een gebouw van 152
meter bij 132 meter, met 3V£ km
is 't gekomen! Sinds MCMXXIII, zoals op de voorgevel staat. De naam Seminarie Hageveld is van Velsen-Zuid (1817-1847) via
Voorhout (1847-1923) naar Heem-
voor examens.
stede meeverhuisd. Latijn, Grieks, Nederlands, Frans en Geschiedenis waren jarenlang
College Hageveld heeft 700 leerlingen. Zij zijn de hoofdgebruikers van de ruime gangen en lokalen. Wat niet in gebruik is voor de school, heeft een andere bestemming: Noordhollandse Bestuursacademie, Scholenburo en woonruimte voor meer dan honderd personen, (w.o. religieuzen uit Bos-
de voornaamste vakken voor de 400 seminaristen. Studeren doe je in de lessen en gedurende 2 uur
per dag in de studiezaal, dat was het pedagogische credo. Daarbui-
ten mocht het niet! Dus veel vrije tijd voor toneeluitvoeringen, muziek etc. De VOHB stoet, met de enthousiaste heer D. Dekker voorop, kreeg het allemaal voorgeschoteld: slaapzalen (van vroeger), de eetzaal (nu gymlokaal), de koepel met het verlaagde plafond (vroeger kapel, nu toneelzaal), de kleine altaren (nu bibliotheek), de Sa-
beek en Alverna). Rest mij een woord van dank, namens de VOHB, aan de heer Dekker, die de personificatie lijkt van de Hagenveldse spreuk: "In fide nihil haesitans", "In geloof nooit aarzelen". Gerard Schuitemaker
cristie (nu redactielokaal) en vooral 97
Literatuur 'Hageveld' Naar aanleiding van de excursie op 9 mei naar Hageveld (zie verslag elders in dit blad) treft u een beknopt overzicht aan van de boeken die over dit semenarie zijn verschenen. Over Hageveld is veel geschreven. In 1917 verscheen het 'Gedenkboek uitgegeven bij het eeuwfeest van het Seminarie Hageueld', sa-
mengesteld door Mgr. H.J.M. Taskin. Het Hageveld van na 1917 wordt uitvoerig beschreven in 'Hageveld, 162 jaar balanceren tussen mores en sores' (redactie en interviews: René Boumans. Joost Divendal en Stephan Steinmetz). Persoonlijke herinneringen aan Hageveld (omstreeks 1950) zijn door Leo de Ridder vastgelegd in 'Koffers op Hageueld'. Dit boek verscheen najaar 1987 in een oplage van 150 exemplaren. Uit 1973 dateert de publicatie van G. Weel en J. Divendal: Het derde Hageueld: uitgave bij het 50-jarig bestaan van het bisschoppelijk seminarie te Heemstede. Michel van der Plas was in de oorlogsjaren leerling op Hageveld. In het boek 7n de kou' - waarin hij samen rnet Godfried Bomans her-
98
inneringen ophaalt aan hun katholieke jeugd - komt ook het leven op het Seminarie Hageveld ter sprake. Voorts heeft Van der Plas zijn jaren op 'Hageveld' beschreven in het boek 'Onderdak zonder dak, flarden van een jeugd'. Ook Bertus Aafjes heeft 'Hageveld' bezocht. In zijn boek 'De sneeuw uan weleer; jeugdherinneringen' komt het seminarie ter sprake. Naast deze boeken zijn er omstreeks 1923 veel artikelen geschreven over de bouw van Hageveld te Heemstede: onder andere in de Katholieke Illustratie, het blad Sint Bavo en Bouwwereld. In 1984 verscheen een bouwkunstscriptie van Kees Veelenturf: A/schermi'ng en beslotenheid in het klein-seminarie Hageveld om-
streeks 1923-1930
(Universiteit
van Amsterdam). Deze boeken en tijdschriften zijn alleen nog antiquarisch te verkrijgen. Belangstellenden kunnen ze echter raadplegen bij de Gemeentelijke Openbare Bibliotheek te Heemstede. KdR
Nieuwe leden vanaf 01-04-92 tot 1-07-92 BENNEBROEK R va n Baarse n RL van der Eist A Grijpstra-Lucke CM.T. Lommerse Y. van der Meer J.P. Teeuwen KW. Vegter J. Verduyn N.C. Vreenegoor P. de Vries H. P. de Winter M. P. van der Zwet
HEEMSTEDE AM. v.d. Aar-Schouten
W.Bakker AJ.H. Kuijt P.N. Oeberius Kapteijn
H. Kres O. van der Klooster P. Hulsbos E. Sanders LJ. Serne D. Stevens-Drost Dhr. en mevr. Andre de la Porte F.M. van Zijl HAARLEM J.A v.d. Goes A Staphorst
NIEUW VENNEP G. van Dijk
ZWAANSHOEK N. Kiljan
99
Voor beide foto's zie tekst artikel De IJskelder uan Vredenhoue in Bennebroek.
100
Nieuwe leden vanaf 08-01-92 tot 1-04-92 HEEMSTEDE J.J. Booms M.C. Jansen G.M. Out-Boon W.R. Hugenholtz R J. J. Boddeke J.H.G. Koreman RL van Delft L Bekman
G.M. Freeke E. Sanders P.J. van Rijn P.H. van den Bos
AMSTELVEEN LA. de la Hayze SCHAGEN E.M. Boon van Ostade - van Lent DEN HAAG F.M. Vas Visser
Oud-Heemstede-Bennebroek
19e jaargang No. 74 November 1992
Bestuur:
G.J. Schuitemaker, voorzitter IJssellaan 7, 2105 VA HEEMSTEDE tel. 023-288916
Mevr. LM 't Hooft-van der Lindea Wilhelminaplein l, 2103 GS HEEMSTEDE
AJ. Olthaar, secretaris Clipper Dreef 82, 2104 WL HEEMSTEDE tel. 023-292824
J.LP.M. Krol, archivaris Joh. Verhulstlaan 26, 2102 XT HEEMSTEDE tel. 023-282977
K. de Raadt, penningmeester Kerklaan 49 b, 2101 HL HEEMSTEDE tel. 023-280641
Mevr. H. Nierhoff-Bax Lage Duin 2, 2121 CG BENNEBROEK tel. 02502-48014
GJ.H.M. van Gasteren, ledenadm. Meer en Boslaan 8 2103 VP HEEMSTEDE tel. 023-292231
tel. 023-292631
Redactie: H. Huijser C. Peper (eindredactie) W. Verspoor
Redactie-adres: Meerweg 6 2103 VC Heemstede
Contributie minimaal ƒ. 17,50 Giro 27.35.06 tn.v. de Penningmeester v.d. Vereniging Oud-Heemstede Bennebroek te Heemstede.
Foto voorzijde: Fontein Valkenburgerplein die de suggestie oproept van een poort veelal aanwezig als entree van buitenplaatsen, kastelen en steden
foto Rob Slooten
pag.
Inhoud
101
Redactioneel
102
Premieavond 1992
103
Jaarpremieboek
104
Buitenplaats Valkenburg en fontein
106
De eerste Heren van Heemstede
110
Het Huis te Bennebroek
118
Nieuwsbladen van Heemstede
120
Beantwoording van vragen
123
Excursie 29 augustus 1992
125
Verslag Open Monumentendag 12 september 1992
127
Van het Bestuur
127
Nieuwe leden
101
Redactioneel In dit nummer allereerst een opwekking om de traditioneel geworden premieavond- uitreiking bij te wonen waar het boekje 'Heemstede- Berkenrode- Bennebroek; drie heerlijkheden in Zuid-Kennemerland' gepresenteerd wordt Uiteraard komt daarin ook het geslacht Pauw voor. In het hoofdartikel wordt ruime aandacht geschonken aan de eerste Heren van Heemstede en hun voorgeslacht die zich onder andere gevestigd hadden in Holy nabij Vlaardingen. In oude perkamenten uit 1284 wordt voor zover bekend de eerste maal Heemstede genoemd Tevens wordt afgerekend met in de literatuur ten onrechte vermelde Heren van Heemstede.
102
Meer actuele geschiedenis over de nieuwsbladen van Heemstede, die het laatste jaar veel aandacht gaven aan de fontein op het Valkenburgerplein. Vanuit de historie van de oude buitenplaats Valkenburg wordt het ontwerp van de fontein toegelicht Naast de vermelding van het premieboekje aandacht voor een afzonderlijk geschrift over Bennebroek met name over het Huis te Bennebroek Het verschijnen in één maand van twee boekjes: alsof het geen belangrijke gemeenten zijn! CPeper
Premieavond 1992 Uitnodiging voor de Premieavond
4. Inleiding door de heer J.H.C.
Beelen, een telg uit een oude blekersfamilie, over het fenomeen bleken in het oude gewest Holland en in Kennemerland in Parkeren is mogelijk aan de achhet bijzonder. terzijde van de kerk aan de Ako5. Na afloop van de bijeenkomst is nietenlaan. er verkoop van de premie tegen Aanvang 20.00 uur; zaal open de gereduceerde prijs van ƒ 10,19.30 uur tegen inlevering van de ingesloten bon of tegen de normale Agenda:
op dinsdag 24 november 1992 in de Kerkzaal van de Gereformeerde Kerk aan de Rijksstraatweg 85.
1. Opening door de voorzitter 2. Overhandiging van de Jaarpremie met een toelichting door één van de auteurs, de heer
H Krol. De Jaarpremie is getiteld "Heemstede-Berkenrode-Be nnebroek, drie Heerlijkheden in Zuid-Kennemerland" 3. Pauze
verkoopprijs van ƒ 18,- per exemplaar. Verder kan de Premie van 25
november 1992 tot en met 31 januari 1993 worden afgehaald in de raadhuizen en openbare bibliotheken van Heemstede en Bennebroek. Deze premie is ook verkrijgbaar bij de boekhandel in Heemstede en Bennebroek.
103
Jaarpremieboek 1992: Heemstede - Berkenrode - Bennebroek De jaarpremie 1992 die 24 november a.s. wordt gepresenteerd betreft een summiere geschiedenis van de gemeenten Heemstede en Bennebroek De titel luidt: "Heemstede - Berkenrode - Bennebroek; drie heerlijkheden in Zuid-Kennemerland". Auteurs zijn: Hans Krol, Cees Peper, Kees de Raadt, Maarten Verkaik en Cees Raateland. Het boek telt 108 bladzijden en bevat een dertigtal illustraties. Tot de afbraak in 1810 waren heerlijkheids- en dorpsarchief van Heemstede aanwezig in het "Hoge Huys" ofwel "Slof. Uit deze archieven heeft toenmalig burgemeester Willem Dólleman (17241800) met zorg in chronologische volgorde het verleden van Heemstede samengevat Dit manuscript dat met inbegrip van een register 400 beschreven bladzijden bevat is door gemeentesecretaris Willem Antonie Dólleman voortgezet tot
1863. Na in 1852 als hoofdmeester van de lagere school in Heemstede te zijn benoemd heeft de uit Delft afkomstige H.H.B. Binnewiertz zich
in de geschiedenis van zijn nieuwe gemeente verdiept en na een voordracht in een vriendenkring in 1854 een boek gepubliceerd on104
der de titel: "Heemstede". "Moge het slechts aan mijne Gemeentenaren behagen, mijn arbeid zou ruimschoots beloond zijn", schreef hij in het voorbericht van dit werk (dat 120 jaar na verschijning is herdrukt). Tussen 1874 en 1888 publiceerde F. Allan in vier lijvige banden een "Geschiedenis en beschrijving van Haarlem", waarin tevens hoofdstukken zijn gewijd aan Heemstede, Berkenrode en Bennebroek Het zou tot 1972 duren voordat wederom een algemene lokale geschiedenis van Heemstede in druk zou verschijnen, samengesteld door oud-rijksarchivaris der provincie Noord-Holland mr. J.W. Groesbeek, en getiteld: "Heemstede in de historie; leven, werken, handel en koehandel in de woonplaats van Emece". Dit door het Gemeentebestuur van Heemstede uitgegeven boek is sinds een aantal jaren uitverkocht reden voor de Vereniging Oud-Heemstede-Bennebroek thans een, zij het beknoptere, plaatselijke geschiedschrijving uit te geven. Ofschoon Heemstede centraal staat zijn tevens hoofdstukken gewijd aan Bennebroek en Berkenrode alsmede aan de Haarlemmerhout.
In de latere middeleeuwen strekte Heemstede zich uit van het Houtplein, dus met inbegrip van de Hout in het noorden tot de Kennemerbeek als zuidelijke grens met Hillegom. In 1466 stond heer Jan van Heemstede zijn rechten op bestuur en rechtspraak af aan de
bezitter van het kasteel Berkenrode. In 1796 is Berkenrode van ambachtsheerlijkheid een zelfstandige gemeente geworden om uiteindelijk in 1857 definitief met Heemstede te worden verenigd. Eén eeuw later, in 1957, is door de V.O.H.B. een jaarpremieboek gewijd aan "De geschiedenis uan de heerlijkheid Berkenrode".
Bennebroek behoorde in het verre verleden tot het grondgebied van Heemstede en is na het overlijden van dr. Adriaan Pauw in 1653 afgescheiden. Onder redactie van TJ.W.R de Haan verscheen in 1965 "Bennebroek-Vogelenzang. Bijdragen tot geschiedenis en volks-
leven uan een voormalig blekersdorp". Meer recent is een uitgebreide
geschiedbeschrijving: "Bennebroek; beeld van een dorpsgemeenschap" (1982), geschreven door mr. J. W. Groesbeek. In het jaarpremieboek 1992
tevens aandacht besteed aan de Haarlemmerhout vanwege de eeuwenlange verbondenheid met het burgerlijk bestuur van Heemstede tot de annexatie in 1927. Na een thematisch overzicht waar-
in een aantal saillante ontwerpen ter sprake komt zoals buitenplaatsen, herbergen, bedrijvigheid e.d, volgt ten aanzien van Heemstede een chronologische beschrijving vanaf de middeleeuwen tot de huidige tijd. Niet voor niets heeft een onlangs verschenen beleidsstrategie Heemstede 2015 als titel meegekregen:
"Op weg naar een nieuwe heerlijkheid". De Vereniging Oud-HeemstedeBennebroek hoopt met deze uitgave de belangstelling voor het zuidelijke deel van het gewest Zuid-Kennemerland met name óók bij jongeren te stimuleren. De verkoopprijs van het boek "Heemstede - Berkenrode - Bennebroek" bedraagt ƒ 18,-. Leden van de V.O.H.B. kunnen tegen inlevering van ingesloten bon tot 15 januari 1993 a tien gulden een exemplaar verkrijgen via de raadhuizen of bibliotheken van Heemstede en Bennebroek
wordt
105
Buitenplaats Valkenburg en de fontein Juffrouw Johanna Valckenburgh, ooit bezitter van de naar haar genoemde buitenplaats, heeft nooit kunnen vermoeden dat haar naam het laatste jaar onderwerp was in de regionale pers en tot discussie onder de bevolking heeft geleid door de plaatsing van de fontein op haar voormalige buitenplaats. Deze zomer werd onder grote belangstelling de fontein in werking gesteld Overdag zorgt de waterpartij voor een levendig aanzien van het plein, in het donker roept het de mystieke sfeer van het verleden op. De eerste gegevens van de buitenplaats gaan terug tot 1623 en 1624 waar Jacob Brouwer in twee partijen de buitenplaats aankoopt bestaande uit 'een huysinge, hofstede en boomgaard'. In 1640 komt het in bezit van Johanna van
koopt Er treedt dan een bloeitijd op voor de buitenplaats. Tot dan was de begrenzing van de gronden hoek Camplaan, Voorweg en de wildernis - het huidige Groenendaal -. De Graeff kocht in 1697 het ten zuiden gelegen buiten 'Duin en Dorp' aan 'een welbeplante boomgaard met huysinge'. Tenslotte werd de aangrenzende
herberg Het Wapen van Heemstede aangekocht Door deze terreinuitbreidingen waren de bezitters diep het dorpscentrum binnengedrongen. In het midden van de 18e eeuw werd het buiten als volgt omschreven: 'een heerenhuysinge, thuynmanswoning, stalling, koetshuis, menagerie, cabinetten en achtkan-
tige koepel' met alle daarbij behorende landerijen, genaamd 'de Lage Weyde' en 'de Horst'. Het buiten wisselde nog een aantal malen van eigenaar tot het in 1788 in bezit komt van Gerard van Hogeveen voor ƒ 15.000,-.
Valckenburgh weduwe van sinjeur Hans Vianen. Zij hertrouwde met de heer Charles Loten. Onder deze bewoners breidde het buiten zich aanzienlijk uit In 1675 dreigt de In 1790 gaat het over in handen buitenplaats versnipperd te wor-
van Christiaan Gotthelf Meijer voor
den doordat het in bezit komt van drie eigenaren. Het onheil wordt afgewend doordat Pieter de Graeff, vrijheer van Zuid Polsbroek in 1684 zijn mede-eigenaren uit-
ƒ 17.500,-. Het buiten moet behoorlijk van aanzien zijn geweest en in goede staat hebben verkeerd
106
gezien de koopsom. Door welke motieven mensen gedreven wor-
den is vaak moeilijk te onderkennen, laat staan te achterhalen. Dit geldt met name voor het motief van de afbraak van Valkenburg en Duin en Dorp. Met dit feit komt in 1790 een einde aan deze luisterrijke plaizierplaats.
aantal kunstenaars werd aan drie van hen gevraagd een ideeënschets in te zenden voor een ruimtelijk object niet een verdichtende werking, waarbij het element water onderdeel moest uitmaken van het object Bovendien moest het passen in de locatie van een rotonde.
Valkenburgerplein Sedert 1922 draagt het plein deze naam. Deze werd nieuw leven ingeblazen door de plaatsing van de fontein. In een voorselectie van een groot
In een gesprek met Karola Veldkamp, die de opdracht kreeg het project uit te voeren komen achtergronden en motivatie die tot haar kunstwerk leidde naar voren. Een belangrijk punt stond bij Karola
Veldkamp voorop: het verleden
Het plaatsen uan de bogen en bassinrand april 1992. De funderingsplaat was reeds in het najaar van 1991 gestort Het plein heeft er een halfjaar 'ontsierd' uitgezien tot ongenoegen van de omwonenden.
foto V.C. Klep, 1992 107
zichtbaar maken om de relatie te leggen naar de voormalige buitenplaats. Een ruimtelijk aspect was de aanwezigheid van de dominerende kerk met de omhoog rijzende toren op het plein. Ook deze elementen moesten in relatie staan tot het nieuwe object Gekozen werd voor een ronde vormgeving die aansloot bij de vorm van de rotonde in de vorm van het bassin. Elementaire tijdloze aspecten moesten vorm krijgen. Water, verdichting in de vorm van waterstromen
die vernevelen en de weerkaatsing
daarvan door licht in de vorm van
een regenboog. Deze moest de suggestie oproepen van een poort veelal aanwezig als entree van
buitenplaatsen, kastelen en steden. Hierdoor werd mede de relatie gelegd naar het verleden. Doordat de regenbogen zich spiegelen in
het water van het bassin krijgt het object een dubbele functie, de
reeële situatie en die van het vergankelijke, het verleden. De
omgekeerde volgorde van de kleuren van de gestyleerde regenbogen
geven de suggestie dat de lichte kleuren het effect geven dat deze
Fontein fai) nacht dat een mysterieuze suggestie wekt naar het verleden
van de buitenplaats Valkenburg foto Rob Slooten 108
zich los maken van de ondergrond en omhoog stijgen. Dit effect wordt mede versterkt door de afgeknotte marmerschijven op de regenbogen; zij herhalen het effect van de omhoogrijzende kerktoren. De keramiekelementen van de regenbogen symboliseren de aardewerken gebruiksvoorwerpen die op talloze plaatsen zijn opgegraven en zichtbaar verwijzen naar het dagelijks leven in het verleden. De vorm
van afgeknotte schijven verwijzen eveneens naar het verre verleden. In die tijd werden beelden uit marmer gehouwen en verweer van dit materiaal toont de tand des tijds aan. Het afgeknotte aspect verwijst naar de vergankelijkheid. Voor Karola Veldkamp speelt een toevallige factor, in de tijd gezien, een
afbraak in 1790 en de opdracht tot het vervaardigen van de fontein in 1990. Het zichtbaar maken van het verleden heeft met dit gegeven een belangrijke rol gespeeld. Een aardig aspect is dat een Heemsteedse kunstenaar de opdracht
kreeg, maar dat ook twee~Heemsteedse bedrijven nauw betrokken waren bij de technische uitvoering, namelijk Nimis voor de betonbouw en het ingenieursburo Fehres voor de fonteininstallatie. Het aanzien van de fontein op deze historische plaats geeft overdag de veelkleurigheid van het dagelijkse bestaan aan en in het donker de mysterieuze werking van het verleden. Ce es Peper
belangrijke rol namelijk de tweehonderd jaar die ligt tussen de
109
De eerste Heren van Heemstede en hun voorgeslacht (circa 1250 -1346) Deel l Toen Adriaan Pauw, als ambachtsheer van Heemstede, zijn kasteel verfraaide liet hij omstreeks 1648 op een thans spoorloos verdwenen steen in de latijnse taal een tekst beitelen, waarin beknopt de geschiedenis van Huis en Heerlijkheid was beschreven. Vertaling van de eerste regels luidde: "Het slot te Heemstede, in zijn eerste opbouw, is tussen 1200 en 1300 met een grondgebied beleend In 1346 is het begiftigd met volle rechtspraak. Door de ongunst der tijden is het in 1393 en 1404 tweemaal verwoest (...)". De oudste charter die in het Heerlijkheidsarchief van Heemstede is overgeleverd stamt uit 6 september 1346, op welke datum ridder Gerrit (Gerard) van Heemstede na het overlijden van zijn vader Reinier door keizerin Margareta met het voorvaderlijk landbezit is beleend. Inhoudende: het Huis Heemstede, 45 morgen in het ambacht van De Lier, alsmede het ambacht van Heemstede, gelegen tussen het land van Jan Sceve en Willem van Tetrode, de Haarlemmermeer en de Hout Tot de eerste verwoesting van het 110
kasteel tijdens de Hoekse en Kabeljauwse twisten zijn in totaal 8 authentieke akten in Heemstede bewaard gebleven (inventaris Van Doorninck nrs. l, 2,3,4, 368,369, 412, 465). De Haarlemse metselaars (= slopers) deden hun werk zo grondig, dat er "stock noch stake staan blive". Het lijdt geen twijfel dat aan deze charters in de loop der eeuwen bijzondere aandacht is besteed, hetgeen niet wegneemt dat bijvoorbeeld de oorspronkelijke akte van belening zowel in het Heerlijkheidsarchief als in de Grafelijke kanselarij verloren ging. In voornoemde oorkonde uit 1346, in afschrift tevens bewaard in het register (nummer 49) van de Hollandse Leenkamer (Algemeen Rijksarchief) staat vermeld dat Huis en Ambacht van Heemstede en 45 morgen land in De Lier reeds door de vader van Gerrit: Reinier van Heemstede van de graaf van Holland in leen werd gehouden. Voorts wordt in deze charter gesproken over brieven die reeds uit de dagen van graaf Floris V stammen. Dit betekent zoveel als dat Heemstede ergens tussen 24 juni 1266, het begin van de regering van Floris V,
en 23 juni 1296, het tijdstip van schijnlijk dat in de 10e - 12e eeuw zijn gevangenneming, aan een landjonker - zijn naam wordt niet
verspreid over het latere territoir
van Heemstede enkele boerderijen en houten huisjes hebben gestaan. Op de schrale zandgronden heeft aan de hand van resterende archie- men zich met landbouw en veeteelt ven niet te traceren valt, zijn er beziggehouden en langs het Spaarminstens drie argumenten aan te ne en meer zuidelijk (Bennebroek) voeren die doen vermoeden dat aan turfgraverij gedaan - een actideze datum dichter bij 1296 dan viteit tevens verricht door burgers 1266 ligt van Haarlem - welke activiteit na 1. In de rond 1281 opgestelde lijst ongeveer 1477 onmogelijk is gevan leenmannen van graaf Floris worden door het uitgeput raken V komen drie telgen Van Hoyle- van het veen, aldus een bericht in de voor, nochtans géén van de "Informacie" van 1494. Heemstede Voor 1245, in welk jaar Haarlem 2. Vermoedelijk is Reinier van een aantal privileges (stadsrechten) Hoylede alias Reinier van Hoyle- ontving van graaf Willem II - in de in Delfland geboren tussen 1274 zijn deze vergunningen nog omstreeks 1260 en 1270. Zelfs uitgebreid door diens zoon Floris al is hij als jongeman naar het V- behoorde het "Haarlemmeramnoorden getrokken om zich hier bacht" (met Spaarndam en Spaarnaan het Spaarne te vestigen, woude in het noorden en Heemheeft hij enige ontwikkeling moe- stede/ Ben nebroe k in het zuiden) ten doormaken alvorens hij vol- tot de grafelijke domeinen. Nadien doende vertrouwen van graaf is de lagere regeermacht op het Floris V had gewonnen om als platteland rond Haarlem, verdeeld leenman van een nieuw am- in ambachten, aan edellieden in bacht te fungeren; leen gegeven door de landsheer 3. Het oudheidkundig bodemon- ofwel graaf van Holland. Bloederzoek van 1947 wijst op de mendaal en Zandvoort kwamen eerste bouw van het Huis te o.a. in het bezit van de heren van genoemd - in leen is gegeven. Ofschoon het jaartal van belening
Heemstede aan het eind van de dertiende eeuw.
Eerste vermelding van plaatsnaam Heemstede in 1284
Brederode en Heemstede van de heren van Heemstede. Sedert de belening door graaf Floris V sprak
men ook wel van "de banne" (=rechtsgebied) van Heemstede.
Tot de heerlijke rechten (die pas in Ook al ontbreken duidelijke bewij-
de Franse tijd merendeels zijn
zen hiervoor is het niet onwaar-
afgeschaft) kunnen worden gere111
kend: het dijkrecht, jacht- en visrecht windrecht maalrecht, zwanendrift, tienrecht recht van veer, recht van collatie (benoemen van schout, schepenen, predikant onderwijzer etc) alsmede de lagere jurisdictie of rechtspraak Voorzover heden bekend dateert de eerste vermelding van de naam Heemstede (in Zuid-Kennemerland) in oude perkamenten uit 1284, al of niet toevallig hetzelfde jaar dat de belening van Berkenrode door graaf Floris V plaatsvond aan Jan, dochter van Aleide, woonachtig in Haarlem. Willem Dirkssoon bezat in 1284 van de heer van Tellingen in leen éénderde van de koren- en vlastiende van Heemstede. Elders wordt dit leen toegekend aan Willem Badelogen, zoon van Heemstede (1). Er zijn weliswaar oudere akten bekend waarin sprake is van
lenen buiten de zuidelijke "uterste veste van Haarlem", met andere
woorden het grondgebied van Heemstede. Bijvoorbeeld de dato 20 januari 1250 ten aanzien van Jacob van Hilsebroek, poorter van Haarlem, doch de naam "Heemstede" ontbreekt daarin. Eerst in de veertiende eeuw komt de plaatsnaam veelvuldig voor en kunnen we, rekening houdende met een
inwoners van Heemstede. De eerste huizentelling in Heemstede, dat tevens Bennebroek en de Hout omvatte, had plaats in 1477, bij het overlijden van Karel de Stoute. Geteld werden in totaal 65 haardsteden, hetgeen neerkomt op tussen de 300 en 350 inwoners.
Relatie tussen Hoylede en Heemstede Het is de verdienste geweest van professor dr. J.G.N. Renaud, onder wiens leiding het archeologisch onderzoek in het najaar van 1947 bij het Oude Slot plaatsvond, aan de hand van grondige archivalische research de origine van het geslacht Van Heemstede te ontdekken (2). Latere onderzoekers, zoals mr. J.W. Groesbeek en M. Thierry de Bye Dólleman (3), heb-
ben de familieband tussen Van Hoylede en Van Heemstede bevestigd In 1968 verscheen de voor ons
belangwekkende publikatie van C Hoek over de oudste heren van Hoylede (later Holy geheten) (4). Aannemelijk maar nog altijd niet
bewijsbaar is de relatie tussen de adellijke geslachten van Hoylede en Heemstede. Beide geslachten voerden hetzelfde heraldische wa-
ambachtsheer, schout kerk e. d.,
pen en in de dertiende eeuw de
spreken van een nederzetting of
voornaam Reinier. Hier kan ik
dorp. In die periode was het vrachtvervoer van de graaf binnen Hol-
thans een derde argument dat voor
land onder meer opgedragen aan
Zowel de eerste heren van Hoylede
112
deze stelling pleit aan toevoegen.
(met name de vermoedelijke vader van Reinier van Heemstede), als eerste ridders van Heemstede hadden land van de graaf in leen in De Lier en Haetskamp (bij Wateringen/Rijswijk). De Lier ligt op luttele kilometers van Holy en het is geloofwaardig te veronderstellen dat Reinier van Heemstede de 45 morgen in dat ambacht van de graaf in leen ontving op grond van
zijn herkomst uit Delfland Indien alle schakels in de genealogische reeks kloppen was Reinier van Hoylede de bedoud-
overgrootvader van de plaatselijk en landelijk bekende Gerrit van Heemstede. Laatstgenoemde wordt in 1344 wordt het eerst genoemd, werd twee jaar later ambachtsheer en heeft een belangrijke rol gespeeld in het grafelijk landsbestuur. Met hem en zijn nageslacht heeft de edele familie Van Heemstede zich in de latere middeleeuwen ontwikkeld tot een van de aanzienlijkste geslachten in Kennemerland. De voorbije twee decennia heb ik afschriften verzameld met relevante informatie uit archivalia en literatuur met betrekking tot de vroegste heren van Hoylede en Heemstede. Hiermede is het thans
mogelijk de door Renaud beschreven gegevens aan te vullen en uitte breiden, hetgeen in dit kader summier zal geschieden. Voor meer uitgebreide beschrijvingen van charters e. d. wordt belangstellenden verwezen naar het archief van de Vereniging Oud-Heemstede-Bennebroek.
In de historische literatuur ten
onrechte vermelde heren van Heemstede:
Reconstructie van de oorspronkelijke hoeven in de Holierhoekse polder, nabij Viaardingen, stamgebied van de heren uit hetadellijk geslacht van Heemstede (door
archeoloog C. Hoek, 1968)
AREND, SANDER, BORREUS, NICOLAES, ARNOUT, ALLARD, JAN {!), JAN (2) De genealoog mr. Stmon van Leeuwen laat in zijn "Batavia Illustrata"
(1685) het geslacht Heemstede aanvangen met "Arent van Heem113
stede, Ridder, wert vermeit anno 1330" (overgenomen door Halma, Kok, Allan e.v.a.). Cornelis de Koning wijdde zelfs een lofdicht aan deze ten onrechte veronderstelde stamvader (5). "(...) 'k Zie Arend aart het hoofd van
zoo ueel dapp're knapen, Hij streeft door vuur en staal, en draaft om roem en eer, Hij heeft op 't zilv'ren schild het adelijke wapen; Dus werd zijn trouw beloond door
Hollands opperheer (...)". Vermoedelijk heeft Van Leeuwen een vergissing gemaakt met Arend van Haemstede, zoon van Witte van Haemstede, heer van Moermont {bij Renesse) die van de graaf van Holland in 1339 vijf ambachten ontving, waaronder Hillegom. M.Z. Boxhorn in zijn "Toneel en beschrijving der steden van Hollant" (1634) schreef over Heemstede: "Daer wordt ghemelt van Sander, Borreus, endeNiclaes van Heemstede, ghebroeders in de brieven die ick ghesien hebbe geschreven in 't jaer 1334" (overgenomen door Binnewiertz, Al-
lan e.a.). Feitelijk wordt Borre aan het eind van de 14e eeuw vermeld als eigenaar van ridderhofstad
Heemstede in Utrecht, als zoon van Everard van Heemstede (1322-1392) en broer van Sander. Clays (Nicolaas) van Heemstede is vermeld op een Stichtse lijst met namen van 20 januari 1430. J.G. Kruisheer (6) noemt in regest 114
426 de dato 26 augustus 1269 een heer Amoud van Heemstede. Met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid wordt echter ridder
Arnoud van Heemskerk bedoeld, woonachtig in Haarlem van 1254 tot 1290. Allard van Heemstede. De historici Wouter van Gouthoeven (1636) en Simon van Leeuwen (1685) ontdekten al in de 17e eeuw op grond van het wapen een samenhang tussen de riddermatige geslachten van Holy en Heemstede. Onjuist was de conclusie dat het wapen van Muys van Holy
stamde van de heren van Heemstede. Van Leeuwen schreef: "Allart, jonger soone uyt den Huyse der Heeren van Heemstede, kreeg voor zijn vaderlijk erfdeel de hofstede van Holy bij Schiedam, waar van sijne descendenten de toenaam aangenomen hebben". O.a. dankzij een gepubliceerd vertoog van mr. Nicolaas Muys van Holy uit
1705 (herdrukt in 1856) zijn deze foutieve gegevens in de historische literatuur een eigen leven gaan leiden. Nog in 1968 is in opdracht van de Historische Vereniging Vlaardingen een boekje verschenen (7), waarin op grond van verkeerde bronnen Allard van Heemstede
wordt beschreven. Overigens al in 1915 toonde jonkheer dr. W.A. Beelaerts van Blokland (8) aan dat de oudste generaties van de 17e eeuwse genealogie door Van Leeuwen gepubli-
ceerd evident fout waren en dat het
te nemen dat genoemde Jeari de Hemstede iets uitstaande heeft met vangt met Jacob Muysz. die in het ons geslacht Van Heemstede, midden der 15e eeuw te Schiedam voorzover al een historische fileefde en niets uitstaande heeft guur (11). met de toren van Holy. Een en Jan van Heemstede 2. Uit enige akander is op grond van nader arten staat vast dat ene Jan van chiefonderzoek bevestigd door reeds Heemstede bottelier ofwel progenoemde C. Hoek in 1968. viandmeester was van bij het GraJan van Heemstede 1. felijk Hof ten tijde van Willem III W. Dólleman die een inventarislijst (1304-1337) en Willem IV (1337vervaardigde van kaarten en teke1345). Zo ontving hij blijkens een ningen van het Huis en de Heeroorkonde van 8 december 1339 lijkheid Heemstede vermeldde onvan zijn graaf "tot zijnen lijve, de der nummer 69, A (9). "Wapens visscherij in de Boekelsluys te van de Ridders op zeker Tournooy Akersloot" (12). Hij is bovendien spel te Rijsel in 1298, waer onder vrijwel zeker dezelfde die als opdat van Jan van Heemstede en volger van Reinier van Heemstede Woutier Hoeufft". (1332) in (tot?) 1346 staat geNader onderzoek leert dat op de registreerd in het repertorium op lijst van edellieden 22 baanderde lenen van de hofstede Haarlem heren {ridders met het recht tot het ten aanzien van de halve grote voeren van een banier), 15 ridders tiende van Assendelft in het rezonder vaandel en 17 schildknagister nr. 49 f. 72 van de Hollandse pen voorkomen. Onder de ridders Leenkamer (13), waarin sprake is zonder banier komt de naam voor van Jan van Heemstede Reiniersvan Jean de Hemstede, voerende zoon. Op basis hiervan is mijn het wapen van de heerlijkheid conclusie dat hij een tot dusver Heemstede. Door schrijvers over onbekende telg was van het geadeldom wordt het voeren van slacht Van Heemstede, die in teeenzelfde wapen gehouden voor genstelling tot zijn oudere broer een bewijs van de identiteit van het Gerrit geen ambachtsheer van geslacht Intussen is vastgesteld dat Heemstede is geweest de bij de naamlijst voorkomende In een volgende aflevering zullen geslacht Muys van Holy eerst aan-
alle tot op dit moment bekende
wapenkaart uitermate onbetrouwbaar is (10). Het is onmogelijk dat deze Jan van Heemstede identiek is met de bottelier van het Gra-
voorgeslacht van Gerrit van Heemstede de revue passeren.
venhuis, die in 1298 zelfs nog niet geboren was. Er is geen grond aan
Hans Krol
akten die betrekking hebben op het
115
Noten { 1) Namelijk in de zogeheten Teilingse lijst nr. 10, waarin Willem Badelogsoon van Heemstede het in 1329 nog op zijn naam heeft staan. Volgens het leenregister van graaf Floris V bezat deze persoon tevens lenen in Schoorl, Schoten en Aelbrechtsberg (Bloemendaal) Zie: S. Muller Hz., Het oude register van graaf Florens. In: Bijdragen en mededeeiingen van het Historisch Genootschap, 22ste deel, 1901 (nrs. 269, 288 en pagina 290). { 2) Deze gegevens zijn vastgelegd in hoofdstuk V van het boek: "De Heren uit het geslacht van Heemstede" (VOHB, 1952). ( 3} In (ongedateerde) aantekeningen over Heemstede door M. Thierry de Bye Dólleman (in gemeentearchief Heemstede) wordt de hypothese geuit dat Reinier van Heemstede een kleinzoon was van Reinier van Hoylede, zonder het onderscheid te maken tussen Reinier (in of vóór 1304 overleden) en Reinier, genoemd als "cnape" in 1315, evenmin rekening te houden met Florentius ofwel Floris van Heemstede in de stamboom. Voorts is de veronderstelling van mr. J.W. Groesbeek dat graaf Floris V Heemstede al in leen gaf aan stamvader Reinier van Hoylede zeer onwaarschijnlijk, omdat deze leefde tijdens de bestuursperiode van graaf Willem II, Rooms koning van 1247 tot 1256. Ook diens zoon Dirk of Diederick van Hoylede komt mijns inziens niet in aanmerking, omdat deze in authentieke akten enkel in relatie tot Delfland wordt gemeld. ( 4) C. Hoek, Twee middeleeuwse hofsteden in Vlaardingerambacht In: Jaarboek van het Centraal Bureau voor Genealogie, 22ste deel, 1968, blz. 124-159. ( 5) Cornelis de Koning LD.Z., "Heemstede". In: Geschied en letterkundige mengelingen. Haarlem, Bohn, blz. 194-196. ( 6) J.G. Kruisheer, De oorkonden en de kanselarij van de graven van Holland tot 1299. Deel II. 's Gravenhage-Haarlem, 1971, blz. 314. ( 7) A. Bijl Mz., De voormalige heerlijkheid Holy in Vlaardingen-ambacht Vlaardingen, 1968. Bijgewerkte herdruk van een publikatie uit het Jaarboek Centraal Bureau voor Genealogie, deel 19, 1965. ( 8) Jhr. dr. WA Beelaerts van Blokland, De toren van Holy in Vlaardingerambacht en het geslacht Muys van Holy, in: De Navorscher, 1915, blz. 441445 en 506-520. ( 9) zie: J.C. Tjessinga, Het slot van Heemstede onder Adriaan Pauw. Heemstede, VOHB, 1949, blz. 66. (10) zie: W.H. Hoeufft, Genealogie van het geslacht Hoeufft 1905, blz. 8-10. (11) J. Ruys, in "Wapenheraut", 19, 1915, ving zijn lijst der Heren en Vrouwen van Heemstede aan met Jan van Heemstede in 1298. Hetzelfde deed W.P.J. Overmeer in de bijdrage "Het Oude Slot te Heemstede" (Haerlem, jaarboek 1941): "Neemt men nu aan, dat de genoemde Jan van Heemstede, 116
aanwezig bij 't toumooispel in 1298 te Rijssel, de vader was van Reinier, dan (12)
(13)
ware de zaak opgelost" (pagina 63). J.C. Kort, Het archief van de Heren van Haarlem (1254-1321). 's-
Gravenhage, Rijksarchief in Zuid-Holland, 1976, bladzijde 7. P.L Muller, Regesta Hannonensia; lijst van oorkonden betreffende Holland en Zeeland (1299-1345). 's-Gravenhage, 1881, bladzijde 267.
Fragmentgenealogie Van Hoylede/Van Heemstede Generaties Heer Reinier van Hoylede l Diederic van-Hoylcde (vermeld 1269/1284) x voor 1269 Margriet heer Vrank Stoopdr. 3 Heer Vranc van Hoylede x
ver Alide (kinderloos)
Reinier van Hoylede alias Reinier van Heemstede (1) (overleden voer april 1304)
N.N. (vader van Dirc)
Dirc van Hoylede (vermeld 1346/1351) Floris van Heemstede (vermeld in 1304) x N.N. "Vrouwe van Heemstede"
Dirc van Hoylede (vermeld 1366)
l
Reinier van Heemstede als schildknaap vermeld 1315/1322 als ridder en heer van Heemstede overleden voor september 1346 x
Vrouwe Beatrise (leeft nog in 1362) 6 Gerrit van Heemstede eerste verm. 1344, heer van Heemstede sinds 1346 overleden in 1375 x!350 Maria van Polanen (4 kinderen)
Ctara van H. x circa 1350 Gerrit Dever
Machteld van H. x 1339 Willem Cuser
Jan" van H. (bottelier van het Grafelijk Hof)
117
N.B.
N.N. (=dochter van Reinier of Floris van Heemstede
x Wouter van Duivenvoorde (broer van Jan van Duivenvoorde)
(overleden in 1301) (1)
Het is ook mogelijk dat Reinier van Hoylede alias Reinier van Heemstede een zoon was van Reinier
van Hoylede, dus broer van Diederic van Hoylede.
De onderstreepte ridders waren (ambachts)heer van respectievelijk Hoylede {generatie 1,2) en Heemstede (generatie 3,4,5,6)
Het Huis te Bennebroek Over dit Huis en ook over enkele van zijn vroegere bewoners is eerder in boeken en artikelen wel geschreven. Nooit echter zijn alle wetenswaardigheden in een bock verzameld. Daarin is nu voorzien
De families, die sinds de 17e eeuw op het Huis gewoond hebben, passeren in chronologische volgorde de revue. In 't bijzonder
krijgen aandacht de familie Pauw
door het verschijnen van een boek met de titel: Het Huis te Bennebroek en z'n bewoners.
Aan het schrijven van dit boek heb ik uitgebreide literatuur- en archiefonderzoek laten voorafgaan. Vele foto's, kaarten en tekeningen verlevendigen het boek; het merendeel hiervan is nooit eerder in de publiciteit gekomen.
Op de omslag van het recent
verschenen boek zien we het Huis te Bennebroek, zoals RJ. Lutgers het omstreeks 1840 tekende (uit "Cezigten in de Omstreken van Haarlem"). 118
HKTHIHS TE BENNEBROEK EN Z'N BEWONERS
(vooral Adriaan Jr. en zijn dochter en kleindochter, die hem in de Ambachtsheerlijkheid Bennebroek opvolgden) en de families Nutges
en Willink, die gedurende twee eeuwen daar woonden. Behalve over het Huis zelf vindt u ook bijzonderheden over de geschiedenis van de tuin, het park en het bos rondom.
Het boek besluit met een hoofdstuk over de huidige situatie op de
Buitenplaats, zoals het nog altijd
Deze tekening geeft een fraai beeld van de toegangspoort tot de oprijlaan naar het Huis te Bennebroek. De poort was gebouwd in de oranjerie. Het gehele gebouw werd in 1951 afgebroken.
genoemd wordt Twee bijlagen geven bijzonderheden over de beide grafkelders in en achter de Hervormde kerk, waar de families, die op de grote oude villa woonden, hun laatste rustplaats hebben gevonden. Gaarne hoop ik, dat deze bijdrage aan de regionale geschiedschrijving een goed onthaal zal vinden. De VOHB-leden kunnen het boek bij de Vereniging verkrijgen. Ook bij ondergetekende en bij de boekhandel kunt u terecht De prijs is ƒ 19,75. Bennebroek, oktober 1992 M. Verkaik
119
Nieuwsbladen van Heemstede De nieuwsgaring in Heemstede dateert van voor de Tweede Wereldoorlog door middel van de uitgave van de diverse weekbladen. Alhoewel het Haarlems Dagblad, oorspronkelijk de oudste krant van Nederland, de Oprechte Haarlemsche Courant, ook voor de omliggende plaatsen het nieuws verzorgde, bleek er kennelijk behoefte te bestaan voor specifiek Heemsteeds nieuws. Voor de streek verscheen in 1880 De Hillegomsche Courant nieuwsblad voor o.a. Bennebroek en Heemstede. Rondom de jaren dertig verschijnen drie weekbladen op levensbeschouwelijke grondslag. In 1927 verschijnt De Eerste Heemsteedsche Courant voor Heemstede, Aerdenhout en de Houtparken. Dit was een neutrale krant uitgegeven door Erven Loosjes te Haarlem. In 1931 volgde De Heemsteder (ar) van de Christelijke Persvereniging in Heemstede. De roomskatholieke uitgave bestond uit de Heemsteedsche Klok, weekblad voor de R.K. voor Heemstede en
zaamheden moeten staken en sommigen zijn na de oorlog niet meer verschenen. In 1953 verscheen nog het Kennemer Nieuwsblad, weekblad voor Heemstede en omliggende gemeenten, uitgave van Melisie te Heemstede. De Heemsteedsche Courant heeft het langste leven geleden. In 1964 kwam daarbij het Heemsteeds Weekblad een uitgave van Noorderpers in Hoorn. Alsof er nog veel nieuws onvermeld bleef werd in 1966 de Heemsteedse Koerier door de heer Teeuwen opgericht Aanvankelijk met een oplage van 2500 exemplaren
van het Zuiderhoutpark tot Bennebroek. In 1929 wordt dan ook nog de Heemsteedsche Courant
hetzelfde nieuws tegen, het enige
opgericht door de heer Visser te Heemstede. Aan nieuws heeft het dus niet ontbroken. In de oorlog hebben deze bladen hun werk-
van energie, menskracht en kosten niet beter samengevoegd kan worden tot een respectabele Heemsteedse krant
120
per week en een omvang van vier
pagina's. Alsof dit nog niet genoeg was verscheen in 1981 Heemstede Centraal, later omgezet in Het Weekblad, uitgave van Buijze Pers te Noordwijk. Tenslotte de Heemsteder sedert enige jaren. De verschijning van deze Heemsteedse kranten heeft primair met zakelijke belangen te maken en in een veel later stadium met berichtgeving. In iedere krant komt de lezer vrijwel
verschil is de toonzetting. Men kan zich afvragen of de versnippering
voorkeur verdient Dit zou kunnen leiden tot een gezamenlijke belangenbehartiging en de papierstroom in de brievenbus aanzienlijk doen verminderen.
Niet helemaal duidelijk wordt hoelang bepaalde kranten bestaan, zoals de Heemsteder die slechts in de colofoon melding maakt sedert 1930 zonder een relatie te leggen naar een kennelijk vroeger bestaande periodiek Eind zeventiger jaren is een eerste aanzet tot integratie gegeven door de zakelijke belangen van de Heemsteedse Koerier onder te brengen bij Damiate Pers de uitgever van Haarlems Dagblad. Van recente datum is de onderbrenging van het Heemsteeds Weekblad bij de Koerier die onder de naam Koerier Combinatie voor Heemstede gehandhaafd blijft met de oude naam Heemsteedse Courant Dit lijkt een eerste schrede wat betreft de integratie van Heemsteedse nieuwsbladen. Het welslagen van deze integratie zal zeker afhangen van het niveau en de toonzetting van deze bladen. Heemstede is een levendige gemeente waar veel activiteiten plaatsvinden ook op bestuurlijk niveau. De wijze van verslaggeving van deze feiten zal mede bepalend zijn voor de overlevingskansen, alhoewel het principe van de gratis
Degene die de ontwikkelingen van de Heemsteedse kranten eerst van wat veraf maar nadien van meer nabij heeft meegemaakt is de heer .Arie Kramer. Op 16-jarige leeftijd deed hij zijn intrede bij uitgeverij De Spaarnestad in een kantoorfunctie. Op 20-jarige leeftijd leverde hij zijn eerste journalistieke prestatie door een verslag te schrijven over een voetbalwedstrijd bij HFC voor ƒ l,- per verslag en ƒ 0.05 fietsenvergoeding per gebeurtenis. Op 40-jarige leeftijd stopte hij zijn activiteiten bij de Spaarnestad en ging freelance werken voor de Nieuwe Haarlemsche Courant; plaatselijk nieuws en sportverslaggeving, de Volkskrant en Algemeen Dagblad voor algemeen nieuws, de Nieuwe Rotterdamse Courant en Haarlems Dagblad wederom voor sportnieuws. Begin zestiger jaren trad de
verspreiding geen gemotiveerde
heer Kramer in vaste dienst bij de
abonnee's kent als een trouwe achterban. Interessant zou het houden van een lezersonderzoek zijn
Nieuwe Haarlemsche Courant een zogenaamd kopblad van de landelijke krant De Tijd. Na ruim tien jaar daarvoor gewerkt te hebben werd de Nieuwe Haarlemsche Cou-
waarbij de inwoners hun voorkeur
zouden kunnen uitspreken voor
Loopbaan van een journalist
een Heemsteedse krant en welke
rant na ruim honderd jaar bestaan
van de thans bestaande kranten de
te hebben in 1974 opgeheven. 121
Journalist A Kramer voor het toenmalige kantoor uan het Dag-
blad De Tijd; Nieuwe Haarlemse Courant, Gedempte Oude Gracht te Haarlem
Vanaf die tijd is Arie Kramer een
in de avond. Het verslag werd dan
begrip geworden voor de Heem-
's nachts geschreven. Om 03.30
steedse nieuwsgaring, hij trad in
uur in bed en om 08.30 uur op de
dienst van de Koerier. Het werk
redactie present
van een journalist kent vele hoogtepunten.
Telex en typemachine waren de
Interessant was het verkrijgen van primeurs zoals de Missverkiezing
Pas later zou de fax en andere geavanceerde technieken hun in-
van Ria Lodders welk feit om 23.45 uur op de telex binnenkwam. Nog
gang doen. De verplaatsing voor Kramer was in de regio per brom-
voor haar ouders het wisten, wist
mer. Om met de tijd mee te gaan, nam hij autorijles maar met 12 rijlessen liet hij het voor gezien en bleef brommer en fiets trouw. Wat Kramer altijd boeide was het opspeuren van gebeurtenissen waarbij de human interest centraal stond en de beschrijving van het
Kramer de ouders 's nachts op te sporen en een interview vast te leggen voor de volgende dag. Een andere primeur was tijdens een circusvoorstelling van Boltini waarbij een bezoekster door een beer gebeten werd Het nieuws haalde de Volkskrant en de foto van deze gebeurtenis ging de hele wereld over. Daar tegenover stonden de soms enorme lange werkdagen mede veroorzaakt door uitgebreide gemeenteraadsvergaderingen tot laat 122
belangrijkste technische middelen.
Heemsteedse dorpse leven van weleer. Op de vraag of de journalistiek een verandering had ondergaan, luidde het antwoord dat het taalgebruik drastisch veranderd is met veel buitenlandse ter-
minologie, een te kritische bena-
dering waarbij de nieuwe stijl van in de verdediging dringen opgeld maakt Na een lange loopbaan in de journalistiek houdt Kramer het nog niet helemaal voor gezien. Er is altijd wel een gebeurtenis die het vermelden waard is en Kramer kent de kanalen...
Bovendien heeft hij zijn grote hobby aangehouden: cricketmedewerker van het Algemeen Dagblad en het ANP, een specialisme dat hij al meer dan dertig jaar voor deze persorganen in binnen- en buitenland beoefent Ce es Peper
Beantwoording van vragen Naar aanleiding van het jaarverslag van de Commissie Karakterbehoud: Vraag: Wat is de status van deze commissie en wie is uiteindelijk voor haar beleid en in het bijzonder haar uitspraken, verantwoordelijk? Antwoord: De status van de commissie is dat van adviesorgaan ten dienste van het bestuur VOHB. De commissie kan dit bestuur gevraagd en ongevraagd adviseren. De commissie of één van haar leden kan slechts naar buiten optreden - bij voorbeeld in de vorm van het indienen van bezwaarschriften of het geven van een mondelinge toelichting hierop -
indien hiertoe door het bestuur VOHB een machtiging is verleend. De uiteindelijke verantwoordelijkheid berust derhalve te allen tijde bij dit bestuur.
Vraag: In samenhang met Berkenrode en Eikenrode wordt de term "ecologische waarden" gebezigd Wordt door een dergelijke opmerking de doelstelling van de VOHB niet voorbij gestreefd? Antwoord: Volgens de gekozen definiëring betreft karakterbehoud het behoud of herstel van de voor Heemstede en Bennebroek karakteristieke en beeldbepalende elementen in de ruimste zin van het woord. Het bestuur VOHB is van oordeel, dat ecologische waarden hier mede onder kunnen worden begrepen. Vraag: De opmerking, dat tegen een mogelijke toekomstige uitbreiding van het voormalige Diaconessenhuis uit een oogpunt van louter karakterbehoud geen bezwaar behoeft te bestaan, staat in een vreemd daglicht wanneer deze wordt afgezet tegen een in het 123
verleden gedane parmantige uit- Antwoord: Het bestuur stemt geheel in met deze opvatting van spraak over de plannen van een projekt-ontwikkelaarom in Schalk- vragensteller. Het streven is er dan
wijk aan het Spaarne torenflats te bouwen. Hoe valt dit te rijmen? Antwoord: Het Diaconessenhuis is een gegeven grootheid in de meest letterlijke zin. De vraag óf op deze lokatie gebouwd kan worden is reeds jaren geleden door de feitelijke ontwikkeling bevestigend beantwoord. De vraag die thans nog resteert is of de voorgenomen
uitbreiding de reeds aanwezige aantasting van de betrokken Spaarne-oever in onevenredige mate zal
vergroten. Het bestuur VOHB is van oordeel dat dit, in het geval dat een zorgvuldig uitgewerkt bouwplan wordt gepresenteerd, niet het geval behoeft te zijn. Het projektSchalkwijk, waar vragensteller op doelt betrof een geheel nieuwe ontwikkeling, welke thans, gelet op de door Haarlem en Heemstede gepresenteerde struktuurvisie op de Spaarne-oevers, thans niet meer aan de orde is. Vraag: Het is van belang opmerkingen omtrent ongewenste ontwikkelingen bij gemeentelijke autoriteiten, raadscommissies en politieke partijen te maken vóórdat
dergelijke ontwikkelingen hebben plaatsgevonden. Moet de vereni-
ging niet eens ophouden altijd de verongelijkte partij te spelen? Zij wordt op die manier toch minder " achtenswaard! g'' ?
124
ook steeds meer op gericht om tijdig te worden geïnformeerd. In
het verleden bleek dit niet altijd eenvoudig. Recentelijk is er evenwel een link gelegd naar de raadscommissie welstand en monumenten. Het wijzen op fouten uit het verleden is echter niet geheel zin-
loos, omdat uit deze fouten lessen voor de toekomst kunnen worden geleerd Vraag: Wat wordt nu precies beoogd te zeggen over het voor-
malige café aan de Raadhuisstraat waar thans de schoenmakerij Kaptein is gevestigd? Antwoord: Bedoeld is te zeggen, dat het spijtig zou zijn, wanneer dit
karakteristieke gebouwtje zou moeten worden gesloopt Bekend is dat de eigenaar van het pand zowel het karakter van Heemstede als de VOHB een warm hart toedraagt De bouwvalligheid van het pand is echter dusdanig, dat het slechts met onevenredig hoge kosten zou kunnen worden gerestaureerd {lees: herbouwd). Daarom ligt het voor de hand dat ter plaatse een passende, vervangende, bebouwing tot stand zal moeten worden gebracht
Excursie 29 augustus 1992 "Waar Maas en Waal te zamen vloeit En Gorcum rijst van ver..."
(Tollens) De excursie van de vereniging ging dit jaar naar een van de belangrijkste gebieden uit de Nederlandse historie. Het Land van Arkel grenzend aan Holland, Gelderland en Brabant, met steden als Gorcum en Woudrichem en het bekende Slot Loevenstein - was dit keer het reisdoel.
Omstreeks negen uur vertrok de bus van het Raadhuisplein. Het regenachtige weer, dat gelukkig in de loop van de dag opklaarde, had geen nadelige invloed op de opgewekte stemming onder de deelnemers. De bustocht verliep voorspoedig. Ondanks wegomleggingen en smalle eenrichtingstraatjes werden wij midden in Gorcum afgezet De wandeltocht door Gorcum, officieel Gorinchem, begon in 'De Nieuwe Kolfbaan'. Achter een eenvoudige deur in de Nieuwstad bleek zich een zeer ruime feestzaal te bevinden, waar de koffie met cake klaar stond. Daarna volgde onder deskundige leiding van Gerard Schuitemaker
een verkenningstocht door dit monumentenrijke stadje.
Gorcum is een oude vestingstad. De wandeling voerde dan ook gedeeltelijk over de stadswallen. In het oude stadje met vele fraaie gevelstenen, steegjes en poortjes herleefde de geschiedenis. We kwamen langs de plek waar in 1417 tijdens de Hoekse en Kabeljauwse twisten Willem van Arkel sneuvelde. Ook was er nog het poortje waardoor Hugo de Groot in 1621, verstopt in een boekenkist, een goed heenkomen zocht Van de heer Schuitemaker vernamen wij als opmerkelijk feit, dat in Gorcum de Grote of Sint Maartenskerk een Sint Janstoren heeft Het oudheidkundig museum 'Dit is in Bethlehem' kon helaas niet bezocht worden maar de fraaie gevel wat het bekijken waard. Via de Dalempoort, langs de ünge - die het stadje doorkruist - gingen wij door de restanten van de Waterpoort naar de haven. Daar werden wij afgehaald door de DORA P II (een voormalige parlevinker) die ons over de Merwede naar Slot Loevestein bracht Na de lunch in de 'Taveerne' volgde een rondleiding door het slot Het slot dankt zijn naam aan de uit Duitsland afkomstige roofridder Dirk
Loef van Home. 'Loef was vermoedelijk zijn bijnaam en afgeleid
van het latijnse 'lupus', ofwel wolf. 125
Dit zou betekenen dat Slot Loevestein vrij vertaald het (versterkte) huis van de wolf is. De rondleiding begon in de 'kemenade', het enige vertrek in het slot dat permanent verwarmd werd en als dameskamer dienst deed. Vervolgens werden diverse zalen, waaronder de kapel, bezocht Na een klimpartij kon vanaf een van de torenkamers genoten worden van
een wijds uitzicht. De werking van
Na de rondleiding kon op eigen
gelegenheid de bijgebouwen en de terreinen rond het slot worden bezocht. Wie zich de lezing over burchten
van mevrouw A. Bos-Geertsema op de jaarvergadering van 26 mei j.l. herinnerde, kon in de expo-
sitieruimten de door haar geschetste ontwikkeling van kastelen en burchten door middel van foto's en maquettes nog eens nagaan. Om precies vier uur vertrok de bus richting Heemstede, waar wij omstreeks half zes aankwamen.
een hijskatrol op zolder werd met behulp van een paar kinderen gedemonstreerd. Natuurlijk werd ook de kamer Deze excursie was, mede door de waarin Hugo de Groot als poli- voorbereidingen van Lenie 't Hooft tieke gevangene zat opgesloten (die helaas verhinderd was), zeer bezocht. Zijn spectaculaire ont- geslaagd. En het bezoek aan Gorsnapping uit Loevestein is alge- cum en het Slot Loevestein zal voor de meeste deelnemers zeker meen bekend. Maar of wij daar de aanleiding zijn om deze plaatsen echte boekenkist hebben gezien?... op eigen gelegenheid nog eens te De rondleiding werd afgesloten in bezoeken. de keuken. Waar een torenhoge schouw met aparte rookkamers, KdR voor het roken van vis en vleeswaren, de aandacht trok
126
Verslag Open Monumentendag 12 september 1992 Zaterdag 10 uur startte voor de vijfde keer de Open Monumentendag. Geopend waren: de Hartekamp, het Herenhuis op het terrein van Meer en Bosch en de Oude Kerk in Heemstede. In Bennebroek: het hofje van Verschuer Brants en de Ned. Herv. Kerk Deze dag trok, mede door het mooie weer, veel belangstelling. Ruim 500 bezoekers bezochten deze monumenten, waaronder zeer velen op de fiets. Dit laatste mogelijk gestimuleerd door de recente uitgave van de VOHB-
fietstocht Het succes is mede te danken aan de hulp van vele vrijwilligers, die wij hierbij nogmaals hartelijk willen bedanken. Gezien dit succes willen wij het volgend jaar dit graag continueren. Indien U ideeën heeft voor andere monumenten, houden wij ons aanbevolen. Indien U nog de uitgave van de VOHB-fietstocht wilt aanschaffen dan kunt U zich wenden tot beide Gemeentehuizen of Bibliotheken, kosten ƒ l,De Open Monumentencommissie,
Van het Bestuur Bestuur voert overleg met Wethouders. Een delegatie uit het Bestuur, bestaande uit de voorzitter, de secretaris en mevr. L 't Hooft heeft op l oktober j.l. overleg gevoerd
met de wethouders mevr. M. Mous en mevr. J. R Beets. Aan de orde kwamen o.a het bewaren en zo mogelijk in stand houden van het
tegeltableau van Wasserij Peeperkorn aan de Blekersvaartweg. Van wethouderszijde werd de medewerking toegezegd te zoeken naar een goede bestemming voor dit tegeltableau. Voorzitter Schuitemaker vertelde over de plannen van de historische opgravingen rond het Oude Slot Deze gigantische klus is een initiatief van één
van de leden van VOHB. Tijdens 127
het gesprek bleek dat op een
Contributie
andere wijze hiernaar onderzoek
wordt verricht Van gemeente zij de zal dit worden kortgesloten.
De wens om te komen tot een blekersmonument werd door de VOHB indringend bij het College op tafel gelegd. Verder werd geïnformeerd naar de inventarisatie van gebouwen. Het onderzoek hiernaar door de Provincie zal binnenkort aan de gemeente worden aangeboden. Ook de inventarisatie van oude bomen
wordt door VOHB op prijs gesteld. Gevraagd werd naar het hekwerk
rond de Wilhelminaboom op het Wilhelminapleia Meegedeeld wordt dat dit op korte termijn wordt geplaatst Ook de opvallende reclame bij restaurant "Pandahof' aan het Wilhelminaplein wordt ter
sprake gebracht. Het Bestuur kan terug zien op een nuttig en informatief gesprek. J.O.
Begin 1993 zal u de acceptgiro voor de contributie 1993 worden toegezonden. Indien u op een andere wijze wilt betalen wordt u
verzocht uitdrukkelijk te vermelden dat het de contributie 1993 betreft.
Overeenkomstig het besluit van de algemene ledenvergadering van 26 mei 1992 is - met ingang van 1993 - de minimum bijdrage verhoogd tot ƒ 17,50. De penningmeester Brochure "Monumentenzorg in Noord-Hofland".
De Provincie Noord-Holland heeft onlangs een goed gedocumenteerde en geïllustreerde brochure uit-
gebracht gewijd aan de Monumentenzorg. De tekst van deze brochure is samengesteld door drs. H.P.G. de Boer. Exemplaren van dit boekje zijn
(gratis) te bestellen bij het Bureau Voorlichting van de Provincie Noord
Holland (tel. 023-144452); adres: Dreef 3, 2012 HR Haarlem.
128
Nieuwe leden vanaf 1-07-92 tot 5-10-92 HEEMSTEDE
BENNEBROEK
F.van Heijningen W. Jong J.J.F. Krol N.Ochze-Freiwald M. Stol-Kuiper C J. P. Stoop W. Uittenbogaard T.J. Willemink
AP. van Bakcl AERDENHOUT
RJ.N. Verdonkschot
Het Valkenburgerplein met het Café-restaurant-hotel Valkenburg
Het Valkenburgerplein omstreeks 1932 met dwars over het piem de trambaan met daarbij het wachthuisje