ONTWIKKELINGSBEGELEIDING Ouderbegeleiding en opvoedingsondersteuning
opleiding
Interactie-Academie v z w Van Sc hoonbeke s t r aat 33 B -2018 A nt wer pen
e -mail : s e c r e t ar iaat @ Inter ac tie -Ac ademie.be tel. : 0 0 32 ( 0 )3 /237 01 52 f a x : 0 0 32 ( 0 )3 /248 6 9 31
ONTWIKKELINGSBEGELEIDING Ouderbegeleiding en opvoedingsondersteuning (G . O . O . B .)
opleiding
uitgangspunt en doelstelling Er is een ruime consensus dat kinderen en jongeren in de loop van hun vorming niet alleen geacht worden een pakket kennis en vaardigheden te verwerven. Ze zijn tegelijk met ontwikkelingstaken bezig, een opdracht die op veel verschillende manieren geformuleerd wordt: een identiteit opbouwen, zich voorbereiden op het leven, hun persoonlijkheid vormen, inzicht in waarden en normen verwerven, sociale integratie realiseren, enzovoort. Er is een heel aantal instanties ontstaan die bij de realisatie van deze doelstellingen een serviceverlenende, preventieve en remediërende functie vervullen: enerzijds zijn dat hulpverleningsvoorzieningen zoals revalidatiecentra, orthopedagogische centra, eerstelijns diensten die zich richten op kinderen en jongeren, vroeg- en/of thuisbegeleidingsdiensten, dagcentra en dergelijke. Anderzijds zijn een aantal voorzieningen meer ingebed in de onderwijswereld: centra voor leerlingbegeleiding, schoolbegeleidings- en schooladviesdiensten, schooldecanaat, interne leerlingbegeleiding, schoolmaatschappelijk werk, pedagogische centra. Deze serviceverlenende, preventieve en remediërende/orthopedagogische instanties stellen hun diensten ter beschikking van een aantal betrokkenen (ouders, leerkrachten en andere opvoeders), die steeds impliciet en soms expliciet bezig zijn met de vormgeving aan de ontwikkeling van kinderen en jongeren. Het verlenen van service, preventie en remedië-
2
ring gebeurt zelden in algemene zin, maar veeleer naar aanleiding van een hele reeks concrete thema’s waaraan de stand van zaken op het vlak van deze ontwikkelingstaken wordt getoetst: gedragsproblemen, onmaatschappelijk gedrag, familiale en relationele problemen, leermoeilijkheden, school en studiekeuze, gebrek aan 'sociale' integratie, crisissituaties, ontwikkelingsvertraging, ... De medewerkers in genoemde voorzieningen (voor wie deze opleiding bedoeld is), hebben een meer expliciet begeleidende, ondersteunende of hulpverlenende taak. Ze valt uiteen in soms zeer gevarieerde en onderling verschillende activiteiten. Sommige van deze activiteiten zijn meer strikt hulpverlenend of remediërend, andere liggen op het vlak van navorming en bijscholing, nog andere activiteiten zijn van adviserende of consultatieve aard. Ontwikkelingsbegeleiding gebeurt zowel via rechtstreekse interventie ten aanzien van kinderen en jongeren als via intermediaire of onrechtstreekse interventie, met name ouderbegeleiding, samenwerking met leerkrachten, therapeuten, opvoeders of andere betrokken volwassenen. Het is voor deze medewerkers een hele opgave al deze activiteiten te ordenen in een consistent en omvattend kader, van waaruit tevens handvatten gedistilleerd kunnen worden, die toelaten steeds op de zorg voor de genoemde ontwikkelingstaken betrokken te blijven. De 'Opleiding Ontwikkelingsbegeleiding (m.i.v. ouderbegeleiding en opvoedingsondersteuning)' bedoelt een dergelijk consistent en praktische bruikbaar kader aan te bieden, met name een communicatietheoretische verwerking en methodische toepassing van recente evoluties in de systeemtheorie, de sociale psychologie en de ontwikkelingspsychologie.
3
voor wie De opleiding richt zich tot professionele medewerkers van de reeds genoemde voorzieningen, dus tot medewerkers van dagcentra, eerstelijns diensten met een invalshoek ‘jeugd’, revalidatiecentra, orthopedagogische centra, vroeg- en thuisbegeleidingsdiensten, CLB, schoolbegeleidings- en schooladviesdiensten, tot schooldecanen, interne leerlingbegeleiders, schoolmaatschappelijk werkers, zorgcoördinatoren, medewerkers van pedagogische centra, gezinsplaatsingsdiensten, sociaal-pedagogische diensten. Ook komen medewerkers van sommige residentiële centra voor kinderen en jongeren in aanmerking, met name degenen die de ouderbegeleiding verzorgen of de individuele begeleiding van jongeren, en degenen die (mede)verantwoordelijk zijn voor het orthopedagogisch beleid.
4
opleidingscurriculum Een gemeenschappelijke realiteit in alle werkzaamheden binnen deze sector is het direct of indirect behartigen van een gunstige ontwikkeling bij kinderen en jeugdigen. In de praktijk echter gebeurt dit via een aantal uiteenlopende activiteiten. Daarom ligt een belangrijk accent van deze opleiding op het verwerven en uitdiepen van een referentiekader, dat een steun kan zijn in het ordenen van de vele facetten in de dagelijkse werkzaamheden en dat nieuwe gezichtspunten kan openen. Dit referentiekader wordt niet enkel theoretisch bestudeerd, maar tevens praktisch vertaald en toegepast in de meest diverse serviceverlenende, preventieve en remediërende activiteiten. We denken daarbij aan de volgende werkzaamheden: – de begeleiding van kinderen en jongeren met relatieproblemen (problemen met leeftijdsgenoten, thuis, in de sportvereniging, met een leerkracht, ...) – de begeleiding van ouders (individuele ouders en ouderparen) of vervangende ouders naar aanleiding van hun zorgen en vragen in verband met de opvoeding en ontwikkeling van hun kind(eren) – het ontwerpen en uitvoeren van informatiesessies, vormingen, conferenties en trainingen voor diverse doelgroepen (bijvoorbeeld over faalangst, leerstoornissen, gespreksvoering, crisisbegeleiding, loyaliteit, communicatie, gedragsproblemen, ...) – de remediëring en revalidatie van kinderen en jongeren, die kampen met diverse leer- en ontwikkelingsmoeilijkheden, de samenwerking hier rond met ouders, schoolfunctionarissen en collega-therapeuten
5
– de ondersteuning van leerkrachten, opvoeders (groepsleiders) en andere professionals bij de invoering en uitwerking van activiteiten op het vlak van begeleiding en zorg – de begeleiding, advisering en counseling van leerlingen met keuzeproblemen en keuzevragen – de samenwerking met ouders, familieleden, andere hulpverleners en instanties, ouderverenigingen. Vertrekkend van de geschetste diversiteit van taken omvat het programma onder meer volgende topics: 1. Algemene theoretische uitgangspunten en achtergronden
– kinderen en jongeren in ontwikkeling: een gebeuren dat plaatsvindt in een kader van vele systemen en van complexe communicatieprocessen (situering van het referentiekader, basisuitgangspunten van het model) – communicatieprocessen als uitwisseling en afstemming van betekenissen 2. Communicatietheoretische fundering
– de ontwikkeling van het besef van invloed als centrale leidraad bij het realiseren van sociale integratie en van het besef een betekenisvol persoon te zijn (Mattheeuws, Cottyn, Baert) – de vorming van een constructieve identiteit met inbegrip van de integratie van beperkingen (perspectieventheorie - Mattheeuws; identiteit en communicatie - Baert)
6
3. Preventieve accenten
– protectieve factoren in de sociale ontwikkeling: besef van invloed; leerprocessen op vlak van de betekenisverlening; de heterogeniteit van de sociale context en de mogelijkheden van sociale ondersteuning; ontwerp van interventiemethodieken ter optimalisering van dit besef 4. Secundair preventieve en remediërende accenten bij ontwikkelingsmoeilijkheden,
– zich vertalend in gedragsproblemen: liegen, stelen, opstandigheid, spijbelen, verlegenheid, gebrek aan weerbaarheid, slordigheid, storend gedrag, weerstandsgedrag, ... – zich vertalend in relationele problemen: familiale problemen, problemen met leeftijdsgenoten, zondebok- en uitstotingsverschijnselen, problemen met leerkrachten, conflicten, isolement, ... – zich vertalend in schoolse problemen: leermoeilijkheden, vertraagde ontwikkeling, faalangst, keuzeproblemen, motivatieproblemen, schoolmoeheid, concentratieproblemen, ... – zich vertalend in minderheidsproblemen: ongewone gezinssituaties, handicaps en andere zichtbare beperkingen, migratieproblematiek. Er wordt uitgebreid stilgestaan bij mogelijke denkwijzen over deze moeilijkheden en er worden methoden aangereikt om bij moeilijkheden preventief of remediërend tussen te komen.
7
5. Vormingsaccenten
Het aanbieden van nieuwe en aanvullende stimulansen voor de dagelijkse praktijk en het denken van ouders, opvoeders, leerkrachten,… 6. Andere inhoudelijke topics
De toepassing van de opleidingsinhoud wordt geënt op de vormen waarin de professionele activiteiten van de deelnemers voorkomen. Dit wil zeggen dat stilgestaan wordt bij de vertaling en toepassing van het referentiekader in – individuele contacten met kinderen en jongeren, ouders en andere opvoeders, leerkrachten – contacten met ouderparen – tussenkomsten in groepsverband: inhoudelijke overlegvergaderingen, teamvergaderingen, leerlingenbesprekingen – informatieve en vormings- of bijscholingsbijeenkomsten – veel aandacht zal worden besteed aan ouderbegeleiding en andere vormen van mediërend werken (het begeleiden en ondersteunen van volwassenen in de omgang met, de benadering en de begeleiding van kinderen en jeugdigen).
8
werkwijze De uitgangspunten en concrete onderdelen van het gekozen referentiekader worden theoretisch bestudeerd en gelijklopend praktisch verkend en toegepast via ervaringsoefeningen en toetsingsoefeningen, voor een groot deel aan de hand van praktijksituaties van de deelnemers. Denkwijzen dienen vertaald in werkwijzen, die geëigend zijn voor de specifieke context waarbinnen geïntervenieerd wordt. Er wordt aandacht besteed aan het inoefenen van methodes en technieken, gebaseerd op het referentiekader, met analyse van praktijksituaties, uitvoering van interventies en verkenning van de bekomen effecten. De integratie van het geleerde via de eigen dagelijkse praktijk wordt tijdens de opleiding in de groep gesuperviseerd. Evaluatie van ieders leerproces wordt gerealiseerd op vier manieren: a) het regelmatig inbrengen van eigengemaakte observaties of analyses en uitgeprobeerde tussenkomsten vormt een wijze van permanente evaluatie b) er wordt tweemaal een literatuurtoets voorzien c) aan het eind van het eerste jaar houdt elk groepslid een expliciete evaluatie van het eigen leerproces en deelt dit met de groepsgenoten en de opleider d) voordat de opleiding wordt afgesloten, dient elke deelnemer een fragment uit de eigen toepassingspraktijk uit te schrijven, waarvan de inhoud bepaald wordt in overleg met de opleider. Dit uitgeschreven fragment wordt tevens aan de andere groepsleden voorgelegd; hun commentaren worden mee in acht genomen bij de beoordeling door de opleider. De opleider kan terzake steeds het (bindend) advies inroepen van de staf van de Interactie-Academie.
9
toelatingsvoorwaarden 1)
2)
3) 4)
5) 6)
Een toepasselijke universitaire opleiding genoten hebben, inzonderheid psychologie, pedagogiek of een andere gedragswetenschap, of een hogere niet-universitaire opleiding, zoals maatschappelijk werker, assistent in de psychologie, … Minstens halftijds professioneel werkzaam zijn in een hulpverleningsdienst, die zich richt op een publiek van kinderen en jongeren, in een school, met een specifieke taak op het vlak van leerlingbegeleiding, of in een van de andere genoemde voorzieningen. Het akkoord en de medewerking hebben van de directie van het instituut of het centrum waaraan men verbonden is, zodat de garantie aanwezig is dat het geleerde toepassing kan vinden in de praktijk. Vooraleer zich definitief kandidaat te stellen, een initiatie- of verdiepingsprogramma van minimum vier dagen aan de Interactie-Academie volgen, om zich ervan te vergewissen dat men zich verder in de systeem- en communicatietheoretische benadering wenst te verdiepen. Men regelt inschrijving voor zulk programma via de gewone inschrijvingsprocedure (dus niet via dit formulier). Bereid zijn het eigen denken over ontwikkeling, ontwikkelingsproblemen, schoolse aangelegenheden, opvoedingskwesties en samenwerking te exploreren en te expliciteren, in samenspraak met de andere deelnemers en de opleider. Er zich toe verbinden tijdens de duur van de opleiding geen andere intensieve, professionele bijscholing op het eigen vakgebied te volgen, teneinde voldoende intens met de opleiding te kunnen bezig zijn.
10
procedure Vooraleer men definitief inschrijft voor deze opleiding, heeft men dus reeds deelgenomen aan een initiatie- of bijscholingscursus van minimum vier dagen onder leiding van een staflid van de Interactie-Academie. Het doel hiervan is dat de kandidaat reeds kennis heeft gemaakt met de basisuitgangspunten van de systeembenadering en dus kan kiezen om er zich verder in te bekwamen. Kandidaten dienen zich zelf in te schrijven voor het voorprogramma dat hun voorkeur geniet. Het inschrijvingsformulier voor de opleiding (achteraan in deze brochure) wordt zo volledig mogelijk ingevuld en opgestuurd ter attentie van de hoofdopleider. Men wordt na het volgen van het voorprogramma uitgenodigd voor een overleggesprek met de hoofdopleider; in dat gesprek wordt onderzocht of men voldoet aan de toelatingsvoorwaarden en of vraag en aanbod voldoende op elkaar afgestemd kunnen worden. Dit resulteert al dan niet in een principieel akkoord. Dit akkoord garandeert niet dat men aan de eerstvolgende opleidingsgroep kan deelnemen. Het aantal deelnemers per jaar is beperkt tot 14 à 15 en de hoofdopleider mikt bij de samenstelling daarvan op zo optimaal mogelijke leercondities voor iedereen. Uitstel betekent geen afwijzing van iemands kandidatuur; wie nog niet aan de eerstvolgende groep kan deelnemen, blijft – onder voorbehoud van de toelatingsvoorwaarden – ingeschreven als kandidaat voor de daarna volgende groep. Elk jaar in januari of februari start een nieuwe opleidingsgroep.
11
staf Deze opleiding wordt ingericht door de staf van de Interactie-Academie. Hoofdopleider is Sabine Vermeire, orthopedagoog, systeemtheoretisch psychotherapeut, staflid van de Interactie-Academie. Medeopleiders: o.m. Lieve Cottyn, klinisch psycholoog, systeemtheoretisch psychotherapeut, staflid van de InteractieAcademie; Luc Van den Berge, sociaal verpleegkundige, kandidaat wijsbegeerte, systeemtheoretisch psychotherapeut.
Interactie-Academie v z w Van Sc hoonbeke s t r aat 33 B -2018 A nt wer pen
e-mail: secretariaat @ Interactie-Academie.be website: www.Interactie-Academie.be tel.: 00 32 (0)3/237 01 52 fax: 00 32 (0)3/248 69 31
# 1
Terug te zenden naar Sabine Vermeire, p/a Interactie-Academie, Van Schoonbekestraat 33 te 2018 Antwerpen.
* Doorhalen wat niet van toepassing is
burgerlijke staat: ..............................................................................................
man/vrouw* – geboortedatum:...................................................................
e-mail: ..............................................................................................................
telefoonnummer: ............................................................................................
postnummer: .................. woonplaats: ...........................................................
straat: .................................................................................. nr: ......................
voornaam: ...................................................................................................... .
naam: ..............................................................................................................
1. Personalia
opleiding Ontwikkelingsbegeleiding (m.i.v. ouderbegeleiding en opvoedingsondersteuning) ( G . O . O . B )
inschrijvingsformulier 1
telefoonnummer: ............................................................................................
..........................................................................................................................
Adres: ...............................................................................................................
Naam van de organisatie: ...............................................................................
3. Werk
..........................................................................................................................
..........................................................................................................................
+ data: ..............................................................................................................
..........................................................................................................................
..........................................................................................................................
Beroepen uitgeoefend of functies bekleed voor huidige functie: ..................
..........................................................................................................................
..........................................................................................................................
Jaar waarin behaald: ........................................................................................
..........................................................................................................................
..........................................................................................................................
Diploma's: .......................................................................................................
2. Studies
# ..........................................................................................................................
..........................................................................................................................
..........................................................................................................................
..........................................................................................................................
..........................................................................................................................
..........................................................................................................................
Omschrijf uw taak, gekaderd binnen het doel van de organisatie: ................
5. Taak
– inzake financies .......................................................................................
– inzake tijd.................................................................................................
In welke mate komt de werkgever tussen: ......................................................
Is uw werkgever akkoord met uw eventuele deelname ? ...............................
4. Modaliteiten
Aantal uren per week:......................................................................................
(eventueel) afdeling of dienst: ........................................................................
Functie: ...........................................................................................................
e-mail: ..............................................................................................................
.....................................................................................................................
.....................................................................................................................
.....................................................................................................................
.....................................................................................................................
.....................................................................................................................
– met welke cliëntenpopulatie heeft u te maken ? ....................................
.....................................................................................................................
.....................................................................................................................
.....................................................................................................................
.....................................................................................................................
.....................................................................................................................
.....................................................................................................................
.....................................................................................................................
.....................................................................................................................
.....................................................................................................................
.....................................................................................................................
– wat beoogt uw organisatie ? ....................................................................
..........................................................................................................................
..........................................................................................................................
# .....................................................................................................................
.....................................................................................................................
.....................................................................................................................
.....................................................................................................................
.....................................................................................................................
.....................................................................................................................
.....................................................................................................................
municatietheoretisch model ? ...................................................................
b) Waartoe wenst u een opleiding te volgen vanuit het systeem- en com-
.....................................................................................................................
.....................................................................................................................
.....................................................................................................................
.....................................................................................................................
.....................................................................................................................
.....................................................................................................................
.....................................................................................................................
verdiepen ? .................................................................................................
a) Waartoe wenst u uw deskundigheid inzake ontwikkelingsbegeleiding te
6. Opleidingsvragen
.....................................................................................................................
.....................................................................................................................
.....................................................................................................................
e) Welke zijn uw specifieke vragen naar deze opleiding toe ? .......................
.....................................................................................................................
.....................................................................................................................
.....................................................................................................................
.....................................................................................................................
.....................................................................................................................
.....................................................................................................................
.....................................................................................................................
welke cliënten ? ..........................................................................................
d) Heeft u ervaring in begeleidingswerk ? Vanuit welk denkkader en met
.....................................................................................................................
.....................................................................................................................
.....................................................................................................................
.....................................................................................................................
Welke en waneer ? ......................................................................................
c) Heeft u reeds andere opleidingen of specialisaties gevolgd ? ...................
# .....................................................................................................................
.....................................................................................................................
.....................................................................................................................
.....................................................................................................................
.....................................................................................................................
.....................................................................................................................
g) Met welke collega's en/of andere disciplines werkt u samen ? .................
.....................................................................................................................
.....................................................................................................................
.....................................................................................................................
o opvoeders, andere pedagogische of therapeutische medewerkers .......
o verwijzers, andere instanties ..................................................................
o leerkrachten, schoolverantwoordelijken ...............................................
o ouders .....................................................................................................
o kinderen/jongeren
f) Met welke betrokkenen heeft u werkcontacten ? ......................................
.....................................................................................................................
.....................................................................................................................
.....................................................................................................................
.....................................................................................................................
.....................................................................................................................
.....................................................................................................................
.....................................................................................................................
.....................................................................................................................
.....................................................................................................................
.....................................................................................................................
.....................................................................................................................
.....................................................................................................................
.....................................................................................................................
tatief zijn voor uw taak ? ............................................................................
i) Kunt u een aantal door u te verzorgen activiteiten noemen die represen-
.....................................................................................................................
.....................................................................................................................
.....................................................................................................................
.....................................................................................................................
.....................................................................................................................
.....................................................................................................................
h) In welke vorm gebeurt deze samenwerking ? ...........................................
# 2
Deontologie staat voor "beroepsethiek".
..........................................................................................................................
..........................................................................................................................
..........................................................................................................................
..........................................................................................................................
..........................................................................................................................
..........................................................................................................................
..........................................................................................................................
..........................................................................................................................
..........................................................................................................................
..........................................................................................................................
..........................................................................................................................
..........................................................................................................................
..........................................................................................................................
..........................................................................................................................
..........................................................................................................................
Graag wat toelichting ......................................................................................
te kunnen toepassen, in samenwerking met collega's ? .................................
Voorziet u het in de opleiding geleerde op deontologisch2 autonome wijze
7. Deontologie
..........................................................................................................................
..........................................................................................................................
..........................................................................................................................
..........................................................................................................................
..........................................................................................................................
..........................................................................................................................
..........................................................................................................................
..........................................................................................................................
..........................................................................................................................
Dagen waarop ik mij zeker niet kan vrijmaken voor een overleggesprek:
8. Praktisch
..........................................................................................................................
..........................................................................................................................
..........................................................................................................................
..........................................................................................................................
..........................................................................................................................
..........................................................................................................................
# Datum ........................... Handtekening ..........................................................
voor Vlamingen: € 50 (voor administratie en overleggesprek) op rekening 000-1613913-27 van Interactie-Academie, op datum van ...................................................... voor Nederlanders: € 50 (voor administratie en overleggesprek) op bankrekening: 47.17.69.576 (ABN-AMRO) ten gunste van Interactie-Academie vzw, op datum van: .........................................................................................................................
Ondergetekende verklaart zich akkoord met de procedure en de toelatingsvoorwaarden en stort het inschrijvingsbedrag van:
d) Ik verbind mij ertoe aan alle bijeenkomsten deel te nemen.
d) Ik ben bereid mijn denken omtrent ontwikkeling, ontwikkelingsproblemen, opvoedingskwesties en samenwerking te exploreren en te expliciteren; in samenspraak met de andere deelnemers en de opleider.
c) Ik verbind mij ertoe – indien ik aan de opleiding kan deelnemen – niet tegelijk een andere intensieve opleiding op mijn vakgebied te volgen.
b) Ik wil gevolg geven aan een uitnodiging vanwege de opleider voor een overleggesprek.
a) Ik ben akkoord voorafgaand aan de opleiding een kort programma te volgen, om te onderzoeken of ik me verder in het systeemtheoretisch denken wens te verdiepen.