Onderzoek naar broedvogels en vleermuizen in het plangebied Zwijssen te Tilburg
Opdrachtgever: SDK Vastgoed B.V. September 2010
Antonie van Diemenstraat 20 5018 CW Tilburg 013-5802237
[email protected]
Pagina 1
Inhoudsopgave 1. Inleiding ............................................................................................................................................. 2 2. Beschrijving onderzoeksmethode ..................................................................................................... 2 2.1. Broedvogels ................................................................................................................................ 2 2.2. Vleermuizen ................................................................................................................................ 2 3. Beschrijving en analyse onderzoeksresultaten ................................................................................. 2 3.1. Broedvogels ................................................................................................................................ 2 3.2. Vleermuizen ................................................................................................................................ 2 3.3. Flora- en faunawet...................................................................................................................... 3 4. Literatuur en bronvermelding ............................................................................................................ 3 Bijlage 1: overzicht vogel- en vleermuissoorten in 2010. ...................................................................... 4
Onderzoek naar broedvogels en vleermuizen in het plangebied Zwijssen te Tilburg
September 2010
Pagina 2
1. Inleiding Het voornemen is om binnen het plangebied Zwijssen te Tilburg een herinrichting uit te voeren. Om meer inzicht te krijgen welke broedvogel- en vleermuissoorten momenteel in het gebied voorkomen is door het Ecologisch Adviesbureau Cools in 2010, in opdracht van SDK Vastgoed B.V., een onderzoek uitgevoerd naar met name vogelsoorten waarvan het nest (eventueel) jaarrond beschermd is en naar vaste verblijfplaatsen van vleermuizen. De begrenzing van het onderzoeksgebied wordt gevormd door de spoorlijn Tilburg-Breda, Gasthuisring, Burgemeester Brokxlaan en Fraterstraat.
2. Beschrijving onderzoeksmethode 2.1. Broedvogels Het onderzoek naar broedvogels is uitgevoerd in de periode eind april tot en met eind juni 2010 en bestond uit drie ochtendbezoeken. Tijdens de veldbezoeken is de mate van broedzekerheid (door middel van gedrag (zang, balts) en/of nesten binnen bepaalde datumgrenzen) volgens een standaardcodering vastgelegd en na afloop van het laatste veldbezoek zijn de waarnemingen per soort geclusterd tot territoria.
2.2. Vleermuizen Het onderzoek naar vleermuizen is door de Vleermuisstichting Noord-Brabant uitgevoerd in de periode begin mei tot en met begin juli 2010, waarbij het onderzoeksgebied driemaal in de avond/nacht is bezocht ter beoordeling van exemplaren die het gebouw uitvliegen, alsook van foeragerende exemplaren rondom het gebouw. Daarnaast is in de nacht/vroege ochtend op 11 augustus 2010 gekeken of er vleermuizen het gebouw invliegen en op 31 augustus 2010 is samen met de beheerder het gebouw geïnspecteerd op eventuele vaste verblijfplaatsen.
3. Beschrijving en analyse onderzoeksresultaten 3.1. Broedvogels In 2010 zijn alleen van de (zeer) algemene merel, vink, houtduif en zwartkop broedterritoria binnen het plangebied vastgesteld. Van de soorten die binnen de Flora- en faunawet zijn opgenomen in de categorie 5 (*) zijn alleen enkele foeragerende exemplaren van de boomkruiper en zwarte roodstaart waargenomen. De nesten van deze soorten komen niet binnen het plangebied voor. (*) Vogels die weliswaar vaak terugkeren naar de plaats waar zij het jaar daarvoor hebben gebroed of de directe omgeving daarvan, maar die wel over voldoende flexibiliteit beschikken om, als de broedplaats verloren is gegaan, zich elders te vestigen. De nesten van de soorten uit de categorie 5 zijn in principe niet jaarrond beschermd. De nesten zijn echter wel jaarrond beschermd als zwaarwegende feiten of ecologische omstandigheden dat rechtvaardigen.
3.2. Vleermuizen Tijdens de bezoeken zijn geen vleermuizen waargenomen die het gebouw in- of uitvliegen. Ook tijdens de inspectie op 31 augustus zijn binnen het gebouw geen sporen aangetroffen van vleermuizen. Onder sporen wordt verstaan: uitwerpselen van vleermuizen die langwerpig, bruin tot zwart zijn en insectendelen bevatten. Op plaatsen waar veel vleermuizen verblijven, kunnen ook opvallende meststrepen aangetroffen worden. Op basis van het onderzoek en de deskundigenervaring van de heer van Poppel van de Vleermuisstichting Noord-Brabant kan worden geconcludeerd dat het gebouw niet geschikt is om te kunnen dienen als verblijfplaats voor kraamkolonies van vleermuizen, alsook niet als winter- of zomerverblijfplaats voor vleermuizen. De reden hiervoor is dat er geen of nauwelijks ruimtes in het gebouw aanwezig zijn die kunnen dienen als tijdelijke of vaste verblijfplaats voor vleermuizen. Buiten het gebouw zijn binnen het plangebied in mei en juli twee foeragerende exemplaren van de gewone dwergvleermuis gesignaleerd en in juni en augustus slechts één foeragerend exemplaar. In mei en augustus is ook één foeragerend exemplaar van de laatvlieger gesignaleerd.
Onderzoek naar broedvogels en vleermuizen in het plangebied Zwijssen te Tilburg
September 2010
Pagina 3
3.3. Flora- en faunawet Op basis van de gegevens betreffende vleermuizen en broedvogels die in 2010 zijn verzameld kan worden geconcludeerd dat de aanvraag van een ontheffing in het kader van de Flora- en faunawet niet noodzakelijk is. Binnen het plangebied zijn broedterritoria vastgesteld van de merel, vink, houtduif en zwartkop. Vernietiging van het broedbiotoop mag volgens de Flora- en faunawet niet plaatsvinden binnen de broedperiode. Ook een ontheffing voor deze werkzaamheden wordt niet verstrekt. De broedperiode van de genoemde vogelsoorten bevindt zich, met uitzondering van de houtduif, tussen half februari en half september. Binnen het plangebied is de kans (nagenoeg) uitgesloten dat in de periode half september tot half februari de houtduif nog bezig is met het broedproces. Werkzaamheden die de broedbiotopen (bomen en struiken) van de genoemde vogelsoorten vernietigen dienen dan ook worden uitgevoerd in de periode half september tot half februari. Na de vernietiging van de broedbiotopen zijn er geen belemmeringen vanuit de Flora- en faunawet voor wat betreft de uitvoering van werkzaamheden.
4. Literatuur en bronvermelding Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, 2002. Flora- en faunawet. ‘s-Gravenhage. Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, 2005. Natuurkalender Broedvogels. ‘s-Gravenhage. Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, 2009. Uitleg aangepaste beoordeling ontheffing ruimtelijke ingrepen Flora- en faunawet. ‘s-Gravenhage. Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, 2009. Aangepaste lijst jaarrond beschermde vogelnesten ontheffing Flora- en faunawet ruimtelijke ingreep. ‘s-Gravenhage. Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden, 2004. Besluit van 10 september 2004, houdende wijziging van een aantal algemene maatregelen van bestuur in verband met wijziging van artikel 75 van de Flora- en faunawet en enkele andere wijzigingen. ’s-Gravenhage.
Onderzoek naar broedvogels en vleermuizen in het plangebied Zwijssen te Tilburg
September 2010
Pagina 4
Bijlage 1: overzicht vogel- en vleermuissoorten in 2010. Broedvogels Nederlandse naam Houtduif Merel Vink Zwartkop
Wetenschappelijke naam Columba palumbus Turdus merula Fringilla coelebs Sylvia atricapilla
Niet broedvogels Nederlandse naam Boomkruiper Zwarte roodstaart
Wetenschappelijke naam Certhia brachydactyla Phoenicurus ochruros
FF 5 5
Wetenschappelijke naam Pipistrellus pipistrellus Eptesicus serotinus
FF HR RL PL 3 IV P 3 IV K P
Vleermuizen Nederlandse naam Gewone dwergvleermuis Laatvlieger
Toelichting afkortingen in tabellen:
FF
Flora en Faunawet: 3 = tabel 3 (soorten bijlage IV Habitatrichtlijn en bijlage 1 AMvB) Bij vogels: 5) Tot deze categorie behoren vogelnesten die weliswaar vaak terugkeren naar de plaats waar zij het jaar daarvoor hebben gebroed of de directe omgeving daarvan, maar die wel over voldoende flexibiliteit beschikken om, als de broedplaats verloren is gegaan, zich elders te vestigen. De soorten uit de categorie 5 vragen extra onderzoek, ook al zijn hun nesten niet jaarrond beschermd. Categorie 5-soorten zijn namelijk wel jaarrond beschermd als zwaarwegende feiten of ecologische omstandigheden dat rechtvaardigen.
HR
Habitatrichtlijn: IV = de soort is opgenomen in bijlage 4 van de Habitatrichtlijn
RL
Rode Lijst: K = Kwetsbaar
PL
Provinciale lijst: P = soort is aangewezen als een prioritaire soort in Noord-Brabant.
Onderzoek naar broedvogels en vleermuizen in het plangebied Zwijssen te Tilburg
September 2010