Omgevingsanalyse Oostende Ifv nieuwe locatie kinderdagverblijf In opdracht van CM Oostende
1
Inleiding In deze analyse worden een aantal cijfers meegegeven die van belang kunnen zijn in het kader van de bouw van een nieuw kinderdagverblijf. Deze analyse bestaat uit 5 grote delen. Vooreerst is er een algemene situering van de doelgroep in Oostende en de omliggende gemeenten. Een aantal kenmerken worden ook voorgesteld op kaart. Een tweede hoofdstuk bespreekt een aantal indicatoren rond kwetsbaarheid bij kinderen en jongeren. In een derde deel komen enkele onderwijsgegevens aan bod. Het vierde deel behandelt de kinderopvang in Oostende: er wordt een overzicht gegeven van het aanbod, van de nood aan opvang en van de woonplaats van de kindjes in de opvang. Het aanbod wordt ook op kaart voorgesteld. Tenslotte volgt nog een laatste deel die een beeld geeft van de mobiliteit rond de eventuele toekomstige site. In deze analyse worden de cijfers van zowel Oostende (op wijkniveau), de omliggende gemeenten als de provincie West-Vlaanderen weergegeven.
2
Situering site Onderstaande kaart toont de wijkenindeling van Oostende, de ligging van de eventuele toekomstige site (Nieuwpoortsesteenweg 57) en de omliggende gemeenten.
3
1. Situering doelgroep (Bron: Rijksregister, 01/01/2014) A. Bevolking naar leeftijd De eerste tabel toont de absolute aantallen van de leeftijdsgroep 0-2 jaar, 3-12 jaar en de som van beide, alsook de percentages, berekend ten opzichte van de totale bevolking. De som van de wijken is niet gelijk aan het totaal voor de gemeente Oostende. Dit komt doordat er een restcategorie ‘niet gekend’ is. Hierin zitten adrespunten die niet aan een bepaalde wijk kunnen toegekend worden. Dit is het geval voor 0,8% van de bevolking in Oostende.
Centrum Konterdam Mariakerke Oud-Centrum Raversijde Stene Vuurtoren Westerkwartier Zandvoorde STAD OOSTENDE Bredene Gistel Middelkerke Oudenburg Prov W-VL
0-2 jaar
# 3-12 jaar
0-2 jaar
454 650 879 325 97 942 555 1.334 461 5.773 1.778
0-12 jaar 617 858 1.179 440 120 1.188 726 1.784 573 7.590 2.251
% 3-12 jaar
1,78 3,29 2,58 1,61 1,46 2,59 2,83 2,95 3,29 2,58 2,79
4,96 10,28 7,55 4,56 6,15 9,93 9,19 8,76 13,54 8,18 10,49
0-12 jaar 6,74 13,57 10,13 6,18 7,61 12,52 12,02 11,71 16,83 10,76 13,27
163 208 300 115 23 246 171 450 112 1.817 473 326 396 275 34.714
1.286 1.432 943 118.072
1.612 1.828 1.218 152.786
2,75 2,06 2,98 2,94
10,86 7,46 10,22 10,02
13,61 9,53 13,20 12,96
Vervolgens bekijken we de evolutie van de leeftijdsgroep 0-12 jaar. De tabel toont de groei-indexen 2004-2014. Ligt de index boven de 100, dan is er sprake van een stijging van het aantal. Ligt de index onder de 100, dan is er sprake van een daling van het aantal.
4
5
6
Groei-index 2004-2014 0-2 jaar 3-12 jaar 0-12 jaar Centrum Konterdam Mariakerke Oud-Centrum Raversijde Stene Vuurtoren Westerkwartier Zandvoorde STAD OOSTENDE Bredene Gistel Middelkerke Oudenburg Prov W-VL
101,88 99,05 120,00 87,79 85,19 116,59 93,96 107,66 116,67 107,51 101,72 96,17 93,18 106,18 107,45
85,34 87,25 88,97 83,33 89,81 95,06 78,06 95,83 104,77 91,58 103,13 87,48 86,21 88,38 93,17
89,16 89,84 95,23 84,45 88,89 98,84 81,30 98,56 106,90 94,95 102,83 89,11 87,63 91,86 96,07
Voor de gemeente Oostende geldt: het aantal 0-2-jarigen is de voorbije 10 jaar toegenomen met 7,5%. De toename van het aantal 0-2-jarigen zien we in de wijken Centrum, Mariakerke, Stene, Westerkwartier en Zandvoorde. Het aantal 3-12-jarigen is daarentegen in Oostende de laatste 10 jaar afgenomen met 8,4%. Enkel voor de wijk Zandvoorde zien we voor deze leeftijdsgroep een stijging. De toename van het aantal 0-2-jarigen en de afname van het aantal 3-12-jarigen geldt eveneens gemiddeld in de provincie. Van de omliggende gemeenten van Oostende wijkt Bredene af omdat daar ook de groep van 3-12 jaar is toegenomen de voorbije 10 jaar, maar ook Gistel en Middelkerke wijken af omdat zij ook een afname kennen van het aantal 0-2-jarigen. Een extra hulp om de evolutie te bekijken zijn de onderstaande grafieken: die geven de ganse evolutie weer tussen 2004 en 2014.
7
8
9
Vreemde nationaliteit Opgepast, de percentages in onderstaande tabel zijn (soms) berekend op lage absolute aantallen waardoor je soms grote verschillen kan hebben. 0-2 jaar met vreemde nationaliteit # % (1) 47 28,83
3-12 jaar met vreemde nationaliteit # % (2) 101 22,25
0-2 jaar met laag/medium HDI nat. # % (3) 15 31,91
3-12 jaar met laag/medium HDI nat. # % (4) 23 22,77
Centrum Konterdam 19 9,13 20 3,08 6 31,58 5 25,00 Mariakerke 29 9,67 82 9,33 <5 6,90 14 17,07 Oud-Centrum 34 29,57 79 24,31 10 29,41 20 25,32 Raversijde <5 8,70 <5 1,03 <5 50,00 0 0,00 Stene 16 6,50 65 6,90 <5 25,00 14 21,54 Vuurtoren 13 7,60 43 7,75 <5 7,69 10 23,26 Westerkwartier 104 23,11 254 19,04 33 31,73 89 35,04 Zandvoorde <5 0,89 <5 0,43 0 0,00 0 0,00 STAD OOSTENDE 265 14,58 647 11,21 72 27,17 175 27,05 Bredene 14 2,96 42 2,36 <5 21,43 10 23,81 Gistel 16 4,91 32 2,49 <5 18,75 13 40,63 Middelkerke 5 1,26 34 2,37 <5 20,00 8 23,53 Oudenburg 18 6,55 22 2,33 <5 22,22 5 22,73 Prov W-VL 1.987 5,72 5.143 4,36 448 22,55 1.026 19,95 (1) berekend ten opzichte van het totaal aantal 0-2 jaar (2) berekend ten opzichte van het totaal aantal 3-12 jaar (3) berekend ten opzichte van het totaal aantal 0-2 jaar met vreemde nationaliteit (4) berekend ten opzichte van het totaal aantal 3-12 jaar met vreemde nationaliteit Een nationaliteit van een land met een laag of medium HDI betekent een land met een lage of matige ontwikkelingsgraad, rekening houdend met de volksgezondheid, de kennis en de levensstandaard. Meer info: http://hdr.undp.org/en/countries
10
Voor de stad Oostende betekent dit het volgende: 15,6% van alle 0-2-jarigen in Oostende hebben een vreemde nationaliteit. Voor de 3-12-jarigen geldt dat 11,2% van hen een vreemde nationaliteit hebben. Als we deze groepen van dichterbij bekijken en met name die kinderen die een nationaliteit hebben van een land met een lage ontwikkelingsgraad (medium of laag HDI), dan zien we dat ongeveer 27% van de 0-2-jarigen met vreemde nationaliteit uit zo’n land komt, alsook ongeveer 27% van de 3-12-jarigen met een vreemde nationaliteit.
Groene druk Bij de groene druk gaan we de verhouding tussen de 0-19-jarigen en de 20-59-jarigen (mensen op beroepsactieve leeftijd) bekijken. Groene druk Centrum Konterdam Mariakerke Oud-Centrum Raversijde Stene Vuurtoren Westerkwartier Zandvoorde STAD OOSTENDE Bredene Gistel Middelkerke Oudenburg Prov W-VL
25,72 41,45 32,77 23,09 28,41 42,28 37,43 35,31 51,38 35,23 39,01 41,60 34,56 39,36 39,74
De groene druk in Oostende bedraagt 35,2%. Dat betekent dat er per 100 mensen op beroepsactieve leeftijd 35 kinderen wonen in Oostende. Dit is iets lager dan gemiddeld voor de provincie (39,7%). 11
12
B. Kenmerken van huishoudens In dit luikje omtrent huishoudens bekijken we de gezinsgrootte van de huishoudens, alsook het aantal gezinnen met kinderen en eenoudergezinnen. We beginnen met de gezinsgrootte. # Centrum Konterdam Mariakerke Oud-Centrum Raversijde Stene Vuurtoren Westerkwartier Zandvoorde STAD OOSTENDE Bredene Gistel Middelkerke Oudenburg Prov W-VL
Totaal HH
alleenstaand
2-pers HH
3-4 pers HH
5+ persHH
5.585 2.741 5.888 4.515 797 4.338 2.770 7.819 1.297 35.985 7.395 4.889 9.596 3.773 510.520
3.238 834 2.527 2.683 358 1.485 1.014 3.803 253 16.255 2.225 1.317 3.930 878 160.663
1.750 993 2.074 1.371 279 1.563 967 2.357 472 11.911 2.753 1.742 3.560 1.459 182.978
499 769 1.085 400 138 1.071 655 1.315 463 6.467 2.088 1.532 1.754 1.219 138.529
98 145 202 61 22 219 134 344 109 1.352 329 298 352 217 28.350
13
% Centrum Konterdam Mariakerke Oud-Centrum Raversijde Stene Vuurtoren Westerkwartier Zandvoorde STAD OOSTENDE Bredene Gistel Middelkerke Oudenburg Prov W-VL
alleenstaand
2-pers HH
3-4 pers HH
5+ persHH
57,98 30,43 42,92 59,42 44,92 34,23 36,61 48,64 19,51 45,17 30,09 26,94 40,95 23,27 31,47
31,33 36,23 35,22 30,37 35,01 36,03 34,91 30,14 36,39 33,10 37,23 35,63 37,10 38,67 35,84
8,93 28,06 18,43 8,86 17,31 24,69 23,65 16,82 35,70 17,97 28,24 31,34 18,28 32,31 27,13
1,75 5,29 3,43 1,35 2,76 5,05 4,84 4,40 8,40 3,76 4,45 6,10 3,67 5,75 5,55
Gemiddelde gezinsgrootte 1,60 2,28 1,95 1,57 1,89 2,18 2,13 1,90 2,62 1,93 2,26 2,40 1,97 2,42 2,27
De laatste kolom toont de gemiddelde gezinsgrootte. Gemiddeld in Oostende bestaat een huishouden uit 1,93 personen. Dit is een stuk lager dan het provinciaal (2,27) aandeel. Wat de wijken betreft scoren de wijken Oud-Centrum en Centrum het laagst met een gemiddelde gezinsgrootte van slechts 1,6. De grootste gemiddelde gezinsgrootte vinden we in de wijken Zandvoorde (2,6) en Konterdam (2,3). Deze resultaten worden weerspiegeld in de aandelen gezinnen naar grootte, waarbij de wijken met een kleine gemiddelde gezinsgrootte (veel) meer alleenstaanden huisvesten en de wijken met een grotere gemiddelde gezinsgrootte (veel) meer 3-4-persoonshuishoudens en 5+ persoonshuishoudens huisvesten. De volgende grafiek toont de verschillen duidelijk tussen de wijken, alsook de kaart waarop de wijken ingekleurd zijn naargelang de gemiddelde gezinsgrootte.
14
15
16
De volgende tabel toont de gezinnen met kinderen en de eenoudergezinnen, waarbij de kinderen jonger dan 20 jaar zijn. Het aandeel gezinnen met kinderen is berekend ten opzichte van alle huishoudens; het aandeel eenoudergezinnen is berekend ten opzichte van de gezinnen met kinderen.
Centrum Konterdam Mariakerke Oud-Centrum Raversijde Stene Vuurtoren Westerkwartier Zandvoorde STAD OOSTENDE Bredene Gistel Middelkerke Oudenburg Prov W-VL
Gezin met kinderen # % 596 10,67 796 29,04 1.110 18,85 453 10,03 118 14,81 1.111 25,61 681 24,58 1.497 19,15 497 38,32 6.950 19,31 2.069 27,98 1.509 30,87 1.742 18,15 1.125 29,82 136.093 26,66
Eenoudergezin # 210 120 241 181 16 252 147 382 65 1.630 314 202 308 133 18.255
% 35,23 15,08 21,71 39,96 13,56 22,68 21,59 25,52 13,08 23,45 15,18 13,39 17,68 11,82 13,41
De stad Oostende heeft een beduidend lager aandeel gezinnen met kinderen (19,3%) in vergelijking met de provincie (26,7%). De verschillen binnen de gemeente zijn ook groot: de wijken Oud-Centrum en Centrum scoren het laagst met slechts 10% gezinnen met kinderen en de wijken Zandvoorde en Konterdam scoren het hoogst met respectievelijk 38,3% en 29%. Wat betreft de eenoudergezinnen ligt het percentage voor Oostende (23,5%) veel hoger dan voor de provincie (13,4%). De wijken met het kleinste aandeel gezinnen met kinderen scoren nu het hoogst bij de eenoudergezinnen: de wijken Centrum en Oud-Centrum huisvesten maar liefst 35% en 40% eenoudergezinnen. Het omgekeerde geldt ook: de wijken met de hoogste aandelen gezinnen met kinderen huisvesten de laagste aandelen eenoudergezinnen (Konterdam en Zandvoorde). Raversijde is hier een uitzondering. 17
18
19
2. Kansarmoede-indicatoren omtrent kinderen en jongeren In dit hoofdstuk focussen we op enkele indicatoren omtrent kansarmoede bij kinderen en jongeren. In de eerste tabel wordt ten eerste het aantal en aandeel 0-19-jarigen weergegeven die recht hebben op een verhoogde tegemoetkoming in de ziekteverzekering (Bron: Lokale Statistieken, Studiedienst Vlaamse Regering, 2014). Voor Oostende is dit het geval voor 21,7%. Dit iets veel hoger dan het provinciaal (9,1%) aandeel. De tweede indicator in de tabel is het aandeel kansarme geboortes (Bron: Kind en Gezin, 2010-2012). Hier gebruiken we gemiddeldes omdat de kleine absolute aantallen erg fluctueren per jaar. Voor Oostende geldt dat gemiddeld 26,6% van alle geboortes in 2010-2012 als kansarm kunnen bestempeld worden. Dit percentage ligt heel wat hoger dan voor de provincie (10,1%).
Oostende Bredene Gistel Middelkerke Oudenburg Prov W-VL
0-19 jaar met verhoogde tegemoetkoming id ziekteverzekering # % 2.619 21,69 396 11,31 239 9,05 360 11,95 119 6,26 21.933 9,10
Kansarme geboorten (gemid 2010-2012) # 165 9 8 22 3 1.186
% 26,64 5,86 6,78 16,84 3,70 10,10
De volgende tabellen hebben betrekking op het onderwijs. We bekijken ten eerste het aandeel leerlingen (die wonen in de betreffende gemeente), zowel in het basisonderwijs als in het secundair onderwijs, dat een schooltoelage ontvangt. Voor Oostende is dit in het basisonderwijs het geval voor 30,4% van de leerlingen en in het secundair onderwijs voor 33,7% van de leerlingen. Beide aandelen liggen veel hoger in vergelijking met de omliggende gemeenten en de provincie.
20
Oostende Bredene Gistel Middelkerke Oudenburg Prov W-VL
Leerlingen basisonderwijs met schooltoelage (01/02/2012) # % 1.694 30,35 357 20,94 273 21,41 314 22,49 149 16,61 20.579 18,10
Leerlingen sec onderwijs met schooltoelage (01/02/2012) # % 1.423 33,66 342 28,15 264 26,35 326 29,91 133 21,28 20.347 25,19
Bij de volgende indicator gaan we kijken naar het aandeel leerlingen waarvan de moeder slechts een lage opleiding genoot. In het basisonderwijs is dit in Oostende het geval voor 31,9% van de leerlingen en in het secundair onderwijs voor 32,1% van de leerlingen. Ook hier liggen de percentages opnieuw veel hoger dan algemeen in de provincie.
Oostende Bredene Gistel Middelkerke Oudenburg Prov W-VL
Leerlingen basisonderwijs met moeder lage opleiding (01/02/2012) # % 1.778 31,86 328 19,24 229 17,96 282 20,20 139 15,50 18.705 16,45
Leerlingen sec onderwijs met moeder lage opleiding (01/02/2012) # % 1.356 32,08 308 25,35 197 19,66 274 25,14 138 22,08 17.612 21,80
21
Tot slot bekijken we nog de schoolse vertraging in het gewoon onderwijs. Voor het lager onderwijs heeft een leerling schoolse vertraging vanaf 1 jaar achterstand; voor het secundair onderwijs heeft een leerling schoolse vertraging vanaf 2 jaar achterstand. Iets meer dan 1 op de 5 leerlingen in het lager onderwijs in Oostende heeft minstens 1 jaar schoolse vertraging. Dit is hoger dan in de provincie (14,1%). In het secundair onderwijs heeft 9,7% van de leerlingen in Oostende minstens 2 jaar schoolse vertraging. Ook dit aandeel ligt hoger dan algemeen in de provincie (4,1%).
Oostende Bredene Gistel Middelkerke Oudenburg Prov W-VL
Schoolse vertraging lager onderwijs (min 1 jaar) (01/02/2012) # % 601 20,66 162 16,79 102 14,37 128 15,65 48 9,30 8.916 14,10
Schoolse vertraging sec onderwijs (min 2 jaar) (01/02/2012) # % 338 9,71 68 6,81 32 3,73 56 5,96 18 3,31 2.881 4,10
22
3. Onderwijsgegevens (Departement Onderwijs, schooljaar 2011-2012) In de volgende tabel wordt het aantal leerlingen bekeken in het kleuter-, lager en secundair onderwijs. Het betreft de leerlingen die schoollopen in Oostende. Dit betekent dat de leerlingen ook buiten Oostende kunnen wonen. Gewoon onderwijs KleuterLager Secundair onderwijs onderwijs onderwijs Centrum Konterdam Mariakerke Oud-Centrum Raversijde Stene Vuurtoren Westerkwartier Zandvoorde STAD OOSTENDE Prov W-VL
Buitengewoon onderwijs KleuterLager Secundair onderwijs onderwijs onderwijs
161 233 456 258 0 292 202 532 162
220 347 716 365 0 453 301 791 217
2.107 0 462 841 0 664 0 2.112 0
0 0 0 0 0 30 0 0 0
0 0 0 0 0 300 0 0 0
0 0 0 0 0 172 0 0 0
2.296
3.410
6.186
30
300
172
43.361
65.443
80.856
381
5.501
3.961
De volgende kaartjes tonen de scholen in Oostende, naargelang het aantal leerlingen van de school en opgesplitst in kleuter-, lager en secundair onderwijs. Het betreft het gewoon onderwijs.
23
24
25
26
4. Kinderopvang A. Aanbod (Bron: Kind en Gezin, toestand 01/02/2014) De onderstaande tabel toont per voorzieningstype het aantal vestigingsplaatsen in Oostende alsook de totale capaciteit per type.
Voorzieningstype Voorschools DVO Dienst voor Onthaalouders KDV Kinderdagverblijf ZKDV Zelfstandig Kinderdagverblijf ZOO Zelfstandig Onthaalouder LODIV Lokale Dienst voor vakantieopvang Buitenschools IBO Initiatief voor Buitenschoolse Opvang TOTAAL
Aantal vestigingsplaatsen 63 48 5 4 5 1 8 71
Capaciteit 570 238 194 94 34 10 186 186 756
Wat betreft de dienst voor onthaalouders zijn de 48 onthaalouders aangesloten bij eenzelfde dienst. Voor de capaciteit van de onthaalouders aangesloten bij een dienst, gaan we uit van een gemiddelde capaciteit van 5 kindjes per onthaalouder (238/48). In de onderstaande tabellen worden deze cijfers opgesplitst naar de wijken.
27
KDV
DVO Locaties Centrum Konterdam Mariakerke Oud-Centrum Raversijde Stene Vuurtoren Westerkwartier Zandvoorde STAD OOSTENDE
Centrum Konterdam Mariakerke Oud-Centrum Raversijde Stene Vuurtoren Westerkwartier Zandvoorde STAD OOSTENDE
2 10 7 0 1 11 4 5 8 48
Locaties 0 2 1 0 0 0 2 2 1 8
Capaciteit 10 50 35 0 5 55 20 25 40 240
Locaties 0 0 1 2 0 0 0 2 0 5
Capaciteit 0 0 43 82 0 0 0 69 0 194
ZKDV CapaLocaties citeit 0 0 1 37 0 0 1 14 0 0 0 0 0 0 2 43 0 0 4 94
ZOO Locaties 0 3 0 0 0 0 0 1 1 5
Capaciteit 0 20 0 0 0 0 0 7 7 34
LODIV CapaLocaties citeit 0 0 0 0 1 10 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 10
Voorschools CapaLocaties citeit 2 10 14 107 9 88 3 96 1 5 11 55 4 20 10 144 9 47 63 572
IBO Capaciteit 0 69 20 0 0 0 24 38 35 186
In de volgende kaartjes wordt de spreiding weergegeven. 28
Voorschools:
29
Buitenschools:
30
B. Nood aan opvang Op basis van een onderzoek van het WES, kunnen we een berekening maken van de behoefte aan voorschoolse kinderopvang. Hierbij zijn er 2 uitgangspunten: 65% van de kinderen heeft nood aan opvang Per voltijdse opvangplaats kunnen 1,195 kinderen opgevangen worden, want niet elke kind gaat voltijds naar de opvang. Het oorspronkelijke cijfer was 1,153. Dit werd aangepast specifiek voor Oostende, op basis van een enquête uitgevoerd bij Kind&Gezin, waarbij gevraagd werd hoeveel kindjes effectief opgevangen worden (teldatum eerste week van februari). Dit werd dan vergeleken met de capaciteitsgegevens. Voor de berekening wordt gebruik gemaakt van bevolkingscijfers op 01/01/2014 en van capaciteitsgegevens van Kind & Gezin op 01/02/2014. Op 01.01.2014 zijn er in Oostende 1.817 0-2 jarigen.
Er is op 01/02/2014 in Oostende voor deze leeftijdsgroep een aanbod van 562 voorschoolse opvangplaatsen (LODIV buiten beschouwing gelaten). Rekening houdend met het feit dat er per opvangplaats 1,195 kinderen kunnen opgevangen worden, biedt het huidige aanbod een antwoord op de vraag naar opvang van 672 kinderen.
Ervan uitgaande dat 65% van die groep kinderen nood heeft aan opvang: 1.817*65% = 1.181 kinderen. Conclusie: 1.181 kinderen met behoefte aan opvang in Oostende Beschikbare plaatsen voor 672 kinderen = tekort aan opvang voor 509 kinderen Om die 509 kinderen op te vangen, heb je 426 opvangplaatsen nodig (509/1,195 = 426) Er zitten een aantal veronderstellingen in de redenering: Nood aan opvang (65%) blijft constant 31
Bezettingsgraad van de opvang (per plaats kan je 1,195 kinderen opvangen) Aanbod blijft constant (562 opvangplaatsen)
C. Van waar komen de kindjes in de opvang? Op basis van enquêtes die Kind & Gezin rondstuurde in februari 2014 kunnen we een beeld krijgen van de woonplaats van de kinderen die opgevangen worden in de Oostendse voorschoolse kinderopvang. De tabel hieronder toont de woonplaats van de kindjes.
STAD OOSTENDE Bredene Oudenburg Middelkerke Brugge Jabbeke Gistel Wingene Lebbeke (O-VL) De Haan Diksmuide Ichtegem TOTAAL
Aantal kinderen
% kinderen
474 24 9 6 3 2 2 2 2 1 1 1 527
89,9% 4,6% 1,7% 1,1% 0,6% 0,4% 0,4% 0,4% 0,4% 0,2% 0,2% 0,2% 100,0
32
De volgende tabel toont de omgekeerde beweging: waar gaan kindjes met woonplaats in Oostende naar de opvang?
STAD OOSTENDE Middelkerke Oudenburg De Haan Brugge Koekelare Nieuwpoort Jabbeke Gistel Torhout Blankenberge Bredene Damme Koksijde Oostkamp Roeselare Tielt Veurne Zwevegem TOTAAL
Aantal kinderen
% kinderen
474 12 10 7 5 4 4 3 2 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 532
89,1 2,3 1,9 1,3 0,9 0,8 0,8 0,6 0,4 0,4 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 100,0
5. Mobiliteit Op onderstaande kaartjes worden de bushaltes en buslijnen voorgesteld rondom de eventuele toekomstige site in de Nieuwpoortsesteenweg 57. Tegelijkertijd wordt een bufferzone afgebakend, die een loopafstand van 750m voorstelt vanaf het adres Nieuwpoortsesteenweg 57. 33
34
35