Ombuigingsmogelijkheden
Programma 3 Woonomgeving
Beheersproducten
SAMENVATTEND OVERZICHT
3
BELEID WEGEN
5
ONDERHOUD WEGEN
5
GLADHEIDSBESTRIJDING
5
OPENBARE VERLICHTING
12
BELEID EN BEHEER OPENBAAR GROEN
18
ONDERHOUD OPENBAAR GROEN
22
BUURT- EN WIJKBEHEER
29
SPEEL- EN RECREATIEVOORZIENINGEN
33
ONDERHOUD SPEELVOORZIENING
35
Programma 3 Woonomgeving
2
Num-mer Beheerspro voor-stel duct Nr. 3.1 210.01
Budget 2010 Lasten Naam Beleid wegen
3.2 210.02
Onderhoud wegen
3.3 210.02
Onderhoud wegen
3.4 210.02
Onderhoud wegen
3.5 210.02
Onderhoud wegen
3.6 210.02
Onderhoud wegen
3.7 210.02 3.8 210.04
Onderhoud wegen Gladheidsbestrijding
3.9 210.05
Openbare verlichting
3.10 210.05
Openbare verlichting
3.11 210.05
Openbare verlichting
3.12 210.05
Openbare verlichting
3.13 210.05
Openbare verlichting
3.14 210.05
Openbare verlichting
3.15 210.05
Openbare verlichting
3.16 560.01
Beleid en beheer openbaar groen
Budget 2010 Lasten €
€
€
€
50.737
5.465.889
117.990
1.048.316
Mogelijke ombuigingsscenario's
Bedrag ombuiging 2011 Eenmalig
Bedrag ombuiging 2011 Structureel
Bedrag ombuiging 2012 Structureel
Bedrag ombuiging 2013 Structureel
Bedrag ombuiging 2014 Structureel
1 Beleidskeuze
€
-
pm
pm
pm
pm
1 Beleidskeuze
€
-
€
75.000
€
75.000
€
75.000
€
75.000
1 Beleidskeuze
€
-
€
140.000
€
140.000
€
140.000
€
140.000
1 Beleidskeuze
€
-
€
15.000
€
15.000
€
15.000
€
15.000
1 Beleidskeuze
€
-
€
250.000
€
250.000
€
250.000
€
250.000
1 Beleidskeuze
€
-
€
113.045
€
113.045
€
113.045
€
113.045
2 Bedrijfsvoering
€
-
€
-
€
25.000
€
25.000
€
25.000
1 Beleidskeuze
€
-
€
56.000
€
56.000
€
56.000
€
56.000
Afhankelijk van de vraag. Huidig contract loopt tot 1 jan 2012. Eerst onderzoek doen naar vraag.
1 Beleidskeuze
€
-
€
-
€
8.000
€
8.000
€
8.000
Niet in combinatie met onderstaande
1 Beleidskeuze
€
50.000- €
20.000
€
20.000
€
20.000
€
20.000
Niet in combinatie met bovenstaande
1 Beleidskeuze
€
4.000
€
4.000
€
4.000
€
4.000
€
-
€
-
€
30.000
€
30.000
€
14.415
€
14.415
€
14.415
€
14.415
30.000- €
-
€
-
€
-
€
-
Opmerkingen
Uitwerking op onderhoud wegen Andere wijze klachtenafhandeling: bijv. door medlingen rechtstreeks via !GO te laten lopen en als gemeente verder uitwerken hoe dit er niet meer "tussen"te zitten. vorm te geven. Past niet in Onkruidbestrijding op verhardingen: uitgangspunten van niveau B naar C collegeakkoord Toepassen chemische niet in onkruidbestrijding op verhardingen grondwaterbeschermingsg (waar mogelijk) ebied Niet wenselijk ivm Bermen 1 x per jaar maaien veiligheid Straatreiniging; onderhoud Centrum van A naar B verlagen Past niet in Straatreiniging; onderhoud hele stad uitgangspunten van B naar C verlagen collegeakkoord Geen besparing mogelijk Eigen lichtontwerpen voor vervangingsprojecten door de werkvoorbereiding
Let wel; hiervoor is eerst extra scholing nodig; leidt tot extra kosten in 2011. Leidt tot extra Beheer- en onderhoudsbudget 10% achterstalligheid en niet verlagen functioneren OV.
Verhoging baten door verhoging lichtreclames en billboards 10 % Lichtmasten verwijderen (aanname 200 stuks) betreft buitengebied en stadsparken Lichtmasten uitzetten (aanname 200 stuks) betreft buitengebied en stadsparken
Plaatsing reclamezuil door derden Lang vergunningstraject, nabij A27 genereert extra inkomsten onderzoek naar vraag. investering nodig van circa Lichtmasten uitzetten buurten/wijken 50.000 af te schrijven in (aanname 2.000 stuks) Om-en-om 15 jaar. Exploitatievordeel 20.000 uitzetten na 12 uur 's avonds.
€
339.983
Categorie
Velvergunningsplicht bomen opheffen
Bespaart personele kosten (apart uitgewerkt). Let wel: eenmalige investering velvergunningsbeleid opstellen.
1 Beleidskeuze
€
1 Beleidskeuze
1 Beleidskeuze
€
-
3.17 560.01
Beleid en beheer openbaar groen
3.18 560.02
Onderhoud openbaar groen
Verlagen onderhoudsniveau van niveau B naar niveau C
Opgenomen bedrag: dit heeft geen directe consequenties voor groene karakter. bedrag betreft de gehele stad naar niveau c. Politiek akkoord geeft aan: daar waar mogelijk. Dit moet nader uitgewerkt worden
Omvormen van groen (omvormen van heesters naar gazon) levert besparing onderhoud op van 326.000 euro.
Eenmalige investering van 1,1miljoen euro (hierover zijn kapitaallasten berekend).
Levering derden: minder adviezen
€
3.765.823
3.23 560.02
Onderhoud openbaar groen Onderhoud openbaar groen Onderhoud openbaar groen Onderhoud openbaar groen Onderhoud openbaar groen
3.24 560.02
Onderhoud openbaar groen
3.25 821.01
Buurt- en wijkbeheer
3.26 821.01
Buurt- en wijkbeheer
Buurtbeheer heeft geen eigen budgetten meer
3.27 821.01
Buurt- en wijkbeheer
Halveren budgetten buurtbeheer
3.28 580.02
Speel- en recreatievoorzieningen €
196.619
geen
3.29 580.03
Onderhoud speelvoorziening
277.974
Onderhoudsbudget met 20% verlagen
3.19 560.02 3.20 560.02 3.21 560.02 3.22 560.02
Verwijderen bloembakken (82 stuks)
€
€
498.353
€
-
€
12.300
1 Beleidskeuze
€
-
€
300.000
1 Beleidskeuze
€
-
€
-
€
326.000
€
€
19.500
€
19.500
1 Beleidskeuze
Opheffen hertenkamp Opheffen hondenuitlaatterreinen Halveren aantal banken en afvalbakken Toepassen chemische onkruidbestrijding (waar mogelijk) in groenonderhoud Buurtbeheer voert centrummanagement uit (zie bijzondere progr).
1 Beleidskeuze
€
12.300
€
12.300
€
12.300
€
300.000
326.000
€
326.000
€
19.500
€
19.500
1 Beleidskeuze
€
20.000- €
7.000
€
7.000
€
7.000
€
7.000
Grote desinvestering uit het verleden
1 Beleidskeuze
€
10.000- €
77.000
€
77.000
€
77.000
€
77.000
Lijkt niet reeel
1 Beleidskeuze
€
22.500- €
20.000
€
20.000
€
20.000
€
20.000
verder uitwerken hoe dit vorm te geven.
2 Bedrijfsvoering
€
-
pm
2 Bedrijfsvoering
€
-
€
-
€
-
€
-
€
-
1 Beleidskeuze
€
-
€
107.000
€
107.000
€
107.000
€
107.000
1 Beleidskeuze
€
-
€
50.000
€
50.000
€
50.000
€
50.000
1 Beleidskeuze
€
-
€
8.000
€
8.000
€
8.000
€
8.000
zie bijzondere programma centrum+ Kosten komend dan ten laste van andere budgetten. kosten komen dan deels ten laste van andere beheer- en onderhoudsbudgetten RBW. In politiek akkoord buurtbeheer meer verantwoordelijkheid van buurt zelf. Dit budget vervalt vanaf 2011 vrijwel geheel. desinvestering, veel geinvesteerd wat ook goed onderhouden moet worden.
pm
pm
pm
Beleid wegen Onderhoud wegen Gladheidsbestrijding Programma 3 BH21002 1 Doelstelling
2
Levert het product ook bijdragen aan doelstellingen van andere producten?
3
Is met betrekking tot dit product een verplichting vastgelegd? Wat doen we in Oosterhout op dit taakveld?
4
Woonomgeving Onderhoud wegen Een duurzame ontwikkeling en instandhouding van wegen en paden c.a. zodat een veilige en comfortabele bereikbaarheid van woningen en voorzieningen in de stad wordt gegarandeerd, die bijdraagt aan een aantrekkelijke en functionele leefomgeving. verkeer en mobiliteit (5) bouwen en wonen (7) werk en inkomen (8) maatschappelijke zorg (11) Centrum+ (bijz). De wet schrijft een onderhoudsplicht voor. Volgens het burgerlijk wetboek dient de eigenaar te zorgen voor een goede staat van de weg (BW6:174). De volgende werkzaamheden worden hiervoor verricht: groot onderhoud: herstraat en overlagingswerkzaamheden (renovatie) van gehele wegen, fietspaden etc. Hierin is niet de vervanging van voorzieningen opgenomen op basis van inspecties (rationeel beheer) en afstemming in jaarplan programmering klein onderhoud: pleksgewijze herstelwerkzaamheden van verzakkingen of wortelopdruk, met name in voetpaden en fietspaden tot een maximale maat van 100m2, rechtzetten/herstellen van meubilair deels reactief op meldingen(klachtafhandeling); deels op eigen waarneming onkruidbestrijding op wegen: het chemievrij bestrijden van onkruidgroei op wegen en voetpaden (borstelen en vegen) i.v.m. verkeersveiligheid en netheid het onderhoudsniveau is door beleidsmatig (raad) vastgelegd op niveau A voor de centra en op niveau B voor alle overige openbare ruimte onderhoud bermen: het maaien van bermen in het buitengebied en het herstel van bermen (herstel schade en bermverlaging) handmatige straatreiniging: verzamelen van zwerfvuil en het legen van afvalbakken mechanische straatreiniging: vegen van straten met veegmachine ter bestrijding van zwerfvuil (netheid), het schonen van goten (waterafvoer wegen), het verwijderen van blad en vuil (verkeersveiligheid) en de voorjaarsactie onderhoud civieltechnische kunstwerken: het onderhoud van de civieltechnische kunstwerken (bruggen, viaducten, geluidswal etc.)en de vervanging van kleine civieltechnische kunstwerken zoals voetgangersbruggen. onderhoud straatnaambebording: het in stand houden van de straatnaambebording ca. onderhoud havens.
Programma 3 Woonomgeving
5
5
Wat zijn de belangrijkste documenten op raadsniveau waarin het beleid is vastgelegd?
6
Is de taak recentelijk < 2 jaar geëvalueerd? Spelen er recente/majeure (< 3 jaar) externe ontwikkelingen die invloed hebben op de taakomvang?
7
8
Hoe groot is het budget van het beheersproduct en hoe zijn de baten samengesteld
Incidentele kleinschalige maatregelen aan voorzieningen die verband hebben met havens en waterwegen die eigendom van de gemeente zijn. NB de zorgplicht van de gemeente is niet inzichtelijk, inventarisatie vindt nu plaats. adviezen inritten: advies en realisatie van inritten van bedrijven en particulieren, inkomsten op basis van een vastgesteld precario bedrag. Gladheidsbestrijding: het uitvoeren van vegen en zoutstrooien ter bestrijding en voorkoming van gladheid op hoofdroutes, busroutes, calamiteitenroutes en doorgaande fietspaden Enkele particuliere terreinen worden door ons gestrooid. Daarvoor ontvangen wij een bijdrage van die bedrijven - Beheerplan Wegen - Gladheidbestrijdingsplan - Beleidsplan openbare verlichting (onder meer gebaseerd op richtlijnen Nederlandse Stichting van Verlichtingskunde) - Beleidsplan Veilige Elektrotechnische Bedrijfsvoering - Kwaliteitsvisie Openbare Ruimte n.v.t. Dit betreft ontwikkelingen die een wezenlijke invloed hebben op de uitvoering van de taak. Onder andere vanwege stedelijke ontwikkelingen hebben we de laatste tijd enkele vervangingen van normale asfaltdeklagen door geluidsarmasfalt uitgevoerd (LMP) of gepland (Elkhuizenlaan). Deze omvorming betekent een forse stijging van de gemiddelde onderhoudskosten. Vanwege de stedelijke uitbreidingen in Oosterhout neemt het areaal nog steeds toe. Dit is het budget van 2010 na de ombuigingen. Kostenoverzicht uit decade, gesplist in: T41 Leveringen derden T43 Kapitaallasten T44 Apparaatskosten T4 Totaal Lasten
1.932.042,00 1.553.030,00 1.980.817,00 5.465.889,00
Opbrengstenoverzicht uit decade, gesplist in: 83499 Overige goederen en diensten 86281 Toerekening kosten straatreiniging T8 Totaal Baten 9
11 12
Hoe verhoudt zich de taakuitvoering tot die in andere gemeenten? Nog te realiseren ombuigingstaakstelling Mogelijke ombuigingsscenario’s, inclusief (maatschappelijke) gevolgen
-9.227,00 -117.000,00 -126.227,00
n.v.t. groot onderhoud Het huidig onderhoudsniveau bevindt zich rond het minimaal benodigde niveau. In het onderhoudsbudget is geen ruimte gereserveerd voor vervanging van voorzieningen. Op termijn moet rekening worden gehouden met extra benodigde investeringen, vanwege de vervangingen van de openbare ruimte die van 1960 in Oosterhout is aangelegd. Verlaging van het onderhoudsniveau zal leiden tot
Programma 3 Woonomgeving
6
kapitaalsvernietiging. Planning van werkzaamheden vindt plaats op weging van technische en maatschappelijke en zelfs politieke aspecten. Dit leidt soms tot oneigenlijke inzet van het onderhoudsbudget of tot voortijdige groot onderhoud. De omvang van deze oneigenlijke inzet wordt geschat op ca. 5%. klein onderhoud Frequent klein onderhoud resulteert in uitstel van goot onderhoud en vervanging. Technisch gezien is klein onderhoud zeer efficiënt. Omdat een deel van het onderhoud zit in het afhandelen van meldingen en klachten binnen 3 dagen zou daar een heel kleine efficiëntiewinst te vinden zin. Door die termijn op te rekken tot enkele maanden zou, vanwege bundeling van werken en daardoor minder benodigde transporttijd, een efficiëntie winst van 2-4% kunnen worden geboekt. Het geheel afschaffen van meldingenonderhoud is niet wenselijk omdat meldingen onderhoud vrijwel geheel betrekking heeft op objectief onvoldoende situaties. Van netheidheidsonderhoud a.g.v. meldingen is amper sprake (12%). De inspectiefrequentie (1x/3jaar) is te laag om hiervoor binnen het rationeel beheer een voldoende alternatief te bieden. onkruidbestrijding op wegen Onkruid op verharding wordt algemeen zeer sterk negatief gewaardeerd. De netheid weegt voor onze burgers zwaar. Technische gezien kan de onderhoudsintensiteit worden verlaagd maar niet afgeschaft. De bruikbaarheid van de weg zou zeer sterk afnemen door de aanwezigheid van plantengroei, het invangen van stof en vul door die plantengroei en de sterk afnemende afwaterring van de weg door onkruidgroei en ophoping van vuil. Het verminderen van onkruidbestrijding leidt in de buurten waar de renovatie-urgentie van de openbare ruimte groot is, tot verloedering. Dit zou de druppel vormen die de emmer doet overlopen. De werkzaamheden worden uitgevoerd door markpartijen. Van een verdere rationalisering en efficiëntiewinst kan, bij gelijkblijvende ambitie, praktisch geen sprake zijn. Voor de centra zou een onderhoudsniveau B kunnen worden geïntroduceerd, waarmee de netheid daalt van goed onderhouden naar voldoende onderhouden. De functionaliteit komt niet in het geding. Van verloedering zal geen sprake zijn. Als de onderhoudsinzet wordt beperkt van niveau B naar niveau C (laag & sober) zal de netheid duidelijk afnemen. Klachten zullen toenemen en in sommige gevallen zullen bewoners overgaan tot het toepassen van chemische bestrijdingsmiddelen in de openbare ruimte, ook op plaatsen waar dit vanwege grondwaterbescherming niet is toegestaan. De functionaliteit zal echter niet afnemen. In deze verlaging zou ook de centra kunnen worden betrokken. Een verdere verlaging naar niveau D is vanuit technisch perspectief niet wenselijk. Verlaging van de onderhoudsintensiteit zal een naijleffect hebben als na verloop van tijd wordt besloten het onderhoud weer te intensiveren vanwege de hoeveelheid onkruidzaden die dan aanwezig zullen zijn. Er zal dan beduidend meer onderhoud moeten worden gepleegd om de uitgangssituatie te herstellen.
Programma 3 Woonomgeving
7
onderhoud bermen De berm vormt een onlosmakelijk onderdeel van de weg. De zorgplicht zoals die in het BW is benoemd geldt ook voor de berm. Weggebruikers gebruiken de berm om uit te wijken in geval van nood en mogen er op rekenen dat ook de berm goed is onderhouden. Het maaien en herstellen van bermen is gericht op een instandhouding van een stabiele en vlakke berm waarin water van de weg kan worden afgevoerd. De werkzaamheden bevatten een zekere netheidcomponent. Stoppen met dit onderhoud leidt tot verminderde functionaliteit van de weg en een afname van de veiligheid. Bermen worden elk jaar tweemaal gemaaid. Deze frequentie kan worden verlaagd met uitzondering rondom kruisingen ed omdat daar anders het uitzicht te veel zal worden belemmerd. Met minder maaien kan de functionaliteit van de berm evengoed worden gegarandeerd. Het herstel van bermen (verlagen opgegroeide bermen en aanvullen van rijsporen) kan niet efficiënter of worden verminderd omdat dan de veiligheid van de weg te veel afneemt. Verlaging van de maaifrequentie van 2x/jaar naar 1x / jaar geeft een minder verzorgd beeld. Ook zal in de berm meer zwerfvuil worden ingevangen en achter blijven. De netheid neemt af. Boeren zullen klagen over onkruidzaden die vanuit de berm in hun percelen zal waaien. De afname van netheid zal nauwelijks andere klachten veroorzaken. Minder herstel en verlaging van bermen leidt tot wateroverlast op de weg, wat op doorgaande wegen zeer gevaarlijk kan zijn, en tot spoorvorming naast de weg (gevaarlijk). Dit is ongewenst handmatige straatreiniging component afvalstoffenheffing Het verwijderen van zwerfvuil heeft enkel een netheidaspect. Het onderhouden en legen van afvalbakken draagt bij aan het bestrijden van zwerfvuil. Zwerfvuil levert bij onze burgers veel ergernis op. Bestrijding ervan heeft een wenselijk effect. Stoppen met het onderhoud aan afvalbakken levert meer zwerfvuil op. Stoppen met het verzamelen van zwerfvuil levert een sterk vervuilde openbare ruimte op. Het verzamelen van zwerfvuil kan nauwelijks efficiënter worden georganiseerd. Ook het onderhoud aan afvalbakken kan nauwelijks efficiënter worden georganiseerd. Wel zou een lager ambitieniveau kunnen worden nagestreefd. Minder netheid is minder inzet en dus minder kosten. Tot op zekere hoogte ligt hier een rol voor marktpartijen. Winkels en bedrijven kunnen bijdragen aan het verminderen van zwerfvuil enerzijds door verpakkingen te verminderen en hun klanten te stimuleren materialen in of bij de winkel in de afvalbak te gooien en anderzijds door actief aan afvalinzameling in hun omgeving te doen. Zeker in de winkelcentra (3x) zou een extra inspanning van de bedrijven mogen worden gevraagd. Gezien de economische situatie zal echter de bereidheid bij bedrijven tot het maken van kosten (zonder extra inkomsten) klein zijn. De openbare ruimte is het domein van de gemeente. Het netheidniveau in de centra zou kunnen worden verlaagd van
Programma 3 Woonomgeving
8
A naar B. De netheid is dan nog steeds voldoende. In de overige delen van Oosterhout zou het netheidniveau kunnen worden verlaagd van niveau B naar niveau C. Deze verlaging zou ook in de centra kunnen worden doorgevoerd. LET OP: Omdat een behoorlijk deel van het zwerfvuil onder "normale"omstandigheden als huisvuil zou worden aangeboden, wordt een deel van de onderhoudskosten gedekt uit de afvalstoffenheffing. Verkleining van de inzet op bestrijding van zwerfvuil leidt tot een evenredige daling van dekking uit de afvalstoffenheffing. Dit geeft geen lucht in de gemeentelijke begroting maar wel een lastenverlaging bij de burgers. Een verlaging naar het laagste niveau is technisch toelaatbaar maar niet gewenst. machinale straatreiniging In één bewerking worden bij machinale straatreiniging meerdere doelstellingen gerealiseerd. Het veilig houden van wegen en verhardingen (blad. goot en ten dele vuil op de weg) vormt een onderdeel van goed onderhoud. Stoppen met dit onderhoud leidt tot vermindering van de functionaliteit en tot een toename van onveiligheid. Het bestrijden van zwerfvuil betreft netheidsonderhoud. De veegmachines worden ingezet voor het vegen van zwerfvuil na de weekmarkt en in het stadscentrum. Dit is zuiver netheidsonderhoud. Omdat in een en dezelfde werkgang alles plaatsvindt kan functioneel en netheidsonderhoud niet van elkaar worden gescheiden. Beperking van dit onderhoud leidt tot een toename van onderhoud aan kolken en dat is relatief duurder. Het netheidsonderhoud zou zonder grote bezwaren minder uitgebreid kunnen worden uitgevoed. Er is sprake van algemeen nut. Marktpartijen zouden kunnen worden ingezet om dit onderhoud voor ons uit te voeren. Daarvan mag enige besparing worden verwacht bij regulier onderhoud. Extra onderhoud (aanvullende beurten buiten regulier schema) zullen echter beduidend duurder uitvallen zodat van een slecht een klein netto extra rendement mag worden verwacht. Van winkeliers in de centra en de weekmarkt mag een inspanning worden gevraagd voor de bestrijding van zwerfvuil en daarmee in de beperking van de inzet van de gemeente. De kosten bestaan voor ruim 70% uit uren eigendienst en tractie kosten. Mogelijk zou een deel van de kosten ten laste kunnen worden gebracht van de rioolheffing, omdat dit onderhoud betreft voor de afwatering van de weg. Dit kan leiden tot een lasten verschuiving. De inzet van veegmachines voor puur netheidsonderhoud (vegen na markt en stadscentrum) zou kunnen worden verlaagd. Het ambitieniveau zou verlaagd kunnen worden van A naar B of gemeente breed zelfs naar niveau C. LET OP: Omdat een behoorlijk deel van het zwerfvuil onder "normale"omstandigheden als huisvuil zou worden aangeboden, wordt een deel van de onderhoudskosten gedekt uit de afvalstoffenheffing. Verkleining van de inzet op bestrijding van
Programma 3 Woonomgeving
9
zwerfvuil leidt tot een evenredige daling van dekking uit de afvalstoffenheffing. Dit geeft geen lucht in de gemeentelijke begroting maar wel een lastenverlaging bij de burgers. Een verlaging naar het laagste niveau is technisch toelaatbaar maar niet gewenst. onderhoud civieltechnische kunstwerken De civieltechnische kunstwerken vervullen een functie in het gebruik van wegen of de afscherming van verkeerslawaai naar de woonomgeving en zijn onmisbaar. Stoppen met onderhoud leidt tot verval van de voorzieningen. Het kleinschalig onderhoud is gericht op uitstel van groot onderhoud en vervanging, en is daarom efficiënt. Let op: voor vervanging van voorzieningen zijn niet structureel middelen gereserveerd. vervanging palen en straatnaambebording Straatnaamgeving is een gemeentelijke taak. Herkenbaarheid van straten is belangrijk in het functioneren van de stad. Er is geen letterlijke wettelijke plicht. Uit dit budget worden alleen materialen bekostigd. Alle kosten die gemaakt worden zijn gerelateerd aan schades en vermissing. Er is geen sprake van preventief onderhoud. Het betreft het minimaal benodigde onderhoud. onderhoud havens De insteekhaven van Weststad l/ll incl. de kade en het havenkanaal en de zwaaikom excl. jachthaven zijn gemeentelijk eigendom. Bedrijven maken gebruik van deze vervoersfaciliteit en zijn daarvan afhankelijk. Gebruik van de gemeentelijke loskade is beperkt. Het gebruik van voorzieningen is sterk gericht op enkele gebruikers. Het zou voor de hand liggen specifieke voorzieningen aan die betreffende gebruikers over te dragen. In die lijn ligt het voor de hand geen nieuwe verplichtingen aan te gaan mbt loskade op het bedrijventerrein Vijf Eiken. Er worden enkel incidenteel kosten gemaakt. In geval van calamiteit of als voorzieningen aan vervanging toe zijn zullen we met forse kosten worden geconfronteerd. Klein regulier onderhoud zou wenselijk zijn omdat dit vervanging kan uitstellen maar wordt nu niet uitgevoerd. adviezen inritten Particuliere inritten sluiten aan op de openbare weg. De realisatie daarvan dient goed en degelijk plaats te vinden omdat dit openbare weg betreft. Het betreft kleinschalig werk en is relatief kostbaar. Omdat reeds standaard materialen en constructies worden toegepast is geen efficiëntiewinst te boeken. De kosten voor deze inritten worden d.m.v. een vast bedrag door de belanghebbenden bekostigd. Aanpassing naar een systeem waarin elke belanghebbende de werkelijke kosten betaald levert veel administratieve handelingen op, maar geen toename van de totale inkomsten. De tarieven voor deze activiteit zijn gebaseerd op kostendekkendheid.
Programma 3 Woonomgeving
10
13
Financieel resultaat ombuigingsscenario’s
gladheidsbestrijding Gladheidsbestrijding behoort tot op zekere hoogte tot de plicht van de gemeente tot een goed onderhoud van de weg. Bereikbaarheid en veiligheid zijn belangrijke aspecten in deze taak. Stoppen met deze taak is niet mogelijk. De omvang en doeltreffendheid van de inzet van middelen is geheel afhankelijke van de weersomstandigheden. De afgelopen twee jaar is het beschikbare budget ontoereikend gebleken. Privatisering en uitbesteding van deze plicht heeft bij andere overheidspartijen niet geleid tot een kostenbesparing, omdat het werk een grote mate van onzekerheid (risico) kent. groot onderhoud nvt klein onderhoud uitstel klachtenafhandeling - € 7.500,onkruidbestrijding op wegen daling van niveau B->C - € 75.000 (Dit is de besparing ten opzicht van het budget. Momenteel was laagste inschrijver € 100.000 duurder dan het budget) bestrijden met chemische middelen (waar mogelijk) - €140.000,-onderhoud bermen bermen 1x/jaar maaien - € .15.000,handmatige en machinale straatreiniging onderhoudsniveau centrum van A->B €250.000,-onderhoudsniveau gehele stad B->C € 76.245 voor handmatige reiniging (= 2 fte a € 23 per uur) € 36.800 voor machinale reiniging (= 1 fte a € 23 per uur) bijdrage inzet ondernemers centra Is moeilijk in te schatten civieltechnische kunstwerken -nvt vervanging palen en straatnaambebording nvt onderhoud havens nvt inritten nvt
Programma 3 Woonomgeving
11
Openbare verlichting Programma 3 BH21005 1 Doelstelling
Woonomgeving Openbare verlichting Het creëren van verkeers- en sociale veiligheid tijdens avond en nacht en het leveren van een bijdrage aan de leefbaarheid van de gemeente.
2
Levert het product ook bijdragen aan doelstellingen van andere producten?
3
Is met betrekking tot dit product een verplichting vastgelegd in wetgeving zin?
4
Wat doen we in Oosterhout op dit taakveld?
Ja, het product draagt bij aan de verkeers- en sociale veiligheid tijdens avond en nacht en het levert een bijdrage aan de leefbaarheid van de gemeente. Te denken valt aan de winkelcentra die mede door de keuze van de masten en armaturen aantrekkelijker worden (stadsverfraaiing). - Wettelijke plicht om bestaand areaal aan technische installaties te laten voldoen aan de minimale wettelijke eisen voor beheer en onderhoud; - Politiekeurmerk Veilig Wonen; - Nederlandse Praktijk Richtlijn. Beheer, onderhoud en vervangen van de openbare verlichting. - Inspectie van lichtmasten en armaturen (begeleiden) en het beheren van de gegevens; - Advisering bij areaaluitbreiding (in-/uitbreidingslocaties) en na realisatie vaak het in beheer en onderhoud nemen hiervan; - Onderhoud: e 1 lijnsonderhoud: bijvoorbeeld het vervangen van een kapotte lamp of een technische storing; e 2 lijnsonderhoud: bijvoorbeeld het uitbesteden van het vervangen van lichtmasten of armaturen door een aannemer (begeleiding van dit proces wordt door de gemeente gedaan). In 2010 wordt het contract onderhoud openbare verlichting voor de gehele gemeente voor de komende 4 jaar aanbesteed. Bij het vernieuwen van de openbare verlichting van Wijk- en Stroomwegen worden de oude en versleten lichtmasten vervangen door nieuwe lichtmasten met energiezuinige armaturen. Hierdoor wordt onder meer een besparing op de jaarlijkse energiekosten gerealiseerd, betere verlichting en een CO2 –reductie. De nieuwe ontwikkelingen omtrent de LED-verlichting worden nauwlettend bestudeerd en daar waar mogelijk toegepast.
5
Wat zijn de belangrijkste documenten op raadsniveau waarin het beleid is vastgelegd?
6
Is de taak recentelijk < 2 jaar geëvalueerd?
- De energiekosten van de openbare verlichting vallen ook onder de kosten van dit beheersproduct. - Beleidsplan openbare verlichting (onder meer gebaseerd op richtlijnen Nederlandse Stichting van Verlichtingskunde); - Beleidsplan Veilige Elektrotechnische Bedrijfsvoering; - College B&W, besluit te willen werken met standaardisatiewerkboek. Neen.
Programma 3 Woonomgeving
12
7
8
Spelen er recente/majeure (< 3 jaar) externe ontwikkelingen? Hoe groot is het budget van het beheersproduct en hoe zijn de baten samengesteld
Neen.
Dit is het budget van 2010 na de ombuigingen. Kostenoverzicht uit decade, gesplitst in: T41 Leveringen derden T43 Kapitaallasten T44 Apparaatskosten T4 Totaal Lasten
593.341,00 259.229,00 195.746,00 1.048.316,00
Opbrengstenoverzicht uit decade, gesplitst in: - soort opbrengst (subsidie/ huur/ rijksmiddelen e.d.) 83499 Overige goederen en diensten -79.000,00 T8 Totaal Baten -79.000,00 9
Hoe verhoudt zich de taakuitvoering tot die in andere gemeenten?
11
Nog te realiseren ombuigingstaakstelling en
12
Mogelijke ombuigingsscenario’s, inclusief (maatschappelijke) gevolgen (inclusief wat zijn de gevolgen voor de taken als er 20% op de personele capaciteit wordt bezuinigd?)
Géén benchmarks. Van soortgelijke gemeenten in de kwantitatieve zin (Etten-Leur, Bergen op Zoom, Roosendaal en Oss) is wel bekend dat zij een grotere personele bezetting hebben voor het beheer en voorbereiding van de openbare verlichting. In de kwalitatieve zin is Oosterhout een gemiddelde gemeente te noemen. In de begroting 2010 is reeds opgenomen: Energiebesparing armaturen De kosten van energieverbruik openbare verlichting zijn over een langere periode bezien lager dan begroot. Daarnaast is eind 2008 een kredietaanvraag gedaan voor de vervanging van de openbare verlichting voor energiezuinige armaturen, welke in 2012 is afgerond. Daardoor wordt het budget voor energieverbruik openbare verlichting deels verlaagd. Voor de komende jaren is rekening gehouden met: 2010 een ombuiging van € 50.000 (besparing); 2011 een ombuiging van € 60.000 (besparing); 2012 een ombuiging van € 70.000 (besparing); 2013 een ombuiging van € 80.000 (besparing). Scenario 1 Eigen lichtontwerpen voor vervangingsprojecten door de werkvoorbereiding Lichtontwerpen en bestekken worden nu door een extern bureau gemaakt. In het geval dat de vervangingsprojecten door de eigen werkvoorbereiding worden gemaakt ontstaat een besparing (kanttekening eerst investeren in scholing). De kosten van uitbesteding liggen hoger dan wanneer we dit zelf kunnen. Scenario 2 Beheer-, onderhouds- en vervangingsbudget -/20% Gevolg van het temporiseren van de vervanging van de openbare verlichting is dat er achterstalligheid optreedt met als gevolg toename storingen en er mogelijk masten omvallen doordat deze versleten zijn.
Programma 3 Woonomgeving
13
Nadere toelichting: In het door de Raad vastgestelde Beleidsplan Openbare Verlichting wordt gesproken over jaarlijkse vervangingskosten van masten en armaturen van totaal € 534.000 om de achterstalligheid rond 2014 te hebben weggewerkt. Omdat er al sprake is van een ombuiging op dit product (investering volgens begroting 2009 € 435.000 en in 2010 € 522.500) waardoor de geplande vervangingscyclus wordt vertraagd met als gevolg achterstalligheid. Mogelijk dat hierdoor in de toekomst extra geïnvesteerd moet worden om de inhaalslag van het huidige areaal van circa 14.000 masten weer op het gewenste onderhoudsniveau te krijgen. Ombuigen op het beheer, onderhoud en vervanging heeft dus een extra vertraging in de onderhouds-/ vervangingscyclus (achterstalligheid) tot gevolg. Scenario 3 Verhoging baten door verhoging lichtreclames en billboards 10 % Voorgesteld kan worden om de prijzen lichtreclames en billboards met 10% te verhogen. Nadere toelichting: De gemeente ontvangt per lichtreclame een vergoeding volgens de in een contract met NPB (Nationaal Publiciteitsbureau) afgesproken tarieven en voorwaarden. Dit contract loopt tot 1 januari 2012. Het gaat hierbij met name om lichtreclames die verwijzen naar bedrijven en zijn te zien als verkeersregulerend. Voor de Mupi’s zoals deze zijn geplaatst door de firma JCDecaux ontvangt de gemeente geen vergoeding. Wel mag de gemeente in deze Mupi’s adverteren met gemeentelijke informatie/ reclame. Dit contract loopt door tot 25 mei 2012. Deze opdrachten lopen via VVV Oosterhout waarover dan een vergoeding voor wordt betaald. De vergunning aan JCDecaux voor 15 billboards loopt per april 2010 af. De billboards worden verwijderd. De gemeente ontvangt dan geen jaarlijkse vergoeding meer. De oorzaak van het niet verlengen/ doorgaan met deze reclamevorm ligt in de afnemende vraag/ verzoeken om reclame te maken op de billboards ten gevolge van de economische crisis. Doordat de nog lopende contracten en de afnemende vraag naar reclame op billboards en de huidige economische situatie is het op dit moment niet echt waarschijnlijk dat er meer baten uit deze gemeentelijke inkomstenbron zullen worden gegenereerd. Scenario 4 Lichtmasten verwijderen (aanname 200 stuks) De verlichting van de circa 200 stuks lichtmasten in het buitengebied en stadsparken is een gewenst effect (o.a. bijdrage in sociale veiligheid)/ Het gevolg van het verwijderen van circa 200 stuks lichtmasten is dat het sociaal veiligheidsgevoel op deze plaatsen in het gedrang komt. De kosten van het verwijderen van de lichtmasten bedragen
Programma 3 Woonomgeving
14
geraamd € 50.000 (200 stuks x € 250/st). De jaarlijkse besparing bedraagt € 20.000 (200 stuks x .€ 100/st). De terugverdientijd van de investering is 2,5 jaar. Scenario 5 Lichtmasten uitzetten (aanname 200 stuks) De verlichting van de circa 200 stuks lichtmasten in het buitengebied en stadsparken is een gewenst effect (o.a. bijdrage in sociale veiligheid)/ Het gevolg van het uitzetten van de verlichting (echter deze laten staan en niet verwijderen) van circa 200 stuks lichtmasten is dat het sociaal veiligheidsgevoel op deze plaatsen in het gedrang komt. De kostenbesparing van het uitzetten van de verlichting (maar deze wel laten staan) bedraagt geraamd € 4.000 (200 stuks x € 20/st). Scenario 6 Plaatsing reclamezuil door derden nabij A27 Het faciliteren om een externe partij een reclamezuil te laten bouwen is een geringe gemeentelijke taak die ervoor zorgt dat de gemeente jaarlijkse inkomsten genereert. Jaarlijks ontvangt de gemeente een vergoeding van circa € 30.000 - € 35.000 (jaarlijkse baten). De bouwkosten moeten wel door de externe partij betaald worden. Nadere toelichting: In het kader van het niet verliezen van onze concurrentie positie is het op dit moment niet verstandig op voorhand bij de externe partijen te gaan informeren naar de huidige reclame markt. Niet bekend is of hier voldoende vraag naar is. Ook is op dit moment niet goed af te stemmen of de gemeente vanuit de stedenbouwkundige invalshoek dergelijke ontwikkelingen als wenselijk acht. T.a.v. een reclamepaal/-zuil langs de A27 gelden de volgende aandachtspunten: - het bestemmingsplan moet een dergelijk bouwwerk toestaan; dat is in veel gevallen niet aan de orde (te hoog). - de welstandsnota geeft aan (op blz 14 van de sneltoetscriteria): "Tenslotte: snelwegmasten zijn, i.v.m. verregaande horizonvervuiling naar alle zijden, niet toelaatbaar." Als we ze wel toelaten dan in de zogenaamde overgangsgebieden of verbindingsassen (zie sneltoetscriteria, blz 14). - de provinciale landschapsverordening: Volgens de provinciale landschapverordening mogen er geen reclameborden geplaatst worden buiten de bebouwde kom. De regel is onder meer ingesteld om wildgroei van reclame-uitingen langs wegen te voorkomen. De borden vervuilen het landschap en kunnen de weggebruikers afleiden, is de mening van de provincie. Het verbod is NIET geldig als de borden, vlaggen, spandoeken en objecten worden geplaatst op een bedrijventerrein. Gerealiseerde bedrijven- en industrieterreinen vallen buiten de werkingssfeer van de algehele verbodsbepaling van de verordening, omdat hier vanuit landschappelijk oogpunt in beginsel geen bezwaar bestaat tegen borden. Voor bedrijven- en industrieterreinen is de
Programma 3 Woonomgeving
15
gemeente overigens veelal bevoegd een regeling te treffen in het kader van de ruimtelijke ordening. Kortom, het is best mogelijk om een reclamepaal/-zuil langs de A27 te realiseren, mits er rekening wordt gehouden met de gestelde criteria. Ook zal in dit geval door B&W/Raad besloten moeten worden om af te wijken van het beleid. Ook moet afstemming plaatsvinden met Rijkswaterstaat. RWS is vaak, i.v.m. verkeersveiligheid, géén groot voorstander van dergelijke reclame-uitingen Scenario 7 Lichtmasten uitzetten buurten/wijken (aanname 2.000 stuks) De verlichting van de circa 2.000 stuks lichtmasten in een aantal buurten/wijken is een gewenst effect (o.a. bijdrage in sociale veiligheid)/ Het gevolg van het uitzetten van de verlichting (echter deze laten staan en niet verwijderen) van circa 2.000 stuks lichtmasten (wat overeenkomt met net geen 20% van het totale lichtmasten areaal in de gemeente) is dat het sociaal veiligheidsgevoel in een aantal buurten/wijken in het gedrang komt. Ook wordt hierdoor mogelijk niet voldaan aan het Politiekeurmerk Veilig Wonen en de Nederlandse Praktijk Richtlijn. De kostenbesparing van het uitzetten van de verlichting (maar deze wel laten staan) bedraagt geraamd € 20.000 (1.000 stuks x € 20/st). Nadere toelichting: Het huidige areaal openbare verlichting van de gemeente Oosterhout bedraagt circa 14.000 masten. In geval dat er wordt besloten tot het om-en-om uitzetten van de verlichting (2.000 masten) spreken we dus over ongeveer een totaal van 14,3 %, wat ongeveer te vergelijken is met het bebouwde gebied van de wijk Oosterheide. Het om-en-om aan laten van de openbare verlichting tijdens de avond en nachtelijke uren is op dit moment niet mogelijk. Om dit mogelijk te maken moeten de verlichtingsmasten worden voorzien van een aparte schakelaar. Naar verwachting voldoet de elektriciteitskabel wel op de meeste locaties om dit mogelijk te maken. Het ombouwen van de OV-masten en deze voorzien van een zogenaamde avond-nacht-schakeling vergt een investering van totaal € 50.000 (2.000 stuks x € 25/st). De jaarlijkse besparing bedraagt € 20.000 (1.000 stuks x € 20/st), wat betekent dat de investering is terugverdiend in 2,5 jaar.
13
Financieel resultaat ombuigingsscenario’s
Het om-en-om schakelen van de openbare verlichting zal zeker wel zorgen voor een afname van het sociale veiligheidsgevoel en van de zichtbaarheid in het verkeer. Scenario 1 Eigen lichtontwerpen voor vervangingsprojecten door de werkvoorbereiding: € 25.000 tot € 50.000 (ombuiging). Scenario 2 Beheer- en onderhoudsbudget -/- 20%: 20% van
Programma 3 Woonomgeving
16
kosten derden € 593.341 = € 118.000 (ombuiging). Scenario 3 Verhoging baten door verhoging lichtreclames en billboards 10 %: € 8.000 (meer baten) Scenario 4 Lichtmasten verwijderen (aanname 200 stuks): jaarlijkse besparing bedraagt € 20.000 (200 stuks x .€ 100/st) en de kosten van het verwijderen van de lichtmasten bedragen geraamd € 50.000 (200 stuks x € 250/st). De jaarlijkse besparing bedraagt € 20.000 (200 stuks x .€ 100/st). De terugverdientijd van de investering is 2,5 jaar. Scenario 5 Lichtmasten uitzetten (aanname 200 stuks): € 4.000 (200 stuks x € 20/st) (ombuiging). Scenario 6 Plaatsing reclamezuil door derden nabij A27: € 30.000 tot € 35.000 (jaarlijkse baten). Scenario 7 Lichtmasten uitzetten buurten/wijken. De jaarlijkse besparing bedraagt (aanname 2.000 stuks): € 20.000 (1.000 stuks x € 20/st) (ombuiging). Eenmalige investering (ombouwen) € 50.000 (2.000 stuks x € 25/st. De terugverdientijd van de investering is 2,5 jaar. Ombuigingen kunnen apart of gezamenlijk worden doorgevoerd.
Programma 3 Woonomgeving
17
Beleid en beheer openbaar groen Programma 3 BH56001 1 Doelstelling
2
Levert het product ook bijdragen aan doelstellingen van andere producten?
3
Is met betrekking tot dit product een verplichting vastgelegd in wetgeving? Wat doen we in Oosterhout op dit taakveld?
4
5
Wat zijn de belangrijkste documenten op raadsniveau waarin het beleid is vastgelegd?
6
Is de taak recentelijk < 2 jaar geëvalueerd? Spelen er recente/majeure (< 3 jaar) externe
7
Woonomgeving Beleid en beheer openbaar groen Het zorgen voor een aantrekkelijke en overzichtelijke leefomgeving en het bieden van recreatieve gebruiksmogelijkheden in de directe leefomgeving en langs deze weg zorg dragen voor een aantrekkelijk woon en werkklimaat. Het beleidsproduct openbaar groen levert een bijdrage aan: • de overige beleidsproducten van het programma Woonomgeving. • het beleidsproduct openbare orde en veiligheid (programma veilig) • alle beleidsproduct uit het programma bouwen & wonen • de beleidsproducten ondernemen en recreatie & toerisme (programma werk & inkomen) • het beleidsproduct evenementen (programma programmering van de stad) • het beleidsproduct doelgroepenbeleid prestatieveld 1 (programma maatschappelijke zorg) De gemeente heeft wettelijke gezien een zorgplicht voor de veiligheid van de openbare ruimte en de hierin aanwezige elementen. Onder dit beleidsproduct worden de volgende activiteiten ontplooid: • Opstellen en uitvoeren van beleid met betrekking tot openbaar groen en openbare ruimte in brede zin; • Dagelijks onderhoud (maaien, schoffelen, snoeien) op basis van meerjarenplan; • Onderhoud naar aanleiding van meldingen (klachtenonderhoud); • Vervangen van “versleten” groenvoorzieningen (in reconstructieplannen), afgestemd op andere onderhoudsactiviteiten in de openbare ruimte, vastgesteld in het Jaarplan Openbare Ruimte (JOR) 2010. Hierbij wordt zoveel mogelijk werk met werk gemaakt. In het meerjarenplan openbare ruimte (MJPOR) wordt een doorkijk gemaakt voor de komende vier jaar en vindt een integrale afstemming van projecten plaats. • Voorbereiding van en daadwerkelijke aanleg van nieuwe groenvoorzieningen in uitbreidingswijken o.a. de Vlinderbuurt, Zwaaikom en de Contreie. Het beleid voor dit product is bepaald in onderstaande nota’s. • Groenbeheerplan c.q. groenbeheersysteem • Groenstructuurplan (2003) • Ecologische visies • Landschapsbeleidsplan • Kwaliteitsvisie Openbare Ruimte (2008) • Richtlijn bomencompensatie 2009 Oosterhout Nee Er zijn diverse stedelijke ontwikkelingen in voorbereiding die zullen leiden tot areaaluitbreidingen.
Programma 3 Woonomgeving
18
8
ontwikkelingen? Hoe groot is het budget van het beheersproduct en hoe zijn de baten samengesteld
9
Hoe verhoudt zich de taakuitvoering tot die in andere gemeenten?
11
Nog te realiseren ombuigingstaakstelling Mogelijke ombuigingsscenario’s, inclusief (maatschappelijke) gevolgen (inclusief wat zijn de gevolgen voor de taken als er 20% op de personele capaciteit wordt bezuinigd?)
12
Dit is het budget van 2010 na de ombuigingen. Kostenoverzicht uit decade, gesplist in: T41 Leveringen derden 27.303,00 T44 Apparaatskosten 312.680,00 T4 Totaal Lasten 339.983,00 Volgens de vastgestelde kwaliteitsvisie Openbare Ruimte streven we in Oosterhout naar een gemiddeld onderhoudniveau B (voldoende). Dat betekent dat we voor alle onderdelen in de openbare ruimte een cijfer tussen 6 en 7,5 nastreven. De groenvoorzieningen in de woonbuurten wordt gemiddeld gewaardeerd op 7,1. Het onderhoud van deze voorzieningen wordt gewaardeerd op 6,5. In de woonbuurten is gemiddeld 115 m2 openbaar groen per woning aanwezig. De landelijk richtlijn bedraagt 75 m2. Oosterhout is een relatief groene gemeente Niet van toepassing 1. Ombuigingvoorstel Velvergunningen: In het huidige stelsel moet voor bomen met een doorsnede van meer dan 20 cm een velvergunning worden aangevraagd, in 95% van de aangevraagde vergunningen wordt een velvergunning verleend. De overige aanvragen worden geweigerd omdat de bomen beeldbepalende, monumentale waarden en dergelijke hebben. Mogelijkheid 1: Velvergunningsplicht opheffen. Nadeel hiervan is dat de 5% die we nu weigeren ook zal verdwijnen. Dit kan een aanzienlijk effect hebben op het groene karakter van de gemeente. Mogelijkheid 2: Velvergunningsplicht gedeeltelijk opheffen. Hiervoor is het noodzakelijk dat er een velvergunningbeleid geformuleerd wordt. Dit beleid moet bepalen wat nog wel en wat niet meer velvergunningsplichtig is. Er zijn diverse beleidsvarianten denkbaar. Bijvoorbeeld bepaalde gebieden aanwijzen of een monumentale bomenlijst vergunningsplichtig stellen. Ook combinaties van varianten zijn denkbaar. Bij het opstellen van het beleid dienen de mogelijke varianten zorgvuldig bedacht, uitgewerkt en afgewogen te worden. Met een beleid kan je naar verwachting en afhankelijk van de variant een groot gedeelte van de eerder genoemde 5% ondervangen. Echter een klein percentage zal nog steeds ongewenst verdwijnen. 1. Wijzigen van het velvergunningenstelsel kan ten koste gaan van het groene karakter van de gemeente. 2. Maatschappelijk gezien is het wenselijk het aantal vergunningen terug te dringen. 3. De velvergunning is voornamelijk voor de gemeente. 4. Voor een velvergunning worden geen legeskosten berekend. De uitvoering van het huidige kapvergunningstelsel kost circa 1,5 fte per jaar (deels bij VVH en voor een klein deel bij RBw). 5. Bomen waarvan het wenselijk is deze te behouden kunnen ongewenst toch verdwijnen 6. Mogelijk gevolg kan zijn dat Oosterhout minder aantrekkelijk wordt op het gebied van wonen, werken en recreëren.
Programma 3 Woonomgeving
19
2. Ombuigingsvoorstel leveringen derden Een klein gedeelte van totale budget wordt uitgegeven aan derden. Dit betreft voornamelijk specialistisch advies bijvoorbeeld op het gebied van bomen of bij het opstellen van beleid. Het is mogelijk deze adviesdiensten niet meer of minder in te schakelen. 1. Het gevolg kan zijn dat je op belangrijke momenten niet beschikt over de essentiële kennis of het advies dat nodig is om juiste keuzes e.d. te maken. 2. De gevraagde adviezen hebben hun kostprijs. Dit kan nauwelijks goedkoper 3. Voornamelijk voor de gemeente. 4. Het gevaar bestaat als gevolg van verkeerde keuzes onnodig kosten worden gemaakt. 5. Gevaar voor verkeerde keuzes 6. Kans op onjuiste advisering Nadere uitwerking Deze middelen worden voornamelijk ingezet voor: 1. het inwinnen van (juridisch) advies, 2. (ondersteunen bij) het opstellen van beleid, 3. (ondersteunen bij) het opstellen van bestekken voor groenonderhoud, 4. het uitvoeren van onderzoek bij (monumentale) bomen. Het gaat hierbij voornamelijk om specialistische zaken waarover in de eigen organisatie onvoldoende kennis aanwezig is en/of waarvoor de organisatie niet over de juiste apparatuur beschikt. Een voorbeeld hiervan is uitvoeren van stabiliteitsonderzoek bij bomen. Hiervoor is specialistische apparatuur nodig waarbij het niet rendabel is om deze apparatuur zelf te bezitten. Daarnaast is het analyseren van de onderzoeksresultaten specialistisch werk. Er moet onderscheid gemaakt worden in de gevolgen voor de kwaliteit van het openbaar groen tussen de situatie wanneer we over minder middelen of wanneer we over geen middelen meer kunnen beschikken. Wanneer de benodigde middelen voor het uitvoeren van onderdelen 1-3 niet meer beschikbaar is, heeft dit niet direct grote consequenties voor de kwaliteit van het openbaar groen en daarmee het groene karakter van Oosterhout. Echter wanneer ook geen of onvoldoende middelen beschikbaar zijn voor het uitvoeren van bomenonderzoek (4) heeft dit wel direct grote consequenties voor de kwaliteit en het groene karakter. Bomenonderzoek wordt voornamelijk uitgevoerd bij monumentale bomen. Met name het bomenonderzoek is van essentieel belang voor het kunnen voeren van een goed boombeheer. Wanneer we geen bomenonderzoek meer kunnen uitvoeren bij verdachte bomen wordt het nagenoeg onmogelijk op een goede en duurzame manier de (monumentale) bomen te beheren. Het gevolg zal zijn dat wanneer er uiterlijke aanwijzingen zijn dat de vitaliteit van de bomen mogelijk onvoldoende is, we in het kader van onze algemene zorgplicht niets anders kunnen dan deze bomen rooien. Dit terwijl
Programma 3 Woonomgeving
20
met nader onderzoek deze bomen mogelijk nog vele jaren kunnen handhaven. Op basis van de uitkomsten uit deze onderzoeken wordt bepaald in hoeverre verdachte bomen een veiligheidsrisico vormen en in het verlengde hiervan deze bomen behouden kunnen blijven of gerooid dienen te worden. Alhoewel nader onderzoek op boomniveau een incidenteel karakter heeft, komt het over het totale areaal genomen jaarlijks terug en heeft het een structureel karakter.
13
Financieel resultaat ombuigingsscenario’s
3. Ombuigingsvoorstel minder fte’s De totale apparaatskosten van dit product bedragen € 312.000 en bestaat uit arbeid. Deze arbeid wordt voornamelijk ingezet in ruimtelijke projecten. Indien fte’s worden verminderd is de consequentie hiervan dat in de projecten waarbij dit nodig is geen beroep gedaan kan worden op cultuurtechnische inbreng. Het schrappen van projecten heeft echter een directe invloed op onze ureninzet en daarmee fte’s. 1. Ombuigingvoorstel Velvergunningen: Scenario 1 leidt tot een taakvermindering van 1,5 fte inclusief VVH. Scenario 2 leidt afhankelijk van het uiteindelijk beleid tot een taakvermindering van 0,8 - 1,2 fte. Het opstellen van een velvergunningbeleid vraagt een eenmalige investering. De hoogte hiervan is afhankelijk van de uiteindelijke variant en worden geschat op ca € 30.000. 2. Ombuigingsvoorstel leveringen derden De inzet van de beschikbare middelen over de verschillende onderdelen loopt jaarlijks behoorlijk uiteen. Globaal kan gesteld worden dat ca. € 15.000 wordt uitgegeven aan bomenonderzoek en dat de overige middelen, ca. € 12.000,-, gebruikt worden voor andersoortige ondersteuning. € 12.303 zonder directe consequenties voor groene karakter. Maximaal € 27.303 met directe consequenties voor groene karakter.
Programma 3 Woonomgeving
21
Onderhoud openbaar groen Programma 3 BH56002 1 Doelstelling
2
Levert het product ook bijdragen aan doelstellingen van andere producten?
3
Is met betrekking tot dit product een verplichting vastgelegd in wetgeving in formele zin? Wat doen we in Oosterhout op dit taakveld?
4
5
Wat zijn de belangrijkste documenten op raadsniveau waarin het beleid is vastgelegd?
6
Is de taak recentelijk < 2 jaar geëvalueerd?
Woonomgeving Onderhoud openbaar groen Het zorgen voor een aantrekkelijke en overzichtelijke leefomgeving en het bieden van recreatieve gebruiksmogelijkheden in de directe leefomgeving en langs deze weg zorgdragen voor een aantrekkelijk woon en werkklimaat. Het beleidsproduct openbaar groen levert een bijdrage aan: • de overige beleidsproducten van het programma Woonomgeving. • het beleidsproduct openbare orde en veiligheid (programma veilig) • alle beleidsproduct uit het programma bouwen & wonen • de beleidsproducten ondernemen en recreatie & toerisme (programma werk & inkomen) • het beleidsproduct evenementen (programma programmering van de stad) • het beleidsproduct doelgroepenbeleid prestatieveld 1 (programma maatschappelijke zorg) De gemeente heeft wettelijke gezien een zorgplicht voor de veiligheid van de openbare ruimte en de hierin aanwezige elementen. Onder dit beleidsproduct worden de volgende activiteiten ontplooid: • Opstellen en uitvoeren van beleid met betrekking tot openbaar groen en openbare ruimte in brede zin; • Dagelijks onderhoud (maaien, schoffelen, snoeien) op basis van meerjarenplan; • Onderhoud naar aanleiding van meldingen (klachtenonderhoud); • Vervangen van “versleten” groenvoorzieningen (in reconstructieplannen), afgestemd op andere onderhoudsactiviteiten in de openbare ruimte, vastgesteld in het Jaarplan Openbare Ruimte (JOR) 2010. Hierbij wordt zoveel mogelijk werk met werk gemaakt. In het meerjarenplan openbare ruimte (MJPOR) wordt een doorkijk gemaakt voor de komende vier jaar en vindt een integrale afstemming van projecten plaats. • Voorbereiding van en daadwerkelijke aanleg van nieuwe groenvoorzieningen in uitbreidingswijken o.a. de Vlinderbuurt, Zwaaikom en de Contreie. Het beleid voor dit product is bepaald in onderstaande nota’s. • Groenbeheerplan c.q. groenbeheersysteem • Groenstructuurplan (2003) • Ecologische visies • Landschapsbeleidsplan • Kwaliteitsvisie Openbare Ruimte (2008) • Richtlijn bomencompensatie 2009 Oosterhout Nee
Programma 3 Woonomgeving
22
7
8
Spelen er recente/majeure (< 3 jaar) externe ontwikkelingen? Hoe groot is het budget van het beheersproduct en hoe zijn de baten samengesteld
9
Hoe verhoudt zich de taakuitvoering tot die in andere gemeenten?
11
Nog te realiseren ombuigingstaakstelling en Mogelijke ombuigingsscenario’s, inclusief (maatschappelijke) gevolgen (inclusief wat zijn de gevolgen voor de taken als er 20% op de personele capaciteit wordt bezuinigd?)
12
Er zijn diverse stedelijke ontwikkelingen in voorbereiding die zullen leiden tot areaaluitbreidingen.
Dit is het budget van 2010 na de ombuigingen. Kostenoverzicht uit decade, gesplist in: T41 Leveringen derden T43 Kapitaallasten T44 Apparaatskosten T4 Totaal Lasten
2.509.414,00 147.566,00 1.108.843,00 3.765.823,00
Opbrengstenoverzicht uit decade, gesplist in: 83499 Overige goederen en diensten -681 T8 Totaal Baten -681 Volgens de vastgestelde kwaliteitsvisie Openbare Ruimte streven we in Oosterhout naar een gemiddeld onderhoudniveau B (voldoende). Dat betekent dat we voor alle onderdelen in de openbare ruimte een cijfer tussen 6 en 7,5 nastreven. De groenvoorzieningen in de woonbuurten wordt gemiddeld gewaardeerd op 7,1. Het onderhoud van deze voorzieningen wordt gewaardeerd op 6,5. In de woonbuurten is gemiddeld 115 m2 openbaar groen per woning aanwezig. De landelijk richtlijn bedraagt 75 m2. Oosterhout is een relatief groene gemeente. Ten behoeve van de uitvoering van het hondenpoepbeleid is in ieder geval tot en met 2013 extra budget beschikbaar gesteld van € 23.000 per jaar Ombuigingsvoorstel verlagen van het onderhoudsniveau naar niveau C: Op dit moment wordt het onderhoud uitgevoerd op beeldkwaliteitsniveau B. De CROW omschrijft deze vorm van onderhoud als voldoende en functioneel. Het is een vorm van onderhoud zonder plus. Het is mogelijk het onderhoudsniveau terug te brengen naar niveau C. Dit niveau wordt omschreven als: matig met een onrustig beeld, discomfort of enige vorm van hinder. Naast niveau C bestaat ook nog een Beeldkwaliteitsniveau D. Dit wordt echter omschreven als: te slecht met als gevolg kapitaalvernietiging uitlokking van vernieling, functieverlies, juridische aansprakelijkheidsstelling en onveiligheid. Onderhouden op niveau D is geen optie. 1. Het gevolg van het terugbrengen van kwaliteitsniveau is dat de kwaliteit van de openbare ruimte onevenredig zal verslechteren. Deze maatregel zal leiden tot vermindering van de belevingskwaliteit. Minder onderhoud leidt tot een toename van het aantal klachten en meldingen en heeft het een negatief effect op de tevredenheid en waardering van de burger van de openbare ruimte. 2. De werkzaamheden worden uitgevoerd door marktpartijen. Er wordt gewerkt op basis van
Programma 3 Woonomgeving
23
3. 4.
5. 6.
beeldkwaliteit. Bij gelijkblijvende ambitie kan geen verdere efficiencywinst bereikt worden. Onderhoud van groen is een gemeentelijke taak en heeft een algemeen nut. Het merendeel van de werken wordt uitgevoerd door WAVA / GO!. Minder inkomsten voor deze partij zal uiteindelijk via een omweg toch (gedeeltelijk) ten last komen van de gemeente. Omdat de gemeente als deelnemer in het samenwerkingsverband medeverantwoordelijk is voor eventuele tekorten bij WAVA / GO!. Grote kans op vandalisme, verpaupering, verloedering en dergelijke. Mogelijk gevolg kan zijn dat Oosterhout minder aantrekkelijk wordt op het gebied van wonen, werken en recreëren
Ombuigingsvoorstel omvormen van groen: Met omvormen wordt bedoeld het veranderen van plantsoenen van duurdere beheergroepen naar goedkopere beheergroepen bijvoorbeeld heesters omvormen naar gazon. Uitgangspunt hierbij is behoud van het beeldkwaliteitsniveau. 1. Er ontstaat minder variatie in de openbare ruimte met als mogelijk gevolg verlies van ruimtelijke kwaliteit en versobering. Deze maatregel gaat echter niet ten koste van de functionaliteit. 2. Omvormen van kwalitatief slechte plantsoenen naar goede gazons kan leiden tot een fraaiere openbare ruimte. 3. Het aanwezige groen is voornamelijk bedoeld voor de gemeente en heeft een algemeen nut. 4. Omvormen van slechte plantsoenen in goede gazons kunnen een positief effect hebben op de kwaliteit van de openbare ruimte. Goedkopere beheergroepen zal leiden tot minder benodigde arbeid. Het merendeel van de werken wordt uitgevoerd door WAVA / GO!. Minder inkomsten voor deze partij zal uiteindelijk via een omweg toch (gedeeltelijk) ten last komen van de gemeente. Omdat de gemeente als deelnemer in het samenwerkingsverband medeverantwoordelijk is voor eventuele tekorten bij WAVA / GO!. 5. Minder middelen leiden tot een verlaging van het onderhoudsniveau en de beeldkwaliteit. Zie hiervoor het voorstel over het verlagen van het onderhoudsniveau. 6. Mogelijk gevolg kan zijn dat Oosterhout minder aantrekkelijk wordt op het gebied van wonen, werken en recreëren Nadere uitwerking In 2005 is, n.a.v. de bezuinigingstaakstelling die destijds was opgelegd, het rapport “Analyse ombuigingsmogelijkheden Openbaar groen” opgesteld. In dit rapport zijn de
Programma 3 Woonomgeving
24
mogelijkheden van het omvormen van groen beschreven. Toen is besloten niet tot omvorming over te gaan waardoor de genoemde omvormingen nog mogelijk zijn. Van heestervakken is geanalyseerd of deze in aanmerking kunnen komen voor omvorming. Uit deze analyse is gebleken dat ruim 263.000 m2 heesterbeplanting vanuit praktische en technische overweging voor omvorming in aanmerking kan komen. Dit komt overeen met 30 % van het totale areaal aan beplantingen in Oosterhout en zelfs 50 % van het areaal aan sierbeplantingen. Omvorming van heesters naar gazon levert een besparing op in onderhoud. Echter reconstructies of omvormingen vergen investeringen. Als gevolg van de bij investeringen behorende kapitaalslast is het netto voordeel lager dan enkel de besparing op het onderhoud. In het verleden bestond er grote een maatschappelijke weerstand tegen omvormingen Zo is tijdens de omvormingsoperatie die in 1994 werd uitgevoerd, waarbij naast heesters ook bomen werden verwijderd, een storm van protest ontstaan. Naar verwachting bestaat deze weerstand nog steeds. Ombuigingsvoorstel privatiseren van openbaar groen Privatiseren houdt in het overdragen van gemeentelijke eigendom naar particulieren. Dit leidt tot een directe bezuiniging. Relatief veel bestaat uit smalle versnipperde groenvoorzieningen. Deze zijn niet te vermarkten. Grootschalige voorzieningen hebben wel een waarde die door marktpartijen benut kan worden. Deze hebben echter een duidelijk maatschappelijk functie die door privatisering verloren gaat. In het kort kan gesteld worden dat privatisering weinig kansrijk is en daarbij geen substantiële bezuiniging zal opleveren. Ombuigingsvoorstel: opheffen, verminderen of verwijderen elementen; Opheffen van bloembakken e.d.. Deze kunnen zeer eenvoudig verwijderd worden en leveren een directe besparing op. Opheffen hertenkamp. Het hertenkamp heeft een beperkte doelgroep. Voornamelijk ouders met jonge kinderen en ouderen bezoeken het hertenkamp. Opheffen van hondenuitlaatterreinen. Dit zal echter leiden tot een zeer forse toename van overlast. Overlast van hondenpoep staat erg hoog in de ergernis top 10. Om de overlast die hiervan het gevolg zal zijn te beperken is het noodzakelijk een opruimplicht in te voeren. Om te waarborgen dat de hondenpoep vervolgens ook daadwerkelijk opgeruimd wordt het noodzakelijk om meer en strenger te handhaven. Verwijderen van straatmeubilair als banken en afvalbakken. Alles verwijderen is niet reëel (denk aan centrum, omgeving
Programma 3 Woonomgeving
25
13
Financieel resultaat ombuigingsscenario’s
verzorgingshuizen e.d.). Daarom uitgangspunt 50% verwijderen. Het verwijderen van afvalbakken zal leiden tot meer zwerfvuil. Het verwijderen van de banken heeft voornamelijk een negatief effect op de ouderen die voor hun actieradius in de openbare ruimte afhankelijk zijn van de aanwezigheid van banken. Het verwijderen van overbodige bomen. Op de korte termijn is hiermee geen voordeel te halen omdat de kosten voor het verwijderen van een boom in relatie tot de jaarlijks beheerkosten erg hoog zijn. De terug verdientijd bedraagt circa 20 jaar. In de huidige situatie worden dode bomen 1 op 1 vervangen. In het kader van de ombuigingen zal vanaf heden de noodzaak tot herplant worden afgewogen. Concreet stellen wij ons de vraag hoe belangrijk de bijdrage van de betreffende boom is aan het groene karakter van Oosterhout zowel direct als in de toekomst. Indien deze marginaal is zal niet meer overgegaan worden tot inboet. Daarnaast zal bij ruimtelijk herinrichtingen als beleidsuitgangspunt beheerbewust ontworpen als randvoorwaarde worden meegegeven. Doel hiervan is dat niet meer dan de noodzakelijk bomen worden ingepast. Op de lange termijn zullen beide uitgangspunten leiden tot een vermindering van het aantal bomen. 1. Bovenstaande voorstellen zaken zullen leiden tot een verarming van leefomgeving en aantrekkelijkheid van Oosterhout in zijn algemeenheid. 2. Bij gelijkblijvende ambitie kan geen verdere efficientiewinst bereikt worden. 3. Genoemde producten zijn voornamelijk voor de gemeente en hebben een algemeen nut. 4. zie 2 5. Minder middelen zullen leiden tot hetgeen voorgesteld. 6. Mogelijk gevolg kan zijn dat Oosterhout minder aantrekkelijk wordt op het gebied van wonen, werken en recreëren Ombuigingsvoorstel verlagen van het onderhoudsniveau: In het groenbeheerssysteem is voor iedere beheergroep het gewenste beeldkwaliteitsniveau vertaald naar concrete onderhoudsmaatregelen. Op basis hiervan rekent het systeem de beheerkosten uit. Om te kunnen bepalen wat het financieel voordeel is het verlagen van het onderhoudsniveau zijn de beheergroepen en hierin opgenomen maatregelen tegen het licht gehouden en zijn de frequenties en bewerkingpercentages aangepast. De afweging welke frequentie van toepassing is op niveau C is bepaald aan de hand van de beelden met omschrijving zoals die zijn weergegeven in de CRWO publicatie 245. Op hoofdlijnen zijn de frequenties verlaagd van het schoffelen van beplantingen, knippen van hagen, het snoeien van knot en leibomen alsmede het verwijderen van stamschot, het onderhoud van graskanten, het bijmaaien rond obstakels, het dunnen van bosplantsoen, het knippen van overhangend groen en het onderhoud van straatmeubilair. Er is rekening gehouden met het feit dat bij een lager frequentie de
Programma 3 Woonomgeving
26
eenheidsprijs per keer zal toenemen. Naarmate iets langere tijdniet gedaan is kost het per keer meer tijd om dezelfde maatregel uit te voeren. Hierbij is aangenomen dat de eenheidsprijs circa 50% duurder zal worden. Het verlagen van het kwaliteitsniveau zal leiden tot een besparing van circa € 300.000 op de levering van derden. Dit bedrag is gebaseerd op de huidige arealen. Omvormen en dergelijke zal tot een verlaging van het genoemde bedrag. Ombuigingsvoorstel omvormen van groen: In 2005 is onderzocht wat de mogelijkheden zijn ten aanzien van omvormen.. Nadere uitwerking Uitgaande van de berekening in het rapport uit 2005 zijn de prijzen geïndexeerd met een gemiddelde van 2% per jaar. Daarnaast nemen we aan dat een klein gedeelte reeds is omgevormd of om de een of andere reden niet meer omgevormd kan worden. (zie berekening hieronder) Omvorming levert maximale een netto voordeel op van € 326.000 en vergt een investering van € 1.144.000,(kapitaallasten afschrijven over 15 jaar). Zie berekening hieronder. Ombuigingsvoorstel: opheffen, verminderen of verwijderen elementen; A Het verwijderen van alle bloembakken (circa 82 stuks) levert een jaarlijkse besparing op van € 19.500 B Het opheffen van het hertenkamp levert een jaarlijkse besparing op van € 7.000. Hierdoor worden de hekwerken e.d overbodig en moeten verwijderd worden. Tevens moet het terrein op plaatsen aangepast / opgeknapt worden. Dit alles vraagt een eenmalige investering van ca. € 20.000,C Het opheffen van hondenuitlaatterreinen levert een jaarlijkse besparing op van € 77.000. Het vraagt echter een extra investering in handhaving. Daarnaast moet er eenmalig geïnvesteerd worden in het verwijderen van specifieke voorzieningen als palen en poepbakken. Deze investering bedraagt ca. € 10.000. D Het halveren van de banken en afvalbakken levert een jaarlijks besparing op van ca. € 20.000. Het vraagt echter een eenmalige investering van ca. € 22.500 E Is erg afhankelijk van het aantal ruimtelijke herinrichtingen. Het is nu niet mogelijk hieraan een bedrag te hangen. Gevolg van de voorstellen voor de apparaatskosten Het omvormen , opheffen, verminderen en verwijderen zoals bij de diverse voorstellen hierboven genoemd zal tevens leiden tot een vermindering van de hoeveelheid werk binnen het ambtelijk apparaat van ca. 1 fte.
Programma 3 Woonomgeving
27
Toelichting op kosten omvormen groen
eh
2005
2010
aanvullende opmerking uitgangspunt: 3000 m2 is
Maximaal om te vormen oppervlakte
m2
263.000
260.000
reeds omgevormd
Gewogen gemiddelde eenheidsprijs onderhoud heesters
m2
€
2,80
€
3,08
prijsindex 2005-2010 10%
m2
€
1,30
€
1,43
prijsindex 2005-2010 10%
Gewogen gemiddelde eenheidsprijs onderhoud gazon Totale onderhoudskosten heesters
€
736.400,00
€
800.800,00
Totale onderhoudskosten gazon
€
340.873,00
€
370.683,19
---------------------
-------------------
Besparing onderhoud
€
395.527,00
€
investering omvorming
m2
430.116,81
€
4,00
€
4,40
Totale omvormingskosten
€
1.052.000,00
€
1.144.000,00
Kapitaallasten looptijd 15 jaar
€
99.940,00
€
103.722,67
Netto voordeel
€
295.587,00
€
326.394,15
Programma 3 Woonomgeving
Voordeel op exploitatie prijsindex 2005-2010 10%
28
Buurt- en wijkbeheer Programma 3 BH82101 1 Doelstelling
2
Levert het product ook bijdragen aan doelstellingen van andere producten?
3
Is met betrekking tot dit product een verplichting vastgelegd in wetgeving in formele zin?
4
Wat doen we in Oosterhout op dit taakveld?
5
Wat zijn de belangrijkste documenten op raadsniveau waarin het beleid is vastgelegd?
Woonomgeving Buurt- en wijkbeheer De integrale en gemeenschappelijke zorg dragen voor de kwaliteit van de woon- en leefomgeving in Oosterhout en het op peil houden en/of verbeteren van de leefbaarheid van buurten. 'Gemeenschappelijk' betekent dat alle betrokkenen in een wijk of buurt hier hun steentje aan bijdragen. Draagt bij aan de doelstellingen van de volgende afdelingen/organisaties: - (BOR) beheer en onderhoud van de openbare ruimte (o.a. Buurt van de Maand) - Realisatie (o.a. Buurt van de Maand) - Beleid en Programmering (o.a. Buurt van de Maand en input jaarplanprojecten) - AV( Week van Nederland Schoon) - VVH (Buurtpreventie) - VVN (Nationele Straatspeeldag) - Politie ( Partner in buurtbeheer) - Thuisvester (Partner in buurtbeheer) - Surplus Welzijn (Partner in buurtbeheer) - Nee. - Gemeentelijke plus: De meerwaarde van buurtbeheer is het stimuleren en begeleiden van burgerparticipatie, het verbeteren van communicatie tussen de gemeente en diens burgers en het vergroten van de klantgerichtheid (servicegerichtheid) van de organisatie. Buurtbeheer creëert deze meerwaarde waardoor andere afdelingen beter kunnen functioneren. Buurtbeheer bevordert actieve betrokkenheid van bewoners en organisaties op het gebied van leefbaarheid en omgeving door: - Het opstellen en uitvoeren van buurtvisies en jaarplannen - Het organiseren en voeren van buurtoverleg en wijkteamoverleg - Met het buurtbudget worden knelpunten in de buurten snel opgelost. Men voert het beleid uit op het gebied van buurtbeheer door: - Het signaleren van knelpunten, het informeren van betrokken partners Thuisvester, Surplus en politie) daarover, het maken van afspraken en het coördineren van de werkzaamheden. Buurtbeheer levert een bijdrage aan beleidsvorming op het gebied van de leefbaarheid en leefomgeving (o.a. door participatie in werkgroepen, dan al niet als projectleider). - Nota aan college: “Implementatie buurtgericht werken” (doc.nr BI.0090038 besluitdatum 19-1-2010) Inclusief brief aan de raad: “Implementatie buurtgericht werken en inzet buurtbudgetten.” - Beleidsnota WMO: “Oosterhout is van iedereen” (BI.0070631 besluitdatum 22-1-2008) - Kwaliteitsvisie Openbare Ruimte (RV.0008025 besluitdatum 205-2008)
Programma 3 Woonomgeving
29
6 7
8
Is de taak recentelijk < 2 jaar geëvalueerd? Spelen er recente/majeure (< 3 jaar) externe ontwikkelingen? Hoe groot is het budget van het beheersproduct en hoe zijn de baten samengesteld
9
Hoe verhoudt zich de taakuitvoering tot die in andere gemeenten?
11
Nog te realiseren ombuigingstaakstelling en Mogelijke ombuigingsscenario’s, inclusief (maatschappelijke) gevolgen (inclusief wat zijn de gevolgen voor de taken als er 20% op de personele capaciteit wordt bezuinigd?)
12
Nee, gaat eind 2010 plaatsvinden Nee.
Dit is het budget van 2010 na de ombuigingen. Kostenoverzicht uit decade, gesplist in: T41 Leveringen derden T43 Kapitaallasten T44 Apparaatskosten T4 Totaal Lasten
128.962,00 126.252,00 243.139,00 498.353,00
Buurtbeheer Oosterhout neemt deel aan een collegiaal overleg met andere afdelingen buurtbeheer in gemeenten in de regio. Hierin valt Oosterhout positief op door de professionele en integrale aanpak van buurtbeheer. Nee.
Scenario 1: buurtbeheer heeft géén eigen budget. Uit het budget van buurtbeheer worden buurtoverleggen gefinancierd. Tevens worden hieruit kleine fysieke aanpassingen in de openbare ruimte betaald die voortvloeien uit knelpunten die worden aangegeven door inwoners van de buurten. Deze te nemen maatregelen kunnen niet ingebed worden in andere budgetten omdat deze vaak verdwijnen in grote jaarplanbudgetten. Buurtbeheer kan door hun budget op een vrij gemakkelijke en snelle manier tegemoet komen aan de vragen van burgers. Dit zorgt voor een zeer gerichte aanpak van problemen met een minimale financiële inspanning met als gevolg een hogere tevredenheid van burgers over de gemeente. Mocht het geval zijn dat het team van buurtcoördinatoren geen eigen budget meer tot hun beschikking heeft, dan kunnen buurtoverleggen zich niet meer organiseren. Tevens valt de hoge scoringsfactor die de gemeente nu heeft, weg. De buurtbeheerbudgetten zijn in de afgelopen jaren altijd volledig besteed. Vaak is het dan ook nodig om keuzes te maken welk verzoek van een burger wel of niet wordt gehonoreerd. Simpelweg zijn er veel meer burgervragen dan dat er budget is. Er zou op een efficiënte manier voldaan kunnen worden aan deze vragen, namelijk de budgetten waaruit deze maatregelen ook betaald zouden kunnen worden, terughalen uit de jaarplanprojecten en een deel reserveren voor buurtbeheer binnen de reguliere beheer- en onderhoudsbudgetten. Investeren in buurtbeheer levert burgerparticipatie op. Het zorgt ervoor dat burgers betrokken worden bij hun eigen leefomgeving en dat de gemeente snel aan hun behoefte tegemoet kan komen. Hierdoor is een hogere tevredenheid van burgers over de gemeente ontstaan.
Scenario 2: Buurtbeheer heeft 50.000 euro minder budget.
Programma 3 Woonomgeving
30
Uit het budget van buurtbeheer worden buurtoverleggen gefinancierd. Tevens worden hieruit kleine fysieke aanpassingen in de openbare ruimte betaald die voortvloeien uit knelpunten die worden aangegeven door inwoners van de buurten. Deze te nemen maatregelen kunnen niet ingebed worden in andere budgetten omdat deze vaak verdwijnen in grote jaarplanbudgetten. Buurtbeheer kan door hun budget op een vrij gemakkelijke en snelle manier tegemoet komen aan de vragen van burgers. Dit zorgt voor een zeer gerichte aanpak van problemen met een minimale financiële inspanning met als gevolg een hogere tevredenheid van burgers over de gemeente. Mocht het geval zijn dat het team van buurtcoördinatoren minder budget tot hun beschikking heeft, dan zullen buurtcoördinatoren prioriteit moeten geven aan bepaalde vragen vanuit de buurt. Simpelweg zijn er veel meer vragen dan dat er budget is. Het gat tussen vraag en aanbod zal met minder budget vergroten. Nadere toelichting: De buurtbeheerbudgetten zijn in de afgelopen jaren altijd volledig besteed. Investeren in buurtbeheer levert burgerparticipatie op. Het zorgt ervoor dat burgers betrokken worden bij hun eigen leefomgeving en dat de gemeente snel aan hun behoefte tegemoet kan komen. Hierdoor is een hogere tevredenheid van burgers over de gemeente ontstaan. Kleine fysieke aanpassingen in de openbare ruimte die nu uit het budget van Buurtbeheer worden gefinancierd, kunnen ook worden gefinancierd en geborgd uit andere beheer- en onderhoudsbudgetten budgetten van RBW. Scenario 3: Buurtbeheer wordt uitgevoerd met minder personele capaciteit. De buurtcoördinatoren zijn de spil van buurtbeheer Oosterhout.. De buurtcoördinator bevordert de actieve betrokkenheid van bewoners en organisaties op het gebied van leefbaarheid en leefomgeving door het organiseren en voeren van buurtoverleggen en wijkteamoverleg. Tevens signaleert hij/zij knelpunten, informeert betrokken partners hierover en maakt met hen afspraken. Ook bemiddelt de buurtcoördinator bij samenwerkingsproblemen tussen de betrokken partners en levert hij/zij een bijdrage aan beleidsvorming op het gebied van de leefbaarheid en leefomgeving. Wordt er gesneden in de personele bezetting van buurtbeheer, dan zal de buurtcoördinator zich minder op specifieke knelpunten in de buurten kunnen richten en zal buurtbeheer zich meer focussen op wijkniveau. Dit zorgt ervoor dat knelpunten in buurten opgaan in grotere complexe wijkproblemen. Scenario 4 Buurtbeheer neemt de taken over van de centrummanager Bij de totstandkoming van het alliantiemanagement werd een tijdslimiet afgesproken tot de volgende raadsperiode. Daarna zouden de alliantiemanager inzakken in de bestaande organisatie. In overleg met de gemeentesecretaris is het plan
Programma 3 Woonomgeving
31
uitgewerkt om de capaciteit van het buurtbeheer te vergroten, om klaar te zijn om de taken van het alliantiemanagement centrum+ over te nemen. Het aantal buurtcoördinatoren is op basis van een B&W-Besluit verdubbeld. In principe kan dus bezuinigd worden op het centrum en Stadshart. De buurtbeheertaken kunnen overgenomen worden door de buurtcoördinator en de ruimtelijke taken door STO.
13
Financieel resultaat ombuigingsscenario’s
Nadere toelichting: Het inzakken van de alliantiemanager/ centrummanager binnen buurtbeheer heeft tot gevolg dat het huidige takenpakket van de buurtcoördinatoren moet worden herverdeeld. Ook moeten deze taken van het buurtbeheer en de centrummanager dan opnieuw worden geprioriteerd (minder personele capaciteit keuze maken in wat wel moet worden gedaan en wat niet). In geval dat er sprake van is dat een functie wordt aangevuld met deze extra taken, moet hiervoor ook rekening worden gehouden met een correcte inschaling. De buurtcoördinator die wordt belast met het taakveld van het alliantiemanagement heeft te maken met een grotere diversiteit aan actoren dan een reguliere buurtcoördinator. Een buurtcoördinator werkt vooral uitvoerend. Een alliantiemanager daarentegen, werkt afdelingsoverschrijdend. Het in laten zakken van Centrum+ in buurtbeheer, heeft als bijkomend effect dat rekening gehouden moet worden met een verschil in de positionering tussen beide functies. Scenario 1: € 107.000,00 Scenario 2: € 50.000,00 Scenario 3: Fte. Mocht al het personeel komen te vervallen, dan zal ook het budget van €107.00,00 euro niet meer nodig zijn (scenario 1). Dit zal dan zorgen voor een bezuiniging van totaal €350.139,00. Scenario 4: De besparing zoals deze in het programma Centrum+ al staat genoemd is € 56.000. De extra kosten van aanpassing inschaling moet hierop nog in minder worden gebracht.
Programma 3 Woonomgeving
32
Speel- en recreatievoorzieningen Programma 3 BH58002 1 Doelstelling
Woonomgeving Speel- en recreatievoorzieningen Het aanbieden van speelvoorzieningen met als doel dat kinderen en jeugd tot 18 jaar zich sociaal en fysiek kunnen ontwikkelen en ontspannen, waarmee tevens de sociale cohesie wordt versterkt.
2
Levert het product ook bijdragen aan doelstellingen van andere producten? Is met betrekking tot dit product een verplichting vastgelegd in wetgeving in formele zin? Wat doen we in Oosterhout op dit taakveld?
Ja, het product spelen draagt bij aan de kwaliteit van het programma Woonomgeving, Jeugdveiligheid en bijzonder programma Jong.
Wat zijn de belangrijkste documenten op raadsniveau waarin het beleid is vastgelegd? Is de taak recentelijk < 2 jaar geëvalueerd? Spelen er recente ontwikkelingen? Hoe groot is het budget van het beheersproduct en hoe zijn de baten samengesteld
- Kadernota Sport en sportieve recreatie; - Nota buurtbeheer nieuwe stijl 1997; - Buitenspelen in Oosterhout 2007.
3
4
5
6 7 8
Voor het beheer en onderhoud van de speelvoorzieningen geldt dat voldaan moet worden aan de eisen van de Warenwetbesluit Attractie- en Speeltoestellen 2004 (WAS). Beheer en onderhoud van de buiten speelvoorzieningen. Oosterhout streeft op basis van "Oosterhout Familiestad" naar een goede en duurzame speelomgeving voor kinderen. In het meerjarenbeleidsplan is aangekondigd dat in de bestuursperiode 2006-2010 extra zal worden ingezet op speelvoorzieningen. Kinderen moeten zich goed kunnen ontwikkelen. Buiten spelen is daarbij een belangrijke activiteit. De overheid speelt al decennia lang een belangrijke rol bij het aanbieden van speelruimte voor kinderen. Voor de motorische en sociale ontwikkeling van kinderen is buiten spelen van groot belang. In een tijd waar te vaak virtueel spelen in virtuele werelden leidt tot een gebrek aan lichaamsbeweging, overgewicht en beperkte sociale vaardigheden, ligt er voor ouders, onderwijs en overheid een taak in het stimuleren van buiten spelen.
Neen. Dit is het budget van 2010 na de ombuigingen. Kostenoverzicht uit decade, gesplist in: T41 Leveringen derden T44 Apparaatskosten T4 Totaal Lasten
194.869,00 1.750,00 196.619,00
Na 2011 vervalt dit budget betreffende algemene middelen nagenoeg geheel. Er blijft slechts een zeer beperkt budget (€ 6.700) bestaan voor het kunnen inspecteren van de bestaande speelvoorzieningen. 9
Hoe verhoudt zich de
Géén benchmarks. Maar in verhouding met andere
Programma 3 Woonomgeving
33
taakuitvoering tot die in andere gemeenten?
11 12
13
Nog te realiseren ombuigingstaakstellingen Mogelijke ombuigingsscenario’s, inclusief (maatschappelijke) gevolgen (inclusief wat zijn de gevolgen voor de taken als er 20% op de personele capaciteit wordt bezuinigd?) Financieel resultaat ombuigingsscenario’s
gemeenten is wel te stellen dat het %-spelen in Oosterhout goed te noemen is. Ook is het Oosterhoutse product Buiten Spelen een aantal keren zeer positief in de vakbladen gepubliceerd. -. Ombuigen op dit product is niet mogelijk om de volgende reden: In 2008, 2009 en 2010 is nagenoeg het gehele arsenaal van speelvoorzieningen vernieuwd. Na 2011 vervalt dit budget betreffende algemene middelen nagenoeg geheel. Er blijft slechts een zeer beperkt budget bestaan voor het kunnen inspecteren van de bestaande speelvoorzieningen. Nul.
Programma 3 Woonomgeving
34
Onderhoud speelvoorziening Programma 3 BH58003 1 Doelstelling
2
Levert het product ook bijdragen aan doelstellingen van andere producten?
Woonomgeving Onderhoud speelvoorziening Het aanbieden van speelvoorzieningen met als doel dat kinderen en jeugd tot 18 jaar zich sociaal en fysiek kunnen ontwikkelen en ontspannen. Deze speelvoorzieningen moeten veilig zijn en daarom worden deze beheert en onderhouden. Ja, het product spelen draagt bij aan de kwaliteit van het programma Woonomgeving, Jeugdveiligheid en bijzonder programma Jong. De beleidsnota: Buiten spelen in Oosterhout, september 2007 is gericht op de kwaliteitsverbetering van het aanwezige speelvoorzieningen areaal. De verbeteringsoperatie is een meerjarig programma (2008-2010). In 2011 moet dit volledig zijn afgerond. Daarmee is dan ook het achterstallig onderhoud opgelost. Het aantal speelvoorzieningen neemt weliswaar af, maar het project Buiten Spelen bewerkstelligt een evenwichtiger verdeling van de speelplekken in de stadswijken.
3
4
5
6 7 8
Is met betrekking tot dit product een verplichting vastgelegd in wetgeving in formele zin? Wat doen we in Oosterhout op dit taakveld?
Wat zijn de belangrijkste documenten op raadsniveau? Is de taak recentelijk < 2 jaar geëvalueerd? Spelen er recente ontwikkelingen? Hoe groot is het budget van het beheersproduct en hoe zijn de baten
Vanaf 2011 zal er bezien moeten worden wat de jaarlijkse onderhoudslast moet zijn. Voor het beheer en onderhoud van de speelvoorzieningen geldt dat voldaan moet worden aan de eisen van de Warenwetbesluit Attractie- en Speeltoestellen 2004 (WAS). Beheer, onderhoud en vervangen van de buiten speelvoorzieningen. Bij een speelgelegenheid horen natuurlijk niet alleen speeltoestellen, onderhoud moet ook worden voorzien voor de alle andere onderdelen van een speelplek zoals de infrastructuur, de beplanting, afrastering en verlichting. Onderhoud is van groot belang om het speelplezier en veiligheid voor de kinderen voor langere tijd te kunnen garanderen. Inspecties, preventief en correctief onderhoud en logboekadministratie zijn hierbij belangrijk. Het logboek is een belangrijk onderdeel van een eventuele controle door de VWA. Een controleambtenaar heeft , als toezichthouder op het Attractiebesluit, het recht om inzage in de logboeken te eisen, een goede manier om te controleren of het onderhoud voldoet aan de verplichtingen van het Attractiebesluit. - Kadernota Sport en sportieve recreatie; - Nota buurtbeheer nieuwe stijl 1997; - Buitenspelen in Oosterhout 2007. Neen. Dit is het budget van 2010 na de ombuigingen. Kostenoverzicht uit decade, gesplist in:
Programma 3 Woonomgeving
35
samengesteld
9
Hoe verhoudt zich de taakuitvoering tot die in andere gemeenten?
11
Nog te realiseren ombuigingstaakstelling Mogelijke ombuigingsscenario’s, inclusief (maatschappelijke) gevolgen
12
T41 Leveringen derden T43 Kapitaallasten T44 Apparaatskosten T4 Totaal Lasten
39.984,00 24.259,00 213.731,00 277.974,00
Géén benchmarks. Maar in verhouding met andere gemeenten is wel te stellen dat het %-spelen in Oosterhout goed te noemen is. Ook is het Oosterhoutse product Buiten Spelen een aantal keren zeer positief in de vakbladen gepubliceerd. Aangetekend moet worden dat de kwaliteitsverbetering van het aanwezige speelvoorzieningen areaal in de 2008-2010 overeenkomstig de beleidsnota Buiten spelen in Oosterhout (september 2007) is uitgevoerd. Scenario 1 Onderhoudsbudget met 20% verlagen In de periode 2008-2010 is extra geïnvesteerd in de vervanging/ vernieuwing van de speelvoorzieningen. Het onderhoudsbudget is niet voldoende om grootschalige vervangingen uit te betalen, daarom is enkele jaren geleden besloten om de niet veilige speelvoorzieningen te verwijderen. Dit simpelweg omdat de onderhoudsbudgetten het niet toelieten e.e.a. te vervangen. Kleinschalige vervangingen waardoor aan de minimale eisen wordt voldaan komen ten laste van dit budget.
13
Financieel resultaat ombuigingsscenario’s
Scenario 2 Géén onderhoud meer plegen In het geval dat de speelvoorzieningen niet voldoen aan de geldende veiligheidseisen worden deze direct verwijderd. Geen middelen resulteert direct in een afkeur van speelvoorzieningen met als gevolg dat speelvoorzieningen verwijderd moeten worden omdat deze niet voldoen aan de veiligheidseisen. Scenario 1 Onderhoudsbudget met 20% verlagen: 20% van kosten derden € 39.984 = € 8.000 (ombuiging). Scenario 2 Géén onderhoud meer plegen: bespaart 50% van kosten derden € 39.984 = € 20.000 (ombuiging), het restant van de kosten derden is benodigd om de kosten te betalen van het verwijderen van de speelvoorzieningen. Nadat alle speelvoorzieningen zijn verwijderd, treedt ook bij de apparaatskosten een totale besparing op van 2,5 fte’s. Dit resulteert in een totale ombuigingsmaatregel op dit onderhoudsbudget van € 20.000 + 2,5 fte’s. Daarbij moet wel rekening worden gehouden met het feit dat de oude speelvoorzieningen meegenomen moeten worden in het onderhoud groen (gras, heesters o.i.d.) en dat hiervoor weer extra middelen (geld en FTE) nodig zullen zijn bij het budget onderhoud groen.
Programma 3 Woonomgeving
36