NWO-Spinozapremie 2011 Prof. dr. H.D.E. (Heino) Falcke Prof. dr. P.M. (Patti) Valkenburg Prof. dr. E.P. (Erik) Verlinde
Den Haag, september 2011 Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek
Voorwoord Terwijl ik dit schrijf, bereiken mij vanuit CERN de
onder andere de grootte van het zwarte gat in het
eerste voorzichtige signalen van het Higgs-boson.
centrum van ons melkwegstelsel en droomt ervan
De Nederlandse Nobelprijswinnaars Gerard ’t Hooft
als eerste de rand van een zwart gat in beeld te
(Spinozalaureaat in 1995), Martinus Veldman en
brengen.
Simon van der Meer staan mede aan de wieg van de speurtocht naar het ontbrekende deeltje van de
Voor communicatiewetenschapper Patti
kwantummechanica.
Valkenburg is de premie een stimulans om verder te gaan met haar onderzoek: ‘Nu begin ik aan
Gerard ‘t Hooft ontving de NWO-Spinozapremie
mijn levenswerk.’ Valkenburg doet onderzoek
in 1995, het eerste jaar van de premie. Inmiddels
naar jongeren en de media en ontwikkelde
zijn we zeventien jaargangen verder en hebben
eigenhandig haar interdisciplinaire vakgebied
we 62 laureaten. We maakten zeven jaar geleden
op de grens van pedagogiek, psychologie en
een boek waarin we alle laureaten interviewden
communicatiewetenschap.
en vroegen naar hun fascinatie voor wetenschap. Daarna publiceerden we elk jaar een los katern over
Theoretisch natuurkundige Erik Verlinde noemt de
de nieuwe laureaten dat mooi bij het jubileumboek
NWO-Spinozapremie vooral een erkenning: ‘Een
paste. Inmiddels barst het boek plus de katernen uit
bewijs dat men vertrouwen in mij heeft.’ Verlinde
zijn voegen en daarom hebben we nu een uitgave
leverde belangrijke bijdragen aan de mathematische
gemaakt die u los van het boek kunt lezen. Deze
fysica, met name op het terrein van de snaartheorie
uitgave bevat een overzicht van alle laureaten tot
en kwantumgravitatie. Hij werkt aan een nieuwe
nu toe en interviews met de drie laureaten van 2011:
theorie over de zwaartekracht en wil met de premie
Heino Falcke, Patti Valkenburg en Erik Verlinde. De
ervaren mensen aantrekken die niet bang zijn om
interviews illustreren en passant de diverse functies
gevestigde theorieën omver te werpen. ‘Soms moet
van de Spinozepremie.
de wetenschap niet alleen maar kleine incrementele stapjes nemen, maar een grote intuïtieve sprong
Voor radioastronoom Heino Falcke geeft de NWO-
voorwaarts kunnen maken.’
Spinozapremie met name rust. Hij hoeft nu even geen subsidievoorstellen te schrijven waarin hij
En zo is het. Wetenschapsbeleid par excellence:
vooraf zijn onderzoek moet verantwoorden. Dat
gebaseerd op volhouden, gericht op zegevieren en
verantwoorden moet bij de premie achteraf en
gedreven door de dynamiek van de wetenschap zelf.
beknopt. Falcke die vuilnisman wilde worden totdat hij de eerste mens op de maan zag landen, bepaalde
Jos Engelen, voorzitter van NWO
Voorwoord
3
bepaalde onder andere de grootte van het extreem zware zwarte gat in het centrum van ons melkwegstelsel.
waarnemingen om straling te bestuderen die wordt uitgezonden door zwarte gaten, sterren en melkwegstelsels. Falcke
Prof. dr. H.D.E. (Heino) Falcke (1966), hoogleraar Radioastronomie en Astrodeeltjesfysica aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Falcke combineert theorie en
Extremen in het heelal opzoeken met radiosterrenkunde Hij bestudeert aan de hand van radiostraling de meest exotische fenomenen uit het heelal, van hoogenergetische kosmische deeltjes en complete bewegende sterrenstelsels tot zwarte gaten. Sterrenkundige Heino Falcke zoekt met opzet extremen op, want ‘daar vind je de meest exotische fysica.’
Heino Falcke bestudeert het universum aan de
berekeningen duidelijk dat dit een effect was dat
hand van radiostraling. Hij maakte naam met
je moest kunnen zien, dus zijn we ernaar op zoek
een aantal nieuwe ontdekkingen op het terrein
gegaan,’ zegt hij simpelweg.
van zwarte gaten, hoogenergetische straling en quasars. Zo deed hij als eerste metingen nabij de rand van het extreem zware zwarte gat in het
Maanlanding
centrum van ons melkwegstelsel, en wist zo zijn omvang vast te stellen.
De in Duitsland geboren wetenschapper droomde er als kind nog niet van om sterrenkundige te
Falcke doet niet alleen waarnemingen, hij
worden. ‘Ik had ook dierenarts kunnen worden,
ontwikkelt ook nieuwe theorieën. En dan het
of vuilnisman. Toen ik klein was, leek dat laatste
liefst voordat hij metingen gaat doen: ‘Een theorie
me een geweldig beroep. De hele dag met zo’n
die je achteraf opstelt om iets te verklaren, vind
grote vrachtwagen rondrijden...,’ lacht hij. Maar
ik saai. Het is veel mooier als je een theorie kunt
toen hij op televisie de eerste mens op de maan
ontwikkelen die voorspellingen oplevert. Als
zag landen, was hij verkocht. ‘Voor mij bevat de
je fundamenteel begrijpt hoe een object zich
sterrenkunde de grootste uitdagingen. Daarnaast
gedraagt, weet je waar je in de waarnemingen
maakt dit vakgebied de grootste ontwikkelingen
naar moet zoeken.’ Zo voorspelde Falcke dat
door. Kijk maar eens wat we de laatste twintig jaar
hoogenergetische kosmische deeltjes door
allemaal hebben ontdekt. Toen ik begon met mijn
afbuiging in de atmosfeer radiostraling zouden
promotieonderzoek, was het nog maar de vraag of
moeten uitzenden. En vervolgens nam hij die
zwarte gaten wel zouden bestaan. Nu is iedereen
straling ook inderdaad waar. ‘Het was mij uit de
daar wel van overtuigd.’
Prof. dr. H.D.E. (Heino) Falcke
5
Een hard bewijs voor het bestaan van die mysterieuze objecten is echter nog niet geleverd. Falcke droomt ervan als eerste een rand van een zwart gat, de zogeheten waarnemingshorizon, in beeld te brengen. Een zwart gat is een enorme massa die in een relatief kleine ruimte is geconcentreerd. Het object oefent een gigantische aantrekkingskracht uit op zijn omgeving. Die kracht wordt groter naarmate je dichterbij het gat komt. Als je binnen de zogeheten waarnemingshorizon komt, kan niets – zelfs geen licht – aan het gat ontsnappen. Vandaar dat je het gat zelf niet kunt zien. Maar het gas vlakbij die rand zendt verschillende soorten straling uit met speciale eigenschappen: radiogolven, röntgenstraling en infrarood licht. Door die straling te detecteren, kun je de rand van het zwarte gat wel in beeld brengen. ‘Als je zo’n zwart gat kunt zien, is dat bijna hetzelfde als ernaartoe gaan,’ mijmert de sterrenkundige. ‘Want dat is wel het frustrerende aan ons vakgebied: je ziet zoveel prachtige dingen in het heelal, maar je kunt ze nooit echt bezoeken.’
Rust in drukke tijd Voor een radioastronoom als Falcke zijn het spannende tijden. 2,5 jaar geleden kreeg hij een ERC Advanced Grant van 3,5 miljoen euro voor zijn onderzoek naar hoogenergetische kosmische
6
NWO-Spinozapremie 2011
deeltjes. De grootschalige radiotelescoop LOFAR
Amerika ontdekt. Nou ja, hij wist hoe de kustlijn
waar hij zich sterk voor heeft gemaakt, is vorig
eruit zag en hoe groot het was. Maar heb je dan
jaar geopend en begint de eerste resultaten op te
begrepen wat Amerika is, hoe Amerikanen leven?
leveren. Een mooie maar drukke tijd is daarmee
Ik hoop dat we nog verrast worden door volledig
aangebroken voor de Nijmeegse hoogleraar. ‘Die
nieuwe fenomenen. Gaan we bijvoorbeeld ooit
Spinozapremie kwam wat dat betreft op een mooi
nog elders in het heelal leven ontdekken? Niemand
moment. Ik werd net een beetje zenuwachtig.
die het weet.’
Er loopt nu een aantal mooie projecten, en het werd tijd om te bedenken hoe we daar mee verder zouden moeten, en waar we nieuwe gelden vandaan zouden kunnen halen. Maar op dit moment heb ik mijn aandacht eigenlijk heel hard nodig om het lopende onderzoek bij te houden. Deze premie geeft me even rust.’ Falcke zit nog boordevol plannen voor nieuwe telescopen. Zo zou hij graag een LOFAR-achtig instrument willen installeren op de maan, waar geen verstoring is van aardse straling zoals die van mobieltjes, en waar de ionosfeer geen storende invloed heeft. ‘Daar kun je een veel groter bereik halen, en met name radiostraling opvangen met lage frequenties. Die lange golven komen uit het oudste gebied van het heelal. Het zou me verbazen als we daar geen verrassende ontdekkingen kunnen doen.’ Op welk terrein in de sterrenkunde de grootste doorbraken te verwachten zijn, durft hij niet te zeggen. ‘Ik hoop eigenlijk dat we overal nog iets kunnen leren, want we weten nog heel veel niet. Ik vergelijk het maar met Columbus. Die heeft
Prof. dr. H.D.E. (Heino) Falcke
7
eigenhandig dit interdisciplinaire vakgebied op de grens van pedagogiek, psychologie en communicatiewetenschap.
Prof. dr. P.M. (Patti) Valkenburg (1958). Hoogleraar Jeugd en Media aan de Universiteit van Amsterdam. Valkenburg doet onderzoek naar jongeren en de media en ontwikkelde
‘Nu begin ik aan mijn levenswerk’ Communicatiewetenschapper Patti Valkenburg bestudeert het effect van media als televisie, games, internet en sociale media op het gedrag van kinderen en tieners, en zoekt actief het maatschappelijk debat op. Zo stond ze aan de basis van Kijkwijzer, pleitte voor verandering in de Reclame Code en schreef boeken als Beeldschermkinderen en Vierkante ogen, met tips voor ouders.
‘Toen ik het hoorde, sprongen de tranen in mijn
Ze richtte aan de Universiteit van Amsterdam
ogen.’ Patti Valkenburg maakt er geen geheim
het Center for research on Children, Adolescents
van dat het ontvangen van de Spinozapremie
and the Media (CCAM) op en bouwde het uit
een emotionele gebeurtenis was. ‘Het voelde als
tot een toonaangevend instituut met 22 onder-
een triomf, een erkenning van het vakgebied
zoekers. ‘CCAM is alles voor mij,’ zegt Valkenburg
communicatiewetenschap in het algemeen en mijn
eenvoudig. ‘We hebben een heel sterk team
eigen werk in het bijzonder.’
bestaande uit negen verschillende disciplines.’ Dat ze haar collega’s meteen noemt, is geen toeval. ‘Ik
‘Nu is mijn oogsttijd aangebroken,’ vertelt
ben een teamspeler, ik functioneer het beste in een
de gevierde communicatiewetenschapper
productief team waarin een goede sfeer hangt.’
in haar werkkamer die nog volstaat met felicitatiebloemen. ‘Vorig jaar kreeg ik een ERC
Valkenburg onderzocht de afgelopen twintig
Advanced Grant van 2,5 miljoen euro, en dit jaar
jaar elk denkbaar onderwerp op haar terrein.
hoorde ik in een week dat ik de Hendrik Müllerpijs
De invloed van reclame op het zeurgedrag
kreeg, benoemd was tot lid van de KNAW en dat ik
in de supermarkt, van internetporno op de
de Spinozapremie zou krijgen.’ Twintig jaar hard
seksuele moraal van tieners, van sociale media
werken wordt nu beloond. Want nadat ze pas op
op vriendschappen van kinderen en jongeren...
haar dertigste besloot te gaan studeren, heeft
Haar onderzoek wordt vaak ingegeven door
Valkenburg de verloren tijd meer dan ingehaald.
maatschappelijke vraagstukken. ‘Wij doen
Ze studeerde binnen twee jaar cum laude af,
fundamenteel onderzoek naar vragen die in het
promoveerde cum laude en werd drie jaar later al
maatschappelijk debat spelen. Kinderen spenderen
hoogleraar.
bijna 4,5 uur per dag aan media, zeven dagen per week. Heeft dat invloed op ze?
Prof. dr. P.M. (Patti) Valkenburg
9
En wat voor invloed dan? Daar vormen wij theorieën over, die theorieën toetsen we in empirisch onderzoek en op basis daarvan brengen we vooruitgang in het wetenschappelijk en het maatschappelijk debat.’ Soms is ze het publieke debat ook voor. Dat was onder andere het geval met haar Vici-onderzoek naar de gevolgen van internetcommunicatie voor het gezinsleven. ‘Toen ik dat voorstel bedacht, was nog maar vijf procent van de kinderen online. Van sociale media had nog niemand gehoord. Maar ik zag toen al dat internetcommunicatie iets heel groots ging worden dat ons allemaal zou gaan beïnvloeden.’ Deze onderzoekslijn zette haar instituut definitief op de kaart.
Snelle ontwikkelingen Meteen vervolgt ze lachend: ‘We hebben een moeilijk onderwerp gekozen. De ontwikkelingen gaan zo snel, die kunnen wij als onderzoekers nauwelijks nog bijhouden. Stel dat je een onderzoeksvoorstel schrijft over Twitter. Tegen de tijd dat je daarvoor geld bijeen hebt, is de volgende hype alweer een feit.’ Om toch zoveel mogelijk bij te blijven, werkt Valkenburg in interdisciplinaire teams met meer ervaren en jonge onderzoekers, en spreekt ze veel met jongeren en hun ouders. Dat snel veranderende medialandschap zorgt er mede voor dat haar werk boeiend blijft, zegt Valkenburg. ‘Alhoewel het ook weleens voor hoofdbrekens zorgt hoor. Probeer maar eens college te geven in ons vak.
10
NWO-Spinozapremie 2011
Wij kunnen echt niet elk jaar dezelfde slides uit de
Alles zelf uitvinden
kast trekken.’ ‘Met de Spinozapremie heb ik nu ook extra
Levenswerk
middelen om bijvoorbeeld oogmetingen te doen terwijl de kinderen bepaalde filmpjes kijken, of hun hartslag of hersenactiviteit te meten tijdens
De komende jaren werkt ze aan wat ze haar
een spannend computerspel. Met die gegevens
levenswerk noemt: een jarenlange, grootschalige
kan ik ook onbewuste reacties meten, en dat
studie onder negenhonderd gezinnen waarin ze
is een waardevolle aanvulling.’ Op dit moment
al haar ervaring van de afgelopen twintig jaar
draaien er al wat pilotonderzoeken. ‘Omdat mijn
bundelt. ‘In de afgelopen jaren heb ik allerlei
vakgebied nog zo jong is, bestaan er geen kant-en-
verschillende aspecten van jeugd en media
klare onderzoeksinstrumenten. Veel instrumenten
onderzocht, en op basis daarvan een model
die we gebruiken, komen oorspronkelijk van
ontwikkeld om de individuele ontvankelijkheid
kinderpsychiaters die ermee willen vaststellen
van kinderen voor verschillende aspecten van
of een kind wel of niet een stoornis heeft.
mediagebruik te onderzoeken.’
Zulke instrumenten zijn niet ontworpen om ingewikkelde modellen te testen. Daarom moeten
Valkenburgs model onderscheidt drie typen van
we ze aanpassen of nieuwe ontwikkelen,’ schetst
ontvankelijkheid voor media-effecten. Het gaat
de communicatiewetenschapper de uitdaging waar
uit van een interactie tussen ontwikkelingsniveau,
ze voor staat.
opvoeding, genetische aanleg, temperament en mediagebruik. Om haar model te testen, neemt ze DNA af van de deelnemers aan het onderzoek, laat ze hen een aantal keer gedurende enkele jaren vragenlijsten invullen, vraagt ze de ouders om mediadagboeken bij te houden, worden de emoties van kinderen tijdens hun mediagebruik geobserveerd en voeren onderzoekers gesprekken met hen.
Prof. dr. P.M. (Patti) Valkenburg
11
van de snaartheorie en kwantumgravitatie. Hij werkt aan een nieuwe theorie over de oorsprong van zwaartekracht.
Prof. dr. E.P. (Erik) Verlinde (1962), hoogleraar Natuurkunde aan de Universiteit van Amsterdam. Verlinde leverde belangrijke bijdragen aan de mathematische fysica, met name op het terrein
‘Als theoretisch natuurkundige kun je over alles nadenken’ Hij werkt al jaren aan de relatie tussen kwantummechanica en de zwaartekracht, en ontwikkelde meerdere wiskundige vergelijkingen die onder andere worden gebruikt in de beschrijving van zwarte gaten. Onlangs culmineerde al dat werk in een verbluffend nieuw inzicht over de oorsprong van zwaartekracht. ‘Deze Spinozapremie kwam voor mij precies op het juiste moment,’ glundert theoretisch natuurkundige Erik Verlinde.
‘Het geld is niet eens het belangrijkste, alhoewel
Zo heb ik bijvoorbeeld met mijn tweelingbroer
je met 2,5 miljoen euro natuurlijk veel kunt
Herman en met Robbert Dijkgraaf een prachtige
doen,’ zegt Verlinde in zijn werkkamer in de
formule gevonden voor het aantal microscopische
gloednieuwe bètafaculteit op het Science Park
kwantummechanische toestanden in geladen
Amsterdam. Maar hij zat nu even niet zozeer om
zwarte gaten,’ zegt de Amsterdamse hoogleraar
geld verlegen, aangezien hij net een ERC Advanced
niet zonder trots.
Grant van twee miljoen euro had gekregen. ‘Deze Spinozapremie is voor mij vooral een erkenning,
Hij dacht na over snaartheorie, een abstracte
een bewijs dat men vertrouwen in mij heeft.’
wiskundige manier om krachten en deeltjes te beschrijven als trillingen van superkleine snaartjes
En dat laatste is juist op dit moment in de carrière
in elf onzichtbare dimensies. Over het ontstaan
van de internationaal vermaarde natuurkundige
van het heelal. Over kwantummechanische
niet vanzelfsprekend. Verlinde verwierf aanzien
eigenschappen van zwarte gaten. En over
met verschillende doorbraken, waaronder een
de entropie, ‘de mate van wanorde’, van het
aantal formules die zijn naam dragen. Zo is daar de
heelal. ‘Dat is het mooie van mijn vak, je kunt als
Verlindeformule, die hij al tijdens zijn promotie
theoretisch natuurkundige over alles nadenken,’
opstelde en die nog steeds door natuurkundigen
grapt hij. De nieuwe inzichten en nieuwe
en wiskundigen wordt gebruikt in de zogeheten
beschrijvingen die hij op al deze verschillende
veldentheorie. ‘Het gaat vaak over die vier
terreinen leverde, verschaften hem internationaal
formules met mijn naam, maar daarnaast heb ik
groot aanzien.
ook een aantal andere mooie dingen gedaan.
Prof. dr. E.P. (Erik) Verlinde
13
Nieuwe stap Met die voorgeschiedenis en kennis begon Verlinde na te denken over de zwaartekracht. ‘Er zijn heel veel manieren om de zwaartekracht te beschrijven, hij volgt bijvoorbeeld heel natuurlijk uit de snaartheorie, maar geen enkele beschrijving geeft een verklaring. Waar komt die kracht nu echt vandaan?’ Tijdens een vakantie in Frankrijk zag hij ineens het licht: zwaartekracht is geen fundamentele kracht, maar ontstaat vanuit een verandering in entropie. ‘De vergelijkingen voor zwaartekracht hebben veel overeenkomsten met de wetten van de thermodynamica. Ineens besefte ik dat de oorzaak daarvoor moest liggen in het feit dat ze uit dezelfde grootheid voortkomen, de entropie.’ In alle interviews die hij nadien gaf, beschrijft hij deze ontdekking als een echt eurekamoment. ‘Ja, ik was echt euforisch, ik had een fundamenteel nieuw inzicht verkregen. Dat is uiteindelijk waar je het als wetenschapper voor doet: iets zien wat nog niemand anders heeft gezien,’ verklaart hij zijn blijdschap. Nadat hij zijn idee uitvoerig met collega’s had besproken, schreef hij er een bijzonder leesbaar artikel over. ‘Een goed idee moet in simpele termen te vatten zijn,’ wuift hij dat compliment weg. En dat artikel vormde het startpunt van een compleet nieuwe onderzoekslijn, waar hij met zijn Spinozapremie nu vol op kan inzetten.
14
NWO-Spinozapremie 2011
Tegen de stroom in
atomen en moleculen. Totdat ik een avondvullende film zag over het werk van Stephen Hawking en
‘Ik wil hiervoor vooral wat meer ervaren mensen
Gerard ’t Hooft, The key to the Universe. Prachtig
aantrekken, die conceptuele stappen kunnen
vond ik dat.’ Daarna wist hij dat hij natuurkundige
zetten en de consequenties van dit compleet
wilde worden.
nieuwe beeld kunnen gaan onderzoeken. Promovendi kan en durf ik daar niet mee op te
‘Er zijn nog zoveel uitdagingen in de natuurkunde,
zadelen. Ik heb mensen nodig die al ervaring
dat wil ik laten zien. In Nederland is men vaak veel
hebben, een bredere blik bezitten, en die een
te nuchter over wetenschap, alles moet meteen een
reputatie hebben opgebouwd.’ Want Verlinde
toepassing hebben. Ik wil juist de romantiek ervan
roeit tegen de stroom in.
laten zien.’ Het blijft even stil. Dan: ‘Door mijn werk op een ander niveau uit te leggen, wordt mijn
‘Eigenlijk is dat best zonde,’ zegt hij enigszins
eigen onderzoek ook beter. Je wordt gedwongen
spijtig, ‘dat je al een reputatie moet hebben
een stapje terug te doen om het overzicht over het
opgebouwd voordat je iets kunt publiceren
grote geheel te krijgen. En dan zie je de volgende
dat tegen de heersende gedachte ingaat. Soms
stap vaak duidelijker.’
moet de wetenschap niet alleen maar kleine incrementele stapjes nemen, maar een grote intuïtieve sprong voorwaarts kunnen maken. En dat is mooi, maar ook wel een beetje eng… De Spinozapremie zie ik dus vooral als een stimulans om door te gaan op de ingeslagen weg.’ Verlinde wil daarnaast een deel van het geld spenderen aan het verduidelijken van zijn ideeën aan een breder publiek. ‘Toen ik zelf op de middelbare school zat, vond ik het vak natuurkunde helemaal niet zo interessant. Scheikunde vond ik veel mooier. Daar ging het tenminste over echt fundamenteel begrip van
Prof. dr. E.P. (Erik) Verlinde
15
Spinozalaureaten vanaf 1995
1995
Prof. dr. G. ‘t Hooft – Theoretische natuurkunde | Prof. dr. E.P.J. van den Heuvel – Astronomie | Prof. dr. F.G. Grosveld – Moleculaire celbiologie | Prof. dr. F.P. van Oostrom – Nederlandse letterkunde
1996
Prof. dr. J.F.A.K. van Benthem – Wiskundige logica | Prof. dr. P. Nijkamp – Economie | Prof. dr. G.A. Sawatzky – Vastestoffysica
16
NWO-Spinozapremie 2011
1997
Prof. dr. F.H.H. Kortlandt – Taalwetenschap | Prof. dr. H.M. Pinedo – Medische oncologie | Prof. dr. R.A. van Santen – Anorganische chemie en katalyse
1998
Prof. dr. J.H.J. Hoeijmakers – Moleculaire genetica | Prof. dr. H.W. Lenstra – Fundamentele en toegepaste wiskunde | Prof. dr. P.C. Muysken – Taalwetenschap
Spinozalaureaten
17
1999
Prof. dr. C.W.J. Beenakker – Theoretische natuurkunde | Prof. dr. ir. R. de Borst – Toegepaste mechanica | Mw. prof. dr. E.A. Cutler – Vergelijkende taalpsychologie | Prof. dr. R.H.A. Plasterk – Moleculaire biologie
2000
Mw. prof. dr. E.F. van Dishoeck – Moleculaire astrofysica | Prof. dr. D. Frenkel – Macromoleculaire simulaties | Mw. prof. dr. D.S. Postma – Pathofysiologie van de ademhaling
18
NWO-Spinozapremie 2011
2001
Mw. prof. dr. D.I. Boomsma – Biologische psychologie | Prof. dr. J.C. Clevers – Klinische immunologie | Prof. dr. E.W. Meijer – Organische Chemie | Prof. dr. J. Oerlemans – Meteorologie
2002
Prof. dr. H.P. Barendregt – Wiskunde en informatica | Mw. prof. dr. E.A.J.M. Goulmy – Transplantatiebiologie | Prof. dr. A. Lagendijk – Natuurkunde | Prof. dr. F.R. Rosendaal – Klinische Epidemiologie
Spinozalaureaten
19
2003
Prof. dr. A.L. Bovenberg – Economie | Prof. dr. C. Dekker – Moleculaire biofysica | Prof. dr. R.H. Dijkgraaf – Mathematische fysica | Prof. dr. J.L. van Zanden – Economische en sociale geschiedenis
2004
Prof. dr. B.L. Feringa – Organische chemie | Prof. dr. M.H. van IJzendoorn – Pedagogiek | Prof. dr. M.B.M. van der Klis – Astronomie | Prof. dr. ir. J.S. Sinninghe Damsté – Aardwetenschappen
20
NWO-Spinozapremie 2011
2005
Prof. dr. R. Bernards – Moleculaire biologie | Prof. dr. P. Hagoort – Cognitieve neurowetenschappen | Prof. dr. D. Lohse – Natuurkunde | Prof. A. Schrijver – Wiskunde
2006
Mw. prof. dr. J.M. Bensing – Klinische psychologie | Prof. dr. C.G. Figdor – Immunologie | Prof. dr. ir. B.J.G. Scheres – Moleculaire genetica | Prof. dr. J. Zaanen – Theoretische natuurkunde
Spinozalaureaten
21
2007
Mw. prof. dr. D.M. Curtin – Rechtsgeleerdheid | Prof. dr. M. Dicke – Entomologie | Prof. dr. ir. L.P. Kouwenhoven – Natuurkunde | Prof. J.W.M. Roebroeks – Archeoloog
2008
Mw. prof. dr. M.S. van der Knaap – Kinderneurologie | Prof. dr. J.Th. Leerssen – Moderne Europese Letterkunde | Prof. dr. Th.H.M. Rasing – Experimentele natuurkunde | Prof. dr. W.M. de Vos – Microbiologie
22
NWO-Spinozapremie 2011
2009
Prof. dr. ir. A. van den Berg – Natuurkunde | Prof. dr. M.D. Ferrari – Neurologie | Prof. dr. M. Scheffer – Aquatisch ecologie
2010
Mw. prof. dr. N. Ellemers – Sociale Psychologie | Prof. dr. M. Franx – Astronomie | Prof. dr. P. Gros – Biomacromoleculaire kristallografie | Mw. prof. dr. I. Sluiter – Griekse taal- en letterkunde
Spinozalaureaten
23