Nieuwsbrief Slavische talen en culturen jaargang 13, nr. 27 UvA – augustus 2013
Novinky / новости / wiadomości / novosti Dit is het 27e nummer van de nieuwsbrief voor studenten, docenten, medewerkers en een ieder die op de hoogte wil blijven van het wel en wee van de opleiding Slavische talen en culturen aan de Universiteit van Amsterdam. De nieuwsbrief wordt verzorgd door de docentleden van de Opleiding Commissie Slavisch. Redactie van dit nummer: M. van DuijkerenHrabová.
Oplage van dit nummer: 60 stuks. Sluitingsdatum voor de kopij voor het volgende nummer wordt nog aangekondigd. Kopij versturen naar:
[email protected] onder vermelding van ‘novinky’.
Docenten en medewerkers stellen zich voor.
Ellen Rutten Ik ben teamleider van de opleiding Slavische Talen. Als hoogleraar Slavische literaturen doceer ik een aantal vakken binnen onze BAopleidingen: Geschiedenis en Cultuur van Rusland, Academische en Onderzoeksvaardigheden en (delen van) Russische Letterkunde I en II. Daarnaast geef ik les in verschillende MA opleidingen: naast een aantal colleges Slavische Literaire Theorieën ben ik ook (mede)oprichter van twee nieuwe MA-keuzemodules, Literary Studies in the 21st Century en New Media Literary Forms. Dat vooral hedendaagse cultuur en nieuwe media mijn interesse hebben kun je uit die MA titels raden, maar ook uit mijn activiteiten als oprichter en coordinator van de nieuwe UvA-onderzoeksgroep Digital Emotions.
Eric Metz Binnen de opleiding Slavisch doceer ik Tsjechische letterkunde 1 en 2 en ben ik betrokken bij het mastervak Slavische letterkunde 2. Daarnaast coördineer ik de vorig jaar opgerichte master Vertalen. In die functie ben ik (mede)docent voor de vakken Theorie en praktijk van het vertalen, Translation & Adaptation en Comparative Literature & Translation Studies. Ik ben zelf vertaler van voornamelijk hedendaagse Russische, Tsjechische en Oekraïense poëzie. Bij het Nederlands Letterenfonds maak ik deel uit van de Raad van Advies voor de ondersteuning van literair vertalers. Sinds dit jaar ben ik lid van de redactie van Tijdschrift voor Slavische Literatuur.
Magda van Duijkeren-Hrabová Mijn onderwijstaken liggen binnen de BA. Het gaat om alle colleges Taalvaardigheid Tsjechisch (1 t/m 7), Tsjechische taalkunde 1 – gericht op het werkwoord (ik neem deel aan de onderzoeksgroep van het Slavisch aspect). Daarnaast verzorg ik ook Inleiding Tsjechische letterkunde en het Tsjechische gedeelte van de Inleiding in Poolse en Tsjechische geschiedenis en cultuur. Voor dit laatste college hebben we afgelopen mei de Facultaire onderwijsprijs gekregen. Ik ben auteur van een aantal leergangen Tsjechisch. Voor de kwaliteit van het onderwijs zet ik me in als voorzitter van de Opleidingscommissie Slavisch.
Alla Peeters-Podgaevskaja Ik verzorg onderwijs zowel binnen als buiten Slavistiek (ook bij de capaciteitsgroep Taalwetenschap), in het Bachelor en in het Master programma. Ik geeft les zowel aan hoofdvakkers Russisch als bijvakkers en aan studenten van de Europese studies. Gedurende vele jaren geef ik les aan tweetalige kinderen op de Russische school in Amsterdam en doe research naar de relatie tussen taal en cognitie en naar Russich-Europese tweetaligheid. Ik ben auteur van verschillende leergangen Russisch voor Nederlandstalig publiek. In 2012 heb ik de RusPrix Award ontvangen voor de bijzondere bijdrage aan het verspreiden van de Russische taal in Nederland.
2
Jenny Stelleman Ik ben gespecialiseerd in Russische en Slavische literatuur, met name drama en theater en in de Russische Avant-garde. Verder ben ik voorzitter van onze alumnikring - Amsterdamse Slavisten en zit ik nu voor de tweede termijn in de ondernemingsraad. Dit jaar geef ik de volgende colleges voor BA studenten: Hoogtepunten van de Slavische literatuur (toneelwerken), Russische literatuur 2, The Evil in Literature (keuzevak) en voor MA studenten: The Historical Avant-Garde and Beyond (keuzevak), The European Novel (keuzevak) en Women in Slavic Literature. Ik ben redactielid van ons Tijdschrift voor Slavische Literatuur.
Eric de Haard Mijn specialisme is Russische literatuur, met name de literatuur van de 19e eeuw. Volgend jaar ga ik met pensioen en daarom zullen jullie alleen het college Inleiding in de Russische literatuur van mij moeten volgen. Ik ben de “managing editor” van het tijdschrift Russian literature (dat ook artikelen over andere Slavische literaturen publiceert), dat de A status heeft.
Ela Niemczuk-Weiss Ik geef taalonderwijs aan de studenten Pools – vooral gericht op spreekvaardigheid. Daarnaast geef ik les (Pools) aan scholieren van de internationale school – European School in Bergen. Voor onze Novinky / Новости / Wiadomości / Novosti - nr. 27
3
studenten organiseerde ik een aantal uitwisselingsacties – zoals Eurotandem.
René Genis Mijn specialisme is taalkunde van het Pools en Tsjechisch. Ik houd me voornamelijk met het zgn. aspect van het werkwoord bezig. Met een aantal collega’s vormen we binnen het ACLC een onderzoeksgroep op dat gebied. Onder mijn onderwijstaken hoort ook de grammatica van het Pools op het BA niveau en taalkunde op BA en MA niveau. Ik ben ook een (mede)hoofdredacteur van het grote woordenboek Pools-Nederlands en Nederlands-Pools van de uitgeverij Pegasus (2009).
Arent van Nieukerken Mijn specialisme is Poolse literatuur, m.n. nationaliteit en identiteit. Ik geef de modules inleiding in de Poolse literatuur, Poolse Literatuur 1a en 2), Geschiedenis en Cultuur (het Poolse deel van het college), in de MA verzorg ik de volgende modules: Slavische Literaire Theorieën, Women in Slavic Literature, verder participeer ik nog in andere MA-modules. Sinds vorig jaar ben ik lid van de Poolse Academie van Wetenschappen.
4
Janneke Kalsbeek Ik ben een taalkundige – gespecialiseerd in Servisch en Kroatisch en in historische taalkunde. Mijn hart ligt bij dialectologie. Ik geef colleges grammatica en taalkunde in het postpropedeutisch programma van BA-fase en op MA niveau. Ik geef ook met mijn collega’s colleges over Slavische taalkunde in het algemeen en het taalkundige deel van wetenschapsfilosofie.
Ellen Bojanic-Haarsma De vakken die ik doceer zijn: Taalverwerving Servisch/Kroatisch 1 t/m 4 (dus taalverwerving in de propedeuse) en Inleiding in de geschiedenis en cultuur van de Balkan. Dit laatste vak geef ik samen met mijn collega dr. Dorin Perie van de afdeling Roemeense taal en cultuur.
Radovan Lučić Mijn voornamelijke taak is het taalvaardigheidsonderwijs Servisch en Kroatisch, spreekvaardigheid en vertalen in de doeltalen. Zelf vertaal ik Nederlandse literatuur in het Kroatisch. Daarnaast ben ik druk bezig met het schrijven van het Kroatisch-Nederlands woordenboek dat binnenkort door de uitgeverij Pegesus wordt gepubliceerd.
Novinky / Новости / Wiadomości / Novosti - nr. 27
5
Natka Pupovac Ik ben docent Servische/Kroatische letterkunde en ik geef: Inleiding Servische/Kroatische Letterkunde, Servische/Kroatische Letterkunde 1b en Servische/Kroatische letterkunde 2. Naast mijn onderwijs schrijf ik aan een proefschrift over Danilo Kis.
Philip Westbroek Ik verzorg colleges niet alleen bij Slavisch maar ook bij Theaterwetenschappen. Aan de tweedejaarsstudenten Slavisch geeft ik het op de literatuur gerichte deel van wetenschapsfilosofie. Voor de studenten van het postpropedeutisch onderwijs zijn bestemd mijn colleges Muziekdrama, Epiek 1: De helden uit het oosten - Heroïsche en verhalende poëzie in de Slavische literaturen en ik neem ook deel aan het keuzevak The Evil in Literature.
Mijn naam is Wendy Bron en samen met 5 collega’s werk ik op het secretariaat voor alle medewerkers van de opleidingen die in het Bungehuis gevestigd zijn. Behalve Slavische talen en culturen zijn dat Literatuurwetenschap, Taalwetenschap, Gebarentaal, Duits, Italiaans en Engels. Mijn collega Marloes Geers is daarnaast ook actrice en maakt deel uit van het Slavisch Toneel. Wij zijn gevestigd op de 4e verdieping in kamers 4.35 en 4.34 en dagelijks geopend van 09.30 tot 16.30 uur. Mocht je contact willen opnemen met een van de medewerkers of als wij anderszins kunnen 6
bemiddelen dan helpen wij je graag verder. Wij zijn telefonisch bereikbaar op 020 5253865/31/64, en per mail op
[email protected] . Voor alle zaken die met studentenadministratie te maken hebben kun je bij het onderwijssecretariaat op de begane grond (kamer 0.18) terecht, tel. 020 5254484.
Mijn naam is Laetitia Hamel en ik ben vakreferent Slavische talen en culturen en Algemene literatuurwetenschap op de bibliotheek van het Bungehuis. Een belangrijk deel van mijn werk is dat ik mij op de hoogte houd van de nieuwste wetenschappelijke publicaties op genoemde vakgebieden om die aan te schaffen voor de bibliotheek. Vier Slavische talen worden aan de UvA als hoofdvak gedoceerd, namelijk Russisch, Pools, Tsjechisch en Servisch / Kroatisch. Voor deze talen wordt gestreefd naar een goede wetenschappelijke collectie ter ondersteuning van het onderwijs en onderzoek dat bij de opleiding Slavische Talen plaatsvindt. Ook voor de andere Slavische talen vindt aanschaf plaats, maar in veel mindere mate. Hoewel het grootste deel van de collectie in een van de Slavische talen is, bevat de collectie ook voor de beginnende student veel informatie. Op het gebied van de taalkunde o.a. grammatica's en leerboeken voor taalverwerving en niet te vergeten, woordenboeken. Op het gebied van de letterkunde o.a. vertalingen van literatuur, tweetalige dichtbundels en studies in het Engels, Duits of Nederlands over Slavische auteurs. Voor informatie over het gebruik van de collectie kunnen studenten altijd bij mij aankloppen.
Novinky / Новости / Wiadomości / Novosti - nr. 27
7
Docentenreis 2013 Studiereis naar ‘de Lausitz’ Eind mei dit jaar vertrok een delegatie van de opleiding Slavische talen en culturen richting de Lausitz-Lužica, een streek in Saksen, in de voormalige DDR, niet ver van de noordgrens van Tsjechië en de westgrens van Polen. Zo’n studiereis begint al een traditie te worden na eerdere reizen naar Polen, Tsjechië en Kroatië. Doel van deze reis was nader in contact te komen met plaatsen waar Sorben wonen en waar nog Sorbisch wordt gesproken. Sorbisch, waarbij nog Opper- en Nedersorbisch wordt onderscheiden, is namelijk een uitstervende Slavische taal. Het Oppersorbisch (Hornjoserbšćina) is nog het beste vertegenwoordigd, m.n. rond de stad Bautzen, waar zelfs enkele scholen zijn waar nog in het Sorbisch wordt onderwezen en waar zelfs oorspronkelijk Duitstalige kinderen gepoogd wordt als tweede taal het Oppersorbisch bij te brengen. Het Sorbisch is een Westslavische taal en is verwant aan het Tsjechisch en Pools. De belangrijkste centra zijn behalve Bautzen, Cottbus in het noorden (waar we niet aan toe kwamen) en Leipzig, waar aan de universiteit nog Sorbisch wordt gedoceerd. We kozen voor een treinreis, eerst naar Dresden, om onderweg de veranderende landschappen en dorpen te kunnen zien. De reis duurde vrij lang: 7 uur, maar was zeker niet oninteressant. Dresden riep bij ons allen herinneringen op aan Het stenen bruidsbed van Harry Mulisch, die de verschrikkelijke verwoesting van de stad aan het einde van WO-II in deze roman beschreef. Het centrum van de stad is na de Wende weer vakkundig opgebouwd. Onze Duitse gids, die uitstekend Nederlands sprak (dankzij zijn studie in Utrecht) liet ons zien welk deel van de stad schade had opgelopen en hoe men geprobeerd had het stadscentrum weer op te bouwen, m.n. de Frauenkirche, waar de donkere stenen de oorspronkelijke waren en de lichter gekleurde de nieuwe. De imposante kerk zag er nauwelijks ‘zwart’ uit maar zou dat in de loop de jaren wel weer worden door her corroderen van het ijzergehalte in de stenen. De kerk is oorspronkelijk barok en stamt uit de 18e eeuw, is Luthers en ervoor
8
staat dan ook het standbeeld van deze kerkhervormer dat tijdens de bombardementen in de oorlog letterlijk van zijn plek werd geblazen. De volgende dag bezochten we het zgn. Zwinger-complex, een reeks imposante paleizen rond een grote binnenplaats die vaak dienst doet als centrum voor officiële festiviteiten. Opdracht tot de bouw werd gegeven door de van oorsprong Poolse koning August II, bijgenaamd de Sterke, aan het begin van de 18e eeuw. Beroemd zijn er de porselein- en de schilderijencollectie (Cranach, Holbein, Dürer). Ook dit complex had veel oorlogsschade, maar ook hier werd snel gerestaureerd. Het Albertinum is een museum van modernere kunst. In de namiddag vertrokken we alweer naar Görlitz-Zgorzelec, een prachtig stadje aan de Neisse, aan de Poolse grens. Via een brug wandel je nu gewoon Polen binnen. Toevallig kwamen we daar geheel onverwacht een Nederlandse student slavistiek tegen met het Poolse woordenboek ‘van Genis’ in de hand hetgeen onze reisgenoot Genis veel deugd deed. ’s Avonds kregen we nog een stadsrondleiding die begon met het bezoek aan een oud schemerig kerkhof in de Nikolai-wijk. Hier ligt de Duitse theoloog-mysticus Jakob Böhme (1575-1624) begraven, een self-made man (schoenmaker) die nogal van invloed is geweest op andere gevestigde theologen en filosofen en door Hegel de eerste Duitse filosoof werd genoemd.
Novinky / Новости / Wiadomości / Novosti - nr. 27
9
De derde dag begon met een rit in een gehuurd (Pools) busje naar Herrnhut, een dorpje in de omgeving, waar de Tsjechisch-Moravische Broederschap (Comenius, Tsjechische reformatie, die in de 17e eeuw was verboden) navolgers vond in de Herrnhutters. Er was ook een interessant kerkhof, waar nog familie van graaf Zinzendorf, de stichter van de evangelische Herrnhuttersgemeente, een tombe had. De Herrnhutters hebben centra over de hele wereld, ook in Nederland, bijv. in Zeist. Het plaatsje ligt dichtbij de grens van waaraf het Sorbisch nog wordt gepraktiseerd. De Duitstalige protestantse priester in het eerste Sorbische dorp Bukecy-Hochkirch, waar in de kerk opschriften in het Sorbisch waren, vertelde zelfs af en toe ook in het Sorbisch te preken. Onderweg naar de volgende pleisterplaats bezochten we nog een nieuw Cyrillus-Methodius monument bij Crostwitz-Chrósćicy, altijd gewild onder de linguïsten. Vandaar ging de reis naar het centrum van het Sorbisch: Bautzen-Budyšin, een prachtig stadje aan de rivier de Spree, die langs ons hotel annex bierbrouwerij stroomde en enkele honderden kilometers verderop ook door Berlijn. ’s Avonds kregen we in het hotel een dinertje aangeboden door onze voortreffelijke reisleidster Magda van Duijkeren, die de reis niet alleen inhoudelijk had voorbereid maar ook praktisch georganiseerd. Bij het diner was o.a. ook aanwezig de jonge, enthousiaste voorzitter van Domowina, met 10
wie een levendig gesprek gevoerd werd. het glas geheven en de Sorbische hymne gezongen. Onze gids was er Jurij Łušćanski, een aimabele man met veel kennis van het Sorbisch en een actief lid van de (katholieke) kerk, die zich samen met Domowina inzet voor het behoud en de verbreiding van het Sorbisch. Hij liet ons de volgende dag de boekhandel van Domowina zien, met literatuur in en over het Sorbisch, en het Serbski Museum, met een interessante Sorbische etnografische en schilderijenverzameling. Verder bezichtigden we er
al in de stromende regen een groot kerkhof, waar vele Sorben begraven liggen, en dat een imposante ruïne van de oorspronkelijke aldaar te zien gaf. In de middag bezochten we het Serbski Institut waar we enkele fraaie oude boekwerken mochten bekijken. Ons bezoek aan Bautzen werd zeer op prijs gesteld. De volgende dag verscheen er een melding van (mét foto) in de Serbske nowiny… De volgende en laatste dag stond Leipzig op het programma, big city Leipzig, met uitgestrekte boulevards en pleinen, de stad van niet alleen de Messe, maar ook van Bach en Schumann. Ons reisdoel was echter de universiteit aldaar, waar prof. Edward Wornar (Werner), meer geïnteresseerd leek in uitstervende of minderheidstalen (‘Is er Novinky / Новости / Wiadomości / Novosti - nr. 27
11
een Fries in uw gezelschap?’) dan in de beoefening en bestudering van het Sorbisch zelf, over de overlevingskansen waarvan hij nogal sceptisch was. Een klein groepje ‘pikte’ nog eventjes een museumpje voor toegepaste kunst. Zo werd het nuttige met het aangename verbonden. Onze indruk was dat er naarstig pogingen werden ondernomen om in elk geval het Oppersorbisch in stand te houden en voor uitsterven te behoeden. Of dat zal lukken, blijft de vraag. Het Nedersorbisch is helaas nagenoeg al uitgestorven. Na ons kwam letterlijk de zondvloed: juist deze streek kreeg veel te lijden van wateroverlast als gevolg van overvloedige regenval. Kees Mercks Studenten aan het woord Studievereniging Radost stelt zich voor Hallo allemaal en welkom bij Radost! Dé studievereniging voor studenten Slavische Talen en culturen en Oost-Europese studies. Speciaal voor die studenten die geïnteresseerd zijn in "het Oostblok" organiseren wij allerlei uitjes, borrels en studiereizen. Zo is Radost in het verleden al naar Roemenië en Polen geweest, dit zojn, naar horen zeggen, memorabele studiereizen geweest (3 jaar later wordt er nog over gesproken!). Zelf ben ik in mijn eerste jaar Russisch op studiereis mee geweest naar Estland en Letland. Het was een enorm gezellige groep, we hebben ontzettend veel lol beleefd met elkaar en hebben heel veel mooie dingen gezien. Zo bezochten wij in Tallinn een verlaten klooster. Het was bijna spookachtig en er waren hele stukken vloer uit de bovenste verdiepingen, waardoor het dus enorm spannend was om er rond te lopen! Evenzo spannend was een oude, verlaten, roestige watertoren aan zee, met prachtig uitzicht 12
over de enorme blokken ijs die ronddreven (het was nog maar -22). Naast rondstruinen in oude gebouwen hebben wij natuurlijk ook de nodige musea bezocht. Zo stuitten wij tijdens een wandeling door Tartu ineens op het medisch museum. Deze was eigenlijk gesloten, maar voor een leuk prijsje kregen wij een tour door het museum, waar dus helemaal geen kip was... Op de wezens en ziektekiemen op sterkwater na dan. In Riga bezochten we een museum dat helemaal ingericht was op de geschiedenis van de GOELAG kampen, waar vele Letten naar verbannen zijn. Het was intrigerend om te zien. Zeker als je bijvoorbeeld een echte vlecht ziet liggen van een meisje van jouw eigen leeftijd, of een viool…kleding…jasjes... Het was best choquerend om te zien. We maakten afgelopen Februari op onze reis Belgrado-Niš-Sofia een zelfde shock mee toen we door een journaliste rondgeleid werden in een voormalig concentratiekamp in Belgrado. Dit kamp wordt vandaag de dag namelijk gebruikt als behuizing (!) voor de arme laag van de bevolking die zich geen eigen huis kunnen permitteren. Er was vrijwel niets in het kamp omgebouwd. Zelfs de voormalige uitkijktoren stond er nog en om het "dorpje" stroomde het dagelijkse verkeer op weg naar het centrum of het zakelijke district van Belgrado. Het was werkelijk mensonterend. Nu moet je niet denken dat wij alleen maar trieste dingen tegen komen op zo'n reis. Gelukkig hebben we ook op de reis Servië- Bulgarije veel moois gezien. Zoals het Rila klooster, nabij Sofia. Vroeg in de ochtend vertrokken wij met 3 auto's naar de bergen, waar wij eerst "herboren" zijn vanuit een wel heel krap hutje, waar jarenlang een monnik in gewoond heeft, zonder ook maar 1 x het daglicht te zien! We konden ons opfrissen met ijskoud, maar kraakhelder water dat daar uit kleine kraantjes vloeide en waar iedereen natuurlijk een flesje mee moest vullen. Het klooster was Novinky / Новости / Wiadomości / Novosti - nr. 27
13
werkelijk adembenemend mooi en we zijn allemaal helemaal "rein" terug naar huis gegaan. Naast deze fantastische reizen organiseren wij elke week op woensdag een borrel in café de Spuyt. Naast dat dit handig is om contacten te leggen (wie weet heeft iemand nog een samenvatting), is het vooral heel erg gezellig en gaan we vaak tot in de late uurtjes door. Er is echter een hele belangrijke borrel, georganiseerd door de opleiding Slavisch en Radost, die elke jaar "Tussen Sint- en Kerst" plaatsvindt, die je echt niet mag missen! Deze avond maakt iedereen heerlijke hapjes klaar en genieten we onder het heerlijk gezang van de zangers, zangeressen en koortjes onder ons van een lekkere teut vodka ;). Mocht je nu een Slavische taal studeren of je voor Oost-Europese studies aangemeld hebben, kom dan zeker eens langs bij onze borrel, of check onze Facebookpagina! Alvast veel plezier met studeren en graag tot bij de borrel! Namens het bestuur van Radost, Juliette Poulisse - Voorzitter
Samira Verhees, BA-scriptie: Moderne Russische haiku. Klassieke Japanse dichtkunst in hedendaagse Russische adaptatie In mijn bachelorscriptie heb ik onderzocht welke transformaties de Japanse dichtvorm haiku heeft ondergaan in het Russische taalgebied: in eerste instantie als poëzievertaling en in tweede instantie als originele Russischtalige adaptatie. Sinds 2000 kent het Russische internet een kleinschalige, maar constante gemeenschap van haikudichters die enkele tijdschriften uitgeven en met enige regelmaat haikuwedstrijden houden. Om erachter te komen in hoeverre deze Russische haiku op zijn Japanse voorganger lijkt heb ik eerst de Japanse traditie in kaart gebracht, waarna ik een taalkundige analyse gemaakt heb van een aantal klassieke Japanse haiku’s en hun Russische vertalingen. Vervolgens heb ik een corpus van originele Russische haiku’s samengesteld, waarvan ik zowel de formele vorm 14
als terugkerende thematiek heb geanalyseerd. Een aantal significante bevindingen die ik hierbij heb gedaan, zijn dat de formele kenmerken van de haiku reeds bij de vertaling naar de achtergrond beginnen te verdwijnen: zo wordt de klassieke vorm van de haiku, die bestaat uit drie regels van afwisselend vijf, zeven en vijf lettergrepen, in de meeste gevallen losgelaten. Ook de verwijzing naar het seizoen, die een belangrijk onderdeel vormt van de Japanse traditie, is in het Russisch aanzienlijk minder dominant. De Russische haiku kenmerkt zich daarentegen net als de Japanse door asymmetrie: wat betreft het rijmschema, het accentpatroon en de lengte van de afzonderlijke regels. Net als in het Japans wordt eindrijm in Russische haiku’s vermeden. Daarnaast zijn Russische haikudichters goed op de hoogte van de onderliggende esthetische principes van haikupoëzie, wat terug te zien is in de gedichten. De meeste literatuurwetenschappers die zich met Japanse haikupoëzie bezighouden zijn het er tegenwoordig over eens dat een haiku een momentopname streeft te zijn die probeert een sensatie over te brengen op de lezer zonder deze te benoemen, wat ook wel het haikumoment genoemd wordt. Russische haikupoëzie gaat eveneens uit van dit principe, maar vult dit in met elementen uit de eigen dagelijkse werkelijkheid. Waar klassieke Japanse haiku’s bijvoorbeeld gaan over verlaten kloostervijvers of bloeiende kersenbloesem, gaan Russische haiku’s over verlaten spoorwegen of tulpenblaadjes in de sneeuw. Tot slot heb ik geconcludeerd dat de Russische haiku niet echt als Russische poëzie beschouwd kan worden, maar slechts als een Russischtalige adaptatie van een Japanse dichtvorm. In de eerste plaats omdat de Japanse traditie nog altijd als lichtend voorbeeld geldt. Daarbij besteden Russische haikutijdschriften enkel aandacht aan haikupoëzie (waaronder Russische, maar ook hedendaagse haikupoëzie uit andere landen en Japanse klassiekers) en gerelateerde Japanse kunstvormen. Hiermee plaatsen zij zich bewust buiten de literaire traditie van het Russische taalgebied en vormen zij een literair genre op zichzelf.
Novinky / Новости / Wiadomości / Novosti - nr. 27
15
Stijn van de Grint, BA-scriptie: De verwerving van het werkwoordsaspect bij Nederlands-Russische bilinguale kinderen Deze scriptie behandelt de acquisitie van het Russische werkwoordsaspect bij ‘unbalanced’ Nederlands-Russische bilinguale kinderen in de leeftijdscategorie 8;06-9;06. In specifieke termen betreft het de comprehensie en de productie van het aspect in ‘op zichzelf staande’ of ‘geïsoleerde’ taaluitingen in de verleden tijd. Om de comprehensie van het aspect in dergelijke contexten te onderzoeken, heb ik een experiment uitgevoerd waarin een bewering in het imperfectieve of het perfectieve aspect wordt gecombineerd met de uitbeelding van een resultatieve of niet-resultatieve handeling. De participanten kregen een aantal korte filmpjes te zien waarin een resultatieve of niet-resultatieve handeling werd getoond, waarna er door de experimentator een bewering werd gedaan over wat er in het filmpje werd uitgebeeld. Op basis van de getoonde beelden moesten de participanten aangeven of de voorgelegde bewering (gekenmerkt door het imperfectieve of het perfectieve aspect) juist of onjuist was. Bij het onderzoek naar de productie van het aspect kregen de participanten vergelijkbare filmpjes te zien, maar moesten zij bij het formuleren van hun antwoord zelf een keuze maken tussen het imperfectieve en het perfectieve aspect. Uit de onderzoeksdata is gebleken dat de kinderen de meeste moeite hebben met niet-resultatieve handelingen. Bij de filmpjes waarin een resultatieve handeling werd getoond, werden nauwelijks fouten gemaakt. De problemen omtrent de niet-resultatieve handelingen manifesteerden zich zowel bij de comprehensie als bij de productie. Met betrekking tot de comprehensie geldt dat met name de combinatie van een niet-resultatieve handeling en een bewering in het imperfectieve aspect, niet goed werd begrepen. Dit blijkt ook bij monolinguale kinderen het geval te zijn (zie Gagarina, 2008 & Abrosova, 2011). Dat de meeste problemen zich ook wat betreft de productie voordeden bij niet-resultatieve handelingen, bleek uit het feit dat de participanten het beoogde aspect in een substantieel deel van de gevallen vermeden. In dergelijke gevallen kozen ze voor een 16
ontkennende zin of formuleerden ze een antwoord waarin het targetantwoord niet werd gebruikt. Stéphanie Kneppers, BA-scriptie: Babi Jar als thema in de sovjetpoëzie van de jaren veertig en zestig. Van getuigenis tot pleidooi voor herdenking. In deze scriptie staat de weergave van de massamoord van Babi Jar in de sovjetpoëzie van de jaren veertig en zestig van de twintigste eeuw centraal. Babi Jar is de naam van een ravijn dat aan de rand van de stad Kiev gelegen was. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het ravijn Babi Jar het decor van de grootste massamoord van de nazi’s op de Sovjet-Joden. Op 29 en 30 september 1941 executeerden de nazi’s bij Babi Jar het merendeel van de in Kiev woonachtige Joodse gemeenschap. Ook in de jaren na het bloedbad van Babi Jar bleven de nazi’s het ravijn als executieplaats gebruiken en vonden vele duizenden Joden, Russen en Oekraïners er de dood. Volgens schattingen executeerden de nazi’s vanaf september 1941 tot november 1943 honderdduizend mensen bij Babi Jar. Na de Tweede Wereldoorlog probeerden de sovjetautoriteiten de massamoord op de Sovjet-Joden bij Babi Jar in stilzwijgen te hullen. Hoewel Sovjet-Joden verreweg de grootste slachtoffergroep van de nazi-moordpartijen bij Babi Jar vormden, verhinderde de communistische internationalistische wereldvisie en het politieke klimaat van antisemitisme, dat de Joden als aparte slachtoffergroep van de nazi-terreur werden herdacht. Een kleine groep van voornamelijk Joods-Russische sovjetschrijvers richtte zich al tijdens de oorlogsjaren en in de jaren na de oorlog op het thema van de Holocaust in de Sovjetunie. Enkele van hen, waaronder Il’ja Erenburg, Lev Ozerov en Jakov Xelemskij, wijdden een gedicht aan de massamoord van Babi Jar. Deze schrijvers getuigden in hun gedichten van de oorlogsverschrikkingen die bij Babi Jar hadden plaatsgevonden en brachten het dodenravijn zodoende onder de aandacht bij de sovjetlezer. In de nadagen van het Stalinistische regime werd de publicatie van gedichten over de Duitse Jodenvervolging in de Sovjetunie echter Novinky / Новости / Wiadomości / Novosti - nr. 27
17
onmogelijk. In de jaren vijftig werd Babi Jar doodgezwegen en dreigde daardoor in vergetelheid te geraken. Niet alleen werden er officiële pogingen gedaan het dodenravijn uit het collectieve geheugen van de sovjetburger te wissen, maar tevens probeerden de sovjetautoriteiten de plaats van de massamoord fysiek te laten verdwijnen. Vanaf eind jaren vijftig werd het stilzwijgen rond Babi Jar verbroken. Niet-Joodse sovjetintellectuelen begonnen zich openlijk te verzetten tegen het feit dat de Holocaust buiten het door de sovjetautoriteiten gepropageerde herinneringsdiscours werd geplaatst. De schrijver Viktor Nekrasov en de dichter Evgenij Evtušenko gaven de aanzet tot een nieuwe golf van belangstelling voor het dodenravijn. Het gedicht Babij Jar (Babi Jar) van Evtušenko speelde een sleutelrol in het publieke debat over een gepaste herdenking van de Holocaust, en over het bestaan van antisemitisme in de Sovjetunie. Tezamen hebben de aan Babi Jar gewijde gedichten uit de jaren veertig en zestig van de twintigste eeuw gewaarborgd dat Babi Jar een rol ging spelen in het collectieve geheugen van de sovjetburgers. Suzanne Bouwers, MA- scriptie: 'Verloren zielige wezentjes': Visies op homoseksualiteit onder Russische dissidente schrijvers Het onderwerp van mijn MA-scriptie is geïnspireerd door het artikel ‘”With a Shade of Disgust”: Affective Politics of Sexuality and Class in Memoirs of the Stalinist Gulag’ uit 2009 van sociologe Adi Kuntsman. Zij onderzoekt hierin hoe bepaalde kampauteurs over homoseksualiteit dachten en hiermee omgingen. Haar onderzoek spitste zich toe op de kampmemoires van de twee meest bekende en invloedrijke overlevenden van de Gulag-periode, Varlam Šalamov en Evgenija Ginzburg, en de emoties die zij beschreven. In deze memoires staan homofobie en de emotie ‘afkeer’ centraal. Een populaire visie op dissidenten is dat zij moreel onkreukbaar zijn. Kuntsman laat zien dat dit niet geheel terecht is. In mijn scriptie doe ik eenzelfde soort onderzoek, maar dan bij een aantal werken uit een latere periode: Vasilij Grossman met Vse tečet 18
(1961), Venedikt Erofeev met Moskva-Petuški (1975) en Vasilij Aksenov met Tainstvennaja strast’: roman o šestidesjatnikach (2009). In deze werken ben ik op zoek gegaan naar passages die aan homoseksualiteit gerelateerde uitspraken bevatten en vervolgens heb ik in de gevonden passages de gebruikte emoties geanalyseerd en gekeken of er sprake was van homofobie. Ik wilde weten of de hypothese van Kuntsman ook van toepassing zou zijn op deze werken en of het wel terecht is dat diverse Russische dissidente schrijvers als morele helden worden gezien. Uit mijn onderzoek is gebleken dat alle drie de auteurs tekenen vertonen van homo-fobie. Bij Grossman is de mate van homofobie het sterkst. Bij Aksenov is dit wat lastiger te bepalen, omdat hij zich inleeft in een tijdgenoot van hem (Jurij Nagibin), maar in de passage is in ieder geval homofobie aanwezig. De toon van Erofeev is wat algemener, maar neigt naar homofobie. Er staat in elk geval geen enkele positieve opmerking in de passage. In mijn onderzoek komt naar voren dat de hypothese van Kuntsman ook op deze werken van toepassing is en daarmee bevestigen en versterken deze uitkomsten het beeld dat Kuntsman beschrijft. Homoseksualiteit in de SovjetUnie wordt niet alleen als problematisch ervaren in officiële nota’s, maar ook in ondergrondse kringen, zo blijkt uit het onderzoek van Kuntsman en ondergetekende. Deze gegevens zijn belangrijk om in het achterhoofd te houden om de houding tegenover homoseksualiteit in het Rusland van nu te begrijpen. Deze houding komt niet uit het niets en komt voort uit een oude en breed gedragen Russische traditie van homo-fobie. Arend Steunenberg: Aantekeningen uit Rusland – studieverblijf in het 2e studiejaar Het leek mij leuk om jullie deze keer zo maar eens wat kleine schetsjes en verhaaltjes uit mijn dagboek te sturen. In dat dagboekje staan over het algemeen dan ook helemaal geen grootse verhalen of avonturen maar gewoon maar ‘dingetjes’ die opvallen of gebeuren, zomaar ontmoetingen of waarnemingen op straat. Novinky / Новости / Wiadomości / Novosti - nr. 27
19
Volgens de kenners hier is het al jaren niet meer zo warm geweest in Petersburg. Nou ben ik natuurlijk geen kenner maar ik zelf heb bij die bewering wel een beetje bedenkingen. Ik was vorig jaar in Petersburg en toen was het ook verschrikkelijk heet. Feit is wel dat het nu eigenlijk al weken lang regelmatig boven de 30 graden is (met af en toe een paar regenachtige dagen en wat koelere dagen tussendoor). Het is overdag vaak echt verschrikkelijk heet en zelfs ‘s nachts koelt het nauwelijks af. Een van de medestudenten uit Amsterdam heeft twee uur in de brandende zon in de rij moeten staan en is maar net ontsnapt aan een zonnesteek. Het was vorige week zondag ook zo’n warme dag. Ik had een eind gesjouwd en moe ging ik op een beschaduwd bankje in een parkje bij een wooncomplex zitten. Even later kwam er een oud vrouwtje aan geschuifeld. Ze zag er ondanks haar wat afgetrapte schoenen op zijn zondags uit. Haar kleurige sokjes, en vooral haar leuke hoedje gaven haar een uitstraling als van een Nederlands vrouwelijk Tweede Kamer-lid op Prinsjesdag. Even later kwam er een tweede omaatje, met ook al zo’n mooi hoedje, aangekuierd. Zij zette haar tas op de bank en ging er zelf pontificaal voor zitten zodat niemand ‘m mee kon nemen. Als snel kwamen er nog twee omaatjes. Het treffen was duidelijk afgesproken werk, de dames hadden duidelijk wat te bepraten met elkaar. Ik kon niet verstaan waarover het gesprek ging maar iedere voorbijganger werd uitvoerig nagekeken en volgens mij van commentaar voorzien. Het is wel leuk om te zien dat de Russen wel wat anders reageren op het warme weer dan de Nederlanders. In Nederland worden bij een beetje weer de kleren ongegeneerd uitgedaan. Alleen om die reden zou je tegen de zomer in Nederland opzien. De Russen blijven veel meer netjes gekleed ook bij het warme weer. Natuurlijk is iedereen wel op zijn ’s zomers gekleed maar het is hier veel minder een parade van naakt blubberend buikvet, tattoos en piercings op intieme plekken. 20
Voor Russische vrouwen is het belangrijk om er goed uit te zien. Dat leidt dan soms ook wel weer tot koddige situaties. Echt opvallend in dit opzicht zijn hier meest uitzinnige schoenen. Je ziet de meest bizarre schoenen met de allerhoogste hakken, en dan ook nog in slipperuitvoering. Soms kunnen ze nauwelijks meer lopen. Ik weet nog dat ik vroeger een te grote fiets voor mijn leeftijd kreeg, die fiets was op de groei en had daarom klossen op de trappers zodat ik met mijn korte pootjes toch bij de trappers kon. Het trapte beroerd maar het was een goedkope oplossing. Welnu hier in Rusland hebben ze deze klossen niet op de trapper maar onder de schoen. Best handig eigenlijk bedacht ik laatst toen ik een jonge vrouw op die klossen zag lopen. Je kunt op elke willekeurige fiets rijden. Groot of klein het maakt niet uit: de fiets past altijd. Toch vreemd dat je maar zo weinig fietsen ziet hier. Laatst zag ik een oma ‘gaan’ (lopen deed ze niet meer), die duidelijk aan een rollator toe was, in plaats daarvan had ze zich hoge hakken aangeschaft. Wat natuurlijk leidde tot een wat onnatuurlijk aandoend struikelgangetje, die er ook wel eens de oorzaak van zou kunnen zijn dat ze zo weinig tanden in haar mond had. Ik was zo maar wat aan het ronddwalen in een niet zo toeristische buurt toen ik plotseling door een geweldige donderbui werd overvallen. Nu was ik die week al een keer eerder overrompeld door zo’n stortbui en toen moest ik van armoede een weggooi regenjas van 2 euro kopen. Die weggooi jas werkte prima, maar ik was al doornat toen ik de jas kocht dus kwam ik uiteindelijk toch gewoon net zo doornat thuis als dat ik zonder jas zou zijn thuisgekomen. Goed, ik heb nu wel geleerd een regenjas mee te nemen in mijn rugzak. Toen de donderbui er aankwam ben ik deze keer dan ook vroegtijdig ergens in een wat rommelig en groezelig poortje gedoken om te schuilen voor de ergste regen en om mijn jas aan te doen. Even later Novinky / Новости / Wiadomości / Novosti - nr. 27
21
wrongen ook drie mannen zich op mijn kleine droge plekje zodat we lekker dicht bij elkaar stonden. De mannen bleken drie gastarbeiders uit Kirgizstan te zijn, die zo te zien in tweedehands spullen hun brood verdienden. Ze spraken Russisch (en Kirgizisch). Twee van hen hadden een jas. De derde stond rillend van de kou half onder de jas van de ander. Ik bood hem mijn voor 2 euro ‘one-size-fits-all’ gekochte jas aan die ik nog in mijn rugzak had. Hij was dolgelukkig en bood mij uit dankbaarheid wat van zijn brood aan, maar ik vermoedde dat hij zijn voedsel ook tweedehands opscharrelde. Het waren overigens heel aardige mannen. We kregen een geanimeerd gesprek. Natuurlijk wilden deze Kirgizisch gastarbeiders in Rusland heel veel weten over Nederland. Hun grote vraag was waar Nederland zo ongeveer lag, of het ver weg was van Engeland en of het dichtbij Amerika lag. De tweede, minstens net zo belangrijke vraag was, of je in Nederland ook als gastarbeider werken kon. En de derde vraag was wat een Nederlandse tweedehandsspullenhandelaar zoal verdiende. Die laatste was een lastige vraag. Daar ging ik bijna het schip in, want ik wist natuurlijk helemaal niet wat het oud ijzer doet op dit moment in Nederland, maar ik kon natuurlijk mijn mond weer eens niet houden. Ik heb hem maar gezegd dat Nederlandse tweedehandszakenlui soms wel 1000 euro verdienen. Dat was gewoon een slag in de lucht van me. Die 1000 euro zei ze uiteraard in eerste instantie niets totdat ik dat bedrag in roebels had omgerekend, toen sloegen ze bijna achterover. Het was hartstikke duidelijk voor hen dat ze snel naar Nederland zouden komen. Ik heb ze maar niet uitgenodigd en ze zeker niet al te veel gestimuleerd want ik voelde me niet helemaal zeker van die genoemde1000 euro. Het kan zo maar tegenvallen. Ik had echt wel een beetje spijt van mijn ‘zo-maar-eeneind-weg’ schatting van het inkomen van een tweedehandsspullenhandelaar. Zij van hun kant nodigden mij wel uit in Kirgizstan. Ik was wel zo ongeveer de beste buitenlandse vriend die ze hadden. Dat voelde aanvankelijk als een hele eer, al begreep ik achteraf wel dat het nou ook weer niet zo heel bijzonder was. Ze vertelden me namelijk dat de mensen hier in Rusland mensen uit Kirgizstan niet zo aardig vinden en ik was de enige buitenlander, 22
behalve Russen, die deze mannen kenden. Dan is het natuurlijk ook niet zo moeilijk om de beste buitenlandse vriend te zijn. De regen was intussen opgehouden. Bij ons afscheid werd ik omhelsd door de mannen en vriendelijk uitgewuifd. Toen ik nog een keer omkeek zag ik dat zij verder gingen met het zoeken naar iets van hun gading in een hoop ijzer die volgens mij helemaal niet bedoeld was voor export naar Kirgizstan. Deze dikke meneer zat samen met zijn vrouw naast me op het terras. Dank zij de gratis Wifi kon hij het zich permitteren om van achter zijn laptop die voor hem op tafel stond de hele tijd te skypen met ik weet niet wie allemaal, terwijl hij de ene sigaret met de andere aanstak. Zijn vrouw tegenover hem was niet zo erg bij zijn gesprekken betrokken. Af en toe gaapte ze, soms zat ze een beetje raar te knikkebollen en een keer ze liet zelfs haar tasje van haar schoot vallen. Ze sliep volgens mijn achter haar glaasje cola. Toen hij uitgeskyped was, maakte hij haar wakker, stak een sigaret op, hees aan zijn broek, trok zijn broekriem strakker, betaalde en samen liepen ze weg, hoewel zij duidelijk nog niet helemaal uitgeslapen was. Het glaasje cola bleef half vol staan. Voor mij was de tekenles voorbij, ik kreeg geen tijd om haar ook te schetsen. Jesse Beentjes: Eurotandem: Over besneeuwde vlakten op prinsessenjacht. In het kader van de Eurotandem vertrok begin april 2013 een delegatie studenten van de opleiding Pools, onderdeel van Slavische Talen en Culturen aan de Universiteit van Amsterdam, naar het Keteldal van Kłodzko. Hun missie: een ontdekkingstocht langs de plaatsen die verbonden zijn met prinses Marianne van OranjeNassau. Student Pools Jesse Beentjes beschrijft deze reis, die op allerlei fronten een ontdekking bleek. Het eerste wat opvalt als we voet op Poolse bodem zetten op het vliegveld van Wrocław is de sneeuw. In Nederland was het grijs en Novinky / Новости / Wiadomości / Novosti - nr. 27
23
nat, hier is het wit en koud. Één van ons, een fervent Polenganger, snuift de lucht diep in. ‘Ruik je dat? Poolse geuren!’ Hij bedoelt de prikkelende geur van kolenvuur, die de rest van het weekend in onze neuzen zal hangen. In de glanzende hal van het toch al opvallend nieuwe vliegveld staat ons een (weliswaar aangekondigde) verrassing te wachten: de Poolse Marta en Ola zijn uit Poznań gekomen om zich bij ons te voegen. Ze studeren Nederlandse taal en cultuur aan de Adam Mickiewicz-Universiteit en gaan samen met ons, onder de bezielende leiding van onze docente Taalverwerving Pools, Elżbieta Niemczuk-Weiss, op zoek naar de sporen van prinses Marianne. Deze prinses van Oranje (1810-1883), het jongste kind van koning Willem I, leefde een tijd in wat toen nog Pruisen heette en Duitstalig was. Gedurende de tijd dat ze hier woonde heeft Marianne van alles betekend voor het gebied. Ze zorgde voor werkgelegenheid, religieuze tolerantie en toerisme in de regio: in haar naam zijn weeshuizen, fabrieken, kuuroorden, kerken en kastelen gebouwd. Daarbij componeerde ze marsen en leidde een woelig leven op amoureus gebied. Een intrigerende dame, kunnen we wel stellen. Intrigerend is ook het bliksembezoek dat we aan Wrocław brengen. De stad ligt er sprookjesachtig bij in het donker van de vroege avond, de gebouwen zijn stralend verlicht. Ik studeer naast Pools ook geschiedenis, en voor mij is het dan ook een wonderlijke en hoopgevende ervaring om te zien hoe zorgvuldig Polen omgaat met erfgoed van het voormalig Duitse Breslau. Na een zapiekanka brengt Pan Ryszard, onze chauffeur, ons met zijn gele busje naar LądekZdrój, Bad-Landeck in het Duits. Tijdens de rit van twee uur door steeds zwaarder besneeuwde velden wisselen we de eerste culturele feiten uit met Ola en Marta. We zijn de beroerdsten niet en laten graag zien hoeveel Poolse liedjes we kennen. Tijdens het hele weekend zijn de voertalen Pools en Nederlands, Engels is taboe. Het gaat prima: de meiden spreken begrijpelijk Nederlands en lijken ons Pools ook goed te verstaan (of kunnen goed doen alsof).
24
Gedurende onze reis door het prachtige gebied zullen we overal verwijzingen naar prinses Marianne vinden, allereerst in het hotel in Lądek-Zdrój, wat luistert naar de naam Willa Marianna. Wanneer we veilig zijn aangekomen drinken we thee met gebakjes uit Poznań en krijgen de Poolse dames wat aardigheidjes uit Nederland. We zetten hoog in op hun kennis van het Nederlands, want naast het onvermijdelijke pak stroopwafels geven we ze tijdschriften van de universiteit en een stukje Nederlandse literatuur: De donkere kamer van Damocles van W.F. Hermans. Mocht dat nog te hoog gegrepen zijn, dan is het wellicht een goede stimulans om verder te gaan met Nederlands leren. De volgende dag begint, na een stevig en verrukkelijk ontbijt, onze ontdekkingstocht echt. Met het gele busje verkennen we het Keteldal van Kłodzko op onze eigen manier: voor ieder stadje of dorpje wat verbonden is met Marianne heeft een van ons een korte presentatie voorbereid, ofwel in het Nederlands, ofwel in het Pools. Zo leren we van elkaar: de beste manier van leren. We zien kalkovens, voormalige weeshuizen en kerken. Het is vervreemdend om door de stille en besneeuwde dorpjes te zoeken naar de sporen van een prinses uit de negentiende eeuw. Gelukkig is het zoeken niet moeilijk: er zijn speciale Marianne-bordjes met daarop informatie in verschillende talen. We gaan zelfs even de grens over naar Bila Vodá in Tsjechië, waar Marianne een tijd verbleef toen haar grote kasteel in Kamieniec Ząbkowicki werd verbouwd. Het paleis waar ze verbleef is nu een psychiatrische inrichting. Zo zijn er allerlei plaatsen die met Marianne verbonden zijn, maar die ondertussen een nieuwe functie hebben gekregen. Het indrukwekkendst zijn de watervallen bij Międzygórze, Novinky / Новости / Wiadomości / Novosti - nr. 27
25
waar Marianne het toerisme stimuleerde. De machtige watervallen zijn bevroren en zijn verstild, een magisch plaatje. Behalve de bijzonder interessante ontdekkingen op Marianne-gebied levert de reis nog meer op: de culturele uitwisseling die er automatisch mee gepaard gaat. We worden ondergedompeld in Neder-Silezië op een aangename manier, lekker lunchen in Kłodzko, slaan boeken in bij de Empik en gaan zelfstandig met een bus van PKS terug naar het hotel. Daarbij is het voor mij, als eerstejaarsstudent Pools, fascinerend om te zien hoeveel Pools ik al kan spreken en begrijpen tijdens het spreken met mensen van mijn eigen leeftijd. Aan de andere kant is het ontzettend leuk om twee mensen te spreken die je eigen moedertaal aan het leren zijn en die tegen dezelfde soort problemen aanlopen als jijzelf met het leren van een vreemde taal. De laatste excursie van het weekend is een kleine verrassing: met een paardenkoetsje rijden we door Lądek-Zdrój om afscheid te nemen. De sprookjesachtige omgeving van het negentiende-eeuwse kuuroord in de sneeuw is inspirerend: binnen de kortste keren zingen we Nederlandse krakers. Aan de Amsterdamse grachten komt voorbij, maar ook Sinterklaasliedjes (in april). De volgende dag rijden we weemoedig terug naar Wrocław, waar onze Wizz Air vlucht op ons wacht. Het weekend lijkt een week te hebben geduurd en we zullen Ola en Marta dan ook missen. Vol met nieuwe verhalen over een vrijgevochten en tolerante prinses, besneeuwde velden en Poolse gastvrijheid keren we terug naar Amsterdam.
26
Het Slavisch Toneel – 13 en 14 september a.s.! Het Slavisch Toneel is opgericht door Jenny Stelleman, die alle voorstellingen produceert en of wel alleen of met iemand anders de stukken regisseert. Het Slavisch Toneel bestaat inmiddels 12 jaar, ieder jaar of een keer in de twee jaar, afhankelijk van de grootte van het stuk geven we een voorstelling. Onze groep bestaat uit een kern van oud-studenten, die het nog steeds heel leuk vinden om hierbij betrokken te zijn en inmiddels zeer goede acteurs zijn geworden. Een aantal hiervan heeft naast of na de studie Slavische talen en culturen nog een theateropleiding gedaan. Naast deze vaste kern komen er ook elk jaar nieuwe studenten bij die de groep versterken. Inmiddels hebben we al heel wat stukken gespeeld, o.a. van Tsjechov, Havel, Gogol, Charms, Boelgakov, Andreev etc. Zie voor meer informatie over alle toneelstukken ons blog: hetslavischtoneel.blogspot.nl Dit jaar, en te zien op 13 en 14 augustus in het Universiteitstheater, spelen we een Russische klassieker, n.l. De Revisor (1836) van Nikolaj Gogol’, de grootste Russische komedieschrijver. Dit stuk wordt in Nederland weliswaar zelden of nooit opgevoerd, maar in Rusland is het een echt repertoirestuk. Hier zien we voornamelijk traditionele interpretaties die nog recht uit de negentiende eeuw lijken te komen. Het stuk gaat over een burgemeester en een aantal notabelen van een provinciestad die door een revisor gecontroleerd gaat worden. De revisor komt echter altijd incognito en zo beginnen de notabelen behoorlijk onrustig te worden. Een revisor kan wel eens een eind aan hun comfortabel leventje maken. Fraude en corruptie is echter niet alleen van de negentiende eeuw… daarom hebben we een link met de actualiteit gezocht Laat je nu dus verrassen door je medestudenten met deze moderne interpretatie van Nikolaj Gogols meesterwerk. Want zeg nu zelf: waren de mensen zo anders in 1836 dan nu? Nee, alleen de setting is anders, de mensen zijn precies hetzelfde en dat is ook de reden dat Gogols komedie van alle tijden is. Novinky / Новости / Wiadomości / Novosti - nr. 27
27
Notabelen hebben nu eenmaal vrij spel als er geen enkele controle is, onverschilligheid en zelfverrijking krijgen dan ruim baan, net als in deze provinciestad waar de burgemeester en consorten het voor het zeggen hebben en elkaar van alles toestoppen ... Als dan plotseling een revisor zijn intrede doet, slaat de paniek toe. Echter, niet omwille van het geweten, maar puur uit angst dat alles aan het licht komt. Gogol schetst een fijn psychologisch portret van al deze personages, die zich in allerlei bochten wringen om in het gevlei te komen. Met omkopingen en steekpenningen proberen ze de nieuwe situatie naar hun hand te zetten ... Maar is de revisor zelf wel wie hij lijkt ...? Komt allen!!! Zie het affiche voor kaarten, reserveringen, tijden en prijzen:
28
Novinky / Новости / Wiadomości / Novosti - nr. 27
29
Congressen 14 september: Congres: ‘Hoezo Rusland?? Rusland in Nederland 2013’
In het kader van Rusland-Nederland 2013, nodigt de opleiding Slavische talen en culturen hierbij alle alumni, studenten (ook eerstejaars!) en belangstellenden van harte uit om het eendaags congres ‘Hoezo Rusland?? Rusland in Nederland in 2013’ bij te wonen! Hoe wordt Rusland gepresenteerd in de media? Welke hedendaagse literaire werken worden in het Nederlands vertaald? Wie maakt die keuze, hoe wordt er geselecteerd? Deze en andere vragen komen aan de orde in twee debatten: Nederlandse media en film: welk Rusland zien we (niet)? en Russische literatuur in Nederland: wat lezen we (niet) in vertaling? Daarnaast zullen allerlei Rusland-experts lezingen houden over diverse onderwerpen, zoals film, documentaire, literatuur, kunst, etc. Doel van het congres: een beeld krijgen van verschillende aspecten van hedendaags Rusland, die we in Nederland kunnen zien. Diverse journalisten, documentaire/filmmakers, uitgevers, vertalers kunstenaars, en onderzoekers die zich met allerlei aspecten van Rusland bezighouden, zijn uitgenodigd. De bezoekers worden ook uitgenodigd zelf in discussie te gaan met de sprekers en eventuele vragen al vooraf bij de aanmelding in te brengen. (Reservering verplicht!) ’s Avonds wordt deze dag feestelijk afgesloten met een reprise van de voorstelling De Revisor (N. Gogol) door het Slavisch Toneel. (http://gogolsrevizor.blogspot.nl/ : aanvang 19.30 uur in het Universiteitstheater). Universiteitstheater, Nieuwe Doelenstraat 16, Amsterdam Deelname congres incl. lunch, koffie/thee: Euro 15,00 AUV-leden & studenten: Euro 10,00 Deelname diner + Euro 10,00 Deelname incl. De Revisor: + Euro 5,00 Bij uw aanmelding graag aangeven of u ook aan het diner deelneemt en / of naar de voorstelling wilt
30
Programma zaterdag 14 september 2013: 10.30-11.00 inloop 11.00-12.30 debat ‘Nederlandse media en film: welk Rusland zien we (niet)? 12.30-13.15 lezingensessies ronde 1 13.15-14.00 lunch 14.00-15.00 lezingensessies ronde 2 15.00-15.30 theepauze 15.30-17.00 debat ‘Russische literatuur in Nederland: wat lezen we (niet) in vertaling? 17.00 uur: afsluiting 17.30- 19.15 diner 19.30- 22.00 De Revisor De opleiding Slavische talen en culturen hoopt op een grote opkomst, in totaal hebben we 200 plaatsen, reserveer dus nu snel met vermelding of u ook aan het diner deelneemt en met de prangende vragen die u tijdens de debatten besproken wilt zien! Raadpleeg altijd onze site: http://www.uva.nl/disciplines/slavisch ook voor het aanmeldformulier. Na 1 september kunt u zich aanmelden via Wendy Bron, onze secretaresse:
[email protected]
Programma: Dagdeel 1: Welkom en Inleiding: Prof. Dr. Ellen Rutten Debat 1: Nederlandse media en film: welk Rusland zien we (niet) deelnemers: Kysia Hekster (moderator) Hubert Smeets Iris Koppe Geert Jan Hahn Floris Akkermans
Journalistiek
Arnold van Bruggen Maartje Gerritsen Jessica Gorter Edwin Trommelen
Film/documentaire
Lezingen: Judith Jansen: Will van den Bercken Marta Volkova/ Slava Shevelenko Ksenia Galiaeva Eva Koppen Sheng Scheijen
Literaire landgoederen in Rusland Onheilig Rusland: de berichtgeving over de Orthodoxe kerk Russische kunst(enaars) in Nederland Dacha – intieme fotoreportages van een Rusische familie Moderne Russische kunst
Novinky / Новости / Wiadomości / Novosti - nr. 27
31
------------------------------------------------------------------------------------------------------Dagdeel 2: Debat 2: Russische literatuur in Nederland: wat lezen we (niet) in vertaling? Deelnemers: Moderator: Hans Boland Pegasus
uitgeverij en boekwinkel
Hans Boland Willem Weststeijn (UvA) Thomas Langerak (UGent) Eric Metz (UvA) Arie van der Ent
vertaler en schrijver vertalers
Lezingen: Irina Tribushina (UU) Eric Metz (UvA) Thomas Langerak (UGent) Otto Boele (UL)
vertaler en schrijver Taalontwikkeling van Russisch-Nederlandse kinderen Workshop vertalen De invloed van Russische dichters op Nederlandse dichters ‘Waarde graaf…’ Nederlanders en hun brieven aan Lev Tolstoj (18951907)”
Afsluiting congres: 17.00 uur
26-27 september Memory, Media & Empire: 1.5-daagse workshop over de manier waarop in Russische media (de pers, maar ook literatuur en film) de geschiedenis wordt ingezet voor politieke doeleinden. Sprekers – cultuur- en literatuurhistorici, media-experts, regio-experts – komen onder andere uit Rusland, de VS, Groot-Britannie en Duitsland. Geïnteresseerden zijn van harte welkom; geef je op via
[email protected].
Boeken van medewerkers in 2012-13 gepubliceerd Het boek Memory, Conflict and New Media: Web Wars in Post-Socialist States van Julie Fedor, Vera Zvereva en Ellen Rutten (red.; Londen: Routledge 2012) onderzoekt online herinnering in voormalige Sovjetstaten – een wereldregio waar politieke conflicten niet zelden verhitte debatten losmaken over het recente verleden. 32
Jenny Stelleman is een (mede)editor van het boek (Herta Schmid und Jenny Stelleman (Hrsg): Lermontov neu bewertet/Lermontov revisited. Dramen – Epik – Lyrik – Übersetzung dat uitgegeven werd in februari 2013 door Verlag Otto Sagner. Het bevat ook drie artikelen over Lermontovs werk van haar hand.
Novinky / Новости / Wiadomości / Novosti - nr. 27
33