Reis naar Frankrijk / Normandië. 5 juni 2009. Deze reis naar Frankrijk gaat naar de provincie Normandië, per tourbus. Wij zijn vertrokkken vanuit Enschede naar Deventer, Apeldoorn, Amersfoort, Utrecht, Breda en dan naar Roosendaal. In de buurt van Roosendaal in het dorp Heerle hadden we de eerste stop, tevens
ROUTE VAN ENSCHEDE NAAR ROOSENDAAL een bezoek aan de tuin van de familie Dingemans. Na het bezoek van de tuin in Heerle ging de route verder naar Antwerpen, Gent, Kortrijk, Lille, Arras, Doulles naar Maizicourt. In Maizicourt hebben we een bezoek gebracht aan Les Jardin de Maizicourt. Waarschijnlijk is er geen andere privé tuin te bedenken, die zo gemakkelijk te vinden is als deze. Al op meer dan honderd meter voordat men de tuin bereikt wijzen bloeiende borders, in de bermen aangebracht, al op de aanwezigheid van deze tuin. Hekken langs de weg zijn begroeid met klimrozen als “Albertine”. Hier wisselen rozen, vaste planten en één jarigen elkaar in
stemmige dan weer bonte kleurencombinaties af. Binnen de hekken van dit landgoed is er echter nog veel meer te zien. De eigenaresse is hier op enthousiaste wijze bezig allerlei
ROUTE VAN ROOSENDAAL NAAR GENT verschillende tuinen te realiseren. Binnen een bestaand geraamte van paden, bebouwing, gazons en bomen heeft zij steeds weer andere invloeden gebruikt om
LIGGING JARDIN MAIZICOURT
beplantingen onder te brengen. Een grindtuin, een kloostertuin, een uitgebreide potager zijn aan de voor - en zijkant van de tuin te vinden, maar de serie tuinkamers wordt nog eens aan de achterzijde van het huis voortgezet. Om het huis heen bevinden zich ruime gazons, omzoomd
met beplanting en achter het huis, tegen een as aangeplakt, zijn de verschillende andere tuinen te zien. Nog steeds worden er nieuwe tuinen toegevoegd, zonder dat de bestaande tuinen hier onder hebben te lijden, want ook het onderhoud is hier in goede handen. In dit gedeelte zijn er ondermeer een tuin, geheel gewijd aan beplanting met rode bladtinten en een boomgaard te
A. Orangerie- Entrée B. Accueil C. Le château D. La cour d’honneur E. Le potager F. La loge G. Le tapis vert H. Le cloître I. Le pédiluve J. Allée des sangliers K. Le pigeonnier L. Le verger de lucie M. Prairie de Charlotte N. Allée des buis O. Allée dauphine P. Tour de haies Q. Les terrasses R. Le sous-bois S. Le tombeau dÁlbert T. Le clos des enfants U. Ancienne mare V. Allée des peupliers
JARDIN DE MAIZICOURT zien. Ook in het reeds bestaande bos zijn bodembedekkende heesters en vaste planten aangebracht, terwijl de verschillende bestaande waterpartijen en een moerasgedeelte van passende beplanting zijn voorzien. Rozen spelen in verschillende tuinonderdelen weer een belangrijke rol. Zowel oude als moderne cultivars zijn hier gebruikt. Groeiend tegen muren en schuren en stemmig gecombineerd met vaste planten zorgen voor een stemmig geheel en geven deze veelzijdige tuin nog eens een extra accent. Na het bezoek aan Jardin de Maizicourt gaat de route verder richting Abbeville en vandaar naar het eindpunt van deze dag, SaintValery en Caux. Dit stadje is het uitgangspunt van de dagen dat we in de Normandië zullen verblijven. Het Hôtel du Casino is mooi gelegen tegenover de jachthaven.
ROUTE VAN GENT NAAR ABBEVILLE
ROUTE VAN ABBEVILLE NAAR VALERY EN CAUX
Normandië - Frankrijk. Normandië dankt zijn naam aan de Noormannen, die van de 8e tot de 11e eeuw plundertochten ondernamen op de Europese kusten. Zo ook in Neustrië, in de vroege middeleeuwen het westelijk deel van het Frankische Rijk. Daar het land zeer vruchtbaar was en de kust tal van mogelijkheden bood, vestigden zij er zich, uitgaande van de streek rond de monding van de – Epte met Rollon, hoofd van de Noormannen, die zich aan de Seine gevestigd hadden, waarbij de vestiging erkend werd. Zo ontstond het onafhankelijke hertogdom Normandië, met Rollen als eerste hertog. Ruim duizend jaar later stak een hertog van Normandië over naar Engeland, onderwerpt dit en wordt in 1066 uitgeroepen tot koning van Engeland. Deze hertog is in de geschiedenis bekend als Willem de veroveraar. Normandië blijft gedurende eeuwen verbonden met Engeland, wat tot eindeloze strijd aanleiding gaf en die pas werd beëindigd in 1453 met de Honderdjarige Oorlog. Normandië wordt dan een provincie van Frankrijk. In 1790 wordt de provincie verdeeld in vijf departementen. Normandië is grotendeels vlak, met in het oostelijke gedeelte lichte heuvelvorming: toch is het land niet laag gelegen, hetgeen aan de kust blijkt, waar de rotsige ondergrond op vele plaatsen abrupt in zee afbreekt. De kust is
DIT DEEL VAN NORMANDIÉ HEBBEN WE BEZOCHT rotsig van Dieppe tot Le Havre. Het westelijk gedeelte is het vruchtbaarste; in het land van Caux ziet men eindeloze velden met vlas, ten oosten daarvan algemene landbouw, met in
hoofdzaak veel graan. Over geheel Normandië verspreid treft men appelbomen aan, waar van de appels de bekende cider en de beroemde Calvados, een sterke, alcoholische drank, leveren.
87 90 39 38 43 44 33
Jardin Plume Jardin de Valériane Jardin d’Angelique Agapanthe Jardin de Miromesnile Le Bois des Montiers Jardin de Digeon
TUINEN IN DIT DEEL VAN NORMANDIË Natuurlijk is Normandië ook bekend door de landing, die daar plaats vond van de Engelse en Amerikaanse landingdivisies in 1944. In de nacht van 5 op 6 juni 1944 daalden parachutisten en soldaten in zweefvliegtuigen te Sante Mère Église te Bénouville sur Orne. Hun taak was op de beide vleugels het landingsleger te beveiligen. Kort na het aanbreken van de dag werd een
bombardement met drieduizend vliegtuigen en dertig oorlogsschepen op de kust van Calvados uitgevoerd. Met meer dan vierduizend landingsvaartuigen werden tien divisies in gevecht gebracht, terwijl drie plus vijf divisies “airborne”overgebracht werden met vliegtuigen; duizend kleine snelboten en drieduizend jachtvliegtuigen beschermden de aanval. De Engelsen landden in drie groepen op de kust van Calvados, onder de namen Sword, Juno en Gold. De Amerikanen in twee groepen onder de namen Omaha en Utah. De Frans – Engelse groep Sword landde te Colleville, Lion sur Mèr en St. Aubin. De Canadese groep Juno te Bernières en Courseulles, de Engelse groep Gold te Ver sur Mèr en Asnelles. Bruggen hoofden werden gevormd, die later verenigd werden. Het weer, dat tegen de verwachting slecht was. berokkende vooral moeilijkheden aan de Amerikanen, die daardoor later voet aan wal konden zetten, te St.Laurent en Vierville ( groep Omaha ) en te Varrevil (groep Utah ). Ter herinnering aan deze landing zijn de stranden Omaha en Utah genoemd. Nadat de bruggenhoofden tot één groot bruggenhoofd verenigd waren, werden bij Arromanches, met behulp van betonnen caissons, een kunstmatige haven ingericht, waardoor het mogelijk werd dertigduizend man en dertigduizend ton materieel en andere benodigdheden, per dag aan te voeren. Op tal van plaatsen vindt men overblijfselen en herinneringen aan deze grootste landing. Maar wij zijn naar Normandië gegaan om daar mooie tuinen te bekijken.
6 juli 2009. Deze dag staan drie tuinen op het programma, dus een drukke dag. De tuinen liggen allemaal in de buurt van de stad Rouen. Door tijdgebrek hebben we deze stad niet bezocht, maar zijn er wel door gereden. Rouen is een grote stad, met vele fraaie, historische gebouwen, maar heeft veel geleden in de laatste wereldoorlog, doch de schade is grotendeels hersteld. Het is de hoofdstad van Haute-Normandië. Rouen heeft een belangrijke rol gespeeld in de geschiedenis van Frankrijk. In 1431 is Jeanne d’Arc op het plein “du Vieux-Marché “ levend verbrand. Rouen is in het begin van de 20e eeuw ook een belangrijk centrum voor textiel. Een belangrijk monument van de stad is de Kathedraal ui de 15e eeuw, één van de fraaiste gotische bouwwerken van Frankrijk. De west – façade heeft prachtige gebeeldhouwde portalen, St. Jean en St.Etienne uit de 11e en 12e eeuw. De toren Saint-Romain is opgetrokken in oud gotische stijl. Ter rechterzijde is de zeer opmerkelijke Tour de Beurre uit de 17e eeuw. De honderd zesenvijftig meter hoge centrale toren met zijn fijne spits steekt ver boven de stad uit en is in de wijde omtrek te zien. De kerk werd in de Tweede Wereldoorlog zwaar beschadigd, doch is geheel gerestaureerd. De kerk St.Maclou, niet ver van de kathedraal gelegen, is zuiver gotisch, hetgeen opmerkelijk is, daar zij gebouwd is tussen 1437 en 1517, dus in de tijd dat de renaissance -stijl hoogtij vierde.Deze kerk heeft bijzonder zwaar geleden van het oorlogsgeweld in 1944 en is nog slechts gedeeltelijk hersteld. In de Rue Morainville is de ingang naar de fraaie kloostergang St.Maclou uit de 16e eeuw. In de onmiddellijke omgeving zijn fraaie huizen in oud –Normandische stijl. Andere interessante bouwwerken zijn het Palais de Justice, Hôtel de Bourgteroulde en museum Le Serg des Tounelles. Ook de brug over de Seine is een opvallende verschijning als men de stad komt binnenrijden. De eerste tuin die we deze dag bezoeken ligt in het gehucht Auzouville sur Ry. De tuin heeft de naam Le Jardin Plume. De Fransen hebben altijd al bekend gestaan vanwege hun zucht naar vernieuwing. Dit is ook duidelijk te zien in hun hedendaagse tuinen. Denk maar aan Parc André Citroën in Parijs, waar tuinontwerpers ook kunstenaars hebben uitgenodigd om hun visie op een bepaald thema uit te dragen. Ook Jardin Plume voldoet weer helemaal aan deze omschrijving: eigentijds tuinieren op hoog niveau. Deze tuin is echter met weinig andere tuinen te vergelijken, al geven de eigenaren ruiterlijk toe, dat ze terdege beïnvloed zijn door andere ontwerpers. Siergrassen spelen in deze tuin een belangrijke rol. Daar staat tegenover, dat er weinig of zelfs helemaal geen plaats is ingeruimd voor aanplant van bomen of heesters, laat
staan coniferen. De enige bomen die men aantreft zijn oude fruitbomen, die hier al stonden toen men met de aanleg is begonnen. Vervolgens werd in 1998 begonnen om de tuinen volgens vooruitstrevende plannen in te richten. De aanwezige restanten van de oude
LE JARDIN PLUME boomgaard werden kunstig ingepast in carrés van gemaaid en ongemaaid gras, daar waar nodig versterkt door de aanplant van siergrassen. Ook vaste planten borders in hedendaagse kleurencombinaties ontbreken niet. Tussen bekende verschijningen als Zonnehoed en Leverkruid zal men ook veel onbekende planten aantreffen. Borders gevuld met Miscanthus
markeren de tuin en zorgen voor een fantastische begrenzing. Daar waar mogelijk zijn doorkijkjes naar het boerenland gemaakt, met uitzicht op grazende koeien. Ook de tweede tuin die we bezoeken ligt niet ver van Rouen, in “de campagne”. Het dorp heet Montmain en de tuin Jardin dÁngélique. Het 17e eeuwse landgoed werd zo’n tien jaar geleden betrokken door de familie Lebbelegard. De renovatie van het zeer verwaarloosde
CHÂTEAU D’ANGELIQUE geheel, met een “manoir”en een vrijwel braakliggend stuk grond van ongeveer één hectare waarin nauwelijks van een tuin sprake was, is omgetoverd tot een prachtige privé tuin. De eigenaresse die een voorkeur heeft voor pasteltinten gaf letterlijk kleur aan het huis. Door het tragische verlies van één van hun dochters, dat diep in het leven van de familie heeft ingegrepen, is men begonnen met de aanplant van planten en hebben een paradijsje geschapen “ter nagedachtenis aan het jonge meisje”. Voor het huis een grote informele aanleg met veel aandacht voor vaste planten, heesters en rozen, afgewisseld met bomen en coniferen. Achter het huis een nieuwere tuin met iets meer formele aanleg, maar ook daar weer alle aandacht voor een passende beplanting. Men is ook nog bezig een Italiaanse tuin achter het huis aan te leggen die zeker ook zeer de moeite waard zal zijn. Na deze tuin staat een bezoek op het programma naar Le Jardin de Valerianes te Bosc – Roger sur Buchy. De eigenaresse van deze tuin blijkt een echte liefhebster. Rond het huis is een tuin in de beste Engelse cottage traditie aangelegd, dan weer golvende lijnen met gazon als pad, dan weer een strakke border. Overal zijn smaakvolle combinaties aangebracht, vooral met veel vaste planten, ondersteund door heesters en rozen.Het is een tuin die het hele jaar door de moeite waard is, want elk seizoen kent zijn specifieke planten en hoogtepunten. Dank
zij een redelijk neutrale grondsoort kan er dan ook het nodige groeien, van rododendron tot roos. Vindt men de gezellige intieme cottagebeplanting rondom het huis aan de ene kant van de weg, aan de andere kant van de weg is in de loop der jaren een nieuwe tuin ontstaan.
LE JARDIN VALERIANES Duidelijk is te zien dat hier niet is gekozen voor een verhaal met veel vaste planten, in passende kleuren gecombineerd. Hier staan onder meer verschillende collecties en is er met behulp van houtsnippers voor gezorgd dat het onderhoud tot een minimum beperkt kan blijven. Hier staan ongekend veel rariteiten: cultivars waar de doorsnee liefhebber nog nooit van heeft gehoord, maar die toch zeker de moeite van het aanplanten waard zijn. Opvallend in deze tuin: een prachtige waterpartij in oosterse sferen, centraal gesitueerd en een grote collectie hydrangea’s , waaronder vele schitterende cultivars. Het contrast tussen beide tuinen kan bijna niet groter zijn, maar zorgt ook voor een welkome afwisseling. Na deze vermoeiende, maar zeer interessante dag gaat de route weer terug naar Saint –Valery en Caux. Hier hebben we nog een stadswandeling gemaakt. 7 juni 2009. Deze dag zijn we begonnen met een bezoek aan Grineuseville, waar de Jardin Agapanthe ligt. De eerste helft van de tuin is ontstaan in 1985. De landschapsarchitect Tomas plantte toen vijf en twintighonderd vierkante meter in . Niveauverschillen, waterpartijen, niets is hem te dol. De tin valt op door z’n dichte, gezonde beplanting; er is veel te zien aan bijzondere planten, kuipplanten, ornamenten, enzovoort. In een verlaagd middengedeelte worden concerten gegeven, iedere stoel wordt boven een polletje lavendel gezet en het geheel verlicht door zo’n tweeduizend kaarsen. ( In vroeger tijden zette men op ieder polletje lavendel een stoeltje, zeer opengewerkte witte metalen stoeltjes. De dames plooiden hun toiletjes bevallig
over de zeteltjes. In ieder lavendel polletje was een kaarsje geplant. Door de warmte van het kaarslicht kwam de verrukkelijke lavendelgeur vrij die de kwalijke intieme geuren van het
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
the entrance of the garden-recepton yew garden the sequoia alley the kalopanox terrace the woodland garden the terrace and the small pool the exuberant descent the pergola
9. the wild bed 10. the agapanthe alley 11. the ponds 12. the alley of perfumes 13. the sunk garden 14. terrace and tea-room 15. the alley of veronicas and daphnes 16. the English alley
17. the perspective of the interior garden 18. euphorbia steps 19. the sedum alley 20. the fountain 21. the passage towards the exotic garden 22. the exotic garden 23 the nursery parking
THE AGAPANTHE GARDEN publiek neutraliseerde.) Mooie taxussen vormen een wintergroene achtergrond. Door zoveel verschillende aspecten lijkt de ruin veel groter dan hij in werkelijkheid is. In 1995 kreeg de eigenaar de mogelijkheid om nog eens vijf en twintighonderd vierkante meter aan te kopen; een kans die hij niet onbenut liet. Nu, gewapend met veel meer kennis en ideeën werd er een ambitieus masterplan opgesteld en uitgevoerd. Er werden tuinen op verschillende niveaus
aangelegd, om zo een meer ruimtelijk effect te creëren. Ook werd er grond langs de buitenzijde van de tuin opgeworpen, om zo de meer gevoelige beplanting tegen de soms gure wind te beschermen. Behalve natuurlijk de kleuren spelen ook de geuren van de verschillende
LIGGING JARDIN AGAPANTHE
planten een belangrijke rol. Zo zijn hier zelfs enkele speciale tuinen aan gewijd. Van Grineuseville zijn we vertrokken naar Tôtes waar we de lunch hebben gebruikt. Hier kwamen we bij Auberge du Cyne een heel bijzonder restaurant Qua interieur. Napoleon zou hier ook hebben vertoefd, het is in ieder geval de moeite waard om hier een kijkje te nemen. Na ons bezoek aan Tôtes gaat de route verder naar de volgende tuin in Tourville-sur-Arques. Deze tuin hoort bij het Château du Miromesnile. Maar voor we de tuin gaan bekijken hebben we eerst een oude kapel bezocht die ook op het landgoed staat, de Chapel de Saint Antoine, verscholen in een grootse beukenbomenpartij en kregen we uitleg van de burggraaf over het zeer goed bewaard gebleven kapelletje. Daarna kregen we door hem een rondleiding in het kasteel. Het historische kasteel van Miromesnile is gelegen in één van de oudste en mooiste beukenbossen van deze streek, meer dan duizend jaren geleden (1848) aangepplant. Het kasteel werd direct na de slag om Arques in 1589 gebouwd en heeft twee contraterende voorgevels die tachtig jaar na elkaar zijn gebouwd. Aan de zuidkant glimmende roze baksteen en majestueus classicisme aan de noordkant, waar de Lodewijk XIXe stijl duidelijk te herkennen is. CHAPEL DE SAINT ANTOINE Vruchten – en bloemen guirlandes sieren de pilasters en daklijsten. Een in de 17e eeuw geplante Ceder domineert het park. De leuke moestuin, of wel “potager”in het Frans, is indertijd door Princesse Sturdza aangeplant en doet denken aan de ommuurde groentetuinen in Schotland: met bloemen afgezette lanen markeren de vier groentebedden. Narcissen, rozen, riddersporen en dahlia’s volgen elkaar op door het seizoen heen. Het geheel is ommuurd door muren van oude roze baksteen. Het is het prototype van een echte Normandische potager, die door de gravin zelf werd onderhouden. In de jaren zestig van de 20e eeuw besloot men om ook anderen ervan te laten genieten. Het Château de Miromesnile werd een tijd bewoond
door Guy de Paupassant, die hier in 1850 geboren werd. Een paar herinneringen aan hem zijn bewaard gebleven. Ook kan men een verzameling historische objecten en documenten van de
CHÂTEAU MIROMESNILE huidige bewoners bewonderen. Tegenwoordig is het kasteel eigendom van Gravin de Vogué, die zich er in 1939 met haar man, de Comte de Vogué , een lid van de Veuve Cliquot familie, vestigde.
ROUTE CHÂTEAU DE MIROMESNILE
Na dit bezoek gaat de route richting de kust naar Varengeville sur Mer. Hier hebben we Parc le Bois des Moutiers en het huis bezocht. In 1898 werd voor Guillaume Mallet aan de bouw van de woning en de aanleg van de tuinen en het park de Bois des Montiers begonnen. De engelse architect Sir Edwin Lutyens, later beroemd geworden door de constructie van het paleis van de vice koning van India in New Dehli, bouwde in Varengeville een huis, enige in zijn soort, in Frankrijk. Hij werd geïnspireerd door de Ärts & Crafts”beweging en de ideeën van diens oprichter William Morris. De tuinen om het huis werden getekend door de architect in samenwerking met de eigenaar en de bekende, engelse tuinarchitecte Gertrude Jekyll. Geconcipieerd als verlenging van het huis, staan deze zeer gestructureerde ruimten, omringd door muren, met elkaar in verbinding. Het park met een oppervlakte van twaalf hectare werd geheel aangeplant door Guillaume Mallet in een zwevend dalletje in de richting van de zee. Zuurhoudende grond, een uitzondering in het Pays de Caux, maakte het mogelijk talrijke
bijzondere soorten in te voeren, een volkomen contrast met de lokale plantengroei. Al wandelend komt men door een opeenvolging van open plekken, elk met een eigen dominerend karakter. De steeds op verschillende tijden bloeiende planten maken het park het
HET GROTE PARK. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29.
DE TUINONTWERPEN.
De Helling naar het kleine Dal De Weg van Ariane Het Dal van de Irissen Dajeeling Het kleine Gentse Dal De Open Plek van Cryptomeria’s Het Uitzicht over de Zee De Heuvel van Yulan De Jungle De Laan van de Japanse Camelia’s Het Dal van de Holle Eik Het Dal ven de Bron Het Beekje van de Astilben De Weg van de Azalea’s mollis
Het Uitzicht
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
De witte tuin. De tuin tussen de Muren De Pergola De Tuin van de Zonnewijzer De Magnolia-gaard Het Rosarium De Weg naar het Huis van de Moestuin Het Terras uitkijkend op de Zee De Ingang van het Park
HET BRAAKLAND. 10. 11. 12. 13. 14.
De Open Plek van de Oostenrijkse Den De kronkelende Weg in het Braakland De Open Plek van de Engelse Camelia’s De Open plek van de Eucryphia’s Het Kruispunt van het Braakland en de Heigrond van de Kersen. 15. De Laan van de Rhododendrons uit de Himalaya
PARC LE BOIS DES MOUTIERS
gehele jaar interessant. De familie van Guillaume Mallet die permanent op het landgoed “Le Bois des Montiers”woont, legt zich erop toe het werk van de voorvader voort te zetten en te verfraaien. De ontworpen tuinen bevinden zich om het huis. Omgeven door muren en taxushagen lijkt de groene verlenging een aanbouw van het huis die een perspectief van schaduw en licht vormt, onderbroken door bogen en een pergola. De witte tuin gelegen tegen de muziekzaal, duikt op uit de ingetogen buxusranden.De tuin tussen de muren neemt het karakter weer aan van grote bloeiende mixed – borders van het begin van de 20e eeuw. De ritmische structuur van de geschoren taxussen bestaat vooral uit bloeiende heesters verfraaid met vaste planten en bolgewassen. De pergola, waaraan Lutyens en Miss Jekyll zeer gehecht waren, is goed gelegen tussen de talrijke tuinen die zij aanlegden, Als volmaakte band tussen
het huis en de tuin, behoudt de pergola haar bevalligheid door de bekwame samenstelling van de planten. De tuin van de zonnewijzer: De zonnewijzer hoort echt bij de engelse tuinen. Die van de Bois des Montiers staat op een speciale plaats middenin een welriekende tuin. Om de zonnewijzer is sinds kort een achthoekige border aangelegd met planten. De Magnolia-gaard. Deze tuin werd in 1975 aangeplant door André Mallet nadat heel oude ceders waren omgewaaid. De voorjaarscollectie van Aziatische magnolia’s , voornamelijk witte, gaan vooraf aan de zomerbloei van de Amerikaanse magnolia met haar altijd groene bladeren. Er loopt een lange border langs van Hydrangea’s en rozen, waartussen Blauwe Regen in de vorm van bomen. Beschut door de muren van roze stenen van de oude moestuin, staat de rozentuin, in 1987 aangeplant, rondom een kruis van Ierse taxussen en opgebonden, gerankte oude of zelfs botanische rozen. De vier vierhoeken gevormd door lanen zijn thans in aanleg evenals een vijver. De “Weg naar het Huis van de Moestuin”. Deze bladgroene tuin die naar het theehuis leidt is een verzameling van zeldzame Chinese planten, speciaal uitgekozen om de vorm van bladeren. Het terras geeft de grens aan tussen de ontworpen tuinen en het grote Engelse park. ’s Zomers, als hier de hydrangea’s in bloei staan, geniet men van een prachtig uitzicht op de zee en op het omliggende landschap. Hier is een volkomen harmonie en evenwicht tussen ruimte, samenhang, kleuren en ontwerp bereikt. Als doorgang van de tuinen naar het park wordt deze toegang, ontworpen door Lutyens, links door een cirkel taxussen en rechts door een halvemaanvormige bank gevormd. Met pijlen wordt de route aangegeven door de tuinen en het park.
L’ ÉGLISE VARENGEVILLE SUR MER SAINT-VALÉRY Na het bezoek aan deze villa en de tuinen zijn we naar het historische kerkje met mooie gebrandschilderde ramen gegaan. L’églese et le cimetière Maria ligt dichtbij zee, waar men dan ook een mooi uitzicht over de zee en op de krijtrotsen van de kust. Vanaf Varengeville – sur – Mer gaat de route weer naar Saint- Valery- en – Caux.
8 juni 2009. Dit is de laatste dag van deze tuinreis naar Normandië. Maar ook op deze terugreis bezoeken we ook nog een tuin in Digeon. In Digeon bezoeken we de tuinen en het Chateau de Digeon.
ROUTE DIGEON
Dit kasteel met bijbehorende tuinen bevindt zich op de grens van Normandië en Picardie. Het is een uit baksteen opgetrokken gebouw, dat in de 19e eeuw werd gerealiseerd. Meer dan twee en halve hectare met tuinen: een landschapstuin met eeuwenoude bomen, hortensia’s en een
CHÂTEAU DE DIGEON gedeelte met verschillende botanische collecties. Een ander gedeelte is weer geheel aan irissen gewijd. Opvallend is de reusachtige Ginkgo biloba, die een plaatsje achter het kasteel heeft
gekregen evenals de Sequoia of wel mammoetboom die wel 112 meter hoog kan worden (in Noord Californië. Onder de boom lagen allemaal kegeltjes, het had de afgelopen nacht behoorlijk gestormd, en van de eigenaar, Bruno Goisque, mochten we deze kegeltjes gerust meenemen. Het hart van de tuin wordt echter gevormd door de ommuurde potager, die zeker op het moment van ons bezoek de moeite van het bezoeken meer dan waard was. Het is moeilijk voor te stellen, dat deze potager nog maar dertig jaar oud is, want toen werd de plantenkwekerij die hier tot op dat moment was gevestigd, veranderd in een potager. De ommuurde tuin is toen in vier verschillende tuinen verdeeld. Sindsdien kent elk gedeelte zijn eigen combinatie van groenten met bloeiende planten. Fruitbomen zorgen hier samen met groenten, kruiden, vaste planten en één jarigen voor een harmonieus geheel. Die harmonie is trouwens een sleutelwoord voor het gehele landgoed. De andere gebouwen, als schuren en stallen zijn allemaal in dezelfde stijl opgetrokken, zo zijn de eenheid van het gebeuren nog eens versterkend. Nieuw is de klassieke rozentuin, door de huidige eigenaren in 1997 aan het landgoed toegevoegd. Na het bezoek aan deze tuin ging deze reis direct door naar Enschede en dus weer naar huis.