Non-Discriminatiecode

Horizon College Home

www.horizoncollege.nl Gedragscode

Non-Discriminatiecode Uitgangspunten Deze code is ontwikkeld conform de intenties gesteld in de missie en de statuten van het Horizon College. Met de code wil het Horizon College aan een ieder duidelijk maken dat het ernst is met het bestrijden van discriminatie, (seksuele) intimidatie, pesten en geweld. Hij ondersteunt diegenen die verantwoordelijkheid willen dragen bij het voorkomen. Bijna iedereen is daarbij betrokken: als toeschouwer, als mikpunt of als dader; vaak ongewild en onbedoeld. Een code stelt normen voor het omgaan met elkaar en laat mensen denken over hun gedrag. Het Horizon College moet voor iedereen een veilige studie- en werkplek zijn. De code is niet alleen bedoeld ter bescherming van een ieder maar ook ter bevordering van integratie van groepen die dreigen achtergesteld of gediscrimineerd te worden of dat al zijn. De code is slechts één van de middelen om (seksuele) intimidatie, discriminatie, agressie, geweld en pesten tegen te gaan en dient ingebed te zijn in een instellingsbeleid. Het aanvaarden van een code kan gezien worden als een belangrijk aspect ten behoeve van het welzijn van een ieder zoals bedoeld in het ArBo-besluit. Het heeft de vorm van een sociaal contract: afdelingen werken actief aan het toepasbaar maken van de regels voor de dagelijkse praktijk. De gedachte hierachter is dat iedere afdeling een eigen geschiedenis heeft, een eigen cultuur en een eigen dagelijkse praktijk. Het is daarom niet goed mogelijk en ook niet wenselijk om exacte regels voor te schrijven. De code zal voortdurend getoetst moeten worden aan de praktijk. De code is een nuttige aanvulling op de wettelijke discriminatieverboden. In de CAO-BVE wordt een beleid, gericht op de voorkoming van seksuele intimidatie, racisme en geweld, verplicht gesteld en wordt geregeld aan welke eisen het beleid minimaal moet voldoen. Ook biedt het de mogelijkheid de wettelijke richtlijnen die in het kader van bestrijding van seksueel misbruik en seksuele intimidatie (zedenmisdrijf) aangescherpt zijn door middel van deze code onder de aandacht te brengen. De aanscherping heeft geresulteerd in een wettelijke aangifteplicht voor het bevoegd gezag en een meldplicht voor het personeel waar het gaat om seksueel misbruik van jongeren die nog niet de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt. Het gaat hierbij om strafbare vormen als bedoeld in Titel XIV van het Wetboek van Strafrecht (ontucht, aanranding en verkrachting). Deze aangifte- en meldplicht geldt sinds 28 juli 1999. De code erkent dat er zowel institutionele als alledaagse vormen van achterstelling bestaan. Onder institutionele discriminatie wordt verstaan het systematisch achterstellen van personen en groepen op grond van irrelevante kenmerken zoals huidskleur, sekse en seksuele voorkeur. Dit uit zich bijvoorbeeld in de schoolloopbaan van deelnemers, deelname aan vertegenwoordigende organen zoals de centrale medezeggenschapsraad, de samenstelling van het docententeam, het ondersteunend personeel en het management. Alledaagse vormen van discriminatie zijn bijvoorbeeld het uitschelden, negeren en beledigen.

Klacht indienen: www.horizoncollege.nl (Home/Klachten)

Inleiding Achterstelling in het onderwijs op welke grond ook, bedoeld of onbedoeld, is niet toelaatbaar. Het Horizon College wil hieraan uitdrukking geven door, naast het ontwikkelen van lesmateriaal en deskundigheidsbevordering, een non-discriminatiecode voor het Horizon College van toepassing te verklaren. Deze beoogt een verfijning te zijn van artikel 1 van de Grondwet (zie toelichting) en daardoor meer toepasbaar te zijn in de dagelijkse schoolpraktijk. Het Horizon College is zich ervan bewust dat het deel uitmaakt van een multi-etnische samenleving; dat de vooroordelen en discriminatie steeds meer toenemen en dat intolerantie bestreden en zo mogelijk voorkomen moet worden. Voorts wordt onderschreven dat er binnen het onderwijs geen plaats behoort te zijn voor vooroordelen en discriminatie. Het Horizon College zet zich actief in om • een structurele verbetering te creëren in toegankelijkheid en rendement van het onderwijs voor alle aandachtsgroepen; • zowel intern als extern bekendheid te geven aan de inhoud van de non-discriminatiecode van het Horizon College; • te voorkomen dat mensen binnen het Horizon College achtergesteld worden op grond van huidkleur, geloof, levensovertuiging, sekse, seksuele voorkeur, culturele achtergrond, sociaal en economisch milieu en fysieke verschijning, of op welke grond ook; • intercultureel lesmateriaal te ontwikkelen; • de deskundigheid van het personeel te vergroten ter voorkoming en bestrijding van discriminatie, seksuele intimidatie, pesten en geweld. Omwille van de leesbaarheid wordt alleen de aanduiding ‘deelnemer’ gebruikt. hiermee wordt tevens bedoeld: toehoorder en extraneus.


Artikelen Artikel 1 1.1

Algemeen Deze code heeft tot doel de bevordering van een alerte en effectieve naleving van het verbod van (seksuele) intimidatie, discriminatie, pesten en geweld bij het Horizon College.

1.2

Deze code is van toepassing op de gehele organisatie van het Horizon College en richt zich tot een ieder in dienst van de Horizon College, tot alle deelnemers en tot alle externe contacten.

1.3

Onder discriminatie wordt in deze code verstaan: elke handeling of praktijk die tot gevolg heeft dat mensen worden achtergesteld op grond van huidkleur, geloof, levensovertuiging, sekse, seksuele voorkeur, culturele achtergrond, sociaal en economisch milieu, fysieke verschijning of op welke grond dan ook.

1.4

Onder (seksuele) intimidatie wordt in deze code verstaan: (seksueel getinte) aandacht die tot uiting komt in gedragingen en handelingen die een ander opzettelijk of onopzettelijk kwetsen, dan wel bij de studie of het werk kunnen hinderen of benadelen.

1.5

Wanneer een personeelslid of een deelnemer bekend is met een situatie waarin zich (seksuele) intimidatie en/of discriminatie voordoen en zij/hij maatregelen kan treffen om de situatie te verbeteren mogen deze niet worden nagelaten. Het management geeft bekendheid aan deze algemene zorgplicht. Gaat het om seksueel misbruik en seksuele intimidatie van jongeren onder de leeftijd van18 jaar dan is het personeelslid verplicht het bevoegd gezag daarover te informeren en zal het bevoegd gezag bij een redelijk vermoeden van een strafbaar feit daarvan aangifte doen.

1.6

Indien een beslissing naar het oordeel van de deelnemer/werknemer in strijd is met het bepaalde in deze code, kan deze de direct leidinggevende verzoeken deze beslissing in heroverweging te nemen. Het resultaat van de heroverweging wordt gemotiveerd aan de betrokkene medegedeeld.

1.7

De code opent de mogelijkheid om inzake (seksuele) intimidatie, discriminatie, agressie, geweld en pesten met behulp van de “klachtenregeling" een klacht in te dienen bij de klachtencommissie Noord-Holland.

Artikel 2 Deelnemers Naast de regels gesteld in de onderwijsovereenkomst zijn onderstaande artikelen van toepassing: 2.1

Het Horizon College staat de deelnemers niet in de weg bij het beleven van de eigen culturele oriëntatie en de eigen godsdienst, tenzij het individuele of collectieve educatieve proces zich daartegen, naar het oordeel van de sectordirecteur, verzet.

2.2

Bij de deelnemer wordt, indien nodig, geïnformeerd hoe de naam van de deelnemer moet worden uitgesproken en geschreven. Het personeel van het Horizon College is gehouden de naam op de juiste wijze uit te spreken en te schrijven.

2.3

Desgewenst wordt aan een deelnemer op algemene feestdagen van de door haar of hem beleden godsdienst verlof verleend, tenzij het individuele of collectieve educatieve proces zich daartegen, naar het oordeel van de sectordirecteur, verzet.

2.4

Het Horizon College rekent het tot haar taak om deelnemers, die in het kader van een buitenschools programma aan de zorg van anderen worden toevertrouwd, zoveel mogelijk te beschermen tegen (seksuele) intimidatie, discriminatie, pesten of geweld.


2.5

In de deelnemersbegeleiding wordt sociale veiligheid meegenomen als aandachtspunt bij het onderzoeken van veelvuldig verzuim/ziekte tijdens de opleiding/stage en bij een plotselinge wens om van opleiding/stageadres te veranderen.

Artikel 3 3.1

Personeel Alle personeelsleden houden zich aan de beleidslijnen van het Horizon College, gericht op het garanderen van de gelijkwaardigheid van iedereen.

3.2

Het Horizon College staat het personeel niet in de weg bij het beleven van de eigen culturele oriëntatie en de eigen godsdienst, tenzij het organisatorisch belang van het Horizon College zich daartegen, naar het oordeel van de direct leidinggevende, verzet. (zie toelichting)

3.3

Het Horizon College streeft naar etnische verscheidenheid binnen alle geledingen van het personeel. Bij werving van personeel zal het Horizon College zich mede door dit uitgangspunt laten leiden.

3.4

De beoordeling van de werknemer mag op geen enkele wijze beïnvloed worden door een door haar/hem ingediende klacht over (seksuele) intimidatie, discriminatie, pesten en geweld.

Artikel 4 4.1.1.

Onderwijsdoelstellingen In de leerplannen van het Horizon College wordt etnocentrisme, discriminatie en seksisme vermeden en een zo objectief mogelijk beeld gegeven van diverse meningen, ideeën en wetenschappelijke verworvenheden.

4.1.2

In de leerplannen van het Horizon College wordt aandacht besteed aan het bestaan, de oorzaken en de effecten van discriminatie, (seksuele) intimidatie, vooroordelen en racisme.

4.2

Het Horizon College draagt er zorg voor dat de gebruikte leermiddelen discriminatie en seksisme vermijden en geen vooroordelen en stereotypen bevatten.

Artikel 5 5.1

Externe contacten Organisaties die diensten verlenen aan en/of werkzaamheden verrichten ten dienste van het Horizon College en het horizon college informeren elkaar en de deelnemers over het eigen beleid inzake ongewenst gedrag, voor zover dit reeds is vastgesteld.

5.2

Maatregelen ter voorkoming en bestrijding van ongewenst gedrag op de BPV-plaats maken deel uit van het schoolbeleid. Deelnemers worden tijdens de praktijkvoorbereiding gewezen op het beleid dat het Horizon College in voorkomende gevallen hanteert ten aanzien van ongewenst gedrag.

5.3

Indien er sprake is van (seksuele) intimidatie, discriminatie, pesten of geweld jegens deelnemers of medewerkers van het horizon college, door medewerkers van een externe organisatie die diensten verleent aan het horizon college, zal erop worden toegezien dat deze organisatie maatregelen neemt, mede ter voorkoming van herhaling. Indien deze maatregelen niet tot het beoogde effect leiden zal de relatie met de betreffende organisatie zo spoedig mogelijk worden verbroken.

Artikel 6 6.1

Afhandeling klachtwaardig gedrag De klaagster/klager geeft, zo mogelijk, de betreffende persoon te kennen dat zij/hij zich onjuist behandeld voelt en dat zij/hij wil dat dit gedrag ophoudt.

6.2

Indien de klaagster/klager niet in staat is de betreffende persoon op klachten inzake deze code aan te spreken of levert dit niets op, dan kan hij/zij de vertrouwenspersoon om advies en begeleiding vragen. Tenslotte kan hij/zij schriftelijk bij de klachtencommissie een klacht indienen, desgewenst bijgestaan door een vertrouwenspersoon.


6.3

Indien het bepaalde in deze code niet door personeel en relaties wordt nageleefd, worden tussen college van bestuur en sectordirecteur afspraken gemaakt welke positieve actie moet worden ondernomen.

Artikel 7 7.1

Slotbepalingen In directieoverleg en teamvergadering of werkoverleg wordt afgesproken of en zo ja hoe deze code wordt uitgewerkt.

7.2

De code wordt jaarlijks geëvalueerd en zo nodig bijgesteld.

7.3

In het sociaal jaarverslag worden de resultaten van het beleid verantwoord.

7.4

De code treedt in werking met ingang van 1 augustus 1998 en geldt voor onbepaalde tijd.


Toelichting In de literatuur worden dezelfde begrippen op verschillende wijze geïnterpreteerd. In deze regeling heeft het Horizon College gekozen voor de volgende omschrijvingen. Vooroordeel

Een verzameling oordelen over eigenschappen of gedragingen van leden van groepen die niet (of onvoldoende) op feiten zijn gebaseerd.

Stereotype denkbeelden

Een antipathie, een afwijzende of vijandige houding, die berust op een onjuiste en niet of moeilijk te veranderen generalisatie. Deze kan worden uitgesproken, of tegen een groep als geheel, of tegen een individu omdat deze lid is van een groep.

Discriminatie

Juridisch: Elke vorm van onderscheid, elke uitsluiting, beperking of voorkeur, die ten doel heeft of tot gevolg kan hebben dat de erkenning, het genot of de uitoefening op voet van gelijkheid van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden op politiek, economisch, sociaal of cultureel terrein of op andere terreinen van het openbare leven, wordt tenietgedaan of aangetast. (Wetboek van Strafrecht, art. 90).

Sociologisch

Het ongelijk behandelen van personen of groepen op basis van kenmerken of criteria die in de gegeven situatie niet relevant moeten worden geacht. Volgens deze definitie is er sprake van discriminatie in geval van ongunstiger behandeling op basis van niet-relevante verschillen, maar ook bij gelijke behandeling als er wel-relevante verschillen bestaan.

Seksuele intimidatie

Ongewenste seksueel getinte aandacht, die tot uiting komt in verbaal, fysiek of non-verbaal gedrag, dat zowel opzettelijk als onopzettelijk kan zijn en dat door degene(n), die hiermee wordt/worden geconfronteerd als ongewenst en onplezierig wordt ervaren.

Etnische groep

Een verzameling mensen die één of meer van de volgende kenmerken gemeen hebben: • godsdienst, • raciale afkomst (blijkende uit gemakkelijk herkenbare lichamelijke kenmerken), • nationale afkomst, of • taal en culturele tradities.

Etnocentrisme

De opvatting dat de levenswijze, gewoonten en waarden van de eigen groep of groepering beter zijn dan die van andere groepen, zonder dat objectieve toetsing heeft plaatsgevonden.

Racisme

Vele malen heeft men in onze tijd mensen in "rassen" ingedeeld, waarbij aan enkele biologische eigenschappen allerlei psychische, sociale, politieke en economische (duidelijk cultuurbepaalde, aangeleerde) eigenschappen werden gekoppeld. Racisme is elke theorie, ideologie, maar ook elke houding, daad of institutionele praktijk waarbij feitelijke of denkbeeldige fysieke en/of etnische verschillen als aangrijppunt dienen om (groepen) mensen te beknotten in hun recht op gelijkwaardigheid.

Artikel 1 van de grondwet

"Allen die zich in Nederland bevinden worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond ook, is niet toegestaan".


Externe contacten

Andere bij de school betrokken derden zoals beroepspraktijkbiedende organisaties, stagiaires, vrijwilligers, leveranciers, ouders en bezoekers.

Sociale veiligheid

Veilige omgeving waarin men zich op sociaal, geestelijk en lichamelijk vlak vrij van dreiging of confrontatie van (seksuele) intimidatie, discriminatie en geweld kan voelen.

Artikel 3. 3.2

Personeelsleden kunnen bezwaar maken tegen de beslissing van de direct leidinggevende bij achtereenvolgens de sectordirecteur en het College van Bestuur.


Non-Discriminatiecode

Recommend Documents