Voorst bestemmingsplan
Buitengebied Nota Inspraak&Overleg
rboi
NL.IMRO.0177.BP20090046-0002 adviseurs ruimtelijke ordening
Voorst Buitengebied
nota inspraak en overleg
identificatie
planstatus
projectnummer:
datum:
028500.14937.00
08-05-2012
projectleider:
opdrachtgever:
drs. A.Th.M. Hoedemaker
gemeente Voorst
auteur(s):
R.008/04
drs. A.Th.M. Hoedemaker mw. J.M. Lamberts MSc.
gecertificeerd door Lloyd’s conform ISO 9001: 2000
aangesloten bij:
RBOI - Rotterdam bv Delftseplein 27b Postbus 150 3000 AD Rotterdam telefoon (010) 201 85 55 E-mail:
[email protected]
© RBOI - Rotterdam/Middelburg bv Niets uit dit drukwerk mag door anderen dan de opdrachtgever worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande toestemming van RBOI - Rotterdam/Middelburg bv, behoudens voorzover dit drukwerk wettelijk een openbaar karakter heeft gekregen. Dit drukwerk mag zonder genoemde toestemming niet worden gebruikt voor enig ander doel dan waarvoor het is vervaardigd.
Inhoud 1. Inleiding 1.1. Doel van deze nota 1.2. Leeswijzer
blz. 3 3 3
2. Beantwoording algemene onderwerpen 2.1. Ondergrond bestemmingsplankaarten 2.2. Afstemming op inventarisatie en tafeltjesoverleg 2.3. Vorm en grootte toegekend (agrarisch) bouwvlak 2.4. Waarde - Archeologie 2.5. Wijziging bestemming Agrarische doeleinden in bestemming Wonen 2.6. Saneringsregeling/herbouwregeling 2.7. Waarde - Landschap 2.8. Bouwblok intensieve veehouderij 2.9. Landgoederen
5 6 7 9 12 13 13 15 16
3. Overlegreacties
23
4. Inspraakreacties
37
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
5
028500.14937.00
2
Inhoud
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
1. Inleiding
3
1.1. Doel van deze nota Met ingang van 20 oktober 2011 heeft het voorontwerpbestemmingsplan Buitengebied d.d. 20 oktober 2011 gedurende 6 weken ter inzage gelegen voor inspraak. In deze periode is eenieder in de gelegenheid gesteld om te reageren op de inhoud van het voorontwerpbestemmingsplan. Over het voorontwerpbestemmingsplan zijn op 24, 25 en 26 oktober 2011 inloopavonden georganiseerd. Tijdens deze inloopavonden zijn belangstellenden in de gelegenheid gesteld kennis te nemen van het plan en een reactie te geven. Het voorontwerpbestemmingsplan Buitengebied d.d. 20 oktober 2011 is in het kader van het overleg ex artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) toegezonden aan de overleginstanties. In totaal hebben 7 overlegpartners een reactie op het voorontwerpbestemmingsplan ingediend. Er zijn in totaal 319 inspraakreacties ontvangen. Deze Nota inspraak en overleg inzake het bestemmingsplan Buitengebied heeft tot doel belangstellenden in de gelegenheid te stellen om kennis te nemen van de inspraak- en overlegreacties en het standpunt daarover van de gemeente Voorst. In deze nota worden de inspraak- en overlegreacties samengevat en beantwoord. Per reactie wordt aangegeven of en in welke mate de reactie aanleiding geeft tot aanpassing van het voorontwerpbestemmingsplan Buitengebied. Daarnaast geven voortschrijdend inzicht en actuele ontwikkelingen aanleiding om het voorontwerpbestemmingsplan op ondergeschikte onderdelen aan te passen. Deze wijzigingen zijn als ambtshalve aanpassingen in de nota weergegeven. In het proces om te komen tot een nieuw bestemmingsplan voor het buitengebied, heeft de gemeente voor een aanpak gekozen waarin aan de direct betrokkenen gelegenheid wordt geboden om direct inbreng te leveren. Tijdens het tafeltjesoverleg en op de inloopavonden zijn veel reacties verzameld en veel belangstellenden hebben een inspraakreactie ingediend. De inzet van de gemeente bij het beoordelen en beantwoorden van de ingekomen reacties is erop gericht om zoveel mogelijk aan de reacties tegemoet te komen. Vanzelfsprekend binnen de krijtlijnen van het vastgestelde beleid van gemeente en provincie, maar met oog voor de belangen van de ondernemers en burgers.
1.2. Leeswijzer De Nota inspraak en overleg is als volgt opgebouwd. In hoofdstuk 2 wordt een reactie gegeven op een aantal algemene onderwerpen die in meerdere overlegreacties en inspraakreacties aan de orde zijn gesteld. Bij de beantwoording van de individuele overlegreacties en inspraakreacties wordt, waar nodig, verwezen naar deze algemene onderwerpen.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
4
Inleiding
In hoofdstuk 3 komen de reacties van de instanties uit het overleg ex artikel 3.1.1 Bro aan bod. De reactie wordt kort samengevat, gevolgd door een beantwoording. Na elke beantwoording is aangegeven of en in welke mate de reactie leidt tot aanpassingen van het voorontwerpbestemmingsplan. In hoofdstuk 4 komen de inspraakreacties aan de orde. Per inspreker wordt de reactie kort samengevat, gevolgd door de beantwoording. Indien de reactie leidt tot aanpassing of wijziging van het voorontwerpbestemmingsplan, is dit na de beantwoording aangegeven. Op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) zijn de inspraakreacties van burgers geanonimiseerd, dat wil zeggen dat naam en adres niet vermeld worden. De gemeente heeft een zogenaamde 'koppelingslijst' opgesteld met namen en adressen die gekoppeld is aan de volgnummers van de indieners in de Nota inspraak en overleg. Daar waar in deze Nota inspraak en overleg gesproken wordt over 'gemeente' is dit het college van burgemeester en wethouders. Indien in deze Nota inspraak en overleg verwezen wordt naar de regels en specifieke artikelen, dan verwijst de nummering naar het voorontwerpbestemmingsplan Buitengebied d.d. 20 oktober 2011. Naar aanleiding van de ontvangen reacties zijn de regels op onderdelen aangepast en daarmee ook de nummering.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
2. Beantwoording algemene onderwerpen
5
In het kader van de inspraak en het overleg zijn door insprekers en overlegpartners onderwerpen aan de orde gesteld die in verschillende reacties terugkomen en individuele belangen te boven gaan. Gegeven de betekenis van deze onderwerpen voor de inhoud van het bestemmingsplan en een doelmatige beantwoording van de ontvangen reacties, worden voorafgaand aan de beantwoording van de inspraak- en overlegreacties deze onderwerpen eerst besproken. Aan de orde komen: ondergrond bestemmingsplankaarten; afstemming op inventarisatie en tafeltjesoverleg; vorm en grootte toegekend (agrarisch) bouwvlak; Waarde - Archeologie; wijziging bestemming Agrarische doeleinden in bestemming Wonen; saneringsregeling/herbouwregeling; Waarde - Landschap; bouwblok intensieve veehouderij; landgoederen.
2.1. Ondergrond bestemmingsplankaarten Samenvatting Een aantal insprekers wijst erop dat de voor het bestemmingsplan gebruikte ondergrond verouderd is. Reeds gerealiseerde bebouwing is niet in de ondergrond aangegeven en in een aantal gevallen staat reeds gesloopte bebouwing nog in de ondergrond aangegeven. Ook wijzen insprekers erop dat verleende vergunningen voor het realiseren van gebouwen en bouwwerken nog niet op de plankaart zijn aangegeven. Insprekers verzoeken de ondergrond en daarmee de verbeelding aan te passen. Reactie Voor het opstellen van bestemmingsplannen wordt zoveel mogelijk gebruikgemaakt van actuele gegevens en inzichten. Bij de start van het bestemmingsplan Buitengebied is door de gemeente gebruikgemaakt van de op dat moment beschikbare Grootschalige Basis Kaart Nederland (GBKN-ondergrond). Door ontwikkelingen in het plangebied is het mogelijk dat deze ondergrond op onderdelen afwijkt van de thans aanwezige feitelijke situatie. Afwijkingen zijn ook mogelijk omdat de gegevens op basis waarvan deze ondergrond is samengesteld op onderdelen onvolledig waren. De gemeente realiseert zich dat de topografische ondergrond van de bestemmingsplankaarten (de verbeelding) belangrijk is voor het 'lezen' van deze kaart en streeft ernaar om deze zo actueel mogelijk te houden. De door insprekers gesignaleerde omissies en gewenste aanvullingen worden door de gemeente beoordeeld en zo nodig in de ondergrond verwerkt. Bij het opstellen van het ontwerpbestemmingsplan wordt gebruikgemaakt van deze bijgewerkte ondergrond.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
6
Beantwoording algemene onderwerpen
Bij het tekenen van de bestemmingsplankaarten is overigens niet alleen gebruikgemaakt van de beschikbare topografische gegevens, maar ook van actuele luchtfoto's, de uitkomsten van de in het plangebied uitgevoerde veldinventarisatie/naverkenning en de uitkomsten van het met ondernemers gevoerde tafeltjesoverleg. Waar dat gedurende het planproces noodzakelijk werd gevonden, is daarnaast ook nog een bezoek aan specifieke locaties gebracht. Ten aanzien van de betekenis van de ondergrond in relatie tot het toetsen van bouwplannen en andere verzoeken is het volgende van belang. Bij de beoordeling en de toetsing van plannen aan het bestemmingsplan dient wat betreft de aanwezige bebouwing steeds de bestaande situatie op het betrokken perceel in acht genomen te worden zoals deze aanwezig was ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan. In de begripsbepalingen van het bestemmingsplan is het begrip 'bestaand' nader gedefinieerd (zie artikel 1.23). Indien deze bebouwing afwijkt van hetgeen op de ondergrond van het bestemmingsplan is aangegeven, prevaleert de aldus gedefinieerde bestaande situatie. Op basis daarvan wordt beoordeeld welke bebouwing aanwezig is en ook of deze bebouwing legaal tot stand gekomen is. Conclusie Op basis van de door insprekers naar voren gebrachte omissies en aanvullingen wordt de ondergrond waar nodig aangepast.
2.2. Afstemming op inventarisatie en tafeltjesoverleg Samenvatting Een aantal insprekers wijst erop dat in het voorontwerpbestemmingsplan geen of onvoldoende gebruik is gemaakt van gegevens die tijdens de inventarisatie zijn verzameld en inzichten en wensen die door insprekers tijdens het tafeltjesoverleg naar voren zijn gebracht. Het betreft onder andere: verzoeken om bouwvlakken te vergroten dan wel aan te passen; verzoeken om de vigerende bestemming te handhaven dan wel aan te passen; verzoeken om medewerking aan voorgenomen bouwplannen. Reactie In de voorbereidingsfase van het bestemmingsplan Buitengebied heeft de gemeente relevante gegevens verzameld en beoordeeld. Onderdelen van deze voorbereiding waren een naverkenning in het plangebied om beschikbare gegevens te controleren en het houden van tafeltjesoverleg met agrarische en niet-agrarische ondernemers. Met deze gegevens heeft de gemeente zich een beeld gevormd van de actuele situatie in het buitengebied en van mogelijk te verwachten ontwikkelingen. De verzamelde gegevens en de daarop gebaseerde inzichten hebben een belangrijke rol gespeeld in de afweging van belangen en het maken van keuzen die zijn vertaald in het voorontwerpbestemmingsplan. De gemeente onderkent dat er tijdens het tafeltjesoverleg met ondernemers is gesproken over wensen en plannen en dat daarbij is aangegeven dat bezien zou worden of en in welke mate hieraan medewerking zou kunnen worden gegeven. Er zijn echter geen toezeggingen gedaan. Steeds is aangegeven dat in het verdere planproces nog nadere keuzen gemaakt moeten worden, ook ten aanzien van de vorm en grootte van bouwvlakken. In de toelichting, die deel uitmaakt van het bestemmingsplan, is aangegeven en onderbouwd welke keuzen de gemeente heeft gemaakt ten aanzien van de vorm en grootte van agrarische en niet-agrarische bouwvlakken en hoe de vigerende regeling voor agrarische bedrijven is vertaald in regels en verbeelding (plankaart). Daaruit wordt duidelijk welke mogelijk-
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Beantwoording algemene onderwerpen
7
heden bij recht geboden worden en welke ontwikkelingen via afwijking of planwijziging mogelijk zijn. Bij het ter inzage leggen van het voorontwerpbestemmingsplan heeft de gemeente ondernemers en burgers nadrukkelijk uitgenodigd kennis te nemen van het plan en concrete wensen en plannen kenbaar te maken. De thans door insprekers naar voren gebrachte plannen worden door de gemeente zorgvuldig beoordeeld en gewogen. De inzet van de gemeente daarbij is om, waar dat verantwoord en mogelijk is, ruimte te bieden voor het realiseren van die plannen. Van belang daarbij is dat de plannen voldoende concreet zijn, dat de beoogde ontwikkeling ruimtelijk en milieutechnisch aanvaardbaar is (er dient sprake te zijn van een goede ruimtelijke ordening) en samengaat met behoud en zo mogelijk een verbetering van de ruimtelijk kwaliteit op en nabij het betrokken bouwvlak. Wanneer enkel een voornemen tot ontwikkeling is kenbaar gemaakt, is dit voor de gemeente een onvoldoende basis om daar nu al medewerking aan te geven. Op basis van deze benadering wordt in veel gevallen medewerking verleend aan het aanpassen van de vorm van het toegekende bouwblok en in een aantal gevallen ook aan het uitbreiden van bouwblokken. In aanvulling op deze algemene beantwoording wordt per individuele reactie aangegeven of en op welke wijze wordt meegewerkt aan voorgenomen plannen. Conclusie Per individuele reactie beoordeelt de gemeente of en op welke wijze meegewerkt kan worden aan het realiseren van voorgenomen plannen. Waar dat verantwoord en mogelijk is wordt ruimte geboden.
2.3. Vorm en grootte toegekend (agrarisch) bouwvlak Samenvatting Een aantal insprekers verzoekt het toegekende bouwvlak aan te passen en/of te vergroten. Het gaat in veel gevallen om bouwvlakken die aan agrarische bedrijven zijn toegekend, maar ook burgers en andere ondernemers verzoeken om een andere vormgeving of grootte van hun bouwvlak. Ten aanzien van de bouwvlakken die aan agrarische bedrijven zijn toegekend, worden met name de volgende overwegingen aangevoerd. 1.
Door de situering van het bouwblok op korte afstand van een weg, door de aanwezigheid van een recht van overpad, door de nabijheid van leidingen of door de aanwezigheid van landschapselementen in de vorm van bos of bomen en beplanting, zijn er in de praktijk minder bouwmogelijkheden dan in eerste instantie lijkt en is de vorm van het toegekende bouwvlak niet doelmatig. Aanpassing van het bouwvlak leidt tot een meer doelmatige inrichting van het bedrijfscomplex.
2.
Een te krap bouwblok biedt geen ruimte voor het realiseren van ruimtelijke kwaliteit.
3.
Om een goede economische bedrijfsvoering te bevorderen en de continuïteit voor de toekomst te waarborgen, is schaalvergroting en uitbreiding van de huidige bedrijfsgebouwen noodzakelijk. Ook nieuwe eisen ten aanzien van milieu en dierwelzijn noodzaken tot aanpassing van bedrijfsgebouwen en vergroting van aanwezige bouwblokken. Na het verdwijnen van de melkquota zullen veel melkveehouderijbedrijven een forse uitbreidingsbehoefte krijgen. Veel insprekers maken in het verlengde daarvan melding
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
8
Beantwoording algemene onderwerpen
van plannen om bestaande bedrijfsgebouwen te vergroten, nieuwe bedrijfsgebouwen te realiseren, bestaande sleufsilo's en kuilvoerplaten te verplaatsen en nieuwe sleufsilo's en kuilvoerplaten aan te leggen. In een enkel geval heeft men ook plannen om een 2e bedrijfswoning te realiseren. Veelal betreft het hier plannen voor de (nabije) toekomst. In een aantal gevallen wordt aangegeven dat het vergunningentraject reeds is gestart of dat een herziening van het vigerende bestemmingsplan in gang is gezet. 4.
Het voorontwerpbestemmingsplan biedt mogelijkheden om toegekende bouwblokken via een wijzigingsprocedure te vergroten tot 1,5 ha. Insprekers wijzen erop dat schaalvergroting in de agrarische sector zal blijven toenemen en dat er steeds meer vraag komt naar energieopwekking op locatie. Biomassavergistingsinstallaties vragen om meer ruimte op het bouwblok. Insprekers verzoeken in het verlengde hiervan een bouwvlak van 1,5 ha bij recht toe te kennen en via planwijziging een bouwvlak van 2 ha mogelijk te maken.
5.
Paardenbakken en/of sleufsilo's en kuilvoerplaten liggen buiten of binnen het bouwblok en insprekers verzoeken deze binnen of juist buiten het bouwblok te brengen.
Ten aanzien van bouwvlakken van burgerwoningen worden met name de volgende overwegingen aangevoerd. 6.
Gronden aansluitend op het toegekende bouwvlak zijn daadwerkelijk in gebruik als tuin of erf en maken deel uit van het woonperceel. Insprekers verzoeken die gronden deel uit te laten maken van het bouwvlak met de bestemming Wonen.
7.
Het toegekende bouwvlak biedt te weinig mogelijkheden om een vergroting van de bijgebouwen mogelijk te maken. Vergroting van bijgebouwen is gewenst voor de stalling van werktuigen die gebruikt worden voor het beheer van gronden.
8.
Het toegekende bouwvlak is deels gelegen op gronden die niet in eigendom zijn van inspreker.
Reactie Agrarische bouwvlakken Zoals in de toelichting is aangegeven (zie paragraaf 5.1) zijn in het nieuwe bestemmingsplan de vigerende, verbaal omschreven agrarische bouwpercelen 'vertaald' in concreet begrensde bouwvlakken. Aangegeven is welke algemene uitgangspunten daarbij zijn gehanteerd. Uitgangspunt is een bouwvlak van 1 ha voor de voormalige categorie C-bedrijven en een bouwvlak van 0,5 ha voor de categorie B-bedrijven. Als de feitelijke situatie daartoe aanleiding gaf is maatwerk geleverd. Op basis van de ontvangen inspraakreacties onderkent de gemeente dat in individuele gevallen sprake is van een bouwvlak waarvan de vorm ondoelmatig is. In de meeste gevallen wordt op basis van een nadere beoordeling en waar dat mogelijk en verantwoord is, meegewerkt aan het aanpassen van het bouwvlak. Door veel insprekers zijn plannen naar voren gebracht voor het uitbreiden van bestaande bedrijfsgebouwen, het realiseren van nieuwe bedrijfsgebouwen en het aanleggen van nieuwe sleufsilo's en kuilvoerplaten. Om die plannen mogelijk te maken is uitbreiding van het toegekende bouwvlak noodzakelijk. Het bestemmingsplan voorziet in de mogelijkheid om via planwijziging het bouwvlak uit te breiden naar 1,5 ha indien de agrarische noodzaak hiertoe aanwezig is en de ruimtelijke
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Beantwoording algemene onderwerpen
9
kwaliteit ter plaatse behouden blijft. In het verlengde hiervan worden de thans naar voren gebrachte wensen en plannen zorgvuldig door de gemeente beoordeeld en gewogen. De inzet van de gemeente daarbij is om, waar dat verantwoord en mogelijk is, ruimte te bieden voor het realiseren van die plannen. Van belang daarbij is evenwel dat de plannen voldoende concreet zijn en meer zijn dan een voornemen, dat de plannen ruimtelijk en milieutechnisch inpasbaar zijn en dat de beoogde ontwikkeling samengaat met behoud en zo mogelijk een verbetering van de ruimtelijk kwaliteit op en nabij het betrokken bouwvlak. Ook het risico op planschade zal worden meegewogen. Hiertoe wordt een planschaderisico-analyse uitgevoerd en zullen waar nodig afspraken worden gemaakt met initiatiefnemers. In een groot aantal gevallen is vastgesteld dat medewerking kan worden verleend aan het aanpassen en vergroten van het toegekende bouwvlak. In andere gevallen is vastgesteld dat op basis van de ingediende reactie de noodzakelijke afweging van belangen niet gemaakt kan worden. Deze insprekers dienen een nader onderbouwd verzoek bij de gemeente in te dienen. Bouwvlakken woningen De aan de bestaande burgerwoningen toegekende bouwvlakken zijn afgestemd op de bouwvlakken uit het vigerende bestemmingsplan. Daarnaast zijn de verbaal omschreven bouwpercelen van agrarische categorie A-bedrijven 'vertaald' in concreet begrensde bouwvlakken met de bestemming Wonen. Op basis van de ontvangen inspraakreacties onderkent de gemeente dat in individuele gevallen sprake is van een bouwvlak waarvan de vorm niet of onvoldoende is afgestemd op de huidige situatie. In de meeste gevallen wordt op basis van een nadere beoordeling en waar dat mogelijk en verantwoord is, meegewerkt aan het aanpassen van het bouwvlak. Aan het vergroten van bouwvlakken met gronden die in gebruik zijn genomen als tuin, wordt niet zonder meer meegewerkt. Steeds wordt een specifieke afweging gemaakt, rekening houdend met de feitelijk aanwezige situatie. Van belang daarbij is dat concentratie van bebouwing plaatsvindt, hetgeen door een compact bouwvlak wordt gestimuleerd. Conclusie Per individuele reactie beoordeelt de gemeente of en op welke wijze meegewerkt kan worden aan het aanpassen en vergroten van toegekende bouwvlakken. Waar dat verantwoord en mogelijk is wordt ruimte geboden.
2.4. Waarde - Archeologie Samenvatting Veel insprekers plaatsen opmerkingen over de in het bestemmingsplan opgenomen regeling ter bescherming van de in het gebied aanwezige archeologische waarden. Men geeft aan dat: door het opnemen van deze regeling in veel gevallen in het kader van omgevingsvergunningen archeologisch onderzoek vereist is, hetgeen zeer kostenverhogend is; het is niet reëel om de eigenaar van percelen op te laten draaien voor de kosten van archeologisch onderzoek; het vereiste van deze onderzoeksrapportage zal leiden tot waardedaling van percelen door toenemende kosten; bij vervangende nieuwbouw een dergelijke onderzoeksrapportage eveneens niet mag worden verlangd; het opnemen van verschillende archeologische regelingen en het gebruik van verschillende drempelwaarden tot grote verschillen in vereisten en mogelijkheden op percelen leidt; het nut en de noodzaak van deze regeling niet zijn aangetoond;
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
10
-
-
-
Beantwoording algemene onderwerpen
de regeling leidt tot aantasting van een bestaand recht waarbij de gronden binnen bouwvlakken reeds zijn geroerd c.q. verstoord door de aanwezige bebouwing; de in de regeling opgenomen gebruiksregels onnodig verzwarend zijn voor het meest doelmatige gebruik van de grond en om die reden geschrapt zouden moeten worden; het opnemen van archeologische dubbelbestemmingen binnen bouwvlakken voor agrarische bedrijven of woningen niet doelmatig is omdat in deze gronden reeds geroerd is; normale werkzaamheden behorende bij de agrarische bedrijfsvoering vrijgesteld dienen te worden van de vergunningplicht omdat deze regels beperkend zijn voor de agrarische bedrijfsvoering; -e opgenomen maatvoering van 0,3 m niet aansluit bij reguliere agrarische activiteiten en ook niet bij de maatvoering die de Wet Informatie-uitwisseling Ondergrondse Netten hanteert; een maat van 0,5 m sluit hier wel op aan; dat op kaarten van KICH, indicatieve kaart archeologische waarden, gebieden zijn aangemerkt met een andere lagere trefkans dan in de regeling is vermeld; het is dan zeer onwaarschijnlijk dat er wat gevonden wordt en het opnemen van strenge eisen rondom het bouwen is dan ook niet te rechtvaardigen.
Een aantal insprekers wijst erop dat in artikel 40 van de Monumentenwet 1988 is bepaald dat bij een bestemmingsplan een archeologisch rapport kan worden verlangd bij een reguliere vergunning. In de memorie van Toelichting is vermeld dat initiatiefnemers van op winst gerichte projecten die schade toebrengen aan het bodemarchief de kosten voor hun rekening dienen te nemen. De locatie van deze insprekers zijn bestemd voor Wonen en derhalve is geen sprake van een op winst gericht project. Een aantal insprekers wijst erop dat de drempelwaarde van 30 m² zeer zwaar is en niet in verhouding staat tot de bouwmogelijkheden van omliggende percelen, waarbij een veel hogere drempelwaarde geldt. Insprekers geven aan dat volgens artikel 41a van de Monumentenwet 1988 een archeologisch rapport bij een reguliere vergunning niet verplicht is en dat bij projecten met een oppervlakte kleiner dan 100 m² een dergelijk rapport in ieder geval niet nodig is. Insprekers geven daarnaast aan dat volgens de Memorie van Toelichting onder III.2 Tegemoetkoming in excessieve kosten in bepaalde gevallen de lasten niet ten laste van de initiatiefnemer zouden moeten komen. In het verlengde hiervan verzoeken insprekers om: een andere archeologische waarde met bijbehorend oppervlakte vast te stellen; binnen het agrarisch bouwvlak geen archeologische dubbelbestemming vast te stellen; geen waarde toe te kennen; de maat van 0,3 m in artikel 31.3.1 te verruimen naar 0,7 m omdat de meeste funderingen van eventueel te slopen gebouwen zich op deze diepte bevinden. In het verlengde hiervan verzoeken insprekers eveneens om de Erfgoedverordening van 2009 in de gemeenteraad ter discussie te stellen, omdat de huidige waardering van de archeologische waarden een aanzienlijke financiële aderlating voor de grondeigenaar betekent ingeval van slopen en/of oprichten van bouwwerken. Reactie In 1992 is het Verdrag van Malta tot stand gekomen en in 1998 is dit Verdrag door Nederland geratificeerd. De Wet op de Archeologische Monumentenzorg is de Nederlandse uitwerking van het Verdrag van Malta. De wet regelt hoe overheden bij hun ruimtelijke plannen rekening moeten houden met het erfgoed in de bodem. De wet is op 1 september 2007 in werking getreden.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Beantwoording algemene onderwerpen
11
De nieuwe wet beoogt het cultureel erfgoed te beschermen: alle fysieke overblijfselen, zowel in als boven de grond, die bijdragen aan het verkrijgen van inzicht in menselijke samenlevingen uit het verleden. De uitgangspunten van de nieuwe wet zijn: archeologische waarden zoveel mogelijk in de bodem bewaren en alleen opgraven als behoud in de bodem (in situ) niet mogelijk is; vroeg in de ruimtelijke ordening al rekening houden met archeologie. Initiatiefnemers van ruimtelijke ontwikkelingen moeten in een vroegtijdig stadium aangeven hoe met eventuele archeologische waarden bij bodemverstorende ingrepen wordt omgegaan. Dat betekent dat vooronderzoek moet plaatsvinden; bodemverstoorders betalen archeologisch onderzoek en mogelijke opgravingen (principe 'de verstoorder betaalt'). In dit bestemmingsplan voor het buitengebied geeft de gemeente uitvoering aan de verplichtingen die uit de Wet op de Archeologische Monumentenzorg voortvloeien. Vertaling wordt gegeven aan de Archeologische waarden- en verwachtingenkaart die in 2008 in opdracht van de gemeente is opgesteld. Deze kaart geeft op perceelsniveau een betrouwbaar en gedetailleerd beeld van de archeologische waarden en archeologische verwachtingen. Deze informatie is omgezet in een Archeologische beleidskaart om deze praktisch toepasbaar te maken. De Archeologische beleidskaart die in 2009 door de raad is vastgesteld en de Erfgoedverordening die in 2009 is vastgesteld, vormen de basis voor de borging van de archeologische waarden in bestemmingsplannen. De gemeente hecht grote waarde aan de bescherming van archeologische waarden, maar onderkent ook dat de opgenomen regeling nieuw is en verplichtingen met zich meebrengt voor de initiatiefnemers van ruimtelijke ontwikkelingen. De ervaring leert dat door in een vroegtijdig stadium rekening te houden met de eventuele aanwezigheid van archeologische waarden, eventuele onderzoekskosten beperkt kunnen worden en vertraging in de voortgang van projecten beperkt kan worden. Initiatiefnemers worden dan ook uitgenodigd om in de voorbereidingsfase van projecten in overleg te treden met de gemeente om te bezien of en op welke wijze met archeologische waarden rekening moet worden gehouden. Mede naar aanleiding van de ontvangen reacties heeft de gemeente de wijze waarop de archeologische waarden in het bestemmingsplan Buitengebied zijn vertaald nogmaals bezien. Naar aanleiding daarvan worden de volgende wijzigingen doorgevoerd: gebleken is dat niet de Archeologische beleidskaart, maar de Archeologische waardenen verwachtingenkaart in het bestemmingsplan is vertaald; dat wordt hersteld en de Archeologische beleidskaart is thans de onderlegger voor de dubbelbestemmingen Waarde - Archeologie; in de dubbelbestemmingen Waarde - Archeologie is aangegeven dat een aanvrager van een omgevingsvergunning een rapport ten aanzien van een inventariserend archeologisch onderzoek conform IVO-protocol 1 of 2 moet overleggen. Bij nader inzien kan de toevoeging 'conform IVO-protocol 1 of 2' komen te vervallen en kan volstaan worden met een rapport 'dat voldoet aan de eisen van het bevoegd gezag'; in situaties waarin reeds voldoende informatie aanwezig is, kan het bevoegd gezag aangeven dat geen nader onderzoek hoeft plaats te vinden. In de dubbelbestemmingen Waarde - Archeologie zal worden opgenomen dat 'een rapport niet noodzakelijk is indien naar het oordeel van het bevoegd gezag de archeologische waarde van het terrein in andere beschikbare informatie voldoende is vastgesteld. Deze informatie wordt dan als rapport beschouwd'. Deze benadering biedt ruimte om in gevallen waarvan duidelijk is dat geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn, geen nader onderzoek te eisen;
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
12
-
-
-
-
-
Beantwoording algemene onderwerpen
de in Waarde - Archeologie in de bouwregels onder 33.2.c.2 opgenomen maat van 100 m² is bij nader inzien naar het oordeel van de gemeente te beperkend en wordt verruimd naar 1.000 m²; vastgesteld wordt dat de dubbelbestemmingen voor Waarde - Archeologie - 6 en Waarde - Archeologie - 7 na de genoemde aanpassingen, inhoudelijk niet meer verschillen. Deze dubbelbestemmingen worden dan ook samengevoegd tot Waarde - Archeologie - 6; in de bestemmingsomschrijvingen van de dubbelbestemmingen Waarde - Archeologie staat aangegeven dat de betreffende gronden 'mede zijn bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden'. In het gemeentelijk archeologiebeleid (de Erfgoedverordening) staat 'streven naar behoud (en bescherming) in de huidige staat'. Om verschillen in uitleg te voorkomen, wordt gekozen voor de formulering die in de Erfgoedverordening is opgenomen; de maximaal toe te laten bewerkingsdiepte van 30 cm is algemeen aanvaard en daarmee wordt aangesloten bij het begrip dat 'normaal agrarisch gebruik' is toegestaan. Om dat beter te borgen wordt in de regeling opgenomen dat normaal agrarisch gebruik is toegestaan en wordt hiervoor een goede begripsomschrijving opgenomen; bij nader inzien is het niet noodzakelijk om in de dubbelbestemmingen Waarde - Archelogie een bepaling op te nemen dat bouwwerken met een maximale bouwhoogte van 3 m mogen worden opgericht ten dienste van de bestemming. De bepalingen worden dan ook geschrapt.
Conclusie De reacties leiden tot aanpassing van het bestemmingsplan. De regels, de verbeelding en de toelichting worden aangepast.
2.5. Wijziging bestemming Agrarische doeleinden in bestemming Wonen Samenvatting Een aantal insprekers maakt bezwaar tegen het feit dat de vigerende bestemming Agrarische doeleinden van hun perceel/percelen in het nieuwe bestemmingsplan is omgezet in de bestemming Wonen. Zij voeren daarbij aan dat: er nog steeds sprake is van bedrijfsmatige agrarische activiteiten en onderbouwen dat in veel gevallen door aan te geven welke activiteiten plaatsvinden, welke dieren in welke aantallen gehouden worden en welke gebouwen in gebruik zijn voor agrarische activiteiten; het bedrijf een melding heeft gedaan op grond van het Besluit landbouw milieubeheer; een AMVB Besluit landbouw milieu is ingediend en geaccepteerd; het bedrijf bekend is bij het Ministerie van Landbouw en andere instanties. Insprekers verzoeken de vigerende bestemming Agrarisch te handhaven. Reactie In de toelichting (zie paragraaf 5.1) van het bestemmingsplan, is aangegeven dat de gemeente heeft vastgesteld dat ter plaatse van een groot aantal locaties waaraan in het vigerende bestemmingsplan Buitengebied een agrarische bestemming categorie A is toegekend, feitelijk geen sprake meer is van bedrijfsmatige agrarische activiteiten. Het betreft hier veelal voormalige agrarische bedrijven die zijn afgebouwd of kleine min of meer hobbymatige bedrijven die geen verdere ontwikkeling hebben doorgemaakt. Om die reden zijn deze categorie A-bedrijven thans bestemd als Wonen.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Beantwoording algemene onderwerpen
13
Op basis van de ontvangen inspraakreacties onderkent de gemeente dat in individuele gevallen toch sprake kan zijn van bedrijfsmatige agrarische activiteiten. De gemeente beoordeelt deze situaties zorgvuldig en waar dat verantwoord en mogelijk is wordt alsnog een agrarisch bouwvlak toegekend. Bij het toekennen van het bouwvlak worden de uitgangspunten gehanteerd die ook zijn toegepast bij het bepalen van de vorm van de andere agrarische bouwvlakken. De grootte van het bouwvlak bedraagt maximaal 0,25 ha. Naar het oordeel van de gemeente is het ongewenst om een verdere doorgroei van deze kleinschalige bedrijven zonder meer mogelijk te maken. Om die reden wordt bepaald dat de bestaande, legaal tot stand gekomen bedrijfsbebouwing met maximaal 15% mag worden uitgebreid. Deze regeling komt overeen met de vigerende bestemming. Conclusie Per individuele reactie beoordeelt de gemeente of en op welke wijze meegewerkt kan worden aan het alsnog toekennen van een agrarisch bouwvlak. Waar dat verantwoord en mogelijk is wordt ruimte geboden.
2.6. Saneringsregeling/herbouwregeling Samenvatting Een aantal insprekers maakt bezwaar tegen de regeling waarbij ingeval van afbraak van bestaande schuren, deze voor 50% herbouwd mogen worden. Insprekers geven aan dat dit een zeer beperkende regeling is en verzoeken het mogelijk te maken dat bij eventuele nieuwbouw de volle 100% herbouwd mag worden. Reactie De in het bestemmingsplan opgenomen saneringsregeling heeft ten doel om de 'verstening' van het buitengebied terug te brengen in situaties waarin meer erfbebouwing aanwezig is dan op basis van het bestemmingsplan is toegestaan. Met deze regeling wil de gemeente het buitengebied mooier en aantrekkelijker maken. Bij nader inzien onderkent de gemeente dat de regeling die is opgenomen in artikel 23.3.1 niet geheel juist is. Het bepaalde onder b van dit artikel zal worden geschrapt. Dit betekent dat om nieuwbouw van bijgebouwen mogelijk te maken, bestaande bijgebouwen gesloopt moeten worden met een oppervlakte van 2x de oppervlakte van de nieuwbouw. Wanneer men een nieuwe schuur van 50 m² wil realiseren, dan moet er 100 m² aan bestaande schuren gesloopt moeten worden en is de verstening per saldo met 50 m² afgenomen. In vergelijking met de vigerende regeling is hier sprake van een vereenvoudigde regeling. Daarnaast is de gemeente bij nader inzien van oordeel dat het de voorkeur verdient de hier geboden mogelijkheden bij recht toe te staan in plaats van via een afwijking. Conclusie De regeling die is opgenomen in artikel 23.3.1 wordt aangepast.
2.7. Waarde - Landschap Samenvatting Een aantal insprekers stelt vast dat in de artikelen Waarde - Landschap een vergunningplicht geldt voor verschillende grondbewerkingen en bijvoorbeeld het verwijderen van bomen en het leggen van kabels. Deze dubbelbestemming is zeer beperkend voor het agrarisch bedrijf omdat veel van de genoemde vergunningplichtige werken inherent zijn aan een agrarische bedrijfsvoering. Insprekers verzoeken het normale beheer en onderhoud behorende bij een
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
14
Beantwoording algemene onderwerpen
agrarische bedrijfsvoering duidelijker te benoemen en tevens buiten het bouwvlak vrij te stellen van een vergunningenplicht. Reactie De in het bestemmingsplan opgenomen dubbelbestemmingen Waarde - Landschap zijn erop gericht de in het buitengebied aanwezige landschappelijke waarden op passende wijze te beschermen en te betrekken bij het beoordelen van de aanvaarbaarheid van gewenste ruimtelijke ontwikkelingen. In de belangenafweging gericht op een goede ruimtelijke ordening spelen deze landschappelijke waarden dan nadrukkelijk een rol van betekenis. Met de opgenomen regeling 'vertaalt' de gemeente het Landschapsontwikkelingsplan Van Veluwe tot IJssel (LOP) in het bestemmingsplan. Naar aanleiding van de ontvangen inspraakreacties heeft de gemeente de inhoud en opzet van de regeling nogmaals beoordeeld. Daarbij is het volgende overwogen. De in het LOP op basis van analyse en waardering onderscheiden landschapseenheden zijn in het bestemmingsplan Buitengebied vertaald in verschillende dubbelbestemmingen Waarde Landschap. Per dubbelbestemming is aangegeven welke waarden behouden, beschermd, ontwikkeld of versterkt moeten worden en betrokken moeten worden bij de afweging van belangen wanneer toepassing wordt gegeven aan afwijkingsmogelijkheden en wijzigingsbevoegdheden. Per dubbelbestemming is ook een vergunningenstelsel opgenomen voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden. De gemeente is bij nader inzien van oordeel dat deze wijze van vertalen van het LOP in het bestemmingsplan tot een complexe regeling heeft geleid die in de uitvoeringspraktijk onvoldoende mogelijkheden biedt om doelmatig te toetsen en te sturen. Om die reden kiest de gemeente thans voor de volgende benadering. Onderkend wordt dat het gehele buitengebied van Voorst landschappelijk waardevol is. In het LOP wordt op treffende wijze beschreven hoe de ruimtelijke kwaliteit van het buitengebied in belangrijke mate bepaald wordt door de aanwezige waarden van natuur, cultuurhistorie en landschap. De ligging van het buitengebied tussen Veluwe en IJssel maakt dat het landschap vele verschijningsvormen en kwaliteiten heeft. Het onderscheid in landschapseenheden is hier op gebaseerd. Bij het beoordelen van de vraag of en in welke mate landschappelijke waarden in het geding zijn wanneer beoogde ontwikkelingen op basis van de regeling in het bestemmingsplan getoetst worden, maakt de gemeente gebruik van het LOP en van de actuele omstandigheden op de betrokken locatie en in het betrokken gebied. Dan wordt antwoord gegeven op de vraag of aanwezige waarden niet onevenredig worden geschaad en of in voldoende mate wordt bijgedragen aan het versterken van de ruimtelijke kwaliteit. Om deze beoordeling en belangenafweging mogelijk te maken en om daarmee de belangen van de aanwezige landschappelijke waarden te beschermen, kan naar het oordeel van de gemeente volstaan worden met één dubbelbestemming Waarde - Landschap. In deze dubbelbestemming worden alle in het buitengebied van Voorst te behouden, te beschermen, te versterken en te ontwikkelen landschapswaarden benoemd. Ook de door de provincie Gelderland aangewezen provinciale waardevolle landschappen en de te beschermen weidevogelen ganzengebieden hebben hierin een plaats gekregen. In de regeling wordt een vergunningenstelsel voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden opgenomen. In een tabel wordt per onderscheiden waarde aangegeven voor welke werken en werkzaamheden een uitvoeringsverbod geldt. In de relevante afwegingskaders voor het verlenen van een vergunning voor werken en werkzaamheden en voor het toepassen van afwijkings- en wijzigingsbevoegdheden geeft de gemeente aan dat aanwezige landschappelijke waarden niet onevenredig aangetast mogen
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Beantwoording algemene onderwerpen
15
worden. Bij de beoordeling van de 'onevenredige aantasting' wordt vervolgens teruggegrepen op het LOP waarin de betreffende landschappelijke waarden zijn gespecificeerd. In specifieke gevallen neemt de gemeente als voorwaarde voor toepassing van de bevoegdheid op dat moet worden voorzien in een adequate landschappelijke inpassing. In het verlengde hiervan heeft de gemeente de aard van de vergunningplichtige werken en werkzaamheden scherper afgestemd op de landschappelijke waarden die in het buitengebied aan de orde zijn. In de regelingen is reeds opgenomen dat werken en werkzaamheden die binnen een bouwvlak plaatsvinden uitgezonderd zijn van het uitvoeringsverbod en dus niet vergunningplichting. Deze regeling wordt gehandhaafd. Dat geldt ook voor werken en werkzaamheden die gerekend worden tot normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming. Hiervoor is in de regels een begripsbepaling opgenomen. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De regels, de verbeelding en de toelichting worden aangepast.
2.8. Bouwblok intensieve veehouderij Samenvatting Een aantal insprekers geeft aan dat de regelingen inzake de intensieve veehouderij niet eenduidig zijn en dat het bepaalde in artikel 3.2 onder g niet goed is afgestemd op het bepaalde in artikel 51.5. Een aantal insprekers verzoekt voor intensieve veehouderijen een wijzigingsbevoegdheid op te nemen zodat een bouwvlak kan worden uitgebreid tot 1,5 ha. Dat is nodig om uitbreidingsmogelijkheden te kunnen bieden aan deze bedrijven. Insprekers geven aan dat het Reconstructieplan Veluwe de mogelijkheid biedt sterlocaties toe te kennen aan intensieve veehouderijen in verwevingsgebied. Insprekers stellen vast dat in de toelichting wordt aangegeven dat wordt getoetst of sprake is van een sterlocatie, maar uit de planregels is dat niet op te maken. Insprekers zijn van mening dat uit het bestemmingsplan niet blijkt dat de gemeente moeite heeft gedaan voor ondernemers in het buitengebied om een passende oplossing te regelen, conform de mogelijkheden die het provinciaal beleid biedt. Insprekers geven aan dat de grootte van de bedrijven en de eisen waaraan in de toekomst moet worden voldaan wat betreft dierwelzijn en milieu noodzaken tot het verder ontwikkelen van de bedrijven. Insprekers verzoeken de gemeente met de daarvoor relevante overheden in overleg te gaan voor het bieden van passende ontwikkelingsmogelijkheden voor intensieve veehouderijbedrijven in het buitengebied. Reactie In het bestemmingsplan wordt ten aanzien van de regeling en ontwikkelingsmogelijkheden voor de intensieve veehouderij aangesloten bij het Reconstructieplan Veluwe. De gemeente onderkent dat de vertaling van het Reconstructieplan in de regels van het bestemmingsplan tot vragen aanleiding geven. Om die reden worden de hoofdlijnen van de regeling nogmaals toegelicht. In het buitengebied van Voorst is sprake van extensiveringsgebieden en verwevingsgebieden. De volgende mogelijkheden worden geboden.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
16
Beantwoording algemene onderwerpen
In extensiveringsgebied: de bouwvlakken worden afgestemd op de bestaande situatie; de bouwvlakken worden voorzien van de aanduiding 'intensieve veehouderij'; bouwvlakvergroting is in beginsel niet toegestaan; vergroting is alleen toegestaan indien de vergroting aantoonbaar noodzakelijk is om te voldoen aan wettelijke eisen van dierwelzijn en veterinaire gezondheid, zonder dat het aantal dierplaatsen toeneemt (zie artikel 51.4). In verwevingsgebied: de bouwvlakken worden afgestemd op basis van de mogelijkheden die het vigerende bestemmingsplan biedt, met dien verstande dat de oppervlakte dat in gebruik mag zijn voor de intensieve veehouderij maximaal 1 ha mag bedragen; een grotere oppervlakte in gebruik voor de intensieve veehouderij is alleen toegestaan indien de vergroting aantoonbaar noodzakelijk is om te voldoen aan wettelijke eisen van dierwelzijn en veterinaire gezondheid, zonder dat het aantal dierplaatsen toeneemt; via planwijziging is uitbreiding van het bouwvlak in gebruik voor de intensieve veehouderij tot 1,5 ha mogelijk (zie artikel 51.5.3 onder a); via planwijziging is eveneens uitbreiding van het bouwvlak in gebruik voor de intensieve veehouderij naar meer dan 1,5 ha mogelijk indien (zie artikel 51.5.3 onder b): . de locatie voldoet aan de criteria voor ontwikkellocaties zoals opgenomen in bijlage 5 van de regels; . de locatie voldoet aan de ter plaatse geldende ruimtelijke en milieuhygiënische criteria; . er aandacht wordt besteed aan en ruimte wordt gereserveerd voor een goede landschappelijke inpassing. De in het bestemmingsplan opgenomen regelingen bieden aldus reeds de mogelijkheden waar insprekers om verzoeken. In artikel 51.5.1 onder b is een regeling opgenomen waarin het voor agrarische bedrijven die gelegen zijn in het gebied dat is aangeduid als 'reconstructiewetzone - verwevingsgebied' bij recht is toegestaan om de bedrijfsbebouwing voor intensieve veehouderij of een intensieve veehouderijtak uit te bereiden tot ten hoogste 1 ha. Bij nader inzien is de gemeente tot de conclusie gekomen dat deze regeling het opnemen van de aanduiding 'intensieve veehouderij' voor agrarische bedrijven gelegen in de 'reconstructiewetzone - verwevingsgebied' overbodig maakt. Deze aanduiding wordt dan ook verwijderd en de regelingen in artikel 3 die hiernaar verwijzen worden aangepast. Conclusie De in het bestemmingsplan opgenomen regelingen bieden intensieve veehouderijbedrijven de mogelijkheid om bouwvlakken te vergroten tot 1,5 ha of meer. Bij nader inzien is het gewenst de regeling voor intensieve veehouderijbedrijven zoals opgenomen in artikel 3 op onderdelen aan te passen.
2.9. Landgoederen Samenvatting Landgoedeigenaren en hun vertegenwoordigers wijzen erop dat alle landgoedeigenaren per brief van 6 september hebben voorgesteld op onderdelen in het bestemmingsplan Buitengebied meer aandacht te schenken aan de particuliere landgoederen. Insprekers stellen vast
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Beantwoording algemene onderwerpen
17
dat dit deels is gebeurd, maar dat ook aan een groot aantal zaken niet tegemoet is gekomen. Insprekers dienen de volgende verzoeken in. 1. Wijzigingsbevoegdheid voor meerdere woningen Insprekers stellen vast dat het in een aantal gevallen op grond van het vigerende bestemmingsplan het mogelijk is vrijstelling te verkrijgen voor het landhuis en de bijbehorende oorspronkelijke stallen ten behoeve van de huisvesting van meerdere huishoudens (appartementen). Deze mogelijkheid is in het nieuwe plan vervallen. In artikel 24.4.d wordt slechts vermeld dat het aantal woningen niet mag toenemen. Door nieuwe functies mogelijk te maken, krijgen landgoedeigenaren de gelegenheid hun landgoed te onderhouden en gebouwen te restaureren. Insprekers verzoeken om artikel 24.4.d te schrappen en alsnog een wijzigingsbevoegdheid op te nemen dat meerdere woningen/appartementen in een landhuis en de bijgebouwen gerealiseerd mogen worden. Inspreker wijst op het nieuwe beleid van de Centrale Overheid voor de zogenaamde Plattelandswoning, waardoor het in 2012 veel gemakkelijker wordt om naast agrarische bedrijven ook woningen toe te staan. Inspreker verzoekt de wijzigingsbevoegdheid en de bouwregels van artikel 24.4 hierop aan te passen. 2. Artikel 37 'Waarde - Landgoed' Insprekers verzoeken in artikel 37 een speciale wijzigingsbevoegdheid op te nemen waardoor het mogelijk wordt vrijkomende agrarische gebouwen en andere gebouwen te wijzigen naar wonen, sociale, culturele, kunstzinnige, medische, algemeen maatschappelijke functies, restaurant en horecadoeleinden en/of kantoren. Ook moet het mogelijk worden in vrijkomende agrarische gebouwen met een monumentaal karakter meerdere woningen te realiseren. Eveneens verzoeken insprekers de in artikel 24.1 lid c 1 en e 1 opgenomen maat van 100 m² te wijzigen in 200 m². Voor kantoor aan huis en voor nevenfuncties is een maat van 100 m² niet realistisch. 3. Woningsplitsing voor rijks- en gemeentelijke monumenten Insprekers verzoeken om een woningsplitsingsregeling op te nemen voor rijks- en gemeentelijke monumenten. Insprekers verwijzen naar een regeling uit het bestemmingsplan Buitengebied van de gemeente Hof van Twente. 4. Overige door insprekers naar voren gebrachte aandachtspunten a. Dubbele gebruiksregels moeten niet van toepassing zijn voor landgoederen die vallen onder de Natuurschoonwet. De Natuurschoonwet is erop gericht versnippering van het eigendom van landgoederen alsmede aantasting van het natuurschoon van landgoederen te voorkomen. Het bestemmingsplan behoeft dat niet ook te doen. b. De omschakeling tussen agrarische functies moet zonder meer mogelijk zijn. De NSW verzet zich daar niet tegen. Insprekers verzoeken om boomkwekerijen en fruitteelt zonder ontheffing toe te staan op NSW landgoederen. c. De archeologische kaart is zeer onduidelijk door de vele gradaties. Door de onderzoeksverplichting worden grondeigenaren op hoge kosten gejaagd. Verzocht wordt de archeologische kaart te versimpelen en een minder rigide regelgeving te voeren. d. Verzocht wordt NSW-landgoederen voldoende ontwikkelruimte te geven middels een flexibiliteitsbepaling. Nieuwe functies maken het mogelijk gebouwen te onderhouden en te restaureren. e. Insprekers geven aan dat door diverse landgoedeigenaren landgoedplannen en -visies zijn ingestuurd, maar dat deze vrijwel niet zijn meegenomen in het bestemmingsplan.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
18
f.
g.
h.
i. j. k. l.
Beantwoording algemene onderwerpen
Voor NSW-landgoederen is een snelle functieverandering op landgoederen een eerste vereiste. Insprekers verzoeken voor deze landgoederen extra flexibiliteit op te nemen om functiewijzigingen efficiënt en tijdig door te kunnen voeren. Met het toelaten van nevenactiviteiten op agrarische percelen dient voorzichtig te worden omgegaan. Versnippering en verrommeling van het landschap is ongewenst en kleinschalige economische activiteiten in het buitengebied stimuleren dat. Verzocht wordt om voor NSW-landgoederen een aparte flexibiliteitsbepaling op te nemen die het mogelijk maakt om bij het beëindigen van agrarische bedrijven vervolgfuncties mogelijk te maken. De bouw van eventuele opstallen voor beheer moet niet gekoppeld worden aan de oppervlakte maar aan behoefte. Insprekers stellen voor dit te koppelen aan een oppervlakte van 5 ha. Insprekers verzoeken de mogelijkheid voor functiewijziging voor landhuizen nader te bezien en extra flexibiliteit van functies mogelijk te maken. Insprekers verzoeken voor monumentale panden een flexibele bestemming mogelijk te maken. Hierdoor kan restauratie bespoedigd worden. De analoge plankaarten zijn zeer slecht te lezen en te raadplegen. Insprekers vragen of het inderdaad de bedoeling is dat particuliere landgoedeigenaren hun bezit over te dragen aan Natuurmonumenten of Gelders Landschap ingeval de bestemming van gronden gewijzigd wordt in Natuur. Verzocht wordt artikel 36.2 te schrappen.
Reactie De gemeente stelt vast dat in de voorbereidende fase van het bestemmingsplan Buitengebied met (vertegenwoordigers van) landgoedeigenaren op een aantal momenten overleg is gevoerd en dat dit geleid heeft tot het op onderdelen aanpassen van het concept van het voorontwerpbestemmingsplan. Er is echter nog een groot aantal inspraakreacties ingediend die aanleiding geven tot de volgende beantwoording. 1. Wijzigingsbevoegdheid voor meerdere woningen Met betrekking tot de bestemming Wonen heeft de gemeente in het bestemmingsplan aangegeven dat woningen door meerdere huishoudens bewoond mogen worden, maar dat dit geen recht geeft op meer bouwmogelijkheden, noch wat betreft het hoofdgebouw, noch wat betreft de oppervlakte van bijgebouwen. Deze insteek is ook van toepassing voor de bestemming Wonen - Landhuis hetgeen in de toelichting in paragraaf 5.3 is aangegeven. Dit biedt dus mogelijkheden om bij recht aan meerdere huishoudens huisvesting te bieden binnen de gebouwen die voorzien zijn van de bestemming Wonen - Landhuis. Het aantal woningen mag niet toenemen, wel het aantal huishoudens per woning. Ter zake van het door insprekers genoemde beleid inzake 'plattelandswoningen' is het volgende van belang. Door de minister van Infrastructuur en Milieu is een wetsvoorstel naar de Tweede Kamer gezonden dat er in voorziet om bewoning van (voormalige) agrarische bedrijfswoningen door niet-agrariërs kan worden toegestaan zonder dat dit leidt tot een aanscherping van de milieueisen voor het agrarische bedrijf waarvan de (voormalige) agrarische bedrijfswoning deel uit maakte. Indien dit wetsvoorstel daadwerkelijk in wetgeving is omgezet, zal de gemeente dit verwerken in het bestemmingsplan. Conclusie Dit deel van de reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Beantwoording algemene onderwerpen
19
2. Artikel 37: Waarde - Landgoed' De gemeente onderkent dat in het buitengebied agrarische bedrijven worden opgeheven en dat ondernemers en landgoedeigenaren naar andere gebruiksmogelijkheden zoeken voor deze vrijgekomen agrarische bedrijfscomplexen en voor andere gebouwen op het landgoed. De gemeente staat hier positief tegenover en wil omschakeling van de agrarische bestemming naar een zogeheten vervolgfunctie onder voorwaarden mogelijk maken. Binnen de kaders van het bestemmingsplan wordt alleen de wijziging naar de bestemming Wonen via planwijziging mogelijk gemaakt. Het wijzigen van de agrarische bestemming in andere bestemmingen wordt door de gemeente in het kader van het gemeentelijk 'Functieveranderingsbeleid' beoordeeld en zo nodig door middel van een afzonderlijke procedure mogelijk gemaakt. De gemeente is van oordeel dat de eventuele gevolgen van functieverandering van geval tot geval beoordeeld moeten kunnen worden en dat waar gewenst aanvullende voorwaarden gesteld moeten kunnen worden teneinde negatieve effecten te voorkomen en ruimtelijke kwaliteit te kunnen realiseren. Dan is maatwerk noodzakelijk. De in het bestemmingsplan opgenomen wijzigingsbevoegdheid (artikel 24.4) biedt reeds de mogelijkheid om de bestemming Wonen - Landhuis te wijzigen ten behoeve van horecadoeleinden. De in het bestemmingsplan opgenomen begripsbepaling voor horeca (artikel 1.52) en de Staat van Horeca-activiteiten maken duidelijk dat een hotel en een restaurant daarmee mogelijk worden. Bij nader inzien is de gemeente van oordeel dat het gewenst is in artikel 24.4 ter zake van het begrip 'horecadoeleinden' nadrukkelijk aan te geven dat het om activiteiten gaat die gerekend worden tot maximaal categorie 1b van de Staat van Horeca-activiteiten. Bij nader inzien is de gemeente ten aanzien van de in artikel 24.4 opgenomen regeling van oordeel dat het niet noodzakelijk is dat de woonfunctie wordt opgeheven alvorens van de wijzigingsbevoegdheid gebruik kan worden gemaakt. Dit deel van de regeling wordt dan ook geschrapt. In artikel 24.3.1 is onder a de mogelijkheid opgenomen om via afwijking het maximum oppervlak in gebruik voor de nevenfuncties te vergroten tot een maximum van 350 m². De gemeente is van oordeel dat de bij recht opgenomen maat van 100 m², in combinatie met het wonen, passende mogelijkheden biedt voor het uitoefenen van een nevenfunctie. Via afwijking is het mogelijk maatwerk te bieden. Conclusie Dit deel van de reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De regels en de toelichting worden aangepast. 3. Woningsplitsing voor rijks- en gemeentelijke monumenten Zoals in de reactie onder 1 reeds is aangegeven, heeft de gemeente met betrekking tot de bestemming Wonen de beleidslijn gekozen dat woningen door meerdere huishoudens bewoond mogen worden, maar dat dit geen recht geeft op meer bouwmogelijkheden, noch wat betreft het hoofdgebouw, noch wat betreft de oppervlakte van bijgebouwen. Deze insteek biedt ook voor rijks- en gemeentelijke monumenten de mogelijk van bewoning door meerdere huishoudens. Conclusie Dit deel van de reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. 4. Overige door insprekers naar voren gebrachte aandachtspunten Ten aanzien van de naar voren gebrachte aandachtspunten wordt de volgende reactie gegeven.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
20
Beantwoording algemene onderwerpen
a. Dubbele gebruiksregels Met insprekers is de gemeente van oordeel dat dubbele regelgeving zoveel mogelijk voorkomen moet worden. Dat laat evenwel onverlet dat, waar dat noodzakelijk of gewenst is, regelingen inzake het gebruik in het bestemmingsplan worden opgenomen. In artikel 37 Waarde - Landgoed heeft afstemming op de Natuurschoonwet 1928 plaatsgevonden. Wat betreft het gebruik van gronden is de gemeente van oordeel dat de regeling in artikel 37.5 (wijziging ten behoeve van andere functies) terecht in het bestemmingsplan een plaats heeft gekregen, omdat de aan de orde zijnde belangenafweging breder is dan hetgeen waarin de Natuurschoonwet voorziet. Conclusie Dit deel van de reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. b. Omschakeling tussen agrarische functies De impact van de verschillende agrarische productietakken op de omgeving en het landschap is niet voor alle agrarische productietakken gelijk. Om deze reden worden alleen de productietakken grondgebonden veehouderij en akkerbouw en vollegrondstuinbouw bij recht mogelijk gemaakt. Omschakeling naar productietakken zoals bosbouw, sierteelt, fruitteelt of boomkwekerij wordt via afwijking mogelijk gemaakt om via deze weg te beoordelen of de impact op de omgeving en het landschap aanvaardbaar is. Omdat niet op voorhand gezegd kan worden dat binnen NSW-landgoederen de impact aanvaardbaar is, wordt omschakeling tussen de functies niet bij recht mogelijk gemaakt. Conclusie Dit deel van de reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. c. Archeologische kaart De gemeente onderkent dat de analoge verbeelding van de bestemmingen Waarde - Archeologie tot een complex kaartbeeld heeft geleid. De digitale raadpleegbaarheid van de verbeelding biedt in deze echter meer helderheid omdat enkel de op het betreffende perceel van toepassing zijnde dubbelbestemming in beeld komt. Ter zake van de opmerkingen over de inhoud van de bestemmingen Waarde - Archeologie wordt verwezen naar de beantwoording onder 2.4. Conclusie Dit deel van de reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. d. Ontwikkelruimte Zoals eerder aangegeven, staat de gemeente positief tegenover ontwikkelingen die het behoud van landgoederen mogelijk maken. Onder voorwaarden zal de gemeente ook zeker meewerken aan de omschakeling van de agrarische en andere bestemmingen naar een zogeheten vervolgfunctie. Binnen de kaders van het bestemmingsplan wordt echter alleen de wijziging naar de bestemming Wonen via planwijziging mogelijk gemaakt. Het wijzigen van de agrarische en andere bestemmingen in andere bestemmingen wordt door de gemeente in het kader van het gemeentelijk 'Functieveranderingsbeleid' beoordeeld en zo nodig door middel van een afzonderlijke procedure mogelijk gemaakt. De gemeente is van oordeel dat de eventuele gevolgen van functieverandering van geval tot geval beoordeeld moeten kunnen worden en dat waar gewenst aanvullende voorwaarden gesteld moeten kunnen worden teneinde negatieve effecten te voorkomen en ruimtelijke kwaliteit te kunnen realiseren. Dan is maatwerk noodzakelijk.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Beantwoording algemene onderwerpen
21
Conclusie Dit deel van de reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. e. Landgoedplannen en -visies De gemeente neemt kennis van de opmerking dat diverse landgoedeigenaren over landgoedplannen en -visies beschikken. In een aantal gevallen is de gemeente ook in overleg met landgoedeigenaren over de inhoud van deze plannen en visies en de wijze van vertaling in bestemmingsplannen. De gemeente stelt vast dat de thans bekend plannen en visies onvoldoende concreet zijn om vertaald te kunnen worden in het bestemmingsplan Buitengebied. Met deze plannen en visies heeft de gemeente ook nog niet ingestemd. Als de plan- en visievorming verder is uitgekristalliseerd en de gemeente heeft hiermee ingestemd, zal op basis hiervan in overleg met de betrokken landgoedeigenaren maatwerk worden geleverd. Conclusie Dit deel van de reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. f. Nevenactiviteiten op agrarische percelen Het gemeentelijk beleid inzake het buitengebied is mede gericht op het tegengaan van versnippering en verrommeling. Tegen die achtergrond wordt invulling gegeven aan het beleid om verbreding van de agrarische bedrijven mogelijk te maken. Nieuwe economische dragers in de vorm van nevenfuncties op agrarische bedrijven dragen bij aan het in stand houden van een vitaal buitengebied. Vanzelfsprekend dienen daarbij eventuele negatieve effecten voorkomen te worden. Door middel van voorlichting wil de gemeente ondernemers ondersteunen, door middel van gepaste regelgeving worden ontwikkelingen gestuurd. Deze beleidslijn geldt in gelijke mate voor agrarische ondernemers als voor landgoedeigenaren. Conclusie Dit deel van de reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. g. Vervolgfuncties agrarische bedrijven op NSW-landgoederen Verwezen wordt naar de reactie onder d. Conclusie Dit deel van de reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. h. Opstallen voor beheer De gemeente onderkent dat in de vigerende regeling in artikel 26 (Landgoed) per landgoed ruimte wordt geboden voor het realiseren van een beheergebouw met een oppervlakte van 100 m² en dat via vrijstelling per 15 ha een aanvullende oppervlakte van 20 m² is toegestaan tot een maximum van 400 m² voor alle bijgebouwen. In de in het bestemmingsplan Buitengebied opgenomen regeling (zie artikel 37.2 en 37.3) is een beheergebouw toegestaan met een oppervlakte van 150 m² ten behoeve van landgoederen met een oppervlakte van minimaal 50 ha. Bij nader inzien is de gemeente van oordeel dat het gewenst is deze regeling aan te passen rekening houden met het gegeven dat veel landgoederen kleiner zijn dan 50 ha. De in de regeling opgenomen maat van 50 ha wordt verkleind naar 25 ha. Gelijktijdig wordt de maatvoering van het op te richten beheergebouw gesteld op maximaal 100 m². In combinatie met de in het bestemmingsplan opgenomen afwijkingsregeling worden er naar het oordeel van de gemeente voldoende mogelijkheden geboden voor een doelmatig beheer van landgoederen.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
22
Beantwoording algemene onderwerpen
Conclusie Dit deel van de reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De regels en toelichting worden aangepast. i. Functiewijziging landhuizen Verwezen wordt naar de reactie onder d. Conclusie Dit deel van de reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. j. Flexibele bestemming monumentale panden Artikel 24.4 biedt via planwijziging de mogelijkheid om de bestemming Wonen - Landhuis te wijzigen in andere bestemmingen. Deze mogelijkheid kan ook worden ingezet om de bestemming van monumentale panden te wijzigen. Voor zover deze wijzigingsbevoegdheid onvoldoende mogelijkheden biedt, kan binnen de kaders van het gemeentelijk 'Functieveranderingsbeleid' gezocht worden naar andere mogelijkheden. Conclusie Dit deel van de reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. k. Leesbaarheid analoge plankaarten De gemeente streeft, binnen de mogelijkheden die de SVBP2008 biedt, naar heldere en leesbare plankaarten, zowel analoog als digitaal. De veelheid van bestemmingen en aanduidingen leidt er in een aantal gevallen toe dat de leesbaarheid van de analoge plankaarten inderdaad lastig is, de gemeente onderkent dat. Om die reden is ervoor gekozen om een aantal dubbelbestemmingen op een afzonderlijke kaart aan te geven. De digitale verbeelding biedt op perceelsniveau meer duidelijkheid omdat alle afzonderlijke enkel- en dubbelbestemmingen zichtbaar worden gemaakt. In het vervolgtraject wordt door de gemeente waar mogelijk bezien of de leesbaarheid van de analoge plankaarten nog verbeterd kan worden. Conclusie Dit deel van de reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. l. Wijziging in bestemming Natuur De regeling in artikel 36.2 behoeft inderdaad aanpassing. Het is zeker niet de insteek van de gemeente dat deze gronden te allen tijde aan een natuurbeherende instantie worden overgedragen. In de regeling zal worden opgenomen dat een besluit tot planwijziging ook wordt genomen als er afspraken zijn gemaakt met betrekking tot de inspanningsverplichtingen en vergoedingen om tot bepaalde natuurdoeltypen te komen en deze afspraken in een conceptnotariële akte zijn vastgelegd. Conclusie Dit deel van de reactie leidt tot aanpassing van de regels van het bestemmingsplan.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
23
3. Overlegreacties
Het voorontwerpbestemmingsplan Buitengebied d.d. 20 oktober 2011 is aan de volgende overleginstanties toegezonden: 1. provincie Gelderland, afdeling TALO; 2. VROM-inspectie; 3. Vitens Gelderland; 4. gemeente Olst-Wijhe; 5. gemeente Apeldoorn; 6. Ministerie van Defensie, Commando dienstencentra; 7. Rijkswaterstaat Oost-Nederland; 8. Waterschap Veluwe; 9. Pro Rail. 10. gemeente Deventer; 11. gemeente Zutphen; 12. gemeente Brummen; 13. gemeente Epe; 14. gemeente Lochem; 15. NuonLiander. Van de onder 1 t/m 7 genoemde instanties is een schriftelijk reactie ontvangen. De ontvangen reacties worden onderstaand samengevat en beantwoord. De reactie van Waterschap Veluwe (nr. 8) is verwerkt als een inspraakreactie. Verwezen wordt naar inspraakreactie nummer 122. Van de overige instanties is geen reactie ontvangen. 1. Provincie Gelderland (brief d.d. 19 december 2011) De reactie van de provincie Gelderland wordt per onderdeel samengevat en beantwoord.
Provinciale belangen Ecologische hoofdstructuur De provincie geeft aan dat het provinciaal beleid voor de EHS niet goed in het plan is verwerkt. In het vervolg van de reactie van de provincie wordt dit nader uitgewerkt (zie onder andere de opmerkingen over de regels Waarde-Ecologie-EHS). Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording van de specifieke provinciale opmerkingen. Functieverandering De provincie ondersteunt de gemeentelijke aanpak inzake functieverandering. Er worden wel vraagtekens gezet bij de wijze waarop wordt omgegaan met de opslag van boten en caravans (regel 3.3.9). Maximaal 1.000 m² van de aanwezige bebouwing mag worden benut
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
24
Overlegreacties
voor deze opslag. Het is voor de provincie echter niet duidelijk welke eisen de gemeente stelt aan de sloop van de overige opstallen en de oprichting van nieuwbouw c.q. nieuwe functies? De provincie verzoekt de gemeentelijke visie verder uit te werken. Beantwoording Bij de behandeling van het Beleidskader Functieverandering heeft de raad een motie aangenomen met de volgende strekking (21 april 2008): De raad spreekt uit dat bij functiewijziging van een bestaand agrarisch gebouw naar de opslag of stalling van caravans, boten of andere materialen, waarbij geen nieuwbouw aan de orde is, géén vereiste moet gelden voor sloop van bestaande bebouwing en dringt er bij PS op aan op dit punt binnen het provinciale beleid een adequate, dat wil zeggen uitvoerbare en handhaafbare oplossing te creëren en draagt het college op om dit onderwerp zowel ambtelijk als bestuurlijk met de provincie Gelderland te bespreken en aan te dringen op een adequate oplossing. Bij het aannemen van deze motie hebben de volgende overwegingen een belangrijke rol gespeeld: er is behoefte aan opslagcapaciteit voor caravans en boten; door het mogelijk maken van deze functie worden bestaande (voormalige) agrarische gebouwen onderhouden en dat voorkomt verpaupering van het erf; toepassing van de sloopverplichting vanuit het Functieveranderingsbeleid leidt tot vermindering van de opslagcapaciteit waardoor de functie nog maar beperkt uitgeoefend kan worden. Na het aannemen van deze motie is voor bestaande situaties naar een oplossing gezocht. In het verlengde hiervan is in het voorontwerpbestemmingsplan de volgende regeling opgenomen: op nader aangegeven locaties is binnen de bestemming Agrarisch 1.000 m² opslag van caravans toegestaan; in artikel 3.3.9 is bepaald dat met een afwijking de oppervlakte aan bebouwing voor onder andere de nevenfunctie opslag van caravans en boten tot maximaal 1.000 m² mag worden vergroot; binnen de bestemming Bedrijf is caravanstalling en opslag als specifieke activiteit aangeduid met een maximale oppervlakte. Hiermee zijn de bestaande/bekende locaties geregeld met een bestemming Bedrijf met nadere aanduiding (cs) of als nevenfunctie bij een agrarisch bedrijf. De gemeente stelt vast dat op basis van deze regelingen nieuwbouw bij een agrarisch bedrijf voor deze nevenfunctie op basis van artikel 3.3.9 mogelijk is. Bovendien is binnen de bestemming Bedrijf omwisseling naar een andere functie mogelijk als men binnen dezelfde milieucategorie blijft. Bij nader inzien is de gemeente van oordeel dat beide ontwikkelingsmogelijkheden ongewenst zijn. In het verlengde hiervan wordt de regeling als volgt aangepast. Bestaande situaties worden positief bestemd met de bestemming Bedrijf nader aangeduid met 'caravanstalling'. In de bestemming Bedrijf wordt opgenomen dat deze aanduiding niet gewijzigd kan worden in een andere bedrijfsactiviteit. Hier is uitsluitend de opslag van caravans toegestaan. Bij agrarisch bedrijven worden bestaande caravanstallingen als nevenfunctie toegestaan. Hierbij gaat het om de bestaande oppervlakte. Via afwijking kan de in gebruik zijnde oppervlakte eventueel uitgebreid worden naar maximaal 1.000 m². Nieuwbouw ten behoeve van de nevenfunctie caravanstalling en de opslag van boten is niet toegestaan.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Overlegreacties
25
In nieuwe situaties kan bij een agrarisch bedrijf caravanstalling als nevenfunctie met een afwijking worden toegestaan. Hierbij worden de volgende voorwaarden opgenomen: oppervlakte in gebruik: maximaal 1.000 m²; geen nieuwbouw ten behoeve van caravanstalling en de opslag van boten; als agrarische functie komt te vervallen, kan de caravanstalling worden gehandhaafd, maar er mag geen wisseling plaatsvinden naar een andere bedrijfsactiviteit; er dient zorg gedragen te worden voor een goede landschappelijk inpassing. Intensieve veehouderij De provincie geeft aan dat het provinciale beleid goed in het plan is verwerkt. Beantwoording Deze reactie wordt voor kennisgeving aangenomen. Landgoederen De provincie geeft aan dat het provinciale beleid goed in het plan is verwerkt. Beantwoording Deze reactie wordt voor kennisgeving aangenomen. Niet-agrarische bedrijvigheid in het buitengebied De provincie geeft aan dat aan een aantal niet-agrarische bedrijven in het buitengebied fors meer uitbreidingsruimte wordt toegestaan dan 20%. De provincie verzoekt inzichtelijk te maken welke afweging de gemeente in deze gemaakt heeft. Onduidelijk is op welke wijze de vigerende planologische ruimte is verwerkt. De provincie verzoekt om duidelijk te maken waarom een aantal niet-agrarische bedrijven in het kader van dit bestemmingsplan wordt gelegaliseerd. De provincie stelt vast dat bedrijfsmatige activiteiten die in het vigerende bestemmingsplan onder de bestemming Woondoeleinden waren geregeld en waarbij de oppervlakte die hiervoor in gebruik is meer bedraagt dan 100 m², in het bestemmingsplan Buitengebied wordt aangemerkt als bedrijf en als zodanig wordt bestemd. De provincie verzoekt aan te geven voor welke bedrijven dit geldt en verzoekt aan te geven of de gemeente zicht heeft op de toekomstige ontwikkelingen bij de mogelijkheden die dit bestemmingsplan biedt. De provincie geeft in overweging om ter zake van al dan niet toe te laten niet-agrarische bedrijvigheid een afweging te maken in relatie tot de diverse landschapstypen. Beantwoording Alle in het buitengebied aanwezige niet-agrarische bedrijven zijn door de gemeente geïnventariseerd (zie bijlage 5 van de toelichting). Daarbij is vastgesteld dat een aantal bedrijven over meer bedrijfsbebouwing beschikt dan in de Ruimtelijke verordening Gelderland is aangegeven (375 m²). Ook beschikken bedrijven op basis van het vigerende bestemmingsplan nog over planologische uitbreidingsruimte. Voor deze bedrijven is de thans aanwezige dan wel vigerende planologische ruimte als maximaal bebouwingsoppervlak in het bestemmingsplan opgenomen. Er worden niet meer mogelijkheden geboden. Wanneer de oppervlakte aan bedrijfsbebouwing kleiner is dan 375 m², worden beperkte uitbreidingsmogelijkheden geboden met een maximum van 20% conform de provinciale richtlijnen.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
26
Overlegreacties
Tijdens de inventarisatie heeft de gemeente vastgesteld dat in een aantal gevallen kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten een oppervlakte aan bedrijfsbebouwing in gebruik hebben die groter is dan 100 m². Deze niet-agrarische bedrijfsactiviteiten zijn in het vigerende bestemmingsplan geregeld binnen de bestemming Woondoeleinden. De gemeente is van oordeel dat het in de rede ligt deze activiteiten thans te regelen binnen de bestemming Bedrijf. Het betreft een negental bedrijven. De in het voorontwerpbestemmingsplan opgenomen 100 m²-regeling zal door de gemeente stringent worden gehandhaafd. Aan verzoeken om uitbreiding van het in gebruik zijnde oppervlak zal in principe geen medewerking worden verleend. Het voorstel van de provincie om de toelaatbaarheid van bedrijfsmatige activiteiten in de vorm van bedrijf-aan-huis te zoneren per landschapstype neemt de gemeente niet over. Bedrijfsmatige activiteiten in de vorm van bedrijf-aan-huis zijn per definitie ondergeschikt aan de hoofdfunctie en dat zal ook gelden voor de ruimtelijke uitstraling. Zoneren uit ruimtelijk oogpunt is naar het oordeel van de gemeente dan ook niet zinvol en niet goed te onderbouwen. Natura 2000 De provincie stelt vast dat in het bestemmingsplan onvoldoende rekening is gehouden met de mogelijke gevolgen van het Natura 2000-gebied Uiterwaarden IJssel. De provincie verwacht dat de verrichte planMER onvoldoende inzicht geeft in de mogelijk (significante) gevolgen van de verdere ontwikkeling van agrarische bedrijven voor het Natura 2000-gebied. De provincie beveelt aan de planMER aan te passen mede gezien recente jurisprudentie in deze. Beantwoording Bij nader inzien is de gemeente van oordeel dat het inderdaad gewenst is om ter uitbreiding en verdere onderbouwing van de reeds opgestelde planMER een kwantitatieve analyse uit te voeren. De uitkomsten van deze nader analyse worden in het ontwerpbestemmingsplan verwerkt. Waardevol landschap De provincie is van oordeel dat het provinciaal beleid voor waardevolle landschappen niet goed in het bestemmingsplan is verwerkt. De kernkwaliteiten van de provinciale Waardevolle landschappen Noordelijke IJsselvallei en IJsseluiterwaarden komen in het bestemmingsplan niet aan de orde. De provincie verzoekt deze kernkwaliteiten te vertalen in de in het bestemmingsplan opgenomen dubbelbestemmingen Waarde - Landschap. Beantwoording De in het bestemmingsplan opgenomen zonering in landschappelijk waardevolle gebieden is afgestemd op het gemeentelijk Landschapsontwikkelingsplan (LOP). Zoals in hoofdstuk 2 onder 2.7 reeds is aangegeven, is de gemeente bij nader inzien van oordeel dat de gekozen systematiek met een regeling voor Waarde - Landschap in 7 deelgebieden onnodig complex is en in de uitvoeringspraktijk onvoldoende mogelijkheden biedt om doelmatig te toetsen en te sturen. Om die reden kiest de gemeente thans voor een regeling waarbij gebruikgemaakt wordt van één dubbelbestemming Waarde - Landschap. In deze dubbelbestemming worden alle in het buitengebied van Voorst te behouden, te beschermen, te versterken en te ontwikkelen landschapswaarden benoemd. In de regeling wordt een vergunningenstelsel voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden opgenomen. In een tabel wordt per onderscheiden waarde aangegeven voor welke werken en werkzaamheden een uitvoeringsverbod geldt.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Overlegreacties
27
Ook de door de provincie aangegeven kernkwaliteiten van de provinciale Waardevolle Landschappen krijgen in deze dubbelbestemming Waarde - Landschap een plaats. In de relevante afwegingskaders voor het verlenen van een vergunning voor werken en werkzaamheden en voor het toepassen van afwijkings- en wijzigingsbevoegdheden geven wij aan dat aanwezige landschappelijke waarden niet onevenredig aangetast mogen worden. Bij de beoordeling van de 'onevenredige aantasting' wordt vervolgens teruggegrepen op het LOP waarin de betreffende landschappelijke waarden zijn gespecificeerd en de beschrijving van de kernkwaliteiten van de provinciale Waardevolle landschappen. In specifieke gevallen neemt de gemeente als voorwaarde voor toepassing van de bevoegdheid op dat moet worden voorzien in een adequate landschappelijke inpassing. Weidevogel- en ganzengebieden De provincie is van oordeel dat in het bestemmingsplan onvoldoende rekening wordt gehouden met het provinciale beleid gericht op de bescherming van weidevogel- en ganzengebieden. De provincie verzoekt het plan hierop aan te passen. Beantwoording In de gemeente komen drie gebieden voor die door de provincie zijn aangeduid als weidevogel- en ganzengebied. Het gaat om een gebied ten noorden van Nijbroek, een gebied tussen Teuge en Nijbroek en een gebied in en nabij de uiterwaarden ten noordoosten van Voorst. Binnen de in het bestemmingsplan opgenomen dubbelbestemming Waarde - Landschap zullen deze weidevogel- en ganzengebieden voorzien worden van een nadere aanduiding met regels die gericht zijn op het beschermen van deze gebieden. Waterwingebied De provincie geeft aan dat het provinciale beleid goed in het plan is verwerkt. Beantwoording Deze reactie wordt voor kennisgeving aangenomen. De opmerking over artikel 51.3 wordt verwerkt.
Toelichting Landbouw De provincie vraagt aan te geven op welke wijze de huidige praktijk heeft doorgewerkt in de in het plan opgenomen regels. De provincie vraagt in de regelgeving de bescherming van landschaps- en natuurwaarden een duidelijker plaats te geven. Beantwoording Ontwikkelingen in het buitengebied hebben in algemene zin een rol gespeeld bij het invullen van het gemeentelijk beleid voor het buitengebied en het concretiseren van dat beleid in regelgeving. De ruimtelijke beleidsvisie voor het buitengebied is onderbouwd en beschreven in vele gemeentelijke beleidsdocumenten, waaronder de Ruimtelijke Toekomstvisie Voorst. In de voorbereiding van het bestemmingsplan is deze visie en de voorgenomen uitwerking in regelgeving getoetst onder andere in de Klankbordgroep en in de gesprekken tijdens het tafeltjesoverleg. Dat heeft duidelijk gemaakt dat op te nemen regels handhaafbaar en uitvoerbaar moeten zijn en moeten bijdragen aan het realiseren van de doelstellingen van het bestemmingsplan. In de toelichting (paragraaf 5.1) wordt dit nader aangegeven.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
28
Overlegreacties
De gemeente is van oordeel dat de in het buitengebied aanwezige landschaps- en natuurwaarden op passende wijze worden beschermd door de in het bestemmingsplan opgenomen dubbelbestemming Waarde - Landschap. Onderkend wordt dat in de enkelbestemming Agrarisch de betekenis van de aanwezige landschaps- en natuurwaarden niet eenduidig is af te lezen, omdat hier in het analoge spoor geen relatie wordt gelegd naar de dubbelbestemmingen. In het digitale spoor is die relatie wel duidelijk. In het verlengde hiervan zal artikel 3 worden aangevuld met een verwijzing naar de dubbelbestemming. Wonen De provincie geeft aan de regeling te ondersteunen die het mogelijk maakt extra bijgebouwen te realiseren als een burger over ten minste 2,5 ha grond in het buitengebied beschikt. Beantwoording De reactie wordt voor kennisgeving aangenomen. Aanvullend wordt erop gewezen dat de gemeente bij nader inzien van oordeel is dat de opgenomen maat van 2,5 ha dient te worden aangepast naar 1,0 ha. Deze maat sluit meer aan op de praktijk van het buitengebied en biedt meer inwoners de gelegenheid een waardevolle bijdrage te leveren aan het beheer en behoud van het buitengebied. Cultuurhistorie De provincie geeft aan dat er in het bestemmingsplan voldoende is rekening gehouden met cultuurhistorie. Wel wordt aanbevolen om cultuurhistorie explicieter te benoemen in hoofdstuk 2 van de toelichting. De provincie stelt vast dat er in de regels geen dubbelbestemming Waarde - Cultuurhistorie is opgenomen, waar in de toelichting wel over gesproken wordt. De provincie is van oordeel dat de historische (steden)bouwkunde als onderdeel van de cultuurhistorie wat onderbelicht blijft in het bestemmingsplan, nu er geen regeling is voor beeldbepalende panden. Beantwoording Mede naar aanleiding van de provinciale reactie is het onderdeel cultuurhistorie nogmaals bezien. In het verlengde hiervan is de tekst van paragraaf 3.3 van de toelichting aangepast en aangevuld. Terecht constateert de provincie dat er geen sprake is van een dubbelbestemming Waarde Cultuurhistorie. De toelichting wordt aangepast. De regeling voor de bescherming van cultuurhistorische waarden is opgenomen in artikel 51.6 onder de naam 'historische waarden'. Lichtvervuiling De provincie geeft in overweging in bepaalde landschapstypen waar donkerte een kernkwaliteit is, geen verlichting of lagere lichtmasten toe te staan en verzoekt dit in de regels te vertalen. Beantwoording Donkerte is een kernkwaliteit in de provinciale Waardevolle Landschappen en wordt als zodanig opgenomen in de dubbelbestemming Waarde - Landschap. Bij het toetsen van verzoeken om omgevingsvergunning wordt waar dat relevant is de kwaliteit 'donkerte' betrokken.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Overlegreacties
29
Beekbergse Poort De provincie verzoekt om in de toelichting van het bestemmingsplan nadrukkelijk aandacht te besteden aan het project Beekbergse Poort en de realisatie hiervan expliciet in de regels op te nemen. De provincie heeft samen met de gemeente de Handreiking bestemmingsplannen Beekbergse en Soerense Poort (januari 2011) opgesteld met daarin voorstellen voor een uniforme planologisch juridische regeling. Deze Handreiking heeft geen formele status maar is bedoeld als handreiking voor gemeente en provincie. Verzocht wordt het bestemmingsplan hierop aan te passen. Beantwoording De gemeente stelt vast dat de in het bestemmingsplan opgenomen regeling voorziet in de voorstellen die zijn opgenomen in de Handreiking bestemmingsplannen Beekbergse en Soerense Poort. De Handreiking biedt als zodanig geen extra zaken die in het bestemmingsplan geregeld moeten worden. Biomassavergisting De provincie verzoekt in de regelingen die de nevenfunctie biomassavergisting mogelijk maken, op te nemen dat een goede landschappelijke inpassing een voorwaarde is voor het toestaan van deze ontwikkeling. Beantwoording Met het verzoek wordt ingestemd. Een goede landschappelijke inpassing zal als voorwaarde voor het toestaan van de nevenfunctie biomassavergisting worden toegevoegd. Aanvullend is de gemeente bij nader inzien van oordeel dat het gewenst en verantwoord is om biomassavergisting als nevenfunctie mogelijk te maken bij de twee in het buitengebied gevestigde loonbedrijven. Artikel 4 (Bedrijf) wordt in deze zin aangepast. Waterstaat - Waterveiligheid De provincie verzoekt om de bestemmingsplannen Buitengebied en Voorsterklei goed op elkaar af te stemmen, gegeven het belang dat gemoeid is met de Ruimte voor de Rivierontwikkelingen die met het laatstgenoemde plan worden mogelijk gemaakt. Beantwoording Afstemming met het bestemmingsplan Voorsterklei en de ontwikkelingen die hierin worden voorzien heeft plaatsgevonden.
Regels Artikel 3 Agrarisch In de bestemming Agrarisch is onder artikel 3.1.e een agrarisch loonbedrijf opgenomen. Deze komt ook voor bij de bestemming 'Bedrijf'. Welke afweging heeft de gemeente gemaakt bij de bestemmingskeuze? Verder is onduidelijk wat de gemeente verstaat onder de term 'plattelandsbedrijf' (artikel 3.1.j)? Artikel 3.3.9 biedt de mogelijkheid om de oppervlakte aan bebouwing bij de nevenfunctie ten behoeve van opslag van boten en caravans te vergroten tot maximaal 1.000 m². Bij strikte toepassing van deze regel is echter geen sloopeis opgenomen. De provincie verzoekt de regeling aan te passen gelet op het gestelde in voorliggend advies onder 'Functieverandering'.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
30
Overlegreacties
Bij toepassing van wijzigingsbevoegdheden of afwijking van de bouwregels, zoals opgenomen in artikel 3, dienen ook de landschaps- en natuurwaarden te worden meegenomen in de overweging tot wijziging of afwijking. Dit geldt voor de percelen waarbij de aanduiding EHS en waardevol landschap van toepassing is. Zo is bij artikel 3.6.1 Vergroten van het bouwvlak geen aansluiting opgenomen ten behoeve van het niet aantasten van kernkwaliteiten van EHS of Waardevol Landschap. De provincie verzoekt dit alsnog te doen. Uitzondering hierop zijn de artikelen 3.3.6 en 3.5.1. De aandacht voor landschappelijke inpassing ingeval van 3.3.2.i (paardenbakken, kuilvoerplaten en mestopslag) wordt ondersteund. In artikel 3.6.4 kan naast wijziging naar 'Natuur' een wijziging naar 'Bos' ook wenselijk zijn. In de toelichting is opgenomen dat bij het beoordelen van verzoeken om bouwvlakken te vergroten of te veranderen, met name de afweging tussen de agrarische noodzaak en het behoud van ruimtelijke kwaliteit (zoals opgenomen in het Landschapsontwikkelingsplan) van belang is. Volgens de gemeente biedt de wijzigingsbevoegdheid dan ook een goede mogelijkheid om tot een zorgvuldige en evenwichtige afweging van beide belangen te komen. Aan de wijzigingsbevoegdheid worden criteria gekoppeld die een dergelijke afweging nader reguleren. Naar de mening van de provincie ontbreekt de betreffende belangenafweging ten aan zien van landschap en ruimtelijke kwaliteit volledig. Alleen de agrarische noodzaak is hierin opgenomen. De provincie benadrukt de aanpassing van de regels hieromtrent. Beantwoording Een loonbedrijf is als agrarisch loonbedrijf aangemerkt als er ook sprake is van een aanzienlijke agrarische productietak. In situaties waarin dat niet het geval is, is het loonbedrijf aangemerkt als Bedrijf. Het begrip Plattelandsbedrijf wordt toegevoegd aan de begripsomschrijvingen. Een plattelandsbedrijf is een bedrijf met aan het platteland gelieerde functies zoals recreatie, cultuur, educatie, zorg, detailhandel in streekeigen producten, horeca in categorie 1a van de Staat van Horeca-activiteiten en ambachtelijke functies die een sterke link hebben met het platteland. Artikel 3.3.9 wordt aangepast in verband met het gestelde onder caravan- en botenstalling. Verwezen wordt naar de beantwoording van de reactie over Functieverandering. Bij de toepassing van wijzigingsbevoegdheden wordt nadrukkelijker een verband gelegd met de dubbelbestemming Waarde - Landschap. De dubbelbestemming Waarde - Landschap wordt aangepast naar aanleiding van de opmerkingen van de provincie over de provinciale Waardevolle Landschappen. Dit geldt onder andere voor de wijzigingsbevoegdheid voor het vergroten/veranderen van bouwvlakken. Ingestemd wordt met het voorstel om in artikel 3.6.4 ook een wijziging naar de bestemming Bos op te nemen. Artikel 4 Bedrijf Middels artikel 4.5 zijn het college van burgemeester en wethouders bevoegd de bedrijfsaanduiding te verwijderen. Het is aannemelijk dat dit in bepaalde gevallen erg wenselijk is. Echter, de bestemming blijft dan wel Bedrijf, waardoor een nieuw bedrijf zich kan vestigen. Het is de vraag of dit voor elke locatie wenselijk is. Kan de gemeente inschatten of op bepaalde locaties wijziging van de bestemming wenselijk is, bijvoorbeeld gelet op natuur- en/of landschapswaarden?
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Overlegreacties
31
Beantwoording Bij nader inzien is de gemeente van oordeel dat het inderdaad gewenst is om bij een bedrijfsbeëindiging de gehele bestemming Bedrijf te verwijderen en niet alleen de aanduiding. In het verlengde hiervan is de gemeente van oordeel dat het gewenst is in het artikel Bedrijf een wijzigingsbevoegdheid op te nemen op basis waarvan de bestemming Bedrijf omgezet kan worden in de vervolgfunctie Wonen. Voor deze regeling wordt aangesloten bij artikel 3.6.3. Artikel 5 Bos Artikel 5.3.c vermeldt dat het gebruik van de gronden als parkeer- en/of kampeerterrein uitsluitend is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - hondendressuurterrein'. Waarom kiest de gemeente voor deze specifieke gebruiksregel? Hoe verhoudt zich dit tot de aanwezige en potentiële natuur- en landschapswaarden? Beantwoording Het betreft hier het bestemmen van een bestaande situatie. Artikel 13 Natuur De bouwregels in de bestemming 'Natuur' staan bebouwing toe. De provincie verzoekt op te nemen dat de bebouwing functioneel gebonden moet zijn aan onderhoud en beheer van het betreffende gebied. Ook aan de situering van de bebouwing kunnen eisen worden gesteld, gerelateerd aan de aanwezige natuur- en landschapstypen. De bebouwing mag maximaal 150 m² bedragen per natuurgebied. Wat stelt de gemeente dan als 'natuurgebied? Hoe wordt dit bepaald? De provincie verzoekt dit te verduidelijken zodat wordt voorkomen dat te veel bebouwing wordt opgericht in deze bestemming. Zou het nog handig kunnen zijn in de bestemming 'Natuur' een wijzigingsmogelijkheid op te nemen naar 'Bos' en vice versa? Beantwoording De bouwregels zijn in de gevraagde zin aangepast. Aan de bestemming Bos is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om de bestemming te wijzigen in Natuur. Artikel 15 Recreatie dagrecreatie 2 Artikel 15.4 biedt een wijzigingsbevoegdheid ten behoeve van toevoeging van nieuwe bouwvlakken. Het betreft ten hoogste 5 nieuwe bouwvlakken, per bouwvlak een oppervlakte van ten hoogste 900 m² en de oppervlakte aan bebouwing bedraagt ten hoogste 360 m². De provincie vraagt de gemeente inzichtelijk te maken wat dit precies betreft? Heeft de gemeente reeds een idee van de ontwikkelingsrichting? Beantwoording De in het bestemmingsplan opgenomen ontwikkelingsmogelijkheden zijn ontleend aan het vigerende bestemmingsplan voor Bussloo. Artikel 18.3 Afwijken van de bouwregels De provincie is verheugd dat in de regels is opgenomen dat bij het afwijken de bestaande landschappelijke, cultuurhistorische en natuurwaarden in de directe omgeving niet onevenredig mogen worden aangetast. Dit heeft betrekking op de bouwhoogte van de lichtmast. De provincie wijst erop dat dit een relatie heeft de met kernkwaliteiten van Waardevol landschap aangaande de IJsseluiterwaarden.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
32
Overlegreacties
Beantwoording Deze reactie wordt voor kennisgeving aangenomen. Artikel 36 Waarde - Ecologie - EHS Dit artikel biedt onvoldoende bescherming voor de waarden waarvoor het bedoeld is. Door het benoemen van de kernkwaliteiten kunnen deze beter worden beschermd. Verder is de opgenomen voorwaarde dat de betrokken gronden dienen te worden overgedragen aan een terreinbeherende instantie is niet geheel wenselijk. Dit sluit uit dat particuliere beheerders natuur kunnen realiseren. Tevens dient de aanduiding Waardevol landschap te worden verwerkt in de regels. Door het benoemen van de kernkwaliteiten kunnen de specifieke waarden ter plaatse worden beschermd. Beantwoording In artikel 36 zullen de door de provincie genoemde kernkwaliteiten expliciet benoemd worden. Artikel 36 wordt aangevuld met een bepaling waarin is aangegeven dat een besluit tot planwijziging ook genomen kan worden als afspraken met betrekking tot de inspanningsverplichtingen en vergoedingen om tot bepaalde natuurdoeltypen te komen in een conceptnotariële akte zijn vastgelegd. Zoals reeds eerder is aangegeven zal in relevante bestemmingen een verwijzing worden opgenomen naar de dubbelbestemming Waarde - Landschap. Artikel 37 Waarde - Landgoed De gemeente heeft aangegeven dat geen aanlegvergunningenstelsel is opgenomen, aangezien de werken en werkzaamheden de het Rangschikkingsbesluit Natuurschoonwet 1928 niet mogen aantasten. De provincie merkt op dat naast het Rangschikkingsbesluit, ook de EHSen landschapsbelangen niet mogen worden geschaad. Dit kan met een juiste dubbelbestemming (artikelen 36 tot en met 46), dus gelet op de opmerkingen over deze dubbelbestemmingen in voorliggend advies. Beantwoording De gemeente is met de provincie van oordeel dat EHS- en landschapsbelangen niet mogen worden geschaad door ontwikkelingen die in het kader van het beheer van landgoederen plaatsvinden. De gemeente is echter ook van oordeel dat deze belangen door het feitelijk beheer van de in het buitengebied aanwezige landgoederen op meer dan passende wijze gediend worden en dat het ongewenst is om door dubbele regelgeving de bestuurslast te vergroten. Geoordeeld wordt dat de wijze waarop de landschapswaarden en de EHS in het bestemmingsplan zijn geregeld een voldoende waarborg is voor het in stand houden van deze waarden. Artikel 38 tot en met 46 Waarde - Landschap - landschapstype Zoals eerder gemeld, verzoekt de provincie de provinciale kernkwaliteiten voor Waardevol landschap middels regels direct te beschermen. Dit kan door middel van een aanpassing van de bestemmingsomschrijving van de dubbelbestemmingen voor de landschapstypen. Bij toepassing van de voorwaarden voor een omgevingsvergunning (artikel 38.2.3, 39.2.3, 40.2.3, 41.2.3, 42.2.3, 43.2.3, 44.2.3, 45.2.3 en 46.2.3) is op deze manier direct toetsbaar aan de hand van welke waarden de beoordeling van de vergunning plaatsvindt.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Overlegreacties
33
Beantwoording Verwezen wordt naar de eerdere beantwoording van de provinciale reactie op dit onderdeel. Daarin is aangegeven dat de kernkwaliteiten van de provinciale Waardevolle landschappen een plaats zullen krijgen in de bestemming Waarde - Landschap. Artikel 47.3 Afwijken van de bouwregels (Waterstaat - Waterkering) De provincie verzoekt in artikel 47.3 een aanvullende voorwaarde op te nemen, namelijk met betrekking tot 'het inwinnen van advies van de beheerder'. Dit zal in de praktijk het Waterschap zijn. Beantwoording De regeling wordt in de gevraagde zin aangepast. Artikel 51.2 Vrijwaringszone - Molenbiotoop Artikel 51.2.1 beschrijft dat er geen bouwwerken hoger dan 4,25 m gebouwd mogen worden in de eerste 100 m vanaf een molen. In principe geldt voor iedere molen in het buitengebied een andere maximale bouwhoogte. Dit is immers afhankelijk van de hoogte van de stelling. Er kan dan ook geen vaste hoogte worden aangenomen. De provincie verzoekt het artikel aan te passen. Beantwoording De in het bestemmingsplan opgenomen regeling wordt afgestemd op de nieuwe provinciale Molenverordening (15-3). Verbeelding De provincie vraagt waarom het gebied ten westen van de kern Voorst de bestemming Waarde - Landschap - Openheid heeft gekregen. Beantwoording Zoals in eerdere beantwoordingen is aangegeven, wordt de regeling Waarde - Landschap aangepast en is gekozen voor het opnemen van één dubbelbestemming Waarde - Landschap voor het gehele buitengebied. Daarmee komt de relevantie van de opmerking van de provincie te vervallen. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding, regels en toelichting worden op onderdelen aangepast.
2. VROM-inspectie (mailbericht d.d. 22 december 2011) Samenvatting In VROM-inspectie deelt mee dat zij inhoudelijk niet meer zal reageren op het toegezonden bestemmingsplan, omdat: er sinds november 2011 sprake is van nieuw toezichtbeleid waarbij het Rijk bestemmingsplannen niet meer zal toetsen op een correcte doorwerking van nationale ruimtelijke belangen; de VROM-inspectie is samengevoegd net de inspectie V&W tot de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) en deze inspectie in het nieuwe toezichtbeleid geen adviserende en coördinerende rol meer heeft met betrekking tot het voorontwerp van ruimtelijke plannen.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
34
Overlegreacties
De meest betrokken rijkspartners als Rijkswaterstaat en Defensie zullen waar nodig afzonderlijk op plannen reageren. Beantwoording Deze reactie wordt voor kennisgeving aangenomen. Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
3. Vitens Gelderland (brief d.d. 25 november 2011) Samenvatting 1. Waterwinning/Grondwaterbeschermingsgebied Vitens doet ter zake van de toelichting een concreet tekstvoorstel voor het onderdeel Waterwinning/Grondwaterbeschermingsgebied. 2. Overige opmerkingen Er is slechts sprake van één waterwingebied. Verzocht wordt de tekst van de toelichting en regels hierop aan te passen. In het bestemmingsplan wordt gesproken over grondwaterbeschermingsgebied(en). Het gaat echter slechts om één boringsvrije zone. Verzocht wordt de tekst van de toelichting en regels hierop aan te passen. Verzocht wordt op de plankaart de boringsvrije zone aan te geven en te vermelden dat bij activiteiten in deze zone mogelijk een ontheffing in het kader van de Provinciale Milieuverordening Gelderland noodzakelijk is. Vitens verzoekt om stroken openbare grond waarin drinkwaterleidingen zijn gelegen, hiervoor te reserveren. Vitens onderkent dat dit in principe geen planologisch relevante bemerking is. Beantwoording 1. Waterwinning/Grondwaterbeschermingsgebied Het tekstvoorstel wordt in de toelichting opgenomen. 2. Overige opmerkingen De aangegeven tekstaanpassingen worden doorgevoerd. Op de plankaart zal de boringsvrije zone als gebiedsaanduiding worden opgenomen met de daarbij behorende regels. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De toelichting, verbeelding en regels worden aangepast.
4. Gemeente Olst-Wijhe (brief d.d. 20 oktober 2011) Verwezen wordt naar de samenvatting en beantwoording van de inspraakreactie onder 4.2.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Overlegreacties
35
5. Gemeente Apeldoorn (mailbericht d.d. 29 december 2011) Samenvatting De gemeente Apeldoorn laat weten op dit moment geen opmerkingen te hebben. Beantwoording De reactie wordt voor kennisgeving aangenomen. Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
6.
Ministerie van Defensie, Commando Dienstencentra (brief d.d. 22 december 2011)
Samenvatting 1. Brandstofleiding Defensie Aangegeven wordt dat de breedte van de belemmeringenstrook van de brandstofleiding niet op de verbeelding is aangegeven. Verzocht wordt een belemmeringenstrook met een totale breedte van 10 m op de verbeelding en in de legenda op te nemen. 2. Regels Verzocht wordt de regels en de toelichting aan te passen aan het gestelde in de onlangs aan de gemeente verzonden brief ' Externe veiligheid buisleidingen' d.d. 20 december 2011. 3. Radarverstoringsgebied Aangegeven wordt dat het westelijk deel van het plangebied is gelegen in het radarverstoringsgebied van de radar Nieuw Milligen. Ter voorkoming van radarverstoring gelden hier beperkingen ten aanzien van de hoogte van gebouwen en bouwwerken die verankerd dienen te worden in bestemmingsplannen. Voor nieuw te bouwen gebouwen en bouwwerken die hoger zijn dan 45 m boven maaiveldhoogte dient een radarverstoringsonderzoek uitgevoerd te worden. Als deze gebouwen een vermindering van het radarbereik van meer dan 10% tot gevolg hebben, worden deze gebouwen en bouwwerken niet toegestaan. De maaiveldhoogte ter plaatse van radar Nieuw Milligen bedraagt 35 m boven NAP. De toetsingshoogte bedraagt 80 m boven NAP. Verzocht wordt in het bestemmingsplan op te nemen dat binnen het radarverstoringsgebied een toetsingshoogte van 80 m geldt. Beantwoording 1. Brandstofleiding Defensie De plankaart wordt in de gevraagde zin aangepast. 2. Regels In de toelichting is reeds verwezen naar het recent vastgestelde Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb). Vastgesteld is dat de PR 10-6-contour binnen de in het bestemmingsplan opgenomen belemmeringenstrook is gelegen. Aangegeven is tevens dat het groepsrisico (GR), gegeven de lage personendichtheden in het buitengebied, in alle gevallen ruimschoots onder de oriënterende waarde is gelegen. Knelpunten zijn niet bekend. 3. Radarverstoringsgebied In het bestemmingsplan Buitengebied worden geen gebouwen of bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogelijk gemaakt van 80 m of meer. In de toelichting wordt aangegeven wat de betekenis is van het radarverstoringsgebied en dat hier een toetsingshoogte geldt van 80 m.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
36
Overlegreacties
Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De toelichting en de verbeelding worden aangepast.
7. Rijkswaterstaat Oost-Nederland (mailbericht d.d. 12 december 2011) Samenvatting Rijkswaterstaat verzoekt voor de uiterwaarden van de IJssel een dubbelbestemming Waterstaat - Waterstaatskundige functie op te nemen, zowel op de verbeelding als in de regels. Tevens verzoekt Rijkswaterstaat om in de bouwregels op te nemen dat bouwwerken ten behoeve van de scheepvaart tot een maximale hoogte van =NAP 12 m zijn toegestaan. Ten slotte verzoekt Rijkswaterstaat om in de planregels op te nemen dat de voor water aangewezen gronden tevens zijn bestemd voor de scheepvaart. Beantwoording Met de verzoeken worden ingestemd. De verbeelding en regels worden aangepast. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding en de regels worden aangepast.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
4. Inspraakreacties
37
Het voorontwerpbestemmingsplan Buitengebied d.d. 20 oktober 2011 heeft met ingang van 20 oktober 2011 gedurende 6 weken ter inzage gelegen voor inspraak. In deze periode is eenieder in de gelegenheid gesteld om te reageren op de inhoud van het voorontwerpbestemmingsplan. Hierop zijn 318 inspraakreacties ontvangen. In dit hoofdstuk worden de inspraakreacties samengevat en beantwoord. Aan het eind van elke reactie wordt de conclusie weergegeven.
1. Samenvatting De inspraakreactie heeft betrekking op het Landgoed Ekeby. Inspreker verzoekt een wijziging van het gebruik van de gronden van Landgoed Ekeby B.V. op te nemen in het bestemmingsplan. Ter verduidelijking zijn 2 uitsneden bijgevoegd waarop de natuurgebieden en bospercelen zijn ingetekend die ontwikkeld zijn door het Landgoed Ekeby B.V. Beantwoording De aangegeven percelen worden in het voorontwerpbestemmingsplan aangeduid met de bestemming Agrarisch. De betreffende percelen zijn door Landgoed Ekeby B.V. ontwikkeld tot natuur en bos. Feitelijk is het gebruik van de percelen onttrokken aan de agrarische functie. Het is uit ruimtelijk oogpunt niet bezwaarlijk de bestemming aan te passen aan het huidige gebruik. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
2. Samenvatting De inspraakreactie heeft betrekking op de percelen Ossenkolkweg 4 te Terwolde en Blankematerweg 2 te Nijbroek. Inspreker geeft aan dat het gedeelte van het perceel Ossenkolkweg 4 dat gelegen is in de gemeente Olst-Wijhe door die gemeente bestemd zal worden als Agrarisch in plaats van Wonen, hetgeen ook geldt voor de schuur bij de Blankematerweg 2.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
38
Inspraakreacties
Beantwoording Gemeente Olst-Wijhe zoekt met de gekozen bestemmingen van de aangegeven percelen binnen haar gemeentegrenzen aansluiting bij de aangegeven bestemmingen in de gemeente Voorst. Hierover is ambtelijk overleg gevoerd. Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
3. Samenvatting Inspreker geeft aan dat op pagina 62 van het voorontwerpbestemmingsplan het vliegveld Teuge ten westen van de A50 ligt, wat niet correct is. Inspreker geeft aan dat afgesproken is dat contact zal worden gelegd met de afdeling gemeentelijke belastingen over de status van het bijgebouw van de woning aan de Rijksstraatweg 175 te Twello, aangezien inspreker zich in verband met de WOZ-waarde afvraagt of het een kantoor of bed & breakfast betreft of een recreatiewoning. Beantwoording De aangegeven locatie betrof een zendbaken van het vliegveld Teuge. Dit baken is inmiddels niet meer aanwezig. De tekst en het figuur in de toelichting worden aangepast. In het voorontwerpbestemmingsplan is binnen de bestemming Wonen geregeld dat bed & breakfast onder voorwaarden in de woning is toegestaan. In de dorpen binnen de gemeente Voorst wordt bed & breakfast ook toegestaan in bijgebouwen. Uit oogpunt van gelijkheidsbeginsel ligt het in de rede om ook in het buitengebied bed & breakfast in bijgebouwen toe te staan. Het gebruik van een bijgebouw als recreatiewoning is niet toegestaan. Een bijgebouw mag ook gebruikt worden als bedrijfsruimte mits de oppervlakte beperkt blijft tot 100 m². Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De regels en toelichting worden aangepast.
4. Samenvatting Inspreker verzoekt op het perceel Wildezand 4-6 aan te geven dat er een dubbele woning is. Beantwoording Wildezand 4 en 6 vormen samen twee woningen onder een kap en is legaal tot stand gekomen. In het voorontwerpbestemmingsplan staan de woningen Wildezand 4, 6 en 8, 10 in één bouwvlak met een aanduiding dat er in dat vlak 3 woningen aanwezig mogen zijn. Ook de woningen 8 en 10 zijn twee legaal tot stand gekomen woningen. Feitelijk zijn er dus 4 woningen aanwezig. Deze omissie wordt hersteld op basis van de feitelijke situatie. Het verzoek wordt gehonoreerd. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
39
5. Samenvatting Inspreker verzoekt het bouwblok aan de Bekendijk 10 te Terwolde aan de zuidkant te vergroten met een oppervlakte van ongeveer 50 bij 110 m en geeft aan dat daar in het verleden met de gemeente over is gesproken. Inspreker geeft aan dat dit nodig is voor de groei van het bedrijf en om ruimte te behouden voor de vrachtwagens, zodat ze niet meer op de Bekendijk hoeven te keren. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.3. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. Inspreker heeft aan de Bekendijk 10 een intensieve veehouderij (pluimveehouderij). In principe kan 1 ha worden benut ten behoeve van de intensieve veehouderij. Om tegemoet te komen aan het verzoek, kan de grens van het bouwvlak aan de noordzijde van het bedrijfscomplex strak langs de bestaande bebouwing worden getrokken. Hierdoor ontstaat er aan de zuidzijde meer speelruimte. Uitgangspunt blijft echter dat de oppervlakte van het bouwvlak beperkt blijft tot 1 ha. In dit bestemmingsplan wordt, als een aanvraag onvoldoende concreet is, niet meegewerkt aan nieuwe ontwikkelingen. De reden hiervoor is dat diverse aspecten zullen moeten worden onderzocht en gewogen om medewerking te kunnen verlenen. Op basis van de ingediende reactie kunnen naar het oordeel van de gemeente deze afwegingen niet gemaakt worden. Wel is in de planregels een wijzigingsbevoegdheid opgenomen (artikel 51.5.3), waardoor het in principe onder voorwaarden, mogelijk is om het bouwvlak te vergroten tot 1,5 ha. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
6. Samenvatting Inspreker verzoekt het mogelijk te maken dat de woning Bolkhorstweg 2 te Teuge fysiek kan worden gesplitst binnen de bestaande bouwmassa of binnen het maximum aantal van 750 m³ dat wordt toegestaan bij de woning. Inspreker geeft aan dat de woning door twee gezinnen bewoond wordt en dat dit zeer goed gaat omdat er een directe familierelatie is. Bij het verlaten van het pand door één van de twee gezinnen zullen wellicht vreemden het pand gaan bewonen en dan is er geen sprake meer van privacy. Uitbreiding van bijgebouwen zal niet aan de orde zijn. Inspreker vraagt of het juist is dat splitsing betekent dat er sprake is van een tussenmuur en een extra trap in de woning. Ook vraagt inspreker of fysiek splitsen betekent dat er uiteindelijk sprake zal zijn van het kadastraal splitsen van de woningen. Beantwoording Beleidsuitgangspunt bij de bestemming Wonen is dat woningen die door meer dan één huishouden worden bewoond, zijn toegestaan. Alle woonruimten moeten dan wel aansluitend aan elkaar worden gebouwd, maar ze hoeven niet door een deur of andere toegang met elkaar te zijn verbonden. Daarbij wordt ook het uitgangspunt gehanteerd dat de inhoud van de 'woning' maximaal 750 m³ mag bedragen. Het aantal m² bijgebouwen blijft beperkt tot 100 m². Er worden dus geen extra bouwrechten verleend. Kadastrale splitsing is mogelijk,
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
40
Inspraakreacties
maar kan niet leiden tot aanpassing van het bestemmingsplan waardoor meer bouwmogelijkheden zouden kunnen ontstaan. Om een en ander beter in het bestemmingsplan te verankeren wordt in samenhang hiermee de begripsbepaling (bedrijfs)woning verduidelijkt. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De regels worden aangepast.
7. Samenvatting Inspreker verzoekt het bouwblok Zutphenseweg 47 ten opzichte van de weg 30 m naar achteren te verplaatsen, aangezien de gemeente heeft aangegeven dat de nieuw te bouwen woning op deze afstand van de weg moet komen te staan en er anders een opslag direct achter de woning komt te staan. Beantwoording Inspreker heeft de wens geuit om woning Zutphenseweg 47 te mogen slopen en te herbouwen op grotere afstand van de weg. Dit biedt als voordeel dat de geluidsbelasting als gevolg van het wegverkeer op de Zutphenseweg behoorlijk afneemt. Het woongenot wordt hierdoor verbeterd. Verschuiving van het bouwvlak is in ruimtelijk opzicht niet bezwaarlijk. Om te voorkomen dat de bestaande woning onder het overgangsrecht wordt geplaatst, is het van belang dat de bestaande woning wel in het bouwvlak blijft opgenomen. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
8. Samenvatting a. Inspreker verzoekt op het perceel Holthoevenstraat 9 te Wilp een schuur te mogen bouwen ten westen van de bestaande schuur. b. Inspreker geeft aan dat de huidige bestemming Glastuinbouw op het perceel moet worden gewijzigd in Agrarisch Loonwerk-Hovenier. c. Inspreker verzoekt het bestaande bouwvlak te vergroten. d. Inspreker verzoekt een paardenstal en hooischuur te mogen bouwen ten zuiden van de bestaande gebouwen. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.3. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. Feitelijk geeft inspreker aan dat hij de bedrijfsvoering wil veranderen. Inmiddels zijn de kassen gesloopt en is er een nieuwe stallingsruimte voor zijn werkvoertuigen gebouwd. In ruimtelijk opzicht zal de verschijningsvorm van het bedrijf verbeteren. De kassen maken plaats voor een paardenstal. De gemeente is van oordeel dat hier sprake is van een agrarisch bedrijf met beperkte nevenactiviteiten. In samenhang hiermee is de bestemming Agrarische passend.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
41
Geconcludeerd wordt dat het bouwvlak kan worden aangepast op de bouwplannen van de inspreker. Primair zal er sprake zijn van een agrarisch bedrijf met nevenactiviteiten. Er wordt een agrarisch bouwvlak aangegeven. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
9. Samenvatting Inspreker geeft aan dat het bouwvlak op het perceel Grotenhuisweg 65 te Wilp niet correct is ingetekend. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.3. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. Inspreker heeft op grond van het geldende bestemmingsplan 'Buitengebied 1996' een nieuwe schuur gebouwd op een plaats die net buiten het bouwvlak is gelegen, dat is aangegeven in het voorontwerpbestemmingsplan. Er is geen enkel bezwaar om de plankaart aan te passen. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
10. Samenvatting Inspreker heeft bezwaar tegen de regeling dat na een calamiteit slechts 50% van de schuur herbouwd mag worden, aangezien er dan geen evenwicht meer is in de bebouwing. Op het perceel is nu een huis aanwezig met een inhoud van 1.200 m³ en een schuur die kleiner is dan 200 m². Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.6. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. Binnen de bestemming Wonen is bepaald dat maximaal 100 m² aan bijgebouwen kunnen worden gerealiseerd. Indien meer m² aanwezig is, dan kan bij vernieuwing van een bijgebouw worden afgeweken van het bestemmingsplan. Het te vervangen bijgebouw mag dan vernieuwd worden tot een oppervlakte van maximaal 50% van de oorspronkelijke oppervlakte. In het bestemmingsplan zijn ook overgangsregels opgenomen. Daarin is aangegeven dat wanneer een gebouw dat valt onder het overgangsrecht, getroffen wordt door een calamiteit, dit gebouw geheel mag worden vernieuwd. Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
42
Inspraakreacties
11. Samenvatting Inspreker geeft aan dat voor de bouw van een nieuwe ligboxenstal (type vrijloopstal) op het perceel Oolmansweg 2 te Wilp meer dan 1 ha nodig is en dat het huidige bouwblok te klein is. Inspreker geeft aan een vrijloopstal te willen bouwen waarvoor een groter oppervlak nodig is. In het tafeltjesoverleg heeft inspreker dit reeds aangegeven. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.2 en 2.3. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. In een gesprek met inspreker is gebleken dat de voorbereidingen voor het bouwen van een nieuwe stal in een vergevorderd stadium zijn. Inspreker zegt dat absoluut geen forse investeringen worden gedaan in de intensieve bedrijfstak. Hij gaat zich volledig richten op de melkveehouderij. Een vrijloopstal vraagt een behoorlijke ruimte (25 m² per koe). Voor 100 koeien is het ruimtebeslag dus 2.500 m². Die ruimte is in het huidige bouwvlak niet aanwezig. Met het oog hierop wordt het bouwvlak vergroot. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
12. Samenvatting Inspreker geeft aan dat het bouwblok op het perceel Achterhoekseweg 8 te Wilp niet correct is ingetekend en wil dit graag toelichten. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.3. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. Uit een mondelinge toelichting van inspreker op 19 april 2012 is gebleken dat het bebouwingsvlak deels over het eigendom van de buurman ligt. Inspreker wil dit graag gecorrigeerd zien. Daarnaast acht hij het niet uitgesloten dat in de nabije toekomst uitbreiding van de huidige bebouwing zal plaatsvinden. Het is gewenst dat het bouwvlak wordt aangepast overeenkomstig het eigendom. Enige uitbreiding van de bebouwingsmogelijkheden is daarbij niet bezwaarlijk. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
13. Samenvatting Inspreker geeft aan dat het aantal plaatsen op de camping op het adres Leemsteeg 23 te Wilp in het bestemmingsplan van rond 2008 is vastgesteld op 35, maar dat dit aantal nu nergens wordt genoemd.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
43
Beantwoording Inspreker merkt terecht op dat in het bestemmingsplan 'Buitengebied 1996, herziening Leemsteeg 23' het aantal kampeerplaatsen is geregeld, evenwel niet 35 maar 30. Dit aantal is reeds overgenomen in artikel 3.4 van het bestemmingsplan. Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
14. Samenvatting Inspreker verzoekt de huidige bestemming Wonen voor het bedrijf aan de Lochemsestraat 4 te Terwolde te wijzigen in de bestemming Agrarisch. Inspreker geeft aan een Hinderwet- en milieuvergunning te hebben voor circa 40 koeien en schapen en paarden. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.5. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. Blijkens de omvang van de agrarische activiteiten is het aannemelijk dat hier sprake is van een agrarisch bedrijf waarvoor een bouwvlak van beperkte omvang kan worden aangegeven. De woning van inspreker behoudt echter de woonbestemming. Binnen het agrarische bouwvlak zal geen woning worden toegestaan. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
15. Samenvatting 1. Inspreker verzoekt het bouwvlak op het perceel Rijksstraatweg 189 te Twello in zuidelijke richting te vergroten, aangezien de huidige grens over de containers met afval loopt. 2. Inspreker vraagt zich af welke producten onder de bestemming Agrarisch mogen worden geteeld. Valt de teelt van planten in de volle grond of in pot onder agrarische of is dat dan kwekerij of hovenier? Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.3. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. 1. Inspreker heeft op zijn perceel een hoveniersbedrijf gevestigd nadat hij het perceel van zijn vader had verworven. In het bestemmingsplan 'Buitengebied 1996' is dit perceel aangegeven met de bestemming 'Agrarisch cultuurgebied' met bouwvlak B (0,5 ha.). De hoveniersactiviteiten zijn strijdig met deze bestemming. In het voorontwerpbestemmingsplan is de bestemming Bedrijf aangegeven met een bebouwingsoppervlak van maximaal 1.250 m², hetgeen overeenkomt met de huidige aanwezige bebouwing. Nu blijkt dat de aanwezige containers gedeeltelijk buiten het bouwvlak staan. Het is niet bezwaarlijk om het bouwvlak enigszins uit te breiden waardoor de containers ook binnen het bouwvlak staan.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
44
2.
Inspraakreacties
De gronden buiten het bouwvlak met de bestemming Bedrijf zijn als Agrarisch bestemd. De gronden mogen worden gebruikt voor de uitoefening van een agrarisch bedrijf nader te onderscheiden in: grondgebonden veehouderij, akkerbouw en vollegrondstuinbouw. Ter plaatse van de aanduidingen 'fruitteelt' en 'specifieke vorm van agrarisch-boomkwekerij' zijn fruitteelt respectievelijk een boomkwekerij toegestaan. De teelt van (sier)planten in de vollegrond of in de pot is dus niet toegestaan. De reactie geeft ambtshalve aanleiding om in afwijking van het voorontwerpbestemmingsplan ook de bestaande sierteelt in het buitengebied op juiste wijze te regelen. Hiertoe wordt voor bestaande sierteeltpercelen de aanduiding 'sierteelt' opgenomen.
Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast. Ambtshalve worden ook de regels aangepast.
16. Samenvatting Inspreker verzoekt om nadere informatie over het bouwvlak op het adres Grotenhuisweg 45 te Wilp. Beantwoording Vastgesteld wordt dat er nauwelijks sprake is van agrarische activiteiten. In het geldende bestemmingsplan 'Buitengebied 1996' is aan het perceel de bestemming 'Agrarisch cultuurgebied' gegeven met een bouwvlak A (0,25 ha). De in dat bestemmingsplan toegestane uitbreiding van bedrijfsgebouwen is beperkt tot 15% van de bestaande oppervlakte. Onder verwijzing naar de reactie onder 2.5 is er naar het oordeel van de gemeente geen aanleiding om het agrarische bouwvlak te handhaven. Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
17. Samenvatting De inspraakreactie heeft betrekking op het perceel Voorst, Sectie G, nr. 1697. Inspreker geeft aan dat het perceel dat al 35 jaar gebruikt wordt voor het houden van geiten en een pony, gedeeltelijk is aangeduid als Bos, terwijl de huidige bestemming Agrarisch is. Inspreker vraagt zich af of het huidige gebruik is toegestaan onder de bestemming Bos. Beantwoording De bestemming Bos is primair bestemd voor aanleg, instandhouding en ontwikkeling van bosbeplanting ten behoeve van de houtproductie. Inspreker heeft zijn perceel met bomen en struiken beplant maar niet met de bedoeling dit 'bedrijfsmatig' te ontwikkelen. Het ligt dan ook in de rede om de bestemming Bos om te zetten in de bestemming Natuur. Het houden van geiten en een pony gebeurt hobbymatig. Dit valt onder de term recreatief medegebruik. Binnen de bestemming Natuur is dit toegestaan. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
45
18. Samenvatting Insprekers geven aan dat de woning op het adres Blikkenweg 11 te Twello niet is opgenomen op de kaart en verzoeken dit te corrigeren. Door insprekers is ter verduidelijking een kaart bijgevoegd. Beantwoording In het voorontwerpbestemmingsplan is ten behoeve van Blikkenweg 11 een bouwvlak aangegeven, dat grenst aan het bouwvlak van de woningen Blikkenweg 9 en 9A. In het bouwvlak van de woningen Blikkenweg 9 en 9A is het getal 2 opgenomen om aan te geven dat binnen dit bouwvlak 2 woningen (weliswaar aaneengebouwd) aanwezig mogen zijn. In het bouwvlak van Blikkenweg 11 is geen getal opgenomen, zodat daar één woning aanwezig mag zijn. Het voorontwerpbestemmingsplan is op dit punt dus correct. Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
19. Samenvatting Inspreker geeft aan dat op het perceel Twelloseweg 9a te Terwolde, 2 woningen zijn gevestigd terwijl er maar 1 is opgenomen in het plan. Inspreker geeft hierbij aan dat vanaf 1990 de WOZ-waarde apart wordt berekend. Beantwoording In 1978 is bouwvergunning verleend voor het verbouwen van woning Twelloseweg 9. Sindsdien wordt het pand dubbel bewoond, maar is er sprake van een 'inwoningssituatie'. Er kan dus geen sprake zijn van een dubbele woning. In het bestemmingsplan wordt geregeld dat in een woning meerdere huishoudens mogen wonen, mits alle woonruimten met elkaar verbonden zijn. De inhoud van de woning mag maximaal 750 m³ bedragen. In dit geval is dit aan de orde. Het feit dat er in 2002 een extra huisnummer is toegekend en dat er dubbele OZB wordt betaald, is geen aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen. Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
20. Samenvatting Inspreker verzoekt op het adres Bekendijk 22 te Terwolde de kuilvoerplaat ten noorden van het bedrijf met een aanduiding op de plankaart aan te geven. Beantwoording Bij nadere bestudering van de situatie blijkt dat op een afstand van ongeveer 120 m ten noorden van het bedrijfscomplex aan de Bekendijk 22, een kuilvoerplaat is gelegen. Op meerdere plaatsen in het buitengebied komen 'solitaire' kuilvoerplaten voor. In een aantal gevallen worden deze kuilvoerplaten nader aangeduid met een 'specifieke bouwaanduidingkuilvoerplaat'. In lijn met deze benadering wordt ook in dit geval een aanduiding op de verbeelding opgenomen.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
46
Inspraakreacties
Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
21. Samenvatting Inspreker geeft aan dat er 3 schuurtjes staan nabij Buddezand 8. Inspreker verzoekt om aan de middelste schuur op dit perceel een apart bouwvlak toe te kennen, aangezien deze schuur zijn eigendom is en er sprake is van een recht van overpad naar het Buddezand. Beantwoording In het geldende bestemmingsplan zijn de betreffende schuurtjes geplaatst onder het overgangsrecht. Met de eigenaar van de twee buitenste schuurtjes is overeengekomen dat ze zullen worden gesloopt. Deze betreffende schuurtjes zijn in het verleden ook met vergunning gebouwd. Dit geldt niet voor het middelste schuurtje. Het feit dat inspreker het recht van overpad heeft om het schuurtje te kunnen bereiken is geen aanleiding om een bouwvlak aan te geven. Omdat het schuurtje zonder vergunning is gebouwd, geldt het overgangsrecht hier niet. Dit betekent dat (gedeeltelijke) vernieuwing of verandering van het schuurtje dan ook niet is toegestaan. Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
22. Samenvatting 1. Inspreker geeft aan dat bij het tafeltjesoverleg gesproken is over de mogelijkheid dat de paardenbak buiten het bouwvlak zou vallen. Dat is nu niet het geval. 2. Inspreker verzoekt het bouwblok achter het woonhuis te vergroten zodat er de mogelijkheid is om achter het woonhuis een nieuwe schuur te bouwen. 3. Inspreker geeft aan dat de erker van het woonhuis buiten het bouwblok valt. 4. Inspreker geeft aan dat tijdens het tafeltjesoverleg een schets is gemaakt en verzoekt die samen met de gemeente te bespreken, aangezien de gemeente bij dat overleg positief tegenover de plannen stond. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.2 en 2.3. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. Inspreker heeft aan de Wellerweg 6 een paardenhouderij annex akkerbouwbedrijf. Met de correctieve herziening van het bestemmingsplan Buitengebied 1996 is voor dit adres de bestemming 'Woondoeleinden' gewijzigd in de bestemming 'Agrarisch cultuurgebied' met een bouwvlak A (0,25 ha). In het voorontwerpbestemmingsplan is ten behoeve van het agrarische bedrijf een bouwvlak aangegeven waarvan de oppervlakte beperkt is gebleven tot 0,25 ha. Een gevolg hiervan is dat er nauwelijks reële uitbreidingsmogelijkheden zijn. Er is geen ruimte om bedrijfsgebouwen te vernieuwen en een beter bedrijfserf te creëren. De gemeente is bij nader inzien van oordeel dat het, gegeven de aard en omvang van het betreffende bedrijf, passend is om een ruimer bouwvlak op te nemen.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
47
Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
23. Samenvatting Inspreker verzoekt het bouwblok op het adres Vaassenseweg 52 te Nijbroek aan te passen en vierkant te maken zodat er ruimte wordt geboden voor uitbreiding van de jongveestal in oostelijke richting. Ter verduidelijking is een tekening bijgevoegd. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.3. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. In het geldende bestemmingsplan 'Buitengebied 1996' is aan perceel Vaassenseweg 52 een bouwvlak toegekend met een oppervlakte van 1 ha. In het voorontwerpbestemmingsplan is aan dit perceel niet een bouwvlak van 1 ha toegekend. In ruimtelijk opzicht is het niet bezwaarlijk om tegemoet te komen aan het verzoek van inspreker om het bouwvlak te verruimen tot 1 ha. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
24. Samenvatting 1. Inspreker verzoekt voor het perceel Buddezand 3 te Wilp op de kaart aan te geven dat in totaal 5 woningen aanwezig zijn, te weten 4 nieuwe en 1 bestaande woning. 2.
Inspreker geeft aan dat het perceel ten noorden van het bouwblok nog is aangeduid als Landbouwgrond terwijl dit met een bestemmingsplanwijziging is omgezet in Natuur en verzoekt dit aan te passen.
3.
Inspreker geeft aan dat met een bestemmingsplanwijziging het Landgoed De Fliert is vastgesteld en verzoekt de witte vlek in te vullen met de huidige bestemming.
Beantwoording 1. In het voorontwerpbestemmingsplan is voor het perceel Buddezand 3 de bestemming Wonen opgenomen. Binnen het bouwvlak mag 1 woning aanwezig zijn. Er is tevens een bouwvlak opgenomen waarbinnen 4 woningen aanwezig mogen zijn. Een aanpassing van de verbeelding is niet nodig. 2.
Op 24 april 2006 is met betrekking tot het voormalige agrarische bedrijf aan het Buddezand 3 een bestemmingsplan vastgesteld waarbij aan de gronden gelegen ten noorden van het voormalige bedrijf de bestemming 'Natuurgebied' is toegekend. Inspreker heeft deze bestemming gerealiseerd. Het ligt naar het oordeel van de gemeente in de rede deze bestemming over te nemen in het nieuwe bestemmingsplan.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
48
3.
Inspraakreacties
Voor het Landgoed De Fliert is een nieuw bestemmingsplan gemaakt. Dit bestemmingsplan is op 28 september 2009 vastgesteld. Dit bestemmingsplan is 'SVBP2008 bestendig' en is daarom niet in dit voorontwerpbestemmingsplan overgenomen.
Conclusie De reactie leidt voor het genoemde onder 2 tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast. Voor de delen genoemd onder 1 en 3 leidt de reactie niet tot aanpassing van het plan.
25. Samenvatting Inspreker verzoekt het bouwblok op het perceel Middendijk 59 te Nijbroek aan te passen aangezien nu een deel over de sloot ligt. Ter verduidelijking is een tekening bijgevoegd. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.3. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. Het is niet bezwaarlijk de vorm van het bouwvlak aan te passen. De aanpassing zal niet leiden tot verruiming van het bouwvlak. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
26. Samenvatting Inspreker verwijst naar artikel 23.1 d6 4e item en stelt de vraag of de 5 toegestane kampeermiddelen op het terrein van camping de Polmate inderdaad buiten het bouwvlak mogen staan mits dit aansluitend is. Nu zijn de mogelijkheden beperkt en volgens het nieuwe bestemmingsplan zou inspreker de plaatsen dus mogen uitbreiden met inachtneming van het maximale aantal van 5 en landschappelijk ingepast. Beantwoording Inspreker heeft toestemming om bij zijn woning 5 kampeermiddelen te mogen hebben. In het voorontwerpbestemmingsplan is aangegeven dat bij recht 25 kampeermiddelen (minicamping) zijn toegestaan. Daarbij is aangegeven dat mobiele kampeermiddelen tevens buiten het bouwvlak zijn toegestaan, mits aansluitend op het bouwvlak. Tevens moet de minicamping landschappelijk worden ingepast. Het verzoek van inspreker om uitbreiding van het aantal kampeermiddelen is voor de gemeente aanleiding geweest om de opgenomen regeling nogmaals kritisch te bezien. Daarbij is vastgesteld dat een regeling die bij recht uitbreidingsmogelijkheden biedt, onvoldoende garanties in zich heeft dat de noodzakelijk landschappelijke inpassing op adequate wijze plaatsvindt. Het is om die reden dat de gemeente kiest voor aanpassing van de voorgestelde regeling. In het bestemmingsplan wordt opgenomen dat minicampings via afwijking gerealiseerd kunnen worden indien en voor zo ver aan de gestelde voorwaarden, waaronder de landschappelijke inpassing, wordt voldaan. Inspreker kan op grond van die aangepaste regelgeving een verzoek doen om meer kampeermiddelen te mogen hebben. Daarbij zal betrokken worden hoe de huidige minicamping
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
49
tot stand is gekomen en hoe invulling wordt gegeven aan het vereiste van de landschappelijke inpassing. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De regels en toelichting worden aangepast.
27. Samenvatting Inspreker geeft aan dat het bouwkavel deels buiten de eigendomsgrens ligt en verzoekt dit aan te passen waarbij de totale oppervlakte gelijk moet blijven. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.3. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. Zoals inspreker aangeeft is in het voorontwerpbestemmingsplan het bouwvlak bij zijn bedrijf deels aangegeven op gronden van de aangrenzende eigenaar. Het bouwvlak wordt aangepast, rekening houdend met de omvang van het aangegeven oppervlak. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
28. Samenvatting Inspreker verzoekt het bouwblok op het perceel Bekendijk 10 te Terwolde te vergroten met het perceel van 50 m bij 110 m aan de zuidkant. Inspreker geeft aan dit in het tafeltjesoverleg naar voren te hebben gebracht. Door het betrekken van genoemd perceel bij het bouwvlak ontstaat er een bouwvlak en is er tevens minder last van vrachtverkeer. Ten opzichte van buren wordt voldoende afstand gehouden. Beantwoording Deze reactie is inhoudelijk gelijk aan de reactie genoemd onder 5. Verwezen wordt naar de beantwoording onder inspraakreactie nummer 5. Conclusie Verwezen wordt naar de conclusie onder inspraakreactie nummer 5.
29. Samenvatting Inspreker verzoekt op basis van een principeverzoek van 20-2-2011 op het perceel Zeedijk 33 te Nijbroek de bestemming Wonen met 10 m te verlengen zodat ter plaatse de bouw van een kapschuur mogelijk is. Als bijlage zijn diverse e-mails, het principeverzoek en een kaart bijgevoegd.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
50
Inspraakreacties
Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.3. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. Uit de terreinsituatie ter plaatse blijkt dat er geen duidelijke overgang is van de tuin bij de woning van inspreker naar het bosje achter de woning. Het is naar het oordeel van de gemeente niet bezwaarlijk het bouwvlak met de bestemming Wonen te verruimen conform het verzoek van inspreker. Daarbij is het wenselijk om het bouwvlak van het zuidelijk gelegen aanpalende terrein ook te verruimen. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
30. Samenvatting Inspreker verzoekt de vorm van het bouwblok op het perceel Middendijk 21 te Nijbroek aan te passen in verband met de uitbreiding van een stal. Als bijlage is een kaart bijgevoegd. Inspreker geeft aan dit al bij het tafeltjesoverleg te hebben aangegeven. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.2 en 2.3. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. Inspreker heeft aan de Middendijk 21 een intensieve veehouderij. In principe kan 1 ha worden benut ten behoeve van de intensieve veehouderij. Uitbreiding van de intensieve veehouderij is daarom niet mogelijk. In dit bestemmingsplan wordt als een aanvraag onvoldoende concreet is niet meegewerkt aan nieuwe ontwikkelingen. De reden hiervoor is dat diverse aspecten zullen moeten worden onderzocht en gewogen om medewerking te kunnen verlenen. Op basis van de ingediende reactie kunnen naar het oordeel van de gemeente deze afwegingen niet worden gemaakt. Wel is in de planregels een wijzigingsbevoegdheid opgenomen (artikel 51.5.3), waardoor het in principe onder voorwaarden, mogelijk is om het bouwvlak te vergroten tot 1,5 ha. Inspreker kan dus overwegen om een concreet verzoek in te dienen bij de gemeente. Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
31. Samenvatting Inspreker verzoekt het bouwblok op het perceel Broekhuizerstraat 10 te Terwolde aan te passen omdat de uitgenomen hoek aan de noordoostzijde waarschijnlijk nodig is om een reeds vergunde uitbreiding te kunnen realiseren. Inspreker geeft aan dat aan de westzijde het bouwblok niet strak genoeg rond de bestaande bebouwing is getekend waardoor veel m² bouwblok verloren gaan. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.3. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
51
Het is naar het oordeel van de gemeente niet bezwaarlijk om het bouwvlak enigszins uit te breiden zodat een vergunde stal binnen het bouwvlak komt te liggen. De gevraagde aanpassing aan de westzijde wordt gezien als compensatie voor de verruiming aan de noordoostzijde. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
32. Samenvatting Inspreker geeft aan geen opmerkingen te hebben. Beantwoording De reactie voor kennisgeving aangenomen. Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
33. Samenvatting Inspreker geeft aan dat er onduidelijkheid is over het bouwblok op het perceel Blankematerweg 2 te Nijbroek en dat dit afgestemd moet worden met de gemeente Olst-Wijhe waarbij kaarten naast elkaar moeten worden gelegd. Beantwoording Deze reactie is inhoudelijk gelijk aan de reactie genoemd onder 2. Verwezen wordt naar de beantwoording onder 2. Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
34. Samenvatting Insprekers verzoeken de plannen die er zijn voor het perceel Dijkhofstraat 9 te Twello mee te nemen in het bestemmingsplan. Beantwoording De gemeente stelt zich op het standpunt dat ontwikkelingen die niet passen in het geldende bestemmingsplan eventueel mogelijk gemaakt kunnen worden door een zelfstandige planologische procedure. Insprekers hebben plannen tot uitbreiding van het bedrijf aan de Dijkhofstraat 9. Hiervoor is een planologische procedure gestart. Er wordt dus wel medewerking verleend maar dan via een zelfstandige planologische procedure. Daarnaast hebben insprekers plannen om een bedrijfswoning te vervangen. Het college is in principe bereid om af te wijken van het geldende bestemmingsplan. Met de nieuwe locatie voor de woning wordt in het bestemmingsplan rekening gehouden door een bouwvlak op de gewenste plek aan te geven.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
52
Inspraakreacties
Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
35. Samenvatting Inspreker geeft aan dat de aangegeven verandering op het perceel Middendijk 72 te Nijbroek niet is doorgevoerd. Inspreker verwijst naar het zogenaamde tafeltjesoverleg. Beantwoording Deze inspraakreactie betreft het formulier dat tijdens de inloopavond is ingevuld. Later heeft inspreker een uitgebreide reactie ingediend. Deze wordt beantwoord onder nummer 265. Conclusie Verwezen wordt naar de conclusie onder nummer 265.
36. Samenvatting Inspreker geeft aan dat de aangegeven verandering op het perceel Korte Kruisweg 4 te Nijbroek niet is doorgevoerd. Hij verwijst daarbij naar het tafeltjesoverleg. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording in paragraaf 2.2. Aanvullende wordt het volgende naar voren gebracht. In het geldende bestemmingsplan wordt Korte Kruisweg 4 aangeduid met de bestemming 'woningen'. In het voorontwerpbestemmingsplan is de bestemming Agrarisch opgenomen met een bouwvlak van ongeveer 3.000 m². Gezien de bedrijfsomvang die de gebruiker heeft opgegeven bij het tafeltjesoverleg is dit in overeenstemming met het aangegeven bouwvlak. Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
37. Samenvatting Inspreker verwijst naar opmerkingen op de kaart die is bijgevoegd. Hierop is aangegeven dat enkele percelen deel uitmaken van het landgoed. Inspreker geeft aan dat in de toelichting (blz. 23) ten onrechte is aangegeven dat het Waterschap verantwoordelijk is voor de Veluwse Bandijk. De grondeigenaren zijn verantwoordelijk. Verder geeft inspreker aan dat de Klarenbeek niet is genoemd als HEN-Water. Als bijlage is een notitie toegevoegd over het belang van Rabattenbossen. Beantwoording De verbeelding wordt aangepast conform de ontvangen tekening. In de toelichting wordt aangegeven dat het Waterschap samen met de grondeigenaren verantwoordelijk zijn voor de Veluwse Bandijk.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
53
In de toelichting zal worden aangegeven dat de Klarenbeek door de provincie is aangewezen als Water met een Specifiek Ecologische Doelstelling (SED). Het Gagelveld is een ven van het 'Hoogste Ecologisch Niveau (HEN)'. De notitie over Rabattenbossen wordt voor kennisgeving aangenomen. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding en toelichting worden aangepast.
38. Samenvatting Inspreker wil verruiming van het bouwvlak van de bestemming Wonen bij zijn adres waardoor het mogelijk wordt dat hij bijgebouwen kan uitbreiden binnen de bestemming wonen. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.3. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. De woning van inspreker maakt deel uit van een rijtje van 5 woningen. De diepte van de percelen bedraagt ongeveer 60 m. De diepte van het bouwvlak dat in het voorontwerpbestemmingsplan is opgenomen bedraagt ongeveer 50 m. De gronden achter de woningen worden gebruikt als siertuin. Het is ruimtelijk gezien niet bezwaarlijk de diepte van het bouwvlak af te stemmen op het gebruik. Inspreker heeft een bijgebouw staan ten noordoosten van zijn woning. Dit bijgebouw ligt buiten het bouwvlak. Het is gewenst dat dit bijgebouw wordt opgenomen binnen het bouwvlak, waardoor er een ruimtelijke samenhang ontstaat met de woning. Het is evenwel niet wenselijk om de bestemming Wonen over de volle breedte van het eigendom van inspreker aan te geven. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
39. Samenvatting Inspreker geeft aan dat zijn woning in het voorontwerpbestemmingsplan is opgenomen in de bestemming Agrarisch echter zonder een bouwvlak. Beantwoording De gemeente stelt vast dat de woning van inspreker uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening niet als burgerwoning kan worden bestemd. De woning wordt om die reden binnen het bouwvlak van het bestaande agrarische bedrijf gehouden en het bouwvlak wordt voorzien van de aanduiding '2e bedrijfswoning toegestaan'. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
54
Inspraakreacties
40. Samenvatting 1. Inspreker geeft aan op 9-9-2010 bezwaar te hebben gemaakt tegen het verkleinen van de woonbestemming op het perceel Basseltlaan 22 te Twello en dit bezwaar wederom kenbaar te willen maken aangezien bestaande rechten en mogelijkheden worden beknot. Bijgevoegd is het reactieformulier inventarisatiefase met daarin de reactie van inspreker waarin wordt verzocht de gehele siertuin op te nemen in de bestemming Wonen. 2.
Inspreker geeft aan zich af te vragen of de bestemming op het weiland naast het perceel Basseltlaan 22 te Twello nog steeds 'Agrarisch van Landschappelijke Waarde' is, aangezien het lijkt dat het nu de bestemming 'Agrarisch' heeft. Inspreker geeft aan niet te willen dat op dit perceel kan worden gebouwd. Als de agrarische bestemming verslapt, kan er ruimte ontstaan voor discussie over bouwvergunningen. Inspreker zal de gemeente aansprakelijk stellen voor planschade als dat aan de orde is.
Beantwoording 1. In het voorontwerpbestemmingsplan wordt het perceel van inspreker deels aangegeven met de bestemming Wonen en deels met de bestemming Agrarisch. Het deel met de bestemming Agrarisch wordt gebruikt als siertuin. Het is niet aannemelijk dat de bestemming Agrarisch nog van toepassing zal zijn. Het is gebruikelijk dat bestemmingen worden aangegeven overeenkomstig het feitelijke gebruik. Om die reden wordt er tegemoetgekomen aan de wens van inspreker en wordt de siertuin opgenomen in de bestemming Wonen. 2.
In het geldende bestemmingsplan is aan de gronden rondom het perceel van inspreker de bestemming 'agrarische doeleinden' gegeven, maar niet nader aangeduid met 'landschappelijke waarde'. In het voorliggende bestemmingsplan is aan het gehele buitengebied een landschappelijke waarde toegekend, dus ook aan de omliggende gronden. Op dit perceel kan niet worden gebouwd.
Conclusie De reactie genoemd onder 1 leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast. De reactie genoemd onder 2 leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
41. Samenvatting 1. Inspreker verzoekt met het oog op toekomstige plannen aan beide zijden van het perceel Middendijk 72 te Nijbroek mogelijkheden te bieden voor uitbreiding omdat er nu bouwruimte gelegen is onder hoogspanningsdraden waar het onmogelijk is om te bouwen. 2. Inspreker geeft aan dat de tekening niet klopt met de werkelijkheid aangezien het huis en een veeschuur ontbreken en kalverschuren zijn ingetekend die er niet meer staan. Beantwoording Deze reactie is inhoudelijk gelijk aan de reactie genoemd onder nummer 35. Daar staat aangegeven dat voor de beantwoording wordt verwezen naar de beantwoording onder reactie nummer 265.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
55
Conclusie Verwezen wordt naar de conclusie onder reactie nummer 265.
42. Samenvatting Inspreker verzoekt voor de nieuwbouw van 2 woningen op het perceel Leemsteeg 8 te Wilp het bouwvlak aan te passen zodat de woningen op één lijn kunnen staan. Ter verduidelijking is een kaart bijgevoegd. Beantwoording Inspreker wil kennelijk op termijn de oorspronkelijke bedrijfswoning vervangen. Qua situering wil inspreker de bedrijfswoningen in één lijn kunnen zetten. Feitelijk betekent dit dat het bouwvlak over een lengte van 50 m aangepast moet worden met een diepte van 10 m. Naar het oordeel van de gemeente is hiertegen geen bezwaar. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
43. Samenvatting Inspreker geeft aan dat de opmerkingen over het perceel Basseltlaan 21 uit het reactieformulier van inspreker van 9-9-2010 niet zijn verwerkt in het bestemmingsplan en verzoekt om nadere uitleg. Inspreker vraagt zich af of het plan in een latere fase alsnog wordt aangepast of dat de gemeente zijn opmerkingen niet relevant vindt? In zijn brief van september in 2010 heeft inspreker kenbaar gemaakt dat hij het hele perceel bestemd wil zien met de bestemming Wonen. In het geldende bestemmingsplan is voor het deel met opgaand bomenbestand geen bestemming Bos aangegeven. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording in paragraaf 2.2. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. Inspreker bezit aan de Basseltlaan een groot perceel. Een deel van het perceel (ongeveer 3.700 m²) bestaat uit opgaand bomenbestand. Dit deel van het perceel is bestemd als Bos. De rest van zijn perceel is als siertuin rondom zijn woning ingericht. In het geldende bestemmingsplan is voor een deel van het perceel de bestemming 'agrarische doeleinden aangegeven. Het is naar het oordeel van de gemeente niet aannemelijk dat de bestemming Agrarisch hier nog van toepassing zal zijn. Het is gebruikelijk dat bestemmingen worden aangegeven overeenkomstig het feitelijke gebruik. Er wordt om die reden tegemoetgekomen aan de wens van inspreker en de siertuin wordt opgenomen in de bestemming Wonen. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
56
Inspraakreacties
44. Samenvatting Inspreker verzoekt de bouwkavel op het perceel Henkenburgweg 4 te Klarenbeek aan te passen en uit te breiden zodat in de toekomst een werktuigenloods gebouwd kan worden en de ligboxenstal kan worden uitgebreid. Ter verduidelijking is een kaart bijgevoegd. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording in paragraaf 2.3. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. Inspreker heeft een melkrundveebedrijf en wil in de toekomst nieuwe bedrijfsgebouwen kunnen bouwen. Het in het voorontwerpbestemmingsplan aangegeven bouwvlak is daartoe niet toereikend. Het is naar het oordeel van de gemeente niet bezwaarlijk een ruimer bouwvlak in het bestemmingsplan op te nemen. In de directe omgeving zijn geen woningen aanwezig die onoverkomelijke hinder zullen ondervinden van de voorgestelde bedrijfsuitbreiding. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
45. Samenvatting 1. Inspreker geeft aan dat de bestemming van het perceel Boevenbrinkstraat 9a te Terwolde in het voorontwerpbestemmingsplan is opgenomen als Wonen terwijl hier ook een recreatiewoning is gevestigd en bij de gemeente de bestemming Recreatie bekend is. 2.
Inspreker geeft aan dat voor het perceel in 1994 een milieuvergunning 'Besluit Melkrundveehouderijen Hinderwet' is afgegeven, maar dat er inmiddels alleen nog schapen aanwezig zijn en geen rundvee meer.
Beantwoording 1. Op 1 mei 2000 is formeel toestemming verleend om een bijgebouw bij woning Boevenbrinkstraat 9A te mogen gebruiken als 'gastenverblijf'. In het voorontwerpbestemmingsplan is de term 'gastenverblijf' niet meer opgenomen. De gemeente is van oordeel dat een gebruik van een bijgebouw als gastenverblijf sterk overeenkomt met het gebruik van een bijgebouw ten behoeve van bed & breakfast. Bij nader inzien is de gemeente van oordeel dat het gewenst is om bed & breakfast in woningen én bijgebouwen toe te staan. In lijn hiermee wordt het gebruik van een bijgebouw als gastenverblijf ook toegestaan. 2.
De gemeente heeft vastgesteld dat ter plaatse een AMvB-melding Besluit landbouw van toepassing is voor een kleinschalige veehouderij en geen omgevingsvergunning (activiteit milieu) zoals door inspreker wordt verondersteld. Hobbymatig mogen er natuurlijk dieren worden gehouden, dat is geen probleem. De gemeente is van oordeel dat het bouwvlak met de bestemming Wonen kan worden uitgebreid waardoor alle bebouwing binnen het bouwvlak is gesitueerd. De verbeelding wordt aangepast.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
57
Conclusie De reactie genoemd onder 1 leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. De reactie genoemd onder 2 leidt tot aanpassing van de het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
46. Samenvatting Inspreker verzoekt om op het perceel Kleine Enkweg 16 de bestemming Bos deels te wijzigen in de bestemming Wonen, aangezien nu slechts tot 20 m vanaf de weg kan worden gebouwd en minder dan 10% van de kavel de bestemming Wonen heeft. Inspreker geeft aan te vermoeden dat een oude kadastrale kaart is gebruikt aangezien oude perceelgrenzen zijn aangehouden. Inspreker stelt vast dat de naaste buren tot circa 60 m vanaf de weg kunnen bouwen en 100% van de kavel de bestemming Wonen heeft. Inspreker geeft daarnaast aan de bestemming Bos voor het perceel Hezeweg 2 erg zwaar te vinden voor deze kleine oppervlakte. Een groot deel van de bomen op het perceel Hezeweg 2 is verdwenen. De bestemming Bos maakt het onmogelijk hier een schommel of vijver te realiseren. Dit zou wel mogelijk zijn bij de bestemming Groen. Inspreker begrijpt ook de relatie 'Waarde Landschap Openheid' niet met de bestemming Bos. Ter verduidelijking zijn kaarten ingevoegd. Beantwoording De situatie aan de Kleine Enkweg 16 is vergelijkbaar met de situatie aan de Basseltlaan 21 (zie reactie 43). Op het perceel van inspreker is een fors aantal bomen aanwezig en is in het voorontwerpbestemmingsplan aangegeven met de bestemming Bos. De omvang van het terrein is beperkt en het 'bos' wordt gebruikt als siertuin bij de woning. In het geldende bestemmingsplan is voor het deel met opgaand bomenbestand geen bestemming Bos aangegeven. De gemeente is van oordeel dat ingestemd kan worden met het verzoek van inspreker en dat de siertuin kan worden opgenomen in de bestemming Wonen. Hetzelfde geldt voor het perceel aan de Hezeweg 2. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
47. Samenvatting De zienswijze heeft betrekking op het perceel Wilpsedijk 16 te Wilp. 1. Inspreker geeft aan dat het perceel Bos niet juist is ingetekend aangezien op een deel van het noordelijke weiland jonge aanplant staat. 2.
Inspreker verzoekt de bestemming Wonen uit te breiden aangezien er het plan is om een aantal vervallen schuren die in het bos staan te vervangen voor een schuur die past bij het landgoed.
3.
Inspreker geeft aan dat de bestemming Agrarisch niet klopt aangezien de tuin aan de zuidkant is uitgebreid ten koste van het weiland.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
58
Inspraakreacties
Beantwoording 1. Inspreker merkt terecht op dat in het verleden aanplant van bos heeft plaatsgevonden ten noorden van zijn woning. Het gebied sluit aan bij het nieuwe landgoed 'Nieuw Bellinkhof'. Het is naar het oordeel van de gemeente niet bezwaarlijk om de relatief jonge aanplant ook te bestemmen als Bos. 2.
Het is naar het oordeel van de gemeente niet bezwaarlijk om de bestemming Wonen achter de woning uit te breiden zodat vernieuwing van bijgebouwen mogelijk wordt.
3.
Inspreker geeft in zijn brief aan dat de siertuin bij de woning is uitgebreid ten koste van een weilandje voor de woning. Om te voorkomen dat bijgebouwen in dit deel van de siertuin worden opgericht is het gewenst om de bestemming Agrarisch te handhaven. De bouw van bijgebouwen voor de woning doet naar het oordeel van de gemeente afbreuk aan de ruimtelijke kwaliteit van het geheel.
Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
48. Samenvatting Inspreker verzoekt op het perceel Tiendijkenseweg 2 te Teuge de bestemming Wonen te wijzigen in de bestemming Agrarisch, aangezien de bestemming Agrarisch behouden dient te blijven voor de productiegerichte paardenhouderij. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording in paragraaf 2.4. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. Inspreker heeft het perceel destijds gekocht met de bedoeling hier paarden te gaan houden en dan voornamelijk het fokken van paarden. In het geldende bestemmingsplan is aan zijn perceel de bestemming 'agrarisch cultuurgebied' met bouwvlak A (0,25 ha) aangegeven. De omvang van het bedrijf (meer dan 10 paarden) is naar het oordeel van de gemeente ruim voldoende om te kunnen spreken van een agrarisch bedrijf. In het verlengde hiervan wordt de bestemming Wonen gewijzigd in de bestemming Agrarisch met een bouwvlak van ongeveer 0,25 ha. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
49. Samenvatting Inspreker verzoekt de bestemming Wonen op het perceel Hoofdweg 8 te Klarenbeek te wijzigen in de bestemming Agrarisch. Inspreker wenst de geldende bestemming Agrarische te behouden. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording in paragraaf 2.4. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
59
Inspreker heeft het perceel destijds gekocht vanwege het feit dat er een agrarisch bouwvlak is aangegeven in het geldende bestemmingsplan 'Buitengebied 1996'. Inspreker is hier een paardenfokkerij gestart. De omvang van de paardenhouderij (meer dan 10 paarden) rechtvaardigt naar het oordeel van de gemeente het behouden van een agrarisch bouwvlak. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
50. Samenvatting Inspreker geeft aan dat de percelen Voordersteeg 11, 13 en 15 te Twello elk slechts voor de helft zijn bestemd als Wonen en voor de andere helft als Agrarisch en verzoekt aan de gehele percelen de bestemming Wonen toe te kennen. De bestemming Agrarisch is in strijd met de koopakte/bestemming. Inspreker geeft aan dat de waarde van de woningen aanmerkelijk zal dalen als de bestemming Agrarisch gehandhaafd blijft. Beantwoording De percelen Voordersteeg 11, 13, 15 en 17 zijn 2 blokjes van 2 woningen-onder-een-kap. De percelen hebben een diepte van ongeveer 80 m. De percelen van Voordersteeg 11, 13 en 15 zijn ingericht als siertuin. De agrarische bestemming van achterste deel van de percelen, zoals in het voorontwerpbestemmingsplan is aangegeven, zal naar verwachting niet meer gerealiseerd worden. De woningen grenzen aan het toekomstige woongebied De Schaeker. Uit ruimtelijk oogpunt is het naar het oordeel van de gemeente niet bezwaarlijk om aan de achtertuinen ook de bestemming Wonen toe te kennen. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
51. Samenvatting De inspraakreactie heeft betrekking op een perceel aan de Zonnenbergstraat. Inspreker verzoekt de opslagplaats op te nemen op de kaart en te bestemmen als Industriegebied. Beantwoording Het betreft hier de grondopslagplaats van inspreker. De opslagplaats van grond ligt er al vanaf de 70-er jaren van de vorige eeuw. Ter plaatse worden ook handelingen verricht om puinresten uit grond te kunnen zeven. Tot nu toe valt het gebruik van dit perceel onder het overgangsrecht. Het is uit oogpunt van goede ruimtelijke ordening niet gewenst het gebruik van dit perceel opnieuw onder het overgangsrecht te laten vallen. Er wordt een aanduiding aangegeven waardoor de grondopslag is toegestaan. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De regels en de verbeelding worden aangepast.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
60
Inspraakreacties
52. Samenvatting Inspreker geeft aan informatie te willen ontvangen over de mogelijkheden van het hebben van een bed & breakfast bij een woning. Beantwoording In het voorontwerpbestemmingsplan is geregeld dat, onder voorwaarden, in woningen bed & breakfast is toegestaan. Bij nader inzien is de gemeente van oordeel dat het gewenst is bed & breakfast ook in bijgebouwen toe te staan. In het ontwerpbestemmingsplan wordt dit alsnog opgenomen. Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. Ambtshalve worden de regels wel aangepast.
53. Samenvatting Inspreker verzoekt het bouwblok aan te passen zodat richting de Haanstraat kan worden gebouwd en niet voor de woning. Inspreker kan de nieuwe stal nu niet verlengen. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording in paragraaf 2.3. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. Inspreker pacht de boerderij van Landgoed De Poll. Met de eigenaresse is overleg gevoerd over de bouwmogelijkheden bij de agrarische bedrijven op het landgoed. Voor het bedrijf aan de Zandstraat 10 is afgesproken dat verdere uitbreiding in noordelijke richting niet wenselijk is. De gemeente is van oordeel dat een kleine aanpassing van het bouwvlak wel mogelijk is om niet direct in een planologische procedure te vervallen bij een uitbreiding van een in 2010 gebouwde veestal. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
54. Samenvatting Inspreker geeft aan dat er voor het natuurkampeerterrein De Haverkamp aan de Hooistraat 8 te Voorst plannen zijn om in de oude kapschuur 2 vakantiewoningen te realiseren en om de open kapschuur onder andere te gebruiken voor de verhuur van fietsen. Daarnaast zijn er plannen om op het dak van de schuur zonnepanelen te plaatsen. Beantwoording In beginsel worden in het nieuwe bestemmingsplan geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. In het geldende bestemmingsplan zijn recreatiewoningen op dit adres niet mogelijk. Dit geldt tevens voor de verhuur van fietsen. De gemeente wijst inspreker op de moge-
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
61
lijkheid hiervoor een afzonderlijke herziening van het bestemmingsplan aan te vragen. Het plaatsen van zonnepanelen op het dak van een schuur stuit planologisch niet op bezwaren. Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
55. Samenvatting Inspreker geeft aan dat de gemeente met betrekking tot het perceel Zutphenseweg 6 heeft aangegeven dat onder andere de aanwezige detailhandel niet is opgenomen in het bestemmingsplan. Inspreker geeft aan op korte termijn een gesprek te willen met de gemeente. Beantwoording Het gesprek met inspreker heeft inmiddels plaatsgevonden. In het gesprek heeft inspreker aangegeven zijn bedrijf nog fors te willen uitbreiden om buitenopslag van materialen onder dak te kunnen plaatsen. Inspreker is geadviseerd een apart verzoek te richten aan de gemeente, waarbij dit verzoek op zijn eigen merites zal worden beoordeeld. In het geldende bestemmingsplan is bij de 'artikel 30-herziening' van dat plan geregeld dat bij een hoveniersbedrijf detailhandel is toegestaan mits de detailhandel een ondergeschikt bestanddeel uitmaakt van de totale bedrijfsvoering en de detailhandel in die goederen, gelet op de aard daarvan, geschiedt zowel ter plaatse waar dat bedrijf wordt uitgeoefend als in rechtstreeks verband met de uitoefening van dat bedrijf. Gegeven deze vigerende regeling is de gemeente van oordeel dat deze gebruiksregel ook thans in de regels moeten worden opgenomen. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De regels worden aangepast.
56. Samenvatting De inspraakreactie heeft betrekking op het perceel Nijenbeekseweg 20 te Voorst. Inspreker geeft aan dat op dit perceel permanent illegaal in een bijgebouw wordt gewoond. De gehele kavel tussen de woning van inspreker (Nijenbeekseweg 16) en van zijn buurman heeft nu de bestemming Wonen, terwijl dit in het geldende bestemmingsplan de bestemming Agrarisch heeft. Inspreker vraagt zich of hoe het mogelijk is dat het perceelgedeelte met de bestemming Agrarisch nu de bestemming Wonen krijgt. Inspreker maakt zich zorgen dat er ter plaatse alsnog 3 recreatiewoningen zullen verschijnen, waar hij zich in het verleden met succes tegen verweerd heeft. Beantwoording Het is bekend dat op het perceel Nijenbeekseweg 20 illegaal een bijgebouw wordt bewoond. Dit is een handhavingszaak en er worden concrete stappen ondernomen om de bewoning van het bijgebouw te beëindigen. In het geldende bestemmingsplan delen de percelen van inspreker en van zijn buren op nr. 20 het bestemmingsvlak van de bestemming Wonen. Aangegeven is dat binnen dat vlak 2 woningen zijn toegestaan.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
62
Inspraakreacties
In het voorontwerpbestemmingsplan hebben beide percelen afzonderlijk een woonbestemming gekregen met binnen elk bestemmingsvlak de mogelijkheid voor 1 woning. Binnen deze bestemming is de bouw van recreatiewoningen niet toegestaan. Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
57. Samenvatting De inspraakreactie heeft betrekking op het perceel Terwoldseweg 42 te Twello. 1. Inspreker geeft aan dat de grenzen van het perceel niet juist zijn. Ter verduidelijking zijn kaarten bijgevoegd. 2.
Inspreker geeft aan dat in het geldende plan het gehele driehoekige deel van het perceel de bestemming Wonen heeft. Ter verduidelijking zijn kaarten bijgevoegd.
3.
Inspreker geeft aan dat de Meermuidenseweg nog steeds wordt weergegeven terwijl deze verkaveld is. Ter verduidelijking is een kaart bijgevoegd.
Als bijlage is een uittreksel uit het kadastrale register bijgevoegd. Beantwoording 1. Verwezen wordt naar de beantwoording in paragraaf 2.1. Aanvullend is van belang dat de ondergrond van het bestemmingsplan zoveel mogelijk geactualiseerd wordt. Desalniettemin kan het voorkomen dat niet alle kadastrale grenzen correct zijn weergegeven. Voor het bestemmingsplan heeft dat in dit geval geen consequenties. 2.
Het geldende bestemmingsplan 'Buitengebied 1996' is getekend op schaal 1:10.000. Het is lastig om van die kaart te meten. Uit de inspraakreactie wordt opgemaakt dat inspreker de bestemming Wonen wil aangegeven zien over het driehoekige deel van zijn perceel. De gemeente is van oordeel dat daar uit ruimtelijke overwegingen geen bezwaar tegen is.
3.
De aanduiding 'Meermuidenseweg' ontbreekt op de verbeelding. Op de ondergrond is het verloop van de Meermuidenseweg nog wel herkenbaar. Er is evenwel geen bestemming Verkeer aangegeven.
Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
58. Samenvatting Inspreker verzoekt de vorm van het bouwvlak op het perceel Benedenste Kruisweg 4 te Nijbroek aan te passen aangezien een deel van het bouwvlak niet zijn eigendom is. Inspreker stelt voor om een deel van het bouwvlak te verplaatsen zoals weergegeven op bijgevoegde kaart.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
63
Beantwoording De inhoud van deze reactie is gelijk aan de inhoud van reactie onder 27. Voor de beantwoording wordt verwezen naar reactie 27. Conclusie Voor de conclusie wordt verwezen naar reactie 27.
59. Samenvatting Inspreker geeft aan de bestaande bebouwing op het perceel Vaassenseweg 19 te Terwolde te willen renoveren. Beantwoording Het perceel waar inspreker op doelt wordt op de verbeelding aangegeven met de bestemming Agrarisch. Op het perceel staat een schuurtje dat in het verleden met vergunning is gebouwd. Er zijn enkele kleine 'vergunningsvrije' bouwwerkjes (kweekkasje, kippenhokje en caravanoverkapping) gebouwd. Het perceel heeft alle kenmerken van een tuin behorend bij een woning. Het is naar het oordeel van de gemeente uit ruimtelijke overwegingen niet bezwaarlijk om het perceel te bestemmen als Wonen. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
60. Samenvatting Inspreker geeft aan dat er op het perceel Zonnenbergstraat 39 te Wilp geen mogelijkheid is om een steltenberg te bouwen, aangezien een oppervlakte van 100 m² aan bijgebouwen is toegestaan en er al een bijgebouw aanwezig is. Inspreker verzoekt het bestemmingsplan aan te passen zodat bij grotere percelen een grotere oppervlakte aan bijgebouwen is toegestaan. Inspreker geeft aan dat het perceel een grootte heeft van 8.200 m² en dat wanneer 170 m² aan bijgebouwen wordt toegestaan, de steltenberg kan worden gerealiseerd. Beantwoording Zonnenbergstraat 39 en 39A worden in het voorontwerpbestemmingsplan aangeduid met de bestemming Wonen. Er is 1 woning toegestaan. Het is bekend dat hier sprake is van een inwoningsituatie. In de planregels is geregeld dat bij een woning 100 m² aan bijgebouwen is toegestaan. Bij grotere percelen (minimaal 1 ha) kan van de regels worden afgeweken en onder voorwaarden 50 m² extra aan bijgebouwen worden gerealiseerd. Voor inspreker is dit echter niet van toepassing. Zijn perceel heeft een oppervlakte van ongeveer 0,82 ha. Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
64
Inspraakreacties
61. Samenvatting Insprekers verzoeken op het perceel Basseltlaan 26 te Twello de bestemming Bos te wijzigen in de bestemming Agrarisch. Beantwoording In het geldende bestemmingsplan 'Buitengebied 1996' is het perceel van inspreker aan de Basseltlaan 26 grotendeels bestemd als Agrarisch. De bestemming Bos is niet aangegeven. Inspreker heeft zijn perceel geheel opnieuw ingericht. Er is een nieuwe woning gebouwd en rondom deze woning is een siertuin aangelegd. De woning is solitair gelegen. De gemeente is van oordeel dat het uit stedenbouwkundig oogpunt gewenst is dat de bebouwing redelijk dicht bij elkaar blijft. De bestemming Bos voegt niets toe aan dit perceel. Gegeven de feitelijke situatie stemt de gemeente in met de wens van inspreker en wordt aan het perceel deels de bestemming Wonen en deels de bestemming Agrarisch toegekend. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
62. Samenvatting Inspreker geeft aan het niet eens te zijn met de gedeeltelijke wijziging van de bestemming van het perceel aan de Oude Broekstraat 12 te Voorst van Agrarisch in Bos, aangezien dit het huidige gebruik hindert. Inspreker geeft aan dat de gemeente per brief van 27-1-1992 heeft laten weten dat herziening van het bestemmingsplan naar aanleiding van het planten van bomen en struiken niet nodig was. Inspreker geeft aan dat het perceel gebruikt wordt voor het weiden van geiten en een pony, voor het winnen van hooi en voor het organiseren van kleinschalige recreatieve activiteiten. Het perceel biedt ook toegang tot een vleermuizentoren. Ten slotte is een deel van het perceel ook in gebruik als tuin. De bestemming Bos kan ertoe leiden dat deze activiteiten niet ongehinderd kunnen worden voortgezet. Beantwoording De bestemming Bos is primair bestemd voor aanleg, instandhouding en ontwikkeling van bosbeplanting ten behoeve van de houtproductie, maar ook voor recreatief medegebruik. Het houden van geiten en een pony gebeurt hobbymatig. Dit valt onder de term recreatief medegebruik. Naar het oordeel van de gemeente is aanpassing van het voorontwerpbestemmingsplan niet noodzakelijk. Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
63. Samenvatting Inspreker geeft aan dat een nieuw te bouwen schuur waarvoor vergunning is verleend gedeeltelijk buiten het bouwvlak valt.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
65
Beantwoording Inspreker heeft aan de Avervoordseweg 3 een nieuwe woning gebouwd met bijgebouw. In de ondergrond van de verbeelding is dit niet voldoende zichtbaar. De bestemming Wonen is aangegeven op het eigendom van inspreker. De gemeente concludeert dat het bouwvlak correct is aangegeven. Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
64. Samenvatting Inspreker verzoekt een schuur van 5 bij 5 m die in een weiland staat aan de Streilerweg op te nemen op de kaart. Beantwoording De bewuste schuur aan de Streilerweg zal oorspronkelijk bij het voormalige agrarisch bedrijf aan de Streilerweg 9 hebben toebehoord. Inspreker is sinds 1994 eigenaar van de schuur en het betreffende perceel. Uit de ter beschikking staande stukken kan niet worden opgemaakt dat de schuur met vergunning is gebouwd. Er is naar het oordeel van de gemeente dan ook geen reden om een bouwvlak aan te geven. Het overgangsrecht blijft van toepassing. Dit betekent dat inspreker de bewuste schuur in stand kan houden. Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
65. Samenvatting Insprekers verzoeken het bouwblok op het perceel Holthuizerstraat 12 te Twello aan te passen zodat de bouw van een nieuwe schuur ter vervanging van de bestaande schuren mogelijk is. Op deze wijze kan het uitzicht vanuit de woning verbeterd worden. Ter verduidelijking is een aantal kaarten bijgevoegd. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording in paragraaf 2.3. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. De gemeente is van oordeel dat verruiming van het bouwvlak in stedenbouwkundig opzicht niet op bezwaren stuit. De verruiming van het bouwvlak zal leiden tot verbetering van het woongenot. De afstand tot overige woningen aan de Holthuizerstraat is voldoende. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
66
Inspraakreacties
66. Samenvatting 1. Inspreker verzoekt de schuur ten zuiden van de kas op te nemen in het bouwvlak van het perceel Dijkhofstraat 9 te Twello. 2. Inspreker verzoekt het bouwvlak in westelijke richting te verplaatsen in verband met de bouw van een woning met garage. Beantwoording De gemeente stelt vast dat het aangeven van bouwvlakken bij agrarische bedrijven met glastuinbouw in het voorontwerpbestemmingsplan niet op alle locaties op juiste wijze heeft plaatsgevonden. Er zijn locaties waar een bouwvlak strak om de glasopstanden is aangegeven en er zijn locaties waar meer ruimte om de glasopstanden in een bouwvlak is opgenomen. Uitgangspunt voor de opgenomen regeling is dat glasopstanden maximaal 20% kunnen uitbreiden conform de Ruimtelijke Verordening Gelderland. In het verlengde hiervan zal de verbeelding dus op diverse locaties worden aangepast. Het bouwvlak van inspreker is één van de aan te passen bouwvlakken. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
67. Samenvatting Inspreker geeft aan dat hij een agrarisch bedrijf heeft aan de Rijksstraatweg 3 in Wilp. Hij wenst het agrarisch bouwvlak te handhaven. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording in paragraaf 2.4. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. De omvang van het agrarisch bedrijf is gering maar rechtvaardigt naar het oordeel van de gemeente het handhaven van een klein agrarisch bouwvlak (0,25 ha). Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
68. Samenvatting Inspreker verzoekt het bestemmingsvlak Bedrijf op het perceel Twelloseweg 8-10 te vergroten, zodat de verharding gehandhaafd kan blijven. Inspreker geeft aan dat hij deze verharding zonder vergunning heeft aangebracht. Deze verharding is volgens inspreker absoluut nodig voor zijn bedrijf als manoeuvreerruimte en parkeerplaats. Inspreker heeft overigens geconstateerd dat de opgenomen bebouwingsmogelijkheden voldoende ruimte bieden voor de noodzakelijke vernieuwing van de bedrijfsgebouwen. Inspreker is bereid om in overleg groen aan te brengen waardoor het zicht op het bedrijf wordt ontnomen. Ter verduidelijking is een kaart bijgevoegd.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
67
Beantwoording Het bouwvlak ten behoeve van het bedrijf van inspreker is in het voorontwerpbestemmingsplan ten opzichte van het geldende bestemmingsplan 'Buitengebied 1996' behoorlijk uitgebreid. In het bouwvlak is niet de verharding opgenomen waarop inspreker doelt. De gemeente is van oordeel dat het uit stedenbouwkundig oogpunt niet wenselijk is dat het bouwvlak wordt vergroot. De aanwezige bebouwing is nu redelijk compact gesitueerd en het is gewenst dit te handhaven. Verruiming van het bouwvlak kan in deze situatie verandering brengen. Het bestemmingsplan biedt de mogelijkheid de bebouwing te hergroeperen waardoor er ook een mogelijkheid ontstaat om de gewenste manoeuvreerruimte te bewerkstelligen. Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
69. Samenvatting Inspreker verzoekt het bouwblok op het perceel Avervoordseweg 6 en 8 te Terwolde te vergroten zodat het bedrijf op Avervoordseweg 6 en het bedrijf op Avervoordseweg 8 ieder een bouwblok krijgen van 1 ha. Het betreft twee aparte bedrijven die door één persoon worden gerund. Beide bedrijven beschikken over een eigen milieuvergunning. Inspreker is van oordeel dat hij in zijn bedrijfsvoering sterk belemmerd wordt als de thans ingetekende situatie gehandhaafd blijft. Ter verduidelijking is een kaart bijgevoegd. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording in paragraaf 2.3. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. Het ontwerpbestemmingsplan is niet bedoeld om nieuwe ontwikkelingen mogelijk te maken. Het bestemmingsplan gaat uit van de bestaande situatie. Er is ruimtelijk gezien sprake van één bedrijf met 2 bedrijfswoningen. Het ingetekende bouwvlak is echter al wel helemaal volgebouwd. Het is naar het oordeel van de gemeente niet bezwaarlijk aan de zuidoostzijde een uitbreiding van het bouwvlak toe te staan. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
70. Samenvatting Inspreker verzoekt de vorm van het bouwblok op het perceel Heeringstraat 4 te Wilp aan te passen met het oog op een eventuele uitbreiding. De grens van het bouwblok is nu strak achter de stal en voor het huis gelegd en dat is niet logisch. Voor een normale bedrijfsvoering is aanpassing gewenst. Inspreker wijst erop dat hij dit ook reeds in het tafeltjesoverleg heeft aangegeven. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording in paragraaf 2.2 en 2.3. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
68
Inspraakreacties
Inspreker heeft naast vleesvarkens ook een trainings- en africhtingshal voor springpaarden. Er worden ook paarden gefokt. In het zogenaamde tafeltjesoverleg heeft inspreker gevraagd meer ruimte toe te staan achter de trainings- en africhtingshal. Er bestaan plannen om het aantal vleesvarkens uit te breiden naar 1.500. Het is naar het oordeel van de gemeente niet bezwaarlijk tegemoet te komen aan een uitbreiding van het bouwvlak aan de noordzijde en aan de oostzijde conform eigen verzoek het bouwvlak te verkleinen. Conclusie De reactie leidt niet aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
71. Samenvatting Insprekers verzoeken voor het perceel Blikkenweg 6 te Twello de ontheffing voor Horeca en Galerie op te nemen zoals in het besluit van 21-6-2010 is toegewezen. In het bestemmingsplan is voor het perceel enkel de bestemming Wonen opgenomen. Beantwoording In 2010 is aan insprekers ontheffing verleend om bij hun woning aan de Blikkenweg 6 een theeschenkerij en galerie te mogen exploiteren. De gemeente is van oordeel dat het bij nader inzien gewenst is om dit gebruik binnen de bestemming Wonen mogelijk te maken en in het verlengde hiervan een aanduiding op de plankaart op te nemen. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De regels en verbeelding worden aangepast.
72. Samenvatting Inspreker verzoekt de bestemming op het perceel Leemsteeg 17 te Wilp te wijzigen van Wonen in Agrarisch, aangezien op het betreffende perceel een kangeroefokkerij aanwezig is. Insprekers beschikken over een milieuvergunning. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording in paragraaf 2.4. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. Naar het oordeel van de gemeente rechtvaardigt de omvang van de agrarische activiteiten van inspreker het aangeven van een klein agrarisch bouwvlak (0,25 ha). Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
69
73. Samenvatting Inspreker verzoekt voor het perceel Middendijk 31a te Nijbroek de toegekende bestemming Waarde - Archeologie - 7 aan te passen en geeft aan dat de gebouwen in 1980 zijn gerealiseerd. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.4. Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
74. Samenvatting 1. Inspreker verzoekt het bouwblok op het perceel Kampweg 7 te Nijbroek te vergroten zoals aangegeven op de kaart in de bijlage. 2.
Inspreker verzoekt de toegestane te bouwen oppervlakte te vergroten naar 1.000 m² aangezien dit noodzakelijk is voor de beoogde uitbreiding van de activiteiten die thans plaatsvinden (onder andere het maken van afscheidingshekken en omheiningen).
Beantwoording 1. Inspreker heeft aan de Kampweg een aannemersbedrijf. Het aangegeven bouwvlak in het voorontwerpbestemmingsplan is gelijk aan het bouwvlak in het geldende bestemmingsplan 'Buitengebied 1996'. Gebleken is dat inspreker buitenopslag heeft buiten het bouwvlak. Hiervoor is geen toestemming verleend. De gemeente is van oordeel dat het uit stedenbouwkundig oogpunt niet wenselijk is om het bouwvlak uit te breiden ten behoeve van buitenopslag. 2.
Op grond van de Ruimtelijke Verordening Gelderland is verruiming van bedrijfsbebouwing niet mogelijk.
Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
75. Samenvatting Inspreker verzoekt met betrekking tot het perceel van IJsclub Nijbroek Vooruit een uitbreiding van het bouwvlak van 50 m² ten behoeve van de bouw van een berging. De vereniging telt nu 500 leden en bij het schaatsen is de ruimte te klein als kleedruimte. Beantwoording In de gemeente Voorst zijn 2 locaties aangewezen waar weilanden in de winter als ijsbaan kunnen worden gebruikt, te weten aan de Kadijk en aan de Kampweg. Aan de Kadijk staat een gebouw met een oppervlakte van circa 100 m² en aan de Kampweg een gebouw met een oppervlakte van circa 30 m².
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
70
Inspraakreacties
De gemeente is van oordeel dat het uit een oogpunt van gelijkheidsbeginsel gepast is om de bouwvlakken op elkaar af te stemmen. Dit leidt tot een groter bouwvlak aan de Kampweg. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
76. Samenvatting Inspreker verzoekt om voor de schuur op het oostelijke deel van het perceel Wellinkhofweg 11 in Terwolde de bestemming Wonen te wijzigen in de bestemming Agrarisch. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.5. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. Inspreker heeft aan de Wellinkhofweg 11 een schuur die hij voornamelijk gebruikt als stallingsruimte voor materieel dat hij gebruikt om gronden (2,8 ha) te kunnen bewerken die hij daar in eigendom heeft. Wellinkhofweg 11 is eigendom van zijn broer. De schuur is legaal en staat los van de gebouwen behorende bij woning Wellinkhofweg 11. De gemeente is van oordeel dat het gewenst is om een bouwvlak aan te geven rond de schuur maar zonder de mogelijkheid dat daar een bedrijfswoning gebouwd kan worden. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
77. Samenvatting Inspreker stelt de vraag waarom de bestemming Wonen op het perceel Doornweerdstraat 23 te Twello aan de achterzijde over de perceelgrens is gelegen en waarom het deel van het perceel tussen het woonhuis en de Doornweerdstraat en achter het perceel Doornweerdstraat 21 niet de bestemming Wonen hebben gekregen. Beantwoording Het is naar het oordeel van de gemeente niet gewenst om de bestemming Wonen te geven aan gronden die niet in eigendom zijn van inspreker. Er wordt dan ook mee ingestemd om het bouwvlak aan te passen en te beperken tot het eigendom van inspreker. Het perceel achter Doornweerdstraat 21 blijft agrarisch. Conclusie De reactie leidt wel tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
71
78. Samenvatting Inspreker verzoekt het bouwvlak op het perceel Holthoevensestraat 14 te Teuge aan te passen conform bijgevoegde tekening. Beantwoording Inspreker vraagt om een kleine verschuiving van het bouwvlak. Dit is naar het oordeel van de gemeente niet bezwaarlijk en leidt niet tot verruiming. Het bouwvlak wordt aangepast. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
79. Samenvatting De inspraakreactie heeft betrekking op het perceel Dijkhofstraat 12 te Twello. 1. Inspreker verzoekt de recreatieve bestemming te wijzigen in een woonbestemming zonder beperking, die aansluit bij de overige woonbestemmingen in het bestemmingsplan Buitengebied. Inspreker geeft aan dat door het college van burgemeester en wethouders concrete en absolute toezeggingen zijn gedaan over de aanpassing van de bestemmingen. 2.
Inspreker geeft aan dat overwogen dient te worden of een bestaand koetshuis niet moet worden aangepast naar een meer multifunctioneel gebruik, waarbij zelfs gedacht kan worden aan een woonbestemming. Het voordeel is dat het onderhoud en de instandhouding van het gebied hiermee gediend zijn.
Bijgevoegd is een briefwisseling tussen inspreker en de gemeente, waaruit naar het oordeel van inspreker blijkt tot welke voordelen de voorgestelde wijziging leidt, terwijl er geen nadelige ruimtelijke effecten zijn. Beantwoording 1. Op 1 oktober 2009 is aan cliënt van inspreker een brief gestuurd waarin is aangegeven dat, onder voorwaarden, medewerking verleend zal worden aan een herziening van het bestemmingsplan. De herziening zou ertoe moeten leiden dat de recreatiewoning de bestemming Wonen zou krijgen. Tot op heden heeft cliënt van inspreker geen verzoek ingediend. Het perceel Dijkhofstraat 12 ligt in het 'groenblauwe raamwerk' zoals dat in het streekplan is aangegeven. Het beleid van de provincie geeft aan dat omzetting van recreatiewoningen naar reguliere woningen in het groenblauwe raamwerk uitgesloten is. Om deze reden is geen woonbestemming aangegeven aan Dijkhofstraat 12. 2.
Het wijzigen van functies van gebouwen in het buitengebied gebeurt aan de hand van het Functieveranderingsbeleid. Cliënt van inspreker kan hiertoe een verzoek indienen. Hij kan daarbij aangeven welke functies in het gebouw gewenst zijn. Een dergelijk verzoek zal aan het Functieveranderingsbeleid worden getoetst.
Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
72
Inspraakreacties
80. Samenvatting De inspraakreactie heeft betrekking op het perceel Voorst, sectie C, nrs. 1262 en 1305 ter hoogte van de Nijenbeekseweg 28 te Voorst. Inspreker verzoekt de bestemming Opslag en Opslag in agrarische zin te wijzigen in de bestemming Woondoeleinden. Naar het oordeel van inspreker sluit deze bestemming beter aan bij de ruimtelijke invulling van de omliggende en aangrenzende percelen (onder andere Nijenbeekseweg 26 en 30). Het voordeel van deze bestemming is dat het onderhoud en de instandhouding van het gebied hiermee gediend zijn, terwijl er geen nadelige ruimtelijke effecten zijn. Invulling van een agrarische bestemming op een relatief klein stukje grond is niet reëel. Ter zake verwijst inspreker naar het gemeentelijk dossier over dit perceel. Beantwoording Al in 2007 heeft de eigenaar/inspreker van genoemde percelen een verzoek gericht aan de gemeente om aan de Nijenbeekseweg een woonbestemming aan te geven. Dit verzoek is toen niet gehonoreerd. Uitgangspunt van het voorontwerpbestemmingsplan is dat geen nieuwe ontwikkelingen worden mogelijk gemaakt. Het ligt dan ook niet voor de hand om nu wel een woonbestemming aan te geven. In heel veel gevallen zullen gronden die als Agrarisch zijn bestemd niet meer bij een agrarisch bedrijf behoren en als zodanig bedrijfsmatig worden gebruikt. Het is daarom dat de bestemming Agrarisch ook mede bestemd is voor onder andere 'recreatief medegebruik' en 'hobbymatig agrarisch gebruik'. Naar het oordeel van de gemeente is het bestemmen van kleine percelen als Agrarisch daarom vanuit deze optiek wel reëel. Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
81. Samenvatting Inspreker geeft aan reeds tijdens het tafeltjesoverleg te hebben aangegeven te willen bouwen aan de Hooistraat. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.2. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. Het is bekend dat insprekers grond bezitten aan de Hooistraat en dat zij daar graag een nieuw bedrijf willen starten omdat aan de Watergatstraat beperkte mogelijkheden aanwezig zijn. Uitgangspunt voor het bestemmingsplan is echter dat in principe geen nieuwe ontwikkelingen worden mogelijk gemaakt in die zin dat er nieuwe agrarische bouwvlakken worden opgenomen met nieuwe bouwmogelijkheden. De gemeente is van oordeel dat nieuwe verstening van het buitengebied moet worden tegengegaan. Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
73
82. Samenvatting Inspreker geeft aan bezwaar te maken tegen artikel 5.5 betreffende 'kamperen' en 'bed & breakfast' als nevenfuncties bij burgerwoningen en voormalig agrarische bedrijfscomplexen. Als dit wordt vrijgegeven, is naar het oordeel van inspreker ontaarding van het buitengebied niet uit te sluiten. Beantwoording Het gemeentelijk beleid voor het buitengebied is er mede op gericht de recreatieve betekenis van het buitengebied te versterken. Met het oog hierop wordt op percelen bestemd als Wonen (burgerwoningen en voormalige agrarische bedrijfscomplexen) de mogelijkheid geboden om kleinschalig kamperen en bed & breakfast als nevenfunctie uit te oefenen. Gegeven de voorwaarden die aan de orde zijn (onder andere de nevenfunctie die dient te worden uitgeoefend op het perceel met de bestemming Wonen en er dient gebruikgemaakt te worden van bestaande gebouwen) zal er naar verwachting geen sprake zijn van een grootschalige ontwikkeling. Van 'ontaarding' van het buitengebied zal naar het oordeel van de gemeente zeker geen sprake zijn. Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
83. Samenvatting 1. Inspreker verzoekt aan het perceel Terwoldseweg 10 te Twello een bouwvlak toe te kennen. 2.
Inspreker geeft aan te willen weten wat de toekomstige bouwmogelijkheden op het perceel zijn.
Beantwoording 1. De gemeente heeft vastgesteld dat abusievelijk aan het bedrijf van inspreker geen bouwvlak is toegekend. De verbeelding wordt aangepast. 2.
Voor de bebouwingsmogelijkheden wordt verwezen naar de planregels.
Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
84. Samenvatting De inspraakreactie heeft betrekking op het perceel Wellinkhofweg 7 te Terwolde. 1.
Inspreker geeft aan hij in 2006 de woning Wellinkhofweg 10 heeft gekocht en toen door de gemeente geïnformeerd is over de mogelijke vorm van het bouwvlak van het melkveebedrijf op Wellinkhofweg 7. Inmiddels is hier een 2e bedrijfswoning gerealiseerd. De breedte van het bouwvlak langs de Wellinkhofweg komt daarmee op circa 105 m. Uitgaande van een rechthoekig bouwvlak van 1 ha zou de diepte van het bouwvlak niet
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
74
Inspraakreacties
meer dan 95 m mogen bedragen. In het bestemmingsplan is nu aan het melkveebedrijf een veelhoekig bouwvlak toegekend (diep 151 m westzijde en 140 m oostzijde) dicht langs bestaande opstallen waardoor er grote uitbreidingsmogelijkheden voor het bedrijf ontstaan. De uitbreiding van het bedrijf (groter dan inspreker op basis van de informatie van de gemeente mocht verwachten) acht inspreker schadelijk voor zijn woongenot en zeer negatief voor de waarde van zijn huis op het perceel Wellinkhofweg 10 te Terwolde. De mogelijkheid om het bouwvlak met 50% te vergroten baart inspreker daarnaast grote zorgen. Daarbij wordt met geen woord gesproken over nadelen voor omwonenden of schade aan het landschap. 2.
Inspreker geeft aan dat op het perceel Wellinkhofweg 7 de dubbelbestemming Waarde Landschap - Openheid van toepassing is. Dis is naar zijn oordeel strijdig met een bebouwing van 150 m diep. Inspreker wijst erop dat er thans reeds een grote stapel balen van in plastic verpakt voedergras ligt, die het open landschap vanaf de Wellinkhofweg en vanaf de Twelloseweg/Terwoldseweg nu al aantast.
Bijgevoegd is een bezwaarschrift op het voorontwerpbestemmingsplan, waarin inspreker aangeeft bezwaar te hebben tegen de verruimde uitbreidingsmogelijkheden van landbouwbedrijven en in het bijzonder de veehouderij. Inspreker geeft aan dat dit leidt tot: aantasting van het landschap (stallen, balen, silo's, kuilvoer); meer uitstoot van ongewenste stoffen (zoals methaan en ammoniak); meer voertuigbewegingen (aan- en afvoer en voederwinning); hogere bedrijfstijd (minder rust en stilte). Inspreker licht dit toe aan de hand van de uitbreiding van het veehouderijbedrijf aan de Wellinkhofweg 7. Inspreker vraagt zich af wat de baten voor de gemeente Voorst zijn. Andere ontwikkelingen zoals het toerisme bevorderen of meer toegevoegde waarde creëren vergen niet veel extra ruimte en geven nauwelijks overlast en leveren per saldo een hogere bijdrage aan de gemeente. Beantwoording 1. Inspreker geeft aan dat het bouwvlak behorend bij het bedrijf aan de Wellinkhofweg 7 een breedte heeft van ongeveer 105 m. Uitgaande van een oppervlakte van het bouwvlak van 1 ha zou de diepte niet meer mogen bedragen dan 95 m. De vorm van een bouwvlak is in de planregels niet geregeld. Het is daarom mogelijk dat bouwvlakken niet gelijkmatig zijn en zijn aangegeven afhankelijk van de bedrijfssituatie. In dit geval is aandacht gegeven aan de aanwezigheid van hoogspanningsleidingen, waardoor de bouwmogelijkheden beperkt worden. In het geldende bestemmingsplan zijn geen bepalingen opgenomen ten aanzien van kwaliteitseisen voor de omgeving. In het nu voorliggende bestemmingsplan geldt overal een dubbelbestemming Waarde - Landschap. Bij afwijkingen of wijzigingen van het bestemmingsplan is er dus een toetsingskader op basis waarvan beoordeeld kan worden of er in voldoende mate is rekening gehouden met aanwezige landschappelijke waarden. 2.
In het voorontwerpbestemmingsplan zijn de aan de bestaande agrarische bedrijven toegekende bouwvlakken afgestemd op onder andere de feitelijk en legaal tot stand gekomen gebruikssituatie. Verwezen wordt naar 5.1. van de toelichting. Ook voor het agrarisch bedrijf dat gevestigd is op de locatie Wellinkhofweg 7 is de bestaande situatie uitgangspunt geweest voor het toekennen van het bouwvlak. Ten aanzien van de mogelijkheden die geboden worden voor vergroten van het bouwvlak (zie artikel 3.6.1) geldt dat daarbij rekening moet worden gehouden met de van toepassing zijnde dubbelbestemming Waarde - Landschap. Uitbreiding van het bouw-
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
75
vlak is alleen mogelijk als de ter plaatse aanwezige waardevolle openheid niet onevenredig wordt geschaad. De aanwezige landschappelijke waarden worden dus ten volle in de belangenafweging betrokken. Het gegeven dat er binnen het gebied, dat is voorzien van de dubbelbestemming Waarde - Landschap - Openheid sprake is van soms forse agrarische bedrijfscomplexen doet naar het oordeel van de gemeente niet af aan de betekenis van de openheid en zichtlijnen in dit gebied. Juist dan is er aanleiding de nog aanwezige openheid en zichtlijnen waar mogelijk te beschermen. De gemeente onderkent dat de ontwikkeling van de agrarische sector, deels in de vorm van schaalvergroting en deels in de vorm van verbreding, gevolgen heeft voor de ruimtelijke kwaliteit en de belevingswaarde van het buitengebied. Om die reden zet de gemeente ook in op het behoud en het versterken van de ruimtelijke kwaliteit en wordt voor nieuwe ontwikkelingen veelal de voorwaarde opgenomen dat de aanwezige waarden van natuur, landschap en cultuurhistorie niet onevenredig mogen worden aangetast en dat voorzien dient te worden in een adequate landschappelijke inpassing. Het Landschapsontwikkelingsplan (LOP) en de beleidsnota Ruimtelijke Kwaliteit Veranderende Erven worden hierbij door de gemeente als toetsingskader gebruikt. Overigens is de gemeente bij nader inzien van oordeel dat aanpassing van de regeling Waarde - Landschap gewenst is. Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.7. Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
85. Samenvatting De inspraakreactie heeft betrekking op het perceel van 'De Middenhof' aan de Molenweg 31 te Terwolde. 1. 2. 3.
Inspreker verwijst naar plannen die zijn beschreven in een brief aan het college en verzoekt het in die brief genoemde gebruik mogelijk te maken. Inspreker verzoekt het bouwblok aan de achterzijde uit te breiden zodat de bestaande zomerwoning er binnenvalt. Inspreker verzoekt een tweede woonbestemming toe te kennen aan de 'derde schuur'. Een tweede woonbestemming maakt de restauratie van 'De Middenhof' mogelijk.
Beantwoording Door inspreker is een separaat verzoek gericht aan het college over deze kwestie. Dit verzoek zal in het kader van dit bestemmingsplan worden meegenomen. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
76
Inspraakreacties
86. Samenvatting De inspraakreactie heeft betrekking op het perceel Buddezand 4a te Wilp. Hier exploiteren insprekers een kwekerij van vaste planten in de openlucht alsmede in kassen. Insprekers verzoeken een vergunning te verlenen voor de uitbreiding van de bestaande kassen met 2.000 m². Deze uitbreiding is noodzakelijk om de kweek van vaste planten in ronde 2 literpotten te kunnen uitbreiden hetgeen gewenst is voor de exploitatie van het bedrijf. Beantwoording Insprekers hebben behoefte aan overwinteringskassen voor de teelt van vaste planten in potten. Op dit moment zijn er kassen aanwezig met een oppervlakte van 3.100 m². Op grond van de Provinciale Verordening Gelderland kan een uitbreiding van 20% (520 m²) worden toegestaan. In het bestemmingsplan is een regeling opgenomen dat 1.000 m² aan teeltondersteunende kassen kan worden gebouwd. Bovendien kan via afwijking nog eens 500 m² aan teeltondersteunende kassen worden gebouwd. De gemeente is van oordeel dat het gewenst is om met het oog hierop de verbeelding aan te passen. Daarnaast kan worden afgeweken van het bestemmingsplan voor 'teeltondersteunende voorzieningen' ten behoeve van boomkwekerijen en overige kwekerijen. Onder teeltondersteunende voorzieningen worden voorzieningen verstaan die maximaal 6 maanden op dezelfde locatie worden gebruikt. Het betreft folies, insectengaas, acryldoek, vraatnetten, tunnels tot 0,5 m, hagelkappen, regenkappen, wandelkappen en schaduwhallen. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
87. Samenvatting Inspreker verzoekt het bouwblok op het perceel Wellinkhofweg 7 te Terwolde aan te passen conform bijgevoegde tekening. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.3. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. Het agrarische bedrijf van inspreker ligt voor een deel onder een hoogspanningsleiding. Hierdoor zijn de bouwmogelijkheden beperkt. Het is naar het oordeel van de gemeente niet bezwaarlijk de vorm van het bouwvlak aan te passen waardoor er reële bouwmogelijkheden ontstaan. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
77
88. Samenvatting Inspreker verzoekt een aanpassing van het bouwvlak op het perceel Koperdijk 4 te Klarenbeek conform bijgevoegde tekening. Uitbreiden van het bouwvlak is gewenst voor de bouw van een mestopslag en om te kunnen voldoen aan onder andere nieuwe welzijnsregels. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.3. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. Inspreker heeft een melkveehouderij. Het verruimen van het aangegeven bouwvlak ten behoeve van uitbreidingsplannen is naar het oordeel van de gemeente niet bezwaarlijk. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
89. Samenvatting Inspreker verzoekt om op het perceel Rijksstraatweg 187 te Twello een klein stukje 'agrarisch gebied' bij de woonbestemming te betrekken ten behoeve van de bouw van een paardenstal. Inspreker geeft aan dat in de directe omgeving ook grotere bouwvlakken met de bestemming Wonen zijn aangegeven. Beantwoording Het perceel (2.265 m²) van inspreker is ingeklemd tussen een agrarisch bedrijf en een hoveniersbedrijf. Het aangeven van een agrarische bestemming op een deel van het perceel is naar het oordeel van de gemeente weinig zinvol. Het voorkomt wel dat bijgebouwen her en der op het perceel gebouwd kunnen worden. Verruiming van de bestemming Wonen is echter in beperkte mate wel mogelijk waardoor een gewenste paardenstal gebouwd kan worden. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
90. Samenvatting Inspreker brengt het volgende naar voren: gerangschikt nieuw landgoed NSW (5,3 ha); was bestemming Agrarische en nu bestemming Wonen; er staat reeds 150 m² of meer; wellicht is er nog een bestaande milieuvergunning; bericht gehad dat stallen voldoen; agrarische bestemming gewenst in verband met paardenfokkerij op termijn voor dochter; anders eventueel verkoop in verband met mogelijke verhuizing; kas voor wijngaard; bos niet correct ingetekend;
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
78
-
Inspraakreacties
omzetting/bouwvergunning heeft plaatsgevonden in 2007; De Horsten.
Beantwoording Aan de gronden behorend bij inspreker is de dubbelbestemming 'Waarde - Landgoed' toegekend. In het geldende bestemmingsplan 'Buitengebied 1996' is Quabbenburgerweg 7 aangegeven met de bestemming 'Agrarische doeleinden' met een bouwvlak A (0,25 ha). In het voorontwerpbestemmingsplan is als uitgangspunt gehanteerd dat bouwpercelen in de categorie A worden bestemd als Wonen. De onderliggende gedachte is dat in veel gevallen nauwelijks sprake is van agrarische activiteiten die een bouwvlak rechtvaardigen. Zo ook in het onderhavige geval. Op dit moment is er circa 225 m² aan bijgebouwen aanwezig. Bij recht wordt 100 m² toegestaan. Er kan worden afgeweken voor bijgebouwen tot 150 m². De resterende 75 m² valt onder het zogenaamde overgangsrecht. Deze m² behoeven niet te worden gesloopt. Maar bij vervanging mag slechts 50% worden teruggebouwd. Op het adres geldt een melding 'Besluit landbouw'. Deze is echter niet overgedragen aan inspreker. Bovendien zijn de bedrijfsgebouwen, waarvoor de melding van toepassing was, geheel gesloopt. Feitelijk is de melding niet van toepassing. Naar het oordeel van de gemeente is er op dit moment geen reden om een agrarisch bouwvlak aan te geven. Er is sprake van 'hobbymatig agrarisch gebruik', maar niet van agrarische activiteiten die het rechtvaardigen dat een agrarisch bouwvlak aanwezig moet zijn. Aangrenzend aan het eigendom van inspreker zijn gronden bestemd als Bos. Dit is conform de bestaande situatie en het geldende bestemmingsplan 'Buitengebied'. Aansluitend aan het bos heeft inspreker ook bomen en struiken aangeplant, echter niet met het oogmerk van houtproductie. Dat neemt niet weg dat het initiatief door de gemeente gewaardeerd wordt! De gronden van inspreker zijn vanwege de aanwijzing als NSW-landgoed aangegeven met de dubbelbestemming 'Waarde - Landgoed'. Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
91. Samenvatting De inspraakreactie heeft betrekking op het perceel Leemsteeg 23 ONOI BY. Inspreker geeft aan dat op het perceel bebouwing aanwezig is die in het bestemmingsplan is aangemerkt als 'niet bestemd'. Op termijn zal deze bebouwing worden vervangen om er landbouwgereedschappen in te plaatsen en inspreker verzoekt de bebouwing aan te merken als 'positief bestemd'. Ter verduidelijking is een kaart bijgevoegd. Beantwoording Op het betreffende perceel staat tussen hoog opgaande beplanting zeer bouwvallige bebouwing. Uit de gemeentelijke dossiers blijkt niet dat voor de bebouwing ooit vergunning is verleend. In de directe omgeving komt ook geen bebouwing voor waaruit geconcludeerd kan worden dat de bebouwing ergens bij hoort. De hoog opgaande beplanting vormt een klein landschapselement waarbinnen handhaving van bebouwing niet gewenst is. Er wordt geen bouwvlak aangegeven die het mogelijk maakt dat de aanwezige bouwvallige bebouwing vernieuwd kan worden.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
79
Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
92. Samenvatting De inspraakreactie heeft betrekking op het perceel Verlengde Broekstraat 3 te Klarenbeek. Inspreker geeft aan dat de recente nieuwbouw van een varkensstal en de uitbreiding van een rundveestal niet zijn meegenomen in het bestemmingsplan en dat de nieuwbouw niet binnen het bouwblok valt. Inspreker geeft daarnaast aan dat beide gebouwen in de toekomst verder zullen worden uitgebreid. Uitbreiding is noodzakelijk om ook in de toekomst een volwaardig bedrijf te zijn. Inspreker verzoekt het bouwblok te vergroten naar 1,5 ha gezien de gewenste toekomstige groei van het agrarische bedrijf. Inspreker geeft aan dat er geïnvesteerd zal worden in verdere landschappelijke inpassing en natuurcompensatie als dat noodzakelijk is. Ter verduidelijking zijn kaarten bijgevoegd. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.1 en 2.8. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. De ondergronden zullen, voor zover dit bij de gemeente bekend is, worden geactualiseerd. Inspreker heeft een gemengd bedrijf. De maximaal toegestane oppervlakte voor het intensieve deel mag niet meer bedragen dan 1 ha. Aan de uitbreiding hiervan wordt in dit bestemmingsplan niet meegewerkt. De reden hiervoor is dat diverse aspecten zullen moeten worden onderzocht en gewogen om medewerking te kunnen verlenen. Op basis van de ingediende reactie kunnen deze afwegingen naar het oordeel van de gemeente niet gemaakt worden. Wel is in de planregels een wijzigingsbevoegdheid opgenomen (artikel 51.5.3), waardoor het in principe, onder voorwaarden, mogelijk is om het bouwvlak te vergroten tot 1,5 ha. Inspreker kan dus overwegen om een concreet verzoek in te dienen bij de gemeente. Voor de grondgebonden tak zijn nog wel uitbreidingsmogelijkheden. Inspreker vraagt een uitbreiding aan de zuidoostzijde en wil zijn kuilvoerplaten die aansluitend aan het bouwvlak liggen buiten het bouwvlak houden. Hiertegen bestaat geen bezwaar. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
93. Deze reactie is komen te vervallen, verwezen wordt naar reactie 318.
94. Samenvatting Inspreker verzoekt aan het gehele perceel Basseltlaan 20 te Twello de bestemming Wonen toe te kennen.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
80
Inspraakreacties
Beantwoording Inspreker heeft aan de Basseltlaan een woning op een ruim perceel met een diepte van ruim 70 m. Het gehele perceel is rondom de woning ingericht als siertuin. Op het perceel staat ongeveer 100 m² aan bijgebouwen. De gemeente is van oordeel dat verruiming van het bouwvlak niet tot gevolg heeft dat er meer bijgebouwen kunnen worden gebouwd omdat 100 m² maximaal toegestaan wordt. Verruiming kan wel tot gevolg hebben dat de bebouwing meer verspreid wordt. De bestemming Agrarisch is niet reëel. Wel wordt de bestemming Wonen verruimd. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
95. Samenvatting Inspreker verzoekt het bouwblok op het perceel Koestraat 7 te Wilp te vergroten conform bijgevoegde tekeningen. Beantwoording Inspreker heeft zijn perceel afgezet met een haag. Een deel van de gronden binnen deze afzetting is bestemd als Agrarisch. Dat deel maakt echter onderdeel uit van de 'siertuin' bij de woning. Naar het oordeel van de gemeente is het in stand houden van de bestemming Agrarisch is niet reëel. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
96. Samenvatting De inspraakreactie heeft betrekking op het perceel Rijksstraatweg 164 te Teuge. 1.
Inspreker geeft aan dat het perceel altijd de bestemmingen Handel en nijverheid en Agrarisch heeft gehad en dat aan het gehele perceel nu de bestemming Industrie is toegekend. Hierdoor is volgens inspreker het industrieterrein met circa 50% uitgebreid, terwijl de gemeente als beleid heeft om industrie-uitbreidingen in dorpskernen en agrarisch gebied te verplaatsen naar daarvoor bestemde industrieterreinen.
2.
Inspreker geeft aan dat het niet duidelijk is wat er qua opslag binnen de industriebestemming is en wordt toegestaan op het buitenterrein.
Beantwoording 1. In het voorontwerpbestemmingsplan is voor het bedrijf aan de Rijksstraatweg 164 in Teuge hetzelfde bestemmings- en bouwvlak met de bestemming 'bedrijf' overgenomen uit het geldende bestemmingsplan 'Buitengebied 1996, artikel 30 herziening'. Er is dus geen sprake van verruiming van het bouwvlak. Bovendien zijn de bebouwingsmogelijkheden beperkt tot de aanwezige bebouwing. Algemeen beleidsuitgangspunt voor niet-agrarische bedrijven in het buitengebied is dat bestaande bedrijven positief bestemd worden. Verplaatsing is pas aan de orde wanneer bedrijven willen uitbreiden boven de toegestane bebouwingsmogelijkheden.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
2.
81
Buitenopslag is toegestaan. De stapelhoogte is echter beperkt tot maximaal 4 m.
Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
97. Samenvatting De inspraakreactie heeft betrekking op het perceel Kampweg 9 te Nijbroek Inspreker geeft aan dat op het perceel Kampweg 9 een tot woning verbouwde schuur aanwezig is die al sinds 1977 aantoonbaar bewoond is geweest en ook thans bewoond wordt. Inspreker verzoekt deze tweede woning op het perceel in het bestemmingsplan op te nemen en verwijst daarbij naar artikel XII.3 van de samengestelde voorschriften van het bestemmingsplan Buitengebied van de gemeente Voorst, dat onherroepelijk is geworden in 1981. In dit artikel is het overgangsrecht opgenomen. Inspreker stelt dat het gebruik van de woning nooit door het bevoegd gezag gewraakt is, zodat het overgangsrecht van toepassing is. Beantwoording Op 28 augustus 1995 is aan de toenmalige bewoner van Kampweg 9 geschreven dat bewonen van de schuur bij woning Kampweg 9 door de moeder van de toenmalige bewoner werd gedoogd onder voorwaarde dat wanneer de moeder de bewoning heeft verlaten, de schuur weer als bergruimte of iets dergelijks zou worden gebruikt. De beëindiging van de bewoning zou moeten worden gemeld bij de gemeente. Wanneer niet aan de voorwaarde zou worden voldaan dan zou worden overgegaan tot bestuursdwang. Er is dus sprake van wraking. Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
98. Samenvatting De inspraakreactie heeft betrekking op het perceel Zonnebergstraat 45 te Wilp. Inspreker exploiteert hier een intensief agrarische bedrijf. Inspreker verzoekt de vorm van het bouwblok aan te passen conform bijgevoegde tekening aangezien het huidige bouwblok deels op andermans eigendom is gelegen en deels op grond is gelegen waar niet zal worden gebouwd. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.3. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. Het is in principe niet gewenst om een agrarisch bouwvlak te projecteren op gronden die niet in eigendom is. Om die reden wordt het toegekende bouwvlak aangepast. Het gewenste bouwvlak heeft een oppervlakte van ongeveer 1 ha. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
82
Inspraakreacties
99. Samenvatting Inspreker verzoekt om overleg over de status van het pand Grotenhuisweg 61 als tweede bedrijfswoning van het Hippisch Centrum Zuidwijk. Dit houdt volgens inspreker in dat hij vrij is het pand aan derden te verkopen. Beantwoording Hippisch Centrum Zuidwijk is een bedrijfscomplex bestaande uit bedrijfsgebouwen en 2 bedrijfswoningen. De bedrijfswoningen zijn toegestaan ten dienste van de bestemming. Verkoop aan derden die geen binding met het bedrijf hebben is niet toegestaan. Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
100. Samenvatting Inspreker verzoekt om overleg over het verkrijgen van een horecavergunning voor het Hippisch Centrum Zuidwijk. Inspreker stelt vast dat het Hippisch Centrum de status Agrarische heeft ontvangen maar dat er ook pensionpaarden staan (status Bedrijf) en dat er rijlessen worden gegeven (status Manege - Sport). Op het bedrijf is een ontvangstruimte aanwezig alsmede de benodigde sanitaire voorzieningen. Beantwoording In het bestemmingsplan wordt het perceel Grotenhuisweg 55 aangeduid met de bestemming Agrarisch. Het is bekend dat Hippisch Centrum Zuidwijk een gemengde bedrijfsvorm heeft. Er wordt paarden gefokt, er zijn pensionpaarden en er worden rijlessen gegeven. De voorzieningen in de vorm van een ontvangstruimte en sanitaire ruimten maken onderdeel uit van de bedrijfsgebouwen. Daarbij ligt het voor de hand dat er ook een bedrijfskantine aanwezig kan zijn. Het aangeven van een horecafunctie leidt naar het oordeel van de gemeente tot ongewenste ontwikkelingen. De stap naar wedstrijdsport met alles wat daarmee samenhangt is dan niet uit te sluiten. Per abuis is de aanduiding 'hippische doeleinden' uit het vigerende plan niet overgenomen in het ontwerpbestemmingsplan. De verbeelding en de regels worden conform het verzoek van inspreker aangepast. Ter plaatse van het agrarische bouwvlak wordt een aanduiding 'specifieke vorm van paardenhouderij' opgenomen. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De regels en de verbeelding worden aangepast
101. Samenvatting Inspreker verzoekt het bouwblok op het perceel Broekstraat 3 te Klarenbeek te verruimen conform bijgevoegde kaart zodat ruimte ontstaat voor de sloop- en nieuwbouwplannen. Inspreker wil een oude machinewerktuigenberging vervangen en gedeeltelijk verplaatsen.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
83
Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.3. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. In het geldende bestemmingsplan 'Buitengebied 1996' is het perceel van inspreker aangegeven met de bestemming 'agrarisch cultuurgebied' met een bouwvlak A (0,25 ha). Inspreker heeft concreet aangegeven sloop- en nieuwbouwplannen te hebben. Tegen deze uitbreiding bestaat naar het oordeel van de gemeente geen bezwaar. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
102. Samenvatting De inspraakreactie heeft betrekking op Landgoed 't Hartelaer te Twello. Inspreker wijst erop dat alle landgoedeigenaren per brief van 6 september hebben voorgesteld op onderdelen in het bestemmingsplan Buitengebied meer aandacht te schenken aan de particuliere landgoederen. Inspreker stelt vast dat dit deels is gebeurd maar dat ook aan een groot aantal zaken niet tegemoet is gekomen. Ook de bestemmingen voor de kern van Landgoed 't Hartelaer zijn niet juist aangeduid. Ten opzichte van het oude bestemmingsplan is zelf sprake van een verslechtering. Inspreker brengt de volgende zaken naar voren. Bestemmingen 1. Inspreker verzoekt de woningen Hartelaer 13 en 13a op de bestemmingsplankaart aan te geven met '2'. 2.
Inspreker verzoekt de bestemming uit te breiden met sociaal-maatschappelijke functies zodat in het hoofdgebouw en de bijgebouwen cursussen, bruiloften, landgoedevenementen, vergaderingen, feesten/partijen en bed & breakfast-activiteiten gehouden kunnen worden. Inspreker verzoekt de bestemming van alle bedrijfsmatig in gebruik zijnde gebouwen te verruimen omdat deze activiteiten de exploitatie van het landgoed ondersteunen en versterken.
Beschermde Buitenplaats 3. Inspreker verzoekt de begrenzing van de beschermde buitenplaats op te nemen op de bestemmingsplankaart. In 2007 is een groot deel van het landgoed aangewezen als beschermde buitenplaats. Herbouw schuur Welbergen 4. Inspreker is voornemens de oude historische schuur op het perceel Oude Rijksstraatweg 63 te Twello te herbouwen en verzoekt voor dit perceel de bestemming Wonen op te nemen waardoor een integraal geheel ontstaat met het landhuis Welbergen en de voormalige dienstwoning/koetshuis. Ter verduidelijking zijn foto's en een kaart toegevoegd. Overige aandachtspunten 5. Dubbele gebruiksregels moeten niet van toepassing zijn voor landgoederen die vallen onder de Natuurschoonwet. De Natuurschoonwet is erop gericht versnippering van het
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
84
Inspraakreacties
eigendom van landgoederen alsmede aantasting van het natuurschoon van landgoederen te voorkomen. Het bestemmingsplan behoeft dat niet ook te doen. 6.
De omschakeling tussen agrarische functies moet zonder meer mogelijk zijn. De NSW verzet zich daar niet tegen. Inspreker verzoekt om boomkwekerijen en fruitteelt zonder ontheffing toe te staan op NSW landgoederen.
7.
De archeologische kaart is zeer onduidelijk door de vele gradaties. Door de onderzoeksverplichting worden grondeigenaren op hoge kosten gejaagd. Verzocht wordt de archeologische kaart te versimpelen en een minder rigide regelgeving te voeren.
8.
Verzocht wordt NSW-landgoederen voldoende ontwikkelruimte te geven middels een flexibiliteitsbepaling. Nieuwe functies maken het mogelijk gebouwen te onderhouden en te restaureren.
9.
Inspreker geeft aan dat door diverse landgoedeigenaren landgoedplannen en -visies zijn ingestuurd, maar dat deze vrijwel niet zijn meegenomen in het bestemmingsplan. Voor NSW-landgoederen is een snelle functieverandering op landgoederen een eerste vereiste. Inspreker verzoekt voor deze landgoederen extra flexibiliteit op te nemen om functiewijzigingen efficiënt en tijdig door te kunnen voeren.
10. Met het toelaten van nevenactiviteiten op agrarische percelen dient voorzichtig te worden omgegaan. Versnippering en verrommeling van het landschap is ongewenst en kleinschalige economische activiteiten in het buitengebied stimuleren dat. 11. Verzocht wordt om voor NSW-landgoederen een aparte flexibiliteitsbepaling op te nemen die het mogelijk maakt om bij het beëindigen van agrarische bedrijven vervolgfuncties mogelijk te maken. 12. De bouw van eventuele opstallen voor beheer moet niet gekoppeld worden aan de oppervlakte maar aan behoefte. Inspreker stelt voor dit te koppelen aan een oppervlakte van 5 ha. 13. Inspreker verzoekt de mogelijkheid voor functiewijziging voor landhuizen nader te bezien en extra flexibiliteit van functies mogelijk te maken. Inspreker verzoekt de huidige bestemming 'landgoedhoreca' voor de locatie Hartelear 13 en 13a te versterken door alle functies die hier thans plaatsvinden in het plan op te nemen. 14. Inspreker verzoekt voor monumentale panden een flexibele bestemming mogelijk te maken. Hierdoor kan restauratie bespoedigd worden. 15. De analoge plankaarten zijn zeer slecht te lezen en te raadplegen. 16. Inspreker vraagt of het inderdaad de bedoeling is dat particuliere landgoedeigenaren hun bezit overdragen aan Natuurmonumenten of Gelders Landschap ingeval de bestemming van gronden gewijzigd wordt in Natuur. Verzocht wordt artikel 36.2 te schrappen. Als bijlage is de aan de gemeente gestuurde brief van de landgoed- en grondeigenaren van het Gelders Particulier Grondbezit bijgevoegd inclusief bijbehorende bijlagen.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
85
Beantwoording 1. Hartelaer 13 en 13A vormen tezamen een complex bestaande uit een herenhuis en boerderij. Feitelijk en fysiek zijn er twee woningen. Het is naar het oordeel van de gemeente niet bezwaarlijk om de feitelijke situatie positief te bestemmen. 2.
In het geldende bestemmingsplan 'Buitengebied' geldt voor Hartelaer 13 en 13A de bestemming 'Landhuis'. De doeleindenomschrijving van deze bestemming komt overeen met de doeleinden van de bestemming Wonen - Landhuis uit het voorontwerpbestemmingsplan. Er is naar het oordeel van de gemeente geen aanleiding om de bestemmingsomschrijving te verruimen. Wanneer de woonfunctie is opgeheven, dan kan het bestemmingsplan worden gewijzigd ten behoeve sociale, culturele, kunstzinnige, medische, therapeutische, algemeen maatschappelijke functies, horecadoeleinden en/of kantoren.
3.
Dat het landgoed een beschermde buitenplaats is hoeft niet op de verbeelding te worden aangegeven. De Monumentenwet biedt voldoende bescherming.
4.
De eigenaar van het landgoed 't Hartelaer heeft onlangs een verzoek ingediend om een vervallen schuur nabij Huize Welbergen te mogen vervangen door een woning. Dit verzoek is door de gemeente afgewezen. Er is naar het oordeel van de gemeente nu geen aanleiding om het standpunt te herzien en nu wel een woonbestemming op te nemen. Daarnaast geldt het uitgangsprincipe dat in het nieuwe bestemmingsplan geen ontwikkelingen worden mogelijk gemaakt.
5 t/m 7 Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.9. 8.
Binnen het nieuwe bestemmingsplan is ontwikkelruimte opgenomen om bepaalde nieuwe functies mogelijk te maken. Dit betreffen meer kleinschalige functies die geen grote gevolgen hebben voor de ruimtelijke kwaliteit van de landgoederen. De raad heeft in 2002 (geactualiseerd in 2006) beleid opgesteld voor de herontwikkeling van bestaande landgoederen en de ontwikkeling van nieuwe landgoederen. Hierin is aangegeven dat bij herontwikkeling van bestaande landgoederen een landgoedplan dient te worden opgesteld. De voorwaarden, inhoud en procedure van zo'n landgoedplan staan in de beleidsnota omschreven. Onderdeel van de procedure is dat een afzonderlijk bestemmingsplan voor het betreffende landgoed wordt opgesteld.
9.
Het is juist dat een aantal landgoedeigenaren bezig is met planontwikkeling voor de herontwikkeling van hun landgoederen. In veel gevallen is sprake van het mogelijk maken van nieuwe functies binnen de landgoederen. Het mogelijk maken van nieuwe functies zou op zich mogelijk zijn met toepassing van een wijzigingsbevoegdheid, echter gelet op de integraliteit en complexiteit van dergelijke landgoedplannen is conform het beleid voor landgoederen het instemmen met dergelijke landgoedplannen en het vervolgens planologisch mogelijk maken, de bevoegdheid van de raad. Dit betekent dat een eigen bestemmingsplan nodig is.
10. Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.9. 11. Voor het mogelijk maken van vervolgfuncties op voormalige agrarische bedrijven is het Functieveranderingsbeleid van toepassing. Dit Functieveranderingsbeleid is ook van toepassing op (voormalige) agrarische bedrijfsgebouwen op landgoederen. Indien sprake is van meerdere functieveranderingsplannen binnen één landgoed, dan dient het
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
86
Inspraakreacties
landgoed een integraal landgoedplan op te stellen. Vanwege integraliteit en complexiteit van functieveranderingsplannen wordt ervoor gekozen hiervoor een afzonderlijk bestemmingsplantraject te doorlopen. 12. Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.9. 13. Voor functiewijziging van landhuizen is het landgoederenbeleid van toepassing. De gevolgen voor het gebouw en de omgeving zijn vaak zo groot dat een landgoedplan opgesteld moet worden. Vanwege integraliteit en complexiteit wordt hiervoor een afzonderlijk bestemmingsplantraject doorlopen. 14 t/m 16 Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.9. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De regels en de verbeelding worden aangepast.
103. Samenvatting 1. Inspreker geeft aan dat op het perceel twee woningen staan, namelijk Bandijk 17 en 19 terwijl in het bestemmingsplan één woning is aangegeven. De woningen hebben zelfstandige voorzieningen en door de gemeente zijn in het verleden bouwvergunningen verleend voor Bandijk 19 waarmee dit pand volgens inspreker is erkend. Inspreker verzoekt in het bestemmingsplan de actuele fysieke situatie vast te leggen. 2.
Inspreker verzoekt het bouwblok aan de noordwestzijde aan te passen, zodat in die richting uitbreidingsmogelijkheden ontstaan aangezien dit aan andere zijden niet mogelijk is door de aanwezigheid van kabel- en leidingenstroken en de beperkende werking van de keur van het Waterschap aan de dijkzijde.
Beantwoording Oorspronkelijk waren Bandijk 17 en Bandijk 19, 2 woningen. Het is bekend dat rond de jaren 90 van de vorige eeuw Bandijk 19 werd gebruikt als kantoor ten behoeve van laboratoriumwerkzaamheden die door de toenmalige bewoner/eigenaar werden uitgevoerd. Nummer 19 is dus aan de woningvoorraad onttrokken. In het geldende bestemmingsplan 'Buitengebied 1996' is Bandijk 17-19 bestemd als één woning. Er is naar het oordeel van de gemeente geen aanleiding om in het bestemmingsplan op te nemen dat er ter plaatse 2 woningen aanwezig mogen zijn. Overigens kan woning Bandijk 17-19 wel door meerdere gezinnen worden bewoond. Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
104. Samenvatting De inspraakreactie heeft betrekking op een perceel landbouwgrond aan de Veluwsedijk te Nijbroek, nr. NBK02-A,173.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
87
Inspreker verzoekt aan de grond de bestemming Landbouwgrond toe te kennen in plaats van de bestemming Bos. Het perceel was volgens inspreker beplant met populieren waarbij de 'regeling snel groeiend hout' gold. Deze regeling is echter beëindigd en de grond is omgezet naar akkerland. Beantwoording De feitelijke situatie is, zoals inspreker aangeeft, dat er geen bos meer aanwezig is. In het geldende bestemmingsplan 'Buitengebied 1996' is het betreffende perceel aangeduid met de bestemming 'Agrarisch - Cultuurgebied'. Naar het oordeel van de gemeente kan het betreffende perceel worden bestemd als Agrarisch. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
105. Samenvatting 1. Inspreker geeft aan dat de bestemming van het perceel Zutphenseweg 22 te Klarenbeek is gewijzigd van Agrarisch in Wonen en geeft aan dat de toegestane oppervlakte aan bijgebouwen (100 m²) niet voldoende is met het oog op de saneringsregeling. Inspreker geeft aan dat het toekennen van de bestemming Wonen met voormalig agrarisch gebruik een optie zou kunnen zijn. 2.
Inspreker verzoekt het bouwblok te verruimen zodat de bestaande bebouwing er zeker binnen ligt.
Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.3 en 2.6. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. 1. Inspreker geeft niet met zoveel woorden aan dat er geen agrarische activiteiten meer plaatsvinden. De bestemming Wonen is daarom naar het oordeel van de gemeente correct aangegeven. Inspreker heeft circa 400 m² aan bijgebouwen bij zijn woning. Slechts bij vernieuwing van bijgebouwen is in dit geval sprake van de saneringsregeling. Inspreker kan normaal onderhoud uitvoeren en hoeft niets af te breken. 2.
Hoewel de woning geheel binnen het bouwvlak is gelegen, is er geen bezwaar tegen enige verruiming van het bouwvlak zodat de siertuin binnen het bouwvlak is gelegen.
Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
106. Samenvatting 1. Archeologie Inspreker geeft aan dat aan de locatie de Waarde - Archeologie - 3 is opgelegd. Inspreker stelt vast dat dit betekent dat bij uitbreiden en/of oprichten van bouwwerken vanaf 100 m² een archeologisch onderzoek vereist is. Tevens mag geen diepere grondbewerking dan 30 cm plaatsvinden zonder omgevingsvergunning c.q. het overleggen van een onderzoeks-
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
88
Inspraakreacties
rapportage, hetgeen zeer kostenverhogend is. Het vereisen van een onderzoeksrapportage zal leiden tot waardedaling van de gronden door toenemende kosten. Inspreker wijst erop dat de genoemde drempelwaarde van 100 m² zeer zwaar is en in geen verhouding staat tot de bouwmogelijkheden van omliggende percelen waarbij een rapportage vanaf 2.500 m² wordt vereist. Inspreker verzoekt de drempelwaarde te verhogen tot 2.500 m², zijnde waarde 6/7 zoals deze bij diverse omliggende percelen is gewaardeerd. Tevens verzoekt inspreker de genoemde 0,3 m in artikel 31.3.1. te verruimen naar 0,7 m aangezien de meeste funderingen van eventueel te slopen gebouwen zich op deze diepte bevinden. 2. Erfgoedverordening Inspreker verzoekt de Erfgoedverordening van 2009 in de gemeenteraad ter discussie te stellen aangezien de huidige waardering van de archeologische waarden een aanzienlijke financiële aderlating voor de grondeigenaar betekent voor het slopen en/of oprichten van bebouwing. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.4. Daar is aangegeven dat de regeling Waarde - Archeologie op onderdelen wordt aangepast. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De regels, verbeelding en de toelichting worden aangepast.
107. Samenvatting 1. Inspreker geeft aan dat voor het perceel Rozendaalseweg 18-20 te Terwolde eerder een inspraakreactie is ingediend waarin onder meer werd verzocht om het bouwvlak te vergroten. Hierop is door de gemeente negatief gereageerd. Inspreker verzoekt nogmaals om het bouwblok in het bestemmingsplan met een grootte van 1,5 ha op te nemen. Inspreker geeft aan een gemengd agrarisch bedrijf te runnen bestaande uit akkerbouw en het houden van varkens. 2.
Inspreker verzoekt de bestemming Agrarisch - Intensieve veehouderij te wijzigen in de gecombineerde bestemming Akkerbouw - Intensieve veehouderij, aangezien de huidige bestemming de bedrijfsvoering tekortdoet.
3.
Inspreker stelt de vraag of het conform artikel 51.5.3 mogelijk is om voor intensieve bedrijven het bouwvlak te vergroten van 1 naar 1,5 ha.
4.
Inspreker verzoekt bijlage 5 behorende bij artikel 51.5.3 te laten vervallen aangezien er al voldoende toetsingscriteria zijn en het een bedreiging vormt voor de toekomstmogelijkheden van het bedrijf. Inspreker merkt tevens op dat deze bijlage niet te vinden is via www.ruimtelijkeplannen.nl en ook niet ter inzage ligt op het gemeentehuis.
5.
Inspreker verzoekt het bouwblok aan te passen conform bijgevoegde tekening zodat de nieuwe vleesvarkensstal binnen het bouwblok komt te liggen, waarbij het bouwblok een grootte heeft van 1 ha. Aanvullend verzoekt inspreker om direct een bouwblok van
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
89
1,5 ha toe te wijzen zodat in de toekomst veel administratieve en ambtelijke druk bespaard wordt. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.3 en 2.8. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. 1.
Inspreker heeft een gemengd bedrijf. De maximaal toegestane oppervlakte voor het intensieve deel mag niet meer bedragen dan 1 ha. Aan de uitbreiding hiervan wordt in dit bestemmingsplan niet meegewerkt. De reden hiervoor is dat diverse aspecten zullen moeten worden onderzocht en gewogen om medewerking te kunnen verlenen. Op basis van de ingediende reactie kunnen deze afwegingen naar het oordeel van de gemeente niet gemaakt worden. Wel is in de planregels een wijzigingsbevoegdheid opgenomen (artikel 51.5.3), waardoor het in principe onder voorwaarden, mogelijk is om het bouwvlak te vergroten tot 1,5 ha. Inspreker kan dus overwegen om een concreet verzoek in te dienen bij de gemeente. Voor de grondgebonden tak zijn nog wel uitbreidingsmogelijkheden. Inspreker vraagt een uitbreiding aan de noordoostzijde. Hiertegen bestaat geen bezwaar.
2.
De aanduiding - iv - zal niet meer worden opgenomen bij agrarische bedrijven die liggen in de gebiedsaanduiding 'reconstructiewetzone - verwevingsgebied'. Daarmee wordt tegemoetgekomen aan het verzoek van inspreker.
3 en 4. Artikel 51.5.3 van de planregels maakt het in principe mogelijk dat bouwvlakken ten behoeve van intensieve veehouderij of een intensieve veehouderijtak kunnen worden vergroot tot 1,5 ha. Daarbij is het noodzakelijk dat voldaan wordt aan de criteria uit de bij de planregels gevoegde criteria. Deze criteria zijn een-op-een overgenomen uit het Reconstructieplan Veluwe. In tegenstelling met hetgeen inspreker opmerkt is de betreffende bijlagen wel te vinden via www.ruimtelijkeplannen.nl en via de gemeentelijke website en dus ook in de stukken zoals deze in het gemeentehuis ter inzage hebben gelegen. 5.
Verwezen wordt naar de beantwoording onder 1.
Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
108. Samenvatting Inspreker maakt bezwaar tegen punt 5.5 van de toelichting waarin wordt aangegeven dat ruimte wordt geboden voor het uitoefenen van beroepen- of bedrijven-aan-huis en het realiseren van minicampings en bed & breakfast-gelegenheden. Inspreker is van mening dat dit kan leiden tot een toename van landschapsontsierende en rustverstorende activiteiten in het buitengebied. Door de gemeente is telefonisch aangegeven dat dit leidt tot minder regelgeving maar inspreker is van oordeel dat er vele andere bureaucratische procedures zijn die bij opheffing minder invloed op rust en landschappelijk schoon zouden hebben en meer gedragen zouden worden door de bevolking.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
90
Inspraakreacties
Beantwoording Het toestaan van bedrijven-aan-huis is gebaseerd op reeds bestaand beleid. Ook in het geldende bestemmingsplan 'Buitengebied 1996' is bedrijvigheid-aan-huis toegestaan, mits de woonfunctie als overwegende functie op het perceel niet wordt aangetast. Hetzelfde geldt voor het hebben van minicampings en 'bed & breakfast'-mogelijkheid. Het gaat hier niet om nieuwe mogelijkheden maar om voortzetting van ingevoerd beleid. Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
109. Samenvatting Inspreker exploiteert een melkvee- annex vleeskalverenhouderij op de locatie Veluwsedijk 27 in Nijbroek. 1. Veldschuur ontbreekt op plankaart Inspreker geeft aan dat een veldschuur ten zuidoosten van perceel niet op de plankaart is weergegeven en verzoekt dit te doen. 2. Recht van overpad op bouwvlak Inspreker geeft aan tussen de bedrijfswoning en de bedrijfsgebouwen een recht van overpad ligt, breed 10 m. Deze weg neemt 0,1 ha in beslag die niet mag worden bebouwd. Inspreker verzoekt hiermee rekening te houden bij het bepalen van de oppervlakte van het bouwvlak. 3. Vergroten bouwvlak/bouwoppervlakte Inspreker geeft aan dat om een goede economische bedrijfsvoering te bevorderen, uitbreiding van de huidige bedrijfsgebouwen noodzakelijk is. Inspreker wenst de veldschuur uit te breiden met 10 m en wil 2 rundveestallen bouwen ten noorden van zijn bedrijfsgebouwen. Hiermee rekening houdend is het gewenst een bouwvlak vast te stellen van 1,35 ha conform de bijgevoegde tekening. 4. Plaatsen sleufsilo's Inspreker verzoekt het plaatsen van sleufsilo's te kunnen realiseren conform bijgevoegde tekening zonder dat dit leidt tot hogere legeskosten in vergelijking tot een normale omgevingsvergunningprocedure. Inspreker geeft aan dat het daarnaast ook een optie is om het bouwvlak hierop aan te passen. 5. Archeologie Inspreker geeft aan dat aan de locatie de Waarde - Archeologie - 6 is opgelegd. Inspreker stelt vast dat dit betekent dat bij uitbreiden en/of oprichten van bouwwerken vanaf 2.500 m² een archeologisch onderzoek vereist is. Tevens mag geen diepere grondbewerking dan 30 cm plaatsvinden zonder omgevingsvergunning c.q. het overleggen van een onderzoeksrapportage, hetgeen zeer kostenverhogend is. Het vereisen van een onderzoeksrapportage zal leiden tot waardedaling van de gronden door toenemende kosten. Inspreker stelt dat de genoemde drempelwaarde van 0,3 m een extreem zwaar opgelegde bepaling zijn. De nut en noodzaak van een dergelijke regeling is niet aangetoond en leidt tot aantasting van een bestaand recht. De gronden binnen het bouwvlak zijn reeds geroerd c.q. verstoord door de aanwezige bebouwing. Ook zijn de in de bestemming Waarde - Archeologie opgeno-
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
91
men gebruiksregels onnodig verzwarend voor het meest doelmatige gebruik. Deze regels moeten worden geschrapt. 6. Erfgoedverordening Inspreker verzoekt de Erfgoedverordening van 2009 in de gemeenteraad ter discussie te stellen aangezien de huidige waardering van de archeologische waarden een aanzienlijke financiële aderlating voor de grondeigenaar betekent voor het slopen en/of oprichten van bebouwing. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.1, 2.3, 2.8 en 2.4. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. 1. Veldschuur ontbreekt op plankaart De gemeente zal de ondergronden waar mogelijk aanpassen. 2. Recht van overpad op bouwvlak Binnen een bouwvlak is er altijd ruimte die niet bebouwd kan worden. Dit kan te maken hebben met (brand)veiligheidseisen of veterinaire eisen. Het is moeilijk om daarmee met de oppervlakte van een bouwvlak rekening te houden. Inspreker verzoekt om een groter bouwvlak aan te geven. Uitgangspunt is dat bij bedrijven met intensieve veehouderij een bouwvlak van 1 ha wordt aangegeven. Inspreker heeft echter een gemengd bedrijf. Er kan dus een groter bouwvlak worden aangegeven. Voor de intensieve tak mag maximaal 1 ha benut worden. Hoewel er nog geen concrete bouwplannen zijn voor de te bouwen veestallen is het in dit geval denkbaar dat een ruimer bouwvlak wordt aangegeven. Inspreker wordt op deze wijze gecompenseerd voor het feit dat er een weg over zijn bedrijf naar de achterliggende woning aanwezig is. 3. Vergroten bouwvlak/bouwoppervlakte Verwezen wordt naar de beantwoording onder 2. 4. Plaatsen sleufsilo's Sleufsilo's met een maximale wandhoogte van 2 m worden gelijkgesteld aan kuilvoerplaten. Via afwijking zijn sleufsilo's dus in principe mogelijk buiten, maar wel aansluitend aan het bouwvlak. 5 en 6. Archeologie en erfgoedverordening Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.4. Daar is aangegeven dat de regeling Waarde - Archeologie op onderdelen wordt aangepast. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De regels, verbeelding en de toelichting worden aangepast.
110. Samenvatting De inspraakreactie heeft betrekking op een perceel aan de Meermuidenseweg, nummer P527.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
92
Inspraakreacties
Inspreker geeft aan dat de bestemming van het perceel Agrarisch is en dat het perceel gebruikt wordt om te recreëren en als hobbytuin. Inspreker verzoekt om toestemming voor het bouwen van een tuinhuis voor het opbergen van gereedschappen. Inspreker vraagt hoe groot het tuinhuis mag zijn en aan welke eisen het moet voldoen. Beantwoording De bestemming Agrarisch is mede bestemd voor 'recreatief medegebruik en hobbymatig agrarisch gebruik'. Ten behoeve van deze gebruiksmogelijkheden zijn geen bouwmogelijkheden opgenomen. In dit geval is er geen sprake van een erf bij een woning c.q. een hoofdgebouw. Uit oogpunt van goede ruimtelijke ordening is het naar het oordeel van de gemeente niet gewenst dat willekeurige perceeltjes in het buitengebied worden bebouwd met kleine gebouwtjes ten behoeve van het recreatieve en hobbymatige agrarische medegebruik. Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
111. Samenvatting 1. Inspreker geeft aan op het perceel Leemsteeg 16 te Wilp 150 m² aan bijgebouwen te willen hebben ten behoeve van opslag van landbouwmachines en stalruimte voor dieren. Inspreker geeft aan van mening te zijn dat de minimale oppervlaktevereiste van 2,5 ha te hoog is. Iemand met 1 ha heeft vaak dezelfde machines nodig als iemand met 2,5 ha. 2.
Inspreker verzoekt een groter bouwvlak te krijgen aangezien de grenzen nu strak rond de bestaande bebouwing liggen.
Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.3. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. 1. In de planregels is in artikel 23.3.2 een afwijkingsbevoegdheid opgenomen om bij woningen 50 m² extra bijgebouwen te kunnen toestaan indien deze extra bijgebouwen noodzakelijk zijn om een bijdrage te kunnen leveren aan het beheer en de instandhouding van natuur, bos en/of agrarisch cultuurlandschap. De oppervlakte van de grond in eigendom of duurzaam gepacht moet dan ten minste 2,5 ha bedragen. Gebleken is dat juist kleinere percelen dan 2,5 ha door betreffende eigenaren/gebruikers een belangrijke bijdrage leveren aan het beheer en de instandhouding van natuur, bos en/of agrarisch cultuurlandschap. In het verlengde hiervan heeft de gemeente besloten deze eis te verlagen naar 1 ha. 2.
De gemeente is van oordeel dat een beperkte aanpassing en vergroting van het bouwvlak passend en verantwoord is, waardoor alle aanwezige bebouwing binnen het bouwvlak komt te liggen. De verbeelding wordt aangepast.
Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De regels en verbeelding worden aangepast.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
93
112. Samenvatting Insprekers verzoeken het mogelijk te maken dat behalve de winkel en camperplaatsen op het perceel Klarenbeekseweg 30 te Voorst ook ruimte is voor boerenmidgetgolf. Inspreker geeft aan te weten dat dit pas is toegestaan als het naastgelegen agrarische bedrijf stopt, wat op korte termijn zal gebeuren. Inspreker verzoekt echter nu al een recreatieve functie op te nemen in het bestemmingsplan aangezien het de nodige kosten met zich meebrengt om in een later stadium een bestemmingsplanwijziging aan te vragen. Beantwoording Er is in het kader van artikel 19 lid 2 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening vrijstelling verleend aan inspreker om een winkel en camperplaatsen te mogen hebben in en bij de boerderij aan de Klarenbeekseweg 30. In het nieuwe bestemmingsplan kunnen deze activiteiten worden voortgezet. Insprekers willen een bestaande tunnelkas gebruiken ten behoeve van 'boerenmidgetgolf'. Vanwege de aanwezigheid van een agrarisch bedrijf in de directe omgeving kan daaraan op grond van milieuregelgeving (nog) geen medewerking verleend worden. Het is naar het oordeel van de gemeente niet gewenst om vooruit te lopen op een mogelijke wijziging in de situatie van dat agrarische bedrijf. Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
113. Samenvatting De inspraakreactie heeft betrekking op het perceel Kadijk 9 te Terwolde waar inspreker een agrarisch bedrijf exploiteert. 1. Bouw woning ontbreekt op plankaart Inspreker geeft aan dat vergunning is aangevraagd voor herbouw van de bestaande bedrijfswoning ten oosten van de bestaande woning. Deze woning is echter niet op de plankaart weergegeven. Inspreker verzoekt dit te doen zodat de woning binnen het bouwvlak valt. 2. Vergroten bouwvlak Inspreker geeft aan dat hij een veldschuur/rundveestalling wil bouwen en dat het voorgestelde bouwvlak hiertoe ontoereikend is. Verzocht wordt een bouwvlak vast te stellen van 0,7 ha. 3. Archeologie Inspreker geeft aan dat aan de locatie de Waarde - Archeologie - 6 is opgelegd. Inspreker stelt vast dat dit betekent dat bij uitbreiden en/of oprichten van bouwwerken vanaf 2.500 m² een archeologische onderzoek vereist is. Tevens mag geen diepere grondbewerking dan 30 cm plaatsvinden zonder omgevingsvergunning c.q. het overleggen van een onderzoeksrapportage, hetgeen zeer kostenverhogend is. Het vereisen van een onderzoeksrapportage zal leiden tot waardedaling van de gronden door toenemende kosten. Inspreker stelt dat de genoemde drempelwaarde van 0,3 m een extreem zwaar opgelegde bepaling is. De nut en noodzaak van een dergelijke regeling is niet aangetoond en leidt tot aantasting van een bestaand recht. De gronden binnen het bouwvlak zijn reeds geroerd c.q. verstoord
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
94
Inspraakreacties
door de aanwezige bebouwing. Ook zijn de in de bestemming Waarde - Archeologie opgenomen gebruiksregels onnodig verzwarend voor het meest doelmatige gebruik. Deze regels moeten worden geschrapt. 4. Erfgoedverordening Inspreker verzoekt de Erfgoedverordening van 2009 in de gemeenteraad ter discussie te stellen aangezien de huidige waardering van de archeologische waarden een aanzienlijke financiële aderlating voor de grondeigenaar betekent voor het slopen en/of oprichten van bebouwing. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.1, 2.3 en 2.4. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. 1. Bouw woning ontbreekt op plankaart De gemeente zal de ondergronden waar mogelijk aanpassen. 2. Vergroten bouwvlak Inspreker heeft omgevingsvergunningen aangevraagd voor een te vernieuwen bedrijfswoning en de bouw van een rundveestal/veldschuur. Het aangegeven bouwvlak is niet toereikend. In het geldend bestemmingsplan is een fictief bouwvlak aangegeven van 0,5 ha. Het is niet bezwaarlijk tegemoet te komen aan de wens van inspreker en een ruimer bouwvlak aan te geven. 3 en 4. Archeologie en erfgoedverordening Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.4. Daar is aangegeven dat de regeling Waarde - Archeologie op onderdelen wordt aangepast. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
114. Samenvatting De inspraakreactie heeft betrekking op Landgoed Wezeveld. Inspreker stelt vast dat een groot aantal zaken die door de gezamenlijke landgoedeigenaren eerder naar voren zijn gebracht, niet zijn terug te vinden in het voorontwerpbestemmingsplan. Daarom brengt inspreker thans de volgende zienswijze in. 1.
Inspreker is van mening dat afwijken van de voor een bepaalde bestemming geldende gebruiksregels mogelijk moet zijn op landgoederen voor zover die afwijking niet in strijd is met de NSW.
2.
Inspreker verzoekt aanpassing van de bouwvoorschriften zodat de bouwvoorschriften op landgoederen soepeler zijn wanneer er vanuit de NSW geen bezwaar bestaat. De NSW wordt immers geacht de natuur- en landschapswaarden te beschermen.
3.
Inspreker verzoekt de omschakeling van de ene agrarische functie naar de andere mogelijk te maken zonder omgevingsvergunning.
4.
Inspreker verzoekt alleen archeologische waarden op te nemen als er sprake is van het vermoeden van bijzondere, beschermingswaardige waarden.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
95
5.
Inspreker verzoekt een vrijstelling te koppelen aan de NSW-status voor wat betreft onderzoeksverplichtingen bij omgevingsvergunningen gericht op landschapsbescherming. De NSW-rangschikking staat garant voor landschapsbescherming.
6.
Inspreker verzoekt een extra wijzigingsbevoegdheid op te nemen voor het toestaan van een functiewijziging in met name vrijkomende agrarische monumentale panden ten behoeve van zorg, kantoor, restaurant en meerdere woningen.
7.
Inspreker verzoekt de toegezonden landgoedplannen en -visies alsnog op te nemen in de bestemmingsplantekst en kaarten.
8.
Inspreker verzoekt de vestiging van bedrijven op landgoederen waar agrarische pacht een belangrijke vorm van inkomsten is, niet uit te sluiten.
9.
Inspreker geeft aan dat met het toelaten van extra nevenactiviteiten op agrarische bedrijven voorzichtig omgegaan dient te worden. Verrommeling van het landschap is ongewenst.
10. Inspreker geeft aan dat voor wat betreft het toestaan van vervolgfuncties bij het beëindigen van agrarische bedrijven flexibiliteit middels een wijzigingsbevoegdheid en een koppeling naar de voorwaarden van de NSW gewenst is. 11. Inspreker verzoekt voor wat betreft de bouw van opstallen die functioneel zijn voor het beheer de oppervlaktenorm te koppelen aan de minimale omvang van een NSW landgoed, welke 5 ha is. 12. Inspreker geeft aan dat het gewenst is om de mogelijkheid van functiewijziging voor landhuizen verder te verruimen en te versoepelen, waarbij de huidige geldende flexibele bestemmingen een-op-een moeten worden overgenomen. 13. Inspreker verzoekt voor monumentale panden een flexibele bestemmingswijziging mogelijk te maken. 14. Inspreker verzoekt het plan tot functieverandering, herontwikkeling en herinrichting dat bijna is afgerond en is opgesteld voor Landgoed Wezeveld over te nemen in het bestemmingsplan. 15. Inspreker geeft aan dat de agrarische functie van de woning Oude Wezeveldseweg 10 is komen te vervallen en dat daarom de aanduiding Woning van toepassing is. 16. Inspreker verzoekt de bestemming van het bosperceel nabij de boerderij Oude Wezeveld dat is aangegeven op bijgevoegde kaart te wijzigen van Bos in Agrarisch, aangezien het is aangeplant in het kader van de Regeling snelgroeiend bos 1988 en de Boswet niet van toepassing is. 17. Inspreker verzoekt de leesbaarheid van de kaarten en voorschriften te verbeteren, aangezien het plan door de veelheid aan regelgeving en vergunningsbepalingen onleesbaar en onbegrijpelijk is. 18. Inspreker geeft aan dat de regelgeving de broodnodige ontwikkelingsruimte voor de landgoederen onmogelijk maakt.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
96
Inspraakreacties
Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.9. Aanvullend wordt voor een aantal onderdelen van de reactie het volgende naar voren gebracht. 6.
Binnen het nieuwe bestemmingsplan is ontwikkelruimte opgenomen om bepaalde nieuwe functies mogelijk te maken. Dit betreffen meer kleinschalige functies die geen grote gevolgen hebben voor de ruimtelijke kwaliteit van de landgoederen. De raad heeft in 2002 (geactualiseerd in 2006) beleid opgesteld voor de herontwikkeling van bestaande landgoederen en de ontwikkeling van nieuwe landgoederen. Hierin is aangegeven dat bij herontwikkeling van bestaande landgoederen een landgoedplan dient te worden opgesteld. De voorwaarden, inhoud en procedure van zo'n landgoedplan staan in de beleidsnota omschreven. Onderdeel van de procedure is dat een afzonderlijk bestemmingsplan voor het betreffende landgoed wordt opgesteld.
7.
Het is juist dat een aantal landgoedeigenaren bezig is met planontwikkeling voor de herontwikkeling van hun landgoederen. In veel gevallen is sprake van het mogelijk maken van nieuwe functies binnen de landgoederen. Het mogelijk maken van nieuwe functies zou op zich mogelijk zijn met toepassing van een wijzigingsbevoegdheid, echter gelet op de integraliteit en complexiteit van dergelijke landgoedplannen is conform het beleid voor landgoederen het instemmen met dergelijke landgoedplannen en het vervolgens planologisch mogelijk maken, de bevoegdheid van de raad. Dit betekent dat een eigen bestemmingsplan nodig is. 10. Voor het mogelijk maken van vervolgfuncties op voormalige agrarische bedrijven is het Functieveranderingsbeleid van toepassing. Dit Functieveranderingsbeleid is ook van toepassing op (voormalige) agrarische bedrijfsgebouwen op landgoederen. Indien sprake is van meerdere functieveranderingsplannen binnen 1 landgoed, dan dient het landgoed een integraal landgoedplan op te stellen. Vanwege integraliteit en complexiteit van functieveranderingsplannen wordt ervoor gekozen hiervoor een afzonderlijk bestemmingsplantraject te doorlopen. 12. Voor functiewijziging van landhuizen is het landgoederenbeleid van toepassing. De gevolgen voor het gebouw en de omgeving zijn vaak zo groot dat een landgoedplan opgesteld moet worden. Vanwege integraliteit en complexiteit wordt hiervoor een afzonderlijk bestemmingsplantraject doorlopen. 14. De planvorming voor Landgoed Wezeveld is inderdaad afgerond (ontwikkelingsplan en plan beeldkwaliteit en beplanting). Er dienen echter nog onderzoeken te worden uitgevoerd en een overeenkomst te worden gesloten om aanleg en instandhouding te garanderen. Het college van burgemeester en wethouders heeft enige tijd geleden met het landgoedplan ingestemd. Ten behoeve van de herontwikkeling van het landgoed zal te zijner tijd een afzonderlijk bestemmingsplan worden opgesteld. 15. Conform het verzoek van inspreker zal de bestemming van de woning Oude Wezeveldseweg 10 worden gewijzigd in Wonen. 16. De gemeente is van oordeel dat de bestemming Natuur voor het bosperceel nabij de boerderij Oude Wezeveld passend is omdat dit perceel ook in de toekomst als natuur beheerd zal worden, een en ander conform het beheerplan van het Landgoed Wezeveld. Daarin is aangegeven dat het populierenbos binnen een termijn van 5 tot 10 jaar gekapt zal worden en dat dit perceel met natuurlijke wellen zeer geschikt is voor spontane bosontwikkeling. De bestaande struikgroepen (horsten) blijven behouden als schuilplekken voor het wild.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
97
17. De gemeente streeft ernaar de verbeelding en de regels zo leesbaar mogelijk en toegankelijk mogelijk op te stellen. Waar dat binnen de plansystematiek mogelijk is, wordt op de verbeelding aangegeven welke regels en nadere bepalingen van toepassing zijn. Dat laat onverlet dat de regeling op onderdelen complex is. 18. De gemeente is van oordeel dat de in het bestemmingsplan opgenomen regeling wel degelijk ruimte biedt voor de ontwikkeling van landgoederen. De gemeente wijst er nogmaals op dat op basis van door de landeigenaren op te stellen visies nader overleg kan plaatsvinden over de aanvaardbaarheid en uitvoerbaarheid van die visies en de vertaling daarvan in bestemmingsplannen. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
115. Samenvatting De inspraakreactie heeft betrekking op het perceel Vollehandsweg 2 te Terwolde. Inspreker verzoekt de bestemming van het perceel te wijzigen in de bestemming Wonen en Werken. Tijdens het tafeltjesoverleg heeft inspreker dit reeds aangegeven. De link met het restaurant 't Diekhuus is komen te vervallen. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.2. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. In het geldende bestemmingsplan 'Buitengebied 1996, artikel 30 herziening' is aan het perceel van inspreker een bedrijfsbestemming aangegeven met de nadere aanduiding 'kantoor'. Bovendien is aangegeven, dat er geen woning gebouwd mag worden. Vollehandsweg 2 is feitelijk de voormalige rioolwaterzuivering. Uitgangspunt van het bestemmingsplan is dat geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt worden. Er is naar het oordeel van de gemeente in dit geval geen aanleiding om van dit uitgangspunt af te wijken. Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
116. Samenvatting De inspraakreactie heeft betrekking op verschillende percelen van het recreatiegebied Bussloo. Inspreker geeft aan zich volledig te kunnen vinden in de, in de paragrafen 3.6 en 5.6 geformuleerde opgaven voor het bestemmingsplan inzake de recreatiefunctie van Bussloo. 1.
Inspreker verzoekt in paragraaf 5.6 van de toelichting de begrippen 'kleinschalig' en 'extensief' te laten vervallen, omdat deze begrippen operationeel slecht hanteerbaar zijn bij het verder ontwikkelen van het recreatiegebied.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
98
Inspraakreacties
2.
Inspreker maakt bezwaar tegen de wijziging van de bestemming Verblijfsrecreatie in Agrarisch voor een terrein ten noorden van de Kneuterstraat en ten oosten van de Enkweg, aangezien deze bestemming is opgenomen in de partiële herziening bestemmingsplan Buitengebied, herziening kampeerterrein Bussloo.
3.
Inspreker verzoekt het bouwvlak op het terrein van Pitch & Putt te Bussloo te vergroten conform bijgevoegde kaart ten behoeve van de uitbreiding van recreatieve activiteiten.
4.
Inspreker verzoekt aan de kiosken Kuiter, Withagen, Robberskamp en Snenge de bestemming Horeca categorie 1a toe te kennen, zodat bij de kiosken een binnenruimte kan worden gecreëerd ten behoeve van de verkoop van blikjes bier.
5.
Inspreker verzoekt de bestemming van het bos naast Kneuterstraat 1 te wijzigen van Bos in Agrarisch, in verband met toekomstige ontwikkelingen van de boerderij aan de Kneuterstraat 1.
6.
Inspreker verzoekt de bestemming van de woning aan de Withagenweg 25 te wijzigen van Bedrijfswoning in Woning.
7.
Inspreker geeft aan dat in de bestemming Dagrecreatie speeltoestellen ontbreken als expliciet toegestane bouwwerken.
8.
Inspreker verzoekt in de bestemming Dagrecreatie de mogelijkheid voor de opwekking van duurzame energie op te nemen.
9.
Inspreker verzoekt een bepaling op te nemen over groepskamperen, zodat het overnachten van grote groepen tijdens evenementen is toegestaan.
10. Inspreker geeft met betrekking tot de wijzigingsbevoegdheid in artikel 15.4 aan welke ontwikkelingen er zijn. Het gaat hierbij om: a. uitbreiding golfbaan in noordoostelijke richting; b. locatie van het duikcentrum aan de Bussloselaan; c. uitbreiding Middelburg; d. benutten van historische Kasteelplaats aan de Bussloselaan voor een nieuw landgoed/recreatieve functie; e. het realiseren van extra accommodaties voor recreatieve activiteiten bij Pitch & Putt en andere kiosken; f. het bieden van extra opslagruimte nabij kioskexploitaties. 11. Inspreker geeft aan het niet eens te zijn met het toestaan van minicampings en trekkershutten zoals opgenomen in artikel 3 Agrarisch en het toestaan van minicampings zoals opgenomen in artikel 23 en 24, aangezien dit onder meer ten koste gaat van professionele kampeerbedrijven en het landschap. Beantwoording 1. De gemeente deelt het standpunt niet dat de begrippen 'kleinschalig' en 'extensief' slecht hanteerbaar zijn bij het verder ontwikkelen van het recreatiegebied. Bovendien betreft het een ruimer gebied dan het recreatiegebied Bussloo. 2.
Het bestemmingsplan 'Kampeerterrein Bussloo' dateert van 1993. Tot op heden is de bestemming niet gerealiseerd. Er zijn initiatiefnemers geweest om de bestemming te realiseren, maar deze haakten steeds af omdat het terrein te klein is om een kampeer-
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
99
terrein te kunnen exploiteren. Een kampeerterrein op deze locatie is naar het oordeel van de gemeente niet in strijd met de visie voor het Middengebied. De kampeermogelijkheid wordt weer opgenomen. 3.
Naast Pitch & Putt wil de exploitant andere buitenactiviteiten ontwikkelen, onder andere 'midgetgolf'. Gevolg hiervan is dat er meer bergruimte nodig is. Het bouwvlak dat is aangegeven ter plaatse van het huidige Pitch & Putt-gebouw heeft een aanduiding 'horeca'. Dit betekent dat de oppervlakte van de bebouwing binnen het bouwvlak 750 m² mag bedragen. Het is naar het oordeel van de gemeente overigens niet bezwaarlijk het bouwvlak te verruimen zoals dat door inspreker wordt gevraagd. De verbeelding wordt aangepast.
4.
In de bestemmingsomschrijving is aangegeven, dat de gronden zijn bestemd voor onder andere 'horeca in de categorie 1a van de Staat van Horeca-activiteiten'. Dit geldt dus ook voor de genoemde kiosken. Aanpassing van het plan is daarom niet nodig.
5.
Er zijn geen concrete plannen bekend met betrekking tot Kneuterstraat 1. De aanwezige houtopstand is een waardevol landschappelijk element en is overblijfsel van een erf- en kavelbeplanting langs de oorspronkelijke loop van de Kneuterstraat. De verbeelding wordt niet aangepast.
6.
Woning Withagenweg 25 is oorspronkelijk een bedrijfswoning met kantoorruimte van de RGV. Het pand wordt sinds 2000 niet meer als bedrijfswoning en kantoorruimte gebruikt. Uit ruimtelijk en milieutechnisch oogpunt is het naar het oordeel van de gemeente niet bezwaarlijk om de bedrijfswoning aan te duiden met de bestemming Wonen.
7.
Inspreker merkt terecht op dat in de bestemmingsomschrijving ontbreekt dat er speeltoestellen aanwezig mogen zijn. Evenmin is in de planregels iets opgenomen over de hoogte en de omvang van de speelvoorzieningen. De planregels worden aangepast.
8.
Het opwekken van duurzame energie is niet iets wat verwacht wordt binnen een recreatieve bestemming. Dit neemt niet weg dat gebouwen afgedekt mogen worden met bijvoorbeeld zonnepanelen. De planregels worden niet aangepast.
9.
Recreatiegebied Bussloo is bedoeld voor dagrecreatie. Er vinden jaarlijks ook een aantal evenementen plaats waarbij 's nachts groepen mensen blijven kamperen. Gebleken is dat dit niet geregeld is in de planregels. De planregels worden aangepast. 10. De ontwikkelingen die inspreker schetst kunnen in principe mogelijk gemaakt worden hetzij via een wijziging van het bestemmingsplan, hetzij via een afwijking. 11. Het gemeentelijk beleid voor het buitengebied is er mede op gericht de recreatieve betekenis van het buitengebied te versterken. Met het oog hierop werd in het voorontwerpbestemmingsplan aan agrarische bedrijven en op percelen bestemd als Wonen (burgerwoningen en voormalige agrarische bedrijfscomplexen) de mogelijkheid geboden om kleinschalig kamperen als nevenfunctie bij recht uit te oefenen. Bij nader inzien is de gemeente van oordeel dat deze mogelijkheid niet bij recht maar via afwijking geboden moet worden omdat dat meer zekerheden aanwezig zijn dat sprake is van een goede landschappelijke inpassing. Gegeven de voorwaarden die aan de orde zijn (onder andere de nevenfunctie dient te worden uitgeoefend op het perceel met de bestemming Agrarische of Wonen en er dient gebruikgemaakt te worden van bestaande gebouwen) zal er naar verwachting geen
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
100
Inspraakreacties
sprake zijn van een grootschalige ontwikkeling. De praktijk leert dat de vormen recreatief verblijf die op deze wijze worden mogelijk gemaakt een andere doelgroep aanspreken dat degenen die professionele kampeerbedrijven bezoeken. De verbreding van het aanbod dat mogelijk wordt gemaakt kan ook leiden tot meer bezoekers aan het buitengebied, waar ook de reeds aanwezige kampeerbedrijven van kunnen profiteren. Naar het oordeel van de gemeente zal ook geen sprake zijn van aantasting van aanwezige landschappelijke waarden, gegeven de van toepassing zijnde voorwaarden. Conclusie De reactie leidt met betrekking tot de punten 1, 4, 5, 8, 10 niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. Met betrekking tot de punten 2, 3, 6, 7, 9 en 11 leidt de reactie tot aanpassing van het plan. De regels en de verbeelding en toelichting worden aangepast.
117. Samenvatting 1. Inspreker verzoekt de bestemming van het perceel Hoofdweg 8 te Klarenbeek te wijzigen van Wonen in Agrarisch aangezien het altijd een agrarische bestemming C heeft gehad. Onlangs is de melkrundveehouderij gewijzigd in een paardenhouderij. Hierbij is een eigen foklijn opgezet, worden paarden afgericht en wordt een klein aantal pensionpaarden gehouden. 2.
Inspreker verzoekt het bouwvlak aan te passen conform bijgevoegde kaart ten behoeve van de bouw van een binnenbak
Beantwoording De reactie is inhoudelijk gelijk aan de reactie onder 49. Verwezen wordt naar de beantwoording onder reactie nummer 49 Conclusie Verwezen wordt naar de conclusie onder reactie nummer 49.
118. Samenvatting Inspreker verzoekt de bestemming van de woning op het perceel Rijksstraatweg 213 te Teuge te wijzigen van Agrarisch in Wonen, aangezien de woning kadastraal is gescheiden van het naastgelegen bedrijf waar de woning in het verleden toe behoorde. Beantwoording De woning is door de gemeente altijd beschouwd als bedrijfswoning. Dit blijkt niet correct te zijn. De afstand van de woning tot de locatie waar gewasbeschermingsmiddelen worden gebruikt bedraagt meer dan 10 m. Het is naar het oordeel van de gemeente niet bezwaarlijk om de bestemming te wijzigen in Wonen. Dit heeft wel als consequentie dat voor het aangrenzende perceel een aanduiding wordt opgenomen dat daar géén bedrijfswoning is toegestaan. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
101
119. Samenvatting De inspraakreactie heeft betrekking op het perceel Heegsestraat 14 te Terwolde. Inspreker geeft aan dat door het toekennen van Waarde - Archeologie - 4 in veel gevallen archeologisch onderzoek vereist is, hetgeen zeer kostenverhogend is en daardoor zal leiden tot waardedaling van het perceel. Daarnaast geeft inspreker aan dat het gebruik van verschillende drempelwaarden tot grote verschillen in vereisten en mogelijkheden op percelen leidt. Inspreker geeft aan dat volgens artikel 41a van de Monumentenwet 1988 een archeologisch rapport bij een reguliere vergunning niet verplicht is en dat bij projecten met een oppervlakte kleiner dan 100 m² een dergelijk rapport in ieder geval niet nodig is. In het verlengde hiervan verzoekt inspreker om een andere archeologische waarde met bijbehorende oppervlakte vast te stellen. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.4. Daar is aangegeven dat de regeling Waarde - Archeologie op onderdelen wordt aangepast. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De regels, verbeelding en de toelichting worden aangepast.
120. Samenvatting Inspreker exploiteert een melkrundveehouderij annex vleeskalverenhouderij op de locatie Middendijk 69 te Nijbroek. 1. Veldschuur ontbreekt op plankaart Inspreker geeft aan dat een veldschuur van 15 x 30 m is gerealiseerd ten westen van het bedrijf en dat deze schuur niet op de plankaart is weergegeven. Inspreker verzoekt dit alsnog te doen. 2. Vergroten bouwvlak Inspreker geeft aan dat om een goede economische bedrijfsvoering te bevorderen, schaalvergroting en uitbreiding van de huidige bedrijfsgebouwen noodzakelijk is. Inspreker wenst een 2e vleeskalverenstal te bouwen alsmede een emissiearme ligboxenstal voor melkvee. Tevens wil inspreker de veldschuur uitbreiden. Hiermee rekening houdend is het gewenst een bouwvlak vast te stellen van 1,45 ha conform de bijgevoegde tekening. 3. Archeologie Inspreker geeft aan dat aan de locatie de Waarde - Archeologie - 5 is opgelegd. Inspreker stelt vast dat dit betekent dat bij uitbreiden en/of oprichten van bouwwerken vanaf 100 m² een archeologisch onderzoek vereist is. Tevens mag geen diepere grondbewerking dan 30 cm plaatsvinden zonder omgevingsvergunning c.q. het overleggen van een onderzoeksrapportage, hetgeen zeer kostenverhogend is. Het vereisen van een onderzoeksrapportage zal leiden tot waardedaling van de gronden door toenemende kosten. Inspreker wijst erop dat de genoemde drempelwaarde van 100 m² zeer zwaar is en in geen verhouding staat tot de bouwmogelijkheden van omliggende percelen waarbij een rapportage vanaf 2.500 m² wordt vereist.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
102
Inspraakreacties
Inspreker verzoekt de drempelwaarde te verhogen tot 2.500 m², zijnde waarde 6/7 zoals deze bij diverse omliggende percelen is gewaardeerd. Tevens verzoekt inspreker de genoemde 0,3 m in artikel 31.3.1. te verruimen naar 0,7 m aangezien de meeste funderingen van eventueel te slopen gebouwen zich op deze diepte bevinden. Inspreker wenst te vernemen of bij vergunningvrije bouwwerken een onderzoeksrapportage noodzakelijk is. 4. Erfgoedverordening Inspreker verzoekt de Erfgoedverordening van 2009 in de gemeenteraad ter discussie te stellen en deze hierop aan te passen. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.1, 2.3, 2.4 en 2.8. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. 1. Veldschuur ontbreekt op plankaart Inspreker heeft een veldschuur gebouwd en deze staat niet binnen het bouwvlak. De gemeente zal waar mogelijk de ondergronden aanpassen en het bouwvlak verruimen zodat de veldschuur in het bouwvlak wordt opgenomen. 2. Vergroten bouwvlak Inspreker heeft een gemengd bedrijf. De maximaal toegestane oppervlakte voor het intensieve deel mag niet meer bedragen dan 1 ha. Aan de uitbreiding hiervan wordt in dit bestemmingsplan niet meegewerkt. De reden hiervoor is dat diverse aspecten zullen moeten worden onderzocht en gewogen om medewerking te kunnen verlenen. Op basis van de ingediende reactie kunnen deze afwegingen naar het oordeel van de gemeente niet gemaakt worden. Wel is in de planregels een wijzigingsbevoegdheid opgenomen (artikel 51.5.3), waardoor het in principe, onder voorwaarden, mogelijk is om het bouwvlak te vergroten tot 1,5 ha. Inspreker kan dus overwegen om een concreet verzoek in te dienen bij de gemeente. Voor de grondgebonden tak zijn nog wel uitbreidingsmogelijkheden. Inspreker vraagt een uitbreiding aan de west- en zuidzijde. Hiertegen bestaat geen bezwaar. 3 en 4. Archeologie en erfgoedverordening Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.4. Daar is aangegeven dat de regeling Waarde - Archeologie op onderdelen wordt aangepast. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De regels, verbeelding en toelichting worden aangepast.
121. Samenvatting Inspreker exploiteert een melkrundveehouderij op de locatie Zeedijk 46 te Nijbroek. 1. Jongveestal ontbreekt op plankaart Inspreker geeft aan dat een jongveestal is gerealiseerd ten westen van het bedrijf en dat deze stal niet op de plankaart is weergegeven. Inspreker verzoekt dit alsnog te doen. Ook een mestsilo ten noorden van het bouwvlak is niet op de verbeelding aangegeven.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
103
2. Vergroten bouwvlak Inspreker geeft aan dat om een goede economische bedrijfsvoering te bevorderen, schaalvergroting en uitbreiding van de huidige bedrijfsgebouwen noodzakelijk is. Inspreker wenst de ligboxenstal uit te breiden en de bestaande sleufsilo's te verlengen. Hiermee rekening houdend is het gewenst een bouwvlak vast te stellen van 1,8 ha conform de bijgevoegde tekening. Als een bouwvlak van 1.8 ha niet mogelijk is, dan wordt verzocht een bouwvlak van 1,5 ha te projecteren, deels over de sleufsilo's. 3. Archeologie Inspreker geeft aan dat aan de locatie de Waarde - Archeologie - 3 is opgelegd. Inspreker stelt vast dat dit betekent dat bij uitbreiden en/of oprichten van bouwwerken vanaf 100 m² een archeologische onderzoek vereist is. Tevens mag geen diepere grondbewerking dan 30 cm plaatsvinden zonder omgevingsvergunning c.q. het overleggen van een onderzoeksrapportage, hetgeen zeer kostenverhogend is. Het vereisen van een onderzoeksrapportage zal leiden tot waardedaling van de gronden door toenemende kosten. Inspreker wijst erop dat de genoemde drempelwaarde van 100 m² zeer zwaar is en in geen verhouding staat tot de bouwmogelijkheden van omliggende percelen waarbij een rapportage vanaf 2.500 m² wordt vereist. Inspreker verzoekt de drempelwaarde te verhogen tot 2.500 m², zijnde waarde 6/7 zoals deze bij diverse omliggende percelen is gewaardeerd. Tevens verzoekt inspreker de genoemde 0,3 m in artikel 31.3.1. te verruimen naar 0,7 m aangezien de meeste funderingen van eventueel te slopen gebouwen zich op deze diepte bevinden. De nut en noodzaak van een dergelijke regeling is niet aangetoond en leidt tot aantasting van een bestaand recht. De gronden binnen het bouwvlak zijn reeds geroerd c.q. verstoord door de aanwezige bebouwing. Ook zijn de in de bestemming Waarde - Archeologie opgenomen gebruiksregels onnodig verzwarend voor het meest doelmatige gebruik. Deze regels moeten worden geschrapt. 4. Erfgoedverordening Inspreker verzoekt de Erfgoedverordening van 2009 in de gemeenteraad ter discussie te stellen aangezien de huidige waardering van de archeologische waarden een aanzienlijke financiële aderlating voor de grondeigenaar betekent voor het slopen en/of oprichten van bebouwing. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.1, 2.3 en 2.4. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. 1. Jongveestal ontbreekt op plankaart De ondergrond van de kaart wordt door de gemeente waar mogelijk aangepast. 2. Vergroten bouwvlak Inspreker heeft een grondgebonden bedrijf. Hoewel de plannen niet concreet zijn is het naar het oordeel van de gemeente niet bezwaarlijk om het bouwvlak te verruimen. De verruiming gaat deels over de sleufsilo's en kuilvoerplaten. Inspreker kan dus de ligboxenstal uitbreiden zonder een planologische procedure te hoeven doorlopen. Wellicht zullen dan in de toekomst de kuilvoerplaten c.q. sleufsilo's buiten het bouwvlak moeten worden gesitueerd. 3 en 4. Archeologie en erfgoedverordening Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.4. Daar is aangegeven dat de regeling Waarde - Archeologie op onderdelen wordt aangepast.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
104
Inspraakreacties
Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding, regels en toelichting worden aangepast.
122. Samenvatting Inspreker geeft aan dat in het kader van het project Herstel Voorsterbeek een watergang wordt verlegd en mogelijk in de toekomst een aantal watergangen wordt verbreed. Met het verbreden worden de watergangen als Ecologische verbindingszone ingericht. Inspreker heeft een aantal kaarten bij de reactie gevoegd. Beantwoording Het gebied waarop inspreker doelt heeft deel uitgemaakt van het bestemmingsplan 'De Adelaar'. In de loop van de planologische procedure is vastgesteld dat de werkzaamheden binnen regels van het geldende bestemmingsplan 'Buitengebied 1996' kunnen worden uitgevoerd. Het gebied is bestemd als 'Agrarisch cultuurgebied', nader aangeduid met 'landschapselementen'. Dat wil zeggen dat het gebied bestemd is voor behoud, bescherming en/of herstel van de landschappelijke waarde zoals dat tot uiting komt in de voorkomende landschapselementen. Om te voorkomen dat het gebied intensief agrarisch gebruikt wordt en om de natuur te beschermen, is in dit plan gekozen voor de bestemming Natuur. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
123. Samenvatting Inspreker exploiteert een melkrundveehouderij annex vleeskalverenhouderij op de locatie Kruisweg 6 te Nijbroek. 1. Ligboxenstal ontbreekt op plankaart Inspreker geeft aan dat een ligboxenstal is gerealiseerd en dat deze stal niet op de plankaart is weergegeven. Inspreker verzoekt dit alsnog te doen. 2. Beperkte vergroting bouwvlak Inspreker geeft aan dat om een goede economische bedrijfsvoering te bevorderen, schaalvergroting en uitbreiding van de huidige bedrijfsgebouwen noodzakelijk is. Inspreker wenst de ligboxenstal uit te breiden. Hiermee rekening houdend is aanpassing van het bouwvlak gewenst conform de bijgevoegde tekening. 3. Archeologie Inspreker geeft aan dat aan de locatie de Waarde - Archeologie - 3 is opgelegd. Inspreker stelt vast dat dit betekent dat bij uitbreiden en/of oprichten van bouwwerken vanaf 100 m² een archeologische onderzoek vereist is. Tevens mag geen diepere grondbewerking dan 30 cm plaatsvinden zonder omgevingsvergunning c.q. het overleggen van een onderzoeksrapportage, hetgeen zeer kostenverhogend is. Het vereisen van een onderzoeksrapportage zal leiden tot waardedaling van de gronden door toenemende kosten.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
105
Inspreker wijst erop dat de genoemde drempelwaarde van 100 m² zeer zwaar is en in geen verhouding staat tot de bouwmogelijkheden van omliggende percelen waarbij een rapportage vanaf 2.500 m² wordt vereist. Inspreker verzoekt de drempelwaarde te verhogen tot 2.500 m², zijnde waarde 6/7 zoals deze bij diverse omliggende percelen is gewaardeerd. Tevens verzoekt inspreker de genoemde 0,3 m in artikel 31.3.1 te verruimen naar 0,7 m aangezien de meeste funderingen van eventueel te slopen gebouwen zich op deze diepte bevinden. 4. Erfgoedverordening Inspreker verzoekt de Erfgoedverordening van 2009 in de gemeenteraad ter discussie te stellen aangezien de huidige waardering van de archeologische waarden een aanzienlijke financiële aderlating voor de grondeigenaar betekent voor het slopen en/of oprichten van bebouwing. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.1, 2.3, en 2.4. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. 1. Ligboxenstal ontbreekt op plankaart De ondergrond zal door de gemeente waar mogelijk worden bijgewerkt. 2. Beperkte vergroting bouwvlak In het geldende bestemmingsplan 'Buitengebied 1996' is aan het perceel van inspreker een bouwvlak toegekend met een oppervlakte van 1 ha. Uitbreiding van de stalruimte is aan de achterzijde het meest voor de hand liggend. Dit kan alleen wanneer het bouwvlak in beperkte mate wordt aangepast. Naar het oordeel van de gemeente bestaat hiertegen geen bezwaar. Het bouwvlak wordt aangepast. 3 en 4. Archeologie en erfgoedverordening Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.4. Daar is aangegeven dat de regeling Waarde - Archeologie op onderdelen wordt aangepast. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding, regels en toelichting worden aangepast.
124. Samenvatting 1. Archeologie Inspreker geeft aan dat aan de locatie de Waarde - Archeologie - 5 is opgelegd. Inspreker stelt vast dat dit betekent dat bij uitbreiden en/of oprichten van bouwwerken vanaf 100 m² een archeologische onderzoek vereist is. Tevens mag geen diepere grondbewerking dan 30 cm plaatsvinden zonder omgevingsvergunning c.q. het overleggen van een onderzoeksrapportage, hetgeen zeer kostenverhogend is. Het vereisen van een onderzoeksrapportage zal leiden tot waardedaling van de gronden door toenemende kosten. Inspreker wijst erop dat in artikel 40 van de Monumentenwet 1988 is bepaald dat bij een bestemmingsplan een archeologisch rapport kan worden verlangd bij een reguliere vergunning. In de memorie van Toelichting is vermeld dat initiatiefnemers van op winst gerichte
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
106
Inspraakreacties
projecten die schade toebrengen aan het bodemarchief de kosten voor hun rekening dienen te nemen. De locatie van inspreker is bestemd voor Wonen en derhalve is geen sprake van een op winst gericht project. Inspreker wijst erop dat de genoemde drempelwaarde van 100 m² zeer zwaar is en in geen verhouding staat tot de bouwmogelijkheden van omliggende percelen waarbij een rapportage vanaf 2.500 m² wordt vereist. Inspreker verzoekt de drempelwaarde te verhogen tot 2.500 m², zijnde waarde 6/7 zoals deze bij diverse omliggende percelen is gewaardeerd. Tevens verzoekt inspreker de genoemde 0,3 m in artikel 31.3.1 te verruimen naar 0,7 m aangezien de meeste funderingen van eventueel te slopen gebouwen zich op deze diepte bevinden. 2. Bouwmogelijkheden bijgebouwen Inspreker stelt vast dat de huidige saneringsregeling inhoudt dat bij vervangende nieuwbouw van bijgebouwen groter dan 100 m² meer oppervlakte aan bijgebouwen mag worden herbouwd dan in het voorontwerp. De huidige regeling van 50% herbouw betekent een aanzienlijke beperking in bouwmogelijkheden. Inspreker verzoekt de huidige saneringsregeling van toepassing te verklaren. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.4 en 2.6. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. 1. Archeologie Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.4. Daar is aangegeven dat de regeling Waarde - Archeologie op onderdelen wordt aangepast. 2. Bouwmogelijkheden bijgebouwen Achtergrond van de saneringsregeling is de verstening in het buitengebied waar het kan laten afnemen. Bij recht wordt bij een woning in het buitengebied 100 m² aan bijgebouwen toegestaan. Bestaande bijgebouwen hoeven niet te worden gesloopt. Wanneer er wordt gekozen om bijgebouwen te vernieuwen, dan zal 50% van de oppervlakte moeten worden ingeleverd. Ten opzichte van de saneringsregeling uit het geldende bestemmingsplan Buitengebied 1996 is de regeling in het nieuwe bestemmingsplan minder soepel, maar de regeling komt naar het oordeel van de gemeente de kwaliteit van het plangebied wel ten goede. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding, regels en toelichting worden aangepast.
125. Samenvatting Inspreker geeft aan dat de laatst gebouwde schuur niet binnen de lijnen van het bestemmingsplan valt. Inspreker wijst erop dat in het tafeltjesoverleg is aangegeven dat het gewenst is de kavel uit te breiden richting Dijk/Weerdseweg. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.1, 2.2 en 2.3. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
1. 2.
107
De ondergrond zal door de gemeente waar mogelijk worden bijgewerkt. Inspreker heeft inderdaad aangegeven, dat verruiming van het bouwvlak gewenst is. Uit ruimtelijke overwegingen is uitbreiding van het bouwvlak denkbaar in oostelijke richting. Inspreker wil ook uitbreiding in zuidwestelijke richting. Met het oog op de ruimtelijke kwaliteit van dit gebied is dat naar het oordeel van de gemeente niet gewenst. Om die reden wordt het bouwvlak in oostelijke richting verruimd.
Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
126. Samenvatting Inspreker verzoekt het toegekende bouwblok in overeenstemming te brengen met de verleende milieuvergunning van 30 september 2010. Dit betekent een bouwblok van 1,5 ha, 1,0 ha voor intensieve veehouderij en 0,5 voor de akkerbouwtak. Inspreker verwijst naar het bijgevoegde principebesluiten en de bijgevoegde tekening. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.8. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. Inspreker heeft een gemengd bedrijf. Naast intensieve veehouderij is er ook een tak akkerbouw. Inspreker heeft concrete plannen om een grote stal te bouwen ten behoeve van zijn intensieve veehouderijtak. De eerste schetsen geven aan dat de oppervlakte ten behoeve van de intensieve tak beperkt blijft tot 1 ha. Het in het voorontwerpbestemmingsplan aangegeven bouwvlak is niet toereikend voor de intensieve tak en de akkerbouwtak. Nu blijkt dat voor de intensieve tak de grens ligt bij de 1 ha is het naar het oordeel van de gemeente niet bezwaarlijk om het bouwvlak te verruimen tot circa 1,5 ha. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
127. Samenvatting Inspreker exploiteert op de locatie Holthoevensestraat 9 te Wilp een glastuinbouwbedrijf. 1. Vergunde/gesloopte bouwwerken op plankaart Inspreker geeft aan dat een gerealiseerde veldschuur niet op de plankaart is weergegeven. Tevens staat een gesloopte schuur nog steeds vermeld. Inspreker verzoekt de plankaart aan te passen. 2. Te bouwen werktuigenberging Inspreker geeft aan een vooroverleg bouwplan te hebben ingediend voor een veldschuur. Inspreker verzoekt het bouwvlak af te stemmen op de te bouwen veldschuur. 3. Omzetten glastuinbouw naar paardenhouderij/loonwerk c.q. hoveniersbedrijf Inspreker is voornemens de glastuinbouwkassen te slopen en deze tak te beëindigen. Hij wenst een paardenhouderij en een loonwerk c.q. hoveniersbedrijf op te zetten.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
108
Inspraakreacties
4. Te bouwen paardenstal/aanleggen paardenbak Inspreker wil een paardenfokstal bouwen van 10 x 20 m en een buitenbak aanleggen van 20 x 40 m. Tevens wenst inspreker een schuur te plaatsen voor het huisvesten van scharrelkippen en ganzen. 5. Instandhouden bouwvlak Inspreker stelt vast dat op de plankaart een kleiner bouwvlak is aangegeven dan op de geldende plankaart waarop een bouwvlak-C is aangegeven van 1 ha. Teneinde de voornoemde plannen te kunnen realiseren, is instandhouding van het huidige bouwvlak noodzakelijk zoals aangegeven op de bijgevoegde tekening. Beantwoording De inhoud van deze reactie is van gelijke strekking als de inhoud van de reactie onder 8. Voor de beantwoording wordt verwezen naar de reactie nummer 8. Conclusie Verwezen wordt naar de conclusie onder reactie nummer 8.
128. Samenvatting 1. Aanpassing plankaart Inspreker heeft eerder verzocht het agrarische bouwvlak te vergroten van 0,5 naar 1,0 ha. Op de plankaart is dit verzoek niet overgenomen. Inspreker wil een bestaande jongveestal uitbreiden waarvoor uitbreiding van het bouwvlak nodig is. Verzocht wordt het bouwvlak aan te passen conform bijgevoegde tekening. 2. Archeologie Inspreker geeft aan dat aan de locatie de Waarde - Archeologie - 4 is opgelegd. Dit betekent onder meer dat bij het oprichten van bouwwerken vanaf 30 m² archeologisch onderzoek is vereist en dat geen diepere grondbewerking dan 30 cm mag plaatsvinden zonder omgevingsvergunning c.q. het overleggen van een onderzoeksrapportage, hetgeen zeer kostenverhogend is. Het vereisen van een onderzoeksrapportage zal leiden tot waardedaling van de gronden door toenemende kosten. Inspreker acht het niet reëel dat de kosten van dit rapport ten laste van de grondeigenaar behoren te komen. Indien er archeologische zoneringen worden opgenomen in het bestemmingsplan, dient de gemeente de kosten van een dergelijk onderzoek voor zijn rekening te nemen. Inspreker wijst erop dat de genoemde drempelwaarde van 30 m² zeer zwaar is en in geen verhouding staat tot de bouwmogelijkheden van inspreker. Inspreker verzoekt de drempelwaarde te verhogen tot 2.500 m², zoals voor diverse omliggende percelen is gehanteerd. Tevens verzoekt inspreker de genoemde 0,3 m in artikel 31.3.1 te verruimen naar 0,7 m aangezien de meeste funderingen van eventueel te slopen gebouwen zich op deze diepte bevinden. 3. Erfgoedverordening Inspreker verzoekt de Erfgoedverordening van 2009 hierop aan te passen
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
109
Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.1 en 2.4. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. 1. Aanpassing plankaart In het geldende bestemmingsplan 'Buitengebied 1996' is aan het perceel van inspreker een bouwvlak toegekend van 0,5 ha. In het voorontwerpbestemmingsplan is eveneens een bouwvlak aangegeven van 0,5 ha. Door een aanpassing van het bouwvlak door te voeren wordt het mogelijk voor inspreker om de gevraagde veestal te kunnen bouwen. De oppervlakte van het bouwvlak blijft daarbij nagenoeg gelijk. Gevolg is wel dat de kuilvoerplaten gedeeltelijk buiten het bouwvlak liggen. Het is naar het oordeel van de gemeente niet bezwaarlijk het bouwvlak aan te passen. 2 en 3. Archeologie en erfgoedverordening Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.4. Daar is aangegeven dat de regeling Waarde - Archeologie op onderdelen wordt aangepast. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding, regels en toelichting worden aangepast.
129. Samenvatting 1. Ligboxenstal ontbreekt op plankaart Inspreker geeft aan dat onlangs vergunning is verleend voor een ligboxenstal en dat deze stal niet op de plankaart is weergegeven. Inspreker verzoekt dit alsnog te doen. 2. Bouwvlak voor mestsilo Inspreker wenst achter de ligboxenstal enige sleufsilo's te plaatsen, welke binnen het vergrote bouwblok vallen. Ten oosten van deze sleufsilo's wil inspreker een betonnen mestsilo realiseren van 2.500 m³. Ten behoeve hiervan verzoekt inspreker het bouwblok aan te passen conform de bijgevoegde tekening. 3. Archeologie Inspreker geeft aan dat aan een deel van de locatie de Waarde - Archeologie - 4 is opgelegd. Dit betekent onder meer dat bij het oprichten van bouwwerken vanaf 30 m² archeologisch onderzoek is vereist en dat geen diepere grondbewerking dan 30 cm mag plaatsvinden zonder omgevingsvergunning c.q. het overleggen van een onderzoeksrapportage, hetgeen zeer kostenverhogend is. Het vereisen van een onderzoeksrapportage zal leiden tot waardedaling van de gronden door toenemende kosten. Inspreker wijst erop dat de genoemde drempelwaarde van 30 m² zeer zwaar is en in geen verhouding staat tot de bouwmogelijkheden van inspreker. Tevens verzoekt inspreker de genoemde 0,3 m in artikel 31.3.1 te verruimen naar 0,7 m aangezien de meeste funderingen van eventueel te slopen gebouwen zich op deze diepte bevinden. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.1, 2.3 en 2.4. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
110
Inspraakreacties
1. Ligboxenstal ontbreekt op plankaart De ondergrond zal door de gemeente waar mogelijk worden bijgewerkt. 1. Ligboxenstal ontbreekt op plankaart Inspreker wil een mestsilo oprichten op een locatie buiten het bouwvlak zoals dit in het bestemmingsplan is aangegeven. Het aangegeven bouwvlak is ongeveer 1 ha groot. Het bouwvlak is aangegeven op verzoek van inspreker. Er is daarbij rekening gehouden met de uitbreidingsplannen van inspreker. Nu komt daar de mestsilo bij. Het betreft hier een melkveehouderij. Het is naar het oordeel van de gemeente niet bezwaarlijk om het bouwvlak te verruimen ten behoeve van de te bouwen mestsilo. 3. Archeologie Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.4. Daar is aangegeven dat de regeling Waarde - Archeologie op onderdelen wordt aangepast. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding, regels en toelichting worden aangepast.
130. Samenvatting Inspreker exploiteert op de locatie Kraaigraafstraat 4 een melkrundveebedrijf. 1. Sleufsilo's ontbreken op plankaart Inspreker geeft aan dat enkele sleufsilo's niet op de plankaart zijn weergegeven. Inspreker verzoekt dit alsnog te doen en het bouwvlak hierop aan te passen om discussie over het bouwvlak te voorkomen. 2. Intensieve tak vervallen Inspreker geeft aan dat de intensieve tak is beëindigd. Hij verzoekt het plan hierop aan te passen. 3. Vergroten bouwvlak naar 1,45 ha Inspreker geeft aan dat om een goede economische bedrijfsvoering te bevorderen, schaalvergroting en uitbreiding van de huidige bedrijfsgebouwen noodzakelijk is. Inspreker wenst een uitbreiding van de ligboxenstal te realiseren. Tevens wenst inspreker enige sleufsilo's te verlengen en een nieuwe sleufsilo te plaatsen. Ook wil inspreker een betonnen mestsilo te plaatsen van 3.000 m³ en ruimte te creëren voor een 2e bedrijfswoning. Inspreker verzoekt hiertoe een bouwvlak aan te geven van 1,45 ha met een breedte van 100 m. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.1, 2.3 en 2.8. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. 1. Sleufsilo's ontbreken op plankaart De ondergrond zal door de gemeente waar mogelijk worden bijgewerkt.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
111
2. Intensieve tak vervallen Binnen de zone 'verwevingsgebied' zoals dat in het reconstructieplan Veluwe is aangegeven is het niet noodzakelijk om de aanduiding - iv - (intensieve veehouderij) te handhaven. De aanduiding wordt verwijderd. 3. Vergroten bouwvlak naar 1,45 ha Het bouwvlak zoals dat in het voorontwerpbestemmingsplan is aangegeven is ruim 1 ha. De aanwezige sleufsilo's liggen deels buiten het bebouwingsvlak. Uitbreiding van de sleufsilo's buiten het bouwvlak is in principe mogelijk via een afwijking van het bestemmingsplan. Het bouwvlak biedt voldoende ruimte voor uitbreiding van de rundveestal. Enige verruiming ten behoeve van de te bouwen mestsilo is naar het oordeel van de gemeente niet bezwaarlijk. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
131. Samenvatting De inspraakreactie heeft betrekking op een perceel weiland aan de Hezeweg te Voorst dat is aangeduid met de bestemming Natuur. Inspreker verzoekt de bestemming van het perceel te wijzigen van Natuur in Agrarisch aangezien het deze bestemming altijd heeft gehad. Inspreker gebruikt het perceel voor het weiden van pony's. Beantwoording In het geldende bestemmingsplan 'Buitengebied 1996' is aan het bedoelde stuk grond de bestemming 'agrarisch cultuurgebied' gegeven. Inspreker gebruikt de grond overeenkomstig de bestemming. Door nu de bestemming Natuur aan te geven wordt het gebruik belemmerd. Agrarisch gebruik is feitelijk niet mogelijk. Naar het oordeel van de gemeente is het passend om de bestemming te wijzigen. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
132. Samenvatting 1. Inspreker verzoekt de bestemming van het perceel Oudhuizerstraat 23 te Klarenbeek te wijzigen in Agrarisch. 2.
Inspreker verzoekt het bouwvlak rond de solitaire schuur te vergroten aangezien er de wens is om te kunnen uitbreiden.
3.
Inspreker geeft aan dat de archeologische waarde van het perceel twijfelachtig is aangezien de grond meer dan 60 cm diep is omgewoeld.
Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.3, 2.4 en 2.5. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
112
Inspraakreacties
1.
Het is bekend dat inspreker ter plaatse van Oudhuizerstraat 23 een beperkt agrarisch bedrijf heeft. Het aangeven van de bestemming Agrarisch met een beperkt bouwvlak ligt naar het oordeel van de gemeente daarom voor de hand.
2.
De 'solitaire' schuur staat op ruim 40 m afstand van een andere schuur. Er is eigenlijk geen sprake van een complex. Dit is de reden geweest om een apart bouwvlak aan te geven voor de schuur. Het is naar het oordeel van de gemeente niet bezwaarlijk om enige uitbreidingsmogelijkheid te bieden aan de achterzijde van de betreffende schuur.
3.
Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.4. Daar is aangegeven dat de regeling Waarde - Archeologie op onderdelen wordt aangepast.
Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding, regels en toelichting worden aangepast.
133. Samenvatting De inspraakreactie heeft betrekking op het perceel Vaassenseweg 6-8 te Terwolde waar inspreker een melkrundveehouderij met jongvee exploiteert. 1. Ligboxenstal, jongveestal en mestsilo ontbreken op plankaart Inspreker verzoekt de plankaart aan te passen conform bijgevoegde kaart aangezien de nieuwe ligboxenstal, jongveestal en mestsilo waarvoor bouwvergunning is verleend niet zijn weergegeven op de plankaart. 2. Vergroting bouwblok naar circa 1,2 ha Inspreker geeft aan dat om een goede economische bedrijfsvoering te bevorderen schaalvergroting en uitbreiding van de huidige bedrijfsgebouwen op termijn noodzakelijk is. Inspreker wenst een nieuwe ligboxenstal te bouwen. Inspreker verzoekt met het oog hierop het bouwvlak te vergroten naar 1,2 ha conform bijgevoegde tekening. 3. Archeologie Inspreker geeft aan dat door op de locatie de Waarde - Archeologie - 4 is gelegd. Inspreker geeft aan dat dit betekent dat bij het uitbreiden en/of oprichten van bouwwerken vanaf 30 m² een archeologisch onderzoek vereist is. Tevens mag geen diepere grondbewerking dan 30 cm plaatsvinden zonder omgevingsvergunning c.q. het overleggen van een onderzoeksrapportage, hetgeen zeer kostenverhogend is. Het vereisen van een onderzoeksrapportage zal leiden tot waardedaling van het perceel. Inspreker wijst erop dat de drempelwaarde van 30 m² zeer zwaar is en niet in verhouding staat tot de bouwmogelijkheden van omliggende percelen, waarbij een veel hogere drempelwaarde geldt. Inspreker geeft aan dat volgens artikel 41a van de Monumentenwet 1988 een archeologisch rapport bij een reguliere vergunning niet verplicht is en dat bij projecten met een oppervlakte kleiner dan 100 m² een dergelijk rapport in ieder geval niet nodig is. Inspreker geeft daarnaast aan dat volgens de Memorie van Toelichting onder III.2 Tegemoetkoming in excessieve kosten in bepaalde gevallen de lasten niet ten laste van de initiatiefnemer zouden moeten komen. Inspreker verzoekt de archeologische waarde 6 of 7 met bijbehorend oppervlakte vast te stellen, dan wel geen waarde toe te kennen.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
113
Daarnaast stelt inspreker de vraag of bij vergunningsvrije bouwwerken een archeologische rapportage noodzakelijk is. Inspreker verzoekt om de Erfgoedverordening van 2009 in de gemeenteraad ter discussie te stellen, omdat de huidige waardering van de archeologische waarden een aanzienlijke financiële aderlating voor de grondeigenaar betekent ingeval van slopen en/of oprichten van bouwwerken. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.1, 2.3 en 2.4. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. 1. Ligboxenstal, jongveestal en mestsilo ontbreken op plankaart De ondergrond zal door de gemeente waar mogelijk worden bijgewerkt. 2. Vergroting bouwblok naar circa 1,2 ha Hoewel er nog geen concrete plannen bekend zijn, is het naar het oordeel van de gemeente niet bezwaarlijk om het bouwvlak te verruimen ten behoeve van een uitbreiding van de bedrijfsbebouwing met een ligboxenstal. 3. Archeologie Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.4. Daar is aangegeven dat de regeling Waarde - Archeologie op onderdelen wordt aangepast. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding, regels en toelichting worden aangepast.
134. Samenvatting Inspreker verzoekt het bouwvlak op het adres Vloeddijk 3 te Nijbroek te vergroten conform bijgevoegd kaartje. In de toekomst wil inspreker een ligboxenstal, sleufsilo's en een mestsilo bouwen. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.3. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. Inspreker heeft geen concrete plannen. Daarnaast is er leegstaande bedrijfsruimte aanwezig die gebruikt wordt als caravanstalling. Er is naar het oordeel van de gemeente geen aanleiding om het bouwvlak te verruimen. Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
114
Inspraakreacties
135. Samenvatting Inspreker verzoekt het bouwblok op het perceel Oysedwarsweg 2 aan te passen conform bijgevoegde tekening. Inspreker geeft aan dat het bouwblok over een aanvoerleiding van de Gasunie loopt. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.3. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. Inspreker heeft een kaartje overgelegd met daarop aangegeven het kader waarbinnen hij zijn bedrijfsbebouwing wil concentreren. Dit kader komt nagenoeg overeen met het aangegeven bouwvlak. Het is naar het oordeel van de gemeente niet bezwaarlijk om het bouwvlak af te stemmen op dit kader. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
136. Samenvatting 1. Inspreker verzoekt de toegestane inhoud van de woning Voordersteeg 37 te Wilp te verhogen van 750 m³ naar 850 tot 900 m³. Inspreker heeft deze extra ruimte nodig ten behoeve van mantelzorg. 2.
Inspreker verzoekt het bouwvlak aan te passen zodat in alle richtingen kan worden uitgebreid. Inspreker geeft aan dat uitbreiden richting de weg vanwege geluidshindernormen niet mogelijk is.
Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.3. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. 1.
In het bestemmingsplan is de maximale inhoud van woningen van 600 m³ vergroot naar 750 m³. Er is naar het oordeel van de gemeente geen aanleiding om hiervan af te wijken. Er is in het bestemmingsplan een afwijkingsbevoegdheid opgenomen om mantelzorg te kunnen onderbrengen in bijgebouwen. Daarvoor geldt dat ten hoogste 75 m² hiervoor benut kan worden.
2.
Het is naar het oordeel van de gemeente niet bezwaarlijk het bouwvlak Wonen te verruimen, waardoor er flexibelere uitbreidingsmogelijkheden ontstaat.
Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
115
137. Samenvatting Inspreker verzoekt de bestemming van het perceel Hallseweg 5 te Klarenbeek te wijzigen van Wonen in Agrarisch. Inspreker geeft aan dat dit de geldende bestemming is en er plannen zijn om de hobbymatig gerunde paardenhouderij uit te breiden naar een professioneel bedrijf. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.5 Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. In het geldende bestemmingsplan 'Buitengebied 1996' is voor Hallseweg 5 een agrarisch bouwperceel A aangegeven (0,25 ha). Het is naar het oordeel van de gemeente niet bezwaarlijk om ter plaatse weer een klein bouwvlak aan te geven. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
138. Samenvatting Inspreker exploiteert op de locatie Lochemsestraat 30 een rundvee- en vleesstierenhouderij. 1. Rundveeschuur en sleufsilo's ontbreken op de plankaart. Inspreker verzoekt de plankaart aan te passen conform bijgevoegde kaart aangezien de nieuw te bouwen rundveeschuur/berging waarvoor bouwvergunning is verleend en sleufsilo's/kuilvoeropslag niet zijn weergegeven op de plankaart. 2. Vergroting bouwvlak Inspreker geeft aan dat om een goede economische bedrijfsvoering te bevorderen schaalvergroting en uitbreiding van de huidige bedrijfsgebouwen op termijn noodzakelijk is. Inspreker wenst de zoogkoeienstal uit te breiden. Inspreker verzoekt met het oog hierop het bouwvlak te vergroten conform bijgevoegde tekening. Conform artikel 3.6.1 van het bestemmingsplan is een bouwvlak mogelijk tot 1,5 ha. 3. Archeologie Inspreker geeft aan dat door op de locatie de Waarde - Archeologie - 5 is gelegd. Inspreker geeft aan dat dit betekent dat bij het uitbreiden en/of oprichten van bouwwerken vanaf 100 m² een archeologisch onderzoek vereist is. Tevens mag geen diepere grondbewerking dan 30 cm plaatsvinden zonder omgevingsvergunning c.q. het overleggen van een onderzoeksrapportage, hetgeen zeer kostenverhogend is. Het vereisen van een onderzoeksrapportage zal leiden tot waardedaling van het perceel. Inspreker wijst erop dat de drempelwaarde van 100 m² zeer zwaar is en niet in verhouding staat tot de bouwmogelijkheden van omliggende percelen, waarbij een veel hogere drempelwaarde geldt. De nut en noodzaak van een dergelijke regeling is niet aangetoond en leidt tot aantasting van bestaande rechten. De gronden binnen het bouwvlak zijn reeds geroerd en verstoord door de aanwezige bebouwing. De in de dubbelbestemming opgenomen gebruiksregels zijn onnodig verzwarend voor het meest doelmatige gebruik. Deze zouden dan ook moeten worden geschrapt.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
116
Inspraakreacties
Inspreker verzoekt een andere archeologische waarde (6 of 7) vast te stellen met bijbehorend oppervlakte, dan wel geen waarde toe te kennen. Inspreker verzoekt de genoemde 30 cm in artikel 32.2.1 voor graafwerkzaamheden te schrappen dan wel te wijzigen in 70 cm. 4. Erfgoedverordening Inspreker verzoekt om de Erfgoedverordening van 2009 in de gemeenteraad ter discussie te stellen. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.1, 2.3 en 2.4. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. 1. Rundveeschuur en sleufsilo's ontbreken op de plankaart. De ondergrond zal door de gemeente waar mogelijk worden bijgewerkt. 2. Vergroting bouwvlak Ten behoeve van toekomstige uitbreiding van de bedrijfsgebouwen is enige verruiming van het bouwvlak tot ruim 1 ha naar het oordeel van de gemeente niet bezwaarlijk. 3. en 4. Archeologie en erfgoedverordening Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.4. Daar is aangegeven dat de regeling Waarde - Archeologie op onderdelen wordt aangepast. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding, regels en toelichting worden aangepast.
139. Samenvatting Inspreker exploiteert op de locatie Kopermolenweg 21 een melkrundveebedrijf met jongvee. 1. Ligboxenstal ontbreekt op plankaart Inspreker verzoekt de plankaart van het perceel Kopermolenweg 21 te Klarenbeek aan te passen conform bijgevoegde kaart aangezien de nieuwe ligboxenstal waarvoor bouwvergunning is verleend niet is weergegeven op de plankaart. 2. Vergroting bouwvlak naar circa 1,5 ha Inspreker geeft aan dat om een goede economische bedrijfsvoering te bevorderen schaalvergroting en uitbreiding van de huidige bedrijfsgebouwen op termijn noodzakelijk is. Inspreker wenst bestaande ligboxenstallen te vergroten en een afleverschuur voor kalveren te plaatsen. Met het oog hierop verzoekt inspreker het bouwvlak te vergroten conform bijgevoegde bijlagen naar 1,5 ha, wat op basis van artikel 3.6.1 van het bestemmingsplan in het kader van het Reconstructieplan mogelijk is. 3. Archeologie Inspreker geeft aan dat door op de locatie de Waarde - Archeologie - 4 is gelegd. Inspreker geeft aan dat dit betekent dat bij het uitbreiden en/of oprichten van bouwwerken vanaf 30 m² een archeologisch onderzoek vereist is. Tevens mag geen diepere grondbewerking dan 30 cm plaatsvinden zonder omgevingsvergunning c.q. het overleggen van een on-
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
117
derzoeksrapportage, hetgeen zeer kostenverhogend is. Het vereisen van een onderzoeksrapportage zal leiden tot waardedaling van het perceel. Inspreker wijst erop dat de drempelwaarde van 30 m² zeer zwaar is en niet in verhouding staat tot de bouwmogelijkheden van omliggende percelen, waarbij een veel hogere drempelwaarde geldt. Inspreker geeft aan dat volgens artikel 41a van de Monumentenwet 1988 een archeologisch rapport bij een reguliere vergunning niet verplicht is en dat bij projecten met een oppervlakte kleiner dan 100 m² een dergelijk rapport in ieder geval niet nodig is. Inspreker geeft daarnaast aan dat volgens de Memorie van Toelichting onder III.2 Tegemoetkoming in excessieve kosten in bepaalde gevallen de lasten niet ten laste van de initiatiefnemer zouden moeten komen. De nut en noodzaak van een dergelijke regeling is niet aangetoond en leidt tot aantasting van bestaande rechten. De gronden binnen het bouwvlak zijn reeds geroerd en verstoord door de aanwezige bebouwing. De in de dubbelbestemming opgenomen gebruiksregels zijn onnodig verzwarend voor het meest doelmatige gebruik. Deze zouden dan ook moeten worden geschrapt. Inspreker verzoekt de archeologische waarde 6 of 7 met bijbehorend oppervlakte vast te stellen, dan wel geen waarde toe te kennen. Daarnaast stelt inspreker de vraag of bij vergunningsvrije bouwwerken een archeologische rapportage noodzakelijk is. 4. Erfgoedverordening Inspreker verzoekt om de Erfgoedverordening van 2009 in de gemeenteraad ter discussie te stellen, omdat de huidige waardering van de archeologische waarden een aanzienlijke financiële aderlating voor de grondeigenaar betekent ingeval van slopen en/of oprichten van bouwwerken. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.1, 2.3 en 2.4. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. 1. Ligboxenstal ontbreekt op plankaart De ondergrond zal door de gemeente waar mogelijk worden bijgewerkt. 2. Vergroting bouwvlak naar circa 1,5 ha Inspreker heeft in het tafeltjesoverleg al aangegeven, dat hij de ruimte wenst voor toekomstige uitbreiding van zijn bedrijf. Het is naar het oordeel van de gemeente niet bezwaarlijk om het bouwvlak te vergroten tot circa 1,5 ha. Daarbij wordt opgemerkt dat de kuilvoerplaten nu deels buiten het bouwvlak liggen. 3 en 4. Archeologie en erfgoedverordening Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.4. Daar is aangegeven dat de regeling Waarde - Archeologie op onderdelen wordt aangepast. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding, regels en toelichting worden aangepast.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
118
Inspraakreacties
140. Samenvatting 1. Inspreker verzoekt de woning Kadijk 16a te Terwolde een permanente woonbestemming te geven, aangezien de woning nu voor onbepaalde tijd wordt gedoogd door de gemeente en alleen de woning Kadijk 16 is opgenomen in het bestemmingsplan. Als argumenten worden onder meer genoemd dat door investeringen de kwaliteit van de woning zal verbeteren en dat er mogelijkheden voor mantelzorg ontstaan. 2.
Inspreker verzoekt het bouwblok aan te passen conform bijgevoegde tekening.
Beantwoording 1. Kadijk 16 is als vervanging voor Kadijk 16A gebouwd. Kadijk 16A is echter als woning in gebruik gebleven. Het ligt naar het oordeel van de gemeente niet in de rede deze woning nu positief te bestemmen. In de planregels is geregeld dat via toepassing van de afwijkingsbevoegdheid het gebouwtje gebruikt kan worden voor mantelzorg. 2.
Gezien de terreinsituatie is er naar het oordeel van de gemeente geen aanleiding om het bouwvlak Wonen te verruimen. Het aangegeven bouwvlak komt nagenoeg overeen met het erf en siertuin.
Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
141. Samenvatting Insprekers verzoeken om het deel van de percelen Voordersteeg 11, 13 en 15 te Twello met een agrarische bestemming te voorzien van een bouwvlak conform bijgevoegde tekening. Op deze wijze kunnen insprekers gebruikmaken van de aanzienlijk vergrote bouwmogelijkheden die het nieuwe bestemmingsplan biedt. Beantwoording De inhoud van deze inspraakreactie komt overeen met de inspraakreactie onder 50. Verwezen wordt naar de beantwoording van reactie 50. Conclusie Verwezen wordt naar de conclusie genoemd bij inspraakreactie nummer 50.
142. Samenvatting 1. Inspreker verzoekt de bestemming op het perceel Kampweg 3 te Nijbroek te wijzigen van Wonen in Agrarisch. Inspreker voert hierbij de volgende overwegingen aan: - het perceel is gekocht als landbouwbedrijf en wordt sindsdien als zodanig geëxploiteerd; - in 2008 is vergunning verleend voor de bouw van een hellingstal met werktuigenberging en werkplaats; - in 2008 is melding gedaan op grond van het besluit landbouw milieubeheer, welke door de gemeente is geaccepteerd;
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
-
2.
119
in overleg met Gelders landschapsbeheer is een erfinrichtingsplan opgesteld; er is een grote investering gedaan in een bedrijfsgebouw, een dergelijke investering zou nooit in een bijgebouw bij een woning zijn gedaan.
Inspreker verzoekt het perceel in te tekenen conform het bijgevoegde erfinrichtingsplan.
Ter verduidelijking zijn in de bijlage de bouwvergunning, de melding Wet milieubeheer, bevindingen van de milieucontrole, foto's en een erfinrichtingsplan bijgevoegd. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.3. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. Inspreker maakt naar het oordeel van de gemeente voldoende duidelijk dat hier ter plaatse sprake is van een agrarische activiteit die een agrarisch bouwvlak rechtvaardigt. De verbeelding wordt aangepast Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
143. Samenvatting Inspreker verzoekt de bestemming van het perceel Buddezand 6 te Wilp te wijzigen van Bos in Agrarisch aangezien het perceel altijd deze functie gehad heeft. Op een groot deel van de grond staan fruitbomen, klein fruit en notenbomen. Inspreker geeft aan dat de wijziging ook zorgt voor waardevermindering van de grond. Inspreker geeft aan graag aan het hele perceel de bestemming Agrarisch toegekend te zien, maar dat een deel van het perceel conform bijgevoegde kaart de bestemming Bos zou kunnen houden aangezien dit daadwerkelijk als bos in gebruik is. Beantwoording In het geldende bestemmingsplan 'Buitengebied 1996' geldt voor het perceel van inspreker de bestemming 'agrarisch cultuurgebied'. Door het aangeven van de bestemming Bos worden de gebruiksmogelijkheden beperkt. Dit kan naar het oordeel van de gemeente in alle redelijkheid niet van inspreker worden verlangd. De bestemming Natuur biedt ruimere gebruiksmogelijkheden en sluit aan bij de omliggende bestemming in het bestemmingsplan 'Nieuw Bellinkhof'. In het verlengde hiervan wordt de bestemming gewijzigd in Natuur. Daarnaast vindt enige verruiming plaats van het bouwvlak Wonen in verband met de huidige erfsituatie. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
144. Samenvatting Inspreker geeft aan dat op het perceel Gravenstraat 8 te Voorst de uitgebreide rundveestal buiten het bouwvlak ligt. Inspreker geeft daarnaast aan dat er plannen zijn om een aantal
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
120
Inspraakreacties
gebouwen te slopen en een werktuigenberging en een jongveestal te bouwen. Inspreker stelt de vraag of deze plannen zoals aangegeven op bijgevoegde tekening volgens het bouwvlak in het voorontwerp mogelijk zijn en of het anders mogelijk is het bouwvlak aan te passen conform bijgevoegde tekening. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.3. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. Inspreker vraagt om enige aanpassing van zijn bouwvlak in verband met de toekomstige bouwplannen. De aanpassing is naar het oordeel van de gemeente in principe geen verruiming van het bouwvlak. Het bouwvlak wordt om die reden aangepast. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
145. Samenvatting Inspreker geeft aan dat er op het perceel Benedenste Kruisweg 7 te Nijbroek plannen zijn om een vleeskalverbedrijf op te starten en verzoekt het agrarische bouwvlak aan te passen conform bijgevoegde kaart en de Intensieve Veehouderij status op dit bedrijf te behouden of te creëren. Beantwoording De plannen van inspreker zijn gebaseerd op toekomstverwachtingen die zijn zoon (18-19 jaar) heeft. Inspreker zelf heeft naast 10 koeien en 150 schapen, een metselbedrijf. Benedenste Kruisweg ligt in het verwevingsgebied. Vestiging van een intensieve veehouderij is dus niet uit te sluiten. Op dit moment zijn er naar het oordeel van de gemeente onvoldoende gegevens om te kunnen beoordelen of een vleeskalverbedrijf op deze locatie daadwerkelijk mogelijk is. Het bestemmingsplan wordt niet aangepast. Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
146. Samenvatting Inspreker verzoekt het bouwvlak op het perceel Oudhuizerstraat 37 te Klarenbeek te verruimen ten behoeve van de bouw van een jongveestal conform het eerder ingediende en tijdens het tafeltjesoverleg besproken voorstel. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.3. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. Inspreker wenst uitbreiding van het bouwvlak om in de nabije toekomst een jongveestal te kunnen bouwen. Naar het oordeel van de gemeente is het verzoek voldoende concreet, In het verlengde daarvan wordt het bouwvlak verruimd tot circa 1,3 ha.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
121
Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
147. Samenvatting 1. Archeologie Inspreker geeft aan dat door op de locatie de Waarde - Archeologie - 4 is gelegd. Inspreker geeft aan dat dit betekent dat bij het uitbreiden en/of oprichten van bouwwerken vanaf 30 m² een archeologisch onderzoek vereist is. Tevens mag geen diepere grondbewerking dan 30 cm plaatsvinden zonder omgevingsvergunning c.q. het overleggen van een onderzoeksrapportage, hetgeen zeer kostenverhogend is. Het vereisen van een onderzoeksrapportage zal leiden tot waardedaling van het perceel. Inspreker wijst erop dat de drempelwaarde van 30 m² zeer zwaar is en niet in verhouding staat tot de bouwmogelijkheden van omliggende percelen, waarbij een veel hogere drempelwaarde geldt. Inspreker geeft aan dat volgens artikel 41a van de Monumentenwet 1988 een archeologisch rapport bij een reguliere vergunning niet verplicht is en dat bij projecten met een oppervlakte kleiner dan 100 m² een dergelijk rapport in ieder geval niet nodig is. Inspreker verzoekt de archeologische waarde 6 of 7 met bijbehorende oppervlakte vast te stellen. 2. Erfgoedverordening Inspreker verzoekt om de Erfgoedverordening van 2009 in de gemeenteraad ter discussie te stellen, omdat de huidige waardering van de archeologische waarden een aanzienlijke financiële aderlating voor de grondeigenaar betekent ingeval van slopen en/of oprichten van bouwwerken. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.4. Daar is aangegeven dat de regeling Waarde - Archeologie op onderdelen wordt aangepast. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding, regels en toelichting worden aangepast.
148. Samenvatting Inspreker geeft aan dat op een gedeelte van de gronden behorende bij Oolmansweg 5 te Wilp de dubbelbestemming WR - E - EHS is gelegd en dat deze bestemming in de toekomst voor zijn bedrijf problemen kan opleveren. Inspreker heeft de indruk dat de provincie tot een nieuwe afweging gaat komen en dat er gebieden van de kaart gehaald zullen worden. Inspreker doet een dringend beroep hiervoor in aanmerking te komen. Er zijn voor zijn gronden op dit moment geen concrete plannen. Beantwoording In het voorontwerpbestemmingsplan is rekening gehouden met de EHS en deze is in de verbeelding en de regels opgenomen. Wanneer de begrenzing van de EHS door de provincie wordt aangepast kan dit eventueel nog worden verwerkt tot het moment dat het bestem-
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
122
Inspraakreacties
mingsplan wordt vastgesteld. Vooralsnog is er naar het oordeel van de gemeente onvoldoende reden om het bestemmingsplan nu reeds aan te passen. Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
149. Samenvatting 1. Inspreker verzoekt de regeling die er in voorziet dat bij een eigendom van 2,5 ha grond er extra bijgebouwen gerealiseerd mogen worden aan te passen en de grootte van het beschikbare terrein te bepalen op 1,5 ha. Op die wijze ontstaan er mogelijkheden voor het bouwen van extra bijgebouwen ten behoeve van beheer en onderhoud van zijn terrein. 2.
Daarnaast verzoekt inspreker het toegekende bouwvlak te vergroten zodat er ruimte is voor toekomstige bouwplannen.
Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.3 Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. 1.
In de planregels is een afwijkingsbevoegdheid opgenomen waarbij bij woningen 50 m² extra bijgebouwen kunnen worden gebouwd mits deze extra bijgebouwen nodig zijn om een bijdrage te kunnen leveren aan het beheer en instandhouding van natuur, bos en/of het agrarische gebied. De oppervlakte grond moet dan ten minste 2,5 ha groot zijn. Naar het oordeel van de gemeente is het gewenst dit criterium naar beneden bij te stellen tot 1 ha.
2.
Het is naar het oordeel van de gemeente niet bezwaarlijk om een ruimer bouwvlak toe te kennen.
Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De regels en de verbeelding worden aangepast.
150. Samenvatting De inspraakreactie heeft betrekking op het perceel Nijenbeekseweg 18. Inspreker verzoekt het (bij)gebouw op het perceel te bestemmen als recreatiewoning. Ter verduidelijking is een briefwisseling met de gemeente over dit onderwerp en een luchtfoto toegevoegd. Beantwoording Per brief van 20 april 2007 is aan inspreker meegedeeld dat bij een herziening van het bestemmingsplan zal worden voorgesteld aan het object Nijenbeekseweg 18 een bestemming recreatiewoning toe te kennen. Het bestemmingsplan wordt thans in die zin aangepast.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
123
Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
151. Samenvatting Archeologie Inspreker geeft aan dat door op de locatie de Waarde - Archeologie - 3 is gelegd. Inspreker geeft aan dat dit betekent dat bij het uitbreiden en/of oprichten van bouwwerken vanaf 100 m² een archeologisch onderzoek vereist is. Tevens mag geen diepere grondbewerking dan 30 cm plaatsvinden zonder omgevingsvergunning c.q. het overleggen van een onderzoeksrapportage, hetgeen zeer kostenverhogend is. Het vereisen van een onderzoeksrapportage zal leiden tot waardedaling van het perceel. Inspreker wijst erop dat de drempelwaarde van 100 m² zeer zwaar is en niet in verhouding staat tot de bouwmogelijkheden van omliggende percelen, waarbij een veel hogere drempelwaarde geldt. Inspreker verzoekt een andere archeologische waarde (6 of 7) vast te stellen met bijbehorende oppervlakte, zoals ook bij verschillende overige percelen is gewaardeerd. Inspreker verzoekt de genoemde 30 cm in artikel 32.2.1 voor graafwerkzaamheden te wijzigen in 70 cm aangezien de meeste funderingen van eventueel te slopen gebouwen zich op deze diepte bevinden. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.4. Daar is aangegeven dat de regeling Waarde - Archeologie op onderdelen wordt aangepast. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding, regels en toelichting worden aangepast.
152. Samenvatting Inspreker exploiteert een vleeskalveren/vleesstierenbedrijf op de locatie Oud Lochemseweg 40. 1. Diverse vergunde schuren ontbreken op plankaart Inspreker verzoekt de plankaart van het perceel Oud Lochemseweg 40 te Wilp aan te passen conform bijgevoegde kaart aangezien de nieuwe vleesstierenschuur, hygiënesluis, en garage/berging waarvoor bouwvergunning is verleend niet is weergegeven op de plankaart, waarbij het bouwvlak ruim rondom deze bouwwerken gelegd dient te worden. 2. Archeologie Inspreker geeft aan dat door op de locatie de Waarde - Archeologie - 3 is gelegd. Inspreker geeft aan dat dit betekent dat bij het uitbreiden en/of oprichten van bouwwerken vanaf 100 m² een archeologisch onderzoek vereist is. Tevens mag geen diepere grondbewerking dan 30 cm plaatsvinden zonder omgevingsvergunning c.q. het overleggen van een onderzoeksrapportage, hetgeen zeer kostenverhogend is. Het vereisen van een onderzoeksrapportage zal leiden tot waardedaling van het perceel.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
124
Inspraakreacties
Inspreker wijst erop dat de drempelwaarde van 100 m² zeer zwaar is en niet in verhouding staat tot de bouwmogelijkheden van omliggende percelen, waarbij een veel hogere drempelwaarde geldt. Inspreker verzoekt een andere archeologische waarde (6 of 7) vast te stellen met bijbehorende oppervlakte, zoals ook bij verschillende overige percelen is gewaardeerd. Inspreker verzoekt de genoemde 30 cm in artikel 32.2.1 voor graafwerkzaamheden te wijzigen in 70 cm aangezien de meeste funderingen van eventueel te slopen gebouwen zich op deze diepte bevinden. 3. Erfgoedverordening Inspreker verzoekt daarnaast om de Erfgoedverordening van 2009 in de gemeenteraad ter discussie te stellen, omdat de huidige waardering van de archeologische waarden een aanzienlijke financiële aderlating voor de grondeigenaar betekent in geval van slopen en/of oprichten van bouwwerken. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.1 en 2.4. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. 1. Diverse vergunde schuren ontbreken op plankaart De ondergrond zal door de gemeente waar mogelijk worden bijgewerkt. 2. en 3. Archeologie en erfgoedverordening Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.4. Daar is aangegeven dat de regeling Waarde - Archeologie op onderdelen wordt aangepast. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding, regels en toelichting worden aangepast.
153. Samenvatting Inspreker exploiteert een rundvee- annex pluimveehouderij op de locatie Middendijk 85 te Nijbroek. 1. Vergroting bouwvlak tot 1 ha Inspreker geeft aan dat om een goede economische bedrijfsvoering te bevorderen schaalvergroting en uitbreiding van de huidige bedrijfsgebouwen op termijn noodzakelijk is. Inspreker verzoekt dat met het toekennen van het bouwvlak rekening wordt gehouden met de reeds opgestarte partiële bestemmingsplanprocedure om het bouwvlak te vergroten tot 1 ha ten behoeve van de noodzakelijke uitbreiding van een pluimveeschuur. Ter verduidelijking zijn kaarten bijgevoegd. 2. Archeologie Inspreker geeft aan dat door op de locatie de Waarde - Archeologie - 6 is gelegd. Inspreker geeft aan dat dit betekent dat bij het uitbreiden en/of oprichten van bouwwerken vanaf 2.500 m² een archeologisch onderzoek vereist is. Tevens mag geen diepere grondbewerking dan 30 cm plaatsvinden zonder omgevingsvergunning c.q. het overleggen van een onderzoeksrapportage, hetgeen zeer kostenverhogend is. Het vereisen van een onderzoeksrapportage zal leiden tot waardedaling van het perceel.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
125
Inspreker wijst erop dat de drempelwaarde van 30 cm voor onder andere graafwerkzaamheden een zeer zwaar opgelegde bepaling is. De nut en noodzaak van een dergelijke regeling is niet aangetoond en leidt tot aantasting van bestaande rechten. De gronden binnen het bouwvlak zijn reeds geroerd en verstoord door de aanwezige bebouwing. De in de dubbelbestemming opgenomen gebruiksregels zijn onnodig verzwarend voor het meest doelmatige gebruik. Deze zouden dan ook moeten worden geschrapt. 3. Erfgoedverordening Inspreker verzoekt om de Erfgoedverordening van 2009 in de gemeenteraad ter discussie te stellen, omdat de huidige waardering van de archeologische waarden een aanzienlijke financiële aderlating voor de grondeigenaar betekent in geval van slopen en/of oprichten van bouwwerken. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.3 en 2.4. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. 1. Vergroting bouwvlak tot 1 ha Inspreker heeft in 2010 geïnformeerd of er medewerking kan worden verleend aan de uitbreiding van zijn bouwvlak. De uitbreiding van het bouwvlak zou moeten plaatsvinden op grond die in de 'EHS verweving' is opgenomen. Inspreker is geantwoord dat het niet onmogelijk lijkt maar dat inspreker een onderzoek moet doen naar de betekenis van de EHS voor de uitbreiding van het bouwvlak en dus ook voor de bouwmogelijkheden, en naar de mogelijkheden voor compensatie. Tot op heden heeft inspreker daar geen gehoor aan gegeven. Het bouwvlak wordt niet vergroot. 2. en 3. Archeologie en erfgoedverordening Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.4. Daar is aangegeven dat de regeling Waarde - Archeologie op onderdelen wordt aangepast. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding, regels en toelichting worden aangepast.
154. Samenvatting Inspreker exploiteert een melkrundveebedrijf met jongvee op de locatie Clabanusweg 15 te Klarenbeek. 1. Uitbreiding ligboxenstal, mestzak en kuilvoeropslag ontbreken op plankaart Inspreker verzoekt voor het perceel Clabanusweg 15 te Klarenbeek de plankaart aan te passen conform bijgevoegde kaart aangezien de uitbreiding van de ligboxenstal waarvoor bouwvergunning is verleend en kuilvoeropslagen en een mestzak niet zijn weergegeven op de plankaart. 2. Intensieve tak vervallen Inspreker verzoekt de vermelding Intensieve Veehouderij te laten vervallen aangezien de vleesvarkenshouderij is omgezet in een melkrundveebedrijf.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
126
Inspraakreacties
3. Aangifte 2 woningen Inspreker verzoekt de beoogde te bouwen 2e bedrijfswoning aan te geven op de verbeelding conform bijgevoegde tekening. In de bijlage is tevens een brief van de gemeente gevoegd waarin is aangegeven dat positief wordt gereageerd op het plan. 4. Archeologie Inspreker geeft aan dat door op de locatie de Waarde - Archeologie - 5 is gelegd. Inspreker geeft aan dat dit betekent dat bij het uitbreiden en/of het oprichten van bouwwerken vanaf 100 m² een archeologisch onderzoek vereist is. Tevens mag geen diepere grondbewerking dan 30 cm plaatsvinden zonder omgevingsvergunning c.q. het overleggen van een onderzoeksrapportage, hetgeen zeer kostenverhogend is. Het vereisen van een onderzoeksrapportage zal leiden tot waardedaling van het perceel. Inspreker wijst erop dat de drempelwaarde van 100 m² zeer zwaar is en niet in verhouding staat tot de bouwmogelijkheden van omliggende percelen, waarbij een veel hogere drempelwaarde geldt. De nut en noodzaak van een dergelijke regeling is niet aangetoond en leidt tot aantasting van bestaande rechten. De gronden binnen het bouwvlak zijn reeds geroerd en verstoord door de aanwezige bebouwing. De in de dubbelbestemming opgenomen gebruiksregels zijn onnodig verzwarend voor het meest doelmatige gebruik. Deze zouden dan ook moeten worden geschrapt. Inspreker verzoekt de archeologische waarde 6 of 7 met bijbehorend oppervlakte vast te stellen, dan wel geen waarde toe te kennen. Inspreker verzoekt tevens om de in lid 32.2.1 genoemde drempelwaarde van 30 cm te schrappen of te wijzigen in 70 cm. 5. Erfgoedverordening Inspreker verzoekt om de Erfgoedverordening van 2009 in de gemeenteraad ter discussie te stellen, omdat de huidige waardering van de archeologische waarden een aanzienlijke financiële aderlating voor de grondeigenaar betekent ingeval van slopen en/of oprichten van bouwwerken. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.1 en 2.4. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. 1. Uitbreiding ligboxenstal, mestzak en kuilvoeropslag ontbreken op plankaart De ondergrond zal door de gemeente waar mogelijk worden bijgewerkt. 2. Intensieve tak vervallen De aanduiding iv (intensieve veehouderij) zal van de verbeelding worden verwijderd. 3. Aangifte 2 woningen Uit de inspraakreactie wordt opgemaakt dat een tweede bedrijfswoning nog niet aanwezig is. Er is ook geen zekerheid dat deze woning zal worden gebouwd. De gemeente heeft laten weten dat in principe medewerking zal worden verleend. Het bedrijf zal eerst in omvang nog moeten groeien. Het voert naar het oordeel van de gemeente te ver om in dit stadium aan te geven dat er 2 bedrijfswoningen aanwezig kunnen zijn. 4. en 5. Archeologie en erfgoedverordening Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.4. Daar is aangegeven dat de regeling Waarde - Archeologie op onderdelen wordt aangepast.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
127
Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding, regels en toelichting worden aangepast.
155. Samenvatting 1. Inspreker verzoekt de bestemming op het perceel Heeringstraat 13 te Wilp te wijzigen van Wonen in Agrarisch conform het geldende bestemmingsplan. Inspreker is in bezit van gronden en veeschuren die bedrijfsmatig worden gebruikt voor het houden van zoogkoeien, stieren, geiten, paarden en ander kleinvee. Het bedrijf is bekend bij het Ministerie van Landbouw en krijgt landbouwtoeslag. Het intrekken van de agrarische bestemming kan negatieve gevolgen hebben. 2.
Inspreker verzoekt het toegekende bouwblok te vergroten met het oog op toekomstige uitbreidingen zoals aangegeven tijdens het tafeltjesoverleg. Inspreker verzoekt daarbij rekening te houden met de op het perceel aanwezige persleiding voor het riool.
Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.2 en 2.3. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. Inspreker heeft in het zogenaamde tafeltjesoverleg aangegeven, dat de agrarische activiteiten op een hobbymatige wijze plaatsvinden. Er is de wens uitgesproken dat de activiteiten worden uitgebreid. Aan het verzoek om een agrarische bestemming aan te geven kan naar het oordeel van de gemeente tegemoet worden gekomen maar met een beperkt bouwvlak (0,25 ha). Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
156. Samenvatting Inspreker verzoekt de bestemming van het perceel Heeringstraat 9 te Wilp te wijzigen van Wonen in Agrarisch conform het geldende bestemmingsplan. Inspreker is in bezit van gronden en veeschuren die bedrijfsmatig worden gebruikt voor het mesten van vleesstieren, het houden van zoogkoeien, schapen en ander kleinvee. Het bedrijf is bekend bij het Ministerie van EL&I en krijgt landbouwtoeslag. Het intrekken van de agrarische bestemming kan negatieve gevolgen hebben. Inspreker wil ook graag de mogelijkheid open houden om in de toekomst het houden van vee nog wat uit te breiden. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.2 en 2.5. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. Tijdens het zogenaamde tafeltjesoverleg heeft inspreker aangegeven dat hij zijn agrarische activiteiten op beperkte schaal wil voortzetten. In het geldende bestemmingsplan 'Buitengebied 1996' is een agrarisch bouwvlak aangegeven met een oppervlakte van 0,25 ha. Naar
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
128
Inspraakreacties
het oordeel van de gemeente is het gewenst thans een bouwvlak op te nemen met een gelijke oppervlakte. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
157. Samenvatting Inspreker exploiteert een melkrundveebedrijf met jongvee op de locatie Middendijk 11 te Nijbroek. 1. Ligboxenstal ontbreekt op plankaart Inspreker verzoekt voor het perceel Middendijk 11 te Nijbroek de plankaart aan te passen conform bijgevoegde kaart aangezien de nieuwe ligboxenstal waarvoor bouwvergunning is verleend niet is weergegeven op de plankaart. 2. Vergroting bouwvlak tot circa 1 ha Inspreker geeft aan dat om een goede economische bedrijfsvoering te bevorderen schaalvergroting en uitbreiding van de huidige bedrijfsgebouwen op termijn noodzakelijk is. Inspreker wenst een ligboxenstal te vergroten en een jongveestal te realiseren. Verder wil inspreker bestaande sleufsilo's herplaatsen en nieuwe sleufsilo's aanleggen. Ook wenst inspreker voor een 2e bedrijfswoning ruimte vrij te houden. Inspreker verzoekt het bouwvlak hiertoe te vergroten conform bijgevoegde tekening. 3. Archeologie Inspreker geeft aan dat door op de locatie de Waarde - Archeologie - 3 is gelegd. Inspreker geeft aan dat dit betekent dat bij het uitbreiden en/of oprichten van bouwwerken vanaf 100 m² een archeologisch onderzoek vereist is. Tevens mag geen diepere grondbewerking dan 30 cm plaatsvinden zonder omgevingsvergunning c.q. het overleggen van een onderzoeksrapportage, hetgeen zeer kostenverhogend is. Het vereisen van een onderzoeksrapportage zal leiden tot waardedaling van het perceel. Inspreker wijst erop dat de drempelwaarde van 100 m² zeer zwaar is en niet in verhouding staat tot de bouwmogelijkheden van omliggende percelen, waarbij een veel hogere drempelwaarde geldt. De nut en noodzaak van een dergelijke regeling is niet aangetoond en leidt tot aantasting van bestaande rechten. De gronden binnen het bouwvlak zijn reeds geroerd en verstoord door de aanwezige bebouwing. De in de dubbelbestemming opgenomen gebruiksregels zijn onnodig verzwarend voor het meest doelmatige gebruik. Deze zouden dan ook moeten worden geschrapt. Inspreker verzoekt de archeologische waarde 6 of 7 met bijbehorend oppervlakte vast te stellen, dan wel geen waarde toe te kennen. Inspreker verzoekt tevens om de in lid 32.3.1 genoemde drempelwaarde van 30 cm te schrappen of te wijzigen in 70 cm. 4. Erfgoedverordening Inspreker verzoekt om de Erfgoedverordening van 2009 in de gemeenteraad ter discussie te stellen, omdat de huidige waardering van de archeologische waarden een aanzienlijke financiële aderlating voor de grondeigenaar betekent in geval van slopen en/of oprichten van bouwwerken.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
129
Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.1, 2.3 en 2.4. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. 1. Ligboxenstal ontbreekt op plankaart De ondergrond zal door de gemeente waar mogelijk worden bijgewerkt. 2. Vergroting bouwvlak tot circa 1 ha Het aangegeven bouwvlak biedt in principe ruimte aan uitbreiding van de veestal en de bouw van een jongveestal. De kuilvoeropslag kan in principe buiten het bouwvlak worden aangelegd. Het is naar het oordeel van de gemeente echter niet bezwaarlijk een ruimer bouwvlak aan te geven. 3. en 4. Archeologie en erfgoedverordening Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.4. Daar is aangegeven dat de regeling Waarde - Archeologie op onderdelen wordt aangepast. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding, regels en toelichting worden aangepast.
158. Samenvatting Inspreker verzoekt de bestemming van de percelen achter de woningen Molenallee 8 en Enkweg 9a te Wilp te wijzigen van Agrarisch in Wonen conform de huidige situatie. Inspreker wijst er op dat deze achterpercelen geen onderdeel uitmaken van het open landschapsgebied daar ze verscholen achter de bosrand liggen en als zodanig toegewezen moeten blijven aan de huispercelen. Inspreker geeft aan dat een agrarische bestemming zal zorgen voor een waardevermindering. Beantwoording In tegenstelling tot wat inspreker stelt, zijn de percelen achter Enkweg 9A en Molenallee 8 in het geldende bestemmingsplan Posterenk bestemd als 'agrarisch' en niet als 'wonen'. Hobbymatig agrarisch gebruik is toegestaan. Binnen de in het voorontwerpbestemmingsplan aangegeven bestemming Agrarisch is dit gebruik eveneens toegestaan. Naar het oordeel van de gemeente is er geen aanleiding de bestemming te wijzigen. Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
159. Samenvatting Inspreker verzoekt de bestemming van het perceel Beentjesweg 7 te Terwolde te wijzigen van Wonen in Agrarisch. Inspreker geeft aan dat hier gemiddeld 80 stuks rundvee worden gehouden. Ter verduidelijking is een kaart bijgevoegd.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
130
Inspraakreacties
Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.5. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. Inspreker koopt vleesvee en houdt het enige tijd op locatie aan de Beentjesweg 7. Uiteindelijk zal het vee geslacht worden in de slachterij die geëxploiteerd wordt aan de Woudweg 8 in Teuge. De bedrijfsgebouwen aan de Beentjesweg 7 worden feitelijk als tijdelijk veestalling gebruikt. Het is naar het oordeel van de gemeente niet bezwaarlijk een beperkt agrarisch bouwvlak aan te geven in plaats van de woonbestemming. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
160. Samenvatting Inspreker verzoekt het bouwvlak op het perceel Woudweg 8 te Teuge te vergroten conform bijgevoegde tekening ten behoeve van de bouw van een bedrijfswoning. Beantwoording In het verleden is door inspreker herhaaldelijk een verzoek ingediend om een bedrijfswoning te mogen bouwen bij de slachterij. De verzoeken zijn niet gehonoreerd. Uitgangspunt bij dit bestemmingsplan is, dat geen nieuwe ontwikkelingen worden mogelijk gemaakt. Het toekennen van een bedrijfswoning op een locatie waar dit nu niet mogelijk is, wordt daarom niet mogelijk gemaakt. Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
161. Samenvatting De inspraakreactie heeft betrekking op het Landgoed De Poll te Voorst. Inspreker wijst op de volgende feiten, omstandigheden en overwegingen: voor het Landgoed De Poll is een uitgebreide integrale visie opgesteld tot 2020 die voorziet in het herbestemmen van vrijgekomen agrarische gebouwen, het versterken van de overblijvende agrarische bedrijven en de landschaps- en natuurwaarden en het versterken van de cultuurhistorie op het landgoed; verder richt de visie zich op extensieve vormen van recreatie; in 2008 is tussen het college van burgemeester en wethouders van Voorst en mevrouw Barones van Lynden een intentieovereenkomst gesloten (Uitwerking landgoedplan De Poll 2009). Deze overeenkomst is er opgericht het Landgoedplan op te stellen en te gebruiken als onderbouwing voor een nieuw bestemmingsplan voor Landgoed De Poll; in dat kader is een ambtelijke schouwdag gehouden, is een conceptvisiekaart opgesteld en is een exploitatiebegroting gemaakt; in juni 2010 is opdracht gegeven een nieuw bestemmingsplan voor Landgoed De Poll op te stellen; de gemeente heeft evenwel besloten voorrang te geven aan het opstellen van het bestemmingsplan Buitengebied in plaats van het bestemmingsplan voor het landgoed De Poll;
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
-
-
-
-
131
ambtelijk is aangegeven dat de gewenste ontwikkelingen voor het landgoed kunnen meeliften; voor vier boerderijen zijn functieveranderingsplannen opgesteld, erfinrichtingsplannen en restauratieplannen; tevens zijn voor deze objecten een visiekaart met landschappelijke onderbouwing aangeleverd; sinds deze zomer zijn de plannen voor De Poll niet meer door de gemeente in behandeling genomen; Landgoed De Poll kampt met een enorme onderhouds- en restauratieachterstand aan diverse vrijgekomen agrarische gebouwen en investeert veel geld om een verder verval van zeer waardevolle rijks- en gemeentelijke monumenten te voorkomen; voor Landgoed De Poll is het 'vijf voor twaalf'' en steun van de gemeente is zeer gewenst bij het op korte termijn wijzigen van de functies van diverse vrijgekomen agrarische gebouwen; het Landgoed De Poll onderschrijft de doelstellingen van het bestemmingsplan Buitengebied; in het bestemmingsplan wordt evenwel niet of nauwelijks aandacht besteed aan de inhoud van de landgoedvisie van Landgoed De Poll en het uitwerkingsplan Landgoed De Poll 2009; inspreker verzoekt deze informatie alsnog in het plan mee te nemen.
Inspreker stelt vast dat het bestemmingsplan Buitengebied op een aantal punten onvolledig is en verzoekt het bestemmingsplan op de volgende onderdelen aan te passen. 1.
Integreren functieveranderingsplannen vrijgekomen boerderijen en schuren op landgoed De Poll Inspreker verzoekt voor een aantal rijks- en gemeentelijke monumenten de volgende bestemmingen mogelijk te maken: De Stakenberg, Deventerweg 20 te Voorst: Wonen en Werken; Hof te Gietel, Deventerweg 13 te Voorst: Wonen (voor woonboerderij en voor naastgelegen schuur); Bartelhofstede, Haanstraat 4 te Voorst: Wonen; schuur naast Portierswoning, Deventerweg 17 te Voorst: Kantoordoeleinden; De Kempe, Haanstraat 6 te Voorst: Wonen en Zorg. 2. Handhaven geldende bestemming kern Landgoed De Poll, Poll-laan 5 te Voorst Inspreker verzoekt: de bestemming Waarde - Landgoed toe te kennen aan de door de Rijksdienst voor de Monumentenzorg en het Ministerie van OCW als rijksmonument aangewezen landgoedkern met een oppervlakte van circa 150 ha; de bestemming van de landgoedkern te verruimen conform de geldende dubbelbestemming van Wonen en Werken en tevens via flexibiliteitsbepalingen horeca-activiteiten, zorg- en hotelfuncties mogelijk te maken. 3. Vrije Academie De Poll, Deventerweg 24-26 Inspreker verzoekt voor deze locatie waar de Vrije Academie De Poll is gevestigd: beperkte horeca toe te staan; een landgoedwinkel toe te staan voor verkoop van kunstwerken; een beheerderswoning toe te staan conform het geldende bestemmingsplan. 4. Privé begraafplaats Inspreker verzoekt om medewerking voor realisering van een privé begraafplaats met een oppervlakte van 300 m² zoals aangegeven op een bijgevoegde tekening. Voor deze begraafplaats is circa 10 jaar geleden al leges betaald.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
132
Inspraakreacties
5. Schuren nabij De Nijenbeek Inspreker verzoekt twee bestaande werkschuren als zodanig op de plankaart aan te wijzen en te bepalen dat deze gebruikt mogen worden voor beheer- en kantooractiviteiten, opslag van materialen, kantine, etc. 6. Slot Nijenbeek Inspreker verzoekt de geldende bestemming Slot Nijenbeek te handhaven in plaats van de thans toegekende bestemming maatschappelijke doeleinden. Er zijn geen concrete plannen voor het Slot en pas nadat deze zijn uitgewerkt, kan bepaald worden welke bestemming passend is. Het college van burgemeester en wethouders wordt aanbevolen in deze te kiezen voor goed overleg en intensieve samenwerking. 7. Handhaven agrarische bestemmingen De Rodute en Santstein Inspreker verzoekt de agrarische bestemming van De Rodute (Oyseweg 4 te Wilp, geldende bestemming Agrarische B bedrijf) en van Santstein (Marsstraat 7 te Wilp, geldende bestemming Agrarisch A bedrijf) te handhaven. Voor deze bedrijven zijn geen functieveranderingsplannen opgesteld. Verzocht wordt op te nemen dat boerderij Santstein over twee agrarische dienstwoningen beschikt. 8. Gebiedsbescherming Inspreker wijst erop dat de overheid fors bezig is de Natura 2000-gebieden en de EHShoofdstructuur en het hieraan gekoppelde wettelijk kader ingrijpend aan te passen. Inspreker verzoekt het bestemmingsplan hierop aan te passen. Verder verzoekt inspreker het bestemmingsplan aan te passen aan de ingrijpend aangepaste plannen voor Ecologische Poorten en de Beekbergse Poort. 9. Wenselijkheid van realisatie van nieuwe woningen op landgoederen Inspreker verzoekt: in rijks- en gemeentelijke monumenten meerdere woningen en andere functies (werken, zorg, maatschappelijke doelen) toe te staan, zodat gebouwen voor de toekomst behouden kunnen blijven; de inhoud van monumenten niet te maximaliseren op 750 m³ maar afhankelijk van de inhoud van het gebouw een grotere kuubinhoud toe te staan; de bouw van nieuwe woningen mogelijk te maken om hiermee financiële tekorten voor het onderhoud van monumenten en het boom-, landschaps- en natuurbeheer te compenseren. 10. Bestemmingen recreatiegebied Bussloo Inspreker verzoekt een strook van 100 m van het recreatiegebied Bussloo gelegen rond het Landgoed De Poll aan te wijzen als gebied voor extensieve vormen van dagrecreatie; het is niet wenselijk hier grootschalige evenementen te realiseren omdat het aanliggende bos- en natuurgebied van Landgoed De Poll is aangewezen als EHS-gebied. 11. Bestemmingsplanvoorschriften: Wonen - Landhuis Inspreker verzoekt: de bestemmingsomschrijving aan te passen zodat het gehele terrein van de beschermde buitenplaats in aanmerking komt voor een verruimde functiewijzigingsregeling; het maximaal toegestane aantal m² voor rijks- en gemeentelijke monumenten te koppelen aan de omvang van het gebouw;
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
-
133
de wijzigingsbevoegdheid in artikel 24.4 lid a te verruimen met de functies hotel en conferentieoord; lid 24.4 aan te passen zodat toetsing op basis van het overheidsbeleid inzake 'plattelandswoningen' kan plaatsvinden.
12. Bestemmingsplanvoorschriften: Waarde - Archeologie 1 t/m 7 Inspreker is van oordeel dat de bouwregels en vergunningvereisten voor 'Waarde - Archeologie' wel erg ver gaan en dat voorkomen moet worden dat restauratieplannen onnodig gefrustreerd of geblokkeerd worden. Inspreker verzoekt de waardekaart archeologie aan te passen zodat in één opslag alle afzonderlijke waardegebieden gezien kunnen worden. 13. Bestemmingsplanvoorschriften: Waarde - Landgoed Inspreker verzoekt: artikel 37.2 aan te passen zodat een beheergebouw gekoppeld wordt aan het gewenste noodzakelijke beheer en niet aan een oppervlakte van ten minste 50 ha; een wijzigingsbevoegdheid op te nemen voor andere functies voor vrijkomende agrarische bedrijfsgebouwen op landgoederen, zijnde wonen, werken, horeca, restaurant, hotel, sociaal-maatschappelijke functies, kunst en cultuur, museafuncties, zorg en omgekeerd; meerdere woningen in monumentale gebouwen toe te staan; een wijzigingsbevoegdheid op te nemen voor nieuwe bouwlocaties voor woningen op landgoederen. 14. Visie particuliere landgoedeigenaren Voorst Inspreker stelt vast dat niet aan alle wensen van de particuliere landgoedeigenaren zoals vastgelegd in hun brief van 6 september 2011 tegemoet is gekomen. Ten opzichte van het oude bestemmingsplan is voor de meeste landgoederen zelfs sprake van een verslechtering. 15. Beschermde buitenplaats Inspreker mist de begrenzing van de beschermde buitenplaats op de plankaart en verzoekt deze alsnog op te nemen. 16. Overige aandachtspunten Dubbele gebruiksregels Dubbele gebruiksregels moeten niet van toepassing zijn voor landgoederen die vallen onder de Natuurschoonwet. De Natuurschoonwet is erop gericht versnippering van het eigendom van landgoederen alsmede aantasting van het natuurschoon van landgoederen te voorkomen. Het bestemmingsplan behoeft dat niet ook te doen. Omschakeling tussen agrarische functies De omschakeling tussen agrarische functies moet zonder meer mogelijk zijn. De NSW verzet zich daar niet tegen. Inspreker verzoekt om boomkwekerijen en fruitteelt zonder ontheffing toe te staan op NSW-landgoederen. Archeologie De archeologische kaart is zeer onduidelijk door de vele gradaties. Door de onderzoeksverplichting worden grondeigenaren op hoge kosten gejaagd. Verzocht wordt de archeologische kaart te versimpelen en een minder rigide regelgeving te voeren.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
134
Inspraakreacties
Ontwikkelruimte NSW-landgoederen Verzocht wordt NSW-landgoederen voldoende ontwikkelruimte te geven middels een flexibiliteitsbepaling. Nieuwe functies maken het mogelijk gebouwen te onderhouden en te restaureren. Landgoedplannen en -visies Inspreker geeft aan dat door diverse landgoedeigenaren landgoedplannen en -visies zijn ingestuurd, maar dat deze vrijwel niet zijn meegenomen in het bestemmingsplan. Voor NSW-landgoederen is een snelle functieverandering op landgoederen een eerste vereiste. Inspreker verzoekt voor deze landgoederen extra flexibiliteit op te nemen om functiewijzigingen efficiënt en tijdig door te kunnen voeren. Vervolgfuncties agrarische bedrijven Verzocht wordt om voor NSW-landgoederen een aparte flexibiliteitsbepaling op te nemen die het mogelijk maakt om bij het beëindigen van agrarische bedrijven vervolgfuncties mogelijk te maken. Opstallen voor beheer De bouw van eventuele opstallen voor beheer moet niet gekoppeld worden aan de oppervlakte maar aan behoefte. Inspreker stelt voor dit te koppelen aan een oppervlakte van 5 ha. Flexibele bestemming monumentale panden Inspreker verzoekt voor monumentale panden een flexibele bestemming mogelijk te maken. Hierdoor kan restauratie bespoedigd worden. Analoge kaarten De analoge plankaarten zijn zeer slecht te lezen en te raadplegen. Waarde - Ecologie - EHS Inspreker vraagt of het inderdaad de bedoeling is dat particuliere landgoedeigenaren hun bezit overdragen aan Natuurmonumenten of Gelders Landschap in geval de bestemming van gronden gewijzigd wordt in Natuur. Verzocht wordt artikel 36.2 te schrappen. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.9. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. 1.
Integreren functieveranderingsplannen vrijgekomen boerderijen en schuren op landgoed De Poll De gemeente heeft met het Landgoed De Poll afgesproken een aparte bestemmingsplanherziening voor Landgoed De Poll te doorlopen zodra het landgoedplan De Poll is afgerond. Dat is op dit moment nog niet het geval. De onder punt 1 genoemde locaties zullen alle deel uitmaken van het ontwikkelingsgerichte bestemmingsplan voor Landgoed De Poll. 2. Handhaven geldende bestemming kern Landgoed De Poll, Poll-laan 5 te Voorst Voor alle landgoederen in de gemeente Voorst geldt dat voor de percelen die zijn aangemeld bij de Natuurschoonwet (NSW) de dubbelbestemming Waarde - Landgoed is opgenomen. Landgoed De Poll vormt hierop geen uitzondering. Voor de herkenbaarheid, bescherming en verruiming van mogelijkheden voor landgoederen is voor het eerst een aparte dubbelbestemming Waarde - Landgoed in het leven geroepen. In het geldende bestemmingsplan zijn alleen de kernen van de landgoederen op de plankaart
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
135
aangegeven, nu worden de NSW-grenzen van de landgoederen geheel, met een dubbelbestemming, in beeld gebracht. 3. Vrije Academie De Poll, Deventerweg 24-26 De verzoeken voor mogelijke nieuwe functies in het bedoelde gebouw worden beoordeeld in het kader van het landgoedplan De Poll en het ontwikkelingsgerichte bestemmingsplan voor De Poll. In het geldende bestemmingsplan 'Buitengebied 1996' wordt het betreffende perceel bestemd als 'bedrijfsdoeleinden' en nader aangeduid als aannemersbedrijf. Volgens de geldende voorschriften mag er een bedrijfswoning gebouwd worden. Tot op heden zijn er geen bouwplannen ingediend. Het nu ontnemen van dit recht kan aanleiding zijn om een planschadeclaim in te dienen. De locatie leent zich in principe wel voor een (bedrijfs)woning. 4. Privé begraafplaats In het geldende bestemmingsplan 'Buitengebied' is voor het gebied, waarvoor de dubbelbestemming 'Landgoed (dubbelbestemming)' is aangegeven, een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om het plan te kunnen wijzigen ten behoeve van een privé begraafplaats. Deze wijziging is wel op verzoek van inspreker in het bestemmingsplan opgenomen maar er nimmer een vervolg aan gegeven. Dit onderdeel wordt beoordeeld in het landgoedplan De Poll en het ontwikkelingsgerichte bestemmingsplan voor De Poll. 5. Schuren nabij De Nijenbeek Voor de schuren zal een bouwvlak worden aangegeven echter zonder bouwmogelijkheid voor een woning. 6. Slot Nijenbeek De geldende bestemming 'Bijzondere doeleinden' is een verouderde, te globale term, die niet meer past in hedendaagse bestemmingsplannen. De nieuwe bestemming Maatschappelijk is de enige bestemming waaronder de ruïne/Slot Nijenbeek in het nieuwe bestemmingsplan Buitengebied zou kunnen vallen. Het geeft de eigenaar wel ruimere mogelijkheden dan onder het oude bestemmingsplan, maar het is aan de eigenaar zelf hier wel of geen gebruik van te maken. Het is van de kant van de gemeente zeer zeker geen eenzijdig voorschot op mogelijke ontwikkelingen bij de Nijenbeek. Die worden in overleg met eigenaar in het landgoedplan samen nader uitgewerkt. 7. Handhaven agrarische bestemmingen De Rodute en Santstein Uit inventarisatie is gebleken dat op genoemde adressen geen agrarische bedrijven meer aanwezig zijn. Het ligt daarom voor de hand dat de bestemming wordt omgezet naar Wonen. Binnen de bestemming Wonen is het bewonen van woningen door meerdere huishoudens toegestaan, mits de woonruimten aan elkaar grenzen. 8. Gebiedsbescherming De gemeente is zich er van bewust dat de wettelijke en provinciale kaders voor Natura 2000, EHS, Beekbergse Poort en Ecologische Poorten op dit moment aangepast worden. Ook de gemeente wacht nog op definitieve kaarten. Wanneer de aangepaste kaarten voor de vaststelling van het bestemmingsplan zijn aangereikt, dan zal de gemeente de verbeelding voor het bestemmingsplan Buitengebied daarop aanpassen. 9. Wenselijkheid van realisatie van nieuwe woningen op landgoederen Op basis van het landgoedplan De Poll zullen toekomstige functies worden beoordeeld en zal het bestemmingsplan daarop worden aangepast. Voor zover het de bestemming Wonen betreft zijn ontwikkelingen mogelijk die nu in de bestemming zijn geregeld. In het voorliggende
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
136
Inspraakreacties
bestemmingsplan zijn de mogelijkheden ruimer dan in het geldende bestemmingsplan 'Buitengebied 1996'. Planvorming bij monumenten wordt door de gemeente altijd beschouwd als maatwerk. Voor monumenten wordt niet als aparte groep een uitzondering gemaakt op de regel van maximaal 750 m³. Het verzoek om extra woningen te kunnen bouwen zal worden beoordeeld in het kader van het landgoedplan De Poll en het ontwikkelingsgerichte bestemmingsplan voor De Poll. 10. Bestemmingen recreatiegebied Bussloo Nieuwe ontwikkelingen binnen het recreatiegebied Bussloo worden getoetst aan de Structuurvisie Ontwikkelingen Middengebied. Hierin staat aangegeven dat de zuidelijke zijde van de plas Bussloo een luwer, extensiever gebruik kent dan de noordzijde. Wel zijn in de Structuurvisie de bestaande rechten opgenomen. 11. Bestemmingsplanvoorschriften: Wonen - Landhuis De gemeente kiest ervoor om niet over een gehele beschermde buitenplaats een verruimde functiewijzigingsregeling op te nemen. Op basis van het landgoedplan De Poll zullen toekomstige functies worden beoordeeld en zal het op te stellen bestemmingsplan voor De Poll daarop worden aangepast. Planvorming bij monumenten wordt door de gemeente altijd beschouwd als maatwerk en levert zo de grootst mogelijke flexibiliteit. Voor monumenten wordt geen aparte categorie in het leven geroepen. De functies hotel en conferentieoord zijn inbegrepen in de omschrijving 'horecadoeleinden' (zie artikel 1 Begrippen, 'Horeca: het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf). Vervolgens worden de gebruiksmogelijkheden gekoppeld aan de Staat van Horeca-activiteiten zoals genoemd in bijlage 2 van de planregels van het bestemmingsplan. Het verzoek zal nader beoordeeld worden in het landgoedplan De Poll en het ontwikkelingsgerichte bestemmingsplan voor De Poll. Er bestaat nog geen (landelijk) beleid inzake 'plattelandswoningen', zodoende valt daar ook nog geen rekening mee te houden. 12. Bestemmingsplanvoorschriften: Waarde - Archeologie 1 t/m 7 De digitale verbeelding (kaart) is de wettelijke standaard. Op de verbeelding is al een vereenvoudiging van categorieën tot stand gebracht (van 10 naar 7), maar als gevolg van verschillende archeologische waarden en daaruit voortvloeiende voorschriften is verdere vereenvoudiging niet mogelijk. Overigens wordt verwezen naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.4. 13. Bestemmingsplanvoorschriften: Waarde - Landgoed De gemeente heeft gekozen voor een koppeling aan oppervlakte van het landgoed. De gemeente gaat ervan uit dat bij kleinere oppervlaktes de gronden vanuit de bestaande bebouwing te faciliteren zijn. Een uitbreiding van de m² is mogelijk via een omgevingsvergunning (per 15 ha 20 m² tot een maximum van 400 m² totale oppervlakte beheergebouwen). 14. Visie particuliere landgoedeigenaren Voorst De brief waar inspreker aan refereert heeft hij verzonden als reactie in het kader van de klankbordgroep. Van deze brief zijn sommige zaken wel, andere niet overgenomen. Dat dit een verslechtering teweegbrengt ten opzichte van het huidige bestemmingsplan is een constatering waar de gemeente zich niet in herkent.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
137
15. Beschermde buitenplaats De begrenzing van de beschermde buitenplaatsen duidt op de monumentenstatus van het gebied. Op de verbeelding worden geen beschermde monumenten opgenomen, omdat deze geen planologische consequenties in zich dragen. 16. Overige aandachtspunten Het bestemmingsplan is een eigen verantwoordelijkheid van de gemeente en is een ander instrument dan de Natuurschoonwet. Vanuit die verantwoordelijkheid stelt de gemeente eigen regels op bij het bestemmingsplan. Wel is voor landgoederen het aanlegvergunningenstelsel aangepast als tegemoetkoming. Boomkwekerijen en fruitteelt hebben, door doorgaans hoger opgaande gewassen, een heel andere ruimtelijke impact dan de agrarische functies zoals akkerbouw en veeteelt. Om die reden zijn ze niet vanzelfsprekend inwisselbaar. De analoge verbeelding is inderdaad slecht leesbaar, hetgeen komt doordat in de wetgeving de digitale verbeelding het uitgangspunt is. Er wordt nog nagegaan of de weergave van de verschillende archeologische waarden in duidelijker te onderscheiden rasters mogelijk is. Op de verbeelding is al een vereenvoudiging van categorieën tot stand gebracht (van 10 naar 7), maar als gevolg van verschillende archeologische waarden en daaruit voortvloeiende voorschriften is verdere vereenvoudiging niet mogelijk. Voor de herkenbaarheid, bescherming en verruiming van mogelijkheden voor landgoederen is voor het eerst een aparte dubbelbestemming Waarde - Landgoed in het leven geroepen. Verdere ontwikkelingen voor Landgoed De Poll worden met het landgoedplan De Poll in beeld gebracht en zal in een apart bestemmingsplan zijn weerslag krijgen. Landgoedplannen en -visies op zich hoeven geen vertaling te krijgen naar een bestemmingsplan. Dit gebeurt op het moment dat er daadwerkelijk een wisseling van functie plaatsvindt. Daarnaast bezitten de nieuwe functies van Wonen en Agrarisch een standaard verruiming van mogelijkheden ten opzichte van het geldende bestemmingsplan 'Buitengebied 1996'. Met het landgoedplan De Poll zullen toekomstige functies worden beoordeeld en zal het bestemmingsplan daarop worden aangepast. De gemeente gaat ervan uit dat bij kleinere landgoederen het beheer nog vanuit de bestaande bebouwing kan worden uitgevoerd. De gemeente wil voorkomen dat bij landgoederen (gelegen in het buitengebied) een sterke aanwas van gebouwen ontstaat. De gemeente kiest ervoor om monumentenpanden niet op te nemen op de verbeelding. Met het landgoedplan De Poll zullen ook toekomstige functies van monumentenpanden worden bekeken en zal het bestemmingsplan daarop worden aangepast. De digitale verbeelding (kaart) is wettelijk de standaard geworden, waardoor inderdaad de analoge kaarten soms moeizaam te lezen zijn. De gemeente bekijkt nog of de verbeelding aangepast kan worden op sommige onderdelen, vooral voor wat betreft de rasters die de dubbelbestemmingen weergeven. Het is uiteraard niet de bedoeling dat gronden per definitie worden overgedragen aan een beherende organisatie wanneer de bestemming van de gronden wijzigt in Natuur. De tekst van artikel 36.2 zal worden aangepast uitgaande van een duurzame instandhouding van de gronden met bestemming Natuur. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De regels, verbeelding en toelichting worden aangepast.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
138
Inspraakreacties
162. Samenvatting Inspreker exploiteert op de locatie Middendijk 66/66A te Nijbroek een agrarisch bedrijf te weten het fokken van ezels met als nevenfunctie onder andere een minicamping. 1. Vergund bouwwerk ontbreekt op plankaart Inspreker verzoekt voor het perceel Middendijk 66 en 66a te Nijbroek de plankaart aan te passen conform bijgevoegde kaart aangezien de nieuwe ezelstal waarvoor bouwvergunning is verleend niet is weergegeven op de plankaart. 2. Minicamping ontbreekt op plankaart/nevenfunctielijst Inspreker verzoekt de minicamping op te nemen op de plankaart conform bijgevoegde kaart en op de lijst van nevenfuncties. 3. Handhaven agrarisch bouwblok Inspreker verzoekt de bestemming op het perceel te wijzigen van Wonen in Agrarisch conform de huidige situatie. De bestemming Wonen belemmert een goede economische bedrijfsvoering en toekomstige bedrijfsontwikkeling. Tijdens het tafeltjesoverleg heeft inspreker aangegeven het agrarisch bouwvlak te willen behouden. Inspreker verzoekt het bouwvlak te vergroten naar 0,5 ha om onder andere het aanleggen van sleufsilo's mogelijk te maken. 4. Gecombineerde functies Inspreker verzoekt in het bestemmingsplan op te nemen dat op het perceel gecombineerde functies aanwezig zijn en dat behalve de minicamping ook activiteiten worden uitgevoerd zoals het onderhoud aan graven op begraafplaatsen. In de bijlage zijn hiervoor opgenomen het ingediende formulier behorende bij het tafeltjesoverleg en een kopie van de inschrijving in het KvK-register. 5. Woningsplitsing Inspreker verzoekt op de plankaart aan te geven dat sprake is van 2 wooneenheden waarbij wordt verwezen naar de brief van de gemeente zoals opgenomen in de bijlage waarin de toekenning van een extra adres is opgenomen. 6. Archeologie Inspreker geeft aan dat door op de locatie de Waarde - Archeologie - 5 is gelegd. Inspreker geeft aan dat dit betekent dat bij het uitbreiden en/of het oprichten van bouwwerken vanaf 100 m² een archeologisch onderzoek vereist is. Tevens mag geen diepere grondbewerking dan 30 cm plaatsvinden zonder omgevingsvergunning c.q. het overleggen van een onderzoeksrapportage, hetgeen zeer kostenverhogend is. Het vereisen van een onderzoeksrapportage zal leiden tot waardedaling van het perceel. Inspreker wijst er op dat de drempelwaarde van 100 m² zeer zwaar is en niet in verhouding staat tot de bouwmogelijkheden van omliggende percelen, waarbij een veel hogere drempelwaarde geldt. De nut en noodzaak van een dergelijke regeling is niet aangetoond en leidt tot aantasting van bestaande rechten. De gronden binnen het bouwvlak zijn reeds geroerd en verstoord door de aanwezige bebouwing. De in de dubbelbestemming opgenomen gebruiksregels zijn onnodig verzwarend voor het meest doelmatige gebruik. Deze zouden dan ook moeten worden geschrapt. Inspreker verzoekt een andere archeologische waarde (6 of 7) vast te stellen met bijbehorende oppervlakte, dan wel geen waarde toe te kennen.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
139
Inspreker verzoekt de genoemde 30 cm in artikel 32.2.1 voor graafwerkzaamheden te schrappen dan wel te wijzigen in 70 cm. 7. Erfgoedverordening Inspreker verzoekt om de Erfgoedverordening van 2009 in de gemeenteraad ter discussie te stellen, omdat de huidige waardering van de archeologische waarden een aanzienlijke financiële aderlating voor de grondeigenaar betekent ingeval van slopen en/of oprichten van bouwwerken. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.1, 2.4 en 2.5. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. 1. Vergund bouwwerk ontbreekt op plankaart De ondergrond zal door de gemeente waar mogelijk worden bijgewerkt. 2. Minicamping ontbreekt op plankaart/nevenfunctielijst In het geldende bestemmingsplan 'Buitengebied 1996' worden minicampings via een afwijkingsbevoegdheid mogelijk gemaakt. In het voorontwerpbestemmingsplan zijn minicampings bij recht toegestaan, mits landschappelijk ingepast. Bij nader inzien is de gemeente van oordeel dat het gewenst is om minicampings niet bij recht maar via afwijking mogelijk te maken. Dan kan beter beoordeeld worden of voldaan wordt aan de gestelde voorwaarden onder andere ten aanzien van de landschappelijke inpassing. Het is naar het oordeel van de gemeente niet nodig om minicampings apart op de verbeelding aan te duiden. 3. Handhaven agrarisch bouwblok Voor zover bekend is, heeft inspreker geen gebruikgemaakt van het zogenaamde tafeltjesoverleg. Het neemt niet weg dat het fokken van ezels naar het oordeel van de gemeente voldoende aanleiding is om een beperkt agrarisch bouwvlak toe te kennen met een oppervlakte van 0,25 ha. Eventueel kan kuilvoeropslag buiten het bouwvlak mits aansluitend aan het bouwvlak plaatsvinden. 4. Gecombineerde functies Bij recht is het mogelijk dat maximaal 100 m² aan bebouwing kan worden gebruikt voor nevenfuncties, bijvoorbeeld dienstverlening. Het is niet noodzakelijk hiervoor een aanduiding op de verbeelding op te nemen. 5. Woningsplitsing Het feit dat er in een woning meerdere huishoudens gescheiden zijn gehuisvest en dat er een tweede nummer is toegekend houdt niet in dat er planologisch gezien sprake is van 2 woningen. In onderhavige kwestie gaat het om één woning die door meerdere huishoudens wordt bewoond. 6. en 7. Archeologie en erfgoedverordening Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.4. Daar is aangegeven dat de regeling Waarde - Archeologie op onderdelen wordt aangepast. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding, regels en toelichting worden aangepast.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
140
Inspraakreacties
163. Samenvatting Inspreker verzoekt op het perceel Oude Wezeveldseweg 17 te Twello het bouwvlak te vergroten conform bijgevoegde tekening. Verlenging van de bestaande ligboxenstal is thans niet mogelijk. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.3. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. Inspreker vraagt om het bouwvlak te verruimen om verlenging van een veestal mogelijk te kunnen maken. Er is naar het oordeel van de gemeente geen bezwaar om het bouwvlak enigszins uit te breiden. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
164. Samenvatting Dit betreft een proforma inspraakreactie, waarbij wordt aangegeven dat een nadere onderbouwing volgt. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording bij reactie nummer 312. Conclusie Verwezen wordt naar de conclusie bij reactie nummer 312.
165. Samenvatting Dit betreft een proforma inspraakreactie, waarbij wordt aangegeven dat een nadere onderbouwing volgt. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording bij reactie nummer 313. Conclusie Verwezen wordt naar de conclusie bij reactie nummer 313.
166. Samenvatting Inspreker exploiteert op de locatie Middendijk 55 te Nijbroek een paardenfokkerij met caravanstalling.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
141
1. Buitenrijbak ontbreekt op plankaart Inspreker verzoekt voor het perceel Middendijk 55 te Nijbroek de plankaart aan te passen conform bijgevoegde kaart aangezien de buitenrijbak niet is weergegeven op de plankaart. 2. Uitbreiding paardenstal en caravanstalling Inspreker verzoekt het bouwvlak te vergroten conform bijgevoegde tekening aangezien er plannen zijn om de bestaande paardenstal/berging uit te breiden en een caravanstalling te bouwen. 3. Archeologie Inspreker geeft aan dat door op de locatie de Waarde - Archeologie - 3 is gelegd. Inspreker geeft aan dat dit betekent dat bij het uitbreiden en/of het oprichten van bouwwerken vanaf 100 m² een archeologisch onderzoek vereist is. Tevens mag geen diepere grondbewerking dan 30 cm plaatsvinden zonder omgevingsvergunning c.q. het overleggen van een onderzoeksrapportage, hetgeen zeer kostenverhogend is. Het vereisen van een onderzoeksrapportage zal leiden tot waardedaling van het perceel. Inspreker wijst erop dat de drempelwaarde van 100 m² zeer zwaar is en niet in verhouding staat tot de bouwmogelijkheden van omliggende percelen, waarbij een veel hogere drempelwaarde geldt. De nut en noodzaak van een dergelijke regeling is niet aangetoond en leidt tot aantasting van bestaande rechten. De gronden binnen het bouwvlak zijn reeds geroerd en verstoord door de aanwezige bebouwing. De in de dubbelbestemming opgenomen gebruiksregels zijn onnodig verzwarend voor het meest doelmatige gebruik. Deze zouden dan ook moeten worden geschrapt. Inspreker verzoekt een andere archeologische waarde (6 of 7) vast te stellen met bijbehorend oppervlakte, dan wel geen waarde toe te kennen. Inspreker verzoekt de genoemde 30 cm in artikel 32.2.1 voor graafwerkzaamheden te schrappen dan wel te wijzigen in 70 cm. 4. Erfgoedverordening Inspreker verzoekt om de Erfgoedverordening van 2009 in de gemeenteraad ter discussie te stellen, omdat de huidige waardering van de archeologische waarden een aanzienlijke financiële aderlating voor de grondeigenaar betekent in geval van slopen en/of oprichten van bouwwerken. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.1, 2.3 en 2.4. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. 1. Buitenrijbak ontbreekt op plankaart Een buitenrijbak is geen gebouw en wordt daarom niet opgenomen in de Grootschalige Basis Kaart Nederland (GBKN). 2. Uitbreiding paardenstal en caravanstalling Enige verruiming van het bouwvlak ten behoeve van uitbreiding van de paardenstal is naar het oordeel van de gemeente niet bezwaarlijk. Uitbreiding van het bouwvlak ten behoeve van een caravanstalling is niet wenselijk omdat dit geen agrarisch gebruik betreft. 3. en 4. Archeologie en erfgoedverordening Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.4. Daar is aangegeven dat de regeling Waarde - Archeologie op onderdelen wordt aangepast.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
142
Inspraakreacties
Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding, regels en toelichting worden aangepast
167. Samenvatting De inspraakreactie heeft betrekking op het perceel Rijksstraatweg 208a en 208b te Twello. Inspreker geeft aan dat het perceel in het geldende plan een horecabestemming heeft en dat er vrijstelling is verleend voor het gebruik als schoonheidsverzorgingssalon. In het voorontwerpbestemmingsplan is een kantoorbestemming toegekend. Dat is niet overeenkomstig het daadwerkelijke gebruik en de geldende bestemming. Inspreker geeft aan dat het niet mogelijk is de eigenlijke horecabestemming te verwezenlijken, maar het is nog steeds de bedoeling het pand in de toekomst het pand voor horecadoeleinden te gaan gebruiken. Inspreker verzoekt de horecabestemming te handhaven. Beantwoording Rijksstraatweg 108a en 108b is gebouwd op grond van de voorschriften van het oude bestemmingsplan Buitengebied uit 1973. In dat bestemmingsplan gold voor het perceel de bestemming 'gastinrichting' wat gelijkstond met een horecavoorziening. Het pand is echter nooit voor horecadoeleinden gebruikt geweest. Ook nu is weer ontheffing verleend om het pand te gebruiken als kapsalon annex schoonheidssalon. Het object is tegen het dorp Teuge gelegen. Uit ruimtelijk oogpunt is het naar het oordeel van de gemeente niet bezwaarlijk om de bestemming Gemengd aan te geven waarbij diverse gebruiksmogelijkheden zijn toegestaan. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De regels en verbeelding worden aangepast.
168. Samenvatting De inspraakreactie heeft betrekking op de percelen Oysedwarsweg 8 en Oyseweg 3 te Wilp. Inspreker geeft aan het niet eens te zijn met het toekennen van archeologische waarde 6 aan het perceel Oyseweg 3 en archeologische waarde 4 aan het perceel Oysedwarsweg 8. Inspreker geeft aan dat extra aanvullend onderzoek extra kosten betekent en dat er geen archeologische vondsten aangetroffen zullen worden omdat op beide percelen in de loop der jaren gebouwen zijn gerealiseerd. Inspreker weet dat er op deze plaatsen in de verschillende grondlagen geen bijzonderheden zijn aangetroffen. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.4. Daar is aangegeven dat de regeling Waarde - Archeologie op onderdelen wordt aangepast. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding, regels en toelichting worden aangepast.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
143
028500.14937.00
144
Inspraakreacties
169. Samenvatting Inspreker exploiteert op de locatie Zeedijk 41 te Nijbroek een paintballbedrijf en een boomkwekerij. 1. Begripsomschrijving Inspreker verzoekt de omschrijving 'ondergeschikt aan de agrarische functie' te schrappen uit artikel 3.1 onder k betreffende de aanduiding 'specifieke vorm van sport paintball', aangezien dat recht doet aan de huidige situatie. 2. Oppervlakte nevenfunctie Inspreker geeft aan dat in de tekst op pagina 92 onder hoofdstuk 2 Bestemmingen van de Toelichting en bijlagen staat vermeld dat er voor aan-huis-verbonden beroepen en/of bedrijven en nevenfuncties op het gebied van recreatie, dienstverlening en duurzaamheid bij agrarische bedrijven een oppervlakte van 100 m² geldt. Inspreker geeft aan hiertegen bezwaren te hebben als dit betekent dat het paintballterrein en de boomkwekerij zijn afgebakend tot 100 m². Hierbij wordt opgemerkt dat op de kaart het paintballterrein aanzienlijk groter is weergegeven dan 100 m². 3. Bouwvlak Inspreker verzoekt de bestemming van de linkerbovenhoek van de boomkwekerij en het gebied tussen het paintballterrein en de boomkwekerij te wijzigen van Agrarisch in Specifieke vorm van agrarisch - boomkwekerij en hierop een bouwvlak aan te geven. 4. Woonbestemming Inspreker geeft aan dat aan de grond waarop het huis staat geen woonbestemming is toegekend. 5. Teeltondersteunende kassen Inspreker verzoekt de bepaling onder artikel 3.2.1 te wijzigen in 'teeltondersteunende kassen en/of voorzieningen' (waaronder in ieder geval begrepen tunnels). De huidige omschrijving lijkt een beperking in te houden van de mogelijkheid om teeltondersteunende voorzieningen aan te brengen teneinde het plantgoed te beschermen tegen vorstschade. 6. Oppervlakte teeltondersteunende voorzieningen Inspreker verzoekt de oppervlakte zoals genoemd in artikel 3.2 te wijzigen van 1.000 m² in 2.000 m². Beantwoording 1. Begripsomschrijving Het valt niet in te zien dat geen recht gedaan wordt aan de huidige situatie zoals die zich voordoet op de locatie van inspreker. Er is een boomkwekerij en er is een terreingedeelte aangegeven als specifieke vorm van recreatie nader aangeduid met paintball. Hiermee wordt aangegeven dat het bewuste terrein een agrarische bestemming heeft, maar ook gebruikt mag worden ten behoeve van paintball. 2. Oppervlakte nevenfunctie In artikel 1.7 staat aangegeven wat onder 'aan-huis-verbonden-beroepen' wordt verstaan. Dit betekent dat op het adres van inspreker meer gebruiksmogelijkheden zijn dan alleen de agrarische bestemming en de paintballactiviteiten. Het heeft niets te maken met de oppervlakte van het terrein dat voor paintball gebruikt mag worden. De oppervlakte van het ter-
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
145
rein dat voor paintball gebruikt mag worden is op de verbeelding begrensd door een kartellijn. 3. Bouwvlak Het is naar het oordeel van de gemeente niet bezwaarlijk om het bouwvlak overeenkomstig de wens van inspreker uit te breiden. De verbeelding wordt aangepast. 4. Woonbestemming In artikel 3.2 staat aangegeven dat per bouwvlak maximaal één (bedrijfs)woning is toegestaan. De inhoud mag 750 m³ bedragen. 5. Teeltondersteunende kassen De mening van inspreker dat er een beperking is in de mogelijkheden om teeltondersteunende voorzieningen te kunnen oprichten binnen een bouwvlak wordt door de gemeente niet gedeeld. Binnen het agrarisch bouwvlak mogen overige bedrijfsgebouwen en andere bouwwerken (niet zijnde teeltondersteunende kassen) en kassen ter plaatse van de aanduiding 'glastuinbouw' worden opgericht. De toegestane goothoogte is 6 m en de totale bouwhoogte is 12 m. Teeltondersteunende voorzieningen vallen onder overige bedrijfsgebouwen en andere bouwwerken. 6. Oppervlakte teeltondersteunende voorzieningen Het aantal m² teeltondersteunende kassen dat binnen een bouwvlak is toegestaan is ontleend aan de Provinciale Verordening Gelderland. Het is naar het oordeel van de gemeente niet gewenst om af te wijken van deze verordening. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
170. Samenvatting Inspreker exploiteert op de locatie Weerdseweg 3 te Wilp een grondgebonden agrarische bedrijf. 1. Bouwblok Inspreker verzoekt het bouwblok op het perceel Weerdseweg 3 te Wilp te wijzigen conform bijgevoegde tekening, zodat toekomstige ontwikkelingen (zichtbaar in bijgevoegde tekening) mogelijk zijn. 2. Archeologie Inspreker geeft aan bezwaar te maken tegen de toegekende archeologische waarde 4, aangezien op de kaarten van KICH voor het gebied waarin het bedrijf is gelegen, een lage trefkans is aangegeven. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.3 en 2.4. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. 1. Bouwblok Tegen uitbreiding van het bouwvlak zijn naar het oordeel van de gemeente geen principiële bezwaren. Rijkswaterstaat heeft op 22 februari 2012 Watervergunning verleend.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
146
Inspraakreacties
2. Archeologie Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.4. Daar is aangegeven dat de regeling Waarde - Archeologie op onderdelen wordt aangepast. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding, regels en toelichting worden aangepast.
171. Samenvatting 1. Inspreker verzoekt aan de percelen Twello, sectie B, nummers 5929, 6510, 6511, 6512, 7939 en 8970 de bestemming Glastuinbouwbedrijf toe te kennen. 2.
Inspreker verzoekt met betrekking tot artikel 3.2.1 lid f van de regels in plaats van de bouw- en goothoogte de zin 'nieuwbouwhoogte volgens de laatste stand der techniek' op te nemen en indien dit niet mogelijk is de goothoogte te wijzigen in 8 m.
3.
Inspreker verzoekt met betrekking tot artikel 3.3.7 van de regels ook als uitzondering van de bouwhoogtes lid 3.2.1 toe te voegen, aangezien 'bedrijfsgebouwen' zowel 'gebouwen' als 'andere bouwwerken' kunnen zijn.
4.
Inspreker geeft aan ervan uit te gaan dat de afstanden voor een glastuinbouwbedrijf opgericht voor 1 mei 1996 genoemd in tabel 4.2 uit hoofdstuk 4 (toetsing aan sectorale wet- en regelgeving) worden gemeten vanuit de bestaande glasopstanden en niet vanuit de bestemming Glastuinbouw. Inspreker geeft tevens aan dat wanneer dit niet het geval is ervan uit wordt gegaan dat de bestaande planologische situatie niet gewijzigd wordt op basis van de richtafstanden.
5.
Inspreker verzoekt aan hoofdstuk 5, nadere uitwerking, paragraaf 5.2 onder 'natuur- en landschapswaarden binnen het agrarisch cultuurlandschap' met betrekking tot lichtvervuiling de volgende regel toe te voegen: 'Door afscherming bij moderne glastuinbouwbedrijven treedt geen (of nauwelijks) licht meer naar buiten, waardoor geen sprake is van lichthinder'.
6.
Inspreker verzoekt het in bijlage 4 van de regels opgenomen adres van Schoneveld Breeding te wijzigen van 'Dernhorstlaan 0' in 'Dernhorstlaan 9'.
Beantwoording 1. Voor de percelen die inspreker noemt is in de verbeelding de bestemming Agrarisch opgenomen met de nadere aanduiding dat binnen het aangegeven bouwvlak een glastuinbouwbedrijf is toegestaan. 2.
Het is naar het oordeel van de gemeente niet gewenst om nu de goothoogte van kassencomplexen te verruimen naar 8 m. Wanneer in de toekomst blijkt dat de goothoogte niet toereikend is, dan is er de weg van een afwijking van het bestemmingsplan om de goothoogte te verruimen.
3.
Abusievelijk is in artikel 3.3.7 opgenomen dat kan worden afgeweken van lid 3.2.2. Dit moet zijn lid 3.2.1.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
147
4.
De gemeente volgt de regelgeving zoals dit is opgenomen in het Besluit Glastuinbouw. Er wordt dus gemeten vanaf de bestaande bebouwing
5.
De toevoeging zoals inspreker wellicht terecht opmerkt, biedt geen meerwaarde aan wat in deze paragraaf wordt gesteld.
6.
De tabel in bijlage 4 zal gedeeltelijk worden herzien.
Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De regels en bijlage 4 worden aangepast.
172. Samenvatting De inspraakreactie heeft betrekking op verschillende percelen aan de Oysedwarsweg te Wilp. 1.
Inspreker verzoekt de juiste perceelgrenzen van de percelen T111 en T45 gelegen aan de Oysedwarsweg op te nemen in het bestemmingsplan.
2.
Inspreker verzoekt te controleren of op het perceel T46 de kas is gelegen binnen het ingetekende bouwvlak en verzoekt de aanwezigheid van de kas aan te geven op de kaart wanneer dat nodig is.
Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.1 en 2.3. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. 1.
De ondergrond zal door de gemeente waar mogelijk worden bijgewerkt. Inspreker haalt echter een andere kwestie aan. In het kader van de ruilverkaveling is de loop van de Oysedwarsweg verlegd. Daarbij is verzuimd om kadastrale grenzen te verleggen. In het kader van het bestemmingsplan kan dit niet hersteld worden. Er zal wel een aanpassing plaatsvinden van de verbeelding waarbij de bestemming Wonen ten gunste van het perceel van inspreker wordt uitgebreid. De formele bijschrijving bij het perceel van inspreker zal binnen afzienbare tijd door de gemeente worden geregeld.
2.
Het bedoelde kasje staat buiten het bouwvlak met de bestemming Wonen. Het is niet bezwaarlijk om het bouwvlak te verruimen waardoor het kasje binnen het bouwvlak is gelegen.
Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
173. Samenvatting De inspraakreactie heeft betrekking op het perceel Oysedwarsweg 8 te Wilp en het perceel Weerdseweg 6/6a te Wilp.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
148
Inspraakreacties
1. Intensieve veehouderij vervallen Inspreker verzoekt voor het perceel Oysedwarsweg 8 de functieaanduiding 'intensieve veehouderij' te wijzigen in een normale Agrarische bestemming aangezien de betreffende milieuvergunning is ingetrokken. 2. Omvang bouwvlak Inspreker verzoekt voor het perceel Oysedwarsweg 8 de omvang van het bouwvlak te verkleinen van 1 ha in 0,25 ha aangezien geen sprake is van een voltijd agrarische onderneming maar van een hobbyboer. 3. Theeschenkerij Inspreker vraagt met betrekking tot de theeschenkerij aan de Weerdseweg 6 en 6a aan te geven wat de consequenties zijn van de opgenomen omschrijving voor de functie 'expositieruimte' en voor de theeschenk- en horecafunctie in vergelijking met de vastgestelde herziening uit 2004. Beantwoording 1. Intensieve veehouderij vervallen De aanduiding iv (intensieve veehouderij) in het agrarisch bouwvlak voor het bedrijf aan de Oysedwarsweg 8 wordt verwijderd omdat de aanduiding in bouwvlakken die zijn opgenomen in het 'verwevingsgebied' zoals opgenomen in het 'Reconstructieplan Veluwe', niet nodig is. 2. Omvang bouwvlak Blijkens de gegevens die bekend zijn bij de gemeente kan de eigenaar/bewoner van Oysedwarsweg 8 agrarische activiteiten ontplooien die rechtvaardigen dat het aangegeven bouwvlak terecht is aangegeven. 3. Theeschenkerij Weerdseweg 6A wordt in het bestemmingsplan aangegeven met de bestemming Horeca met de toevoeging dat er een museum is toegestaan. Dit houdt in dat aan de detailhandelsfunctie verwante horeca is toegestaan zoals croissanterie, koffiebar, lunchroom, tearoom, maar ook een bistro en restaurant (zonder bezorg- en/of afhaalservice) zijn toegestaan. De toevoeging museum geeft aan dat er zaken tentoongesteld kunnen worden. Ten opzichte van de huidige regelgeving is naar het oordeel van de gemeente geen sprake van verruiming van de gebruiksmogelijkheden. Conclusie De reactie leidt voor wat betreft onderdeel 1 tot aanpassing van het bestemmingsplan. Voor de onderdelen 2 en 3 blijft het plan ongewijzigd. De verbeelding wordt aangepast.
174. Samenvatting Inspreker verzoekt op het perceel Kadijk 8 te Terwolde het bouwvlak aan te passen conform bijgevoegde kaart zodat een uitbreiding van de rundveestal mogelijk is. Inspreker geeft aan dat over een deel van het bouwblok een hogedruk gasleiding loopt. Inspreker geeft tevens aan dat er aan de westzijde een toestemming is voor de bouw van een sleufsilo. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.3. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
149
Inspreker wenst uitbreiding van het agrarisch bouwvlak aan de westzijde in plaats van de oostzijde. Het is naar het oordeel van de gemeente niet bezwaarlijk het bouwvlak aan te passen. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
175. Samenvatting Insprekers geven aan dat zij graag 2 of 3 bergschuren willen bouwen op het perceel Middendijk 26 te Nijbroek, waarbij één schuur moet gaan dienen als winkel en theeschenkerij en een andere schuur als gemeenschapsruimte. Daarnaast willen insprekers een tunnel bouwen voor de verbouw van planten en gewassen. Insprekers verzoeken voor deze plannen het bouwvlak aan te passen aangezien de grond op bepaalde stukken anders van structuur is. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.3. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. Vooralsnog lijkt naar het oordeel van de gemeente het bouwvlak voldoende ruim om 2 of 3 bergschuren te kunnen oprichten. Ook is er voldoende ruimte om een tunnelkas op te richten. Het gebruik van de bergschuren als winkel en/of theeschenkerij zal beperkt moeten blijven tot maximaal 100 m² totaal. Vanuit de winkel mogen uitsluitend streekeigen producten worden verkocht. Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
176. Samenvatting Betreft een 'ruwe versie'' van een nog in te dienen overlegreactie. Beantwoording Voor de beantwoording van de formeel ingediende overlegreactie wordt verwezen naar hoofdstuk 3, overlegreacties.
177. Samenvatting Inspreker exploiteert op de locatie Middendijk 81 te Nijbroek een rundvee- en schapenhouderij. 1. Handhaving agrarisch bouwvlak Inspreker verzoekt de bestemming op het perceel Middendijk 81 te Nijbroek te wijzigen van Wonen in Agrarisch. Een goede economische bedrijfsvoering wordt belemmerd door de bestemming Wonen. Inspreker verzoekt het bouwvlak te vergroten tot 0,75/1 ha conform bij-
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
150
Inspraakreacties
gevoegde tekening om gewenste ontwikkelingen mogelijk te maken. Inspreker heeft momenteel 5 ha in eigendom. 2. Vergunde bouwwerken op plankaart Inspreker verzoekt alle aanwezige bebouwing binnen het bouwvlak op de kaart aan te geven conform bijgevoegde tekening. 3. Archeologie Inspreker geeft aan dat door op de locatie de Waarde - Archeologie - 5 is gelegd. Inspreker geeft aan dat dit betekent dat bij het uitbreiden en/of het oprichten van bouwwerken vanaf 100 m² een archeologisch onderzoek vereist is. Tevens mag geen diepere grondbewerking dan 30 cm plaatsvinden zonder omgevingsvergunning c.q. het overleggen van een onderzoeksrapportage, hetgeen zeer kostenverhogend is. Het vereisen van een onderzoeksrapportage zal leiden tot waardedaling van het perceel. Inspreker wijst erop dat de drempelwaarde van 100 m² zeer zwaar is en niet in verhouding staat tot de bouwmogelijkheden van omliggende percelen, waarbij een veel hogere drempelwaarde geldt. Inspreker verzoekt een andere archeologische waarde (6 of 7) vast te stellen met bijbehorende oppervlakte, dan wel geen waarde toe te kennen. Inspreker verzoekt de genoemde 30 cm in artikel 32.2.1 voor graafwerkzaamheden te schrappen dan wel te wijzigen in 70 cm aangezien de meeste funderingen van eventueel te slopen gebouwen zich op deze diepte bevinden. 4. Erfgoedverordening Inspreker verzoekt om de Erfgoedverordening van 2009 in de gemeenteraad ter discussie te stellen, omdat de huidige waardering van de archeologische waarden een aanzienlijke financiële aderlating voor de grondeigenaar betekent ingeval van slopen en/of oprichten van bouwwerken. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.1, 2.2, 2.4 en 2.5. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. 1. Handhaving agrarisch bouwvlak Uit het zogenaamde tafeltjesoverleg valt op te maken dat er op dit perceel enige agrarische activiteit plaatsvindt, waarvoor een agrarisch bouwvlak gerechtvaardigd is. Ook geeft inspreker aan bouwplannen te hebben voor een extra stal. Uitbreiding van het agrarisch bedrijf van 0,25 tot 0,5 ha is naar het oordeel van de gemeente niet bezwaarlijk. Gevraagd bouwplannen passen binnen dit bouwvlak. 2. Vergunde bouwwerken op plankaart De ondergrond zal door de gemeente waar mogelijk worden bijgewerkt. 3. en 4. Archeologie en erfgoedverordening Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.4. Daar is aangegeven dat de regeling Waarde - Archeologie op onderdelen wordt aangepast. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding, regels en toelichting worden aangepast.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
151
178. Samenvatting Inspreker verzoekt de vorm van het bouwblok van het perceel Oudhuizerstraat 9 te Klarenbeek aan te passen door het te vergroten richting het oosten en het te verkleinen aan de zuidzijde. Inspreker geeft aan dat een uitbreiding richting het zuiden niet gewenst is omdat: het karakteristieke erf dan in ernstige mate wordt aangetast; het uitbreidingsdeel grotendeels laag gelegen is waardoor er bij het bouwen een soort puist in het landschap ontstaat; de cultuurhistorie geweld wordt aangedaan. Inspreker licht zijn bezwaren toe met foto's en teksten Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.3. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. Inspreker geeft aan dat verruiming van het bouwvlak in oostelijke richting voorkeur geniet. Daarbij geeft inspreker ook aan dat verruiming naar de zuidzijde niet nodig is. Het is naar het oordeel van de gemeente niet bezwaarlijk om de verruiming in oostelijke richting aan te geven ten koste van enig bouwvlakruimte aan de zuidzijde. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
179. Samenvatting Insprekers geven aan het niet eens te zijn met het feit dat zijn buurman een (gedeelte van een) paardenschuur moet afbreken aan de Voorsterklei te Voorst. Insprekers geven aan nu uitzicht te hebben op een mooi geheel van paardenstal annex schuur. Als de paardenstal wordt afgebroken kijken insprekers tegen een grote schuur aan van een andere buurman. Beantwoording De gemeente stelt vast dat de genoemde buurman ook een inspraakreactie heeft ingediend (zie de beantwoording onder nummer 190). Er is sprake van een handhavingszaak en de Raad van State heeft een uitspraak gedaan in deze kwestie. De Raad van State heeft de uitspraak van de Rechtbank bekrachtigd. Het bestemmingsplan wordt dan ook niet aangepast, de woonbestemming blijft gehandhaafd. Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
180. Samenvatting Inspreker verzoekt aan het perceel Oyseweg 4 te Wilp een agrarische bestemming toe te kennen, conform het geldende plan. De zorgboerderij biedt dagbesteding, weekend logeeropvang, re-integratietrajecten en arbeidstoeleiding. Dat gebeurt in samenhang met het verzorgen van en werken met koeien, paarden en kippen en het verzorgen van de moestuin.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
152
Inspraakreacties
Beantwoording Het is naar het oordeel van de gemeente niet aannemelijk dat hier sprake is van een agrarisch bedrijf waarvoor een agrarisch bouwvlak moet worden aangegeven. Er is geen bezwaar tegen het gebruik van de gebouwen en gronden op de wijze zoals het nu plaatsvindt. De woonbestemming wordt gehandhaafd. Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
181. Samenvatting Inspreker verzoekt het bouwkavel van het perceel Kruisvoorderweg 9 te Twello te vergroten tot 1 ha in zuidelijke richting conform bijgevoegde tekening. Een groter bouwblok is noodzakelijk voor het voortbestaan en de ontwikkeling van het agrarisch bedrijf en de voorgenomen bouw van een werktuigenberging. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.3. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. Inspreker geeft aan dat hij een akkerbouwbedrijf heeft. Het bouwvlak van 0,25 ha oppervlakte komt overeen met het fictieve bouwvlak uit het geldende bestemmingsplan 'Buitengebied 1996'. Naar het oordeel van de gemeente is de gevraagde uitbreiding onvoldoende concreet om een uitbreiding van 0,25 ha naar 1 ha te verantwoorden. Aan het verzoek wordt geen medewerking verleend. Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
182. Samenvatting Inspreker geeft aan bezwaar te maken tegen het toekennen van de bestemming Natuur aan een perceel gelegen aan de Vaassenseweg, hoek Zeedijk aan de noordelijke zijde. Inspreker geeft aan dat het perceel al lange tijd landbouwkundig wordt gebruikt. Beantwoording Het feit dat het betreffende perceel bestemd is als Natuur heeft te maken met de natuurlijke waarde zoals die tot uitdrukking komt in de vegetatie en de landschappelijke waarde en in het (micro)reliëf. Het agrarisch medegebruik is niet bezwaarlijk en kan juist bevorderlijk zijn voor de instandhouding van de natuurlijke waarden. De bestemming Natuur is overgenomen uit het geldende bestemmingsplan 'Buitengebied 1996'. De verbeelding wordt niet gewijzigd. Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
153
183. Samenvatting 1. Archeologie Inspreker is het niet eens met de toewijzing van Waarde - Archeologie - 4 aan het perceel Rijksstraatweg 142 te Twello. Inspreker geeft aan dat de indeling in waarden gedaan lijkt te zijn op basis van hoogteligging. Inspreker vraagt zich af of de hoge kosten opwegen tegen de resultaten en verzoekt een beleid te hanteren dat uitgaat van een hogere detaillering op basis van een hogere potentiële verwachtingswaarde. 2. Bouwblok Inspreker verzoekt te controleren of de nieuwe ligboxenstal binnen het opgenomen bouwvlak valt. 3. Waarde Openheid landschap Inspreker verzoekt de gebiedsgrens Waarde - Openheid - Landschap achter het bouwblok te leggen en niet door het bouwblok te laten lopen. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.4 en 2.7. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. 1. Archeologie Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.4. Daar is aangegeven dat de regeling Waarde - Archeologie op onderdelen wordt aangepast. 2. Bouwblok Het bouwvlak is ingetekend aan de hand van de verleende omgevingsvergunning. Alle bedrijfsgebouwen liggen binnen het aangegeven bouwvlak. 3. Waarde Openheid landschap De dubbelbestemming Waarde - Landschap - Openheid is in het voorontwerpbestemmingsplan opgenomen ten behoeve van het behoud van de waardevolle open gebieden. De ligging van de dubbelbestemming is overgenomen uit het Landschapsontwikkelingsplan 'van Veluwe tot IJssel'. Voor bepaalde ontwikkelingen in het buitengebied dient op basis van deze dubbelbestemming aangetoond te worden dat de waardevolle openheid niet onevenredig wordt aangetast alvorens de ontwikkeling te realiseren. Het gaat hier om ontwikkelingen die buiten het bouwvlak plaatsvinden (bouwvlakvergroting, vormverandering, paardenbakken buiten het bouwvlak etc.). Daarnaast is er omgevingsvergunningplicht voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden opgenomen. In de uitzonderingen op het uitvoeringsverbod is opgenomen dat deze omgevingsvergunning niet noodzakelijk is voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden binnen het bouwvlak. Samenvattend betekent dit dat de dubbelbestemming geen gevolgen heeft voor ontwikkelingen binnen het bouwvlak. De gemeente ziet derhalve geen aanleiding om de ligging van de dubbelbestemming aan te passen. Zoals in paragraaf 2.7 is aangegeven is de gemeente bij nader inzien van oordeel dat het gewenst is de verschillende bubbelbestemmingen Waarde - Landschap samen te voegen tot één dubbelbestemming Waarde - Landschap. Verwezen wordt naar 2.7. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding, regels en toelichting worden aangepast.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
154
Inspraakreacties
184. Samenvatting Inspreker verzoekt het gehele perceel Goorweg 8 te Klarenbeek te bestemmen als Wonen aangezien nu slechts de helft van het perceel deze bestemming heeft. Beantwoording Het is naar het oordeel van de gemeente niet bezwaarlijk het gehele perceel van inspreker over de volle breedte te bestemmen tot Wonen. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
185. Samenvatting Inspreker verzoekt de bestemming van het perceel ten westen van de bebouwing op Hengelderweg 6 te Voorst te wijzigen van Natuur in Agrarisch, conform het geldende bestemmingsplan. Als bijlage is kaart bijgevoegd. Inspreker heeft dit perceel op eigen kosten ontwikkeld. Beantwoording In het geldende bestemmingsplan 'Buitengebied 1996' is aan het bewuste perceel de bestemming 'agrarisch cultuurgebied' toegekend. Er is een poel aangelegd en er zijn wat bomen en struiken geplant. Daarmee heeft het perceel een 'natuurlijke invulling' gekregen. Het is bekend dat het bedrijf van inspreker uitbreidingswensen heeft. Hiervoor zal, als medewerking wordt verleend, een zelfstandige planologisch procedure worden gevolgd. In dat kader zal ook aandacht worden besteed aan de landschappelijke inpassing. Het is naar het oordeel van de gemeente niet bezwaarlijk om de bestemming terug te draaien naar Agrarisch. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
186. Samenvatting Insprekers verzoeken de bestemming van het perceel Trippestraat 12 te Terwolde te wijzigen van Wonen in Agrarisch conform het geldende bestemmingsplan. Insprekers hebben het object verworven omdat het een agrarische bestemming heeft. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.5. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. Voor zover bij de gemeente bekend is, is in 1998 de milieuvergunning voor het toenmalige agrarische bedrijf ingetrokken. Nadien is door inspreker niet aangegeven dat hier sprake is van een agrarisch bedrijf. Er zijn geen concrete plannen bekend. De bestemming Wonen blijft om die reden gehandhaafd. Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
155
028500.14937.00
156
Inspraakreacties
187. Samenvatting Inspreker exploiteert een glastuinbouwbedrijf op de locatie Rijksstraatweg 215 te Teuge. 1. Uitbreiding van het bedrijf Inspreker verzoekt het bouwblok op het perceel Rijksstraatweg 215 te Teuge te vergroten om toekomstige ontwikkelingen mogelijk te maken. Inspreker geeft aan dat er in het streekplan van de provincie Gelderland geen beperking wordt gesteld aan de grootte van een glastuinbouwbedrijf. Bedrijven mogen doorgroeien naar een omvang die noodzakelijk is voor een doelmatige bedrijfsvoering. Bedrijven mogen zonder meer 20% uitbreiden van hun bestaande glasoppervlakte. Als geen uitbreiding mogelijk wordt gemaakt en als de gemeente het bedrijf wil doen verplaatsen of beëindigen, dan dient dit door de gemeente vergoed te worden. 2. Bedrijfswoning Inspreker verzoekt de bedrijfswoning te schrappen aangezien deze woning andermans eigendom is. Inspreker verzoekt wel de mogelijkheid op te nemen om een bedrijfswoning te bouwen. 3. Teeltondersteunende voorzieningen Inspreker verzoekt meer ruimte te bieden voor wat betreft de hoogte en de omvang van teeltondersteunende voorzieningen en deze voorzieningen ook toe te staan buiten het bouwblok. Inspreker heeft een minimale hoogte nodig van 2,75 à 3 m voor tunnels of regenkappen. Inspreker geeft aan dat dit in lijn is met het streekplan van de provincie Gelderland. Inspreker geeft ook aan dat het om permanente teeltondersteunende voorzieningen gaat die bij iedere teelt noodzakelijk zijn. 4. Watersilo's Inspreker verzoekt voor watersilo's dezelfde regels te hanteren als voor mestsilo's en kuilvoersilo's en deze toe te staan buiten het bouwblok. 5. Detailhandel Inspreker verzoekt om detailhandel toe te staan en zo de mogelijkheid te krijgen om eigen geproduceerde producten te verkopen aan de eindconsument. Beantwoording 1. Uitbreiding van het bedrijf Voor het gehele perceel van inspreker is in het voorontwerpbestemmingsplan de bestemming Agrarisch aangegeven met de aanduiding dat het hier gaat om een glastuinbouwbedrijf. In bijlage 4 van de planregels zal worden aangegeven, dat het bestaande kassencomplex met maximaal 20% mag worden uitgebreid. De uitbreiding van 20% is vastgesteld op grond van de Ruimtelijke Verordening Gelderland. Verdere uitbreiding kan alleen via een zelfstandige planologische procedure. 2. Bedrijfswoning Voor de beantwoording van dit onderdeel van de inspraakreactie wordt ook verwezen naar inspraakreactie onder 118. In verband met milieuregelgeving is het naar het oordeel van de gemeente niet wenselijk de woning van inspreker te scheiden van het bedrijf, in die zin dat er een woonbestemming aan wordt gegeven. De afstand van de woning tot de inrichting zal daardoor minder dan 10 m bedragen. Dit kan, qua milieuregelgeving, grote consequenties hebben voor het bedrijf.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
157
3. Teeltondersteunende voorzieningen Uit de planregels blijkt dat er bij recht teeltondersteunende kassen met een totale oppervlakte 1.000 m² gebouwd kunnen worden. Via een afwijking (vrijstelling) kan dit verruimd worden tot 1.500 m². Binnen het bouwvlak kunnen overige bedrijfsgebouwen en andere bouwwerken worden opgericht. De goothoogte mag maximaal 6 m bedragen en de totale bouwhoogte maximaal 12 m. 4. Watersilo's In tegenstelling tot wat inspreker stelt zijn mestsilo's niet buiten bouwvlakken toegestaan. Kuilvoerplaten wel. Het vergelijk gaat niet op. 5. Detailhandel In de bestemmingsomschrijving Agrarisch is opgenomen dat nevenfuncties op het gebied van recreatie, verkoop van lokaal geproduceerde producten onder voorwaarden zijn toegestaan. Ten behoeve van nevenfuncties mag maximaal 100 m² aan bebouwing worden gebruikt. Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
188. Samenvatting Inspreker maakt bezwaar tegen de wijziging van het voorontwerpbestemmingsplan voor zijn perceel Burgemeester van der Feltzweg 44 te Twello. Inspreker wenst geen beperkingen op het perceel, geen beroepsmatige maar hobbymatige uitoefening voor wat betreft bijen, fruitbomen, kippen. etc. Beantwoording Voor het perceel van inspreker geldt een woonbestemming. Binnen een normaal hobbymatig gebruik gelden er geen beperkingen voor de hobby's die inspreker noemt. Het aantal m² aan bijgebouwen is echter beperkt tot 100 m² en eventueel via afwijking tot 150 m². Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
189. Samenvatting 1. Bouwblok Inspreker verzoekt het bouwblok op het perceel Hazeltweg 1 te Terwolde te wijzigen conform bijgevoegde tekening. 2. Archeologie Inspreker verzoekt de aan het perceel toegekende archeologische waarde 4 te wijzigen in een minder hoge waarde, aangezien de boerderij pas na de Tweede Wereldoorlog is gebouwd en er in het verleden alleen sprake is geweest van landbouwgrond.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
158
Inspraakreacties
Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.3 en 2.4. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. 1. Bouwblok Inspreker wil het bouwvlak ten behoeve van zijn bedrijf in oostelijke richting uitbreiden ten koste van een deel dat aan de noordwestzijde is gelegen. Hiertegen is naar het oordeel van de gemeente geen bezwaar. 2. Archeologie Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.4. Daar is aangegeven dat de regeling Waarde - Archeologie op onderdelen wordt aangepast. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding, regels en toelichting worden aangepast.
190. Samenvatting Inspreker brengt de volgende zaken naar voren: inspreker exploiteert op het perceel Voorsterklei 16 sinds 1990 een paardenhouderij; de paardenhouderij bevordert een verfraaiing en verlevendiging van het open landschap en doet recht aan het door het college van burgemeester en wethouders nagestreefde functie voor het gebied; burgemeester en wethouders hebben inspreker gelast zijn paardenhouderij te beëindigen; tegen dit besluit heeft inspreker bezwaar aangetekend; de gemeente heeft tijdens een hoorzitting op 20 december 2010 als oplossing voorgesteld alsnog aan het zuidelijk deel van het perceel een agrarische bestemming toe te kennen; hierdoor kan inspreker meer m² bouwen dan in het geldende bestemmingsplan is toegestaan; op deze wijze zouden de expliciet toegelaten bebouwde m² worden gelegaliseerd; inspreker wijst vervolgens op de planprocedure inzake het bestemmingsplan Buitengebied 1996 en op zaken die toen zijn fout gegaan; inspreker wijst erop dat de gemeente de paardenhouderij van inspreker in het besluit van 31 maart 2011 heeft aangemerkt als een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer; inspreker geeft aan dat burgemeester en wethouders ten onrechte hebben aangegeven dat niet meer kon worden meegewerkt aan het opnemen van een nieuwe agrarische bestemming voor de paardenhouderij, vanwege ligging in het uiterwaardengebied en vanwege de milieuregelgeving. Inspreker verzoekt met betrekking tot het perceel Voorsterklei 16 te Voorst alle gebouwen op te nemen op de plankaart conform bijgevoegde kaart. Inspreker verzoekt de paardenhouderij positief te bestemmen door de aanwezige bebouwing te legaliseren. Waar nodig kan 63 m² van de al in 1993 aanwezige bebouwing worden gesloopt conform een besluit van het college van burgemeester en wethouders in 1993.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
159
Beantwoording Inspreker beweert dat hij sinds 1990 aan de Voorsterklei 16 een paardenhouderij exploiteert. De voorzieningenrechter van de Rechtbank Zutphen heeft uitgesproken dat de gemeente op goede gronden heeft ingezet op handhaving. De Raad van State heeft deze uitspraak bekrachtigd en dat houdt in dat de bestemming Wonen wordt gehandhaafd. Er is geen enkel bezwaar tegen het hobbymatig houden van paarden. Het college van burgemeester en wethouders heeft geen uitspraak gedaan over het beëindigen van de paardenhouderij. Inspreker heeft zonder bouwvergunning gebouwen opgericht en daartegen heeft het college opgetreden. Er is door de gemeente geen toezegging gedaan over het aangeven van een agrarische bestemming. In het voorontwerpbestemmingsplan is aan het perceel Voorsterklei 16 de bestemming Wonen toegekend met een ruimer bouwvlak om de legale bebouwing ruimer te kunnen situeren. Onder verwijzing naar de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State weerlegt de gemeente de stelling van inspreker dat er inzake het bestemmingsplan Buitengebied 1996 fouten zijn gemaakt. De gemeente spreekt tegen dat de gemeente in het besluit van 31 maart 2011 de paardenhouderij van inspreker heeft aangemerkt als een inrichting in de zin van de Wet Milieubeheer. Gezien het feit dat op korte afstand van het perceel van inspreker een woning is gelegen, kan op grond van de Wet milieubeheer geen medewerking worden verleend aan het aangeven van een agrarische bestemming op het perceel van inspreker. Er zal dan geen sprake zijn van goede ruimtelijke ordening. Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
191. Samenvatting De reactie is gelijk aan de reactie genoemd onder nummer 185. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording onder nummer 185. Conclusie Verwezen wordt naar de conclusie onder nummer 185.
192. Samenvatting Inspreker verzoekt het bouwblok van het perceel Enkweg 47 te Voorst te vergroten, aangezien een aanwezige werktuigenberging in de huidige situatie volledig buiten het bouwblok valt. Inspreker verzoekt tevens om het bouwblok richting de overzijde van de Enkweg uit te
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
160
Inspraakreacties
breiden omdat er plannen zijn om een stal van 40 bij 70 m te bouwen bij de al aanwezige kuilvoerplaten en er in de andere richtingen geen uitbreidingsmogelijkheden zijn. Inspreker geeft aan dat de bouwbloksprong over de Enkweg geen bezwaar is omdat de koeien altijd op stal gehouden worden. Uitbreiding van het huiskavel naar de overkant van de weg geeft het bedrijf betere mogelijkheden voor de toekomst. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.3. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. Gezien de ontwikkelingen met betrekking tot de Rondweg West bij Voorst is er naar het oordeel van de gemeente nu geen basis om de verbeelding aan te passen. Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
193. Samenvatting Inspreker verzoekt met betrekking tot kasteel Nijenbeek en omgeving toe te staan dat aan hier ridderspelen gehouden kunnen worden. Inspreker geeft aan dat dit een middel is tot herstel van de Middelwaard gelegen rond het kasteel te komen. Beantwoording Het gebied rond kasteel Nijenbeek wordt bestemd als Agrarisch. Recreatief medegebruik van het gebied is hier toegestaan. Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
194. Samenvatting Inspreker verzoekt voor het perceel Veluwsedijk 37 te Nijbroek de agrarische bestemming te handhaven aangezien op het perceel een schapenfokkerij aanwezig is en er plannen zijn om het bedrijf uit te breiden. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.5. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. In het geldende bestemmingsplan is het perceel van inspreker weliswaar bestemd als 'agrarisch cultuurgebied' maar er is geen bouwvlak aangeduid. Uit de gemeentelijke administratie blijkt niet dat het hier gaat om een schapenfokkerij. De bestemming Wonen wordt gehandhaafd. Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
161
195. Samenvatting Inspreker verzoekt het perceel Meermuidenseweg 19c te Twello met daarop de bestemming Wonen uit te breiden conform bijgevoegde kaart zodat het mogelijk wordt de bestaande schuur/loods te vervangen voor nieuwbouw op dit gedeelte van het perceel. Inspreker geeft aan dat het perceel voorheen in gebruik is geweest voor de glastuinbouw en dat een kas van 500 m² is afgebroken. Beantwoording Momenteel is op het perceel van inspreker circa 280 m² aan bijgebouwen aanwezig. De gebouwen zijn redelijk dicht bij elkaar gebouwd. Door het bouwvlak Wonen te verruimen wordt de mogelijkheid geboden dat de bebouwing uit elkaar wordt getrokken. Ruimtelijk gezien is dat naar het oordeel van de gemeente een ongewenste ontwikkeling. Aan verruiming van de bestemming wordt geen medewerking verleend. Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
196. Samenvatting Inspreker verzoekt het bouwvlak op het perceel Zutphenseweg 36 te Klarenbeek te vergroten naar 1 ha conform bijgevoegde kaart en het bedrijf aan te merken als een categorie Cbedrijf met een bouwvlak van 1 ha, zodat de bouw van een nieuwe schuur mogelijk wordt. Inspreker geeft aan dat van hetgeen in het tafeltjesoverleg besproken is, niets is terug te zien in het voorontwerp. Inspreker geeft aan dat het huidige bouwvlak voor de toekomst geen verdere uitbreidingsmogelijkheden biedt. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.2 en 2.3. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. Inspreker heeft aan de Zutphenseweg een veehandelsbedrijf. Binnen het ingetekende bouwvlak is nog voldoende ruimte voor de bouw van de gevraagde nieuwe schuur. Voor het overige is naar het oordeel van de gemeente onvoldoende concreet aangegeven welke uitbreidingsmogelijkheden noodzakelijk zijn voor de toekomst van het bedrijf. Aan uitbreiding van het bouwvlak wordt dan ook geen medewerking verleend. Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
197. Samenvatting De inspraakreactie heeft betrekking op het perceel Zutphenseweg 38 te Klarenbeek. Inspreker verzoekt het bouwvlak te wijzigen conform bijgevoegde tekening aangezien er plannen zijn om de huidige woning te vervangen door een nieuwe woning. De bouw van de
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
162
Inspraakreacties
woning past binnen het huidige bouwvlak maar het plaatsen van bijgebouwen achter de woning niet. Met de situering van de nieuwe woning is onder andere rekening gehouden met de Wet geluidhinder voor wat betreft de ligging ten opzichte van de N-weg en met de aanwezige sloten. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.3. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. Inspreker heeft de wens geuit om woning Zutphenseweg 38 te mogen slopen en te herbouwen op grotere afstand van de weg. Dit biedt als voordeel dat de geluidsbelasting als gevolg van het wegverkeer op de Zutphenseweg behoorlijk afneemt. Het woongenot wordt hierdoor verbeterd. Verschuiving van het bouwvlak is naar het oordeel van de gemeente uit ruimtelijk oogpunt niet bezwaarlijk. Om te voorkomen dat de bestaande woning onder het overgangsrecht wordt geplaatst, is het gewenst dat de bestaande woning wel in het bouwvlak blijft opgenomen. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
198. Samenvatting Inspreker exploiteert een grondgebonden bedrijf op de locatie Zutphenseweg 46 te Klarenbeek. 1. Vergroten bouwblok Inspreker verzoekt het bouwblok van het perceel aan te passen en te vergroten in 1,5 ha conform bijgevoegde tekening, zodat toekomstige uitbreidingen mogelijk worden. 2. Gebiedsaanduiding reconstructiewetzone extensiveringsgebied Inspreker geeft aan dat de gebiedsaanduiding reconstructiewetzone extensiveringsgebied niet juist is. Het 'voor verzuring gevoelige gebied' dat dicht bij het bedrijf gelegen is, is later aangemerkt als 'niet zeer kwetsbaar onevenredig; grote gevolgen veehouderij'. Hierdoor komt de inrichting buiten de 250 m-zone te liggen van 'voor verzuring gevoelig gebied' en kan het gebied dus niet worden gezien als extensiveringsgebied. 3. Archeologie Inspreker geeft aan dat een gedeelte van het bouwblok is aangemerkt als Archeologie - 5. Inspreker maakt hiertegen bezwaar omdat het grootste gedeelte van het gebied, waarin het bedrijf gelegen is, op de kaarten van KICH is aangemerkt met een lage trefkans. Naar het oordeel van inspreker is het zeer onwaarschijnlijk dat er wat gevonden wordt en zijn de strenge eisen rondom het bouwen op deze plek oneerlijk. Het is naar het oordeel van inspreken niet reëel om de eigenaar van percelen te laten opdraaien voor de kosten van archeologisch onderzoek. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.3, 2.4 en 2.8. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
163
1. Vergroten bouwblok Inspreker wenst een ruimer bouwvlak met het oog op toekomstige uitbreiding in zuidwestelijke richting. Enige verruiming van het bouwvlak is naar het oordeel van de gemeente niet bezwaarlijk. 2. Gebiedsaanduiding reconstructiewetzone extensiveringsgebied De gebiedsaanduiding 'reconstructiewetzone extensiveringsgebied' is correct weergegeven. Inspreker doelt op de vaststelling van de zeer kwetsbare gebieden, op grond van de Wet ammoniak en veehouderij. Daarin is in 2009 een wijziging doorgevoerd die voor het bedrijf van inspreker een gunstig effect heeft. De nieuwe gebiedsaanduiding heeft niet geleid tot wijziging van de reconstructiewetzone extensiveringsgebied. Het bedrijf van inspreker is geen intensieve veehouderij. 3. Archeologie Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.4. Daar is aangegeven dat de regeling Waarde - Archeologie op onderdelen wordt aangepast. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding, regels en toelichting worden aangepast.
199. Samenvatting Inspreker exploiteert op de locatie Klarenbeekseweg 41 te Voorst een grondgebonden (schapenhouderij) en intensief bedrijf (pluimvee). 1. Vergroten bouwblok Inspreker verzoekt het bouwblok van het perceel Klarenbeekseweg 41 te Voorst aan te passen en te vergroten in 1,5 ha conform bijgevoegde tekening. Inspreker geeft aan dat op het perceel zowel een grondgebonden schapenhouderij als intensieve pluimvee aanwezig zijn. Inspreker geeft aan dat het toegekende bouwblok van 1 ha onvoldoende ruimte biedt voor zijn toekomstplannen. Daarnaast is de in 2010 gebouwde stal niet geheel gelegen binnen het huidige bouwvlak. 2. Archeologie Inspreker geeft aan dat een gedeelte van het bouwblok is aangemerkt als Archeologie - 5. Inspreker maakt hiertegen bezwaar omdat het grootste gedeelte van het gebied, waarin het bedrijf gelegen is, op de kaarten van KICH is aangemerkt met een lage trefkans. Naar het oordeel van inspreker is het zeer onwaarschijnlijk dat er wat gevonden wordt en zijn de strenge eisen rondom het bouwen op deze plek oneerlijk. Het is naar het oordeel van inspreken niet reëel om de eigenaar van percelen te laten opdraaien voor de kosten van archeologisch onderzoek. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.3, 2.4 en 2.8. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. 1. Vergroten bouwblok Inspreker heeft een gemengd bedrijf. De maximaal toegestane oppervlakte voor het intensieve deel mag niet meer bedragen dan 1 ha. Aan de uitbreiding hiervan wordt in dit be-
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
164
Inspraakreacties
stemmingsplan niet meegewerkt. De reden hiervoor is dat diverse aspecten zullen moeten worden onderzocht en gewogen om medewerking te kunnen verlenen. Op basis van de ingediende reactie kunnen deze afwegingen naar het oordeel van de gemeente niet gemaakt worden. Wel is in de planregels een wijzigingsbevoegdheid opgenomen (artikel 51.5.3), waardoor het in principe, onder voorwaarden, mogelijk is om het bouwvlak te vergroten tot 1,5 ha. Inspreker kan dus overwegen om een concreet verzoek in te dienen bij de gemeente. Voor de grondgebonden tak zijn nog wel uitbreidingsmogelijkheden. Inspreker vraagt een uitbreiding aan de zuidzijde. Hiertegen bestaat geen bezwaar. Ook zal het bouwvlak aangepast worden zodat alle bebouwing binnen het bouwvlak is gelegen. 2. Archeologie Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.4. Daar is aangegeven dat de regeling Waarde - Archeologie op onderdelen wordt aangepast. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding, regels en toelichting worden aangepast.
200. Samenvatting Inspreker exploiteert op de locatie Broekstraat 22 te Klarenbeek een grondgebonden en intensief bedrijf. 1. Vergroten bouwblok Inspreker verzoekt het bouwblok aan te passen en te vergroten in 1,5 ha conform bijgevoegde tekening. Inspreker geeft aan dat er inmiddels vergaande plannen zijn voor het uitbreiden op bovengenoemde locatie en deze plannen passen niet helemaal binnen het toegekende bouwblok. Inspreker opteert voor een bouwblok van 1,5 ha. 2. Archeologie Inspreker geeft aan dat een gedeelte van het bouwblok is aangemerkt als Archeologie - 6. Inspreker maakt hiertegen bezwaar omdat het grootste gedeelte van het gebied waarin het bedrijf gelegen is, op de kaarten van KICH is aangemerkt met een lage trefkans. Naar het oordeel van inspreker is het zeer onwaarschijnlijk dat er wat gevonden wordt en zijn de strenge eisen rondom het bouwen op deze plek oneerlijk. Het is naar het oordeel van inspreken niet reëel om de eigenaar van percelen te laten opdraaien voor de kosten van archeologisch onderzoek. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.3 en 2.4. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. 1. Vergroten bouwblok Inspreker heeft een gemengd bedrijf. De maximaal toegestane oppervlakte voor het intensieve deel mag niet meer bedragen dan 1 ha. Aan de uitbreiding hiervan wordt in dit bestemmingsplan niet meegewerkt. De reden hiervoor is dat diverse aspecten zullen moeten worden onderzocht en gewogen om medewerking te kunnen verlenen. Op basis van de ingediende reactie kunnen deze afwegingen naar het oordeel van de gemeente niet worden gemaakt. Wel is in de planregels een wijzigingsbevoegdheid opgenomen (artikel 51.5.3), waar-
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
165
door het in principe, onder voorwaarden, mogelijk is om het bouwvlak te vergroten tot 1,5 ha. Inspreker kan dus overwegen om een concreet verzoek in te dienen bij de gemeente. Voor de grondgebonden tak zijn nog wel uitbreidingsmogelijkheden. Inspreker vraagt het bouwvlak op te rekken tot 1,5 ha. Hiertegen bestaat geen bezwaar. Ook zal het bouwvlak aangepast worden zodat alle bebouwing binnen het bouwvlak is gelegen. 2. Archeologie Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.4. Daar is aangegeven dat de regeling Waarde - Archeologie op onderdelen wordt aangepast. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding, regels en toelichting worden aangepast.
201. Samenvatting Inspreker exploiteert op de locatie Iordensweg 105 te Wilp een grondgebonden bedrijf en agrarische handelsactiviteiten. 1. Agrarische bestemming Inspreker geeft aan dat het bedrijf op het perceel H.W. Iordensweg 105 te Wilp beschikt over een agrarische milieuvergunning en daarom recht heeft op een agrarische bestemming. Inspreker geeft daarbij aan dat er voor het bedrijf uitbreidingsplannen zijn. 2. Archeologie Inspreker geeft aan dat een gedeelte van het bouwblok is aangemerkt als Archeologie - 6. Inspreker maakt hiertegen bezwaar omdat het grootste gedeelte van het gebied waarin het bedrijf gelegen is, op de kaarten van KICH is aangemerkt met een lage trefkans. Naar het oordeel van inspreker is het zeer onwaarschijnlijk dat er wat gevonden wordt en zijn de strenge eisen rondom het bouwen op deze plek oneerlijk. Het is naar het oordeel van inspreken niet reëel om de eigenaar van percelen te laten opdraaien voor de kosten van archeologisch onderzoek. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. 1. Agrarische bestemming Bij inventarisatie is gebleken dat op het perceel H.W. Iordensweg 105 geen agrarisch activiteiten plaatsvinden. Het hebben van een milieuvergunning geeft geen recht op een agrarisch bouwvlak. De bestemming Wonen wordt gehandhaafd. 2. Archeologie Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.4. Daar is aangegeven dat de regeling Waarde - Archeologie op onderdelen wordt aangepast. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding, regels en toelichting worden aangepast.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
166
Inspraakreacties
202. Samenvatting 1. Afspraken met gemeente Inspreker geeft aan dat afspraken met de gemeente Voorst met betrekking tot het perceel Zutphenseweg 4b en 6 niet zijn verwerkt in de tekeningen. 2. Bestemming perceel familie Hofman Inspreker geeft aan negatief te staan tegenover de aangewezen bedrijfsmatige bestemming van het perceel van de familie Hofman. Inspreker geeft hierbij aan dat aan het perceel een w2-bestemming is toegekend en dat er 3 afzonderlijke woningen zijn gelegen. Beantwoording 1. Afspraken met gemeente Inspreker geeft niet welke afspraken niet worden/zijn nagekomen. De bestemming voor het perceel van inspreker is overgenomen uit het geldende bestemmingsplan 'Buitengebied 1996, artikel 30 herziening'. 2. Bestemming perceel familie Hofman De systematiek die voor dit bestemmingsplan is gekozen, is dat woonbestemmingen in het geldende bestemmingsplan 'Buitengebied 1996' met een aanduiding dat er een bedrijf is toegestaan met een bedrijfsruimte van meer dan 100 m², in dit bestemmingsplan zijn voorzien van de bestemming Bedrijf. Wanneer er dan 2 woningen in het vlak aanwezig zijn, komt dat tot uitdrukking door de toevoeging 2. Er is geen sprake van aanwezigheid van 3 afzonderlijke woningen. Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
203. Samenvatting 1. Archeologie Inspreker geeft aan dat aan dat aan de percelen Zonnenbergstraat 48 en 54 te Wilp een hoge archeologische waarde is toegekend en verzoekt de genoemde drempelwaarden van 100 m² en 0,3 m² te verhogen, aangezien hierdoor kosten ontstaan bij nieuwbouw en uitbreidingsplannen en de meeste funderingen van te slopen gebouwen zich op een grotere diepte bevinden. 2. Vergroten bouwblok Inspreker verzoekt het bouwblok van het perceel Zonnenbergstraat 54 te vergroten tot 1 ha, met het oog op de huidige grootte van de intensieve veehouderij en eventuele uitbreidingsplannen. Deze locatie voor uitbreidingsplannen brengt minder hinder met zich mee omdat deze locatie op grotere afstand van burgers is gelegen. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.3 en 2.4. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
167
1. Archeologie Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.4. Daar is aangegeven dat de regeling Waarde - Archeologie op onderdelen wordt aangepast. 2. Vergroten bouwblok Inspreker geeft niet aan dat er concrete plannen zijn voor uitbreiding van de bedrijfsbebouwing op Zonnenbergstraat 54. In het geldende bestemmingsplan 'Buitengebied 1996' is voor dit perceel een bouwvlak van 0,5 ha aangegeven. In dit bestemmingsplan is wederom een bouwvlak van 0,5 ha opgenomen. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding, regels en toelichting worden aangepast.
204. Samenvatting Inspreker verzoekt het bouwblok van het perceel Bekendijk 8 te Terwolde te vergroten tot 1 ha, aangezien er in de toekomst uitbreidingsplannen zijn. Inspreker heeft dit reeds aangegeven tijdens het tafeltjesoverleg. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.2 en 2.3. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. Inspreker heeft naar het oordeel van de gemeente zowel tijdens het tafeltjesoverleg als nu onvoldoende duidelijk gemaakt dat het bedrijf werkelijk op redelijke termijn uitbreidingsplannen heeft. In het geldende bestemmingsplan 'Buitengebied 1996' staat voor dit bedrijf een bouwvlak van 0,5 ha aangegeven. In het nu voorliggende bestemmingsplan is wederom een bouwvlak van 0,5 ha opgenomen. Conclusie De reactie niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
205. Samenvatting Inspreker geeft aan dat er op het perceel Bandijk 45, 47 en 47a te Terwolde 2 woningen zijn ingetekend terwijl er zich 3 woningen bevinden. Inspreker geeft aan te weten dat de gemeente bezig is met deze wijziging. Beantwoording Bandijk 45 en 47A wordt bewoond door twee huishoudens in één pand. Bandijk 47 is een zelfstandige woning. Het huisnummer 47A is in 2001 toegekend. Toekenning van een extra huisnummer houdt niet automatisch in dat er sprake is van 2 woningen. Beleidsuitgangspunt bij de bestemming Wonen is dat woningen die door meer dan één huishouden worden bewoond zijn toegestaan. Alle woonruimten moeten dan wel aansluitend aan elkaar worden gebouwd maar ze hoeven niet door een deur of andere toegang met elkaar te zijn verbonden. Daarbij wordt ook het uitgangspunt gehanteerd dat de inhoud van de 'wo-
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
168
Inspraakreacties
ning' maximaal 750 m³ mag bedragen. Het aantal m² bijgebouw blijft beperkt tot 100 m². Er worden dus geen extra bouwrechten verleend. Kadastrale splitsing is mogelijk maar kan niet leiden tot aanpassing van het bestemmingsplan waardoor meer bouwmogelijkheden zouden kunnen ontstaan. In samenhang hiermee is het bij nader inzien gewenst om de begripsbepaling (bedrijfs)woning te verduidelijken. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De regels worden aangepast.
206. Samenvatting Deze inspraakreactie is gelijk aan de reactie genoemd onder nummer 155. Beantwoording Voor de beantwoording van deze reactie wordt verwezen naar reactie nummer 155. Conclusie Voor de conclusie wordt verwezen naar de conclusie onder nummer 155
207. Samenvatting Inspreker exploiteert op de locatie Beukelaarsweg 1 en 3 een grondgebonden melkveehouderijbedrijf. 1. Bestemming Agrarisch Inspreker verzoekt voor grondgebonden veehouderijen een bouwvlak van minstens 1,5 ha bij recht toe te kennen en de wijzigingsbevoegdheid te verruimen voor vergroting tot 2 ha. Inspreker geeft aan dat de melkveehouderijbedrijven na het verdwijnen van het melkquotum een forse uitbreidingsbehoefte gaan krijgen. Inspreker geeft aan dat op het perceel Beukerlaarsweg 1 en 3 te Teuge de aanduiding Intensieve Veehouderij verwijdert dient te worden, conform het huidige en toekomstige gebruik. Inspreker verzoekt voorzieningen, zoals kuilplaten en sleufsilo's, bij recht toe te staan buiten het bouwvlak en niet slechts via een omgevingsvergunning. 2. Dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie - 4' Inspreker verzoekt binnen het agrarisch bouwvlak geen archeologische dubbelbestemming op te nemen en tevens normale werkzaamheden behorend bij een agrarische bedrijfsvoering vrij te stellen van de vergunningplicht, aangezien deze regels de uitoefening van een agrarisch bedrijf bemoeilijken. 3. Dubbelbestemming 'Waarde - Landschap - Kampontginningen' Inspreker verzoekt het normale beheer en onderhoud behorende bij een agrarische bedrijfsvoering duidelijker te benoemen en tevens buiten het bouwvlak vrij te stellen van de vergunningplicht, aangezien de regels beperkend zijn voor een agrarisch bedrijf. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.3, 2.4 en 2.7. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
169
1. Bestemming Agrarisch Inspreker heeft een grondgebonden bedrijf en verzoekt om uitbreiding van het bouwvlak naar 1,5 ha. Hiertegen bestaat naar het oordeel van de gemeente geen bezwaar. Kuilvoerplaten en sleufsilo's kunnen via een omgevingsvergunning onder voorwaarden buiten bouwvlakken worden toegestaan. De gemeente wil samen met de ondernemer kunnen nagaan of de aanleg en locatie van de voorziening op een verantwoorde wijze plaatsvindt, rekening houdend met de kwaliteiten van het landschap. In het bestemmingsplan zal ook een wijzigingsbevoegdheid naar 2 ha worden opgenomen. Daarvoor gelden dezelfde voorwaarden als voor de wijziging naar 1,5 ha met als aanvulling dat bij wijziging ruimte moet worden gereserveerd voor landschappelijke inpassing van de bestaande en nieuwe bebouwing. De aanduiding ' intensieve veehouderij' zal van de verbeelding worden verwijderd. 2. Dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie - 4' Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.4. Daar is aangegeven dat de regeling Waarde - Archeologie op onderdelen wordt aangepast. 3. Dubbelbestemming 'Waarde - Landschap - Kampontginningen' Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.7. Daar is aangegeven dat de regeling Waarde - Landschap op onderdelen wordt aangepast. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding, regels en toelichting worden aangepast.
208. Samenvatting Inspreker exploiteert op de locatie Breestuk 6 te Nijbroek een grondgebonden veehouderijbedrijf. 1. Bestemming Agrarisch Inspreker verzoekt voor grondgebonden veehouderijen een bouwvlak van minstens 1,5 ha bij recht toe te kennen en de wijzigingsbevoegdheid te verruimen voor vergroting tot 2 ha. Inspreker geeft aan dat de melkveehouderijbedrijven na het verdwijnen van het melkquotum een forse uitbreidingsbehoefte gaan krijgen. Inspreker verzoekt het perceel Breestuk 6 te Nijbroek aan de noordzijde te verlengen. Inspreker geeft hierbij aan dat aan het perceel Breestuk 6 in de partiële herziening MiddendijkBreestuk uit 2002 van het bestemmingsplan 'Buitengebied 1996' een groot bouwvlak is toegekend, zoals te zien is op de bijgevoegde plankaart. 2. Dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie - 5' Inspreker verzoekt binnen het agrarisch bouwvlak geen archeologische dubbelbestemming op te nemen en tevens normale werkzaamheden behorend bij een agrarische bedrijfsvoering vrij te stellen van de vergunningplicht, aangezien de regels de uitoefening van een agrarisch bedrijf bemoeilijken. 3. Dubbelbestemming 'Waarde - Landschap - Veenontginningen Nijbroek' Inspreker verzoekt het normale beheer en onderhoud behorende bij een agrarische bedrijfsvoering duidelijker te benoemen en tevens buiten het bouwvlak vrij te stellen van de vergunningplicht, aangezien de regels beperkend zijn voor een agrarisch bedrijf.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
170
Inspraakreacties
Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.3, 2.4 en 2.7. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. 1. Bestemming Agrarisch Inspreker heeft een grondgebonden bedrijf en verzoekt om uitbreiding van het bouwvlak naar 1,5 ha. Hiertegen bestaat naar het oordeel van de gemeente geen bezwaar. Het bouwvlak wordt vergroot aan de westzijde. Inspreker verzoekt om een uitbreiding aan de noordzijde maar een uitbreiding aan de westzijde sluit beter aan bij de verkavelingsstructuur van het gebied langs de Zeedijk. In het bestemmingsplan zal ook een wijzigingsbevoegdheid naar 2 ha worden opgenomen. Daarvoor gelden dezelfde voorwaarden als voor de wijziging naar 1,5 ha met als aanvulling dat bij wijziging ruimte moet worden gereserveerd voor landschappelijke inpassing van de bestaande en nieuwe bebouwing. De aanduiding 'intensieve veehouderij' zal van de verbeelding worden verwijderd. 2. Dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie - 5' Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.4. Daar is aangegeven dat de regeling Waarde - Archeologie op onderdelen wordt aangepast. 3. Dubbelbestemming 'Waarde - Landschap - Veenontginningen Nijbroek' Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.7. Daar is aangegeven dat de regeling Waarde - Landschap op onderdelen wordt aangepast. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding, regels en toelichting worden aangepast.
209. Samenvatting Inspreker exploiteert op de locatie Breestuk 5 te Nijbroek een vleeskalverenhouderij. 1. Bestemming Agrarisch Inspreker verzoekt voor intensieve veehouderijen een wijzigingsbevoegdheid op te nemen zodat een bouwvlak kan worden uitgebreid tot 1,5 ha. Dat is nodig om uitbreidingsmogelijkheden te kunnen bieden aan het bedrijf aan de Breestuk 5 te Nijbroek. Inspreker geeft aan dat het Reconstructieplan Veluwe de mogelijkheid biedt sterlocaties toe te kennen aan intensieve veehouderijen in verwevingsgebied. Inspreker stelt vast dat in de toelichting wordt aangegeven dat wordt getoetst of sprake is van een sterlocatie, maar uit de planregels is dat niet op te maken. Inspreker is van mening dat uit het bestemmingsplan niet blijkt dat de gemeente moeite heeft gedaan voor ondernemers in het buitengebied om een passende oplossing te regelen, conform de mogelijkheden die het provinciaal beleid biedt. Inspreker verzoekt de gemeente met de daarvoor relevante overheden in overleg te gaan voor het bieden van passende ontwikkelingsmogelijkheden voor intensieve veehouderijbedrijven in het buitengebied. 2. Dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie - 5' Inspreker verzoekt binnen het agrarisch bouwvlak geen archeologische dubbelbestemming op te nemen en tevens normale werkzaamheden behorend bij een agrarische bedrijfsvoering vrij te stellen van de vergunningplicht, aangezien de regels de uitoefening van een agrarisch bedrijf bemoeilijken.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
171
3. Dubbelbestemming 'Waarde - Landschap - Veenontginningen Nijbroek' Inspreker verzoekt het normale beheer en onderhoud behorende bij een agrarische bedrijfsvoering duidelijker te benoemen en tevens buiten het bouwvlak vrij te stellen van de vergunningplicht, aangezien de regels beperkend zijn voor een agrarisch bedrijf. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.3, 2.4 en 2.7. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. 1. Bestemming Agrarisch Hoe de toekenning van bouwvlakken heeft plaatsgevonden valt te lezen in de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.3. Uitgangspunt is geweest dat voor agrarische bedrijven waar intensieve veehouderij plaatsvindt, een bouwvlak wordt aangegeven van 1 ha. In de planregels is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om dergelijke percelen te kunnen vergroten tot 1,5 ha. Diverse aspecten zullen moeten worden onderzocht en gewogen om medewerking te kunnen verlenen. De gemeente is van oordeel dat op basis van de ingediende reactie deze afwegingen niet kunnen worden gemaakt. 2. Dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie - 5' Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.4. Daar is aangegeven dat de regeling Waarde - Archeologie op onderdelen wordt aangepast. 3. Dubbelbestemming 'Waarde - Landschap - Veenontginningen Nijbroek' Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.7. Daar is aangegeven dat de regeling Waarde - Landschap op onderdelen wordt aangepast. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding, regels en toelichting worden aangepast.
210. Samenvatting Inspreker exploiteert op de locatie Avervoordseweg 26 en 28 te Terwolde een loonbedrijf. 1. Oppervlakte bebouwing Inspreker verzoekt voor het perceel Avervoordseweg 26 en 28 te Terwolde de regels aan te passen zodat de bestaande en maximale bebouwingsoppervlakte aan bedrijfsgebouwen wordt gewijzigd van 2.560 m² in 2.800 m², aangezien is geconstateerd dat er 2.800 m² aan bedrijfsbebouwing aanwezig is exclusief de bedrijfswoning en de garage en inclusief de mestsilo. Inspreker verzoekt uitspraak te doen over de afwijkingsregel in artikel 53.1, zodat duidelijk is of de bedrijfsbebouwing inderdaad met 10% kan worden uitgebreid. 2. Adres bedrijf Inspreker verzoekt bij 'oppervlakte bebouwing niet-agrarische bedrijven' in bijlage 3 het adres Avervoordseweg 28 te wijzigen in Avervoordseweg 26, aangezien het perceel Avervoordseweg 28 een woonbestemming heeft.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
172
Inspraakreacties
Beantwoording 1. Oppervlakte bebouwing Op basis van meetgegevens komt de gemeente tot de conclusie dat er 2.600 m² aan bebouwing aanwezig is. Conform de Ruimtelijke Verordening Gelderland is verdere uitbreiding niet mogelijk. Op grond van artikel 53.1 van de planregels is afwijking van de planregels mogelijk tot maximaal 10%. 2. Adres bedrijf De bijlage wordt aangepast. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De regels worden aangepast.
211. Samenvatting Inspreker exploiteert op de locatie Rijksstraatweg 162 te Teuge een intensieve veehouderij. 1. Bestemming Agrarisch Inspreker verzoekt voor intensieve veehouderijen een wijzigingsbevoegdheid op te nemen zodat een bouwvlak kan worden uitgebreid tot 1,5 ha wat voor het bedrijf aan de Rijksstraatweg 162 te Teuge nodig is om ontwikkelingsmogelijkheden te behouden. Inspreker geeft aan dat het Reconstructieplan Veluwe de mogelijkheid biedt sterlocaties toe te kennen aan intensieve veehouderijen in verwevingsgebied. Inspreker stelt vast dat in de toelichting wordt aangegeven dat wordt getoetst of sprake is van een sterlocatie, maar uit de planregels is dat niet op te maken. Inspreker is van mening dat uit het bestemmingsplan niet blijkt dat de gemeente moeite heeft gedaan voor ondernemers in het buitengebied om een passende oplossing te regelen, conform de mogelijkheden die het provinciaal beleid biedt. Inspreker geeft aan dat de grootte van het bedrijf en de eisen waaraan in de toekomst moet worden voldaan wat betreft dierenwelzijn en milieu noodzaken tot het verder ontwikkelen van het bedrijf. Inspreker verzoekt de gemeente met de daarvoor relevante overheden in overleg te gaan voor het bieden van passende ontwikkelingsmogelijkheden voor intensieve veehouderijbedrijven in het buitengebied. 2. Dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie - 6' Inspreker verzoekt binnen het agrarisch bouwvlak geen archeologische dubbelbestemming op te nemen en tevens normale werkzaamheden behorend bij een agrarische bedrijfsvoering vrij te stellen van de vergunningplicht, aangezien de regels de uitoefening van een agrarisch bedrijf bemoeilijken. 3. Dubbelbestemming 'Waarde - Landschap - Kampontginningen' Inspreker verzoekt het normale beheer en onderhoud behorende bij een agrarische bedrijfsvoering duidelijker te benoemen en tevens buiten het bouwvlak vrij te stellen van de vergunningplicht, aangezien de regels beperkend zijn voor een agrarisch bedrijf. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.3, 2.4 en 2.7. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
173
1. Bestemming Agrarisch Inspreker heeft een intensief bedrijf. De maximaal toegestane oppervlakte voor het intensieve deel mag niet meer bedragen dan 1 ha. Aan de uitbreiding hiervan wordt in dit bestemmingsplan niet meegewerkt. De reden hiervoor is dat diverse aspecten zullen moeten worden onderzocht en gewogen om medewerking te kunnen verlenen. Op basis van de ingediende reactie kunnen deze afwegingen naar het oordeel van de gemeente niet worden gemaakt. Wel is in de planregels een wijzigingsbevoegdheid opgenomen (artikel 51.5.3), waardoor het in principe`, onder voorwaarden, mogelijk is om het bouwvlak te vergroten tot 1,5 ha. Inspreker kan dus overwegen om een concreet verzoek in te dienen bij de gemeente. 2. Dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie - 6' Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.4. Daar is aangegeven dat de regeling Waarde - Archeologie op onderdelen wordt aangepast. 3. Dubbelbestemming 'Waarde - Landschap - Kampontginningen' Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.7. Daar is aangegeven dat de regeling Waarde - Landschap op onderdelen wordt aangepast. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding, regels en toelichting worden aangepast.
212. Samenvatting Inspreker exploiteert op de locatie Benedenste Kruisweg 8a te Nijbroek een intensieve veehouderij in de vorm van een kalverhouderij. 1. Bestemming Agrarisch Inspreker verzoekt voor intensieve veehouderijen een wijzigingsbevoegdheid op te nemen zodat een bouwvlak kan worden uitgebreid tot 1,5 ha wat voor het bedrijf aan de Benedenste Kruisweg 8a te Nijbroek nodig is om ontwikkelingsmogelijkheden te behouden. Inspreker geeft aan dat het Reconstructieplan Veluwe de mogelijkheid biedt sterlocaties toe te kennen aan intensieve veehouderijen in verwevingsgebied. Inspreker stelt vast dat in de toelichting wordt aangegeven dat wordt getoetst of sprake is van een sterlocatie, maar uit de planregels is dat niet op te maken. Inspreker is van mening dat uit het bestemmingsplan niet blijkt dat de gemeente moeite heeft gedaan voor ondernemers in het buitengebied om een passende oplossing te regelen, conform de mogelijkheden die het provinciaal beleid biedt. Inspreker geeft aan dat de grootte van het bedrijf en de eisen waaraan in de toekomst moet worden voldaan wat betreft dierenwelzijn en milieu noodzaken tot het verder ontwikkelen van het bedrijf. Inspreker verzoekt de gemeente met de daarvoor relevante overheden in overleg te gaan voor het bieden van passende ontwikkelingsmogelijkheden voor intensieve veehouderijbedrijven in het buitengebied. 2. Dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie - 5' Inspreker verzoekt binnen het agrarisch bouwvlak geen archeologische dubbelbestemming op te nemen en tevens normale werkzaamheden behorend bij een agrarische bedrijfsvoering vrij te stellen van de vergunningplicht, aangezien de regels de uitoefening van een agrarisch bedrijf bemoeilijken.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
174
Inspraakreacties
3. Dubbelbestemming 'Waarde - Landschap - Veenontginningen Nijbroek' Inspreker verzoekt het normale beheer en onderhoud behorende bij een agrarische bedrijfsvoering duidelijker te benoemen en tevens buiten het bouwvlak vrij te stellen van de vergunningplicht, aangezien de regels beperkend zijn voor een agrarisch bedrijf. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.3, 2.4 en 2.7. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. 1. Bestemming Agrarisch Inspreker heeft een intensief bedrijf. De maximaal toegestane oppervlakte voor het intensieve deel mag niet meer bedragen dan 1 ha. Aan de uitbreiding hiervan wordt in dit bestemmingsplan niet meegewerkt. De reden hiervoor is dat diverse aspecten zullen moeten worden onderzocht en gewogen om medewerking te kunnen verlenen. Op basis van de ingediende reactie kunnen deze afwegingen naar het oordeel van de gemeente niet worden gemaakt. Wel is in de planregels een wijzigingsbevoegdheid opgenomen (artikel 51.5.3), waardoor het in principe, onder voorwaarden, mogelijk is om het bouwvlak te vergroten tot 1,5 ha. Inspreker kan dus overwegen om een concreet verzoek in te dienen bij de gemeente. 2. Dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie - 5' Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.4. Daar is aangegeven dat de regeling Waarde - Archeologie op onderdelen wordt aangepast. 3. Dubbelbestemming 'Waarde - Landschap - Veenontginningen Nijbroek' Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.7. Daar is aangegeven dat de regeling Waarde - Landschap op onderdelen wordt aangepast. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding, regels en toelichting worden aangepast.
213. Samenvatting Inspreker exploiteert op de locatie Bekendijk 21, 23 en 25 een loonbedrijf annex mestverwerkingsbedrijf. 1. Onjuist aantal bedrijfswoningen Inspreker verzoekt de drie bedrijfswoningen op het perceel Bekendijk 21, 23 en 25 positief te bestemmen, aangezien volgens de verbeelding twee woningen zijn toegestaan terwijl voor de drie aanwezige woningen afzonderlijk WOZ-belasting wordt geheven. Inspreker verwijst hierbij naar een uitspraak van 24 januari 2008 van het Hof Amsterdam, waarbij een verband wordt gelegd tussen de hoogte van de WOZ-aanslag en het gedogen van permanente bewoning van recreatiewoningen. 2. Bestemming 'Bedrijf' Inspreker verzoekt de in bijlage 3 bij de regels opgenomen bestaande oppervlakte van het bedrijf te wijzigen van 4.400 m² in 4.800 m² en bij recht uitbreidingsmogelijkheden toe te staan in plaats van de mogelijkheid om door te groeien tot maximaal 4.800 m², aangezien er al sprake is van 4.800 m² aan bebouwing.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
175
Inspreker verzoekt uitspraak te doen over de afwijkingsregel in artikel 53.1, zodat duidelijk is of de bedrijfsbebouwing inderdaad met 10% kan worden uitgebreid. 3. Dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie - 4' Inspreker verzoekt binnen het bestemmingsvlak/bouwvlak geen archeologische dubbelbestemming op te nemen en tevens normale werkzaamheden behorend bij een bedrijfsvoering vrij te stellen van de vergunningplicht, aangezien de regels de uitoefening van een bedrijf bemoeilijken. 4. Dubbelbestemming 'Waarde - Landschap - Veenontginningen Nijbroek' Inspreker verzoekt het normale beheer en onderhoud behorende bij een bedrijfsvoering duidelijker te benoemen en tevens buiten het bouwvlak vrij te stellen van de vergunningplicht, aangezien de regels beperkend zijn voor een bedrijf. 5. Dubbelbestemming 'Waarde - Ecologie - EHS' Inspreker verzoekt het onttrekken van landbouwgrond uit het beschikbare landbouwareaal als overweging mee te nemen bij het al dan niet toepassen de wijzigingsbevoegdheid waarmee gronden met deze dubbelbestemming de bestemming 'Natuur' kunnen krijgen. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.4 en 2.7. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. 1. Onjuist aantal bedrijfswoningen Het bedrijf van inspreker heeft 2 bedrijfswoningen. De nummers 21 en 23 vormen één pand en nummer 25 is een pand. Het pand 21 en 23 is niet als dubbele woning gebouwd. Het is naar het oordeel van de gemeente niet bezwaarlijk dat het pand door 2 huishoudens wordt bewoond. Beleidsuitgangspunt is dat woningen die door meer dan één huishouden worden bewoond zijn toegestaan. Alle woonruimten moeten dan wel aansluitend aan elkaar worden gebouwd maar ze hoeven niet door een deur of andere toegang met elkaar te zijn verbonden. Daarbij wordt ook het uitgangspunt gehanteerd dat de inhoud van de 'woning' maximaal 750 m³ mag bedragen. Het aantal m² bijgebouw blijft beperkt tot 100 m². Er worden dus geen extra bouwrechten verleend. Kadastrale splitsing is mogelijk maar kan niet leiden tot aanpassing van het bestemmingsplan waardoor meer bouwmogelijkheden zouden kunnen ontstaan. Bij nader inzien is het wel gewenst dat de begripsbepaling (bedrijfs)woning wordt verduidelijkt. Het aantal bedrijfswoningen blijft gehandhaafd op 2. De verwijzing naar de uitspraak van het Hof van Amsterdam snijdt naar het oordeel van de gemeente geen hout. Het gaat hier niet om permanente bewoning van recreatiewoningen. 2. Bestemming 'Bedrijf' De bestaande rechten uit het geldende bestemmingsplan 'Buitengebied 1996' zijn overgenomen. Conform de Ruimtelijke Verordening Gelderland is verdere uitbreiding niet mogelijk. Op grond van artikel 53.1 van de planregels is afwijking van de planregels mogelijk tot maximaal 10%. 3. Dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie - 4' Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.4. Daar is aangegeven dat de regeling Waarde - Archeologie op onderdelen wordt aangepast.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
176
Inspraakreacties
4. Dubbelbestemming 'Waarde - Landschap - Veenontginningen Nijbroek' Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.7. Daar is aangegeven dat de regeling Waarde - Landschap op onderdelen wordt aangepast. 5. Dubbelbestemming 'Waarde - Ecologie - EHS' Het afwegingsaspect zoals inspreker aangeeft heeft naar het oordeel van de gemeente geen meerwaarde. Het feit dat de bestemming Agrarisch in de bestemming Natuur wordt gewijzigd houdt niet automatisch in dat de betreffend gronden aan het beschikbare landbouwareaal worden onttrokken. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding, regels en toelichting worden aangepast.
214. Samenvatting Inspreker exploiteert op de locatie Middendijk 70a te Nijbroek een intensieve veehouderij. 1. Bestemming Agrarisch Inspreker verzoekt het bouwvlak van het perceel Middendijk 70a te Nijbroek te vergroten conform ingevoegde afbeelding, waarbij wordt aangegeven dat een stal en een nieuw te bouwen stal, waarvoor vergunning is verleend, deels buiten het huidige bouwvlak liggen. Inspreker verzoekt om voor intensieve veehouderijen een wijzigingsbevoegdheid op te nemen zodat een bouwvlak kan worden uitgebreid tot 1,5 ha wat voor het bedrijf nodig is om ontwikkelingsmogelijkheden te behouden. Inspreker geeft aan dat het Reconstructieplan Veluwe de mogelijkheid biedt sterlocaties toe te kennen aan intensieve veehouderijen in verwevingsgebied. Inspreker stelt vast dat in de toelichting wordt aangegeven dat wordt getoetst of sprake is van een sterlocatie, maar uit de planregels is dat niet op te maken. Inspreker is van mening dat uit het bestemmingsplan niet blijkt dat de gemeente moeite heeft gedaan voor ondernemers in het buitengebied om een passende oplossing te regelen, conform de mogelijkheden die het provinciaal beleid biedt. Inspreker geeft aan dat de grootte van het bedrijf en de eisen waaraan in de toekomst moet worden voldaan wat betreft dierenwelzijn en milieu noodzaken tot het verder ontwikkelen van het bedrijf. Inspreker verzoekt de gemeente met de daarvoor relevante overheden in overleg te gaan voor het bieden van passende ontwikkelingsmogelijkheden voor intensieve veehouderijbedrijven in het buitengebied. 2. Dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie - 6' Inspreker verzoekt binnen het agrarisch bouwvlak geen archeologische dubbelbestemming op te nemen en tevens normale werkzaamheden behorend bij een agrarische bedrijfsvoering vrij te stellen van de vergunningplicht, aangezien de regels de uitoefening van een agrarisch bedrijf bemoeilijken. 3. Dubbelbestemming 'Waarde - Landschap - Veenontginningen Nijbroek' Inspreker verzoekt het normale beheer en onderhoud behorende bij een agrarische bedrijfsvoering duidelijker te benoemen en tevens buiten het bouwvlak vrij te stellen van de vergunningplicht, aangezien de regels beperkend zijn voor een agrarisch bedrijf.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
177
Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.3, 2.4 en 2.7. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. 1. Bestemming Agrarisch In tegenstelling tot de 1,2 ha die inspreker noemt in zijn inspraakreactie beschikt inspreker reeds over een bouwvlak van 2,1 ha. Inspreker heeft een intensief bedrijf. De maximaal toegestane oppervlakte voor een intensief bedrijf mag normaal gesproken niet meer bedragen dan 1 ha. In de planregels is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen (artikel 51.5.3), waardoor het in principe, onder voorwaarden, mogelijk is om het bouwvlak te vergroten tot 1,5 ha. Een groter bouwvlak is uitsluitend via een aparte bestemmingsplanprocedure mogelijk. Het bouwvlak wordt wel gecorrigeerd omdat een vergund bedrijfsgebouw deels buiten het bouwvlak is gelegen. 2. Dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie - 6' Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.4. Daar is aangegeven dat de regeling Waarde - Archeologie op onderdelen wordt aangepast. 3. Dubbelbestemming 'Waarde - Landschap - Veenontginningen Nijbroek' Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.7. Daar is aangegeven dat de regeling Waarde - Landschap op onderdelen wordt aangepast. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding, regels en toelichting worden aangepast.
215. Samenvatting Inspreker exploiteert op de locatie Bekendijk 3 te Terwolde een agrarisch bedrijf met als neventak een staalconstructiebedrijf. De locatie Zandenallee is in gebruik ten behoeve van een caravanstallings- en onderhoudsbedrijf. De inspraakreactie betreft een op 21 november 2011 ingediend principeverzoek en heeft betrekking op de percelen Bekendijk 3 te Terwolde en Zandenallee 3 te Teuge, waarbij inspreker verzoekt een principe-uitspraak te doen. 1. Verplaatsing staalconstructietak Inspreker verzoekt om verplaatsing van de staalconstructietak van circa 730 m² van het perceel Bekendijk 3 naar het perceel Zandenallee 3, zodat op het perceel Bekendijk 3 meer ruimte binnen het bouwvlak ontstaat voor de intensieve veehouderij. Inspreker geeft aan voor het perceel Zandenallee 3 een omgevingsvergunning in te willen dienen ten behoeve van de sloop en nieuwbouw van gebouwen. Inspreker geeft aan dat de bestaande oppervlakte aan bebouwing niet zal worden overschreden en 1.130 m² aan bebouwing aangewend wordt voor het constructie- en onderhoudsbedrijf en de overige bebouwing in gebruik blijft als caravanopslag. 2. Vergroten bouwvlak Bekendijk 3 Inspreker geeft aan dat de ruimte die ontstaat op het perceel Bekendijk 3 door verplaatsing van de staalconstructietak niet voldoende is, aangezien er steeds strengere eisen zijn in het
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
178
Inspraakreacties
kader van dierenwelzijn. Inspreker verzoekt daarom het bouwvlak van het perceel Bekendijk 3 te vergroten naar 1,5 ha conform bijgevoegde afbeelding waarbij rekening is gehouden met milieuzonering, zodat ruimte ontstaat voor toekomstige uitbreidingen. 3. Sterlocatie Bekendijk 3 Inspreker verzoekt de mogelijkheid te onderzoeken het perceel Bekendijk 3 aan te wijzen als 'Sterlocatie', zodat het bouwvlak vergroot kan worden tot 1,5 ha. Inspreker merkt op dat het bedrijf wel gelegen is in het verwevingsgebied maar net buiten de zone waar sterlocaties zijn toegestaan. Beantwoording 1. Verplaatsing staalconstructietak Inspreker heeft separaat aan de gemeente een verzoek om medewerking gedaan om de staalconstructietak van het bedrijf te kunnen verplaatsen naar het perceel Zandenallee 3 in Teuge. Deze ontwikkeling is naar het oordeel van de gemeente niet meer te beschouwen als een marginale ontwikkeling en wordt niet in dit bestemmingsplan meegenomen. Het separate verzoek zal apart worden behandeld. 2. en3. Vergroten bouwvlak Bekendijk 3 en sterlocatie Bekendijk 3 Inspreker heeft aan de Bekendijk 3 een intensieve (pluim)veehouderij. In principe kan 1 ha worden benut ten behoeve van de intensieve veehouderij. Uitbreiding van de intensieve veehouderij is daarom niet mogelijk. In dit bestemmingsplan wordt als de aanvraag onvoldoende concreet is niet meegewerkt aan nieuwe ontwikkelingen. De reden hiervoor is dat diverse aspecten zullen moeten worden onderzocht en gewogen om medewerking te kunnen verlenen. Op basis van de ingediende reactie kunnen deze afwegingen naar het oordeel van de gemeente niet worden gemaakt. Wel is in de planregels een wijzigingsbevoegdheid opgenomen (artikel 51.5.3), waardoor het in principe, onder voorwaarden, mogelijk is om het bouwvlak te vergroten tot 1,5 ha. Inspreker kan dus overwegen om een concreet verzoek in te dienen bij de gemeente. Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van het plan.
216. Samenvatting Inspreker exploiteert op de locatie Voorsterklei 4 een melkveehouderijbedrijf. 1. Bestemming Agrarisch Inspreker verzoekt voor grondgebonden veehouderijen een bouwvlak van minstens 1,5 ha bij recht toe te kennen en de wijzigingsbevoegdheid te verruimen voor vergroting tot 2 ha, waarbij wordt gewezen op uitbreidingsbehoeften. Inspreker geeft aan dat de melkveehouderijbedrijven na het verdwijnen van het melkquotum een forse uitbreidingsbehoefte gaan krijgen. Inspreker verzoekt met relevante overheden/instanties in overleg te gaan voor het bieden van passende ontwikkelingsmogelijkheden voor grondgebonden veehouderijen en in het bijzonder voor de veehouderij aan de Voorsterklei 4 te Voorst. 2. Dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie - 4' Inspreker verzoekt binnen het agrarisch bouwvlak geen archeologische dubbelbestemming op te nemen en tevens normale werkzaamheden behorend bij een agrarische bedrijfsvoering
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
179
vrij te stellen van de vergunningplicht, aangezien de regels de uitoefening van een agrarisch bedrijf bemoeilijken. 3. Dubbelbestemming 'Waarde - Landschap - Ingepolderde uiterwaarden' Inspreker verzoekt het normale beheer en onderhoud behorende bij een agrarische bedrijfsvoering duidelijker te benoemen en tevens buiten het bouwvlak vrij te stellen van de vergunningplicht, aangezien de regels beperkend zijn voor een agrarisch bedrijf. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.3, 2.4 en 2.7. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. 1. Bestemming Agrarisch Inspreker heeft een grondgebonden bedrijf en verzoekt om uitbreiding van het bouwvlak naar 1,5 ha. Hiertegen bestaat naar het oordeel van de gemeente geen bezwaar. Het bouwvlak wordt vergroot aan de noordzijde. In het bestemmingsplan zal ook een wijzigingsbevoegdheid naar 2 ha worden opgenomen. Daarvoor gelden dezelfde voorwaarden als voor de wijziging naar 1,5 ha met als aanvulling dat bij wijziging ruimte moet worden gereserveerd voor landschappelijke inpassing van de bestaande en nieuwe bebouwing. De aanduiding 'intensieve veehouderij' zal van de verbeelding worden verwijderd. 2. Dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie - 4' Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.4. Daar is aangegeven dat de regeling Waarde - Archeologie op onderdelen wordt aangepast. 3. Dubbelbestemming 'Waarde - Landschap - Ingepolderde uiterwaarden' Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.7. Daar is aangegeven dat de regeling Waarde - Landschap op onderdelen wordt aangepast. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding, regels en toelichting worden aangepast.
217. Samenvatting Inspreker is eigenaar van een schuur nabij de locatie Bekendijk 26 te Terwolde, die altijd in gebruik is geweest ten behoeve van een fruit- en akkerbouwbedrijf. Inspreker heeft in totaal 40 ha akkerbouwgrond in eigendom in de omgeving van het perceel. Inspreker geeft aan dat het perceel Bekendijk 26 te Terwolde met bijbehorende schuur al lange tijd agrarisch in gebruik is, maar in het voorontwerpbestemmingsplan een woonbestemming heeft gekregen en binnen het bestemmingsvlak van de naastgelegen woning valt, terwijl er geen binding is tussen de schuur en woning. Inspreker verzoekt voor het perceel de mogelijkheden te onderzoeken en een passende bestemming op te nemen, zoals een bouwvlak voor een grondgebonden agrarisch bedrijf. Beantwoording In het geldende bestemmingsplan 'Buitengebied 1996' is de schuur ook in het bestemmingsvlak woondoeleinden opgenomen bij Bekendijk 26. Blijkens de gegevens uit het kadaster is inspreker eigenaar sinds 4 oktober 2005. Op basis hiervan is het naar het oordeel van de
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
180
Inspraakreacties
gemeente passend om rondom de schuur een agrarisch bouwvlak aan te geven zonder bouwmogelijkheid voor een (bedrijfs)woning. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
218. Samenvatting Inspreker exploiteert op de locatie Molenweg 56-58 een grondgebonden melkveehouderij. 1. Bestemming Agrarisch Inspreker geeft aan dat door het toegekende bouwvlak van 1 ha op het perceel Molenweg 56-58 te Terwolde er geen ruimte is voor uitbreiding van bedrijfsbebouwing en dat verharding en bebouwing buiten het huidige bouwvlak zijn gelegen. Inspreker geeft aan dat de melkveehouderijbedrijven na het verdwijnen van het melkquotum een forse uitbreidingsbehoefte gaan krijgen. Inspreker verzoekt voor grondgebonden veehouderijen een bouwvlak van minstens 1,5 ha bij recht toe te kennen en de wijzigingsbevoegdheid te verruimen voor vergroting tot 2 ha, waarbij wordt gewezen op uitbreidingsbehoeften. Inspreker verzoekt met relevante overheden/instanties in overleg te gaan voor het bieden van passende ontwikkelingsmogelijkheden voor grondgebonden veehouderijen en in het bijzonder voor de veehouderij aan de Molenweg 56-58 te Terwolde. 2. Dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie - 4' Inspreker verzoekt binnen het agrarisch bouwvlak geen archeologische dubbelbestemming op te nemen en tevens normale werkzaamheden behorend bij een agrarische bedrijfsvoering vrij te stellen van de vergunningplicht, aangezien de regels de uitoefening van een agrarisch bedrijf bemoeilijken en zorgen voor kosten. 3. Dubbelbestemming 'Waarde - Landschap - Oeverwallen' Inspreker verzoekt het normale beheer en onderhoud behorende bij een agrarische bedrijfsvoering duidelijker te benoemen en tevens buiten het bouwvlak vrij te stellen van de vergunningplicht, aangezien de regels beperkend zijn voor een agrarisch bedrijf. 4. Dubbelbestemming 'Waarde - Ecologie - EHS' Inspreker verzoekt het onttrekken van landbouwgrond uit het beschikbare landbouwareaal ook als overweging mee te nemen bij het toepassen van de wijzigingsbevoegdheid waarmee gronden met deze dubbelbestemming de bestemming 'Natuur' kunnen krijgen. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.3, 2.4 en 2.7. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. 1. Bestemming Agrarisch Inspreker heeft een grondgebonden bedrijf en verzoekt om uitbreiding van het bouwvlak naar 1,5 ha. Hiertegen bestaat naar het oordeel van de gemeente geen bezwaar. Het bouwvlak wordt vergroot aan de noord- en de westzijde in verband met de ligging van de Bandijk en de situering van het erf. Hiermee komt de buiten het bouwvlak gelegen bebouwing ook binnen het bouwvlak te liggen.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
181
In het bestemmingsplan zal ook een wijzigingsbevoegdheid naar 2 ha worden opgenomen. Daarvoor gelden dezelfde voorwaarden als voor de wijziging naar 1,5 ha met als aanvulling dat bij wijziging ruimte moet worden gereserveerd voor landschappelijke inpassing van de bestaande en nieuwe bebouwing. De aanduiding 'intensieve veehouderij' zal van de verbeelding worden verwijderd. 2. Dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie - 4' Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.4. Daar is aangegeven dat de regeling Waarde - Archeologie op onderdelen wordt aangepast. 3. Dubbelbestemming 'Waarde - Landschap - Oeverwallen' Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.7. Daar is aangegeven dat de regeling Waarde - Landschap op onderdelen wordt aangepast. 4. Dubbelbestemming 'Waarde - Ecologie - EHS' Het afwegingsaspect zoals inspreker aangeeft heeft naar het oordeel van de gemeente geen meerwaarde. Het feit dat de bestemming Agrarisch in de bestemming Natuur wijzigt houdt niet automatisch in dat de betreffend gronden aan het beschikbare landbouwareaal worden onttrokken. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding, regels en toelichting worden aangepast.
219. Samenvatting Inspreker exploiteert op de locatie Leemsteeg 12 te Wilp een intensieve veehouderij in de vorm van een kalverhouderij. 1. Bestemming 'Agrarisch' Inspreker geeft aan dat door het toegekende bouwvlak van 1 ha op het perceel Leemsteeg 12 te Wilp er geen ruimte is voor uitbreiding van bedrijfsbebouwing en dat verharding, bebouwing en een te bouwen stal waarvoor vergunning is verleend buiten het huidige bouwvlak zijn gelegen. Inspreker verzoekt het bouwvlak dusdanig te wijzigen dat aan de zuidzijde extra ruimte ontstaat. In de bijlage is een tekening opgenomen met daarop de nieuw te bouwen stal. Inspreker verzoekt om voor intensieve veehouderijen een wijzigingsbevoegdheid op te nemen zodat een bouwvlak kan worden uitgebreid tot 1,5 ha wat nodig is om ontwikkelingsmogelijkheden te houden. Inspreker geeft aan dat het Reconstructieplan Veluwe de mogelijkheid biedt sterlocaties toe te kennen aan intensieve veehouderijen in verwevingsgebied. Inspreker stelt vast dat in de toelichting wordt aangegeven dat wordt getoetst of sprake is van een sterlocatie, maar uit de planregels is dat niet op te maken. Inspreker is van mening dat uit het bestemmingsplan niet blijkt dat de gemeente moeite heeft gedaan voor ondernemers in het buitengebied om een passende oplossing te regelen, conform de mogelijkheden die het provinciaal beleid biedt. Inspreker verzoekt met relevante overheden/instanties in overleg te gaan voor het bieden van passende ontwikkelingsmogelijkheden voor intensieve veehouderijen en in het bijzonder voor de veehouderij aan de Leemsteeg 12 te Wilp.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
182
Inspraakreacties
2. Bestemming 'Bos' Inspreker verzoekt de toekenning van de bestemming 'Bos' aan de houtwal rond het perceel nader te onderzoeken aangezien het in het kader van de instandhouding van de houtwal de vraag is of het wenselijk is dat een dergelijke groenstrook onder de Boswet valt. Inspreker geeft aan dat indien het agrarisch bouwvlak wordt vergroot, conform de verleende omgevingsvergunning, de bosbestemming van de houtwal verwijderd dient te worden omdat dit anders de realisatie van de stal belemmert. 3. Dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie - 6' Inspreker verzoekt binnen het agrarisch bouwvlak geen archeologische dubbelbestemming op te nemen en tevens normale werkzaamheden behorend bij een agrarische bedrijfsvoering vrij te stellen van de vergunningplicht, aangezien de regels de uitoefening van een agrarisch bedrijf bemoeilijken. 4. Dubbelbestemming 'Waarde - Landschap - Broeken' Inspreker verzoekt het normale beheer en onderhoud behorende bij een agrarische bedrijfsvoering duidelijker te benoemen en tevens buiten het bouwvlak vrij te stellen van de vergunningplicht, aangezien de regels beperkend zijn voor een agrarisch bedrijf. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.3, 2.4 en 2.7. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. 1. Bestemming 'Agrarisch' Inspreker heeft een intensief bedrijf. De maximaal toegestane oppervlakte voor het intensieve deel mag niet meer bedragen dan 1 ha. Aan de uitbreiding hiervan wordt in dit bestemmingsplan niet meegewerkt. De reden hiervoor is dat diverse aspecten zullen moeten worden onderzocht en gewogen om medewerking te kunnen verlenen. Op basis van de ingediende reactie kunnen deze afwegingen naar het oordeel van de gemeente niet worden gemaakt. Wel is in de planregels een wijzigingsbevoegdheid opgenomen (artikel 51.5.3), waardoor het in principe, onder voorwaarden, mogelijk is om het bouwvlak te vergroten tot 1,5 ha. Inspreker kan dus overwegen om een concreet verzoek in te dienen bij de gemeente. Overigens is er geen omgevingsvergunning met activiteit bouwen verleend voor een te bouwen veeschuur. 2. Bestemming 'Bos' In het geldende bestemmingsplan 'Buitengebied 1996' is de bestemming 'bos' niet aangegeven. de houtopstand is ook niet als bos bedoeld maar dient als landschappelijk element ter afscherming van de aanwezige bebouwing. De gemeente is van oordeel dat wanneer een omgevingsvergunning wordt verleend voor het bouwen van een veestal de realisering van die veestal ten koste zal gaan van deze strook. 3. Dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie - 6' Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.4. Daar is aangegeven dat de regeling Waarde - Archeologie op onderdelen wordt aangepast. 4. Dubbelbestemming 'Waarde - Landschap - Broeken' Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.7. Daar is aangegeven dat de regeling Waarde - Landschap op onderdelen wordt aangepast.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
183
Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding, regels en toelichting worden aangepast.
220. Samenvatting Inspreker exploiteert op de locatie Zeedijk 11 te Nijbroek een melkveehouderijbedrijf. 1. Bestemming 'Agrarisch' Inspreker verzoekt voor grondgebonden veehouderijen een bouwvlak van minstens 1,5 ha bij recht toe te kennen en de wijzigingsbevoegdheid te verruimen voor vergroting tot 2 ha, waarbij wordt gewezen op uitbreidingsbehoeften. Inspreker geeft aan dat de melkveehouderijbedrijven na het verdwijnen van het melkquotum een forse uitbreidingsbehoefte gaan krijgen. Inspreker verzoekt het bouwvlak van het perceel Zeedijk 11 te Nijbroek te vergroten tot 1,5 ha conform bijgevoegde tekening, zodat alle sleufsilo's, stallen en erfverharding gelegen zijn binnen het bouwvlak. Inspreker verzoekt met relevante overheden/instanties in overleg te gaan voor het bieden van passende ontwikkelingsmogelijkheden voor grondgebonden veehouderijen en in het bijzonder voor de veehouderij aan de Zeedijk 11. 2. Dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie - 6' Inspreker verzoekt grondwerkzaamheden waarbij geen gebouwen worden opgericht vrij te stellen van de vergunningplicht en dit te verduidelijken in de bestemmingsplanregels, aangezien onduidelijk is welke regels hierbij van toepassing zijn. 3. Dubbelbestemming 'Waarde - Landschap - Veenontginningen Nijbroek' Inspreker verzoekt het normale beheer en onderhoud behorende bij een agrarische bedrijfsvoering duidelijker te benoemen en tevens buiten het bouwvlak vrij te stellen van de vergunningplicht, aangezien de regels beperkend zijn voor een agrarisch bedrijf. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.3, 2.4 en 2.7. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. 1. Bestemming 'Agrarisch' Inspreker heeft een grondgebonden bedrijf en verzoekt om uitbreiding van het bouwvlak naar 1,5 ha. Hiertegen bestaat naar het oordeel van de gemeente geen bezwaar. Het bouwvlak wordt vergroot aan de zuidzijde zodat de bestaande silo's conform verzoek binnen het bouwvlak komen te liggen. In het bestemmingsplan zal ook een wijzigingsbevoegdheid naar 2 ha worden opgenomen. Daarvoor gelden dezelfde voorwaarden als voor de wijziging naar 1,5 ha met als aanvulling dat bij wijziging ruimte moet worden gereserveerd voor landschappelijke inpassing van de bestaande en nieuwe bebouwing. Ten onrechte is in het bouwvlak van inspreker de aanduiding iv (intensieve veehouderij) opgenomen. Dit wordt hersteld. 2. Dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie - 6' Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.4. Daar is aangegeven dat de regeling Waarde - Archeologie op onderdelen wordt aangepast.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
184
Inspraakreacties
3. Dubbelbestemming 'Waarde - Landschap - Veenontginningen Nijbroek' Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.7. Daar is aangegeven dat de regeling Waarde - Landschap op onderdelen wordt aangepast. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding, regels en toelichting worden aangepast.
221. Samenvatting Inspreker exploiteert op de locatie Zwartekolkstraat 4 te Wilp een rundveehouderij. Inspreker verzoekt een passende regeling te ontwikkelen voor het perceel Zwarte Kolkstraat 4 te Wilp, aangezien aan het perceel de bestemming Wonen is toegekend terwijl het in gebruik is door een agrarisch bedrijf en het perceel ook in het geldende bestemmingsplan een agrarische bestemming heeft. Inspreker verzoekt per geval te onderzoeken of de agrarische bestemming behouden kan worden. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.2. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. Inspreker heeft tijdens het zogenaamde tafeltjesoverleg aangegeven dat hij geen bezwaar heeft tegen het aangeven van de bestemming Wonen. Op het bedrijf zit nog een melding Besluit landbouw voor 55 stuks rundvee (melkkoeien met bijbehorend jongvee). Er vinden geen of nauwelijks activiteiten plaats en er wordt niet verwacht dat ter plaatse de activiteiten weer worden opgestart. Op grond hiervan komt de gemeente tot het oordeel dat de bestemming Wonen moet worden gehandhaafd. Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
222. Samenvatting Inspreker geeft aan dat er een gedoogsituatie geldt voor het gesplitst bewonen van woning Dierikweg 4 en 4A. De gemeente ziet het pand als één woning maar staat toe dat er twee huishoudens zijn. Inspreker verzoekt om in het bestemmingsplan aan te geven dat er daadwerkelijk 2 woningen aanwezig zijn. Beantwoording Diederikweg 4 en 4A wordt bewoond door twee huishoudens. Het huisnummer 4A is in 2003 toegekend. Toekenning van een extra huisnummer houdt niet automatisch in dat er sprake is van 2 woningen. Beleidsuitgangspunt bij de bestemming Wonen is dat woningen die door meer dan één huishouden worden bewoond zijn toegestaan. Alle woonruimten moeten dan wel aansluitend aan elkaar worden gebouwd maar ze hoeven niet door een deur of andere toegang met elkaar te zijn verbonden. Daarbij wordt ook het uitgangspunt gehanteerd dat de inhoud van de 'woning' maximaal 750 m³ mag bedragen. Het aantal m² bijgebouw blijft beperkt tot 100 m². Er
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
185
worden dus geen extra bouwrechten verleend. Kadastrale splitsing is mogelijk maar kan niet leiden tot aanpassing van het bestemmingsplan waardoor meer bouwmogelijkheden zouden kunnen ontstaan. In samenhang hiermee is het bij nader inzien wel gewenst de begripsbepaling (bedrijfs)woning te verduidelijken. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De regels worden aangepast.
223. Samenvatting Inspreker geeft aan dat voor een duurzame ontwikkeling van de bedrijven op het perceel De Ziele 2b te Twello de volgende wijzigingen noodzakelijk zijn. 1.
2. 3. 4.
5.
Inspreker verzoekt naast de toegestane 9.800 m² uitbreiding verdere toekomstige uitbreidingen tot 4 ha mogelijk te maken, waarbij gebruikgemaakt kan worden van de afwijkingsbevoegdheid van de artikelen 15.2.1 en 15.2.2. Inspreker verzoekt het bouwblok te verschuiven en te vergroten en de gronden met de kadastrale nummers 2534, 2533 en 6797 te bestemmen voor (glas)tuinbouw. Inspreker verzoekt ten behoeve van het verplaatsen van waterbassins de betreffende gronden te bestemmen als (glas)tuinbouwgrond. Inspreker verzoekt ten behoeve van het realiseren van nieuwe logistieke ruimte en een uitweg op de Vermeersweg de grond met het kadastrale nummer 6797 te bestemmen als (glas)tuinbouwgrond. Inspreker verzoekt de gronden met de kadastrale nummers 6882 en 8030 te bestemmen als tuinbouwgrond ten behoeve van permanente containervelden voor showtuin en proefplantingen.
Als bijlage zijn kaarten toegevoegd. Beantwoording Deze reactie is inhoudelijk gelijk aan de reactie onder 307. Voor de beantwoording wordt verwezen naar de reactie onder nummer 307. Conclusie Voor de conclusie wordt verwezen naar de conclusie onder nummer 307.
224. Samenvatting Inspreker geeft aan bezwaar te maken tegen de wijziging van de bestemming van het perceel Zutphenseweg 11 te Klarenbeek van Aannemingsbedrijf in Wonen. Inspreker is eigenaar van het pompenbedrijf aan de overzijde van de weg Zutphensestraat 242. In de werkplaats aan de Zutphenseweg 11 worden nieuwe ontwikkelingen en prototypen van pompen gebouwd en getest. Inspreker wenst deze activiteiten te behouden en verzoekt deze activiteiten in het bestemmingsplan mogelijk te maken.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
186
Inspraakreacties
Beantwoording Ter plaatse vindt beperkte activiteit plaats voor het bedrijf aan de Zutphensestraat 242. In het geldende bestemmingsplan 'Buitengebied 1996' is ter plaatse een woonbestemming aangegeven met de nadere aanduiding dat er een technische onderzoeksinstelling gevestigd mag zijn tot een oppervlakte van 175 m². Uit ruimtelijk oogpunt is het naar het oordeel van de gemeente niet bezwaarlijk om een bedrijfsbestemming aan te geven. Zoals bij de overige bedrijfsbestemmingen van toepassing is, is een uitbreiding van maximaal 20% (35 m²) toegestaan. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding en bijlage 3 van de regels worden aangepast.
225. Samenvatting 1. Grootte bouwvlak Inspreker maakt bezwaar tegen het bouwvlak op het perceel Lochemsestraat 26 te Terwolde, aangezien dit kleiner is dan de bestaande teeltondersteunende voorzieningen. 2. Hoogte permanente teeltondersteunende voorzieningen Inspreker maakt bezwaar tegen de hoogte van 1,5 m van de permanente teeltondersteunende voorzieningen, aangezien dit arbotechnisch niet verantwoord is. Inspreker geeft aan dat bovengenoemde punten de duurzame ontwikkeling van het bedrijf in gevaar brengen. Beantwoording 1. en 2. Grootte bouwvlak en hoogte permanente teeltondersteunende voorzieningen Het bedrijf van inspreker is te omschrijven als een gemengd bedrijf. Er vindt (nog) fruitteelt plaats en er worden 'rotsplanten' gekweekt. De fruitteelt zal in de toekomst waarschijnlijk minder worden. Bij het bedrijf staat circa 3.200 m² aan teeltondersteunende voorzieningen in de vorm van lage foliekappen (hoogte 1,5 m). Aansluitend aan deze kappen liggen enkele containervelden. Inspreker wil op termijn de lage foliekappen vervangen door hogere foliekappen met een hoogte van circa 2,5 m. Ingestemd wordt met het toekennen van een bouwvlak waarbij de foliekappen binnen het bouwvlak liggen zodat deze vervangen kunnen worden door teeltondersteunende voorzieningen met voldoende hoogte die arbeidstechnisch verantwoord is. Aan de overgebleven fruitteeltpercelen wordt de functieaanduiding 'fruitteelt' gegeven. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
226. Samenvatting 1. Bestemming 'Agrarisch' Inspreker ziet graag het bouwvlak aan de westzijde uitgebreid. Aanwezige sleufsilo's liggen dan binnen het bouwvlak en er ontstaat een mogelijkheid om de bestaande gebouwen te vergroten.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
187
2. Dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie' Inspreker verzoekt aanpassing van de waarde omdat de bodem al geroerd is. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.3 en 2.4. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. 1. Bestemming 'Agrarisch' Uit milieuoverwegingen is het noodzakelijk dat het bouwvlak aan de westzijde op 50 m uit de naburige woning is gelegen. Voor de aanwezigheid van de sleufsilo's is geen bouwvlak noodzakelijk. Sleufsilo's en kuilvoerplaten kunnen via afwijking ook buiten het bouwvlak worden gerealiseerd. In de planregels is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen waardoor het mogelijk wordt het bouwvlak te vergroten tot 1,5 ha. Diverse aspecten zullen moeten worden onderzocht en gewogen om medewerking te kunnen verlenen. De gemeente is van oordeel dat deze afwegingen op basis van de ingediende reactie niet kunnen worden gemaakt. Het bouwvlak wordt niet aangepast. 2. Dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie' Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.4. Daar is aangegeven dat de regeling Waarde - Archeologie op onderdelen wordt aangepast. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding, regels en toelichting worden aangepast.
227. Samenvatting Inspreker exploiteert op de locatie Quabbenburgerweg 19 te Twello een hoveniersbedrijf. Inspreker verzoekt de bouwmogelijkheden op het perceel Quabbenburgerweg 19 te Twello te verruimen. Inspreker geeft aan dat het perceel in het geldende bestemmingsplan een agrarische bestemming (B) heeft met bouwmogelijkheden en dat er op basis van het voorontwerpbestemmingsplan geen uitbreidingsmogelijkheden zijn. Inspreker geeft aan dat verplaatsing naar een industrieterrein te kostbaar is. Beantwoording Voor het perceel is gekozen voor de bedrijfsbestemming omdat het hier gaat om een hoveniersbedrijf. Een hoveniersbedrijf is geen agrarisch bedrijf. De bestaande oppervlakte (620 m²) van de bebouwing exclusief de bedrijfswoning is het maximaal haalbare op grond van de Provinciale Verordening Gelderland. Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
188
Inspraakreacties
228. Samenvatting Bestemming 'Agrarisch' Inspreker ziet graag het bouwvlak aan de oostzijde uitgebreid. Alle bebouwing en aanwezige voeropslagen liggen dan binnen het bouwvlak. Beantwoording Het is uiteraard de bedoeling dat bebouwing van het agrarische bedrijf wordt opgenomen binnen het bouwvlak. Het is niet strikt noodzakelijk dat voeropslag binnen het bestemmingsvlak wordt opgenomen. De huidige voeropslag ligt door een ontsluitingsweg naar achterliggende woningen gescheiden van de bedrijfsgebouwen. Uit ruimtelijk oogpunt is het naar het oordeel van de gemeente niet gewenst dat op de locatie van de huidige voeropslagen bedrijfsgebouwen kunnen worden opgericht. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
229. Samenvatting Inspreker exploiteert op de locatie Gravenstraat 9 te Voorst een jongvee- en vleesstierenbedrijf. 1. Berging-10 ontbreekt op plankaart Inspreker verzoekt voor het perceel Gravenstraat 9 te Voorst de verbeelding aan te passen conform bijgevoegde kaart zodat de nieuwe berging waarvoor bouwvergunning is verleend binnen het bouwvlak komt te liggen, aangezien deze berging niet is weergegeven op de plankaart. 2. Vergroting bouwvlak naar circa 0,75 ha Inspreker verzoekt het bouwvlak te wijzigen en te vergroten naar 0,75 ha conform bijgevoegde tekening. Inspreker geeft aan dat om een goede economische bedrijfsvoering te bevorderen en de continuïteit voor de toekomst te waarborgen, uitbreiding van de huidige bedrijfsgebouwen noodzakelijk is. Inspreker geeft hierbij aan dat een stal zal worden uitgebreid, een stal en een schuur buiten het bouwvlak zijn gelegen en dat hij twee sleufsilo's wil realiseren. 3. Archeologie Inspreker geeft aan dat aan de locatie de Waarde - Archeologie - 4 is opgelegd. Inspreker stelt vast dat dit betekent dat bij uitbreiden en/of oprichten van bouwwerken vanaf 30 m² een archeologische onderzoek vereist is. Tevens mag geen diepere grondbewerking dan 30 cm plaatsvinden zonder omgevingsvergunning c.q. het overleggen van een onderzoeksrapportage, hetgeen zeer kostenverhogend is. Het vereisen van een onderzoeksrapportage zal leiden tot waardedaling van de gronden door toenemende kosten. Inspreker wijst er op dat de genoemde drempelwaarde van 30 m² zeer zwaar is en in geen verhouding staat tot de bouwmogelijkheden van omliggende percelen waarbij een rapportage vanaf 2.500 m² wordt vereist. Inspreker wijst er op dat ingevolge artikel 41a van de Monumentenwet 1988, wijziging Wet van 21-12-2006 is bepaald dat bij een bestemmingsplan een archeologisch rapport kan wor-
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
189
den verlangd bij een reguliere vergunning en dat dit niet van toepassing is op projecten kleiner dan 100 m². De kosten van een archeologisch rapport staan, naar het oordeel van inspreker, niet in verhouding tot de beperkte bouwkosten van een schuur van 30 m². Inspreker verzoekt een andere acceptabele waarde (6/7) met bijbehorend oppervlakte vast te stellen dan wel geen waarde aan dit perceel toe te kennen. Inspreker verzoekt aan te geven of bij vergunningsvrije bouwwerken deze rapportage niet noodzakelijk is. 4. Erfgoedverordening Inspreker verzoekt om de Erfgoedverordening van 2009 in de gemeenteraad ter discussie te stellen, omdat de huidige waardering van de archeologische waarden een aanzienlijke financiële aderlating voor de grondeigenaar betekent in geval van slopen en/of oprichten van bouwwerken. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.1, 2.3 en 2.4. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. 1. en 2. Berging-10 ontbreekt op plankaart en vergroting bouwvlak naar circa 0,75 ha Het bouwvlak wordt aangepast zodat de onlangs gebouwde veeschuur binnen het bouwvlak ligt. Inspreker heeft een grondgebonden agrarisch bedrijf en vraagt om uitbreiding naar 0,75 ha. Deze uitbreiding is naar het oordeel van de gemeente niet bezwaarlijk en zal conform wens worden opgenomen op de verbeelding. 3. en 4. Archeologie en erfgoedverordening Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.4. Daar is aangegeven dat de regeling Waarde - Archeologie op onderdelen wordt aangepast. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding, regels en toelichting worden aangepast.
230. Samenvatting 1. Gewenste uitbreiding waardetoevoegingen aan de bestemming 'agrarisch' Inspreker verzoekt aan het gebied tussen Bandijk en IJssel ten noorden van de Marsstraat tot aan de gemeentegrens met Deventer respectievelijk de Kerkweg de aanduiding E - EHS toe te voegen. Inspreker geeft aan dat wanneer dit niet gebeurt, verzocht wordt om aan het normale agrarische gebied minimaal een waarde L (landschap) toe te kennen. Inspreker geeft tevens aan dat het goed zou zijn om aan de aanduiding E - EHS een waarde L toe te voegen. Inspreker wijst erop dat de toekenning van de aanduiding E - EHS versnipperd heeft plaatsgevonden en dat er sprake is van een inconsequente vertaling van eerder geformuleerd beleid. 2. Intensieve veehouderij pal naast de gebiedsaanduiding W - E - EHS? Inspreker verzoekt de functieaanduiding 'Intensieve veehouderij' op en rond het perceel Oysedwarsweg 8 te Wilp te laten vervallen. Inspreker geeft aan dat deze functieaanduiding, gelet op de landschappelijke, ecologische en recreatieve waarden ter plaatse, onaanvaard-
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
190
Inspraakreacties
baar is. Inspreker merkt op dat het belang van de bed & breakfast op het perceel Oysedwarsweg 4 te Wilp wordt geschaad, waarbij het gaat om behoud en ontwikkeling van landschappelijke en ecologische waarden. Inspreker geeft daarnaast aan dat de tot de uitoefening van intensieve veehouderij strekkende milieuvergunning voor het perceel Oysedwarsweg 8 sinds 3 september 2010 is ingetrokken en dat voor het perceel daarom een normale agrarische bestemming met meldingsplicht geldt conform het 'Besluit Landbouw Milieubeheer' uit 2006. 3. Bouwvlak Oysedwarsweg 8 Inspreker verzoekt op het perceel Oysedwarsweg 8 te Wilp een woonbestemming te leggen. Inspreker geeft hierbij aan dat indien dit niet mogelijk is, het bouwvlak moet worden teruggebracht naar een maximale omvang van 0,25 ha, passend bij een hobbyboer, aangezien van een volwaardige agrarische bedrijfsomvang geen sprake is. Inspreker geeft tevens aan dat bij benutting van de ruimtelijke mogelijkheden het landschap op onevenredige wijze wordt geschaad en dat er schade is voor de recreatieve beleving van het gebied. 4. Theeschenkerij Weerdseweg 6/6a Inspreker verzoekt de geldende bestemming en gebruiksvoorschriften voor de theeschenkerij annex expositieruimte aan de Weerdseweg 6 en 6a onverkort en ongewijzigd over te zetten naar het nieuwe bestemmingsplan, aangezien door opname van de bestemming Horeca met de functieaanduiding Museum veel meer is toegestaan dan in de herziening uit 2004. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.3 en 2.5. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. 1. Gewenste uitbreiding waardetoevoegingen aan de bestemming 'agrarisch' De waarde Ecologie - EHS is overgenomen uit de provinciale begrenzing van de EHS zoals die gewijzigd is vastgesteld in 2009. In de Provinciale Ruimtelijke Verordening verplicht de provincie de gemeenten om de EHS in de bestemmingsplannen te beschermen en daarbij is de provinciaal vastgelegde grens van de EHS het uitgangspunt. Voor het gehele gebied Wilpse Klei is de dubbelbestemming 'Waarde ingepolderde uiterwaarden' van toepassing. Door middel van deze dubbelbestemming worden de karakteristieke landschappelijke waarden van het gebied beschermd. 2. Intensieve veehouderij pal naast de gebiedsaanduiding W - E - EHS? In het Reconstructieplan ligt het gebied binnen de zone verwevingsgebied. In het verwevingsgebied mogen intensieve veehouderijbedrijven uitbreiden tot maximaal 1 ha en dit type bedrijven mag zich vestigen op locaties met een bestaand agrarisch bedrijf. Bij nader inzien heeft de gemeente vastgesteld dat de aanduiding 'intensieve veehouderij' in het verwevingsgebied niets toevoegt en deze aanduiding zal dan ook van de plankaart worden verwijderd. Dit verandert niets aan de rechten en mogelijkheden op bestaande agrarische bedrijven in dit gebied. Op basis van dit bestemmingsplan kan het bedrijf Oysedwarsweg 8 zich verder kan ontwikkelen, maar daarbij zijn uiteraard de milieurandvoorwaarden mede kaderstellend. 3. Bouwvlak Oysedwarsweg 8 In het vigerende bestemmingsplan is de locatie voorzien van een agrarisch bouwperceel categorie C. Op het perceel is een melding van toepassing in het kader van het Besluit Landbouw, hetgeen duidt op een reële agrarische activiteit. Om die reden is er naar het oordeel van de gemeente geen aanleiding om de bestaande situatie te wijzigen en is een agrarisch bouwperceel toegekend met een vergelijkbare omvang ten opzichte van het vigerende bestemmingsplan.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
191
4. Theeschenkerij Weerdseweg 6/6a Bij de bestemmingsregeling voor Weerdseweg 6/6a is aansluiting gezocht bij de gedeeltelijke herziening die in 2004 voor dit perceel is vastgesteld in combinatie met de standaard bestemmingsregelingen. Een bestemming Horeca in de categorieën 1a en 1b van de Staat van Horeca-activiteiten is daarbij naar het oordeel van de gemeente het meest passend. Hiermee is het mogelijk dat de bezoekers van het museum en passanten gebruik kunnen maken van de aangeboden voorzieningen. Daarmee wordt invulling gegeven aan de beoogde regeling voor de locatie en kan deze locatie een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van het plattelandstoerisme in de gemeente. Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
231. Samenvatting Inspreker verzoekt het toegekende bouwvlak met een oppervlakte van 0,87 ha aan te passen en te vergroten tot een oppervlakte van 1 ha. Inspreker heeft een concreet voorstel voor de begrenzing van het bouwvlak bijgevoegd. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.3. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. Er zijn naar het oordeel van de gemeente geen ruimtelijk bezwaren om tegemoet te komen aan het verzoek van inspreker. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
232. De reactie heeft betrekking op de locatie Bekendijk 1 te Terwolde. Hier exploiteert inspreker een melkrundvee- annex vleeskalverenhouderij. Samenvatting 1. Ligboxenstal ontbreekt op plankaart Inspreker geeft aan dat er een nieuwe ligboxenstal-R is gerealiseerd die nog niet op de plankaart is aangegeven. Tevens zijn de bestaande sleufsilo's aan de westzijde niet binnen het bouwvlak gebracht. Inspreker verzoekt de plankaart aan te passen. 2. Verleggen bouwvlak Inspreker verzoekt de begrenzing van het bouwvlak aan te passen, zoals aangegeven op een bijgevoegde situatietekening. Reden hiervoor is dat op slechts 55 m van de ligboxenstal een burgerwoning gelegen is, waardoor een gedeelte van het bouwvlak niet benut kan worden. 3. Vergroten bouwvlak naar 1,3 ha Inspreker geeft aan dat om een goede economische bedrijfsvoering te bevorderen en om de continuïteit voor de toekomst te waarborgen, schaalvergroting en uitbreiding van de huidige
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
192
Inspraakreacties
bedrijfsgebouwen noodzakelijk is. Inspreker geeft aan plannen te hebben de ligboxenstal GR uit te breiden. Hierdoor is het mogelijk twee volwaardige bedrijfsinkomens te verwerven. Inspreker geeft ook aan dat in het kader van het reconstructieplan een groter bouwvlak dan 1 ha mogelijk is voor niet-intensieve dierhuisvesting. De bestaande vleeskalverenstal, zijnde de IV-tak van circa 320 m², wordt niet uitgebreid, dus voldoet inspreker aan het Reconstructieplan. Inspreker verzoekt een bouwvlak toe te kennen van 1,3 ha conform bijgevoegd voorstel. 4. Archeologie Inspreker geeft aan dat aan de locatie de Waarde - Archeologie - 4 is opgelegd. Inspreker stelt vast dat dit betekent dat bij uitbreiden en/of oprichten van bouwwerken vanaf 30 m² een archeologische onderzoek vereist is. Tevens mag geen diepere grondbewerking dan 30 cm plaatsvinden zonder omgevingsvergunning c.q. het overleggen van een onderzoeksrapportage, hetgeen zeer kostenverhogend is. Het vereisen van een onderzoeksrapportage zal leiden tot waardedaling van de gronden door toenemende kosten. Inspreker wijst erop dat de genoemde drempelwaarde van 30 m² zeer zwaar is en in geen verhouding staat tot de bouwmogelijkheden van omliggende percelen waarbij een rapportage vanaf 2.500 m² wordt vereist. Inspreker wijst erop dat ingevolge artikel 41a van de Monumentenwet 1988, wijziging Wet van 21-12-2006 is bepaald dat bij een bestemmingsplan een archeologisch rapport kan worden verlangd bij een reguliere vergunning en dat dit niet van toepassing is op projecten kleiner dan 100 m². De kosten van een archeologisch rapport staan, naar het oordeel van inspreker, niet in verhouding tot de beperkte bouwkosten van een schuur van 30 m². Inspreker verzoekt een andere acceptabele waarde (6/7) met bijbehorende oppervlakte vast te stellen dan wel geen waarde aan dit perceel toe te kennen. Inspreker verzoekt aan te geven of bij vergunningvrije bouwwerken deze rapportage niet noodzakelijk is. 5. Erfgoedverordening Inspreker verzoekt de Erfgoedverordening van 2009 in de gemeenteraad ter discussie te stellen aangezien de huidige waardering van de archeologische waarden een aanzienlijke financiële aderlating voor de grondeigenaar betekent voor het slopen en/of oprichten van bebouwing. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.1, 2.3 en 2.4. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. 1. Ligboxenstal ontbreekt op plankaart De ondergrond zal door de gemeente waar mogelijk worden aangepast. 2. en 3. Verleggen bouwvlak en vergroten bouwvlak naar 1,3 ha Het verzoek om verlegging van het bouwperceel stuit naar het oordeel van de gemeente niet op ruimtelijke bezwaren en de verbeelding wordt daarop aangepast. Inspreker vraagt ook om uitbreiding van het bouwvlak tot 1,3 ha. Ook dit stuit niet op ruimtelijke bezwaren. Het bouwvlak zal aan de zuidoostzijde worden verkleind en aan de westzijde worden verruimd conform verzoek. 4. en 5. Archeologie en erfgoedverordening Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.4. Daar is aangegeven dat de regeling Waarde - Archeologie op onderdelen wordt aangepast.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
193
Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding, regels en toelichting worden aangepast.
233. Samenvatting Inspreker verzoekt de bouwgrens van het perceel Klarenbeekseweg 34 te herzien overeenkomstig de bijgevoegde tekening. Inspreker voert daarbij de volgende overwegingen aan: de huidige bouwgrens is overgenomen uit het vorige bestemmingsplan en niet meer afgestemd op de werkelijke situatie; op korte termijn wil inspreker de mogelijkheid hebben om een kapschuurtje te realiseren aan de noordgrens van het perceel hetgeen mogelijk is nu de bouwmogelijkheden voor bijgebouwen verruimd worden tot 100 m²; de tuin is door inspreker heringericht; inspreker wenst aan de oostzijde langs de Bekenstraat een dichte heg of andere afscheiding te realiseren; inspreker wenst de bestaande woning uit te breiden met een serre op het westen en door verlenging van de kap naar het noorden, waarbij het oostelijke erf gehandhaafd blijft. Inspreker wijst erop dat het niet gaat om een uitbreiding van het bouwvlak maar om een kanteling. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.3. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. Er zijn naar het oordeel van de gemeente geen ruimtelijke bezwaren om aan het verzoek van inspreker tegemoet te komen. De oppervlakte van het bouwperceel blijft ongeveer gelijk. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
234. Samenvatting 1. Activiteiten van Tuinland in relatie tot het geldende bestemmingsplan Inspreker geeft aan dat het overgrote deel van de door Tuinland ten verkoop aangeboden producten bestaat uit bloemen, planten, zaden, bloembollen en meststoffen en dat Tuinland tevens de volgende artikelen verkoopt: gereedschappen voor tuinonderhoud, tuinbenodigdheden en tuin accessoires, recreatie- en hobbyartikelen, cadeau- en sfeerartikelen, vissen en diervoeders en benodigdheden voor het houden van dieren en boeken in verband met deze activiteiten, Tevens exploiteert Tuinland een cafetariabedrijf. Inspreker stelt vast dat de definitie voor Tuincentrum in het geldende bestemmingsplan ruimte laat voor discussie over de vraag of de verkoop van de genoemde artikelen wel in overeenstemming is met het geldende bestemmingsplan. Inspreker stelt tevens vast dat het bestaande gebruik is gelegaliseerd door het overgangsrecht binnen het bestemmingsplan Buitengebied 1996.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
194
Inspraakreacties
2. Activiteiten van Tuinland in relatie tot het voorontwerpbestemmingsplan Inspreker stelt vast dat het begrip Tuincentrum in het nieuwe bestemmingsplan grotendeels overeenkomt met de definitie in het geldende plan. Inspreker stelt dat gebruik dat reeds onder het overgangsrecht van het origenele plan viel, niet opnieuw onder het overgangsrecht mag worden gebracht. Om die reden stelt inspreker voor om de bestemming voor het Tuincentrum aan te passen, overeenkomstig het huidige gebruik. Inspreker doet hiervoor een concreet voorstel. Beantwoording 1 en 2. Activiteiten van Tuinland in relatie tot het geldende bestemmingsplan en van Tuinland in relatie tot het voorontwerpbestemmingsplan De gemeente stemt in met het verzoek om de activiteiten van inspreker op te nemen in de bestemmingsomschrijving van artikel 6. Daarmee wordt het bestaande gebruik opgenomen in de regels. Er is naar het oordeel van de gemeente geen ruimtelijk bezwaar tegen het overnemen van de voorgestelde regeling en hiermee wordt tevens recht gedaan aan de gaandeweg ontstane situatie. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De regels worden aangepast.
235. Samenvatting Inspreker stelt vast dat de oude bestemming Hippische Doeleinden is vertaald naar Sport. Hij stelt dat recreatief rijden ook mogelijk is binnen de Agrarische bestemming en verzoekt om de bestemming Agrarisch. Beantwoording De bestemming Sport komt vrijwel overeen met de bestemming Actieve recreatie, nader aangeduid met hippische doeleinden in het vigerende bestemmingsplan Buitengebied. De agrarische bestemming is bedoeld voor locaties waar agrarische activiteiten de hoofdzaak zijn en dat is hier niet het geval. Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
236. Samenvatting Inspreker maakt bezwaar tegen de bouwmogelijkheden bij Heegsestraat 3. Nu kan er pal voor zijn woning gebouwd worden. Inspreker verzoekt het bouwvlak te verschuiven. Beantwoording In het vigerende bestemmingsplan Buitengebied is het perceel Heegsestraat 3 voorzien van een agrarisch bouwperceel categorie B. De bouwmogelijkheden op basis van dit plan zijn overgenomen in het voorontwerpbestemmingsplan. Dit geldt zowel voor de mogelijke locatie waar gebouwd kan worden als de omvang van het bouwperceel. De bestaande rechten zijn hiermee gehandhaafd. Vanwege de nieuwe systematiek door bouwpercelen omlijnd op de verbeelding aan te geven ontstaat echter een ander beeld.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
195
Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
237. Samenvatting Inspreker verzoekt het bouwvlak te vergroten tot meer dan 1 ha. Inspreker geeft aan dat er ten noorden van het bedrijf kuilplaten liggen tot aan de dijk zodat uitbreiding aan die zijde niet mogelijk is. Aan de zuidzijde is voor een jongveestal en uitbreiding van de machineschuur ruimte gewenst is. Inspreker heeft een tekening bijgevoegd. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.3. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. Er is naar het oordeel van de gemeente geen ruimtelijk bezwaar om het bouwperceel in zuidelijke richting uit te breiden conform verzoek. De verbeelding zal hierop worden aangepast. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
238. Samenvatting Inspreker verzoekt de toegekende bestemming Wonen te wijzigen in Agrarisch. Inspreker geeft aan de woning en het perceel gekocht te hebben met als doel hier vee te houden. Op het vorige woonadres heeft inspreker altijd actief vee gehouden en inspreker heeft zijn UBNnummer laten overplaatsen naar dit nieuwe adres. Inspreker wil hier zijn veebedrijf kunnen voortzetten. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.5. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. In het vigerende bestemmingsplan is de locatie voorzien van een agrarisch bouwperceel. Het agrarisch bouwperceel kan naar het oordeel van de gemeente gehandhaafd blijven omdat ten aanzien van de woningbouwlocatie Wilp Achterhoek een geurverordening is vastgesteld. Gezien de omvang van het object wordt een klein agrarisch bouwperceel op de kaart aangegeven. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
239. Samenvatting 1. Inspreker verzoekt een paardenbak die reeds 35 jaar aanwezig is als zodanig te bestemmen binnen de bestemming Agrarisch.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
196
2.
Inspraakreacties
Inspreker geeft aan dat binnen de bestemming Agrarisch 5 schuren aanwezig zijn met een totale oppervlakte van circa 75 m² maar dat deze schuren niet op de plankaart staan aangegeven.
Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.1. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. De paardenbak ligt binnen de bestemming Agrarisch. Het object zelf is voorzien van de bestemming Wonen, overeenkomstig het vigerende bestemmingsplan. Binnen de bestemming Agrarisch kan met een afwijking een paardenbak gerealiseerd worden. Een bestaande paardenbak hoeft dan ook niet binnen een bouwvlak te liggen en hoeft ook niet van een afzonderlijke bestemming voorzien te worden. Met betrekking tot het ontbreken van de schuren op de ondergrond wordt verwezen naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.1. Hierbij wordt nog opgemerkt dat de noordelijk gelegen schuur van een agrarisch bouwvlak (zonder woning) is voorzien en deze schuur daarmee niet onder het overgangsrecht valt. Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
240. Samenvatting 1. Verruiming bestemmingen Huize Noordijk met bijbehorende tuinmanswoning en koetshuis Inspreker stelt vast dat de kern van het landgoed Groote Noordijk bestaande uit Huize Noordijk met bijbehorend koetshuis en tuinmanswoning de bestemming 'Wonen - Landhuis' en 'Wonen' heeft gekregen. Dit betekent een forse verslechtering wat betreft gebruiksmogelijkheden van de gebouwen ten opzichte van het geldende bestemmingsplan. Voor Huize Noordijk wordt gewerkt aan een toekomstvisie, zodat een nieuwe invulling kan worden gegeven aan het landhuis en de bijgebouwen. In die visie wordt aangegeven dat het ven belang is in het landhuis en de bijgebouwen meerdere woningen of appartementen te realiseren. Alleen dan is restauratie van deze monumenten mogelijk. Inspreker verzoekt om artikel 24.4.d te schrappen en alsnog een wijzigingsbevoegdheid op te nemen dat meerdere woningen/appartementen in het landhuis en de bijgebouwen gerealiseerd mogen worden. Inspreker verzoekt de gedeeltelijke woonfunctie van het koetshuis te erkennen en het koetshuis ook de bestemming 'Wonen - Landhuis' te geven. Inspreker verzoekt eveneens het terrein waarop deze bestemming rust te vergroten met onder andere de oude moestuin en het voorterrein voor Huize Noordijk. Mocht het niet mogelijk zijn om de tuinmanswoning en het koetshuis met een tweede woonfunctie onder de bestemming 'Wonen - Landhuis' te brengen dan verzoekt inspreker te vermelden dat het hier om 2 woningen gaat. Inspreker wijst op het nieuwe beleid van de Centrale Overheid voor de zogenaamde Plattelandswoning, waardoor het in 2012 veel gemakkelijker wordt om naast agrarische bedrijven ook woningen toe te staan. Inspreker verzoekt de wijzigingsbevoegdheid en de bouwregels van artikel 24.4 hierop aan te passen. Inspreker verzoekt de wijzigingsbevoegdheid die het mogelijk maakt de bestemming te wijzigen naar sociale, culturele, kunstzinnige, medische, algemeen maatschappelijke functies, horecadoeleinden en/of kantoren te verruimen met de functies hotel en restaurant.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
197
Eveneens verzoekt inspreker de in artikel 24.1 lid c1 en e1 opgenomen maat van 100 m² te wijzigen in 200 m². Voor kantoor-aan-huis en voor nevenfuncties is een maat van 100 m² niet realistisch. 2. Artikel 37 'Waarde - Landgoed' Inspreker verzoekt de maximale oppervlaktemaat voor een beheergebouw te vergroten van 150 m² naar 400 m² voor landgoederen groter dan 50 ha. Inspreker verzoekt de koppeling aan de oppervlaktemaat van 50 ha los te laten. De kwaliteiten van het landgoed bepalen de intensiteit van het noodzakelijk beheer en de omvang van het beheergebouw. Inspreker verzoekt in artikel 37 een speciale wijzigingsbevoegdheid op te nemen waardoor het mogelijk wordt vrijkomende agrarische gebouwen en andere gebouwen te wijzigen naar wonen, sociale, culturele, kunstzinnige, medische, algemeen maatschappelijke functies, restaurant en horecadoeleinden en/of kantoren. Ook moet het mogelijk worden in vrijkomende agrarische gebouwen met een monumentaal karakter meerdere woningen te realiseren. 3. Bestemming bos Inspreker geeft aan dat een perceel populierenbos niet als zodanig op de plankaart is aangegeven. Verzocht wordt dit alsnog te doen. 4. Overige aandachtspunten Inspreker stelt vast dat met de op 6 september namens alle landgoedeigenaren naar voren gebrachte zaken nagenoeg niets is gebeurd. Inspreker vindt het van belang dat de volgende zaken alsnog in het bestemmingsplan worden meegenomen. Dubbele gebruiksregels moeten niet van toepassing zijn voor landgoederen die vallen onder de Natuurschoonwet. De Natuurschoonwet is erop gericht versnippering van het eigendom van landgoederen alsmede aantasting van het natuurschoon van landgoederen te voorkomen. Het bestemmingsplan behoeft dat niet ook te doen. De omschakeling tussen agrarische functies moet zonder meer mogelijk zijn. De NSW verzet zich daar niet tegen. Inspreker verzoekt om boomkwekerijen en fruitteelt zonder ontheffing toe te staan op NSW-landgoederen. De archeologische kaart is zeer onduidelijk door de vele gradaties. Door de onderzoeksverplichting worden grondeigenaren op hoge kosten gejaagd. Verzocht wordt de archeologische kaart te versimpelen en een minder rigide regelgeving te voeren. Verzocht wordt NSW-landgoederen voldoende ontwikkelruimte te geven middels een flexibiliteitsbepaling. Nieuwe functies maken het mogelijk gebouwen te onderhouden en te restaureren. Met het toelaten van nevenactiviteiten op agrarische percelen dient voorzichtig te worden omgegaan. Versnippering en verrommeling van het landschap is ongewenst en kleinschalige economische activiteiten in het buitengebied stimuleren dat. Verzocht wordt om voor NSW-landgoederen een aparte flexibiliteitsbepaling op te nemen die het mogelijk maakt om bij het beëindigen van agrarische bedrijven vervolgfuncties mogelijk te maken. De bouw van eventuele opstallen voor beheer moet niet gekoppeld worden aan de oppervlakte maar aan behoefte. Inspreker stelt voor dit te koppelen aan een oppervlakte van 5 ha. Inspreker verzoekt de mogelijkheid voor functiewijziging voor landhuizen nader te bezien en extra flexibiliteit van functies mogelijk te maken. Inspreker verzoekt voor monumentale panden een flexibele bestemming mogelijk te maken. Hierdoor kan restauratie bespoedigd worden. De analoge plankaarten zijn zeer slecht te lezen en te raadplegen. Inspreker vraagt of het inderdaad de bedoeling is dat particuliere landgoedeigenaren hun bezit over te dragen aan Natuurmonumenten of Gelders Landschap ingeval de be-
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
198
Inspraakreacties
stemming van gronden gewijzigd wordt in Natuur. Verzocht wordt artikel 36.2 te schrappen. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.4 en 2.9. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. 1. Verruiming bestemmingen Huize Noordijk met bijbehorende tuinmanswoning en koetshuis In het geldende bestemmingsplan 'Buitengebied 1996' geldt voor Huize Noordijk de bestemming 'Landhuis'. Binnen het vlak zijn ook de tuinmanswoning en 'koetshuis' opgenomen. Via afwijking kan worden toegestaan dat het landhuis en de eventueel daarbij behorende oorspronkelijke stallen kunnen worden verbouwd ten behoeve van huisvesting van meerdere huishoudens (appartementen). Deze afwijkingsbevoegdheid is niet in het voorontwerpbestemmingsplan overgenomen. De gemeente treedt graag met inspreker in overleg over de toekomstvisie die voor het landgoed Groote Noordijk in voorbereiding is. In dat kader kan nader beoordeeld worden of aan het koetshuis een woonfunctie kan worden toegekend. De verbeelding zal worden aangepast, waarbij het bestemmingsvlak 'Landhuis' uit het geldende bestemmingsplan ongewijzigd wordt overgenomen. Ook zullen de regels worden aangepast waardoor het mogelijk blijft via afwijking toe te staan dat het landhuis en de eventueel daarbij behorende oorspronkelijke stallen kunnen worden verbouwd ten behoeve van huisvesting van huishoudens. In vervolg hierop zal het artikel 24.4.d worden geschrapt omdat het vestigen van meerdere huishoudens via afwijking mogelijk gemaakt kan worden. In het geldende bestemmingsplan 'Buitengebied 1996' staan Huize Noordijk, de tuinmanswoning en het koetshuis binnen het vlak met de bestemming Landhuis. Het voorontwerpbestemmingsplan wijkt hiervan af. Dit zal worden hersteld. Het is niet duidelijk waar de moestuin heeft gelegen. Er is nog slechts een tuinmuur aanwezig. Ook is niet te achterhalen welke afmetingen deze moestuin had. Er is geen reden om de verbeelding daarop aan te passen. Er bestaat nog geen (landelijk) beleid inzake 'plattelandswoningen', zodoende valt daar ook nog geen rekening mee te houden. De functies 'hotel' en 'restaurant' vallen onder het begrip 'horecadoeleinden'. Zie hiervoor ook de begrippenlijst van de regels van het bestemmingsplan: 'Horeca: het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf.' Bij een eventueel te behandelen verzoek om het bestemmingsplan te wijzigen zal in overleg bepaald worden welke categorie uit de Staat van Horeca-activiteiten van toepassing verklaard wordt. Het gebruik voor nevenfuncties is mogelijk tot 100 m², en via een omgevingsvergunning met afwijking mogelijk tot een oppervlakte van 350 m². Hiermee is ruim voorzien in de mogelijkheden voor nevenfuncties. 2. Artikel 37 'Waarde - Landgoed' De gemeente heeft gekozen voor een koppeling van de grootte van het beheergebouw aan de oppervlakte van het landgoed. De gemeente gaat ervan uit dat bij kleinere oppervlaktes de gronden vanuit de bestaande bebouwing te beheren zijn. Een uitbreiding van de m² is mogelijk via een omgevingsvergunning (per 15 ha kan 20 m² extra worden gebouwd tot een maximum van 400 m² totale oppervlakte beheergebouwen). Bij nader inzien is de gemeente van oordeel dat het gewenst is deze regeling aan te passen, rekening houdend met het gegeven dat veel landgoederen kleiner zijn dan 50 ha. De in de regeling opgenomen maat van 50 ha wordt verkleind naar 25 ha. Gelijktijdig wordt de maat-
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
199
voering van het op te richten beheergebouw gesteld op maximaal 100 m². In combinatie met de in het bestemmingsplan opgenomen afwijkingsregeling worden er naar het oordeel van de gemeente voldoende mogelijkheden geboden voor een doelmatig beheer van landgoederen. Voor de herkenbaarheid, bescherming en verruiming van mogelijkheden voor landgoederen is een aparte dubbelbestemming Waarde - Landgoed in het leven geroepen. Voor bedrijfsbeëindiging en vervolgfunctie heeft de gemeente het Functieveranderingsbeleid. Het gebruikmaken van het Functieveranderingsbeleid is gekoppeld aan het opstellen van een nieuw bestemmingsplan. 3. Bestemming bos Conform het verzoek zal de gemeente het perceel op de verbeelding aangeven als Bos. 4. Overige aandachtspunten Het bestemmingsplan is eigen verantwoordelijkheid van de gemeente en is een ander instrument dan de Natuurschoonwet. Vanuit die verantwoordelijkheid stelt de gemeente eigen regels op bij het bestemmingsplan. Wel is voor landgoederen het aanlegvergunningenstelsel aangepast als tegemoetkoming. Boomkwekerijen en fruitteelt hebben, door doorgaans hoger opgaande gewassen, een heel andere ruimtelijke impact dan de agrarische functies zoals akkerbouw en veeteelt. Om die reden zijn ze niet vanzelfsprekend inwisselbaar. De analoge verbeelding is inderdaad moeilijk leesbaar, hetgeen komt doordat in de wetgeving de digitale verbeelding het uitgangspunt is. De gemeente streeft er naar de weergave van de verschillende archeologische waarden in duidelijker te onderscheiden rasters weer te geven. Op de verbeelding is al een vereenvoudiging van categorieën tot stand gebracht, maar als gevolg van verschillende archeologische waarden en daaruit voortvloeiende voorschriften is verdere vereenvoudiging niet mogelijk. De gemeente onderschrijft de bezorgdheid naar verrommeling en versnippering, maar geeft ook aan dat met de nevenactiviteiten wordt aangesloten bij de maatschappelijk aanvaarde hedendaagse realiteit dat veel agrarische bedrijven extra inkomsten nodig hebben. Voor de herkenbaarheid, bescherming en verruiming van mogelijkheden voor landgoederen is een aparte dubbelbestemming Waarde - Landgoed in het leven geroepen. Voor bedrijfsbeëindiging en vervolgfunctie heeft de gemeente het Functieveranderingsbeleid. Het gebruikmaken van het Functieveranderingsbeleid is gekoppeld aan het opstellen van een nieuw bestemmingsplan. Voor de opmerkingen over beheergebouwen wordt verwezen naar de beantwoording onder 2. De gemeente kiest ervoor om monumentenpanden niet op te nemen op de verbeelding. Bij monumentenpanden wordt altijd maatwerk geleverd. Per plan zal worden bekeken of het bestemmingsplan daarop wordt aangepast. De digitale verbeelding (kaart) is wettelijk de standaard geworden, waardoor inderdaad de analoge kaarten soms moeizaam te lezen zijn. Waar mogelijk zal de gemeente de verbeelding aanpassen.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
200
Inspraakreacties
Het is uiteraard niet de bedoeling dat gronden per definitie worden overgedragen aan een beherende organisatie wanneer de bestemming van de gronden wijzigt in Natuur. De tekst van artikel 36.2 zal worden aangepast uitgaande van een duurzame instandhouding van de gronden met bestemming Natuur. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De regels, verbeelding en toelichting worden aangepast.
241. Deze reactie is een aanvulling op de inspraakreactie onder 161. Samenvatting 1. Wijzigingsbevoegdheid voor meerdere woningen en andere functies Inspreker stelt vast dat op grond van het geldende bestemmingsplan het mogelijk is vrijstelling te verkrijgen voor het landhuis en de bijbehorende oorspronkelijks stallen ten behoeve van de huisvesting van meerdere huishoudens (appartementen). Deze mogelijkheid is in het nieuwe plan vervallen. In artikel 24.4.d wordt slechts vermeld dat het aantal woningen niet mag toenemen. Door nieuwe functies mogelijk te maken krijgen landgoedeigenaren de gelegenheid hun landgoed te onderhouden en gebouwen te restaureren. Inspreker verzoekt om artikel 24.4.d te schrappen en alsnog een wijzigingsbevoegdheid op te nemen dat meerdere woningen/appartementen in het landhuis en de bijgebouwen gerealiseerd mogen worden. Inspreker verzoekt de wijzigingsbevoegdheid die het mogelijk maakt de bestemming te wijzigen naar sociale, culturele, kunstzinnige, medische, algemeen maatschappelijke functies, horecadoeleinden en/of kantoren te verruimen met de functies hotel en restaurant. Eveneens verzoekt inspreker de in artikel 24.1 lid c1 en e1 opgenomen maat van 100 m² te wijzigen in 200 m². Voor kantoor-aan-huis en voor nevenfuncties is een maat van 100 m² niet realistisch. 2. Artikel 37 'Waarde - Landgoed' Inspreker verzoekt in artikel 37 een speciale wijzigingsbevoegdheid op te nemen waardoor het mogelijk wordt vrijkomende agrarische gebouwen en andere gebouwen te wijzigen naar wonen, sociale, culturele, kunstzinnige, medische, algemeen maatschappelijke functies, restaurant en horecadoeleinden en/of kantoren. Ook moet het mogelijk worden in vrijkomende agrarische gebouwen met een monumentaal karakter meerdere woningen te realiseren. 3. Woningsplitsing voor rijks- en gemeentelijke monumenten Inspreker verzoekt om een woningsplitsingsregeling op te nemen voor rijks- en gemeentelijke monumenten. Inspreker verwijst naar een regeling uit het bestemmingsplan Buitengebied van de gemeente Hof van Twente.
Beantwoording 1. Wijzigingsbevoegdheid voor meerdere woningen en andere functies In het geldende bestemmingsplan 'Buitengebied 1996' kan via afwijking van de regels medewerking worden verleend voor het vestigen van meerdere huishoudens (appartementen) in het landhuis. Het voorliggende bestemmingsplan biedt 'bij recht' de mogelijkheid om meerdere huishoudens in woningen te kunnen vestigen.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
201
De functies 'hotel' en 'restaurant' vallen onder het begrip 'horecadoeleinden'. Zie hiervoor ook de begrippenlijst van de regels van het bestemmingsplan: 'Horeca: het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf.' Het gebruik voor nevenfuncties is mogelijk tot 100 m², en via een omgevingsvergunning met afwijking mogelijk tot een oppervlakte van 350 m² (met een maximum van 25% van totale oppervlakte bestaande bebouwing). Hiermee is volgens de gemeente ruim voorzien in de mogelijkheden voor nevenfuncties. 2. Artikel 37 'Waarde - Landgoed' De wijzigingsbevoegdheid is opgenomen in artikel 24.4 van de planregels (Wonen - landhuis). 3. Woningsplitsing voor rijks- en gemeentelijke monumenten In het geldende bestemmingsplan 'Buitengebied 1996' kan via afwijking van de regels medewerking worden verleend voor het vestigen van meerdere huishoudens (appartementen) in het landhuis. Het voorliggende bestemmingsplan biedt 'bij recht' de mogelijkheid om meerdere huishoudens in woningen te kunnen vestigen. Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
242. Samenvatting 1. Archeologie Inspreker geeft aan dat aan de locatie de Waarde - Archeologie - 4 is opgelegd. Inspreker stelt vast dat dit betekent dat bij uitbreiden en/of oprichten van bouwwerken vanaf 30 m² een archeologische onderzoek vereist is. Tevens mag geen diepere grondbewerking dan 30 cm plaatsvinden zonder omgevingsvergunning c.q. het overleggen van een onderzoeksrapportage, hetgeen zeer kostenverhogend is. Het vereisen van een onderzoeksrapportage zal leiden tot waardedaling van de gronden door toenemende kosten. Inspreker wijst erop dat de genoemde drempelwaarde van 30 m² zeer zwaar is en in geen verhouding staat tot de bouwmogelijkheden van omliggende percelen waarbij een rapportage vanaf 2.500 m² wordt vereist. Inspreker wijst erop dat ingevolge artikel 41a van de Monumentenwet 1988, wijziging Wet van 21-12-2006 is bepaald dat bij een bestemmingsplan een archeologisch rapport kan worden verlangd bij een reguliere vergunning en dat dit niet van toepassing is op projecten kleiner dan 100 m². De kosten van een archeologisch rapport staan, naar het oordeel van inspreker, niet in verhouding tot de beperkte bouwkosten van een schuur van 30 m². Inspreker verzoekt een andere acceptabele waarde (6/7) met bijbehorend oppervlakte vast te stellen dan wel geen waarde aan dit perceel toe te kennen. Inspreker verzoekt aan te geven of bij vergunningvrije bouwwerken deze rapportage niet noodzakelijk is. 2. Erfgoedverordening Inspreker verzoekt de Erfgoedverordening van 2009 in de gemeenteraad ter discussie te stellen aangezien de huidige waardering van de archeologische waarden een aanzienlijke financiële aderlating voor de grondeigenaar betekent voor het slopen en/of het oprichten van bebouwing.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
202
Inspraakreacties
Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.4. Daar is aangegeven dat de regeling Waarde - Archeologie op onderdelen wordt aangepast. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding, regels en toelichting worden aangepast.
243. Samenvatting 1. Inspreker verzoekt zijn perceel te bestemmen als Agrarisch. 2. Inspreker verzoekt het bouwvlak aan te passen na overleg. 3. Inspreker geeft aan dat een gedeelte van de bebouwing bedoeld is voor stalling van vee en caravans. 4. Inspreker wenst een eventuele uitbreiding ook voor de agrarische bestemming. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.5. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. In het vigerende bestemmingsplan is het perceel voorzien van de bestemming 'agrarische doeleinden' categorie A. Er is sprake van een landbouwkundige activiteit in de vorm van veehouderij en er is landbouwgrond aanwezig. Een agrarisch bouwperceel van beperkte omvang kan naar het oordeel van de gemeente gehandhaafd blijven. De caravanstalling is naar het oordeel van de gemeente niet van een omvang dat daarmee een specifieke bestemming wordt gerechtvaardigd. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
244. Samenvatting 1. Inspreker exploiteert een intensief bedrijf en heeft een agrarisch hulpbedrijf (loonwerk, handelsactiviteiten en transport). Inspreker verzoekt deze activiteiten te bestemmen. 2.
Inspreker verzoekt een bouwblok van 1,5 ha aan te geven omdat de bouwplannen van inspreker niet in het toegekende bouwblok passen. Als bijlage is een tekening toegevoegd.
3.
Inspreker maakt bezwaar tegen de bestemming Waarde - Archeologie - 6. Op de kaarten van KICH, indicatieve kaart archeologische waarden, is het gebied waarin het bedrijf gelegen is aangemerkt met een lage trefkans. Het is naar het oordeel van inspreker dan ook onwaarschijnlijk dat er wat gevonden wordt en strenge eisen stellen is naar zijn oordeel oneerlijk. Inspreker vindt het niet reëel dat de eigenaar van het perceel moet opdraaien voor de kosten van een archeologisch onderzoek.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
203
Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.3 en 2.4. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. 1. en 2. De activiteiten van het bedrijf zijn bestemd door middel van de agrarische bestemming met een aanduiding 'agrarisch loonbedrijf'. De uitbreiding die verzocht is naar het oordeel van de gemeente zodanig van omvang dat het te ver voert om deze mee te nemen in de algehele herziening van het bestemmingsplan Buitengebied. Bovendien is het uitbreidingsplan naar het oordeel van de gemeente nog te weinig concreet. Om inhoud te geven aan het verzoek van inspreker zal een afzonderlijke procedure gevoerd moeten worden, waarin alle van belang zijnde aspecten van de situatie afgewogen kunnen worden. 3. Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.4. Daar is aangegeven dat de regeling Waarde - Archeologie op onderdelen wordt aangepast. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding, regels en toelichting worden aangepast.
245. Samenvatting 1. Inspreker exploiteert een grondgebonden bedrijf op de locatie Bekendijk 22 te Terwolde. Inspreker verzoekt een bouwblok van 1,5 ha aan te geven omdat de bouwplannen van inspreker niet in het toegekende bouwblok passen. Als bijlage is een tekening toegevoegd. 2.
Inspreker maakt bezwaar tegen de bestemming Waarde - Archeologie - 5. Op de kaarten van KICH, indicatieve kaart archeologische waarden, is het gebied waarin het bedrijf gelegen is aangemerkt met een lage trefkans. Het is naar het oordeel van inspreker dan ook onwaarschijnlijk dat er wat gevonden wordt en strenge eisen stellen is naar zijn oordeel oneerlijk. Inspreker vindt het niet reëel dat de eigenaar van het perceel moet opdraaien voor de kosten van een archeologisch onderzoek.
Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.3 en 2.4. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. 1.
Inspreker geeft aan dat er vergevorderde plannen zijn voor uitbreiding van het grondgebonden bedrijf en dat om die reden een uitbreiding van het bouwblok noodzakelijk is. De gemeente is van oordeel dat er geen ruimtelijke overwegingen zijn om niet tegemoet te komen aan de wens van de inspreker. Het bouwvlak wordt aangepast.
2.
Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.4. Daar is aangegeven dat de regeling Waarde - Archeologie op onderdelen wordt aangepast.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
204
Inspraakreacties
Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding, regels en toelichting worden aangepast.
246. Samenvatting 1. Inspreker exploiteert een grondgebonden bedrijf op de locatie Marsstraat 5 te Wilp. Inspreker verzoekt een bouwblok van 1,5 ha aan te geven omdat de bouwplannen van inspreker niet in het toegekende bouwblok passen. Als bijlage is een tekening toegevoegd. Inspreker geeft aan dat Rijkswaterstaat de plannen inmiddels positief heeft beoordeeld en dat momenteel een watervergunning wordt opgesteld. 2.
Inspreker maakt bezwaar tegen de bestemming Waarde - Archeologie - 4. De omschrijving als opgenomen in de toelichting klopt, maar op de kaarten van KICH, indicatieve kaart archeologische waarden, is het gebied waarin het bedrijf gelegen is aangemerkt met een lage trefkans. Het is naar het oordeel van inspreker dan ook onwaarschijnlijk dat er wat gevonden wordt en strenge eisen stellen is naar zijn oordeel oneerlijk. Inspreker vindt het niet reëel dat de eigenaar van het perceel moet opdraaien voor de kosten van een archeologisch onderzoek.
Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.3 en 2.4. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. 1.
Het toegekend bouwperceel is circa 1,2 ha groot en de stal die volgens het bouwplan van inspreker gebouwd gaat worden past binnen dit bouwperceel. Derhalve is er naar het oordeel van de gemeente geen reden om het bouwperceel te wijzigen.
2.
Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.4. Daar is aangegeven dat de regeling Waarde - Archeologie op onderdelen wordt aangepast.
Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding, regels en toelichting worden aangepast.
247. Samenvatting Inspreker exploiteert een rietdekkersbedrijf op de locatie Bandijk 7 te Terwolde. 1. Schuur ontbreekt op plankaart Inspreker geeft aan dat een schuur van 8 x 20 m en de uitbreiding van de woning met kantoorruimte niet op de plankaart zijn weergegeven en verzoekt dit te doen zodat deze binnen het bouwvlak komen te liggen. 2. Vergroten bouwvlak/bouwoppervlakte Inspreker geeft aan dat om een goede economische bedrijfsvoering te bevorderen, uitbreiding van de huidige bedrijfsgebouwen noodzakelijk is. Inspreker wenst een nieuwe schuur te
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
205
bouwen met een oppervlakte van 250 m² en geeft aan dat dit niet past binnen de maximaal toegestane oppervlakte van 550 m². Inspreker geeft aan dat het bedrijf aan het agrarisch buitengebied gerelateerd is en dat verplaatsing naar een bedrijventerrein economisch en praktisch ongewenst is. Inspreker voert hiertoe een groot aantal argumenten aan. 3. Archeologie Inspreker geeft aan dat aan de locatie de Waarde - Archeologie - 3 is opgelegd. Inspreker stelt vast dat dit betekent dat bij uitbreiden en/of oprichten van bouwwerken vanaf 100 m² een archeologische onderzoek vereist is. Tevens mag geen diepere grondbewerking dan 30 cm plaatsvinden zonder omgevingsvergunning c.q. het overleggen van een onderzoeksrapportage, hetgeen zeer kostenverhogend is. Het vereisen van een onderzoeksrapportage zal leiden tot waardedaling van de gronden door toenemende kosten. Inspreker wijst erop dat de genoemde drempelwaarde van 100 m² zeer zwaar is en in geen verhouding staat tot de bouwmogelijkheden van omliggende percelen waarbij een rapportage vanaf 2.500 m² wordt vereist. Inspreker verzoekt een andere acceptabele waarde (6/7) met bijbehorend oppervlakte vast te stellen zoals ook bij diverse omliggende percelen is gewaardeerd. Inspreker verzoekt tevens de in lid 32.3.1 genoemde waarde van 0,3 m te verruimen naar 0,7 m aangezien de meeste funderingen van eventueel te slopen gebouwen zich op deze diepte bevinden. De nut en noodzaak van een dergelijke regeling is niet aangetoond en leidt tot aantasting van een bestaand recht. De gronden binnen het bouwvlak zijn reeds geroerd c.q. verstoord door de aanwezige bebouwing. Ook zijn de in de bestemming Waarde -Archeologie opgenomen gebruiksregels onnodig verzwarend voor het meest doelmatige gebruik. Deze regels moeten worden geschrapt. 4. Erfgoedverordening Inspreker verzoekt de Erfgoedverordening van 2009 in de gemeenteraad ter discussie te stellen aangezien de huidige waardering van de archeologische waarden een aanzienlijke financiële aderlating voor de grondeigenaar betekent voor het slopen en/of het oprichten van bebouwing. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.1, 2.3 en 2.4. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. 1. Schuur ontbreekt op plankaart De opmerking van inspreker is terug te voeren op de ondergrond die gebruikt is voor de plankaart. Voor dit onderwerp wordt verwezen naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.1. Opgemerkt wordt dat de bedoelde gebouwen binnen het bestemmingsvlak vallen. 2. Vergroten bouwvlak/bouwoppervlakte Bij de toekenning van de bouwmogelijkheden voor de niet-agrarische bedrijven in het buitengebied heeft de gemeente de bestaande rechten en het provinciaal beleid als uitgangspunt genomen. Het huidige oppervlak bedraagt 550 m² en dat is al meer dan de 375 m² die de provincie toestaat. Om deze reden is de bestaande oppervlakte gehandhaafd. Uitbreiding van een niet-agrarisch bedrijf in het buitengebied wordt niet meegenomen in de integrale herziening van het bestemmingsplan Buitengebied.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
206
Inspraakreacties
3. en 4. Archeologie en erfgoedverordening Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.4. Daar is aangegeven dat de regeling Waarde - Archeologie op onderdelen wordt aangepast. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding, regels en toelichting worden aangepast.
248. Samenvatting Inspreker verzoekt de percelen Basseltlaan 1 t/m 17 volledig te bestemmen als Wonen en niet deels als Agrarisch, omdat de als Agrarisch aangeduide perceelsgedeelten feitelijk in gebruik zijn als tuin. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.5. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. Er is naar het oordeel van de gemeente geen bezwaar om tegemoet te komen aan de wens van de insprekers. De als agrarisch bestemde gronden achter de woningen zijn al lange tijd niet meer in agrarisch gebruik en maken als tuin/erf onderdeel uit van de woonbestemmingen. De maximaal toegestane te bebouwen oppervlakte is vastgelegd in de regels en wijzigt niet door de bestemming Wonen te vergroten. Wel worden de mogelijkheden waar gebouwd mag worden vergroot, maar gezien de beslotenheid van het geheel is dat naar het oordeel van de gemeente geen bezwaar. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
249. Samenvatting Insprekers geven aan eigenaar te zijn van een stuk grond in de uiterwaarden achter de Bolwerkmolen bij de Steenenkamer. Op het perceel bevinden zich twee opstellen, een stenen gebouw van 6 x 11 m en een loods van 6 x 21 m. Ter plaatse is geen sprake van bedrijfsmatig agrarisch gebruik. Wel worden het perceel en de bouwwerken gebruikt voor het hobbymatig houden van vee. De watervergunning van Rijkswaterstaat is recent geactualiseerd. Insprekers stellen vast dat de bouwwerken niet zijn opgenomen in het geldende bestemmingsplan. Insprekers geven aan dat een vertegenwoordiger van de gemeente heeft aangegeven dat de bouwwerken onder het overgangsrecht vallen en vanuit dat perspectief als legaal zijn te beschouwen. Insprekers verzoeken om de bestaande bouwwerken van een bouwvlak te voorzien, waardoor het eenvoudiger wordt deze te vernieuwen. Beantwoording Rijkswaterstaat gaat een watervergunning afgeven voor de twee opstallen, daarbij zal uitbreiding van de bebouwing niet worden toegestaan. Bovendien is het niet te verwachten dat de betreffende gebouwen in de planperiode zullen verdwijnen. Gezien deze uitgangspunten ligt het naar het oordeel van de gemeente voor de hand om de gebouwen te voorzien van
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
207
een agrarisch bouwperceel, waarbij de grens strak om de gebouwen wordt gelegd en de realisatie van een (bedrijfs)woning wordt uitgesloten. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
250. Samenvatting Inspreker geeft aan dat in het geldende bestemmingsplan 3 wooneenheden zijn aangegeven voor de percelen Noord Emperweg 11, 13 en 17 en dat er nu één woongebied is aangegeven met 2 wooneenheden, waarbij met een stippellijntje een grens is ingetekend met een onduidelijke betekenis. Inspreker verzoekt voor het perceel Noord Emperweg 11/13 de mogelijkheid van 2 wooneenheden te handhaven. Inspreker verwijst naar een bijlage. Beantwoording In het vigerende bestemmingsplan buitengebied is de locatie van een woonbestemming voorzien met de aanduiding W3. Door tegemoet te komen aan het verzoek van inspreker blijft het aantal woningen gelijk. Vastgesteld is dat de stippellijn op de verbeelding niet duidelijk is en de verbeelding zal op dat punt worden aangepast. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
251. Samenvatting Inspreker exploiteert een melkrundveebedrijf met bijbehorend jongvee en een fokzeugenhouderij op de locatie Tienmorgen 3 te Terwolde. 1. Jongveestal ontbreekt op plankaart Inspreker geeft aan dat een jongveestal/berging-10 niet op de plankaart is weergegeven en verzoekt dit alsnog te doen en het bouwvlak hierop aan te passen. 2. Vergroting bouwvlak naar circa 1,5 ha Inspreker geeft aan dat om een goede economische bedrijfsvoering te bevorderen, schaalvergroting en uitbreiding van de huidige bedrijfsgebouwen noodzakelijk is. Inspreker wenst een uitbreiding van een ligboxenstal-8 in oostelijke richting alsmede de bouw van een fokzeugenstal van 25 x 50 m. Hierdoor is het mogelijk door te groeien naar circa 120 melkvee en 500 fokzeugen. De nodige milieutechnische onderzoeken zijn reeds gedaan, in het kader van milieu- en Natura 2000-regelgeving is dit in principe mogelijk. Inspreker geeft aan dat in het kader van het Reconstructieplan een groter bouwblok dan 1 ha mogelijk is mits de IV-tak niet meer bedraagt dan 1 ha. De bestaande en te realiseren fokzeugenschuren hebben een oppervlakte van circa 1.700 m² en dus wordt voldaan aan het reconstructieplan. Inspreker verzoekt het bouwvlak te vergroten tot 1,5 ha conform bijgevoegde tekening.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
208
Inspraakreacties
3. Archeologie Inspreker geeft aan dat aan de locatie de Waarde - Archeologie - 6 is opgelegd. Inspreker stelt vast dat dit betekent dat bij uitbreiden en/of oprichten van bouwwerken vanaf 2.500 m² een archeologische onderzoek vereist is. Tevens mag geen diepere grondbewerking dan 30 cm plaatsvinden zonder omgevingsvergunning c.q. het overleggen van een onderzoeksrapportage, hetgeen zeer kostenverhogend is. Het vereisen van een onderzoeksrapportage zal leiden tot waardedaling van de gronden door toenemende kosten. De genoemde drempelwaarde van 0,3 m voor onder andere graafwerkzaamheden is extreem zwaar want dit zou betekenen dat indien een kelder onder een stalruimte moet worden aangebracht, een onderzoeksrapportage noodzakelijk is, ook al zou de staloppervlakte van beperkte omvang zijn. De nut en noodzaak van een dergelijke regeling is niet aangetoond en leidt tot aantasting van een bestaand recht. De gronden binnen het bouwvlak zijn reeds geroerd c.q. verstoord door de aanwezige bebouwing. Ook zijn de in de bestemming Waarde - Archeologie opgenomen gebruiksregels onnodig verzwarend voor het meest doelmatige gebruik. Deze regels moeten worden geschrapt. 4. Erfgoedverordening Inspreker verzoekt de Erfgoedverordening van 2009 in de gemeenteraad ter discussie te stellen aangezien de huidige waardering van de archeologische waarden een aanzienlijke financiële aderlating voor de grondeigenaar betekent voor het slopen en/of oprichten van bebouwing. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.1, 2.3 en 2.4. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. 1. Jongveestal ontbreekt op plankaart Met betrekking tot de opmerking over de ondergrond wordt verwezen naar onderdeel 2.2 van de beantwoording algemene onderwerpen. 2. Vergroting bouwvlak naar circa 1,5 ha Met een relatief geringe aanpassing van het bouwperceel kan ruimte gecreëerd worden voor de uitvoering van de toekomstplannen van inspreker. Het bouwperceel wordt hiermee groter dan 1 ha, maar gezien de omvang van het bedrijf en de aanwezigheid van twee takken is dit naar het oordeel van de gemeente te rechtvaardigen. Door de aanpassing kan in de noordoosthoek nog een stal gerealiseerd worden. De overige aanpassing van de gebouwen, zoals bijvoorbeeld de ligboxenstal, kan binnen het bouwperceel plaatsvinden. Hierbij moet opgemerkt worden dat het mogelijk is om kuilvoeropslag aansluitend aan het bouwperceel te leggen met een afwijking van het bestemmingsplan. Bovendien blijven de bepalingen uit het Reconstructieplan van toepassing, dat wil zeggen dat maximaal 1 ha voor de intensieve veehouderij mag worden gebruikt. 3.en 4. Archeologie en erfgoedverordening Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.4. Daar is aangegeven dat de regeling Waarde - Archeologie op onderdelen wordt aangepast. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding, regels en toelichting worden aangepast.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
209
252. Samenvatting 1. Artikel 36 lid 2 Inspreker geeft aan dat Landgoed Ekeby een kleine 15 ha landbouwgrond heeft aangekocht en als bos- en natuurterrein heeft toegevoegd aan het landgoed. De centrale overheid heeft deze ontwikkeling gesteund. Inspreker vindt het dan ook stuitend dat de gemeente Voorst particuliere eigenaren in artikel 36 lid 2 verplicht eigendommen over te dragen aan terreinbeherende instanties. Inspreker verzoekt deze regeling te schrappen omdat particuliere grondeigenaren juist behoefte hebben aan een wijzigingsbevoegdheid waardoor het vrij simpel mogelijk is de bestemming van landbouwgrond te wijzigen in natuur, zonder dat het bezit verkocht moet worden. 2. Vergroten huisperceel Landweg 9 te Klarenbeek Inspreker verzoekt het huisperceel Landweg 9 te vergroten overeenkomstig de werkelijkheid. 3. Gebiedsbescherming Inspreker verzoekt het bestemmingsplan aan te passen aan actuele plannen van de overheid om de Natura 2000-gebieden en de EHS en het hieraan gekoppelde wettelijk kader ingrijpend te wijzigen. Verder heeft de provincie de plannen voor de Ecologische Poorten en de Beekbergse Poort ingrijpend aangepast. Ook hiervoor is een aanpassing van het bestemmingsplan noodzakelijk. 4. Wenselijkheid voor realisatie van nieuwe woningen op landgoederen Inspreker verzoekt onder artikel 37 Waarde - Landgoed een wijzigingsbevoegdheid op te nemen waardoor het mogelijk wordt extra woningen op een landgoed toe te staan. Extra woningen zijn nodig als inkomstenbron. De noodzaak van extra woningen zou gekoppeld dienen te worden aan een exploitatieopzet voor het landgoed. Tevens wordt verzocht een extra wijzigingsbevoegdheid op te nemen waarmee vrijkomende agrarische gebouwen en andere gebouwen een nieuwe bestemming kunnen krijgen. Inspreker verzoekt een wijzigingsbevoegdheid op te nemen die het mogelijk maakt de bestemming te wijzigen naar sociale, culturele, kunstzinnige, medische, algemeen maatschappelijke functies, restaurant en horecadoeleinden en/of kantoren. Ook zou het mogelijk moeten zijn in vrijkomende agrarische gebouwen die een monumentaal karakter hebben meerdere woningen te realiseren. 5. Waarde - Archeologie 1 t/m 7 Inspreker vindt de bouwregels en omgevingsvergunningvereisten voor 'Waarde - Archeologie' erg ver gaan en stelt dat omvormingsplannen van landbouw naar natuur niet onnodig gefrustreerd of geblokkeerd moeten worden. Inspreker verzoekt de waardekaart archeologie aan te passen zodat in één oogopslag alle afzonderlijke waarde - Archeologie gebieden/bestemmingen gezien kunnen worden. 6. Waarde - Landgoed Inspreker verzoekt artikel 37.2 aan te passen zodat een beheergebouw gekoppeld wordt aan het gewenste noodzakelijk beheer en niet aan een oppervlakte van ten minste 50 ha. Inspreker verzoekt in artikel 37 een speciale wijzigingsbevoegdheid op te nemen waardoor het mogelijk wordt vrijkomende agrarische gebouwen en andere gebouwen te wijzigen naar wonen, sociale, culturele, kunstzinnige, medische, algemeen maatschappelijke functies, kunst en cultuur, musea functies, zorg en omgekeerd. Tevens is een wijzigingsbevoegdheid van belang voor nieuw toe te stane bouwlocaties van woningen op landgoederen.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
210
Inspraakreacties
7. Overige aandachtspunten Inspreker stelt vast dat met de op 6 september namens alle landgoedeigenaren naar voren gebrachte zaken nagenoeg niets is gebeurt. Inspreker vindt het van belang dat de volgende zaken alsnog in het bestemmingsplan worden meegenomen. Dubbele gebruiksregels moeten niet van toepassing zijn voor landgoederen die vallen onder de Natuurschoonwet. De Natuurschoonwet is erop gericht versnippering van het eigendom van landgoederen alsmede aantasting van het natuurschoon van landgoederen te voorkomen. Het bestemmingsplan behoeft dat niet ook te doen. De omschakeling tussen agrarische functies moet zonder meer mogelijk zijn. De NSW verzet zich daar niet tegen. Inspreker verzoekt om boomkwekerijen en fruitteelt zonder ontheffing toe te staan op NSW-landgoederen. De archeologische kaart is zeer onduidelijk door de vele gradaties. Door de onderzoeksverplichting worden grondeigenaren op hoge kosten gejaagd. Verzocht wordt de archeologische kaart te versimpelen en een minder rigide regelgeving te voeren. Verzocht wordt NSW-landgoederen voldoende ontwikkelruimte te geven middels een flexibiliteitsbepaling. Nieuwe functies maken het mogelijk gebouwen te onderhouden en te restaureren. er zijn door diverse landgoedeigenaren landgoedplannen en -visies ingestuurd. In de plankaarten en teksten is daar niet veel van terug te vinden. Landgoed Ekeby heeft een uitgewerkte landgoedvisie en het is naar het oordeel van inspreker niet onredelijk om deze in het bestemmingsplan te vertalen door het opnemen van extra flexibiliteitsbepalingen. Met het toelaten van nevenactiviteiten op agrarische percelen dient voorzichtig te worden omgegaan. Versnippering en verrommeling van het landschap is ongewenst en kleinschalige economische activiteiten in het buitengebied stimuleren dat. Verzocht wordt om voor NSW-landgoederen een aparte flexibiliteitsbepaling op te nemen die het mogelijk maakt om bij het beëindigen van agrarische bedrijven vervolgfuncties mogelijk te maken. De bouw van eventuele opstallen voor beheer moet niet gekoppeld worden aan de oppervlakte maar aan de oefte. Voorgesteld wordt de regeling te verfijnen. Inspreker verzoekt voor monumentale panden een flexibele bestemming mogelijk te maken. Hierdoor kan restauratie bespoedigd worden. De analoge plankaarten zijn zeer slecht te lezen en te raadplegen. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.4 en 2.9. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. 1. Artikel 36 lid 2 Het is uiteraard niet de bedoeling dat gronden per definitie worden overgedragen aan een beherende organisatie wanneer de bestemming van de gronden wijzigt in Natuur. De tekst van artikel 36.2 zal worden aangepast uitgaande van een duurzame instandhouding van de gronden met bestemming Natuur. Deze op de kaart ingetekende nieuwe percelen Natuur en Bos zijn inderdaad over het hoofd gezien. De verbeelding zal worden aangepast. 2. Vergroten huisperceel Landweg 9 te Klarenbeek Het perceel Landweg 9 kan naar het oordeel van de gemeente enigszins worden uitgebreid in westelijke richting. Op de bedoelde locatie is sprake van activiteiten in relatie tot de woning. Dit perceel is geen bos zoals de bestemming doet vermoeden. In de bebouwingsregels zijn de bouwmogelijkheden vastgelegd en die wijzigen niet door de uitbreiding van de bestemming Wonen zoals door inspreker wordt verzocht.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
211
3. Gebiedsbescherming De gemeente is zich ervan bewust dat de wettelijke en provinciale kaders voor Natura 2000, EHS, Beekbergse Poort en Ecologische Poorten op dit moment aangepast worden. Ook de gemeente wacht nog op definitieve kaarten. Zijn voor het buitengebied van de gemeente Voorst hierin grote wijzigingen te vinden ten opzichte van de huidige kaarten, dan zal de gemeente de verbeelding voor het bestemmingsplan Buitengebied daarop aanpassen. 4. Wenselijkheid voor realisatie van nieuwe woningen op landgoederen Nieuwe locaties voor woningen worden door de gemeente niet via een wijzigingsbevoegdheid mogelijk gemaakt in bestemmingsplannen. Nieuwe locaties worden zo nu en dan toegestaan als logisch voortvloeiend onderdeel van integrale planvorming, het aantonen van de noodzaak via een exploitatieopzet is hiervoor niet voldoende. Ook voor landgoederen vormen nieuwe locaties onderdeel van integrale planvorming. Voor de herkenbaarheid, bescherming en verruiming van mogelijkheden voor landgoederen is voor het eerst een aparte dubbelbestemming Waarde - Landgoed in het leven geroepen. Voor bedrijfsbeëindiging en vervolgfunctie heeft de gemeente het Functieveranderingsbeleid. Het Functieveranderingsbeleid is gekoppeld aan een nieuw bestemmingsplan. Voor nieuwe functies in vrijkomende agrarische gebouwen (voor zowel met als zonder monumentaal karakter) heeft de gemeente het Functieveranderingsbeleid. Dit wordt niet verder in het bestemmingsplan (verbeelding en regels) uitgewerkt. 5. Waarde - Archeologie 1 t/m 7 De digitale verbeelding (kaart) is de wettelijke standaard. Op de verbeelding is al een vereenvoudiging van categorieën tot stand gebracht, maar als gevolg van verschillende archeologische waarden en daaruit voortvloeiende voorschriften is verdere vereenvoudiging niet mogelijk. 6. Waarde - Landgoed De gemeente heeft gekozen voor een koppeling van de grootte van het beheergebouw aan een minimum oppervlakte van het landgoed. De gemeente gaat ervan uit dat bij kleinere oppervlaktes de gronden vanuit de bestaande bebouwing te beheren zijn. Een uitbreiding van de m² is mogelijk via een omgevingsvergunning (per 15 ha 20 m² tot een maximum van 400 m² totale oppervlakte beheergebouwen). Bij nader inzien is de gemeente van oordeel dat het gewenst is deze regeling aan te passen, rekening houden met het gegeven dat veel landgoederen kleiner zijn dan 50 ha. De in de regeling opgenomen maat van 50 ha wordt verkleind naar 25 ha. Gelijktijdig wordt de maatvoering van het op te richten beheergebouw gesteld op maximaal 100 m². In combinatie met de in het bestemmingsplan opgenomen afwijkingsregeling worden er naar het oordeel van de gemeente voldoende mogelijkheden geboden voor een doelmatig beheer van landgoederen. Voor de herkenbaarheid, bescherming en verruiming van mogelijkheden voor landgoederen is een aparte dubbelbestemming Waarde - Landgoed in het leven geroepen. Voor bedrijfsbeëindiging en vervolgfunctie heeft de gemeente het Functieveranderingsbeleid. Nieuwe locaties worden door de gemeente niet via een wijzigingsbevoegdheid tot een mogelijkheid gegeven in bestemmingsplannen. Nieuwe locaties worden zo nu en dan toegestaan als logisch voortvloeiend onderdeel van integrale planvorming. Ook voor landgoederen vormen nieuwe locaties onderdeel van integrale planvorming. 7. Overige aandachtspunten Het bestemmingsplan is een verantwoordelijkheid van de gemeente en is een ander instrument dan de Natuurschoonwet. Vanuit die verantwoordelijkheid stelt de gemeente eigen
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
212
Inspraakreacties
regels op bij het bestemmingsplan. Wel is voor landgoederen het aanlegvergunningenstelsel aangepast als tegemoetkoming. Boomkwekerijen en fruitteelt hebben, door doorgaans hoger opgaande gewassen, een heel andere ruimtelijke impact dan de agrarische functies zoals akkerbouw en veeteelt. Om die reden zijn ze niet vanzelfsprekend inwisselbaar en wordt dit niet zonder meer mogelijk gemaakt. De analoge verbeelding is moeilijk leesbaar. Dit komt doordat in de wetgeving de digitale verbeelding het uitgangspunt is. Er wordt nog nagegaan of de weergave van de verschillende archeologische waarden in duidelijker te onderscheiden rasters mogelijk is. Op de verbeelding is al een vereenvoudiging van categorieën tot stand gebracht, maar als gevolg van verschillende archeologische waarden en daaruit voortvloeiende voorschriften is verdere vereenvoudiging niet mogelijk. Voor de herkenbaarheid, bescherming en verruiming van mogelijkheden voor landgoederen is een aparte dubbelbestemming Waarde - Landgoed in het leven geroepen. Voor bedrijfsbeëindiging en vervolgfunctie heeft de gemeente het Functieveranderingsbeleid. Gebruik van het Functieveranderingsbeleid is gekoppeld aan het opstellen van een nieuw bestemmingsplan. Landgoedplannen en -visies op zich hoeven geen vertaling te krijgen naar een bestemmingsplan. Dit gebeurt op het moment dat er daadwerkelijk een wisseling van functie plaatsvindt. Daarnaast bezitten de nieuwe functies van Wonen en Agrarisch een standaardverruiming van mogelijkheden ten opzichte van het geldende bestemmingsplan. De gemeente onderschrijft de bezorgdheid naar verrommeling en versnippering, maar geeft ook aan dat met de nevenactiviteiten wordt aangesloten bij hedendaagse realiteit dat veel agrarische bedrijven extra inkomsten nodig hebben. Voor de herkenbaarheid, bescherming en verruiming van mogelijkheden voor landgoederen is een aparte dubbelbestemming Waarde - Landgoed in het leven geroepen. Voor bedrijfsbeëindiging en vervolgfunctie heeft de gemeente het Functieveranderingsbeleid. Gebruik van het Functieveranderingsbeleid is gekoppeld aan het opstellen van een nieuw bestemmingsplan. Voor de regeling inzake beheergebouwen wordt verwezen naar de beantwoording onder 6. De gemeente kiest ervoor om monumentenpanden niet als een aparte categorie panden in de regels te verwerken en op te nemen op de verbeelding. Voor monumentenpanden wordt altijd maatwerk geleverd. De digitale verbeelding (kaart) is wettelijk de standaard geworden, waardoor inderdaad de analoge kaarten soms moeizaam te lezen zijn. De gemeente bekijkt nog of de verbeelding aangepast kan worden op sommige onderdelen, vooral voor wat betreft de rasters die de dubbelbestemmingen weergeven. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De regels en de verbeelding worden aangepast.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
213
253. Samenvatting Deze inspraakreactie is inhoudelijk volledig gelijk aan de inspraakreactie onder 252. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording onder 252. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
254. Samenvatting Inspreker exploiteert een glastuinbouwbedrijf/boomkwekerij aan de Rijksstraatweg 212 te Teuge. 1.
Inspreker geeft aan dat er geen rekening is gehouden met gegevens die hij in het tafeltjesoverleg heeft aangeleverd. Nu ontbreekt in het voorontwerp het buitenveld (4.000 m²) en het waterbassin (circa 900 m²).
2.
Inspreker geeft aan dat het bedrijf van inspreker niet genoemd is in bijlage 4.
3.
Inspreker geeft aan dat er momenteel een principeakkoordaanvraag bij de gemeente is ingediend voor 20% uitbreiding van het huidige glasopstand en verplaatsing van het glasopstand (van de locatie bij de gemeente Apeldoorn naar de gemeente Voorst), waardoor er nog in totaal 2.500 m² glasopstand gerealiseerd kan worden.
4.
Inspreker vraagt waarom het bouwvlak van overbuurman W&L net zo groot als hun perceelsgrens is ingetekend?
5.
Inspreker verzoekt de begrenzing van het Groene Carré aan te passen omdat ook zijn bedrijf zich binnen het Groene Carré moet bevinden. Inspreker vraagt waar de begrenzing in figuur 2.2 van de toelichting op gebaseerd is?
6.
Samenvattend is inspreker van oordeel dat er in het bestemmingsplan te weinig mogelijkheden voor het bedrijf zijn opgenomen.
Beantwoording 1. In het voorontwerp is het bouwvlak met de aanduiding (gt) strak om de kas en de bedrijfsgebouwen gelegd. Hierbij is bij nader inzien ten onrechte geen rekening gehouden met andere aanwezige bouwwerken en de mogelijk om de glasopstanden bij recht 20% uit te mogen breiden. Om de bestaande bebouwing binnen het bouwperceel te situeren en de mogelijkheid te bieden voor 20% uitbreiding van de glasopstanden wordt het bouwvlak aangepast. 2.
Gebleken is dat de lijst in bijlage 4 niet volledig is. Deze lijst wordt ontbrekende bedrijven. Voor het bedrijf van inspreker betekent dat dat het bestaande areaal glasopstanden 4.600 m² bedraagt en dat worden tot maximaal 5.520 m². Deze uitbreidingsmogelijkheid is niet omvang van het bouwperceel.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
aangevuld met de wordt opgenomen dit uitgebreid kan afhankelijk van de
028500.14937.00
214
Inspraakreacties
3.
Uitbreiding van glastuinbouwbedrijven met meer dan 20% kunnen niet bij recht mogelijk gemaakt worden. De Ruimtelijke Verordening Gelderland geeft dat aan en is bindend. Voor uitbreidingen die meer bedragen dan 20% van het huidige areaal glas is een aparte procedure vereist.
4.
De situering en omvang van het bouwperceel is afhankelijk van de situatie ter plaatse. Bij de overbuurman zal dit gezien de situering van de gebouwen en kassen aanleiding zijn geweest om het bouwvlak in te tekenen in overeenstemming met de perceelsgrens.
5.
De aanduiding Groene Carré komt voort uit de Ruimtelijke Toekomstvisie Voorst die in 2005 is vastgesteld. De gebiedsindeling heeft geen directe doorwerking in het bestemmingsplan Buitengebied. Aanpassing van de Ruimtelijke Toekomstvisie is op dit moment niet aan de orde.
Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De regels en de verbeelding worden aangepast.
255. Samenvatting Inspreker verzoekt het bouwblok te vergroten. Inspreker onderzoekt of het mogelijk is een vleesveestal dan wel kalverstal te plaatsen. Met een vergroting van het bouwblok blijft het totale bouwblok nog ruimschoots binnen de 1 ha. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.3. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. In het vigerende bestemmingsplan Buitengebied is het perceel voorzien van een bestemming 'agrarische doeleinden' categorie A. Gezien de aanwezige agrarische activiteiten is het naar het oordeel van de gemeente passend om de agrarische bestemming te handhaven met een omvang die passend is bij de huidige situatie. Het voert naar het oordeel van de gemeente te ver om bij deze integrale herziening het verzoek van inspreker mee te nemen. Als inspreker een concreet plan heeft zal een afzonderlijke procedure gevoerd moeten worden voor de aanpassing van het bestemmingsplan. Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
256. Samenvatting Inspreker verzoekt het bouwblok aan te passen op dezelfde wijze als aangegeven in de bijlage. Het bedrijf wil zich verder door ontwikkelen in melkkoeien en heeft daarvoor extra ruimte nodig voor ruwvoederopslag en werktuigenberging. De voorkeur gaat uit naar een zoveel mogelijk rechthoekig bouwblok.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
215
Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.3. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. Binnen het bestaande bouwblok is naar het oordeel van de gemeente nog ruimte beschikbaar voor de oprichting van een werktuigenberging. Uitbreiding van het bouwperceel ten behoeve van ruwvoeropslag is niet noodzakelijk, omdat ruwvoeropslag aansluitend aan het bouwperceel kan worden gerealiseerd. Mochten in de toekomst concrete plannen voor uitbreiding aanwezig zijn, dan kan dit aanleiding zijn om het bestemmingsplan te wijzigen. Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
257. Samenvatting 1. Inspreker geeft aan dat hij op het perceel Tiendijkenseweg 2 te Teuge een agrarisch bedrijf exploiteert en verzoekt de bestemming Wonen te wijzigen in de bestemming Agrarisch. 2.
Tevens verzoekt inspreker de dubbelbestemmingen Waarde - Landschap - Kampontginning en Waarde - Archeologie - 6 van alle percelen te halen. Deze bestemmingen schaden inspreker ernstig in zijn bedrijfsvoering en in de reeds geplande toekomstige ontwikkelingen.
3.
Inspreker verzoekt de bestemming Wonen op het perceel Ganzevlesweg 12 te Teuge te wijzigen inde bestemming Agrarisch dan wel het bouwblok zodanig te verkleinen dat de woonbestemming buiten de stankcirkel van het bedrijf van inspreker komt te liggen. Dit gemeten vanuit de dichtstbijzijnde hoek van het bouwblok van inspreker. Deze bestemming schaadt inspreker ernstig in zijn bedrijfsvoering en in de reeds geplande toekomstige ontwikkelingen.
Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.4 en 2.5 Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. 1.
In het vigerende bestemmingsplan Buitengebied 1996 heeft het perceel van inspreker de bestemming 'agrarische doeleinden' categorie A. Dit is een klein agrarisch bouwperceel. In veel gevallen is op deze percelen geen sprake meer van een reële agrarische activiteit en zijn deze percelen voorzien van een woonbestemming. Bij inspreker is gebleken dat er nog wel sprake is van agrarische activiteiten die het naar het oordeel van de gemeente rechtvaardigen om een agrarisch bouwperceel toe te kennen.
2.
Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.4. Daar is aangegeven dat de regeling Waarde - Archeologie op onderdelen wordt aangepast. De dubbelbestemming 'Waarde - Landschap' is toegekend op basis van het Landschapsontwikkelingsplan. Om bij een eventuele ruimtelijke ontwikkeling een goede aansluiting te hebben op het landschap is het noodzakelijk dat deze dubbelbestemming gehandhaafd blijft.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
216
3.
Inspraakreacties
In het project 'Weteringse Broek' is het agrarisch bedrijf van Ganzevlesweg 12 verplaatst met als gevolg dat er geen agrarische activiteiten meer plaatsvinden op deze locatie. Derhalve is hier momenteel een woonbestemming van toepassing. Er wordt gewerkt aan plannen voor de gronden gelegen op het erf aan de Ganzevlesweg 12 en de gronden die behoorden bij het eerdere agrarische bedrijf dat hier gevestigd was. Voor (een gedeelte van) deze gronden zal een afzonderlijk bestemmingsplantraject worden gestart. Bij de invulling van dat plan zal rekening worden gehouden met de wettelijk te hanteren afstanden vanaf het bedrijf van inspreker tot eventuele nieuwe stankgevoelige functies zoals woningen zodat inspreker niet belemmerd wordt in zijn bedrijfsvoering.
Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding, regels en toelichting worden aangepast.
258. Samenvatting Inspreker verzoekt om een aanpassing van het bouwvlak bij de bestemming Wonen. Tevens wordt verzocht om de gerealiseerde singel op de verbeelding aan te geven. Inspreker wil in verband met de verhuur van sanitaire voorzieningen een bergingsruimte/veldschuur realiseren en verzoekt om dit planologisch mogelijk te maken. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.3. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. Er is naar het oordeel van de gemeente geen ruimtelijk bezwaar om het bestemmingsvlak van de bestemming Wonen enigszins aan te passen. Het uitgangspunt is echter om de bebouwing te concentreren en dat betekent dat de uitbreiding van het bouwvlak niet geheel overeenkomstig de wens van inspreker zal zijn. Dit betekent echter niet dat daarmee de bouwmogelijkheden wat betreft te bouwen oppervlakte worden verruimd. De regels voor de bestemming Wonen blijven van toepassing. Dat wil zeggen dat er een woning met een maximale inhoud van 750 m³ aanwezig mag zijn en maximaal 100 m² aan bijgebouwen. Met afwijking kan deze oppervlakte onder voorwaarden vergroot worden naar 150 m². Een eventueel te bouwen bergingsruimte/veldschuur zal binnen deze regels moeten passen. De singel kan bestemd worden als bos en verbonden worden met het reeds bestaande bosperceel. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
259. Samenvatting Inspreker exploiteert een gemengd veehouderijbedrijf aan de Holtweg 2 te Wilp. Inspreker verzoekt het bouwblok te vergroten zoals aangegeven op de toegevoegde bijlage en geeft daarbij de volgende overwegingen aan.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
217
Uitbreiding melkveestal Inspreker wil het aantal melkveeplaatsen uitbreiden om het bedrijf voldoende schaalgrootte en perspectief te bieden. Hiervoor is extra bebouwing nodig met een oppervlakte van circa 17,5 x 30 m. Uitbreiding voeropslag In samenhang hiermee dienen de bestaande sleufsilo's te worden verlengd. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.3. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. Er is naar het oordeel van de gemeente geen ruimtelijk bezwaar om het bouwperceel zodanig aan te passen dat de geplande uitbreiding van de melkveestal gerealiseerd kan worden. Hierbij is rekening gehouden met het feit dat kuilvoeropslag niet op het bouwperceel maar aansluitend aan het bouwperceel gerealiseerd kan worden. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
260. Samenvatting Inspreker verzoekt de bestemming Wonen voor de locatie Middendijk 10a te Nijbroek het bouwvlak te verruimen en Beentjesweg 3 te De Vecht te wijzigen in Agrarisch omdat ter plaatse bedrijfsmatig agrarische activiteiten plaatsvinden en er plannen zijn om nieuwe bedrijfsbebouwing te realiseren. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.3 en 2.5. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. Hoe de toekenning van bouwvlakken heeft plaatsgevonden valt te lezen in de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.3. Uitgangspunt is geweest dat voor agrarische bedrijven een bouwvlak wordt aangegeven van 1 ha. In de planregels is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om dergelijke percelen te kunnen vergroten tot 1,5 ha. Diverse aspecten zullen moeten worden onderzocht en gewogen om medewerking te kunnen verlenen. De gemeente is van oordeel dat op basis van de ingediende reactie deze afwegingen niet gemaakt kunnen worden. Voor de locatie aan de Beentjesweg 3 kan naar het oordeel van de gemeente de bestemming Wonen weer teruggedraaid worden naar Agrarisch met een bouwvlak van 0,25 ha. Deze locatie maakt onderdeel uit van het bedrijf aan de Middendijk. Hier wordt het jongvee gestald. Conclusie De reactie leidt voor de locatie Middendijk 10A niet tot aanpassing van het bestemmingsplan, maar voor de locatie Beentjesweg 3 wel tot aanpassing. De verbeelding wordt aangepast.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
218
Inspraakreacties
261. Samenvatting Inspreker verzoekt het toegekende bouwblok aan te passen conform de bijgevoegde tekening. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.3. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. Inspreker wil aanpassing van het bouwvlak in verband met uitzicht en de aanwezigheid van een bosje. Naar het oordeel van de gemeente bestaat hiertegen geen bezwaar. Het bouwvlak wordt aangepast. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
262. Samenvatting Inspreker exploiteert een melkvee- en varkenshouderij op de locatie Grotenhuisweg 55 te Wilp. Inspreker wil in de komende jaren zijn bedrijf uitbreiden in de melkrundveehouderij. Hiervoor wil inspreker een nieuwe ligboxenstal realiseren. Tevens wil inspreker een nieuwe werktuigenberging realiseren. Met het oog hierop is vergroting van het toegekende bouwblok noodzakelijk, zoals aangegeven op de bijgevoegde tekening. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.2 en 2.3. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. Inspreker heeft ook in het zogenaamde tafeltjesoverleg aangegeven, dat hij zijn bedrijf fors wil uitbreiden naar ruim 200 melkkoeien. Het is naar het oordeel van de gemeente overduidelijk dat de bestaande bedrijfsgebouwen ontoereikend zijn. Naast de grondgebonden veehouderij heeft inspreker ook een intensieve veehouderijtak. Het bedrijf ligt in het verwevingsgebied zoals dat is aangegeven in het Reconstructieplan Veluwe. Een bouwvlak dat groter is dan 1 ha is in principe mogelijk. Ten behoeve van de intensieve tak mag maximaal 1 ha worden gebruikt. Naar verwachting zal het bedrijf binnen afzienbare tijd een omgevingsvergunning indienen voor vernieuwing van de veestal. Het aangeven van een ruimer bouwvlak is naar het oordeel van de gemeente niet bezwaarlijk. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
219
263. Samenvatting Inspreker exploiteert een bloemenkwekerij aan de Rijksstraatweg 216 te Teuge. Inspreker stelt vast dat in bijlage 4 van de regels van het bestemmingsplan Buitengebied is aangegeven dat zijn bedrijf het glasoppervlak niet mag uitbreiden. Voor de meeste andere bedrijven is in bijlage 4 een uitbreidingsmogelijkheid van 20% opgenomen. In de Provinciale Ruimtelijke Verordening Gelderland is aangegeven dat solitaire glastuinbouwbedrijven een maximale uitbreidingsmogelijkheid krijgen van 20% na het vaststellen van deze verordening. Dit betekent dat inspreker in principe nog gebruik kan maken van de ontwikkelingsmogelijkheden voor solitaire glastuinbouwbedrijven die de Verordening biedt. Inspreker verzoekt bijlage 4 aan te passen en het toegestane oppervlak om uit te breiden vast te stellen op bestaand + 20% of 19.200 m². Beantwoording De gemeente heeft vastgesteld dat abusievelijk in bijlage 4 niet de correcte lijst van glastuinbouwbedrijven met de bijbehorende bouwmogelijkheden is weergegeven. Bijlage 4 zal worden aangepast. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De bijlagen bij de regels worden aangepast.
264. Samenvatting 1. Inspreker stelt vast dat een verouderde ondergrond is gebruikt. Een nieuwe stal en een mestopslag liggen gedeeltelijk buiten het toegekende bouwvlak. Tijdens het tafeltjesoverleg heeft inspreker aangegeven dat hij ruimte wenst voor toekomstige uitbreidingsplannen. Hiermee is in het bestemmingsplan geen rekening gehouden. Inspreker verzoekt het toegekende bouwvlak aan te passen en uit te breiden zoals aangegeven op de bijgevoegde schets. 2.
Inspreker verzoekt op de verbeelding aan te geven dat er 2 bedrijfswoningen aanwezig zijn. Ook in de toekomst zullen er naar verwachting 2 bedrijfswoningen noodzakelijk blijven.
3.
Inspreker heeft bezwaar tegen de regel (artikel 3.2.1) dat de oppervlakte van bestaande bebouwing ten behoeve van intensieve veehouderij niet mag toenemen. Voor een gezonde bedrijfsontwikkeling is het noodzakelijk bestaande bebouwing uit te breiden en nieuwe bebouwing te realiseren.
4.
Inspreker stelt vast dat ingevolge artikel 3.2.2 kuilvoerplaten met de specifieke bouwaanduiding 'kuilvoerplaat' buiten het bouwvlak gesitueerd mogen zijn maar dat ingevolge onder g deze slechts 20 m² mag zijn. Kuilvoerplaten zijn doorgaans veel groter en inspreker verzoekt de regeling zo aan te passen dat kuilvoerplaten volledig buiten het bouwvlak kunnen worden gerealiseerd.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
220
Inspraakreacties
Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.1, 2.3 en 2.8. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. 1.
De gemeente zal daar waar mogelijk de ondergronden aanpassen. Het in het bestemmingsplan aangegeven bouwvlak is gebaseerd op het geldende bestemmingsplan 'Buitengebied 1996'. Voor het perceel van inspreker is daarop een bouwvlak van 0,5 ha aangegeven. Het aangegeven bouwvlak biedt weinig uitbreidingsmogelijkheden. Het is naar het oordeel van de gemeente niet bezwaarlijk om deels tegemoet te komen aan de wens van inspreker. Het bouwvlak wordt verruimd.
2.
Het is bekend dat in de bedrijfswoning 2 huishoudens zijn gevestigd. Daarmee is niet gezegd dat er sprake is van een tweede bedrijfswoning. Uitgangspunt bij dit bestemmingsplan is dat (bedrijfs)woningen door meerdere huishoudens mogen worden bewoond, mits alle woonruimten aan elkaar grenzen. De inhoud van de woning mag maximaal 750 m³ bedragen.
3.
Voor de beantwoording van dit onderdeel van de reactie wordt verwezen naar de beantwoording algemene onderwerpen onder paragraaf 2.8.
4.
Op enkele plaatsen in het buitengebied zijn kuilvoerplaten op grotere afstand van het agrarische bedrijf gelegen. Dergelijke kuilvoerplaten hebben een specifieke bouwaanduiding gekregen. In de planregels is opgenomen dat via afwijking kuilvoerplaten, onder voorwaarden, buiten een bouwvlak mogen worden aangelegd (artikel 3.3.2). Er geldt geen beperking ten aanzien van de oppervlakte.
Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
265. Samenvatting Inspreker verzoekt het toegekende bouwvlak aan te passen naar 1,2 ha zoals aangegeven op de toegevoegde bijlage. Het nu toegekende bouwvlak biedt geen ruimte voor bedrijfsontwikkeling, hetgeen nodig is voor een goede en duurzame exploitatie van het agrarische bedrijf. Verder stelt inspreker vast dat een groot deel van het bouwvlak in de zone Leiding - Hoogspanning gelegen is en dat hier geen nieuwbouw kan plaatsvinden. Inspreker verzoekt te bepalen dat er in deze zone gelijke bouwmogelijkheden aanwezig zijn als in de rest van het bouwvlak zodat deze zone geen belemmerende factor is. Beantwoording Deze inspraakreactie is bezien in samenhang met de reacties genoemd onder de nummers 35 en 41. Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.3. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. Inspreker heeft een gemengd bedrijf. De maximaal toegestane oppervlakte voor het intensieve deel mag niet meer bedragen dan 1 ha. Aan de uitbreiding hiervan wordt in dit bestemmingsplan niet meegewerkt. De reden hiervoor is dat diverse aspecten zullen moeten worden onderzocht en gewogen om medewerking te kunnen verlenen. Op basis van de inge-
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
221
diende reactie kunnen deze afwegingen naar het oordeel van de gemeente niet gemaakt worden. Wel is in de planregels een wijzigingsbevoegdheid opgenomen (artikel 51.5.3), waardoor het in principe, onder voorwaarden, mogelijk is om het bouwvlak te vergroten tot 1,5 ha. Inspreker kan dus overwegen om een concreet verzoek in te dienen bij de gemeente. Voor de grondgebonden tak zijn nog wel uitbreidingsmogelijkheden. Inspreker vraagt het bouwvlak op te rekken tot 1,2 ha. Hiertegen bestaat geen bezwaar. Het bouwvlak zal conform verzoek aan de noord- en oostzijde worden uitgebreid. Aan de zuidwestkant kan er een stukje vanaf. De verbeelding zal worden aangepast. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
266. Samenvatting Inspreker geeft aan dat in het toegekende bouwblok een stuk erf, waar een mestplaat is gelegen, ontbreekt. Inspreker verzoekt het bouwblok aan te passen conform de toegevoegde tekening. Beantwoording Inspreker merkt terecht op dat de aanwezige mestplaat buiten het bouwvlak is gelegen. Het gaat hier om een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met een hoogte van circa 1 m. In de planregels is opgenomen dat mestopslag via afwijking ook buiten het bouwvlak is toegestaan. Er is geen noodzaak om het bestaande bouwvlak uit te breiden. Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
267. Samenvatting Inspreker maakt bezwaar tegen het feit dat er geen uitbreidingsmogelijkheden zouden zijn. Inspreker wil te zijner tijd een schuur bouwen voor het uitbreiden van zijn bedrijf. Hij wil zijn bezwaar graag mondeling toelichten. Beantwoording Inspreker heeft een veehandelsbedrijf. Overeenkomstig de systematiek van het bestemmingsplan is aan het perceel van inspreker de bestemming Bedrijf toegekend met de functieaanduiding 'loonbedrijf'. Momenteel is er 870 m² aan bedrijfsgebouwen aanwezig. Op grond van de Ruimtelijke Verordening Gelderland is uitbreiding van de bedrijfsbebouwing niet mogelijk. Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
222
Inspraakreacties
268. Samenvatting 1. Inspreker exploiteert een grondgebonden agrarische bedrijf en handelsactiviteiten op de locatie H.W. Iordensweg 105 te Wilp. Inspreker beschikt over een agrarische milieuvergunning, heeft vergaande plannen voor het uitbreiden van zijn activiteiten en wenst een bestemming Agrarisch. 2.
Inspreker maakt bezwaar tegen de bestemming Waarde - Archeologie - 6. Op de kaarten van KICH, indicatieve kaart archeologische waarden, is het gebied waarin het bedrijf gelegen is aangemerkt met een lage trefkans. Het is naar het oordeel van inspreker dan ook onwaarschijnlijk dat er wat gevonden wordt en strenge eisen stellen is naar zijn oordeel oneerlijk. Inspreker vindt het niet reëel dat de eigenaar van het perceel moet opdraaien voor de kosten van een archeologisch onderzoek.
Beantwoording De inspraakreactie is identiek aan de reactie onder nummer 201. Verwezen wordt naar de beantwoording van reactie 201. Conclusie Verwezen wordt naar de conclusie onder reactie nummer 201.
269. Samenvatting 1. Inspreker stelt vast dat op en nabij het perceel Oolmansweg 6 te Wilp een archeologische waarde 5 is ingevuld. Naar zijn oordeel is dit zeer onwaarschijnlijk omdat hier vroeger bos was. Inspreker neemt aan dat er ook geen grondonderzoek nodig is als eventueel oude gebouwen gesloopt worden en ter plaatse nieuwbouw of uitbreiding plaatsvindt. 2.
Inspreker verzoekt om wijziging van het bouwblok conform het toegevoegde kaartje.
Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.3 en 2.4. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. 1.
Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.4. Daar is aangegeven dat de regeling Waarde - Archeologie op onderdelen wordt aangepast.
2.
De wijziging van het bouwvlak heeft naar het oordeel van de gemeente niet tot gevolg dat het bouwvlak wordt verruimd. Tegen de wijziging is geen bezwaar.
Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding, regels en toelichting worden aangepast.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
223
270. Samenvatting Inspreker exploiteert een akkerbouwbedrijf op de locatie Avervoordseweg 10 te Terwolde. 1. Schuur ontbreekt op plankaart Inspreker geeft aan dat een veldschuur niet op de plankaart is weergegeven en verzoekt dit alsnog te doen. 2. Aanpassing en vergroting bouwvlak naar circa 0,58 ha Inspreker geeft aan dat om een goede economische bedrijfsvoering te bevorderen een nieuw bedrijfsgebouw noodzakelijk is voor de opslag van akkerbouwproducten. Hiervoor is aanpassing van het bouwblok gewenst omdat een deel van het bouwblok niet benut kan worden door de aanwezigheid van een sloot en houtwal. 3. Archeologie Inspreker geeft aan dat aan de locatie de Waarde - Archeologie - 5 is opgelegd. Inspreker stelt vast dat dit betekent dat bij uitbreiden en/of oprichten van bouwwerken vanaf 1.000 m² een archeologische onderzoek vereist is. Tevens mag geen diepere grondbewerking dan 30 cm plaatsvinden zonder omgevingsvergunning c.q. het overleggen van een onderzoeksrapportage, hetgeen zeer kostenverhogend is. Het vereisen van een onderzoeksrapportage zal leiden tot waardedaling van de gronden door toenemende kosten. De genoemde drempelwaarde van 1.000 m² is een zware opgelegde bepaling die in geen verhouding staat tot de bouwmogelijkheden op omliggende percelen waarbij een rapportage vanaf 2.500 m² wordt vereist. Inspreker verzoekt de drempelwaarde te verhogen naar 2.500 m² zijnde waarde 6/7 zoals bij de omliggende percelen. Tevens verzoekt inspreker de maat van 0,3 m in artikel 32.3.1 te verruimen naar 0,7 m aangezien de meeste funderingen van eventueel te slopen gebouwen zich op deze diepte bevinden. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.1, 2.3 en 2.4. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. 1. Schuur ontbreekt op plankaart De gemeente zal daar waar mogelijk de ondergronden aanpassen. 2. Aanpassing en vergroting bouwvlak naar circa 0,58 ha Het bouwvlak zoals dat nu voor het perceel van inspreker is aangegeven is ongeveer 0,5 ha groot. Een deel van het bouwvlak wordt in beslag genomen door houtopstanden. Deze zijn bepalend voor de ruimtelijke kwaliteit van het perceel en de directe omgeving. Er is naar het oordeel van de gemeente geen bezwaar tegen enige verruiming van het bouwvlak waardoor de ruimtelijke kwaliteit voor het overige behouden blijft. 3. Archeologie Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.4. Daar is aangegeven dat de regeling Waarde - Archeologie op onderdelen wordt aangepast. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding, regels en toelichting worden aangepast.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
224
Inspraakreacties
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
225
271. Samenvatting Inspreker exploiteert een agrarisch bedrijf met kalfkoeien, vleesstierkalveren en vleesstieren op de locatie Oudhuizerstraat 23 te Klarenbeek. 1. Stallen ontbreken op plankaart Inspreker geeft aan dat rundveestallen niet op de plankaart zijn weergegeven en verzoekt dit te doen. Op de kaart staan wel gesloopte en vervangen stallen. 2. Handhaven agrarisch bouwvlak/bedrijfsontwikkeling Inspreker stelt vast dat de geldende bestemming Agrarisch is vervangen door de bestemming Wonen. Inspreker geeft aan dat hierdoor een goede economische bedrijfsvoering ernstig wordt belemmerd. Inspreker wenst op afzienbare termijn de huidige rundveestal uit te breiden en 3 sleufsilo's te plaatsen. 3. Rundveestal aan oostzijde perceel Inspreker geeft aan dat hij onlangs vergunning heeft gekregen voor een rundveestal. Op de plankaart heeft deze de bestemming 'o' gekregen. Onduidelijk is wat hiermee wordt bedoeld omdat deze aanduiding in de legenda niet voorkomt. 4. Omvang bouwvlak Inspreker verzoekt het huidige bouwvlak zo in te tekenen dat alle huidige en geplande schuren en sleufsilo's binnen dit bouwvlak vallen zoals op bijgevoegde tekening is aangegeven. 5. Archeologie Inspreker geeft aan dat aan de locatie de Waarde - Archeologie - 6 is opgelegd. Inspreker stelt vast dat dit betekent dat bij uitbreiden en/of oprichten van bouwwerken vanaf 30 m² een archeologische onderzoek vereist is. Tevens mag geen diepere grondbewerking dan 30 cm plaatsvinden zonder omgevingsvergunning c.q. het overleggen van een onderzoeksrapportage, hetgeen zeer kostenverhogend is. Het vereisen van een onderzoeksrapportage zal leiden tot waardedaling van de gronden door toenemende kosten. De drempelwaarde van 30 m² is een zwaar opgelegde bepaling en staat in geen verhouding tot de bouwmogelijkheden van omliggende percelen waarbij een rapportage vanaf 2.500 m² wordt vereist. Inspreker wijst erop dat in artikel 41a van de Monumentenwet 1988 is bepaald dat bij een bestemmingsplan een archeologisch rapport kan worden verlangd bij een reguliere vergunning en niet van toepassing zijn op projecten met een oppervlakte kleiner dan 100 m². In de memorie van Toelichting is vermeld dat als voor een bepaalde investering de voorafgaande kosten van archeologisch onderzoek bijzonder hoog zijn ten opzichte van de totale investeringskosten, deze lasten niet ten laste van de initiatiefnemer zouden moeten komen. De kosten van een archeologisch rapport staan in geen verhouding tot de bouwkosten van een schuur van 30 m². Inspreker verzoekt een andere acceptabele waarde vast te stellen (6/7) dan wel geen waarde vast te stellen. Inspreker geeft aan dat ook de genoemde 0,3 m in lid 31.3.1 een zwaar opgelegde voorwaarde is. Als gevolg van de ruilverkaveling op dit perceel is de grond geheel omgewoeld met een grotere diepte dan 0,6 m. De opgelegde archeologische waarde is derhalve zeer twijfelachtig en dient hier te vervallen.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
226
Inspraakreacties
6. Erfgoedverordening Inspreker verzoekt de Erfgoedverordening van 2009 in de gemeenteraad ter discussie te stellen aangezien de huidige waardering van de archeologische waarden een aanzienlijke financiële aderlating voor de grondeigenaar betekent voor het slopen en/of oprichten van bebouwing. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.1, 2.3, en 2.4. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. 1. Stallen ontbreken op plankaart De gemeente zal daar waar mogelijk de ondergronden aanpassen. 2., 3. en 4. Handhaven agrarisch bouwvlak/bedrijfsontwikkeling, rundveestal aan oostzijde perceel en omvang bouwvlak Deze onderdelen van de inspraakreactie zijn inhoudelijk gelijk aan de reactie genoemd onder 132. Voor de beantwoording wordt verwezen naar nummer 132 5. en 6. Archeologie en erfgoedverordening Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.4. Daar is aangegeven dat de regeling Waarde - Archeologie op onderdelen wordt aangepast. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding, regels en toelichting worden aangepast.
272. Samenvatting Inspreker exploiteert een melkrundveebedrijf met jongvee en als nevenactiviteit een poezenpension. 1. Uitbreiding ligboxenstal ontbreekt op plankaart Inspreker geeft aan dat een gerealiseerde uitbreiding van een ligboxenstal niet op de plankaart is weergegeven en verzoekt dit te doen. Ook de bestaande kuilvoeropslagen zijn niet weergegeven. 2. Uitbreiding werktuigenberging Inspreker geeft aan binnenkort vergunning aan te vragen voor verlengen van een bestaande veldschuur. Inspreker verzoekt de plankaart hierop af te stemmen. 3. Vervangende nieuwbouw poezenschuur Inspreker geeft aan dat binnenkort de bestaande poezenschuur wil vervangen door een nieuwe schuur met een oppervlakte van 300 m². Daarmee blijft de schuur binnen de maximale maatvoering van 350 m² voor nevenfuncties. Inspreker verzoekt het bouwvlak hierop af te stemmen. 4. Vergroten bouwvlak tot 1,1 ha Inspreker geeft aan dat om een goede economische bedrijfsvoering te bevorderen, schaalvergroting en uitbreiding van de huidige bedrijfsgebouwen noodzakelijk is. Inspreker wenst de ligboxenstal uit te breiden. Hiermee rekening houdend is het gewenst een bouwvlak vast
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
227
te stellen van 1,1 ha conform de bijgevoegde tekening. Als een bouwvlak van 1,1 ha niet mogelijk is, verzoekt inspreker een bouwvlak van 1 ha vast te stellen, waarbij een deel van het op tekening aangegeven bouwvlak kan vervallen. 5. Archeologie Inspreker geeft aan dat aan de locatie de Waarde - Archeologie - 4 is opgelegd. Inspreker stelt vast dat dit betekent dat bij uitbreiden en/of oprichten van bouwwerken vanaf 30 m² een archeologische onderzoek vereist is. Tevens mag geen diepere grondbewerking dan 30 cm plaatsvinden zonder omgevingsvergunning c.q. het overleggen van een onderzoeksrapportage, hetgeen zeer kostenverhogend is. Het vereisen van een onderzoeksrapportage zal leiden tot waardedaling van de gronden door toenemende kosten. De drempelwaarde van 30 m² is een zwaar opgelegde bepaling en staat in geen verhouding tot de bouwmogelijkheden van omliggende percelen waarbij een rapportage vanaf 2.500 m² wordt vereist. Inspreker wijst erop dat in artikel 41a van de Monumentenwet 1988 is bepaald dat bij een bestemmingsplan een archeologisch rapport kan worden verlangd bij een reguliere vergunning en niet van toepassing zijn op projecten met een oppervlakte kleiner dan 100 m². In de memorie van Toelichting is vermeld dat als voor een bepaalde investering de voorafgaande kosten van archeologisch onderzoek bijzonder hoog zijn ten opzichte van de totale investeringskosten, deze lasten niet ten laste van de initiatiefnemer zouden moeten komen. De kosten van een archeologisch rapport staan in geen verhouding tot de bouwkosten van een schuur van 30 m². Inspreker verzoekt een andere acceptabele waarde vast te stellen (6/7) dan wel geen waarde vast te stellen. Tevens wenst inspreker te vernemen of bij vergunningsvrije bouwwerken deze rapportage niet noodzakelijk is. 6. Erfgoedverordening Inspreker verzoekt de Erfgoedverordening van 2009 in de gemeenteraad ter discussie te stellen aangezien de huidige waardering van de archeologische waarden een aanzienlijke financiële aderlating voor de grondeigenaar betekent voor het slopen en/of oprichten van bebouwing. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.1, 2.3 en 2.4. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. 1. Uitbreiding ligboxenstal ontbreekt op plankaart De gemeente zal daar waar mogelijk de ondergronden aanpassen. 2., 3. en 4. Uitbreiding werktuigenberging, vervangende nieuwbouw poezenschuur en vergroten bouwvlak tot 1,1 ha Hoe de toekenning van bouwvlakken heeft plaatsgevonden valt te lezen in de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.3. Uitgangspunt is geweest dat agrarische bedrijven waar geen intensieve veehouderij plaatsvindt een bouwvlak wordt aangegeven van 1 ha. In de planregels is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om bouwvlakken te kunnen vergroten tot 1,5 ha. Diverse aspecten zullen moeten worden onderzocht en gewogen om medewerking te kunnen verlenen. Inspreker vraagt om enkele aanpassingen van het bouwvlak zoals dat nu is aangegeven. Het bouwvlak zou daardoor een oppervlakte krijgen van 1,1 ha. Tegen deze beperkte afwijking is naar het oordeel van de gemeente geen bezwaar.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
228
Inspraakreacties
5. en 6. Archeologie en erfgoedverordening Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.4. Daar is aangegeven dat de regeling Waarde - Archeologie op onderdelen wordt aangepast. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding, regels en toelichting worden aangepast.
273. Samenvatting Inspreker maakt bezwaar tegen de regel dat bij afbraak van een van de schuren deze voor 50% mag worden herbouwd. Bij het vernieuwen van de schuur kan dus slechts de helft worden herbouwd. Met deze zeer beperkende regel kan inspreker niet uit de voeten. Inspreker verzoekt bij eventuele nieuwbouw de volle 100% te mogen terugbouwen. Beantwoording Voor de beantwoording van deze reactie wordt verwezen naar de beantwoording algemene onderwerpen onder paragraaf 2.6. Daar is aangegeven dat de regeling op onderdelen wordt aangepast. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De regels worden aangepast.
274. Samenvatting Inspreker geeft aan dat Happy Summer B.V. een proeftuin/showtuin heeft aan de Ziele te Twello. Hier vinden naast vollegrondsbeplantingen steeds meer opplantingen in containers plaats. Met het oog hierop verzoekt inspreker de percelen met de kadastrale nummers 6882 en 8030 te bestemmen als tuinbouwgrond met containervelden voorzien van permanente teeltondersteunende voorzieningen ten behoeve van showtuin en proefplantingen. Beantwoording De gemeente heeft vastgesteld dat beide percelen niet binnen het plangebied van het bestemmingsplan buitengebied liggen maar in het gebied van bestemmingsplan 'Steenenkamer'. Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
275. Samenvatting Inspreker exploiteert een fokzeugenhouderij en akkerbouwtak van 23 ha. Daarnaast heeft inspreker een minicamping.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
229
1. Vergroting bouwvlak naar 1,5 ha Inspreker geeft aan dat om een goede economische bedrijfsvoering te bevorderen, schaalvergroting en uitbreiding van de huidige bedrijfsgebouwen noodzakelijk is. Inspreker wil al de drie takken verder ontwikkelen en stelt dat het toekennen van een bouwvlak van 1 ha een belemmering is voor deze groei. Voor de zeugentak is meer ruimte nodig met het oog op eisen ten aanzien van dierwelzijn en brandveiligheid. Op de minicamping is een vergund tuinhuis geplaatst die niet op de plankaart is ingetekend. Inspreker verzoekt dit alsnog te doen. Verder verzoekt inspreker om meer ruimte voor de minicamping omdat de wens bestaat in de toekomst een aantal trekkershutjes te plaatsen. Voor de akkerbouwtak is extra opslag nodig in de vorm van sleufsilo's en zal de machineberging vergroot moeten worden. Inspreker verzoekt ten behoeve van deze ontwikkelingen het bouwvlak te vergroten en gaat graag in overleg over de invulling hiervan. 2. Archeologie Inspreker geeft aan dat op de locatie de Waarde - Archeologie - 5 is gelegd. Inspreker stelt vast dat dit betekent dat bij uitbreiden en/of oprichten van bouwwerken vanaf 100 m² een archeologische onderzoek vereist is. Tevens mag geen diepere grondbewerking dan 30 cm plaatsvinden zonder omgevingsvergunning c.q. het overleggen van een onderzoeksrapportage, hetgeen zeer kostenverhogend is. Het vereisen van een onderzoeksrapportage zal leiden tot waardedaling van de gronden door toenemende kosten. Inspreker wijst erop dat de genoemde drempelwaarde van 100 m² zeer zwaar is en in geen verhouding staat tot de bouwmogelijkheden van omliggende percelen waarbij een rapportage vanaf 2.500 m² wordt vereist. Inspreker verzoekt de drempelwaarde te verhogen tot 2.500 m², zijnde waarde 6/7 zoals deze bij diverse omliggende percelen is gewaardeerd. Tevens verzoekt inspreker de genoemde 0,3 m in artikel 31.3.1 te verruimen naar 0,7 m aangezien de meeste funderingen van eventueel te slopen gebouwen zich op deze diepte bevinden. De nut en noodzaak van een dergelijke regeling is niet aangetoond en leidt tot aantasting van een bestaand recht. De gronden binnen het bouwvlak zijn reeds geroerd c.q. verstoord door de aanwezige bebouwing. Ook zijn de in de bestemming Waarde - Archeologie opgenomen gebruiksregels onnodig verzwarend voor het meest doelmatige gebruik. Deze regels moeten worden geschrapt. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.3 en 2.4. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. 1. Vergroting bouwvlak naar 1,5 ha Hoe de toekenning van bouwvlakken heeft plaatsgevonden valt te lezen in de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.3. Uitgangspunt is geweest dat agrarische bedrijven waar intensieve veehouderij plaatsvindt een bouwvlak wordt aangegeven van 1 ha. In de planregels is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om bouwvlakken te kunnen vergroten tot 1,5 ha. Diverse aspecten zullen moeten worden onderzocht en gewogen om medewerking te kunnen verlenen. Enige verruiming van het bouwvlak waardoor een vergund tuinhuisje op de minicamping binnen het bouwvlak wordt opgenomen is naar het oordeel van de gemeente niet bezwaarlijk. Het gaat hier om een gemengd bedrijf in het verwevingsgebied zoals dit is aangegeven in het Reconstructieplan Veluwe. Vast staat dat voor de intensieve veehouderijtak maximaal 1 ha mag worden benut.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
230
Inspraakreacties
2. Archeologie Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.4. Daar is aangegeven dat de regeling Waarde - Archeologie op onderdelen wordt aangepast. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding, regels en toelichting worden aangepast.
276. Samenvatting Inspreker geeft aan dat in de mening vormende raadsvergadering van 28 juni 2010 over het bestemmingsplan Dorp Voorst is toegezegd dat aan een compensatieregeling zou worden gewerkt om te kunnen voldoen aan het kwalitatief woningbouwprogramma (KWP). Hierdoor zal het mogelijk worden voor particulieren om zelf een woning te ontwikkelen op eigen grond. In 2011 zou hier op worden teruggekomen. Inspreker vraagt hoe het staat met deze regeling. Beantwoording De gemeente heeft vastgesteld dat de brief van inspreker abusievelijk is gezien als inspraakreactie op het voorontwerpbestemmingsplan Buitengebied. De brief wordt separaat behandeld. Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
277. Samenvatting 1. Aanpassen bouwblok Inspreker geeft aan dat het toegekende bouwblok de bedrijfswoning en de machineberging doorkruist. Inspreker verzoekt het bouwblok hierop aan te passen. 2. Tweede bedrijfswoning Inspreker geeft aan dat er al sinds de 50er-jaren sprake is van een 2e bedrijfswoning die nu niet geregeld is. Inspreker verzoekt het plan hierop aan te passen. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.3. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. 1. Aanpassen bouwblok Het is niet de bedoeling van de gemeente om de grens van het bouwvlak bestaande gebouwen te laten doorkruisen. De verbeelding wordt aangepast. 2. Tweede bedrijfswoning In 1957 is bouwvergunning verleend voor het aanbouwen van woonruimte aan de bestaande boerderij. Deze aanbouw is gezien als uitbreiding van de bestaande bedrijfswoning ten behoeve van een inwonend gezin. De aanbouw is niet beschouwd als 2e bedrijfswoning. Ook nu
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
231
is er naar het oordeel van de gemeente geen aanleiding om de aanbouw te beschouwen als 2e bedrijfswoning. Bewoning door meerdere huishoudens is toegestaan. Conclusie De reactie leidt met betrekking tot het bouwvlak tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
278. Samenvatting Inspreker exploiteert een rundvee- annex pluimveehouderij op de locatie Middendijk 85 te Nijbroek. 1. Vergroten bouwvlak tot 1 ha Inspreker geeft aan dat om een goede economische bedrijfsvoering te bevorderen, schaalvergroting en uitbreiding van de huidige bedrijfsgebouwen noodzakelijk is. Inspreker wenst een pluimveeschuur uit te breiden. Hiervoor is reeds een partiële bestemmingsplanprocedure gestart om verlegging c.q. vergroting van het bouwvlak tot 1 ha. Diverse onderzoeken zijn uitgevoerd en er wordt gewacht op een natuurbeschermingswetvergunning van de provincie. Inspreker verzoekt hiermee rekening te houden en een bouwvlak van 1 ha vast te stellen conform bijgevoegde tekening. 2. Archeologie Inspreker geeft aan dat aan de locatie de Waarde - Archeologie - 6 is opgelegd. Inspreker stelt vast dat dit betekent dat bij uitbreiden en/of oprichten van bouwwerken vanaf 2.500 m² een archeologische onderzoek vereist is. Tevens mag geen diepere grondbewerking dan 30 cm plaatsvinden zonder omgevingsvergunning c.q. het overleggen van een onderzoeksrapportage, hetgeen zeer kostenverhogend is. Het vereisen van een onderzoeksrapportage zal leiden tot waardedaling van de gronden door toenemende kosten. Inspreker stelt dat de genoemde drempelwaarde van 0,3 m een extreem zwaar opgelegde bepaling zijn. De nut en noodzaak van een dergelijke regeling is niet aangetoond en leidt tot aantasting van een bestaand recht. De gronden binnen het bouwvlak zijn reeds geroerd c.q. verstoord door de aanwezige bebouwing. Bij vervangende nieuwbouw mag een dergelijke rapportage naar het oordeel van inspreker niet worden verlangd. Ook zijn de in de bestemming Waarde - Archeologie opgenomen gebruiksregels onnodig verzwarend voor het meest doelmatige gebruik. Deze regels moeten worden geschrapt. 3. Erfgoedverordening Inspreker verzoekt de Erfgoedverordening van 2009 in de gemeenteraad ter discussie te stellen aangezien de huidige waardering van de archeologische waarden een aanzienlijke financiële aderlating voor de grondeigenaar betekent voor het slopen en/of oprichten van bebouwing. Beantwoording Vastgesteld wordt dat deze reactie inhoudelijk gelijk is aan de reactie onder nummer 153. Voor de beantwoording wordt verwezen naar de reactie onder nummer 153. Conclusie Voor de conclusie wordt verwezen naar de reactie onder nummer 153.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
232
Inspraakreacties
279. Samenvatting 1. Inspreker heeft bezwaar tegen de bestemming Wonen voor een perceel ten westen van zijn perceel omdat dit perceel in gebruik is als akker/weiland en voorheen een bestemming Agrarisch had. 2.
Het perceel ten oosten van het perceel van inspreker is niet bestemd voor Wonen en in gebruik als paardenbak. Inspreker geeft aan dat als het westelijk gelegen perceel de bestemming Wonen behoudt, het oostelijk gelegen perceel ook de bestemming Wonen dient te krijgen.
3.
Inspreker vraagt of de paardenbak niet op de plankaart moet worden aangegeven. Deze is enkele jaren geleden door de gemeente geïnventariseerd.
4.
Inspreker wil graag zijn woning vergroten met het oog op een ouder en groter wordend gezin. Daarbij wordt de maximale inhoudsmaat van 750 m³ overschreden. Inspreker verzoekt de oppervlaktenormering toe te passen waarvan sprake is in de brief van 9 juni 2008.
Beantwoording 1. Inspreker merkt terecht op dat het perceel ten westen van zijn woning 'agrarisch' gebruikt wordt. De bestemming wordt aangepast. 2.
Het perceel ten oosten van de woning van inspreker wordt hobbymatig agrarisch gebruikt als paardenbak. De bestemming kan naar het oordeel van de gemeente agrarisch blijven.
3.
Het is naar het oordeel van de gemeente niet noodzakelijk dat paardenbakken als zodanig op de verbeelding worden ingetekend. Deze zijn aansluitend aan het bouwvlak via afwijking toegestaan.
4.
Onlangs heeft de raad het bestemmingsplan 'Parapluplan inhoud woningen en oppervlakte bijgebouwen buitengebied' vastgesteld. Daarin is bepaald dat de inhoud van woningen 750 m³ mag bedragen. In het voorliggende bestemmingsplan is deze inhoud overgenomen. Het is naar het oordeel van de gemeente niet raadzaam dit nu weer te herzien.
Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
280. Samenvatting Inspreker stelt vast dat de agrarische bestemming van zijn perceel is vervangen door de bestemming 'hovenier'. Inspreker wijst er op dat in de inventarisatiefase is vastgesteld dat hij bedrijfsmatig agrarische activiteiten verricht in het buitengebied. In de WOZ wordt zijn bedrijf aangemerkt als tuinbouwbedrijf. Inspreker verzoekt de bestemming van zijn perceel te wijzigen in Agrarisch.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
233
Beantwoording Inspreker heeft aan de Hildestraat 14 een hoveniersbedrijf. In de systematiek van het bestemmingsplan wordt aan hoveniersbedrijven de bestemming Bedrijf toegekend. De bestemming staat los van het feit waar de werkzaamheden van het hoveniersbedrijf worden uitgevoerd. Vast staat dat de hoveniersactiviteiten geen agrarische activiteiten zijn. Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
281. Samenvatting Inspreker exploiteert een melkrundveebedrijf met jongvee op de locatie Veenweg 17 te Terwolde. 1. Ligboxenstal en mestsilo ontbreken op plankaart Inspreker geeft aan dat een gerealiseerde ligboxenstal en een mestsilo niet op de plankaart zijn weergegeven en verzoekt dit te doen. 2. Caravanstalling in schuur Inspreker geeft aan met toestemming van de gemeente in een voormalige ligboxenstal caravans worden gestald. Inspreker verzoekt deze nevenactiviteit in het plan op te nemen als dat noodzakelijk is. 3. Te bouwen garage/berging Inspreker geeft aan binnenkort een garage/berging te bouwen en verzoekt hiermee rekening te houden bij het bepalen van het bouwvlak. 4. Vergroten bouwvlak tot 1,5 ha Inspreker geeft aan dat om een goede economische bedrijfsvoering te bevorderen, schaalvergroting en uitbreiding van de huidige bedrijfsgebouwen noodzakelijk is. Inspreker wenst de ligboxenstal uit te breiden. Inspreker wenst ook. ruimte te creëren voor een 2e bedrijfswoning. Hiermee rekening houdend is het gewenst een bouwvlak vast te stellen van 1,5 ha conform de bijgevoegde tekening. 5. Archeologie Inspreker geeft aan dat aan de locatie de Waarde - Archeologie - 5 is opgelegd. Inspreker stelt vast dat dit betekent dat bij uitbreiden en/of oprichten van bouwwerken vanaf 100 m² een archeologische onderzoek vereist is. Tevens mag geen diepere grondbewerking dan 30 cm plaatsvinden zonder omgevingsvergunning c.q. het overleggen van een onderzoeksrapportage, hetgeen zeer kostenverhogend is. Het vereisen van een onderzoeksrapportage zal leiden tot waardedaling van de gronden door toenemende kosten. Inspreker wijst er op dat de genoemde drempelwaarde van 100 m² zeer zwaar is en in geen verhouding staat tot de bouwmogelijkheden van omliggende percelen waarbij een rapportage vanaf 2.500 m² wordt vereist. Inspreker verzoekt de drempelwaarde te verhogen tot 2.500 m², zijnde waarde 6/7 zoals deze bij diverse omliggende percelen is gewaardeerd.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
234
Inspraakreacties
Tevens verzoekt inspreker de genoemde 0,3 m in artikel 31.3.1 te verruimen naar 0,7 m aangezien de meeste funderingen van eventueel te slopen gebouwen zich op deze diepte bevinden. De nut en noodzaak van een dergelijke regeling is niet aangetoond en leidt tot aantasting van een bestaand recht. De gronden binnen het bouwvlak zijn reeds geroerd c.q. verstoord door de aanwezige bebouwing. Bij vervangende nieuwbouw mag een dergelijke rapportage naar het oordeel van inspreker niet worden verlangd. Ook zijn de in de bestemming Waarde - Archeologie opgenomen gebruiksregels onnodig verzwarend voor het meest doelmatige gebruik. Deze regels moeten worden geschrapt. 6. Erfgoedverordening Inspreker verzoekt de Erfgoedverordening van 2009 in de gemeenteraad ter discussie te stellen aangezien de huidige waardering van de archeologische waarden een aanzienlijke financiële aderlating voor de grondeigenaar betekent voor het slopen en/of oprichten van bebouwing. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.1. 2.3 en 2.4. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. 1. Ligboxenstal en mestsilo ontbreken op plankaart De gemeente zal daar waar mogelijk de ondergronden aanpassen. 2. Caravanstalling in schuur De gemeente heeft aan inspreker toestemming verleend om een voormalige veestal te mogen gebruiken voor caravanstalling. Dit hoeft naar het oordeel van de gemeente niet in de verbeelding geregeld te worden. 3. Te bouwen garage/berging De plannen voor de bouw van een garage zijn niet bij de gemeente bekend. Het bouwvlak biedt naar het oordeel van de gemeente voldoende ruimte om een garage te kunnen bouwen. 4. Vergroten bouwvlak tot 1,5 ha Inspreker heeft een grondgebonden bedrijf en verzoekt om uitbreiding van het bouwvlak naar 1,5 ha. Hiertegen bestaat naar het oordeel van de gemeente geen bezwaar. Het bouwvlak wordt vergroot aan de noordzijde zodat naast de bouw van de nieuwe stal nog voldoende uitbreidingsruimte overblijft voor de toekomst. 5. en 6. Archeologie en erfgoedverordening Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.4. Daar is aangegeven dat de regeling Waarde - Archeologie op onderdelen wordt aangepast. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding, regels en toelichting worden aangepast.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
235
282. Samenvatting Inspreker geeft aan dat voor zijn perceel de geldende agrarische bestemming vervangen is door de bestemming Wonen. In het tafeltjesoverleg heeft inspreker aangegeven minimaal vergelijkbare mogelijkheden op zijn perceel te willen behouden. Inspreker heeft een wisselende veestapel. Omdat er op het perceel verschillende bedrijfsactiviteiten plaatsvinden, wil inspreker in overleg bezien of er mogelijkheden zijn voor een bestemming met landbouw gerelateerde activiteiten, bijvoorbeeld Hoveniersbedrijf. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.2 en 2.5. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. Inspreker exploiteert op dit adres een vijverbouwbedrijf met buitenopslag van bijbehorende goederen. Inspreker heeft nog een Melding besluit landbouw voor 15 koeien en 3 paarden. De agrarische activiteiten staan op een erg laag pitje. Handhaving van de agrarische bestemming ligt daarom niet voor de hand. Uit ruimtelijk oogpunt is het naar het oordeel van de gemeente niet bezwaarlijk om het perceel aan te duiden met de bestemming Bedrijf. De bedrijfsactiviteiten vallen binnen de categorie 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten. Uitbreiding van de bedrijfsgebouwen, waaronder ook de bijgebouwen bij de bedrijfswoning, blijven beperkt tot de bestaande oppervlakte (380 m²) omdat in de Ruimtelijke Verordening Gelderland is bepaald dat bedrijven met een oppervlakte van meer dan 375 m² niet mogen groeien. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het plan. De verbeelding wordt aangepast.
283. Samenvatting Inspreker verzoekt twee stukjes groen aan het kanaal die gebruikt worden om te vissen en voor recreatie te bestemmen als Water, overeenkomstig het feitelijk gebruik. De nu toegekende bestemming is Verkeer. Beantwoording Insprekers vrezen ongewenste ontwikkelingen die mogelijk binnen de bestemming Verkeer kunnen ontstaan. Te denken valt aan het oprichten van masten ten behoeve van telecommunicatie. De kans hierop wordt door de gemeente niet hoog ingeschat. De door insprekers bedoelde locaties worden gebruikt door recreanten die aan het kanaal gaan vissen en daar hun auto parkeren. De bestemming Verkeer is naar het oordeel van de gemeente terecht aangegeven voor deze locaties. Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
236
Inspraakreacties
284. Samenvatting Inspreker geeft aan dat de geldende bestemming Agrarisch in het nieuwe plan is omgezet in de bestemming Wonen. In het kader van het tafeltjesoverleg heeft inspreker een tekening ontvangen waarop een bouwvlak met de bestemming Agrarisch was aangegeven. Hij kon zich hier wel in vinden en heeft geen gebruikgemaakt van het tafeltjesoverleg. Inspreker heeft een agrarisch bedrijf met 7 zoogkoeien. Hij wil zijn activiteiten niet uitbreiden maar wel eventueel aanpassen, waarbij verplaatsen en/of vernieuwen van de bedrijfsgebouwen tot de mogelijkheden behoort. Inspreker verzoekt het eerder aangegeven bouwvlak in het bestemmingsplan op te nemen. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.2 en 2.5. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. De agrarische activiteiten van inspreker zijn naar het oordeel van de gemeente minimaal. Het bedrijfje zit ingeklemd tussen een aantal woningen. Het aangeven van de agrarische bestemming biedt aan inspreker echter de mogelijkheid om gebouwen te verplaatsen of te vernieuwen. Er zijn geen uitbreidingsmogelijkheden. Naar het oordeel van de gemeente is het niet bezwaarlijk om een agrarisch bouwvlak aan te geven. De verbeelding wordt aangepast. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
285. Samenvatting Inspreker vraagt of het mogelijk is winterkamperen bij de boer toe te staan. Af en toe is daar vraag naar en het lijkt inspreker wel wat die mogelijkheid te bieden. Beantwoording Het beleid van de gemeente biedt geen ruimte om het 'hele jaar door' kamperen bij boerderijen mogelijk te maken. Achterliggende gedachte hierbij is dat permanent verblijf op minicampings en kampeerterreinen moet worden voorkomen. Het kampeerseizoen is van 15 maart tot en met 31 oktober. Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
286. Samenvatting 1. Inspreker geeft aan dat de landgoedeigenaren per brief van 6 september 2011 een aantal wezenlijke zaken naar voren hebben gebracht. Hiervan zijn er weinig terug te vinden in het bestemmingsplan hetgeen als onbevredigend wordt ervaren. Inspreker wijst op het grote belang van de landgoederen, ruimtelijk, economisch en maatschappelijk. Een eigen aanduiding als 'overoverlay' over de in het plan aangegeven functies
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
237
doet recht aan deze bijzondere maatschappelijke betekenis en ruimtelijke positie van elk landgoed. Het gaat daarbij om het gehele onder de Natuurschoonwet gerangschikte gronden. 2. Ten noorden van de Landweg is op het Landgoed Beekzicht een hoogveenrestant gelegen, het Gagelveld. Een expliciete aanduiding als Natuur in plaats van Bos is gewenst. Inspreker is voornemens het ven te herstellen en verzoekt het Gagelven en de directe omgeving in totaal circa 8 ha. te bestemmen als Natuur. Beantwoording Verwezen wordt naar de algemene beantwoording onder 2.9. In aanvulling daarop is de gemeente van oordeel dat de in het bestemmingsplan opgenomen regeling voor de landgoederen recht doet aan de aan de orde zijnde belangen en voldoende mogelijkheden biedt om in te spelen op veranderende omstandigheden. Daarbij is het van belang dat indien landgoedeigenaren over concrete plannen beschikken, deze plannen door de gemeente beoordeeld zullen worden en bezien zal worden op welke wijze hieraan medewerking kan worden verleend. Met het verzoek wordt ingestemd. De bestemming Bos wordt gewijzigd in de bestemming Natuur. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
287. Samenvatting Inspreker geeft aan dat het voorontwerpbestemmingsplan voldoet wat betreft de bezittingen van de Stichting IJssellandschap. Inspreker zal dan ook geen verdere reactie indienen. Inspreker verzoekt wel op de hoogte te worden gehouden van de verdere procedure. Beantwoording Inspreker heeft inhoudelijk geen opmerkingen en wordt door de gemeente op de hoogte gehouden van de verdere procedure. Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
288. Samenvatting Insprekers geven aan dat de Roofvogeltuin de Havikshorst op de locatie Oudhuizerstraat 3636A te Klarenbeek de bestemming Recreatie - Dagrecreatie - 1 sr - rfvt 125 150 heeft gekregen. Insprekers geven aan dat de tuin tot nu toe weinig tot geen overlast geeft. Zij zijn evenwel van mening dat de bestemming dagrecreatie ruimte geeft voor mogelijkheden om ook andere activiteiten te ontwikkelen. Insprekers achten het niet ondenkbaar dat daar overlast uit ontstaat voor omwonenden. Het opnemen van beperkingen met betrekking tot de bestemming Recreatie lijkt insprekers wenselijk.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
238
Inspraakreacties
Beantwoording De gemeente kan zich de vrees van insprekers voorstellen. Op het perceel Oudhuizerstraat 36-36A is de bestemming Recreatie - Dagrecreatie (R - DR - 1) aangegeven. Binnen deze bestemming zijn activiteiten mogelijk gericht op ontspanning in de vrije tijd zoals sport en spel, natuurbeleving, amusement en uitstapjes, die uitsluitend plaatsvinden binnen een tijdsbestek van één dag. De toevoeging 'specifieke vorm van recreatie roofvogeltuin' (sr-rfvt) geeft aan dat er specifiek een roofvogeltuin aanwezig mag zijn. Het sluit andere activiteiten niet uit. Dus ook sport en spel en amusement zijn bijvoorbeeld mogelijk. Dergelijke ontwikkelingen zijn daar naar het oordeel van de gemeente niet gewenst. De regels worden aangepast. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De regels worden aangepast.
289. Samenvatting 1. Grootte bouwblok Inspreker exploiteert een gemengd agrarisch bedrijf en een intensieve tak. Het bedrijf heeft een bouwblok toegewezen gekregen van circa 1 ha. Inspreker opteert voor een bouwblok van 1,5 ha gezien de dubbele bestemming en toekomstige plannen. Als bijlage is een tekening gevoegd met voorstel voor het bouwblok. 2. Archeologie Inspreker geeft aan dat een deel van het bouwblok is bestemd voor Waarde - Archeologie 6. Inspreker maakt hiertegen bezwaar en voert aan dat op de kaarten van KICH het grootste gedeelte van het gebied, waarin het bedrijf gelegen is, is aangemerkt met een lage trefkans. Bovendien zijn de gronden rondom de bedrijfsgebouwen vergraven en is het dus onwaarschijnlijk dat er wat gevonden wordt. Inspreker vindt het niet reëel om standaard deze archeologische waarde toe te kennen en de eigenaar van het perceel te laten opdraaien voor alle kosten. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.3 en 2.4. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. 1. Grootte bouwblok Inspreker heeft een gemengd bedrijf. De maximaal toegestane oppervlakte voor het intensieve deel mag niet meer bedragen dan 1 ha. Aan de uitbreiding hiervan wordt in dit bestemmingsplan niet meegewerkt. De reden hiervoor is dat diverse aspecten zullen moeten worden onderzocht en gewogen om medewerking te kunnen verlenen. Op basis van de ingediende reactie kunnen deze afwegingen naar het oordeel van de gemeente niet gemaakt worden. Wel is in de planregels een wijzigingsbevoegdheid opgenomen (artikel 51.5.3), waardoor het in principe, onder voorwaarden, mogelijk is om het bouwvlak te vergroten tot 1,5 ha. Inspreker kan dus overwegen om een concreet verzoek in te dienen bij de gemeente. Voor de grondgebonden tak zijn nog wel uitbreidingsmogelijkheden. Inspreker vraagt het bouwvlak op te rekken tot 1,5 ha. Hiertegen bestaat geen bezwaar. Het bouwvlak wordt aan de noordzijde uitgebreid. De bestaande silo's komen daarmee deels buiten het bouwvlak te liggen maar zijn aansluitend aan het bouwvlak toegestaan.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
239
2. Archeologie Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.4. Daar is aangegeven dat de regeling Waarde - Archeologie op onderdelen wordt aangepast. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding, regels en toelichting worden aangepast.
290. Samenvatting Inspreker verzoekt de kuilplaten buiten het bouwblok te laten en het bouwblok aan de westzijde te vergroten zoals aangegeven op een bijgevoegde tekening. Daarnaast verzoekt inspreker het totale bouwblok te vergroten naar 2 ha. Inspreker denkt deze ruimte de komende jaren nodig te hebben gezien de schaalvergroting van het bedrijf na 2015 en mestverwerking/vergisting op het bedrijf. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.3. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. De aanpassing aan het bouwvlak zoals inspreker voorstelt is niet bezwaarlijk. Aan de oostzijde kan een deel worden verwijderd en aan de westzijde wordt het bouwvlak uitgebreid en daarmee vergroot. Aan een vergroting naar 2 ha wordt niet direct meegewerkt. Dit vraagt een nadere afweging. In het bestemmingsplan wordt een wijzigingsbevoegdheid opgenomen tot vergroting naar 2 ha. Daarvoor gelden dezelfde voorwaarden als voor de wijziging naar 1,5 ha met als aanvulling dat bij wijziging ruimte moet worden gereserveerd voor landschappelijke inpassing van de bestaande en nieuwe bebouwing. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
291. Samenvatting Inspreker geeft aan de geldende bestemming Agrarisch voor het perceel graag te willen behouden met de mogelijkheid door te groeien naar een bouwblok van 0,5 ha. Inspreker geeft aan dat een onlangs gerealiseerde stal buiten het ingetekende bouwblok valt. Inspreker wil zich richten op de productiegerichte tak binnen de paardenhouderij met een kleinschalige tak gebruikersgericht. Voor de toekomst van het bedrijf is deze groei van groot belang. Inspreker verzoekt contact op te nemen. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.5. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. Het bedrijf van inspreker staat bekend als een 'paardenhouderij' en houdt zich voornamelijk bezig met africhting en training van (jonge) dressuurpaarden. Dit soort bedrijven is naar het
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
240
Inspraakreacties
oordeel van de gemeente niet aan te merken als 'agrarische bedrijven'. Het bedrijf is bestemd als Bedrijf en er mag 900 m² aan bedrijfsbebouwing aanwezig zijn (exclusief bedrijfswoning). Het is naar het oordeel van de gemeente niet bezwaarlijk om het bouwvlak aan te passen zodat de bedrijfsbebouwing binnen het bouwvlak is gelegen. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
292. Samenvatting Inspreker verzoekt het bouwvlak van de oostzijde naar de westzijde te verplaatsen en een afstand van circa 20 m tot de rand van de weg aan te houden. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.3. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. De verschuiving van het bouwvlak die inspreker voorstelt leidt naar het oordeel van de gemeente niet tot verruiming van het bouwvlak. Ten opzichte van de bebouwing die tegenover het bedrijf ligt is de verschuiving zelfs uit milieuoverwegingen gunstiger. Het bouwvlak wordt aangepast. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
293. Samenvatting Inspreker exploiteert een houtvezelbedrijf op de locatie Benedeste Kruisweg 13 te Nijbroek. 1. Activiteiten/extra opslag noodzakelijk Inspreker geeft aan dat extra binnenopslag noodzakelijk is om 20.000 balen vlas en 15.000 balen zaagsel/houtkrullen op te slaan. Ook is extra binnenruimte nodig voor stalling van heftrucks, vrachtwagens en dergelijke om diefstal te voorkomen. 2. Vergroten bouwoppervlakte Inspreker verzoekt de toegestane bebouwingsoppervlakte van 1.375 m² te vergroten teneinde een extra uitbreiding van de bedrijfshallen te kunnen realiseren met circa 455 m². De bestaande bedrijfshal heeft een oppervlakte van 1.225 m². Het is voor inspreker onduidelijk of de oppervlakte van woningen wordt meegerekend met de toegestane oppervlakte. Inspreker geeft aan dat het bedrijf aan het agrarische buitengebied is gerelateerd en dat verplaatsing economisch en praktisch zeer ongewenst is. Inspreker voert hiervoor een groot aantal argumenten aan. 3. Archeologie Inspreker geeft aan dat aan de locatie de Waarde - Archeologie - 6 is opgelegd. Inspreker stelt vast dat dit betekent dat bij uitbreiden en/of oprichten van bouwwerken vanaf 2.500 m² een archeologische onderzoek vereist is. Tevens mag geen diepere grondbewerking dan 30 cm plaatsvinden zonder omgevingsvergunning c.q. het overleggen van een onderzoeks-
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
241
rapportage, hetgeen zeer kostenverhogend is. Het vereisen van een onderzoeksrapportage zal leiden tot waardedaling van de gronden door toenemende kosten. Inspreker stelt dat de genoemde drempelwaarde van 0,3 m een extreem zwaar opgelegde bepaling zijn. De nut en noodzaak van een dergelijke regeling is niet aangetoond en leidt tot aantasting van een bestaand recht. De gronden binnen het bouwvlak zijn reeds geroerd c.q. verstoord door de aanwezige bebouwing. Ook zijn de in de bestemming Waarde - Archeologie opgenomen gebruiksregels onnodig verzwarend voor het meest doelmatige gebruik. Deze regels moeten worden geschrapt. 4. Erfgoedverordening Inspreker verzoekt de Erfgoedverordening van 2009 in de gemeenteraad ter discussie te stellen aangezien de huidige waardering van de archeologische waarden een aanzienlijke financiële aderlating voor de grondeigenaar betekent voor het slopen en/of oprichten van bebouwing. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.3 en 2.4. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. 1. en 2. Activiteiten/ extra opslag noodzakelijk en vergroten bouwoppervlakte Het bedrijf van inspreker wordt in het bestemmingsplan aangegeven met de bestemming Bedrijf. Het toegestane aantal m² bebouwing is gelijk aan de oppervlakte van de huidige bebouwing. Conform de Ruimtelijke Verordening Gelderland (RVG) is verdere uitbreiding niet mogelijk. Onder voorwaarden kan worden afgeweken van de RVG. Dergelijke ontwikkelingen worden niet in dit bestemmingsplan meegenomen. 3. en 4. Archeologie en erfgoedverordening Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.4. Daar is aangegeven dat de regeling Waarde - Archeologie op onderdelen wordt aangepast. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding, regels en toelichting worden aangepast.
294. Samenvatting 1. Consequentie woonbestemming dichtstbijzijnde woning Inspreker stelt vast dat het naastgelegen perceel een woonbestemming heeft gekregen. De woning op dit perceel ligt mogelijk op een afstand van minder dan 50 m van zijn bedrijfsgebouw. Dit kan de bedrijfsvoering in gevaar brengen. Inspreker verzoekt de exacte afstand mee te delen en te garanderen dat de bedrijfsontwikkeling op zijn perceel nu en in de toekomst niet mag worden belemmerd. 2. Archeologie Inspreker geeft aan dat aan de locatie de Waarde - Archeologie - 3 is opgelegd. Inspreker stelt vast dat dit betekent dat bij uitbreiden en/of oprichten van bouwwerken vanaf 100 m² een archeologische onderzoek vereist is. Tevens mag geen diepere grondbewerking dan 30 cm plaatsvinden zonder omgevingsvergunning c.q. het overleggen van een onderzoeks-
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
242
Inspraakreacties
rapportage, hetgeen zeer kostenverhogend is. Het vereisen van een onderzoeksrapportage zal leiden tot waardedaling van de gronden door toenemende kosten. Inspreker wijst erop dat de genoemde drempelwaarde van 100 m² zeer zwaar is en in geen verhouding staat tot de bouwmogelijkheden van omliggende percelen waarbij een rapportage vanaf 2.500 m² wordt vereist. Inspreker verzoekt de drempelwaarde te verhogen tot 2.500 m², zijnde waarde 6/7 zoals deze bij diverse omliggende percelen is gewaardeerd. Tevens verzoekt inspreker de genoemde 0,3 m in artikel 31.3.1 te verruimen naar 0,7 m aangezien de meeste funderingen van eventueel te slopen gebouwen zich op deze diepte bevinden. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.4. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. 1. Consequentie woonbestemming dichtstbijzijnde woning Inspreker merkt terecht op dat tegenover zijn bedrijf woningen zijn gelegen op kortere afstand dan 50 m. Het maakt in dit geval niet uit of de bestemming van deze woningen nu Wonen is of, zoals in het nu geldende bestemmingsplan 'Buitengebied 1996', 'Agrarisch hulpbedrijf'. De feitelijke afstand tot de bestaande woningen is maatgevend voor de mogelijkheden van zijn bedrijf. 2. Archeologie Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.4. Daar is aangegeven dat de regeling Waarde - Archeologie op onderdelen wordt aangepast. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding, regels en toelichting worden aangepast.
295. Samenvatting De inspraakreactie betreft de locatie Nijenbeekseweg te Voorst tussen 12 en 16. Inspreker wil graag 1 of 2 trekkershutten plaatsen op dit terrein om de diversiteit en het aanbod van verblijfsrecreatie op het platteland te vergroten en te versterken. Het terrein ligt langs een populaire fietsroute en kan bijdragen aan een versterking van de beleving van het platteland. De kwaliteit van het buitengebied wordt ook niet aangetast terwijl er wordt tegemoetgekomen aan een groeiende behoefte aan (fiets)recreatie. Beantwoording Evenals in het geldende bestemmingsplan 'Buitengebied 1996', is het terrein aan de Nijenbeekseweg tussen de nummers 12 en 16 bestemd als Bos. Het is naar het oordeel van de gemeente niet gewenst om binnen deze bestemming trekkershutten op te richten. Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
243
296. Samenvatting Insprekers schetsen allereerst de situatie Oud Lochemseweg 31. Ter plaatse is sprake van een dubbele woning. 1. Bestemmen als dubbele woning Insprekers verzoeken de aanwezige situatie met dubbele woning te verwerken in het bestemmingsplan. Er is sprake van een kadastrale scheiding en ook sinds jaren van een dubbele WOZ-aanslag en andere aanslagen. 2. Wijziging agrarische bestemming in woonbestemming Insprekers vragen wat de gevolgen zijn van het wijzigen van de oorspronkelijke agrarische bestemming in een woonbestemming Is hierdoor sprake van een bedrijfsbeëindiging en heeft dit ook belastingtechnische gevolgen en gevolgen voor de milieuvergunning? In de toelichting is aangegeven dat paardenbakken bij de functie wonen ook buiten het bouwvlak mogen liggen, maar in de planregels komt dat niet terug. Wat zijn de mogelijkheden voor herbouw van bestaande schuren, worden die mogelijkheden beperkt? Wat zijn de mogelijkheden voor nieuwbouw van bijgebouwen, worden deze beperkt? 3. Begrenzing bouwvlak Insprekers geven aan dat de grenzen van het bouwvlak niet goed zijn ingetekend en afwijken van hetgeen tijdens het tafeltjesoverleg is aangegeven. Insprekers willen een groter bouwvlak dat met name breder is. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.2, 2.3 en 2.5. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. 1. Bestemmen als dubbele woning In 1978 is woning Oud Lochemseweg 31 verbouwd waardoor het pand door twee huishoudens kan worden bewoond. Er vinden geen bedrijfsmatige agrarische activiteiten plaats. Om die reden is aan het perceel de bestemming Wonen gegeven. Beleidsuitgangspunt bij de bestemming Wonen is dat woningen die door meer dan één huishouden worden bewoond zijn toegestaan. Alle woonruimten moeten dan wel aansluitend aan elkaar te worden gebouwd maar ze hoeven niet door een deur of andere toegang met elkaar zijn verbonden. Daarbij wordt ook het uitgangspunt gehanteerd dat de inhoud van de 'woning' maximaal 750 m³ mag bedragen. Het aantal m² bijgebouw blijft beperkt tot 100 m². Er worden dus geen extra bouwrechten verleend. Kadastrale splitsing is mogelijk maar kan niet leiden tot aanpassing van het bestemmingsplan waardoor meer bouwmogelijkheden zouden kunnen ontstaan. In samenhang hiermee is de gemeente van oordeel dat de begripsbepaling (bedrijfs)woning verduidelijkt dient te worden. 2. Wijziging agrarische bestemming in woonbestemming De gevolgen van het aangeven van de bestemming Wonen zijn: dat de inhoud van de woning maximaal 750 m³ mag bedragen; dat het aantal m² bijgebouwen totaal 100 m² mag bedragen; dat indien meer m² aanwezig het meerdere niet hoeft te worden gesloopt; dat bij vernieuwing van bijgebouwen sanering moet plaatsvinden;
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
244
Inspraakreacties
dat bijgebouwen hobbymatig agrarisch gebruikt mogen worden. Wanneer geconstateerd wordt dat geen gebruik meer gemaakt wordt van de milieuvergunning, kan het bevoegd gezag deze vergunning intrekken. Bedrijfsmatige agrarisch activiteiten zijn dan niet meer toegestaan. Paardenbakken zijn toegestaan aansluitend aan de bouwvlakken met de bestemming Wonen, veelal op gronden met de bestemming Agrarisch. Binnen de planregels voor de bestemming Wonen kan dit niet geregeld worden. Wel is het bij nader inzien gewenst om ook binnen de bestemming Wonen het realiseren van paardenbakken mogelijk te maken. De planregels worden hiertoe aangepast. 3. Begrenzing bouwvlak Tijdens het tafeltjesoverleg hebben insprekers aangegeven dat er mogelijk plannen bestaan om een paardenfokkerij te realiseren eventueel met een manege. Dergelijke ontwikkelingen zijn niet mogelijk binnen het geldende bestemmingsplan 'Buitengebied 1996' omdat het bouwvlak niet toereikend is. In het voorliggende bestemmingsplan worden dergelijke nieuwe ontwikkelingen op voorhand niet meegenomen. De oppervlakte van het bouwvlak Wonen blijft beperkt tot 0,25 ha wat gelijk is aan het agrarisch bouwvlak A uit het geldende bestemmingsplan. Tegen het hobbymatig fokken van paarden is overigens geen bezwaar. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De regels worden aangepast.
297. Samenvatting De inspraakreactie betreft de percelen Achterhoekseweg 4 en 4a. 1. Ligging bouwkavel Inspreker geeft aan dat de garage van de woning 4a niet op de plankaart is ingetekend. Inspreker stelt tevens vast dat het bouwvlak van de buren op Achterhoekseweg 6 gedeeltelijk op zijn grond ligt. Inspreker verzoekt beide zaken te herstellen. 2. Oppervlakte bouwkavel Inspreker geeft aan dat zijn bedrijf is ingetekend met 'iv' en daarom een bouwvlak heeft van 1 ha. Inspreker geeft aan dat zijn bedrijf bestaat uit twee bedrijfstakken, een intensieve en een rundveetak. Om die reden verzoekt inspreker het bouwblok te vergroten tot 1,5 ha zoals in het tafeltjesoverleg aangegeven. Dat geeft de mogelijkheid in te spelen op toekomstige ontwikkelingen in de rundveehouderij. De maximale oppervlakte voor de intensieve tak zal 1 ha bedragen. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.1 en 2.3. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. 1. Ligging bouwkavel De gemeente zal waar dat mogelijk is de ondergronden aanpassen. Dit geldt eveneens voor bouwvlakken die niet correct zijn ingetekend. 2. Oppervlakte bouwkavel Inspreker heeft een gemengd bedrijf. De maximaal toegestane oppervlakte voor het intensieve deel mag niet meer bedragen dan 1 ha. Aan de uitbreiding hiervan wordt in dit be-
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
245
stemmingsplan niet meegewerkt. De reden hiervoor is dat diverse aspecten zullen moeten worden onderzocht en gewogen om medewerking te kunnen verlenen. Op basis van de ingediende reactie kunnen deze afwegingen naar het oordeel van de gemeente niet gemaakt worden. Wel is in de planregels een wijzigingsbevoegdheid opgenomen (artikel 51.5.3), waardoor het in principe, onder voorwaarden, mogelijk is om het bouwvlak te vergroten tot 1,5 ha. Voor de grondgebonden tak zijn nog wel uitbreidingsmogelijkheden. Inspreker vraagt het bouwvlak op te rekken aan de oostzijde. Hiertegen bestaat geen bezwaar. Het bouwvlak wordt aan de oostzijde uitgebreid. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
298. Samenvatting Inspreker herhaalt zijn verzoek van 10 januari 2011 om wijziging van het bestemmingsplan Buitengebied en verzoekt ter plaatse twee zelfstandige wooneenheden te bestemmen en de bestemming agrarisch hulpbedrijf te laten vervallen. Inspreker geeft aan dat hem is meegedeeld dat bij Provinciale Staten de woning Koestraat 14/14a geregistreerd staat als zijnde twee woningen. Beantwoording Koestraat 14 en 14A zijn tezamen met Koestraat 12A in één bouwvlak opgenomen met de bestemming Wonen. Koestraat 14 en 14A vormen samen één woning. Beleidsuitgangspunt bij de bestemming Wonen is dat woningen die door meer dan één huishouden worden bewoond zijn toegestaan. Alle woonruimten moeten dan wel aansluitend aan elkaar worden gebouwd maar ze hoeven niet door een deur of andere toegang met elkaar te zijn verbonden. Daarbij wordt ook het uitgangspunt gehanteerd dat de inhoud van het 'woning' maximaal 750 m³ mag bedragen. Het aantal m² bijgebouw blijft beperkt tot 100 m². Er worden dus geen extra bouwrechten verleend. Kadastrale splitsing is mogelijk maar kan niet leiden tot aanpassing van het bestemmingsplan waardoor meer bouwmogelijkheden zouden kunnen ontstaan. In samenhang hiermee is het wel gewenst de begripsbepaling (bedrijfs)woning te verduidelijken. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De regels worden aangepast.
299. Samenvatting Inspreker spreekt de wens uit om de woningen Appenseweg 21 en 23 te mogen scheiden. Beantwoording Appenseweg 21 en 23 vormen tezamen één gebouw. Het zijn wel 2 zelfstandige woningen. In de planregels is opgenomen dat woningen die ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan aaneengebouwd zijn te allen tijden aaneengebouwd moeten blijven. Deze regeling is uit het geldende bestemmingsplan 'Buitengebied 1996' overgenomen. Het is naar het oordeel van de gemeente niet wenselijk om uitzonderingen te maken op deze regeling.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
246
Inspraakreacties
Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
300. Samenvatting Insprekers geven aan dat het bouwblok niet goed is ingetekend. Het bouwblok is te klein en de vorm is niet juist. Insprekers komen dit graag toelichten. Beantwoording In het kader van de ontwikkeling van het bedrijf wordt verzocht het bouwvlak aan de noordzijde te verruimen ten behoeve van een nieuwe ligboxenstal. Aan de westzijde kan een deel van het bouwvlak vervallen. Er is naar het oordeel van de gemeente geen bezwaar tegen de wijziging van het bouwvlak zoals door insprekers wordt voorgesteld. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
301. Samenvatting De inspraakreactie heeft betrekking op het perceel Terwoldseweg 28. Inspreker geeft aan dat de huidige bestemming van zijn perceel landbouw is en dat op de schuur en de omliggende grond de bestemming Woondoeleinden ligt. Inspreker geeft aan dat de gemeente tijdens de inloopavond in 2010 heeft meegedeeld dat er mogelijkheden zijn op het perceel rond de schuur een lichte bedrijfsbestemming te geven, klasse 2 of 3. Voorwaarde was dat er geen zwaar vrachtverkeer mocht komen van en naar het perceel. Inspreker stelt dat in het nieuwe bestemmingsplan het gehele perceel inclusief de schuur en omliggende gronden zijn bestemd voor landbouw. Onduidelijk is wat het bouwvlak is. Inspreker geeft aan dat hem is meegedeeld dat de schuur te allen tijde in de huidige omvang herbouwd kan worden en gebruikt kan worden voor het intensief houden van vee. Tevens is meegedeeld dat het perceel in het verleden in 1 bouwvlak was bestemd met het perceel Terwoldseweg 26. Dat is nu gesplitst. Inspreker verzoekt in het verlengde hiervan zijn schuur met een oppervlakte van 120 m² aan te duiden als 'hoofdgebouw'. Die oppervlakte is ruim genoeg voor een bedrijfsbestemming. Inspreker geeft aan dat hij eigenaar is van John Wijnbergen BV de gebruiker van het perceel en dat dit bedrijf gericht is op de in- en verkoop van herbruikbare landbouw- en tuinbouwemballage, voeder- en drinkbakken ten behoeve van vee. Het bedrijf is geen machinehandel omdat deze tak reeds in 2007 elders is ondergebracht. Inspreker geeft aan dat het zeer beperkte gebruik van de schuur landbouw gerelateerd is en niet extra belastend is voor de omgeving. Inspreker verzoekt om de belofte om er een bedrijfsbestemming van te maken alsnog wordt uitgevoerd. Beantwoording De bestemming in het vigerende bestemmingsplan is gebaseerd op de voormalige eigendomssituatie, waarbij de schuur en naastliggende woning bij dezelfde eigenaar behoorden.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
247
Inspreker heeft gedurende de planperiode de omliggende agrarische cultuurgrond en de schuur verworven. Om deze reden is het naar het oordeel van de gemeente ongewenst om de schuur nog deel te laten uitmaken van de naastgelegen woonbestemming. De schuur behoort bij de agrarische cultuurgrond en is om die reden voorzien van een agrarisch bouwperceel zonder (bedrijfs)woning. Hiermee is de schuur positief bestemd en kan gebruikt worden voor landbouwkundige doeleinden. Uiteraard dient voldaan te worden aan de eisen die vanuit de milieuwetgeving worden gesteld. Tijdens inloopbijeenkomsten en in andere gesprekken heeft inspreker duidelijk gemaakt welke activiteiten hij op het perceel wil uitoefenen. Van de zijde van de gemeente is aangegeven dat voor deze activiteiten een niet-agrarische bedrijfsbestemming noodzakelijk is. Gedurende deze informatieve bijeenkomsten zijn geen toezeggingen of beloftes gedaan. De gemeente biedt geen ruimte voor een nieuwe niet-agrarische bedrijfsbestemming in het buitengebied. Het uitgangspunt is dat niet-agrarische bedrijven zich op een bedrijventerrein vestigen. Een uitzondering is de toepassing van het Functieveranderingsbeleid van (voormalige) agrarische bedrijven, waarbij ruimte wordt geboden voor nieuwe niet-agrarische bedrijven met een bescheiden omvang of een woning. Hoe de bedrijfsactiviteiten van inspreker zijn georganiseerd speelt in deze situatie geen rol. Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
302. Samenvatting De zienswijze wordt mede ingediend door de eigenaren van de percelen die in privébezit zijn, D.H. Boot te Duivendrecht, S.G. Boot te Twello en L.H. Kan-Boot te Utrecht. Insprekers zijn bezig met een studie om privébezit om te vormen naar een NSW-landgoed. Het betreft landgoed 'Meintjes' en landgoed 'De Doevendans'. Tekeningen van beide voorgenomen landgoederen zijn bijgevoegd. Insprekers verzoeken het bestemmingsplan in overeenstemming te brengen met de genoemde bestemmingen, zijnde Agrarisch (voor gronden die ook agrarische gebruikt worden), Bos en Natuur. Insprekers verzoeken voor de Doevendans ook een bebouwingsoppervlak voor de bestaande recreatiewoning aan te geven. Insprekers verzoeken de bestemming Verkeer voor de strook grond langs de wetering te schrappen omdat de functie van openbare weg is vervallen. Ten onrechte heeft de gemeente over deze toegangsweg tot het perceel van insprekers een fietsroute gelegd. Insprekers verzoeken voor beide landgoederen de bestemming 'landgoed' op te nemen indien de NSW beschikking op tijd verleend wordt. Beantwoording In de integrale herziening van het bestemmingsplan Buitengebied wordt zoveel mogelijk de bestaande situatie vastgelegd. Nieuwe ontwikkelingen worden maar in beperkte mate meegenomen. Er is dan ook geen bezwaar om op de percelen waar nu agrarisch gebruik plaatsvindt de agrarische bestemming van toepassing te verklaren. De terreinen waar nu geen agrarisch gebruik plaatsvindt bestaan uit een samenstel van waterpartijen, houtopstanden en andere vegetatie. Deze combinatie wordt het meest recht ge-
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
248
Inspraakreacties
daan door de bestemming Natuur van toepassing te verklaren met de bijbehorende bestemmingsomschrijving. Hoe een en ander zich ontwikkeld ten behoeve van een eventuele rangschikking in het kader van de Natuurschoonwet staat hier los van. De gemeente is bereid om de dubbelbestemming Waarde - Landgoed toe te passen als de rangschikking is gerealiseerd. Mocht dit nog voor de vaststelling het geval zijn, dan zijn er wellicht nog mogelijkheden om dit in de vaststellingsprocedure mee te nemen. Dit is uiteraard afhankelijk van het verloop van de beide trajecten. Het bestaande gebouw in de Doevendans wordt voorzien van een bouwvlak, omdat dit gebouw met een bouwvergunning tot stand is gekomen. Dit wordt een bouwvlak voor een gebouw ten dienste van de bestemming Natuur. Inspreker verzoekt de bestemming Verkeer te verwijderen van de strook grond langs de wetering (perceel m 357). Deze strook grond is opgenomen op de wegenlegger. Gedeputeerde Staten heeft hierover een besluit genomen, in afwijking van het advies van de gemeente. De gemeente wil langs de wetering graag een fiets- en wandelroute handhaven. Om inspreker tegemoet te komen, kan gekeken worden of met bebording een oplossing is te vinden. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding en regels worden aangepast.
303. Deze inspraakreactie is komen te vervallen, zie de reactie 318.
304. Samenvatting 1. Inspreker verzoekt de begrenzing van het gebied wonen aan te passen conform bijgevoegde tekening omdat ten gevolge van een uitgevoerde sanering bij aankoop van de woning deze woongrenzen zijn aangepast. 2. Inspreker verzoekt een bossingel die is geplaatst ter voorkoming van geluidsoverlast aan te merken als bosschage of singel. 3. Inspreker verzoekt het mogelijk te maken een bergingsruimte annex veldschuur te plaatsen ten behoeve van stalling van sanitaire voorzieningen die inspreker verhuurt. Beantwoording Deze inspraakreactie is inhoudelijk gelijk aan de reactie onder nummer 258. Voor de beantwoording wordt verwezen naar de reactie nummer 258. Conclusie Voor de conclusie wordt verwezen naar reactie nummer 258.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
249
305. Samenvatting Inspreker geeft aan dat zijn schuren en stal buiten het toegekende bouwvlak vallen. Inspreker heeft nog een vergunning om de schuur uit te breiden en is dit ook van plan. Inspreker verzoekt het bouwvlak aan te passen. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.3. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. Het bouwvlak wordt zodanig aangepast dat de gebouwen binnen het bouwvlak liggen. De locatie waar gebouwd mag worden wijzigt door de aanpassing van het bouwvlak. De maximale bouwmogelijkheden liggen echter vast in de regels en deze wijzigen niet door aanpassing van het bouwvlak. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
306. Samenvatting 1. Aanpassen bouwblok Inspreker verzoekt het toegekende bouwblok aan te passen in westelijke richting. Het aangegeven bouwblok aan de overkant van de Oolmansweg is een kuilvoerplaat maar geen plek om te bouwen. Inspreker verzoekt om het bouwblok te vergroten tot 2,5 ha wat de mogelijkheid biedt om continuïteit te waarborgen. 2. Omzetten agrarische bestemmingen in woonbestemmingen Inspreker geeft aan dat het massaal omzetten van de agrarische bestemming van kleine bedrijven naar een woonbestemming problemen gaat geven met omgevingsvergunningen voor bestaande veehouderijbedrijven. Het lijkt inspreker verstandig om hiermee te wachten totdat het wetsvoorstel 'plattelandswoning' is aangeboden aan de Tweede Kamer. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.3 en 2.5. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. Aanpassing van het agrarisch bouwperceel is mogelijk. Aan de noordzijde van de Oolmansweg ligt de kuilvoeropslag. Er wordt de mogelijkheid geboden om kuilvoeropslag aansluitend aan het bouwperceel te realiseren en dat betekent dat het niet noodzakelijk is een deel van het bouwperceel aan de noordzijde van de Oolmansweg te projecteren. Hiermee wordt bovendien voorkomen dat aan de noordzijde van de Oolmansweg gebouwd wordt. Een aanpassing van het bouwperceel in westelijke richting is naar het oordeel van de gemeente de meest logische oplossing. Hierbij moet opgemerkt worden dat de regels van het Reconstructieplan Veluwe onverkort van toepassing blijven en dat betekent dat er maximaal 1 ha bebouwing gerealiseerd kan worden ten behoeve van de intensieve veehouderij. Met deze aanpassing ontstaat een bouwperceel met een behoorlijke uitbreidingsruimte, zodat bedrijfsontwikkeling nog mogelijk is. De bouwpercelen standaard vergroten naar 2,5 ha is naar het
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
250
Inspraakreacties
oordeel van de gemeente niet noodzakelijk om toch voldoende ontwikkelingsruimte te creëren. In de ruimtelijke ordening is het praktijk om te bestemmen overeenkomstig de werkelijke situatie. In het geval van de kleine agrarische bedrijven (categorie A) gaat het in veel gevallen om locaties waar uitsluitend sprake is van een woonfunctie en waar geen agrarische activiteiten meer plaatsvinden. In die situaties is het onjuist om een agrarische bestemming te handhaven. De geurwetgeving voorziet in die situaties waarin na maart 2001 agrarische bedrijfswoningen aan de agrarische functie zijn onttrokken. Voor deze woningen geldt een ander beschermingsniveau. Aan locaties waar geen sprake meer is van agrarische activiteit wordt de bestemming Wonen toegekend. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
307. Samenvatting De zienswijze wordt mede ingediend namens Breema B.V., Ripaplant B.V. en Ripaplant design B.V. Inspreker geeft aan dat het uitbreidingspercentage van 20% voor het glastuinbouwbedrijf aan De Ziele 2b veel te weinig is voor een gezonde voortzetting van het bedrijf. Inspreker geeft aan dat in het verleden al rekening is gehouden met een verdere uitbreiding door aankoop van naastgelegen landbouwgronden. Hier is het binnen de beleidsmaatregelen van de provincie mogelijk ongeveer 9.800 m² (20% plus oppervlakte Wilp) bij te bouwen. Hieraan is na de verplaatsing van het bedrijf uit Wilp geen uitvoering gegeven omdat toen de clusterlocatie VAR in beeld kwam. Verplaatsing naar deze locatie is nu echter niet verantwoord. Inspreker verzoekt: naast de genoemde 9.800 m² een uitbreiding tot 4 ha mogelijk te maken; het huidige bouwblok te verschuiven en te vergroten door de gronden kadastrale nrs. 2534, 2533 en 6797 te bestemmen voor (glas)tuinbouw; ten behoeve van te verplaatsen waterbassins gronden te bestemmen als (glas)tuinbouwgrond; ten behoeve van nieuwe logistieke ruimte en verkeersruimte gronden te bestemmen als (glas)tuinbouwgrond; Happy Summer proeftuin' kadastrale nrs. 6882 en 8030 te bestemmen als tuinbouwgrond met gedeeltelijk permanente containervelden ten behoeve van showtuin en proefplantingen. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.3. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. Op grond van de Ruimtelijke Verordening Gelderland is uitbreiding van het bestaande kassencomplex met een oppervlakte van 20% van de huidige oppervlakte mogelijk. De huidige oppervlakte bedraagt 23.950 m². De oppervlakte van de uitbreiding zal 4.790 m² kunnen bedragen. Deze ruimte zal op de verbeelding worden geboden. Er zal ook ruimte geboden worden voor het plaatsen van een waterbassin. Het verzoek om uitbreiding van 4 ha mogelijk te maken, wordt door de gemeente niet gehonoreerd. Uit stedenbouwkundige overwegingen is het naar het oordeel van de gemeente niet
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
251
wenselijk het bedrijf zo fors te laten groeien. Bedrijfsverplaatsing naar de glastuinbouwcluster nabij de Withagenweg verdient de voorkeur. De gronden ten behoeve van de 'Happy Summer proeftuin' liggen buiten het plangebied van dit bestemmingsplan. Deze gronden liggen binnen het plangebied van Steenenkamer. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
308. Samenvatting Inspreker geeft aan dat het toegekende bouwblok te klein is voor de toekomst. Een aantal bedrijfsgebouwen is gemeentelijk monument en deze gebouwen voldoen in de toekomst niet aan de wettelijke normen voor het houden van dieren. Vervangende nieuwbouw kan niet op de plaats van de te handhaven monumenten worden gebouwd. Inspreker verzoekt het bouwblok aan te passen conform de bijgevoegde tekening. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.23. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. Hoe de toekenning van bouwvlakken heeft plaatsgevonden, valt te lezen in de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.3. Uitgangspunt is geweest dat aan agrarische bedrijven een bouwvlak wordt aangegeven van 1 ha. In de planregels is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om bouwvlakken te kunnen vergroten tot 1,5 ha. Diverse aspecten zullen moeten worden onderzocht en gewogen om medewerking te kunnen verlenen. Er kan naar het oordeel van de gemeente wel ruimte geboden worden door een deel van het bouwvlak waar voornamelijk kuilvoeropslag plaatsvindt, te verschuiven naar de noordzijde. Kuilvoeropslag kan buiten het bouwvlak plaatsvinden mits het aansluitend aan het bouwvlak plaatsvindt. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
309. Samenvatting 1. Ontwikkeling landbouw Inspreker is positief over de volgende zaken: de ruimte die aan de landbouw geboden wordt om zich te ontwikkelen; dat kuilvoerplaten en sleufsilo's onder voorwaarden aansluitend aan het bouwblok worden toegestaan; dat de goothoogte van agrarische bedrijfsgebouwen is verhoogd. Inspreker is echter van mening dat de gemeente op een aantal punten te weinig mogelijkheden biedt om op veranderende omstandigheden in te spelen. 2. Uitbreidingsmogelijkheden bestaande bedrijven Inspreker verzoekt een bouwvlakgrootte van 1,5 ha bij recht toe te staan en via een wijzigingsbevoegdheid een bouwvlakvergroting tot 2 ha mogelijk te maken. Inspreker voert hiervoor de volgende argumenten aan:
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
252
-
Inspraakreacties
de schaalvergroting in de agrarische sector zal blijven toenemen; welzijnseisen en milieueisen vereisen steeds meer ruimte per dier en dus ruimte op het bouwvlak; er komt steeds meer vraag naar energieopwekking op locatie; biovergistingsinstallaties vragen ruimte op het bouwblok; een te krap bouwblok biedt geen ruimte voor het realiseren van ruimtelijke kwaliteit.
3. Uitbreidingsmogelijkheden intensieve veehouderijbedrijven Inspreker verzoekt de bepaling in artikel 3.2.1 sub g te laten vervallen omdat deze bepaling tot gevolg heeft dat de intensieve veehouderijbedrijven niet kunnen uitbreiden. Inspreker pleit er voor dat in artikel 3.6.1 intensieve veehouderijen tot 1 ha kunnen uitbreiden in verwevingsgebied en tot 1,5 ha op sterlocaties in het verwevingsgebied of dat een verwijzing wordt gemaakt naar artikel 51.5. 4. Mestsilo's Inspreker verwacht dat veehouders in toenemende mate mest moeten opslaan in mestsilo's die binnen het bouwvlak moeten worden opgericht. Inspreker verzoekt in het plan een afwijkingsmogelijkheid op te nemen voor het oprichten van mestsilo's buiten het bouwvlak omdat binnen de bouwvlakken hiervoor veelal geen ruimte is. Inspreker verzoekt de maximale goothoogte van mestsilo's te stellen op 6 m en de maximale bouwhoogte op 10 m. 5. Archeologie Inspreker verzoekt de in de artikelen 29 t/m 35 opgenomen regeling dat een omgevingsvergunning nodig is voor het wijzigen van het maaiveldniveau door ontgrondingen, ophoging of diepploegen bij meer dan 0,3 m te wijzigen in 0,5 m, omdat deze laatste maat meer aansluit bij reguliere agrarische activiteiten en deze maat ook aansluit bij het aantal m² die de Wet Informatie-uitwisseling Ondergrondse Netten hanteert. Inspreker verzoekt in de artikelen 29 t/m 35 op te nemen dat het vervangen van bestaande drainage op gelijke diepte behoort tot de normale agrarische bedrijfsvoering. Inspreker geeft aan dat gronden die in het verleden al zijn geroerd, archeologisch niet waardevol zullen zijn. Inspreker pleit er voor de bouwblokken om die reden buiten de archeologische verwachtingswaarde te houden. Als er daadwerkelijk vondsten worden aangetroffen zullen de kosten van vervolgonderzoek zeer hoog zijn. Inspreker is van oordeel dat de gemeente deze kosten voor haar rekening moet nemen. 6. Nieuwvestiging Inspreker is van oordeel dat nieuwvestiging onder voorwaarden moet worden toegestaan. Er zijn bedrijven die in de toekomst op hun huidige vestigingslocatie onvoldoende ontwikkelingsmogelijkheden hebben en deze bedrijven dienen de kans te krijgen onder voorwaarden elders hun bedrijf voort te zetten. 7. Duurzame energie Inspreker is van oordeel dat de gemeente flexibel moet omgaan met het stellen van voorwaarden aan zonnepanelen. Inspreker is van oordeel dat de gemeente initiatieven op het gebied van windenergie moet stimuleren en mogelijkheden moet bieden voor kleinschalige windmolens. Inspreker is van oordeel dat er ruimte moet worden geboden voor mestvergisting en pleit er voor artikel 3 lid 3 sub 9 onder b aan te passen en de maat tot 1.000 m² te vergroten.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
253
8. Begripsomschrijving intensieve veehouderij Inspreker verzoekt in de toelichting in tabel 4.3 duidelijker te vermelden dat het om landbouwhuisdieren gaat behalve de intensieve veehouderij en in tabel 4.5 dat het de intensieve veehouderij betreft. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.3,2.4 en 2.8. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. 1. Ontwikkeling landbouw De positieve opmerkingen van inspreker worden voor kennisgeving aangenomen. 2. Uitbreidingsmogelijkheden bestaande bedrijven De gemeente onderkent met inspreker dat schaalvergroting in de landbouw een ontwikkeling is die naar verwachting ook de komende tijd nog zal plaatsvinden. Een deel van de agrarische bedrijven in het buitengebied van Voorst zal hiervoor kiezen. Andere agrarische bedrijven zullen echter voor een andere ontwikkelingsstrategie kiezen en inzetten op verbreding en het inpassen van nieuwe agrarische en/of niet-agrarische nevenfuncties. Er zijn ook agrarische bedrijven die naar verwachting in de toekomst zullen stoppen omdat men niet over een opvolger beschikt of om andere redenen. De gemeente is van oordeel dat het bij recht toestaan van een bouwvlak van 1,5 ha aan alle agrarische bedrijven geen passend antwoord is op deze gedifferentieerde ontwikkeling. De praktijk leert dat veel bedrijven ook in de toekomst toe kunnen met een bouwvlak van 1 ha. Daarbij is het natuurlijk van belang maatwerk te leveren. Dat heeft plaatsgevonden in het kader van het opstellen van het voorontwerpbestemmingsplan. De gemeente stelt vast dat een aantal agrarische bedrijven in het kader van de inspraak heeft aangegeven concrete plannen te hebben voor uitbreiding van bedrijfsgebouwen en kuilplaten/sleufsilo's. Deze plannen worden zorgvuldig beoordeeld op inhoud en mogelijke effecten. Indien geoordeeld wordt dat hier sprake is van een bedrijfseconomisch noodzakelijke ontwikkeling en er geen sprake is van onaanvaardbare ruimtelijke en/of milieueffecten, wordt medewerking aan deze plannen verleend door uitbreiding van het bouwvlak. Daarnaast is het van belang dat in het bestemmingsplan een wijzigingsbevoegdheid is opgenomen die het mogelijk maakt om toegekende bouwvlakken te vergroten met maximaal 50% tot een maximum van 1,5 ha. De gemeente is van oordeel dat hiermee voldoende ruimte wordt geboden aan de verdere ontwikkeling van agrarische bedrijven. 3. Uitbreidingsmogelijkheden intensieve veehouderijbedrijven De bepaling in 3.2.1 sub g kan inderdaad komen te vervallen. Verwezen wordt naar de algemene beantwoording onder 2.8. Daar is aangegeven dat in verwevingsgebieden de oppervlakte van bouwvlakken in gebruik voor de intensieve veehouderij maximaal 1 ha mag bedragen. Op sterlocaties is een uitbreiding tot 1,5 ha onder voorwaarden mogelijk. Daarmee voldoet het plan aan de wensen van inspreker. 4. Mestsilo's In artikel 3.3.2 is de mogelijkheid opgenomen om via afwijking mestopslag buiten het bouwvlak mogelijk te maken. Mestsilo's zijn hiervan uitgesloten gezien de hoogte en verschijningsvorm van deze silo's. Mestbassins zijn wel mogelijk met een maximale inhoud van 2.000 m³. 5. Archeologie Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.4. Daar is aangegeven dat de regeling Waarde - Archeologie op onderdelen wordt aangepast.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
254
Inspraakreacties
6. Nieuwvestiging De gemeente onderkent dat zich in de toekomst mogelijk een situatie zal voordoen waarin een bestaand agrarisch bedrijf er voor kiest de bedrijfsvoering op een andere locatie voort te zetten. Wanneer dat aan de orde is, zal de gemeente hieraan voor zover mogelijk medewerking verlenen. Het betreft echter in alle gevallen maatwerk en het opnemen van een generieke regeling is in deze niet zinvol. Per geval zal beoordeeld worden wat de ruimtelijke en milieutechnische mogelijkheden en gevolgen zijn en op welke wijze gekomen kan worden tot een versterking van de ruimtelijke kwaliteit, zowel op de nieuwe locatie als op de locatie die wordt achtergelaten. 7. Duurzame energie De gemeente ondersteunt het streven om energie op meer duurzame wijze op te wekken. In het bestemmingsplan zijn geen bepalingen opgenomen die het aanbrengen van zonnepanelen op daken van gebouwen belemmeren. Binnen de bouwvlakken van agrarische bedrijven mogen windturbines (turbi's) woorden opgericht met een maximale bouwhoogte van 15 m. Indien agrarische ondernemers plannen hebben voor de realisering van een biomassavergistingsinstallatie met een oppervlakte van meer dan 1.000 m², dan zullen deze plannen in een afzonderlijk spoor besproken en beoordeeld worden. Per geval zal dan beoordeeld worden of en onder welke voorwaarden medewerking kan worden verleend. Voor de ontwikkeling van dergelijke plannen wordt dan een afzonderlijke bestemmingsplanprocedure doorlopen. 8. Begripsomschrijving intensieve veehouderij In de toelichting zal ter zake van tabel 4.3 nadrukkelijker worden aangegeven dat de hier genoemde afstanden betrekking hebben op landbouwbedrijven die onder de werking van het Besluit landbouw milieubeheer vallen. Intensieve veehouderijbedrijven worden hiertoe niet gerekend. In de toelichting zal ter zake van tabel 4.5 worden vermeld dat het hier om intensieve veehouderijbedrijven gaat. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding, regels en toelichting worden aangepast.
310. Samenvatting Inspreker verzoekt het toegekende bouwblok aan te passen conform de bijgevoegde tekening. Een deel van het bouwblok betreft bos in de vorm van oude eiken die niet gekapt mogen worden. Inspreker stelt voor dit bos als 'Bos' te bestemmen en de betreffende oppervlakte te verplaatsen zodat een evenwichtiger verdeling ontstaat. Beantwoording Deze inspraakreactie is inhoudelijk gelijk aan de reactie onder nummer 143. Voor de beantwoording wordt verwezen naar reactie 143. Conclusie Verwezen wordt naar de conclusie onder reactie 143.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
255
311. Samenvatting Inspreker verzoekt een bouwblok van 1,5 ha toe te kennen conform bijgevoegde tekening en geeft aan hier vorig jaar reeds een voorstel voor te hebben gedaan tijdens het tafeltjesoverleg. Extra ruimte is nodig voor de bouw van een nieuwe stal en het verplaatsen van de mestsilo met het oog op het scheiden van mest. Inspreker streeft naar kortere looplijnen en een compacte situatie wat ook landschappelijk mooier zal zijn. Inspreker is beschikbaar voor een verdere toelichting. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.3. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. De aanpassing aan het bouwvlak zoals inspreker voorstelt is naar het oordeel van de gemeente niet bezwaarlijk. Aan de zuidzijde wordt het bouwvlak uitgebreid en daarmee vergroot conform verzoek. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
312. Samenvatting 1. Bekendmaking inspraakprocedure Inspreker dankt de gemeente voor de wijze waarop het voorontwerpbestemmingsplan is gepubliceerd en onder de aandacht is gebracht. 2. Straatnamen op plankaart Inspreker verzoekt alle straatnamen duidelijk leesbaar op de plankaart te vermelden. 3. Effect van tafeltjesoverleg Inspreker geeft aan dat veel agrariërs de klacht hebben dat er minimaal is tegemoetgekomen aan de inbreng die zij hebben geleverd tijdens het tafeltjesoverleg. Inspreker verzoekt de inspraakreacties serieus te beoordelen en waar mogelijk hier positief op te beschikken. 4. Aantal woningen Inspreker heeft vastgesteld dat in het plan op een aantal plaatsen het aantal woningen of bedrijfswoningen onjuist is weergegeven. Inspreker kan zich voorstellen dat dit op meer plaatsen het geval is en stelt dat van belanghebbenden niet kan worden verwacht dat ze alle fouten van de gemeente er uit halen. Inspreker stelt voor in het plan een regeling op te nemen hoe hiermee in de toekomst om te gaan, bijvoorbeeld door een vrijstellingsregeling. 5. Omvang bouwvlakken 1,5 ha Inspreker verzoekt om verzoeken om bouwvlakken te vergroten tot 1,5 ha te honoreren omdat agrariërs ruimte nodig hebben om door te groeien naar 200 melkvee met bijbehorend jongvee en voor overige bedrijfsgebouwen, mestopslag en dergelijke.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
256
Inspraakreacties
6. Bed & breakfast Agrarisch vanuit bijgebouw Inspreker verzoekt het mogelijk te maken dat bed & breakfast ook in bijgebouwen mogelijk is. Hier zijn zeer fraaie oplossingen te bedenken. 7. Bed & breakfast Agrarisch: maximum aantal kamers Inspreker neemt aan dat naast het aantal van 3 kamers per bouwvlak een gecombineerde eetkamer mag worden gebouwd. 8. Bed & breakfast Agrarisch: oppervlakte m² Inspreker verzoekt minimaal 75 m² extra oppervlakte toe te staan voor het realiseren van bed & breakfast bij een woning. Het is niet mogelijk om binnen een gemiddelde oppervlaktemaat van circa 120 m² voor een woning nog ruimte vrij te maken voor bed & breakfast. 9. Trekkershutten bij minicamping Volgens artikel 3.2.1.d zijn er 3 trekkershutten toegestaan met een oppervlakte van 50 m² dan wel 25 m² als nevenfunctie. Inspreker stelt voor hiervoor bij een minicamping ook 50 m² toe te staan indien dit niet met name in het bestemmingsplan is vermeld. 10. Inhoud woningen 750 m³ Inspreker verzoekt de maximale inhoudsmaat van woningen te bepalen op 850 m³ en geeft aan dat door een andere wijze van meten en andere eisen ten aanzien van onder andere dakisolatie vele m³ 'verloren' gaan. De in het plan opgenomen verruiming van 600 m³ + 10% naar 750 m³ is in werkelijkheid een verslechtering. Inspreker toont dit aan met een eigen berekening. 11. Wijze van meten inhoud woning Inspreker verzoekt nauwkeuriger aan te geven wat bedoeld wordt met onderkant begane grondvloer. 12. Plattelandsbedrijf In artikel 3.2.1 wordt een specifieke vorm van plattelandsbedrijf mogelijk gemaakt. Inspreker verzoekt dit in principe op elke locatie mogelijk te maken. 13. Intensieve veehouderij Inspreker stelt dat ten onrechte in artikel 3.2.1 lid g is aangegeven dat ter plaatse van 'intensieve veehouderij' de bestaande oppervlakte van de bestaande bebouwing niet mag toenemen. Hier dient te worden aangegeven dat een IV-bedrijf mag doorgroeien naar 1 ha, zie artikel 51.5.b. 14. Hoogte afdekking mestopslag Inspreker geeft aan dat in artikel 3.2.2 is aangegeven dat de bouwhoogte van een mestopslag maximaal 6 m mag bedragen exclusief afdekking. Inspreker vraagt wat hiermee bedoeld wordt. Geldt voor een getimmerde kap op een mestsilo ook geen bouwhoogte? 15. Kuilvoerplaten/sleufsilo's Inspreker stelt dat het moet worden toegestaan dat kuilvoerplaten van een wand worden voorzien van bijvoorbeeld 1 m. 16. Kleinschalig kamperen Inspreker neemt aan dat ten aanzien van het zomerseizoen voor kleinschalig kamperen in artikel 3.1 lid p.6 de periode van 26 weken van maart t/m oktober wordt bedoeld.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
257
17. Gastenverblijf Inspreker verzoekt de mogelijkheid op te nemen een gastenverblijf te realiseren bij agrarische bedrijven. 18. Deelruimte bij woning Inspreker verzoekt ook in de bestemming Agrarisch te regelen dat het betrekken van de deelruimte bij de woning middels afwijken mogelijk is. 19. Paardenbakken Agrarisch Inspreker geeft aan dat niet onder de bestemming Agrarisch maar onder de bestemming Wonen moet worden aangegeven dat paardenbakken ook aansluitend aan bouwvlakken met de bestemming 'Wonen' is toegestaan. 20. Paardenbakken, kuilvoerplaten, mestopslag bij 'afwijken' Inspreker verzoekt aan te geven welke procedure zal worden gevolgd als bij vergunning middels 'afwijken' paardenbakken, etc. kunnen worden geplaatst. Naar het oordeel van inspreker moet dit met een simpele ontheffing worden geregeld. 21. Goot- en bouwhoogte gebouwen en silo's Inspreker verzoekt aan te geven welke procedure zal worden gevolgd als middels 'afwijken' van genoemde aspecten wordt afgeweken. Naar het oordeel van inspreker moet dit met een simpele ontheffing worden geregeld. 22. Sleufsilo's buiten bouwvlak Inspreker verzoekt duidelijk aan te geven op welke wijze sleufsilo's buiten het bouwvlak kunnen worden aangelegd. Naar het oordeel van inspreker moet dit met een simpele ontheffing worden geregeld. Op de plankaarten zijn diverse sleufsilo's buiten het bouwvlak aangegeven, dat mag niet leiden tot extra procedures voor eigenaren. Inspreker verzoekt bouwvlakken zodanig te situeren dat kuilvoeropslagen, sleufsilo's, etc. binnen het bouwvlak komen te liggen, al dient hierbij het bouwvlak te worden vergroot tot 1,5 ha. 23. Actualiteit bedrijfsgebouwen op plankaart Inspreker verzoekt aan te geven hoe actueel de plankaart is. Bouwwerken die circa 8 jaar geleden zijn opgericht staan nog niet ingetekend. 24. Wijzigingsbevoegdheid artikel 3.6 Inspreker verzoekt aan te geven welke procedure zal worden gevolgd bij de diverse wijzigingsbevoegdheden en welke extra legeskosten zijn verschuldigd. Het kan naar het oordeel van inspreker niet zo zijn dat hiervoor partiële herzieningen moeten worden opgestart. Naar het oordeel van inspreker moet dit met een ontheffing worden geregeld. 25. Ontwikkelingen bij recht toestaan Inspreker geeft aan dat in artikel 51.5.1 is aangegeven dat hervestiging van IV-bedrijven op bestaande agrarische bouwvlakken is toegestaan. Niet is aangegeven of dit vanaf een bepaalde datum geldt. Inspreker neemt dus aan dat de datum van stoppen niet relevant is en dat een milieu- of Hinderwetvergunning uit het verleden hiervoor de basis kan vormen. 26. Ontwikkelingen via afwijking Inspreker verzoekt ten aanzien van artikel 51.5.2 de procedure en extra kosten aan te geven.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
258
Inspraakreacties
27. Ontwikkeling via wijziging Inspreker verzoekt ten aanzien van artikel 51.5.3 de procedure en extra kosten aan te geven. 28. Herbouw woningen Inspreker verzoekt ten aanzien van artikel 49.3 aan te geven dat het vervangen van bestaande fundamenten mogelijk is. Het herbouwen van woningen op bestaande funderingen leidt tot grote problemen. 29. Mantelzorg Inspreker stelt voor om naast de geboden mogelijkheden voor mantelzorg te regelen dat een woonunit van maximaal 75 m² op het perceel mag worden geplaatst om aan mantelzorg te kunnen voldoen. 30. Saneringsregeling bijgebouwen Inspreker geeft aan dat de nut en noodzaak van de 50% saneringsregeling bij vervangende nieuwbouw van bijgebouwen bij 'Wonen' onvoldoende is aangetoond en dat dit een ingrijpende inperking is van de huidige regeling. Inspreker verzoekt de huidige saneringsregeling onverminderd in stand te houden. 31. Extra stalruimte Inspreker verzoekt de maat van 2,5 ha oppervlakte grond die nodig is om in aanmerking te komen voor 150 m² aan bijgebouwen te wijzigen in 1 ha omdat men bij woondoeleinden meestal 1 ha grond in eigendom heeft. 32. Archeologie: waarden bij woondoeleinden Inspreker geeft aan dat bij alle locaties 'Wonen' een Waarde - Archeologie is opgelegd. Inspreker stelt vast dat dit betekent dat bij uitbreiden en/of oprichten van bouwwerken vanaf een bepaalde oppervlakte een archeologische onderzoek vereist is. Tevens mag geen diepere grondbewerking dan 30 cm plaatsvinden zonder omgevingsvergunning c.q. het overleggen van een onderzoeksrapportage, In artikel 40 van de Monumentenwet is bepaald dat in een bestemmingsplan een archeologisch rapport kan worden verlangd. Op basis van de Memorie van toelichting kan worden bepaald dat als geen sprake is van op winst gerichte projecten de kosten van het benodigd onderzoek niet ten last van de woningeigenaar behoort te komen. Inspreker verzoekt om alle archeologische waarden bij woonbestemmingen van de plankaart en uit de regels te verwijderen. 33. Archeologische waarde - 4 Inspreker geeft aan dat op diverse locaties de Waarde - Archeologie - 4 is opgelegd. Inspreker stelt vast dat dit betekent dat bij uitbreiden en/of oprichten van bouwwerken vanaf 30 m² een archeologische onderzoek vereist is. Tevens mag geen diepere grondbewerking dan 30 cm plaatsvinden zonder omgevingsvergunning c.q. het overleggen van een onderzoeksrapportage, hetgeen zeer kostenverhogend is. Het vereisen van een onderzoeksrapportage zal leiden tot waardedaling van de gronden door toenemende kosten. Inspreker wijst erop dat de genoemde drempelwaarde van 30 m² zeer zwaar is en in geen verhouding staat tot de bouwmogelijkheden van omliggende percelen waarbij een rapportage vanaf 2.500 m² wordt vereist. In artikel 41a van de Monumentenwet is bepaald dat in een bestemmingsplan een archeologisch rapport kan worden verlengd bij een reguliere vergunning en dat dit niet van toepassing is op projecten kleiner dan 100 m².
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
259
De kosten van een archeologische rapport staan in geen verhouding tot de beperkte bouwkosten van een schuur van 30 m². De genoemde drempelwaarde van 30 cm voor graafwerkzaamheden is ook een extreem zwaar opgelegde bepaling. De nut en noodzaak van een dergelijke regeling is niet aangetoond en leidt tot aantasting van een bestaand recht. De gronden binnen het bouwvlak zijn reeds geroerd c.q. verstoord door de aanwezige bebouwing. Ook zijn de in de bestemming Waarde - Archeologie opgenomen gebruiksregels onnodig verzwarend voor het meest doelmatige gebruik. Deze regels moeten worden geschrapt. Inspreker verzoekt een oppervlakte van 2.500 m² met bijbehorend oppervlakte vast te stellen zoals ook in de gemeenten Olst en Raalte is gebeurd dan wel geen waarde toe te kennen. 34. Archeologie 3/5 Inspreker geeft aan dat op diverse locaties de Waarde - Archeologie - 5 is opgelegd. Inspreker stelt vast dat dit betekent dat bij uitbreiden en/of oprichten van bouwwerken vanaf 100 m² een archeologische onderzoek vereist is. Tevens mag geen diepere grondbewerking dan 30 cm plaatsvinden zonder omgevingsvergunning c.q. het overleggen van een onderzoeksrapportage, hetgeen zeer kostenverhogend is. Het vereisen van een onderzoeksrapportage zal leiden tot waardedaling van de gronden door toenemende kosten. Inspreker wijst erop dat de genoemde drempelwaarde van 100 m² zeer zwaar is en in geen verhouding staat tot de bouwmogelijkheden van omliggende percelen waarbij een rapportage vanaf 2.500 m² wordt vereist. De nut en noodzaak van een dergelijke regeling is niet aangetoond en leidt tot aantasting van een bestaand recht. De gronden binnen het bouwvlak zijn reeds geroerd c.q. verstoord door de aanwezige bebouwing. Ook zijn de in de bestemming Waarde - Archeologie opgenomen gebruiksregels onnodig verzwarend voor het meest doelmatige gebruik. Deze regels moeten worden geschrapt. Inspreker verzoekt een andere acceptabele waarde (6/7) met bijbehorend oppervlakte vast te stellen dan wel geen waarde toe te kennen en de maat van 0,3 m in artikel 32.2.1 vast te stellen op 0,7 m. 35. Erfgoedverordening Inspreker verzoekt de Erfgoedverordening van 2009 in de gemeenteraad ter discussie te stellen aangezien de huidige waardering van de archeologische waarden een aanzienlijke financiële aderlating voor de grondeigenaar betekent voor het slopen en/of oprichten van bebouwing. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.1, 2.2, 2.3, 2.4 en 2.6. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. 1. Bekendmaking inspraakprocedure Deze reactie wordt voor kennisgeving aangenomen. 2. Straatnamen op plankaart In het ontwerpplan worden de straatnamen duidelijker aangegeven. 3. Effect van tafeltjesoverleg Verwezen wordt naar de algemene beantwoording onder 2.2. In aanvulling hierop wordt er op gewezen dat veel informatie die tijdens het tafeltjesoverleg naar voren is gebracht benut is bij het opstellen van het voorontwerpbestemmingsplan. Aan alle naar voren gebrachte wensen is evenwel niet tegemoetgekomen. Ter zake zijn tijdens het tafeltjesoverleg ook
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
260
Inspraakreacties
geen toezeggingen gedaan. Vanzelfsprekend worden de ingediende inspraakreacties serieus beoordeeld. Wanneer naar voren gebrachte plannen voldoende concreet zijn en naar het oordeel van de gemeente ruimtelijk en milieutechnisch inpasbaar, dan zal hieraan medewerking worden verleend. Verwezen wordt naar deze individuele reacties. 4. Aantal woningen Bij de voorbereiding van het bestemmingsplan heeft de gemeente gebruikgemaakt van de bij de gemeente beschikbare gegevens inzake het aantal woningen. Wanneer door insprekers wordt vastgesteld dat op de plankaart onjuiste gegevens zijn opgenomen, wordt een nader onderzoek ingesteld. Van belang daarbij is vast te stellen of het meerdere aantal woningen met vergunning tot stand gekomen is. Als sprake is van een onjuiste weergave op de plankaart, dan wordt de plankaart aangepast. Overigens voorziet het bestemmingsplan er thans in dat een woning door meerdere huishoudens bewoond kan worden. Deze regeling is opgenomen omdat het splitsen van woningen ten behoeve van bewoning door meerdere huishoudens in de praktijk altijd gepaard gaat met een verdere verstening van het buitengebied. Bewoning van een woning door meerdere huishoudens geeft geen recht op meer bouwmogelijkheden, noch wat betreft de inhoudsmaat van de woning, noch wat betreft de oppervlakte van bijgebouwen. In het verlengde hiervan is de gemeente van oordeel dat een nadere vrijstellingsregeling niet noodzakelijk is. 5. Omvang bouwvlakken 1,5 ha De gemeente onderkent met inspreker dat schaalvergroting in de landbouw een ontwikkeling is die naar verwachting ook de komende tijd nog zal plaatsvinden. Een deel van de agrarische bedrijven in het buitengebied van Voorst zal hiervoor kiezen. Andere agrarische bedrijven zullen echter voor een andere ontwikkelingsstrategie kiezen en inzetten op verbreding en het inpassen van nieuwe agrarische en/of niet-agrarische nevenfuncties. Er zijn ook agrarische bedrijven die naar verwachting in de toekomst zullen stoppen omdat men niet over een opvolger beschikt of om andere redenen. De gemeente is van oordeel dat het bij recht toestaan van een bouwvlak van 1,5 ha aan alle agrarische bedrijven geen passend antwoord is op deze gedifferentieerde ontwikkeling. De praktijk leert dat veel bedrijven ook in de toekomst toe kunnen met een bouwvlak van 1 ha. Daarbij is het natuurlijk van belang maatwerk te leveren. Dat heeft plaatsgevonden in het kader van het opstellen van het voorontwerpbestemmingsplan. De gemeente stelt vast dat een aantal agrarische bedrijven in het kader van de inspraak heeft aangegeven concrete plannen te hebben voor uitbreiding van bedrijfsgebouwen en kuilplaten/sleufsilo's. Deze plannen worden zorgvuldig beoordeeld op inhoud en mogelijke effecten. Indien geoordeeld wordt dat hier sprake is van een bedrijfseconomisch noodzakelijke ontwikkeling en er op basis van een afweging van alle aan de orde zijnde belangen geoordeeld kan worden dat er geen sprake is van onaanvaardbare ruimtelijke en/of milieueffecten, wordt medewerking aan deze plannen verleend door uitbreiding van het bouwvlak. Wanneer deze noodzakelijke afweging van belangen niet gemaakt kan worden, dan wordt de inspreker er op gewezen dat een nader onderbouwd verzoek dient te worden ingediend. Daarnaast is het van belang dat in het bestemmingsplan een wijzigingsbevoegdheid is opgenomen die het mogelijk maakt om toegekende bouwvlakken te vergroten met maximaal 50% tot een maximum van 1,5 ha. De gemeente is van oordeel dat hiermee voldoende ruimte wordt geboden aan de verdere ontwikkeling van agrarische bedrijven. 6. Bed & breakfast Agrarisch vanuit bijgebouw De gemeente is bij nader inzien van oordeel dat er geen overwegende bezwaren zijn om bed & breakfast ook mogelijk te maken in bijgebouwen van agrarische bedrijfswoningen. De regeling wordt hiertoe aangepast.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
261
7. Bed & breakfast Agrarisch: maximum aantal kamers Het aanbieden van bed & breakfast betekent dat voor de meer algemene voorzieningen als een eetkamer, gebruikgemaakt wordt van de reeds aanwezige voorzieningen in de woning. Het realiseren van een afzonderlijke eetkamer behoort niet tot de mogelijkheden. Voorkomen moet worden dat er zelfstandige wooneenheden ontstaan. 8. Bed & breakfast Agrarisch: oppervlakte m² Bed & breakfast is voor een agrarisch bedrijf een mogelijke nevenfunctie als beschikt kan worden over voldoende ruimte in de bedrijfswoning en de bijbehorende bijgebouwen. Het beleid van de gemeente is er niet op gericht ten behoeve van deze nevenfunctie extra bouwmogelijkheden te bieden. Overigens leert de praktijk dat een woning met een inhoudsmaat van 750 m³ veelal nog voldoende mogelijkheden biedt. 9. Trekkershutten bij minicamping In het voorontwerpbestemmingsplan is kleinschalig kamperen binnen de bestemming Agrarisch als nevenfunctie rechtstreeks toegestaan. Bij nader inzien is de gemeente van oordeel dat hier gekozen moet worden voor een regeling via afwijking. Per agrarisch bouwvlak worden in het verlengde hiervan ook 3 trekkershutten via afwijking mogelijk gemaakt. Dit betekent dat ook in combinatie met een minicamping (het kleinschalig kamperen) 3 trekkershutten zijn toegestaan met een totale gezamenlijke oppervlakte van 75 m². Hiermee wordt tegemoetgekomen aan het verzoek van inspreker. 10. Inhoud woningen 750 m³ Op basis van een zorgvuldige afweging van alle aan de orde zijnde belangen heeft de gemeente in 2011 het Parapluplan inhoud woningen en oppervlakte bijgebouwen buitengebied vastgesteld. In het kader van dit plan is de inhoudsmaat van woningen vergroot van 600 m³ naar 750 m³ zonder verdere afwijkingsmogelijkheden. De gemeente is van oordeel dat deze inhoudsmaat voldoende ruimte biedt voor een passende bewoning. De gemeente onderkent dat veranderende eisen van de overheid en andere wensen van bewoners kunnen leiden tot gewijzigde gebruiksmogelijkheden. Dat laat evenwel onverlet dat binnen de opgenomen maatvoering ruime mogelijkheden aanwezig zijn voor het wonen. 11. Wijze van meten inhoud woning De onderkant van de begane grondvloer heeft betrekking op de vaste vloerdelen, ongeacht de gebruikte materialen. Los aangebrachte isolatie maakt daarvan dus geen deel uit. Overigens onderkent de gemeente dat in specifieke gevallen sprake kan zijn van discussie en maatwerk. De praktijk leert evenwel dat ook dan tot een passende oplossing wordt gekomen. 12. Plattelandsbedrijf De gemeente is van oordeel dat het niet gewenst is om de ontwikkeling van 'plattelandsbedrijven' op andere locaties in het buitengebied in dit bestemmingsplan mogelijk te maken. In voorkomende gevallen zal op basis van specifieke verzoeken en in het kader van een afzonderlijke procedure, maatwerk worden geleverd. 13. Intensieve veehouderij De reactie van inspreker is juist. Zoals in de algemene beantwoording onder 2.8. is aangegeven is in verwevingsgebieden uitbreiding van de oppervlakte in gebruik voor de intensieve veehouderij tot 1 ha mogelijk. De regeling in artikel 3.2 wordt aangepast.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
262
Inspraakreacties
14. Hoogte afdekking mestopslag De maximale bouwhoogte van mestsilo's bedraagt 10 m. Mestsilo's zijn alleen binnen het bouwvlak toegestaan. Mestbassins zijn geen bouwwerken en hiervoor wordt in het bestemmingsplan geen hoogtemaat opgenomen. Mestbassins zijn ook buiten het bouwvlak, maar in directe aansluiting daarop, toegestaan. 15. Kuilvoerplaten/sleufsilo's Gegeven de algemene praktijk wordt ingestemd met het verzoek om kuilvoerplaten en sleufsilo's te mogen voorzien van een wand met een hoogte van 2 m. 16. Kleinschalig kamperen Het kleinschalig kamperen is toegestaan in het zomerseizoen. In de begripsbepalingen (zie artikel 1.91) is aangegeven dat het zomerseizoen de periode van 15 maart tot en met 31 oktober is. 17. Gastenverblijf De gemeente is van oordeel dat het realiseren van een gastenverblijf gelijkgesteld kan en dient te worden aan het realiseren van bed & breakfastvoorzieningen. Een specifieke regeling is ter zake niet noodzakelijk. 18. Deelruimte bij woning Met het verzoek wordt ingestemd, met dien verstande dat bij het beoordelen van het verzoek om af te wijken dient te worden vastgesteld of het betreffende deel van de bedrijfsruimte nog geschikt is of geschikt te maken is voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering. De gemeente wenst te voorkomen dat door het uitbreiden van de woning de noodzaak ontstaat elders op het bouwvlak nieuwe bedrijfsgebouwen te realiseren. Ook in deze situatie moet het om bedrijfsruimte gaan die bouwkundig een geheel vormt met de bedrijfswoning. 19. Paardenbakken Agrarisch De bepaling dat paardenbakken aansluitend aan bouwvlakken met de bestemming Wonen zijn toegestaan staat terecht opgenomen binnen de bestemming Agrarisch, omdat de betreffende gronden ook voorzien zijn van de bestemming Agrarisch. 20. Paardenbakken, kuilvoerplaten, mestsilo's bij 'afwijken' Inspreker wordt erop gewezen dat wat voorheen 'ontheffingen' waren, thans 'afwijkingen' zijn. Bij het afwijken met een omgevingsvergunning wordt door de gemeente de gebruikelijke procedure gevolgd. 21. Goot- en bouwhoogte gebouwen en silo's Inspreker wordt erop gewezen dat wat voorheen 'ontheffingen' waren, thans 'afwijkingen' zijn. Bij het afwijken met een omgevingsvergunning wordt door de gemeente de gebruikelijke procedure gevolgd. 22. Sleufsilo's buiten bouwvlak Inspreker wordt erop gewezen dat wat voorheen 'ontheffingen' waren, thans 'afwijkingen' zijn. Bij het afwijken met een omgevingsvergunning wordt door de gemeente de gebruikelijke procedure gevolgd. Op basis van de ingediende inspraakreacties beoordeelt de gemeente of sleufsilo's terecht buiten de toegekende bouwvlakken zijn gehouden of dat deze alsnog binnen de bouwvlakken worden getrokken. Als dat het geval is, zijn er geen extra procedures aan de orde.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
263
23. Actualiteit bedrijfsgebouwen op de plankaart Verwezen wordt naar de algemene beantwoording onder 2.1. Daarin is aangegeven dat de ondergrond van de plankaart zal worden geactualiseerd. 24. Wijzigingsbevoegdheid artikel 3.6 Bij het toepassen van een wijzigingsbevoegdheid wordt door de gemeente de gebruikelijke procedure gevolgd. 25. Ontwikkelingen bij recht toestaan Met de opvatting van inspreker wordt ingestemd. Van hervestiging is sprake als een bouwvlak aanwezig is en er beschikt wordt over een passende milieuvergunning. Deze regeling geldt overigens in het verwevingsgebied. 26. Ontwikkeling via afwijking Bij het afwijken met een omgevingsvergunning wordt door de gemeente de gebruikelijke procedure gevolgd. Welke kosten hiermee gemoeid zijn wordt bepaald aan de hand van de feitelijke aanvraag. 27. Ontwikkeling via wijziging Bij het toepassen van een wijzigingsbevoegdheid wordt door de gemeente de gebruikelijke procedure gevolgd. Welke kosten hiermee gemoeid zijn wordt bepaald aan de hand van de feitelijke aanvraag. 28. Herbouw woningen Met de regeling wordt bedoeld dat de positionering van de funderingen niet gewijzigd mag worden. Bestaande funderingen mogen wel vervangen worden. De tekst van artikel 49.3 wordt aangepast. 29. Mantelzorg Mantelzorg is in bestaande woningen mogelijk omdat woningen door meerdere huishoudens bewoond mogen worden. Gebouwen, niet zijnde de woning, kunnen in gebruik worden genomen ten behoeve van mantelzorg tot een maximale oppervlakte van 75 m². Het gebruik van woonunits is mogelijk indien en voor zover de maximaal toegestane oppervlakte aan bijgebouwen hierdoor niet wordt overschreden. 30. Saneringsregeling bijgebouwen De in artikel 23.3 opgenomen saneringsregeling maakt het mogelijk om erfbebouwing te vernieuwen in situaties waarin er meer erfbebouwing aanwezig is dan op basis van het bestemmingsplan is toegestaan. Nieuwbouw van erfbebouwing is toegestaan als gelijktijdig 2 x de oppervlakte van de herbouw wordt gesloopt. Op deze wijze wordt een bijdrage geleverd aan de ontstening van het buitengebied. Naar aanleiding van andere inspraakreacties is de gemeente overigens tot de conclusie gekomen dat de inhoud van artikel 23.3 aanpassing behoeft omdat nu is aangegeven dat alle aanwezige erfbebouwing gesloopt moet worden, hetgeen niet het geval is. Ook is de gemeente bij nader inzien van oordeel dat het gewenst is de geboden mogelijkheden bij recht mogelijk te maken en niet via afwijking. 31. Extra stalruimte Met het verzoek wordt ingestemd. De gemeente is bij nader inzien van oordeel dat het inderdaad gewenst is de opgenomen maat terug te brengen. Op deze wijze worden meer burgers die beschikken over gronden in het buitengebied, in de gelegenheid gesteld om een passende bijdrage te leveren aan beheer en onderhoud.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
264
Inspraakreacties
32. Archeologie: waarden bij woningen Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.4. Daar is aangegeven dat de regeling Waarde - Archeologie op onderdelen wordt aangepast. 33. Archeologie - Waarde - 4 Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.4. Daar is aangegeven dat de regeling Waarde - Archeologie op onderdelen wordt aangepast. 34. Archeologie 3/5 Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.4. Daar is aangegeven dat de regeling Waarde - Archeologie op onderdelen wordt aangepast. 35. Erfgoedverordening Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.4. Daar is aangegeven dat de regeling Waarde - Archeologie op onderdelen wordt aangepast. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding, regels en toelichting worden aangepast.
313. Samenvatting Inspreker geeft aan dat aan de locatie de Waarde - Archeologie - 5 is opgelegd. Inspreker stelt vast dat dit betekent dat bij uitbreiden en/of oprichten van bouwwerken vanaf 100 m² een archeologische onderzoek vereist is. Tevens mag geen diepere grondbewerking dan 30 cm plaatsvinden zonder omgevingsvergunning c.q. het overleggen van een onderzoeksrapportage, hetgeen zeer kostenverhogend is. Het vereisen van een onderzoeksrapportage zal leiden tot waardedaling van de gronden door toenemende kosten. Inspreker wijst erop dat de genoemde drempelwaarde van 100 m² zeer zwaar is en in geen verhouding staat tot de bouwmogelijkheden van omliggende percelen waarbij een rapportage vanaf 2.500 m² wordt vereist. De nut en noodzaak van een dergelijke regeling is niet aangetoond en leidt tot aantasting van een bestaand recht. De gronden binnen het bouwvlak zijn reeds geroerd c.q. verstoord door de aanwezige bebouwing. Ook zijn de in de bestemming Waarde - Archeologie opgenomen gebruiksregels onnodig verzwarend voor het meest doelmatige gebruik. Deze regels moeten worden geschrapt. Inspreker verzoekt de drempelwaarde te verhogen tot 2.500 m², zijnde waarde 6/7 zoals deze bij diverse omliggende percelen is gewaardeerd. Tevens verzoekt inspreker de genoemde 0,3 m in artikel 31.3.1 te verruimen naar 0,7 m. Inspreker verzoekt de Erfgoedverordening van 2009 in de gemeenteraad ter discussie te stellen aangezien de huidige waardering van de archeologische waarden een aanzienlijke financiële aderlating voor de grondeigenaar betekent voor het slopen en/of oprichten van bebouwing. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.4. Daar is aangegeven dat de regeling Waarde - Archeologie op onderdelen wordt aangepast.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
265
Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding, regels en toelichting worden aangepast.
314. Samenvatting Inspreker exploiteert op de locatie Soerhuislaan 4 een melkrundveebedrijf met jongvee. 1. Ligboxenstal ontbreekt op plankaart. Inspreker geeft aan dat een te bouwen ligboxenstal nog niet op de plankaart is weergegeven en verzoekt dit te doen. 2. Kuilvoeropslag ontbreekt op plankaart Inspreker geeft aan dat kuilvoeropslagen niet op de plankaart zijn weergegeven en verzoekt dit te doen. Inspreker verzoekt deze kuilvoeropslagen binnen het bouwvlak op te nemen. 3. Vergroten bouwvlak tot 1,2 ha Inspreker geeft aan dat de vergunde ligboxenstal buiten het ingetekende bouwvlak ligt en verzoekt het bouwvlak te vergroten tot 1,2 ha zodat de schuur daar binnen komt te liggen. 4. Archeologie Inspreker geeft aan dat aan de locatie de Waarde - Archeologie - 5 is opgelegd. Inspreker stelt vast dat dit betekent dat bij uitbreiden en/of oprichten van bouwwerken vanaf 100 m² een archeologische onderzoek vereist is. Tevens mag geen diepere grondbewerking dan 30 cm plaatsvinden zonder omgevingsvergunning c.q. het overleggen van een onderzoeksrapportage, hetgeen zeer kostenverhogend is. Het vereisen van een onderzoeksrapportage zal leiden tot waardedaling van de gronden door toenemende kosten. Inspreker wijst erop dat de genoemde drempelwaarde van 100 m² zeer zwaar is en in geen verhouding staat tot de bouwmogelijkheden van omliggende percelen waarbij een rapportage vanaf 2.500 m² wordt vereist. Inspreker verzoekt de drempelwaarde te verhogen tot 2.500 m², zijnde waarde 6/7 zoals deze bij diverse omliggende percelen is gewaardeerd. Tevens verzoekt inspreker de genoemde 0,3 m in artikel 31.3.1 te verruimen naar 0,7 m aangezien de meeste funderingen van eventueel te slopen gebouwen zich op deze diepte bevinden. De nut en noodzaak van een dergelijke regeling is niet aangetoond en leidt tot aantasting van een bestaand recht. De gronden binnen het bouwvlak zijn reeds geroerd c.q. verstoord door de aanwezige bebouwing. Bij vervangende nieuwbouw mag een dergelijke rapportage naar het oordeel van inspreker niet worden verlangd. Ook zijn de in de bestemming Waarde - Archeologie opgenomen gebruiksregels onnodig verzwarend voor het meest doelmatige gebruik. Deze regels moeten worden geschrapt. 5. Erfgoedverordening Inspreker verzoekt de Erfgoedverordening van 2009 in de gemeenteraad ter discussie te stellen aangezien de huidige waardering van de archeologische waarden een aanzienlijke financiële aderlating voor de grondeigenaar betekent voor het slopen en/of oprichten van bebouwing.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
266
Inspraakreacties
Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.1, 2.3 en 2.4. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. 1. Ligboxenstal ontbreekt op plankaart. De gemeente zal daar waar mogelijk de ondergronden aanpassen. 2. en 3. Kuilvoeropslag ontbreekt op plankaart en vergroten bouwvlak tot 1,2 ha Hoe de toekenning van bouwvlakken heeft plaatsgevonden valt te lezen in de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.3. Uitgangspunt is geweest dat agrarische bedrijven waar geen intensieve veehouderij plaatsvindt een bouwvlak wordt aangegeven van 1 ha. In de planregels is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om bouwvlakken te kunnen vergroten tot 1,5 ha. Diverse aspecten zullen moeten worden onderzocht en gewogen om medewerking te kunnen verlenen. Inspreker vraagt om enkele aanpassingen van het bouwvlak zoals dat nu is aangegeven. Het bouwvlak zou daardoor een oppervlakte krijgen van 1,1 ha. Tegen deze beperkte afwijking is naar het oordeel van de gemeente geen bezwaar. 4. en 5. Archeologie en erfgoedverordening Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.4. Daar is aangegeven dat de regeling Waarde - Archeologie op onderdelen wordt aangepast. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding, regels en toelichting worden aangepast.
315. Samenvatting Inspreker heeft een aantal opmerkingen. 1. Inspreker verzoekt om het mogelijk te maken dat agrarisch gebied natuurlijk beheerd kan worden zonder een wijziging van de bestemming. Daarnaast verzoekt inspreker het mogelijk te maken dat de bestemming 'agrarisch' gewijzigd kan worden in de bestemming 'natuur'. 2.
Inspreker vraagt of binnen de bestemming 'bos' het aanleggen van poelen valt onder de noemer; 'bij deze bestemming horende voorzieningen als groen, (….) en water'.
3.
Het lijkt inspreker wenselijk dat bij de bestemmingsomschrijving 'natuur' wordt opgenomen dat ontwikkeling van potentiële waarden moet kunnen plaatsvinden.
4.
Het is inspreker niet duidelijk waarom een omgevingsvergunning moet worden aangevraagd om binnen de bestemming Natuur bomen en andere houtopstanden te mogen aanplanten.
5.
Het is inspreker niet duidelijk of binnen de bestemming 'Water', water en oeverstroken kunnen worden ingericht voor natuur.
Beantwoording 1. Het feitelijk beheer van agrarische gronden is een zaak van de eigenaar/gebruiker. Zonder bestemmingswijziging kan agrarisch gebied natuurlijk beheerd worden.
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
267
In artikel 3.6.4 is geregeld dat de bestemming Agrarisch gewijzigd kan worden in de bestemming Natuur. 2.
Het aanleggen van poelen is binnen de bestemming Bos mogelijk, mits een omgevingsvergunning voor graven is verleend.
3.
De bestemming Natuur is toegekend aan gronden die reeds als natuurgebied in beheer zijn. Hier zijn natuurwaarden aanwezig die mogelijk verder ontwikkeld kunnen worden. Het opnemen van een bepaling dat potentiële waarden ontwikkeld moeten kunnen worden voegt naar het oordeel van de gemeente niets toe.
4.
Niet alle natuurgebieden zijn gelijk en met het oog hierop is het van belang ervoor zorg te dragen dat met name genoemde werken en werkzaamheden geen afbreuk doen aan de aanwezige waarden.
5.
Binnen de bestemming Water kunnen oeverstroken ingericht worden voor natuur voor zover deze inrichting geen afbreuk doet aan de overige doeleinden die overigens van toepassing zijn.
Conclusie De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
316. Samenvatting Inspreker verzoekt de raad kritisch te kijken naar wat het college besluit inzake de 'kwestie Voorsterklei 16'. Beantwoording Namens inspreker is door zijn adviseur een inspraakreactie ingediend, die te vinden is onder nummer 190 van deze notitie. Voor de beantwoording wordt verwezen naar reactie nummer 190. Conclusie Voor de conclusie wordt verwezen naar reactie nummer 190.
317. Samenvatting Inspreker exploiteert op de locatie Clabaunsweg 22A-24 een pelsdieren- en pluimveebedrijf. 1. Schuur buiten bouwvlak Aan de noordzijde van het bedrijf staat een schuur die gedeeltelijk buiten het bouwvlak staat. Verzocht wordt om dit aan te passen. 2. Archeologie Inspreker geeft aan dat op deze locatie de hoge Waarde - Archeologie - 4 is opgelegd. Inspreker stelt vast dat dit betekent dat bij uitbreiden en/of oprichten van bouwwerken vanaf 30 m² een archeologische onderzoek vereist is. Tevens mag geen diepere grondbewerking dan 30 cm plaatsvinden zonder omgevingsvergunning c.q. het overleggen van een onder-
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00
268
Inspraakreacties
zoeksrapportage, hetgeen zeer kostenverhogend is. Het vereisen van een onderzoeksrapportage zal leiden tot waardedaling van de gronden door toenemende kosten. Inspreker wijst erop dat de genoemde drempelwaarde van 30 m² zeer zwaar is en in geen verhouding staat tot de bouwmogelijkheden van omliggende percelen waarbij een rapportage vanaf 2.500 m² wordt vereist. Inspreker verzoekt de drempelwaarde te verhogen tot 2.500 m², zijnde waarde 6/7 zoals deze bij diverse omliggende percelen is gewaardeerd. 3. Erfgoedverordening Inspreker verzoekt de Erfgoedverordening van 2009 in de gemeenteraad ter discussie te stellen aangezien de huidige waardering van de archeologische waarden een aanzienlijke financiële aderlating voor de grondeigenaar betekent voor het slopen en/of oprichten van bebouwing. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.3 en 2.4. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. 1. Schuur buiten bouwvlak Het bouwvlak zal worden aangepast. 2. en 3. Archeologie en erfgoedverordening Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.4. Daar is aangegeven dat de regeling Waarde - Archeologie op onderdelen wordt aangepast. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding, regels en toelichting worden aangepast.
318. Samenvatting Inspreker verwijst naar eerdere brieven die in deze notitie zijn ondergebracht onder nummer 93 en 303. Deze inspraakreactie vervangt de inspraakreacties onder 93 en 303. Inspreker komt nu tot de conclusie dat voor zijn perceel de bestemming Wonen - Landhuis de bestemming is die daarvoor het meest aansluit aan de feitelijke situatie. Hij wijst daarbij op diverse aspecten, zoals de inhoud van het pand, het gedeeltelijke gebruik als kantoor, de parkachtige aanleg van de tuin. Inspreker wenst daarbij wel vast te houden aan het feit dat hij toestemming heeft om 40% van het huidige vloeroppervlak van het pand te mogen gebruiken als kantoor. Dit komt overeen met 480 m². Hierdoor wordt er afgeweken van de mogelijkheid die het bestemmingsplan noemt, namelijk maximaal 350 m² (afwijking). Beantwoording Het pand Rijksstraatweg 26 in Twello, bekend onder de naam 'Witte Brug' kent een rijke historie. Het pand is door geneesheer dr. Jan Jacob Penink eind 18e eeuw gebouwd als 'buitenplaats'. De inhoud van het pand bedraagt ongeveer 4.800 m³. Dit is een veelvoud van het aantal m³ dat is toegestaan binnen de bestemming Wonen. Het ligt naar het oordeel van de gemeente in de rede om hier een passende bestemming aan te geven. De bestemming Wonen - Landhuis is daarvoor een goede keuze. De voor Wonen - Landhuis aangewezen gronden zijn bestemd voor aanzienlijke woningen of buitenverblijven binnen gronden met park-
028500.14937.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inspraakreacties
269
achtige aanleg. Om te waarborgen dat 40% van het vloeroppervlak gebruikt mag worden als kantoor, wordt een aanduiding opgenomen dat er 480 m² gebruikt mag worden als kantoor. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De regels en de verbeelding worden aangepast.
319. Samenvatting In een gesprek heeft inspreker aangegeven, dat hij de agrarische bestemming op zijn perceel wil behouden. Inspreker heeft circa 16 koeien en 5 stuks jongvee. Ook nog 5 pony's. Rondom zijn woning heeft hij 4,6 ha grond als weiland in gebruik. Daarnaast in Vaassen 2,5 ha. Op het erf staan 2 voormalige agrarische bedrijfsgebouwen die in gebruik zijn als caravanstalling, totaal 1.00 m². Op aandringen van de gemeente heeft inspreker een melding Besluit landbouw gedaan. Beantwoording Verwezen wordt naar de beantwoording algemene onderwerpen onder 2.5. Aanvullend wordt het volgende naar voren gebracht. Inspreker heeft naar het oordeel van de gemeente voldoende aangetoond dat aan de Ganzevlesweg 8 sprake is van agrarische activiteiten met een omvang die een agrarisch bouwperceel rechtvaardigen. Conclusie De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. De verbeelding wordt aangepast.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
028500.14937.00