..°.+ … Neutr-On
De Neutrale Vakbond Nieuwsbrief Jaargang 8 Juni
2012
6
Sectoren
INHOUD Algemeen
Sociale verkiezingen en gesjoemel
Bouwsector verwacht terugval
Europese zorgen
Allerlei
Corruptie in België
Wat verandert er in juni?
Dienstencheques
Handvest voor Vlaanderen
Onderwijs
Inschrijvingen via “Discimus”
Essay van Vanderpoorten
Antipestteam
Enquête over onderwijshervorming
Discriminatie op de arbeidsmarkt
Algemeen
Europese zorgen
De vreugde na de Griekse verkiezingen was er wel, maar ze was van heel korte duur. Eigenlijk was de vreugde in de rest van Europa groter dan in Griekenland zelf. De dag na de verkiezingen begonnen de financiële markten redelijk positief, maar het duurde slechts een halve dag en de rente op het
Spaans en Italiaans staatspapier schoot weer de hoogte in. De Spaanse rente heeft de drempel van 7 procent genomen, de Italiaanse rente staat weer boven de 6 procent. Kortom, u raadt het al, de toestand in Europa blijft zorgwekkend. Maar ook in Amerika is het nog kommer en kwel. Zowel het Amerikaanse financiële systeem en de economie in het algemeen blijven teleurstellend. Door de tegenvallende werkgelegenheidscijfers in de VS en de angst voor een verergerende Europese schuldencrisis zullen bijkomende maatregelen moeten genomen worden om de economie te stimuleren. In Europa hoopt men, na de positieve verkiezingsuitslag van de Europagezinde partij “Nea Dimokratia”, dat er in Griekenland snel een nieuwe regering wordt gevormd. Voorlopig zal Europa Griekenland blijven steunen als lid van de eurozone. De Duitse bondskanselier Merkel denkt dat de Grieken hun Europese engagementen, inzake hervormingen, alsnog zullen nakomen. Ook het Internationaal Monetair Fonds is nu verder bereid de nieuwe Griekse regering te helpen. Griekenland zal deze zomer waarschijnlijk opnieuw geld nodig hebben, waarvoor dus een derde internationaal steunpakket nodig zal zijn. De overwinning van Nea Dimokratia is goed nieuws voor Europa. De verkiezingen van zondag waren immers cruciaal voor de toekomst van de euro. Zou de andere partij, Syriza, de verkiezingen gewonnen hebben, werd gevreesd voor een Griekse exit uit de eurozone, met een grote financiële chaos tot gevolg. De afgelopen maand liep in Griekenland de werkloosheid bij de vrouwen, tussen 15 en 24 jaar , op tot 60,4 procent, tegen 46,6 procent vorig jaar. Bij jonge mannen steeg het werkloosheidscijfer van 34 procent tot 46 procent. Het totale aantal werklozen in Griekenland ligt rond de 1,1 miljoen mensen. Dat is een werkloosheidsgraad van 22,6 procent en een forse stijging ten opzichte van de 16 procent van vorig jaar. De werkloosheid in Griekenland is sinds 2010 meer dan verdubbeld. Een aantal vooraanstaande economen blijven trouwens van mening dat een uitstap uit de euro voor Griekenland onvermijdelijk blijft. De verkiezingen waren, volgens hen, enkel uitstel van executie. Het innen van belastingen en de privatiseringen in Griekenland verlopen moeizaam en brengen daardoor minder op dan verwacht. Nu al slagen de Grieken er niet meer in bedrijven in euro's te betalen. En ook de Griekse staatsobligaties verliezen dagelijks van hun waarde. Het land zal waarschijnlijk de lonen van het overheidspersoneel en de pensioenen binnen enkele maanden niet meer kunnen betalen, want de kas is leeg. Maar zal Europa Griekenland en de andere probleemlanden blijven steunen? De nationale regeringen willen vooral niet de indruk wekken dat ze zonder waarborgen geld aan de Grieken blijven geven.
Daartegenover staat dat één faillissement van een euroland voor de hele eurozone rampzalig is. Het failliet van Griekenland zal dus ook het failliet van het Europees beleid worden. Ook Spanje is nu in een economische crisis terechtgekomen. Spanje kreeg reeds enkele noodleningen, maar op middellange en lange termijn is veel meer nodig om de crisis te overwinnen. Moody’s verlaagde al de waardering van Spaanse staatsleningen van A3 tot Baa3. Dat is één stapje verwijderd van de “rommelstatus”. Kredietbeoordelaar Fitch verlaagde eerder al de rating van Spanje, maar ook nog eens de rating van de grootbanken Santander en BBVA en nog achttien andere Spaanse banken. Vooral banken die zwaar blootgesteld zijn aan de ingestorte vastgoedmarkt worden gedegradeerd. Een lagere rating betekent dat de banken een hogere vergoeding zullen moeten betalen om geld op de markten te bekomen. De Spaanse banken hadden in april voor 8,72 procent slechte kredieten uitstaan, een nieuw record sinds 1994. Het cijfer wijst op de kwetsbaarheid van de financiële sector in Spanje en verklaart ook de forse opstoot van de Spaanse langetermijnrente. Het zijn vooral hypothecaire kredieten waar er afbetalingsproblemen mee zijn, een gevolg van de ineenstorting van de woningmarkt. De andere landen van de eurozone toonden zich begin deze maand bereid om 100 miljard euro ter beschikking te stellen van de Spaanse bankensector. Vraag is of dat bedrag zal volstaan, want er wordt verwacht dat de betalingsproblemen nog zullen toenemen. De Spaanse banken moeten voor bijna 150 miljard euro extra provisies aanleggen. Maar daarbovenop zou er nog eens 250 miljard nodig zijn. Een pak hoger dus dan de 100 miljard euro die Europa klaar houdt om de Spaanse banksector te redden. Voor de tweede keer in drie jaar is Spanje in een diepe recessie gesukkeld. Bovendien zit een kwart van de bevolking zonder job. Daarom vreest men dat steeds meer gezinnen hun leningen binnenkort niet meer kunnen afbetalen en schatten ze de verliezen voor de banken nog hoger in. In Nederland is ook niet alles koek en ei. Kredietbeoordelaar Moody's heeft de kredietwaardigheid van vijf Nederlandse banken verlaagd, waaronder de Rabobank, ING, ABN Amro en SNS Bank. De Nederlandse banken zijn twee stappen naar beneden gegaan. RaboBank staat nu op Aa2, maar blijft toch één van de hoogst gewaardeerde banken van de wereld. Daardoor zie je hoe slecht de bankensector er aan toe is. In België zitten drie pensioenfondsen op de tien in de problemen. Volgens Groen zouden dertig procent van de Belgische pensioenfondsen onvoldoende reserves hebben. Voor Groen kan er geen sprake van zijn om in te gaan op de vraag van
Assuralia om het minimumrendement op te geven of aan te passen. Groen wijst erop dat er recent jaren zijn geweest waarin groepsverzekeraars en pensioenfondsen reserves hadden kunnen aanleggen om slechtere jaren mee te compenseren. Pensioenfondsen en verzekeraars bieden loontrekkenden een aanvullend pensioen boven op hun wettelijk pensioen. Voor het eerst wordt duidelijk hoe groot de schade is van de schuldencrisis en de impact daarvan in de portefeuilles van de pensioenfondsen. Het is aan de regering om de eerste pensioenpijler te versterken, zoniet dan dreigen onze pensioenen uitgehold te worden, aldus Groen. Zie verder: http://www.groen.be/actualiteit/Nieuwsflash-driepensioenfondsen-op-de-tien-in-de-problemen_2758.aspx De kredietcrisis is een crisis van staatsschulden geworden, en iedereen bloedt mee. Een explosieve cocktail, gebrouwen uit fouten van bankiers, burgers en beleid, heeft een kater veroorzaakt die nog jaren en zelfs generaties zal nazeuren. In onderstaand essay is een korte weerslag van de oorzaak van de financiële crisis weergegeven. http://www.bartstaes.be/pdf/DeOnzichtbareHand_BartStaes.pdf
Corruptie in België
Transparency International Belgium publiceerde weer een stand van zaken met betrekking tot de corruptie in België. Van het parlement tot het bedrijfsleven, van de overheid tot het gerecht, van de media tot het maatschappelijk middenveld. Dertien terreinen werden onder de loep genomen wat betreft hun rol binnen het “Nationaal Integriteitssysteem”. Terwijl de Ombudsman en het Rekenhof de beste resultaten behalen, komen de Uitvoerende macht (regering en kabinetten), de openbare diensten en het bedrijfsleven als zwakke schakels naar voor. Als u het rapport leest zult u merken dat België nog altijd een “redelijk corrupt land” is. Misschien is het wel niet vergelijkbaar met sommige Afrikaanse landen of bananenrepublieken, maar voor een land dat pretendeert “beschaafd” te zijn komt België er maar bekaaid vanaf.
Bijvoorbeeld het verslag over het Belgisch rechtssysteem, inclusief rechters, magistraten en leden van het openbaar ministerie. Wat in het verslag opvalt, is dat in elke dimensie pijnpunten te vinden zijn die wijzen op structurele moeilijkheden. Uit de analyse blijkt dat de rechterlijke orde een versnipperd systeem is, wat de transparantie en het afleggen van rekenschap sterk hindert. Vaak komt het voor dat bestaande praktijken sterk verschillen van kanton tot kanton en van arrondissement tot arrondissement. De efficiënte aanwending van personeels- en financiële middelen wordt sterk bemoeilijkt door een gebrek aan beheerscontrole op het niveau van de rechtbanken, hoven en parketten. Een ander voorbeeld is de ontwikkeling van verschillende informaticasystemen die men nu probeert te remediëren. Ook is er een versnippering op het gebied evaluatiesystemen, tucht, klachtenbehandeling en benoeming. De centrale rol van de korpschef en het gebrek aan uniforme regelingen zorgen ervoor dat opnieuw sterke verschillen in de aanpak van elk van deze thema’s aanwezig zijn. Dit alles leidt tot een weinig transparant systeem en het hoeft dan ook niet te verbazen dat ook wat transparantie en communicatie betreft, het voor de burger door dezelfde sterke versnippering heel moeilijk is om zich gemakkelijk over de rechterlijke orde te laten informeren. Maar lees beter het rapport zelf. Het bespreekt de volgende onderwerpen: Zijn onze politici integer? Moet de overheid transparanter werken? Zijn de media wel onafhankelijk? Het rapport is streng voor zwakke punten: • ontbreken van een deontologische code voor ministers federale parlementariërs en magistraten • meldingsplicht ambtenaren blijft dode letter: er worden amper strafbare feiten gemeld aan de procureur des Konings • ontbreken van een administratieve onderzoeksbevoegdheid op federaal niveau • ontbreken van een onafhankelijke controle van de rekeningen van de politieke partijen • ontbreken van wettelijke regeling voor good corporate governance voor het leeuwendeel van de Belgische bedrijven • zwakke deontologische regels voor de verplaatsingen door journalisten op uitnodiging van ministeries, ondernemingen of NGO’s Alle info vindt u hier: http://www.transparencybelgium.be
Onderwijs
Inschrijvingen via “Discimus”
Volgend schooljaar starten de 3.500 scholen in Vlaanderen met "Discimus". Dit nieuwe informaticasysteem laat toe om beter in te spelen op de capaciteitsproblemen van scholen en tijdig bij te sturen bij dubbele inschrijvingen van leerlingen. Vooral in grootstedelijke gebieden maken ouders er een gewoonte van om hun kinderen, lang voor het begin van een schooljaar, voor de zekerheid in meerdere scholen in te schrijven. Bij het begin van het schooljaar kiezen ze dan de school uit die hen op dat ogenblik het meest bevalt. Voor nogal wat scholen levert dit onaangename verrassingen op. Zo bestaan er scholen die een halve tot een hele klas niet zien opdagen, terwijl ze net een inschrijvingsstop hebben gehanteerd wegens een te groot aantal inschrijvingen. Omdat de stand van de inschrijvingen tot nog toe alleen op 1 oktober en 1 februari vanuit de scholen naar Brussel werd doorgestuurd, duurde het vaak maanden vooraleer de administratie die tonnen informatie had verwerkt en alle dubbele inschrijvingen eruit had gehaald. Discimus (letterlijk vertaald: "wij leren") zal de informatie-uitwisseling over de inschrijvingen vlotter laten verlopen. "Vroeger werden de namen van leerlingen ook al ingegeven in een database van de school", zegt Robert Broekx, directeur van de gelijknamige Genkse firma die instaat voor de Discimus-software. "Maar met Discimus worden de gegevens leerling per leerling doorgestuurd naar Brussel. Brussel zal de stand van de inschrijvingen daardoor in realtime kunnen opvolgen." Ouders behouden het recht om hun kind in meerdere scholen in te schrijven.
Essay van Vanderpoorten
Onderwijs is een middel om gelijke startkansen te creëren. En de verlaging van de leerplicht naar drie jaar is daarvoor een probaat middel. Onderwijs moet emanciperend werken en geen sociale ongelijkheid installeren. Wat houdt ons tegen om de leerplicht te verlagen? Uit onderzoek blijkt dat de sociale afkomst een bepalende factor is en blijft voor de schoolloopbaan van een kind. Gemiddeld 36 procent van de allochtone kinderen tussen 2,5 en 3 jaar gaat niet naar de kleuterschool. Ook kinderen van éénoudergezinnen en kinderen van laaggeschoolde ouders gaan minder vaak naar de eerste kleuterklas dan hun leeftijdgenoten met een andere socio-economische achtergrond. Omdat die kansarme kinderen pas op latere leeftijd naar school gaan, starten ze vaak met een ‘handicap’. Studies wijzen uit dat ze met leerachterstand kampen die hen de rest van hun studies achtervolgt en oorzaak is van een toenemende uitstroom van schoolverlaters zonder een secundair diploma. Voor alle duidelijkheid, in België is 85% van de kinderen vanaf de leeftijd van 2,5 jaar wel ingeschreven in een kleuterschool, en slechts 0,3% volgt uiteindelijk nooit kleuteronderwijs. Daarmee behoort ons land tot de besten van de Europese klas. Waarom dan die verlaging? Wel, ingeschreven zijn, is niet hetzelfde als naar school gaan. En net voor die kleuters uit die doelgroep is de verlaging van de leerplicht noodzakelijk. Het voorstel om de wet op de leerplicht van 29 juni 1983 te wijzigen is niet nieuw. Er werden al heel wat vruchteloze parlementaire initiatieven ondernomen door Open Vld’ers maar gelijkaardige voorstellen van Hilde Claes (sp.a) en Christos Doulkeridis (Ecolo) maken duidelijk dat het hier niet om een ideologische breuklijn gaat. Onderwijs is sinds 1989 vooral een bevoegdheid van de gemeenschappen, met uitzondering van het begin en het einde van de leerplicht die een federale aangelegenheid zijn. Daarom willen wij bij uitstek de socialistische parlementsleden oproepen om een van deze initiatieven te steunen of er zelf een te nemen, waarna op federaal vlak de leerplicht op de agenda kan. Recente berichten over het gebrek aan kinderopvang, de gebrekkige kennis van het Nederlands bij allochtonen in grote Vlaamse steden en in Brussel, en de aanpak van het spijbelen en schoolmoeheid maken het debat meer dan ooit actueel. Met de leerplichtverlaging komen de kinderen uit die kansarmere gezinnen vroeger in contact met de schoolomgeving. Ze kunnen zo hun startkansen en hun toekomstkansen verhogen. Met ons voorstel willen we die kwetsbare kinderen meer kans op slagen geven. Leraars kunnen op die manier sneller vaststellen wie extra begeleiding nodig heeft, zodat de achterstand afneemt. Wij willen de vicieuze generatiegebonden armoedecirkel doorbreken waarin vele sociale achtergestelde ouders zich bevinden. Hiervoor moet veel breder worden gegaan dan enkel de leefloontrekkers. Achterliggend idee is dat personen die niet in staat zijn hun eigen leven te organiseren (ziekte, depressies, drankproblemen enz.) vaak ook niet in staat zijn het leven van hun kinderen te organiseren. Een maatregel zou moeten leiden tot een verplichte aanwezigheid van 120 schooldagen voor driejarigen om tot algemene schoolplicht te komen vanaf vier jaar. Hiermee wordt ook een antwoord gegeven op de groeiende achteruitgang van de kennis van de Nederlandse taal. De taalachterstand van kinderen op jonge leeftijd die thuis noch Nederlands, noch Frans spreken (in Brussel is dit 50 procent),
hypothekeert ook hun verdere schoolloopbaan. Nog een reden om verplicht onderwijs zeer vroeg in te voeren. Door de verlaging komen kinderen vroeger in aanraking met het Nederlands. Ze worden als het ware in een taalbad ondergedompeld. Als je anderstalige kinderen al vanaf drie of vier jaar in de kleuterklas krijgt waar ze spelenderwijs Nederlands kunnen leren, is hun taalachterstand weggewerkt op het moment dat ze naar het eerste leerjaar gaan. Een vocabularium van 800 woorden in het eerste leerjaar moet volstaan om met succes te kunnen volgen. Bovendien zou dit voor Brussel betekenen dat extra taalproeven niet nodig zouden zijn. Niet alleen in Brussel, maar ook in Vlaanderen is dit noodzakelijk. Wie zijn taal goed kent, kan in de klas beter volgen en zal zo later zijn kansen op het behalen van een diploma en het vinden van een job sterk verhogen. En een job is de beste bescherming tegen sociale achterstelling en armoede. Ouders moeten positieve stimulansen krijgen om hun kinderen naar school te sturen. Regelmatig in de klas zitten en op tijd komen zijn belangrijke factoren die echt het verschil kunnen maken. Het inbouwen van voldoende structuur en regelmaat zorgt voor evenwicht en harmonie, voor optimale ontwikkelings- en leerkansen. Onderwijs is een middel om gelijke startkansen te creëren. En de verlaging van de leerplicht naar drie jaar is daarvoor een probaat middel. Onderwijs moet emanciperend werken en geen sociale ongelijkheid installeren. Ons voorstel wil er dan ook toe bijdragen om elk kind dat het recht heeft op goed onderwijs alle toekomstkansen te geven met het uitzicht op een degelijk bestaan. Marleen Vanderpoorten en anderen. Zie: http://www.liberales.be/essays/vroegerschool
Enquête over onderwijshervorming
Binnen enkele maanden trekt de Vlaamse onderwijsminister Smet in het Vlaams Parlement het debat op gang met betrekking tot de hervorming van het secundair onderwijs. Het Vlaams onderwijs behoort traditioneel, zo blijkt uit internationaal onderzoek, tot de beste ter wereld. De laatste jaren blijkt de kwaliteit van dit onderwijs nochtans tanende. Vooral binnen de Brusselse grootstedelijke context studeert een aanzienlijk deel van de jongeren af zonder diploma. Ook het behalen van de eindtermen Nederlands blijkt tegenwoordig voor een flink pak jongeren problematisch. De onderwijsminister wil daar iets aan doen en werkt daarvoor aan een
nieuwe hervorming van het secundair onderwijs. Deze hervorming zoekt inspiratie bij modellen uit Noord-Europa waarbij de gemeenschappelijke stam behouden blijft tot in het vierde jaar van het secundair onderwijs. Pas vanaf het vijfde jaar middelbaar kiezen de leerlingen er voor een verdere differentiatie. Dit systeem zou, naar wordt beweerd, onder andere in Finland en Zweden, zeer succesvol zijn. U kan hierover zelf uw mening geven via een enquête die u hieronder vindt op : http://www.wijs-onderwijs.be/3
Sectoren
Sociale verkiezingen voorbij
Er waren weer berichten van gesjoemel tijdens deze verkiezingen. De sociale verkiezingen liepen van 7 tot 20 mei 2012. Tijdens deze verkiezingen werden de werknemersafgevaardigden verkozen die zullen zetelen in de ondernemingsraden en comités voor preventie en bescherming op het werk. De verkiezingen voor de ondernemingsraden (ondernemingen met minstens 100 werknemers) werden gehouden in 3 600 ondernemingen waarbij in totaal 1 462 400 werknemers zijn tewerkgesteld. De verkiezingen voor de comités vonden plaats in 6 800 ondernemingen (met minstens 50 werknemers) waarbij in totaal 1 679 400 werknemers zijn tewerkgesteld. 799 705 kiezers namen deel aan de verkiezingen voor de raden (participatiegraad van 70,2 %) en 883 976 kiezers hebben deelgenomen aan de comité-verkiezingen (deelnamepercentage van 71,9 %). Voor de raden werden 19 023 kandidaten gekozen uit 55 831 voorgedragen kandidaten. Voor de comités werden 25 585 kandidaten gekozen uit 69 285 voorgedragen kandidaten. In totaal werden 125 116 kandidaten voorgedragen, 44 608 van hen werden verkozen. Raadpleeg de voorlopige nationale resultaten (per vakbond) op de
website van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg Er waren weer meerdere berichten van fraude tijdens de sociale verkiezingen. Hierbij vindt u een bericht dat we ontvingen:
“Zonder echte reden werd het mij geweigerd om deel te nemen aan de syndicale verkiezingen. Wat ik voorspeld had, kwam uit. Er werd gesjoemeld. Het systeem leende zich er ook toe: de leden kregen een stembrief toegestuurd bij hun thuis, moesten die brief invullen en terug opsturen. Een kandidaat die aan mij gelieerd was, kreeg een dertigtal stembrieven van andere leden die hem zeiden dat de vakbond ze niets meer kon interesseren omdat ik was uitgesloten. Deze kandidaat vulde al deze stembrieven in, stemde steeds voor zichzelf en stuurde de brieven op. Achteraf bleek hij echter minder stemmen te hebben dan hij stembrieven opgestuurd had. Het kliekje van de sjoemelaar werd opnieuw herkozen, maar het ACOD verloor een hele hoop leden. Ondertussen gaat hun gesjoemel met syndicale dagen doodleuk verder. Mijn klacht bij de politie is nog steeds in vooronderzoek(?). De grote architect achter het gesjoemel bij ACOD is Ivan Vandecasteele (broer van burgemeester van Oostende). Deze man liegt en bedriegt dat het een aard heeft. Ik begin eerlijk gezegd te vermoeden dat alle socialisten zo zijn. VdCasteele was vroeger trouwens chauffeur van Renaat Landuyt.
…
Ik moet wel stellen dat de personeelsleden op mijn werk achter mij staan en dat de vakbond “voorlopig” geen wraakacties tegen mij onderneemt. Maar ik vrees dat de traditionele vakbonden te groot en te smerig zijn om te bevechten. Belgen geven wel veel kritiek op de corruptie in landen als Bulgarije en Roemenië, maar in België is het niet veel beter gesteld, geloof me maar. Met vriendelijke groet
(Naam en adres bekend bij de redactie) Als u ook onregelmatigheden hebt gemerkt tijdens de sociale verkiezingen of zelf slachtoffer werd van manipulaties, stuur ons dan een bericht met uw ervaringen.
Bouwsector verwacht terugval
De bouwsector verwacht dit jaar een daling van de activiteit met 1,5 procent, meldt de Confederatie Bouw. De verwachte daling komt er na een groei in 2011 met 4 procent, dubbel zo veel dus als de groei van de Belgische economie. Met de geraamde terugval dit jaar - terwijl voor de ganse economie wordt gerekend op een kleine groei van 0,6 procent - zal de sector over de periode 2009-2012 niet zijn gegroeid. In 2010 was er nog een groei van de bouw met 0,6 procent, in 2009 een daling met 1,9 procent. De verwachte daling is vooral op naam te schrijven van de nieuwbouw en renovatie. Nieuwbouw zou met 4,5 procent terugvallen, renovatie met 8 procent. De daling in de nieuwbouw volgt op de daling met 11 pct van het aantal toegekende bouwvergunningen in 2011 naar iets meer dan 44.000: het laagste cijfer in tien jaar. Terwijl er 55.000 woningen zouden moeten worden gebouwd om aan de noden te voldoen. De verwachte terugval in renovatie is een gevolg van het schrappen van fiscale voordelen voor energiebesparende investeringen. De sector van energiebesparende renovaties alleen al zal naar verwachting 50 à 60 procent terugvallen. Niet-woningbouw zou een stijging kennen dit jaar met 3 procent, burgerlijke bouwkunde zou - met dank aan de gemeenteraadsverkiezingen - een groei van 4 procent optekenen. De groei in 2011 was divers. Vooral de renovatie en de burgerlijke bouwkunde ondersteunden de groei. Burgerlijk bouwkunde kende een groei van 7 procent, dankzij de gestegen overheidsinvesteringen (+6,1 procent). De lokale besturen (+12 procent) nemen de helft van die investeringen voor hun rekening. Renovatie groeide 5 procent. Nieuwbouw (-0,5 procent) kende een moeilijk 2011. De bouwsector trok dus de Belgische economie in 2011. Met een groei van vier pct was het de op een na meest dynamische sector, en zorgde het voor 10 procent van de gecreëerde werkgelegenheid. In 2012 zal de sector de ganse economie evenwel een duwtje naar beneden geven. De bouw is rechtstreeks goed voor 5,8 procent van het Belgische bbp, en onrechtstreeks (dus ook bijvoorbeeld de levering van bouwmaterialen) goed voor 10 procent. Verder zou de bouwsector af willen van de bestaande vaste werkweek van 40 uren en naar een flexibeler systeem willen gaan met een jaarlijkse arbeidsduur. Daardoor zouden de bedrijven hun productie beter kunnen aanpassen aan de vraag. Dus meer werken als er meer vraag is, minder als er minder is. Dat wil niet zeggen dat ze 60 uur in de week willen gaan werken. Ze willen gewoon een flexibeler arbeidsorganisatie. Nochtans kent de bouwsector al een systeem om af te wijken van de arbeidstijd. De bouwsector vraagt ook dat de sociale lasten worden verlaagd. De strijd tegen zwartwerk moet eveneens opgedreven worden. Het systeem van elektronische registratie alleen zou zwartwerk niet uit de wereld helpen. Het aantal officieel gedetacheerde buitenlandse arbeiders in de Belgische bouw zou 25.000 à 30.000 zijn, op een totaal aantal arbeiders van 167.000. Maar het echte cijfer ligt wellicht hoger. Detachering komt in de praktijk vaak
neer op oneerlijke concurrentie. Dat ondanks de crisis de bouwsector het nog bijzonder goed deed is volgens Neutr-On te danken aan de fiscale maatregelen die het land steeds had om de aankoop van een eigen woning te bevorderen. Het terugschroeven van die maatregelen zal daarom de economie eerder schade toebrengen dan bevorderen. In deze crisis zou de overheid juist moeten investeren in grote werken zoals de sociale huisvesting. Daardoor krijgt de economie meer zuurstof. Er zijn nog zeker 65.000 sociale woningen nodig om gezinnen de kans te geven ruimer te gaan wonen of hun ongezonde woning te verlaten. Hierbij vindt u het standpunt van Groen over Wonen: Maar of het steunen van renovatie door eigenaars-verhuurders, een goed idee is durven we betwijfelen. Wel het actief steunen van eigenaars-bewoners en het aanpakken van leegstand en verkrotting. http://www.groen.be/actualiteit/Nieuwsflash-het-nieuwe-wonen-vanmieke-vogels_2669.aspx Meer info : http://www.vcb.be http://www.confederatiebouw.be/Home/tabid/2126/language/nlBE/Default.aspx Ook het basisprogramma van R.O.S.S.E.M. pleit voor investeringen in de sociale bouwsector. Hierbij een tekst uit het programma. 7.2. Oprichting van een Sociale Holding die gedurende 5 jaar circa 50,000 sociale woningen bouwt, hoofdzakelijk bestemd voor verkoop binnen de twee jaar tegen prijzen van minder dan 175.000 euro per appartement en 200.000 euro per huis. Financiering met kasbons over 5 jaar die netto 3.5 % per jaar opbrengen, kasbons van de Sociale Holding gedekt door staatsgaranties. De overheid kan die garanties risicoloos geven omdat ze bij verkoop van de woningen minstens 10% incasseert. De Sociale Holding betaalt jaarlijks 0.5 % voor de verkregen staatsgaranties. Benoeming van ondernemingen die deelnemen aan de Sociale Holding gebeurt door het bedrijfsleven, niet door de overheid. Betaalbare woningen voor jonge gezinnen!.
Allerlei
Wat veranderde er in juni?
Werklozen tot 58 jaar aangespoord werk zoeken
De Vlaamse overheid zal vanaf 1 juni oudere werklozen tot hun 58 jaar aansporen om werk te zoeken. Tot nu was dat maar tot 55 jaar. De werklozen zullen door een arbeidsbemiddelaar van de VDAB worden aangemaand om te solliciteren of in te gaan op werkaanbiedingen. De beslissing vloeit voort uit het loopbaanakkoord dat de Vlaamse sociale partners, werkgevers en werknemers binnen de SociaalEconomische Raad van Vlaanderen hadden afgesloten.
Nalatigheidsintrest voor grootverdieners
Er zullen vanaf 1 juni ook nalatigheidsintresten aangerekend kunnen worden voor de nieuwe taks van 4 procent op hoge inkomens. De regering-Di Rupo voerde die belasting in voor wie meer dan 20.020 euro roerende inkomsten heeft. Beleggers hebben de keuze: ofwel betalen ze de taks onmiddellijk en blijven ze anoniem tegenover de fiscus, ofwel geven ze hun bank de toestemming informatie over hun roerend inkomen mee te delen aan een meldpunt bij Financiën. Dan betalen ze, indien nodig, de taks bij de afrekening van de belastingaangifte. Omdat het aangifteformulier voor de onmiddellijke inhouding pas begin april beschikbaar werd gesteld, worden pas vanaf 1 juni nalatigheidsintresten aangerekend voor beleggers die voor deze optie kozen.
Belastingaangifte niet vergeten!
Voor de aangiften die op papier worden ingediend, is de uiterste datum voor indiening 28 juni 2012. De uiterste datum voor indiening van de elektronische aangifte is 17 juli 2012. De aangifte personenbelasting over het aanslagjaar 2012 (inkomsten van 2011) is al beschikbaar in uw TaxBox. Alle info: https://eservices.minfin.fgov.be/taxonweb/app/citizen/ public/taxbox/home.do;TAXONWEB_JSESSIONID= Y3h1PftV3bQnJFTdpjDJ0DyWf73vpyPddPMrpphDY9WQTp80bwvL!-1549415972
'Eerste eigen lijnverbinding naar New York'
Brussels Airlines start vanaf 1 juni ook met vluchten naar New York. Het gaat om een dagelijkse verbinding, met ochtendvertrek in Brussel en terugkeer via een nachtvlucht. De vluchten van en naar de luchthaven John F. Kennedy gebeuren met een compleet vernieuwde A330. 'Het is de eerste eigen lijnverbinding van Brussels Airlines naar de States sinds het ontstaan van de luchtvaartmaatschappij in 2002', klinkt het bij Brussels Airlines.
Nieuw bio-partnerschap
Ten slotte gaat op 1 juni ook een nieuw partnerschap tussen EU en VS over bio-producten van start. Europese biologische producten kunnen vanaf dan ook in de VS onder de noemer 'biologisch' verkocht worden, en omgekeerd. Europa en Amerika sloten hier in februari een akkoord over. De handel tussen de EU en de VS, de twee grootste producenten van biologische producten, werd tot nu toe bemoeilijkt door verschillende standaarden en normen. Door de harmonisering van de normen en certificaten, komt er nu een einde aan deze administratieve procedure, die ook een verdubbeling van de vergoedingen en inspecties inhield. De waarde van de biologische sector in de VS en de EU wordt samen geschat op ongeveer 40 miljard euro.
Met dienstencheques jobs creëren?
De sociale partners wensen dat het dienstenchequesysteem blijft inspelen op jobcreatie, bestrijden van zwartwerk en ondersteunen van de combinatie arbeid en gezin. Het systeem moet in de eerste plaats niet-werkende werkzoekenden en herintreders aan het werk krijgen. Tegelijk moet het systeem beheersbaar blijven. Dat moet het uitgangspunt zijn voor het beleid. De sociale partners vragen bijzondere aandacht voor de erkenningsvoorwaarden van dienstencheque-ondernemingen. De sociale partners willen betrokken blijven bij de erkenningsprocedure en bij het beheer van het dienstenchequesysteem. De SERV stelt dat het dienstenchequesysteem blijvend moet inspelen op de oorspronkelijke doelstellingen: het verhogen van de werkgelegenheidsgraad, het bestrijden van zwartwerk en het ondersteunen van de combinatie arbeid en gezin. Het beleid moet met prioriteit gericht zijn op de tewerkstelling van niet-werkende werkzoekenden en herintreders. De SERV wenst de lijst met toegelaten activiteiten niet uit te breiden en ook op het vlak van de gebruikers geen wijzigingen door te voeren. De SERV pleit voor het behoud van het principe van één dienstencheque voor één uur prestatie.
De SERV onderstreept de nood aan aandacht voor de leefbaarheid van ondernemingen en werknemers uit het dienstenchequesysteem. Bij de verdere professionalisering van de sector moet er aandacht zijn voor de erkenningsvoorwaarden van dienstencheque-ondernemingen. De sociale partners wensen betrokken te blijven bij de erkenning van dienstencheque-ondernemingen. De SERV benadrukt dat het uitgangspunt van het beleid de beheersbaarheid van de groei van het systeem moet zijn. Er wordt hierbij gestreefd naar effectieve maatregelen voor zowel de gebruikers als de bedrijven. Bij de regionalisering van het dienstenchequesysteem wenst de SERV de nood aan bijkomend juridisch onderzoek, aan afstemming tussen de gefedereerde entiteiten, aan tijdige en transparante communicatie en aan overleg met de sociale partners te beklemtonen. Voor meer informatie zie:
Dienstencheques (354.03 Kb)
Handvest voor Vlaanderen
In een reactie op het Handvest voor Vlaanderen dat via een persbericht werd voorgesteld, stelde Vlaams minister-president Kris Peeters dat hij verheugd is dat er een brede politieke consensus is tot stand gekomen over de tekst die hij ter discussie had voorgelegd en die duidelijk aangeeft waar Vlaanderen voor staat, nu en in de toekomst. Vlaanderen is een warme, solidaire, gastvrije, democratische deelstaat van de Federale Staat België, en die deel uitmaakt van de Europese Unie. Het Handvest voor Vlaanderen is uitgewerkt met de identiteitskaart van Vlaanderen: Vlaanderen als deelstaat, een democratie waarin elke mens telt, waar rechtvaardigheid bestaat, waar solidariteit bestaat, ook met de generaties na ons.
“Met dit Handvest voor Vlaanderen is Vlaanderen de eerste deelstaat die het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie verankert, en zich zo inschakelt in een breed Europees proces dat volop bezig is sinds het Verdrag van Lissabon”, aldus minister-president Peeters. Het Handvest voor Vlaanderen is één bevattelijke tekst met de voor de deelstaat Vlaanderen meest relevante bepalingen, zowel wat organisatie als wat grondrechten betreft, en bevordert de transparantie voor de burgers. Voor éénieder die in Vlaanderen leeft, is het belangrijk dat in dit Handvest voor Vlaanderen beknopt en helder wordt aangegeven wat de hoofdzaken zijn wat betreft de inrichting van het staatsbestel, en wat betreft de grondrechten die momenteel verscholen liggen in een geheel
van regelgeving. De organisatiebeginselen van het Handvest zijn ontleend aan de Federale Grondwet, de Bijzondere Wet tot hervorming van de instellingen en het Bijzonder Decreet over de Vlaamse instellingen. De rechten en vrijheden die in dit Handvest voor Vlaanderen zijn opgenomen, zijn ontleend aan het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie en de federale Grondwet. Het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie – dat door de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon rechtskracht heeft gekregen – is een eigentijdse synthese die voor het eerst alle traditionele burgerrechten en politieke rechten, alsmede de economische en sociale rechten, in één enkele tekst bijeen brengt. Door het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie als maatstaf te nemen voor haar beleid, geeft Vlaanderen een belangrijk politiek signaal ter bescherming van de grondrechten in de Vlaamse samenleving. Vlaanderen schakelt zich op die manier als allereerste deelstaat in in een Europees proces dat volop bezig is, sinds het Verdrag van Lissabon. Vlaanderen neemt zijn rol als politieke deelstaat ten volle op. Het feit dat het zwaartepunt bij de deelstaten komt te liggen – als onderdeel van/voortvloeiend uit de Copernicaanse omwenteling – betekent ook dat iedereen die in Vlaanderen leeft, woont of werkt, moet weten wat hij/zij van de Vlaamse overheid mogen verwachten. Maar ook wat de Vlaamse overheid van hen verwacht. Het Handvest voor Vlaanderen is aldus een basisdocument van en voor Vlaanderen, en over ons samenlevingsmodel. Dat samenlevingsmodel is er een met een goede balans van wederzijdse rechten en plichten voor burgers, maatschappelijke actoren en overheid. Daarom is het Handvest voor Vlaanderen uitgewerkt met de identiteitskaart van Vlaanderen: Vlaanderen als deelstaat, een democratie waarin elke mens telt, waar rechtvaardigheid bestaat, waar solidariteit bestaat, ook met de generaties na ons. Hierdoor kunnen we tevens de jongeren betrekken bij het Vlaamse project dat ook sterk gericht is op Europa. Het Handvest voor Vlaanderen is een niet-tijdsgebonden tekst, die zo ook bij een verdere uitbreiding van de bevoegdheden van Vlaanderen zijn waarde blijft behouden. Het is een soort “sjabloon” die past voor zowel huidige, als toekomstige bevoegdheden, en situeert zich zo “in het bestaande, evoluerende grondwettelijke kader”. Het ‘subsidiariteitsbeginsel’ wordt daarbij als één van de eerste grondslagen naar voren geschoven : het beleid zo dicht mogelijk bij de burger brengen. De volledige tekst vindt u hierbij: http://docs.vlaamsparlement.be/docs/biblio/opendigibib/monografie/2012/280_ handvest_voor_vlaanderen_20120524.pdf Hierbij ook enkele reacties van de oppositiepartijen: http://www.groen.be/actualiteit/nieuwsflash-groen-hekelt-houding-vlaamseregering-bij-bekendmaking-handvest-voor-vlaanderen_2726.aspx http://www.ldd.be/nl/handvest-voor-vlaanderen-is-gemiste-kans3563.htm
Rubriek Antipestteam
Discriminatie op de arbeidsmarkt
De commissie Diversiteit vindt het zeer goed dat minister Muyters werk maakt van een geactualiseerd Actieplan Bestrijding Arbeidsgerelateerde Discriminatie. Ze hoopt dat het actieplan tot een hernieuwde dynamiek leidt en discriminatie helpt verbannen. Discriminatie kan betrekking hebben op afkomst, ras of etnische afstamming, handicap, leeftijd, godsdienst of overtuiging, geslacht en seksuele geaardheid. De commissie Diversiteit vraagt jaarlijks een rapport over de resultaten en stand van zaken aan haar te bezorgen. Voor de commissie gaan een stimulerend beleid en een handhavingsbeleid hand in hand en versterken ze elkaar. Een krachtig Vlaams antidiscriminatiebeleid moet deze twee sporen bevatten. Op 8 december 2011 ontving de commissie Diversiteit van de Vlaamse minister van Werk een ontwerp van het Geactualiseerd Actieplan Bestrijding Arbeidsgerelateerde Discriminatie (ABAD). Op woensdag 30 mei 2012 bezorgde de commissie Diversiteit haar suggesties en commentaar aan de minister. De commissie Diversiteit organiseerde eerst een overleg met de Inspectie Werk en Sociale Economie, Federgon, de VDAB, het Vlaams Steunpunt Lokale Netwerken Opleiding en Tewerkstelling (SLN), het Centrum voor Gelijke Kansen en Racismebestrijding (CGKR) en de Cel Gelijke Kansen Vlaanderen. Voor de commissie Diversiteit gaan een stimulerend beleid en een handhavingsbeleid hand in hand en versterken ze elkaar. Naast preventie, sensibilisering, stimulering en dialoog is er nood aan gespecialiseerd advies en bijstand, efficiënte controles, remediëring en een kordaat optreden bij (manifeste) overtredingen. Consulenten van arbeidsmarktintermediairs, medewerkers van meldpunten en inspecteurs dienen elk vanuit hun eigen rol het tweesporenbeleid waar te maken. De commissie Diversiteit vindt dat er snel werk moet worden gemaakt van de acties inzake arbeidsgerelateerde discriminatie. In het ontwerp van ABAD staan concrete pistes die snel kunnen worden opgenomen en uitgevoerd, o.a. trainingen en vormingen en registratie van meldingen en klachten. Andere acties vergen verder overleg. De commissie Diversiteit vraagt terugkoppeling over de bilaterale gesprekken die het beleid met de arbeidsmarktintermediairs, sociale partners en organisaties van de kansengroepen zal voeren. De commissie Diversiteit wil ook, zoals
gevraagd, overleg voeren over discriminerende vereisten in vacatures en over de aanpak van discriminerende klanten (organisaties en individuen). De publieke en private arbeidsbemiddelingsinstanties (waaronder de uitzendsector) zouden voor discriminatiebestrijding de koppen bij elkaar moeten steken. Tot slot vraagt de commissie Diversiteit dat er snel een onafhankelijk anti-discriminatieorgaan wordt aangeduid dat in rechte optreedt, bijstand aan slachtoffers verleent, studies verricht, aanbevelingen doet en informatie verstrekt. De aanduiding van dit orgaan moet ook voor de strijd tegen arbeidsgerelateerde discriminatiebestrijding een belangrijke stap vooruit betekenen. Voor meer informatie: Geactualiseerd actieplan bestrijding arbeidsgerelateerde discriminatie (165.63 Kb)
Voor de volledige informatie zie:
www.neutr-on.be Samen tegen corruptie en onrecht Gelieve deze nieuwsbrief naar al uw geledingen, familie, vrienden en kennissen te zenden. Wie geen Nieuwsbrief meer wil ontvangen, kan zich op eenvoudig verzoek uitschrijven.