NIEUWSBRIEF ARCHITEKT A.J. JOLING STICHTING nummer 2, juli 2013 Zondag 30 juni – de eerste Donateursdag Eindelijk was het dan zover. De eerste donateursdag van de Architekt Anton J. Joling Stichting. Een en dertig donateurs hadden zich opgegeven. Een geweldige opkomst, waar we van te voren niet van hadden durven dromen. Zowel de generatie kleinkinderen als de generatie achterkleinkinderen was uitstekend vertegenwoordigd. Prachtig weer, een stralende zon en een heerlijke wandeltemperatuur.
De Hoogmis in de Obrechtkerk Henk de Vilder s.j. opende de dag met het celebreren van de Hoogmis in de Obrechtkerk oftewel de kerk van onze lieve vrouwe van de H. Rozenkrans. Een prachtig koor, ondersteund door strijkers, zong een mis van Valentin Rathgeber (1682-1750). Een mis die opgedragen werd ter intentie van Opa en Oma die zeker tevreden naar beneden hebben gekeken naar deze zeer waardige opening van deze dag. Opa zal wel een grote lach hebben vertoond toen Henk tijdens de preek vertelde dat Opa eens in de tram, lijn 2, stond en op de tenen ging staan van Willem Mengelberg, inderdaad de dirigent. Die reageerde nogal kribbig en vroeg aan Opa of die wel wist wie hij voor zich had, waarop Opa zei: “Je bent toch ook maar een gewone straatmuzikant”. Els Wamsteeker was al vroeg in de weer met haar team van gastvrouwen, om ons allemaal na afloop achter in de kerk te kunnen ontvangen met een kopje koffie en koekjes. Zelfs een aparte tafel was voor de Jolingen gereserveerd. Hier mengden zich bekend en onbekend, jong en oud met elkaar wat meteen al een heel apart gevoel gaf.
NIEUWSBRIEF ARCHITEKT A.J. Joling Stichting ,nummer 2, juli 2013
Het was best wel moeilijk om ze allemaal de kerk uit te krijgen omdat het programma nu eenmaal roept. Maar uiteindelijk lukte dat.
De Wandeling door Zuid Op weg naar ons eerste doel kwamen we natuurlijk langs de Willemsparkweg 119. Dat betekende natuurlijk een heel leuk oponthoud, want niet alleen dat het hier het ouderlijk huis van de Roelvinken betrof, maar vele donateurs hebben hier tijdens of rond hun studietijd op kamers gezeten. Een dolle boel dus met weer vele herinneringen.
De wandeling bracht ons vervolgens naar de Willemsparkweg 194-196. Daar aangekomen snelde Anton de Vilder de straat over. Wat had hij gezien? Een man zat op de trap voor het huis in de zon zijn krant te lezen. Anton vroeg of hij lekker zat. En na zijn bevestigend antwoord, vertelde hij hem dat hij de eigenaar is van een huis van onze Opa. Hij viel van stomme verbazing bijna achterover en Anton vertelde iets over het ontstaan, bouwjaar (1893), etc. De man schakelde na zijn eerste verbazing razendsnel over en vroeg of het gezelschap het leuk zou vinden om het souterrain te bekijken. Dat buitenkansje liet niemand zich ontnemen. Na enige toelichting van Anton en Hans gingen wij voorzichtig de smalle trapjes af naar beneden. Door de tuinkamer konden we de tuin in en zo de achterkant van het pand bekijken en fotograferen. Alhoewel het één van zijn eerste bouwwerken betreft, zagen we al snel bekende kenmerken van hem. Zoals bijvoorbeeld de typerende houten balkons, eigenlijk meer een gaanderij over de volle breedte van de 2 panden. Ook voor de dokterswoning in Lisse tekende hij een vergelijkbare achterkant. Daarnaast zagen we dat in de trappenhuizen en gangen zijn bekende boogjes overal waren toegepast. Ook in de keuken was het makkelijk om je voor te stellen hoe het is geweest.
NIEUWSBRIEF ARCHITEKT A.J. Joling Stichting ,nummer 2, juli 2013
Tegelvloeren, in de gang nog origineel, en granieten aanrechtblad. Ook de originele deurknoppen functioneerden nog prima. Vroeger was het hier de Gemeente Nieuwer Amstel. De bouwvergunning is ook door die gemeente verleend. De eigenaar beloofde ons om deze vergunning die in zijn bezit is, samen met een tekening naar Hans Defoer te mailen. Op de tekeningen staat als naam Parkweg vermeld. Zo heette de weg oorspronkelijk ook. (Zie column van “Parkweg tot Willemsparkweg” onderaan deze Nieuwsbrief). Na dit onverwachte uitgebreide bezoek zijn we naar de Van Eeghenstraat gewandeld. Sommigen hebben daar nog even een blik geworpen op nummer 175. Het huis van de Familie Schwiep van waaruit Oma en Opa getrouwd zijn. Door het Vondelpark naar de P.C. Hooftstraat 161. Het huis waar ze op 24 juli 1906, na eerst in de Marnixstraat te hebben gewoond, naar toe verhuisden. Een leuke anekdote uit de mond van Miep: “Opa zit op een avond te schetsen en Oma vraagt wat hij aan het tekenen is. Opa zegt dat hij de achterkant van de PC 161 meer lichtinval wilt geven. Oma reageert hier heel verwondert op: maar dat huis vind je toch veel te duur! Ja dat is waar, zegt Opa, maar ik heb het toch vanmiddag maar gekocht”. Op 16 april 1917 verhuizen ze naar de overkant naar no. 172. Nu een groot gapend gat, want hun huis en dat van de buren is gesloopt. Opa heeft het interieur toen grondig verbouwd. Hij gebruikte hiervoor onder meer betimmeringen, plafonds en een marmeren schoorsteenmantel, die afkomstig waren van monumentale panden op de hoek van de Dam en het Rokin, die gesloopt werden voor het P&C gebouw. Miep heeft nog altijd een tafeltje dat daarvan gemaakt is. Vandaar is de wandeling gegaan langs nummer 129, begin van het winkelgedeelte, waar niets verteld werd, maar alleen gevraagd werd om dat goed in je op te nemen. Toen snel door naar het Parkhotel waar de rest van het programma plaats zou vinden.
Het Parkhotel In de hal werd je direct getroffen door de ontvangst door Opa. In de hal stond namelijk een flipover met daarop een uitvergroting van de tekening van Huub Luns van Opa. Een geste van Berndt Roelvink. Vervolgens heette Anton, namens het bestuur van de stichting, ons allen welkom, in het bijzonder natuurlijk Miep. Hij sprak de wens uit dat ze het nog 20 jaar mee zou mogen maken omdat hij verwacht nog zeker voor zoveel jaren onderzoek te kunnen doen. Hij wilde meteen even iets rechtzetten over het Parkhotel. Het Parkhotel is niet door Opa gebouwd, zoals wel wordt gezegd, maar hij heeft het in 1928/1929 verbouwd en de aanbouw aan de Hobbemastraat met de mooie reliëfstenen gerealiseerd. Anton verwees iedereen naar het originele trappenhuis, wat weer in ere hersteld is, en gaf de bijzonderheid van de trappen van Opa aan. Hij maakte altijd trappen die geen bijzondere inspanning vergt om naar boven te lopen.
NIEUWSBRIEF ARCHITEKT A.J. Joling Stichting ,nummer 2, juli 2013
. Dat je bijna iedere dag nieuwe ontdekkingen doet werd ook op deze dag bewezen. ’s-Morgens hoorde Anton van de directie dat twee hele mooie glas in loodramen boven in het trappenhuis helemaal gerestaureerd zijn. Ze waren namelijk jaren geleden weggehaald vanwege de slechte staat waarin ze verkeerden. Na de inleidende woorden van Anton stortte iedereen zich op de sandwichlunch die in een buffet vorm stond opgesteld. Ondertussen draaide er op een groot scherm een collage van werken van Opa. Nadat iedereen een plaatsje aan één van de vier ronde tafels had veroverd, startte Anton zijn presentatie.
Presentatie “Opa’s aankomst en ongetrouwde jaren in Amsterdam” Deze presentatie begon bij de aankomst van Opa in Amsterdam in april 1874, toen hij vanuit Zevenaar aankwam. Het verhaal wat daarover bekend is uit de overlevering is het volgende: Opa wilde architect worden in Amsterdam. Zijn vader vond dat geen goed idee. Dat kon je ook in Arnhem worden en dat was goed genoeg. Maar Opa had zijn zinnen gezet op Amsterdam en vertrok met onvrede met zijn vader naar Amsterdam. Zijn moeder maakte zich toch enigszins zorgen en stopte hem wat geld toe voor de eerste opvang, want vader gaf niets mee. Het verhaal gaat dat hij met een neef ging die ook architect wilde worden, maar later priester werd. De feiten zijn enigszins anders. In het stadsarchief is vastgelegd dat in dezelfde maand ook in Amsterdam arriveerde Jan Joling, zijn broer. Aannemelijk is dat ze samen gereisd zijn omdat ze ook allebei op hetzelfde adres hun eerste inschrijving hebben., namelijk Nes 50. Het pand bestaat niet meer, maar in de Nes waren veel kloosters gevestigd. Hun eerste opvang zou dus een klooster of een opvanghuis geweest kunnen zijn, want het waren allemaal redelijk grote panden in die tijd.
NIEUWSBRIEF ARCHITEKT A.J. Joling Stichting ,nummer 2, juli 2013 Nu allemaal gesloopt. Ze hebben hier samen als timmerman en verver gewoond tot 19 november 1877. Toen keerde Jan weer terug naar Zevenaar. Grootvader verhuisde toen naar de P.C. Hooftstraat 129. En hier komt iets bijzonders naar boven. Op dat adres woonde W.A. van de Pavert. Juist ja, zijn oom. Die was met zijn hele gezin, 3 zoons en een dochter, in juli 1877 vanuit Zevenaar naar dit adres verhuisd. En zijn beroep is ook verbazingwekkend, want hij was Hoofd Architect. De appel viel dus niet zo heel ver van de boom.
Ook opmerkelijk is het feit dat 9 november van datzelfde jaar Frans, een 2 jaar oudere broer uit Zevenaar aankomt. Frans was een bediende en gaat op zichzelf wonen. Kennelijk was er voor hem geen plaats op 129. Opa verblijft daar enkele maanden tot mei van het jaar daarop. Hans heeft aanvullende informatie over de zoon van Van de Pavert, R.A. van de Pavert. Deze zoon was ook leerling bij de grote Cuypers, later chef de bureau, en heeft een prachtige tekening gemaakt van de Willibrorduskerk buiten de veste, Ceintuurbaan hoek Amstel. Deze tekening is gepubliceerd en opgenomen in het Amsterdams Historisch archief. Op 1 april 1878 komt Jan weer terug uit Zevenaar en de drie broers gaan in mei van hetzelfde jaar samenwonen op de (Oude Zijds) Voorburgwal no. 238. Jan houdt het toch niet zo lang uit in Amsterdam en gaat in februari 1879 definitief terug naar Zevenaar. Het pand is kennelijk te groot of te duur geworden want op dat moment verhuizen Opa en Frans naar de Oudemanhuispoort no. 5. Hier blijven ze tot 31 mei 1880. Frans vertrekt met onbekende bestemming en Opa gaat weer terug naar de Van de Paverts in de P.C. Hooftstraat 129. Let even op de maand mei. Die komt wel heel erg regelmatig terug als verhuismaand.
NIEUWSBRIEF ARCHITEKT A.J. Joling Stichting ,nummer 2, juli 2013
Na een klein jaar vertrekt hij naar de Brouwersgracht no. 30. Kennelijk een adres om niet al te lang te blijven, want na 2 maanden vertrekt hij in februari van datzelfde jaar naar de Kerkstraat no. 175. Ook dit is geen gelukkige keuze, getuige het feit dat hij hier maar 1 maand blijft. In mei 1881 verhuist hij naar de Beulingstraat no. 5. Daar komt hij bij de Wed. Outerterp, hij schreef het eerst met een A en later met een O, die handelt in ketels en misschien ook nog wel in olie. Vanuit dit pand tekende hij zijn uitzicht vanuit zijn achterraam. Daarbij tekende hij aan: “RK de Krijtberg in aanbouw: vanuit de achterkamer Beulingstraat gezien: 1 maart 1882”. (zie onder) Na exact 2 jaar, mei 1883, verhuist hij eerst naar de Spuistraat 254 en een jaar later, op 26 mei 1884, naar nummer 37. Op zich een goede keuze want hij was toen voor architect Cuypers hoofdopzichter bij de bouw van de Dominicuskerk die er recht tegenover ligt. In december 1885 verhuist hij naar de Martelaarsgracht no. 11. Ook hier blijft hij niet zo lang want in mei 1887 gaat hij naar de Nieuwendijk no. 9 Eigenlijk het eerste adres als zelfstandig architect. Vanuit zijn raam aan de achterkant tekende hij het uitzicht op de achterliggende huizen. Vooraan liggen zijn tekenaarsbenodigdheden. Hij schrijft zelf op de achterkant van deze tekening: “achterste raam was het uitzicht dat men had vanuit mijn tekenkamer 2de bovenhuis van perceel Nieuwendijk no. 9 te Amsterdam. De wit gepleisterde achtergevel met openstaande ramen, was het Hotel Van Gelder aan de Prins Hendrikkade”. Het pand is nog steeds een hotel, al heet het nu Multatulihotel. De tekening bevindt zich in een van de notitieboekjes van Opa.
Achteruitzicht vanuit Beulingstraat 5
Achteruitzicht vanuit Nieuwendijk no.9
Dan wordt iets opmerkelijks gevonden in zijn kasboekje, wat hij heel erg nauwkeurig bijhield. Hij keert op 1 juni 1889 terug naar de Beulingstraat no. 5 en verblijft daar tot 25 november 1892. Weer bij dezelfde Wed. Outerterp. In het gemeentearchief is dit niet terug te vinden. Daar staat dat hij tot november 1892 verbleef op de Nieuwendijk en dat klopt dus niet.
NIEUWSBRIEF ARCHITEKT A.J. Joling Stichting ,nummer 2, juli 2013
Gedurende deze tijd moet hij gelukkig geweest zijn. Het is deze periode dat hij zijn eerste grote opdracht kreeg van Bensdorp, de pepermunt en chocoladefabrikant, voor de bouw van een fabriek met kantoor te Kleef (D). In zijn kasboek treffen we de volgende opmerking aan: “1892 van juni 12 tot sept 13 in Kleef vertoefd, dus afwezig 3 maanden”. Hij kreeg op dit adres nog een opmerkelijke opdracht. In 1890 droegen de dames Levelt van de Prins Hendrikkade hem op tekeningen te maken en te leveren voor borduurwerken van priesterklederen. Hij schreef daar een factuur voor uit van 46,= gulden. De factuur is gedateerd op 21 augustus en op 16 oktober krijgt hij zijn geld. Ook toen betaalde men niet al te snel. Op 25 november 1892 verlaat hij Amsterdam en vestigt zich in de Gemeente Nieuwer Amstel. Hier verblijft hij achtereenvolgens op de adressen: Eerste Helmerstraat 171 tot 2 augustus 1893, no. 123 tot 1 mei 1896, no. 114 tot 6 mei 1899 en no. 175 tot 28 mei 1903. Dan heeft hij inmiddels Oma leren kennen en gaat hij naar de Marnixstraat 346. Op hun ongedateerde verlovingskaartjes staat dit adres, dus de verloving moet niet al te lang na deze datum zijn geweest. Op 22 september 1903 wordt hun huwelijk voltrokken. In de Marnixstraat worden Anna en Theodora geboren. Op 24 juli 1906 verhuizen ze naar de P.C. Hooftstraat 161 waar Henrietta, Paulina, Agnes en Elisabeth worden geboren. Na de voltooiing van het Peek & Cloppenburg gebouw op de Dam, wordt op 16 april 1917 het pand er schuin tegenover op no. 172 betrokken. Hier ziet Maria het levenslicht. Op 4 januari1934 sterft Opa na een langdurig lijden. Oma blijft tot 18 juni 1937 op de PC waarna ze tijdelijk haar intrek neemt op de Jan Luykenstraat no. 8, recht tegenover het Rijksmuseum. Op 1 augustus 1938 vertrekt ze naar Laren naar het huis wat de meesten van ons nog zo goed kennen uit onze jeugd. Leemzeulder 4a. Op 15 februari 1961 overlijdt zij in Johannes Hove te Laren. Bij het afsluiten van deze zeer geslaagde dag melden zich nog 2 kandidaten voor een bestuursfunctie waarmede het totaal aan kandidaten op 3 is komen te liggen. Het bestuur prijst zich bijzonder gelukkig dat al deze 3 kandidaten uit de groep achterkleinkinderen komen. Dat geeft vertrouwen en rust voor de toekomst van de stichting. Veel donateurs spraken de wens uit dat zo’n donateursdag jaarlijks gehouden zou moeten worden.
Website: In samenwerking met Berndt Roelvink is er een website gelanceerd. Weliswaar op dit moment een eenvoudige site, maar deze zal nog verder uit- en opgebouwd moeten worden. De site is te vinden op www.minidome.nl/joling. Van Parkweg tot Willemsparkweg. De Wilemsparkweg ontleent zijn naam aan het Willemspark (genoemd naar Koning Willem I), dat in 1881 was ontworpen als aansluiting op het Vondelpark. Die buurt lag toen nog in de gemeente Nieuwer-Amstel en de straat werd oorspronkelijk Parkweg genoemd. Na de annexatie door Amsterdam in 1896 van dit deel van Nieuwer-Amstel behield de straat aanvankelijk zijn naam. In 1902 werden de plannen voor het Willemspark gewijzigd en werd het een villawijk.