NIEUWS Nederland Juni 2012
Alcoholslotprogramma van start Op 1 december 2011 is het alcoholslotprogramma (ASP) van start gegaan.
Pagina 3
X-dock
Safety ‘buitengaats’
Modulair test-, kalibratie- en laadstation voor draagbare gasmeters.
Dräger-dochter Unisafe gespecialiseerd in offshore fire, rescue and safety.
Pagina 9
Pagina 14
2|
Column Reddingshondenteam verblijd met Dräger X-am 5000 gasmeter.
Risicoreductie: al denkend kies je voor Dräger Onze missie is: ‘Techniek voor het leven’ en van daaruit maken we de allerveiligste artikelen. Mensen produceren brandstof voor automobielen, consumeren van alles, maken vuurwerk maar ook bijvoorbeeld broodtrommeltjes. En daarvoor hebben we vaak chemische processen nodig. De mens die betrokken is bij de productie is een kwetsbaar samenstel van gevoelige organen en weefsels. Dat fraaie samenstel is uitermate boeiend en het mooiste daarvan is dat het kan denken. Hoe dat denken werkt begrijp ik niet, maar bij Dräger doen we het in elk geval heel intensief. Denken over hoe je gassen meet, hoe je ze filtert, hoe je die mens het beste in een chemisch bestendig pak kan inpakken of hem laat blazen in een Dräger alcoholslot. Klaar zijn we bij Dräger nooit. Want het kan altijd slimmer, beter, veiliger en ergonomischer. Zelfs dat broodtrommeltje. Dat is ook een soort techniek voor het leven, zo bedenk ik me net. Patrick van Vugt Business Unit Manager
De Stichting Search and Rescuedog Centre Netherlands (SRCN) is een non-profit hulpverleningsorganisatie die in binnenen buitenland vermiste personen opspoort. De door de stichting opgeleide reddingshonden worden, met hun vaste geleider, kosteloos ingezet. Omdat opsporingsacties menigmaal in moeilijke of risicovolle omstandigheden plaatsvinden, kan persoonlijke gasdetectie een noodzakelijke aanvulling vormen op het reukvermogen van de hond. Tenslotte zijn de honden vanuit hun buitdrift gericht getraind op het signaleren van de geuren van mensen, en niet die van gassen die de veiligheid van de hond en zijn/haar begeleider bedreigen. Bovendien zijn deze gassen niet altijd via de geurzintuigen van hond of mens waarneembaar. Op 18 november 2011 heeft Dräger Safety daarom een universele persoonlijke gasmeter van het type X-am 5000 ter beschikking gesteld die waarschuwt bij gevaarlijke concentraties brandbare gassen, koolmonoxide, zwavelwaterstof en/of zuurstof. Opsporing- en
Marc Ettema van Dräger Safety Nederland (links) overhandigt de X-am 5000 aan Sander Koop van SRCN.
reddingsacties kunnen hierdoor in het vervolg nóg veiliger en doortastender worden uitgevoerd.
CONTACT
Bent u geïnteresseerd? Voor meer informatie over de X-am 5000 kunt u contact opnemen met Dräger Veiligheidstechniek: 079-3444777
Donatie KiKa Eind 2011 heeft Dräger Safety Nederland haar oude ICT-apparatuur (computers, laptops en TFT-beeldschermen) verkocht aan het eigen personeel. Geschoonde en van een recente Windows-versie voorziene computers kwamen zo tegen schappelijke prijzen in particulier eigendom. De gehele opbrengst van de actie, zijnde een bedrag van maar liefst € 5.000,– is geschonken aan de Stichting Kinderen Kankervrij (KiKa) te Amstelveen.
|3
Alcoholslotprogramma van start
Op 1 december 2011 is het Alcoholslotprogramma (ASP) van start gegaan. Bestuurders die met teveel alcohol in hun bloed worden aangehouden kunnen op dit moment dus geconfronteerd worden met verplichte inbouw van een alcoholslot en deelname aan een begeleidingsprogramma, afhankelijk van de hoogte van het promillage. De
Verplichte deelname Als een betrapte alcomobilist besluit niet aan het programma deel te nemen, blijft alleen de mogelijkheid over om vijf jaar niet te rijden. In die periode zal er namelijk geen Verklaring van Geschiktheid worden afgegeven, noodzakelijk voor het (her)verkrijgen van het rijbewijs. Het oude rijbewijs blijft gedurende die periode ingevorderd en is ongeldig verklaard. Dräger Interlock XT Bij deelname aan het ASP moet eerst de auto van de overtreder van een alcoholslot worden voorzien. Het Dräger alcoholslot Interlock XT is hiervoor op dit moment als enige door het RDW goedgekeurd. Pas als de inbouw heeft plaatsgevonden, zal het CBR een rijbewijs categorie B afgeven, voorzien van code 103 (= alcoholslotprogramma). Het is de bestuurder dan gedurende een periode van minimaal twee jaar alleen toegestaan van de auto met het slot gebruik te maken. In die periode wordt het gedrag van de chauffeur gemonitord. Uitlezen data Iedere keer als de ASP-deelnemer de auto wil starten zal hij eerst in het mondstuk van het Dräger XT alcoholslot moeten blazen. Alleen de nuchtere bestuurder zal in staat zijn om het startmechanisme vrij te laten geven: 0,2 promille is daarbij de onverbiddelijke grens. “Saboteren gaat
maatregel wordt automatisch opgelegd door het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen als dit meer dan 1,3 promille bedraagt. Bij beginnende bestuurders is 1,0 promille de grens en bij herhaalde overtreders geldt 0,8 promille. Bij lagere promillages wordt de overtreding in principe via een boete bestraft.
echt niet en we kennen inmiddels alle trucjes al,” aldus Gerrit Grefelman, verantwoordelijke voor het alcoholslot bij Dräger Safety Nederland, “het apparaat laat zich niet foppen. Het vraagt onder andere ‘at random’ om hernieuwd blazen tijdens de rit, zonder daarbij de veiligheid in gevaar te brengen. Bovendien logt het toestel alle gelukte en mislukte pogingen, en het blijft niet zonder gevolgen als er onregelmatigheden worden geconstateerd. De logfile wordt namelijk regelmatig uitgelezen, en als de gemeten waarden daar aanleiding toe geven zal het CBR bijvoorbeeld kunnen besluiten het tweejarig programma met een halfjaar te verlengen. En desnoods nog een paar keer. Het is op die manier behoorlijk waterdicht, en ik weet zeker dat zowel de verkeersveiligheid als de bestuurder er uiteindelijk bij gebaat zijn.” Afsluiting programma Na twee jaar ‘netjes’ rijden met het alcoholslot kan de bestuurder via ‘heruitgifte na ongeldigverklaring’ het rijbewijs terugkrijgen. Zonder code 103, en geldig voor alle categorieën waarvoor het oorspronkelijke rijbewijs geldig was. Pas als dat is gebeurd mag het slot worden verwijderd en mag er ook weer met andere voertuigen aan het verkeer worden deelgenomen. Gerrit: “Het slot laten zitten mag natuurlijk ook, en ervaring vanuit andere
landen leert dat menig bestuurder dat ook doet. Het zit niet in de weg en zorgt ervoor dat opnieuw in de fout gaan onmogelijk is. Beter zou natuurlijk zijn geweest indien de persoon op voorhand al het alcoholslot had ingebouwd. Dit had een heleboel gedoe en geld kunnen besparen. Gelukkig zien we dit al wel bij steeds meer personen en ook bedrijven. Met name de transportsector ziet de voordelen van en besparing door een preventief alcoholslot steeds vaker."
CONTACT
Alle beschikbare informatie over de Interlock XT en over het alcoholslotprogramma is te vinden via de internetportal www.alcoholslot.nl.
4|
Strak in het (gas)pak Dräger CPS 7800 topmodel dit najaar leverbaar.
Het Dräger CPS 7800 gaspak (Chemical Protective Suit) is vergelijkbaar met het eerder uitgebrachte topmodel CPS 7900 (zie Dräger Nieuws van juni 2010), met als verschil dat de ademluchtapparatuur aan de buitenzijde wordt gedragen, terwijl de CPS 7900 ruimte biedt aan de binnenzijde. Soms is het dragen aan de buitenzijde te verkiezen: bijvoorbeeld bij het kruipen door een mangat, een kooiladder of in nauwe besloten ruimten kan de ‘bult’ aan de achterzijde lastig zijn. Het aan- en uittrekken van de CPS 7800 kan de drager zelf doen, iets wat nauwelijks mogelijk is als de ademluchtapparatuur aan de binnenzijde wordt gedragen, een ademluchttoestel kan snel worden om- of afgehangen en zelfs een cilinderwissel is eenvoudig mogelijk. De nieuwe schuin geplaatste ritssluiting maakt van het openen en sluiten eenvoudige handelingen. De CPS 7800 is de hightech opvolger van de ‘WorkMaster Pro’, een gaspak dat onder andere in de industrie en de scheepvaart veelvuldig wordt gebruikt.
Het ontwerp van een goed gaspak Een gaspak mag nooit zo strak zitten als een maatpak van de kleermaker, vooral omdat voldoende bewegingsvrijheid aanwezig moet zijn. Bewegingen moeten zo min mogelijk worden gehinderd. In de maatvoering van de CPS 7800 is voldoende ruimte tussen schouders en kruis, waardoor het lastige ‘optrekken’ bij het naar boven reiken wordt voorkomen. Het dragen van een helm kan zonder problemen aan de buitenzijde van de kap. Laarzen zijn zowel leverbaar als vast onderdeel van het pak als los: in het laatste geval worden de laarzen over de gasdichte sokken gedragen, met de schacht onder een speciale flap. In beide gevallen hebben de kuiten iets meer ruimte gekregen dan bij voorgaande modellen. Handschoenen zijn bij Dräger gaspakken altijd via manchetten aangekoppeld: dat is niet alleen omdat ze per karwei kunnen worden afgestemd op het werk, maar ook omdat deze onderdelen aan meer slijtage onderhevig zullen zijn dan de rest van de outfit.
|5
Altijd voldoende bewegingsvrijheid – ook in besloten ruimten.
Gebruik van de Dräger CPS 7800 Het pak wordt gebruikt met een ingelijmd gelaatsmasker of met een manchet waarop ieder volgelaatsmasker gasdicht aansluit. Het soepele materiaal (D-mex, zie kadertekst) laat zich zelfs bij lage temperaturen goed plooien, zonder gekraak en risico op scheuren of breuk op plaatsen waar het laminaat scherp wordt gevouwen of op trek wordt belast. Het pak heeft slechts één airlineaansluiting, die desgewenst (ook) te gebruiken is voor het uiterst effectieve ventilatiesysteem. Oefenpak Ook voor de ‘7800’ is een speciaal oefenpak beschikbaar. Dit duidelijk te onderscheiden pak is gemaakt voor uiterst natuurgetrouwe trainingen, maar is gefabriceerd van een voordeliger materiaal. Het
is niet volledig gasdicht, maar wel waterdicht, zodat douchen en reinigen op dezelfde manier plaats kan vinden als bij het inzetpak. Normen Uiteraard voldoet de CPS 7800 aan de zwaarste toepasselijke normen in industrie, hulpverlening en scheepvaart (zie kader). De CPS 7800 overtreft daarbij zelfs de voorgangers uit de WorkMaster-serie. De nieuwe pakken zijn daarbij tot op zekere hoogte bestand tegen flash-overs (hitte), vloeibare gassen (extreme afkoeling, zelfs van vloeibare stikstof) en zijn vanwege de antistatische eigenschappen ook geschikt voor gebruik in explosiegevaarlijke zones. De gegarandeerde levensduur ‘netjes op de plank’ is 15 jaar. Als er ergens een beter gaspak te vinden is, dan hoort Dräger dat graag van de gebruiker…
Dräger-patent: D-mex Een gaspak ontleent zijn kwaliteiten voor een groot deel aan het materiaal waarvan het is gemaakt. Het moet licht, lijm- of sealbaar en bovenal soepel, sterk en gasdicht zijn, ook na vele jaren. D-mex is een combinatie van weefsels en coatings; het materiaal is een uit verschillende lagen opgebouwd soepel pakket kunststoffen, die elk hun specifieke bijdrage leveren aan de scheur- en snijbestendigheid en de chemische resistentie. De uitdaging bij de ontwikkeling van het materiaal werd vooral gevormd door het handhaven van de souplesse, zonder dat de andere eigenschappen daaronder zouden lijden. Dat is gelukt. D-mex leent zich bij uitstek voor gaspakken die zelfs bij temperaturen van - 30° of + 60° Celsius nog veilig en comfortabel kunnen worden gebruikt.
GOEDKEURINGEN VAN DE CPS 7800
EN 943-1:2002 EN 943-2:2002 – Reusable (ET) EN 1073-1/2 EN 14126 EN 14593 SOLAS II-2, Reg.19 (in behandeling) BS 8467
Industriële toepassingen Toepassingen voor hulp- en reddingsteams Bescherming tegen radioactieve deeltjes Bescherming tegen biologische agentia Airline systemen Internationale scheepvaarteisen UK CBRN standard
CONTACT
Bent u geïnteresseerd? Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Dräger Veiligheidstechniek: 079-3444777
6|
Een gasfilterbus is meer dan een pakketje kool Een inleidend college van Dr. Brandenburg, ‘koolprofessor’, gepromoveerd in de fysische chemie. Ademfilters zijn er om de mens te beschermen tegen schadelijke stoffen in de omgevingslucht. Dat kunnen deeltjes zijn, fijne druppeltjes van een vloeistof of gassen. Filters moeten die ongewenste bestanddelen effectief invangen. Grof gezegd moeten partikeltjes en druppeltjes duurzaam in een zeef worden ingevangen en schadelijke gassen worden vastgelegd door zogenaamde ‘actiefkool’.
Dr. Benjamin Brandenburg bij een testopstelling voor ademfilters in het laboratorium te Lübeck.
Herr Doktor Benjamin Brandenburg is een van de ‘koolprofessoren’ van Dräger te Lübeck. Vanuit zijn functie is hij belast met het ontwikkelen en verbeteren van de ‘actiefkoolfilters’. Hij is gespecialiseerd in katalytische processen en oppervlaktechemie. Bij dat laatste gaat het om binding van stoffen aan grensvlakken. Dat is precies wat de koolstof in een filterbus doet: het komt in contact met ademlucht en moet op een selectieve manier de schadelijke bestanddelen binden en de onschadelijke of nuttige gassen laten passeren. Hij heeft studie gemaakt van de chemische en fysische mechanismen die daaraan ten grondslag liggen. Wat achter een bureau wordt uitgedacht, moet vervolgens op een praktisch werkbare manier worden vormgegeven. Daar is langdurig experimenteren voor nodig, en dat is volgens Bennie Brandenburg het leukste aan zijn werk. Het bouwen en bedenken van testopstellingen, het variëren met en aanpassen van de productiewijze en de behandeling van de grondstoffen. Die productiewijze is grotendeels bedrijfsgeheim, maar Dr. Brandenburg wil wel een tipje van de sluier oplichten.
|7
Dr. Brandenburg, alles begint met ‘actiefkool’, hoe kom je daaraan? Brandenburg: “Je kunt beginnen met steenkool, bruinkool of met een plantaardig materiaal zoals hout, kokosnootschalen of olijfpitten dat je zelf verkoolt in een proces dat pyrolyse heet. Echter niet alle grondstoffen zijn geschikt. Het zou mooi zijn als je bijvoorbeeld papier kon gebruiken, maar dat is niet geschikt. Het is belangrijk dat de koolstof die je gaat gebruiken al een ‘luchtige’ structuur heeft. Een compact stukje kool werkt nauwelijks, want je moet een groot oppervlak hebben om een innig contact met de lucht te bewerkstelligen. De koolstof wordt dus bewerkt om zoveel mogelijk holten te creëren, elke holte moet weer van ‘zijporiën’ zijn voorzien, enzovoort. We onderscheiden macroporiën, mesoporiën en microporiën. De laatste zijn kleiner dan 2 nm (0,000002 mm, red). We branden die poriën in met koolmonoxide, kooldioxide, water of zuurstof bij temperaturen van 900 graden Celsius in lange ovens. Actiefkool bestaat (afhankelijk van het activeringsproces) voornamelijk uit koolstof, zuurstof, stikstof, waterstof en metaaloxiden. Op dit moment maakt de stand der techniek het mogelijk om per gram kool een oppervlakte van 2500 m2 te bereiken, en we ontwikkelen voort. Wat niet mag gebeuren is dat de korrels verpulveren. Je moet stoppen voordat de mechanische sterkte aangetast dreigt te worden, want een hoop poeder zou in een filterhuis niet op zijn plaats blijven.” Kun je niet andersom werken en de structuur opbouwen vanuit losse koolstofatomen? Brandenburg: “Dat is een aardig idee. Men doet iets dergelijks bij het maken van koolstof-nanobuisjes. Maar als je bedenkt dat er wereldwijd slechts vier bedrijven zijn die dit kunnen en dat er zo’n 10 ton per jaar wordt geproduceerd, dan zijn we nog ver verwijderd van een ‘synthetisch’ filter. Tenslotte moet het eindproduct ook betaalbaar blijven.” Hoe controleer je of kool poreus genoeg is om te worden toegepast? Met een microscoop? Brandenburg: “Om de poriën te kunnen
zien zou je een elektronenmicroscoop nodig hebben. Het kan het eenvoudigst door de dichtheid van een stukje materiaal te bepalen. Meet het volume en vervolgens de massa, dan heb je een indicatie van de poreusheid. En natuurlijk worden adsorptieproeven gedaan met verschillende gassen. Dat kan met H2S, maar ook met butaan. De laatste heeft het voordeel dat het minder giftig is.”
Korrels actiefkool uit een filter
De ademlucht moet door die poreuze massa heen, hoe voorkom je een te grote ademweerstand? Brandenburg: “Idealiter zou de ademweerstand nul zijn, maar dat kan niet. Met een grove en losse structuur bereik je een lage weerstand, maar je moet ook zorgen voor een innig contact tussen de ademlucht en de actiefkool. We zorgen dus voor precies de juiste korrelgrootte, laagdikte, filterdiameter en stapeling van de actiefkool. De machines waarmee we filters afvullen en controleren maken we in de eigen machinewerkplaats, het zijn bepaald geen standaardproducten.” Hoe adsorbeert actiefkool gassen? Brandenburg: “Het eerste hoofdprincipe is physisorptie; dat gebeurt bijvoorbeeld met koolwaterstoffen die het filter passeren. Van nature worden koolwaterstoffen goed opgenomen door actiefkool. Ze dringen in het materiaal door via de poriën en condenseren op het oppervlak. De capillaire werking zorgt er vervolgens voor dat ze in de microporiën worden gezogen. Een koolwaterstof of organisch gas raakt bij de condensatie energie kwijt. Je kunt dat zelfs
meten als je de temperatuur monitort, bij hogere concentraties kan het filtermateriaal een paar graden warmer worden. De koolmassa in het filterhuis moet de bewegingsenergie van de gasmoleculen afvoeren en ook daarvoor is een zekere massa kool nodig. Als er teveel energie wordt teruggegeven aan het gas dan ontsnapt het weer. Dat gebeurt ook als je het filter van buiten opwarmt. Er kan dan desorptie optreden van de opgenomen stoffen.” Dat is één principe. Hoe worden gassen nog meer vastgelegd in een actiefkoolfilter? Brandenburg: “Door chemisorptie. Dat betekent dat gassen reageren met stoffen in het filter. Er ontstaat dan een chemische verbinding. Die is doorgaans zo stabiel dat een vastgelegde gevaarlijke stof niet meer vrijkomt. Chemisorptie werkt prima met reactieve gassen, en dat zijn juist die gassen die we niet in de longen willen hebben. Bij edelgassen gaat dat niet, want die reageren nergens mee. Maar gelukkig zijn die niet schadelijk.” Volstaat actiefkool voor het invangen van alle ongewenste gassen? Brandenburg: “Nee. Er zijn vele gassen die niet condenseren in de koolmassa en er ook niet mee reageren tot stabiele verbindingen. Als je ook die schadelijke stoffen wilt invangen zijn er extra chemicaliën nodig. Dergelijke toevoegingen worden katalysatoren genoemd. Dat is eigenlijk niet correct, want een katalysator raakt niet op, die maakt alleen een reactie mogelijk of beïnvloedt de reactiesnelheid. De chemicaliën die we aanbrengen op het koolstofsubstraat gaan doorgaans zelf een verbinding aan, zodat ze op zeker ogenblik verbruikt zijn. Een ABEK-filter wordt via vele dompelprocessen in de juiste volgorde behandeld, zodat we de juiste opnamecapaciteit voor de gewenste schadelijke gassen bereiken. De A-gassen (organische gassen en dampen / koolwaterstoffen) worden door physisorptie vastgehouden, terwijl de BEK-gassen (resp. anorganische gassen, zwaveldioxide & waterstofchloride en ammoniak) stabiele verbindingen vormen met de chemische toevoegingen.”
8|
meer dan een pakketje
kool
presteert. Dat is tussen – 10 en + 50 graden Celsius. Chemische reacties gaan doorgaans sneller bij hogere temperatuur, dus chemisorptie zal beter gaan, maar de physisorptie juist minder. Een hogere temperatuur betekent een grotere kinetische energie in de gasmoleculen, dus ze zullen eerder geneigd zijn te ontsnappen. Verder heb je het probleem van waterdamp.” Wat is er met waterdamp? Brandenburg: “Waterdamp is misschien wel de grootste vijand van een actiefkoolfilter. Zowel bij de opslag als tijdens het gebruik. Bij hogere temperaturen zit er meer waterdamp in de lucht. Die waterdamp verzadigt het filter en de capaciteit loopt zienderogen terug.”
College: ongewenste kristallisatie van chemische stoffen aan het kooloppervlak als gevolg van vochtige opslag van een filter.
Dus katalysatoren zitten er niet in een filter? Brandenburg: “Jawel, maar ze zijn niet in de meerderheid. Koolmonoxide wordt bijvoorbeeld door de katalysator hopcaliet (‘hopcalite’) omgezet in kooldioxide, in een aparte filtertrap. Dat gebeurt pas bij hogere temperaturen, en dat vormt meteen een technische uitdaging: we willen zelfs kleine concentraties CO omzetten, en we moeten ervoor zorgen dat die temperatuur van ongeveer 300 graden bij het hopcaliet wordt bereikt. Hopcaliet is heel waterminnend, en bij het aangaan van de verbinding met water ontstaat warmte. Ook al wordt hopcaliet dus uitgeschakeld door water, we kunnen de ontstane warmte gebruiken om met het overgebleven hopcaliet CO om te zetten. Dat vergt een zeer nauwkeurige balans. Omdat water de werking van hopcaliet om zeep helpt, is een filter met hopcaliet altijd voor éénmalig gebruik.” Is het moeilijk om een filter te impregneren met de benodigde chemicaliën? Brandenburg: “Het vergt een zeer nauwkeurige werkwijze. We proberen de beno-
digde chemicaliën zoveel mogelijk in één behandeling aan te brengen, maar dat kan niet altijd. Als je zure en basische chemicaliën mengt dan reageren ze al met elkaar voordat ze in het filter aankomen. Soms gebruiken we dus oplossingen die pas tijdens het droogproces de juiste stoffen in het filter vormen. Bovendien is dat droogproces na het ‘nat impregneren’ erg kritisch. Je wilt een gelijkmatige verdeling van de chemicaliën op het hele oppervlak en als je heel verkeerd zou drogen dan groeien er grote kristallen. Die presteren vervolgens slecht tijdens de gebruiksfase. Ook moet je de balans tussen physisorptie en chemosorptie goed in de gaten houden. Een te ‘zwaar’ geïmpregneerd filter zou koolwaterstoffen slechter gaan invangen. En de impregnering is niet voor de eeuwigheid werkzaam, terwijl we wel een redelijke ‘shelf life’ willen garanderen.” Heeft de temperatuur invloed op de prestaties van een filter? Brandenburg: “Jazeker. Maar het is een heel ingewikkelde zaak. Wij zorgen ervoor dat een ademfilter binnen de grenzen die de normen aangeven (ruim) voldoende
Dräger recyclet filters. Wordt de inhoud ook geregenereerd? Brandenburg: “Het probleem is dat je niet precies weet welke chemische verbindingen in het filtermateriaal zijn ontstaan. Dat zou een risico zijn als je er nieuwe filters van maakt. Theoretisch kun je desorberen en ‘wassen’, vooral als een filter louter verzadigd is met water, maar wij nemen dat risico niet. De kool zelf wordt zodoende gebruikt als brandstof, en natuurlijk wordt de aluminiumbehuizing omgesmolten. De productie van aluminium kost relatief veel energie, dus dat is heel zinvol. Toevallig hoorde ik juist van een student die aan een universiteit bezig is met het regenereren van ademfilter met hete lucht en vacuüm. Leuk als experiment, maar ik vermoed dat hij gaat ontdekken dat het resultaat niet aan de normen zal voldoen. Bij Dräger staat de kwaliteit voorop. Daaraan doen we geen concessies.”
|9
X-dock modulair test-, kalibratie- en laadstation voor draagbare gasmeters. Persoonlijke gasdetectieinstrumenten waken over de veiligheid van de gebruikers. Ze moeten altijd paraat zijn en bovendien juist gekalibreerd om te zorgen voor tijdige en betrouwbare alarmering in zones waar ‘gasrisico’s’ bestaan. Dat vereist meer dan alleen een zorgvuldige omgang met het instrumentarium en een efficiënt beheerssysteem. Het betekent ook dat er regelmatig een bumptest uitgevoerd moet worden, dat batterijen tijdig vervangen worden en dat het voorgeschreven preventief onderhoud correct wordt uitgevoerd. Rommelig beheer van persoonlijke gasmeters zal zich vroeg of laat wreken. Geen enkele gebruiker zit te wachten op incidenten, en dat hoeft ook niet als het aan Dräger ligt.
Bumptest Voor het uitvoeren van een bumptest wordt een gasmeter in een bumpteststation geplaatst dat is voorzien van een cilinder met het vereiste testgas. Het is een veelal dagelijks uitgevoerd routineklusje dat echter wel het verschil kan bepalen tussen een betrouwbare en tijdige detectie en een foute meting met mogelijk ernstige gevolgen. Een eenvoudig bumptestapparaat logt geen data, leest niets uit en controleert ook niet of de meter wel juist is ingesteld. Ook de controle van de sensorbezetting, de juistheid van de procedure en de administratie blijven handwerk. Geen probleem als de mens aan het toestel zorgvuldig handelt. Maar dat kan gemakkelijker, zekerder en dus veiliger: met de Dräger X-dock. Zoveel mogelijk in één handeling De X-dock is een ‘docking-station’ voor gasmeters uit de Pac-serie, de X-am 2000, -5000 en -5600. De X-dock 5300 is een zelfstandig en enkelvoudig station waarin één gasmeter kan worden geplaatst, terwijl de X-dock 6300 en 6600 ‘Masters’ kunnen worden voorzien van één tot maximaal tien modules voor de genoemde meters. Alle X-docks zijn complete bumptest- en kalibratiestations, die tevens de gegevens van de aangesloten meters uitlezen en loggen. Ze houden aldus de historie van het instrumentarium bij en produceren desgewenst de specifieke gegevens van elk individueel instrument. Zelfs de betreffende handleidingen zijn op te roepen. De X-dock heeft een netwerkaansluiting (standaard ethernet) waardoor de bediening vanaf een pc kan plaatsvinden en alle relevante gegevens op deze computer en/of op een centrale netwerkschijf kunnen worden opgeslagen. Het beheer van de gasmeters (uitgifte- en innameprocedures), het genereren van periodieke rapporten, site risicoanalyses en het monitoren van de ‘gezondheidstoestand’ van het arsenaal gasmeters gebeurt allemaal via het eenvoudige programma ‘X-dock Manager’, dat op de pc wordt geïnstalleerd. Zuinig met gas De X-dock gaat spaarzaam om met kalibratiegas. Voor een enkelvoudige bumptest volstaat een gasstroom van slechts 300 cc per minuut uit de cilinder. Gelijktijdig bumptesten van meerdere meters zorgt voor een nog grotere besparing: tenslotte hoeft er niet telkens een slangenstelsel te worden ‘gespoeld’ voor elke cyclus. Persoonlijke meervoudige gasmeters kunnen zonder cilin-
ders te wisselen worden beproefd: de X-dock 6300 heeft drie aansluitingen voor kalibratiegas, de ‘6600’ heeft er zelfs zes. Bovendien is de X-dock sneller dan een conventioneel bumpteststation. In minder dan 15 seconden is een bumptest voltooid. Veilig en snel Veiligheid en snelheid van handelen staan vaak met elkaar op gespannen voet. Niet bij de X-dock: de hoeveelheid handwerk is minimaal, terwijl het systeem de meetinstrumenten test op alarmering (trilfunctie, akoestische- & optische signalen), desgewenst de reactietijd (t90) van sensoren test en eventuele ‘vergiftiging’ van sensoren vaststelt. Testroutines zijn door de gebruiker zelf te configureren, afhankelijk van de eisen die het werk stelt. X-dock Manager produceert op elk gewenst moment blootstellingsrapporten of statistische overzichten vanuit de database. Het dagelijks gebruik is dermate eenvoudig dat zelfs niet-gasmeetdeskundigen verantwoord met het systeem kunnen werken. Middels de netwerkkoppeling is aanvullend toezicht op afstand mogelijk. X-dock kan bovendien rapporten per e-mail verzenden. Toegang tot het X-docksysteem is uiteraard beveiligd middels een inlogprocedure met wachtwoord. Automatisch, ook zonder pc of netwerk Dat het X-dock-systeem over een netwerkaansluiting beschikt betekent niet dat het afhankelijk is van de werking van dat netwerk. Elke X-dock beschikt over een eigen touchscreen-pc waarmee alle (één of meer) aangekoppelde instrumentenmodules worden bestuurd. Een gebruiker hoeft slechts een meter in te leggen en het klepje te sluiten, waarna het station zelf de vooringestelde procedure volgt en de meter vrijgeeft. Registratie en uitlezing van elk individueel instrument gebeurt volautomatisch. De gebruiker doet zo zelf de was. Het (éénmalig) instellen van de gewenste meet- en rapportagesequentie wordt door een technicus gedaan, waardoor de arbeidshygiënist, de veiligheidskundige en de beheerder automatisch van de relevante rapporten worden voorzien. De X-dock is begin vierde kwartaal leverbaar. CONTACT
Bent u geïnteresseerd? Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Dräger Safety: 079-3444777.
10 |
Dräger neemt ademluchtwerkplaats AkzoNobel Delfzijl over Outsourcing ontzorgt Aan de noordelijkste rand van Nederland bevindt zich Chemie Park Delfzijl, waar zich op één terrein negen bedrijven hebben gevestigd die zich bezighouden met productie van chemische grondstoffen en halffabrikaten die noodzakelijk zijn voor de fabricage van kunststoffen, voedingsmiddelen en bijvoorbeeld lichaamsverzorgingsproducten. Van biobrandstoffen tot en met
zout voor de productie van chloor dat daar wordt vervaardigd en bewerkt, vaak al met de afnemers naast de deur. Het is een soort ‘symbiotische samenleving’, die op een zo economisch en veilig mogelijke manier omgaat met de soms nogal gevaarlijke stoffen, die in de eigen energie voorziet en op vele andere gebieden de krachten bundelt.
Outsourcing ontzorgt Pieter Bakker, Project Manager Maintenance van MEB (Membraan-Elektrolysebedrijf) in gesprek met Arno Dekker, Hoofd Service Veiligheidstechniek van Dräger (rechts).
Gezamenlijke veiligheidsvoorzieningen Eén van de zaken die gemeenschappelijk wordt geregeld is de veiligheid. AkzoNobel, van oudsher gebruiker van het terrein, handhaaft bijvoorbeeld een adequate bedrijfsbrandweer die zich vooral toelegt op preventie, repressie en incidentmanagement op het gebied van gevaarlijke stoffen. Natronloog, chloor en ammoniak zijn enkele van de producten die met grote omzichtigheid moeten worden behandeld. In het MembraanElektrolysebedrijf (MEB) van AkzoNobel wordt chloor op een veilige en energiezuinige manier uit pekel gemaakt en direct aan de gebruikers op hetzelfde terrein geleverd. Er worden ter plekke onder andere kunststoffen van gemaakt, en dat voorkomt de noodzaak om met lange chloortreinen het land te doorkruisen. Op het terrein kunnen – ondanks zeer uitgebreide voorschriften, procedures, eisen en beveiligingen – incidenten plaatsvinden. Directe interventie is dan noodzakelijk. Brand is niet risico nummer één: het gaat vooral om de beheersing en bestrijding van gas- of vloeistoflekkages
(emissies). Omdat het stoffen betreft die bij inademing en huidcontact tot zwaar letsel kunnen leiden, moeten calamiteitenteams zich beschermen met onafhankelijke ademluchtapparatuur of soms zelfs met gaspakken. Ook persoonlijke reddingsmiddelen zoals vluchtmaskers en onafhankelijke vluchttoestellen zijn op veel plaatsen verplicht aanwezig of worden door werknemers meegevoerd naar de werkplek. Regulier onderhoud van de installatie en werk in besloten ruimten vergt doorgaans ook adembescherming, vaak met toestellen, maar ook met airlineapparatuur. Er is dus genoeg werk aan de winkel voor de ademluchtwerkplaats. Geluiden van de werkvloer Dräger Nieuws bezocht Pieter Bakker, Project Manager Maintenance van MEB en sprak tevens met Arno Dekker en Ferry van Nimwegen, respectievelijk Hoofd Service Veiligheidstechniek en Servicetechnicus van Dräger. Arno werkt slechts een deel van zijn tijd in Delfzijl, Ferry staat vrijwel dagelijks in de werkplaats. “Tot en met
december 2011 deed AkzoNobel zelf alle onderhoud van maskers en ademluchtapparatuur in de eigen werkplaats bij de brandweerkazerne op het terrein,” zo vertelt Pieter Bakker. “Dat is een arbeidsintensieve en complexe zaak, waar ook flink wat logistiek en beheer bij komt kijken, vooral omdat het spullen betreft die decentraal worden gebruikt en opgeslagen. Er werken op dit terrein ongeveer vierhonderd mensen regelmatig met ademlucht. De brandweerlieden zijn normaliter aan het werk als storingsmonteur, en dat is een heel bewuste keuze. We hebben te weinig calamiteiten om full-time te worden ingezet bij de bedrijfsbrandweer. Gelukkig maar. Minder dan één procent van hun tijd zit in repressie-inzet. Het dragen van ademluchtapparatuur is niet alleen voorbehouden aan brandweerlieden. Bijvoorbeeld procesoperators, wachtchefs, servicetechnici en flensmonteurs beschermen zich ook tegen chloor, ammoniak en zoutzuur tijdens hun werk. Vaak preventief, want natuurlijk wordt er gespoeld, uitgestoomd en veiliggesteld
| 11
voordat er iets wordt gedemonteerd. Daarvoor hebben we veel simpele en robuuste toestellen nodig: de Dräger PA 94 met manometer, Panorama Nova maskers en bijvoorbeeld de Parat vluchtmaskers die je in bepaalde gebieden standaard bij je dient te hebben. Bij losstations, in de zoutloods en bij liften hangen Saver vlucht toestellen met een eigen cilindertje. Op dergelijke plekken is een filtermasker
het onderhoud op een efficiënte en kwalitatief hoogwaardige manier te kunnen doen zijn we ons gaan verdiepen in outsourcing. We hadden vorig jaar een HBOstudent facilitair management, Vincent Bakker, die hier zijn stage liep. Zijn opdracht was om zich te verdiepen in het proces van onderhoud, keuren, vullen van cilinders en de logistiek en knowhow die daarvoor nodig was en om vervolgens een
Dat gaat gepaard met de normale ‘inslingerproblemen’. Het realiseren van een nieuwe telefoonlijn in het kantoor was onverwachts een van de grootste struikelblokken, maar gelukkig is dat inmiddels ook geregeld.”
Arno Dekker: We voelen ons welkom in Delfijl.
Ferry van Nimwegen aan het werk in de Akzo ademluchtwerkplaats te Delfzijl.
Pieter Bakker: zeer tevreden met de dienstverlening van Dräger.
ontoereikend. Het zijn stuk voor stuk degelijke, eenvoudig te bedienen toestellen. Ingewikkelde of complexe apparaten zijn misschien bij de brandweer een goede keuze omwille van extra mogelijkheden of verfijnde ergonomie, maar hier willen we dat elke opgeleide werknemer er probleemloos mee over weg kan, ook als het geen dagelijks werk is.”
tender te maken voor uitbesteding. Daar hebben vier bedrijven op ingeschreven. We hadden de parameters helder op papier. Het ging daarbij eerst om veiligheid en kwaliteit, maar natuurlijk speelden ook de prijs, de bereikbaarheid van de aanbieder, kennis en kunde en zijn bereidheid tot vestiging on site en nog wat zaken een rol. Uiteindelijk kwam Dräger met de beste aanbieding, en nu zijn we een kleine drie maanden bezig op de nieuwe manier.”
len van de aanbestedingsdocumenten gedwongen om opnieuw te kijken naar de behoeften zoals de minimumvoorraad, de beschikbaarheidstermijnen en de bereikbaarheid van de werkplaats. Dat staat dus ook duidelijk in ons contract met Dräger. Even snel een gevulde cilinder op locatie brengen hoeft in principe niet. Op werkdagen is de ‘levertijd’ vastgesteld op 24 uur. Vrijdagmiddag gevraagd is dus uiterlijk maandagmiddag geleverd. En het factureringsproces is helder geregeld. We weten precies waar we aan toe zijn. Dräger betaalt huur voor de werkplaats en wij betalen maandelijks een vastgesteld bedrag voor de gespecificeerde diensten. Prima. En bij noodzakelijke investeringen worden we tijdig en gemotiveerd op de hoogte gesteld, zodat dat ook geen verrassing is. En bij groot onderhoud op de plant of grootschalige oefeningen kunnen we via de werkplaats een beroep doen op Dräger Rental Service. Misgrijpen is er niet meer bij. Voor de interne klanten is er ook alle reden tot tevredenheid, want de overgang is geheel volgens de strakke
Gezien de hoeveelheid toestellen is er dus veel beheer en onderhoud. Pieter: “Ja: twee van onze werknemers hadden het onderhoud van alle adembeschermingsapparatuur en gaspakken van alle bedrijven en van de eigen brandweer als dagtaak. Er reed dus regelmatig een wagentje met ademluchtcilinders of maskers heen en weer, want we hebben het over een terrein van ruim honderd hectare. Niet altijd volgens het vaste schema. Dat kon efficiënter en economischer. Bovendien is het geen kerntaak en het vergt nogal wat om helemaal op de hoogte te blijven met alle nieuwe technieken, materialen en voorgeschreven werkwijzen. Om
Bevalt die nieuwe manier van werken? Pieter: “Zeker. Er zat slechts een paar weken tussen het tekenen van het contract en de overdracht van alle taken, maar dat is desondanks soepel gegaan. Onze oude werkplaatsbeheerder heeft de belangrijkste zaken overdragen en kon vervolgens met een gerust hart beginnen aan een werkvoorbereidings- / coördinatiefunctie bij AkzoNobel. Je moet eerst thuis raken op het terrein: je zult bijvoorbeeld moeten weten waar zich alle spullen bevinden, de procedures met werkvergunningen kennen en weten wie je contactpersonen zijn.
Wat veranderde er? Pieter: “We kregen een heel nieuw referentiekader. We werden al bij het opstel-
12 |
projectplanning gegaan en de continuïteit is nooit in gevaar geweest. Ik heb nog geen enkele klacht gehad.”
de nieuwe situatie. Inmiddels is Dräger de baas. En als ik ergens niet tevreden over zou zijn dan hebben we daar gewoon een goed gesprek over.”
Heb je praktische voorbeelden van verbeteringen? Pieter: “We komen er nu achter dat we toch te veel cilinders hadden die hun ‘end of life’ bijna hadden bereikt en we bleken ook over het hoofd gezien te hebben dat sommige spreekmembranen al te lang in de maskers zaten. Na zes jaar moeten die preventief worden vervangen. Gelukkig weet Dräger als geen ander waar ze op moeten letten. In de oude tijd hebben we een bedrijfsongeval gehad met een cilinder zonder uitstroombeveiliging, die het luchtruim koos. Flink letsel, dat in het slechtste geval ook noodlottig had kunnen zijn, en het zette ons flink op onze plaats. Nu zijn alle cilinders voorzien van uitstroombeveiliging. Je kunt zeggen: ‘jammer dat dat geld kost’, maar ik zeg liever ‘wat goed dat we dat risico ook hebben ondervangen’. We hebben nu een werkplaats die ons ook van goed advies voorziet. We gaan bijvoorbeeld geen banden van toestellen vervangen als Dräger afschrijving verantwoorder acht. Het voorkomt onzinnige investeringen.”
Arno Dekker: “Als we er zijn dan is de werkplaats geen verboden gebied, maar buiten werktijd is de deur op slot. Vanwege de 24-uursdienst kunnen er buiten kantoortijden wel materialen worden uitgewisseld. Er ligt een voorraad ademluchtcilinders en maskers. Zomaar uit de werkplaats meegraaien gebeurt dus niet, en voor dringende vragen zijn we altijd telefonisch of per e-mail bereikbaar. Het is zoals Pieter zegt: we hebben een gestroomlijnd proces en dat moet soepel blijven draaien. De onderlinge relatie is uitstekend en na wat wederzijds wennen begrijpt iedereen hoe het werkt. Als er bijzonderheden of calamiteiten zijn dan doen we natuurlijk wat we kunnen; desnoods met wat extra ondersteuning van technici uit het veld, van de werkplaats in Hoogvliet of van het hoofdkantoor in Zoetermeer, ook als de planning of het contract er niet precies in voorzien. Wij voelen ons inmiddels thuis en in het dagelijks werk worden Ferry en Ewo (de Dräger servicetechnici; red.) gewoon als collega’s gezien.”
Komen er nog werknemers van AkzoNobel in de ademluchtwerkplaats? Pieter: “Vroeger liep iedereen binnen met elk kleinigheidje en dat doen we nu niet meer. Ik heb er tenslotte alle belang bij dat de processen goed verlopen. Het oude aanspreekpunt is nog even gehandhaafd tot iedereen was ingewerkt en gewend aan
Wat heeft Dräger veranderd aan de werkwijze? Ferry: “We werken nu met Drägerware (beheerssoftware; red.) en we sealen alle artikelen in als het onderhoud is gedaan. Dat is ook voor de gebruiker heel handig: je weet wat je pakt en als het in een zak zit is het honderd procent in orde. Verder
hebben we veel moeten inventariseren en upgraden van de voorraad. We hebben voor elke interne klant een map aangelegd waarin alles staat dat vroeger in het hoofd van de technici zat. Het preventieve onderhoudswerk gaat geheel volgens de NVBRrichtlijnen (brancherichtlijn adembeschermingsmiddelen voor de brandweer) en Drägerware voorziet op elk moment in de gewenste overzichten. Over enige tijd treffen we dus nergens meer een vluchtmasker of een cilinder aan die over de datum is. Voor mij is het even wennen geweest. Vroeger was ik als servicetechnicus meer bezig met groot onderhoud. Service aan de meettoestellen of compressoren en keuringen, en nu doe ik ook maskers in de wasmachine. Geen bezwaar hoor, ik heb het hier prima naar mijn zin en ik kan het uitstekend vinden met de mannen.” Tenslotte, Pieter, hoe zie je de toekomst met Dräger? Pieter: “Daar heb ik alle vertrouwen in. Ik ben nu heel tevreden: ik weet zeker dat ik genoeg gebruiksklaar materiaal heb, ik weet precies waar ik aan toe ben en wat de kosten zijn. Het outsourcen van de ademluchtwerkplaats is gezien onze hoge eisen op het gebied van veiligheid en kwaliteit een logische keus. Met Dräger hebben we de afspraak dat ze in de werkplaats ook werkzaamheden mogen verrichten voor klanten buiten het Chemiepark. Dat geldt zowel voor adembeschermingsapparatuur als voor portable gasdetectie. Wij onderzoeken intussen of we het onderhoud van onze portable gasmeters ook bij Dräger onder kunnen brengen (stationaire gasdetectie doet Dräger al, red.). Ik vreesde aanvankelijk even dat ik misschien een ietwat arrogante betweter binnen zou halen, maar de relatie is beter dan we hadden durven hopen. Dat maakt het absoluut tot een succes. Met de kwaliteit zit het gebeiteld, en dat is en blijft ook de eerste prioriteit. Ons motto staat buiten op de borden: Je werkt hier veilig of je werkt hier niet.”
CONTACT
Voor de activiteiten op het terrein zie www.chemieparkdelfzijl.nl. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Dräger Veiligheidstechniek: 079-3444777
| 13
NTA’s containermeten en opleidingseisen
Procedures & opleidingseisen voor gasmeetkundigen vastgelegd
De risico’s van gassen in zeecontainers zijn aanzienlijk, getuige de ernstige ongevallen die de afgelopen jaren hebben plaatsgevonden. Regelgeving blijft achter, maar er is voortgang, vooral op het gebied van de opleidingen van gasmeetkundigen. Daarnaast is er ook grote behoefte aan normalisatie van de gasmetingen in containers en procedures zelf. Dat laatste onderwerp is momenteel het grootste zorgenkind. Platform Gasmeten in Containers In 2010 is het Platform Gasmeten in Containers (PGIC) opgericht door FME CMW (ondernemersorganisatie voor de technologische industrie), belangenorganisaties beroepsgoederenvervoer TLN en EVO, de raad voor de Nederlandse Detailhandel RND en de vakbond FNV. Dit platform heeft een belangrijke taak in het dichten van een ‘gat’ in de wet- en regelgeving op het gebied van gasmeten en vrijgeven van zeecontainers. Op dit moment zijn er (te) veel verschillende zienswijzen en richtlijnen op het gebied van de te volgen procedures en de te gebruiken gasmeetapparatuur. NTA’s bieden heldere richtlijnen In samenwerking met het Nederlands normalisatie-instituut NEN werken de belanghebbenden en de overheid aan het vaststellen van eisen aan gasmetingen in containers. Deze zullen worden vastgelegd in de NTA 7497. De ontwikkeling van deze Nederlandse Technische Afspraak is op dit moment vertraagd, met name door budgettaire oorzaken. Op het gebied van opleidingen zijn inmiddels wel drie nieuwe NTA's gepresenteerd en gepubliceerd. Dit zijn de NTA 7496-1, -2 en -3; opleidingseisen voor resp. de hogere, middelbare en lagere gasmeetkundige zeecontainers. Deze NTA’s zijn verkrijgbaar bij NEN. De Inspectie SZW (v/h Arbeidsinspectie) is
bezig met de toetsing van de nieuwe Arbocatalogus Transport en Logistiek, die verwijst naar de diverse NTA’s. Daardoor zullen de NTA’s in de praktijk als minimale eis gaan gelden. In de NTA 7496-1, -2 en -3 wordt een overgangstermijn van twee jaar genoemd, met als ingangsdatum 1 november 2011. Gasmeetkundigen worden dus tot uiterlijk 1 november 2013 in de gelegenheid gesteld om het certificaat ‘nieuwe stijl’ te verwerven. Hierna zullen alle huidige certificaten en diploma's komen te vervallen. Gevolgen voor examens MGK en HGK zeecontainers Opleidingen en examens voor gasmeetkundigen waren tot op heden volledig in handen van private partijen en verschilden onderling sterk in eind- en toetstermen. Iedere opgeleide mocht zich gasmeetkundige noemen. Dat gaat veranderen: binnenkort zullen examens MGK en HGK centraal (door PBNA) worden vervaardigd. De centrale vragenbank, waarin zich alle toetsvragen voor de kandidaten bevinden, is gereed. De examens worden door daartoe aangestelde examinatoren afgenomen, onder toezicht van de Raad van Advies, waarvan het PGIC de leden voordraagt. Er zal bovendien een examencommissie zijn, die onder andere bij geschillen optreedt. Het PGIC zal een centraal
diplomaregister opzetten, waarin is na te gaan over welke kwalificatie een ‘gasmeetkundige zeecontainers’ beschikt. Praktijkexamens Stichting KAGO (Kennis en Advies Gasmeting en Ontgassing) formuleert onder andere de eisen van de praktijkexamens MGK en HGK. Dat praktijkexamen zal bestaan uit verschillende opdrachten volgens tevoren goedgekeurde scenario’s. De examens ‘nieuwe stijl’ mogen vanaf 15 mei worden afgenomen en zijn per 1 september 2012 verplicht. Dräger opleidingen Het Dräger OpleidingsCentrum (DOC) werkt al conform de nieuwe opleidings eisen en examineert op de beschreven wijze zodra dat mogelijk is. Speciaal voor diegenen die al in het bezit zijn van een certificaat Gasmeetkundige heeft het DOC een schakelcursus ontwikkeld. Door het volgen van deze verkorte opleiding kan de deelnemer het NTA 7496-2 gecertificeerde diploma ‘MGK Zeecontainers’ verwerven. CONTACT
Voor meer informatie en cursusdata kunt u contact met het DOC opnemen, bij voorkeur via
[email protected]
14 |
Safety ‘buitengaats’ Dräger-dochter Unisafe gespecialiseerd in offshore fire, rescue and safety Een booreiland of productieplatform op zee is een wereld apart. Het is een hightech constructie die in eenzame afzondering de elementen trotseert om olie of gas onder de zeebodem vandaan te halen. Van die olie en dat gas zijn we flink afhankelijk, maar rampen liggen bij de winning immer op de loer. De barre omstandigheden teisteren de werknemers en de techniek, maar toch zorgt de exploitant – samen met Unisafe Marine Firefighting & Safety Equipment – dat duurzaam aan alle veiligheidseisen wordt voldaan.
Om incidenten voor te zijn. Dräger levert een forse bijdrage aan de handhaving van de veiligheid, ten behoeve van mens en milieu. Dat is op zee een hele uitdaging; tenslotte parkeer je geen servicewagen naast een platform en zit de werkplaats doorgaans niet om de hoek. Condities op zee Op bemande productieplatforms is het personeel grotendeels op zichzelf aangewezen. Een gangbaar dienstrooster is twaalf uur op / twaalf uur af, tot de bemanning na twee weken wordt afgelost. Per shuttleboot of per helikopter. Het leven op het eiland bestaat vooral uit hard werken. Alcohol is verboden, roken mag slechts in speciale rookruimtes en het hebben van een ‘normaal’ gezinsleven is simpelweg niet mogelijk. Veiligheid is ingebakken in alle handelingen en moet een tweede natuur zijn van alle werkenden op het eiland. Dat uit zich in een uitgebreid scala van procedures, trainingen en noodzakelijke vaardigheden. En in allerhande tech-
nische voorzieningen die de productie permanent bewaken en regelen. Verder zijn er tal van systemen en middelen om incidenten te voorkomen of om de gevolgen adequaat te bestrijden. Systemen die menigmaal door Dräger zijn ontwikkeld. Systemen die bestand moeten zijn tegen zout water, tegen extreme temperaturen en tegen weer en wind. Technisch wonder Elk productieplatform is een doordacht en compact samenstel, dat in ruime mate voorzien is van brand- en gasdetectiesystemen, blus- en reddingsmiddelen en persoonlijke beschermingsmiddelen voor het personeel. Daar wordt niet op bezuinigd, want een falend of ontbrekend onderdeel kan grote gevolgen hebben. Bovendien is een nieuwe O-ring voor een koppeling van een ademluchtcilinder of een sensor voor een gasdetector niet ‘even’ door de postbode af te leveren. Er moet dus voldoende reserve aan boord zijn en alle systemen en apparaten zijn
pico bello onderhouden, zodat reparaties halverwege een service-interval niet of nauwelijks voorkomen. Ingewikkelde reparaties vergen bovendien specialistische kennis, dus eigenlijk mag er gewoon niets stukgaan. De direct beschikbare technici zijn doorgaans duizendpoten met louter rechterhanden, maar zelfs voor hen gaat de zee soms te hoog. In deze bijzondere markt opereert Unisafe Firefighting & Safety Equipment, onderdeel van Safety Service Center (SSC), dat op zijn beurt deel uitmaakt van Dräger Safety Nederland. Unisafe offshore service Aan wal kan een servicetechnicus het zich soms nog permitteren om even naar het magazijn te rijden om een specifiek onderdeel op te halen; tenslotte kun je niet alles bij je hebben. Op zee is dat anders: het stilleggen van de productie of tijdelijk concessies doen aan de veiligheid omdat een bewakingssysteem even niet werkt is uit den boze. De grote opdrachtgevers van Unisafe verwachten
| 15
Dienstverlening 24 uur per dag, overal ter wereld
dat elk gas- of branddetectiesysteem feilloos functioneert, dat brandblussers altijd paraat zijn en dat alle persoonlijke beschermingsmiddelen in voldoende mate voorhanden zijn. Misgrijpen mag niet. Je kunt geen brandblusser afkeuren op een uitgedroogde slang en dat onderdeel toevoegen aan het lijstje met wat je tijdens de volgende onderhoudsactie moet vervangen. Die slang heb je gewoon bij je, voor het geval dat. Of je vervangt hem preventief als je weet dat het defect met een zekere regelmaat optreedt. Service wordt uitgevoerd volgens contract en met inachtneming van alle specifieke veiligheidsregels die door de wet en door het strenge KAM-systeem van de opdrachtgever worden voorgeschreven. De technicus die de taak heeft om de systemen te onderhouden moet daarom aan heel veel extra eisen voldoen: hij moet medisch geschikt zijn en heeft bijvoorbeeld trainingen gevolgd voor helikoptercrashes, voor werken met valbeveiliging, voor reddend zwemmen of voor het werken in besloten ruimten of in explosiegevaarlijke omgevingen. Het hebben van een VCA-certificaat is daarbij vergeleken een peulenschil. Net als bij petrochemische plants op de vaste wal is kennis van alle algemene en specifieke veiligheidsregels vereist. Die kennis wordt uiteraard getoetst. Dergelijke technici zijn niet van het type dertien-in-een-dozijn, maar Unisafe heeft ze. Alleen de meest ervaren technici komen in aanmerking om offshore te gaan, mannen die er geen negen-tot-vijf mentaliteit op na houden. Ze werken vanuit een organisatie die is gespecialiseerd in zeevaart-, binnenvaart-
en offshore service. Unisafe werkt met 85 man vanuit Hoogvliet en levert, installeert en onderhoudt brandblusapparatuur, veiligheids- en reddingssystemen en persoonlijke beschermingsmiddelen. Logistiek De Unisafe organisatie is ingesteld op snel en adequaat handelen. Schepen arriveren op een bepaalde tijd in een haven en blijven bij voorkeur slechts korte tijd afgemeerd. In die korte tijdspanne dienen onderhoud, reparaties, kalibratie en eventuele keuringen of beproevingen te worden uitgevoerd. Uitloop is geen optie. Het is dus zaak om elke actie goed voor te bereiden. Dat geldt ook voor onderhoud op platforms. Een platform bevindt zich weliswaar op een vaste plek, maar een helikopter of bevoorradingsschip reist niet extra op en neer voor een ontbrekende slang of een specifiek meetinstrument. De Unisafe-technicus dient dus vooraf nauwkeurig te weten met welke apparatuur hij wordt geconfronteerd, welke onderhouds- of kalibratieacties noodzakelijk kunnen zijn, wat er preventief vervangen dient te worden, enzovoort. Voor dat doel is er een uitgebreid registratiesysteem van alle apparatuur die voor de diverse offshore-klanten wordt beheerd en onderhouden. Elk veiligheidssysteem, onderdeel of apparaat is daarom voorzien van een eigen barcode, die in een database is opgenomen, inclusief de hele historie van het bewuste item. Dat geldt voor alle door Dräger geleverde componenten, maar ook voor blus- of reddingssystemen van andere fabrikanten. Bij de ‘eigen’ hardware is er uiteraard een uitgebreide back-
up mogelijk vanuit de hoofdvestiging in Zoetermeer. Unisafe werkt in de offshore met verplaatsbare werkcontainers, die volledig uitgerust, ingericht en ‘bevoorraad’ via weg en water worden vervoerd. De technicus kiest voor een snellere manier van reizen, meestal per helikopter. 24-7 Total Care Concept werkt Opdrachtgevers zijn erg tevreden over het unieke Total-Care concept. Onnodige stilstand en ergernis worden voorkomen en de gehele installatie en service van FRS (Fire, Rescue & Safety) is in vertrouwde handen van één betrouwbare, ter zake kundige en gecertificeerde partij. Ook de servicetechnicus is goed te spreken over de afwisseling in het werk. Het vergt weliswaar een flinke inspanning om zowel opblaasbare reddingsvlotten als ademluchttoestellen en gasdetectiesystemen te doorgronden, maar het is alleszins de moeite waard en de klant is een zorg lichter. Die klant hoeft zich niet per se in Nederlandse wateren te bevinden: de hele Noordzee is ‘thuismarkt’, ondersteund vanuit Hoogvliet, Oslo, Kopenhagen en Aberdeen. En als er een keer een onoverkomelijk probleem is, reist Unisafe desnoods naar de andere kant van de wereld. Dat is echter zelden nodig: goed onderhoud loont namelijk de moeite.
CONTACT
Bent u geïnteresseerd? Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Unisafe 010-2952710
16 |
Nieuws in het
kort DRÄGER X-PECT 8351
Hoge kwaliteit, sportieve oogbescherming De Dräger X-pect 8351 is een moderne, sportieve veiligheidsbril van de hoogste kwaliteit die zich goed laat combineren met conventionele halfgelaatsmaskers. Met een gewicht van slechts 26 gram, flexibele zachte neusstukken en drukvrije poten biedt deze veiligheidsbril ook voor sport en privégebruik een hoog draagcomfort. Het stabiele montuur met de antislip brillenpoten zorgt dat de bril,
ook bij intensieve arbeid of heftige bewegingen, altijd goed blijft zitten. De onbreekbare, rookgrijze polycarbonaat glazen, die bovendien antikrasen anticondens behandeld zijn, garanderen een blijvend goed zicht en een lange levensduur. Het ergonomische design sluit goed aan op het gezicht en biedt ook een uitstekende bescherming van opzij, zonder hinderlijk stootrisico of ‘windvang’. De Dräger X-pect 8351 wordt per 10 stuks geleverd.
DRÄGER X-PLORE VEILGHEIDSHELM
Gecombineerde hoofd- en adembescherming Dräger X-plore aanblaasunits beschermen tegen ongezonde omgevingscondities door gassen, dampen en/of stof. Metaalbewerkers, bouwvakkers en vele andere beroepsgroepen maken gebruik van verseluchtkappen of maskers gevoed door aanblaasunits. De aanblaasunit is een draagbare, accugevoede ‘ventilator’ die bij langdurig werk vermoeidheid door een hoge ademweerstand voorkomt. Als adembescherming vereist is en er geldt tevens een helmplicht, is de nieuwe Dräger X-plore veiligheidshelm met
polycarbonaat slijpvizier de beste oplossing, in combinatie met een Dräger X-plore 7300of 7500-serie aanblaasunit. De helm/kapcombinatie heeft een tot 90˚ opklapbaar vizier en volledig geïntegreerde ademluchtluchttoevoer. De hoofdband is van maat 51 tot 63 instelbaar en zorgt samen met de zachte elastische gezichtsafsluiting voor een uitstekend draagcomfort. Het omvangrijke programma van toebehoren maakt de X-plore helm flexibel inzetbaar bij nagenoeg alle verschillende toepassingen waarbij adembeschermingsplicht én helmplicht gelden.
| 17
QUAESTOR MULTIFUNCTIONEEL
Ook voor non-Dräger duiktoestellen De Quaestor 5000 en -7000 testsystemen voor ademluchttoestellen, gelaatsmaskers, gaspakken en duikapparatuur zijn een bekende verschijning in ademluchtwerkplaatsen. Ze behoren tot de wereldtop van meet- en beproevingsapparaten in de markt en zijn breed inzetbaar. Dräger krijgt regelmatig vragen over de inzetmogelijkheid voor het testen van onafhankelijke adembeschermingsapparatuur en duiktoestellen van andere fabrikanten. Via een ingebouwde kunstlong simuleert de
Quaestor de mens, en die mens blijft dezelfde voor elk denkbaar ademluchttoestel, van welk fabrikaat ook. Bovendien zijn alle eisen in normen vastgelegd. In bijna alle gevallen is moderne Dräger testapparatuur dus geschikt en toegelaten voor het beproeven van de bedoelde beschermingsmiddelen of duiktoestellen. Non-Dräger duiktoestellen zijn – met uitdrukkelijke goedkeuring van de betreffende fabrikanten – ook te beproeven op Dräger Quaestor 5000 en 7000. Bij twijfel verschaft Dräger graag nadere informatie.
DRÄGER CVP 5220 KOELVEST
Helpt hyperthermie voorkomen Het menselijk lichaam beschikt over regelmechanismen om de kerntemperatuur rond 37 °C te houden. Als het daar niet in slaagt, bijvoorbeeld door extreem hoge buitentemperaturen, zullen doorgaans duizeligheid, hoofdpijn, desoriëntatie en bewusteloosheid optreden. Een blijvend verstoorde warmtebalans kan noodlottig zijn. Een inzet met hoge externe temperaturen vereist maatregelen zoals het dragen van een koelvest als de Dräger CVP 5220. Onder de werkkleding gedragen
helpt het comfortvest bij het handhaven van de juiste lichaamstemperatuur in een hete werkomgeving en/of bij zwaar werk. De koeling wordt verzorgd door 20 geïntegreerde PCM-elementen (Phase Change Material). Vanaf een oppervlaktetemperatuur van 28 °C wordt de inhoud van deze elementen door opname van warmte-energie uit het lichaam langzaam vloeibaar. De lichaamstemperatuur van de drager kan zo gedurende enkele uren met 3 tot 4 °C worden gereduceerd.
AEROTEST 5000
Zuiverheid compressorlucht bewaakt Ademlucht uit compressoren mag nauwelijks oliesporen bevatten en het maximale gehalte waterdamp, koolmonoxide en kooldioxide is gespecificeerd in de NEN-EN 12021. Om te weten of de ademlucht aan de norm voldoet, moet regelmatig een (buisjes)meting worden verricht. De Aerotest 5000 is een grotendeels geautomatiseerde computergestuurde buisjesmeetset die voor zowel lage- als hogedrukinstallaties kan worden toegepast. De handza-
me koffer bevat een meter met touchscreen en vier aansluitingen voor meetbuisjes. Drie voor de H2O-, CO2- en CO-buisjes en één voor een Dräger Impactor om olie-aerosolen van alle typen olie te meten. De meetgegevens worden ingegeven en de interne computer – die beschikt over een database met de grenswaarden – geeft aan of het testresultaat goed is of niet. Het invullen van formulieren of tabellen is dus niet nodig: de Aerotest 5000 genereert zelf de gewenste rapporten op een usb-stick; print-gereed.
18 |
Nieuws in het
kort
DRÄGER PAS MAC 1000 EN 2000
Kleine mobiele ademluchtcompressoren te huur De PAS MAC 1000 en 2000 mobiele compressoren zijn bedoeld voor flexibele inzet op plaatsen waar tijdelijk onafhankelijke ademluchtvoorzieningen nodig zijn. De ‘1000’ voorziet één gebruiker van gefilterde ademlucht, de ‘2000’ kan er twee tegelijk aan. Beide modellen zijn met de hand verplaatsbaar en staan op wieltjes. De grotere modellen, PAS MAC 4000 en 8000, zijn kleine aanhangwagens. De mobiele
compressoren kunnen hun diensten bewijzen indien tijdelijk extra behoefte bestaat, bijvoorbeeld bij incidenten of bij industrieel onderhoud waarbij een bestaand leidingsysteem niet toereikend is. Met name voor strak gepland onderhoudswerk kan een extra ‘onuitputtelijke’ ademluchtbron een uitkomst zijn. Dräger Rental heeft een groot aantal compressoren beschikbaar, waardoor de klant op een snelle en kostenefficiënte manier in zijn behoefte kan voorzien.
DRÄGER X-ZONE SWITCH OFF 63 A
Krachtstroom automatisch afgeschakeld bij gasalarm De X-zone 5000 is een verplaatsbaar gasalarm met een draadloze repeaterfunctie. Een gasalarm, afgegeven door een X-zone, kan draadloos naar één of meer andere X-zones worden doorgestuurd. Elke X-zone beschikt over een aansluiting voor het sturen van externe apparatuur, zoals een X-zone Switch Off 32 A. Dat maakt het mogelijk dat een gasalarm in een besloten ruimte automatisch zorgt
voor afschakeling van de externe voeding van de in de ruimte gebruikte elektrische apparatuur. Dat was met de genoemde Switch Off mogelijk tot 32 ampère. Met de nieuwe X-zone Switch Off 63 A, net als de bestaande 32 A uitgevoerd als een robuust rvs-frame met standaard CEE-aansluiting, kan dat nu tot 63 ampère. Dat is voldoende voor bijvoorbeeld zwaardere lasapparaten. Uiteraard is ook de X-zone Switch Off 63 A ATEX gekeurd.
KEUREN SYSTEEMVEILIGHEID VULINSTALLATIES
Aandachtspunt bij keuring buffercilinders Ademluchtvulinstallaties werken met een systeemdruk van 300 bar. Deze druk mag – zelfs bij een onverhoopt defecte drukgestuurde afslag – nooit worden overschreden. Leidingen en buffervaten zijn niet ontworpen voor hogere drukken en zijn er wellicht dus niet tegen bestand. Elke ademluchtvulinstallatie is daarom voorzien van een systeemveiligheid, bestaande uit een nauwkeurig ingestelde veerbelaste klep die bij 300 bar opent en
de lucht aflaat naar buiten. Bij keuringen van compressoren en buffervaten volgens het geldende regime (compressoren 1 x per 4 jaar, buffercilinders 1 x per 6 jaar, inclusief demontage) zal deze mechanische systeemveiligheid (overdrukklep) dus ook worden gekeurd en beproefd, tegelijk met de buffercilinders. De Dräger servicedienst vervangt deze belangrijke laatste mechanische beveiliging op inruilbasis. Daarbij wordt de oude systeemveiligheid ingenomen en een gereviseerd en gekalibreerd exemplaar teruggeplaatst.
| 19
PSS Merlin telemetrie ook als pc-applicatie
PSS Merlin is ’s-werelds eerste draadloze bewakingssysteem voor ademluchtdragers. Met name brandweerkorpsen maken gebruik van dit systeem voor het bewaken van de ingezette manschappen. Die zijn tenslotte druk bezig met reddings- of blusacties, en kunnen enige hulp bij de bewaking van hun ademluchttoestel en hun eigen ‘toestand’ wel gebruiken. De inzetleider ziet vanaf zijn centrale positie inzettijd, cilinderdruk en ontvangt alarmen van de bewegingsloosmelder, restdrukwaarschuwingen en hand-matig afgegeven noodsignalen van alle ademluchtdragers afzonderlijk.
Centrale uitlezing Het Dräger PSS Merlin bord is het centrale paneel (inzetcontrolebord) waarop de data van ademluchttoestellen wordt gemonitord en bijgehouden tijdens de inzet. De informatie van alle ‘verbonden’ Bodyguard digitale manometers wordt daar verzameld en gepresenteerd aan de inzetleider. Deze persoon monitort alles en kan tevens individueel of collectief een evacuatiealarm verzenden. Dat wordt op de Bodyguard gesignaleerd en kan door de drager bevestigd worden. Het Merlin Tablet wordt meestal gebruikt met zogenaamde ‘tallysleutels’, die per ademluchtdrager in het tablet worden gestoken. Mobiele dataterminal met PSS Merlin Brandweervoertuigen zijn steeds vaker uitgerust met een mobiele dataterminal (MDT). Deze dataterminal of laptop kan desgewenst ook worden gebruikt om de telemetrieverbindingen met de Bodyguard te onderhouden, in plaats van het bord. Daarvoor is een telemetrie-zend-
ontvanger nodig. Dräger heeft deze zendontvanger ontwikkeld voor gebruik aan een computer en uitgerust met een usbkabel. Uiteraard moet de ‘Merlin-software’ op de bewuste computer zijn geïnstalleerd. De software biedt veel mogelijkheden: drag-and-drop groepsindeling, namen toewijzen aan gebruikers en andere functionaliteiten zijn eenvoudig in gebruik. Alle data wordt automatisch opgeslagen en is dus voor latere analyse beschikbaar. Fail-safe en optimaal geïntegreerd Ademluchttoestellen die zijn uitgerust met een PSS Merlin Modem in de rugplaat van het ademluchttoestel loggen zelf in op het basisstation zodra de afsluiter op de cilinder wordt geopend. De inzetleider kan zodoende nimmer uit het oog verliezen wie er actief is ingezet. Een volledig geladen accu maakt een continugebruik van acht uur mogelijk. De telemetriezendontvanger aan de computer of MDT wordt gevoed via de usb-poort.
Procedure De werkwijze verschilt nauwelijks van die met het PSS Merlin bord, alleen zullen tallysleutels niet in een slot worden geschoven. Dat is ook niet noodzakelijk door de automatische ‘aanmelding’ van elke Bodyguard, maar als de inzetleider graag vasthoudt aan de tallyprocedure, dan is dit mogelijk. Voor de ademluchtdrager maakt het telemetriesysteem geen verschil, behalve dat hij zich gesteund weet door de centrale bewaker. Oudere Merlin PSS systemen en de Bodyguard II werken ook met de nieuwe pc-applicatie en telemetriezendontvanger. Het PSS Merlin Tablet is leverbaar na de zomer.
CONTACT
Bent u geïnteresseerd? Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Dräger Veiligheidstechniek: 079-3444777
20 |
D7000 brandmeldcentrale flexibel, kostenefficiënt en heel mooi De D7000 is een betrouwbare en normconforme centrale, en zal dat lange tijd blijven.
Een brandmeldcentrale is heel lang een functionele en betrouwbare ‘doos vol elektronica’ geweest. De goede werking staat tenslotte boven alles. Dat is nog steeds zo, maar in de ogen van de architect ligt het vaak een tikje anders. In een gelikte 3D-presentatie van een nieuwe receptie – die bepaalt tenslotte de eerste indruk die een bezoeker van een bedrijfspand krijgt – is geen grijze of beige kast aan de wand meer te zien. De D7000 centrale heeft een zeer strak uiterlijk met zijn ‘night-design’ bedieningspaneel waardoor die best gezien mag worden. Helemaal wegwerken is natuurlijk ook mogelijk zonder dat er ook maar iets aan functionaliteit, betrouwbaarheid en bedieningsgemak verloren gaat. In dat geval wordt er gebruik gemaakt van een compact touchscreen-bedieningspaneel.
Night-design bedieningspaneel Het bedieningspaneel is bewust geen ‘verlichte kerstboom’: het is doorgaans donker. Als er geen meldingen zijn en alle lussen werken zoals het hoort, dan is het voldoende om met een enkel lampje aan te geven dat het systeem functioneert. Bij een ‘gebeurtenis’ wordt slechts die informatie verschaft die nodig is voor een adequate afhandeling. Deze informatie wordt bovendien afgestemd op het ‘toegangsniveau’ van de gebruiker. De informatie kan bijvoorbeeld bestaan uit duidelijke pictogrammen van componenten of van een melderlus(sen) die aandacht behoeven. Alleen knoppen die noodzakelijk zijn (en op het betreffende niveau vrijgegeven) voor interventies, testen, reset, bepaalde menu’s, enz. zijn verlicht. Wat niet ter zake
doet blijft donker. Dat ‘night-design’ maakt ook opgang in vliegtuigen en automobielen; tenslotte heeft een piloot of chauffeur alleen ‘echte’ informatie nodig; de rest is ballast en zorgt er slechts voor dat belangrijke zaken over het hoofd worden gezien. De vijf vrij programmeerbare functietoetsen kunnen worden gebruikt voor vaak voorkomende bedieningshandelingen en zorgen zodoende voor extra bedieningsgemak. Maatwerk via standaardmodules Het ontwerp van de centrale zelf is uiterst functioneel. Service moet met een minimum aan handelingen kunnen worden uitgevoerd, en liefst moeten ook uitbreidingen of aanpassingen snel en zonder ingrijpende operaties kunnen worden
doorgevoerd. De D7000 kan modulair worden opgebouwd. Het moederbord is naar behoefte uit te breiden met verschillende typen modules, afgestemd op de aantallen melders, signaalgevers en lussen in het bewaakte gebouw of gebied. Er zijn totaal zes verschillende modules beschikbaar. Naargelang de grootte van het systeem kunnen één of meerdere voedingseenheden worden toegepast. Uitbreiding in een later stadium is op deze manier geen probleem: een extra voedingsmodule is eenvoudig bij te plaatsen. De D7000 is in verschillende opbouwbehuizingsvarianten beschikbaar: van 2 tot maximaal 18 modules. Tevens is er een robuuste 19-inch variant met ladesysteem beschikbaar.
| 21
betrouwbaar en normconform
D7000
Optionele redundantie De centrale kan voorzien worden van een redundante processor. Bij uitval van één processor neemt de andere naadloos over. Hierdoor wordt een nog hogere beschikbaarheid van het systeem gegarandeerd. Uiteraard wordt dit ‘noodbedrijf’ afdoende gesignaleerd op de centrale en op bedieningspanelen. Bij meer dan 512 aangesloten melders is deze redundante processor zelfs een eis. In de voedingsmodules is de verplichte noodstroomvoorziening ingebouwd in de vorm van accu’s, en naar wens is tevens dubbele netvoeding vanuit verschillende groepen of fasen van het net realiseerbaar. Vooral in industriële omgevingen zijn driefasenaansluitingen nagenoeg ‘standaard’ aanwezig, hetgeen spreiding over de fasen mogelijk maakt.
Toekomstbestendig De D7000 functioneert met dezelfde melders en lussen als de D5000, maar kan overweg met maximaal 16 lussen (D5000 ‘slechts’ tot 4), van elk maximaal 127 melders. In het verleden werden bij grote projecten meerdere centrales gekoppeld, waardoor een decentraal systeem ontstond. Dat kan zo nodig nog steeds: de D5000 en de D7000 kunnen onderling worden gekoppeld. De D7000 biedt een riant toekomstperspectief. Innovaties met een nieuwe lustechnologie waarbij naast de bekende data voor brandmeldingen en sturingen ook beeld en spraak over de lus verstuurd kunnen worden zijn reeds in voorbereiding en kunnen wanneer beschikbaar eenvoudig in het systeem geïntegreerd worden. De D7000 is een
betrouwbare en normconforme centrale, en zal dat lange tijd blijven. Dräger is klaar voor een nog veiligere toekomst.
CONTACT
Bent u geïnteresseerd? Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Dräger Safety: 079-3444845.
22 |
Resolutie en blikveld als belangrijke eisen aan een warmtebeeldcamera De UCF 9000 laat weinig te wensen over
Heldere kijk op de situatie – onder alle omstandigheden
Het gebruik van warmtebeeldcamera’s neemt zienderogen toe. Zowel in de techniek als bij hulpdiensten wordt het ‘extra zintuig’ ingezet. Met thermische beelden wordt isolatie van woonhuizen geïnspecteerd op warmtelekken, elektrische installaties en toestellen worden gecontroleerd op (over-) verhitting en zelfs hennepkwekerijen worden ermee opgespoord. In de medische diagnostiek wordt het functioneren van weefsels en organen beoordeeld en douanediensten zetten thermische bodyscanners in. In de hulpverlening en brandbestrijding is het zoeken naar slachtoffers, vermiste personen, brandhaarden en zelfs gaslekkages een uiterst nuttige toepassing. Inmiddels heeft menigeen zijn leven te danken aan de warmtebeeldcamera. Dat geldt niet alleen voor slachtoffers van branden, maar ook voor de hulpverleners die gevaren tijdig onderkennen dankzij de camera. De ontwikkelingen staan niet stil, vooral niet bij
Dräger, waar juist de nieuwe UCF 9000 warmtebeeldcamera is verschenen. Eisen aan warmtebeeldcamera’s Aan warmtebeeldcamera’s voor hulpdiensten worden andere eisen gesteld dan aan camera’s voor technische of medische toepassingen. Zo dient het apparaat compact, licht en robuust te zijn, bestand tegen grote hitte, waterdicht, uiterst eenvoudig te bedienen (ook met handschoenen aan) en zowel het ‘thermisch bereik’ (gevoeligheid), de resolutie en de openingshoek ofwel het gezichtsveld moeten voldoende groot zijn. Bij het betreden van een brandend pand moet in luttele seconden een goed overzicht worden verkregen. Het missen van een brandhaard of een persoon kan fataal zijn. Al met al een scala aan heel specifieke eisen. Resolutie versus blikveld Het blikveld en de resolutie hangen
samen. Een groothoeklens voor een camera geeft direct een groter blikveld, maar dit gaat ten koste van de scherpte van de details. Bij een te groot gezichtsveld is dus weliswaar snel overzicht te krijgen, maar kleine objecten worden slechts door een gering aantal pixels weergegeven. Als de beeldscherpte voldoende moet zijn om (direct of naderhand bij het afspelen van vastgelegd beeldmateriaal) digitaal in te zoomen op belangrijke elementen, is een sensor met een groot aantal pixels wenselijk. Als de resolutie wordt vergroot, worden ook de eisen aan het optisch systeem strenger. Een betere kwaliteit lens en een goede (auto-) focus zijn vereist. Dräger UCF 9000 De nieuwste Dräger warmtebeeldcamera combineert een ruime zichthoek van 57 graden (horizontaal) met een resolutie van 384 x 288 pixels. De thermische reso-
| 23
lutie is 0,035 °C, wat wil zeggen dat extreem kleine temperatuurverschillen al waarneembaar zijn, hetgeen zelfs herkenning van sterk afgekoelde slachtoffers en thermisch geïsoleerde warmtebronnen mogelijk maakt. Het totale temperatuurbereik loopt van -40 tot +1000 °C. Bediening geschiedt met één hand (dezelfde die de camera vasthoudt), waarbij zelfs een dikke handschoen niet tot problemen leidt. Kleurenpalet Een warmtebeeldcamera is uitgerust met een infraroodgevoelige CCD-chip. Een beeld dat is gemaakt bij zichtbaar licht kan kleuren natuurgetrouw weergeven, een warmtebeeld wordt slechts gevormd door de intensiteit van infraroodstraling. Kleuren kunnen echter op het display worden toegepast om de temperatuur van objecten weer te geven. Dat betekent dat het zogenaamde kunstmatige kleuren betreft, door de elektronica geproduceerd om een zinvol en gevoelsmatig herkenbaar beeld te produceren. De intuïtie van de gebruiker wordt door de UCF 9000 geholpen door combinatie met het zichtbare plaatje en eenvoudige keuze van het kleurenpalet van het warmtebeeld, dat vervolgens individueel of als ‘overlay’ over het (dan zwart/wit) zichtbare videobeeld wordt getoond. Dat klinkt ingewikkeld, maar het leidt tot een optimaal herkenbaar beeld, zelfs voor onervaren gebruikers. Screenshots en video-opname Behalve live weergave (4 uur onafgebro-
Uitgever: Dräger Safety Nederland B.V. Postbus 310 2700 AH Zoetermeer Dräger Nieuws Nederland is een uitgave van Dräger Safety Nederland B.V., verschijnt twee keer per jaar in een oplage van 7500 exemplaren en wordt – verpakt in biologisch afbreekbaar folie – kostenloos toegezonden aan al haar relaties en klanten.
ken inzettijd op een volle accu) kan de UCF camera foto’s maken, beelden vastzetten (freeze frame) en videobeelden – inclusief geluid – vastleggen. Het interne geheugen slaat tot 2 uur bewegend beeld of 1000 foto’s op. Video-opname staat standaard ingeschakeld zodra de camera wordt gebruikt, waarbij de oudste opnamen automatisch worden overschreven als het geheugen vol is. Een foto maken tussendoor vergt slechts een enkele drukbeweging op de pistoolknop en leidt niet tot extra energieverbruik of een verkorting van de inzetduur. Alle beelden kunnen op de camera zelf worden teruggekeken en/of via een standaard usb-aansluiting naar een gewone computer worden overgedragen. Desgewenst kan dit materiaal worden bewerkt of gebruikt voor bijvoorbeeld training of evaluatie van een inzet. Interface-software wordt standaard bijgeleverd, maar de camera laat zich ook via Windows Verkenner benaderen. De bestanden (.jpg en .wmv) zijn via nagenoeg alle standaardviewers te bekijken. No nonsens De Dräger UCF 9000 herbergt vele functies en ‘handigheidjes’ die het leven vergemakkelijken. Zo zijn de laserpointer en de thermische scanfunctie standaard aanwezig. De grote valkuil van ‘intelligente’ apparatuur is dat de gebruiker verdwaald raakt in menu’s en toetsen. Dat geldt niet voor de UCF 9000. Ondanks zijn veelzijdigheid is de camera net zo gemakkelijk te bedienen als de ‘basisuitvoeringen’ UCF 6000 en 7000. Tenslotte
is er in het heetst van de strijd weinig waardering voor een apparaat dat even niet doet wat het zou moeten doen omdat er bijvoorbeeld een menu op het scherm staat. De 9000 is altijd paraat en valt – default – terug in stand-by als hij 30 seconden niet wordt vastgehouden. Het apparaat is ATEX zone I en NFPA 1801 toegelaten en er zijn vele accessoires beschikbaar. Een kleine greep daaruit: een lamp, gordelclip met automatisch oprollend koord, draagband, autolader, statieven en een koffer voor opslag en transport.
CONTACT
Bent u geïnteresseerd? Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Dräger Veiligheidstechniek: 079-3444777
Hoofdredacteur: Marc Ettema Tel. 079-3444666
Vormgeving: von Rauschenbach Kommunikation Lübeck, Duitsland
Redactieteam: Marcel Captijn, Patrick van Vugt, Mascha Fiktorie, Roger Zonnenberg, Martina van Oosten, Mark Schilte, Peter van Buuren, Wilco Kurpershoek, Gerrit Grefelman, Eric Brouwer, Ton Sebel, Hans van Moolenbroek, Harm de Jong, Arno Dekker, Pieter Bakker, Benjamin Brandenburg en Andrea Goerndt
Fotografie: Dräger Drukwerk: Drukmotief B.V.
© Dräger Safety Nederland BV, 2012 Alle rechten voorbehouden. Deze publicatie mag niet worden gereproduceerd, opgeslagen in een datasysteem of openbaar gemaakt, in welke vorm of met welke methode dan ook, hetzij elektronisch, hetzij mechanisch, door middel van fotokopie, opname of welke andere techniek dan ook, hetzij geheel, hetzij gedeeltelijk, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever.
De artikelen in deze nieuwsbrief bevatten informatie over producten en hun mogelijke toepassingen in het algemeen. Ze houden geen enkele garantie in dat een product specifieke eigenschappen heeft of geschikt is voor enig specifiek doel. Gespecialiseerde medewerkers worden geacht exclusief gebruik te maken van de vaardigheden die ze hebben verworven door hun opleiding en training en door praktijkervaring. De zienswijzen, meningen en uitspraken zoals uitgedrukt door de personen die in de tekst voorkomen alsmede door de externe auteurs van de artikelen, komen niet noodzakelijkerwijs overeen met die van de uitgever. Dergelijke zienswijzen, meningen en uitspraken komen volledig voor rekening van de betreffende personen. Niet alle producten die worden genoemd in deze nieuwsbrief, zijn wereldwijd verkrijgbaar. Uitrustingspakketten kunnen van land tot land verschillen. We behouden ons het recht voor wijzigingen aan te brengen in producten. De actuele informatie is verkrijgbaar bij de uitgever.
N]j]d\oab\Ûn]jljgmo]f e]]jÛ\YfÛ]]fÛ`Yd^Û eadbg]fÛ_]Zjmac]jkÛ gh
;j_]jJ]fkgj]f Dg]l]fÛo]Ûfg_Ûe]]jÛr]__]f