Neurostimulatie Low frequency
Inleiding Naast de inlichtingen die u van uw arts of pijnverpleegkundige heeft gekregen, bezorgen wij u met deze brochure bijkomende informatie over de behandeling met neurostimulatie, toelichting over de ingreep en de verpleegkundige verzorging, maatregelen en beperkingen waarmee u rekening moet houden.
Wat is low frequency neurostimulatie Bij neurostimulatie worden elektroden tegen het ruggenmerg geplaatst in de epidurale ruimte. Via die elektroden worden elektrische impulsen gestuurd die ervoor zorgen dat pijnsignalen worden geblokkeerd voor ze de hersenen bereiken. Vaak gebruiken we voor de term ‘neurostimulatie’ ook wel de afkorting SCS (Spinal Cord Stimulation) of DCS (dorsal column stimulation). Ter verduidelijking een voorbeeld: wanneer u uw hand verbrandt, koelt u die af onder stromend water. De koude waterstroom leidt u van de pijn af, waardoor u de pijn in mindere mate ervaart. Low frequency neurostimulatie werkt gelijkaardig: de stimulatie wekt tintelingen op in het pijngebied. Die tintelingen ervaart u als aangenaam en leiden u geheel of gedeeltelijk af van de pijn. De vermindering van de pijn varieert van patiënt tot patiënt. Verdwijnt de pijn? Het effect van neurostimulatie is zeer individueel. U doorloopt een proefperiode van 4 weken om na te gaan of neurostimulatie een gunstig effect heeft op uw pijn. U neemt onmiddellijk tintelingen waar. Met low frequency neurostimulatie treedt pijnverlichting vrijwel onmiddellijk op. Als gebruik gemaakt wordt van een draadelectrode zal een medewerker van de firma tijdens de ingreep een aantal tests doen om na te gaan of de tintelingen voor u op de goede plaats zitten. Vanaf dat moment wordt de batterij aangezet. Bij het plaatsen van een plaatelectrode bent u onder volledige narcose en zullen de tests pas worden uitgevoerd na de ingreep. Tijdens de proefperiode kunnen de instellingen van de batterij worden aangepast. Daarom is het belangrijk dat u 2 keer op consultatie komt. U zal ook een pijndagboek bijhouden om op die manier het effect op uw pijn goed in kaart te brengen.
2
Voordelen van neurostimulatie
Het is een doeltreffend alternatief voor herhaalde rugoperaties, medicatie, zenuwpijn na een trauma of andere pijnbehandelingen. Het verhoogt de levenskwaliteit. Het wordt goed verdragen, complicaties zijn zeldzaam en behandelbaar. Het is een omkeerbare behandeling, er gebeuren geen drastische veranderingen. Er zijn geen medicamenteuze nevenwerkingen aangezien we geen medicatie toedienen. We kunnen de pijnmedicatie ook afbouwen waardoor minder nevenwerkingen en interacties optreden. Het is een minimaal-invasieve ingreep.
Nadelen van neurostimulatie
Het is een ingrijpende en dure behandeling. Het is daarom heel belangrijk dat we goed nagaan of neurostimulatie de beste optie voor u is. Niet iedere patiënt met chronische pijnklachten is hiermee gebaat, daarom doorloopt u een proefperiode van 4 weken. De lichamelijke problemen die aanleiding geven tot de pijn, worden niet opgelost door middel van neurostimulatie. Neurostimulatie kan alleen de pijn als gevolg van de aandoening verlichten en de levenskwaliteit verbeteren. We kunnen niet altijd elke pijnlijke plaats bereiken. Het vergt een chirurgische ingreep. De paresthesieën (tintelingen) zijn constant aanwezig. Soms moet de patiënt aanvullend pijnmedicatie innemen.
Wanneer komt u in aanmerking voor neurostimulatie? Bij de indicatiestelling houdt de arts rekening met volgende factoren
Voorgaande behandelingen boden voor u geen oplossing. De psychiater verleende zijn goedkeuring voor de neurostimulatie. U bent niet verslaafd aan medicijnen, alcohol of drugs en bent bereid uw medicatie af te bouwen. U staat positief ten opzichte van de therapie.
Goedkeuring voor definitieve batterij Als we na de periode van 4 weken aan de adviserend geneesheer van het ziekenfonds kunnen aantonen dat u minstens 50% pijndaling ervaart en uw pijnmedicatie minstens gehalveerd werd, komt u in aanmerking voor terugbetaling. Contacteer uw ziekenfonds voor meer informatie over mogelijke terugbetaling. Handige hulpmiddelen hierbij zijn het pijndagboek en de vragenlijst die u voor en na de proefstimulatie invult. 3
Voorbereiding Het secretariaat van de dienst neurochirurgie/pijnkliniek maakt de nodige afspraken voor u. Vragenlijst We vragen u een vragenlijst in te vullen voor en na de proefbehandeling en die steeds aan de arts of pijnverpleegkundige af te geven. Door middel van die vragenlijst wordt duidelijk wat voor u moeilijk is, waar de pijn zich bevindt, welke medicatie u neemt… Doordat u de vragenlijst zowel voor als na de proefbehandeling invult, is het mogelijk de evolutie weer te geven op vlak van pijn, functioneren en medicatiegebruik. Consult bij de pijnarts/neurochirurg De pijnarts of neurochirurg voert een uitgebreid onderzoek naar uw medische voorgeschiedenis en een lichamelijk onderzoek uit om vast te stellen of er sprake is van een objectieve grond voor de pijn. Consult bij de psychiater Waar de pijnarts meer nadruk legt op het lichamelijke aspect, wordt er tijdens een psychiatrisch consult uitgebreid aandacht besteed aan de psychologische impact en de gevolgen van uw chronische pijnklachten. Gezien het grote belang van de psychologische impact, is het noodzakelijk dat de psychiater goedkeuring geeft voor het plaatsen van een neurostimulator. Consult bij de pijnverpleegkundige Tijdens die consultatie overlopen we alles, beantwoorden we alle nog bestaande vragen en brengen we een aantal formaliteiten in orde: Het invullen van het eerste deel van de vragenlijst. U krijgt een patiëntenboekje (identificatie, preoperatieve onderzoeken) mee dat u best naleest, invult en ondertekent. We nemen tijdens de preoperatieve consultatie een cultuurwisser in de neus ter preventie van infectie. Bij een positief resultaat vragen we u Bactroban® neuszalf te gebruiken en u de dagen voorafgaand aan de operatie te wassen met de antiseptische zeep Hibiscrub®. Multidisciplinair overleg Tijdens dat overleg bekijken de neurochirurg, pijnarts, psychiater en pijnverpleegkundige of neurostimulatie voor u een oplossing kan bieden.
4
Praktisch Overgevoeligheid en allergie voor medicatie of andere zaken moet u melden aan de behandelende arts. Neemt u bloedverdunnende medicatie, meld dat dan vooraf aan uw verwijzende en behandelende arts. Uw arts kan een bloedstaal nemen om de stolling te controleren en starten met vervangende medicatie. Laat de arts ook weten of u regelmatig last heeft van een bloedneus of snel blauwe plekken oploopt. In het preoperatief patiëntenboekje kunnen u en uw huisarts alle info vinden over het stoppen en/of vervangen van bloedverdunners.
Proefstimulatie In de eerste fase ondergaat u een proefperiode van 4 weken om te testen of de behandeling bij u een pijndaling oplevert. In die periode komt u minstens 2 keer op consultatie voor wondverzorging en opvolging van het effect van de behandeling. Het doel van de proefstimulatie is nagaan of neurostimulatie kan helpen uw pijn te verminderen. Om in aanmerking te komen voor terugbetaling, streven we een pijndaling na van minstens 50% en een vermindering van pijnmedicatie met eveneens minimum 50%. Praktisch
U wordt opgenomen de dag voor de ingreep of de dag van de ingreep zelf. We prikken bloed, nemen een vragenlijst af en maken eventueel een EKG (film van het hart). We vragen u om vanaf middernacht nuchter te blijven. De ingreep duurt ongeveer 1 uur. De dag van de ingreep heeft u verplichte bedrust, uw hoofdsteun mag 30 graden omhoog en na 6 uur mag u zich draaien met een rechte rug. Normaal verblijft u 3 tot 4 dagen op de afdeling. Voor u het ziekenhuis verlaat maken we nog een röntgenfoto ter controle. Wij bezorgen u controle-afspraken en noodzakelijke documenten.
Indien de elektrode zich verplaatst, kan dat een wijziging veroorzaken van het gebied waar u de tintelingen voelt. Afhankelijk van de hoogte van de elektrode in het ruggenmergkanaal, kan de sterkte van de tintelingen veranderen wanneer u uw nek naar achteren buigt, wanneer u naar achteren leunt of wanneer u gaat liggen of zitten. Na verloop van tijd zal die zogenaamde houdingsafhankelijkheid van de elektrode echter afnemen.
5
Hoe verloopt de ingreep? Bij het inbrengen van de elektrode ligt u op uw buik op de operatietafel. Via een kleine insnede in de huid ter hoogte van de rug wordt de elektrode in de epidurale ruimte (ruimte gelegen in het ruggenmerg) geplaatst. Afhankelijk van de indicatie kan beslist worden tot het implanteren van een plaatelektrode (chirurgische electrode) die door de neurochirurg wordt geplaatst of een draadelektrode die door de pijnarts wordt geplaatst. Welke elektrode bij u wordt gebruikt, bespreken we multidisciplinair en delen we u vooraf mee. De elektrode verbinden we met een externe neurostimulator. Die geeft elektrische impulsen die de pijnsignalen blokkeren voor ze de hersenen bereiken. Door middel van low frequency neurostimulatie trachten we het hele pijngebied te bedekken met tintelingen die u als aangenaam ervaart. Een tijdelijke stimulator (batterij), die een gespecialiseerde medewerker tijdens of na de ingreep bedient, wekt die tintelingen op. Daarbij stellen wij u vragen over de plaats waar u de tintelingen ervaart en over de sterkte en kwaliteit van de aangeboden tintelingen. Op basis van uw antwoorden programmeren we de neurostimulator. Na de operatie zal u via een patiënten-programmeerapparaat de neurostimulator aan en uit kunnen zetten en bepaalde instellingen kunnen wijzigen. Zo kan u onder andere de sterkte van de tintelingen bepalen die u als aangenaam ervaart. Medewerking van de patiënt Voor het welslagen van de neurostimulatie is het belangrijk dat u actief deelneemt aan de behandeling. Dat kan betekenen dat aanvullende behandelingen of onderzoeken noodzakelijk zijn.
Implantatie van de definitieve neurostimulator Als de proefstimulatie slaagt en er is goedkeuring van de adviserend geneesheer van het ziekenfonds, dan maakt uw arts afspraken voor de implantatie van het definitieve systeem. Hierbij wordt onder volledige narcose een batterij onderhuids in het lichaam geplaatst en met de elektroden verbonden. Meestal wordt de batterij ingeplant ter hoogte van de buikzijde of het zitvlak.. Via een patiënten-programmeerapparaat kunt u de neurostimulator aan- of uitzetten en de intensiteit van de tintelingen aanpassen.
6
Praktisch
Tijdens de preoperatieve consultatie voorafgaand aan de definitieve implantatie, nemen we een cultuurwisser af in uw neus ter preventie van infectie. Bij een positief resultaat vragen we u Bactroban® neuszalf te gebruiken en om u de dagen voorafgaand aan de operatie te wassen met de antiseptische zeep Hibiscrub®. Op de avond en ochtend voor de operatie krijgt u een volledige wasbeurt met Hibiscrub® in het kader van infectiepreventie. U wordt opgenomen de dag van de ingreep. Die dag blijft u nuchter tot na de ingreep. Voor de ingreep nemen we een controle-röntgenfoto. U verblijft na de ingreep normaal 1 dag op de afdeling. Na de ingreep houdt u 24u bedrust om nabloeden tegen te gaan. Vraag steeds hulp aan de verpleegkundigen. Plaats het hoofdeinde van het bed 30 graden hoger. Glijd of schuif niet van het bed, maar vraag hulp aan de verpleegkundigen. De stimulator wordt reeds tijdens de ingreep opgestart. De dag na de ingreep krijgt u uitleg hoe u met het patiëntenprogrammeerapparaat kan werken en kunnen eventueel aanpassingen gebeuren aan de instellingen.
Controleraadpleging U komt een paar weken na de definitieve implantatie op controle op de pijnkliniek. De afspraak geven wij u mee bij ontslag uit het ziekenhuis. Als u tot die tijd vragen heeft, mag u steeds contact opnemen via het secretariaat van de pijnkliniek.
Instructies bij ontslag uit het ziekenhuis Pijn na de operatie? Zoals bij elke ingreep zult u last hebben van wondpijn. Er zal een kleine insnede aanwezig zijn ter hoogte van de ruggengraat (waar de elektrodes geplaatst werden) en een wondnaad ter hoogte van de buik of de bil (waar de batterij geplaatst werd). De plaats waar de batterij geïmplanteerd is, kan gedurende twee tot zes weken na de operatie gezwollen zijn. U krijgt postoperatief pijnstilling toegediend.
7
Verpleegkundige zorg Tijdens de proefperiode De thuisverpleegkundige zal elke dag bij u langskomen om de verbanden te controleren. Als die niet bebloed of losgekomen zijn, Moeten ze niet worden ververst. Verder zal de thuisverpleegkundige nagaan of u zich algemeen goed voelt. Vraag gerust zijn/haar hulp bij het invullen van het patiëntendagboek. De huisarts of verpleegkundige van de pijnkliniek verwijdert de hechtingen twee weken na de ingreep. Verwijder nooit zelf de pleister. Het is zeer belangrijk dat u die instructies volgt om een goede wondheling te verkrijgen en om infectie te vermijden. Na implantatie van de permanente neurostimulator Na de definitieve implantatie zal opnieuw een thuisverpleegkundige langskomen om uw wonden te verzorgen Mogelijke complicaties Om een goede wondgenezing te bevorderen, moet u de adviezen over de verzorging van uw operatiewonden goed opvolgen. Lichaamshygiëne en het regelmatig verversen van kledij en bedlinnen zijn erg belangrijk. Pas ook steeds op met het knuffelen van huisdieren. De kans op complicaties (direct) na de operatie is aanwezig. Het is belangrijk bedacht te zijn op volgende symptomen bloedingen infecties (koorts – koude – etter of rode zwelling) aanhoudende hoofdpijn moeilijkheden met de neurostimulator overgevoeligheidsreactie toenemende pijn op de plaats van de ingreep hoofdpijn (stijf aanvoelen van de nek) misselijkheid / braken draaierigheid plotse toename van de pijn lichtschuwheid, verminderd of troebel zicht vochtig aanvoelen van het verband Problemen met uw stimulator plots uitvallen van de stimulator leiding tussen uzelf en de stimulator is niet meer intact Als u één van die symptomen ervaart, moet u het secretariaat van de pijnkliniek/neurochirurgie raadplegen. 8
Douchen en baden Douchen mag na afloop van de proefperiode en na de definitieve implantatie zodra alle hechtingen verwijderd zijn. Baden mag vanaf 4 weken na de definitieve implantatie. Beweging Het is heel belangrijk om tijdens de eerste 8 weken een aantal aandachtspunten in aanmerking te nemen om het risico op verschuiving van de elektrode zoveel mogelijk te beperken. Vermijd tijdens het herstel volgende activiteiten boven het hoofd reiken bruusk draaien vooruit, achteruit of zijwaarts buigen meer dan 2,5 kg optillen trek niet aan de bedrading die uit uw lichaam komt gebruik de ‘papegaai’ niet (de driehoek die boven uw ziekenhuisbed hangt) fiets niet voor u de goedkeuring krijgt van de arts
Instructies op lange termijn Zodra u zich beter begint te voelen en de termijn van acht weken verstreken is, kunt u ook langzamerhand een groot aantal activiteiten hervatten thuis of op het werk – indien van toepassing. Verder moet u zelf aanvoelen wat binnen uw mogelijkheden ligt en steeds rekening houden met eventuele beperking bij seksuele activiteiten hobby’s: wandelen, tuinieren, fietsen, zwemmen,… reizen Activiteiten
Vermijd activiteiten die drukkracht op de geïmplanteerde onderdelen van de neurostimulator uitoefenen. Vermijd hoge druk (>2 atmosfeer) bv. bij duiken of in hoge-drukkamers. Bij bezoek van sauna en/of zonnebank, kan de batterij opwarmen en eventueel brandwonden veroorzaken: voorzichtigheid is geboden! Bij massage is diepe weefseldruk op de onderdelen van het systeem te vermijden.
Medische onderzoeken Gelieve vooraf uw arts te raadplegen als een MRI/NMR voor u wordt aangevraagd.
9
Autorijden De low frequency stimulator zet u best uit (of zet u zachter) om de wagen te besturen. Wanneer u een voertuig bestuurt, kan een plotselinge toename of verandering van de stimulatie u de controle over het voertuig doen verliezen. Tijdens de proefperiode is het niet aangewezen zelf de wagen te besturen. In het begin raden we lange ritten in de auto af. Magneten en elektronica Magneten kunnen eventueel een neurostimulator aan- of uitzetten; geprogrammeerde instellingen wijzigen hierdoor niet. U moet hiermee rekening houden bij diefstaldetectoren detectie- en veiligheidssystemen heel grote stereoluidsprekers met magneten lasapparatuur hoogspanningsleidingen elektrische verdeelstations en krachtcentrales metaaldetectiesystemen op luchthavens U kunt zonder problemen – binnen uw persoonlijke fysieke mogelijkheden – huishoudelijke toestellen bedienen waaronder magnetrons tv, radio, stereoapparatuur, videospelletjes en bijhorende afstandsbediening broodrooster, mixer en elektrische blikopener haardroger en scheerapparaat elektrische dekens en verwarmingselementen elektrisch tuingereedschap computer, printer… Levensduur van de neurostimulator Er zijn verschillende soorten stimulatoren. Afhankelijk van de sterkte van de stimulaties kunnen we kiezen voor een heroplaadbaar systeem. U krijgt hierover uitgebreid informatie na afloop van de proefperiode. Het aantal uur per dag dat u de neurostimulator gebruikt en de programmainstellingen bepalen de levensduur van de batterij van de neurostimulator. Identificatiekaart Als u het ziekenhuis verlaat, krijgt u een identificatiekaart. Op die kaart vindt u gegevens over het geïmplanteerde systeem en de pijnkliniek. Ze waarschuwt anderen dat er bij u een medisch apparaat is geïmplanteerd. Hierop staan ook de naam en het telefoonnummer van uw behandelende arts voor noodgevallen. Laat 10
uw identificatiekaart aan het personeel van de veiligheidsdienst van de luchthaven zien zodat zij u kunnen doorlaten. Als u toch langs beveiligingsapparatuur moet, kan u best de neurostimulator met het patiënten-programmeerapparaat uitschakelen tot u voorbij het detectiesysteem bent, waarna u opnieuw kan opstarten. Zorg dat u de kaart altijd bij u heeft en verwittig ons als u ze verliest.
Achtergrond bij Low Frequency neurostimulatie Brengt neurostimulatie schade toe aan het lichaam? Ruggenmergstimulatie is veilig en de laatste twee decennia succesvol toegepast bij duizenden mensen. Er is Europese goedkeuring (CE-markering) voor de producten en goedkeuring door de U.S. Food and Drug Administration (FDA). Kunnen er bijwerkingen ontstaan? Voor zover bekend heeft neurostimulatie geen bijwerkingen. In tegenstelling tot sommige pijnstillers leidt neurostimulatie niet tot slaperigheid, verwardheid of misselijkheid. Neurostimulatie werkt niet verslavend. Is de definitieve stimulator zichtbaar? Afhankelijk van uw lichaamsbouw en de plaats waar de stimulator is ingebracht, is de neurostimulator al dan niet zichtbaar. De meeste patiënten kunnen de omtrek van het apparaat waarnemen als een verhevenheid (‘bobbel’) van de huid. Patiënten kunnen de stimulator goed onder de huid voelen.
11
Nuttige telefoonnummers Secretariaat neurochirurgie dr. Jeroen Ceuppens en dr. Luc Fidlers Loofstraat 43 | 8500 Kortrijk t. 056 63 43 00 Secretariaat anesthesie dr. Carl Vandenbossche en dr. Pieter-Jan Germonpré Burgemeester Vercruysselaan 5 | 8500 Kortrijk t. 056 63 30 35 Verpleegkundig pijnspecialist Stefanie Decock Burgemester Vercruysselaan 5 | 8500 Kortrijk t. 056 63 30 37 Verpleegkundig pijnconsulent Sarah Mortier Burgemester Vercruysselaan 5 | 8500 Kortrijk t. 056 63 30 34
vzw az groeninge zetel: Pres. Kennedylaan 4 | 8500 Kortrijk t. 056 63 63 63 | f. 056 63 63 69 | www.azgroeninge.be vu: Jan Deleu, Pres. Kennedylaan 4 | 8500 Kortrijk doc. 55941 – november 2015 ziekenhuis internationaal erkend door JCI voor veilige zorg en kwaliteit: www.azgroeninge.be/kwaliteit
12