capita selecta
Effecten en kosten van adjuvante chemotherapie bij operabele lymfklierpositieve borstkanker met HER2/neu-overexpressie E.J.Vos, S.C.Linn en S.Rodenhuis
Zie ook het artikel op bl. 770.
– Nieuwere adjuvante chemotherapie verbetert de prognose van borstkanker aanzienlijk. Vooral bij jonge vrouwen (< 50 jaar) met een ongunstig risicoprofiel (tumorpositieve okselklieren) is de te behalen winst groot. – De recente inzet van taxanen en trastuzumab heeft de geneesmiddelenkosten van een adjuvante behandeling bij hoogrisicomammacarcinoom sterk verhoogd. Vooral trastuzumab is verantwoordelijk voor de kostenstijging. – De meerkosten van cytostatica (10.079 euro per gewonnen levensjaar) lijken gerechtvaardigd, als men ervan uitgaat dat vrouwen onder de 50 jaar nog een levensverwachting hebben van circa 33 jaar, veelal maatschappelijk relevante functies hebben en dat genezing mede zaken als ziekteverzuim, arbeidsongeschiktheid en (ook) dure palliatieve zorg voorkomt. – De farmaceutische industrie besteedt ongeveer net zoveel aan onderzoek en innovatie als aan adverteren. Door de marketingkosten te reduceren, is er ruimte voor prijsverlaging van nieuwe en maatschappelijke relevante geneesmiddelen. – Tenslotte blijft de vraag prangend waarom onze overheid de Nederlandse ziekenhuizen niet volledig wil compenseren voor de introductie van nieuwe, potentieel levensreddende geneesmiddelen. Een substantieel percentage van de kosten moeten de ziekenhuizen zelf opbrengen uit hun daarop niet toegesneden reguliere budget. Dit gaat in toenemende mate ten koste van andere zorg. Ned Tijdschr Geneeskd. 2006;150:776-80
Borstkanker is met ruim 13.000 nieuwe patiënten per jaar de meest voorkomende vorm van kanker bij vrouwen in Nederland. Hoewel de incidentie van borstkanker stijgt, daalt de sterfte.1 Deels komt dit door het bevolkingsonderzoek, waardoor de tumor in een vroeger, beter behandelbaar stadium wordt opgemerkt, maar vooral komt dit door de betere behandeling. De Engelse statisticus Peto heeft berekend dat de voortdurende verbetering van de behandeling de sterfte aan borstkanker in de periode 1970-2000 met zo’n 25-30% heeft doen afnemen bij vrouwen in de leeftijdsgroep 50-69 jaar.2 Het is niet verwonderlijk dat deze tendens ook tot uiting komt in de statistieken van de Amerikaanse, Europese en ook Nederlandse kankerregistraties. Verwacht mag worden dat voortgaande verbetering van de behandeling een nog verdere daling van de sterfte aan borstkanker tot gevolg zal hebben. Zo voorspelt de Early Breast Cancer Trialists’ Collaborative Group (EBCTCG) dat in het jaar 2010 het aantal sterftegevallen ten gevolge van borstkanker in genoemde leeftijdscategorie met 50% zal zijn afgenomen.3 Deze vooruitgang kost echter geld. Nieuwe behandeNederlands Kanker Instituut-Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis, Plesmanlaan 121, 1066 CX Amsterdam. Raad van Bestuur: hr.drs.E.J.Vos, researchmanager. Afd. Medisch-oncologische Disciplines: mw.dr.S.C.Linn en hr.prof.dr. S.Rodenhuis, medisch oncologen. Correspondentieadres: hr.drs.E.J.Vos (
[email protected]).
776
lingen zijn veelal arbeidsintensiever dan voorheen, en de nieuwe medicamenten zijn duur. Steeds vaker wordt daarom de vraag gesteld of de gezondheidswinst die door de vooruitgang in de behandeling te behalen is, de meerkosten waard is. In dit artikel gaan wij in op deze vraag door de overlevingswinst bij borstkanker die door de snel evoluerende adjuvante chemotherapie wordt behaald in relatie tot haar geneesmiddelenkosten te plaatsen. Directe aanleiding hiertoe vormt de recente introductie van het dure geneesmiddel trastuzumab in de adjuvante behandeling van borstkanker. Trastuzumab is voor genoemde indicatie niet geregistreerd. De European Agency for the Evaluation of Medicinal Products (EMEA) verwacht echter dat dit medio 2006 zal plaatshebben (www.cbg-meb.nl). ontwikkeling van adjuvante chemotherapie Tot ongeveer 2000 bestond adjuvante chemotherapie bij patiënten met operabele borstkanker voornamelijk uit de schema’s cyclofosfamide, methotrexaat en fluorouracil (CMF), doxorubicine en cyclofosfamide (AC), of fluorouracil, doxorubicine en cyclofosfamide (FAC). Vaak werd daarbij in plaats van doxorubicine epirubicine (FEC) gebruikt, omdat dit mogelijk minder schadelijk is voor de hartspier. De toepassing van deze adjuvante schema’s heeft de overleving bij operabele borstkanker sterk verbeterd.3
Ned Tijdschr Geneeskd. 2006 8 april;150(14)
In de loop van de tijd zijn daarnaast nog vele andere combinaties onderzocht met het doel de overleving van patiënten met operabele borstkanker verder te verbeteren, waaronder combinaties met nieuwe cytostatica die eerder hun waarde bij de behandeling van vergevorderde borstkanker hadden bewezen, zoals de taxanen. Met name in de VS hebben de taxanen (vooral paclitaxel) zich de laatste jaren een plaats verworven in de adjuvante behandeling van patiënten met lymfklierpositief mammacarcinoom. In Europa is dit beleid niet direct overgenomen. In het algemeen werd door de Europese professionals de wetenschappelijke basis hiervoor nog te smal bevonden. Het wachten was op aanvullende klinisch-wetenschappelijke confirmatie. Recent is deze geleverd. Twee grote studies hebben bevestigd dat toevoeging van taxanen (met name van docetaxel) aan antracyclinebevattende adjuvante chemotherapie de ziektevrije 5-jaarsoverleving en de 5-jaarsoverleving verder verbetert bij lymfklierpositief mammacarcinoom.4 5 Deze resultaten hebben er in Nederland recent toe geleid dat de combinatie van docetaxel, doxorubicine en cyclofosfamide (TAC) als alternatief voor het standaard-FAC-schema in de richtlijn ‘Behandeling van het mammacarcinoom’ van het Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO (CBO) wordt aanbevolen voor hoogrisicomammacarcinoom.6 In mei 2005 zijn op de jaarlijkse bijeenkomst van de American Society of Clinical Oncology (ASCO) de eerste resultaten bekendgemaakt van 3 grote onderzoeken naar de werking van trastuzumab bij de behandeling van patiënten met mammacarcinoom met overexpressie van humane epidermale-groeifactorreceptor-2(HER2)/neu.7 Uit de eerste analyse van de 3 onderzoeken,8 9 waaraan duizenden patiënten in de hele wereld hebben deelgenomen, blijkt dat een jaar behandeling met trastuzumab toegevoegd aan operatie, bestraling en adjuvante chemotherapie de kans op recidief en uitzaaiing van dit type borstkanker met ongeveer de helft vermindert. De uitkomsten van de onderzoeken zijn echter nog niet voldoende. Zo is de mediane follow-up van de ‘National surgical adjuvant breast and bowel project’(NSABP)-trial en de ‘North Central Cancer Treatment Group’(NCCTG)-trial tezamen nog maar 2 jaar. Langjarige overlevingsresultaten zijn nog niet voorhanden. Het is in principe dus denkbaar dat de recidieven en uitzaaiingen van borstkanker door trastuzumab niet echt worden voorkomen, maar alleen worden uitgesteld. Het nu waargenomen gunstige effect zou theoretisch in de komende jaren verloren kunnen gaan. De kans hierop lijkt echter klein: bij andere aanvullende chemotherapie blijkt het gunstige effect in de loop der jaren juist toe te nemen.3 De Nederlandse Vereniging voor Medische Oncologie beveelt haar leden dan ook het gebruik van trastuzumab aan bij de adjuvante behandeling van patiënten met HER2/neu-positief mammacarcinoom (www.nvmo.org). De inhoud van de CBO-richtlijn is in overeenstemming met de nieuwe kennis.6
overlevingswinst Duidelijk is dat nieuwere adjuvante chemotherapie de prognose van borstkanker aanzienlijk verbetert. Vooral bij jonge vrouwen (< 50 jaar) met een ongunstig risicoprofiel (tumorpositieve okselklieren) is de te behalen winst groot. Uit de recentste meta-analyse van de EBCTCG blijkt dat zonder adjuvante chemotherapie voor deze groep de 10-jaarsoverleving 44% bedraagt, maar dat deze door de invoering van het CMF-schema is toegenomen tot 56% en dat antracyclinebevattende chemotherapie deze verder heeft verhoogd tot 62%. Langetermijnoverlevingsgegevens van de toevoeging van paclitaxel en daaraan weer van trastuzumab zijn nog niet beschikbaar. Voor patiënten die met antracyclinebevattende chemotherapie gevolgd door paclitaxel zijn behandeld, is de hazardratio voor overleving 0,82 (follow-up van 5 jaar) (9344-studie van de Cancer and Leukemia Group B).10 Voor trastuzumab is de voorlopige hazardratio 0,67 (mediane follow-up van 2 jaar; p = 0,015),8 een effect dat in de loop der jaren aanzienlijk groter kan worden.11 Gebaseerd op deze conservatief ingeschatte hazardratio’s valt een schatting van de langjarige aanvullende overlevingswinst te maken. In tabel 1 wordt beraamd dat de overleving verder zal worden verhoogd tot 73% voor HER2/neu-positieve mammacarcinoompatiënten. kosten van adjuvante chemotherapie Een andere zijde van deze ontwikkeling vormt natuurlijk de prijs van de chemotherapie. Hierdoor zijn financiële aspecten een belangrijke rol gaan spelen bij de afbakening van indicaties, mede doordat de ziekenhuizen restrictief gebudgetteerd zijn. Tabel 2 toont de doorgemaakte ontwikkeling van de kosten van adjuvante chemotherapie. Bij de berekening is uitgegaan van een patiënte met een lengte van 170 cm en een gewicht van 70 kg en het prijspeil van 2005. Duidelijk is dat de recente inzet van taxanen en trastuzumab de geneesmiddelkosten van een adjuvante behandeling bij hoogrisicomammacarcinoom sterk heeft verhoogd. Vooral trastuzumab is verantwoordelijk voor de kostenstijging. De kostenstijging als gevolg van de toevoeging van paclitaxel aan de adjuvante behandeling valt relatief mee. Dit komt ook doordat recent het patent op paclitaxel is verlopen en daardoor is de inkoopprijs van – nu generiek – paclitaxel met bijna twee derde verlaagd (zie tabel 2). effecten en kosten In een tijdsbestek van nog geen 5 jaar zijn de kosten van adjuvante chemotherapie bij lymfklierpositief mammacarcinoom met HER2/neu-overexpressie meer dan verhonderdvoudigd (van 317 naar 40.229 euro per patiënt). Deze ontwikkeling roept de vraag op of de toename van de kosten
Ned Tijdschr Geneeskd. 2006 8 april;150(14)
777
tabel 1. Behandelwinst van adjuvante chemotherapie bij vrouwen jonger dan 50 jaar met lymfklierpositieve borstkanker8 10 type chemotherapie
hazardratio
geen cyclofosfamide, methotrexaat en fluorouracil (CMF) antracyclinebevattend schema* plus paclitaxel† plus trastuzumab‡ cumulatieve winst
0,7 0,84 0,82 0,67
mediane follow-upduur in jaren
15 15 10 5 2
overleving van borstkanker in %
44 56 62 62 73
reductie in sterfte aan borstkanker in % relatief
absoluut
22 12 2 28 52
12 5 1 11 29
*Antracyclinebevattend
schema met 2 andere oncolytica en meer dan 4 kuren. winst is vergeleken met CMF en niet met antracyclinebevattende schema’s, omdat het gehanteerde schema bestond uit 4 kuren van een antracyclinebevattend schema, en dit gelijk is bevonden aan 6 kuren CMF. De hazardratio van docetaxel, doxorubicine en cyclofosfamide (TAC) versus antracyclinebevattend schema (fluorouracil, doxorubicine en cyclofosfamide; FAC) bedraagt 0,7,4 en levert een relatieve sterftereductie aan borstkanker op van 25% en een absolute reductie van 10%. De doxorubicine in de FAC-kuur was suboptimaal gedoseerd (50 mg/m2 lichaamsoppervlak), hetgeen de winst voor TAC flatteert. Er zijn geen resultaten bekend van TAC gevolgd door trastuzumab. ‡Deze berekening geldt alleen voor humane epidermale-groeifactorreceptor-2(HER2)/neu-positieve tumoren. †De
van adjuvante chemotherapie bij mammacarcinoom opweegt tegen de te behalen aanvullende therapiewinst. De richtlijn ‘Behandeling mammacarcinoom’ van het Nationaal Borstkanker Overleg Nederland (NABON) uit 1998 geeft voor wat betreft de effectiviteit van behandeling een duidelijk besliskader.12 De richtlijn stelt dat (nieuwe) adjuvante chemotherapie bij borstkanker als standaardbehandeling moet worden beschouwd indien daarmee voor een betreffende groep patiënten de absolute 10-jaarsoverlevingswinst met 5% of meer toeneemt. Tabel 1 toont dat de historisch opeenvolgende behandelschema’s voldoen aan deze norm voor de groep van HER2/neu-positieve borstkankerpatiënten onder de 50 jaar met uitzaaiingen in de okselklieren (met uitzondering van de toevoeging van paclitaxel). Sinds de introductie van de adjuvante chemotherapie bij borstkanker in het begin van de jaren zeventig van de vorige eeuw, is de absolute overlevingswinst cumulatief met 29% toegenomen bij dit type mammacarcinoom (gemiddeld 7,3% toename per nieuw schema). De genoemde richtlijn stelt begrijpelijkerwijs geen limiet aan de medicamenteuze kosten die gemaakt moeten worden om extra curaties/levenswinst te behalen. Het is niet de taak van artsen om de financiële limieten vast te stellen van kostbare geneeskundige zorg. Het primaat van die maatschappelijke discussie ligt bij de politiek. Ten behoeve hiervan is het nuttig om de aanvullende geneesmiddelkosten die landelijk gemaakt moeten worden te kwantificeren om een jonge vrouw met lymfklierpositief mammacarcinoom met HER2/neu-overexpressie te genezen. In tabel 1 wordt geschat dat toevoeging van paclitaxel en trastuzumab aan het antracyclinebevattende schema een absolute overlevingswinst oplevert van respectievelijk 1 en 11%. De cumulatieve absolute reductie van sterfte ten gevol-
778
ge van borstkanker door de introductie van deze nieuwe medicamenten wordt gesteld op 12%. Toevoeging van paclitaxel en trastuzumab zorgt ervoor dat 12 van de 100 vrouwen met genoemd type borstkanker extra in leven blijven. De aanvullende geneesmiddelenkosten om 12 vrouwen extra te cureren bedragen daarmee een kleine 4 miljoen euro (100 × (40.229 – 317)), dus 332.600 euro per extra gecureerde jonge vrouw. De signaleringscommissie Kanker van KWF Kankerbestrijding heeft voor 2005 geraamd dat in Nederland bij 13.025 vrouwen borstkanker zal worden gediagnosticeerd, van wie 2877 jonger dan 50 jaar zijn. Van deze vrouwen is circa 30% lymfklierpositief en 20-30% van hen vertoont HER2-neu-overexpressie. Van de 2877 jonge vrouwen hebben dus 216 een lymfklierpositief mammacarcinoom met
tabel 2. Geneesmiddelenkosten van adjuvante chemotherapie per patiënt met borstkanker, prijspeil augustus 2005 type chemotherapie
cyclofosfamide, methotrexaat en fluorouracil (CMF) × 6 kuren fluorouracil, doxorubicine en cyclofosfamide (FAC) × 5 kuren fluorouracil, epirubicine en cyclofosfamide (FEC) × 5 kuren doxorubicine en cyclofosfamide (AC) × 4 kuren + paclitaxel × 12 kuren docetaxel, doxorubicine en cyclofosfamide (TAC) × 6 kuren doxorubicine en cyclofosfamide (AC) × 4 kuren + paclitaxel × 12 kuren + trastuzumab × 52 kuren
Ned Tijdschr Geneeskd. 2006 8 april;150(14)
geneesmiddelenkosten in euro’s 146 317 1 577 2 598 7 667 40 229
HER2/neu-overexpressie. Geschat wordt dat toevoeging van paclitaxel en trastuzumab aan de reeds bestaande adjuvante chemotherapie – indien tevens rekening wordt gehouden met 6,7% ongeschiktheid vanwege de cardiale conditie8 – ervoor zal zorgen dat van deze groep van 216 vrouwen er 24 extra gecureerd zullen worden tegen 8,1 miljoen euro aanvullend te maken geneesmiddelenkosten. In deze berekening is voorbijgegaan aan het feit dat er natuurlijk ook een indicatie is voor aanvullende trastuzumabbehandeling bij vrouwen met een HER2/neu-positief mammacarcinoom zonder lymfkliermetastasen in de oksel en/of ouder dan 50 jaar. beschouwing Heeft onze maatschappij deze meerkosten over om 24 extra jonge vrouwen blijvend te genezen van hun borstkanker? Enkele jaren geleden is door de politiek besloten dat een behandeling met cholesterolverlagende medicijnen per gewonnen levensjaar niet meer dan 18.151 euro (dit is ƒ 40.000,–) mag kosten.13 14 In die tijd was dit bedrag gelijk aan een modaal jaarinkomen. Als men ervan uitgaat dat vrouwen onder de 50 jaar nog een levensverwachting hebben van circa 33 jaar (www.cbs.nl), veelal maatschappelijk relevante functies beoefenen en dat genezing mede zaken als ziekteverzuim, arbeidsongeschiktheid en (ook) dure palliatieve zorg voorkomt, lijken de meerkosten voor cytostatica van 332.600 euro per extra gecureerde vrouw (of 10.079 euro per gewonnen levensjaar) zeker gerechtvaardigd. Dit geldt ook als wij deze meerkosten plaatsen tegenover het in de literatuur voorkomende bedrag van 4 miljoen dollar voor het winnen van een leven (MEDTAP International. The value of investment in health care: better care, better lives; appendix B, 2004; www.medtap.com/products/policy.cfm). Nog uit te voeren integrale farmaco-economische evaluatie zou dit uiteraard verder moeten staven. Voor het gebruik van trastuzumab bij de adjuvante behandeling van borstkanker is dit type onderzoek naar ons beste weten niet gepubliceerd. Een andere vraag is waarom de farmaceutische industrie toch zulke exorbitant hoge prijzen voor haar nieuw ontwikkelde geneesmiddelen vraagt. Het door de branche veelvuldig gegeven antwoord dat het zijn gemaakte hoge onderzoeksuitgaven onder de relatief korte periode van patentbescherming met haast moet terugverdienen, begint aan geloofwaardigheid in te boeten.15 16 Een van de snelst groeiende kostenposten van de farmaceutische industrie blijkt die voor adverteren of marketing te zijn.17 In het jaar 2003 heeft de farmaceutische industrie in de VS 17,1% van haar omzet besteed aan adverteren (IMS Health, integrated promotional services and CMR, www.imshealth.com/ims/por tal/front/articleC/0,2777,6025_44304752_44889690,00. html). Dit is bijna evenveel als werd uitgegeven aan onder-
zoek en innovatie (18,3%; Pharmaceutical industry profile 2005: from laboratory to patient – pathways to biopharmaceutical innovation; www.phrma.org/publications/publications/17.03.2005.1142.cfm). Reductie van deze kosten aan promotie zou naar onze mening ruimte moeten geven voor prijsverlaging van nieuwe en maatschappelijke relevante geneesmiddelen. Tot nu toe is het aantal mensen dat publiekelijk de prijsvorming van nieuwe belangwekkende geneesmiddelen ter discussie stelt uiterst gering. Het is tijd dat de politiek de branche op zijn maatschappelijke rol aanspreekt en prijsverlaging afdwingt.18 19 De politiek lijkt daarbij op brede steun te kunnen rekenen. Uit een enquête van de Kaiser Family Foundation blijkt dat de bevolking van de VS niet tevreden is met de hoge prijzen van geneesmiddelen en een in meerderheid stringentere overheidsregulatie van de prijsstelling van geneesmiddelen wenst (Kaiser Health Poll Report. Views on prescription drugs and the pharmaceutical industry, januari/februari 2005; www.kff.org.). En tenslotte blijft de vraag prangend waarom onze overheid de Nederlandse ziekenhuizen niet volledig wil compenseren voor de introductie van nieuwe, potentieel levensreddende geneesmiddelen. Pas na hard onderhandelen is de overheid recent bereid gebleken om vanaf het jaar 2006 80% vast in plaats van maximaal 75% van de geneesmiddelenkosten van een beperkt aantal dure geneesmiddelen, waaronder paclitaxel en trastuzumab, te vergoeden. Het resterende percentage van de kosten moeten de ziekenhuizen nog altijd zelf opbrengen uit hun daarop niet toegesneden reguliere budget. Dit gaat in toenemende mate ten koste van andere zorg, wat ertoe leidt dat ziekenhuizen en artsen gedwongen worden keuzen te maken die in feite door de politiek gemaakt zouden moeten worden. Niemand mag verbaasd zijn als dat leidt tot schade, met een omvang waarvan nauwelijks denkbaar is dat die buiten de curatieve zorg (bijvoorbeeld in de verkeersveiligheid of voedingsindustrie) geaccepteerd zou worden. Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld.
Aanvaard op 10 november 2005
Literatuur 1
2
Signaleringscommissie Kanker van KWF Kankerbestrijding. Kanker in Nederland: trends, prognoses en implicaties voor zorgvraag. Amsterdam: Nederlandse Kankerbestrijding/Koningin Wilhelmina Fonds; 2004. Peto P, Boreham J, Clarke M, Davies C, Beral V. UK and USA breast cancer deaths down 25% in year 2000 at ages 20-69 years. Lancet. 2000;355:1822.
Ned Tijdschr Geneeskd. 2006 8 april;150(14)
779
3
4
5
6
7 8
9
10
11 12 13
14
15
Early Beast Cancer Trialists’ Collaborative Group (EBCTCG). Effects of chemotherapy and hormonal therapy for early breast cancer on recurrence and 15-years survival: an overview of the randomised trials. Lancet. 2005;365:1687-717. Martin M, Pienkowski T, Mackey J, Pawlicki M, Guastalla JP, Weaver C, et al. Adjuvant docetaxel for node-positive breast cancer. Breast Cancer International Research Group 001 Investigators. N Engl J Med. 2005;352:2302-13. Mamounas EP, Bryant J, Lembersky B, Fehrenbacher L, Sedlacek SM, Fisher B, et al. Paclitaxel after doxorubicin plus cyclophosphamide as adjuvant chemotherapy for nodepositive breast cancer: results from NSABP B-28. J Clin Oncol. 2005;23:3686-96. Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO/Vereniging van Integrale Kankercentra. Richtlijn ‘Behandeling van het mammacarcinoom’. Alphen aan den Rijn: Van Zuiden Communications; 2005. Tuma RS. Trastuzumab trials steal show at ASCO meeting. J Natl Cancer Inst. 2005;97:870-1. Piccart-Gebhart MJ, Procter M, Leyland-Jones B, Goldhirsch A, Untch M, Smith I, et al. Trastuzumab after adjuvant chemotherapy in HER2positive breast cancer. Herceptin Adjuvant (HERA) Trial Study Team. N Engl J Med. 2005;353:1659-72. Romond EH, Perez EA, Bryant J, Suman VJ, Geyer jr CE, Davidson NE, et al. Trastuzumab plus adjuvant chemotherapy for operable HER2positive breast cancer. N Engl J Med. 2005;353;1673-84. Henderson IC, Berry DA, Demetri GD, Cirrincione CT, Goldstein LJ, Martino S, et al. Improved outcomes from adding sequential paclitaxel but not from escalating doxorubicin dose in an adjuvant chemotherapy regimen for patients with node-positive primary breast cancer. J Clin Oncol. 2003;21:976-83. Hortobagyi GN. Trastuzumab in the treatment of breast cancer. N Engl J Med. 2005;353:1734-6. Nationaal Borstkanker Overleg Nederland (NABON). Richtlijn Behandeling mammacarcinoom. Amsterdam: NABON; 1998. Standpunt op advies Gezondheidsraad ‘Cholesterolverlagende therapie’. Brief aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal (kenmerk GMV 2145518) van 14 februari 2001. Den Haag: ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport; 2001. Tijssen JGP, Simoons ML, Everdingen JJE van. Landelijke richtlijnen voor het klinisch handelen, een methodologische beschouwing. Ned Tijdschr Geneeskd. 1998;142:2078-82. Keyhani S, Diener-West M, Powe N. Do drug prices reflect development time and government investment? Med Care. 2005;43:753-62.
780
16 Scherer FM. The pharmaceutical industry – prices and progress. N Engl J Med. 2004;351:927-32. 17 Blumenthal D. Doctors and drug companies. N Engl J Med. 2004;351: 1885-90. 18 Wittes RE. Physician in chief at the Memorial Sloan-Kettering Cancer Center. Cancer weapons out of reach. The Washington Post June 15 2005. 19 Vanchieri C. When will the U.S. flinch at cancer drug prices? J Natl Cancer Inst. 2005;97:624-6.
Abstract Effects and costs of adjuvant chemotherapy for operable lymph node positive breast cancer with HER2/neu overexpression – Newer forms of adjuvant chemotherapy can considerably improve the prognosis for breast cancer. The benefits that can be achieved are particularly high for young women (< 50 years) with an unfavourable risk profile (tumour-positive axilliary nodes). – The recent application of taxans and trastuzumab has sharply increased the costs of an adjuvant treatment for high-risk mammary breast carcinoma. The cost increase can especially be attributed to trastuzumab. – The additional costs of cytostatics (10,079 euro per life-year gained) appear to be justified if the following is taken into account: women under the age of 50 years still have a life expectancy of approximately 33 years, many have socially relevant positions, and that cure also prevents such things as absence through illness and inability to work as well as expensive palliative care. – The pharmaceutical industry spends approximately the same amount on research and innovation as it does on advertising. By reducing marketing costs, there will be more room to lessen the costs of new and socially relevant medications. – Ultimately, the pressing question remains on why the Dutch government does not fully compensate hospitals in the Netherlands for the introduction of new, potentially life-saving medications. At present, a substantial percentage of the costs has to be paid by the hospitals themselves out of the regular hospital budget, which is not meant for this. This is happening at the expense of other care to an increasing extent. Ned Tijdschr Geneeskd. 2006;150:776-80
Ned Tijdschr Geneeskd. 2006 8 april;150(14)