Nettopensioenregeling
1
Uitgangspunten nettopensioenregeling Algemeen De nettopensioenregeling is een vrijwillige regeling, in aanvulling op de basisregeling van SPW. SPW probeert de nettopensioenregeling zoveel mogelijk aan te sluiten op de basisregeling van SPW. In de basisregeling bouwt u vanaf 1 januari 2015 een bruto pensioen op over uw pensioengevend salaris tot maximaal € 100.000 (bruto voltijdsalaris in 2015). Over het deel van uw pensioengevend salaris boven € 100.000 (bruto voltijd salaris) kunt u in de nettopensioenregeling een aanvullend netto pensioen opbouwen. SPW kent vanaf 1 januari 2015 een nettopensioenregeling. Dit is een premieregeling. Dat betekent dat de hoogte van uw pensioen wordt bepaald door de inleg (premie) die u hebt gestort en de rendementen daarop. Deze rendementen kunnen fluctueren. Het kapitaal dat u met de inleg opbouwt, kan dus hoger of lager worden. Het kapitaal dat u met de inleg opbouwt, wordt te zijner tijd omgezet in levenslang ouderdomspensioen en levenslang partnerpensioen. Heeft u een partner? Dan is er ook een partnerpensioen en wezenpensioen verzekerd over de periode van datum overlijden tot de maand waarin u 67 jaar zou zijn geworden. Dit is het risicogedekte partnerpensioen en wezenpensioen. Dit deel van het partnerpensioen en wezenpensioen is alleen verzekerd bij overlijden tijdens deelneming aan de nettopensioenregeling. Daarnaast bent u verzekerd voor premievrije deelname tijdens arbeidsongeschiktheid. Deelname U bepaalt zelf of u aan deze regeling deelneemt. Uw deelname aan de nettopensioenregeling gaat in vanaf de eerste dag van de maand na ontvangst van uw aanvraag. De ingangsdatum is altijd de eerste van een maand. Uw deelname eindigt uiterlijk bij pensionering. Of eerder wanneer u daarvoor kiest of bij overlijden. Meldt u zich aan vóór 1 april 2015? Dan wordt u niet medisch gekeurd. Ook vragen we geen gezondheidsverklaring. Premie U betaalt premie voor de opbouw van ouderdomspensioen, partnerpensioen en wezenpensioen. De maximale hoogte van deze premie is afhankelijk van uw leeftijd (zie de tabel hieronder). Heeft u een partner, dan betaalt u ook risicopremie voor het risicogedekte partnerpensioen en wezenpensioen. Die maakt deel uit van de premie uit de tabel hieronder. De premie die we uiteindelijk beleggen is de premie uit de tabel verminderd met de risicopremie. Bovenop de premie uit de tabel betaalt u premie voor als u arbeidsongeschikt wordt (premievrije deelneming). Voor uw leeftijd en of u een partner heeft, kijken we naar de eerste dag van de maand van premie-inleg. Leeftijdsklasse 15-19 20-24 25-29 30-34 35-39 40-44 45-49 50-54 55-59 60-64 65-66
Premie* 4,00% 4,60% 5,30% 6,00% 6,90% 8,00% 9,20% 10,60% 12,20% 14,00% 15,30%
*De percentages geven aan hoeveel u kunt inleggen voor het nettopensioen van uw inkomen boven de € 100.000.
Nettopensioenregeling | 20 februari 2015
2
U bepaalt zelf hoeveel procent u van de premie wilt inleggen. Standaard gaan we uit van 100% van de premie aan inleg. Maar u kunt kiezen voor een gedeeltelijke deelname: 25%, 50% of 75%. Een keer per jaar kunt u uw keuze aanpassen. Kiest u voor gedeeltelijke deelname? De hoogte van uw risicogedekt partnerpensioen blijft volledig in stand. Tevens kunnen er bij aanmelding na 1 april 2015 medische waarborgen worden gevraagd. De premie betaalt u uit uw nettoloon. Uw werkgever zorgt ervoor dat deze nettopremie wordt afgedragen e aan SPW. De premie moet uiterlijk de 28 dag van de maand waarop de premie betrekking heeft op de rekening van SPW staan (premievervaldag). De ingelegde premies plus rendement worden belegd. Hiermee bouwt u kapitaal op. Dit kapitaal zetten we uiterlijk op uw pensioendatum om in pensioen. Of eerder bij einde deelneming of bij overlijden. De hoogte van het pensioen na omzetting is fiscaal gemaximeerd. U betaalt geen belasting over deze pensioenuitkering. Als u arbeidsongeschikt raakt in de zin van de WIA wordt uw deelname aan de nettopensioenregeling voortgezet. U betaalt in de periode dat u arbeidsongeschikt bent voor het deel dat u arbeidsongeschikt bent geen premie. Net als in de basisregeling vindt de voortzetting voor het deel dat u arbeidsongeschikt bent plaats over 70% van uw pensioengevend salaris boven € 100.000 (bruto voltijd salaris in 2015) voor arbeidsongeschiktheid. De premies zijn onder meer afhankelijk van de fiscale regels en kunnen elk jaar wijzigen.
Beleggen Dit is een premieregeling zonder beleggingsvrijheid. Naarmate u ouder wordt, bouwt SPW het beleggingsrisico af (life cycle). Er is geen rendementsgarantie. Uw kapitaal (de premies die u inlegt plus behaald rendement) wordt belegd volgens een life cycle. Hierbij wordt de verdeling van uw kapitaal over de verschillende beleggingscategorieën aangepast op basis van e de horizon tot 67 jaar (= de periode tot het 67 jaar van de deelnemer). Hoe korter deze horizon (= hoe dichterbij de leeftijd van de deelnemer bij de 67 jaar ligt), hoe meer wordt belegd in vastrentende waarden, zoals obligaties en hoe minder wordt belegd in zakelijke waarden, zoals aandelen. De life cycle en het life cycleverloop zijn opgenomen in de bijlage. De premie wordt belegd vanaf de eerste dag van de maand volgend op de premievervaldag. De e premievervaldag is de 28 dag van de maand waarop de premie betrekking heeft. Vanaf het moment dat de premie wordt belegd, loopt u beleggingsrisico. Kosten U betaalt per jaar €35,- aan vaste administratiekosten. U betaalt geen instapkosten. Daarnaast betaalt u jaarlijkse beheerkosten over het opgebouwde kapitaal. Deze zijn afhankelijk van uw leeftijd en de daarbij horende verdeling van uw kapitaal over de verschillende beleggingscategorieën. De kosten variëren tussen 0,27% en 0,17% en worden in mindering gebracht op het opgebouwde kapitaal. Beleggingsgerelateerde kosten zoals entry en exit fees, bewaarloonkosten en andere kosten worden verrekend in het rendement van de beleggingscategorieën. Toegekend wordt het rendement gecorrigeerd voor deze beleggingskosten. De kosten kunnen elk jaar wijzigen. Extra toelichting bij de rekenhulp In de rekenhulp wordt het mogelijk te bereiken kapitaal berekend op basis van drie scenario’s: 1. Netto historisch rendement Het netto historisch rendement voorspelt de opbrengst op basis van de afgelopen twintig jaar. Producten die korter dan twintig jaar bestaan, moeten (ook) gegevens van de AFM gebruiken om het historisch rendement te berekenen. 2. Netto rendement bij een bruto rendement van 4% Bij dit rekenrendement is het bruto rendement 4%. Alle kosten en premies worden dan van de bruto opbrengst afgetrokken. Zo ontstaat een netto rendement bij 4% bruto rendement. Hierdoor is het effect van kosten en premies tussen verschillende aanbieders te vergelijken. Bij alle aanbieders is
Nettopensioenregeling | 20 februari 2015
3
namelijk het bruto rendement 4%, dus hoe lager het netto rendement is, hoe meer aan kosten en premies wordt betaald. 3. Netto pessimistisch rendement Dit rekenrendement voorspelt wat er gebeurt als de opbrengst van het product tegenvalt. De opbrengst kan dan lager zijn dan de inleg. Het netto rendement is dan negatief (u verliest geld). Uw premie is leeftijdsafhankelijk. Naarmate u ouder wordt, stijgt uw premiepercentage. De getoonde bedragen onder het kopje ‘Te bereiken kapitaal’ zijn hier ook op gebaseerd. Hierbij is rekening gehouden met het stijgende maximale premiepercentage per leeftijdsklasse. In de rekenhulp gaan we er in de premieberekening vanuit dat u een partner heeft. De risicopremie is in mindering gebracht op het te beleggen deel. Bij het verwerken van de aanvraag houden we rekening met uw burgerlijke staat zoals bij ons bekend. Heeft u geen partner, dan brengen wij de risicopremie voor het risicogedekte partnerpensioen niet in rekening. Deze premie wordt gebruikt voor extra pensioenopbouw. Kortom, er wordt dan meer belegd.
Omzetting van kapitaal in nettopensioenen Uiterlijk bij pensionering wordt het kapitaal omgezet in nettopensioenaanspraken of pensioenuitkeringen (hierna nettopensioenen) op basis van de actuariële factoren zoals die dan gelden. Het nettopensioen is fiscaal gemaximeerd op het niveau dat u maximaal kunt opbouwen onder de middelloonregeling. Is het pensioen na omzetting hoger dan dit maximum? Dan vervalt het deel van dit kapitaal dat meer is dan het benodigd kapitaal aan SPW. Het ouderdomspensioen en partnerpensioen gaan in op hetzelfde moment waarop de pensioenen in de basisregeling ingaan en eindigen bij overlijden. De nettopensioenen volgen de keuzemogelijkheden die op basis van de basisregeling worden gemaakt. Na de omzetting volgen de nettopensioenen het voorwaardelijke toeslagbeleid zoals die voor de basisregeling is vastgesteld. De toeslag kan echter minder of nihil zijn gedurende één of meerdere jaren dan de toeslag in de basisregeling. Die situatie doet zich voor als de levensverwachting van de deelnemers aan de nettopensioenregeling sneller stijgt dan van alle deelnemers aan de basisregeling. Een eventuele korting van de pensioenen in de basisregeling vanwege de financiële positie van het fonds wordt ook toegepast op de nettopensioenen. Gevolgen van beëindiging van deelname U kunt elk moment stoppen. De deelneming eindigt de eerste dag van de maand volgend op de dag waarop het verzoek tot beëindiging is ontvangen. Het opgebouwde kapitaal zetten we uiterlijk op uw pensioendatum om in pensioen. Of eerder wanneer ook uw deelneming aan de basisregeling eindigt of bij uw overlijden. Zolang u blijft deelnemen aan de nettopensioenregeling, is ook het nabestaandenpensioen verzekerd over de periode van overlijden tot de pensioenleeftijd (67). Dit noemen we het risicogedekt partnerpensioen. Dit deel vervalt als uw deelname aan de nettopensioenregeling eindigt. Bij einde van de deelname aan de nettopensioenregeling blijft het kapitaal staan zolang uw deelname aan de basisregeling doorloopt. U betaalt daarna geen administratiekosten meer. Wel blijven de beheerkosten in mindering gebracht worden op het kapitaal. De beleggingen lopen immers door. Eindigt ook uw deelname aan de basisregeling, dan zetten we het kapitaal om in nettopensioenen.
Nettopensioenregeling | 20 februari 2015
4
Bijlage – Lifecycle Lifecycle (op basis van horizon)
Nettopensioenregeling | 20 februari 2015
5
Lifecycleverloop (asset allocatie op basis van horizon) Horizon
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50
Aandelen Ontwikkelde Markten 18.00% 21.00% 23.40% 25.80% 28.20% 30.00% 31.80% 33.60% 34.80% 36.00% 37.20% 38.40% 39.60% 40.20% 40.80% 42.00% 42.60% 43.20% 43.80% 43.80% 44.40% 45.00% 45.00% 45.60% 45.60% 46.20% 46.20% 46.80% 46.80% 46.80% 46.80% 47.40% 47.40% 47.40% 47.40% 47.40% 48.00% 48.00% 48.00% 48.00% 48.00% 48.00% 48.00% 48.00% 48.00% 48.00% 48.00% 48.00% 48.00% 48.00% 48.00%
Aandelen Opkomende Markten 6.00% 7.00% 7.80% 8.60% 9.40% 10.00% 10.60% 11.20% 11.60% 12.00% 12.40% 12.80% 13.20% 13.40% 13.60% 14.00% 14.20% 14.40% 14.60% 14.60% 14.80% 15.00% 15.00% 15.20% 15.20% 15.40% 15.40% 15.60% 15.60% 15.60% 15.60% 15.80% 15.80% 15.80% 15.80% 15.80% 16.00% 16.00% 16.00% 16.00% 16.00% 16.00% 16.00% 16.00% 16.00% 16.00% 16.00% 16.00% 16.00% 16.00% 16.00%
Vastgoed
Grondstoffen
Bedrijfsobligaties
Staatsobligaties
Indexleningen
4.50% 5.25% 5.85% 6.45% 7.05% 7.50% 7.95% 8.40% 8.70% 9.00% 9.30% 9.60% 9.90% 10.05% 10.20% 10.50% 10.65% 10.80% 10.95% 10.95% 11.10% 11.25% 11.25% 11.40% 11.40% 11.55% 11.55% 11.70% 11.70% 11.70% 11.70% 11.85% 11.85% 11.85% 11.85% 11.85% 12.00% 12.00% 12.00% 12.00% 12.00% 12.00% 12.00% 12.00% 12.00% 12.00% 12.00% 12.00% 12.00% 12.00% 12.00%
1.50% 1.75% 1.95% 2.15% 2.35% 2.50% 2.65% 2.80% 2.90% 3.00% 3.10% 3.20% 3.30% 3.35% 3.40% 3.50% 3.55% 3.60% 3.65% 3.65% 3.70% 3.75% 3.75% 3.80% 3.80% 3.85% 3.85% 3.90% 3.90% 3.90% 3.90% 3.95% 3.95% 3.95% 3.95% 3.95% 4.00% 4.00% 4.00% 4.00% 4.00% 4.00% 4.00% 4.00% 4.00% 4.00% 4.00% 4.00% 4.00% 4.00% 4.00%
10.00% 10.00% 10.00% 10.00% 10.00% 10.00% 10.00% 10.00% 10.00% 10.00% 10.00% 10.00% 10.00% 10.00% 10.00% 10.00% 10.00% 10.00% 10.00% 10.00% 10.00% 10.00% 10.00% 10.00% 10.00% 10.00% 10.00% 10.00% 10.00% 10.00% 10.00% 10.00% 10.00% 10.00% 10.00% 10.00% 10.00% 10.00% 10.00% 10.00% 10.00% 10.00% 10.00% 10.00% 10.00% 10.00% 10.00% 10.00% 10.00% 10.00% 10.00%
48.00% 44.00% 40.80% 37.60% 34.40% 32.00% 29.60% 27.20% 25.60% 24.00% 22.40% 20.80% 19.20% 18.40% 17.60% 16.00% 15.20% 14.40% 13.60% 13.60% 12.80% 12.00% 12.00% 11.20% 11.20% 10.40% 10.40% 9.60% 9.60% 9.60% 9.60% 8.80% 8.80% 8.80% 8.80% 8.80% 8.00% 8.00% 8.00% 8.00% 8.00% 8.00% 8.00% 8.00% 8.00% 8.00% 8.00% 8.00% 8.00% 8.00% 8.00%
12.00% 11.00% 10.20% 9.40% 8.60% 8.00% 7.40% 6.80% 6.40% 6.00% 5.60% 5.20% 4.80% 4.60% 4.40% 4.00% 3.80% 3.60% 3.40% 3.40% 3.20% 3.00% 3.00% 2.80% 2.80% 2.60% 2.60% 2.40% 2.40% 2.40% 2.40% 2.20% 2.20% 2.20% 2.20% 2.20% 2.00% 2.00% 2.00% 2.00% 2.00% 2.00% 2.00% 2.00% 2.00% 2.00% 2.00% 2.00% 2.00% 2.00% 2.00%
Nettopensioenregeling | 20 februari 2015
6