1
Motivatiechecklist
© INNERLINK LEERHOEK WWW.INNERLINK.BE
2
Motivatie-acties checklist A. Resultaten halen 1.
Opdrachten steeds formuleren in output-termen : welk resultaat dient bereikt te worden, tegen wanneer ? Een geschreven notitie bijhouden van elke opdracht. Idem voor afspraken over op te lossen problemen.
2.
De resultaten van individuen en van het team visueel voorstellen, op grafiek of dergelijke.
3.
Afficheren van de resultaten van de groep op belangrijke resultaatscriteria (vb. kwaliteit, veiligheid, productiviteit, verkoop, ...).
4.
Medewerkers vragen om continu (bijv. 1 x per week) actiepunten te melden voor kwaliteitsverbetering en de resultaten ervan opvolgen.
5.
Per 14 dagen zelf een collectief actiepunt opgeven en dat visualiseren.
6.
Management by objectives (of by results) invoeren : jaarobjectieven afspreken.
7.
Houd maandelijks tot trimestrieel een individueel functioneringsgesprek.
8.
Houd jaarlijks een evaluatiegesprek, gebaseerd op concrete feiten. Leg hierbij duidelijk de nadruk op alle positieve evoluties.
© INNERLINK LEERHOEK WWW.INNERLINK.BE
3
B. Erkenning 9.
Positieve resultaten opnemen in standaardprocedures.
10. Korte beschrijving van een succesrijke actie laten opnemen in het personeelsblad. 11. Maandelijks (of met andere regelmaat) een voortgangsrapport vragen aan uw medewerkers: wat is gerealiseerd ? Hoever staan projecten ? Hoe scoort men op de belangrijkste resultaatscriteria ? 12. Medewerkers vragen om op de teambijeenkomst een geslaagde actie kort toe te lichten: wat kunnen anderen ervan opsteken ? 13. Opleiding laten geven aan het eigen team, vanuit de eigen specialisatie. 14. Bij projecten en opdrachten systematisch gebruik maken van de kennis, ervaring en talenten (aanleg) van medewerkers. 15. Bekijk de mogelijkheden voor aanmoedigingen "in natura": abonnementen, etentje, boek, toegangskaarten,... 16. Zorg voor continue, onmiddellijke, rechtstreekse feedback : appreciatie en constructieve kritiek. 17. Neem disciplinemaatregelen waar dat nodig is, vóór het te laat is. 18. Draag aan waardevolle medewerkers het peterschap op voor nieuwelingen. 19. Zorg voor een vlotte informatiedoorstroming over: - plannen - realisaties, resultaten, effecten - klanten, projecten, concurrenten - relevante gebeurtenissen (intern/extern). 20. Zorg dat er nieuws over de dienst of individuele medewerkers in het personeelsblad, veiligheidsblad, kwaliteitskrant e.d. komt. 21. Maak een rapport over opvallende realisaties van uw medewerker(s) voor uw chef; breng het op het agenda voor zijn teambijeenkomst (o.a. met u).
© INNERLINK LEERHOEK WWW.INNERLINK.BE
4
C. Interessant werk 22. Medewerkers stimuleren om een stuk van het werk eens op een nieuwe manier aan te pakken. 23. Een medewerker een opdracht geven die helemaal buiten zijn routine valt. 24. Twee medewerkers voor een periode van 1 tot 3 maand van functie laten verwisselen. 25. Medewerkers werk geven dat binnen hun beroepsmatige interessesfeer valt (inhoud waar ze graag mee bezig zijn). 26. Afwisseling brengen in het werk: wat iemand doet, hoe hij het doet, wanneer, met wie, ... 27. Een systematiek van jobrotatie uitbouwen op langere termijn (2 à 5 jaar) en deze planning bekendmaken of vooraf bespreken. 28. Zoeken naar informatie over nieuwe ideeën en technologieën in het eigen vak en deze uitwisselen in het team (congressen, vakbeurzen, tijdschriften, netwerken, bibliotheken, universiteiten, ...). 29. Elke medewerker bewaakt 1 vaktijdschrift en rapporteert waar nuttig aan wie het kan aanbelangen. 30. Vorm duo's of trio's die elkaar bij het werk kunnen helpen, inspringen, overnemen. 31. Houd een motivatiegesprek met uw medewerkers: wat motiveert hen, baart hen zorgen ? Wat kan u eraan doen ?
© INNERLINK LEERHOEK WWW.INNERLINK.BE
5
D. Bevoegdheid en verantwoordelijkheid 32. Eén van uw eigen activiteiten delegeren. 33. Een medewerker een bepaalde actie of opdracht volledig volgens zijn eigen opvatting laten realiseren (opendeurdag), klantenbijeenkomst, sportdag, project,...). 34. Een duidelijk delegatieschema opstellen per medewerker: waarvoor heeft elke medewerker eindverantwoordelijkheid en directe verantwoordelijkheid ? 35. Functiebeschrijvingen opmaken in de vorm van kernresultaten, resultaatscriteria, normen en verbeteringsdoelen. 36. Zorg voor beperkte, maar volledige, zinvolle, gebruiksvriendelijke werkvoorschriften. Stel ze op in participatie met degene die de job uitoefent en/of superviseert. 37. Zet een georganiseerd follow-up systeem op. 38. Laat uw medewerkers hun eigen ideeën, projecten of voorstellen komen verdedigen in werkgroepen, stuurgroepen, ...
© INNERLINK LEERHOEK WWW.INNERLINK.BE
6
E. Persoonlijke groei, vooruitgang en promotie 39. Zorg voor geplande vakopleiding; voorzie een budget in geld en manuren. 40. Maak een individueel actieplan voor permanente vorming en groei voor uw medewerker(s). 41. Houd (om de 3 jaar) een belangstellingsregistratiegesprek met uw medewerkers, om hun verwachtingen te kennen naar het verloop van hun loopbaan. 42. Ontwerp concrete acties om de talenten, het potentieel van uw medewerkers te toetsen, op de proef te stellen en te ontwikkelen. 43. Richt vorming en training inzake interpersoonlijke procesvaardigheden in. 44. Houd jaarlijks een teambuildingsactiviteit. 45. Houd jaarlijks een teamfeest. 46. Richt gezamenlijke off-the-job activiteiten in: sport, cultureel, pic-nic, wandeling, ... 47. Ruim relatieconflicten in uw team of met buitenstaanders uit de weg. 48. Maak roddels en geruchten onmiddellijk onschadelijk door correcte informatie. 49. Stel een successieplan op en onderneem de nodige acties om de back-up klaar te stomen.
© INNERLINK LEERHOEK WWW.INNERLINK.BE
7
F: Goede relaties en werksfeer 50. Doe aan participatieve besluitvorming waar dat kan. 51. Stel een introductie-procedure op om nieuwe medewerkers in uw team te ontvangen. 52. Geef een duidelijke visie op uw afdeling aan uw medewerkers en hernieuw die regelmatig (bv. eindejaarstoespraak). 53. Geef uw medewerkers een duidelijke "waardenverklaring" en prioriteiten mee en leef er zelf naar (voorbeeldfunctie). 54. Richt een regelmatig (14-daags of maandelijks) "vragenuurtje" in, waarop u, op een vaste plaats en tijd, antwoordt op de vragen van uw medewerkers. 55. Zet een duidelijke politiek op papier, die de principes van uw beleid verheldert. 56. Zorg voor dagelijks contact op de werkplek (Management by Walking Around). 57. Breng een herkenbare uiterlijke vorm in uw actieplanning, die steeds weerkeert (een model van afspreken en opvolgen, zowel individueel als in vergadering). 58. Houd teamvergaderingen volgens duidelijke afspraken (voorbereiding, agenda, prioriteitenvolgorde, rollen, procedure voor informatie, consultatie en overleg, besluitvorming, verslag en follow-up). 59. Houd exit-interviews met wie de dienst verlaat (promotie, mutatie of ontslag). 60. Laat medewerkers on-the-job coaching doen voor mensen die nieuw in de job komen. 61. Toon uw "attentie", aandacht voor uw medewerkers, op verjaardagen, secretaressedag, "elke dag" door respectvol vriendelijk gedrag, Nieuwjaar, Sinterklaas, enz.
G. Arbeidsvoorwaarden en werkomstandigheden 62. Ga na of uw medewerkers efficiënte, geschikte werkmiddelen hebben. 63. Onderzoek of u de arbeidsomstandigheden (soms met weinig budgettaire eisen) kan verbeteren of de werkplek kan versieren. 64. Pas het geldende salarissysteem correct toe voor iedereen.
© INNERLINK LEERHOEK WWW.INNERLINK.BE