Monitor VVT 2014
Rapportage van de kwantitatieve en kwalitatieve onderzoeksgegevens van de branche erkende opleiding EVV
Inhoudsopgave Inleiding ................................................................................................................................................... 3 1.
Eerst Verantwoordelijk Verzorgende (EVV) opleiding .................................................................... 4 1.1 Kwantitatieve gegevens ................................................................................................................ 4 1.2 Ontwikkelingen binnen de functie en/of branche ........................................................................ 5 1.3 Werkbezoeken............................................................................................................................... 8 De uitkomsten, opmerkingen en/of vragen zijn opgenomen bij het punt ‘Ontwikkelingen binnen
de functie en/of brancheveranderingen in de gezondheidszorg’. .................................................. 8
2 Rapportage monitor branche opleidingen voor A+O VVT
Inleiding In de samenwerkingsovereenkomst tussen A+O VVT en Calibris Contract van januari 2013 is opgenomen dat: ‘Calibris Contract jaarlijks ten behoeve van A+O VVT een rapportage opstelt waarin wordt in gegaan op de kwantitatieve gegevens over de branche opleidingen.’ Daarnaast heeft Calibris Contract in deze rapportage, de aan Calibris Contract kenbaar geworden belangrijke en opvallende trends uit de branche die naar de mening van Calibris Contract voor A+O VVT van belang kunnen zijn, opgenomen. Ten behoeve van de rapportage heeft Calibris Contract een monitor uitgezet onder de opleidingsorganisaties van de branche erkende opleidingen (EVV, GVP en Verkorte Kraamzorg). De uitkomsten van de monitor en een samenvatting van de opvallende bevindingen uit de audits (op locatie of telefonisch) die hebben plaatsgevonden in 2014 zijn samengevat in dit verslag. Leeswijzer In deze rapportage vindt u de volgende gegevens: de kwantitatieve gegevens; in- en uitstroom, aantal groepen en prognose voor 2015 en de kwalitatieve gegevens; hierin is gevraagd welke ontwikkelingen worden gesignaleerd die van invloed (kunnen) zijn op het opleidingscurriculum. De kwalitatieve gegevens verzameld uit de monitor en de audits (op locatie of telefonisch), zijn in deze rapportage samengevat of letterlijk geciteerd.
3 Rapportage monitor branche opleidingen voor A+O VVT
1. Eerst Verantwoordelijk Verzorgende (EVV) opleiding 1.1 Kwantitatieve gegevens Aantal audits Bij 12 opleidingsorganisaties heeft een audit op locatie plaatsgevonden, bij 16 opleidingsorganisaties is een telefonische audit afgenomen. Eén opleider is gestopt met het aanbieden van de branche erkende EVV opleiding. Monitor In de periode december 2014 t/m februari 2015 zijn 29 opleidingsorganisaties gevraagd om de kwalitatieve gegevens van de EVV opleiding aan te leveren. Er zijn 28 monitoren ingevuld geretourneerd. Eén opleider heeft de monitor niet ingevuld omdat zij nog geen groep(en) heeft afgerond. De kwantitatieve gegevens van 28 opleidingsinstituten zijn in de onderstaande paragraven samengevat. Leerlingenaantallen Voor het kalenderjaar 2014 gelden de volgende leerlingenaantallen: Aantal gestarte in company groepen 67 Aantal gestarte open inschrijvingsgroepen 14 Aantal gestarte deelnemers 1.219 Aantal deelnemers dat een diploma behaald heeft* 1.252 Aantal deelnemers dat gezakt is 47 Aantal deelnemers die de opleiding vroegtijdig hebben 151 verlaten *Het aantal deelnemers dat een diploma heeft behaald zijn inclusief een overloop vanuit 2013.
Samenwerking Door de 28 in de monitor betrokken opleidingsinstituten wordt met 181 leerbedrijven samengewerkt. Toekenning vrijstellingen In de Regeling Erkenning Opleidingen Branche VVT van september 2012 is over het vrijstellingenbeleid het volgende opgenomen: ‘De opleidingsorganisatie dient in staat te zijn met behulp van vrijstellingenbeleid op basis van het doorstroomprofiel EVV en GVP vrijstellingen toe te kennen voor de erkende opleiding(en) EVV en GVP. In 2014 hebben 14 studenten gebruik gemaakt van het vrijstellingen beleid en zijn hen vrijstellingen toegekend voor onderdelen van het opleidingsprogramma. Prognose De 28 opleidingsinstituten verwachten in 2015 in totaal met 62 nieuwe groepen te starten.
4 Rapportage monitor branche opleidingen voor A+O VVT
Vergelijking voorgaande jaren Hieronder volgt een overzicht van de kwantitatieve gegevens van de afgelopen jaren:
Aantal gestarte groepen Verwachting nieuw te starten groepen Aantal deelnemers diploma behaald Aantal leerbedrijven waarmee is samengewerkt Uitvalpercentage*
2014 81 62
2013 110 71
2012 125 91
2011 119 91
2010 102 88
1.252
1.155
1.082
1.292
1.291
181
175
118
146
134
12,4%
9,1%
7,6%
10,6%
10,7%
*Uitvalpercentage is het totaal van deelnemers die de opleiding vroegtijdig hebben verlaten. Redenen van uitval Ondanks dat de eisen die aan de deelnemers gesteld worden onveranderd zijn, is er echter een toename in de uitval tijdens de opleiding zichtbaar is. Opleiders geven aan dat de redenen van uitval de afgelopen jaren veelal dezelfde zijn. Studiebelasting in combinatie met werk en privé wordt als eerste genoemd. Privéomstandigheden die veranderen, bv ziekte van de medewerker of familieleden, is een tweede gehoorde reden. Bij een opleider waren opvallend veel uitvallers door een combinatie van demotivatie, werkdruk en privésituatie. De werkdruk wordt als hoog ervaren, in combinatie met het maken van praktijkopdrachten, deze (thuis) voorbereiden en uitvoeren op de werkplek. In een enkel geval wordt het arbeidscontract tijdens de opleiding beëindigd en ook blijkt de begeleiding van de deelnemers in de praktijk op sommige locaties minder te worden.
1.2 Ontwikkelingen binnen de functie en/of branche Samenvatting van de opmerkingen en geïnventariseerde gegevens: De hieronder benoemde opmerkingen zijn van de opleidingsorganisaties als antwoord op de vraag die gesteld is in de monitor (enquête): ‘Welke ontwikkelingen in de branche signaleert u die van invloed zijn op het opleidingscurriculum?’. De opmerkingen zijn veelal letterlijk overgenomen, soms zijn ze ten behoeve van de leesbaarheid enigszins aangepast. Ontwikkeling extramuralisering en zelfsturende teams Een Regionaal Opleidingscentrum (ROC) in Noord-Brabant noemt de intensivering van de participatiemaatschappij, de veranderingen in de zorgwet en indicatiestelling, als punten die vragen om nog meer nadruk te leggen op het vraaggestuurd werken. Zij zien ook dat de verschuiving van CIZ (Centrum indicatiestelling zorg) naar zorgverzekeraars wijzigingen veroorzaakt in het takenpakket van de EVV. Een landelijke opererende particuliere opleider geeft ook aan dat het veranderende stelsel, wijkverpleging naar Zorgverzekeringswet en het indiceren door wijkverpleegkundigen in plaats van door het CIZ, als ontwikkeling in de branche dat van invloed is op het opleiden van de EVV. Ook de toename inzet van mantelzorg en het sociaal systeem worden genoemd. Een andere ontwikkeling die wordt ervaren is de verschuiving naar extramurale zorgverlening, de veranderde indicering & financiering en de toename van complexiteit van de zorg intramuraal.
5 Rapportage monitor branche opleidingen voor A+O VVT
Gesignaleerd wordt dat de Wet Zorg en dwang nieuwe regels en wetgeving geeft en dat deze leiden tot onzekerheden over welke afspraken in het zorg(leef)plan gezet moeten of kunnen worden. De intrede van het nieuwe wetsvoorstel Langdurige Zorg (WLZ). De nieuwe WLZ stelt andere eisen aan het zorg(leef)plan, MDO en rapportage en daardoor aan de inzet van de EVV. De EVV zal op basis van deze verandering eerst inschakeling van familie/naasten moeten doen, dan inschakeling van ervaringsdeskundigen en dan pas door professionele ondersteuning. Door de ZZP indicaties en scheiden van wonen en zorg komen de competenties vraaggericht communiceren, werken vanuit wat de organisatie biedt en wat de familie en de cliënt willen, mogelijk op gespannen voet. Van de EVV wordt verwacht dat hij/zij probleemanalyse kan toepassen en probleemoplossend kan denken, met name in de samenwerking om klachten te voorkomen. Door de veranderingen zijn er twee varianten van EVV te onderscheiden: de rol van de EVV in de nieuwe Wet Langdurige Zorg en de extramurale verzorgende die onder de Zorg Verzekering Wet gaat vallen. Organisatieveranderingen Een Regionaal Opleidingscentrum (ROC) in Noord-Holland constateert dat zorginstellingen veelal verzorgenden-IG met veel ervaring inzetten als EVV. Op basis van de opgedane werkervaring van deze verzorgenden vragen de zorginstellingen om verkorting van het lesprogramma. De kosten (formatieplanning) spelen hier ook een rol in, de EVV is tijdens opleidingsdagen niet inzetbaar op de werkvloer. Er is een oproep van een opleider om de kerntaken tegen ‘taak-vervuiling’ te bewaken. De opleiding gaat uit van het door de branche opgestelde profiel voor de EVV maar die zelfde branche wijkt hier meestal flink vanaf zodat het voor een EVV moeilijk is zich bezig te houden met de kerntaken. Herkenbaar voor een opleider die ziet dat EVV alsnog als teamleiders worden ingezet en dat geen goede ontwikkeling vindt. In het kader van extramuralisering (wordt meerdere keren aangegeven als ontwikkeling) groeit de vraag naar een EVV-opleiding in de thuiszorg. Een opleider stemt af op de verschillen tussen intra- en extramurale studenten, o.a. door onderscheid te maken in de BPV-opdrachten en door meer artikelen over de extramurale zorg toe te voegen. Er is zelfs een eerste EVV groep gestart waarvoor het curriculum volledig is aangescherpt op de extramurale zorg. Er wordt veel vaker gekozen voor een GVP-opleiding in plaats van de EVV-opleiding. Door de transitie die nu gaande is in de zorg, ziet een ROC een terugloop in de aanvraag voor brancheopleidingen. Er wordt een terugloop van opleidingsteam genoemd en het gebrek aan financiële middelen binnen organisaties. Organisaties gaan over tot de invoering van zelfsturende teams waarin, volgens deze opleiders, meer competenties van de verzorgenden worden gevraagd. Daarnaast kiezen organisaties ervoor om de functie van EVV niet meer als zodanig in te zetten. De ontwikkelingen in de zorg, de transitie naar bv zelforganiserende teams en het wegvallen van leidinggevenden op steeds meer plaatsen geeft een grotere span of control en meer leidinggeven op afstand. De nieuwe zorg financiering en verdwijning van de verzorgingshuizen worden genoemd, net als de nieuwe manier van zorg die binnen organisaties wordt vorm gegeven. Opleiders vragen zich af in hoeverre er nog bestaansrecht voor de EVV in een zorgorganisatie is. Tegelijkertijd met het inzetten van de bezuiniging in de zorgorganisaties zien opleiders het aantal aanmeldingen drastisch dalen.
6 Rapportage monitor branche opleidingen voor A+O VVT
Zorginhoudelijke thema’s Meerdere organisaties geven aan dat er meer vraag is naar informatie over de financiering en de Wet maatschappelijke Ondersteuning (WMO). Er is, constateert een particuliere opleider, een lichte toename van deelnemers die moeite hebben met het maken van een zorg(leef)plan en een verbeterplan. Dit is ondanks het feit dat deze vaardigheden reeds in de Verzorgende(IG) opleiding niveau 3 behandeld zijn. Verder wordt de vraag gesteld of de bevindingen van de Commissie Innovatie Zorgberoepen en Opleidingen, Zorginstituut Nederland (samenvatting bevindingen gepubliceerd in februari 2013) worden meegenomen in de actualisering van de opleidingsprofielen? Veranderingen die worden genoemd zijn het werken in zelfstandige teams, het omdenken van zorgen voor naar het stimuleren van de zelfredzaamheid en het organiseren van participatie. Het digitaal werken blijkt ook nog geen vanzelfsprekendheid te zijn bij deze doelgroep. De vraag naar professioneel werken in relatie tot de toenemende complexiteit, er wordt meer vakinhoud gewenst, het werken met richtlijnen en het toepassen van evidence based. Verder is nieuwe wetgeving en de transitie een belangrijke verandering in de zorg die van invloed is op de EVV in het werkveld. Omgaan met verhoogde werkdruk door minder personeel, ontslagen dragen bij aan verzwaring van het werk. Dit wordt ondersteund door een landelijke aanbieder van de EVV opleiding die aangeeft dat er een verschuiving van het takenpakket van de EVV te zien is. De ontwikkelingen in de zorg geven meer en meer het belang aan van methodisch werken volgens de Domeinen. Dit is nu bijna overal ingevoerd maar zal nog veel aandacht vragen in combinatie met de invoer van het Elektronisch Cliënten Dossier en het verder digitaal werken. Inclusief cliënt evaluatie. Verder geven zij aandacht aan de profilering bij een veranderde zorgstructuur en de verantwoordelijkheden die de EVV hierin dient te nemen. Ook het Sociale netwerk en participatie zijn belangrijke elementen. Al deze zaken heeft deze opleider in het curriculum opgenomen en krijgen blijvend de aandacht op verscherping en actualiteit. Inhoudelijke ontwikkelingen die door opleiders goed in de gaten worden gehouden zijn: ouderenmishandeling, juridische aspecten, nieuwe wet zorg en dwang en het classificatiesysteem OMAHA (zie www.vilans.nl). De techniek van her-indiceren zou in de toekomst misschien kunnen worden toegevoegd aan het opleidingscurriculum. Een opleider ervaart meer vraag naar kleinschalig wonen en PG, ten aanzien van de branche opleidingen heeft de organisatie meer behoefte aan een combinatie opleiding GVP en EVV onder de vlag van EVV. Toekomst van de EVV opleiding Een ROC vindt dat het profiel van de EVV gezien de huidige ontwikkelingen onder de loep zal moeten worden genomen. Het ROC stelt hierbij de volgende vragen: is er nog behoefte aan een EVV, zowel extra- als intramuraal? Zo ja, dan zal het profiel kritisch moeten worden bekeken met betrekking tot de rollen en taken in combinatie met de andere (nieuwe) beroepsbeoefenaren in de toekomstige Zorg & Welzijn branche.
7 Rapportage monitor branche opleidingen voor A+O VVT
Dit zelfde ROC draagt zorgt dat nieuwe ontwikkelingen in de branche worden meegenomen in het opleidingscurriculum en noemt voorbeelden als het werken met een Elektronisch Cliënten Dossier (ECD) en de transitie in de zorg, de ZZP, het ondernemen en innoveren. Het aantal deelnemers voor de EVV opleiding neemt af, aantal deelnemers voor de GVP opleiding groeit. Een regionaal opleider constateert dat er in 2014, met een doorloop naar 2015, weinig behoefte is aan een opleiding EVV in de regio (Midden Nederland). Er is een dip in het aantal aanmeldingen als gevolg van dreigende sluiting van een aantal verzorgingshuizen. Toename extramurale zorg, meer richting ambulante zorg. Reorganisaties binnen instellingen waarbij meer naar zelfsturende teams wordt gegaan, een opleider vraagt zich af of dit iets betekent voor EVV. Verschuiving van functies. De transitie in de zorg is in 2015 bepalend voor het (op)scholen van zittend personeel van 2 naar 3 en van 3 naar 4. Bovendien komt er meer vraag naar scholing van bijvoorbeeld de thuisbegeleider. Het accent komt meer en meer te liggen op extramuraal werken en/of wijkgericht werken. Dit vereist andere competenties. Er worden terugkomdagen voor de toenmalige deelnemers georganiseerd; onderwerpen die daar behandeld worden zijn: hoe verloopt de transfer van het geleerde in de lessen naar het toepassen in de praktijk, hoe kan de functie worden neergezet en het geleerde in de praktijk wordt uitgevoerd.
1.3 Werkbezoeken Er zijn in 2014 12 audits op locatie uitgevoerd en 16 opleidingsorganisaties hebben een telefonische audit ontvangen. Uit de audits blijkt dat organisaties op een professionele en deskundige wijze bezig zijn met het vormgeven en uitvoeren van de EVV opleiding en dat zij streven naar een optimale aansluiting van de opleiding op de praktijk. De gesprekken (op locatie of telefonisch) met de verantwoordelijken van de branche erkende EVV opleiding zijn op een open en prettige wijze verlopen. De ontwikkelingen in het onderwijs, de onderwijskundige gedachten, ideeën en knelpunten zijn uitgewisseld. De aangereikte documenten zijn over het algemeen met zorg ontwikkeld, overzichtelijk en van inhoudelijke kwaliteit. De auditoren hebben de indruk gekregen dat de opleidingsorganisaties de EVV opleiding zowel onderwijskundig als inhoudelijk volgens de door de branche gestelde eisen uitvoeren. In de audit worden diverse aspecten besproken en onder de noemer ‘aanscherpen’ adviezen geformuleerd. De uitkomsten, opmerkingen en/of vragen zijn opgenomen bij het punt ‘Ontwikkelingen binnen de functie en/of brancheveranderingen in de gezondheidszorg’.
8 Rapportage monitor branche opleidingen voor A+O VVT