Modulewijzer tirprog03, programmeren in Java 3 W. Oele 5 mei 2008
1
Inhoudsopgave 1 Inhoud van deze module
3
2 Leermiddelen
3
3 Theorie en practicum
4
4 Toetsing
4
5 Studiehouding
4
6 Planning
5
2
1
Inhoud van deze module
In deze module worden een aantal losse onderwerpen behandeld die men vaak bij het programmeren tegenkomt. Verder vormt deze module een (gedeeltelijke) herhaling van de eerdere twee modules, vooral voor wat betreft het objectgeori¨enteerde denken. De volgende onderwerpen worden behandeld: • herhaling abstracte classes • herhaling interfaces • exceptions • threads • persistentie • streams • enkele losse onderdelen van de Java a.p.i.
2
Leermiddelen
Voor deze module heb je het volgende nodig: • Boek:Schaum’s outlines Programming with Java second edition, auteur: John R. Hubbard, uitgever: McGraw hill, ISBN: 0-07-142040-1 • Boek: Introduction to Java programming, auteur: Y. Daniel Liang, uitgever: Prentice Hall, ISBN:0132221586 • Software: Java Development Kit (JDK) versie 6, te downloaden van http://www.javasoft.com • Eventueel: text editors zoals Emacs, Jedit en/of netbeans • hersenen en de wil deze te gebruiken • discipline • tijd • vasthoudendheid • interesse 3
3
Theorie en practicum
Per week krijg je een uur theorie en drie uur practicum. Tijdens de theorie legt de docent te leren stof uit, waarbij grofweg de onderwerpen in het boek behandeld zullen worden. In het practicum werk je aan opdrachten uit het boek of aan opdrachten die de docent voorschrijft. Tijdens het practicum loopt er ook een studentassistent door de zaal. Ook aan deze ouderejaars student kun je vragen stellen als je ergens niet uit komt.
4
Toetsing
Deze module wordt getoetst middels een aantal losse programmeeropdrachten. Deze opdrachten maak je persoonlijk en worden uitsluitend tijdens de practicumles getoond en beoordeeld. Het gemiddelde van deze opdrachten levert het eindcijfer voor deze module. De programmeeropdrachten, deadlines en wegingsfactor verschijnen per week op de website van de docent.
5
Studiehouding
Nu je meer en meer vat krijgt op de kunst van het programmeren, wordt het ook langzaam maar zeker tijd om je wat onafhankelijker op te stellen van zowel het voorgeschreven leerboek als de docent. Ingenieurs zijn mensen die in hoge mate hun eigen weg kunnen vinden in een intellectueel oerwoud dat vol zit met onzekerheden. Juist dat onafhankelijk, zelfsturend en autodidactisch handelen is wat ingenieurs onderscheidt van anderen. Wanneer je in deze module gevraagd wordt een programma te schrijven, waarin exceptions worden gebruikt terwijl je niet weet wat een exception is, kun je netjes volgens de voorgeschreven weg bladzijde x uit boek y lezen en het daarbij laten. . . Maar wat nu als de betreffende tekst voor jou onduidelijk is of je, zelfs na herhaaldelijk lezen van de tekst, nog steeds met een hoop vragen zit? Een ingenieur gaat dan zelf op zoek: • in de bibliotheek naar alternatieve boeken • via zoekmachines door het intikken van kernwoorden (in dit geval: exception java) • op internet middels fora over programmeren • door te vragen aan medestudenten
4
• door zelf middels eenvoudige programma’ s te experimenteren en inzicht en gevoel te ontwikkelen voor de materie • door te vragen aan de docent (ook slechts een mens en derhalve slechts een bron die zich ook wel een vergist) In deze zoektocht gaat met enige regelmaat van alles mis: • je dacht iets te begrijpen, totdat je het een tweede keer toepast en iets ineens anders reageert dan je had verwacht. • bepaalde details blijken belangrijker te zijn dan je in eerste instantie dacht. • de door jou gelezen teksten blijken onvolledig en behoeven aanvulling. • de gelezen teksten blijken achterhaald te zijn. • de gelezen teksten blijken fout te zijn. Dergelijke tegenslagen zijn normaal. Aan de littekens herkent men de krijger. Het gaat erom dat als docenten en medestudenten je een aantal paden door het bos getoond hebben, je op den duur zelf je eigen paden moet kunnen bewandelen en je zelf in je hoofd een beeld moet kunnen cre¨eren van hoe de rest van het bos eruit ziet.
6
Planning
Daar er voor deze module in de verschillende opleidingen vari¨erende hoeveelheden tijd ter beschikking staan en dit bovendien ook nog per jaar verandert , is het niet mogelijk een volledige planning van week tot week te geven voor deze module. De docent zal daarom, in overleg met de leiding een planning overeenkomen en deze doorgeven aan de student aan het begin van de module.
5