4 april 2008 Eerste Kamer Nr. C06/310HR JMH/EE
mNl IN]~~ [M\] !Dl[E~ Ir{(QJ IN]~IN]@~IN] Hoge Raad der Nederlanden Arrest
in de zaak van:
ZUID-CHEMIE B.V., gevestigd te Sas van Gent, gemeente Terneuzen, EISERES tot cassatie, voorwaardelijk incidenteel verweerster, advocaat: mr. J. van Duijvendijk-Brand,
t e gen
de vennootschap naar Belgisch recht PHILIPPO'S MINERALENFABRIEK N.V./S.A., voorheen en thans genaamd PMF PRODUCTIONS, gevestigd
te Essen, België,
VERWEERSTER incidenteel
in cassatie, voorwaardelijk eiseres,
advocaat: mr. M.V.
2
Nr. C06/310HR
Partijen
zullen hierna ook worden
aangeduid als
Zuid-
Chemie en Philippo's.
1.
Het geding in feitelijke instanties Zuid-Chemie
heeft
bij
exploot
van
17
januari
2003 Philippo's gedagvaard voor de rechtbank Middelburg en
gevorderd
voor
recht
te
verklaren
aansprakelijk is voor de door de te
dagvaarding veroordelen
dat
Philippo's
Zuid-Chemie geleden, in
nader
omschreven
aan
Zuid-Chemie
Philippo's
schade, te
betalen
(a)
f 560.130,50, (b) USD 468.420,--, (c) BEF 4.699.108,-- en (d) SEK 2.243.696,--, alsmede Philippo's te veroordelen tot
schadevergoeding,
op
te
maken
bij
staat
en
te
vereffenen volgens de wet en te vermeerderen met rente en kosten. Philippo's heeft een incidentele conclusie houdende een beroep op onbevoegdheid genomen. zuid-Chemie heeft de incidentele vordering bestreden. De rechtbank heeft bij vonnis van 10 december 2003 zich onbevoegd verklaard om van het geschil in de hoofdzaak kennis te nemen. Tegen
dit
vonnis
heeft
Zuid-Chemie hoger
beroep
ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage. Bij
arrest van
20
juni
2006 heeft
het
hof
het
3
Nr. C06/310HR
bestreden vonnis van de rechtbank bekrachtigd. Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2.
Het geding in cassatie Tegen
het
arrest van
het
hof
heeft
zuid-Chemie
beroep in cassatie ingesteld. Philippo's heeft voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep ingesteld. De cassatiedagvaarding , een herstelexploot alsmede de conclusie van antwoord
tevens
conclusie
houdende
het
voorwaardelijk
incidenteel beroep zijn aan dit arrest gehecht en maken daarvan deel uit. Partijen
hebben
over
en
weer
geconcludeerd
tot
verwerping van het beroep. De
zaak
is
voor
partijen
toegelicht
door
hun
advocaten, voor Zuid-Chemie mede door mr. E.C.M. Hurkens en
voor
Philippo's
mede
door
mr.
W.G.L.
Giacometti-
Vermeer, beiden advocaat te 's-Gravenhage. De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda strekt
ertoe
dat
de
Hoge
Raad,
alvorens
verder
te
beslissen op het principaal beroep, het Hof van Justitie van
de
onder
Europese 23
van
Gemeenschappen zal verzoeken deze
conclusie
bedoelde
over
vragen
de van
uitlegging van art. 5 sub 3 EEX-Verordening uitspraak te doen
en
het
geding
zal
schorsen
totdat
het
Hof
van
Justitie uitspraak naar aanleiding van dat verzoek zal
4
Nr. C06/310HR
hebben gedaan. De
advocaat van
Philippo's heeft
bij
brief
van
5 februari 2008 op die conclusie gereageerd.
3.
Beoordeling van het middel in het principale beroep
3.1
In cassatie, waar het gaat om het begrip "de plaats
waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan" in de zin van art. 5, aanhef en onder 3, van de Verordening (EG) nr.
44/2001
van
de
Raad
van
22
december
2000
betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de
tenuitvoerlegging
en handelszaken
van
beslissingen
in
burgerlijke
(hierna: EEx-verordening), kan van
het
volgende worden uitgegaan. (i)
Zuid-Chemie, producent van kunstmeststoffen te Sas
van Gent, heeft in juli 2000[ bij HCI Chemicals Benelux B.V. te Rotterdam, twee partijen micromix gekocht. (ii) HCI, die deze micromix niet zelf kan produceren, heeft de
micromix bij
Philippo's, gevestigd te Essen,
België, besteld en heeft de benodigde grondstoffen, op een na, aan Philippo's afgeleverd. Philippo's heeft in overleg met HCI de nog ontbrekende grondstof zinksulfaat betrokken bij G.J. de Poorter, h.o.d.n. Poortershaven, te Rotterdam. (iii) Philippo's heeft de micromix geproduceerd in haar fabriek
te
Essen.
Zuid-Chemie heeft
de
micromix
daar
5
Nr. C06/310HR
afgehaald. (iv) Vervolgens heeft fabriek in
Sas van
Zuid-Chemie de micromix
Gent verwerkt
in haar
in diverse partijen
kunstmest en een deel daarvan aan (buitenlandse) afnemers verkocht, en verscheept. (v)
Naderhand
is gebleken dat het cadmiumgehalte van
het van Poortershaven afgenomen zinksulfaat veel te hoog was,
als
bruikbaar
gevolg
waarvan
de
kunstmest
niet
is geworden en Zuid-Chemie, naar
of
minder
zij stelt,
schade heeft geleden.
3.2
Zuid-Chemie
heeft
aan
haar
hiervoor
vermelde vordering ten grondslag gelegd dat
onder
1
Philippo's
jegens haar een onrechtmatige daad heeft gepleegd, daarin bestaande dat Philippo's micromix heeft geproduceerd die bij normaal gebruik voor het doel waarvoor dat product was bestemd schade heeft veroorzaakt.
3.3
Philippo's heeft zich op het standpunt gesteld dat
de rechtbank niet bevoegd was van de vordering kennis te nemen, omdat - voor zover in cassatie van belang - Essen, in aanmerking genomen dat de aflevering van de cadmiumhoudende micromix daar heeft plaatsgevonden, moet worden aangemerkt als de plaats waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan. Volgens Zuid-Chemie is de schade
6
Nr. C06/310HR
in
Sas
van
Gent
ingetreden
door
vermenging
van
de
verschillende grondstoffen tot kunstmest in haar fabriek aldaar
en was de rechtbank daarom wel bevoegd. Na te
1
hebben
vooropgesteld
dat
onder
"de
plaats
waar
het
schadebrengende feit zich heeft voorgedaan" zowel moet worden
verstaan
gebeurtenis
de
plaats
van
de
als
("Handlungsort")
initiële schade is ingetreden
schadeveroorzakende de
plaats
waar
de
("Erfolgsort"), heeft de
rechtbank zich onbevoegd verklaard op de grond dat Essen de plaats van de schadeveroorzakende gebeurtenis was en dat
de
initiële
schade voor
zuid-Chemie ook
daar
is
ingetreden nu de verontreinigde micromix af fabriek - dus in Essen - aan haar is geleverd.
3.4
In
hoger
beroep,
Essen de plaats van
waar
niet
in
geschil
was
dat
de schadeveroorzakende gebeurtenis
("Handlungsort") is omdat de verontreinigde micromix daar is geproduceerd, heeft het hof het vonnis van de rechtbank bekrachtigd.
3 .5
Het
middel
klaagt
met
name
dat
het
onjuiste toepassing heeft gegeven aan art. 5,
hof
een
aanhef en
onder 3, EEX-Verordening door te oordelen (rov. 3.3) dat de initiële schade niet eerst is ingetreden doordat de cadmiumverontreiniging
van
de
micromix
tijdens
het
7
Nr. C06/310HR
productieproces in Sas van Gent reiniging van de aldaar door
(Nederland) de veront-
Zuid-Chemie geproduceerde
kunstmest heeft teweeggebracht, maar reeds doordat aan Zuid-Chemie in Essen (Belgie) met cadmium verontreinigde micromix is afgeleverd.
3.6
In
verband
met
de
beoordeling
van
deze
klacht
rijzen, zoals nader uiteengezet in de conclusie van de Advocaat-Generaal onder 13 tot en met 22, vragen inzake de uitleg van art. 5, aanhef en onder 3, EEX-Verordening. De Hoge
Raad ziet daarin grond de hierna onder 5 te
vermelden prejudiciële vragen voor te leggen aan het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen.
4.
Omschrijving van de feiten waarop de door het HvJEG
te geven uitleg moet worden toegepast De
Hoge
Raad
verwijst
naar
de
hiervoor
in
3.1
vermelde feiten, waarvan te dezen moet worden uitgegaan.
5.
Vragen van uitleg
a.
Welke schade moet bij een onrechtmatige gedraging
als door gelegd,
Zuid-Chemie aan haar vordering ten grondslag worden
aangemerkt als
de
initiële
schade
ten
gevolge van die gedraging: de schade die ontstaat door de aflevering van het ondeugdelijke product of de schade die
8
Nr. C06/310HR
ontstaat bij het normaal gebruik van het product voor het doel waarvoor het was bestemd? b.
Indien dit laatste het geval is, kan dan de plaats
waar deze schade is ingetreden slechts worden aangemerkt als "de plaats waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan" in de zin van art. 5, aanhef en onder 3, EEXVerordening, indien de schade bestaat in fysieke schade aan personen of zaken, of is dit mede mogelijk indien (vooralsnog) slechts vermogensschade is geleden?
6.
Beslissing De Hoge Raad: in het principale
verzoekt
het
beroep:
Hof
van
Justitie
van
de
Europese
Gemeenschappen met betrekking tot de hiervoor onder
5
geformuleerde vragen uitspraak te doen; in
het
principale
beroep
en
in
het
incidentele
beroep:
houdt iedere verdere beslissing aan en schorst het geding
tot
het
Hof
van
Justitie
naar
aanleiding van
voormeld verzoek uitspraak zal hebben gedaan.
Dit
arrest
is
gewezen
door
de
vice-president
J.B. Fleers als voorzitter en de raadsheren P.C. J.C. van
Kop,
Oven, F.B. Bakels en W.D.H. Asser en in het
Nr.
C06/310HR
openbaar 4 april
uitgesproken 2008.
9
door
de
raadsheer
E. J.
Numann op
datum uitspraak: 20 Juni 2006 rolnummer C04/00277 rolnummer rechtbank 150/03
HET GERECHTSHOF 'S-GRAVENHAGE, volgende arrest gewezen in de zaak van
vierde civiele kamer, heeft het
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Zuid-Chemie B.V., gevestigd te Sas van Gent, appellante, , hierna te noemen: Zuid-Chemie __ ~rocureur: mr H.J.A Knijff, tegen de naamloze vennootschap naar Belgisch recht Philippo's Mineralenfabriek N.V.lS.A., gevestigd te Essen, België, geïntimeerde, hierna te noemen: Philippo's, procureur: mr M.v. Polak.
Het geding Bij exploot van 9 februari 2004 is Zuid-Chemie in hoger beroep gekomen van het vonnis van 10 december 2003 door de rechtbank Middelburg gewezen tussen Zuid-Chemie als eiseres in de hoofdzaak en als verweerster in het bevoegheidsincident enerzijds en Philippo's als gedaagde in de hoofdzaak en eiseres in het bevoegdheidsincident anderzijds. Bij memorie van grieven heeft Zuid-Chemie vier grieven tegen dit vonnis aangevoerd, die door Philippo's bij memorie van antwoord (met één productie) zijn bestreden. Op 18 april 2006 hebben partijen hun zaak aan de hand van pleitaantekeningen door hun raadslieden doen bepleiten, Zuid-Chemie door mr P.C. Knijp, advocaat te Rotterdam en Philippo's door haar procureur. Tenslotte hebben partijen arrest gevraagd. Alleen Philippo's heeft daartoe haar procesdossier overgelegd.
Beoordeling
van het hoger beroep
1. Voor de inhoud van de grieven verwijst het hof naar de memorie van grieven. 2. Het gaat in deze zaak om het volgende:
jO
Rolnumrner: C04/00277
2
- Zuid-Chemie, producent van kunstmeststoffen, heeft in juli 2000 bij HCI Chemicals Benelux B.V te Rotterdam (hierna: Hel) twee partijen micromix gekocht; - HCI, die deze micromix zelf niet kan produceren, heeft op haar beurt de micromix bij Philippo's besteld en daartoe op één na de benodigde grondstoffen aan Philippo's afgeleverd. Philippo's heeft in overleg met HCI de nog ontbrekende grondstof zinksulfaat betrokken bij ene G.J. de Poorter, h.o.d.n. Poortershaven, gevestigd te Rotterdam; - Philippo's heeft de micromix geproduceerd in haar fabriek te Essen in België en Zuid-Chemie heeft de micromix afgehaald in Essen; - Zuid-Chemie heeft vervolgens in haar fabriek te Sas van Gent de micromix verwerkt in diverse partijen kunstmest en een deel daarvan aan (buitenlandse) afnemers verkocht en verscheept; - naderhand bleek dat het van Poortershaven afgenomen zinksulfaat een veel te hoog cadmiumgehalte bevatte, als gevolg waarvan de door ZuidChemie geproduceerde kunstmest niet of minder bruikbaar is geworden en zij, volgens haar stelling, schade heeft geleden; - Zuid-Chemie vordert in deze procedure schadevergoeding van Philippo's op grond van onrechtmatige daad, daarin bestaande dat Philippo's micromix heeft geproduceerd die bij normaal gebruik voor het doel waarV~r zij was bestemd, schade heeft veroorzaakt; W - Philippo's heeft zich beroepen op de onbevoegdheid van de rechtbank, de rechtbank heeft dat beroep gehonoreerd en zich in haar vonnis van 10 december 2003 onbevoegd verklaard. 3.1 Grieven i, 2 en 3 richten zich alle tegen rechtsoverweging 4.4.2 waarin de rechtbank tot het oordeel komt dat de plaats waar de initiële schade is ingetreden Essen in België is en dat om die reden de rechtbank Middelburg niet bevoegd is. De grieven falen. Het hof is van oordeel dat de rechtbank zich terecht onbevoegd heeft verklaard, zulks op grond van het navolgende. 3.2 Zuid-Chemie stelt dat de rechtbank bevoegd is op grond van art. 5 aanhef en sub 3 van de EG-Verordening betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (hierna: EEX-Verordening), welke ten aanzien van verbintenissen uit onrechtmatige daad bevoegd verklaart het gerecht van de plaats waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan of zich kan voordoen. De rechtbank heeft met juistheid vastgesteld dat deze verordening van toepassing is. Volgens vaste rechtspraak van het EG-hof (dat zijn relevantie op dit punt heeft behouden, na vervanging van het EEXVerdrag door de EEX-Verordening) berust de regel van bijzondere bevoegdheid van art. 5 sub 3 op het bestaan van een bijzonder nauw verband tussen de vordering en een andere rechter dan die van de staat van de woonplaats van de gedaagde, zodat de bevoegdheid van deze rechter wordt gerechtvaardigd door de eisen van goede rechtsbedeling en nuttige procesinrichting (aldus ook considerans (12) van de EEXVerordening). Om die reden omvat het plaatsbegrip van art. 5 sub 3 zowel de plaats waar de schadeveroorzakende gebeurtenis plaatsvond, als de plaats waar de schade is ingetreden, zodat de gedaagde ter keuze van de eiser kan worden opgeroepen voor de rechter van de ene of de andere
II
Rolnummer: C04/00277
3
'.
plaats. De aldus aan de eiser geboden keuzemogelijkheid is echter, nog steeds volgens rechtspraak van het EG-hof, beperkt tot gevallen waarin zich bijzondere omstandigheden voordoen die deze keuze rechtvaardigen. Anders zou de algemene regel van art. 2 (bevoegd is de rechter van de woonplaats van gedaagde) worden uitgehold. Het begrip 'plaats waar de schade is ingetreden' mag dan ook niet zo ruim worden uitgelegd dat het iedere plaats omvat waar de schadelijke gevolgen voelbaar zijn van een feit dat reeds elders daadwerkelijk ingetreden schade heeft veroorzaakt. Doorslaggevend is waar voor de direct gelaedeerde de aanvankelijke of initiële schade geacht kan worden te zijn ingetreden. 3.3 Partijen zijn het er over eens dat de plaats waar de schadeveroorzakende gebeurtenis plaatsvond Essen in België is, omdat de verontreinigde micromix daar is geproduceerd. Het geschil spitst zich toe op de vraag naar de plaats waar de (initiële) schade is ingetreden. Bepalend is in dit geval naar het oordeel van het hof niet, zoals ZuidChemie bepleit, dat de vervuilde micromix tijdens het productie proces in Sas van Gent de verontreiniging van de aldaar geproduceerde kunstmest heeft veroorzaakt en aldus de thans gevorderde schade teweeg heeft gebracht. Doorslaggevend acht het hof dat het veronderstelde onrechtmatig handelen van Philippo's daarin heeft bestaan dat Philippo's in België met cadmium verontreinigde micromix heeft geproduceerd en deze (door de schadelijke inwerking van cadmium verontreinigde) micromix in Essen (België) aan Zuid-Chemie heeft afgeleverd. Als gevolg daarvan kan voor Zuid-Chemie reeds in België, met de verkrijging van de verontreinigde micromix, de (initiële) schade geacht worden te zijn ingetreden. In zoverre verschilt de situatie van het onderhavige geval van die van het Kalimijnenarrest, waarbij geen (initiële) schade was ontstaan in het land waar het onrechtmatig handelen had plaatsgevonden. 4. Ter gelegenheid van de pleidooien heeft Zuid-Chemie desgevraagd nog nader toegelicht dat zij niet in België, maar in Nederland tegen Philippo's wil procederen, omdat Belgisch recht, dat door de Belgische rechter zal worden toegepast, in tegenstelling tot het Nederlands recht dat door de Nederlandse rechter dient te worden toegepast, kort gezegd, in commerciële rechtsverhoudingen geen aansprakelijkheid kent op grond van het in het verkeer brengen van een product dat bij normaal gebruik schade veroorzaakt. Wat er verder zij van de juistheid van de stellingen' omtrent het van toepassing zijnde materiële recht in de beide door ZuidChemie geschetste scenario's, ook dit belang maakt het voorgaande niet anders, nu in de rechtspraak van het EG-hof ook uitdrukking is gegeven aan de onwenselijkheid van forum shopping en law shopping. 5. Grief 4 mist zelfstandige betekenis en moet het lot van grieven 1-3 delen. 6. Het voorgaande leidt tot de slotsom dat de opgeworpen grieven falen. 7. Het hof zal het bestreden vonnis bekrachtigen en Zuid-Chemie als de in het ongelijk gestelde partij veroordelen in de kosten van het hoger beroep.
J2
Roinuromeî: C04/00277
4
Beslissing Het hof Bekrachtigt het door de rechtbank Middelburg gewezen vonnis van 10 december 2003; Veroordeelt Zuid-Chemie in de kosten van het hoger beroep tot op deze uitspraak aan de zijde van Philippo's begroot op € 13.459,-- (€ 5.669,-- aan griffierecht en € 7.790,- aan salaris voor de procureur); Verklaart dit arrest ten aanzien van de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad. Dit arrest is gewezen door mrs A.J.M.E. Arpeau, J.J. Roos en P. Kuipers en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 20 juni 2006 in tegenwoordigheid van de griffier.
/
. I/ I
JU/' I /I
U
.lü~/ i
I
)3
,;-
/A
, ,.
,
I
!/
Rolnr.
Mr L. Strikwerda
C06/310HR
conclusie
zt. 1 febr. 2008
inzake
zuid-Chemie
B.V.
tegen Phillippo's Mineralenfabriek
Edelhoogachtbaar
N.V./S.A.
College,
1. Het gaat in deze zaak om de vraag of de Nederlandse op grond van de bevoegdheidsregel Verordening bevoegd
(Verordening
is om kennis
cassatie,
hierna:
gemeente
Philippo's,
vordering daad.
tot
pOlS
daarbij
te
van de gestelde
feit zich heeft
012)
van
in
tot
Gent,
cassatie, ingestelde
onrechtmatige
of de plaats van vesti-
aangemerkt
als het
gedraging
als "de plaats Ii
Sas
van
L
eiseres
België,
grond
onrechtmatige
voorgedaan
2001
thans te
Essen,
op
kan worden
PbEG
verweerster
om de vraag
en daarom kan gelden
gende
thans
gevestigd
van Zuid-Chemie
folgsort"
gevestigd
schadevergoeding
Het draait
ging
tegen
44/2001,
van de door
Zuid-Chemie,
Terneuzen,
hierna:
van art. 5 sub 3 van de EEX-
(EG) nr.
te nemen
rechter
zgn.
"Er-
van Philip-
waar het schadebren-
in de zin van art.
5 sub
3
EEX-Verordening. 2. De feiten
liggen
als volgt
(zie r.o.
2 van het arrest
van
het hof). (i)
Zuid-Chemie,
producent
van
kunststoffen,
heeft
2000 bij HCI Chemicals
Benelux B.V. te Rotterdam,
twee partijen micromix
gekocht.
in
juli
hierna:
HCI,
(ii) HCI, die deze micrornix niet zelf kan produceren, haar één
beurt na
de
Philippo's stof
de micrornix bi j Phi Iippo I s besteld benodigde
heeft in overleg
zinksulfaat
Poortershaven, (iii)
grondstoffen
betrokken
aan
heeft
de
en daartoe
Philippo's
bij ene G.J.
de Poorter,
grond-
h.o.d.n.
te Rotterdam.
micrornix geproduceerd
1
op
afgeleverd.
met HCI de nog ontbrekende
hierna: Poortershaven,
Philippo's
heeft op
in haar
fa-
briek
te
Essen
afgehaald
in
België
Zuid-Chemie
heeft
de
micromix
in Essen.
(iv) zuid-Chemie
heeft
Gent de micromix
verwerkt
deel
en
daarvan
aan
vervolgens
in haar
in diverse
(buitenlandse)
fabriek
partijen
afnemers
te Sas van
kunstmest verkocht
en een
en
ver-
scheept. (v) Naderhand sulfaat
een
waarvan
de
minder
bleek dat het van Poortershaven veel
te hoog
door
cadmiumgehalte
Zuid-Chemie
bruikbaar
is
bevatte,
geproduceerde
geworden
en
afgenomen
als gevolg
kunstmest
Zuid-Chemie,
zink-
niet
volgens
of
haar
stelling, schade heeft geleden. 3. Zuid-Chemie po's
heeft bij
gedagvaard
de rechtbank zal
voor recht
veroordelen
schadevergoeding een
met
Philippo's voor
micromix
het doel
Middelburg
Zuid-Chemie tot
het
rente
daad
gepleegd,
zij was
aanspra-
zuid-Chemie
dat Philippo's daarin
dat
en Philip-
zuid-Chemie
heeft geproduceerd
waarvoor
schade
aan
kosten.
heeft
en gevorderd
geleden
gelegd
2003 Philip-
dat Philippo's
betalen
en
ten grondslag
onrechtmatige
17 januari
zal verklaren
de door
haar vordering
van
voor de rechtbank
keli jk is voor po's
exploot
heeft
van aan
jegens haar
bestaande
dat
die bij normaal gebruik
bestemd,
schade
heeft
veroor-
zaakt. 4. Philippo's Zi j heeft onder
daartoe
de
gesteld
EEX-Verordening
Zuid-Chemie ontlenen
heeft de exceptie
kennis
te
- kort
gezegd
onbevoegd
is
nemen
aan de hoofdregel
van onbevoegdheid
omdat
van
art.
zien Philippo's
is gevestigd
de alternatieve
bevoegdheidsregel
dening, plaats de
aangezien
ook
aflevering
van
zij
geen België,
van art.
moet
de
de
rechtbank
vordering
van
bevoegdheid
kan
2 EEX-Verordening,
in Essen,
waar het schadebrengende
Philippo's
5.
Essen
- dat
opgeworpen.
en evenmin
aan
5 sub 3 EEX-Verorals
de
feit zich heeft voorgedaan,
nu
van de cadmiumhoudende
worden
aange-
aangemerkt
micromix
af fabriek
van
heeft plaatsgevonden.
Zuid-Chemie
heeft
de
door
Philippo
2
IS-
I
s opgeworpen
exceptie
van onbevoegdheid bestreden. Zij heeft daartoe aangevoerd dat de rechtbank bevoegd is op grond van art. 5 sub 3 EEX-Verordening, aangezien de schade is ingetreden door vermenging van de verschillende grondstoffen tot kunstmest in de fabriek van Zuid-Chemie te Sas van Gent. Sas van Gent is derhalve aan te merken als "Erfolgsort" van de gestelde onrechtmatige daad, zodat de rechtbank op grond van art. 5 sub 3 EEX-Verordening bevoegd is, aldus zuid-Chemie. 6. De rechtbank heeft bij vonnis van 10 december 2003 de door Philippo's opgeworpen exceptie van onbevoegdheid gegrond geoordeeld en zich onbevoegd verklaard om van het geschil in de hoofdzaak kennis te nemen. De rechtbank overwoog daartoe kort gezegd ': dat voor de toepassing van art. 5 sub 3 EEXVerordening Sas van Gent niet kan worden aangemerkt als "ErfOlgsort'if,d.w.z. als de plaats waar de aanvankelijke of initiële schade is ingetreden. Naar het oordeel van de recht-, bank is voor Zuid-Chemie haar aanvankelijke en initiële schade ingetreden in Essen, België, omdat zij daar de verontreinigde ,
micromix geleverd heeft gekregen (r.o. 4.4.2). 7. Zuid-Chemie is van het vonnis van de rechtbank in hoger beroep gegaan bij het gerechtshof te ,s-Gravenhage, doch tevergeefs: bij arrest van 20 juni 2006 heeft het hof het vonnis van de rechtbank bekrachtigd. Daartoe overwoog het hof onder meer (r.o. 3.3): "Fartijen zijn het er over eens dat de plaats waar de schadeveroorzakende gebeurtenis plaatsvond Essen in België is, omdat de verontreinigde micromix daar is geproduceerd. Het geschil spitst zich toe op de vraag naar de plaats waar de (initiële) schade is ingetreden. Bepalend is in dit geval naar het oordeel van het hof niet, zoals Zuid-Chemie bepleit, dat de vervuilde micromix tijdens het productieproces in Sas van Gent de verontreiniging van de aldaar geproduceerde kunstmest heeft veroorzaakt en aldus de thans gevorderde schade teweeg heeft gebracht. Doorslaggevend acht het hof dat het veronderstelde onrechtmatig handelen van Fhilippo's daarin heeft bestaan dat Fhilippo's in België met cadmium verontreinigde micromix heeft geproduceerd en deze (door de schadelijke inwerking van cadmium verontreinigde) micromix in Essen (België) aan Zuid-Chemie heeft afgele3
verd. Als gevolg daarvan kan voor Zuid-Chemie reeds in België, met de verkrijging van de verontreinigde micromix, de (initiële) schade geacht worden te zijn ingetreden."
8. zuid-Chemie is tegen het arrest van het hof
(tijdig) in
cassatie gekomen met een uit vijf onderdelen opgebouwd middel, dat door Philippo's is bestreden met conclusie tot verwerping van het door Zuid-Chemie ingestelde cassatieberoep. Voorts heeft Philippo's van haar kant voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep ingesteld met een uit drie onderdelen opgebouwd middel. Zuid-Chemie heeft dit middel bestreden en geconcludeerd tot verwerping van het voorwaardeIijk incidenteel beroep.
Het principaal beroep 9. Centraal in het in het principaal beroep voorgestelde middel staat de klacht dat het hof een onjuiste enzof onbegrijpelijke toepassing heeft gegeven aan de bevoegdheidsregel van art. 5 sub 3 EEX-Verordening door te oordelen dat voor de vraag naar de plaats waar de initiële schade is ingetreden niet bepalend is dat de vervuilde micromix tijdens het productieproces in Sas van Gent de verontreiniging van de aldaar geproduceerde kunstmest heeft veroorzaakt, maar dat het veronderstelde onrechtmatig handelen van Philippo's daarin heeft bestaan dat Philippo's in België verontreinigde micromix heeft geproduceerd en deze micromix in Essen (België) aan ZuidChemie heeft afgeleverd, zodat voor Zuid-Chemie reeds in België, met de verkrijging van de verontreinigde micromix, de (initiële) schade geacht worden te zijn ingetreden. 10. Bij de
beoordeling van
het
middel dient
het
volgende
vooropgesteld te worden. 11. Art. 5 sub 3 EEX-verordening biedt, evenals destijds het (nagenoeg) gelijkluidende art. 5 sub 3 EEX-Verdrag, een alter4
natieve
bevoegdheid
ten
gegrond
zi jn op
verbintenis
keuze
van
de
het gerecht heeft
eiser
voorgedaan van
bi jzonder
nauw
recht
kan
of
art.
kan
sub
zodat
verband
van goede
ting . Zie potasse
HvJEG
d'Alsac
30
worden
voordoen".
tussen
de bevoegdheid
redenen
onrechtmatige
3 berust
dan dat van de staat
der,
uit
rechtsvorderingen
de dat
gerecht
rechtsbedeling november
(Kalimijnen),
1976
bestaan
van
een
en een ander
ge-
van de verweer-
gerechtvaardigd
en nuttige zk
f
feit zich be-
van de woonplaats van
voor
alternatieve
het
vordering
ter
opgeroepen
De
op
die
daad:
"waar het schadebrengende
zich 5
van
de verweerder
van de plaats
voegdheid
om
een
aanzien
is
procesinrich- Bier/Mines
21/76,
de
Jur. 1976, p. 1735, NJ 1977, 494
nt. JCS, r.o. 11. 12.
Het
dbelp
begrip
in art.
"verbintenis 5 sub
bevoegdheidsregel iidie beoogt geding
de
heeft
betrekking
aansprakeli jkheid
te brengen
september
onrechtmatige op van
en die geen verband
1988,
zk
189/87
zaak is het hof, evenals
ui tgegaan
dat
is gegrond van
art.
moet
door
H.
Praktijkreeks
IPR,
17
niet valt
juni
1992,
onder
en partijen,
het
juist. Ook
deel
Jur.
daad in de zin
indien
aangenomen
internationaal
Tebbens
I
18. 1995
(naar Nederlands
ervan
rechtsvordering
uit onrechtmatige
Duintjer
(vgl.
SChröder,
ingestelde
zin
privaat-
Produktaansprakenr.
recht
5) - gaat
om
is vanwege het
van art. 6:190 lid 1 BW geen sprake van
produktaansprakelijkheid), ring
in
(r.o. 17). In de onderha-
- in ruime,
schadebegrip
De
houdt met een 'verbinte-
dat het hier
produktaansprakelijkheid beperkte
verweerder
de rechtbank
5 sub 3. Dat lijkt mij
rechtelijke
een
begrip.
rechtsvordering
Ka1felis/Bank
r
zuid-Chemie
op een v~rbintenis
worden
lijkheid,
de
elke
als be-
in de zin van art. 5 sub lil, aldus HvJEG
1988, p. 5565, NJ 1990, 425 nt. JCS vige
daad"
3 is een verordeningsautonoom
nis uit overeenkomst' 27
uit
mag worden
het bereik
zk C-26/92,
aangenomen
van art.
Handte/TMCS,
dat de vorde-
5 sub 1 (vgl. HvJEG
Jur.
1992, p. 1-3697,
NJ 1996, 316), maar onder het bereik van art. 5 sub 3 (vgl. de conclusie zie
ook
van A-G Jacobs Duintjer
Tebbens,
voor het Handte-arrest, a.w.
r
5
nr.
onder
42; P. Vlas,
TVVS
34-39; 1993,
blz. 248).
13. De "plaats waar het schadebrengende gedaan"
als bedoeld
Justitie plaats als
in
het
waar
op de
de
in art. 5 sub
schade
plaats
"Handlungsort"),
is
van
heeft het
plaats
gemaakt
een geval
pen
en aangegeven voelbaar
ingetreden
1995,
zk C-364/93, de plaats
de
Erfolgsort" ) (het zgn.
latere
uitspraken gebaar
de reikwi jdte van de tot een uitholling
aangenomen
dat
niet omvat
zo
ruim
waar
de
heeft veroorzaakt
Marinari/Lloyd"s
waar als
ThMdB,
de
geleden
andere
staat ingetreden
r.c.
kan
gevolg
van
stelt door
aanvankelijke
21). Zie voorts
HvJEG
Européenne/Spliethoff,
Jur.
Jur.
14). Het
een
schadelijke daadwer-
1995,
begrip
p.
omvat
hem
geleden,
in
1dus
vermogens schade
schade
27 oktober
worden
(HvJEG 19 september
Bank,
gelaedeerde
is
uiteenlo-
zijn van een feit dat reeds elders schade
van
sprake
en "Handlungsort"
plaats
in
rei van art. 2, duidelijk
"Erfolgsort"
iedere
hebben
PV, en HvJEG
In
3 zal leiden
"Erfolgsort"
2719, NJ 1997, 52 nt.
r.o.
11
op
van de ene dan wel de
tot
van het forum
dat
het
kelijk
niet
zgn.
dat het brede
betrekking
5 sub
waarin
dat
bevreesd
te snel mag worden
van
gevolgen
met
beginsel
dat niet
uitgelegd
zowel
gebeurtenis
opgeroepen.
van Justitie,
ex art.
het algemene
24-25)
(het
voor de rechter
worden
Kalimi jnenarrest
bevoegdheid
ingetreden
het Hof van
zodat op grond van art. 5 sub 3 de verweerder kan
het Hof
(r.o.
de veroorzakende
ter keuze van de eiser andere
zich heeft voor-
ziet volgens
3
Kalimijnenarrest
feit
te een
(Marinari-arrest,
1998, zk C-51, Réunion
1998, p. 1-6511, NJ 2000, 156 nt.
10 juni 2004, zk C-168/02
Kronhofer/Maier,
f
Jur.
2004, p. 1-6009, NJ 2006, 335 nt. PV. Zie ook HR 21 september 2001, NJ 2002, 254 nt. ThMdB en HR
7 december
2001, NJ 2002,
539 nt. PVc 14. Moet
uit
de
afgeleid
dat
het
folgsort"
beperkt
onrechtmatige toegebrachte
rechtspraak onderscheid is tot
gedraging fysieke
van
het
tussen
situaties
die
Hof
leidt
van
"Handlungsort"
waarin tot
Justitie
aan
sprake
6
'3
en
"Er-
is van
personen
schade en dat bij onrechtmatige
worden
of
een
zaken
gedragin-
gen
die
leiden
schade
geen
schade
het
tot niet-fysieke
ruimte
is voor
directe
schade
zuivere
vermogens-
onderscheid ,ook
het
(initiële)
en
gevolg
van
het
al
is deze
schadebrengende
feit?
15. Het Hof van Justitie uitgesproken. van
het
de
is
zich over deze
In zijn conclusie
Hof
verdedigen
heeft
van
Justitie
voor Réunion
lijkt
A-G
vermogen
streeks
als
"Erfolgsort"
of
aan
en causaal
dat wil zeggen
de
kan
persoon
verband
worden
kettingreactie
aangemerkt.
worden
de
eiser
gedraging
schade
onder
die
de
te
vermogensschaNaar
de schade aan die
I
in rechtfeit,
die aan de verweer-
- en niet de indirecte,
ontstane
(conclusie
van
opvatting
staat met het schadebrengende
de onrechtmatige
der wordt toegeschreven geleden
de
dat ook de plaats waar rechtstreekse
geleden
nog niet
Européenne-arrest
Cosmas
zijn oordeel moet onder "schade" verstaan het
vraag
eiser
48). Ook de plaats
latere of door stelt
te hebben
van rechtstreekse,
niet fysieke schade en zuivere vermogensschade
kan volgens A-G
Cosmas
opvatting
dus
kennelijk
bevoegdheid onderschreven
86b (S. Leibie); 4). Anderen
ingetreden bevoegdheid
bijv. 2.
ruime
Th.
Aufl.
Rauscher 2006, NTBR
schade
aan
en dat niet-fysieke kunnen
scheppen.
personen
of
Deze enge opvatting
blz.
19: Th.M.
de
NJ
(NJ 1997, 2002,
59; J.A. Pontier, 16,
2001,
Inleiding
nr. tot
254,
Boer
in
52, onder onder
3;
Onrechtmatige
60, dez.,
NIPR
het Nederlandse
zaken
in het
moet
zijn
en zuivere vermogens schade geen
EU-Zivilprozessrecht,
2001,
RdNr
(NJ 2006, 335,
en "Erfolgsort",
Schlosser,
ber
205,
Eu-
1996, blz. 44: P.
bij bijv. P.F. Marinari-arrest
(red.),
blz.
onder het Kronhofer-arrest van "Handlungsortil
fysieke
82, RdNr
wordt
zijn evenwel van mening dat, wil sprake zijn
van een uiteenlopen "Erfolgsort"
Deze
M.E. Koppenol-Laforce,
in zijn NJ-noot
onder
door
z i vilprozessrecht,
ropäisches Vlas
scheppen.
zijn
3)
2002,
en onder
279;
7
20
het
HR 21 septem-
praktijkreeks
blz.
onder
Tebbens,
Internationaal
dr. 2005, nr. 239.
2. Aufl. 2003,
NJ-noten
Duintjer
daad,
treft men aan
L.
a.w. nr. IPR, deel
Strikwerda,
Privaatrecht,
8e
16. Opmerking
verdient
van
naar
de vraag
uit onrechtmatige en "Erfolgsort" lid
2 van
wanneer
dat de Nederlandse
het
toepasselijke
daad
Wet
"een daad schadelijk
de wet van
1998/99,
het
"schadelijk
kan er plaats
3) wordt erop gewezen
inwerkt"
zie art. 3
daad:
alleen
een goed
(Kamerstukken
II
dat met de woorden
in het tweede lid van art. 3 wordt beoogd
vermogens schade
en dat de gekozen
met de interpretatie het
"Handlungsort"
zi jn voor toepassing
In de MvT
te brengen
waar
van
inwerkt op een persoon,
tot uitdrukking
ats
op verbintenissen
onrechtmatige
"Erfolgsort".
26 608, nr.
ten aanzien
van de enge opvatting.
conflictenrecht
of het natuurli jke milieu" van
recht
bij het uiteenlopen
is uitgegaan
de
wetgever
dat de bepaling enge
niet ziet op louter
formulering
die het Hof van Justitie
schadebrengende
art. 5 sub 3 EEX-Verdrag
feit
zich
samenhangt
geeft aan "pla-
heeft
voorgedaan"
in
(blz. 7) .
.''f
17. Ik keer terug naar de onderhavige Chemie voorgestelde 18. Het hof heeft de
plaats
zeggen
de
plaatsvond
waar
verontreinigde
en het door Zuid-
cassatiemiddel. - onbestreden
de
in cassatie
schadeveroorzakende
gestelde (het
casus
onrechtmatige
"Handlungsort
il
micromix
)
gebeurtenis,
gedraging Essen
I
- vastgesteld van
in België
dat
dat wil
Philippo's, is omdat
de
daar is geproduceerd.
19. Het antwoor-d op de vraag of Essen ook als het "Erfolgsort" van
de
worden schouwd
gestelde beschouwd, moet
sprake
gedraging
afhankeli jk
als de
(i)
initiële
onrechtmatige
onderscheid
de toepassing
is
worden
van de gestelde of het
onrechtmatige
tussen
"HandIungsort
fysieke
wel ook kan worden
toegepast
uit
schade
niet-fysieke
daad
of
de
schade
van art. 5 sub 3 beperkt
nen of zaken toegebrachte
van
gedraging,
is van een onrechtmatige
van
en ii
en
8
2)
vraag
be-
wat
die het gevolg
die
is
(ii) van de vraag "Erfolgsort
IV
bi j
waarin
leidt tot aan perso(enge opvatting)
indien de initiële
opvatting) .
kan
is tot situaties
schade
zuivere
Philippo's
dan
schade bestaat
vermogens schade
(ruime
20. Wat de
onder
(i) bedoelde
vraag
betreft,
woorden
denkbaar.
Het
ene
antwoord
bestaat
uit de schade
die
is ontstaan
verontreinigde
micromix
met
de
is dat de
andere
Chemie heeft gebruikt om de kunstmest zin bijv. Duintjer sprakelijkheid ui twerking"
Tebbens,
"de
de vermogensschade reinigde micromix baar
is
schade
bestaat
verkeer
andere
zulks
gedraging
brengen
van
van het produkt. Justitie.
onder
dan
uit de
menging
van
de verontreinigde
stoffen
die
Zuid-Chemie
kunstmest
de
die
de micromix
antwoord
dat' de
initiële micro-
van de redenering bestaat
dat de
uit het in het
produkt
en
plaatsvindt
de
initiële
bij aflevering
lijkt steun te vinden
in de
van het Hof van
31 in fine. De vervolgschade
van
de
als gevolg
met
gebruikt
de
om
de
andere
van
de
grond-
kunstmest
bruikbaarheid
(de initiële
grondstoffen)
Sas van Gent
van
te de
de enge opvatting en "Erfolgsort" tot situaties leidt dan
aangemerkt
zodat
bi j de toepassing aan
kan indien
"Handlungsort"
is van een onrechtmatige
van
alleen
Gent
aangenomen
tussen
vraag uit van
van art. 5 sub 3 beperkt
of
verontreinigde
bestaat uit
niet noodzake-
(ii) bedoelde
personen
Sas
brengt
het onderscheid
waarin sprake
tot
schade
als IYErfolgsort" is aan te merken.
Gaat men ten aanzien van de onder
de
is
door het mengen van de verontreinig-
met de andere
li jk mee dat
van
dan uit
die daar weer het gevolg van is.
de schade die is ontstaan
schade,
bestaat
niet of minder bruik-
micromix
heeft
schadelijke
de met de veront-
is ontstaan
aantasting
21. Het eerstbedoelde
die
de
voor het Handte-arrest
schade
Zuid-
In deze
van de verontreinigde
op grond
bestaat
en
doordat
gedraging
Zie de conclusie
vervaardigen
van
antwoord
Voor dit antwoord
conlusie van A-G Jacobs
die
te vervaardigen.
ondeugdelijk
schade van een dergelijke
van de
grondstoffen
van Philippo's
een
door het mengen
kunstmest
uit de aflevering
rnix aan zuid-Chemie, onrechtmatige
is ontstaan
Het
schade
De vervolgschade
vervaardigde
geworden.
initiële
manifestatie
acht.
die
ant-
a.w., nr. 56, die bij produktaan-
eerste
beslissend
zijn twee
moet
micromix
9
2.2
zaken als
worden met
de
is
gedraging
toegebrachte
fysieke
ilErfolgsort" worden dat
door
andere
het mengen
grondstoffen
fysieke
schade
is
toegebracht
aan
Gaat men ten aanzien van de onder de ruime opvatting en
kan
leidt
het
gevolg
worden
is
van
eerstbedoelde
"Erfolgsort"
van
de
daad van Philippo's de menging
door zich
schade
tot
de
zuid-Chemie
"Handlungsort"
bij
niet-fysieke
het
onrechtmatige
antwoord
vraag uit van
tussen
toegepast deze
de
grondstoffen.
(ii) bedoelde
en vermogens schade , mits
rechtstreekse
andere
zodat het onderscheid
IIErfolgsort" ook
schade
die
initiële
gedraging,
conclusie
gestelde
met de andere
niet heeft geleid tot fysieke
dan
dat
het
onrechtmatige
in Sas van Gent bevindt,
van de micromix
en
ongeacht
grondstoffen
of
al dan
schade aan die andere grondstof-
fen. 22.
Het
schade
bestaat
mix
aan
van
de
ruime
laatstbedoelde
uit de aflevering
Zuid-Chemie) onder
antwoord
leidt,
(ii) bedoelde
opvatting,
tot
het "Erfolgsort" ge gedraging
de
op
vraag
(i)
(de
initiële
van de verontreinigde
micro-
onverschillig
of men
ten aanzien
vraag
van
enge
uitgaat
conclusie
dat
het
van de door zuid-Chemie
niet uiteenlopen
de
of de
"Handlungsort"
gestelde
en zich beide
en
onrechtmati-
in Essen, België,
bevinden. 23. uit het vorenstaande
blijkt dat de centrale
door
zuid-Chemie
art.
5 sub 3 EEX-Verordening
vraag
welke
Zuid-Chemie
voorgestelde
schade
bi j een
de aflevering
die ontstaat doel
van
waarvoor
het
juist moet
de vraag
of
in
sub
aanmerking
3,
personen
was
kan
waar
gedraging
dient te worden
deze
plaats als
de
door
als de initiële
de schade
die ontstaat
ondeugdelijk
produkt
of de schade
gebruik
Wanneer
geacht, deze
worden
van het produkt voor het het
schade
schade
genomen
bestaat
of zaken.
10
laatstbedoelde
ri jst in de tweede is als
feit zich heeft voorgedaan"
indien
van
gedraging:
bestemd?
worden
de plaats
schadebrengende 5
het
van uitlegging
In de eerste
onrechtmatige
bij het normaal
antwoord
dan
oproept.
gesteld aangemerkt
schade van die onrechtmatige door
middel vragen
klacht van het
in
ingetreden "plaats
plaats alleen
waar
het
in de zin van art. fysieke
schade
aan
24. Ten aanzien hetgeen
eerder
of
een
van
van beide vragen is aangetekend,
"acte
daarom
aangewezen
beroep
verder
éclairé"
zal
Aangezien
25.
beroep
gesproken. alvorens
moet
uitspraak
over
an
de
op
deze
zaak
mi j
op het principaal van de Euro-
gerezen
vragen
234
van
uitspraak te doen.
beroep
worden
voorwaardeli jk
li jkt
op de voet van art. 68 lid 1 jo. art.
iedere
zal
Het
het Hof van Justitie
van art. 5 sub 3 EEX-Verordening
Het incidenteel
kan, gelet
niet· van een "acte clair"
worden
te beslissen,
verzoeken
uitlegging
m.i.
dat de Hoge Raad,
pese Gemeenschappen EG
van uitlegging
verdere
beslissing
aangehouden
hebben
gedaan,
ingestelde
totdat zal
op
het
iedere
incidenteel
het
Hof
principaal
van
Justitie
beslissing
beroep
op
eveneens
het
moeten
worden aangehouden.
Conclusie De conclusie beslissen de
op het
Europese
onder
het
uitspraak
principaal
beroep,
Gemeenschappen
23 bedoelde
Verordening totdat
strekt ertoe dat de Hoge Raad, alvorens verder
vragen
uitspraak Hof
van
zal
het Hof van Justitie
ver aoeken
van uitlegging
te
doen
Justitie
en
naar
het
over
de
hierboven
geding van
zal dat
zal hebben gedaan.
De Procureur-Generaal
11
van
van art. 5 sub 3 EEX-
aanleiding
bij de
te
schorsen verzoek
OE BRAUW BLACKSTONE WESTBROEK
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
Zitting: 29 juni 2007 Rolnummer:
C 2006/310 HR
Conclusie
van antwoord
in cassatie
tevens conclusie
houdende
voorwaardelijk
incidenteel
beroep in cassatie
Inzake: de naamloze vennootschap
naar Belgisch recht Philippo's Mineralenfabriek
N. V./S.A. (thans geheten PMF Productions N.V.), gevestigd te Essen, België. verweerster
in het principaal beroep in cassatie tevens eiseres in het
voorwaardelijk advocaat: Mr
incidenteel beroep in cassatie,
M.v.
Polak
tegen de besloten vennootschap
met beperkte aansprakelijkheid
Zuid-Chemie
B. V., gevestigd te Sas van Gent, gemeente Terneuzen, eiseres in het principaal beroep in cassatie tevens verweerster in het voorwaardelijk
incidenteel beroep in cassatie,
advocaat: Mr J. van Duivendijk-Brandt
269\ 10640185\p011-205
1 /5
DE BRAUW BLACKSTONE WESTBROEK
1.
rJ [ijl
Inleiding
Verweerster
in het principaal beroep in cassatie tevens eiseres in het
voorwaardelijk "Philippo's")
incidenteel beroep in cassatie (hierna aangeduid als
doet het navolgende zeggen voor antwoord in de door eiseres
in het principaal beroep in cassatie tevens verweerster
in het voorwaardelijk
incidenteel beroep in cassatie (hierna aangeduid als "Zuid-Chemie") aangespannen
2.
cassatieprocedure.
Naamswijziging van Philippo's
.~
'~.'
I
Philippo's wijst erop dat zij ultimo 2006 haar naam heeft gewijzigd in PMF Productions
N.v. Gemakshalve zal zij zich in deze cassatieprocedure
blijven bedienen van haar oude naam.
3.
Conclusie van antwoord in het principaal beroep in cassatie
Philippo's meent dat het hof 's-Gravenhage
in zijn door Zuid-Chemie in het
principaal beroep in cassatie bestreden arrest niet op de door Zuid-Chemie aangevoerde
gronden het recht heeft geschonden dan wel vormen heeft
verzuimd, een en ander als bedoeld in artikel 79 Wet RO. Philippo's concludeert dan ook tot verwerping van het principaal beroep in cassatie, kosten rechtens.
4.
Conclusie houdende voorwaardelijk
incidenteel beroep in
cassatie Indien en voorzover de Hoge Raad mocht oordelen dat een of meer onderdelen van het middel van cassatie van Zuid-Chemie
in het principaal
beroep in cassatie slaagt/slagen en zulks leidt tot vernietiging van het bestreden arrest, wenst Philippo's van haar zijde incidenteel beroep in cassatie in te stellen en het navolgende voorwaardelijk TI
van cassatie voor te dragen:
269\10640185\p011-205
.,'ï
incidenteel middel
2/5
DE BRAUW BLACKSTONE WESTBROEK
[
"
,.,." ~,.\ ... ~",~
:'.:.i..'.J
Middel van cassatie Oe cassatiegronden
zijn schending van het recht en/of verzuim van vormen
als bedoeld in artikel 79 Wet RO,
Inleiding Het voorwaardelijk
incidenteel middel van cassatie is gericht tegen het
(impliciete) oordeel van het hof in zijn bestreden arrest dat Zuid-Chemie ontvankelijk is in het door haar ingestelde hoger beroep van het vonnis van .de. rechtbank Middelburg appeldagváarding
d.d. 1.0 decernber.êüüê-zulks
die op verzoekvan
terwijl de
Zuid-Chemie op 9 februari 2004 werd
uitgebracht, niet met inachtneming van de Betekeningsverordening
- in
samenhang met de artikelen 63 lid 1 en 56 lid 3 Rv - aan de (in België gelegen én aan Zuid-Chemie
bekende) woonplaats van Philippo's is
betekend, maar uitsluitend is uitgebracht aan het kantooradres
van Mr N.H.
van Everdlnqen, die als procureur van Philippo's was opgetreden ten behoeve van de procedure ten overstaan van de rechtbank Middelburg.
Klacht Onderdeel a Het hof heeft blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting te oordelen dat Zuid-Chemie
door (impliciet)
ontvankelijk is in het door haar ingestelde
hoger beroep van het vonnis van de rechtbank Middelburg d.d. 10 december 2003, ondanks het verzuim van Zuid-Chemie om de op haar verzoek op 9 februari 2004 uitgebrachte appeldagvaarding inachtneming
van de Betekeningsverordening
met
- in samenhang met de
artikelen 63 lid 1 en 56 lid 3 Rv - aan de (in België gelegen én aan ZuidChemie bekende) woonplaats van Philip po's te doen betekenen (en te volstaan met het doen uitbrengen van deze appeldagvaarding kantooradres
aan het
van Mr N.H. van Everdingen, die als procureur van Philippo's
was opgetreden ten behoeve van de procedure ten overstaan van de rechtbank Middelburg).
Door dit verzuim heeft Zuid-Chemie niet binnen de
appeltermijn op rechtsgeldige wijze een procedure in hoger beroep ingeleid.
-.
~ 269\10640185\p011-205
3/5
t
:~.'·ro ;!;;, ,;',
..
DE BRAUW BLACKSTONE WESTBROEK
~i Het hof had Zuid-Chemie
dan ook ambtshalve niet-ontvankelijk
moeten
verklaren in het door haar ingestelde hoger beroep.
Onderdeel b Indien en voorzover (moet worden aangenomen dat) het hof heeft geoordeeld dat de vaststaande omstandigheden: (i)
dat Philippo's in hoger beroep is verschenen,
(ii)
dat Philippo's in hoger beroep inhoudelijk verweer heeft gevoerd, en/of
(iii)
r
dat Philippo's in hoger beroep niet heeft aangevoerd dat ZuidChemie niet-ontvankelijk
was in het door haar ingestelde hoger
beroep, nu zij had verzuimd de op haar verzoek op 9 februari 2004 uitgebrachte
appeldagvaarding
Betekeningsverordening
met inachtneming
van de
- in samenhang met de artikelen 63 lid 1
en 56 lid 3 Rv - aan de (in België gelegen én aan Zuid-Chemie bekende) woonplaats
van Philippo's te doen betekenen (en had
volstaan met het doen uitbrengen van deze appeldagvaarding het kantooradres
aan
van Mr N.H. van Everdingen, die als procureur van
Philippo's was opgetreden ten behoeve van de procedure ten overstaan van de rechtbank Middelburg), meebrengen dat Zuid-Chemie
wél ontvankelijk is in het door haar ingestelde
hoger beroep, heeft het hof miskend dat de vraag naar de ontvankelijkheid van Zuid-Chemie
in het door haar ingestelde hoger beroep een kwestie van
openbare orde betreft, waardoor: (a)
het hof deze vraag ambtshalve (in de hiervoor in onderdeel a bedoelde zin) had dienen te beantwoorden,
(b)
voor de beantwoording
en
van deze vraag (in de hiervoor in onderdeel a
bedoelde zin) irrelevant is dat Philippo's in hoger beroep is verschenen,
inhoudelijk verweer heeft gevoerd. en zich niet heeft
beroepen op de niet-ontvankelijkheid haar ingestelde
van Zuid-Chemie
in het door
hoger beroep.
Ook in deze lezing van het bestreden arrest heeft het hof blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting.
269\10640185\p011-205
28
4/5
DE BRAUW BLACKSTONE WESTBROEK
Onderdeel
c
Indien en voorzover (moet worden aangenomen dat) het hof heeft geoordeeld dat andere omstandigheden b zijn genoemd, en/of overwegingen
dan die welke hiervoor in onderdeel
meebrengen dat Zuid-Chemie wél
ontvankelijk is in het door haar ingestelde hoger beroep, heeft het hof verzuimd zijn oordeel dienaangaande
te motiveren. Nu uit het bestreden
arrest op geen enkele wijze kan worden afgeleid welke (andere) omstandigheden
en/of overwegingen
het hof in deze beslissend heeft
geacht, is het oordeel van het hof onbegrijpelijk.
TEmeinde Op grond van dit voorwaardelijk cassatie te horen vernietigen
voorgedragen
incidenteel middel van
het arrest waartegen het is gericht, kosten
rechtens.
Advocaat
I
1J
J'
tt Î.J
269\10640185\p011-205
5
t
5
/ 1J ' \~. ; -: '
Fa JENNES, Ju BEHAEGHEL5 P. DE NEEF GERECHTSDEURWAARDERS BV.~BVBA
Tel. 03 j 238.39.66 Fax. 03 I 216.05.87 KBC -103-3049311-92 PCR: 000-1093961-92 KBC Nederland: 063.31.-:11.429
Amerikalei 15 - 2000 ANTWERPEN Kantoor open van 9 tot 12 uur & van 14 tot 17 uur E-MAIL: ';(lIdi.: ,ï ~lh\ jdbh.: - KBO Nr. 0.443.756.-189
111illlllllllllllill o
1 \
,
0
i~
i 1111111111111111111111111111111111111111111
1 : 0 0 6 t 0 0 9 tOl
4 l 9 t
Ó
~}.,
.-~~\
0 6
09110106 eb
VERKLARING A06-03747 Het jaar tweeduizend Referentie:
OP VERZOEK
en zes, op
Tl r:· l-.!
:,l hTOm:17
VAN:
JDB-84330
VRIJ VAN ZEGEL
Meester Frederik Dirk van den Oever, gerechtsdeurwaarder met standplaats gevestigd te 's Gravenhage, Nederland, er kantoorhoudende aan de Bezuidenhoutseweg 115 te 's Gravenhage, Nederland,
EN REGISTRATIE
en voor zoveel als nodig: de vennootschap naar Nederlands Recht de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid ZUrD - CHEMIE B.V., gevestigd te Sas van Gent (gemeente Terneuzen), maar te dezer zake woonplaats kiezende te "s Gravenhage aan het Koningin Ju1ianap1ein 30, gebouw "Babylon", kantoren A, vijfde verdieping, (postbus 11756, 2502 AT) ten kantore van de advocaat bij de Hoge Raad der Nederlanden mr J. van Duijvendijk-Brand, , die door haar wordt aangewezen om haar in na te melden cassatie procedure te vertegenwoordigen,
Frans JENNES
Ik ondergetekende, Gerechtsdeurwaarder er kantoor houdende
met standplaats Amerikalei 15
te Antwerpen,
Verklaar bij deze en ten einde te voldoen aan artikel 4 van de Verordening (EG) nr. 1348/2000 van de Raad van de Europese Unie van 29 mei 2000 inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke en in handelszaken; HEB BETEKEND
EN UITGEREIKT
AAN
N.V. PHILIPPO'S MINERALENFABRIEK, PMF PRODUCTIONS , ondememingsnummer gevestigd
voorheen en thans genaamd 0403.843.860, waarvan de zetel
is te 2910 ESSEN, Postbaan 69 ,
waar ik het afschrift 35 Ger. W., a..'~'-
ter hand kon stellen overeenkomstig
,~~).
_/J ~ ~.r~ "'" ''!'"...t.. ~ ::""(..0 .'
. '
=.r.,~ 1,-'-
"'Q,f~,-(.'·
_"",,-:J ~,,~~,j::>-'t
de artikelen 33 tot
-::) »z: .,-' .:»; t;;z ....,1r".'i:.A~,••~4"..4.<;:;:.t.
r..iJl..i:Ii' p
.I
zodat ik het afschrift, waarvoor niet werd getekend voor ontvangst, fV~"(...& heb achtergelaten onder gesloten omslag, overeenkomstig mi.38 Par. 1 van hetzelfde Wetboek.
30
blad
VR
VACB RS RINL
47,59 9,65 8,57 6,01 71,82
UINL
4,96 4,96 76,78
:2
Van de kopij van een akte van aanzegging met dagvaarding uitgaande van Walter hederik Dirk van den Oever, gerechtsdeurwaarder, verzoeker, op vijf oktober tweeduizend en zes, op verzoek van ZUID CHEMIE BV voornoemd en ten laste van voornoemde betekende houdende aanzegging van een beroep in cassatie, met dagvaarding om te verschijnen op vrijdag zeventien november tweeduizend en zes, 0111 tien uur in de voormiddag, vertegenwoordigd door een advocaat bij de Hoge Raad der Nederlanden, te verschijnen ter openbare terechtzitting van de Hoge Raad der Nederlanden, die alsdan wordt gehouden in het gebouw van de Hoge Raad aan de Kazemestraat nr 52 te 's Gravenhage, Nederland, De uitreiking van voormelde kopij geschiedde overeenkomstig de Verordening (EG) nr. 1348/2000 van de Raad van de Europese Unie van 29 mei 2000 inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke en in handelszaken; Het origineçlvan deze verklaring zal o.vergemaakt worden aan het gsrechtsdeurwaarders kantoor VÄN MASTRIGT EN PARTNERS, met kantoren gevestigd te 's Gravenhage, Nederland, Bezuidenhoutseweg nr 115, en als postadres: postbus 9530 I te 2509 Cl-IDen Haag, Nederland, De kopie(ën) dezer werd(en) overhandigd overeenkomstig artikel 44 van het Gerechtelijk Wetboek, indien nodig onder gesloten omslag, Waarvan akte, datum als boven; Kost: ZESENZEVENTIG EURO ACHTENZEVENTIG
CENT
eventueel te vermeerderen met de kosten van aangetekende zending(en) zijnde 4,82 EUR per afwezige partij, /
\.
).
,
~eA-.,.,
. ~
..
31
(_Jf
Fa J::ENNES,.Ja
BEHAEGHEL, GERECHTSDEURWAARDERS
P. DE NEEF BV.-BVBA
Tcl. 03 j 238.39.66 Fax. 03 / 216.05.87 KBC 403-3049311-92 PCR : 000-1093961-92 KBC Nederland: 063.31.41.429
Amerikalei 15 - 2000 ANTWERPEN Kantoor open van 9 tot 12 uur & van \ 4 tot 17 uur E-MAIL: ~tlldic'
\
!IIIIIIIIIIIIIIII o ,
~\Ji
1\111111111111111111111111111111111111111111111
5 , 0 1 1 ~ 0 6 0 9 2
, 1 , \ l
l
l
, l
0 6
21/09/06 eb
VERKLARING A06-m 74 7 Het jaar tweeduizend
en zes, op
-
. I
Referentie:
OP VERZOEK
JDB-84330
Meester Johannes Helenus Hubertus HAGER, gerechtsdeurwaarder met standplaats gevestigd te 's Gravenhage, Nederland, er kantoorhoudende aan de Bezuidenhoutseweg 115 te 's Gravenhage, Nederland,
VAN:
VRIJ VAN ZEGEL EN REGISTRATIE
.sen voor zoveel-als nodig:
.
.t':
de vennootschap naar Nederlands Recht de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid ZUID - CHEMIE B.V., gevestigd te Sas van Gent (gemeente Terneuzen), maar te dezer zake woonplaats kiezende te 's Gravenhage aan het Koningin Julianaplein 30, kantoren gebouw "Babylon", kantoren A, vijfde verdieping, (postbus 11756,2502 AT) ten kantore van mr 1. van Duijvendijk-Brand, advocaat bij de Hoge Raad der Nederlanden, die door haar wordt aangewezen om haar te vertegenwoordigen in na te melden geding in cassatie, - '1 ;':':,jt:"t':::l::
.:\ .•. ·1
Ik ondergetekende, Gerechtsdeurwaarder er kantoor houdende
:"l~. ht:Q--
_:.'-'~
met standplaats Amerikalei 15
te Antwerpen,
Verklaar bij deze en ten einde te voldoen aan artikel 4 van de Verordening (EG) nr. 1348/2000 van de Raad van de Europese Unie van 29 mei 2000 inzake de betekening de kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke en in handelszaken; HEB BETEKEND
EN UITGEREIKT
en
AAN
N.V. PHIUPPO'S
MINERALEN FABRIEK, voorheen en thans genaamd PMF PRODUCTIONS ,ondernemingsnummer 0403.843.860. waarvan de zetel
A'
,
~/,;;-;/
C:JÎ/ty'
W'if;/ /
gevestigd is te 2910 ESSEN, Postbaan waar ik het afschrift 35 Ger.W.,
Lel ~
r:
69 ,
ter hand kon stellen overeenkomstig /.~;/. C/" " '0
(,.i-~
-;
(_.....
de artikelen 33 tot
~'-;j/'-1
....... -
/
k
-Ui'
.» '-
zodat ik het afschrift, waarvoor n~ werd getekend voor ontvangst, Jl..ä)" heb achtergelaten onder gesloten omslag, overeenkomstig art.38 Par. 1 van hetzelfde Wetboek.
VR VACB
RS RINL
47,59 9,65 8,57 6,01 71,82
UINL
4,96 4,96 76,78
Van de kopij van een akte van aanzegging met dagvaarding uitgaande van Geratdus Johannes Maria WOUTERS, als toegevoegd kandidaat deurwaarder. werkzaam ten kantore van Johannes Helenus Hubertus HAGER, verzoeker, op negentien september tweeduizend en zes, op verzoek van ZUID CHEMIE BV voornoemd en ten laste van voornoemde betekende houdende aanzegging van een beroep in cassatie, met dagvaarding om te verschijnen op vrijdag zeventien november tweeduizend en zes, om tien uur in de voorm iddag, vertegenwoordigd door een advocaat bij de Hoge Raad der Nederlanden, te verschijnen ter openbare terechtzitting van de I-loge Raad der Nederlanden, die alsdan wordt gehouden in het gebouw van de Hoge Raad aan de Kazernestraat nr 52 te 's Gravenhage, Nederland, De uitreiking van voormelde kopij geschiedde overeenkomstig de Verordening (EG) nr. 1348/2000 van de Raad van de Europese Unie van 29 mei 2000 inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke en in handelszaken;
,,. ..
Het origineel van deze verklaring zal overgemaakt worden aan het gerechtsdeurwaarders kantoor VAN MASTRIGT EN PARTNERS, met kantoren gevestigd te ts Gravenhage, Nederland, Bezuidenhoutseweg nr 115, en als postadres: postbus 95301 te 2509 CH Den Haag, Nederland, De kopie(ën) dezer werd(en) overhandigd overeenkomstig artikel 44 van het Gerechtelijk Wetboek, indien nodig onder gesloten omslag, Waarvan akte, datum als boven;
Kost:
ZESENZEVENTIG
EURO ACHTENZEVENTIG
CB~T \
eventueel te vermeerderen per afwezige partij,
met de kosten van
br1ding(en) zijnde 4,82 EUR i JI
\
'--
33
---_
....... ~ ...--.-_._-
l~
:/,l":_
,
"..
LOl23621 HERSTEL-EXPLOOT Heden, de
tweeduizendzes, ten verzoeke van de besloten
vennootschap met beperkte aansprakelijkheid ZUID-CHEMIE B.V., gevestigd te Sas van Gent (gemeente Terneuzen), maar te dezer zake domicilie kiezende te 'sGravenhage aan het Koningin Julianaplein nr. 30 gebouw Babylon, Kantoren A, vijfde verdieping (postbus 11756, 2502 AT) ten kantore van de advocaat bij de Hoge Raad der Nederlanden, mr. J. van Duijvendijk-Brand, die door haar wordt aangewezen om haar in na te melden cassatieprocedure te vertegenwoordigen; heb ik,
.'
De naamloze vennootschap naar Belgisch rechtPHILIPPO'S .N.V./S.A.,
·MINERAlENFABRIEK
gevestigd te Essen, België, aan de Postbaan 69, maar mijn exploot doende
ten kantore van prof. mr. M.V. Polak, advocaat en procureur, aan de Zuid-Hollandlaan nr. 7 (2596 AL) te Den Haag (Postbus 90851, 2509 LW), die in de vorige instantie laatstelijk als procureur is op,getreden voor gerequireerde, aldaar afschrift dezes al~mede van het:;:- te meld!n "" ) j, /
I( I I(
(
,~:
i
I
"?"
aan:
I : .
.)
aldaar ten kantore werkzaam;
alsmede, nu de gerequireerde gevestigd is in België, mijn exploot doende door het verzenden per aangetekende post met bewijs van ontvangst van twee afschriften dezes, aan de ontvangende instantie in België, te weten: Huissier de Justice, Jennes, Frans; Amerikalei 15 2000 Antwerpen België met het verzoek dit exploot en na te melden stukken te doen betekenen overeenkomstig de EG-Betekeningsverordening nummer 1348/2000 van de Raad van de Europese Unie van 29 mei 2000 ("EG-Betekeningsverordening"), op de wijze als onder 5 in het hiervoor genoemde formulier "aanvraag om betekening of kennisgeving van stukken" omschreven, te weten betekening volgens de wet van de aangezochte staat;
Pels Rijeken & Droogleever Fortuijn advocaten en notarissen
2
terwijl voorts een derde afschrift van dit exploot, door mij, deurwaarder, per aangetekende post met bewijs van ontvangst zal worden verzonden aan de gerequireerde op het bij zijn firmanaam vermelde adres; het formulier als bedoeld in artikel 4 lid 3 van de EG-Betekeningsverordening is door mij ingevuld in de Nederlandse taal;
1)
BETEKEND:
een afschrift van het door t.k. deurwaarder G.J.M. Wouters te 's-Gravenhage, op verzoek van mijn requirante als eiseres in cassatie op 19 september 2006 uitgebrachte exploot van dagvaarding waarmee gerequireerde voornoemd is gedagvaard om op 17 november 2006 te 10.00 uur, vertegenwoordigd door een advocaat bij de Hoge Raad der Nederlanden. te verschijnen ter terechtzitting van de Hoge Raad der Nederlanden, die aisdan wordt gehouden in het gebouw van die Raad aan de Kazernestraat nr. 52 te 's-Gravenhage; en 2)
AANGEZEGD:
dat in het petitum van voornoemde dagvaarding op pagina 6 staat vermeld: "MITSDIEN
het Uw Raad behage het arrest van het gerechtshof te 's-Gravenhage van 16 juni 2006 te vernietigen, met zodanige verdere beslissing als Uw Raad zal vermenen te behoren; kosten rechtens."; dat voor deze datum 20 juni 2006 dient te worden gelezen; dat daarom thans dit verzuim wordt hersteld, zulks voor het overige onder handhaving van het op 19 september 2006 uitgebrachte exploot en met handhaving van de daarin vermelde rechtsdag (17 november 2006) door betekening van dit herstel-exploot;
Pels Rijeken & Droogleever Fortuijn advocaten en notarissen
3
Voorts heb ik, mijn exploot
doende als hiervoor
vermeld,
gerequireerde,
hernieuwd
OPGEROEPEN:
de zeventiende november tweeduizendzes, des voormiddags
om op vrijdag
10.00 uur, vertegenwoordigd
door een advocaat
verschijnen
van de Hoge Raad der Nederlanden,
ter terechtzitting
Kamer voor de behandeling
van burgerlijke
bij de Hoge Raad der Nederlanden,
te
Eerste Enkelvoudige
zaken, alsdan gehouden
gebouw van de Hoge Raad aan de Kazernestraat
te
wordende
in het
nr 52 te 's-Gravenhage,
TENEINDE:
Op de hierbij
betekende
dagvaarding
te procederen
met inachtneming
van het hiermee
gedane herstel.
De kosten dezes zijn voor mij, deurwaarder,
€
e,l(pioot!p~'f~.: .\'$rt)~~ versG;"\oHtm:
Eiser kan op grond van de Wet op de omzetbelasting 1968 de hem I ha~r . in rekening gebrachte omzetbelastlng niet verrekenen, derhalve verklaart ondergetekende emelde kosten te hebben verhoogd ~~ een percentage gelijk aan het percentage genoemd in bovengenoemde wet. Hierbij verklaart ondergetekende dat bovenstaande verschotten zijn gemaakt voor de goede verrichting van de ambtshandeling en noodzakelijk waren, alsmede dat hij geen rechtstreeks of middelijk belang heeft in de onde ing of derde die bovenstaande
_._~
ott.en~~~__~._
.......
/..
behandeld door
J. van Duijvendijk-Brand
correspondentie
postbus
telefoon
(070)
515 39 13
fax
(070)
515 30 24
e-mail
j. vanduijvend
zaaknummer
10017746
11756, 2502 AT
DenHa~i/'
[email protected]
Pels Rijeken & Droogleever Fortuijn advocaten en notarissen
,-
\""
\
I
r
.'\ \
\
,j
~§":§'''''-F TO:
00317J3315654-GGN MAFrom: Pels
Ri jek en St Droogleever
at:06-09-1B-15:08
Fort ui in
A
Page: 002
L0123183
Heden, de
tweeduizendzes,
vennootschap
met beperkte
van Gent (gemeente Gravenhage kantoren
Terneuzen),
aan het Koningin
Julianaplein
A, vijfde verdieping,
Duijvendijk-Brand, aangewezen
te
maar
van de besloten
B.V., gevestigd
dezer zake woonplaats
kiezende te
nr. 30, kantorengebouw
"Babylon",
te Sas
's-
11756, 2502 AT), ten kantore van mr. J. van
(postbus
advocaat
ten verzoeke
ZUID-CHEMIE
aansprakelijkheid
bij de Hoge Raad der Nederlanden,
om haar te verteqenwoordiqen
die door haar wordt
in na te melden geding in cassatie;
heb ik, deurwaarder,
De naamloze vennootschap
naar Belgisch recht
Philippo's
Mineralenfabriek
N.V./S.A., gevestigd te Essen, België, aan de Postbaan 69, maar mijn exploot doende ten kantore
van prof. mr. M.V. Polak, advocaat
en procureur,
aan de Zuid-Hollandlaan
nr. 7 (2596 AL) te Den Haag (Postbus 90851, 2509 LW), die in de vorige instantie laatstelijk
als procureur
is opgetreden
voor gerequireerde,
alsmede van het na te melden arrest latende
aldaar afschrift
dezes
aan:
aldaar ten kantore werkzaam;
alsmede,
nu de gerequireerde
verzenden
per aangetekende
dezes, aan de ontvangende
gevestigd
is in België, mijn exploot
post met bewijs instantie
van ontvangst
doende door het
van twee afschriften
in Bel.gië, te weten:
Huissier de Justice, Jennes, Frans; Amerikalei
15
2000 Antwerpen België
met het verzoek dit exploot overeenkomstig de Europese
en na te melden stukken
de EG-Betekeningsverordening
nummer
1348/2000
Unie van 29 mei 2000 (nEG-Betekeningsverordening"),
onder 5 in het hiervoor genoemde van stukken"
te doen betekenen
omschreven,
formulier
staat;
Pels Rijeken & Droogleever Fortuljn advocaten
"aanvraag
te weten betekening
en notarissen
van de Raad van op de wijze als
om betekening
of kennisgeving
volgens de wet van de aangezochte
,f':
~.~
:o:00317J3315654-GGN
NA From:
Pels Rijeken & Droogleever
at:06-09-1B-15:0B
Fortuijn
Page:003
2
terwijl voorts een derde afschrift van dit exploot, door mij, deurwaarder, per aangetekende post met bewijs van ontvangst zal worden verzonden aan de gerequireerde op het bij zijn firmanaam vermelde adres; het formulier als bedoeld in artikel 4 lid 3 van de EG-Betekeningsverordening is door mij ingevuld in de Nederlandse taal;
AANGEZEGD
dat mijn requirante hierbij beroep in cassatie instelt tegen het arrest van het gerechtshof te 's-Gravenhage, onder rolnr. C04j00277
tussen mijn requirante als
appellante en gerequireerde als geïntimeerde gewezen en ter openbare terechtzitting van 20 juni 2006 uitgesproken; voorts heb ik, deurwaarder, exploiterende als hiervoor aangegeven, gerequireerde,
GEDAGVAARD
Dm
op vrijdag de zeventiende
novem ber tweeduizendzes, des voormiddags om
10.00 uur, vertegenwoordigd door een advocaat bij de Hoge Raad der Nederlanden, te verschijnen ter openbare terechtzitting van de Hoge Raad der Nederlanden, die alsdan wordt gehouden in het gebouw van de Hoge Raad aan de Kazernestraat nr. S2 te 'sGravenhage;
TENEINDE
alsdan tegen voormeld arrest te horen aanvoeren het navolgende:
MIDDEL VAN CASSATIE Schending van het recht, en/of verzuim van het vormvereiste van een toereikende motivering, omdat het hof heeft overwogen en beslist als vermeld in het hier als ingelast en herhaald te beschouwen arrest, waarvan beroep, ten onrechte om de navolgende, mede in onderling verband en samenhang in aanmerking te nemen redenen:
Pels RIjeken & Droogleever
Fortuijn
advocaten
en notarissen
'u:00317J3315654-GGN
MA From: Pels Rijeken
~T"Efff"" ~ Droogleever
Fortuijn
at: 06-09-18-15:
08
Page:004
3
In rov. 3.1 komt het hof tot het oordeel dat de grieven 1, 2 en 3 van Zuid-Chemie, welke grieven zijn gericht tegen het oordeel van de rechtbank dat als plaats waar de initiële schade is opgetreden heeft te gelden Essen in België, alle falen en dat de rechtbank zich terecht onbevoegd heeft verklaard op grond van de, in de daarna volgende rechtsoverwegingen vermelde, gronden, waarna het hof in rov. 3.2 overweegt dat de in art. 5, aanhef en sub 3 EEX-verordening aan eiser geboden keuzemogelijkheid om gedaagde op te roepen voor ofwel de plaats waar de schadeveroorzakende gebeurtenis plaatsvond, ofwel de plaats waar de schade is ingetreden volgens rechtspraak van het EG-hof is beperkt tot (i) gevallen waarin zich bijzondere omstandigheden voordoen die deze keuze rechtvaardigen en (ii) dat het begrip "plaats waar de schade is ingetreden" dan ook niet zo ruim mag worden Uitgelegd dat het iedere plaats omvat waar de schadelijke gevolgen voelbaar Zijn van (iii) een feit dat reeds elders daadwerkelijk ingetreden schade heeft veroorzaakt en dat (iv) doorslaggevend is (de plaats) waar voor de direct gelaedeerde de aanvankelijke of initiële schade geacht kan worden te zijn ingetreden, na de formulering van welke uitgangspunten het hof vervolgens in rov. 3.3. feitelijk vaststelt (v) dat partijen het er over eens zijn dat de schadeveroorzakende gebeurtenis plaatsvond in Essen in België omdat de verontreinigde micro-mix daar Is geproduceerd, zodat het geschil zich toespitst op de vraag naar de plaats waar de (initiële) schade is opgetreden en overweegt (vi) dat voor het antwoord op die vraag niet bepalend is dat de vervuilde micro-mix tijdens het productieproces in Sas van Gent (Nederland) de verontreiniging van de aldaar geproduceerde kunstmest heeft veroorzaakt en aldus de aan ZuidChemie toegebrachte schade teweeg heeft gebracht, maar daarentegen doorslaggevend is dat het gestelde onrechtmatig handelen van Philippo's bestaat uit de productie van verontreinigde micro-mix en aflevering daarvan (in België) aan ZuidChemie, nu (vii) als gevolg daarvan de initiële schade voor Zuid-Chemie geacht moet worden te zijn ingetreden in België. Dit oordeel is rechtens onjuist, althans onvoldoende (begrijpelijk) gemotiveerd. 1
Indien en voorzover het hof met zijn oordeel dat de in art. 5, aanhef en sub 3 EEXverordening aan eiser geboden keuzemogelijkheid beperkt is tot gevallen waarin zich bijzondere omstandigheden voordoen die deze keuze rechtvaardigen iets anders bedoelt dan dat de uit dit artikel voortvloeiende bijzondere bevoegdheid berust op het bestaan van een bijzonder nauw verband tussen de vordering en andere gerechten dan die van de Staat van woonplaats van de verweerder, zodat de bevoegdheid van die gerechten gerechtvaardigd is om redenen van goede rechtsbédeling en nuttige procesinrichting, geeft dat oordeel blijk van een onjuiste rechtsopvatting. Mocht het hof hebben geoordeeld dat een dergelijk nauw verband tussen de vordering en de Nederlandse rechter ontbreekt, dan is dat oordeel gelet op het feit dat de fysieke beschadiging (bestaande uit de verwerking van de micromix met de andere voor de productie van kunstmest benodigde grondstoffen, als gevolg waarvan het eindproduct - de kunstmest - waardeloos is geworden) in Nederland heeft plaats gevonden, welke
Pels Rijeken & Droogleever
Fortuijn advocaten
en notarissen
7'
,o:o031703315654-GGN
MA From:
Pels Rijeken
& Droogleever
Fortuijn
at: 06-09-1B-15: OB
4
fysieke beschadiging dus uitdrukkelijk niet is aan te merken als 'slechts' zuivere vermogensschade (incidentele conclusie van antwoord van 11 juni 2003, nrs. 8-10; pleitnota mr. Knijp d.d. 18 september 2003, nr. 8) zonder nadere - ontbrekende motivering onbegrijpelijk. 2
Indien het hof de toepasselijke maatstaf niet heeft miskend en dus, zonder de aanwezigheid van 'bijzondere omstandigheden' te eisen, heeft getoetst of de (aanvankelijke of initiële) schade is ingetreden in een andere plaats (het "Erfolgsort) dan waar de onrechtmatige daad is gepleegd (het "Handlungsort") maar deze vraag ontkennend heeft beantwoord op de grond dat de initiële schade is geleden in België (Essen) omdat de verontreinigde kunstmest nu eenmaal daar is afgeleverd en het gestelde onrechtmatig handelen van Philippo's bestaat uit de productie van verontreinigde micro-mix en aflevering daarvan, geeft dat oordeel even zeer blijk van een onjuiste rechtsopvatting. Het feit dat de micro-mix aan Zuid-Chemie is afgeleverd heeft immers, zoals Zuid-Chemie bij herhaling naar voren heeft gebracht (inleidende dagvaarding van 17 januari 2003, nr. 17; incidentele conclusie van antwoord van 11 juni 2003, nr. 3 en 8; pleitnota mr. Knijp d.d. 18 september 2003, nrs. 3, 6-8, memorie van grieven, nrs. 15 en 19; pleitnota mr. Knijp d.d. 18 april 2006, nrs. 2226, 29-39) aan Zuid-Chemie nog geen schade toegebracht, althans heeft nog geen schade doen ontstaan; hooguit was na de aflevering van de verontreinigde micromix sprake van een (op dat moment nog herstelbare) tekortkoming aan de zijde van de contractuele leverancier van de micrornlxen, HCI (pleitnota mr. Knijp d.d. 18 september 2003, nr. 7-8; procesverbaal van pleidooien gehouden op 18 september 2003, p. 2 en p. 3, slot; memorie van grieven, nr. 22; pleitnota mr. Knijp d.d. 18 april 2006, nrs. 33-37). Aan het oordeel van het hof ligt (kennelijk) de onjuiste opvatting ten grondslag dat onrechtmatig handelen en ontstaan van initiële schade (per definitie) samenvallen. Met name in het geval van 'productenaansprakelijkheid' hoeven onrechtmatige gedraging en schadetoebrenging echter niet noodzakelijkerwijze samen te vallen. Zo zal het in het verkeer brengen van limonadeflessen die kunnen exploderen onrechtmatig zijn jegens het publiek, de schadeveroorzaking vindt echter eerst plaats op het moment van de explosie (vgl. ook pleitnota mr. Knijp d.d. 18 september 2003, nr. 9). Voorzover het Hof niet van deze onjuiste rechtsopvatting is uitgegaan, kon het Hof niet volstaan ter motivering van zijn oordeel erop te wijzen dat het onrechtmatig handelen heeft bestaan uit de productie en aflevering van micromix in Essen, en op grond daarvan te concluderen dat met de verkrijging van de verontreinigde micromix de (initiële) schade geacht moet worden te zijn ingetreden. Het enkele plaatsvinden van de oorzaak van schade in een zekere locatie houdt immers niet in dat de schade ook in die locatie is ontstaan dan wel ingetreden. Nu Zuid-Chemie heeft betoogd (zie de vorenstaande verwijzingen) dat de oorzaak van de schade niet gelijk stond aan het
Pels RIjeken & Droogleever
Fortuijn
advocaten en notarissen
~3i:;'-"'5F7.rm '0:
00317C3315654-GGNNAFram: Pels Ri jcken ~ Droogleever
Fortui jn
at:06-09-1B-15:0B
Page: 006
5
ontstaan van schade, kon het Hof niet aan dit betoog voorbijgaan met de enkele stelling dat de schade zou zijn ingetreden met de verkrijging dan wel de productie en aflevering, nu de verkrijging (evenals de productie en aflevering) op zichzelf niet, althans niet zonder nadere motivering, welke ontbreekt, relevant is voor de vraag, waar de (initiële) schade is ingetreden, of kan worden beschouwd als intreden van schade. De zienswijze van het hof is dus (rechtens) onjuist, althans onbegrijpelijk. 3
Om redenen als voormeld is ook 's hots oordeel dat voor het antwoord op de vraag waar de initiële schade is ontstaan niet bepalend dat de vervuilde micromix tijdens het productieproces in Sas van Gent (Nederland) de verontreiniging van de aldaar geproduceerde kunstmest heeft veroorzaakt en aldus de aan Zuid-Chemie toegebrachte schade teweeg heeft gebracht, rechtens onjuist. Het moment waarop de schadetoebrenging heeft plaatsgevonden - die beschadiging bestaat hier, zoals het hof wél erkent, uit de verontreiniging van kunstmest - is immers het moment waarop de kunstmest door toevoeging van verontreinigde micro-mix werd geproduceerd. Zonder nadere - ontbrekende - motivering is niet begrijpelijk waarom (het moment en de plaats van) de (onherstelbare) verontreiniging van het door Zuid-Chemie gemaakte product als gevolg van het bijmengen van de verontreinigde micro-mix, niet moet worden aangemerkt als het ontstaan van schade, althans niet bepalend is voor de vraag wanneer en waar de schade is ontstaan.
4
De overweging van het hof dat het begrip "plaats waar de schade is ingetreden" niet zo ruim mag worden uitgelegd dat het iedere plaats omvat waar de schadelijke gevolgen voelbaar zijn, kan 's hofs oordeel evenmin dragen. Allereerst niet omdat deze beperking zich doet gevoelen in situaties waarin een feit elders al daadwerkelijk ingetreden schade heeft veroorzaakt, waarvan in casu nu juist geen sprake is. Maar ook indien dit laatste anders zou zijn en dus, in weerwil van hetgeen ZuidChemie heeft betoogd (zie hiervoor onder 2 en de aldaar vermelde vindplaatsen in de gedingstukken), moet worden aangenomen dat bij en door de aflevering van de micromix in Essenvoor Zuid-Chemie enige (voor de onderhavige vraagstelling relevante) schade is ontstaan, betekent dit nog niet dat reeds om die reden geen toepassing meer kan worden gegeven aan art. 5, aanhef en sub 3 EEX-verordening. Indien het hof van een andere zienswijze is uitgegaan, heeft het aan voormeld artikel en de rechtspraak van het Hof van Justitie daarover een te beperkte uitleg gegeven en heeft het dus blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting (memorie van grieven, nrs. 24-27). Indien het hof de juiste maatstaf heeft gehanteerd, is zijn oordeel onvoldoende gemotiveerd. Het hof laat immers ontoelaatbaar onduldelljk waarom de schade als gevolg van de vermenging van de vervuilde micromix met andere grondstoffen voor de productie van kunstmest in de fabriek van Zuid-Chemie in Sas van Gent, niet kan worden aangemerkt als relevante (dat wil zeggen bevoegdheidscheppende) schade in
Pels RIjeken & Droogleever
Fortuljn
advocaten en notarissen
~s1§'!ilW7P Ta: 0031103315654-GGN
MA From:
Pels
Ri jc:ken & Droogleever
Fortui
at:06-09-1B-15:0B
.in
Page: 007
6
het kader van art. S, aanhef en sub 3 EEX-verordening, zich manifesteert
doch slechts als schade die
op een plaats - in de visie van het hof kennelijk een plaats 'als
iedere andere' - waar de schadelijke gevolgen 'voelbaar' zijn. De vordering die Zuid-Chemie na aflevering
van de verontreinigde
micromix
in Essen
jegens haar contractuele leverancier van de micromixen (HeI) had uit hoofde van een (op dat moment nog herstelbare) tekortkoming,
hield (nog) geen vordering
schadevergoeding
tot het alsnog deugdelijk
in maar slechts een vordering
grond van art. 7: 21 BW. Ook in die contractuele geleden (pleitnota
tot nakomen op
relatie was dus nog geen schade
mr. Knijp d.d. 18 april 2006, nr. 35-36). Ware dit anders, dan zou
dit voor de beantwoording
van de vraag die in de onderhavige procedure aan de orde
is niet relevant zijn, daarvoor is immers slechts bepalend de schade waarop de vordering van Zuid-Chemie jegens Phifippo's is gebaseerd en de plaats waar die schade is ingetreden. Indien het hof dat heeft miskend, geeft dat oordeel eveneens blijk van een onjuiste rechtsopvatting. 5
Het hof overweegt verder nog dat partijen schadeveroorzakende verontreinigde
het er over eens zijn dat de
gebeurtenis plaatsvond
in Essen in België omdat de
micro-mix daar is geproduceerd.
Voorzover het hof daarmee niet meer
bedoelt dan dat partijen het er over eens zijn dat België het 'handlungsort'
was is die
vaststelling juist. Voor het geval het hof daarmee echter zou bedoelen dat de schade reeds is veroorzaakt in België is dat oordeel om redenen als hiervoor vermeld onjuist, althans, gelet op de gemotiveerde
rechtens
stellingen van Zuid-Chemie dat de schade
juist niet is ontstaan in België maar in Nederland (zie de voorgaande middelcnderdelen en de aldaar vermelde vindplaatsen in de gedingstukken),
onbegrijpelijk.
MITSDIEN
het Uw Raad behage het arrest van het gerechtshof te 's-Gravenhage van 16 juni 2006 te vernietigen,
met zodanige verdere beslissing als Uw Raad zal vermenen te behoren;
kosten rechtens. .r
\
_
-~h~
___
,
De kosten dezes zijn voor mij, deurwaarder,
€
.
"'.
',l\(
exploot/proc.
vernaai
71,32
verschotten:
~ kosten aangetekend (onbelast) ocslao (b • ",) ,..,.
•
~j
••••
30,00 100,32"~ 13,,55_
r,
--'-"
113,87
- kosten ontvangende instantie 113,87
Peis Rijeken & Droogleever
Fortuijn
f1\'1
+ PM
advocaten en notarissen
.
. /
(\,1 ~~r-
~\ '.. "-'..-
:-\'"
'~-\
-
\~'" <,
.,-~
Hierbij VJ;k~ià:rt Ondergeteke~è dat .' bovenst~~\. ::~~schotten zijn gemaakt voor de goede 'i! ~ng van de ambtshandeling en noodzakelij aren, alsmede dat hij geen drechtsdtreekS ?f midddeliJd' k bde,lanb9 heeft in e on ernemrng 0 f er e e ovenstaande verschotten factureert.
Elser kan op grond van de Wel op de Omzetbelasting 1968 de hem/haar in rekening gebrachte omzetbelasting niet verrekenen, derhalve verklaart ondergetekende opgemelde kosten te hebben verhoogd met een percentage gelijk aan het percentage. genoemd in bovengenoemde wet.