De geschiedenis van Elburg gaat heel ver terug in het verleden. Over de allereerste bewoners van de streek kunnen we alleen maar vermoedens hebben, omdat daarvan weinig sporen zijn gevonden. Scherven van vuursteen die misschien eens gebruikt zijn als werktuigen. Het eerste geschreven bericht waarin de naam Doornspijk genoemd wordt (en Elburg heette vroeger ook zo) dateert uit 796 na Chr. Over de nederzetting die later de stad Elburg zou worden zijn uit de vroege middeleeuwen weinig gegevens overgeleverd. Ook over de oorsprong van de naam Elburg is niets met zekerheid bekend. In ieder geval moet er in het begin van de 13de eeuw een nederzetting zijn geweest die zo belangrijk was dat een der graven van Gelre aan Elburg stadsrechten verleende. In welk jaar dat precies gebeurde, is niet bekend maar vast staat dat het tussen 1220 en 1271 moet zijn geweest. Naast de landbouw en misschien de visserij nam zeker ook de handel een belangrijke plaats in onder de bestaansmiddelen van de Elburgers in de middeleeuwen. Over het algemeen stelt men zich van deze handel niet al te veel voor. Nederland schijnt echter al in voor- historische tijden een aanzienlijke handel gehad te hebben, die na een tijdelijke inzinking door de opkomst van de Islam tijdens en na de kruistochten weer opbloeide, evenredig aan de groei van de bevolking. Ook Elburg heeft hierin zijn deel gehad. Reeds in 1332 dreef de stad handel op het Oostzeeeiland Schoonen. In 1367 treffen we de stad voor het eerst aan als Hanzestad, waarna in 1368 koning Albert van Zweden aan Elburg het recht verleende tot het stichten van een eigen vitte of factorij op Schoonen. In de 14e eeuw kreeg ook de landbouw een vaste basis. In 1336 werd door graaf Reinald de III een stuk grond, het Goor geheten en gelegen ten zuiden van de stad, tegen een geringe pacht aan de poorters en grondeigenaren van Elburg uitgegeven. Hiervan wordt tot op de dag van vandaag gebruik gemaakt. In 1369 werd definitief het recht van de veehoudende burgers van Elburg op de Mheen geregeld, een weide ten noorden van de stad. Ook van dit weiderecht wordt nu nog steeds gebruik gemaakt.
© M.L.Spruyt-Karssen www.toveracademie.be
[email protected]
© M.L.Spruyt-Karssen www.toveracademie.be
[email protected]
Men mag aannemen dat de grootste bloei van Elburg viel in de tweede helft van de 14e eeuw. De stad was toen in staat een ambitieus plan tot verandering van de hele stad uit te voeren. Hertog Willem I was de stimulator achter dit alles. Van hem kreeg Arent thoe Boecop, rentmeester van de Veluwe, opdracht om een versterkte stad te bouwen in een heel andere vorm en opzet dan deze voorheen had. Hij projecteerde de nieuwe stad in een rechthoekige vorm met zijden van 370 bij 240 meter. Het geheel is doorsneden met rechte straten en stegen. Deze opzet mag, en zeker voor die tijd, als voorbeeldig worden beschouwd. Het werk werd uitgevoerd in de jaren 1392 tot en met 1396. Het zal duidelijk zijn dat het realiseren van de plannen in vier jaar aanzienlijke bedragen hebben gevergd. De welvarendheid van de bewoners blijkt voldoende te zijn geweest om deze werken in een zo korte periode te verwezenlijken. Opmerkelijk is het dat de oppervlakte van de stad zoals deze in 1392 was vastgesteld, groot genoeg bleek om tot aan de eerste wereldoorlog de bewoners te herbergen. In een periode van 500 jaar is er geen behoefte aan uitbreiding geweest. Men kan dus redelijkerwijs veronderstellen dat de economische groei van Elburg na de 2e helft van de 14e eeuw tot stilstand is gekomen Natuurlijk, grote gebeurtenissen wierpen ook hun schaduw over Elburg, maar alles bleef in hoofdzaak gelijk. In 1857 kwam er wat industrie in de vorm van een houtzaagmolen. In 1866 kwam er een gasfabriek bij en in 1876 werd er in een grutterij het eerste stoomwerktuig geïnstalleerd. Dat zou jammer genoeg lange tijd ook de enige blijven. Hoe komt het nu dat de industriële revolutie Elburg nauwelijks aangeraakt heeft? De oorzaak hiervan is dat Elburg zowel letterlijk als figuurlijk de trein gemist heeft. In 1863 werd de spoorlijn Utrecht-Amersfoort-Zwolle aangelegd. Deze maakte een grote bocht om Harderwijk te kunnen aandoen, maar ging aan Elburg voorbij. De reden was dat de Elburgers een veel te hoge prijs voor hun grond vroegen, terwijl de meeste gemeentes juist geld gaven voor de bouw van een station. Ondanks de vele protesten van het gemeentebestuur kwam er geen halte in Elburg maar in 't Harde. Dit betekende voor de economie van Elburg in de daarop volgende honderd jaar een ramp. De aanleg van de tramlijn Nunspeet-DoornspijkElburg-Oldebroek-Wezep-Zwolle in 1908 bracht pas enige verbetering in de verkeerstoestand.
Elburg bleef in hoofdzaak zichzelf. Ook de bevolking nam nauwelijks toe, dit in tegenstelling tot de algemene tendens in die tijd. De armoede die door een groot gedeelte van de bevolking werd geleden in die tijd was onvoorstelbaar. Het gevolg daarvan was het uitbreken van ziektes en epidemieën in de tweede helft van de 19e eeuw. Door slechte en onvoldoende voeding was de weerstand van de bevolking tegen allerlei ziektes laag. Door de slechte drinkwatervoorziening brak keer op keer tyfus uit. De doktoren deden wat ze konden, maar hun kennis van de ziekte schoot tekort, men bestreed de "kwade dampen" door het branden van teer. Een tevreden gemeentebestuur liet in 1871, een jaar waarin vele mensen stierven tengevolge van de tyfus, weten: "Het vuil der goten, riolen en privaten heeft een geregelde afloop en behoeft geen verbetering". In 1883 werden vier van de zeven stadspompen afgekeurd en men ging noodgedwongen over tot het slaan van diepe Norton pompen. Omstreeks 1950 kwam er een opleving. Een aantal bedrijven vestigde zich in Elburg en het toerisme nam vanaf dat moment van jaar tot jaar toe. Dit laatste is alleszins begrijpelijk gezien het vele dat de gemeente Elburg te bieden heeft aan natuurschoon te midden waarvan het unieke stadje Elburg ligt waarin in ons land op het kleinste oppervlak de meeste monumenten aanwezig zijn.
© M.L.Spruyt-Karssen www.toveracademie.be
[email protected]
Op zaterdag 10 april 2010 stond de Vischmarkt van Elburg in het middelpunt van de belangstelling. Het plein vormt letterlijk het hart van de oude Vesting en onderging met de aanleg van nieuwe bestrating en verlichting een welverdiend eerherstel. Met de onthulling van een granieten plateau waarop de unieke bouwvorm van de oude binnenstad staat weergegeven, verklaarden wethouder Henk Wessel en Gerrit Ruijs, de man die de zogeheten 'Guldensnede' bouw van Elburg herontdekte, de opgefriste Vischmarkt voor geopend Het was al veel langer bekend dat Vesting Elburg in de vorm van een dubbele vijfhoek is gebouwd, maar de 82-jarige Ruijs maakte zichtbaar dat dwars door die dubbele vijfhoek diagonalen lopen die daar precies inpassen; de guldensnede. En dat is wat Elburg zo speciaal maakt. De oud-wiskunde leraar legt het graag uit aan de toehoorders op de markt. 'Rond het jaar 1400 is meneer Arent thoe Boecop begonnen met de bouw van Elburg, volgens dit model. De Guldensnede is een heel menselijke maat. De verhouding waarmee in een guldensnede gebouwd wordt ligt op 1,618. Grofweg acht vijfde dus, en dat geeft een prettig gevoel. Of het nu gaat over de indeling van een schilderij, of de plaats waar een geïnterviewde op televisie in beeld wordt gezet; het hoofdonderwerp een stukje uit het midden 'kijkt' lekkerder. die afstand keert telkens weer terug, op precies 1,618. Le Corbusier ontwierp zijn museum in Zürich op die manier en nog een kerkje in Frankrijk. Ja, het is zeker ook een maat met een religieus tintje. In Goethes Faustus wordt al melding gemaakt van deze vorm. Met een Guldensnede afbeelding boven de deur kon de duivel de kamer niet uit. Ook in het embleem van de vrijmetselaars is de maat te zien.' De gepensioneerde wiskunde leraar heeft er duidelijk schik in dat hij de cijfermatigheden zichtbaar kan maken aan de hand van het bouwplan van zijn geboorteplaats.
© M.L.Spruyt-Karssen www.toveracademie.be
[email protected]
Rond 1700 hebben zich de eerste joden in Elburg gevestigd. Zij waren voornamelijk afkomstig uit Duitsland en Bohemen. In het midden van de achttiende eeuw was het beheer van de Bank van Lening in handen van een joodse koopman, die tevens slager was. In 1813 woonden er in Elburg bijna twintig joodse gezinnen. Een aanzienlijk deel van de gezinshoofden was werkzaam in de handel, maar hun economische positie was niet bijster goed. De joodse begraafplaats was gelegen op de Wandelingen, de huidige Oostwal. Hoewel de oudste grafzerk dateert uit 1768 hebben er vrijwel zeker ook vóór dat jaar begrafenissen plaatsgevonden. Naast een joodse godsdienstschool was er een genootschap voor Tora studie en een vrouwengenootschap voor het onderhoud van het synagogeninterieur. In het begin van de twintigste eeuw telde de joodse gemeente van Elburg rond de honderd leden. Dit aantal nam sterk af door de beperkte economische mogelijkheden in de plaats. In 1938 woonden er nog enkele tientallen joden en was het godsdienstige leven kwijnende. Tijdens de bezetting is ongeveer de helft van de joodse inwoners van Elburg gedeporteerd en in de kampen in Polen omgebracht. De overigen wisten onder te duiken. In 1947 werd de joodse gemeente van Elburg officieel bij die van Apeldoorn gevoegd. De synagoge bleef in de oorlog onbeschadigd en heeft daarna een culturele functie gehad. De joodse begraafplaats op de Elburgerwallen wordt tegenwoordig door de plaatselijke autoriteiten onderhouden, in mei 1985 werd op de muur een gedenkplaat aangebracht ter nagedachtenis aan de omgebrachte Elburgse joden. In 2002 werd de begraafplaats, die sinds 1990 op de monumentenlijst staat, door medewerkers van de Stichting Boete en Verzoening uit Lelystad en vrijwilligers uit Elburg opgeknapt.
© M.L.Spruyt-Karssen www.toveracademie.be
[email protected]
Nadat we lekker hebben gegeten zullen we weer naar de auto gaan en vertrekken naar het spookachtige Solse Gat. Indien we met meerdere auto’s zijn verzamelen we op de parkeerplaats bij Boshuis Drie Sprielderweg 205 3852 MK Ermelo
Vanaf daar zullen we samen een stukje het bos in rijden en daar parkeren. Vanaf de parkeerplaats is het ongeveer nog 1 km. lopen naar het Solse Gat.
© M.L.Spruyt-Karssen www.toveracademie.be
[email protected]