10 december 2012 Trend Dialoog Innovatie in Veiligheid
Minister Opstelten neemt TNO-boek ‘Veiligheid schreeuwt om innovatie’ in ontvangst Nederland staat voor grote veiligheidsvraagstukken. In dat kader is innovatie geen luxe, maar noodzaak. Het boek ‘Veiligheid schreeuwt om innovatie’ van TNO gaat hierover en geeft praktische handvatten aan het veiligheidsdomein. Tijdens de boekpresentatie in Perscentrum Nieuwspoort overhandigt Henk Geveke, managing director Defence, Safety and Security TNO, het boek aan minister Ivo Opstelten van Veiligheid en Justitie. “Veiligheidsbeleid moet altijd vernieuwend zijn, TNO is daarvoor een belangrijke motor”, aldus de minister. “Het einde der tijden is nabij.” Met die uitspraak trapt Tom Kniesmeijer af. Hij is trendwatcher en toekomstpsycholoog. Tijdens de ‘Trend Dialoog Innovatie in Veiligheid’ van het BlomBerg Instituut in samenwerking met TNO, inspireert hij bestuurders van overheden, bedrijfsleven en kennisinstituten met zijn trendrede Veilige Samenleving 2020. Hij geeft zijn toehoorders mee dat de ontwikkelingen in de tijdgeest niet lineair zijn. “Het leven is geen rechte lijn van A naar B. De weg loopt vaak via bochten, je hebt te maken met tegenslag en soms juist met een flow waarin je snel meters maakt. De ontwikkelingen in de tijdgeest en dus in onze cultuur verloopt in golven. Een open en gesloten tijdgeest wisselen elkaar zo om de tien tot twaalf jaar af. Vanaf halverwege de jaren 60 tot eind jaren 70 hadden we te maken met een hele open tijdgeest. Eind jaren 70 en de jaren 80 waren we aan het doemdenken en zoeken we zekerheid. Vanaf de jaren 90, na de val van de muur en het ontstaan van internet, hebben we weer een open cultuur waarin het draait om persoonlijke vrijheid. ‘Ik ben heer en meester van mijn eigen leven.’ Vanaf 2000 volgt de reactie op deze eerdere periode. Na het ‘loslaten’ zoeken mensen weer zekerheid en veiligheid.” De Maya’s mogen 21 december 2012 als het einde der tijden aangeven, Kniesmeijer ziet gewoon een nieuw – open – tijdperk ontspringen. Een van de nieuwe golven in die tijdgeest heeft volgens hem te maken met de menselijke maat. “De golf van verzakelijking, planning en controle uit de vorige golf loopt vast. Allerlei systemen werken niet meer, zoals gezondheidszorg, woningcorporaties, Europese Unie – welk systeem eigenlijk niet. Mensen hebben behoefte aan ontsystematisering. Er komt een tegenbeweging op gang van: weten is meer dan meten. Het gaat veel meer om het ambacht en de zelfsturing daarin. Mensen willen vanuit intrinsieke motivatie zelf keuzes maken. Dat geldt ook op het gebied van veiligheid. Mensen willen naar elkaar omzien vanuit dienstbaarheid en vertrouwen in elkaar hebben. We zijn stappen aan het zetten van negatieve veiligheid (controle, alle risico’s uitbannen) naar positieve veiligheid (vertrouwen en durven bouwen op elkaar).” Gigantische revolutie in big data Een andere ontwikkeling heeft alles te maken met big data. “De datarevolutie is al lang begonnen. Wij onderschatten allemaal de gevolgen daarvan. De vorige golf was internet. Een ongelofelijke ontwikkeling, die niet in te schatten was. Datzelfde geldt nu voor data. Er zijn heel veel digitale gegevens beschikbaar; via internet en online registratie ontstaan big data bestanden. Die kunnen gecombineerd en uitgewisseld worden tussen veiligheidsorganisaties. We gaan op dit vlak een gigantische revolutie meemaken.” Het omarmen van de complexiteit in de samenleving, is de derde ontwikkeling die Kniesmeijer signaleert. “We kunnen de maatschappij niet meer controleren, maar alleen nog accepteren dat die zo complex is. Daardoor ontstaat een open samenwerking en cocreatie. Data en kennis komt overal vandaan. Dat wordt samengebracht, want alleen samen kun je de complexiteit aan.” Daarbij gaat het volgens Kniesmeijer niet alleen om veiligheid creëren van bovenaf door grenzen te stellen, maar ook om veiligheid te bouwen van onderaf door te durven vertrouwen. “Harde en zachte randvoorwaarden zijn samen nodig om tot meer veiligheid te komen. Daarbij is circulair de nieuwe Turnaround Communicatie
1
lineair. In plaats van de gouden driehoek, zie ik een gouden cirkel voor me. Een netwerkcirkel waarin alle partijen zijn vertegenwoordigd en de burger staat in het midden van die cirkel.” Tom Kniesmeijer: • maak gebruik van de golven in de tijdgeest; kijk terug en kijk vooruit. De toekomst gaat meer uit van vertrouwen, neem dat mee in je beleid; • het gaat ook om het formuleren van regels en grenzen; vertrouwen en limieten gaan hand in hand; • snelle technologie en langzame aandacht (zelfsturing) komen samen in veiligheidsbeleid. Winst in geld en resultaat Henk Geveke schetst allerlei internationale en nationale ontwikkelingen die gevolgen hebben voor de veiligheid in Nederland. “Het wordt warmer én kouder, droger én natter. Het klimaat wordt extremer, met alle gevolgen van dien: overstromingen, verdroging van dijken, te kort aan water en grondstoffen. Het toegang krijgen en houden tot schaarse grondstoffen wordt steeds meer onderdeel van geopolitiek. Dat heeft gevolgen voor de veiligheidssituatie in de wereld. Maar er zijn nog veel meer ontwikkelingen die ons veiligheidsapparaat voor uitdagingen stellen. Denk aan cybercrime, mensenhandel, grote beschikbaarheid van data en steeds grotere afhankelijkheden tussen netwerken waardoor de gevolgen van uitval moeilijk zijn te voorspellen. Al deze ontwikkelingen stellen het veiligheidsapparaat voor uitdagingen. Want hoe gaan de verschillende veiligheidsorganisatie om met deze vraagstukken? Veiligheid schreeuwt dan ook om innovatie. Niet als luxe, maar als noodzaak. Er zal meer samengewerkt moeten worden tussen politie, brandweer en Openbaar Ministerie aan de ene kant en bedrijfsleven en kennisinstellingen aan de andere kant.” Minister Opstelten schrijft in het voorwoord van het boek dat hij deze gouden driehoek van overheid, bedrijfsleven en kennisinstituten wil versterken. Geveke is daar warm voorstander van en pleit er daarom voor de sector Veiligheid als topsector te behandelen in het innovatiebeleid van de regering. Verder stelt hij dat innovatie niet vanzelf van de grond komt, maar nadrukkelijk vraagt om het uitzetten van een koers. “Een overkoepelende en integrale, toekomstgerichte visie op innovaties is op slechts een beperkt aantal plekken aanwezig in het veiligheidsveld. Maar wilt u de problemen van de toekomst oplossen en het hoofd bieden, dan moet u weten hoe die toekomst er mogelijkerwijs uit gaat zien, welke vraagstukken er zullen spelen en hoe u daarmee moet omgaan. Vervolgens moeten er zaken worden uitgezocht en een kennisbehoefte geformuleerd. Systematisch innoveren doe je niet op een achternamiddag. Kennisopbouw, het ontwikkelen van voorspellende modellen, wetenschappelijk onderzoek, het volgen van ontwikkelingen, het realiseren van nieuwe technologieën en daarbij behorende gedrags- en cultuurveranderingen vragen om een lange termijn innovatietraject. Daarom pleit ik voor een opstellen van een innovatieagenda voor veiligheid, die hier invulling aan geeft.” Tot slot houdt Geveke een vurig pleidooi voor écht integraal veiligheidsbeleid. “Veiligheid kent veel aspecten die in samenhang beschouwd moeten worden. De Nederlandse veiligheidssector kan hier nog veel meer op inzetten dan nu wordt gedaan. Daar valt nog veel winst te boeken in geld en resultaat.” Henk Geveke, managing director Defence, Safety and Security TNO, pleit voor: • het behandelen van de sector Veiligheid als topsector in het innovatiebeleid; • het uitzetten van een innovatiekoers in het veiligheidsdomein en het formuleren van innovatieagenda’s; • het implementeren van écht integraal veiligheidsbeleid. Gouden driehoek Het boek dat Geveke aan minister Opstelten overhandigt, gaat in op de thema’s die hij in zijn toespraak heeft geschetst. Ook bevat het inspirerende praktijkvoorbeelden en een kijkje in de innovatiekeuken van diverse organisaties in het veiligheidsdomein. Minister Opstelten is blij met de boodschappen die TNO in het boek meegeeft en hij zal ze ter harte nemen. “Goed veiligheidsbeleid is
Turnaround Communicatie
2
namelijk integraal, kostenbewust, modern en gebaseerd op een korte, middellange en lange termijn visie. En het is altijd vernieuwend. TNO is daar een goede motor voor.” De minister beseft dat hij een financiële taakstelling moet doorvoeren, maar hij ziet daarin kansen voor innovatie. “Als je veel te besteden hebt, is het niet moeilijk om veel uit te geven aan research and development (R&D). Gevolg daarvan is dat je geen keuzes hoeft te maken. In de huidige tijd van de broekriem aanhalen moeten we wel focussen en kiezen om te kunnen vernieuwen, want vernieuwen levert altijd wat op. In verband met de financiële situatie van dit moment zijn we verplicht om met elkaar samen te werken, als departementen, maar ook binnen de ‘gouden driehoek’ van overheid, bedrijfsleven en kennisinstituten. Deze driehoek staat als een huis.” Verder geeft de minister aan dat het veiligheidsbeleid nog meer gefocust moet zijn op het maatschappelijk rendement dat het oplevert nationaal en internationaal. Daarbij stelt hij vast dat je eerst zelf alles op orde moet hebben, voordat je de uitdagingen in de toekomst het hoofd kan bieden. En daar kunnen volgens hem nog slagen gemaakt worden. “Innovatie gebeurt nu veel te versnipperd in het veiligheidsdomein. Dat ben ik met TNO eens. Iedere organisatie heeft zijn eigen budgetje, maar dat is te klein. Die organisaties en budgetten moeten bij elkaar gebracht worden. Vernieuwingen moeten met elkaar verbonden worden en er moeten keuzes gemaakt worden. Daarom heb ik op mijn departement een R&D Councel ingericht, die hierin meer gaat sturen en meerjarig met innovaties bezig zal zijn. ” Minister Opstelten van Veiligheid en Justitie zegt: • dat er meer gefocust en gekozen moet worden om te kunnen vernieuwen; • dat de samenwerking in de gouden driehoek staat als een huis en verder versterkt wordt; • dat er meer aandacht moet zijn voor het rendement dat veiligheidsbeleid oplevert. Paneldiscussie In drie panels wordt vervolgens besproken hoe innovatie hoger en urgenter op de agenda kan komen in de boardroom, welke rol de human factor binnen innovatie in veiligheid heeft en hoe het delen van informatie en samenwerking gestimuleerd kunnen worden. Panel 1: Innovatie hoger en urgenter op de agenda van de boardroom Volgens Tjark Tjin-A-Tsoi, algemeen directeur Nederlands Forensisch Instituut, zorgen de bezuinigingen ervoor dat innovatie meer urgentie krijgt. “Vraag je aan Defensie wat ze nodig hebben aan innovatie, dan krijg je daar antwoord op. In de strafrechtketen is dat niet het geval. Dat is een meer ambachtelijke sector, zonder strak georganiseerd innovatieagenda of behoefte. Maar dat komt er wel langzaam aan. Schaarse mensen en middelen worden effectiever ingezet.” Brigadegeneraal Ronald Harmsma, directeur Operaties van de Koninklijke Marechaussee geeft aan dat Defensie van huis uit goed is in organiseren. Dus ook innovatie wordt methodisch en gestructureerd aangepakt. Dat werkt, tot op het hoogste niveau. “Daarbij stimuleren we binnen de marechaussee innovatie van onderaf. Er is budget om een kans te geven aan de denkkracht van jonge collega’s. Kleine initiatieven stimuleren en de kansrijke innovaties laten we uitgroeien via de boardroom. Daarbij zien we innovaties als meer dan alleen technologie. Het gaat ook om een andere manier van denken en grote culturele en organisatorische ontwikkelingen.” Leon Kuijs, voorzitter Raad van Korpschefs, stelt dat organisaties over vijf jaar niet meer bestaan, als ze niet aan innovatie doen. De politie was altijd herder van de kudde, maar zal veel meer in een netwerk van organisaties en burgers moeten gaan opereren. De netwerksamenleving is onze uitdaging.” • • •
Leon Kuijs: “Als je niet aan innovatie doet, besta je over vijf jaar niet meer”. Ronald Harmsma: “Innovatie is meer dan technologie alleen”. Tjark Tjin-A-Tsoi: “Kijk naar andere sectoren en importeer de goede dingen; verbinden is een bron van innovatie”.
Turnaround Communicatie
3
Panel 2: De rol van human factor binnen innovatie in veiligheid Hans Boutellier, directeur van het Verwey-Jonker Instituut, vindt een cirkel als metafoor voor de netwerksamenleving te genuanceerd. “De burger moet in het midden staan. De drie punten van de gouden driehoek zijn van wezenlijk belang, maar moeten zich bewegen rondom die burger. Maar staar je er niet op blind. Het is aan de burger of hij wil aanhaken of niet.” Volgens Edwin Mac Gillavry, plaatsvervangend directeur van het Wetenschappelijk Bureau van het Openbaar Ministerie (OM), wordt er door het OM gewerkt aan sociale innovaties. Zo zijn er in het kader van de nieuwe en versnelde afdoeningswijze Officieren van Justitie op politiebureaus aanwezig om zo snel mogelijk de relevante zaken te schiften. “Deze professionals worden dus veel meer aan de voorkant van de keten ingezet. Ook praten we in burgerfora met burgers over de hoogte van straffen. Als je uitleg geeft, krijgen burgers meer besef van de zwaarte van straffen. Soms vinden ze het dan zelfs te zwaar, in plaats van dat het ze niet hard genoeg kan.” Een voorbeeld van technologische innovatie binnen het OM is de inzet van taaltechnologie om snel uit processen verbaal het delict te destilleren en te duiden aan de hand van de relevante artikelen uit het Wetboek van Strafrecht. “Dat is een flinke cultuurverandering. Het bespaart veel tijd, maar alleen als je vertrouwt op de technologie. Ga je alsnog zelf het hele dossier lezen om het systeem te controleren, dan heeft het geen effect. Het is een andere manier van denken voor onze mensen. Komend jaar gaan we deze innovatie testen binnen één parket.” Jan Lonink, burgemeester van Terneuzen en lid van het dagelijks bestuur van de Veiligheidsraad, pleit ervoor een grotere rol te geven aan gedragswetenschappers in het kader van de innovatieagenda. “In ieder geval op het gebied van fysieke veiligheid. We moeten niet alleen fixeren op technologie en vernieuwing, maar ook op kennis van gedrag en dat beïnvloeden.” • • •
Hans Boutellier: “Maak slim gebruik van alle geregistreerde gegevens. Experimenteer daarmee. Ik geloof erin, dat met behulp van de ‘big data’ we verder kunnen komen”. Edwin Mac Gillavry: “Interne guerrilla schept ruimte voor wilde ideeën, durf dat als organisatie toe te laten”. Jan Lonink: “Geef gedragswetenschappers een grotere rol in de innovatieagenda”.
Panel 3: Stimulans voor het delen van informatie en onderlinge samenwerking “Mensen sluiten zich op een soort van beleidskaste. Het onderscheid tussen beleid en uitvoering werkt daar keihard aan mee.” Dat zegt Cent van Vliet, directeur van de stichting Nederlandse Industrie voor Defensie en Veiligheid. “Ik pleit voor meer interactie tussen mensen die verantwoordelijk zijn voor beleid en de operationele werkvloer. De urgentie tot innovatie wordt op beleidsniveau vaak niet gevoeld.” Jeroen van Vugt, hoofd strategie en plaatsvervangend directeur van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid, is het daar ten dele mee eens. Toch ziet hij wel dat ook op beleidsniveau aandacht is voor innovatie. “Strategie en operatie zitten bij het thema cybercrime bijvoorbeeld wel heel dicht op elkaar. Een klein probleem kan binnen de kortste keren groot worden. Om dat op te kunnen lossen, zijn strategie en uitvoering nauw met elkaar verweven. Via het Nationaal Cyber Security Centrum werken we nauw samen met het bedrijfsleven en vormen we community’s om oplossingen te bedenken. Er zijn dus plekken waar het goed gaat, maar ook waar het te veel uit elkaar loopt. Daar moet de druk omhoog om meer bij elkaar te komen. Het gebrek aan middelen de komende tijd zal dat bevorderen.” Van Vliet benadrukt dat de samenwerking bij het vinden van antwoorden op nieuwe dreigingen vanuit een samenwerkingsgedachte wordt ingevuld. “Niet alleen operationeel en beleid van verschillende ministeries werken samen, maar ook overheid en bedrijfsleven. Dat is grote vooruitgang.” Aart Jan Smits, business developer bij Thales en trekker van de roadmap Security binnen de topsector Hightech Systemen en Materialen, voegt daaraan toe dat vernieuwende samenwerking geregisseerd moet worden. “Wie neemt het voortouw? Wie regisseert multidisciplinaire samenwerking? En wie regisseert de samenwerking tussen overheid en bedrijfsleven? In de voorfase en tijdens een crisis kan de samenwerking op veel fronten nog beter.” Informatiegestuurd optreden is daarin volgens hem een belangrijk element. “Per kolom begint het steeds meer te komen. Nu moet het ook nog onderling gebeuren en op het niveau daarboven. Om vervolgens ook internationaal tot
Turnaround Communicatie
4
informatiegestuurd optreden te komen. Benut daarvoor de digitale kennis en kunde in Nederland, dat zorgt voor enorme opbrengsten.” Belangrijk daarbij is voor ogen te houden dat systemen niet verbinden, aldus Van Vliet. “Verbinding onderling ontstaat pas als mensen een band met elkaar hebben. Als de mens niet centraal staat, gaat het de verkeerde kant op. Die ervaring heeft de NIDV opgedaan bij de samenwerking tussen marine, land- en luchtmacht. Die kennis wordt nu ingezet bij de afstemming en samenwerking tussen politie, brandweer en defensie.” • Aart Jan Smits: “Vitale sectoren moeten snel hun been bijtrekken”. • Jeroen van Vugt: “In deze tijd wordt vooral naar budget gekeken, maar houdt innovatie hoog op je strategische agenda”. • Cent van Vliet: “Zet je in je luisterhouding, breng ons in de stemming en speel zuiver”
Turnaround Communicatie
5