Mini-Handleiding C-Stick®
Mini-Handleiding C-Stick® De C-Stick is een digitaal portfolio dat personen helpt een beter zicht te krijgen op hun competenties, hun leertraject en persoonlijk ontwikkelingsplan en dat toelaat eenvoudig CV’s op te maken. De C-Stick werd oorspronkelijk ontwikkeld door JES vzw en verder vorm gegeven in samenwerking met VDAB. Naast JES vzw en bepaalde VDAB-werkingen, gebruiken ook andere trajectbegeleidingsorganisaties, jeugdorganisaties en scholen de C-Stick. De C-Stick wordt als pedagogisch instrument aangebracht bij de begeleiding van klanten. Het portfolio is echter eigendom van de klant. Op het einde van het begeleidingstraject, krijgt de klant de C-Stick dan ook mee. Een ingevulde C-Stick bevat heel wat interessante informatie, waar je in je verdere begeleiding op kan voortbouwen. Zo bevat de C-Stick informatie over alle ervaringen die de klant opdeed en de competenties die hij daarbij ontwikkelde, de sollicitaties die de klant al deed, competentie-inschalingen enz. Indien je een klant over de vloer krijgt die over een C-Stick beschikt, is het dan ook interessant deze informatie verder te gebruiken. Het is daarbij wel belangrijk in het achterhoofd te houden dat de klant zelf beslist welke informatie op zijn C-Stick hij aan wie wilt laten zien. De C-Stick is immers een persoonlijk instrument. Deze handleiding helpt je om, als je een klant met de C-Stick over de vloer krijgt, snel op weg te zijn met de C-Stick. Naast een beknopte technische handleiding, vind je er ook wat basisinformatie over de belangrijkste oefeningen die op de C-Stick staan, zodat je de gegevens die je op de C-Stick terugvindt, correct kan interpreteren. Om snel een overzicht te krijgen van de ingevulde gegevens, kan je via de module ‘Solliciteren’ een CV opmaken, waarin je een overzicht krijgt van alle vroegere ervaringen van de klant (zie p.5). Om snel een overzicht te krijgen van het ‘Persoonlijk ontwikkelingsplan’ kan je een overzichtsdocument opmaken, waarin je een samenvatting krijgt van de ingevulde oefeningen uit het persoonlijk ontwikkelingsplan (zie p.5). Wil je graag meer informatie of wil je de C-Stick zelf actief gaan gebruiken, dan neem je best contact op met Luc Liessens (luc.
[email protected]).
Inhoudstafel Inleiding 2 Korte introductie tot de C-Stick 2 Van start met de C-Stick 3 • Inloggen 3 • Starten 3 • Minimaliseren en afsluiten 4 • Navigeren en terugkeren naar de startpagina 4 De verschillende luiken kort toegelicht 4 • Luik 1: info toevoegen of veranderen 4 • Luik 2: solliciteren 5 • Luik 3: persoonlijk ontwikkelingsplan 5 De oefeningen uit het persoonlijk ontwikkelingsplan kort toegelicht 6 • Levenslijn 6 • Timemanagement 6 • Kernkwadranten 6 • Roos van Leary 7 • Boompje 8 • Rollen kadervorming 9 • Roos van Axen 9 • Sleutelcompetenties10 • Zelfinschaling en feedback10
--
Mini-Handleiding C-Stick®
Inleiding De C-Stick werd ontwikkeld door JES vzw. Deze vzw is als stadslabo voor kinderen, jongeren en jongvolwassenen actief in Antwerpen, Gent en Brussel. JES vzw wil de stad meer leefbaar en aantrekkelijker maken voor jeugdigen en continu vernieuwende initiatieven ontwikkelen die jonge mensen kansen bieden op : inventieve en originele vrije tijd, opleiding en tewerkstelling, inspraak en participatie aan het beleid, fysieke en mentale ruimte, cultuurdeelname en cultuurcreatie en maatschappelijke participatie. JES vzw richt zich daarbij in het bijzonder op kortgeschoolde jongeren met diverse achtergronden. Van bij de start van de ontwikkeling van de C-Stick werd samengewerkt met VDAB, met het oog op afstemming en uitwisseling. Deze samenwerking mondde uit in verschillende opeenvolgende samenwerkingsovereenkomsten, waarin de C-Stick verder aangepast werd aan de noden van de VDAB en uitgetest werd binnen verschillende VDAB-werkingen.
Korte introductie tot de C-Stick Het digitale portfolio C-Stick wordt gebruikt om competentiebewustwording en –ontwikkeling te stimuleren. De C-Stick richt zich in het bijzonder naar kortgeschoolde jongeren. Op de C-Stick kan de jongere allerlei relevante informatie, zoals resultaten van competentiemetingen of bewijsmateriaal dat bepaalde competenties aantoont, bundelen en bewaren. Doordat de C-Stick het leerproces in kaart brengt en visualiseert, krijgt de klant een beter inzicht in zijn eigen leren en in de keuzeprocessen die hij doormaakt. De C-Stick stimuleert op die manier het zelfsturende vermogen van klanten: ze leren inzien wat ze belangrijk vinden en waar hun kwaliteiten liggen. Daardoor maken ze versterkt keuzes en kunnen ze hun levensleerloopbaan in eigen handen nemen. De C-Stick helpt ook om doelgerichter te solliciteren: bij het invullen van de CStick krijgt de klant zicht op de ervaringen die hij reeds opdeed en de competenties die hij daarbij ontwikkelde. Het handige sollicitatietool laat toe om snel een CV op maat van een specifieke vacature te genereren, gebruik makend van de eerder ingevulde informatie.
De C-Stick omvat drie luiken, die, afhankelijk van de doelstelling van het traject, ingezet kunnen worden.
In het eerste luik ‘info toevoegen of veranderen’ kan de jongere allerlei CV-gegevens op een gestructureerde manier invullen: adresgegevens, studies, werkervaring, hobby’s, taalkennis, rekenvaardigheden, enz. De jongere moet bij elke ervaring gaan omschrijven welke taken hij hier vervulde en welke competenties hij daarbij ontwikkelde. Ten slotte kan hij bewijsmateriaal dat bepaalde competenties aantoont (foto’s, filmpjes, stagevoorbereidingen, …) toevoegen. Door het invullen van dit luik wordt de jongere zich bewust van reeds sterk ontwikkelde competenties en van het belang van competenties die verworven werden via non-formeel of informeel leren.
--
Mini-Handleiding C-Stick®
In het tweede luik ‘solliciteren’ kan de jongere de in het eerste luik ingevulde informatie snel en gebruiksvriendelijk vertalen in een aangepast CV. De jongere wordt in dit luik gestimuleerd om na te gaan welke competenties gevraagd worden in de vacature. Aan de hand daarvan kan hij gaan bepalen welke ervaringen relevant zijn om in het CV op te nemen. Dit maakt het voor de jongere eenvoudiger om gericht te solliciteren. In het derde luik ‘persoonlijk ontwikkelingsplan’ krijgt de jongere een kader en stimulansen om aan een eigen persoonlijk ontwikkelingsplan te werken. Een reeks praktijkopdrachten, gekoppeld aan reflectie-oefeningen, helpen de jongere nadenken over de vragen ‘wie ben ik?’, ‘wat wil ik?’, ‘wat kan ik?’ en ‘wat ga ik doen?’.
Van start met de C-Stick De C-Stick bestaat uit: • een USB-stick met software (de eigenlijke C-Stick) • een databank op een server waarin automatisch een backup van de gegevens op de C-Stick bewaard wordt. Deze backup is enkel toegankelijk voor de beheerder van JES vzw. • een beheersysteem (eGO) van waaruit een begeleider een login en paswoord kan toekennen aan een C-Stick, competentieinschalingen kan maken en doorsturen naar een C-Stick, bestanden kan doorsturen naar een C-Stick, enz. Om toegang te krijgen tot eGO moet je als begeleider een opleiding volgen (zie www.c-sticks.be voor meer info), waarna je een persoonlijke login en paswoord krijgt. Inloggen Steek de C-Stick in een USB-poort van een computer. Normaal gezien zal de computer automatisch een venster openen waar gevraagd wordt wat je wilt doen (Indien dit niet het geval is, volg dan de instructies hieronder). Klik op het JESC-Stick icoon en vervolgens op ‘OK’. Het programma checkt nu automatisch of er nieuwe updates zijn. Eventueel worden nieuw updates geïnstalleerd en vervolgens start automatisch de inlogpagina op. Indien je computer niet automatisch een venster opent, open het programma dan via ‘verkenner’. Ga naar ‘Deze computer’ en dubbelklik vervolgens op ‘Verwisselbare schijf’ (verschijnt ‘Verwisselbare schijf’ niet, verifieer dan of de C-Stick goed aangesloten is). Dubbelklik vervolgens op het JES-C-Stick icoon. Je komt nu op de inlogpagina. Om in te loggen, vul je gebruikersnaam en wachtwoord van je klant in en druk je op ‘volgende’. Starten Je komt nu op de beginpagina van de C-Stick. Er zijn drie hoofdluiken: ‘Info toevoegen of veranderen’, ‘Solliciteren’ en ‘Mijn persoonlijk ontwikkelingsplan’. Bij elk van die luiken hoort een foto. Die foto’s zijn op elke pagina van de C-Stick te zien. Indien je dus naar de startpagina van één van deze drie luiken wilt navigeren, volstaat het op de overeenkomstige foto te klikken.
--
Mini-Handleiding C-Stick®
Minimaliseren en afsluiten Om iets op te zoeken op de computer, zonder het C-Stickprogramma af te sluiten, kan je het C-Stickprogramma steeds minimaliseren door op het blauwe minnetje rechts bovenaan het scherm te klikken. Om de C-Stick af te sluiten druk je op het rode kruisje rechts bovenaan het scherm. Wanneer je over internet beschikt, opent zich na het afsluiten van de C-Stick een C-Stickicoontje in de werkbalk rechts onderaan. Dit is een programma dat alle informatie die je op de C-Stick geplaatst hebt, automatisch als backup op een server opslaat. Wacht tot het icoontje verdwijnt alvorens je C-Stick uit de computer te verwijderen.
Navigeren en terugkeren naar de startpagina
Indien je binnen één luik begint te navigeren, wordt het traject dat je hebt afgelegd visueel duidelijk door een pijlstructuur. In het voorbeeld zie je dat van het luik ‘Info toevoegen’ naar ‘algemene gegevens’ werd gegaan. Indien je nu terug naar ‘Info toevoegen’ wil, klik je gewoon op de in het blauw gemarkeerde tekst. Het JES-C-Stick icoon laat je toe (door er op te klikken) om steeds naar de hoofdpagina terug te keren. Dat kan ook door op ‘beginpagina’ rechtsonder elke pagina te klikken.
De verschillende luiken kort toegelicht Luik 1: info toevoegen of veranderen
Dit luik biedt de mogelijkheid om allerlei informatie bij elkaar te brengen: algemene gegevens, gevolgde cursussen of stages, vroegere werkervaringen, … De informatie die hier opgeslagen wordt, wordt onder het luik ‘solliciteren’ gebruikt om een CV op te maken. Wil je dus een snel overzicht van de in dit luik ingevulde informatie, dan kan dat door via het luik solliciteren een CV af te printen waarin je alle ingevulde informatie opneemt.
--
Mini-Handleiding C-Stick®
Luik 2: solliciteren Op de beginpagina klik je nu op ‘Solliciteren’. In het luik ‘Solliciteren’ kan men snel en overzichtelijk zijn eigen CV en sollicitatiebrief maken. Op de pagina ‘Solliciteren’ staan alle sollicitaties opgelijst. Klik je op het rode vinkje rechts van de sollicitatie, dan opent zich meteen het document met het CV en de motivatiebrief, zonder dat deze opnieuw worden aangemaakt. Klik je in de overzichtstabel een sollicitatie aan (de lijn licht blauw op), dan openen zich de schermen om het CV opnieuw samen te stellen. Het CV en de motivatiebrief worden dan opnieuw aangemaakt, zodat eerdere lay-outaanpassingen verloren gaan. Zeer belangrijk: de toepassing tot hiertoe kan volledig offline ingevuld worden. Om een CV en motivatiebrief te kunnen samenstellen, heb je echter internet nodig!
Luik 3: persoonlijk ontwikkelingsplan Op de beginpagina klik je nu op ‘Mijn persoonlijk ontwikkelingsplan’. Het luik Mijn persoonlijk ontwikkelingsplan bestaat zelf uit vier delen; ‘Wie ben ik?’ ‘Wat wil ik?’, ‘Wat kan ik? en ‘Doen’. In het gedeelte ‘Wie ben ik?’ vind je allerlei bekende en minder bekende oefeningen die kunnen helpen om een beter zelfinzicht te krijgen: Waar sta ik nu, wat heb ik tot hiertoe al gedaan? Wat is belangrijk voor me? Hoe besteed ik mijn tijd? Welke rol neem ik spontaan op in een groep? Enz. In de gedeeltes ‘Wat wil ik?’ en ‘Doen!’ kan je cursist vrije bestanden (tekst, foto’s, een tekening, een filmpje, ...) opladen die uitdrukken wat hij wilt en welke stappen hij gaat ondernemen om dit te bereiken.
In het gedeelte ‘Wat kan ik?’ vind je ten slotte twee oefeningen die inzicht kunnen geven in het ontwikkelingsniveau van je cursist m.b.t. bepaalde competenties. Daarnaast heeft je cursist ook de mogelijkheid om onder dit gedeelte vrije bestanden op te laden. Wil je een snel overzicht krijgen van de ingevulde oefeningen, dan maak je best gebruik van het ‘Overzicht maken’. In het overzicht persoonlijk ontwikkelingsplan vind je het overzicht van overzichtsdocumenten. In het overzichtsdocument kiezen cursisten, naar analogie met de module ‘Solliciteren’, welke oefeningen ze willen opnemen. De resultaten van de gekozen oefeningen worden in het document samengevat in een aantal overzichtelijke tabellen. Om een overzichtsdocument te bekijken, klik je op het rode vinkje rechts in de tabel.
--
Mini-Handleiding C-Stick®
De oefeningen uit het persoonlijk ontwikkelingsplan kort toegelicht Levenslijn De levenslijn is een ideale oefening om zicht te krijgen op de levensloop en leefwereld van een persoon. Bedoeling is dat de persoon eerst zijn leeftijd aangeeft op een lijn en een aantal gebeurtenissen die hij heeft meegemaakt daarop aanduidt. De persoon geeft ook aan hoe hij deze gebeurtenissen ervaren heeft, van extreem positief (++++) tot extreem negatief (----). Aan die situaties, gaat de persoon vervolgens competenties te koppelen: wat heb ik uit deze situatie geleerd, welke competenties heb ik gebruikt om er mee om te kunnen, ...
Timemanagement Deze oefening rond timemanagement is in eerste instantie bedoeld om een goede verbinding te leggen tussen wat voor een persoon belangrijk is in zijn leven en de hoeveelheid tijd die hij eraan besteedt. Daarnaast kan het ook interessant en leerrijk zijn stil te staan bij de gewenste tijdsbesteding. Wat is voor een persoon belangrijk en hoeveel tijd zou hij er willen in investeren. De huidige situatie is immers niet steeds de gewenste situatie. Bedoeling is dat de deelnemer eerst een aantal velden benoemt waar hij veel tijd in investeert; bijvoorbeeld werken, slapen, naar school gaan, voor kinderen zorgen, sport, ... . Daarna is het de bedoeling dat hij de cirkel gaat verdelen naargelang de hoeveelheid tijd die hij investeert in de verschillende velden. Nu kan hetzelfde gedaan worden met betrekking tot de gewenste situatie (in een nieuw cirkeldiagram). Eerst dient de deelnemer een aantal velden te benoemen waar hij tijd wil in investeren en nadien deze te verdelen over de cirkel.
Kernkwadranten Een goede manier om de sterke en zwakke punten van een persoon te verhelderen, is om zijn kernkwaliteiten in een kernkwadrant in kaart te brengen. Het kernkwadrant of het Kwadrant van Ofman is een veelgebruikt model, opgesteld door Daniel Ofman. Belangrijk hierbij is dat een persoon geen vaststaande kernkwadranten heeft, ze zijn m.a.w. dynamisch doorheen de tijd. We lichten het model hier beknopt toe. Voor meer informatie verwijzen we graag door naar meer gespecialiseerde literatuur of opleidingen. Kernkwaliteiten zijn de specifieke sterktes die iemand kenmerken. Iedere persoon heeft bepaalde kernkwaliteiten. Je kan kernkwaliteiten niet aan en af zetten, maar ze wel verborgen houden. Kernkwaliteiten zijn specifieke eigenschappen die tot de kern van een persoon horen. Ze maken dus de persoon tot dat wat hij of zij is.
--
Mini-Handleiding C-Stick®
Maar kwaliteiten kunnen ook valkuilen worden. Wanneer bepaalde kwaliteiten zo dominant zijn, dan kunnen ze doorslaan. Té veel van het goede dus en dat is nooit goed. Een valkuil is niet het tegenovergestelde van de kernkwaliteit maar een valkuil treedt op als de kernkwaliteit te ver uitschiet (en daardoor zelfs een zwakte wordt). Aangezien iedereen kernkwaliteiten heeft, heeft ook iedereen valkuilen. Om ervoor te zorgen dat een kernkwaliteit niet uitgroeit tot een valkuil, moet je werk maken van wat Ofman je uitdagingen noemt. Een uitdaging is het positief tegenovergestelde van iemands valkuil, hetgene waar een persoon wil naar streven. Een uitdaging en een kernkwaliteit zijn elkaar aanvullende kwaliteiten. Het gaat er dus om een balans te vinden tussen de twee. Wanneer de balans te ver overhelt naar één van de twee, dan is de kans groot dat deze kwaliteit doorslaat in een allergie. Balans aanbrengen betekent dus niet te denken in “of-of” maar in “en-en”. Schiet je te ver door in je uitdaging, dan kom je terech in je allergie. Een allergie is hetgene wat bij jou tot ergernis leidt wanneer je het bij andere mensen tegenkomt. Ieder persoon kan zijn eigen kernkwaliteiten, valkuilen, allergieën en uitdagingen opstellen in een kernkwadrant. Je ziet hierboven een voorbeeld van een kernkwadrant afgebeeld.
Roos van Leary In 1957 werkte de Amerikaanse psycholoog Timothy Leary een functioneringsmodel voor karaktertypes uit, op basis van talrijke observaties van het gedrag van mensen. Hij ging hierbij uit van een belangrijk psychologisch basisprincipe: gedrag lokt gedrag uit. De roos van Leary laat zien welk gedrag door welk gedrag wordt opgeroepen en hoe gedrag te beïnvloeden is. Belangrijk is dat de roos van Leary geen statisch model is. De roos wil geen persoon typeren, maar wel gedrag en de werking van dat gedrag op anderen verduidelijken. We geven het model hieronder beknopt weer. Voor meer informatie verwijzen we graag door naar gespecialiseerde literatuur of opleidingen. De roos van Leary bestaat uit 2 assen: een horizontale en een verticale as. De horizontale as staat voor de relatie die iemand met een ander of een groep heeft: ‘samen’ of ‘tegen’. • Met ‘samen’ wordt hier bedoeld dat iemand met een ander of een groep samen dingen kan of wil doen. Bestaat er met andere woorden affiniteit met de ander. ‘Samen’ betekent dus dat het gedrag van de mensen is gericht op acceptatie van elkaar. Veelal op basis van wederzijds respect. • Met ‘tegen’ wordt hier bedoeld dat iemand niet echt met een ander of een groep wil of kan werken. Er bestaat dan als het ware vijandigheid naar de ander toe. ‘Tegen’ betekent dus dat het gedrag van de mensen is gericht op andere belangen dan acceptatie, in sommige gevallen zelfs tegen acceptatie. De verticale as staat voor de opstelling die iemand heeft ten aanzien van een ander. Leary maakt een onderscheid tussen ‘boven’ en ‘onder’ gedrag. • Met ‘boven’ wordt hier bedoeld dat iemand dominant gedrag toont naar een ander of de groep toe. Met andere woorden, de persoon beschouwt zich op dat moment als de meerdere van een ander. • Met ‘onder’ wordt hier bedoeld dat iemand onderdanig gedrag vertoont naar de andere toe. Iemand beschouwt zich op dat moment als ‘ondergeschikte’ van de ander. ‘Onder’ betekent dus dat het gedrag nauwelijks of niet is gericht op invloed te hebben ten opzichte van de ander.
--
Mini-Handleiding C-Stick®
De roos van Leary kent dus 4 vlakken: • Het vak ‘boven-samen’ staat voor LEIDEN • Het vak ‘onder-samen’ staat voor VOLGEN • Het vak ‘boven-tegen’ staat voor AANVALLEN • Het vak ‘onder-tegen’ staat voor VERDEDIGEN Om gedrag nog specifieker te kunnen analyseren of categoriseren, maakt Leary per vak nog eens een onderscheid tussen 2 types gedragingen; hetgeen de roos in totaal 8 types gedragingen onderverdeeld. Om te tonen dat het model dynamisch is, kiezen cursisten verschillende situaties of levensdomeinen en geven ze aan welke rol ze in deze situaties of levensdomeinen op zich nemen. Op die manier verwerven ze een beter inzicht in hun eigen gedrag in verschillende contexten.
Jezelf aan de hand van je lichaam
Deze oefening is een eenvoudige en laagdrempelige zelfreflectie-oefening, waarbij de persoon over zichzelf reflecteert aan de hand van een aantal lichaamsdelen en daaraan gelinkte vragen. Er is hierbij getracht een mooie balans op te maken tussen gevoelens, waarden, vaardigheden, bezigheden, ... .
Boompje Deze oefening werd opgesteld om groepssamenhang te evalueren. Bedoeling is dat iedereen zich, naar aanleiding van een gedane oefening, een plaats geeft op de boom. Vervolgens legt iedereen uit waar hij zichzelf gepositioneerd heeft in de groep, gevisualiseerd door de plaats van het mannetje in de boom. Door deze bespreking in groep te doen, wordt iedereen van de groep zich meer bewust van de positie die ten opzichte van elkaar ingenomen wordt.
--
Mini-Handleiding C-Stick®
Rollen kadervorming Dat een animator binnen een jeugdbeweging, speelplein, ... een heleboel taken en rollen te vervullen heeft, staat buiten kijf. Daarom werd binnen de kadervorming van JES vzw een oefening ondernomen om de verschillende competenties die een animator kan bezitten, te vertalen in een aantal typerende rollen, die deze competenties belichamen. Aan de hand van deze rollen kan een (toekomstig) animator voor zichzelf in kaart brengen hoe sterk hij reeds is binnen de verschillende competentiedomeinen, door op een cirkeldiagram aan te duiden hoe vaak hij de verschillende rollen opneemt.
Roos van Axen De axenroos is een methode om de interactie tussen mensen te typeren. De axenroos werd ontworpen door Ferdinand Cuvelier en vertoont sterke gelijkenissen met de eerder aan bod gekomen Roos van Leary. Het grote verschil is dat de axenroos uitgaat van de eigen attitudes t.a.v. anderen, terwijl de roos van Leary uitgaat van het eigen gedrag t.a.v. het gedrag van de andere. Daarom wordt de axenroos ook soms de relatieroos genoemd. Het gebruik van dierennamen maakt de axenroos aanschouwelijk en daardoor gemakkelijk hanteerbaar met minder taalvaardige jongeren. In de roos is niet alleen de positionering op een welbepaalde plaats belangrijk, maar wat vooral van belang is, zijn de onderlinge relaties en wisselwerkingen tussen de verschillende plaatsen. We lichten het model hier kort toe. Voor meer informatie verwijzen we graag naar meer gespecialiseerde literatuur of opleidingen. De axenroos is gebaseerd op 6 relatiewijzen: • Aanbieden of geven (pauw (toont zich), bever (zorgt), leeuw (leidt)); • Aannemen of vragen (wasbeer (kijkt op naar), poes (geniet), kameel (volgt)); • Aanvechten (havik); • Weerstaan (steenbok); • Houden (Uil); • Lossen (Schildpad). De uitwisseling is harmonisch wanneer de ene iets aanbiedt en de ander het aangebodene aanneemt of wanneer iemand iets vraagt en de ander hem het gevraagde geeft. Aanvechten en weerstaan daarentegen bevinden zich eerder in de conflictenzone. Ten slotte is het ook mogelijk dat personen zich in de positie van houden en/of lossen bevinden. Tussen hen ontstaat eerder een verwijdering van elkaar i.p.v. een toenadering. Een voorbeeld: Marjan komt naar het werk met een doos pralines. Tijdens de middagpauze biedt ze deze aan aan haar collega’s. Een andere mogelijkheid is natuurlijk ook dat ze deze voor zichzelf houdt (houden). Eén collega neemt de aangeboden pralines aan en dankt Marjan daarvoor. Een andere collega gaat echter niet in op het aanbod, ze weigert omdat ze geen pralines lust (weerstaan). Nog een andere collega twijfelt of ze die al dan niet zal aannemen (lossen). Een andere collega reageert nog anders. Zijn kritiek luidt “pralines eten is ongezond” (aanvechten). Om te tonen dat het model dynamisch is, kiezen cursisten verschillende situaties of levensdomeinen en geven ze aan welke rol ze in deze situaties of levensdomeinen op zich nemen. Op die manier verwerven ze een beter inzicht in hun eigen gedrag in verschillende contexten.
--
Mini-Handleiding C-Stick®
Sleutelcompetenties
De oefening ‘sleutelcompetenties’ omvat een selectie van 26 sleutelcompetenties, waaronder de 9+3. De begeleider kan de meest relevante kiezen. In deze oefening maken de jongere en de begeleider na het uitvoeren van een concrete oefening of opdracht hun competentie-inschaling aan de hand van een reeks zeer concrete vragen (gedragsindicatoren). Naderhand krijgt de jongere een overzicht met wat hij reeds goed deed en concrete tips voor het verbeteren van deze sleutelcompetentie.
Zelfinschaling en feedback
In de oefening ‘zelfinschaling en feedback’ kiest de begeleider vrij welke competenties hij opneemt. Het kan dus zowel gaan om technische als om sleutelcompetenties. De jongere en de begeleider maken hun inschaling hier aan de hand van een vierpuntenschaal. Deze oefening laat een minder objectieve en gedetailleerde meting toe dan de oefening sleutelcompetenties, maar maakt het wel mogelijk om op meerdere momenten een inschaling te maken. Naderhand kan aan de hand van een grafiek nagegaan worden hoe de jongere m.b.t. een bepaalde competentie geëvolueerd is. De grafiek laat ook toe te vergelijken hoe de begeleider en de jongere zelf deze evolutie inschat.
- 10 -