Milieumeerjarenplan 2014-2016 Uitgangspunten milieu ten behoeve van bedrijfsvoering Wageningen UR
Facilitair Bedrijf
DATUM
30 april 2014 AUTEUR
Veiligheid en Milieu VERSIE
1.0 STATUS
verstuurd bg 20140430
Wageningen UR (University & Research centre)
For quality of life
Inhoudsopgave
1
Inleiding
4
2
Milieubeleid en milieudoelstellingen van Wageningen UR
5
3
Verwachte resultaten en planning 2014-2016
8
Bijlage 1. Begrippenlijst
12
Bijlage 2. Het wettelijk kader met betrekking tot milieu voor Wageningen UR
13
Bijlage 3. ‘Show it! Invulling duurzaamheid 2013 en 2014
20
Bijlage 4. Extra milieubeleid, milieudoelstellingen en resultaten organisatieonderdelen 21
Pagina 3 van 26
Wageningen UR (University & Research centre)
1
For quality of life
Inleiding
Voor u ligt het milieumeerjarenplan 2014-2016 van Wageningen University en Research Centre (Wageningen UR). In dit plan wordt aangegeven welke milieugerelateerde onderwerpen de komende jaren de aandacht hebben binnen Wageningen UR. Wageningen UR heeft gebouwen op verschillende locaties in Nederland. Voor de activiteiten die Wageningen UR uitvoert op deze locaties zijn milieuvergunningen noodzakelijk. De vergunningen zijn zo veel mogelijk geclusterd per locatie/complex. In de grote (complex) milieuvergunningen zijn voorschriften opgenomen ten aanzien van het milieumeerjarenplan. Voor de complexvergunning van Wageningen Campus is deze als volgt geformuleerd: ‘Jaarlijks wordt uiterlijk voor 1 mei een milieujaarplan voor het lopende kalenderjaar ingediend ter kennisneming aan het bevoegd gezag. In het milieujaarplan worden gegevens opgenomen over de in het lopende kalenderjaar geplande milieudoelstellingen, acties, milieumaatregelen, onderzoeken en activiteiten - met inbegrip van het project WUR-profit - die worden getroffen en gericht zijn op het verder terugdringen van de door de inrichting veroorzaakte milieubelasting. In het jaarplan dienen tevens de lange termijn doelstellingen voor de komende jaren te worden opgenomen. Bij het formuleren van nieuwe doelstellingen geldt als uitgangspunt de Best Beschikbare Technieken (BBT). In het jaarplan worden toekomstig te verwachten veranderingen in de bedrijfsvoering in het daarop volgende verslagjaar, die (kunnen) leiden tot een wijziging van de milieuvergunning situatie, opgenomen.’ Wageningen UR heeft er voor gekozen om in het milieumeerjarenplan de milieugegevens op corporate niveau te formuleren. Aanvullende gegevens per organisatieonderdeel worden geformuleerd in bijlage 4. Leeswijzer In dit milieumeerjarenplan 2014-2016 wordt het milieubeleid alsook de bijbehorende doelstellingen verwoord (hoofdstuk 2) en de planning van de verschillende milieuonderwerpen toegelicht (hoofdstuk 3). NB: Jaarlijks brengt Wageningen UR naast een milieumeerjarenplan voor de komende drie jaren, ook een milieujaarverslag van het afgelopen jaar uit. Op deze wijze geeft Wageningen UR volledig inzicht in haar activiteiten op het gebied van milieu.
Pagina 4 van 26
Wageningen UR (University & Research centre)
2
For quality of life
Milieubeleid en milieudoelstellingen van Wageningen UR
Wageningen UR neemt haar verantwoordelijkheid voor de bedrijfsactiviteiten op milieugebied. Het milieubeleid van Wageningen UR richt zich op: 1.
het minimaal voldoen aan de vigerende wet- en regelgeving. Het wettelijk kader waaraan Wageningen UR wil en moet voldoen is samengevat in bijlage 2;
2.
de geformuleerde duurzaamheidsambitie. Naast het wettelijk kader heeft Wageningen UR een duurzaamheidsambitie geformuleerd. Zo is er voor gekozen om ‘voorloper’ te zijn ten aanzien van haar bedrijfsvoering. Dit betekent dat Wageningen UR duurzaamheid integraal oppakt in haar bedrijfsvoering, dit uitdraagt naar buiten en dat duurzaamheid een vanzelfsprekend onderdeel is van de besluitvorming. Deze ambitie van Wageningen UR sluit aan bij haar missie van onderwijs, onderzoek en bedrijfsvoering. Logischerwijs is milieu een belangrijke pijler in deze ambitie.
Uit het milieubeleid volgen de volgende milieudoelstellingen voor Wageningen UR: 1.
voldoen aan de voorschriften van de milieuvergunningen;
2.
uitvoering geven aan het ‘Show it!, Invulling duurzaamheid Wageningen UR 2013 en 2014’.
Ad 1. Voldoen aan de voorschriften van de milieuvergunningen De milieuvergunningen voor Wageningen UR zijn vergund door de bevoegd gezagen (lees: gemeenten) per complex. Voor Wageningen UR zijn de volgende milieuvergunningen (Wm-vergunningen) verleend:
Wageningen Campus
De Dreijen Wageningen
WUR-complex Lelystad
CVI Houtribweg Lelystad
Daarnaast zijn de overige milieuvergunningen geclusterd in:
Wageningen overig
Overige locaties
Wageningen UR bestaat uit verschillende kenniseenheden en onderdelen (zie figuur 1).
Figuur 1. Organigram Wageningen UR Pagina 5 van 26
Wageningen UR (University & Research centre)
For quality of life
Aanvullend op het organigram dient te worden vermeld dat Energy & Exploitation Lelystad (E&EL) vanaf 2013 deel uitmaakt van Wageningen UR als apart organisatieonderdeel (rechterkolom). De verschillende organisatieonderdelen zijn verspreid over 28 verschillende locaties en geclusterd in complexen waarvoor milieuvergunningen zijn verleend (zie tabel 1). Tabel 1. Overzicht van de organisatieonderdelen die vallen onder de verschillende (complex)milieuvergunningen per 1 januari 2014 Wageningen
De Dreijen
WURcomplex
CVI
Wageningen
Overige
Campus
Wageningen
Lelystad
Houtribweg
overig
Locaties
Lelystad Agrotechnology & Food Sciences Group
X
X
(AFSG) Animal Sciences Group (ASG)
X
X
X1
X
Environmental Sciences Groep
X9
X
(ESG) Energy & Exploitation unit
X
Lelystad (E&EL) Plant Sciences Group (PSG)
X
X1
X
Social Sciences
X2
Group (SSG)
X3
Institute for Marine Resources and
X4
Ecosystem Studies (IMARES) RIKILT
X
Facilitair Bedrijf (FB)
X
Concernstaf+
X
X
X
X5
X6
X7
X8
(CS+)10 1.
Proeflocaties
2.
De Leeuwenborch
3.
LEI Den Haag en andere locaties
4.
IJmuiden, Yerseke, Den Helder, Texel
5.
Sports Centre De Bongerd, Botanische Tuin Belmonte, Industrieweg 34
6.
Schoutenhoef
7.
De Aula, Achter de Aula, studentenhuisvesting in Wageningen (Haarweg en Stadsbrink)
8.
Studentenhuisvesting in Ede (vml. Kazernes) en Bennekom (Beringhem)
9.
Sinderhoeve (Renkum)
10.
De Concernstaf (CS), Wageningen International (WI) en Wageningen Academy (WA) behoren gezamenlijk tot CS+.
Ad 2. Uitvoering geven aan het ‘Show it!, Invulling duurzaamheid Wageningen UR 2013 en 2014’ Duurzaamheid/Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) is een belangrijke pijler in het primaire proces van onderzoek en onderwijs. Maar hoe duurzaam is Wageningen UR nu eigenlijk echt in haar primaire proces en bedrijfsvoering? Uit onderzoek van PricewaterhouseCoopers (PwC) in 2008 bleek dat duurzaamheid binnen Wageningen UR zeker aanwezig is, maar binnen het primaire proces van onderwijs en onderzoek verder ontwikkeld bleek dan binnen de bedrijfsvoering. Vervolgens is Wageningen UR aan de slag gegaan om te komen tot een meer duurzame bedrijfsvoering. In 2009 heeft de Raad van Bestuur/Concernraad, zich uitgesproken over de duurzaamheidsambitie 'Voorlopen' voor de bedrijfsvoering. Na vaststelling van het ambitieniveau is een plan van aanpak ‘Versneld naar een duurzamer bedrijfsvoering’ opgesteld. In dit plan is beschreven wat op korte en op lange termijn nodig is om dit ambitieniveau te bereiken. Zo lag de focus op korte termijn op het realiseren van verschillende acties. Op lange termijn ligt de nadruk op het borgen van deze acties door het veranderen van de organisatie en de houding van de medewerkers, alsook op het proces dat Pagina 6 van 26
Wageningen UR (University & Research centre)
For quality of life
daarvoor nodig is. De periode 2010-2012 heeft in het teken gestaan van het uitvoeren van het plan van aanpak. De resultaten eind 2012 gaven aanleiding om de Plan, Do, Check, Act (PDCA-)cyclus naar een duurzamer bedrijfsvoering af te sluiten en de regie bij het Facilitair Bedrijf (FB) en Corporate Human Resource Management (c-HRM) neer te leggen. In 2013 werd vervolg gegeven aan duurzaamheid binnen het Wageningen UR onderwijs, onderzoek en bedrijfsvoering. In het plan ‘Show it!, Invulling duurzaamheid Wageningen UR 2013 en 2014’ is geformuleerd hoe Wageningen UR eenduidig en transparant gaat communiceren over duurzaamheid/MVO. De aandacht in 2014, zie bijlage 3, zal uitgaan naar:
herijken ambitie ‘voorlopen';
verbinden onderwijs, onderzoek en bedrijfsvoering;
creëren bewustwording.
Pagina 7 van 26
Wageningen UR (University & Research centre)
3
For quality of life
Verwachte resultaten en planning 2014-2016
De verwachte resultaten en planning van milieugerelateerde onderwerpen zijn onder te verdelen in: A. Vergunningvoorschriften B. Milieubeleidsvelden C. Wijzigingen vergunningen D. Organisatie E. Klachten en incidenten 3A
Vergunningvoorschriften
De voorschriften die zijn opgesteld in de milieuvergunningen gelden voor de verschillende activiteiten die de organisatieonderdelen van Wageningen UR uitvoeren. De geldende voorschriften voor de verschillende organisatieonderdelen zijn weergegeven in tabel 2. Tabel 2. De geldende voorschriften voor de verschillende organisatieonderdelen Systemen1
Milieu-
Chemicaliën
Energie- en
Calamiteiten-
Onderhoud,
logboek2
registratie3
waterregistratie4
plan5
keuringen, controles6
AFSG
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
FB
X
X
X
X
X
CS+
X
X
X
X
ASG
ISO 9001 ISO 17025
ESG
ISO 9001 ISO 14001 ISO 17025 ISO 26000
E&EL PSG
ISO 9001
SSG
ISO 9001
IMARES
ISO 9001 ISO 17025
RIKILT
ISO 17025 ISO 17043
1.
De organisatieonderdelen zijn zelf vrij om te bepalen in hoeverre een (milieu)kwaliteitssysteem wordt opgezet. Taken of processen ten aanzien van milieu zijn zo belegd en geborgd. Echter, organisatie-onderdelen die niet een (gecertificeerd) systeem bezitten, werken wel volgens de wettelijke richtlijnen. De eigen cultuur, wensen of verwachtingen van de eigen medewerkers, omwonenden of klanten kunnen bepalend zijn voor het wel of niet hebben van een (gecertificeerd) kwaliteitssysteem.
2.
Het milieulogboek ontsluit informatie over onderhoud, metingen, keuringen, controles en milieuonderzoeken. Hierbij wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van bestaande informatiebronnen zoals Gevaarlijke stoffen Registratie- & Opsporingssysteem (GROS), Energie, registratie, beheer en informatiesysteem (Erbis) en tekeningen in Planon.
3.
Chemicaliënregistratie moet plaatsvinden op alle locaties waar met gevaarlijke stoffen wordt gewerkt. Grotendeels wordt hiervoor het GROS gebruikt.
4.
Registratie van water, gas/warmte- en elektriciteitsgebruik vindt plaats in Erbis.
5.
Jaarlijks worden de calamiteitenplannen van de gebouwen beoordeeld en desgewenst aangepast aan de actuele situatie. Het calamiteitenmanagementteam wordt betrokken bij de oefeningen ter plaatse.
6.
Periodieke controles en testen van de installaties worden uitgevoerd om emissie naar het milieu te bepalen en de veilige werking te garanderen. Voorbeelden hiervan zijn afvalwatercontroles, controle naar geuremissie, zuurkastcontroles, controles mestopslag, controles Nederlandse emissie richtlijn (NeR), en controles van gebouwgebonden installaties. Keuringsrapporten worden opgenomen in het milieulogboek.
Naast ‘het voldoen aan’ bovenstaande voorschriften zullen in 2014-2016 de volgende corporate resultaten worden behaald:
Het volledig en actueel zijn van het milieulogboek.
Actuele rioleringstekeningen voor Wageningen Campus.
Het informatiesysteem GROS is aangepast aan de (reeds veranderde) regelgeving conform het GROS meerjarenplan.
Asbestbeleid Wageningen UR is gereed, resulterend in een asbestvolgsysteem.
Plan vervoersmanagement Wageningen UR is geformuleerd en vastgesteld. Pagina 8 van 26
Wageningen UR (University & Research centre)
3B
For quality of life
Milieubeleidsvelden
De reguliere werkzaamheden ten aanzien van bodem, lucht, (afval)water, energie, afval, geluid, milieugevaarlijke stoffen, vervoer, inkoop, duurzaam bouwen, biologische veiligheid en externe veiligheid zullen ook in 2014-2016 plaatsvinden. In 2014-2016 worden de volgende corporate resultaten behaald: Energie Wageningen UR heeft zich gecommitteerd aan de meerjarenafspraak energie 3. De verplichtingen die hieruit volgen worden nagekomen door Wageningen UR en leiden tot de volgende resultaten:
Het programma energiezorg wordt uitgevoerd en verder uitgebreid in 2013-2015.
Het energie-efficiencyplan 2013-2016 wordt uitgevoerd.
Het project duurzame energievoorziening Campus Noord wordt uitgewerkt en haalbare maatregelen uitgevoerd.
De energiestrategie 2013-2017 is vastgesteld in 2014 en wordt uitgevoerd in deze periode.
Incentive energie is uitgerold. Om de kenniseenheden inzicht te geven in hun energieverbruik en energiebesparing verder te stimuleren, zullen departementen zelf budgetverantwoordelijk gaan worden. Na het vastgestelde referentiejaar dragen de departementen hun eigen budgetverantwoordelijkheid. Het referentiejaar is reeds vastgesteld voor PSG (2011), ASG (2013) en ESG (2013) en voor SSG (2014) en AFSG (2016) zal dit nog worden vastgesteld.
Afval
Tijdens de aanbesteding van 2013 zijn verbetersuggesties op het gebied van bedrijfsvoering, preventie en scheiding ingediend. Het zogenaamde ‘Waste Board’ zal in 2014 de suggesties toetsen op toepasbaarheid en haalbaarheid. Haalbare voorstellen zullen komende jaren worden uitgewerkt en toegepast.
Kritische prestatie-indicatoren (kpi’s) ten behoeve van het monitoren van de prestaties leveranciers en de communicatie met stakeholders over afvalprestaties is geformuleerd en vastgesteld.
De afvalvisie 2015-2018 voor Wageningen UR is geformuleerd en vastgesteld.
Geluid
Ten behoeve van monitoring van de communicatie met stakeholders is onderzocht of er mogelijkheden zijn om kpi’s te formuleren voor geluid.
Vanwege nieuwbouw, onderhoudsvervanging en wijzigingen in onderzoek, vinden er regelmatig wijzigingen plaats aan de opgestelde geluidsbronnen. Dit heeft de permanente aandacht van betrokkenen. Het akoestisch model van Wageningen Campus wordt regelmatig geactualiseerd. Eens per jaar wordt in het milieujaarverslag inzicht gegeven in de wijzigingen, maatregelen en resultaten op het gebied van geluid.
Vervoer
In overleg met de provincie en gemeente Wageningen zal in 2014 de Hoogwaardig Openbaar Vervoerlijn (HOV) over Wageningen Campus worden aangelegd met een extra halte ter hoogte van Forum en het toekomstige Campus Plaza. Deze duurzame HOV-bus rijdt op aardgas. De inschatting is dat dit het reizen van medewerkers en studenten met het openbaar vervoer zal continueren en stimuleren.
Voorts wordt er gewerkt aan verkenning en mogelijke realisatie van aantrekkelijke fietsroutes, onder meer naar station Ede-Wageningen.
Inkoop
Inkoop rapporteert tweejaarlijks middels de monitor duurzaamheid, welke uitgevoerd wordt op aangeven van het ministerie.
Inkoop rapporteert jaarlijks intern middels de eigen duurzaamheidscan.
Pagina 9 van 26
Wageningen UR (University & Research centre)
For quality of life
Het duurzaamheidspanel als pilot wordt tot en met 2014 voor (grote) Wageningen UR brede inkooptrajecten ingezet. Begin 2015 wordt beoordeeld hoe de pilot is verlopen en wordt bepaald hoe Wageningen UR verder omgaat met het duurzaamheidspanel.
Duurzaam bouwen
Bouwen heeft een direct effect op het milieu. De laatste jaren zijn enkele grote gebouwen aan de voorraad toegevoegd en zijn bestaande gebouwen gerenoveerd. Ook voor de komende jaren staat een aantal bouwactiviteiten op het programma, goed voor nog eens 15.000 m2 aan nuttige ruimte op Wageningen Campus. Door de concentratie op Wageningen Campus kunnen elders gelegen accommodaties worden afgestoten. Naar verwachting leidt dit tot een reductie van circa 20% van het totale gebouwoppervlak in 2014 ten opzichte van 2010.
Realisatie van het nieuwe gebouw Helix voor de Agrotechnology & Food Sciences Group, een duurzaam gebouw met een compacte bouwvorm, uitstekende isolatie, warmteterugwinning, betonkernactivering en aansluiting op de Warmte-Koude Opslag (WKO). Daarnaast wordt voor de elektriciteit van het gebouw gebruik gemaakt van windstroom die (virtueel) is opgewekt door onze eigen windmolens in Lelystad. Het gebouw heeft mede door deze duurzame maatregelen een GreenCalc-score van 520.
Flora en Fauna
In 2014 is in verband met voorgenomen sloop van diverse gebouwen over de periode 2014-2016 een quickscan flora en fauna uitgevoerd. Tevens is er voor de directe omgeving een habitatgeschiktheidsbeoordeling uitgevoerd. Indien er negatieve effecten en overtredingen van de Flora- en faunawet optreden door deze sloopwerkzaamheden zal nader onderzoek worden uitgevoerd. Op basis hiervan zal worden aangegeven of een ontheffingsprocedure en/of mitigerende maatregelen moeten worden opgestart.
3C
Wijzigingen vergunningen
In de komende jaren zullen, naast de reguliere activiteiten, de volgende aanvragen door het Vergunningenloket worden verricht: Wageningen Campus
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo-)milieuvergunning deelrevisie geluid Wageningen Campus (gestart in 2013, afronden in 2014).
Waterwet revisie lozingen Wageningen Campus (2014).
Lelystad WURcomplex
Verkennen van de noodzaak voor een revisie Wabo-milieuvergunning WUR-complex Lelystad, inclusief lozingsvergunning (voornamelijk Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Wvo-) vergunning).
Lelystad overig
Revisie Wabo-milieuvergunning CVI Houtribweg 39 (2014-2015).
De Dreijen Wageningen/Wageningen overig
Actualiseren vergunningenbestand naar aanleiding van verhuisbewegingen afgelopen jaren.
Nederland overig
Aanvraag vergunning ten behoeve van nieuwbouw Dairy Campus in Goutum (start verwacht 1e helft 2014). Aanvraag revisie Wm-vergunning en Waterwet in verband met nieuwbouw Imares Yerseke (gestart in 3e kwartaal van 2013), Aanvraag ontheffing van Besluit huisvesting (meerdere locaties van ASG). Dit is echter afhankelijk van de besluitvorming van het ministerie Infrastructuur en Milieu (verwacht in 1e helft 2014).
Pagina 10 van 26
Wageningen UR (University & Research centre)
3D
For quality of life
Organisatie
Wageningen UR wil minimaal voldoen aan de vigerende wet- en regelgeving. Ook in 2014-2016 zal Wageningen UR verdere stappen zetten in het compliant zijn ten aanzien van wet- en regelgeving. Sinds 2010 heeft Wageningen UR het Vergunningenloket. Dit loket functioneert als aanspreekpunt voor alle medewerkers en studenten van Wageningen UR voor wet- en regelgeving en is ook aanspreekpunt voor de verschillende bevoegd gezagen. Met het inrichten van het Vergunningenloket is nu overzicht verkregen in alle vergunningen die Wageningen UR heeft. Daardoor heeft Wageningen UR nu op corporate niveau inzicht in de risico’s en de vergunningvoorschriften. In verschillende mandaten binnen Wageningen UR is vastgelegd dat de organisatieonderdelen zelf verantwoordelijk zijn voor het actueel houden van de vergunningen en naleving van de voorschriften. Hierin zijn de organisatieonderdelen afhankelijk van elkaar en moeten ze op elkaar kunnen vertrouwen omdat milieuvergunningen niet op organisatieonderdeel, maar op complexniveau worden verleend. In het overleg met de verschillende kwaliteit-, arbo- en milieu (KAM-)secties van de verschillende organisatieonderdelen is afgestemd dat er een gezamenlijke verantwoordelijkheid ligt ten aanzien van de controle op naleving van de vergunningvoorschriften. De jaren 2014-2016 zullen in het teken staan van het verder uitwerken en vorm geven van de zogenaamde ‘interne auditing’ en het opstellen en uitrollen van een compliance check binnen Wageningen UR. De interne auditing zal worden ingebed in de organisatie volgens de CHECK-activiteit in de cirkel van Deming (Plan > Do > Check > Act). De cirkel van Deming gaat over procesbesturing. Door het proces te beheren, probeert men een optimaal resultaat te bewerkstelligen. Deming stelt dat voor elk proces sprake moet zijn van een cyclus voor procesbeheersing. De cirkel van Deming is gebaseerd op de samenwerking met Walter A. Shewhart die gezien wordt als één van de grondleggers van Total Quality Management. W. Edwards Deming (1900- 1993) is bekend om de Plan-Do-Check-Act-cyclus, afgekort als PDCA-cyclus en meer bekend als de Deming-cirkel. - Plan De planningsfase. Bedenk welke producten of diensten geleverd zullen gaan worden, en op welke wijze. De doelstellingen voor het proces worden SMART gedefinieerd. Duidelijk moet worden wat de resultaten van het proces moeten zijn. Daarnaast is er aandacht voor de randvoorwaarden (beschikbaarheid middelen) en de belangen van de betrokkenen. - Do Voer uit wat er in Plan bedacht is (zorgvuldig samenwerken) en meet de resultaten. - Check Ga geregeld na of dat wat er in Plan bedacht is ook daadwerkelijk in Do heeft plaatsgevonden. Als dat niet het geval is, onderzoek dan waar dat door komt (bijvoorbeeld: te ambitieuze doelen, te weinig of verkeerd personeel, meer cliënten en op andere tijden dan verwacht, veranderde wensen van cliënten). De bereikte resultaten worden vergeleken met de doelstellingen. - Act Doe iets met de constateringen uit Check. Het is niet zinvol om alleen maar te constateren dat iets niet is gegaan zoals gedacht, zonder daarbij na te gaan of en hoe dat in de toekomst vermeden kan worden. Dat betekent dat er wijzigingen in Plan (ofwel in het organiseren) aangebracht moeten worden. Acties worden uitgezet om de resultaten te verbeteren.
3E
Klachten en incidenten
Klachten en incidenten worden centraal geregistreerd, inclusief de probleemanalyse, opvolging en verminderen/voorkomen van de directe gevolgen. Hierdoor kan Wageningen UR:
acties formuleren ter voorkoming van herhaling; intern en extern rapporteren; inzicht verkrijgen op organisatieonderdeel en op corporate niveau archiveren; melden bij en informeren van het bevoegd gezag.
Klachten en incidenten met betrekking tot milieu worden vermeld in de jaarlijkse milieuverslagen.
Pagina 11 van 26
Wageningen UR (University & Research centre)
For quality of life
Bijlage 1. Begrippenlijst Organisatie AFSG
Agrotechnology & Food Sciences Group
ASG
Animal Sciences Group
CS+
Concernstaf inclusief Wageningen Academy en WI
CVI
Centraal Veterinair Instituut
E&EL
Energy & Exploitation unit Lelystad
ESG
Environmental Sciences Group
FB
Facilitair Bedrijf
IMARES
Institute for Marine Resources and Ecosystem Studies
PSG
Plant Sciences Group
RIKILT
RIKILT - Instituut voor Voedselveiligheid
SSG
Social Sciences Group
Wageningen UR
Wageningen University & Research centre
WA
Wageningen Academy
WI
Wageningen International
Begrippen EEP
energie-efficiency plan
Erbis
Energie Registratie, Beheer en InformatieSysteem, het energie managementsysteem
GROS
Gevaarlijke stoffen Registratie & Opsporingsysteem
HOV
Hoogwaardig Openbaar Vervoerlijn
KAM
Kwaliteit, Arbo en Milieu
MVO
Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen
PDCA
Plan, Do, Check, Act
Wabo
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
WKO
Warmte/Koude Opslag
Wm
Wet milieubeheer
Pagina 12 van 26
Wageningen UR (University & Research centre)
For quality of life
Bijlage 2. Het wettelijk kader met betrekking tot milieu voor Wageningen UR
Internationaal Bestuursrecht
Strafrecht
Ruimtelijke ordening Milieu
Milieu wettelijk kader Niet uitputtend, december 2013 Wetten besluiten Algemene wet bestuursrecht (Awb) Wet algemene bepalingen Besluit omgevingsrecht omgevingsrecht (Wabo) (Bor) Wet op de economische delicten Wetboek van Strafrecht Wet ruimtelijke ordening div. besluiten (Wro) Wet milieubeheer (Wm) Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Barim / Activiteitenbesluit)
regelingen
overig
Regeling omgevingsrecht (Mor)
div. regelingen
Bestemmingsplannen (gemeente/provincie)
Regeling algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Rarim)
Besluit milieueffectrapportage 1994 (Besluit MER) Nationale, provinciale, gemeentelijke milieubeleidsplannen, verordeningen en programma's Richtlijn 96/61/EG inzake geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging; gecodificeerd 2008/1/EG (IPPC-richtlijn) Richtlijn milieuaansprakelijkheid (2004/35/EG) Geluid
Wet geluidhinder (Wgh) Besluit geluidhinder Besluit omgevingslawaai
Regeling omgevingslawaai Regeling geluidemissie buitenmaterieel Handleiding meten en rekenen industrielawaai Pagina 13 van 26
Wageningen UR (University & Research centre)
For quality of life
Vervolg bijlage 2. Milieu wettelijk kader Afval
Internationaal Kaderrichtlijn afvalstoffen 2006/12/EG Richtlijn 91/689/EEG betreffende gevaarlijke afvalstoffen
Wetten
besluiten
Europese afvalstoffenlijst (Eural)
regelingen Regeling Europese afvalstoffenlijst
overig
Regeling integrale tekst Afvalstoffenlijst Landelijk afvalbeheerplan 2009-2021 (LAP) Besluit inzamelen afvalstoffen
Regeling inzamelaars, vervoerders, handelaars en bemiddelaars van afvalstoffen (RIA)
Besluit melden bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen (BSSA) Regeling scheiden en gescheiden houden van gevaarlijke afvalstoffen Gescheiden Inzameling Bedrijfsafval (GIBA) Handreiking "Wegen naar preventie bij bedrijven" Asbest
Arbeidsomstandigheden besluit Productenregeling en besluit asbest Asbestverwijderingsbesluit asbest
Water(kwaliteit)
Kaderrichtlijn Water (Richtlijn nr.2000/60/EG) Waterwet (Wtw)
Waterbesluit (WaB) Besluit kwaliteitseisen en monitoring water Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Barim / Activiteitenbesluit)
Regeling algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Rarim)
Pagina 14 van 26
Wageningen UR (University & Research centre)
For quality of life
Vervolg bijlage 2. Milieu wettelijk kader Internationaal Bodem
Wetten Wet Bodembescheming (Wbb) Interimwet bodemsanering
besluiten
regelingen
Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Barim / Activiteitenbesluit)
Regeling algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Rarim)
Besluit Bodemkwaliteit
Regeling Bodemkwaliteit
overig
Nederlandse richtlijn bodembescherming (NRB) AS6700/6701 (ter vervanging van CUR/PBV aanbeveling 44) CUR/PBV aanbeveling 51 (bedrijfsriolering) Lucht
Kaderrichtlijn luchtkwaliteit 96/62/EG Wet inzake de luchtverontreiniging Besluit niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen) (Bnibm)
Regeling niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen) (Rnibm)
Besluit emissie-eisen stookinstallaties milieubeheer A (BEES-A) Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Barim / Activiteitenbesluit)
Opm. BEES-A vervalt per 01-01-2016. Regeling algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Rarim) Regeling beoordeling luchtkwaliteit Nationaal Samenwerkingsprogram-ma Luchtkwaliteit (NSL) Nederlands Emmissie Richtlijn Lucht (NeR)
Pagina 15 van 26
Wageningen UR (University & Research centre)
For quality of life
Vervolg bijlage 2. Milieu wettelijk kader Energie
Gevaarlijke stoffen
Internationaal EPBD
Wetten Electriciteitswet, Gaswet
besluiten Bouwbesluit 2012
regelingen AMvB Bodemenergie
Wet vervoer gevaarlijke stoffen
Besluit vervoer gevaarlijke stoffen
Regeling vervoer gevaarlijke stoffen
overig Meerjarenafspraak Universiteiten (MJA3) Energie Efficienty Plan (EEP)
Registratie, Evaluatie en Autorisatie van Chemische stoffen (REACH) EC 1907/2006 Globally harmonised system (VN-GHS) EU-GHS Accord Européen relatif au transport international des marchandises dangereuses par route (ADR)
Regeling veiligheidsadviseur vervoer gevaarlijke stoffen
Zie ook 'Opslag' (PGS richtlijnen) Stoffenrichtlijn (67/548/EEG) en Preparatenrichtlijn (99/45/EG) Verordening (EG) nr. 1005/2009 betreffende ozonlaag afbrekende stoffen (PbEU L 286)
Besluit verpakking en aanduiding milieugevaarlijke stoffen en preparaten Uitvoeringsbesluit EGverordening ozonlaagafbrekende stoffen Besluit gefluoreerde broeikasgassen Wms 2007
Regeling gefluoreerde broeikasgassen en gereguleerde stoffen koelinstallaties Regeling gefluoreerde broeikasgassen brandbeveiligingssystemen
Regeling verwijdering PCB’s
Pagina 16 van 26
Wageningen UR (University & Research centre)
For quality of life
Vervolg bijlage 2. Milieu wettelijk kader Internationaal Inkopen / bezit chemicaliën
Verordening 3677/90/EEG houdende maatregelen om te voorkomen dat bepaalde stoffen worden misbruikt voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen (precursoren) Verdrag chemische wapens
Wetten Geneesmiddelenwet
besluiten Besluit geneesmiddelenwet
regelingen Regeling geneesmiddelenwet
Diergeneesmiddelenwet Wet op de accijns Opiumwet
Diergeneesmiddelenbesluit
Diergeneesmiddelenregeling
Opiumwetbesluit
Uitvoeringsregeling Opiumwet
overig
Wet voorkoming misbruik chemicaliën (Wvmc)
Uitvoeringswet verdrag chemische wapens
Uitvoeringsbesluit verdrag chemische wapens
Opslag
Publicatiereeks Gevaarlijke stoffen, nrs 7, 8, 13, 15, 25, 28, 30, 33.
Veiligheid
Woningwet (Ww)
Besluit brandveilig gebruik bouwwerken (Gebruiksbesluit) Bouwbesluit
Regeling Bouwbesluit 2012
Gemeentelijke bouwverordening
Besluit Informatie inzake rampen en zware ongevallen (BIRO)
Stoomwet
Besluit risico’s zware ongevallen (BRZO’99) Besluit externe veiligheid inrichtingen (BEVI) Warenwetbesluit drukapparatuur
Regeling externe veiligheid (REVI) Warenwetregeling drukapparatuur
ATmosphère Explosible 1999/92/EG (ATEX 137) ATmosphère Explosible 94/9/EG richtlijn (ATEX 95) Natuur
Flora en Faunawet (Ffw) Natuurbeschermingswet 1998 (Nb-wet 1998)
Pagina 17 van 26
Wageningen UR (University & Research centre)
For quality of life
Vervolg bijlage 2. Milieu wettelijk kader Internationaal
Wetten
Landbouw
besluiten Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Barim / Activiteitenbesluit)
Meststoffenwet Wet ammoniak en veehouderij (Wamv)
regelingen Regeling algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Rarim)
overig
Regeling ammoniak en veehouderij (Rav) Besluit ammoniakemissie huisvesting veehouderijen
Wet geurhinder en veehouderij (Wgv)
Richtlijn nr. 91/414/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (PbEG L 230);
Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Wg&b)
Regeling geurhinder en veehouderij (Rgv) Besluit aanwijzing voor productie te houden dieren Besluit gewasbeschermingsmiddelen en biociden
Regeling gewasbeschermingsmiddelen en biociden
Besluit genetisch gemodificeerde organismen milieubeheer (Bggo)
Regeling genetisch gemodificeerde organismen milieubeheer (Rggo)
Richtlijn nr. 98/8/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 16 februari 1998 betreffende het op de markt brengen van biociden (PbEG L 123) GGO's
Richtlijn nr. 98/81/EG van de Raad van de Europese Unie van 26 oktober 1998 tot wijziging van Richtlijn 90/219/EEG inzake het ingeperkt gebruik van genetisch gemodificeerde microorganismen Richtlijn nr. 2001/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 12 maart 2001 inzake de doelbewuste introductie van genetisch gemodificeerde organismen in het milieu en tot intrekking van Richtlijn 90/220/EEG van de Raad (PbEG L 106);
Pagina 18 van 26
Wageningen UR (University & Research centre)
For quality of life
Vervolg bijlage 2. Milieu wettelijk kader Internationaal Wetten besluiten regelingen Straling Euratom richtlijnen Kernenergiewet (Kew) Besluit Stralingsbescher-ming Diverse regelingen NB wettelijk kader op gebied van Arbo, WOD, gebruik dierlijke bijproducten en in- en export zijn uitgesloten van dit overzicht.
overig
Pagina 19 van 26
Wageningen UR (University & Research centre)
For quality of life
Bijlage 3. ‘Show it! Invulling duurzaamheid 2013 en 2014 Zie separaat toegevoegd document
Pagina 20 van 26
Wageningen UR (University & Research centre)
For quality of life
Bijlage 4. Extra milieubeleid, milieudoelstellingen en resultaten organisatieonderdelen Naast corporate niveau, zijn er aanvullende resultaten behaald voor de organisatieonderdelen, zie tabel bijlage 5A en 5.1 en 5.2. Tabel bijlage 4. De aanvullende behaalde resultaten in 2013 per organisatieonderdeel. Milieu gerelateerde onderwerpen Vergunningvoorschriften Systemen
Milieu-logboek
Milieubeleidsvelden
Chemicaliën-
Energie- en
Calamiteiten-
Onderhoud,
registratie
Waterregistratie
plan
keuringen en
Water
Energie
Afval
Vervoer
Inkoop
Anders
2
3
4
5
6
7
controles ESG
1
4.1 ESG Tabel bijlage 5B. De aanvullende behaalde resultaten in 2013 van ESG nr
Milieu
Doelstelling
Resultaten/acties
Milieuvergunning
Milieuzorg en MVO: actueel en doeltreffend
Voor het MVO-beleid van de Environmental Sciences Group (ESG) is de zelfverklaring
Wageningen Campus
Bij beleidskeuzes wordt continue aandacht besteed aan de
in het kader van de richtlijn ‘ISO 26000 maatschappelijke verantwoordelijkheid van
duurzaamheidsaspecten (People, Planet & Profit). De
organisaties’ leidend. Met de in 2012 ondertekende zelfverklaring wil de directie van
zelfverklaring in het kader van maatschappelijke
ESG verankeren dat de impact van haar activiteiten op milieu en maatschappij
verantwoordelijkheid (ISO 26000) is hierbij richtinggevend.
transparant en ethisch verantwoord is.
MVO doelstellingen zijn o.a.:
De principes en thema’s beschreven in de richtlijn zijn belangrijke uitgangspunten voor
Bewustwording ESG-medewerkers ten aanzien van de
de besluitvorming binnen de ESG. Jaarlijks wordt beoordeeld of aan de richtlijn wordt
betrokkenheid van stakeholders, ethisch gedrag,
voldaan. De zelfverklaring (inclusief onderbouwing) is te vinden op het publicatie-
mensenrechten en de rol richting overheid.
platform van de NEN (www.nen.nl/publicatieplatform).
gerelateerd onderwerp 1
Systemen
Bij voorbereiding van internationale projecten wordt rekening gehouden met MVO-aspecten.
In het Strategisch Plan 2013-2017 van de ESG is maatschappelijke verantwoordelijk-
Activiteiten met betrekking tot duurzaamheid worden in de
heid een prominent thema. Doelstellingen zijn, als onderdeel van de interne kaderbrief
jaarplannen en begrotingen van ESG (teams,
ESG, vastgesteld door het managementteam. Actiepunten zijn opgenomen in de ESG-
leerstoelgroepen en ondersteunende afdelingen)
brede duurzaamheidsplanning.
opgenomen.
Succesvolle interne en externe beoordelingen van de
In 2013 is vooral gewerkt aan het vergroten van de betrokkenheid van ESG-
gecertificeerde zorgsystemen ISO 9001 en ISO 14001.
medewerkers en andere stakeholders bij het MVO-beleid. Thema’s waren o.a. ethisch
Beoordeling door de directie ESG of het
gedrag, mensenrechten en de rol richting overheid. Gesignaleerd werd dat, hoewel
duurzaamheidsbeleid het beoogde effect heeft, door
ESG-medewerkers MVO in hun werk belangrijk vinden, zij niet precies weten wat het
middel van een in oktober 2013 uitgevoerde
MVO-beleid van ESG inhoudt. In november 2013 is gestart met een Masterclass ‘ISO
managementreview.
26000 zelfverklaring en communicatie'. Deze cursus geeft handvatten voor het
Plannen van aanpak worden geïmplementeerd zodat wordt
enthousiasmeren van de medewerkers voor MVO en hoe dit enthousiasme te Pagina 21 van 26
Wageningen UR (University & Research centre)
voldaan aan de richtlijn ISO 26000 ten aanzien van MVO.
For quality of life
gebruiken in de communicatie naar (externe) stakeholders. Dit traject wordt in 2014 voortgezet. De specifieke taken om het ISO 14001 milieuzorgsysteem draaiende te houden, zoals de milieuaspectenanalyse en het actualiseren van het register m.b.t. relevante milieuwet- en regelgeving, zijn uitgevoerd. Aandachtspunten voortkomend uit interne en externe audits zijn aangepakt, milieurapportages met betrekking tot energie, water, afval en printgedrag zijn opgesteld en een managementreview is uitgevoerd. In oktober/november 2013 is bij Alterra een externe audit uitgevoerd. De externe auditeurs constateerden enkele verbeterpunten, waaraan in 2014 wordt gewerkt. Met betrekking tot het milieubeleid zijn drie speerpunten aangewezen: 1.
kritisch omgaan met dienstreizen (in binnen- en buitenland);
2.
efficiënt omgaan met energie;
3.
papierverbruik verminderen.
Werken aan deze speerpunten draagt bij aan het streven naar een klimaatneutraler ESG. Dit is een continue proces waarvan de vorderingen zijn beschreven onder de punten 3. Energie, 5. Vervoer, 6. Inkoop en 7. Overig. 2
Water
Gelijkblijvend waterverbruik
Hoewel een stijging van het waterverbruik door intensiever gebruik van de gebouwen
Minimaal gelijkblijvend waterverbruik ten opzichte van het
te verwachten was, valt het verbruik van 2013 tegen. Na de flinke stijging van 2012
gemiddelde van de afgelopen vijf jaar (bij gelijkblijvende
(41,7% ten opzichte van 2011), is het waterverbruik fors verder gestegen (37,3% ten
omstandigheden).
opzichte van 2012).
Wageningen Campus
Monitoring (maandelijks) van het waterverbruik zodat bij afwijkingen maatregelen genomen kunnen worden.
Oorzaken van het hoge verbruik zijn: -
Het aantal medewerkers gehuisvest in de gebouwen is vergroot. Ook hebben de gebouwen een grotere aantrekkingskracht voor studenten en bezoekers. Het waterverbruik is hierdoor niet te vergelijken met het verbruik van voorgaande jaren.
-
2013 is het 1e ‘normale’ jaar na de verbouwingen van 2012. De gebouwen Lumen en Gaia stonden tijdens de verbouwing in de periode januari t/m april ‘leeg’, medewerkers zijn in die periode elders gehuisvest.
-
De bouwketen van nieuwbouw Orion was in 2012 en het eerste kwartaal van 2013 aangesloten op de drinkwatervoorziening van Atlas.
-
De hemelwatertank van Gaia (grijswater ten behoeve van toiletspoeling) heeft in de 1e helft van 2013 door technische problemen niet gewerkt. Het filter van de installatie raakte te snel verstopt. Hierdoor is in Gaia een groot deel van het jaar uitsluitend leidingwater verbruikt.
-
In Lumen werd meer water verbruikt door een slecht functionerend grijswatercircuit voor de bewatering van de binnentuinen. Het FB (V&H) zoekt naar een oplossing voor dit technische probleem.
In 2013 zijn in overeenstemming met de vergunningsvoorschriften in mei en in november afvalwateranalyses uitgevoerd. Hierbij zijn geen overschrijdingen geconstateerd. Pagina 22 van 26
Wageningen UR (University & Research centre)
3
Energie
For quality of life
Optimaal energiegebruik
Het energieteam beoordeelde in 2013 elk kwartaal het energieverbruik van de ESG-
Vermindering van het elektriciteits- en gasverbruik (per
gebouwen. Knelpunten en afwijkingen werden geanalyseerd en verwachtingen per
m2) met 2% ten opzichte van het gemiddelde van de
periode besproken. Het energieteam bestaat uit de energiecoördinator van het FB, de
afgelopen vijf jaar (bij gelijkblijvende omstandigheden).
technische gebouwbeheerder (FB Facility Services) en de KAM-adviseurs (ESG). De
Monitoring (maandelijks) van het energieverbruik zodat bij
energiecoördinator heeft maandelijks, door middel van het monitoringprogramma
afwijkingen maatregelen genomen kunnen worden.
Erbis, gevalideerde energiecijfers vrijgegeven. Op basis van deze gegevens zijn
Mogelijkheden voor energiebesparing worden onderzocht,
rapportages opgesteld.
Wageningen Campus
o.a. toepassen van de LED-verlichting. Hoewel het energieverbruik van de drie hoofdgebouwen van ESG binnen de perken bleef, is de doelstelling voor 2013 slechts ten dele gehaald:
Het elektriciteitsverbruik is gestegen, 11,4% meer ten opzichte van 2012. Wel was het verbruik van 2013 ongeveer gelijk (-0,2%) aan het verbruik van het gemiddelde van de afgelopen vijf jaar (2008-2012);
Het gasverbruik was 11,3% minder ten opzichte van 2012. Vergeleken met het gemiddelde van de afgelopen vijf jaar was het juist meer: +4,3%. Als rekening wordt gehouden met de weersomstandigheden (door middel van een correctie voor graaddagen) is er een daling van -2,2%.
Gebruik en bezetting van de ESG-gebouwen is na de verbouwingen van 2011/2012 gewijzigd. 2013 is het 1e jaar met een ‘normaal’ verbruik. De verhuizing van de laboratoria van Gaia naar Lumen heeft een verschuiving in het elektriciteitsverbruik veroorzaakt. Gaia verbruikte in 2013 34,2% minder kWh vergeleken met het gemiddelde van de afgelopen vijf jaar. In Lumen is het verbruik met 21,6% gestegen. Het gasverbruik laat een zelfde verloop zien. In Gaia werd -24,1% minder gas verbruikt, terwijl het gasverbruik in Lumen met 27,8% toenam. 4
Afval
Afvalpreventie en optimale afvalscheiding
Ten opzichte van het gemiddelde van de afgelopen vijf jaar is binnen de ESG -12,59%
In 2013 wordt gestreefd naar een reductie van 5% ten
minder afval afgevoerd. Vooral de hoeveelheid papier- en restafval is flink verminderd.
opzichte van het gemiddelde van de afgelopen vijf jaar (bij
Wel nam het gevaarlijk afval en glasafval toe. Het gevaarlijk afval is gerelateerd aan
gelijkblijvende omstandigheden).
de activiteiten in de laboratoria. De hoeveelheid glasafval fluctueert per jaar. Een
Wageningen Campus
toename van deze afvalstroom is gunstig, dit kan betekenen dat de afvalscheiding Opties voor reductie zijn:
verbeterd is (en er minder glas als restafval is afgevoerd).
Optimalisering van de afvalscheiding van de afvalstromen papier, karton, ICT-materiaal, glas, batterijen, gevaarlijk
Ook ten opzichte van 2012 is een reductie te zien: -9,26% (exclusief de incidentele
afval en plastic bekertjes.
afvalstromen ‘bouw- en sloopafval’ en ‘overige metalen’ in verband met de
Mogelijkheden verbetering afvalscheiding ten aanzien van
verbouwingen van 2012). In onderstaande tabel zijn de afvalstromen opgenomen die
GFT/swill en plastic worden onderzocht.
zijn toe te schrijven aan de ESG. Het gaat hierbij om de hoeveelheden afval van de
Deelname aan het Wageningen UR brede Waste Board.
gebouwen Gaia, Lumen en een deel van Atlas. Voor Atlas is een verdeelsleutel toegepast: 2/3 ESG en 1/3 CS+. Het team KAM van ESG participeerde in 2013 in de Waste Board, het overleg tussen Pagina 23 van 26
Wageningen UR (University & Research centre)
For quality of life
vertegenwoordigers van Wageningen UR en de afvalinzamelaar. Doel van dit overleg is door samenwerking met andere organisatieonderdelen alle afvalstromen, wat betreft inzameling en transport, zo efficiënt mogelijk af te voeren. Binnen de Waste Board zijn de mogelijkheden verkend om ook GFT/swill en plastic op een efficiënte (milieubewuste) manier gescheiden in te zamelen. Ook werd een bijdrage geleverd aan het aanbestedingstraject ten behoeve van de contracten voor afvalverwijdering. De ingang van de nieuwe afvalcontracten (januari 2014) is voor ESG aanleiding om in 2014 stappen te nemen in het apart inzamelen van plastic en GFT-afval.
Afvalstromen (kg)
% +/2013*
(2013 t.o.v. 2012)
Gemiddelde 2008-2012
% +/(2013 t.o.v. gemiddeld)
Papierafval
32.045
36.676
- 12,63%
44.244
-27,57%
Restafval
55.365
63.649
-13,02%
60.318
-8,21%
Gevaarlijk afval
15.797
14.162
+11,54%
14.105
+12,00%
Glasafval
1.240
621
+99,68%
829
+49,58%
Subtotaal
104.447
115.108
-9,26%
119.496
-12,59%
Bouw- en
6.700
sloopafval Metalen (overig) Totaal *
2012
1.420 104.447
123.228
-15,24%
gebouw Atlas is in dit overzicht verdeeld onder ESG en CS+.
Pagina 24 van 26
Wageningen UR (University & Research centre)
5
Vervoer
For quality of life
Kritisch omgaan met dienstreizen (in binnen- en
ESG wil op een milieubewuste manier omgaan met dienstreizen, in binnen- en
buitenland).
buitenland. Richtlijnen zijn opgesteld, waarin vooral de keuzes worden benadrukt,
Doelstellingen zijn:
zoals: wel/niet vliegen, wel/niet openbaar vervoer, wel/geen gebruik maken van
Minimaal gelijkblijvend ten opzichte van voorgaande jaar.
videoconferencing. Concreet betekent dit dat:
Standaard CO2-compensatie van vliegreizen.
Bevorderen milieubewustzijn ten aanzien van dienstreizen in binnen- en buitenland Bij het boeken van vliegtickets wordt automatisch gecompenseerd voor CO2.
Wageningen Campus
‘communiceren op afstand’ door gebruik te maken van hulpmiddelen (zoals o.a. videoconferencing en skype) wordt gestimuleerd;
over korte afstanden binnen Europa (tot ca. 750 km), indien mogelijk, met de trein wordt gereisd.
Omdat reizen per vliegtuig vanwege de veelal internationale projecten noodzakelijk is (en blijft), werd vanaf 1 januari 2011 voor vliegreizen standaard CO 2-compensatie toegepast. In 2013 heeft de ESG 2.590 ton CO2 gecompenseerd (2.551 ton CO2 in 2012, 2.618 ton CO2 in 2011) bij de Climate Neutral Group. De totale kosten waren € 36.104,20. 6
Inkoop
Duurzaam inkopen
Om het thema duurzaam inkopen bij projectleiders onder de aandacht te brengen is
Bewust duurzame inkoop (ten behoeve van bedrijfsvoering en
duurzaam inkopen één van de aandachtspunten van de milieuchecklist voor projecten.
projecten) door leerstoelgroepen, teams en ondersteunende
In lijn met het MVO-beleid wordt het inkoopbeleid verbreed naar MVO-aspecten. Het
afdelingen. Bij inkoop worden de criteria met betrekking tot
toepassen van inkoopcriteria m.b.t. MVO is voor ESG een aandachtspunt, vooral als
duurzaam inkopen zo veel mogelijk toegepast.
het gaat om inkoop voor internationale projecten. Dit proces is nog in volle gang.
Wageningen Campus
Het team KAM van ESG heeft in 2013 meegewerkt aan diverse inkooptrajecten op Wageningen UR niveau (onder andere de contracten met betrekking tot de afvalinzameling van gevaarlijk afval, niet gevaarlijk afval en oud papier). 7
Anders,
Papierverbruik
Bevorderen digitalisering en papierbewust printen
namelijk:
Reductie van het aantal prints per fte met 5% ten opzichte
Om medewerkers inzicht te verschaffen in het printgedrag van hun team,
Papierverbruik
van het voorgaande jaar.
leerstoelgroep of afdeling werd elk kwartaal een rapportage opgesteld van het aantal
bevorderen digitalisering en papierbewust printen;
prints per kostenplaats. Dit inzicht in printgedrag heeft effect gehad: ten opzichte van
medewerkers inzicht geven in hun printgedrag.
het voorgaande jaar is 12,6% minder geprint en gekopieerd (van 4,5 miljoen prints in
Wageningen Campus
2012 naar 3,9 miljoen prints in 2013). Ongeveer 80% van de afdrukken is dubbelzijdig. Omgerekend betekent dit dat in de print- en kopieerapparaten ca. 682 pakken papier minder is gebruikt (ten opzichte van 2012). Het aantal prints is sinds 2010 verminderd (zie tabel). Na een correctie voor wijzigingen in het aantal fte, werd in 2013 minder papier verbruikt voor het printen: 10% minder ten opzichte van vorig jaar.
Pagina 25 van 26
Wageningen UR (University & Research centre)
For quality of life
Aantal prints Totaal aantal pakken papier Aantal pakken papier per fte
2013
2012
2011
2010
3.947.496
4.515.755
4.790.472
5.188.048
4.737
5.419
5.749
6.226
5,9
6,6
7,1
7,6
In 2013 werd gewerkt aan twee projecten die kunnen bijdragen aan een vermindering van het papierverbruik:
het project basis op orde, gericht op beter beheer van digitale documenten en
het invoeren van een digitaal projectdossiers bij Alterra. In het tijdschrijfsysteem
digitale archieven; MyProjects kunnen projectleiders een teamsite aanmaken voor projectdocumenten. Deze projecten worden voortgezet in 2014.
Pagina 26 van 26