METROPOLITAN-RENTASTRO ______
Prospectus
Het Beheerreglement en het recentste jaarverslag zijn als bijlage bij dit prospectus gevoegd.
METROPOLITAN-RENTASTRO - Prospectus - versie JANUARI 2014
1 / 27
METROPOLITAN-RENTASTRO
Presentatie van het Gemeenschappelijke beleggingsfonds Naam METROPOLITAN-RENTASTRO Oprichtingsdatum 9 februari 1987 Bestaansduur Onbeperkt Statuut Gemeenschappelijk beleggingsfonds met meerdere compartimenten dat gekozen heeft voor beleggingen die niet voldoen aan de voorwaarden van de richtlijn 2009/65/EG en die, wat zijn werking en beleggingen betreft, wordt beheerst door de wet van 3 augustus 2012 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles.
Lijst van de door het Fonds gecommercialiseerde compartimenten. METROPOLITAN-RENTASTRO Balanced ..................................................................................................................... 11 METROPOLITAN-RENTASTRO Growth......................................................................................................................... 16 METROPOLITAN-RENTASTRO Stability ....................................................................................................................... 23 Naam: BNP Paribas Investment Partners Belgium Rechtsvorm: Naamloze vennootschap Hoofdkantoor: Vooruitgangstraat 55, 1210 Brussel Oprichtingsdatum: 10 juni 1996 Bestaansduur: Onbeperkt Lijst van de andere beheerde fondsen: BNP Paribas B Pension Balanced, BNP Paribas B Pension Stability, BNP Paribas B Pension Growth Lijst van de beveks waarvoor de beheermaatschappij is aangesteld: Altervision, BNP Paribas B Control, BNP Paribas B Fund I, BNP Paribas B Fund II, BNP Paribas B Global, BNP Paribas B Institutional I, BNP Paribas Fix 2010, BNP Paribas Protect, Fortis B Fix, Fortis B Fix 2006, Fortis B Fix 2007, Fortis B Fix 2008, Fortis B Fix 2009, Post-Fix Fund, Prime. Bestuurders: Charlotte Dennery, Voorzitter, Chief Operating Officer van BNP Paribas Investment Partners. Marnix Arickx, Bestuurder, Senior Project Manager Global Fund Solutions van BNP Paribas Investment Partners. Vincent Cambonie, Bestuurder, Chief Financial Officer van BNP Paribas Investment Partners. Stefaan Dendauw, Bestuurder, Chief Financial Officer van BNP Paribas Investment Partners Belgium. William De Vijlder, Bestuurder, Chief Investment Officer, Strategie & Partners BNP Paribas Investment Partners. Max Dilius, Bestuurder, Global Head, Europe, Turkey and Russia van BNP Paribas Investment Partners. Carolus Janssen, Bestuurder, Head of Multi-Asset Solutions van BNP Paribas Investment Partners. Alain Kokocinski, Onafhankelijk bestuurder. Julian Kramer, Bestuurder, Head of External Distribution Northern Europe van BNP Paribas Investment Partners. Olivier Lafont, Bestuurder, CEO van BNP Paribas Investment Partners Belgium. Marc Raynaud, Bestuurder, Head of Global Fund Solutions van BNP Paribas Investment Partners. Hans Steyaert, Bestuurder, Head of Operational Change Management van BNP Paribas Investment Partners. Natuurlijke personen aan wie de effectieve leiding is toevertrouwd: Marnix Arickx, Bestuurder Stefaan Dendauw, Bestuurder
METROPOLITAN-RENTASTRO - Prospectus - versie JANUARI 2014
2 / 27
William De Vijlder, Bestuurder Olivier Lafont, Bestuurder en CEO Hans Steyaert, Bestuurder Commissaris: Deloitte, Bedrijfsrevisoren cvba, Berkenlaan 8b, 1831 Diegem, vertegenwoordigd door Philip Maeyaert Kapitaal: 54.114.320,03 EUR Delegering van de administratie BNP Paribas Securities Services Brussels Branch, Louis Schmidtlaan 2 - 1040 Brussel Financiële dienst Distributienetwerk ‘Fintro’, BNP Paribas Fortis NV, Warandeberg 3, 1000 Brussel Distributeur(s) Crelan NV, Sylvain Dupuislaan 251, 1070 Brussel BKCP cvba, Waterloolaan 16, 1000 Brussel Europabank NV, de Burgstraat 170, 9000 Gent Bewaarder BNP Paribas Fortis NV, financiële instelling, Warandeberg 3 - 1000 Brussel Onderbewaarder(s) BNP Paribas Securities Services, 33 Rue de Gasperich, L-5826 Hesperange LUXEMBURG waaraan de materiële taken zoals beschreven in artikel 10, § 1, 1 tot 3 van het Koninklijk Besluit van 12 november 2012 zijn gedelegeerd voor de effecten en de liquiditeiten. De vergoeding van de onderbewaarder valt volledig ten laste van de bewaarder en komt niet bovenop de kosten die worden gedragen door de deelnemers. Commissaris PwC Bedrijfsrevisoren BCVBA, Woluwedal 18, 1932 Sint-Stevens-Woluwe, vertegenwoordigd door Damien Walgrave Promotor Distributienetwerk ‘Fintro’, BNP Paribas Fortis NV Persoon of personen op wie de verbintenissen rusten zoals bedoeld in artikelen 115, § 3, alinea 3, 149, 152, 156, 157, § 1, alinea 3, 165, 179, alinea 3, en 180, alinea 3 van het Koninklijk Besluit van 12 november 2012 met betrekking tot bepaalde openbare instellingen voor collectieve belegging Distributienetwerk ‘Fintro’, BNP Paribas Fortis NV Regels voor de waardering van activa Zie artikel 8 van het Beheerreglement. Balansdatum 31 december Regels inzake de bestemming van de netto-opbrengsten Alle inkomsten die voor rekening van het Fonds worden geïnd, worden op grond van het kapitalisatieprincipe herbelegd. Belastingstelsel Voor het pensioenspaarfonds (het ‘Fonds’) -
Vrijstelling van Belgische roerende voorheffing op de ontvangen interesten en dividenden.
Geen terugwinning van buitenlandse bronheffingen op de uit het buitenland ontvangen inkomsten mogelijk (geen toepassing van de internationale verdragen tot voorkoming van dubbele belastingheffing). Voor de belegger: Bij de inschrijving op deelbewijzen Opening van een pensioenspaarrekening
METROPOLITAN-RENTASTRO - Prospectus - versie JANUARI 2014
3 / 27
De inschrijving op de deelbewijzen van het Fonds vindt plaats door een betaling op een collectieve spaarrekening. Er kan een pensioenspaarrekening worden geopend door een belastingplichtige die een ‘inwoner van het rijk’ is, zijnde een natuurlijke persoon die zijn woonplaats of de zetel van zijn vermogen in België heeft, of die een inwoner is van een lidstaat van de Europese Economische Ruimte. Op het moment van de opening van de rekening moet hij 18 jaar of ouder zijn en op 31 december van het jaar waarin de rekening wordt geopend, moet hij 64 jaar of jonger zijn. Bij eenzelfde financiële instelling kan er per belastingplichtige slechts één (individuele of collectieve) pensioenspaarrekening bestaan (of slechts één verzekering). Op deze rekening mag de financiële instelling geen betalingen aanvaarden voor hogere bedragen dan het bedrag dat hieronder is vermeld als het maximale toegestane bedrag. Bovendien mag de belastingplichtige in de loop van één belastingperiode slechts betalingen verrichten voor één (individuele of collectieve) pensioenspaarrekening (of slechts één verzekering). De rekening moet een minimumduur van 10 jaar hebben. Maximaal bedrag dat is toegestaan per belastingplichtige en per belastingperiode Het huidige bedrag dat in aanmerking wordt genomen voor een belastingvermindering in het kader van pensioensparen bedraagt 940 EUR voor het belastingjaar 2014 (inkomstenjaar 2013). Belastingvermindering Er wordt een belastingvermindering in de personenbelasting (of eventueel in de belasting van niet-inwoners) toegekend voor toegestane stortingen voor pensioensparen gelijk aan 30% van de werkelijk betaalde spaarbedragen. Elke echtgeno(o)t(e) heeft recht op de vermindering als hij of zij persoonlijk houder is van de rekening. De belastingvermindering voor pensioensparen kan niet worden gecumuleerd met de belastingvermindering voor de verwerving van aandelen of deelbewijzen in het kapitaal van de werkgever-vennootschap. De belastingvermindering wordt niet langer toegekend vanaf het jaar van de vereffening van een pensioenspaarrekening tegen een ‘gunstige’ aanslagvoet (zie hierna) in de personenbelasting (of eventueel in de belasting van niet-inwoners), en evenmin vanaf het jaar waarin de belastingplichtige de leeftijd van 65 jaar bereikt. Bij de terugbetaling van het opgebouwde kapitaal Voorwaarden die moeten worden nageleefd om een (gunstiger) belastingstelsel te genieten met een aanslagvoet van 10% of 16,5% Het kapitaal dat is opgebouwd via de stortingen in het Fonds is onderworpen aan het hierna beschreven (gunstigere) belastingstelsel met de aanslagvoet van 10% of 16,5%, indien het aan de begunstigde wordt uitgekeerd bij het vroegste van: -
de pensionering op de normale datum of tijdens een van de 5 jaren die voorafgaan aan deze datum;
-
de brugpensionering;
-
het overlijden van de persoon waarvan hij de rechtverkrijgende is.
In geval van vereffening vóór de leeftijd van 60 jaar (en dus indien de personenbelasting of eventueel de belasting van niet-inwoners van toepassing is - en niet als de taks op het langetermijnsparen van toepassing is), zijn de volgende extra voorwaarden vereist, behalve in geval van overlijden: -
de minimumduur van de pensioenspaarrekening van 10 jaar moet zijn verstreken;
er moeten stortingen zijn uitgevoerd voor ten minste vijf belastbare perioden (behalve voor de rekeningen die zijn geopend vóór 04/08/1992); -
elke storting moet gedurende minimum 5 jaar belegd zijn gebleven.
Gunstiger belastingstelsel met een aanslagvoet van 10% of 16,5% Onder de voorwaarden die zijn vermeld in het vorige punt, zal het terugbetaalde kapitaal in geval van uitbetaling vóór de leeftijd van 60 jaar worden belast tegen de inkomstenbelasting (of eventueel de belasting van niet-inwoners) tegen de aparte aanslagvoet van: 16,5% (vermeerderd met de aanvullende crisisbijdrage en de bijkomende gemeentebelasting) voor het deel van het kapitaal dat afkomstig is van stortingen die zijn uitgevoerd vóór 1993;
METROPOLITAN-RENTASTRO - Prospectus - versie JANUARI 2014
4 / 27
10% (vermeerderd met de aanvullende crisisbijdrage en de bijkomende gemeentebelasting) voor het deel van het kapitaal dat afkomstig is van stortingen die zijn uitgevoerd sinds 1993. De Programmawet van 22 juni 2012 heeft ‘geanticipeerd’ op het verschil tussen de aanslagvoet van 16,5% en die van 10% door voor financiële instellingen een eenmalige taks van 6,5% in te houden, betaalbaar in 2012, op het bedrag van het spaargeld dat afkomstig is van stortingen die zijn uitgevoerd vóór 1993. Als deze eenmalige taks van toepassing is, en als de belastingplichtige wordt belast in de personenbelasting (of eventueel de belasting van niet-inwoners), dan kan de taks in de personenbelasting of de belasting van niet-inwoners worden verrekend alsof het een voorheffing betrof. Onder de voorwaarden die zijn vermeld in het vorige punt, zal het terugbetaalde kapitaal in geval van uitbetaling vanaf de leeftijd van 60 jaar reeds zijn belast in toepassing van de ‘taks op het langetermijnsparen’, die verschuldigd is door de financiële instelling. In principe zal de toepassing van deze taks op het langetermijnsparen plaatsvinden wanneer de houder van de rekening de leeftijd van 60 jaar bereikt. Wanneer de rekening geopend wordt op de leeftijd van 55 jaar of ouder, zal de belasting echter plaatsvinden op de tiende verjaardag van de opening van de rekening, ofwel bij de vereffening van het kapitaal als de vereffening vóór die datum plaatsvindt, maar na de 60e verjaardag van de begunstigde. De taks op het langetermijnsparen is ‘bevrijdend’ voor de personenbelasting (of voor de belasting van nietinwoners). Volgens de vermelde voorwaarden zal de taks worden geheven tegen de eenmalige aanslagvoet van 10%. Impliciet kan de fiscale last echter zwaarder zijn. Tot 2012 kende de taks op het langetermijnsparen eveneens een aanslagvoet van 16,5% op het deel van het kapitaal dat afkomstig was van stortingen die zijn uitgevoerd vóór 1993. De Programmawet van 22 juni 2012 heeft ‘geanticipeerd’ op het verschil tussen deze aanslagvoet van 16,5% en de voortaan enige aanslagvoet van 10% door voor financiële instellingen een eenmalige taks van 6,5% in te houden, betaalbaar in 2012, op het bedrag van het spaargeld dat afkomstig is van stortingen die zijn uitgevoerd vóór 1993. Deze eenmalige taks wordt toegerekend op de individuele spaarbedragen die de begunstigden zullen innen en zullen bijgevolg de fiscale last verhogen tot ongeveer 16,5%. Ongunstig belastingstelsel tegen de marginale aanslagvoet of tegen de aanslagvoet van 33% Als de begunstigde niet voldoet aan de voorwaarden die in het vorige punt zijn vermeld, namelijk de ‘Voorwaarden die moeten worden nageleefd om een (gunstiger) belastingstelsel te genieten met een aanslagvoet van 10% of 16,5%’, dan geldt het volgende. In geval van uitbetaling vóór de leeftijd van 60 jaar, is er op het terugbetaalde kapitaal inkomstenbelasting (of eventueel belasting van niet-inwoners) verschuldigd tegen: de progressieve aanslagvoet (vermeerderd met de aanvullende crisisbijdrage en de bijkomende gemeentebelasting) voor het deel van het kapitaal dat afkomstig is van stortingen die zijn uitgevoerd vóór 1993; het aparte tarief van 33% (vermeerderd met de aanvullende crisisbijdrage en de bijkomende gemeentebelasting) voor het deel van het kapitaal dat afkomstig is van stortingen die zijn uitgevoerd sinds 1993. Als de eenmalige taks van 6,5% van toepassing is, kan die met de personenbelasting worden verrekend alsof het een voorheffing betrof. In geval van vereffening vanaf de leeftijd van 60 jaar zal het terugbetaalde kapitaal reeds zijn belast in toepassing van de ‘taks op het langetermijnsparen’, waarvan de aanslagvoet 33% bedraagt, indien de bovenvermelde voorwaarden niet zijn vervuld. Dit gebeurt meer in het bijzonder indien een belastingplichtige een pensioenspaarrekening heeft geopend op de leeftijd van 55 jaar of ouder, die rekening wordt vereffend vóór het verstrijken van de duur van 10 jaar, en de belastingplichtige op dat moment niet voldoet aan de voorwaarden. Belastbare grondslag Zowel wat de personenbelasting als wat de taks op het langetermijnsparen betreft, is het belastbare bedrag in alle gevallen een theoretisch bedrag, dat overeenstemt met de jaarlijkse stortingen, gekapitaliseerd tegen een tarief van: -
6,25% voor alle stortingen gedaan vóór 1992;
-
4,75% voor alle stortingen gedaan na 1992.
Algemeen Het Fonds valt niet onder de wet van 17 mei 2004 die de Europese richtlijn 2003/48/EG betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden (de Spaarrichtlijn) omzet in het Belgische recht, noch onder artikel 19bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen, die een heffing (de heffing op het sparen) invoert op de interestcomponent in de gerealiseerde meerwaarden op kapitalisatiedeelbewijzen van icb’s die meer dan 25% in vastrentende effecten beleggen. Het belastingstelsel voor de inkomsten en meerwaarden die door een belegger zijn ontvangen, is eveneens afhankelijk van de wetgeving die van toepassing is op zijn specifieke statuut in het land waar hij zijn domicilie heeft.
METROPOLITAN-RENTASTRO - Prospectus - versie JANUARI 2014
5 / 27
De belegger dient in elk geval zelf informatie in te winnen bij professionele fiscaal adviseurs.
Aanvullende informatie 1. Informatiebronnen: De statuten, het beheerreglement en de jaar- en halfjaarverslagen zijn op verzoek, voor of na de inschrijving op deelbewijzen, kosteloos verkrijgbaar op de maatschappelijke zetel van de vennootschap of bij de distributeurs. De totale kosten en de omloopsnelheid van de portefeuille voor de vroegere perioden kunnen worden verkregen op de zetel van de vennootschap en bij de loketten van de financiële dienst. De in het verleden behaalde resultaten en de omloopsnelheid van de portefeuille zijn opgenomen in het laatste jaarverslag. De in het verleden behaalde resultaten en de omloopsnelheid van de portefeuille worden berekend conform de bepalingen van respectievelijk afdeling I en II van Bijlage B bij het Koninklijk Besluit van 12 november 2012. De omloopsnelheid, als aanvullende indicator van het gewicht van de transactiekosten, weerspiegelt de frequentie van de verandering van de samenstelling van het vermogen over een periode van een jaar, als gevolg van de uitgevoerde transacties, los van de inschrijvingen en terugkopen van deelbewijzen. Een actief vermogensbeheer kan tot een hogere omloopsnelheid leiden. Het prospectus en de essentiële beleggersinformatie zijn beschikbaar op de website www.bnpparibas-ip.com. De betalingen aan de aandeelhouders, de terugkopen en de omzettingen van aandelen gebeuren door bemiddeling van de distributeurs. Alle informatie in verband met het Fonds wordt gepubliceerd op de site van BEAMA (www.beama.be). 2. Jaarlijkse algemene vergadering van deelnemers De vierde donderdag van april, Vooruitgangsstraat 55, 1210 Brussel, of op het adres dat is vermeld in de oproeping. 3. Bevoegde autoriteit Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA), Congresstraat 12-14 - 1000 Brussel. Het prospectus en de essentiële beleggersinformatie worden gepubliceerd na goedkeuring door de FSMA, overeenkomstig artikel 60 van de wet van 3 augustus 2012 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles. Deze goedkeuring houdt geen beoordeling in van de opportuniteit en de kwaliteit van het aanbod, noch van de toestand van de persoon die het aanbod uitvoert. De officiële tekst van het beheerreglement is neergelegd bij de FSMA. 4. Contactpunt waar, indien nodig, aanvullende inlichtingen kunnen worden ingewonnen BNP Paribas Investment Partners Belgium NV, Vooruitgangsstraat 55, 1210 Brussel Tel.: 02/274.85.43 (Klantenservice) tussen 9 en 17 uur 5. Perso(o)n(en) die verantwoordelijk is (zijn) voor de inhoud van het prospectus en de essentiële beleggersinformatie BNP Paribas Investment Partners Belgium NV, Vooruitgangsstraat 55, 1210 Brussel De voor het prospectus verantwoordelijke persoon verklaart dat, voor zover hem bekend, de gegevens in het prospectus en in de essentiële beleggersinformatie in overeenstemming zijn met de werkelijkheid en dat geen gegevens zijn weggelaten waarvan de vermelding de strekking van het prospectus en de essentiële beleggersinformatie zou wijzigen. Waarschuwing Het Prospectus mag niet worden gebruikt voor verkoopaanbiedingen of -verzoeken in landen of in omstandigheden waarin een dergelijk aanbod of verzoek niet is toegestaan. In het bijzonder zijn de deelbewijzen van het Fonds niet geregistreerd in overeenstemming met enige wettelijke of reglementaire bepaling van de Verenigde Staten. Dit document mag bijgevolg niet in dit land of zijn grondgebieden of bezittingen worden ingevoerd, overgedragen of verdeeld, of worden overhandigd aan zijn ingezetenen of onderdanen, of aan vennootschappen, verenigingen of entiteiten die volgens de wetten van dit land zijn opgericht of erdoor worden gereglementeerd. Voorts mogen de deelbewijzen van het Fonds niet aan deze personen worden aangeboden of verkocht.
FATCA-mededeling Foreign Account Tax Compliance Act Deze bepalingen zijn van toepassing op betalingen die zijn uitgevoerd of ontvangen door niet-Amerikaanse financiële instellingen ten gunste van of namens ‘Amerikaanse personen’ zoals gedefinieerd door de FATCA. Voor zover er ‘Amerikaanse personen’ kunnen inschrijven op de deelbewijzen van het Fonds, is de FATCA van toepassing.
METROPOLITAN-RENTASTRO - Prospectus - versie JANUARI 2014
6 / 27
Artikelen 1471 tot 1474 van het Amerikaanse belastingwetboek van 1986 (‘FATCA’) leggen een nieuw aangiftestelsel op en een eventuele bronheffing van 30% op bepaalde betalingen die zijn uitgevoerd door of ten gunste van nietAmerikaanse financiële instellingen (een ‘Foreign Financial Institution’, hierna ‘FFI’ genoemd, zoals deze term door de FATCA is gedefinieerd) die geen deelnemende FFI’s zijn geworden (een ‘deelnemende FFI’, zoals deze term is gedefinieerd door de FATCA). Een deelnemende FFI zal een overeenkomst sluiten met de Amerikaanse belastingautoriteiten (‘IRS’: Internal Revenue Service) om ze bepaalde informatie over haar beleggers te verstrekken, om belasting in te houden op bepaalde betalingen aan alle beleggers die onvoldoende informatie zouden verstrekken om te kunnen bepalen of zij al dan niet Amerikaanse personen zijn (een ‘U.S. person’, zoals deze term door de FATCA is gedefinieerd) of zouden moeten worden beschouwd als houders van een ‘Amerikaanse rekening’ van de deelnemende FFI, en om alle andere maatregelen te nemen. Het Fonds zal worden beschouwd als een FFI. De Verenigde Staten van Amerika en een aantal landen hebben bekendgemaakt dat ze van plan zijn te onderhandelen over intergouvernementele akkoorden (een ‘IGA’, één per land) en de bovenstaande regels te wijzigen. Er bestaat een IGA ‘Model 1’ en een IGA ‘Model 2’, die elk verschillende gevolgen met zich meebrengen. Het Amerikaanse ministerie van Financiën heeft bekendgemaakt dat het momenteel onderhandelt over een IGA met België. In overeenstemming met het IGA-model dat de Verenigde Staten hebben gepubliceerd, verwacht het Fonds niet dat het in het kader van de FATCA zal worden onderworpen aan bronbelasting op de betalingen die het ontvangt. Indien België een IGA-model 1 sluit, verwacht het Fonds bovendien niet dat het in het kader van de FATCA zal worden onderworpen aan bronbelasting op de betalingen die het uitvoert. Aangezien er tot op heden geen IGA is gesloten tussen de Verenigde Staten van Amerika en België, is er geen enkele garantie dat het Fonds onder een IGA zal vallen. Indien er geen dergelijke IGA wordt gesloten, verwacht het Fonds een deelnemende FFI te worden en niet onderworpen te zullen zijn aan de bronheffing in het kader van de FATCA op de betalingen die het ontvangt. Het Fonds kan in dit geval in het kader van de FATCA onderworpen zijn aan een bronheffing op de betalingen die het uitvoert. Indien er in het kader van de FATCA een bedrag zou moeten worden ingehouden op de betalingen die verband houden met de deelbewijzen van het Fonds, zou het Fonds, noch enige andere persoon deze kosten moeten dragen. Zodra het Fonds onder een IGA valt of een deelnemende FFI wordt, zal het verplicht zijn bepaalde informatie over zijn beleggers mee te delen aan derden, waaronder de Belgische belastingautoriteiten, om deze informatie door te geven aan de Amerikaanse belastingdienst. Deze informatie kan bestaan uit (maar is niet beperkt tot) de identiteit van de beleggers en hun directe of indirecte begunstigden, de uiteindelijke begunstigden en de personen die zeggenschap over hen hebben. De belegger zal verplicht zijn elk gefundeerd verzoek om dergelijke informatie van het Fonds te beantwoorden, zodat het Fonds kan voldoen aan zijn aangifteverplichtingen. Indien het Fonds een deelnemende FFI wordt, of indien België een IGA-model 2 sluit, zouden de betalingen die verband houden met de deelbewijzen van het Fonds van een belegger die geen gehoor geeft aan een dergelijk verzoek onderworpen kunnen worden aan een bronheffing of een inhouding, of zou die belegger zijn belegging in het Fonds mogelijkerwijs verplicht moeten laten terugkopen of verkopen. Synthetische risico- en opbrengstindicator De synthetische risico- en opbrengstindicator (SRRI), die wordt berekend volgens de bepalingen van het reglement 583/2010, is opgenomen in de essentiële beleggersinformatie. De indicator weerspiegelt de jaarlijkse volatiliteit van het Fonds over een periode van vijf jaar. Het cijfer 1 stemt overeen met het laagste risico en 7 met het hoogste risico, waarbij de laagste risicocategorie niet staat voor ‘geen enkel risico’ maar voor een ‘gering risico’. Een lager risico aangegeven door een lage score stemt overeen met een lager potentieel rendement en omgekeerd stemt een hoger risico aangegeven door een hogere score overeen met een hoger potentieel rendement. De in het verleden behaalde resultaten zijn geen indicatie voor het toekomstige risicoprofiel. De met een product verbonden risicocategorie is geen garantie en kan na verloop van tijd veranderen. Het meest recente cijfer is opgenomen in de essentiële beleggersinformatie. Beleggingsrisico’s Potentiële beleggers wordt aanbevolen het volledige prospectus aandachtig te lezen alvorens over te gaan tot een belegging. Elke belegging kan bovendien worden beïnvloed door wijzigingen van de regels inzake deviezencontrole, fiscaliteit of bronheffing, of van het economische en monetaire beleid. De beleggers worden er ten slotte voor gewaarschuwd dat het rendement van het Fonds mogelijk niet overeenkomt met de doelstelling ervan, dat de waarde van hun belegging zowel kan stijgen als dalen en dat zij het kapitaal dat zij hebben belegd (na aftrek van de inschrijvingsvergoedingen) mogelijk niet volledig zullen terugkrijgen. Hieronder worden de wezenlijke risico’s opgesomd waaraan het Fonds blootgesteld kan zijn. Kredietrisico Dit risico is inherent aan elk fonds met schuldbewijzen in zijn beleggingsuniversum. Dit is het risico dat kan voortvloeien uit de ratingverlaging of wanbetaling van een emittent van obligaties waaraan de fondsen zijn blootgesteld, en dat kan leiden tot een daling van de waarde van de beleggingen. Dit risico is gekoppeld aan het vermogen van een emittent om zijn schulden af te betalen. De neerwaartse herziening van de rating van een uitgifte of een uitgevende instelling kan leiden tot een daling van de waarde van de betrokken schuldbewijzen waarin het Fonds heeft belegd. Bepaalde strategieën die worden gebruikt, kunnen zijn gebaseerd op obligaties die zijn uitgegeven door emittenten met een hoog kredietrisico (hoogrentende effecten). De fondsen die beleggen in hoogrentende obligaties hebben een bovengemiddeld risico, ofwel door de grotere schommelingen van hun valuta, ofwel door de kwaliteit van de emittent.
METROPOLITAN-RENTASTRO - Prospectus - versie JANUARI 2014
7 / 27
Liquiditeitsrisico Dit risico heeft mogelijk betrekking op alle financiële instrumenten in elk fonds. Er bestaat een risico dat beleggingen in fondsen illiquide worden wegens een te beperkte markt (vaak weerspiegeld door een bijzonder brede spread tussen bied- en laatprijs of grote prijsschommelingen), ofwel wanneer hun rating wordt verlaagd, ofwel wanneer de economische toestand slechter wordt. Het is dan ook mogelijk dat deze beleggingen niet snel genoeg kunnen worden verkocht of gekocht om een verlies in de fondsen te voorkomen of tot een minimum te beperken. Tegenpartijrisico Dit risico is verbonden met de kwaliteit of het in gebreke blijven van de tegenpartij waarmee de beheermaatschappij transacties afsluit voor hetzij het afwikkelen/leveren van financiële instrumenten, hetzij het afsluiten van termijncontracten op financiële instrumenten. Dit risico houdt verband met het vermogen van de tegenpartij om haar verplichtingen na te komen (zoals de betaling, levering en terugbetaling). Transactierisico en bewaarrisico Sommige markten bieden een lagere veiligheid dan het merendeel van de internationale gereglementeerde markten. De bewaarneming en de vereffening die worden uitgevoerd voor rekening van een fonds dat in deze markten belegt, kunnen met een groter risico gepaard gaan. Risico’s in verband met de aandelenmarkten Dit risico is inherent aan elk fonds met aandelen in zijn beleggingsuniversum. De risico’s die gepaard gaan met beleggingen in aandelen (en daarmee verwante instrumenten) omvatten aanzienlijke koersschommelingen, negatieve informatie over de emittent of de markt en het ondergeschikte karakter van de aandelen ten opzichte van de obligaties die door dezelfde vennootschap worden uitgegeven. Aandelenkoersen zijn op korte termijn ook dikwijls volatieler. Het risico dat een of meer vennootschappen een daling vertonen of geen vooruitgang boeken, kan op een gegeven moment een negatieve invloed hebben op het rendement van de hele portefeuille. Er kan voor de beleggers geen garantie worden geboden dat de waarde zal toenemen. De waarde van de beleggingen en de inkomsten die hieruit worden gegenereerd, kunnen zowel dalen als stijgen en mogelijk krijgen de beleggers hun belegde bedrag niet terug. Het wordt geenszins gegarandeerd dat de beleggingsdoelstelling daadwerkelijk zal worden verwezenlijkt. Bepaalde fondsen kunnen beleggen in vennootschappen die hun aandelen op de beurs introduceren (Initial Public Offering). In dit geval bestaat het risico dat de koers van het aandeel dat net op de beurs is geïntroduceerd een grotere volatiliteit vertoont vanwege factoren als de afwezigheid van een bestaande publieke markt, niet-seizoensgebonden transacties, het beperkte aantal verhandelde effecten en het gebrek aan informatie over de emittent. De mogelijkheid bestaat dat een fonds dergelijke effecten slechts kort aanhoudt, waardoor de kosten toenemen. De fondsen die beleggen in groeiwaarden kunnen volatieler zijn dan de algemene markt en kunnen anders reageren op de economische, politieke en marktontwikkelingen en de ontwikkelingen die eigen zijn aan de emittent. Groeiwaarden hebben doorgaans een hogere volatiliteit dan andere waarden, vooral over zeer korte perioden. Dergelijke waarden kunnen bovendien duurder zijn, ten opzichte van hun winst, dan de markt in het algemeen. Bijgevolg kunnen groeiwaarden sterker reageren op veranderingen van hun winstgroei. Bepaalde fondsen kunnen hun doelstelling baseren op een versterking van de schommelingen op de beurs, wat een bovengemiddelde volatiliteit in de hand werkt. De beheerder kan tijdelijk een defensievere houding aannemen indien hij van mening is dat de beurs of de economie van de landen waarin het Fonds belegt een buitensporige volatiliteit, een algemene aanhoudende achteruitgang of andere nadelige omstandigheden vertoont. In dergelijke omstandigheden bestaat de mogelijkheid dat het Fonds er niet in slaagt zijn beleggingsdoelstelling te verwezenlijken. Renterisico’s Dit risico is inherent aan elk fonds met renteproducten in zijn beleggingsuniversum. De waarde van een belegging kan worden beïnvloed door schommelingen van de rentevoeten. De rentevoeten kunnen invloed ondervinden van talrijke elementen of gebeurtenissen, zoals het monetaire beleid, de discontovoet, de inflatie… De aandacht van de beleggers wordt gevestigd op het feit dat een verhoging van de rentevoeten een daling van de waarde van beleggingen in obligatie-instrumenten en schuldbewijzen tot gevolg heeft. Valutarisico’s Dit risico is inherent aan elk fonds met posities die zijn uitgedrukt in andere valuta’s dan zijn referentievaluta. Het Fonds kan activa omvatten die zijn uitgedrukt in andere valuta’s dan zijn referentievaluta. Het kan worden beïnvloed door een schommeling in de wisselkoers tussen zijn referentievaluta en deze andere valuta’s of door een eventuele wijziging inzake de controle van de wisselkoersen. Als de valuta waarin een effect is uitgedrukt in waarde stijgt ten opzichte van de referentievaluta van het Fonds, zal de tegenwaarde van het effect in deze referentievaluta toenemen. Omgekeerd zal een waardedaling van deze valuta een daling van de tegenwaarde van het effect met zich meebrengen. Als de beheerder afdekkingstransacties tegen het valutarisico afsluit, kan niet worden gegarandeerd dat deze volledig doeltreffend zullen zijn. Algemeen worden afdekkingstransacties uitgevoerd door middel van financiële derivaten, waarvan de kosten direct worden weerspiegeld in het rendement van het compartiment. Inflatierisico’s Dit risico betreft alle beleggingstypes.
METROPOLITAN-RENTASTRO - Prospectus - versie JANUARI 2014
8 / 27
Het kan gebeuren dat de rendementen van de kortlopende beleggingen niet in hetzelfde tempo evolueren als de inflatie, wat een verlaging van de koopkracht van de beleggers met zich meebrengt. Fiscale risico’s Dit is een generiek risico. De waarde van een belegging kan worden beïnvloed door de toepassing van de belastingwetten van de verschillende landen, inclusief bronheffingen en de verandering van regering of economisch of monetair beleid in de betrokken landen. Bijgevolg kan geen garantie worden gegeven dat de financiële doelstellingen daadwerkelijk worden verwezenlijkt. Risico in verband met de grondstoffenmarkten Dit risico is inherent aan elk fonds met (indirecte) posities in grondstoffen in zijn beleggingsuniversum. De grondstoffenmarkten kunnen significante en bruuske koersschommelingen vertonen die een directe impact hebben op de waardering van de aandelen en met aandelen vergelijkbare effecten waarin het Fonds kan beleggen en/of van de index(en) waaraan het Fonds blootgesteld kan zijn. Bovendien kunnen de onderliggende activa een koersverloop vertonen dat duidelijk verschilt van de traditionele effectenmarkten (aandelen, obligaties, enz.). Risico’s in verband met de opkomende markten en kleine beurskapitalisaties De fondsen die beleggen in opkomende markten, in ondernemingen met een kleine beurskapitalisatie of in gespecialiseerde of nichesectoren geven mogelijk blijk van een bovengemiddelde volatiliteit door een hoge graad van concentratie, door de hogere onzekerheid omdat er minder informatie beschikbaar is, door de lagere liquiditeit of door een grotere gevoeligheid voor veranderingen van de marktomstandigheden (sociale, politieke en economische omstandigheden). Bovendien bieden bepaalde opkomende markten minder zekerheid dan de meeste ontwikkelde internationale markten. Derhalve kunnen de prestaties met betrekking tot de transacties in de portefeuille, de vereffening en de bewaring, uitgevoerd voor rekening van de fondsen die in de opkomende markten zijn belegd een hoger risico met zich meebrengen. De Vennootschap en de beleggers aanvaarden deze risico’s. De beleggingen op de Russische markt worden uitgevoerd op de ‘Russian Trading System Stock Exchange’ (‘RTS Stock Exchange’), waarin een groot aantal Russische emittenten verenigd zijn en die een vrijwel volledige dekking van het universum van Russische aandelen biedt. De keuze voor de RTS Stock Exchange biedt de mogelijkheid om te profiteren van de liquiditeit van de Russische markt zonder te moeten handelen in de plaatselijke valuta, aangezien de RTS Stock Exchange de mogelijkheid biedt om met de emittenten te handelen in USD. De mogelijkheid bestaat dat kleinere ondernemingen niet in staat blijken om nieuwe middelen te vergaren om hun groei en hun ontwikkeling te verzekeren, dat het hen ontbreekt aan visie inzake het beheer of dat zij producten ontwikkelen voor nieuwe, onzekere markten. Risicofactoren in verband met de FATCA De bronheffing in het kader van de Foreign Account Tax Compliance Act kan van toepassing zijn op betalingen in verband met uw belegging. De Amerikaanse ‘Foreign Account Tax Compliance Act’ (‘FATCA’) kan bepaalde betalingen aan beleggers die de in het kader van de FATCA vereiste informatie niet verstrekken, onderwerpen aan een bronheffing. Indien er in het kader van de FATCA een bedrag zou moeten worden ingehouden op de betalingen die verband houden met de deelbewijzen van het Fonds, zou het Fonds, noch enige andere persoon deze kosten moeten dragen. Potentiële beleggers moeten het deel ‘Taxation’ van de ‘Foreign Account Tax Compliance Act’ raadplegen.. De rapportering in het kader van de FATCA kan vereisen dat er informatie over uw belegging wordt doorgegeven. De FATCA legt een nieuw aangiftestelsel op, op grond waarvan het Fonds verplicht kan worden bepaalde informatie over zijn beleggers te verzamelen en mee te delen aan derden, waaronder de Belgische belastingautoriteiten, om deze informatie door te geven aan de Amerikaanse belastingdienst (‘IRS’: Internal Revenue Service). De bekendgemaakte informatie kan bestaan uit (maar is niet beperkt tot) de identiteit van de beleggers en hun directe of indirecte begunstigden, de uiteindelijke begunstigden en de personen die zeggenschap over hen hebben. De belegger zal verplicht zijn om gehoor te geven aan elk gefundeerd verzoek om dergelijke informatie van het Fonds, zodat het Fonds zijn aangifteverplichtingen kan vervullen. De betalingen die verband houden met de deelbewijzen van het Fonds van een belegger die geen gehoor geeft aan een dergelijk verzoek zouden kunnen worden onderworpen aan een bronheffing of een inhouding, of die belegger zou zijn deelbewijzen mogelijkerwijs verplicht moeten laten terugkopen of verkopen.
Provisies en kosten Het cijfer van de lopende kosten, berekend volgens de bepalingen van reglement 583/2010, is opgenomen in de essentiële beleggersinformatie. De lopende kosten geven de totale operationele en beheerkosten weer die aan het Fonds worden gefactureerd, na aftrek van retrocessies. Deze kosten omvatten in het bijzonder: de beheerkosten; de kosten voor de bewaarder; de kosten voor de rekeninghouder, in voorkomend geval; de kosten voor de beleggingsadviseur, in voorkomend geval; de kosten voor de commissaris; de kosten voor de afgevaardigden (financieel, administratief en boekhoudkundig), in voorkomend geval; de kosten voor inschrijving van het Fonds in andere lidstaten, in voorkomend geval; de distributiekosten; de instap- en uitstapvergoedingen wanneer de icbe deelbewijzen of aandelen in een andere icbe of een ander beleggingsfonds koopt of verkoopt.
METROPOLITAN-RENTASTRO - Prospectus - versie JANUARI 2014
9 / 27
De lopende kosten kunnen van boekjaar tot boekjaar variëren. Zij omvatten niet de prestatievergoedingen en de transactiekosten, met uitzondering van de instap- en uitstapvergoedingen die het Fonds betaalt wanneer het deelbewijzen in een andere beleggingsinstelling koopt of verkoopt. Het recentste cijfer wordt gepubliceerd in de essentiële beleggersinformatie.
Aanduiding van de grenzen van het beleggingsbeleid Het Fonds is onderworpen en houdt zich aan de beleggingsbeperkingen zoals bepaald in het Koninklijk Besluit van 12 november 2012 betreffende bepaalde openbare instellingen voor collectieve belegging.
METROPOLITAN-RENTASTRO - Prospectus - versie JANUARI 2014
10 / 27
METROPOLITAN-RENTASTRO Balanced
Beleggingsgegevens Beheer van de beleggingsportefeuille De beheermaatschappij blijft verantwoordelijk voor het beheer van de activa. Doelstellingen van het Fonds De doelstelling van het compartiment (de feeder) bestaat erin een zo hoog mogelijke waardestijging te verkrijgen door te allen tijde minstens 95% van zijn activa te beleggen in het niet-ucits GBF (de master) naar Belgisch recht BNP Paribas B Pension Balanced. Bij de samenstelling van de activa van de master dient rekening te worden gehouden met de voorwaarden voor pensioenspaarfondsen vastgelegd in artikel 145-11, WIB 1992, zodat de deelnemers van het feedercompartiment de fiscale voordelen kunnen genieten die daarin zijn opgenomen, met naleving van de wetgeving op de beleggingsfondsen die van kracht is in België. Beleggingsbeleid van het Fonds De feeder zal te allen tijde minstens 95% van zijn activa beleggen in de Klasse ‘O’ van het niet-ucits GBF (de master) naar Belgisch recht BNP Paribas B Pension Balanced. Het resterende deel (maximaal 5% van de activa) zal uitsluitend worden belegd in liquiditeiten. Informatie over de master* De master BNP Paribas B Pension Balanced is een gemeenschappelijk beleggingsfonds naar Belgisch recht, beheerd door de beheermaatschappij BNP Paribas Investment Partners Belgium. De doelstelling van de master bestaat erin een zo hoog mogelijke waardestijging te bieden en te zorgen voor een brede spreiding van het risico door te beleggen in alle types van activaklassen (aandelen, obligaties, geldmarktinstrumenten en liquiditeiten), zonder sectorale beperking, in euro of in de valuta van een lidstaat van de Europese Economische Ruimte. De master zal een evenwichtige belegging opbouwen in aandelen van bedrijven uit de Europese Economische Ruimte en in obligaties en andere schuldbewijzen die zijn uitgedrukt in euro of in de valuta van een lidstaat van de Europese Economische Ruimte. In ondergeschikte mate kan de master ook in andere activa beleggen. Het beheer is gericht op een portefeuillesamenstelling van 50% aandelen en 50% obligaties. Wat de aandelen betreft, wordt rekening gehouden met het economische belang en de beurskapitalisatie van de verschillende sectoren en met de vooruitzichten en specifieke omstandigheden van de individuele effecten. Wat de obligaties betreft, wordt voor de samenstelling van de portefeuille rekening gehouden met de voorspellingen inzake de rentevoeten, die leiden tot een verkorting of een verlenging van de resterende levensduur van de obligaties in de portefeuille. De grote meerderheid van de obligaties beschikt ten minste over een rating van beleggingskwaliteit (‘investment grade’). Bij de samenstelling van de activa van de master dient rekening te worden gehouden met de voorwaarden voor pensioenspaarfondsen, zodat de deelnemers de fiscale voordelen kunnen genieten die daarin zijn opgenomen. De master is vooral gericht op beleggers met een neutraal risicoprofiel. Vergelijking van de recurrente kosten
Vergoeding voor het beheer van de beleggingsportefeuille Vergoeding voor de administratie Vergoeding voor de bewaarder Andere kosten Jaarlijkse belasting TOTAAL
Directe kosten van Metropolitan-Rentastro Balanced
Indirecte kosten van BNP Paribas B Pension Balanced (klasse ‘O’ - niet toegankelijk voor particuliere beleggers)
Directe kosten van BNP Paribas B Pension Balanced (klasse ‘Classic’)
1,00%
0,00%
1,00%
0,0265%
0,05%
0,05%
0,03%
0,05%
0,05%
0,03% 0%
0,05% 0,01%
0,05% 0,0965% 1,2465%
1,2465%
METROPOLITAN-RENTASTRO - Prospectus - versie JANUARI 2014
11 / 27
Een belegging in klasse ‘O’ van de master houdt totale kosten in van 0,16% per jaar (vergoeding van de administratie en de bewaarder, jaarlijkse belasting en andere kosten). Gelet op de directe recurrente kosten van de feeder bedragen de totale recurrente kosten voor de belegger 1,25%. Een belegging in de feeder houdt voor de belegger dus geen hogere kosten in dan een belegging in de klasse ‘Classic’ van de master. Niettemin kan er een gering rendementsverschil bestaan aangezien de feeder de mogelijkheid heeft om tot 5% te beleggen in liquiditeiten. Voor inschrijvingen op en terugkopen van deelbewijzen ‘O’ van de master door de feeder wordt er geen instapvergoeding of uitstapvergoeding in rekening gebracht. Vanuit een fiscaal standpunt wordt er op de beleggingen van de feeder in klasse ‘O’ van de master een jaarlijkse belasting van 0,01% per jaar ingehouden, die volledig wordt betaald door de master (en dus indirect in rekening wordt gebracht aan de feeder). De andere beleggingen van de feeder zijn onderworpen aan een jaarlijkse belasting van 0,0965%. BNP Paribas Investment Partners Belgium, de beheermaatschappij voor zowel de master als de feeder, heeft interne gedragsregels opgesteld om te verzekeren dat de master aan de feeder alle documenten en alle informatie verstrekt die vereist zijn opdat deze laatste kan voldoen aan zijn wettelijke verplichtingen. De interne gedragsregels omvatten onder andere bepalingen betreffende de verhandeling van effecten, procedures om de levering van informatie en documenten te verzekeren en bepalingen in verband met het verslag van de commissaris. * U kunt gratis nadere informatie over het Fonds (prospectus, halfjaarverslag, jaarverslag, beheerreglement en interne gedragsregels van het GBF BNP PARIBAS B PENSION BALANCED) verkrijgen in het Nederlands en het Frans, op de website: www.bnpparibas-ip.be, of bij de financiële dienstverlener, BNP Paribas Fortis NV, Warandeberg 3 - 1000 Brussel. Toegelaten activacategorieën: deelbewijzen van instellingen voor collectieve belegging, namelijk klasse ‘O’ van het GBF BNP Paribas B Pension Balanced, liquiditeiten. Toegelaten derivatentransacties: het Fonds mag geen gebruik maken van financiële derivaten, noch voor afdekkingsdoeleinden, noch met het oog op de verwezenlijking van de beleggingsdoelstellingen. Sociale, ethische en milieuaspecten: bedrijven die antipersoonsmijnen, clustermunitie of inerte munitie en bepantsering met verarmd uranium of elk ander industrieel uranium vervaardigen, gebruiken, herstellen, te koop stellen, verkopen, uitdelen, invoeren of uitvoeren, opslaan of vervoeren, komen niet in aanmerking voor belegging. Risicoprofiel van de gemiddelde belegger Dit compartiment is vooral gericht op beleggers met een neutraal risicoprofiel. Het kan echter binnen bepaalde grenzen ook geschikt zijn voor beleggers met een ander profiel, afhankelijk van de diversificatiegraad van hun portefeuille en het risiconiveau dat zij aanvaarden. Afhankelijk van de beleggingsservice die wordt geboden door uw distributeur, moet in overeenstemming met de MIFID-gedragsregels worden bepaald of het compartiment geschikt is voor de belegger. Risicoprofiel van het compartiment De beschrijving van de relevante risico’s is opgenomen in het prospectus onder ‘Beleggingsrisico’s’. Hieronder worden de wezenlijke risico’s opgesomd waaraan het Fonds blootgesteld kan zijn: risico’s in verband met de aandelenmarkten, het kredietrisico, het liquiditeitsrisico, het valutarisico, het renterisico en het inflatierisico.
METROPOLITAN-RENTASTRO - Prospectus - versie JANUARI 2014
12 / 27
Informatie van economische aard Niet-recurrente provisies en kosten gedragen door de belegger (in EUR of in percentage berekend op de netto-inventariswaarde per deelbewijs) Instap
Uitstap
Verandering van Fonds, van klasse van deelbewijzen of van type deelbewijzen
3%
--
In geval van volledige omzetting naar een pensioenspaarfonds buiten de BNP Paribas-groep: 25 EUR + btw.
--
--
Bedrag tot dekking van de kosten voor de aankoop/verkoop van de activa ten gunste van het Fonds
--
--
--
Bedrag tot ontmoediging van een uitstap binnen een periode van een maand na de instap
--
--
--
Beurstaks
--
--
--
Verhandelingsprovisie (maximum)
Administratieve kosten Wijziging van een inschrijving via een gevolmachtigde naar een directe inschrijving
Recurrente provisies en kosten gedragen door het Fonds (in EUR of in percentage berekend op de netto-inventariswaarde van de activa) Vergoeding voor het beheer van de beleggingsportefeuille Prestatievergoeding Vergoeding voor de administratie Verhandelingsprovisie Vergoeding voor de financiële dienst Vergoeding voor de bewaarder Vergoeding voor de commissaris Vergoeding van de bestuurders Vergoeding van de natuurlijke personen aan wie de effectieve leiding is toevertrouwd: Jaarlijkse belasting (1)
Andere kosten
1,00% per jaar -1,0265% per jaar --0,03% per jaar Inbegrepen in de andere kosten --0,0965% van de in België op 31 december van het voorgaande jaar belegde nettobedragen, behalve de bedragen belegd in het masterGBF. 0,03% per jaar (vergoeding van de toezichtautoriteit, belastingen, publicaties en andere, met inbegrip van de vergoeding voor de commissaris).
(1) De belasting is verschuldigd door de beheermaatschappij en valt ten laste van het Fonds.
Opmerking Het bedrag van de andere kosten omvat de hieronder gedetailleerde vergoedingen. Vergoeding voor de commissaris: 3.550 EUR excl. btw per boekjaar, onderworpen aan een jaarlijkse indexering Verklaring volgens artikel 118 van het Koninklijk Besluit van 12 november 2012 Ervan uitgaande dat de soft commissions die door de effectenmakelaars worden betaald aan BNP Paribas Investment Partners Belgium in het kader van de verwerking van de orders voor de effecten van het Fonds een commercieel voordeel vormen, dat door deze makelaars wordt verleend aan de beheermaatschappij zelf, voor de informatica-, administratieve en andere middelen die zij heeft ontwikkeld voor een gestroomlijnde transmissie, uitvoering en vereffening van deze orders, ontstaat er geen belangenconflict vanwege de verwerving van dit commercieel voordeel uit hoofde van deze beheermaatschappij ten opzichte van het Fonds dat zij beheert. Verklaring volgens artikel 119 van het Koninklijk Besluit van 12 november 2012 Verdeling van de beheerprovisie tussen de beheerders en de distributeurs tegen marktvoorwaarden teneinde mogelijke belangenconflicten te voorkomen.
METROPOLITAN-RENTASTRO - Prospectus - versie JANUARI 2014
13 / 27
Informatie aangaande de verhandeling van de deelbewijzen Types van aan het publiek aangeboden deelbewijzen Klasse ‘B’ Rechten van de deelnemers in het onverdeelde mede-eigendom van het vermogen van het compartiment (onafhankelijk van dat van de Beheermaatschappij), uitsluitend vertegenwoordigd door kapitalisatiedeelbewijzen, opgesplitst in duizendsten ervan en niet materieel leverbaar. Zij maken het voorwerp uit van inschrijvingen op naam op een rekening die op naam van de deelnemer wordt geopend bij de financiële tussenpersonen. ISIN-code Klasse ‘B’: BE6260538614 Valuta voor de berekening van de netto-inventariswaarde EUR Stemrecht van de deelnemers De algemene vergadering van deelnemers is samengesteld uit alle houders van deelbewijzen van het Fonds. Zij beschikt over de bevoegdheden die haar door de wet en door het beheerreglement zijn toegekend. De besluiten die door de vergadering worden genomen zijn verplicht voor alle deelnemers, ook als ze afwezig zijn of tegen hebben gestemd. Elk deelbewijs geeft recht op één stem. Behoudens andersluidende bepalingen van de wet of het beheerreglement delibereert de algemene vergadering geldig, ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde deelbewijzen. De besluiten die een bepaald compartiment betreffen, zullen, tenzij de wet of deze statuten anders bepalen, worden genomen met gewone meerderheid van stemmen van de aanwezige en stemmende deelnemers van dit compartiment. Vereffening van het Fonds De Beheermaatschappij kan, met de instemming van de bewaarder, de vereffening van het Fonds voorstellen aan de algemene vergadering van deelnemers indien zij van mening is dat de onverdeeldheid in hun belang moet worden beëindigd. De vereffening mag echter niet nadelig zijn voor de fiscale voordelen van de deelnemers die gedefinieerd zijn in het kader van het pensioensparen. De vereffeningsbeslissing wordt aan het publiek kenbaar gemaakt via de pers. De nettovereffeningsopbrengst wordt over de deelnemers verdeeld. Tijdens de vereffening van het Fonds blijft de bewaring van de tegoeden van het vermogen verzekerd door de bewaarder, die daarnaast belast is met de controle van de vereffeningstransacties. In geval van vereffening, fusie of splitsing van de master of ingeval van uitstap van de laatste feeder, zijn artikel 79 van de wet van 3 augustus 2012 en artikel 104 tot en met 107 van het Koninklijk Besluit van 12 november 2012 van toepassing.
Initiële inschrijvingsdag 31 januari 2014. Initiële inschrijvingsprijs Klasse ‘B’: 100 EUR Berekening van de netto-inventariswaarde De netto-inventariswaarde wordt elke werkdag waarop de banken open zijn in België berekend, op voorwaarde dat de financiële markten die overeenstemmen met 80% van de activa van het compartiment minstens een dag open zijn geweest na de dag die als basis diende voor de berekening van de vorige netto-inventariswaarde. Publicatie van de netto-inventariswaarde De netto-inventariswaarde wordt dagelijks gepubliceerd conform de wettelijke bepalingen van artikel 194 van het Koninklijk Besluit van 12 november 2012, op de site van BEAMA (http://www.beama.be/niw), en is ook beschikbaar aan de loketten van de financiële dienst.
Procedure voor de inschrijving op deelbewijzen, de terugkoop van deelbewijzen en de verandering van compartiment Klasse ‘B’
METROPOLITAN-RENTASTRO - Prospectus - versie JANUARI 2014
14 / 27
De orders voor inschrijving, terugkoop en verandering van compartiment zullen worden verwerkt tegen een onbekende netto-inventariswaarde volgens de hierna uiteengezette regels, uitsluitend op bankwerkdagen in België, volgens de tijdsaanduiding in België. Centralisatie van de orders bij de financiële dienst
Koersdatum
Berekeningsdatum
Betalingsdatum
12.00u op de dag vóór de berekeningsdag (D-1)
Dag vóór de berekeningsdag (D-1)
Berekeningsdag (D)
3 dagen na de berekeningsdag (D+3)
De hierboven vermelde sluitingstijd voor de ontvangst van de orders geldt voor de financiële dienst. De belegger wordt verzocht om bij zijn distributeur informatie in te winnen over de sluitingstijd voor de ontvangst van orders dat hij hanteert. Als de betalingsdag een dag is waarop een bepaalde beurs gesloten is, vindt de betaling plaats op de volgende werkdag.
Schorsing van de terugbetaling van deelbewijzen Artikelen 195 en 196 van het Koninklijk Besluit van 12 november 2012 betreffende bepaalde openbare instellingen voor collectieve belegging zijn van toepassing.
METROPOLITAN-RENTASTRO - Prospectus - versie JANUARI 2014
15 / 27
METROPOLITAN-RENTASTRO Growth
Beleggingsgegevens Beheer van de beleggingsportefeuille BNP Paribas Investment Partners Belgium NV - Vooruitgangsstraat 55 - 1210 Brussel (spreiding van activa en beheer van niet aan andere beheerders toevertrouwde activa) BNP Paribas Asset Management SAS, 1 boulevard Haussmann, F-75009 Parijs BNP Paribas Investment Partners UK Limited, 5 Aldermanbury Square, Londen, EC2V 7BP, Verenigd Koninkrijk BNP Paribas Investment Partners Netherlands N.V., Burgerweeshuispad 201 - Tripolis building 200, 1076 GR Amsterdam, Nederland BNP Paribas Investment Partners Asia Ltd., 30/F Three Exchange Square, 8 Connaught Place, Centraal Hongkong River Road Asset Management LLC, 462 South Forth Street, Suite 1600, Louisville, Kentucky 40202, VSA
Doelstellingen van het Fonds De deelnemers een zo hoog mogelijke waardestijging van het belegde kapitaal te bieden, en hen tegelijk te laten profiteren van een brede spreiding van het risico. Bij de samenstelling van de activa van het Fonds dient rekening te worden gehouden met de voorwaarden voor pensioenspaarfondsen vastgelegd in artikel 145-11, WIB 1992, zodat de deelnemers de fiscale voordelen kunnen genieten die daarin zijn opgenomen, met naleving van de wetgeving op de beleggingsfondsen die van kracht is in België. Beleggingsbeleid van het Fonds Metropolitan-Rentastro Growth zal voornamelijk beleggen in aandelen van bedrijven uit de Europese Economische Ruimte en, in mindere mate, in obligaties en andere schuldbewijzen die zijn uitgedrukt in euro of in de valuta van een lidstaat van de Europese Economische Ruimte. In ondergeschikte mate kan het Fonds ook in andere activa beleggen. Wat de aandelen betreft, wordt rekening gehouden met het economische belang en de beurskapitalisatie van de verschillende sectoren en met de vooruitzichten en specifieke omstandigheden van de individuele effecten. Wat de obligaties betreft, wordt voor de samenstelling van de portefeuille rekening gehouden met de voorspellingen inzake de rentevoeten, die leiden tot een verkorting of een verlenging van de resterende levensduur van de obligaties in de portefeuille. Categorieën van toegelaten activa: effecten, deelbewijzen van instellingen voor collectieve belegging, deposito’s bij een kredietinstelling, instrumenten van de geldmarkt, liquiditeiten. Toegelaten derivatentransacties: het Fonds mag geen gebruik maken van financiële derivaten, noch voor afdekkingsdoeleinden, noch met het oog op de verwezenlijking van de beleggingsdoelstellingen. Kenmerken van de obligaties en schuldbewijzen: de obligaties en schuldbewijzen waarin het Fonds belegt, worden uitgegeven door alle types emittenten: staten, territoriale overheidsinstanties, internationale openbare organismen, bedrijven… De looptijd zal doorgaans in lijn met de markt zijn. De beheerder beschikt echter over de mogelijkheid om hiervan af te wijken naargelang zijn mening over de toekomstige evolutie van de rentevoeten. De grote meerderheid van de obligaties beschikt ten minste over een rating van beleggingskwaliteit (‘investment grade’). ‘Investment grade’-obligaties zijn de obligaties die zijn uitgegeven door leningnemers die een bepaalde rating krijgen op basis van marktafspraken. Deze rating varieert van AAA tot BBB- volgens de schaal van Standard & Poor’s. Andere ratingbureaus hanteren vergelijkbare ratings. Daartegenover staan de ‘non-investment grade’-obligaties, ook wel ‘speculatieve’ of ‘high yield’-obligaties (hoogrentende obligaties) genoemd. Deze obligaties, met een rating van BB+ tot D volgens dezelfde schaal van Standard & Poor’s, gaan gepaard met een aanzienlijk hoger risico. De rating wijst op het wanbetalingsrisico (het risico dat de coupon niet wordt uitbetaald en/of dat de hoofdsom niet wordt terugbetaald). Hoe hoger de rating (AAA), hoe lager het risico. Hoe lager de rating (non-investment grade D), hoe hoger het risico. Effectenleningen Het Fonds kan gebruikmaken van effectenleentransacties (‘securities lending’) als techniek voor een efficiënt portefeuillebeheer, om zijn opbrengst te maximaliseren, doch steeds rekening houdend met het belang van de deelnemers. Deze transacties veroorzaken geen wijzigingen in het risicoprofiel van het Fonds en brengen op geen enkele wijze het beheer van de activa noch de uitvoering van de terugkooporders in het gedrang.
METROPOLITAN-RENTASTRO - Prospectus - versie JANUARI 2014
16 / 27
Effectenleentransacties worden verricht in het kader van een gestandaardiseerd en georganiseerd leensysteem, beheerd door een Agent, namelijk BNP Paribas Securities Services (‘BPSS’), 3, rue d’Antin, 75002 Paris, Frankrijk, handelend via zijn kantoor in Londen, 55 Moorgate, London EC2R 6PA, Verenigd Koninkrijk, in het kader van een exclusief contract. De Agent laat zich voor de uitvoering van zijn operationele taken bijstaan door BGL BNP Paribas, een Luxemburgse financiële instelling, die voor deze diensten wordt vergoed. De Agent en de onderbewaarder, namelijk BNP Paribas Securities Services Luxembourg, zijn beide dochtermaatschappijen van BPSS France. De Agent treedt op als tussenpersoon tussen de icb en de tegenpartijen. De eigendom van de effecten wordt overgedragen aan de tegenpartijen. De opbrengst van deze effectenleentransacties (na aftrek van de kosten van de Agent) wordt verdeeld tussen het Fonds en de Beheermaatschappij. De betaling aan de Beheermaatschappij vergoedt met name de kosten die voortvloeien uit het opzetten en opvolgen van een systeem voor de controle van effectenleningen. Noch de Beheermaatschappij noch de andere entiteiten die betrokken zijn bij de effectenleentransacties rekenen andere directe of indirecte kosten aan het Fonds aan. Met de nettowinst kan het Fonds het rendement van zijn portefeuille optimaliseren en zodoende verhogen. De beheermaatschappij noch de andere entiteiten die betrokken zijn bij de effectenleentransacties rekenen directe of indirecte kosten aan het compartiment aan. De tegenpartijen die in aanmerking komen voor deze transacties worden geselecteerd op basis van de hieronder beschreven criteria. Het kunnen bedrijven zijn die verbonden zijn met de BNP Paribas-groep. De relatie tussen BNP Paribas Investment Partners en de tegenpartijen wordt opgevolgd aan de hand van een geformaliseerd geheel van procedures, door een gespecialiseerd team dat verslag uitbrengt aan de Chief Investment Officer en het hoofd van de afdeling Risk Management. Elke nieuwe relatie wordt onderworpen aan een goedkeuringsprocedure om het risico van wanbetaling tot een minimum te beperken. In het kader van deze selectieprocedure voor tegenpartijen wordt gebruikgemaakt van de volgende criteria: het voorstellen van concurrerende bemiddelingskosten, de kwaliteit van de uitvoering van orders, de relevantie van de onderzoeksdiensten verleend aan de gebruikers, hun bereidheid om hun diagnoses te bespreken, het aanbieden van een (ruim of gespecialiseerd) assortiment van producten en diensten die beantwoorden aan de behoeften van BNP Paribas Investment Partners, hun vermogen om de administratieve verwerking van de transacties te optimaliseren. De in aanmerking komende tegenpartij(en) beschik(t)(ken) over geen enkele beslissingsbevoegdheid over de samenstelling of het beheer van de portefeuille van het Fonds. Door effectenleningen aan te gaan, is de icb blootgesteld aan het tegenpartijrisico, in die zin dat de icb het risico loopt de uitgeleende effecten niet meteen terug te krijgen wanneer de tegenpartij in gebreke blijft, wat een negatieve impact op het rendement zou hebben. Financiële zekerheden ontvangen in het kader van effectenleentransacties. Met het oog op een goed verloop van deze transacties verstrekt de tegenpartij aan de uitlenende icb een financiële zekerheid in overeenstemming met de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 7 maart 2006 en de Richtsnoeren van de ESMA betreffende ETF’s en andere kwesties in verband met icbe’s die zijn opgenomen in de omzendbrief FSMA_2013_03, waarvan de waarde te allen tijde hoger is dan die van de uitgeleende effecten. Om zich in te dekken tegen het in gebreke blijven van een tegenpartij, kunnen de effectenleentransacties gepaard gaan met de afgifte van effecten en/of contanten als zekerheid. De financiële zekerheden die worden ontvangen in de vorm van effecten zullen de kenmerken hebben zoals gedefinieerd in de onderstaande tabel.
Activa Contanten (EUR, USD en GBP) Renteproducten Overheidseffecten uitgegeven door een lidstaat van de OESO, aanvaard door de Beheermaatschappij Supranationale effecten en effecten uitgegeven door ‘Agencies’ (organisaties die zijn opgericht door een of meerdere landen) Overheidseffecten uitgegeven door Andere landen, aanvaard door de Beheermaatschappij Aandelen uitgegeven door een onderneming waarvan het hoofdkantoor is gevestigd in een lidstaat van de OESO, aanvaard door de Beheermaatschappij Converteerbare obligaties uitgegeven door een onderneming waarvan het hoofdkantoor is gevestigd in een lidstaat van de OESO, aanvaard door de Beheermaatschappij Deelbewijzen of aandelen van geldmarkt-icbe’s conform de Europese normen (1) Depositocertificaten uitgegeven door een onderneming waarvan de maatschappelijke zetel in een lidstaat van de OESO of Andere landen ligt, elk afzonderlijk toegelaten door de Beheermaatschappij
METROPOLITAN-RENTASTRO - Prospectus - versie JANUARI 2014
17 / 27
Indexen toegelaten door de Beheermaatschappij en verbonden aandelen Geëffectiseerde instrumenten (2)
(1) Uitsluitend icbe’s die worden beheerd door ondernemingen van de groep BNP Paribas Investment Partners. (2) Financiële instrumenten die financiële instellingen de mogelijkheid bieden hun schuldvorderingen op bedrijven of particulieren om te zetten in verhandelbare effecten. De aanvaarding van een geëffectiseerd instrument als financiële zekerheid is steeds onder voorbehoud van goedkeuring van de Risico-afdeling van BNP Paribas Investment Partners. De toelating en het percentage van de hierboven opgesomde effecten worden gedefinieerd in overeenstemming met de beleggingsbeperkingen die zijn vastgelegd door de Risico-afdeling van de Beheermaatschappij, met de intentie een vrij defensief risicoprofiel in stand te houden. De haircutprocedure wordt eveneens bepaald door de Risico-afdeling van de Beheermaatschappij en dient om de portefeuille van financiële zekerheden te verzekeren tegen negatieve evoluties van de waarde ervan. De huidige beperkingen die zijn vastgesteld door de Risico-afdeling, en die kunnen worden herzien in geval van conjuncturele ontwikkelingen en/of nieuwe voorstellen van de Risico-afdeling, hebben de volgende kenmerken: •
De portefeuille van financiële zekerheden moet alle diversificatieregels naleven die zijn vastgelegd door artikel 80 van het Koninklijk Besluit van 12 november 2012 en de Richtsnoeren van de ESMA betreffende ETF’s en andere kwesties in verband met icbe’s, die zijn opgenomen in de omzendbrief FSMA_2013_03. Er gelden limieten per effect en per emittent.
•
Per categorie van renteproducten is een minimumrating vastgesteld waaraan elk effect moet voldoen, volgens het risiconiveau van de categorie. De rating is een beoordeling die is gegeven door instellingen die hierin gespecialiseerd zijn. De rating wijst op het wanbetalingsrisico (het risico dat de coupon niet wordt uitbetaald en/of dat de hoofdsom niet wordt terugbetaald). Hoe hoger de rating (AAA), hoe lager het risico. Hoe lager de rating (tot D), hoe hoger het risico.
•
Per categorie is de maximumlimiet vastgelegd van effecten van deze categorie aanvaard als financiële zekerheid. Dit maximum zal lager liggen voor categorieën die als riskanter worden beschouwd, en omgekeerd.
•
De totale waarde van alle financiële zekerheden wordt dagelijks bepaald – om de waarde te bepalen, wordt een haircut toegepast volgens activacategorie. Het haircutniveau zal hoger liggen voor categorieën die als riskanter worden beschouwd, en omgekeerd.
•
Financiële zekerheden die geen contanten zijn, mogen niet worden verkocht, herbelegd of verpand;
•
De financiële zekerheden die als contanten zijn ontvangen, mogen alleen: o
in deposito worden gegeven bij een kredietinstelling waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is een lidstaat van de OESO of een ander land dat gelijkwaardige prudentiële regels toepast;
o
worden belegd in staatsobligaties van hoge kwaliteit;
o
worden gebruikt voor omgekeerde terugkoopovereenkomsten, op voorwaarde dat deze transacties worden gesloten met kredietinstellingen die onder prudentieel toezicht staan en dat de icbe op elk ogenblik het totale bedrag van de liquiditeiten kan terugvorderen inclusief de aangegroeide rente;
o
worden belegd in instellingen voor collectieve belegging die kortetermijngeldmarktfondsen zijn zoals gedefinieerd door de Richtsnoeren betreffende een gemeenschappelijke definitie van Europese geldmarkt-icb’s.
Sociale, ethische en milieuaspecten: bedrijven die antipersoonsmijnen, clustermunitie of inerte munitie en bepantsering met verarmd uranium of elk ander industrieel uranium, vervaardigen, gebruiken, herstellen, te koop stellen, verkopen, uitdelen, invoeren of uitvoeren, opslaan of vervoeren, komen niet in aanmerking voor belegging.
METROPOLITAN-RENTASTRO - Prospectus - versie JANUARI 2014
18 / 27
Risicoprofiel van de gemiddelde belegger Dit compartiment is vooral gericht op beleggers met een dynamisch risicoprofiel. Het kan echter binnen bepaalde grenzen ook geschikt zijn voor beleggers met een ander profiel, afhankelijk van de diversificatiegraad van hun portefeuille en het risiconiveau dat zij aanvaarden. Afhankelijk van de beleggingsservice die wordt geboden door uw distributeur, moet in overeenstemming met de MIFID-gedragsregels worden bepaald of het compartiment geschikt is voor de belegger. Risicoprofiel van het compartiment De beschrijving van de relevante risico’s is opgenomen in het prospectus onder ‘Beleggingsrisico’s’. Hieronder worden de wezenlijke risico’s opgesomd waaraan het Fonds blootgesteld kan zijn: risico’s verbonden met de aandelenmarkten, het kredietrisico, het liquiditeitsrisico, het valutarisico, het renterisico en het inflatierisico.
METROPOLITAN-RENTASTRO - Prospectus - versie JANUARI 2014
19 / 27
Informatie van economische aard Niet-recurrente provisies en kosten gedragen door de belegger (in EUR of in percentage berekend op de netto-inventariswaarde per deelbewijs) Instap
Uitstap
Verandering van Fonds, van klasse van deelbewijzen of van type deelbewijzen
3%
--
In geval van volledige omzetting naar een pensioenspaarfonds buiten de BNP Paribas-groep: 25 EUR + btw.
--
--
Bedrag tot dekking van de kosten voor de aankoop/verkoop van de activa ten gunste van het Fonds
--
--
--
Bedrag tot ontmoediging van een uitstap binnen een periode van een maand na de instap
--
--
--
Beurstaks
--
--
--
Verhandelingsprovisie (maximum)
Administratieve kosten Wijziging van een inschrijving via een gevolmachtigde naar een directe inschrijving
Recurrente provisies en kosten gedragen door het Fonds (in EUR of in percentage berekend op de netto-inventariswaarde van de activa) Vergoeding voor het beheer van de beleggingsportefeuille Prestatievergoeding Vergoeding voor de administratie Verhandelingsprovisie Vergoeding voor de financiële dienst Vergoeding voor de bewaarder Vergoeding voor de commissaris Vergoeding van de bestuurders Vergoeding van de natuurlijke personen aan wie de effectieve leiding is toevertrouwd: Jaarlijkse belasting (1) Andere kosten
1,00% per jaar -0,05% per jaar --0,05% per jaar Inbegrepen in de andere kosten --0,0965% van de in België op 31 december van het voorafgaande jaar netto uitstaande bedragen 0,05% per jaar (vergoeding van de toezichtautoriteit, belastingen, publicaties en andere, met inbegrip van de vergoeding voor de commissaris).
(1) De belasting is verschuldigd door de beheermaatschappij en valt ten laste van het Fonds.
Opmerking Het bedrag van de andere kosten bevat de hieronder gedetailleerde vergoedingen. Vergoeding voor de commissaris: 3.550 EUR excl. btw per boekjaar, onderworpen aan een jaarlijkse indexering Verklaring volgens artikel 118 van het Koninklijk Besluit van 12 november 2012 Ervan uitgaande dat de soft commissions die door de effectenmakelaars worden betaald aan BNP Paribas Investment Partners Belgium in het kader van de verwerking van de orders met betrekking tot de effecten van het Fonds een commercieel voordeel vormen, dat door deze makelaars wordt verleend aan de beheermaatschappij zelf, voor de informatica-, administratieve en andere middelen die zij heeft ontwikkeld voor een gestroomlijnde transmissie, uitvoering en vereffening van deze orders, ontstaat er geen belangenconflict vanwege de verwerving van dit commercieel voordeel uit hoofde van deze beheermaatschappij ten opzichte van het Fonds dat zij beheert. Verklaring volgens artikel 119 van het Koninklijk Besluit van 12 november 2012 Verdeling van de beheerprovisie tussen de beheerders en de distributeurs tegen marktvoorwaarden teneinde mogelijke belangenconflicten te voorkomen.
METROPOLITAN-RENTASTRO - Prospectus - versie JANUARI 2014
20 / 27
Informatie over de verhandeling van de deelbewijzen Types van aan het publiek aangeboden deelbewijzen Klasse ‘Classic’ Rechten van de deelnemers in het onverdeelde mede-eigendom van het vermogen van het compartiment (onafhankelijk van dat van de Beheermaatschappij), uitsluitend vertegenwoordigd door kapitalisatiedeelbewijzen, opgesplitst in duizendsten ervan en niet materieel leverbaar. Zij maken het voorwerp uit van inschrijvingen op naam op een rekening die op naam van de deelnemer wordt geopend bij de financiële tussenpersonen. ISIN-code Klasse ‘Classic’: BE0026549684 Valuta voor de berekening van de netto-inventariswaarde EUR Stemrecht van de deelnemers De algemene vergadering van deelnemers is samengesteld uit alle houders van deelbewijzen van het Fonds. Ze beschikt over de bevoegdheden die haar door de wet en door het reglement zijn toegekend. De besluiten die door de vergadering worden genomen, zijn verplicht voor alle deelnemers, ook als ze afwezig zijn of tegen hebben gestemd. Elk deelbewijs geeft recht op één stem. Behoudens andersluidende bepalingen van de wet of het beheerreglement delibereert de algemene vergadering geldig, ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde deelbewijzen. De besluiten die een bepaald compartiment betreffen, zullen, tenzij de wet of deze statuten anders bepalen, worden genomen met gewone meerderheid van stemmen van de aanwezige en stemmende deelnemers van dit compartiment. Vereffening van het Fonds De Beheermaatschappij kan, met de instemming van de bewaarder, de vereffening van het Fonds voorstellen aan de algemene vergadering van deelnemers indien zij van mening is dat de onverdeeldheid in hun belang moet worden beëindigd. De vereffening mag echter niet nadelig zijn voor de fiscale voordelen van de deelnemers die gedefinieerd zijn in het kader van het pensioensparen. De vereffeningsbeslissing wordt aan het publiek kenbaar gemaakt via de pers. De nettovereffeningsopbrengst wordt over de deelnemers verdeeld. Tijdens de vereffening van het Fonds blijft de bewaring van de tegoeden van het vermogen verzekerd door de Bewaarder, die daarnaast belast is met de controle van de vereffeningstransacties. Initiële inschrijvingsperiode Van 1 tot en met 28 februari 1987. Initiële inschrijvingsprijs Klasse ‘Classic’: 1.000 BEF (24,79 EUR) Berekening van de netto-inventariswaarde De netto-inventariswaarde wordt elke werkdag waarop de banken open zijn in België berekend, op voorwaarde dat de financiële markten die overeenstemmen met 80% van de activa van het compartiment minstens een dag open zijn geweest na de dag die als basis diende voor de berekening van de vorige netto-inventariswaarde. Publicatie van de netto-inventariswaarde De netto-inventariswaarde wordt dagelijks gepubliceerd conform de wettelijke bepalingen van artikel 194 van het Koninklijk Besluit van 12 november 2012, op de site van BEAMA (http://www.beama.be/niw), en is ook beschikbaar aan de loketten van de financiële dienst.
Procedure voor de inschrijving op deelbewijzen, de terugkoop van deelbewijzen en de verandering van compartiment Klasse ‘Classic’ De orders voor inschrijving, terugkoop en verandering van compartiment zullen worden verwerkt tegen een onbekende netto-inventariswaarde volgens de hierna uiteengezette regels, uitsluitend op bankwerkdagen in België, volgens de tijdsaanduiding in België.
METROPOLITAN-RENTASTRO - Prospectus - versie JANUARI 2014
21 / 27
Centralisatie van de orders bij de financiële dienst
Koersdatum
Berekeningsdatum
Betalingsdatum
17.00u op de dag vóór de berekeningsdag (D-1)
Dag vóór de berekeningsdag (D-1)
Berekeningsdag (D)
3 dagen na de berekeningsdag (D+3)
De hierboven vermelde sluitingstijd voor de ontvangst van de orders geldt voor de financiële dienst. De belegger wordt verzocht om bij zijn distributeur informatie in te winnen over de sluitingstijd voor de ontvangst van orders dat hij hanteert. Als de betalingsdag een dag is waarop een bepaalde beurs gesloten is, vindt de betaling plaats op de volgende werkdag.
Schorsing van de terugbetaling van deelbewijzen Artikelen 195 en 196 van het Koninklijk Besluit van 12 november 2012 betreffende bepaalde openbare instellingen voor collectieve belegging zijn van toepassing.
METROPOLITAN-RENTASTRO - Prospectus - versie JANUARI 2014
22 / 27
METROPOLITAN-RENTASTRO Stability
Beleggingsgegevens Beheer van de beleggingsportefeuille De beheermaatschappij blijft verantwoordelijk voor het beheer van de activa. Doelstellingen van het Fonds De doelstelling van het compartiment (de feeder) bestaat erin een zo hoog mogelijke waardestijging te verkrijgen door te allen tijde minstens 95% van zijn activa te beleggen in het niet-ucits GBF (de master) naar Belgisch recht BNP Paribas B Pension Stability. Bij de samenstelling van de activa van de master dient rekening te worden gehouden met de voorwaarden voor pensioenspaarfondsen vastgelegd in artikel 145-11, WIB 1992, zodat de deelnemers van het feedercompartiment de fiscale voordelen kunnen genieten die daarin zijn opgenomen, met naleving van de wetgeving op de beleggingsfondsen die van kracht is in België. Beleggingsbeleid van het Fonds De feeder zal te allen tijde minstens 95% van zijn activa beleggen in de Klasse ‘O’ van het niet-ucits GBF (de master) naar Belgisch recht BNP Paribas B Pension Stability. Het resterende deel (maximaal 5% van de activa) zal uitsluitend worden belegd in liquiditeiten. Informatie over de master* De master BNP Paribas B Pension Stability is een gemeenschappelijk beleggingsfonds naar Belgisch recht, beheerd door de beheermaatschappij BNP Paribas Investment Partners Belgium. De doelstelling van de master bestaat erin een zo hoog mogelijke waardestijging te bieden en te zorgen voor een brede spreiding van het risico door te beleggen in alle types van activaklassen (aandelen, obligaties, geldmarktinstrumenten en liquiditeiten), zonder sectorale beperking, in euro of in de valuta van een lidstaat van de Europese Economische Ruimte. De master belegt voornamelijk in obligaties en andere schuldbewijzen die zijn uitgedrukt in euro of in de valuta van een lidstaat van de Europese Economische Ruimte, en in mindere mate in aandelen van bedrijven uit de Europese Economische Ruimte. Het gedeelte dat in aandelen wordt belegd zal altijd lager liggen dan het gedeelte dat belegd wordt in de andere activaklassen. Wat de aandelen betreft, wordt rekening gehouden met het economische belang en de beurskapitalisatie van de verschillende sectoren en met de vooruitzichten en specifieke omstandigheden van de individuele effecten. Wat de obligaties betreft, wordt voor de samenstelling van de portefeuille rekening gehouden met de voorspellingen inzake de rentevoeten, die leiden tot een verkorting of een verlenging van de resterende levensduur van de obligaties in de portefeuille. De grote meerderheid van de obligaties beschikt als minimum over een ‘investment grade’-rating. Bij de samenstelling van de activa van de master dient rekening te worden gehouden met de voorwaarden voor pensioenspaarfondsen, zodat de deelnemers de fiscale voordelen kunnen genieten die daarin zijn opgenomen. De master is vooral gericht op beleggers met een neutraal risicoprofiel. Vergelijking van de recurrente kosten
Vergoeding voor het beheer van de beleggingsportefeuille Vergoeding voor de administratie Vergoeding voor de bewaarder Andere kosten Jaarlijkse belasting TOTAAL
Directe kosten van Metropolitan-Rentastro Stability
Indirecte kosten van BNP Paribas B Pension Stability (klasse ‘O’ - niet toegankelijk voor particuliere beleggers)
Directe kosten van BNP Paribas B Pension Stability (klasse ‘Classic’)
1,00%
0,00%
1,00%
0,0265%
0,05%
0,05%
0,03%
0,05%
0,05%
0,03% 0%
0,05% 0,01%
0,05% 0,0965% 1,2465%
1,2465%
METROPOLITAN-RENTASTRO - Prospectus - versie JANUARI 2014
23 / 27
Een belegging in klasse ‘O’ van de master houdt totale kosten in van 0,16% per jaar (vergoeding van de administratie en de bewaarder, jaarlijkse belasting en andere kosten). Gelet op de directe recurrente kosten van de feeder bedragen de totale recurrente kosten voor de belegger 1,25%. Een belegging in de feeder houdt voor de belegger dus geen hogere kosten in dan een belegging in de klasse ‘Classic’ van de master. Niettemin kan er een gering rendementsverschil bestaan aangezien de feeder de mogelijkheid heeft om tot 5% te beleggen in liquiditeiten. Voor inschrijvingen op en terugkopen van deelbewijzen ‘O’ van de master door de feeder wordt er geen instapvergoeding of uitstapvergoeding geheven. Vanuit een fiscaal standpunt wordt er op de beleggingen van de feeder in klasse ‘O’ van de master een jaarlijkse belasting van 0,01% per jaar ingehouden, die volledig wordt betaald door de master (en dus indirect in rekening wordt gebracht aan de feeder). De andere beleggingen van de feeder zijn onderworpen aan een jaarlijkse belasting van 0,0965%. BNP Paribas Investment Partners Belgium, de Beheermaatschappij voor zowel de master als de feeder, heeft interne gedragsregels opgesteld om te verzekeren dat de master aan de feeder alle documenten en alle informatie verstrekt die vereist zijn opdat deze laatste kan voldoen aan zijn wettelijke verplichtingen. De interne gedragsregels omvatten onder andere bepalingen betreffende de verhandeling van effecten, procedures om de levering van informatie en documenten te verzekeren en bepalingen in verband met het verslag van de commissaris. * U kunt gratis nadere informatie over het Fonds (prospectus, halfjaarverslag, jaarverslag, beheerreglement en interne gedragsregels van het GBF BNP PARIBAS B PENSION STABILITY) verkrijgen in het Nederlands en het Frans, op de website: www.bnpparibas-ip.be, of bij de financiële dienstverlener, BNP Paribas Fortis NV, Warandeberg 3 - 1000 Brussel. Categorieën van toegelaten activa: deelbewijzen van instellingen voor collectieve belegging, namelijk klasse ‘O’ van het GBF BNP Paribas B Pension Stability, liquiditeiten. Toegelaten derivatentransacties: het Fonds mag niet gebruikmaken van financiële derivaten, noch voor afdekkingsdoeleinden, noch met het oog op de verwezenlijking van de beleggingsdoelstellingen. Sociale, ethische en milieuaspecten: bedrijven die antipersoonsmijnen, clustermunitie of inerte munitie en bepantsering met verarmd uranium of elk ander industrieel uranium, vervaardigen, gebruiken, herstellen, te koop stellen, verkopen, uitdelen, invoeren of uitvoeren, opslaan of vervoeren, komen niet in aanmerking voor belegging. Risicoprofiel van de gemiddelde belegger Dit compartiment is vooral gericht op beleggers met een defensief risicoprofiel. Het kan echter binnen bepaalde grenzen ook geschikt zijn voor beleggers met een ander profiel, afhankelijk van de diversificatiegraad van hun portefeuille en het risiconiveau dat zij aanvaarden. Afhankelijk van de beleggingsservice die wordt geboden door uw distributeur, moet in overeenstemming met de MIFID-gedragsregels worden bepaald of het compartiment geschikt is voor de belegger.
Risicoprofiel van het compartiment De beschrijving van de relevante risico’s is opgenomen in het prospectus onder ‘Beleggingsrisico’s’. Hieronder worden de wezenlijke risico’s opgesomd waaraan het Fonds blootgesteld kan zijn: risico’s verbonden met de aandelenmarkten, het kredietrisico, het liquiditeitsrisico, het valutarisico, het renterisico en het inflatierisico.
METROPOLITAN-RENTASTRO - Prospectus - versie JANUARI 2014
24 / 27
Informatie van economische aard Niet-recurrente provisies en kosten gedragen door de belegger (in EUR of in percentage berekend op de netto-inventariswaarde per deelbewijs) Instap
Uitstap
Verandering van Fonds, van klasse van deelbewijzen of van type deelbewijzen
3%
--
In geval van volledige omzetting naar een pensioenspaarfonds buiten de BNP Paribas-groep: 25 EUR + btw.
--
--
Bedrag tot dekking van de kosten voor de aankoop/verkoop van de activa ten gunste van het Fonds
--
--
--
Bedrag tot ontmoediging van een uitstap binnen een periode van een maand na de instap
--
--
--
Beurstaks
--
--
--
Verhandelingsprovisie (maximum)
Administratieve kosten Wijziging van een inschrijving via een gevolmachtigde naar een directe inschrijving
Recurrente provisies en kosten gedragen door het Fonds (in EUR of in percentage berekend op de netto-inventariswaarde van de activa) Vergoeding voor het beheer van de beleggingsportefeuille Prestatievergoeding Vergoeding voor de administratie Verhandelingsprovisie Vergoeding voor de financiële dienst Vergoeding voor de bewaarder Vergoeding voor de commissaris Vergoeding van de bestuurders Vergoeding van de natuurlijke personen aan wie de effectieve leiding is toevertrouwd: Jaarlijkse belasting (1)
Andere kosten
1,00% per jaar -0,0265% per jaar --0,03% per jaar Inbegrepen in de andere kosten --0,0965% van de in België belegde nettobedragen op 31 december van het voorgaande jaar, behalve de bedragen belegd in het masterGBF. 0,03% per jaar (vergoeding van de toezichtautoriteit, belastingen, publicaties en andere, met inbegrip van de vergoeding voor de commissaris).
(1) De belasting is verschuldigd door de beheermaatschappij en valt ten laste van het Fonds.
Opmerking Het bedrag van de andere kosten bevat de hieronder gedetailleerde vergoedingen. Vergoeding voor de commissaris: 3.550 EUR excl. btw per boekjaar, onderworpen aan een jaarlijkse indexering Verklaring volgens artikel 118 van het Koninklijk Besluit van 12 november 2012 Ervan uitgaande dat de soft commissions die door de effectenmakelaars worden betaald aan BNP Paribas Investment Partners Belgium in het kader van de verwerking van de orders met betrekking tot de effecten van het Fonds een commercieel voordeel vormen, dat door deze makelaars wordt verleend aan de beheermaatschappij zelf, voor de informatica-, administratieve en andere middelen die zij heeft ontwikkeld voor een gestroomlijnde transmissie, uitvoering en vereffening van deze orders, ontstaat er geen belangenconflict vanwege de verwerving van dit commercieel voordeel uit hoofde van deze beheermaatschappij ten opzichte van het Fonds dat zij beheert. Verklaring volgens artikel 119 van het Koninklijk Besluit van 12 november 2012 Verdeling van de beheerprovisie tussen de beheerders en de distributeurs tegen marktvoorwaarden teneinde mogelijke belangenconflicten te voorkomen.
METROPOLITAN-RENTASTRO - Prospectus - versie JANUARI 2014
25 / 27
Informatie over de verhandeling van de deelbewijzen Types van aan het publiek aangeboden deelbewijzen Klasse ‘B’ Rechten van de deelnemers in het onverdeelde mede-eigendom van het vermogen van het compartiment (onafhankelijk van dat van de Beheermaatschappij), uitsluitend vertegenwoordigd door kapitalisatiedeelbewijzen, opgesplitst in duizendsten ervan en niet materieel leverbaar. Zij maken het voorwerp uit van inschrijvingen op naam op een rekening die uit naam van de deelnemer wordt geopend bij de financiële tussenpersonen. ISIN-code Klasse ‘B’: BE6260541642
Valuta voor de berekening van de netto-inventariswaarde EUR Stemrecht van de deelnemers De algemene vergadering van deelnemers is samengesteld uit alle houders van deelbewijzen van het Fonds. Ze beschikt over de bevoegdheden die haar door de wet en door het reglement zijn toegekend. De besluiten die door de vergadering worden genomen zijn verplicht voor alle deelnemers, ook als ze afwezig zijn of tegen hebben gestemd. Elk deelbewijs geeft recht op één stem. Behoudens andersluidende bepalingen van de wet of het beheerreglement delibereert de algemene vergadering geldig, ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde deelbewijzen. De besluiten die een bepaald compartiment betreffen, zullen, tenzij de wet of deze statuten anders bepalen, worden genomen met gewone meerderheid van stemmen van de aanwezige en stemmende deelnemers van dit compartiment. Vereffening van het Fonds De Beheermaatschappij kan, met de instemming van de bewaarder, de vereffening van het Fonds voorstellen aan de algemene vergadering van deelnemers indien zij van mening is dat de onverdeeldheid in hun belang moet worden beëindigd. De vereffening mag echter niet nadelig zijn voor de fiscale voordelen van de deelnemers die gedefinieerd zijn in het kader van het pensioensparen. De vereffeningsbeslissing wordt aan het publiek kenbaar gemaakt via de pers. De nettovereffeningsopbrengst wordt over de deelnemers verdeeld. Tijdens de vereffening van het Fonds blijft de bewaring van de tegoeden van het vermogen verzekerd door de Bewaarder, die daarnaast belast is met de controle van de vereffeningstransacties. In geval van vereffening, fusie of splitsing van de master of ingeval van uitstap uit de laatste feeder, zijn artikel 79 van de wet van 3 augustus 2012 en artikel 104 tot en met 107 van het Koninklijk Besluit van 12 november 2012 van toepassing. Initiële inschrijvingsdag 31 januari 2014. Initiële inschrijvingsprijs Klasse ‘B’: 100 EUR. Berekening van de netto-inventariswaarde De netto-inventariswaarde wordt elke werkdag waarop de banken open zijn in België berekend, op voorwaarde dat de financiële markten die overeenstemmen met 80% van de activa van het compartiment minstens een dag open zijn geweest na de dag die als basis diende voor de berekening van de vorige netto-inventariswaarde. Publicatie van de netto-inventariswaarde De netto-inventariswaarde wordt dagelijks gepubliceerd conform de wettelijke bepalingen van artikel 194 van het Koninklijk Besluit van 12 november 2012, op de site van BEAMA (http://www.beama.be/niw), en is ook beschikbaar aan de loketten van de financiële dienst.
Procedure voor de inschrijving op deelbewijzen, de terugkoop van deelbewijzen en de verandering van compartiment Klasse ‘B’
METROPOLITAN-RENTASTRO - Prospectus - versie JANUARI 2014
26 / 27
De orders voor inschrijving, terugkoop en verandering van compartiment zullen worden verwerkt tegen een onbekende netto-inventariswaarde volgens de hierna uiteengezette regels, uitsluitend op bankwerkdagen in België, volgens de tijdsaanduiding in België. Centralisatie van de orders bij de financiële dienst 12.00u op de dag vóór de berekeningsdag (D-1)
Koersdatum
Berekeningsdatum
Betalingsdatum
Dag vóór de berekeningsdag (D-1)
Berekeningsdag (D)
3 dagen na de berekeningsdag (D+3)
De hierboven vermelde sluitingstijd voor de ontvangst van de orders geldt voor de financiële dienst. De belegger wordt verzocht om bij zijn distributeur informatie in te winnen over de sluitingstijd voor de ontvangst van orders dat hij hanteert. Als de betalingsdag een dag is waarop een bepaalde beurs gesloten is, vindt de betaling plaats op de volgende werkdag.
Schorsing van de terugbetaling van deelbewijzen Artikelen 195 en 196 van het Koninklijk Besluit van 12 november 2012 betreffende bepaalde openbare instellingen voor collectieve belegging zijn van toepassing.
METROPOLITAN-RENTASTRO - Prospectus - versie JANUARI 2014
27 / 27