Data en trendanalyse Brandveilig Leven Woningbranden en woningcheck’s brandveiligheid 2010 t/m 2012
Afdeling: Auteur: Opdrachtgever: Datum uitgave:
Onderzoek & Analyse Team Brandveilig Leven Lucie Berning A.P. de Graaf, Teamleider Brandveilig Leven definitief concept 4 juni 2013
Voorwoord Sinds het voorjaar van 2012 wordt door de VRR intensief ingezet op de uitvoering van woningcheck’s 1 Brandveiligheid (wcb’s) in hotspotgebieden om hiermee het veiligheidsbewustzijn van burgers te optimaliseren. Belangrijk in dit proces is het continue meten van (maatschappelijk) rendement om te bezien of de beoogde doelen worden behaald en/of bijsturing van het proces wenselijk is. In deze voorliggende rapportage is een analyse gemaakt omtrent de relatie woningcheck’s 2 brandveiligheid en woningbranden in de hotspotgebieden . Doormiddel van de data-analyse zal het kwantitatieve rendement van de woningchecks in kaart worden gebracht. Om de benodigde data te verzamelen is met het programma Brio gewerkt, data verzameld uit Boris, de kladblokregels van de regionale meldkamer brandweer en de management informatie portal (MIP) woningcheck’s Brandveilig Leven. 3 Om een goed beeld te kunnen krijgen van het aantal woningbranden, heeft naast de filter in brio , nog een handmatige selectie plaats moeten vinden. Tijdens deze selectie zijn alle woningbrand incidenten bestudeerd om foutmeldingen en brandstichtingen eruit te filteren en te controleren dat alleen objecten met woonfunctie in de selectie over blijven. Er zijn twee selecties gemaakt: een keer alle woningbranden in vaknummers waar nog geen wcb heeft plaats gevonden (“geen wcb”) en vakken waar in 2012 een wcb heeft plaatsgevonden (“wcb in 2012”) Op basis van de geselecteerde data is de data-analyse uitgevoerd. Volgende vragen dienden hierbij als lijdraad: 1) Neemt het aantal woningbranden daadwerkelijk af door het uitvoeren van woningcheck’s brandveiligheid? a) Hoe ontwikkelt zich het aantal woningbranden in de laatste drie jaar (2010 t/m 2012)? b) Hoe verhoudt zich het aantal woningbranden in verloop van de afgelopen drie jaar, in vakken waar wel/of geen wcb’s zijn uitgevoerd tot elkaar? 2) Wat waren de meest voorkomende brandoorzaken? Is er de afgelopen drie jaar een verandering in de brandoorzaken te herkennen?
Om te visualiseren waar er binnen de VRR de meeste woningbranden hebben plaats gevonden, zijn met behulp van het programma Map Info alle woningbranden uit de selectie geplot op de kaart van de VRR. Deze kaart is beschikbaar als Map Info bestand en als PDF “met lagenbeheer” en als jpg.
1
Geografisch gedefinieerd gebied binnen de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond bestaande uit 1000 woningen waar het aantal incidenten (woningbranden) sinds 1 oktober 2008 bovengemiddeld is gebleken”. 2 Geografisch gedefinieerd gebied binnen de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond bestaande uit 1000 woningen waar het aantal incidenten (woningbranden) sinds 1 oktober 2008 bovengemiddeld is gebleken”. 3 Zie bijlage 1 filtercriteria Brio
Inhoudsopgave Voorwoord ............................................................................................................................................... 2 Inhoudsopgave ........................................................................................................................................ 3 Resultaten ................................................................................................................................................ 4 Branden op locaties waar een woningcheck is uitgevoerd ................................................................. 4 Trend woningbranden ......................................................................................................................... 5 Verhouding woningbranden wel/geen wcb ......................................................................................... 7 Brandoorzaken per jaar ....................................................................................................................... 8 Verhouding oorzaak woningbranden 2010 t/m 2012 ........................................................................ 12 Discussie en aanbevelingen .................................................................................................................. 14 Conclusie ............................................................................................................................................... 15 Bijlagen .................................................................................................................................................. 16
Resultaten Branden op locaties waar een woningcheck is uitgevoerd De uitvoering van woningcheck’s brandveiligheid binnen de woonomgeving is pas dan geslaagd als feitelijk aangetoond kan worden, dat het aantal woningbranden verminderd kan worden. Als voorlichting aan burgers doormiddel van woningcheck’s effectief is, dan zou op de reeds bezochte adressen niet of nauwelijks meer brand mogen uitbreken. Om te onderzoeken of er bij de woningen, die door middel van een woningcheck zijn bezocht nadien nog brand heeft plaatsgevonden, zijn de adressen uit de selectie “wcb in 2012” vergeleken met de adressen uit het MIP, waar een wcb heeft plaats gevonden. Uit het onderzoek blijkt dat er tot nu toe geen woningbranden hebben plaats gevonden op adressen in de “hotspotgebieden” waar medewerkers van de VRR een woningcheck brandveiligheid hebben uitgevoerd.
4
Trend woningbranden
Figuur 1: Trend "geen wcb"
Tabel 1: Data tbv. Figuur 1 woningbranden " geen wcb" in hotspots, 2010-2012 jaar 2010 2011 2012 totaal aantal 83 64 47
Figuur 1 laat het aantal woningbranden zien in de vaknummers binnen de hotspotgebieden waar tot op heden nog geen woningcheck’s brandveiligheid zijn uitgevoerd (deze staan in de planning voor de periode 2014-2017). Het aantal woningbranden in deze gebieden daalt van 2010 t/m 2012 met bijna de helft. Van 2010 naar 2011 daalt het aantal met 23% en van 2011 naar 2012 met 27% (zie tabel 5). Opmerkelijk is dat sinds de uitrol van het instrument Brandveilig Leven in 2010 een significante daling in het aantal incidenten is waar te nemen. Vanaf januari 2010 heeft het team Brandveilig Leven in deze buurten daadwerkelijk ingezet op groepsvoorlichting en andere activiteiten anders dan de uitvoering van woningcheck’s brandveiligheid om het veiligheidsbewustzijn onder burgers te verhogen.
5
Figuur 2: Trend "wcb in 2012"
Tabel 2: Data, tbv. figuur 2 woningbranden "wcb in 2012" 2010-2012 jaar 2010 2011 totaal aantal 6 5
2012 3
Figuur 2 laat het aantal woningbranden zien in de vaknummers waar in 2012 daadwerkelijk woningcheck’s brandveiligheid zijn uitgevoerd door medewerkers van de VRR. Het aantal woningbranden in deze vaknummers daalt van 2010 t/m 2012 met ca. de helft. Van 2010 naar 2011 daalt het aantal met 17% en van 2011 naar 2012 met 40% (zie tabel 5). Het bovenstaande laat zien dat het instrument woningcheck’s brandveiligheid als effectief kan worden gekenmerkt aangevuld met aanvullende separate voorlichtingsactiviteiten op het gebied van brandveiligheid.
6
Verhouding woningbranden wel/geen wcb
Figuur 3: Verhouding woningbranden "geen wcb"en "wcb in 2012"
Figuur 3 laat de daling van het aantal woningbranden zien binnen de vakken waar wel woningcheck’s brandveiligheid zijn uitgevoerd ten opzichte van de vakken waar nog geen woningcheck’s brandveiligheid zijn uitgevoerd. Van 2010 tot 2011 ligt de daling in het aantal incidenten in de vakken met- en zonder wcb dicht bij elkaar. Het aantal woningbranden in de vakken met wcb daalde met 17% in de vakken zonder wcb vond een daling van 23% plaats. In deze periode ( 2010 en 2011) hebben nog geen woningchecks in deze vakken plaatsgevonden. In de periode van 2011 tot 2012 daarentegen hebben wel woningcheck’s brandveiligheid plaatsgevonden. In de vaknummers waar deze hebben plaatsgevonden was de daling in het aantal woningbranden duidelijk hoger als in vakken zonder wcb. Het aantal woningbranden in de vakken met wcb daalde met 40% in de vakken zonder wcb vond een daling van 27% plaats.
Tabel 3: Data, daling "geen wcb" Bepalen daling " geen wcb" jaar 2010 → 2011
totaal incidenten 83 → 64
2011 → 2012
64 → 47
daling incidenten ivm voorjaar (%) 22,88% 26,56%
Tabel 4: Data, daling "wcb in 2012" Bepalen daling " wcb in 2012" jaar 2010 → 2011 2011 → 2012
totaal incidenten 6 →5 5 →3
daling incidenten ivm voorjaar (%) 16,67% 40,00%
Tabel 5: Data tbv. Figuur 8 Daling aantal woningbranden ( % afgerond) type " wcb in 2012" " geen wcb"
daling incidenten 2010 → 2011 (%) daling incidenten 2011 → 2012 in(%) 17 40 23 27
7
Brandoorzaken per jaar Tabel 6 : Oorzaak woningbranden 2010
Tabel 7: Oorzaak woningbranden 2011
Tabel 8 : Oorzaak woningbranden 2012
Oorzaak woningbranden "geen wcb" 2010 incidenten Oorzaak 2010 % dhz werkzaamheden 0 0 elektrische apparatuur 9 11 gaskachel / open haard 2 2 geiser / cv 1 1 kaarsen 2 2 keuken onbekend 18 22 keukenbrand oven / 6 magnetron 5 keukenbrand vlam in de pan 5 6 kortsluiting 0 0 meterkast 4 5 onbekend 22 27 onvoorzichtigheid roken 3 4 overbelasting stekkerdoos/ snoertjes 1 1 roken in bed 3 4 schoorsteenbrand 0 0 slaapkamer onbekend 3 4 tv 0 0 wasdroger 5 6 Totaal 83 100
Oorzaak woningbranden "geen wcb" 2011 Oorzaak incidenten % 2011 dhz werkzaamheden 0 0 elektrische apparatuur 2 3 gaskachel / open haard 1 2 geiser / cv 2 3 kaarsen 3 5 keuken onbekend 10 16 keukenbrand oven / 2 3 magnetron keukenbrand vlam in de 13 20 pan kortsluiting 1 2 meterkast 1 2 onbekend 16 25 onvoorzichtigheid roken 0 0 overbelasting 2 3 stekkerdoos/ snoertjes roken in bed 1 2 schoorsteenbrand 2 3 slaapkamer onbekend 5 8 tv 1 2 wasdroger 2 3 Totaal 64 100
Oorzaak woningbranden " geen wcb" 2012 incidenten Oorzaak 2012 % dhz werkzaamheden 1 2 elektrische apparatuur 5 11 gaskachel / open haard 3 6 geiser / cv 2 4 kaarsen 1 2 keuken onbekend 10 21 keukenbrand oven / 13 magnetron 6 keukenbrand vlam in de pan 0 0 kortsluiting 0 0 meterkast 1 2 onbekend 7 15 onvoorzichtigheid roken 1 2 overbelasting stekkerdoos/ snoertjes 4 9 roken in bed 0 0 schoorsteenbrand 4 9 slaapkamer onbekend 0 0 tv 0 0 wasdroger 2 4 totaal 47 100
In figuur 4, 5 en 6 zijn per jaar (2010, 2011, 2012) de brandoorzaken van de woningbranden uit de vakken waar nog geen wcb heeft plaatsgevonden te zien. Opvallend is dat in alle drie jaren is ca. 1/3 van de branden in de keuken begonnen. Verder valt op dat in elk jaar bij meer dan 15% van de branden de ruimte van het ontstaan en de brandoorzaak niet meer te achterhalen is. Deze branden staan geregistreerd al “onbekend”.
8
Figuur 4: Woningbranden 2012
9
Figuur 5: Woningbranden 2011
10
Figuur 6: Woningbranden 2010
11
Verhouding oorzaak woningbranden 2010 t/m 2012
Figuur 8: Oorzaak woningbranden "geen wcb" In figuur 8 zijn de verschillende brandoorzaken binnen de vaknummers waar nog geen woningcheck’s brandveiligheid uitgevoerd zijn weergegeven. De aantallen in de jaren 2010, 2011 en 2012 zijn naast elkaar neergezet om “trends en uitschieters” in kaart te brengen. Het valt op dat het aantal branden met oorzaak “onbekend” in 2012 minder dan de helft is als in 2010. Opvallend is vooral ook het aantal branden ontstaan in de keuken. Ook is dit van 2010 tot 2012 met bijna de helft gedaald, echter is het statistisch gezien nog steeds een van de meest voorkomende ontstaansplekken. Een sterke daling is verder te zien van 2011 naar 2012 in het aantal branden veroorzaakt door stekkerdozen/snoertjes, tv en wasdroger.
12
Figuur 9: Oorzaak Woningbranden "wcb in 2012"
In figuur 9 zijn de verschillende brandoorzaken uit de vaknummers waar in 2012 woningcheck’s brandveiligheid zijn uitgevoerd te zien. De aantallen in de jaren 2010, 2011 en 2012 zijn naast elkaar neergezet om “trends en uitschieters” in kaart te brengen. Opvallend is dat net als in figuur 4, het hoge aantal branden wat in de keuken ontstaat. In vergelijking met figuur 4, waar stekkerdozen/snoertjes, tv en wasdroger nog hoog scoren, komen deze in het gebied waar wcb’s zijn uitgevoerd niet meer voor.
13
Discussie en aanbevelingen -
De brandoorzaken zijn op basis van Boris en de kladblokregels van de meldkamer brandweer bepaald en niet op basis van brandonderzoek. Hierdoor kan niet met zekerheid worden gezegd of deze allemaal kloppen. Aanbeveling: Voor meer betrouwbaarheid zouden alle woningbranden in de toekomst structureel (per week) bijgehouden moeten worden en gecommuniceerd moeten worden met Team Brandonderzoek en de repressieve dienst over de brandoorzaak. Om te kunnen controleren of de woningcheck brandveiligheid het aantal branden helpen te reduceren, is het aan te bevelen om periodiek de locaties van woningbranden te vergelijken met de adressen waar woningcheck’s brandveiligheid reeds hebben plaats gevonden.
-
Bij de vaknummers waar wel woningcheck’s brandveiligheid in 2012 zijn uitgevoerd, is geen onderscheid gemaakt in de hoeveelheid uitgevoerde woningcheck’s brandveiligheid. Zo zijn er vakken, die bijna volledig bezocht zijn en vakken waar maar enkele woningcheck’s brandveiligheid hebben plaats gevonden. Aanbeveling: Om een nauwkeuriger beeld te krijgen zou op de selectie ingezoomd moeten worden, zo dat alle woningbranden op de adressen “zonder woningcheck brandveiligheid” met de woningbranden op de adressen “met woningcheck brandveiligheid” worden vergeleken.
14
Conclusie
1) Neemt het aantal woningbranden af door het uitvoeren van woningcheck’s brandveiligheid binnen de hotspotgebieden van de VRR? a) Hoe ontwikkelt zich het aantal woningbranden in de laatste drie jaar (2010 t/m 2012) binnen de hotspotgebieden van de VRR? Het aantal woningbranden in de “hotspotgebieden” daalt van 2010 tot en met 2012 zowel in de vaknummers waar geen woningcheck’s brandveiligheid is uitgevoerd, als in de vakken waar wel woningcheck’s brandveiligheid zijn uitgevoerd. b) Hoe verhoudt zich het aantal woningbranden in verloop van de afgelopen drie jaar, in vakken waar wel/geen woningcheck’s brandveiligheid zijn uitgevoerd tot elkaar? De daling in het aantal woningbranden in de vakken waar wel woningcheck’s brandveiligheid uitgevoerd is duidelijk hoger als in de vakken waar geen woningcheck’s brandveiligheid zijn uitgevoerd (40% in vergelijking met 27%). Verder heeft er in de afgelopen drie jaar geen keer een brand plaats gevonden op een adres waar een woningcheck’s brandveiligheid is uitgevoerd. Dit zou te maken kunnen hebben met de woningcheck’s brandveiligheid. Het vergroten van het veiligheidsbewustzijn van de mensen door een woningcheck’s brandveiligheid kan dus positief bijdragen aan een brandveilig gedrag en het nemen van preventieve maatregelen. In beide hierboven beschreven situaties is dus een significante daling waar te nemen van het aantal woningbranden in de “hotspotgebieden”, wat mede verklaard zou kunnen worden door de intensieve inzet van het team Brandveilig Leven op het gebied van groepsvoorlichting en buurtinterventies in deze gebieden.
2) Wat waren de meest voorkomende brandoorzaken? Is er de afgelopen drie jaar een verandering in de brandoorzaken te herkennen? Opvallend is de sterke afname van TV en wasdroger als brandoorzaak. Vaak is de brandoorzaak onbekend of na maanden/ jaren niet meer te achterhalen. De keuken is de ruimte waar de afgelopen drie jaar het vaakst brand is ontstaan( ca. 1/3 van alle branden).
15
Bijlagen
16
Bijlage 1 Filtercriteria/ specificaties BRIO Bron: “verslag hotspots Daan”( Stagiaire BVL 2011) 2.1 Specificaties De incidenten kunnen op verschillende specificaties worden gefilterd, zo kan men bijvoorbeeld de loze alarmen en de oefeningen uit de lijst filteren. Wanneer deze meldingen wel in de lijst worden opgenomen kan het aantal incidenten hoger uitvallen dan dat ze in werkelijkheid zijn. De gegevens zijn opgevraagd uit “BRIO”, hierin staan alle gegevens over de incidenten. Voor de verschillende karakteristieken zijn afkortingen en namen gebruikt. Deze afkortingen en namen zijn hieronder in de tabel ook gebruikt. Onder de kolom “Filters BRIO” staat aangegeven welke filter er is ingezet op de ervoor genoemde specificatie. De reden en de gevolgen van het gebruik van de filter zijn in de derde kolom aangegeven. Specificatie BRIO Periode
Filters BRIO
Reden/gevolgen
01-10-2008 tot en met 01-11-2010
Brandweer: Melding
Gebouwbrand
Karakteristieken
Niet: -
De incidenten over een periode van 2 jaar geven een redelijk beeld van de werkelijkheid. De datum “01-11-2010” is gebruikt, omdat oktober 2010 de laatste volle maand was ten tijde van het opvragen van de gegevens. Van alle incidenten worden alleen de gebouwbranden gefilterd, zodat alle andere branden, die oninteressant zijn voor dit project, niet worden meegeteld. Van de gebouwbranden over een periode van twee jaar worden alle karakteristieken mee geteld.
Brandweer: Soort afsluiting Cl1
Tijdsduur
Brandweer: Aanpak
Kleine brand Middel brand Grote brand Zeer grote brand
Oefening MIE Samengevoegd incident - Test Minimaal 30 minuten
Start incident
Wijziging status Einde incident voertuig Tabel 1: Filter instellingen BRIO
Om de lijst zo min mogelijk te vervuilen zijn de oefeningen, samengevoegde incidenten en de testen eruit gefilterd, zodat alleen de “echte” gebouwbranden meegeteld worden. Om de kleine branden en loze alarmen te filteren zijn alleen de gebouwbranden meegeteld waarbij een voertuig langer dan 30 minuten is ingezet. Het incident start op het moment dat het eerste voertuig uitrukt. Met de start en het einde van het incident is de tijdsduur bepaald. Het incident eindigt op het moment dat het voertuig weer de status “inzetbaar” heeft.
17
Bijlage 2 Plot Woningbranden 2010 t/m 2012 “geen wcb” (PDF bestand “met lagenbeheer” beschikbaar voor alle woningbranden 2010 t/m 2012 met en zonder wcb)
Figuur 1, Plot Woningbranden " geen wcb", rood = 2012, blauw = 2011, groen = 2010
18
19