Langetermijndiscussiemiddag Notulisten: Heleen Otten & Bert Peters Dinsdag 3 februari 2015
Woord vooraf Dit document is een poging tot samenvoegen van de notulen van de twee losse vergaderzalen. Om die reden zijn dan ook meerdere aspecten van de oorspronkelijke discussie (zoals chronologie) verloren zijn gegaan. Desalniettemin is de stuurgroep van mening dat dit een waarheidsgetrouwe weergave van de discussiemiddag, zoals deze op dinsdag 3 februari heeft plaatsgevonden, is.
Aanwezigen N.B. De aanwezigenlijst is verloren op enig punt; deze lijst is gereconstrueerd aan de hand van voorkomen in de notulen. • • • • • • •
1
Annette Mense Bert Peters Erik Weenk Heleen Otten Irene Verstraten Ivar Schretlen Jan van Staalduinen
• • • • • • •
Jeroen van Doorn Jeroen Sengers Martijn van Velzen Minke Slotegraaf Nigel Fennet Nils Out Pim Overgaauw
• • • • • •
Sarah Hurkmans Simone Cammel Tobias de Jong Tobias Kappé Tycho Neve Vera Schous
Opening
Tobias de Jong opent de vergadering met een introductie over het doel van de stuurgroep. Deze middag is bedoeld om ideeën op te doen, waarmee vervolgens door de stuurgroep verenigingsbeleid opgesteld gaat worden. Op deze middag zullen geen besluiten worden genomen; eventuele noodzakelijke moties zullen later op een ALV behandeld worden.
2
Vaststellen agenda
Er wordt vastgesteld dat we deze zaal (174) de agenda van boven naar beneden zal worden afgewerkt. Tobias Kappé vraagt of het document van het verenigingsbeleid gemaakt gaat worden aan de hand van vorige beleidsplannen. Tobias de Jong meldt dat dit zal worden meegenomen, maar ook de input van vandaag - specifiek die van punt Structuur van de vereniging 5 - hieraan zal bijdragen.
1
Inhoudsopgave 1 Opening
1
2 Vaststellen agenda
1
3 Doelgroep masters
2
4 Studieondersteunende activiteiten
3
5 Structuur van de vereniging 5.1 Langetermijn beleidsplan . . . . . . . 5.2 Onderscheid commissie, dispuut, gilde 5.2.1 Disputen . . . . . . . . . . . . 5.3 Structuur Algemene Ledenvergadering 5.4 RvS . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
4 4 4 5 5 5
6 Bedrijfsactiviteiten Natuur- en Sterrenkunde
5
7 Eerstejaarsweekend
6
8 Stichtingen
6
9 Informatica en Economie/Biologie 9.1 Informatica en Biologie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
7 7
10 Honderdjarig bestaan De Leidsche Flesch
7
11 W.V.t.T.K. 11.1 Taal van de vereniging . . . 11.2 Natuur- en Sterrenkunde op 11.3 Formatiecommissie . . . . . 11.4 L.A.D. F. Kaiser . . . . . .
. . . . . . de nieuwe . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . Bètacampus . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
7 7 8 8 8
12 Rondvraag
8
13 Sluiting
8
3
Doelgroep masters
Tobias de Jong introduceert het onderwerp aan de hand van de stellingen in de toelichting. Martijn stelt voor om alle masteractiviteiten van tevoren te plannen, waardoor je als bestuurder niet vergeet wat aan die mensen te doen, en bovendien je als master ook duidelijkheid kunt krijgen over wat wij als vereniging doen. Jeroen merkt op dat er de drie soorten master zijn: masters die als bachelor De Leidsche Flesch hebben leren kennen, Nederlandse instromers en buitenlandse instromers. Hij vraagt zich af of alle masters wel de behoefte hebben aan een hechte studievereniging? Martijn meent dat zeker buitenlandse masters een beetje binding zoeken. Tobias de Jong ziet dat masters tweederangs leden lijken, omdat bijvoorbeeld voor hen tentamens niet op het bord staan en aftertentamenborrels niet aangeboden worden. Martijn verbaast zich hierover. Jan meent dat dit geen bewust beleid is. Er wordt opgemerkt dat actieve masters mensen mee kunnen trekken. Tobias Kappé meent dat dit een goed idee is, maar voelt niet de behoefte om zijn jaargenoten mee te nemen en ziet dat De Leidsche Flesch van buitenaf een extreem hecht clubje lijkt.
2
Annette denkt dat het mogelijk is om nieuwe masters te lokken met expliciete integratieactiviteiten. Verder merkt ze op dat ze er zelf open voor stsaat, maar dat ze niet de behoefte voelt om hier veel aan te doen. Tobias Kappé zegt wel voor zijn college te willen staan om een activiteit aan te kondigen; maar voelt zich niet geroepen om meer te doen. Martijn suggereert om een vast schema met activiteiten, die goed van tevoren gecommuniceerd wordt. Dit helpt voor de masterbinding en als stok achter de deur voor de Assessor Masters. Tobias Kappé melt dat hij de taal van de vereniging ter tafel wil laten komen. Zie hiervoor sectie 11.1. Pim had het idee dat besturen de laatste jaren te weinig geprobeerd hebben masters te bereiken, doordat het idee leefde dat het toch nooit lukt. Hij denkt dat pubquizzen en barbecues beter gepromoot zouden kunnen worden. Hij trekt bijvoorbeeld vaak zijn groep mee naar dergelijke activiteiten en de andere masters vinden het zeker ook leuk. Masters zitten echter niet te wachten op karige activiteiten. Er is bijvoorbeeld ook elke week een borrel in de Kaiserlounge, waardoor masters niet naar de FooBar komen, aangezien dit verder weg en duurder is. Hij denkt dat er zeker meer masters naar de FooBar zouden komen als er goedkoop eten of drank wordt aangeboden, want masters hebben over het algemeen geen geld. Nigel vertelt dat het bij Natuurkunde op een gegeven moment was opgezet om de groep masters bier te geven vanuit de opleiding en dan gingen ze samen pannekoeken bakken. Dit werkte ook beter omdat het in het Huygens was. Blijkbaar is er wel geld voor vanuit de opleiding Natuurkunde. Pim vertelt dat ze om de donderdag een borrel houden met hun mastergroep in het gebouw. De masters hebben dus wel interesse in leuke en goedkope borrels. Nigel merkt op dat dit zeker geen avondvullend programma hoeft te zijn. Daar hebben masters geen tijd voor en geen zin in. Hij denkt dat het het beste zou werken als er vanaf het begin van het jaar een maandelijks activiteit werd georganiseerd. Dan moeten ze de weg op een gegeven moment wel weten te vinden. Erik vertelt dat er over twee weken een activiteit met oud-hollandse spellen wordt georganiseerd. Zo hoopt het bestuur ook internationale studenten te trekken. Nigel merkt op dat hoe kaziger de activiteiten zijn, hoe beter. Internationale masters vinden het leuk om te zien hoe het hier gebeurt. Hij raadt verder aan om mensen te zoeken die als aanspreekpunt per studie kunnen dienen.
4
Studieondersteunende activiteiten
Bert vertelt dat die agendapunt bedoeld is om de vraag of we de (in de toelichting gegeven) studieondersteunende activiteiten moeten blijven doen in plaats van via de opleidingen. Martijn stelt dat het inderdaad een goed idee is om dit betaald door de opleidingen te doen, en dat we prima hiervoor de mensen kunnen leveren, maar dat dit hun zaak is. Tobias Kappé merkt op dat wij een goede signalerende rol hebben, omdat wij in de bar zijn en kunnen horen dat mensen hun vakken moeilijk vinden. Jeroen vraagt zich af of wij bij betaling niet te veel van de rol van de opleidingen overnemen, en dus het ALV verwijt juist meer in de hand speelt. Bert spreekt dit tegen; op het moment dat de opleiding ook financieel bijspringt trekken zij daadwerklijk op papier weer naar zich toe. Tobias Kappé merkt op dat indien activiteiten structureel organiseren, wij dit vooral terug moeten schuiven naar de opleidingen, zeker wanneer dit een verplicht onderdeel is van een vak.1 Afsluitend wordt opgemerkt dat een eventueel langetermijnbeleid voor dit onderwerp zou behelzen dat alle activiteiten die we naar de opleidingen doen, we naar de opleidingen moeten schuiven. Martijn wil graag het nog even hebben over wie activiteiten als een BLOD2 organiseert. Tobias de Jong merkt op dat dit alinea twee van de toelichting is. Desondanks is het een interessant idee om dit naar 1 LAT X-workshop bij onderzoeksvaardigheden. E 2 Bachelor LoopbaanOriëntatieDag
3
een kleine commissie te schuiven. Over de boekenactie de boekenactie wordt besloten niet verder te bespreken, omdat hier weinig over te discussiëren valt. Een studievereniging moet immers een boekenactie doen.
5 5.1
Structuur van de vereniging Langetermijn beleidsplan
Tobias Kappé vraagt wat de toekomst is van het te zijne langetermijnbeleid. Tobias de Jong antwoordt dat het beleid niet voor altijd is, maar dat – indien noodzakelijk – het bestuursbeleid af kan wijken van het langetermijnbeleid. Martijn merkt op dat tweejaarlijks herevalueren van een langetermijnbeleid een goed idee is. Verder merkt hij op dat hij de stuurgroep erin vertrouwt dat ze hierover nadenken. De stuurgroep meldt het vertrouwen te waarderen.
5.2
Onderscheid commissie, dispuut, gilde
Er is niet heel veel schreven over definities van deze drie categoriën. Disputen moeten bijdragen aan het doel van de vereniging, gilden zijn ondersteunend en commissies organiseren activiteiten. Er wordt gesproken over het eetgilde/de kookcommissie, die te los-vast wordt indien het een gilde genoemd wordt. Hier wordt tegeningeworpen dat gilden niet los-vast hoeven te zijn; het ICT-gilde is namelijk redelijk vast. Het magische ingrediënt lijkt regelmatig samenkomen te zijn. Daarnaast is de kookcommissie niet de enige kandidaat om een gilde te worden; de frietcie is ook op die lijst. Er wordt geopperd dat het bestuur moet zorgen dat er meer mensen actief worden, al dan niet in commissies. Daarnaast presenteert de stuurgroep het idee om de looptijd van een aantal commissies te verlengen tot het instellen van de volgende commissie. Hiervoor zijn in ieder geval de Excursiecommissie en de Feestcommissie kandidaat. Andere commissies kunnen overwogen worden, maar daar moet wel goed naar gekeken worden. In 312 wordt gesproken over de oorspronkelijke definitie van gilden. Het verschil is namelijk vaak onduidelijk en de definitie van een dispuut staat in het HR, maar deze definitie is enorm abstract. Pim vraagt of het klopt dat het voor een dispuut voldoende is om een bestuur en statuten te hebben. Dit blijkt zo te zijn, zolang er maar een open activiteit per jaar georganiseerd wordt. Heleen denkt dat vooral het verschil tussen een commissie en gilde onduidelijk is. Pim vertelt dat een gilde oorspronkelijk bedoeld was als een groep mensen die een gezamenlijk hobby hebben. Door deze mensen bij elkaar te brengen, zouden ze iets samen kunnen doen op dit gebied. Om vervolgens iets terug te doen voor de vereniging, aangezien ze geld krijgen, zouden ze kunnen helpen bij activiteiten. Velen die vandaag aanwezig zijn, horen deze uitleg voor het eerst. Heleen merkt daarnaast op dat het moeilijk is om met de groep iets leuks te gaan doen, omdat je nooit met zijn allen samen gaat zitten om een activiteit te bedenken. Erik vindt dat de definitie duidelijker opgeschreven moet worden, zodat men ervan op de hoogte is wat het doel is van een gilde. Pim merkt op dat de vorige stuurgroep dit al duidelijk heeft gedefinieerd, maar dat niemand ooit nog naar die definitie heeft gekeken. Erik stelt voor om ervoor te zorgen dat men op de hoogte blijft door bijvoorbeeld goed op de Assessor Intern over te dragen wat de definitie is van een gilde en hoe hij of zij vervolgens het beste een gilde op kan richten. Tineke merkt op dat ze als grafisch gildemeester nu het idee heeft dat ze alleen iemand is die achter alle leden aan moet zitten om voor elkaar te krijgen dat er posters worden gemaakt. De definitie was dus ook niet bekend bij de gildemeesters. Heleen merkt op dat dit komt doordat de Assessor Intern, oftewel Koen, deze definitie ook niet kende. Er zal voor gezorgd worden dat dit in het vervolg wel bij de Assessor Intern bekend is. Pim zou hiernaast graag zien dat er meer workshops georganiseerd worden. Sarah denkt ook dat dit een goed idee is, omdat de gildeleden elkaar hierdoor beter kunnen leren kennen, zodat iedereen ook eerder 4
zijn verantwoordelijkheid pakt als er iets voor het gilde moet gebeuren. Heleen merkt op dat gildes dus ook niet alleen samen hoeven te komen om met dingen bezig te gaan die gericht zijn op het onderwerp van het gilde, maar dat het juist ook leuk zou zijn om met het gilde een keer samen te gaan eten en elkaar goed te leren kennen. Sarah denkt dat het verder belangrijk is om beter op commissies over te brengen dat het heel logisch is om gildeleden die helpen een bedankje te geven. Erik heeft het idee dat het nu wel goed gaat qua gratis drankje of gratis eten voor gildeleden. Sarah merkt op dat het ook leuk zou zijn als commissies de persoon die geholpen heeft achteraf een mail sturen om nogmaals de bedanken. Ook zouden gildeleden zich meer gewaardeerd voelen als het gratis drankje of de maaltijd echt vanuit de commissie wordt aangeboden en dat het gildelid er niet zelf om hoeft te vragen. Dit voelt namelijk vaak ongemakkelijk voor gildeleden. Heleen bevestigt dat het voor gildeleden belangrijker is dat er op een manier dank wordt uitgesproken naar hen toe dan om iets gratis te krijgen. Het gaat niet om het geld, maar om het gevoel echt iets te hebben bijgedragen. 5.2.1
Disputen
De vraag bij dit onderwerp is of we als De Leidsche Flesch disputen moeten hebben. Disputen hebben de mogelijkheid om de evreniging enorm gesloten te laten, maar het biedt ook prima de vorm van het contact. Wat eventueel extra beleid zou zijn, is om te vereisen dat bij de oprichting hun statuten langs een ALV sturen of in ieder geval vertellen wat ze doen en waar ze voor staan. Hier is geen consensus over.
5.3
Structuur Algemene Ledenvergadering
Tobias de Jong legt uit dat de algemene ledenvergadering van De Leidsche Flesch vervelend zijn. Het specifieke voorbeeld hierin is de voorzitter. Dat is nu volgens de statuten de praeses van het bestuur. In diens afwezigheid is dit de vice-praeses van het bestuur en in diens afwezigheid het oudste aanwezige lid. Idealiter is de voorzitter van de ALV geen partij in de discusse; dit maakt discussies namelijk makkelijker. De praeses van het bestuur moet – in de huidige opzet – zowel de orde van de vergadering bewaren als het beleid van de afgelopen periode verdedigen. Dit kan voor conflicten en wanorde zorgen. Er wordt opgemerkt dat de voordelen van een onafhankelijke bestuurder niet heel groot zijn, maar er wel een statutenwijziging voor vereist is. Het voorstel is om dit in het achterhoofd te houden voor de volgende keer dat de statuten gewijzigd worden.
5.4
RvS
Bert meldt namens de stuurgroep niet echt een voorbereide discussievraag te hebben bij dit agenda punt. Martijn vindt het geinig om in de spotlight te staan.
6
Bedrijfsactiviteiten Natuur- en Sterrenkunde
Martijn suggereert mensen beter in te lichten over het soort menen die bij een bedrijfsactiviteit welkom zijn; Tobias Kappé antwoordt dat dit de poel van bedrijfskandidaten wat klein maakt en daar we onszelf mee in de vingers snijden. Het is misschien een goed idee om waar relevant expliciet te vermelden dat activiteiten ook geschikt zijn voor Natuurkunde- en Sterrenkundestudenten. Pim zegt dat hij weinig naar bedrijfsactiviteiten gaat, omdat de consultancy hem niet zo trekt. Ivar suggereert dat het misschien een mogelijkheid is om met minder genoegen te nemen als het over activiteiten gaat met interessante bedrijven gaat.
5
7
Eerstejaarsweekend
Het eerstejaarsweekend is over het algemeen hetzelfde als het jaar ervoor. Dit wijt men deels aan het feit dat het een commissie gevuld met eerstejaarsstudenten is, met twee ouwe lullen die voornamelijk de fouten in hun eerstejaarsweekend proberen te corrigeren. Er wordt gesteld dat het een goed weekend is. Bert vraagt zich af of wij niet een hele groep die we buitensluiten door de hele tijd onder een ”strak regime” te leven. Martijn antwoordt dat dit mogelijkerwijs zo is, maar dat onze vorm geschikter is voor het soort mensen dat De Leidsche Flesch bij haar studie aantreft. Annette en Minke denken dat het een goed idee is dat er ouwe lullen in de EJC komen die niets met de vorige commissie te maken hebben. Martijn merkt op dat de term ouwe lullen weg kan; laat die mensen vooral productief commissielid zijn. In zaal 312 oppert Nigel ook dat het weekend mogelijk minder verplichtingen en vroeg opstaan zou kunnen hebben, en meer de kant van een ledenweekend op zou kunnen gaan. Tineke vindt het juist fijn zo, en gelooft dat je op deze manier mensen lekker kennis laat maken. Rinse vraagt zich af of dit karakter niet de meer nerderige eerstejaars kan schrikken (iets in zaal 174 precies andersom geïnterpreteerd is) omdat hij ziet dat er nadruk ligt op borrelen en ontgroeningstaferelen. Nigel bevestigt dat het intimiderend over kan komen dat ouderejaars vaak al dronken aankomen op vrijdagavond. Tineke meent dat het afschrikken meer kan komen door het introduceren van een dusdanig grote groep. Verlegen mensen zitten dan mogelijk al aan hun taks, alleen al door de bonte avond. Sarah vraagt zich af of het dan niet een goed idee is om deze mensen vrij te stellen van de bonte avond. Tineke is hier tegen; het kan goed izjn om voor het blok gezet te worden. Samenvattend lijkt het dus niet nodig om de hele organisatie om te gooien, maar er moet goed gekeken hoe er met verlegen en minder expressieve mensen omgegaan wordt.
8
Stichtingen
N.B. Dit onderwerp is enkel in zaal 312 besproken. De Leidsche Flesch beschikt momenteel over twee stichtingen: FMA en Impact. FMA is recent opgericht voor PLANCKS en daarna kan het zeker ook nog voor andere grote evenementen zoals het BAPC gebruikt worden. Impact is ooit opgericht voor de Eureka!. Hiervoor wordt hij echter niet meer gebruikt, omdat de betaling via Communicatie en Marketing loopt. Het is daardoor een loze stichting geworden. De statuten moest dusdanig uitgebreid worden aangepast om bruikbaar te zijn voor PLANCKS dat het goedkoper was om een nieuwe stichting op te richting. Pim stelt vor om de stichting Impact op te heffen. Dit schijnt duur te zijn3 , maar Simone stelt voor om haar toch op te heffen indien het behouden duurder is. Stichting FMA wordt nu voor PLANCKS gebruikt. De vraag is wat we doen qua bestuur van de stichting als De Leidsche Flesch in een jaar geen groot evenement organiseert. Men is het erover eens dat het dan het beste is als er dan alleen bestuursleden van De Leidsche Flesch bestuursleden van de stichting worden. Nils merkt dat er nog een ander probleem is. PLANCKS probeert De Belastingdienst namelijk te overtuigen dat de stichting belasting af moet dragen, omdat dat voor hen voordelig zou zijn. Het verzoek is vooralsnog afgewezen, omdat PLANCKS weinig sponsorgeld krijgt, maar BAPC draait bijvoorbeeld wel bijna volledig op sponsorgeld. Voor een evenement als de studiereis zou het echter onhandig zijn als we belasting af moeten dragen. Heleen merkt op dat de studiereis waarschijnlijk sowieso niet onder de stichting kan komen te vallen, omdat in de statuten van FMA staat dat het een stichting is voor bètawetenschappelijke activiteiten. Pim zou graag meer willen weten over de statuten en de doelen van de stichting. Erik belooft dat de stuurgroep en het bestuur daar dingen over uit zullen zoeken. Pim zou graag zien dat er verslag van de PLANCKS-commissie op de ALV komt over hoe het zit met de stichting. 3 Een
vlugge internetstudie leert dat dit bij benadering e400 moet kosten.
6
9
Informatica en Economie/Biologie
Martijn vraagt zich af of er genoeg enthousiasme leeft onder I&E om een tweede, meer studiegerelateerde commissie op te richten. Jan antwoordt dat er een nog net iets te kleine groep is, maar dat er eentje heel graag in de studiereiscommissie gaat. In 312 is meer gesproken over de toekomst. Er wordt geopperd om de studenten Informatica & Economie bij een studievereniging in Rotterdam onder te brengen. Dit is echter al eens gebeurd, en die studievereniging4 is ter ziele gegaan. Verder wordt er binnen het VerO in Den Haag gesproken over de mogelijkheid om de studenten aldaar een ruimte te geven waar ze kunnen rondhangen en studeren. Het lijkt de zaal een goed idee als I&E een eigen studievereniging op zou richten. Nils stelt voor om ze eerst om te dopen tot een dispuut. Pim lijkt dit gevaarlijk, omdat er zo een precedent geschapen is voor disputen om een eigen vereniging te worden. Hij vindt hierom dat het beter zou zijn om meteen af te sturen op een eigen vereniging. Heleen merkt op dat het wel makkelijk is dat ze dan al een bestuur hebben dat al enige tijd ervaring heeft met hun taak.
9.1
Informatica en Biologie
Martijn vraagt zich af of we niet iets van een dubbellidmaatschap met de Leidse[sic] Biologen Club. Bert antwoordt dat dat niet heel erg van toepassing zal zijn; de nieuwe studenten krijgen immers net als de studenten I&E een bachelor Informatica. Verder meldt Tycho dat hij mogelijkheden ziet voor bedrijfscontacten in het Bio Science Park. Tobias de Jong merkt op dat Tycho geld ruikt. In 312 leert men dat er nu al overleg is tussen LBC en De Leidsche Flesch. Jeroen van Doorn merkt op dat er goed gekeken moet worden naar hoe de boekenactie gaat werken. Verder lijkt het goed om deze studenten volgens de normale weg te integreren in De Leidsche Flesch.
10
Honderdjarig bestaan De Leidsche Flesch
N.B. Dit onderwerp is enkel in zaal 312 besproken. Er wordt al sinds vorig jaar geld apart gespaard voor het honderdjarig bestaan van de vereniging. Nigel oppert dat ver van tevoren geformeerd zou worden, opdat zij voldoende de tijd hebben om iets groots neer te zetten. Simone zou graag zien dat er in ieder geval iets voor de alumni gedaan moet worden tijdens de festiviteiten. Nigel en Jeroen van Doorn komen samen tot het idee van een Fleschtival.
11 11.1
W.V.t.T.K. Taal van de vereniging
N.B. Dit onderwerp is enkel in zaal 174 besproken. Tobias Kappé vraagt zich af of het omwille van de binding met de buitenlandse studenten het misschien een idee is om de hoofdtaal van de vereniging in Engels te veranderen, of om communicatie als de weekmail in het Engels te vertalen. Bert is hierop tegen zolang de voertaal van de bachelorstudies Nederlands is. Hetzelfde afschrikken dat Nederlands op buitenlandse masterstudenten heeft, kan Engels immers op bachelorstudenten hebben. De rest van de zaal ziet hier ook niet heel veel heil in. 4 Te
weten Vrisbi
7
11.2
Natuur- en Sterrenkunde op de nieuwe Bètacampus
N.B. Dit onderwerp is enkel in zaal 312 besproken. Men vraagt zich af wat er met De Leidsche Flesch moet gebeuren als Natuur- en Sterrenkunde al over zijn naar de nieuwe campus en Wiskunde en Informatica nog enige tijd in het Snellius achterblijven. De nieuwe Flesschekamer zou in het middeldeel van de Bètacampus moeten zijn dat al eerder klaar is. In ieder geval moet het bestuur, op het moment dat de vereniging geografisch geplitst is, in zowel 301 als in de nieuwe campus zitten. Nigel merkt op dat er goed voorbereid moet worden hoe dit met de ICT-infrastructuur moet gaan werken. Daarnaast is er nog geen duidelijkheid over waar alle huidige Flesch-eigendommen moeten gaan blijven. De studieverenigingen moeten gaan samenwerken op de nieuwe campus. Nigel merkt op dat dit in Enschede goed werkt, waar iedereen een eigen hokje heeft maar voorzieningen als banken en koffie gedeeld worden. De verenigingen zijn daar ook nog steeds gescheiden.
11.3
Formatiecommissie
N.B. Dit onderwerp is enkel in zaal 312 besproken. Zes jaar geleden is de Formatiecommissie zoals wij deze nu kennen, ingevoerd. Daarvoor moest je je altijd als vriendengroep opgeven als nieuw bestuur bij de ALV. De vraag is of de huidige formatie onafhankelijk genoeg gebeurt en of het aangenaam is voor de kandidaten. Hoewel de huidige situatie als goed wordt beschouwd, vraagt Simone zich af of het niet een mogelijkheid is om te verplichten dat er een ouderejaars in de commissie plaatsneemt die geen oud-bestuur is en die ver van de kandidaten afstaat. Pim werpt hier tegenin dat dit betekent dat het bestuur hiernaar op zoek zou moeten gaan als zo’n dergelijke aanmelding niet voorhanden is. Dat zou het nut voorbijschieten. Men besluit dat er geen verandering nodig is.
11.4
L.A.D. F. Kaiser
N.B. Dit onderwerp is enkel in zaal 312 besproken. Kaiser is één van de twee disputen die momenteel onder De Leidsche Flesch vallen. Pim wil graag weten hoe het momenteel gaat met de communicatie tussen Kaiser en De Leidsche Flesch. Hij merkt op dat het misschien beter is als het bestuur hier op de ALV verslag van doet. Erik zegt dit toe.
12
Rondvraag
• Nigel vraagt wat er gebeurt met de uitslagen van deze middag. Erik antwoordt dat de stuurgroep volgende week weer een vergadering heeft waarin de resultaten worden besproken. Vervolgens zal er bij de ALV verslag gedaan worden. Ook wil de stuurgroep hierna nog een enquête maken. Nigel waarschuwt dat het heel moeilijk is om een goed enquête te maken. Erik vraagt of hij nog een specifiek voorstel heeft voor de stuurgroep. Nigel zou graag zien dat er meer discussiemiddagen georganiseerd worden. • Nigel wil ook graag weten of er nog een plan van aanpak komt. Erik bevestigt dit. • Pim raadt het aan om eens met een paar mensen te gaan praten die expliciete meningen hebben over bepaalde onderwerpen. Dit kan als ondersteuning bieden voor een volgende discussiemiddag. • Nils merkt op dat hij door deze middag er zin in heeft gekregen om de statuten aan te passen.
8
13
Sluiting
De discussiemiddag sluit om 18:13.
9