Landelijke Kwalificaties MBO

Landelijke Kwalificaties MBO

Sector: Orde en veiligheid Branche: Beveiliging Beroepengroep: Particuliere beveiliging Versie 2008-2009

Particuliere beveiliging 2008-2009

2

Inhoudsopgave Inleiding ................................................................................................................................................. 4 Deel A: Beeld van de beroepengroep................................................................................................. 5 Deel B: De kwalificaties ....................................................................................................................... 8 1. Inleiding........................................................................................................................................... 8 2. Algemene informatie ....................................................................................................................... 8 2.1 Colofon ...................................................................................................................................... 8 2.2 Formele vereisten...................................................................................................................... 9 2.3 Typering Beroepengroep......................................................................................................... 10 2.4 Loopbaanperspectief............................................................................................................... 11 2.5 Trends en innovaties ............................................................................................................... 12 3. Overzicht van het kwalificatiedossier ............................................................................................ 15 4. Beschrijving van de uitstromen ..................................................................................................... 17 4.1 Beveiliger................................................................................................................................. 18 4.2 Mobiel surveillant..................................................................................................................... 20 4.3 Persoonsbeveiliger.................................................................................................................. 22 4.4 Winkelsurveillant ..................................................................................................................... 24 4.5 Coördinator beveiliging............................................................................................................ 26 5. Beschrijving van de kerntaken ...................................................................................................... 28 5.1 Kerntaak 1 Houdt preventief toezicht op de veiligheid............................................................ 28 5.2 Kerntaak 2 Treedt repressief op.............................................................................................. 30 5.3 Kerntaak 3 Voert dienstverlenende werkzaamheden uit ........................................................ 32 5.4 Kerntaak 4 Beveiligt personen ................................................................................................ 33 5.6 Kerntaak 6 Rapporteert en draagt bij aan plannen ................................................................. 37 6. Totaal overzicht proces-competentie-matrices ............................................................................. 39 6.1 Proces-competentie-matrix 1 Houdt preventief toezicht op de veiligheid ............................... 40 6.2 Proces-competentie-matrix 2 Treedt repressief op ................................................................. 41 6.3 Proces-competentie-matrix 3 Voert dienstverlenende werkzaamheden uit............................ 42 6.4 Proces-competentie-matrix 4 Beveiligt personen.................................................................... 43 6.5 Proces-competentie-matrix 5 Coördineert beveiligingswerkzaamheden ................................ 44 6.6 Proces-competentie-matrix 6 Rapporteert en draagt bij aan plannen .................................... 45 Deel C: Uitwerking van de kwalificaties ........................................................................................... 46 1. Inleiding......................................................................................................................................... 46 2.1 Beveiliger................................................................................................................................. 46 2.2 Mobiel surveillant..................................................................................................................... 63 2.3 Persoonsbeveiliger.................................................................................................................. 72 2.4 Winkelsurveillant ..................................................................................................................... 83 2.5 Coördinator beveiliging............................................................................................................ 97 3. Certificeerbare eenheden ........................................................................................................... 112 Deel D: Verantwoording................................................................................................................... 113 1. Inleiding....................................................................................................................................... 113 2. Proces- en inhoudsinformatie ..................................................................................................... 113 2.1 Betrokkenen .......................................................................................................................... 113 2.2 Verwantschap........................................................................................................................ 114 2.3 Vertaling beroepscompetentieprofielen in kwalificatiedossier............................................... 115 2.4 Discussiepunten .................................................................................................................... 116


3

Inleiding Voor u ligt het kwalificatiedossier Particuliere beveiliging. Dit dossier bestaat uit een aantal onderdelen. In deel A wordt voor alle geïnteresseerden een korte omschrijving gegeven van de beroepengroep en de taken die de beroepsbeoefenaar zoal uitvoert en de competenties die hij/zij daarbij nodig heeft. In deel B, de kwalificaties, worden op hoofdlijnen de diploma-eisen beschreven. Deze eisen geven samen weer wat de gediplomeerde moet kunnen als hij/zij op de arbeidsmarkt start. In deel C wordt een uitwerking gegeven aan hetgeen in deel B is gesteld. Deel C is zowel inhoudelijk als methodologisch aan deel B gekoppeld, er is een één op één relatie tussen respectievelijk de kerntaken, de proces-competentie-matrices en de daarin opgenomen werkprocessen, de certificeerbare eenheden met deze entiteiten in deel C. In deel D wordt verantwoording afgelegd over de totstandkoming van dit kwalificatiedossier. Ook vindt u hier de verwijzingen naar het voor dit dossier relevante bronnenmateriaal. Hieronder vindt u de grafische weergave van de relaties tussen de verschillende elementen van dit kwalificatiedossier. dossier

beeld van beroep

alg. / spec. informatie

typering

trends / innovatie

uitstroom (diploma)

kerntaak

diploma eisen

proces competentie matrix deel A

verantwoording

certificeerb. eenheden

vaste lijst competenties

deel B

deel D werk proces

resultaat

competentie

gedrags componenten

= heeft nul of meerdere

deel C


vakkennis vaardigheden prestatie indicator

4

Deel A: Beeld van de beroepengroep Wat doet een beveiliger? Het werk van een beveiliger bestaat uit drie kerntaken: 1. Hij controleert en surveilleert en zorgt er zo voor dat hij risico’s voortijdig signaleert en op tijd maatregelen kan nemen. Dit heet preventief toezicht houden. 2. Hij handelt als er een incident of calamiteit optreedt. Dat is bijvoorbeeld het geval bij ongevallen, brand en inbraak. Afhankelijk van de aard van het incident of de calamiteit onderneemt hij actie. Als de beveiliger iemand op heterdaad betrapt, kan hij overgaan tot aanhouding van de verdachte. 3. Hij voert dienstverlenende werkzaamheden uit. Hij wijst bezoekers de weg, adviseert mensen over een parkeerplaats etc. Daarnaast ontvangt hij bezoekers vanuit een (portiers)loge, of vanachter een balie. Deze kerntaken zijn opgenomen in de uitstroom Beveiliger. Dit is de basisopleiding die iedere beveiliger moet volgen. Binnen de beveiliging bestaan verschillende specialisaties. Voor een aantal daarvan is een uitstroom in dit kwalificatieprofiel opgenomen. Het betreft: mobiele surveillance, persoonsbeveiliging en winkelsurveillance. Mobiel surveillanten rijden meestal ’s nachts een bepaalde route langs verschillende bedrijven waar ze openen en sluiten en controles uitvoeren. Alarmopvolging is ook een taak van de mobiel surveillant. Persoonsbeveiligers beveiligen een VIP. Zij voeren daartoe preventieve observatie uit, verkennen een situatie voordat de VIP daar aankomt en beveiligen de VIP vervolgens op verschillende manieren. Afhankelijk van de mate van dreiging is de beveiliging meer of minder intensief. Persoonsbeveiligers treden ook op als beveiligingschauffeur, waarbij ze de VIP op een veilige en snelle manier naar zijn bestemming brengen. Winkelsurveillanten werken in een winkel of winkelgebied en houden daar toezicht op de veiligheid. Zo’n surveillant houdt de winkel in de gaten en treedt op bij onregelmatigheden. Het feit dat een winkel een open object is, waar iedereen binnen kan komen, maakt de kans groter dat de winkelsurveillant met agressie en geweld te maken krijgt. Voor beveiligers die een team aansturen is er de uitstroom Coördinator beveiliging. De coördinator is verantwoordelijk voor de veiligheid van een specifiek object en is verantwoordelijk voor de operationele aansturing van een team beveiligers. Daarnaast draagt hij bij aan het opstellen van procedures en plannen, door zijn leidinggevende te informeren en te adviseren; hij kent de situatie ter plaatse namelijk het beste. Indien nodig springt de coördinator bij en voert hij uitvoerende taken uit. Waar werkt een beveiliger? Beveiligers werken bij een bedrijf dat hen detacheert bij een klantbedrijf of werken bij een bedrijfsbeveiligingsdienst. In geval van detacheren werken ze vaak wel langere tijd bij één bedrijf, maar het kan ook zo zijn dat ze steeds ergens anders werken. Beveiligers voeren werkzaamheden uit in kantoren, havens, op vliegvelden, in alarmcentrales, op bedrijventerreinen, in scholen, winkels, musea, ministeries, bij evenementen, als arrestantenbewaker en detentietoezichthouder en als gelden waardetransporteur etc. Bewakers in gevangenissen volgen ook vaak de opleiding Beveiliger aangevuld met interne cursussen. Persoonsbeveiligers met de opleiding uit dit kwalificatieprofiel zullen in het algemeen alleen beveiligingswerkzaamheden uitvoeren in het particuliere domein. Het beveiligen van diplomaten, politici en leden van het koninklijk huis wordt vrijwel alleen gedaan door de marechaussee en de politie.


5

Wat moet een beveiliger kunnen? Juridische eisen De beveiligingsbranche is gebonden aan regelgeving, de zogenaamde Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus. Dit houdt o.a. in dat beveiligers (ook coördinatoren) die werken voor bedrijven die onder die wetgeving vallen over het diploma Beveiliger moeten beschikken afgegeven door de Stichting Vakexamens voor de Particuliere beveiligingsorganisaties (SVPB). Daarna kunnen ze zich eventueel specialiseren of verticaal doorstromen. Overigens mag met het diploma Beveiliger ook gewerkt worden als mobiel surveillant, winkelsurveillant of persoonsbeveiliger. Echter, om ongeuniformeerd te werken is het SVPB-certificaat winkelsurveillance en persoonsbeveiliging weer wel verplicht. Om in de beveiliging te mogen werken, ook om de beroepspraktijkvorming te kunnen doen, is een zogenaamd grijs legitimatiebewijs nodig. Een onderzoek naar de betrouwbaarheid van de persoon uitgevoerd door de politie, de zogenaamde screening, maakt onderdeel uit van de aanvraagprocedure. Het legitimatiebewijs voor beveiligers die in opleiding zijn, de zogenaamde aspirant-beveiligers, is maximaal 1 jaar geldig. Competenties Beveiligers zijn alert zijn op verstoringen en potentiële risico’s en actief in het nemen van maatregelen, treden (ook in hectische situaties) professioneel en zakelijk op, hebben een dienstverlenende instelling, zijn representatief en integer en kunnen mondeling en schriftelijk rapporteren. Beveiligers zijn in staat om ook als er lange tijd niets gebeurt, toch oplettend te blijven. Bij de meeste functies is het van belang om lang te kunnen lopen of staan. Coördinatoren moeten daarnaast in eerste instantie veel ervaring hebben in de beveiliging. De beveiligingsbranche neemt in de regel alleen ervaren beveiligers aan als coördinator. Coördinatoren moeten sterk in hun schoenen staan, goed kunnen organiseren en plannen, moeten streng kunnen zijn maar ook sociaal, heel goed op de hoogte zijn van beveiligingstechnische zaken en weten regelgeving en contacten kunnen onderhouden met mensen op verschillende niveaus.


6

Kwalificaties in beeld

TOEZICHT EN VEILIGHEID (1KP)

PARTICULIERE BEVEILIGING (1 KP)

Toezicht en veiligheid Niveau 3 is in ontwikkeling

Particuliere beveiliging: Coördinator beveiliging *

Niveau 1

Niveau 2

Niveau 3

Niveau 4

VREDE EN VEILIGHEID (1 KP)

Vrede en veiligheid Medewerker vrede en veiligheid

Toezicht en veiligheid Medewerker toezicht en veiligheid

Vrede en veiligheid Assistent vrede en veiligheid

Toezicht en veiligheid Assistent toezicht en veiligheid

-

Particuliere beveiliging: Beveiliger Mobiel surveillant * Persoonsbeveiliger * Winkelsurveillant *

* om te werken in een van deze functies bij bedrijven die vallen onder de Wet Particuliere Beveiligingsorganisaties en recherchebureaus is het diploma Beveiliger noodzakelijk.


7

Deel B: De kwalificaties 1. Inleiding

Voor u ligt Deel B van het kwalificatiedossier Particuliere beveiliging. In dit deel worden op hoofdlijnen de diploma-eisen beschreven voor: I II III IV V

Beveiliger Mobiel surveillant Persoonsbeveiliger Winkelsurveillant Coördinator beveiliging

2. Algemene informatie 2.1 Colofon Onder regie van

Kenniscentrum beroepsonderwijs bedrijfsleven ECABO

Ontwikkeld door

Kenniscentrum ECABO, afdeling Ontwikkeling en Innovatie, in samenwerking met vertegenwoordigers van de branche en het middelbaar beroepsonderwijs Vastgesteld door het bestuur van ECABO op het advies van de Paritaire commissie beroepsonderwijs bedrijfsleven ECABO, op 13 december 2007, te Amersfoort

Verantwoording


8

2.2 Formele vereisten Diploma(s)

In- en doorstroomrechten

Certificeerbare eenheden

Wettelijke beroepsvereisten

Beveiliger, niveau 2 Mobiel surveillant, niveau 2 Persoonsbeveiliger, niveau 2 Winkelsurveillant, niveau 2 Coördinator beveiliging, niveau 3 Voor instroom- en doorstroomrechten worden de wettelijke bepalingen aangehouden zoals vermeld in: de Doorstroomregeling VMBO-Beroepsonderwijs (ministerie van OCW, 2003) WEB: Wet educatie en beroepsonderwijs (Staatsblad 501, 31 oktober 1995) WHW: Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, stb. 1992, 593) Wpbr: Wet Particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus (incl. de bijbehorende Regeling en Circulaire) geen Omschrijving

nee ja nee X ja - In dit kwalificatiedossier is gebruik gemaakt van het referentiedocument (Moderne) Vreemde talen en Nederlands (herziene versie 2.0, februari 2007). - Onlosmakelijk met dit kwalificatiedossier verbonden is het Brondocument Leren, Loopbaan en Burgerschap (april 2007). De kwalificatie-eisen die in dit brondocument worden beschreven vormen samen met de diplomavereisten in dit kwalificatiedossier de wettelijke basis voor het onderwijs. Het brondocument is te vinden op www.coordinatiepunt.nl - De volgende BCP’s vormen de basis voor dit dossier: - Beveiliger (25 maart 2004) - Mobiel beveiliger (25 maart 2004) - Persoonsbeveiliger (25 maart 2004) - Winkelsurveillant (25 maart 2004) - Coördinator beveiliging (25 maart 2004)

X

Branchevereisten Bron- en referentiedocumenten


9

2.3 Typering Beroepengroep

Sector en Branche De beveiligingsberoepen maken deel uit van de orde- en veiligheidsberoepen. De andere branches binnen deze sector zijn de Publieke veiligheid en Defensie. Het kwalificatieprofiel richt zich op het beroep van beveiliger binnen de particuliere beveiligingsbranche. Het kwalificatieprofiel bestaat uit vijf uitstromen. Een van de uitstromen is Beveiliger. Deze uitstroom moet door iedereen die als beveiliger wil werken in een organisatie die valt onder de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus verplicht gevolgd worden. Context Beveiligers werken bij bedrijfsbeveiligingsdiensten of zijn in dienst van particuliere beveiligingsorganisaties die ze plaatst bij een opdrachtgever. Beveiligers werken bij allerlei soorten bedrijven en organisaties, van olieraffinaderijen tot ministeries. Zij kunnen werkzaam zijn als objectbeveiliger, mobiel surveillant, persoonsbeveiliger, winkelsurveillant, detentietoezichthouder, evenementenbeveiliger, gelden waardetransporteur etc. Voor deze beroepen, behalve voor evenementenbeveiliger, is het diploma Beveiliger vereist als het werk valt onder de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus. Voor evenementenbeveiliger bestaat een branchecertificaat. Voor mobiele surveillance, persoonsbeveiliging en winkelsurveillance zijn uitstromen opgenomen in dit profiel. Op niveau 3 is er de uitstroom Coördinator beveiliging, bedoeld voor teamleiders en objectcoördinatoren in de particuliere beveiliging. Aard van de werkzaamheden Beveiligers houden toezicht op de veiligheid, de bedrijfsregels en/of weten regelgeving. Ze signaleren gevaarlijke of ongewenste situaties en nemen adequate maatregelen. Hoewel de beveiliger voornamelijk preventief toezicht houdt, is het soms ook nodig om repressief op te treden. Hierbij kan gedacht worden aan het optreden bij brand, veelvoorkomende criminaliteit en ongevallen. De beveiliger probeert de schade dan te beperken en roept indien nodig de hulp van anderen in. Beveiligers werken alleen of in teamverband, zowel overdag als ’s nachts. De coördinator beveiliging heeft de operationele leiding over de beveiliging en/of controle van een gebouw, een cluster van gebouwen, een terrein of alarmcentrale. Hij heeft de taak ervoor te zorgen dat de beveiligingsdiensten zo goed mogelijk worden uitgevoerd, conform de afspraken/het beveiligingsplan. Hij stuurt een team van beveiligers aan. Hij schrijft werkinstructies en draagt bij aan beveiligings- en veiligheidsplannen en aan rapportages die het management moet opleveren. Essentiële beroepshouding Kernproblemen van het werk zijn gelegen in de combinatie van dienstverlening en controle, preventie en repressie, klantvriendelijkheid en overwicht. Beveiligers dienen integer, hulpvaardig en waakzaam te zijn, doortastend op te kunnen treden en een representatief voorkomen te hebben. Ze moeten alert blijven, ook als er lange tijd niets gebeurt en zich verantwoordelijk voelen voor de veiligheid. Een dienstverlenende instelling hebben is daarbij erg belangrijk.


10

2.4 Loopbaanperspectief Beveiliger: De beveiliger kan zowel horizontaal naar specialistenfuncties doorstromen als verticaal naar meer leidinggevende functies. Een passende opleiding hiervoor binnen het mbo is Coördinator beveiliging. Mobiel surveillant: De mobiel surveillant kan doorgroeien naar de functie van alarmopvolger, teamleider, hoofdbeveiliger, coördinator, planner etc. Een passende opleiding hiervoor binnen het mbo is Coördinator beveiliging Persoonsbeveiliger: De persoonsbeveiliger kan, afhankelijk van de grootte van het bedrijf, doorstromen naar de functie van leidinggevende of naar een coördinerende functie. Hiervoor bestaat geen mbokwalificatie, bedrijven maken gebruik van (vaak buitenlandse) trainingen en opleidingen. Winkelsurveillant: Winkelsurveillanten kunnen doorgroeien naar de functie van leidinggevende/coördinator of deel uit gaan maken van een mobiel interventieteam. Voor coördinator is coördinator beveiliging geschikt. Voor inhoudelijke specialisatie binnen de winkelsurveillance bestaat geen mbokwalificatie. Coördinator beveiliging: De coördinator beveiliging kan binnen de beveiliging doorgroeien naar de functie van unitassistent, unitmanager, regiomanager, ondernemer, beveiligingsadviseur en veiligheidsadviseur. Voor geen van deze functies/beroepen bestaat een mbo-kwalificatie. Een doorgroeifunctie buiten de beveiliging is facilitair manager. Hiervoor is de mbo-kwalificatie Facilitair manager geschikt. Doorstroom naar het HBO: Relevante hbo-opleidingen zijn Integrale veiligheidskunde of Integrale veiligheidszorg. Geen van de uitstromen biedt echter formeel toegang tot het hbo. Een mogelijke leerroute kan zijn om eerst een niveau 4 diploma te behalen in bijvoorbeeld Facilitair management of Sociaal juridische dienstverlening en vervolgens door te stromen naar genoemde opleidingen.


11

2.5 Trends en innovaties Hieronder worden enkele, voor de in dit kwalificatiedossier beschreven beroepen relevante ontwikkelingen beschreven. Het gaat hierbij om ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en de beroepspraktijkvorming, ontwikkelingen in wetgeving en overheidsregulering en ontwikkelingen in de beroepsuitoefening zelf (b.v. technologische veranderingen of marktontwikkelingen in de sector). Deze ontwikkelingen worden beschreven om instellingen daarmee de mogelijkheid te bieden in de opleiding al rekening te houden met toekomstige veranderingen in de beroepsuitoefening.

Arbeidsmarkt en Beroepspraktijkvorming

Ontwikkelingen algemeen - De beveiligingsbranche is in de afgelopen decennia flink gegroeid. Verklaringen hiervoor kunnen zijn: toenemende gevoelens van onveiligheid, de verstedelijking in combinatie met ‘eigen verantwoordelijkheid’ van ondernemers voor de veiligheid, economische ontwikkeling, overheidsbeleid (publiek-private samenwerking), een dalend vertrouwen in de politie, de professionalisering van de branche. - De Nederlandse markt wordt gedomineerd door drie zeer grote beveiligingsbedrijven die gezamenlijk 70% van de werknemers in dienst hebben. - In 2005 werkten er ca. 28.000 mensen (23.630 fte’s) in de particuliere beveiliging. Ontwikkelingen arbeidsmarkt - Jaarlijks voert ECABO een onderzoek uit naar de arbeidsmarktontwikkelingen en de beschikbaarheid van BPV-plaatsen. Het rapport ‘Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs 2006-2007’ is te vinden is op www.ecabo.nl. - Ten opzichte van de afgelopen jaren verbetert het arbeidsmarktperspectief voor beveiligingspersoneel. De branche verwacht vanaf 2006 een groeiende vraag naar personeel. Deze vraag betreft met name algemeen beveiligers, winkelsurveillanten en mobiel surveillanten. - Baanopeningen (uitbreidingsvraag + vervangingsvraag) voor de beveiliging zijn verspreid over heel Nederland, maar er is een sterke concentratie in de Randstad (vooral in het district Midden-West). - Voor de coördinator beveiliging is de kans matig dat alle werkzoekende gediplomeerden een passende arbeidsmarktplaats vinden in het verlengde van hun opleiding. Ontwikkelingen beroepspraktijkvorming - De beschikbaarheid van BPV-plaatsen heeft betrekking op zowel de kwantiteit als de kwaliteit. - Sinds de invoering van de WEB zijn de activiteiten er vooral op gericht te zorgen voor voldoende BPV-plaatsen. Deze zijn opgenomen in het bedrijvenregister. In kwantitatieve zin zijn voldoende bedrijven beschikbaar. Het bedrijvenregister is te raadplegen via www.ecabo.nl. Over de beveiligingsopleidingen wordt in de arbeidsmarktmonitor


12

Wetgeving en regelgeving

gezegd dat er voor Beveiliger een evenwicht te verwachten is tussen vraag en aanbod van BPV-plaatsen. Voor de uitstroom Coördinator beveiliging geldt dat er sprake is van een geringe overschrijving van deelnemers, hetgeen enige druk legt op de beschikbaarheid van BPV-plaatsen voor BOL deelnemers. - M.b.t. de uitvoering van en de controle op de BPV is door het ministerie van Justitie aanvullende regelgeving gepubliceerd, die niet verandert door de invoering van de competentiegerichte kwalificatiestructuur. Nationale weten regelgeving - Beveiligers die werken bij een organisatie die valt onder de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus, moeten in het bezit zijn van een beveiligingsdiploma zoals genoemd in die wet (Wpbr) en de bijbehorende Regeling (Rpbr). Dit is het diploma Beveiliger uit dit kwalificatieprofiel en het is alleen geldig als het is afgegeven door de Stichting Vakexamens Particuliere Beveiligingsorganisaties (SVPB). Verder zijn de certificaten Persoonsbeveiliging en Winkelsurveillance opgenomen in de Rpbr. Deze certificaten geven, onder aanvullende voorwaarden, het recht om in burger te mogen werken. In de Rpbr is tevens het certificaat Event Security Officer opgenomen. De Wpbr is in 2007 geëvalueerd. De aanbevelingen die zijn gedaan aan de politiek lijken in eerste instantie geen directe consequenties voor de beveiligingsopleidingen te hebben. - In de Wpbr is de regeling Kwaliteitsbevorderende dienstverlening opgenomen. Deze houdt in dat ECABOadviseurs de kwaliteit van leerbedrijven controleren en bevorderen. Deze dienstverlening wordt betaald door het opleidingsfonds van de beveiligingsbranche (SOBB) en door de leerbedrijven. Voor beveiligers die in opleiding zijn betekent dit een betere kwaliteit van hun beroepspraktijkvorming. Jaarlijks worden de punten waarop de KBD zich richt geëvalueerd en bijgesteld. - De CAO Particuliere Beveiliging 2007-2009 kent een aantal artikelen die verband houden met de beveiligingsopleidingen. Internationale weten regelgeving - De Europese Commissie is van mening dat private beveiliging in Nederland zo streng gereguleerd is dat de vrije dienstverlening binnen Europa in gevaar komt. Daarom is er is een procedure opgesteld om te beoordelen of in het buitenland gediplomeerde beveiligers in Nederland in de particuliere beveiliging mogen werken, eventueel met aanvullende opleiding en examinering. - Op Europees niveau wordt door beveiligingsbedrijven geprobeerd om de regelgeving omtrent particuliere beveiliging op één niveau te brengen. Dit zou het makkelijker maken voor beveiligers om in het buitenland te werken. Vooralsnog is niet te zeggen of en zo ja op welke termijn dit consequenties zal hebben voor de Nederlandse beveiligingsopleidingen.


13

Ontwikkelingen in de beroepsuitoefening

Algemene ontwikkelingen in de beroepsuitoefening - Een belangrijk thema voor de toekomst is de uitbreiding van het takenpakket van de beveiliger. Particuliere beveiligers gaan steeds meer werkzaamheden uitvoeren in de openbare ruimte. De politiek staat steeds positiever tegenover deze ontwikkeling en ook de VNG is welwillend. Particuliere beveiligers werken al als parkeercontroleur en als beveiliger in het openbaar vervoer. Voor sommige van deze functies is het BOA-certificaat verplicht, het certificaat dat het Ministerie van Justitie verplicht stelt aan nietpolitieagenten die opsporingstaken verrichten. - Uit onderzoek dat AO Consult in opdracht van de SOBB in 2006 heeft uitgevoerd en dat als doel had om de opleiding tot Beveiliger te evalueren, blijkt een sterke behoefte van de branche aan beveiligers die dienstverlenend en communicatief vaardig zijn. De branche beschouwt dit als essentiële elementen van het beroep, waar meer aandacht aan besteed moet worden. Technologische ontwikkelingen - Technologie krijgt een steeds belangrijker plaats binnen de beveiliging. Te denken valt aan diverse soorten elektronische toegangs- en uitgangssystemen, communicatieapparatuur, alarmsystemen en track-en-trace systemen (m.n. in alarmcentrales). Het moeten kennen van deze systemen en het ermee moeten omgaan maken het werk van de beveiliger complexer en vragen om aanvullende competenties. - Beveiligingsbedrijven gaan steeds vaker totaaloplossingen bieden aan klanten, meer maatwerk en vaak een combinatie van technische oplossingen en manbeveiliging. Bedrijfsorganisatorische ontwikkelingen - Fusies, bedrijfsovernames en het daardoor steeds groter worden van bedrijven, vormen een duidelijke trend in de branche. Internationale ontwikkelingen - Amerikaanse eisen aan beveiliging en veiligheid beïnvloeden de beveiliging van met name havens en luchthavens. Dit heeft voor beveiligers gevolgen wat betreft groei van de werkgelegenheid en de inhoud van het werk.


14

3. Overzicht van het kwalificatiedossier

Een kwalificatiedossier kan één of meerdere uitstromen bevatten. Met behulp van onderstaande matrix wordt, door te markeren welke kerntaken en werkprocessen de verschillende uitstromen gemeen hebben, duidelijk gemaakt waar de verwantschap tussen de verschillende uitstromen zich bevindt en waar uitstromen van elkaar verschillen. Indien een dossier slechts 1 uitstroom bevat, wordt in deze matrix alleen het overzicht gegeven van de kerntaken en werkprocessen die bij deze uitstroom horen. Uitstroom

x x

x x x

Treedt repressief op x

x

x x

Voert dienstverlenende werkzaamheden uit 3.1 Biedt service en hulp 3.2 Voert eenvoudige baliewerkzaamheden uit

4

x

x x

x

Beveiligt personen 4.1 Voert een preventieve observatieopdracht uit 4.2 Voert een voorverkenning uit 4.3 Begeleidt een VIP 4.4 Vervoert een VIP 4.5 Voert een nabij-beveiliging van een VIP uit


x x x x x

15

Coördinator beveiliging

Houdt preventief toezicht op de veiligheid

2.1 Treedt op bij incidenten en calamiteiten 2.2 Houdt verdachten aan 2.3 Voert alarmopvolging uit binnen de mobiele surveillance 3

Winkelsurveillant

x

Persoonsbeveiliger

2

1.1 Voert toegangs- en uitgangscontroles uit 1.2 Voert surveillances en controles uit 1.3 Houdt toezicht op personen 1.4 Geeft voorlichting over preventie van winkelcriminaliteit

Mobiel surveillant

1

Werkproces

Beveiliger

Kerntaak

4.6 Treedt op in acuut bedreigende situaties 5

x

Coördineert beveiligingswerkzaamheden 5.1 Plant en organiseert de dienstuitvoering 5.2 Coördineert dagelijkse werkzaamheden 5.3 Voert personeelsbeleid uit 5.4 Coördineert bij incidenten en calamiteiten

6

x x x x

Rapporteert en draagt bij aan plannen 6.1 Rapporteert aan het management 6.2 Draagt bij aan (werk)instructies en stelt draaiboeken op 6.3 Draagt bij aan beveiligings- en veiligheidsplannen


x x x

16

4. Beschrijving van de uitstromen

In dit hoofdstuk worden de verschillende uitstromen van dit kwalificatiedossier nader omschreven. De uitstromen welke deel uit maken van dit dossier zijn: I II III IV V

Beveiliger Mobiel surveillant Persoonsbeveiliger Winkelsurveillant Coördinator beveiliging


17

4.1 Beveiliger Algemene informatie Context van de uitstroom

Typerende beroepshouding

Niveau van beroepsuitoefening

Rol en verantwoordelijkheden

Complexiteit


Branchevereisten


De uitstroom Beveiliger betreft de basisopleiding die alle mensen die in de particuliere beveiliging willen werken moeten volgen. Denk hierbij aan objectbeveiliger, winkelsurveillant, mobiel surveillant, geld-, persoonsbeveiliger, gelden waardetransporteur, detentietoezichthouder, luchthavenbeveiliger. De context van de uitstroom Beveiliger is daarom heel divers. Veel beveiligers werken gedetacheerd bij een opdrachtgever alwaar ze alleen of in een team werken. Er zijn ook beveiligers die bij een vast bedrijf werken, bij een bedrijfsbeveiligingsdienst. De beveiliger heeft een dienstverlenende instelling en is representatief, zelfstandig, flexibel, sociaal vaardig, taalvaardig, evenwichtig, straalt overwicht uit, beschikt over verantwoordelijkheidsgevoel en kan samenwerken. niveau 1 X niveau 2 niveau 3 niveau 4 De beveiliger voert het werk in een uitvoerende rol uit. Hij werkt vaak alleen en is verantwoordelijk voor de kwaliteit van zijn eigen werk. Het uniform wekt bij derden bepaalde verwachtingen die de beveiliger moet waarmaken. Er wordt veelal gewerkt volgens procedures, maar er kan bij deze werkzaamheden niet worden volstaan met het louter uitvoeren van routinematige standaardprocedures; er wordt van de beveiliger ook creativiteit verwacht. Bepaalde omstandigheden vergroten de complexiteit van het werk. Wanneer men ’s nachts moet werken en/of alleen moet werken wordt een groter beroep gedaan op het zelfstandig kunnen werken en het verstandig maken van keuzes. Ook het werken bij of in ingewikkelde, heel specifieke objecten of situaties maken het werk complexer. Verder moet de beveiliger steeds een balans vinden tussen beveiligen en dienstverlenen wat niet altijd even gemakkelijk is. nee X ja Beveiligers die werken bij een beveiligingsorganisatie die valt onder de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus (Wpbr) moeten voldoen aan de opleidingseisen die de Minister van Justitie op basis van voormelde wet heeft opgesteld. Vereist is het diploma Beveiliger afgegeven door de Stichting Vakexamens Particuliere Beveiligingsorganisaties, art. 5 Regeling particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus (Rpbr). Dit is het diploma Beveiliger uit dit kwalificatiedossier. X nee ja

18

Nederlands en (Moderne) Vreemde Talen

Standaard is in onderstaande matrix uitgewerkt wat voor de startend beroepsbeoefenaar de eisen zijn voor de beheersing van het Nederlands. De (Moderne) Vreemde Taal of Talen zijn voor zover relevant voor de beroepsuitoefening uitgewerkt. Nederlands Begrijpen Luisteren Lezen C2 C1 B2 B1 A2 A1

Spreken Schrijven Productie Interactie

Engels Begrijpen Luisteren Lezen


C2 C1 B2 B1 A2 A1


19

4.2 Mobiel surveillant Algemene informatie Context van de uitstroom




Complexiteit


Branchevereisten Nederlands en (Moderne) Vreemde Talen


De mobiel surveillant werkt zeer zelfstandig, rijdt vaak alleen in een auto en surveilleert meestal in de nachtelijke uren. De werkzaamheden vinden zowel op privaat terrein als op de (semi)openbare weg plaats, al dan niet georganiseerd binnen een beveiligingscollectief. De mobiel surveillant toont zich discreet en representatief. Hij toont zelfbeheersing, overwicht en doortastendheid en kan in complexe, onveilige situaties prioriteiten stellen en keuzes maken wat betreft de volgorde waarin beveiligingsmiddelen worden ingezet. De mobiel surveillant is niet bang aangelegd en kan goed alleen werken, ook in het donker. Hij is handelingsgericht, maar niet onbesuisd; hij weet wanneer risico’s te groot zijn om zelf een object binnen te gaan. niveau 1 X niveau 2 niveau 3 niveau 4 De mobiel surveillant voert het werk in een uitvoerende rol uit. Hij werkt vrijwel altijd alleen, wat veel vraagt van zijn zelfstandigheid. De mobiel surveillant is verantwoordelijk voor de kwaliteit van zijn eigen werk. Er wordt veelal gewerkt volgens procedures. Echter regelmatig wordt de mobiel surveillant geconfronteerd met unieke situaties waarvoor geen passende procedures bestaan. Hij zal dan zelf een keuze moeten maken tussen wel of niet optreden en hoe moet worden opgetreden. De mobiel surveillant staat er tijdens zijn dagelijkse werkzaamheden alleen voor en moet over allerlei praktische kwesties zelf beslissen, eventueel in overleg met de meldkamer of leidinggevende. Complicerend is ook dat er wordt gesurveilleerd voor verschillende opdrachtgevers met allemaal hun eigen eisen. Files, deadlines, plus de druk van het onbekende maken het werk ook complex. nee X ja Mobiel surveillanten die werken bij een beveiligingsorganisatie die valt onder de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus (Wpbr) moeten voldoen aan de opleidingseisen die de Minister van Justitie op basis van voormelde wet heeft opgesteld. Vereist is het diploma Beveiliger afgegeven door de Stichting Vakexamens Particuliere Beveiligingsorganisaties en ECABO, art. 5 Regeling particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus (Rpbr). Dit is het diploma Beveiliger uit dit kwalificatiedossier. X nee ja Standaard is in onderstaande matrix uitgewerkt wat voor de startend beroepsbeoefenaar de eisen zijn voor de beheersing van het Nederlands.

20

Nederlands Begrijpen Luisteren Lezen C2 C1 B2 B1 A2 A1



21

4.3 Persoonsbeveiliger Algemene informatie Context van de uitstroom




Complexiteit



Persoonsbeveiligers beveiligen personen zowel tijdens hun werk als in hun vrije tijd. Ze komen derhalve overal. Persoonsbeveiligers kunnen incidenteel worden ingezet, waarbij telkens andere VIP’s worden beveiligd, maar zij kunnen ook als vaste beveiliger van een VIP worden aangesteld. De werktijden van een persoonsbeveiliger zijn onregelmatig, op elk uur van de dag/nacht kan de persoonsbeveiliger worden ingezet. De persoonsbeveiliger is stressbestendig, flexibel, oplettend, betrouwbaar, discreet en sociaal zeer vaardig. Hij heeft een goede lichamelijke conditie, een uitstekend observatievermogen en een groot verantwoordelijkheidsgevoel. niveau 1 X niveau 2 niveau 3 niveau 4 De persoonsbeveiliger werkt zelfstandig binnen kortdurende opdrachten. Hij werkt alleen of in een team. Hij schakelt hulp in/vraagt raad bij wisselende/onverwachte omstandigheden. Hij is verantwoordelijk voor zijn eigen werk. De taakuitvoering gebeurt aan de hand van standaard richtlijnen, maar de functie vereist wel het creatief oplossen van gevarieerde problemen, waarbij de persoonsbeveiliger gegevens combineert, risico’s inschat en naar eigen inzicht maatregelen neemt. Een persoonsbeveiliger moet uiterst discreet zijn en mag vrijwel niets over zijn werk vertellen aan derden omdat dit risicoverhogend kan werken; dit legt een grote druk op hem. nee X ja Persoonsbeveiligers die werken bij een beveiligingsorganisatie die valt onder de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus (Wpbr) moeten voldoen aan de opleidingseisen die de Minister van Justitie op basis van voormelde wet heeft opgesteld. Vereist is het diploma Beveiliger afgegeven door de Stichting Vakexamens Particuliere Beveiligingsorganisaties en ECABO, art. 5 Regeling particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus (Rpbr). Dit is het diploma Beveiliger uit dit kwalificatiedossier. Daarnaast dienen persoonsbeveiligers die ongeuniformeerd willen werken te beschikken over het certificaat Persoonsbeveiliging van de Stichting Vakexamens Particuliere Beveiligingsorganisaties en ECABO (art. 9 Rpbr). X nee ja Standaard is in onderstaande matrix uitgewerkt wat voor de startend beroepsbeoefenaar de eisen zijn voor de beheersing van het Nederlands. De (Moderne) Vreemde Taal of Talen zijn voor zover relevant voor de beroepsuitoefening uitgewerkt.


22

Nederlands Begrijpen Luisteren Lezen C2 C1 B2 B1 A2 A1




C2 C1 B2 B1 A2 A1


23

4.4 Winkelsurveillant

Algemene informatie Context van de uitstroom




Complexiteit



De beveiliger die werkzaam is als winkelsurveillant werkt in een winkel of winkelcentrum. Hij werkt in wisselende diensten, op detacheringsbasis of in dienst van het te beveiligen bedrijf. De winkelsurveillant is alert, rustig, evenwichtig, behulpzaam actief, zelfverzekerd, representatief, gedisciplineerd, sociaal vaardig, taalvaardig, gezond achterdochtig. Hij kan inschatten wat mensen van plan zijn, hij durft initiatief te nemen en is dienstverlenend. niveau 1 X niveau 2 niveau 3 niveau 4 De winkelsurveillant heeft een uitvoerende rol. Hij werkt vaak in teamverband, maar loopt zijn rondes meestal alleen en hij moet dus ook alleen kunnen werken. De werkzaamheden zijn van controlerende aard. Het winkelpersoneel beschouwt de winkelsurveillant als de persoon die ervoor zorgt dat het veilig is. Hij is verantwoordelijk voor de kwaliteit van zijn eigen werk. Het uniform wekt bij derden bepaalde verwachtingen die de winkelsurveillant moet waarmaken. Gediplomeerde winkelsurveillanten mogen onder voorwaarden ook in burger werken. Het is daarom relevant dat de winkelsurveillant beseft wat het verschil is tussen werken in burger en in uniform. Het werk is complexer naarmate het publiek diverser is. Dat verhoogt namelijk de kans op onderlinge irritatie. In open objecten (wat winkels zijn) komt gemiddeld meer agressie voor dan in gesloten objecten. Een tweede factor die de complexiteit vergroot is het verschil in huisregels van verschillende winkels; de winkelsurveillant moet steeds de juiste huisregels toepassen. Verder is het een uitdaging voor de winkelsurveillant om alert te blijven ook als er langere tijd niets bijzonders gebeurt. De diefstalgevoeligheid van de aangeboden goederen speelt ook een rol in de complexiteit van het werk. De winkelsurveillant moet ervoor zorgen dat de drempel om naar binnen te gaan voor klanten laag is, maar voor kwaadwillende mensen hoog. Dit is een spanningsveld. nee X ja Winkelsurveillanten die werken bij een beveiligingsorganisatie die valt onder de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus (Wpbr) moeten voldoen aan de opleidingseisen die de Minister van Justitie op basis van voormelde wet heeft opgesteld. Vereist is het diploma Beveiliger afgegeven door de Stichting Vakexamens Particuliere Beveiligingsorganisaties en ECABO, art. 5 Regeling particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus (Rpbr). Dit is het diploma Beveiliger uit dit kwalificatiedossier. Daarnaast dienen winkelsurveillanten die ongeuniformeerd

24


willen werken te beschikken over het certificaat winkelsurveillance van de Stichting Vakexamens Particuliere Beveiligingsorganisaties en ECABO (art. 9 Rpbr). X nee ja Standaard is in onderstaande matrix uitgewerkt wat voor de startend beroepsbeoefenaar de eisen zijn voor de beheersing van het Nederlands. De (Moderne) Vreemde Taal of Talen zijn voor zover relevant voor de beroepsuitoefening uitgewerkt. Nederlands Begrijpen Luisteren Lezen C2 C1 B2 B1 A2 A1




C2 C1 B2 B1 A2 A1


25

4.5 Coördinator beveiliging Algemene informatie Context van de uitstroom




Complexiteit



De coördinator beveiliging is meewerkend voorman/leidinggevende van een team op een beveiligingsobject of meerdere teams op verschillende objecten. Denk hierbij aan kantoren, banken, congrescentra, fabrieken, in feite alle plaatsen waar beveiliging is. Coördinatoren werken in wisselende diensten, op detacheringsbasis of in dienst van het te beveiligen bedrijf. De coördinator beveiliging is besluitvaardig, heeft inzicht in de arbeidsorganisatie, is representatief, zelfstandig, klantvriendelijk, kan goed samenwerken, is flexibel, kan goed omgaan met kritiek, heeft verantwoordelijkheidsgevoel, kan planmatig werken en heeft improvisatievermogen. niveau 1 niveau 2 X niveau 3 niveau 4 De coördinator beveiliging is er verantwoordelijk voor dat de dagelijkse werkzaamheden volgens afspraak worden uitgevoerd. Hij is hiervoor verantwoording verschuldigd aan zijn leidinggevende. Deze leidinggevende werkt vrijwel altijd op afstand van de coördinator, en de coördinator moet dus zeer zelfstandig werken. De meeste coördinatoren voeren naast hun coördinerende ook uitvoerende beveiligingstaken uit. De coördinator heeft een diversiteit aan werkzaamheden. Voor een deel van het werk gelden standaardwerkwijzen, voor een ander deel geldt dat de coördinator naar eigen inzicht handelt. De mate waarin onverwachte situaties voorkomen en de wensen/eisen van opdrachtgever/leidinggevende veranderen, vergroten de complexiteit. Met name de flexibiliteit, stressbestendigheid en organisatievaardigheden worden op de proef gesteld. Het werken in de rol van meewerkend voorman brengt met zich mee dat hij zich steeds moet afvragen of hij zelf moet gaan meewerken of coördinerende taken moet uitvoeren. Verder is zijn rol ten opzichte van de collega’s complex: hij heeft een zogenaamde ‘sandwichpositie’, waarbij hij zowel de belangen van de medewerkers als die van het management moet behartigen. nee X ja Als coördinatoren beveiliging uitvoerend beveiligingswerk verrichten in de zin van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus gelden dezelfde eisen als voor beveiligers. Beveiligers die werken bij een beveiligingsorganisatie die valt onder de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus (Wpbr) moeten voldoen aan de opleidingseisen die de Minister van Justitie op basis van voormelde wet heeft opgesteld. Vereist is het diploma Beveiliger afgegeven door de Stichting Vakexamens Particuliere Beveiligingsorganisaties, art. 5 Regeling particuliere beveiligingsorganisaties en

26

Branchevereisten

Nederlands en (Moderne) Vreemde Talen

recherchebureaus (Rpbr). Dit is het diploma Beveiliger uit dit kwalificatiedossier nee X ja In de CAO voor de particuliere beveiliging wordt voor een aantal functies het diploma Coördinator beveiliging geëist. Standaard is in onderstaande matrix uitgewerkt wat voor de startend beroepsbeoefenaar de eisen zijn voor de beheersing van het Nederlands. De (Moderne) Vreemde Taal of Talen zijn voor zover relevant voor de beroepsuitoefening uitgewerkt. Nederlands Begrijpen Luisteren Lezen C2 C1 B2 B1 A2 A1




C2 C1 B2 B1 A2 A1


27

5. Beschrijving van de kerntaken

In dit hoofdstuk zijn de verschillende kerntaken in dit kwalificatiedossier beschreven. 5.1 Kerntaak 1 Houdt preventief toezicht op de veiligheid Kerntaak 1 Houdt preventief toezicht op de veiligheid

Werkprocessen bij kerntaak 1

Beschrijving kerntaak: De beveiliger controleert of bezoekers en personeel aan de toelatingseisen voldoen respectievelijk aan de eisen om het pand te mogen verlaten en spreekt hen aan. Hij weigert personen die niet aan de eisen voldoen en neemt voorwerpen in bewaring of in beslag als daar aanleiding voor is. Hij voert visitaties uit volgens bedrijfsregels. Hij herkent hierbij ongeoorloofde voorwerpen en handelt conform wettelijke kaders/huisregels. Hij gebruikt bij de toegangscontrole en uitgangscontroles verschillende systemen, zoals CCTV en pasjessystemen. Hij rapporteert mondeling en/of schriftelijk volgens instructies en draagt zijn dienst over.

1.1 Voert toegangs- en uitgangscontroles uit 1.2 Voert surveillances en controles uit 1.3 Houdt toezicht op personen 1.4 Geeft voorlichting over preventie van winkelcriminaliteit

De beveiliger opent en sluit panden, loopt openings-, brand- en sluitrondes en rondes gedurende openstelling van het object. Hij voert afgesproken controlerende werkzaamheden uit (bijvoorbeeld het controleren van brandblusapparatuur). Hij signaleert onveilige of ongezonde situaties en neemt maatregelen om risico’s te beperken of weg te nemen. Hij ziet toe op naleving van huisregels en relevante andere wetgeving. Hiertoe spreekt hij mensen zonodig aan. Als hij gevoelige gegevens (bijvoorbeeld documenten) aantreft zijn zorgt hij ervoor dat die niet in verkeerde handen vallen. Hij rapporteert mondeling en/of schriftelijk volgens instructies en draagt zijn dienst over. Hij maakt tijdens het werk gebruik van communicatieapparatuur. Mobiel surveillanten verplaatsen zich hierbij per auto van object naar object waarbij ze aan het begin van de dienst de auto controleren. Specifieke werkzaamheden voor de mobiel surveillant zijn het uitvoeren van sluitbegeleiding en het in- en uitschakelen van alarminstallaties. De winkelsurveillant zorgt er voor dat goederen- en geldstromen veilig kunnen plaatsvinden, houdt toezicht middels camera’s en let op derving en ordeverstoringen. De mobiel surveillant en de winkelsurveillant houden volgens instructies toezicht op


28

publiek, winkelpersoneel en personeel van derden. Hij voert visitaties en andere soorten controles uit. Hij handelt adequaat bij onregelmatigheden. Hij rapporteert mondeling/schriftelijk volgens bedrijfsinstructies en draagt de dienst over. Dilemma voor de winkelsurveillant hierbij is het controleren van personeelsleden die je ook als collega’s beschouwt. De winkelsurveillant signaleert diefstalgevoelige omstandigheden. Hij adviseert het winkelpersoneel omtrent een winkelopstelling die tot minder winkelcriminaliteit leidt. Hij bevordert security awareness/beveiligingsbewustzijn bij het personeel door het geven een presentatie. Hij geeft advies aan de bedrijfsleiding m.b.t. de beveiliging van goederen- en geldstromen. Hij bevordert security awareness/ beveiligingsbewustzijn bij het publiek door te wijzen op risicovol gedrag. Voor alle werkprocessen geldt het volgende: De beveiliger voert controlerende werkzaamheden uit en ziet toe op het naleven van bedrijfsregels en algemene weten regelgeving. De beveiliger is voortdurend alert op het signaleren van onveilig(e), ongezond(e) en afwijkend(e) situaties en gedrag en hij treedt indien nodig corrigerend op, vriendelijk maar wel duidelijk, waarbij hij gezag uitstraalt. Bij alle vormen van preventief toezicht houden stelt de beveiliger algemene en specifieke rapporten op waarin hij vastlegt wat hij heeft gesignaleerd en indien van toepassing welke maatregelen hij heeft genomen, wat belangrijk is voor de opvolging van onregelmatigheden. Toelichting: De beveiliger heeft oog voor onveilige situaties en probeert door alert, kordaat en klantvriendelijk optreden, problemen te voorkomen. De beveiliger toont zich discreet en representatief. Hij toont zelfbeheersing, overwicht en doortastendheid en kan in complexe en/of onveilige situaties prioriteiten stellen en de juiste keuzes maken. Hij moet steeds bepalen welke houding het meest geschikt is om zijn doel te bereiken, de beveiligende of de dienstverlenende. Om op tijd hulp in te kunnen roepen van anderen is het belangrijk dat hij een goede relatie houdt met andere afdelingen.


29

5.2 Kerntaak 2 Treedt repressief op Kerntaak 2 Treedt repressief op


Beschrijving kerntaak: De beveiliger treedt op bij incidenten zoals brand, ongevallen en veelvoorkomende criminaliteit en bij calamiteiten. De beveiliger ontvangt een alarm of constateert zelf een incident of calamiteit. Hij handelt volgens procedures waarbij hij maatregelen neemt om de schade te beperken, rekening houdend met eigen veiligheid. Hij draagt bij aan de veiligheid van bezoekers en personeel bijvoorbeeld door assistentie te verlenen bij (gedeeltelijke) ontruiming en door de plaats van het incident af te zetten. De winkelsurveillant treedt vooral op bij poortalarm, diefstal en overvallen. Bij calamiteiten krijgt de beveiliger instructies die hij uitvoert. Hij stelt eventuele slachtoffers gerust. Hij waarschuwt indien nodig hulpdiensten, houdt de weg vrij en ontvangt de hulpdiensten. Hij communiceert met de verschillende betrokkenen en rapporteert mondeling/schriftelijk volgens instructies zowel tijdens het proces als na afloop.

2.1 Treedt op bij incidenten en calamiteiten 2.2 Houdt verdachten aan 2.3 Voert alarmopvolging uit binnen de mobiele surveillance

De beveiliger houdt op heterdaad aan op grond van eigen waarneming of op basis van informatie van iemand anders. Hij stelt vast van welk strafbaar feit er sprake is, of er juridische grond is om aan te houden en of het volgens de huisregels wenselijk is om aan te houden. Hij informeert de back-up (collega, meldkamer) en zorgt voor de eigen veiligheid. Hij kiest een goed moment om aan te houden. Hij houdt de verdachte aan, neemt eventueel voorwerpen in beslag en draagt de verdachte over volgens procedures. Hij reageert doeltreffend op agressief gedrag. Hij rapporteert mondeling/schriftelijk volgens instructies. De mobiel surveillant beoordeelt of het verantwoord is om de werkzaamheden te onderbreken om het alarm op te volgen. Hij leest de objectinformatie en begeeft zich (meestal per auto) naar de plaats van het alarm. Hij benadert de plaats van het alarm en volgt het alarm op volgens procedures. Hij onderhoudt daarbij contact met de meldkamer en zorgt in eerste instantie voor eigen veiligheid. Hij schakelt indien nodig een of meer hulpdiensten in. Hij onderneemt actie om herhaling van het incident te voorkomen en rapporteert mondeling/schriftelijk volgens instructies. Hij hervat de onderbroken werkzaamheden.


30

Toelichting: De beveiliger moet steeds bepalen of hij de bevoegdheid en vaardigheid heeft om zelf te handelen of dat hij een beroep op anderen moet doen. Vaak kan de beveiliger gebruik maken van specifieke instructies. Die zijn er echter niet voor elke situatie en dan moet de beveiliger zelf bedenken wat hij het beste kan doen, rekening houdend met de belangen van de verschillende partijen. Als de beveiliger handelt, houdt hij in alle gevallen rekening met eigen veiligheid. Het is verder belangrijk dat hij zich zakelijk opstelt en zich niet laat meeslepen door emoties en dat hij overzicht krijgt en houdt over een incident of calamiteit.


31

5.3 Kerntaak 3 Voert dienstverlenende werkzaamheden uit Kerntaak 3 Voert dienstverlenende werkzaamheden uit


Beschrijving kerntaak: De beveiliger treedt mensen hulpvaardig tegemoet. Hij beantwoordt hun vragen en verwijst ze indien nodig door naar andere personen. Hij wijst mensen de weg en zorgt ervoor dat zij hun doel kunnen bereiken, bijvoorbeeld door advies te geven over waar ze kunnen parkeren. Hij helpt mensen die hulpbehoevend zijn (bijvoorbeeld gehandicapten die de normale ingang niet kunnen gebruiken). Belangrijk is dat hij geen informatie geeft die de veiligheid in gevaar brengt of die de (klant)organisatie anderszins schade berokkent. Hij gebruikt verschillende hulpmiddelen. Winkelsurveillanten voeren dienstverlenende werkzaamheden uit binnen een specifieke werkomgeving wat specifieke eisen stelt aan de uitvoering.

3.1 Biedt service en hulp 3.2 Voert eenvoudige baliewerkzaamheden uit

De beveiliger werkt als beveiliger achter een balie, vaak in een portiersloge. Hij ontvangt bezoekers op klantvriendelijke wijze en registreert ze. Hij bedient de telefooncentrale en handelt binnenkomende telefoongesprekken correct af. Hij beheert bepaalde goederen (zoals beschermingsmiddelen) en geeft ze uit. Hij handelt verzoeken, meldingen van onregelmatigheden en klachten af. Hij voert eenvoudige administratieve handelingen uit, die vooral liggen op het vlak van registratie. Hij maakt doeltreffend gebruik van de beschikbare (ICT-)hulpmiddelen. Hij kan communiceren in het Engels zolang het vaak terugkomende onderwerpen betreft. Toelichting: Veiligheid staat altijd voorop, maar dienstverlening is ook belangrijk. Hierbij moet de beveiliger steeds afwegen of hij bepaalde (extra) dienstverlening biedt of niet. Als hij alleen werkt mag hij zijn post niet verlaten en moet hij bepaalde werkzaamheden dan dus overdragen aan anderen.


32

5.4 Kerntaak 4 Beveiligt personen Kerntaak 4 Beveiligt personen


Beschrijving kerntaak: De persoonsbeveiliger informeert zich over het normale beeld van de woonomgeving, werkomgeving etc. van de VIP, verzamelt informatie over het leven van de VIP en verzamelt de benodigde hulpmiddelen. Hij observeert zo onopvallend mogelijk, gebruik makend van de juiste hulpmiddelen, en signaleert afwijkingen van het normale omgevingsbeeld. Hij spreekt zonodig passanten aan ten behoeve van informatieverzameling en maakt afspraken met derden waardoor de opdracht beter kan worden uitgevoerd. Hij zoekt naar mogelijke verbanden tussen de verzamelde gegevens en constateert herhaling in gebeurtenissen. Hij bepaalt welke afwijkingen hij direct doorgeeft aan de coördinator en welke hij alleen schriftelijk meldt. Hij gaat zorgvuldig om met de vergaarde informatie. Hij signaleert en meldt bedreigende situaties. Kenmerkend voor dit werkproces is dat vaak lange tijd gewacht moet worden, terwijl er niets gebeurt. Als er iets gebeurt, reageert de persoonsbeveiliger desalniettemin alert. Hij rapporteert schriftelijk/mondeling volgens procedures.

4.1 Voert een preventieve observatieopdracht uit 4.2 Voert een voorverkenning uit 4.3 Begeleidt een VIP 4.4 Vervoert een VIP 4.5 Voert een nabij-beveiliging van een VIP uit 4.6 Treedt op in acuut bedreigende situaties

De persoonsbeveiliger controleert of het draaiboek voor een beveiligingsopdracht uitgevoerd kan worden en constateert eventuele onuitvoerbare procedures. Hij signaleert risico’s waar in het draaiboek niet op geanticipeerd is en noteert die. Hij bepaalt welke afwijkingen en risico’s hij direct meldt aan de coördinator en welke later of niet. De persoonsbeveiliger moet uiterst discreet zijn over alles wat de veiligheid van de VIP in gevaar kan brengen en mag daar ook thuis niets over vertellen. De persoonsbeveiliger leest het draaiboek en bereidt zich voor op de beveiligingsopdracht; het begeleiden en beveiligen van de VIP. Hij informeert bij de VIP naar mogelijke wensen, probeert die zo veel mogelijk in te willigen en biedt weerstand aan wensen die in verband met de veiligheid niet in te willigen zijn. Hij onderhoudt contact met personeel van derden en personeel van de VIP. Hij loopt mee met de VIP en zorgt ervoor dat deze ongehinderd zijn doel kan bereiken, ook als er grote groepen mensen moeten worden gepasseerd. Hij signaleert eventuele risico’s en reageert doeltreffend, zonder de omgeving of de VIP onnodig te hinderen. Indien de


33

omstandigheden daartoe aanleiding geven neemt de persoonsbeveiliger beslissingen die de vrijheid van de VIP beperken en eventuele eerder gemaakt afspraken doorkruisen. De persoonsbeveiliger leest het draaiboek en bereidt zich voor op zijn opdracht als beveiligingschauffeur. Hij controleert de auto op de aspecten veiligheid, techniek en verzorging. Hij rijdt de afgesproken route waarvan hij alleen afwijkt indien hij daartoe opdracht of toestemming krijgt van de coördinator. Hij maakt afspraken met de VIP en converseert met hem. Hij rijdt op zo’n manier de VIP kan werken in de auto als deze dat wenst. Hij gebruikt security-rijtechnieken, voertuigbeheersingstechnieken en andere veiligheidstechnieken op de juiste manier, zo nodig in overleg met chauffeurs van andere beveiligingsauto’s. Hij signaleert risico’s en reageert daar adequaat op. De persoonsbeveiliger woont een briefing bij of leest het draaiboek. Hij bepaalt met de teamgenoten de taakverdeling voor het beveiligen van de VIP in een risicovolle omgeving. Het team loopt in de door de coördinator opgedragen formatie. De persoonsbeveiliger is alert op risico’s en reageert daar doeltreffend op. Indien nodig past hij technieken toe van crowd control. De persoonsbeveiliger bepaalt of de situatie dermate bedreigend is dat moet worden ingegrepen. Hij zorgt ervoor dat de VIP stopt met zijn werkzaamheden, zonder dat onnodige onrust ontstaat bij de aanwezigen. Hij brengt de VIP zo snel en doeltreffend mogelijk in veiligheid. Hij doet dit alleen of hij loopt in bepaalde formatie met collega’s indien de coördinator daartoe opdracht geeft. Hij communiceert met de coördinator en de collega’s en gebruikt hierbij jargon. Hij rapporteert mondeling/schriftelijk volgens instructies waarbij hij bepaalt wat hij direct meldt en wat later of niet. Toelichting: Kenmerkend voor de persoonsbeveiliging is dat niet de omgeving wordt beveiligd, maar de persoon. Persoonsbeveiligers mogen niet opvallen, maar moeten er zijn als het nodig is. Zij moeten dermate overtuigend overkomen dat omstanders en de VIP doen wat zij zeggen.


34

5.5 Kerntaak 5 Coördineert beveiligingswerkzaamheden Kerntaak 5 Coördineert beveiligingswerkzaamheden


Beschrijving kerntaak: De coördinator beveiliging plant de dagelijkse werkzaamheden voor het team. Hij controleert roosters die de afdeling planning hem aanlevert en verdeelt taken. Hierbij houdt hij rekening met mensen die nog in opleiding zijn of ingewerkt moeten worden. Hij administreert de werktijden volgens bedrijfsrichtlijnen. Bij onderbezetting regelt hij extra personeel of zoekt hij een andere oplossing. Hij onderhoudt hierover contact met de afdeling planning. Bij structurele onderbezetting of als er extra hulpmiddelen nodig zijn (bv. portofoons), informeert hij zijn leidinggevende hierover en doet hij voorstellen. Hij organiseert werkoverleg/briefings met de medewerkers.

5.1 Plant en organiseert de dienstuitvoering 5.2 Coördineert dagelijkse werkzaamheden 5.3 Voert personeelsbeleid uit 5.4 Coördineert bij incidenten en calamiteiten

De coördinator beveiliging bewaakt de uitvoering van alle beveiligingstaken en het werken volgens (veiligheids)procedures. Hij bevordert security awareness door mensen te wijzen op risicovol gedrag en door voorlichting te geven over de richtlijnen van safety en security. De coördinator beveiliging onderhoudt ten behoeve van de operationele gang van zaken dagelijks contact met de beveiligingsmedewerkers, de afdeling planning en zijn leidinggevende. Hij bewaakt de voortgang van inwerk- en opleidingstrajecten en stuurt de mentor/praktijkopleider/inwerker aan. Hij fungeert als aanspreekpunt voor de opdrachtgever/klant met betrekking tot de operationele uitvoering van de werkzaamheden. Voor de medewerkers fungeert hij als vraagbaak en hij treedt op als een medewerker daartoe niet de bevoegdheid/bekwaamheid tot handelen heeft en hij wel. Hij onderhoudt contacten met medewerkers van andere relevante organisaties en/of afdelingen, zodat hij bij incidenten snel op mensen kan terugvallen. De coördinator controleert rapportages van medewerkers en zorgt voor opvolging van geconstateerde onregelmatigheden. Hij controleert of de medewerkers administratieve taken goed hebben uitgevoerd, zoals het bijhouden van alarmmeldingen, bezoekerslijsten en sleuteladministratie. Hij stelt rapportages op volgens bedrijfsrichtlijnen en beheert ze.


35

De coördinator geeft antwoord op vragen op het gebied van eerstelijns personeelsbeleid (zoals over de loonstrook, de CAO, gewerkte uren). Hij voert functioneringsgesprekken en indien nodig verzuimgesprekken. Als het nodig is, overlegt hij met zijn leidinggevende over te nemen sancties en voert deze uit. Hij regelt vakantieverlof en vrije dagen en hij onderhoudt contacten met zieke medewerkers. Hij adviseert de leidinggevende over te nemen demotie- of promotiemaatregelen en informeert hem over de opleidings- en ontwikkelingsmogelijkheden van medewerkers. Hij heeft aandacht voor de medewerkers, luistert en probeert rekening te houden met wensen van de medewerkers, bijvoorbeeld wat betreft het aanvragen van vakantie. De coördinator beveiliging meldt het incident of de calamiteit volgens procedures. Afhankelijk van de ernst van de situatie wijst hij taken toe, regelt hij overwerk en past hij planningen aan. Hij handelt voor zover mogelijk volgens procedures en voor zo ver nodig naar eigen inzicht. Hij treedt op met kennis van zaken en houdt overzicht. Hij treedt op als contactpersoon voor hulpdiensten, arbeidsinspectie, opdrachtgever etc. In emotionele situaties vangt hij medewerkers op. Hij rapporteert volgens richtlijnen (mondeling en schriftelijk). Toelichting: Het werken in de rol van meewerkend voorman brengt met zich mee dat hij zich steeds moet afvragen of hij zelf moet gaan meewerken of coördinerende taken moet uitvoeren. Verder is zijn rol ten opzichte van de collega’s complex: hij heeft een zogenaamde ‘sandwichpositie’, waarbij hij zowel de belangen van de medewerkers als die van het management moet behartigen.


36

5.6 Kerntaak 6 Rapporteert en draagt bij aan plannen Kerntaak 6 Rapporteert en draagt bij aan plannen


Beschrijving kerntaak: De coördinator beveiliging rapporteert aan het management conform bedrijfsregels en het kwaliteitsmanagementsysteem, binnen de afgesproken tijd. Hij gebruik input uit periodieke rapportages en administratieve overzichten die tijdens het dagelijks proces zijn opgesteld en koppelt informatie terug aan het management/de opdrachtgever. Hij presenteert de informatie op een begrijpelijk en taalkundig juiste manier. Hij gebruikt hiervoor de juiste hulpmiddelen en ICT-toepassingen

6.1 Rapporteert aan het management 6.2 Draagt bij aan (werk)instructies en stelt draaiboeken op 6.3 Draagt bij aan beveiligings- en veiligheidsplannen

De coördinator beveiliging ontvangt algemene instructies en stelt op grond hiervan werkinstructies op. Hij houdt deze werkinstructies actueel door geregeld te evalueren. Hierbij maakt hij gebruik van de ervaringen van de beveiligingsmedewerkers. Bij incidentele risico’s past hij in overleg met zijn opdrachtgever/klant/leidinggevende de werkinstructies aan. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de tijdelijke opslag van waardevolle goederen of reparatie van een belangrijke ingang van een bedrijf. Hij zorgt ervoor dat administratieve hulpmiddelen (zoals telefoonlijsten, standaardformulieren voor rapportage, plattegronden) actueel, volledig en toegankelijk zijn, rekening houdend met vertrouwelijkheid van de gegevens. Indien er wijzigingen zijn in de werkomgeving die aanleiding geven tot ingrijpende wijzigingen van instructies of administratieve hulpmiddelen, informeert hij zijn leidinggevende. Hij stelt draaiboeken op voor eenmalige activiteiten van eenvoudige aard. De coördinator beveiliging toetst aangereikte beveiligings- en veiligheidsplannen op uitvoerbaarheid, correctheid wat betreft gemaakt afspraken, weten regelgeving en doelmatigheid en meldt de resultaten van de toetsing aan de juiste functionaris. Hij levert gegevens aan op grond waarvan iemand anders een nieuw beveiligings- of veiligheidsplan kan opstellen. Verder levert hij gegevens aan voor een risicoinventarisatie op basis van Arbo-eisen voor wat betreft zijn eigen aandachtsgebieden.


37

Toelichting: De coördinator beveiliging kent de dagelijkse praktijk m.b.t. de beveiliging van een bepaald object en heeft een informerende en signalerende rol als het de beveiligings- en veiligheidsplannen betreft. Hij is niet eindverantwoordelijk voor die plannen. Hij is wel verantwoordelijk voor de juiste uitvoering van de werkzaamheden en daarom ook voor het op juiste wijze vertalen van de algemene instructies in werkinstructies en het actueel houden daarvan.


38

6. Totaal overzicht proces-competentie-matrices

In de proces-competentie-matrix wordt aangegeven welke competenties aangewend worden bij de uitvoering van de werkprocessen van een kerntaak. De kruisjes in de tabellen zijn wit op zwart gemarkeerd indien deze bij alle uitstromen van toepassing zijn.


39

6.1 Proces-competentie-matrix 1 Houdt preventief toezicht op de veiligheid

Q

R

S

T

U

V

W

X

Y Analyseren

Creëren en innoveren

Leren

Plannen en organiseren

Op de behoeften en verwachtingen van de ‘klant’ richten

Kwaliteit leveren

Instructies en procedures opvolgen

Omgaan met verandering en aanpassen

Met druk en tegenslag omgaan

Gedrevenheid en ambitie tonen

Ondernemend en commercieel handelen

Bedrijfsmatig handelen

H

I

J

K

L Begeleiden

Aandacht en begrip tonen

Relaties bouwen en netwerken

Overtuigen en beïnvloeden

Presenteren

Formuleren en rapporteren

Vakdeskundigheid toepassen

Materialen en middelen inzetten

x

x x

x

x

x

x x

x

x

x

x x

x

Werkprocessen

x 1.3

1.4

40

x

x

x

x x x

Ethisch en integer handelen

G Samenwerken en overleggen

F Aansturen

E Beslissen en activiteiten initiëren

D

Onderzoeken

P C

x

1.2


O B

x x x

M N A

x

Voert toegangs- en uitgangscontroles uit Voert surveillances en controles uit Houdt toezicht op personen Geeft voorlichting over preventie van winkelcriminaliteit 1.1

Competenties Kerntaak 1 Houdt preventief toezicht op de veiligheid

6.2 Proces-competentie-matrix 2 Treedt repressief op

R

S

T

U

V

W

X

Y Analyseren


Leren



Kwaliteit leveren







Begeleiden


Samenwerken en overleggen




Presenteren




x

x x

x

x

x

x

x

x

Voert alarmopvolging uit binnen de mobiele surveillance

x

x

x

2.3

Aansturen

L Beslissen en activiteiten initiëren

K

41

x

J

x

I

x

H

x

G

x

F

x

E

Onderzoeken

Q D

x

2.2


P C

Treedt op bij incidenten en calamiteiten Houdt verdachten aan

x

O B

Werkprocessen

x

M N A

2.1

Competenties Kerntaak 2 Treedt repressief op

6.3 Proces-competentie-matrix 3 Voert dienstverlenende werkzaamheden uit

Q

R

S

T

U

V

W

X

Y Analyseren


Leren



Kwaliteit leveren







x x

x

x

E

F

G

H

I

J

K

L Aansturen

Begeleiden






Presenteren


Voert eenvoudige baliewerkzaamheden uit

D Beslissen en activiteiten initiëren

3.2

C

Onderzoeken

x

x x x


P Vakdeskundigheid toepassen

O B

42 Particuliere beveiliging 2008-2009

M N A

Werkprocessen

x x

Biedt service en hulp

x

3.1

Competenties Kerntaak 3 Voert dienstverlenende werkzaamheden uit

6.4 Proces-competentie-matrix 4 Beveiligt personen

Leren



Kwaliteit leveren








Presenteren

Onderzoeken


Analyseren


x


x


x

Begeleiden

x

L Aansturen

x

K Beslissen en activiteiten initiëren



x x

x

x


Y Formuleren en rapporteren

X

x x

x

x

Vervoert een VIP

4.5

Voert een nabijbeveiliging van een VIP uit Treedt op in acuut bedreigende situaties 4.2


x

x x

W J

4.4

x

V I

4.3

4.6

U H

x x x

T G

x x x

S F

x x

x x x

x x

R E

x x x x

Q D

Werkprocessen

x x

P C

x

x

O B

Voert een preventieve observatieopdracht uit Voert een voorverkenning uit Begeleidt een VIP

x

M N A

4.1

Competenties Kerntaak 4 Beveiligt personen

6.5 Proces-competentie-matrix 5 Coördineert beveiligingswerkzaamheden

X

Y Analyseren


Leren



Kwaliteit leveren







x


Aansturen

Begeleiden






Presenteren




x

K

x

x

Onderzoeken

W J

x x x

x x

5.4

Coördineert bij incidenten en calamiteiten

x


V I

x x x x

U H

Voert personeelsbeleid uit

x

T G

x x x

S F

5.3

x

R E

x

x

Q D

Werkprocessen

x x

P C

x

x x

O B

Plant en organiseert de dienstuitvoering Coördineert dagelijkse werkzaamheden 5.2

M N A

5.1

Competenties Kerntaak 5 Coördineert beveiligingswerkzaamheden

6.6 Proces-competentie-matrix 6 Rapporteert en draagt bij aan plannen

P

Q

R

S

T

U

V

W

X

Y Creëren en innoveren

Leren



Kwaliteit leveren






Bedrijfsmatig handelen x x x

H

I

J

K

L Relaties bouwen en netwerken


Presenteren




Werkprocessen

6.1

Rapporteert periodiek aan het management

x

6.2

Draagt bij aan (werk)instructies en stelt draaiboeken op

6.3

Draagt bij aan beveiligings- en veiligheidsplannen

x

G Ethisch en integer handelen

x

F Samenwerken en overleggen

x

E Aandacht en begrip tonen

x

D Begeleiden

x

C Aansturen

x

B Beslissen en activiteiten initiëren

x

x

Onderzoeken

O Analyseren

M N A

x

x x


Competenties Kerntaak 6 Rapporteert en draagt bij aan plannen

Deel C: Uitwerking van de kwalificaties

1. Inleiding

In deel C wordt een uitwerking gegeven aan hetgeen in deel B is gesteld. Deel C is zowel inhoudelijk als methodologisch aan deel B gekoppeld, er is een één op één relatie tussen respectievelijk de kerntaken, de proces-competentie-matrices en de daarin opgenomen werkprocessen, de certificeerbare eenheden met deze entiteiten in deel C.

2.1 Beveiliger Kerntaak 1 Houdt preventief toezicht op de veiligheid, Beveiliger


46

Proces-competentie-matrix Beveiliger

Kerntaak 1 Houdt preventief toezicht op de veiligheid

Competenties Formuleren en rapporteren



x

x

x

x

x

1.3 1.4

x

S

T

U

V

W

X

Y Bedrijfsmatig handelen

Presenteren

x

R



x

Q



1.2

Voert toegangs- en uitgangscontroles uit Voert surveillances en controles uit Houdt toezicht op personen Geeft voorlichting over preventie van winkelcriminaliteit

P



1.1

O


Begeleiden

x

Werkprocessen

M N


L

Kwaliteit leveren

K


J


I

Leren

H


G

Onderzoeken

F

Analyseren

E


D


C

Aansturen

B

Beslissen en activiteiten initiëren

A

x x

x

x x

x

x n.v.t. n.v.t.

Betekenis van de kerntaak voor deze uitstroom In deze matrix is per kerntaak aangegeven welke competenties aangewend worden bij de uitvoering van de werkprocessen voor deze uitstroom. Dit is zichtbaar door middel van een kruisje in de matrix.


47

Detaillering proces-competentie-matrices Beveiliger In de detaillering van de matrices wordt duidelijk dat een bepaalde competentie van toepassing is, en wordt beschreven hoe die competenties worden aangewend ten behoeve van het resultaat van het werkproces. Per competentie kunnen meerdere componenten van toepassing zijn. Waar van toepassing, zijn kennis en vaardigheden vermeld welke nodig zijn voor competent gedrag, eventueel aangevuld met referenties (naar concrete geldende normen). Kerntaak 1 Houdt preventief toezicht op de veiligheid 1.1 werkproces Voert toegangs- en uitgangscontroles uit De beveiliger controleert of bezoekers en personeel aan de toelatingseisen voldoen respectievelijk aan de eisen om het Omschrijving: pand te mogen verlaten en spreekt hen aan. Hij weigert personen die niet aan de eisen voldoen en neemt voorwerpen in bewaring of in beslag als daar aanleiding voor is. Hij voert visitaties uit volgens bedrijfsregels. Hij herkent hierbij ongeoorloofde voorwerpen en handelt conform wettelijke kaders/huisregels. Hij gebruikt bij de toegangscontrole en uitgangscontroles verschillende systemen, zoals CCTV en pasjessystemen. Hij schakelt de hulp van anderen in indien nodig. Hij rapporteert mondeling en/of schriftelijk volgens instructies en draagt zijn dienst over. Er zijn geen ongeoorloofde personen/voorwerpen toegelaten c.q. geen ongeoorloofde personen/goederen hebben het Gewenst resultaat: object verlaten. Controles zijn snel en volgens bedrijfsregels uitgevoerd waarbij zo min mogelijk onrust is ontstaan. De juiste hulp is op tijd ingeroepen. Competentie Component(en) Prestatie-Indicator Vakkennis en vaardigheden Kennis: De beveiliger neemt snel een beslissing waarbij hij Beslissen en activitei- - Beslissingen nemen - Bevoegdheden, rechten, rekening houdt met risico’s die een rol spelen bij het ten initiëren - Afgewogen risico’s neplichten en (sociale) verantweigeren of juist toelaten van een persoon of voormen woordelijkheden voortvloeiwerp. Bij het nemen van de beslissing toont hij uiter- Zelfvertrouwen tonen end uit en behorend bij de lijk geen twijfel. functie van beveiliger Aansturen - Uitoefenen van gezag De beveiliger geeft aanwijzingen op zo’n manier dat - Bevoegdheden, taken en mensen zijn aanwijzingen opvolgen. manier van werken van veiSamenwerken en - Anderen raadplegen en De beveiliger schakelt de hulp van anderen in als ligheidsorganisaties overleggen betrekken maatregelen moeten worden getroffen die hij niet zelf kan uitvoeren, als hij zijn post niet mag verlaten of als - Risico’s bij verschillende soorten objecten en bedrijfshij zelf niet over de deskundigheid of bevoegdheid activiteiten en mogelijke bebeschikt om de maatregel te nemen. veiligingsmaatregelen De beveiliger behandelt alle bezoekers gelijkwaardig Ethisch en integer - Verschillen tussen men- Basisterminologie en discrimineert/selecteert niet op andere aspecten handelen sen respecteren - Signalementleer dan die in de procedures staan. - Integer handelen De beveiliger laat niet zich verleiden tot het laten


48

Presenteren

-

Vakdeskundigheid toepassen Instructies en procedures opvolgen

-


-

Duidelijk uitleggen en toelichten Betrouwbaarheid en deskundigheid uitstralen

Vakspecifieke mentale vermogens aanwenden Instructies opvolgen Werken conform voorgeschreven procedures Discipline tonen Werken overeenkomstig wettelijke richtlijnen Effectief blijven presteren onder druk Gevoelens onder controle houden

vieren van de regels in ruil voor persoonlijk gewin. De beveiliger legt regels aan bezoekers en personeelsleden rustig en zelfverzekerd uit zodat deze begrijpen wat er van hen verwacht wordt en bereid zijn de regels vrijwillig op te volgen. Hij past zijn manier van presenteren aan aan de mensen waarmee hij te maken krijgt waarbij hij rekening houdt met hiërarchische verschillen, verschillen in cultuur en verschillen in taalbeheersing. Veelvoorkomende informatie geeft hij ook in het Engels. De beveiliger signaleert afwijkingen op de normale situatie die risico’s kunnen vormen voor de veiligheid. De beveiliger volgt bij het uitvoeren van toegangs- en uitgangscontroles geldende procedures, instructies en wettelijke richtlijnen consequent en toont daarbij discipline ook als langdurig dezelfde werkzaamheden moeten worden uitgevoerd.

Vaardigheden: - Omgaan met facilitysystemen (incl. slagbomen) - Om kunnen gaan met CCTVsystemen - Omgaan met agressie - Beleefdheidsvormen toepassen - Opnemen en herkennen signalement

De beveiliger blijft kalm en onverstoorbaar ook al worden mensen boos doordat er rijvorming ontstaat, omdat ze niet willen meewerken aan een procedure of omdat ze het niet eens zijn met de beslissing van de beveiliger.

Kerntaak 1 Houdt preventief toezicht op de veiligheid 1.2 werkproces Voert surveillances en controles uit De beveiliger opent en sluit panden, loopt openings-, brand- en sluitrondes en rondes gedurende openstelling van het Omschrijving: object. Hij voert afgesproken controlerende werkzaamheden uit (bijvoorbeeld het controleren van brandblusapparatuur). Hij signaleert onveilige of ongezonde situaties en neemt maatregelen om risico’s te beperken of weg te nemen. Hij ziet toe op naleving van huisregels en relevante andere wetgeving. Hiertoe spreekt hij mensen zonodig aan. Als hij gevoelige gegevens (bijvoorbeeld documenten) aantreft zijn zorgt hij ervoor dat die niet in verkeerde handen vallen. Hij bouwt relaties op met mensen van andere afdelingen/bedrijven en werkt met hen samen. Hij rapporteert mondeling en/of schriftelijk volgens instructies en draagt zijn dienst over. Hij maakt tijdens het werk gebruik van communicatieapparatuur. Het object is zo goed mogelijk beschermd tegen beveiligings- en veiligheidsrisico’s, conform instructies. Gewenst resultaat: Indien relevant heeft afstemming met anderen plaatsgevonden en zijn bedrijfsprocessen zo min mogelijk verstoord.


49

Competentie Beslissen en activiteiten initiëren

Aansturen Samenwerken en overleggen

Ethisch en integer handelen Formuleren en rapporteren

Vakdeskundigheid toepassen Materialen en middelen inzetten Instructies en procedures opvolgen

Heldere rapportages ten dienste van de eigen organisatie en derden. Component(en) Prestatie-Indicator - Beslissingen nemen De beveiliger maakt bij het constateren van onregel- Afgewogen risico’s nematigheden de keuze of hij wel of niet handelt waarbij men hij rekening houdt met mogelijke risico’s en waarbij hij - Zelfvertrouwen tonen achteraf zijn keuze op een verantwoorde manier kan onderbouwen. - Uitoefenen van gezag De beveiliger geeft aanwijzingen op zo’n manier dat mensen zijn aanwijzingen opvolgen. - Anderen raadplegen en De beveiliger raadpleegt bij het nemen van prevenbetrekken tieve maatregelen relevante medewerkers van ande- Afstemmen re afdelingen en stemt te nemen maatregelen met - Proactief informeren hen af. Wanneer het belangrijk is dat anderen op de hoogte worden gesteld van een beveiligingsmaatregel of een geconstateerde onregelmatigheid informeert hij hen proactief zodat bedrijfsprocessen niet onnodig verstoord worden. - Integer handelen De beveiliger gaat discreet om met vertrouwelijke gegevens en laat zich bovendien niet verleiden tot overtreding van de huisregels en de wet. - Nauwkeurig en volledig De beveiliger schrijft heldere specifieke en algemene rapporteren rapporten volgens bedrijfsrichtlijnen, op zo’n manier dat ze bruikbaar zijn voor zowel de eigen organisatie als voor derden. - Vakspecifieke mentale De beveiliger signaleert afwijkingen op de normale vermogens aanwenden situatie die risico’s kunnen vormen voor de veiligheid. - Materialen en middelen De beveiliger gebruikt steeds de voor een situatie doeltreffend gebruiken meest geschikte middelen op de goede manier zodat het werk optimaal wordt uitgevoerd. - Instructies opvolgen De beveiliger volgt bij het uitvoeren van controles en - Werken conform voorgesurveillances geldende procedures, instructies en schreven procedures wettelijke richtlijnen consequent en toont daarbij dis- Discipline tonen cipline ook als er langdurig niets gebeurt. - Werken conform veiligheidsvoorschriften - Werken overeenkomstig


50

Vakkennis en vaardigheden Kennis: - Bevoegdheden, rechten, plichten en (sociale) verantwoordelijkheden voortvloeiend uit en behorend bij de functie van beveiliger - Bevoegdheden, taken en manier van werken van veiligheidsorganisaties - Risico’s bij verschillende soorten objecten en bedrijfsactiviteiten en mogelijke beveiligingsmaatregelen - Brandblusapparatuur, basiskennis brand - Beleefdheidsvormen toepassen - Basisterminologie - Signalementleer

Vaardigheden: - Lopen van een surveillanceronde - Gebruik van communicatieapparatuur - Gebruik van computerapplicatie t.b.v. het rapporteren - Het maken van een eenvoudige risicoberekening - NAVO-spellingsalfabet - Opnemen en herkennen signalement

wettelijke richtlijnen


51

Kerntaak 2 Treedt repressief op, Beveiliger


52


R

S

T

U

V

W

X

Y Analyseren


Leren



Kwaliteit leveren







K

L Begeleiden






Presenteren




x

x x

Aansturen

J Beslissen en activiteiten initiëren

I

x

H

x

G

x

F

x

E

Onderzoeken

Q D

x

x

x x

x

x


P C

Treedt op bij incidenten en calamiteiten Houdt verdachten aan 2.2

n.v.t.

Voert alarmopvolging uit binnen de mobiele surveillance 2.3

O B

Werkprocessen

x

M N A

2.1


Betekenis van de kerntaak voor deze uitstroom

In deze matrix is per kerntaak aangegeven welke competenties aangewend worden bij de uitvoering van de werkprocessen voor deze uitstroom. Dit is zichtbaar door middel van een kruisje in de matrix.

Kerntaak 2 Treedt repressief op 2.1 werkproces Treedt op bij incidenten en calamiteiten De beveiliger treedt op bij incidenten zoals brand, ongevallen en veelvoorkomende criminaliteit en bij calamiteiten. De Omschrijving: beveiliger ontvangt een alarm of constateert zelf een incident of calamiteit. Hij handelt volgens procedures waarbij hij maatregelen neemt om de schade te beperken, rekening houdend met eigen veiligheid. Hij draagt bij aan de veiligheid van bezoekers en personeel bijvoorbeeld door assistentie te verlenen bij (gedeeltelijke) ontruiming en door de plaats van het incident af te zetten. Bij calamiteiten krijgt de beveiliger instructies die hij uitvoert. Hij stelt eventuele slachtoffers gerust. Hij waarschuwt indien nodig hulpdiensten, houdt de weg vrij en ontvangt de hulpdiensten. Hij werkt samen met anderen en communiceert met de verschillende betrokkenen en rapporteert mondeling/schriftelijk volgens instructies zowel tijdens het proces als na afloop en zowel bij incidenten als calamiteiten. Het alarm, het incident, of de calamiteit is volgens procedures afgehandeld, de juiste maatregelen zijn getroffen en er is zo Gewenst resultaat: veel mogelijk rust ontstaan. Er is zo weinig mogelijk materiële en immateriële schade. De juiste hulp is op tijd ingeroepen en er is voldoende contact geweest met de meldkamer/centrale post De juiste assistentie is op tijd verleend. Heldere rapportages ten dienste van de eigen organisatie en derden. Competentie Component(en) Prestatie-Indicator Vakkennis en vaardigheden De beveiliger reageert alert op een alarm of oproep Kennis: Beslissen en activitei- - Acties en activiteiten initiwaarbij hij bepaalt wat meer bijdraagt aan de veilig- Bevoegdheden, rechten, ten initiëren eren heid, zelf opvolgen van het alarm of doorgaan met de plichten en (sociale) verant- Afgewogen risico’s neactiviteit waar hij mee bezig is en doorgeven dat er woordelijkheden voortvloeimen iemand anders moet worden gestuurd. Bij afhandeend uit en behorend bij de - Zelfvertrouwen tonen ling van het incident handelt hij kordaat en met zelffunctie van beveiliger vertrouwen en brengt hij vertrouwen in de goede af- Bevoegdheden, taken en loop over op anderen waardoor er zo veel mogelijk manier van werken van veirust ontstaat. ligheidsorganisaties - Risico’s bij verschillende Aansturen - Uitoefenen van gezag De beveiliger geeft aanwijzingen op zo’n manier dat soorten objecten en bedrijfsmensen zijn aanwijzingen opvolgen. activiteiten en mogelijke beSamenwerken en - Anderen raadplegen en De beveiliger schakelt de hulp van anderen in als veiligingsmaatregelen overleggen betrekken maatregelen moeten worden getroffen die hij niet zelf - Proactief informeren kan uitvoeren, als hij zijn post niet mag verlaten of als - Brandblusapparatuur, basiskennis brand hij niet zelf over de deskundigheid of bevoegdheid - Te nemen acties bij verschilbeschikt om de maatregel te nemen. lende soorten criminaliteit De beveiliger onderhoudt contact met de meldkamer - Basisterminologie /centrale post zodat voortdurend duidelijk is waar hij


54


-

Nauwkeurig en volledig rapporteren Vlot en bondig formuleren


-

Vakspecifieke mentale vermogens aanwenden


-

Instructies opvolgen Werken conform voorgeschreven procedures Werken overeenkomstig wettelijke richtlijnen

-


-

Effectief blijven presteren onder druk Gevoelens onder controle houden

zich bevindt en of er bijstand nodig is. De beveiliger informeert tijdens en na het incident hulpdiensten en andere betrokkenen snel en to-thepoint zodat zij zo snel mogelijk kunnen handelen. Tijdens het incident noteert de beveiliger punten die nodig zijn voor de rapportage die hij moet maken. De beveiliger schrijft heldere specifieke en algemene rapporten volgens bedrijfsrichtlijnen, op zo’n manier dat ze bruikbaar zijn voor zowel de eigen organisatie als voor derden. De beveiliger stelt vast of het een vals alarm betreft of een echt alarm en stelt vast wat de oorzaak van het alarm is. De beveiliger houdt zich aan de procedures die voor ieder incident bestaan en volgt daarnaast de instructies op van degene die de leiding heeft bij het incident of de calamiteit. Hij werkt volgens wettelijke richtlijnen en handelt conform wettelijke procedures zodat zijn handelen geborgd is. Hij treedt indien nodig deëscalerend op volgens procedures zodat agressieve mensen zo min mogelijk schade berokkenen. De beveiliger handelt ook in emotionele en gevaarlijke situaties doortastend waarbij hij zich niet laat meeslepen door zijn gevoelens.

-

-

Procedures m.b.t brand, ongevallen en veelvoorkomende criminaliteit Signalementleer

Vaardigheden: - Lopen van een surveillanceronde - Gebruik van communicatieapparatuur - Gebruik van computerapplicatie t.b.v. het rapporteren - Opstellen van signalement - Kunnen reproduceren wat er is gebeurd. - Omgaan met agressie - Afzetten van een gebied - Blussen van kleine brandjes - Ontvangen en begeleiden van hulpdiensten - NAVO-spellingsalfabet - Optreden bij brand - Opnemen en herkennen signalement - Inschakelen van noodvoorzieningen

Kerntaak 2 Repressief optreden 2.2 werkproces Houdt verdachten aan De beveiliger houdt op heterdaad aan op grond van eigen waarneming of op basis van informatie van iemand anders. Hij Omschrijving: stelt vast van welk strafbaar feit er sprake is, of er juridische grond is om aan te houden en of het volgens de huisregels wenselijk is om aan te houden. Hij informeert de back-up (collega, meldkamer) en zorgt voor de eigen veiligheid. Hij kiest een goed moment om aan te houden. Hij houdt de verdachte aan, neemt eventueel voorwerpen in beslag en draagt de


55

Gewenst resultaat:


Aansturen Samenwerken en overleggen

Ethisch en integer handelen Formuleren en rapporteren

verdachte over volgens procedures. Hij reageert doeltreffend op agressief gedrag. Hij rapporteert mondeling/schriftelijk volgens instructies. De aanhouding inclusief de eventuele inbeslagname, is volgens procedures uitgevoerd en is rechtmatig; er is zo min mogelijk onrust ontstaan en er komen geen gegronde claims binnen. Er zijn geen aanhoudingen verricht buiten de afspraken met de opdrachtgever om. De juiste hulp is op tijd ingeroepen en betrokkenen zijn op de hoogte gehouden. De overdracht is op de juiste manier uitgevoerd. Heldere rapportages ten dienste van de eigen organisatie en derden. Component(en) Prestatie-Indicator Vakkennis en vaardigheden Kennis: - Zelfvertrouwen tonen De beveiliger houdt een verdachte aan na correcte - Bevoegdheden, rechten, - Afgewogen risico’s neoverweging van de juridische gronden en nadat hij plichten en (sociale) verantmen back-up heeft geregeld van meldkamer of collega’s. woordelijkheden voortvloeiHij handelt hierbij doortastend en vertrouwenwekkend end uit en behorend bij de en houdt rekening met mogelijke risico’s op escalatie functie van beveiliger en geweld. - Bevoegdheden, taken en - Uitoefenen van gezag De beveiliger toont overwicht en meldt met overtuimanier van werken van veiging de reden voor de aanhouding aan de verdachte. ligheidsorganisaties - Anderen raadplegen en De beveiliger informeert relevante personen zodra hij - Risico’s bij verschillende betrekken denkt dat de veiligheid in het geding is, zodat vroegsoorten objecten en bedrijfs- Proactief informeren tijdig maatregelen kunnen worden genomen. activiteiten en mogelijke beDe beveiliger schakelt de hulp van anderen in als veiligingsmaatregelen maatregelen moeten worden getroffen die hij niet zelf kan uitvoeren, als hij zijn post niet mag verlaten of als - Basisterminologie - Signalementleer hij zelf niet over de deskundigheid of bevoegdheid beschikt om de maatregel te nemen. De beveiliger laat persoonlijke vooroordelen geen rol - Integer handelen Vaardigheden: spelen bij de bejegening van verdachten. - Verschillen tussen men- Visitatie sen respecteren - Aanhouden, in beslag nemen - Nauwkeurig en volledig De beveiliger informeert de opsporingsambtenaar van voorwerpen en overdrarapporteren aan wie hij de verdachte overdraagt op zo’n manier gen aan opsporingsambte- Vlot en bondig formuleren dat deze een correct proces-verbaal kan opstellen. naar De beveiliger rapporteert na afloop van de aanhouding zodanig dat juridische problemen in verband met - Omgaan met agressie de aanhouding worden voorkomen en het voor ande- - Opnemen signalement - Kunnen werken met informaren duidelijk is wat de situatie rond de aanhouding tiebronnen en met ICTwas.


56


-


-


Werken conform voorgeschreven procedures Werken overeenkomstig de wettelijke richtlijnen Effectief blijven presteren onder druk Gevoelens onder controle houden Grenzen stellen

De beveiliger houdt alleen aan als dat volgens de bedrijfsregels gewenst is en als het juridisch toegestaan is en voert de aanhouding uit volgens de bedrijfsregels en de huisregels. De beveiliger blijft effectief presteren in de stressvolle situatie van een aanhouding; hij laat zich niet meeslepen door gevoelens van boosheid of onmacht en reageert rustig op agressief gedrag van de verdachte waarbij hij duidelijk aangeeft dat de verdachte te ver gaat.

57

applicaties

Kerntaak 3 Voert dienstverlenende werkzaamheden uit, Beveiliger


58


P

Q

R

S

T

U

V

W

X

Y Analyseren


Leren



Kwaliteit leveren







x

x x

x

x

B

C

D

E

F

G

H

I

J

K


Aansturen

Begeleiden






Presenteren

Werkprocessen


3.1


x

3.2


Onderzoeken

x

x


O Vakdeskundigheid toepassen

M N A

x

x





Kerntaak 3 Voert dienstverlenende werkzaamheden uit 3.1 werkproces Biedt service en hulp De beveiliger treedt mensen hulpvaardig tegemoet. Hij beantwoordt hun vragen en verwijst ze indien nodig door naar anOmschrijving: dere personen. Hij wijst mensen de weg en zorgt ervoor dat zij hun doel kunnen bereiken, bijvoorbeeld door advies te geven over waar ze kunnen parkeren. Hij helpt mensen die hulpbehoevend zijn (bijvoorbeeld gehandicapten die de normale ingang niet kunnen gebruiken). Belangrijk is dat hij geen informatie geeft die de veiligheid in gevaar brengt of die de (klant)organisatie anderszins schade berokkent. Hij gebruikt verschillende hulpmiddelen. Juist geïnformeerde of doorverwezen personen. Gewenst resultaat: Mensen die hulp nodig hadden zijn naar hun tevredenheid geholpen zonder dat de veiligheid in het geding is geweest. De mensen voelen zich welkom. Competentie Component(en) Prestatie-Indicator Vakkennis en vaardigheden Vakkennis: Ethisch en integer - Integer handelen De beveiliger gaat discreet om met vertrouwelijke - Bevoegdheden, rechten, handelen gegevens zodat hij geen informatie geeft die schade plichten en (sociale) verantkan berokkenen aan het (klant)bedrijf. woordelijkheden voortvloeiPresenteren - Duidelijk uitleggen en De beveiliger geeft duidelijk uitleg aan personen naar end uit en behorend bij de toelichten aanleiding van gestelde vragen en hij controleert of zij functie van beveiliger. - Op de toehoorders inspe- begrijpen wat hij heeft gezegd, waarbij hij veelvoor- Bevoegdheden, taken en len komende vragen ook in het Engels kan beantwoormanier van werken van veiden. ligheidsorganisaties Vakdeskundigheid - Vakspecifieke mentale De beveiliger weegt af hoe ver hij kan gaan in de toepassen vermogens aanwenden dienstverlening en zorgt ervoor dat de veiligheid nooit - Kennis van het object, terrein etc. - Gevoel voor ruimte en in het geding komt. richting tonen De beveiliger geeft routeaanwijzingen op zo´n manier - Beleefdheidsvormen toepassen dat de plaats van bestemming zo snel, veilig en com- Basisterminologie fortabel mogelijk kan worden bereikt. Materialen en midde- - Materialen en middelen De beveiliger gebruikt de juiste hulpmiddelen om Vaardigheden: len inzetten doeltreffend inzetten mensen zo goed mogelijk te kunnen helpen. - De weg wijzen aan de hand Op de behoeften en - Klanttevredenheid in de De beveiliger achterhaalt door het stellen van open van een plattegrond verwachtingen van de gaten houden vragen de juiste klantvraag en benadert personen “klant” richten - Behoeften en verwachtin- hierbij vriendelijk en behulpzaam. Hij checkt of de gen achterhalen klant tevreden is.

Kerntaak 3 Voert dienstverlenende werkzaamheden uit 3.2 werkproces Voert eenvoudige baliewerkzaamheden uit De beveiliger werkt als beveiliger achter een balie, vaak in een portiersloge. Hij ontvangt bezoekers op klantvriendelijke Omschrijving:


60

Gewenst resultaat:

Competentie Samenwerken en overleggen

Vakdeskundigheid toepassen Materialen en middelen inzetten

Op de behoeften en verwachtingen van de “klant” richten Instructies en proce-

wijze en registreert ze. Hij bedient de telefooncentrale en handelt binnenkomende telefoongesprekken correct af. Hij beheert bepaalde goederen (zoals beschermingsmiddelen) en geeft ze uit. Hij handelt verzoeken, meldingen van onregelmatigheden en klachten af. Hij voert eenvoudige administratieve handelingen uit, die vooral liggen op het vlak van registratie. Hij maakt doeltreffend gebruik van de beschikbare (ICT-)hulpmiddelen. Hij kan communiceren in het Engels zolang het vaak terugkomende onderwerpen betreft. Klantvriendelijke telefoonbeantwoording en ontvangst van bezoekers conform bedrijfsregels en etiquette, waarbij de veiligheid steeds gewaarborgd blijft. Een volledige en juiste administratie en (bezoekers)registratie Gemelde verzoeken en onregelmatigheden zijn correct en op tijd afgehandeld waarbij indien nodig anderen zijn ingeschakeld. Klachten en vragen zijn op de juiste manier afgehandeld. Goederen zijn verstrekt aan de juiste personen en ook weer ingenomen. Component(en) Prestatie-Indicator Vakkennis en vaardigheden - Anderen raadplegen en De beveiliger informeert relevante personen zodra hij Vakkennis: - Bevoegdheden, rechten, betrekken denkt dat de veiligheid in het geding is, zodat vroegplichten en (sociale) verant- Proactief informeren tijdig maatregelen kunnen worden genomen. woordelijkheden voortvloeiDe beveiliger raadpleegt anderen indien nodig zodat end uit en behorend bij de hij mensen aan zijn balie juist helpt. functie van beveiliger De beveiliger schakelt de hulp van anderen in als maatregelen moeten worden getroffen die hij niet zelf - Bevoegdheden, taken en manier van werken van veikan uitvoeren, als hij zijn post niet mag verlaten of als ligheidsorganisaties hij niet zelf over de deskundigheid of bevoegdheid - Kennis van het object, terrein beschikt om de maatregel te nemen. etc. - Vakspecifieke mentale De beveiliger weegt af hoe ver hij kan gaan in de vermogens aanwenden dienstverlening en zorgt ervoor dat de veiligheid nooit - Basisterminologie in het geding komt. Vaardigheden: - Materialen en middelen De beveiliger gebruikt de beschikbare hulpmiddelen - Kunnen werken met informadoeltreffend inzetten (ICT-hulpmiddelen, telefooncentrale) op de voorgetiebronnen en met ICTschreven wijze zodat werkzaamheden vlot en volgens applicaties de afspraken met de opdrachtgever worden uitge- Telefoon kunnen bedienen voerd De beveiliger achterhaalt door het stellen van open - Klanttevredenheid in de vragen de juiste klantvraag en benadert de persoon gaten houden - Behoeften en verwachtin- hierbij vriendelijk en behulpzaam. Hij checkt of de klant tevreden is. gen achterhalen - Werken conform voorgeDe beveiliger voert de werkzaamheden uit volgens


61

dures opvolgen


schreven procedures

procedures zodat alles gebeurt volgens de afspraken die met de opdrachtgever zijn gemaakt en er consistentie is in de manier waarop gewerkt wordt.

62

2.2 Mobiel surveillant Kerntaak 1 Houdt preventief toezicht op de veiligheid, Mobiel surveillant


63

Proces-competentie-matrix Mobiel surveillant


Competenties Aansturen

Begeleiden






Presenteren




1.1 1.2 1.3 1.4


O

P

Q

R

S

T

U

V

W

X



Werkprocessen

M N


L


K


J


I


H

Kwaliteit leveren

G


F


E

Leren

D


C

Onderzoeken

B

Analyseren

A

n.v.t. x x

x x

x x

x x

x

x

x

x

x

x

n.v.t.



64

Detaillering proces-competentie-matrices Mobiel surveillant In de detaillering van de matrices wordt duidelijk dat een bepaalde competentie van toepassing is, en wordt beschreven hoe die competenties worden aangewend ten behoeve van het resultaat van het werkproces. Per competentie kunnen meerdere componenten van toepassing zijn. Waar van toepassing, zijn kennis en vaardigheden vermeld welke nodig zijn voor competent gedrag, eventueel aangevuld met referenties (naar concrete geldende normen) Kerntaak 1 Houdt preventief toezicht op de veiligheid 1.2 werkproces Voert surveillances en controles uit De mobiel surveillant laadt benodigde hulpmiddelen in de auto en controleert de auto. Hij rijdt op veilige wijze van object Omschrijving: naar object. Hij opent en sluit panden en loopt openings-, brand- en sluitrondes. Hij maakt gebruik van ronderegistratiesystemen. Hij voert afgesproken controlerende en dienstverlenende werkzaamheden uit, zoals sluitbegeleiding of en in- of uitschakelen van alarmsystemen. Hij signaleert onveilige of ongezonde situaties en neemt maatregelen om risico’s te beperken of weg te nemen. Hij onderhoudt steeds contact met de meldkamer. Hij ziet toe op naleving van huisregels en relevante wetgeving. Na afloop van de dienst maakt hij de auto schoon en controleert hij die op schade. Hij rapporteert mondeling en/of schriftelijk volgens instructies. De route is correct afgelegd en de objecten zijn op de juiste tijd bereikt. Gewenst resultaat: Eventuele mankementen aan de auto zijn op tijd gemeld, er zijn geen verkeersovertredingen begaan en er is geen schade ontstaan aan de auto. De objecten zijn zo goed mogelijk beschermd tegen beveiligings- en veiligheidsrisico’s, conform instructies, eventueel door anderen in te schakelen. Heldere rapportages ten dienste van de eigen organisatie en derden. Er is voldoende contact geweest met de meldkamer en andere relevante betrokkenen. Competentie Component(en) Prestatie-Indicator Vakkennis en vaardigheden - Bevoegdheden, rechten, Beslissen en activitei- - Beslissingen nemen De mobiel surveillant maakt bij het constateren van plichten en (sociale) verantten initiëren - Afgewogen risico’s neonregelmatigheden de keuze of hij wel of niet handelt woordelijkheden voortvloeimen waarbij hij rekening houdt met mogelijke risico’s en end uit en behorend bij de - Zelfvertrouwen tonen waarbij hij achteraf zijn keuze op een verantwoorde functie van mobiel surveillant manier kan onderbouwen. - Verschil tussen open/ half Samenwerken en - Proactief informeren De mobiel surveillant informeert de meldkaopen en besloten objecten, overleggen mer/centrale post steeds over waar hij is zodat daar kenmerken van objecten steeds bekend is waar elke mobiel surveillant zich - Brandblusapparatuur en bevindt wat belangrijk is voor de veiligheid en voor brandmeldsystemen het efficiënt sturen van personeel. - Signalementleer Ethisch en integer - Integer handelen De mobiel surveillant gaat discreet om met vertrouhandelen welijke gegevens en laat zich bovendien niet verlei-


65


-

Nauwkeurig en volledig rapporteren


-

Vakspecifieke mentale vermogens aanwenden Gevoel voor ruimte en richting tonen Materialen en middelen doeltreffend gebruiken


-


-

Instructies opvolgen Werken conform voorgeschreven procedures Discipline tonen Werken conform veiligheidsvoorschriften Werken overeenkomstig wettelijke richtlijnen

den tot overtreding van huisregels en de wet. De mobiel surveillant maakt notities en schrijft specifieke en algemene rapporten op zo’n manier dat de opdrachtgever begrijpt wat er bedoeld wordt zodat hij maatregelen kan nemen op grond van de rapportage. De beveiliger signaleert afwijkingen op de normale situatie die risico’s kunnen vormen voor de veiligheid. De mobiel surveillant bereikt een object snel en veilig, ook als het donker is. De mobiel surveillant gebruikt de tot zijn beschikking staande communicatiemiddelen volgens procedures zodat de communicatie efficiënt verloopt. De mobiel surveillant zorgt ervoor dat de auto schoon is en blijft en zorgt ervoor dat technische mankementen worden gemeld zodat ze snel verholpen kunnen worden. De mobiel surveillant volgt bij het uitvoeren van controles en surveillances geldende procedures, instructies en wettelijke richtlijnen consequent en toont daarbij discipline ook als er langdurig niets gebeurt en hij weet dat niemand ziet of hij zijn werk wel of niet goed doet.

Procedures: - Lopen van verschillende soorten rondes (brand- en sluitronde, controleronde, specifieke ronde) - Gebruik van ronderegistratiesystemen - Gebruik van communicatieapparatuur - Sluitbegeleiding uitvoeren - Openen en sluiten van objecten - NAVO-spellingsalfabet - Beleefdheidsvormen toepassen - Opnemen signalement

Kerntaak 1 Houdt preventief toezicht op de veiligheid 1.3 werkproces Houdt toezicht op personen De mobiel surveillant houdt volgens instructies toezicht op personeel van het te beveiligen object en/of personeel van derOmschrijving: den. Hij voert visitaties en andere soorten controles uit. Hij handelt adequaat bij onregelmatigheden. Hij rapporteert mondeling/schriftelijk volgens bedrijfsinstructies en draagt de dienst over. Controles zijn volgens bedrijfsregels uitgevoerd waarbij zo min mogelijk onrust is ontstaan. Gewenst resultaat: Er is adequaat gehandeld bij onregelmatigheden. Heldere rapportages ten dienste van de eigen organisatie en derden Competentie Component(en) Prestatie-Indicator Vakkennis en vaardigheden Beslissen en activitei- - Beslissingen nemen De mobiel surveillant neemt snel een beslissing - Bevoegdheden, rechten,


66

ten initiëren

-

Afgewogen risico’s nemen Zelfvertrouwen tonen

Aansturen

-

Uitoefenen van gezag


-

Presenteren

-

Integer handelen Verschillen tussen mensen respecteren Duidelijk uitleggen en toelichten Betrouwbaarheid en deskundigheid uitstralen

-

-


-



-

Instructies opvolgen Werken conform voorgeschreven procedures Discipline tonen Werken overeenkomstig wettelijke richtlijnen Effectief blijven presteren onder druk Gevoelens onder controle houden


-


waarbij hij rekening houdt met risico’s die een rol spelen bij het weigeren of juist toelaten van een persoon of voorwerp. Bij het nemen van de beslissing toont hij uiterlijk geen twijfel. De beveiliger geeft aanwijzingen op zo’n manier dat mensen zijn aanwijzingen opvolgen. De mobiel surveillant behandelt alle bezoekers gelijkwaardig en discrimineert/selecteert niet op andere aspecten dan die in de procedures staan. De mobiel surveillant legt regels aan bezoekers en personeelsleden rustig en zelfverzekerd uit zodat deze begrijpen wat er van hen verwacht wordt en bereid zijn vrijwillig de regels op te volgen. Hij past zijn manier van presenteren aan de mensen aan waarmee hij te maken krijgt. De mobiel surveillant signaleert afwijkingen op de normale situatie die risico’s kunnen vormen voor de veiligheid. De mobiel surveillant volgt bij het uitvoeren van controles geldende procedures, instructies en wettelijke richtlijnen consequent en toont daarbij discipline en consequentheid.

De mobiel surveillant blijft kalm en onverstoorbaar ook al worden mensen boos doordat er rijvorming ontstaat, omdat ze niet willen meewerken aan een procedure of omdat ze het niet eens zijn met de beslissing van de beveiliger.

67

plichten en (sociale) verantwoordelijkheden voortvloeiend uit en behorend bij de functie van mobiel surveillant Vaardigheden: - Omgaan met agressie

Kerntaak 2 Treedt repressief op, Mobiel surveillant


68

Proces-competentie-matrix Mobiel surveillant

Q

R

S

T

U

V

W

X

Y Analyseren


Leren



Kwaliteit leveren







D

E

F

G

H

I

J

K


Aansturen

Begeleiden






Presenteren




Onderzoeken

P C


O B

x x x x

M N A

Werkprocessen

x x

Voert alarmopvolging uit binnen de mobiele surveillance

n.v.t.

2.2

x

2.3

n.v.t.





Kerntaak 2 Treedt repressief op 2.3 werkproces Voert alarmopvolging uit binnen de mobiele surveillance De mobiel surveillant beoordeelt of het verantwoord is om de werkzaamheden te onderbreken om het alarm op te volgen. Omschrijving: Hij leest de objectinformatie en begeeft zich (meestal per auto) naar de plaats van het alarm. Hij benadert de plaats van het alarm en volgt het alarm op volgens procedures. Hij onderhoudt daarbij contact met de meldkamer en zorgt in eerste instantie voor eigen veiligheid. Hij schakelt indien nodig een of meer hulpdiensten in. Hij onderneemt actie om herhaling van het incident te voorkomen en rapporteert mondeling/schriftelijk volgens instructies. Hij hervat de onderbroken werkzaamheden. Het alarm is volgens procedures afgehandeld. Gewenst resultaat: Een heldere rapportage van het incident. Er is voldoende contact geweest met de meldkamer en andere relevante betrokkenen. Competentie Component(en) Prestatie-Indicator Vakkennis en vaardigheden - Bevoegdheden, rechten, Beslissen en activitei- - Acties en activiteiten initiDe mobiel surveillant reageert alert op een alarm of plichten en (sociale) verantten initiëren eren oproep waarbij hij bepaalt wat meer bijdraagt aan de woordelijkheden voortvloei- Afgewogen risico’s neveiligheid, zelf opvolgen van het alarm of doorgaan end uit en behorend bij de men met de activiteit waar hij mee bezig is en doorgeven functie van mobiel surveillant. - Zelfvertrouwen tonen dat er iemand anders moet worden gestuurd. Bij af- Bevoegdheden verschillende handeling van het incident handelt hij kordaat en met veiligheidsorganisaties zelfvertrouwen en brengt hij vertrouwen in de goede - Soorten alarmen afloop over op anderen waardoor er zo veel mogelijk - Te nemen acties bij verschilrust ontstaat. lende soorten criminaliteit Aansturen - Uitoefenen van gezag De mobiel surveillant geeft aanwijzingen op zo’n ma- Signalementleer nier dat mensen zijn aanwijzingen opvolgen. Samenwerken en - Anderen raadplegen en De mobiel surveillant onderhoudt contact met de overleggen betrekken meldkamer/centrale post zodat voortdurend duidelijk Vaardigheden: - Proactief informeren is waar hij zich bevindt en of er bijstand nodig is. - Gebruik van communicatieFormuleren en rap- Nauwkeurig en volledig De mobiel surveillant informeert tijdens en na het apparatuur porteren rapporteren incident hulpdiensten en andere betrokkenen snel en - Benaderen van een object - Vlot en bondig formuleren to-the-point zodat zij zo snel mogelijk kunnen handeper auto len. Tijdens het incident noteert de beveiliger punten die nodig zijn voor de rapportage die hij moet maken. - Gebruik van computerapplicatie t.b.v. het rapporteren Vakdeskundigheid - Vakspecifieke mentale De mobiel surveillant stelt vast of het een vals alarm Opstellen van signalement toepassen vermogens aanwenden betreft of een echt alarm en stelt vast wat de oorzaak - Kunnen reproduceren wat er van het alarm is. is gebeurd. Instructies en proce- Instructies opvolgen De mobiel surveillant houdt zich aan de procedures dures opvolgen - Werken conform voorgedie voor ieder incident bestaan en volgt daarnaast de - Omgaan met agressie - Procedures per type alarm schreven procedures instructies op van degene die de leiding heeft bij het


70


-

Werken overeenkomstig wettelijke richtlijnen

-


-


incident of de calamiteit. Hij werkt volgens wettelijke richtlijnen; hij kan bij het rapporteren eventuele strafbare feiten benoemen en handelt conform wettelijke procedures zodat zijn handelen geborgd is. Hij treedt indien nodig deëscalerend op volgens procedures zodat agressieve mensen zo min mogelijk schade berokkenen. De mobiel surveillant handelt ook in emotionele en gevaarlijke situaties doortastend waarbij hij zich niet laat meeslepen door zijn gevoelens.

71

-

Resetten van een alarm NAVO-spellingsalfabet Opnemen signalement

2.3 Persoonsbeveiliger Kerntaak 4 Beveiligt personen, Persoonsbeveiliger


72

Proces-competentie-matrix Persoonsbeveiliger

Kerntaak 4 Beveiligt personen

Competenties Samenwerken en overleggen




Presenteren

x

4.4

Vervoert een VIP

4.5

Voert een nabijbeveiliging van een VIP uit Treedt op in acuut bedreigende situaties

4.2

4.6

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

R

S

T

U

V

W

X



x

x

Q


Begeleiden

4.3

Voert een preventieve observatieopdracht uit Voert een voorverkenning uit Begeleidt een VIP

P


Aansturen

4.1

O



x

Werkprocessen

M N


L


K

Kwaliteit leveren

J


I


H

Leren

G


F

Onderzoeken

E

Analyseren

D


C


B


A

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x x

x

x

x

x

x x

x

x

x x

x



73

Detaillering proces-competentie-matrices Persoonsbeveiliger In de detaillering van de matrices wordt duidelijk dat een bepaalde competentie van toepassing is, en wordt beschreven hoe die competenties worden aangewend ten behoeve van het resultaat van het werkproces. Per competentie kunnen meerdere componenten van toepassing zijn. Waar van toepassing, zijn kennis en vaardigheden vermeld welke nodig zijn voor competent gedrag, eventueel aangevuld met referenties (naar concrete geldende normen). Kerntaak 4 Beveiligt personen 4.1 werkproces Voert een preventieve observatieopdracht uit De persoonsbeveiliger informeert zich over het normale beeld van de woonomgeving, werkomgeving etc. van de VIP, Omschrijving: verzamelt informatie over het leven van de VIP en verzamelt de benodigde hulpmiddelen. Hij observeert zo onopvallend mogelijk, gebruik makend van de juiste hulpmiddelen, en signaleert afwijkingen van het normale omgevingsbeeld. Hij spreekt zonodig passanten aan ten behoeve van informatieverzameling en maakt afspraken met derden waardoor de opdracht beter kan worden uitgevoerd. Hij zoekt naar mogelijke verbanden tussen de verzamelde gegevens en constateert herhaling in gebeurtenissen. Hij bepaalt welke afwijkingen hij direct doorgeeft aan de coördinator en welke hij alleen schriftelijk meldt. Hij gaat zorgvuldig om met de vergaarde informatie. Hij signaleert en meldt bedreigende situaties. Kenmerkend voor dit werkproces is dat vaak lange tijd gewacht moet worden, terwijl er niets gebeurt. Als er iets gebeurt, reageert de persoonsbeveiliger desalniettemin alert. Hij rapporteert schriftelijk/mondeling volgens procedures. Een actueel en (ook voor collega’s) bruikbaar risicobeeld van de omgeving van de VIP. Gewenst resultaat: Juist ingeschatte risico’s die op tijd zijn gemeld. De observatie-activiteiten hebben de veiligheid van de VIP niet in gevaar gebracht. Competentie Component(en) Prestatie-Indicator Vakkennis en vaardigheden Beslissingen en acti- Beslissingen nemen De persoonsbeveiliger maakt de juiste keuze tussen Kennis: viteiten initiëren - Afgewogen risico’s nehet noteren van observaties en het direct melden bij - Bevoegdheden, rechten, men de coördinator. plichten en (sociale) verantDe persoonsbeveiliger maakt een juiste inschatting woordelijkheden voortvloeivan wanneer observatie over moet gaan in persoonsend uit en behorend bij de beveiliging. functie van persoonsbeveiliger Samenwerken en - Afstemmen De persoonsbeveiliger maakt afspraken met derden - Classificatie van mate van overleggen waardoor het mogelijk wordt de observatieopdracht dreiging beter (‘scherper’) uit te voeren. - Signalementleer Ethisch en integer - Integer handelen De persoonsbeveiliger gaat discreet om met vertrou- Doelstelling van een prevenhandelen - Omgevingsverantwoord welijke informatie door ervoor te zorgen dat deze tieve beveiligingsopdracht handelen informatie niet in verkeerde handen valt. - Statische en dynamische De persoonsbeveiliger houdt rekening met de impact waarneming van preventieve observatie op de veiligheidsgevoe-


74

Relaties opbouwen en netwerken

-

Relaties opbouwen met mensen Relatienetwerk onderhouden en benutten.


-



-

Vakspecifieke mentale vermogens aanwenden Vakspecifieke fysieke vermogens aanwenden

-

Materialen en middelen toepassen

-

Analyseren

Onderzoeken

Geschikte materialen en middelen gebruiken Materialen en middelen doelmatig gebruiken

-

Informatie genereren uit gegevens Verbanden leggen

-

Informatie achterhalen

-


lend van derden door de omgeving zo min mogelijk te verstoren. De persoonsbeveiliger is onopvallend aanwezig maar bouwt desalniettemin een relatie op met de mensen in de omgeving die kunnen bijdragen aan de observatieopdracht. De persoonsbeveiliger maakt gebruik van het opgebouwde netwerk om informatie te verzamelen voor het risicobeeld dat hij opstelt waarbij hij ervoor zorgt zo min mogelijk gevoelens van onveiligheid op te roepen en geen irritatie op te wekken, ook niet als er langdurig (maandenlang) wordt geobserveerd. De persoonsbeveiliger beschrijft personen, voertuigen en (potentieel) bedreigende situaties volgens afgesproken systematiek waardoor herkenning mogelijk wordt door collega’s. De persoonsbeveiliger gebruikt technieken en tactieken op zo’n manier dat het voorbijgangers/ omwonenden etc. zo min mogelijk opvalt dat hij observeert. De persoonsbeveiliger observeert lange tijd zonder zijn alertheid te verliezen. De persoonsbeveiliger kiest afhankelijk van het doel van de opdracht en de omstandigheden de meest geschikte hulpmiddelen om te observeren en om gegevens vast te leggen. De persoonsbeveiliger gebruikt de registratiehulpmiddelen op zo’n manier dat de geregistreerde gegevens ook voor collega’s bruikbaar zijn. De persoonsbeveiliger analyseert gegevens en probeert patronen te herkennen. Hij scheidt hoofd- en bijzaken maar onthoudt bijzaken wel, omdat later kan blijken dat ze toch een hoofdzaak zijn. De persoonsbeveiliger verzamelt relevante informatie over woon- en werkomgeving van de VIP en krijgt zo een beeld van het normale leven van de VIP zodat hij daarna kan bepalen wat afwijkingen op dat normale

75

Vaardigheden: - Observatietechnieken - Opstellen van signalement/kunnen herkennen van iets of iemand op grond van signalement - Onthouden van kentekens, gegevens van voertuigen etc. - NAVO-spellingsalfabet

Leren

-

Vakkennis en vaardigheden bijhouden

beeld zijn. De persoonsbeveiliger zorgt ervoor op de hoogte te blijven van relevante actuele gebeurtenissen (via de media en open bronnen) en betrekt deze kennis bij het beschrijven van een risicobeeld zodat hij een actueel risicobeeld krijgt.

Kerntaak 4 Beveiligt personen 4.2 werkproces Voert een voorverkenning uit De persoonsbeveiliger controleert of het draaiboek voor een beveiligingsopdracht uitgevoerd kan worden en constateert Omschrijving: eventuele onuitvoerbare procedures. Hij signaleert risico’s waar in het draaiboek niet op geanticipeerd is en noteert die. Hij bepaalt welke afwijkingen en risico’s hij direct meldt aan de coördinator en welke later of niet. De persoonsbeveiliger moet uiterst discreet zijn over alles wat de veiligheid van de VIP in gevaar kan brengen en mag daar ook thuis niets over vertellen. Actuele, relevante veranderingen ten opzichte van de situatie waarvan is uitgegaan in het draaiboek zijn gesignaleerd en Gewenst resultaat: gemeld. De persoonsbeveiliger heeft zijn privéleven zo ingericht dat hij zijn werk zo goed mogelijk kan doen en gaat deelt vertrouwelijke informatie niet met derden. Competentie Component(en) Prestatie-Indicator Vakkennis en vaardigheden Kennis: Formuleren en rap- Nauwkeurig en volledig De persoonsbeveiliger levert gegevens gestructu- Bevoegdheden, rechten, porteren rapporteren reerd en volledig aan, mondeling en/of schriftelijk, plichten en (sociale) verantzodat de coördinator het draaiboek kan aanpassen. woordelijkheden voortvloeiVakdeskundigheid - Vakspecifieke mentale De persoonsbeveiliger checkt aan de hand van een end uit en behorend bij de toepassen vermogens aanwenden checklist het draaiboek op uitvoerbaarheid, meldt functie van persoonsbeveilionuitvoerbare procedures en doet suggesties voor ger verbetering zodat het draaiboek daarop kan worden - Classificatie van mate van aangepast. dreiging Onderzoeken - Informatie achterhalen De persoonsbeveiliger signaleert risico’s waarop in - Signalementleer het draaiboek niet geanticipeerd is en rapporteert die aan de coördinator zodat deze het draaiboek daaraan Vaardigheden: aan kan passen. - Observatietechnieken Met druk en tegen- Werk en privé in evenDe persoonsbeveiliger richt zijn leven zo in dat hij - Opstellen van signaleslag omgaan wicht brengen fysiek en mentaal altijd voorbereid is om opgeroepen ment/kunnen herkennen van te worden. iets of iemand op grond van De persoonsbeveiliger vertelt thuis niets over zijn


76

werk dat de beveiligingsopdracht kan schaden en wisselt ervaringen die hij wil delen alleen uit met collega’s.

-

signalement Onthouden van kentekens, gegevens van voertuigen etc. Gebruik checklist NAVO-spellingsalfabet

Kerntaak 4 Beveiligt personen 4.3 werkproces Begeleidt een VIP De persoonsbeveiliger leest het draaiboek en bereidt zich voor op de beveiligingsopdracht; het begeleiden en beveiligen Omschrijving: van de VIP. Hij informeert bij de VIP naar mogelijke wensen, probeert die zo veel mogelijk in te willigen en biedt weerstand aan wensen die in verband met de veiligheid niet in te willigen zijn. Hij onderhoudt contact met personeel van derden en personeel van de VIP. Hij loopt mee met de VIP en zorgt ervoor dat deze ongehinderd zijn doel kan bereiken, ook als er grote groepen mensen moeten worden gepasseerd. Hij signaleert eventuele risico’s en reageert doeltreffend, zonder de omgeving of de VIP onnodig te hinderen. Indien de omstandigheden daartoe aanleiding geven neemt de persoonsbeveiliger beslissingen die de vrijheid van de VIP beperken en eventuele eerder gemaakt afspraken doorkruisen. De VIP heeft zijn werkzaamheden en/of privé-activiteiten veilig kunnen uitvoeren waarbij de VIP, zijn omgeving en derden Gewenst resultaat: zo weinig mogelijk gehinderd zijn en zonodig afstemming heeft plaatsgevonden met andere functionarissen. De persoonsbeveiliger heeft de juiste afweging gemaakt tussen dienstverlenen en beveiligen en schakelt indien nodig over van het een naar het ander. Competentie Component(en) Prestatie-Indicator Vakkennis en vaardigheden Kennis: Beslissingen en acti- Beslissingen nemen De persoonsbeveiliger neemt steeds de juiste beslis- Bevoegdheden, rechten, viteiten initiëren - Afgewogen risico’s nesing wanneer een keuze moet worden gemaakt tusplichten en (sociale) verantmen sen dienstverlenen en beveiligen en roept als hij twijwoordelijkheden voortvloeifelt de hulp in van de coördinator. end uit en behorend bij de Samenwerken en - Afstemmen De persoonsbeveiliger maakt duidelijke afspraken functie van persoonsbeveilioverleggen - Aanpassen aan de groep (indien nodig in het Engels) met personeel van derger den en met personeel van de VIP zodat de veiligheid - Classificatie van mate van van de VIP zo goed mogelijk gewaarborgd is. dreiging Ethisch en integer - Integer handelen De persoonsbeveiliger gaat discreet om met vertrou- Signalementleer handelen - Omgevingsverantwoord welijke informatie door ervoor te zorgen dat deze handelen informatie niet in verkeerde handen valt. De persoonsbeveiliger schendt de privacy van de VIP Vaardigheden: en diens gezinsleden zo min mogelijk en probeert de - Observatietechnieken levensvrijheid van de VIP zo min mogelijk te beper- Opstellen van signaleken, zodat de beveiliging zo min mogelijk invloed ment/kunnen herkennen van heeft op het leven van de VIP.


77

Relaties opbouwen en netwerken

-


-


-


-


-

Relaties opbouwen met mensen Relaties opbouwen op verschillende niveaus Goede relatie behouden bij moeilijkheden

Ideeën en meningen naar voren brengen en onderbouwen Vakspecifieke mentale vermogens aanwenden Vakspecifieke fysieke vermogens aanwenden

Werken conform voorgeschreven procedures Discipline tonen

Aanpassen aan veranderende omstandigheden

De persoonsbeveiliger bouwt een relatie op met personeel van derden en personeel van de VIP zodat er een basis ligt die het gemakkelijk maakt afspraken te maken; indien nodig maakt hij (eenvoudige) afspraken in het Engels. De persoonsbeveiliger past zich aan alle omstandigheden aan en gaat op harmonieuze wijze om met mensen uit allerlei sociale lagen. De persoonsbeveiliger houdt een goede relatie met de VIP ook al wordt de VIP door de persoonsbeveiliger gehinderd in zijn vrijheid. De persoonsbeveiliger beargumenteert beslissingen op zo’n manier dat de VIP en derden bereid zijn om de consequenties van die beslissingen te nemen. De persoonsbeveiliger past zich qua gedrag en taalgebruik zo veel mogelijk aan aan de omgeving zodat hij zo min mogelijk opvalt. De persoonsbeveiliger beperkt in het contact met omstanders het aanwenden van fysieke vermogens door zo veel mogelijk gebruik te maken van persoonsbeveiligingstactieken om geweld te voorkomen. De persoonsbeveiliger houdt zich aan het draaiboek en aan de gedragscode zodat de andere teamleden en de coördinator op hem kunnen vertrouwen en de beveiligingsopdracht zo goed mogelijk wordt uitgevoerd. De persoonsbeveiliger is alert op veranderingen en schakelt snel over van de ene naar de andere vorm van beveiligen zodat de veiligheid van de VIP steeds gewaarborgd blijft.

-

iets of iemand op grond van signalement Onthouden van kentekens, gegevens van voertuigen etc. Toepassen etiquetteregels Crowd control NAVO-spellingsalfabet

Kerntaak 4 Beveiligt personen 4.4 werkproces Vervoert een VIP De persoonsbeveiliger leest het draaiboek en bereidt zich voor op zijn opdracht als beveiligingschauffeur. Hij controleert de Omschrijving: auto op de aspecten veiligheid, techniek en verzorging. Hij rijdt de afgesproken route waarvan hij alleen afwijkt indien hij


78

Gewenst resultaat:



Presenteren



daartoe opdracht of toestemming krijgt van de coördinator. Hij maakt afspraken met de VIP en converseert met hem. Hij rijdt op zo’n manier de VIP kan werken in de auto als deze dat wenst. Hij gebruikt security-rijtechnieken, voertuigbeheersingstechnieken en andere veiligheidstechnieken op de juiste manier, zo nodig in overleg met chauffeurs van andere beveiligingsauto’s. Hij signaleert risico’s en reageert daar adequaat op. De VIP is veilig en comfortabel vervoerd en op tijd aangekomen waarbij zo min mogelijk onrust is ontstaan bij andere weggebruikers. Zonodig heeft heldere afstemming plaatsgevonden met collega’s. De persoonsbeveiliger heeft incidenten juist afgehandeld. Component(en) Prestatie-Indicator Vakkennis en vaardigheden - Afstemmen De persoonsbeveiliger stemt tijdens het rijden steeds Kennis: af met andere chauffeurs (bijvoorbeeld van een volg- - Bevoegdheden, rechten, plichten en (sociale) verantwoordeauto) zodat de veiligheid van de VIP zo veel mogelijk lijkheden voortvloeiend uit en gewaarborgd is. behorend bij de functie van - Omgevingsverantwoord De persoonsbeveiliger houdt bij de keuze van een persoonsbeveiliger handelen bepaalde rijtechniek, route, procedure, keuze van - Classificatie van mate van rijbaan etc. rekening met de algemene verkeersveidreiging ligheid en irriteert medeweggebruikers zo min moge- Signalementleer lijk. - Duidelijk uitleggen en De persoonsbeveiliger legt, zonodig in het Engels, de - Observatie- en beveiligingstechnieken toelichten veiligheidsprocedures uit aan de VIP zodat deze het - Preventieve beveiligingsmaat- Onderhoudend commubelang ervan inziet en ze daarom opvolgt. regelen i.v.m. het vervoeren niceren De persoonsbeveiliger kan een praatje maken met van personen de VIP (in het Nederlands op het niveau van de VIP - De rol van 5-minutenvoertuig en in het Engels op elementair niveau) en zorgt zo en back-up voertuig voor een prettige sfeer in de auto. - Nauwkeurig en volledig De persoonsbeveiliger beschrijft personen, voertuirapporteren gen en (potentieel) bedreigende situaties volgens Vaardigheden: afgesproken systematiek waardoor herkenning mo- Observatietechnieken gelijk wordt door collega’s. - Opstellen van signale- Vakspecifieke mentale De persoonsbeveiliger signaleert risico’s en handelt ment/kunnen herkennen van vermogens aanwenden ernaar door (in overleg met de coördinator) specifieiets of iemand op grond van - Vakspecifieke fysieke ke rijtechnieken toe te passen, de route te wijzigen, signalement vermogens aanwenden de parkeerlocatie te wijzigen etc. zodat de rit en de - Security rijtechnieken aankomst veilig verlopen. - Voertuigbeheersingstechnieken De persoonsbeveiliger bedient het voertuig vaardig - Parkeerprocedures, aankomsten beheerst waarbij hij gebruik maakt van de juiste


79


-

Plannen en organiseren Instructies en procedures opvolgen

-

Activiteiten plannen

-

Werken conform voorgeschreven procedures Discipline tonen Werken conform wettelijke richtlijnen

-

Goed zorgdragen voor materialen en middelen

kijktechniek en rekening houdt met andere weggebruikers en met het comfort van de VIP. De persoonsbeveiliger controleert de auto op beveiligingsaspecten, techniek en verzorging, neemt maatregelen als er gebreken zijn en zorgt er zodoende voor dat de auto inzetbaar blijft. De persoonsbeveiliger maakt op tijd de juiste afspraken omtrent parkeren, aankomst en vertrek. De persoonsbeveiliger volgt het draaiboek en houdt zich aan de gedragscode, komt altijd stipt op tijd en werkt zeer gedisciplineerd. De persoonsbeveiliger houdt zich aan de verkeersregels ook al wil de VIP dat die regels worden overtreden bijvoorbeeld om ergens op tijd te zijn. De persoonsbeveiliger handelt volgens procedures en wettelijke richtlijnen bij aanrijdingen, ongevallen, noodgevallen en calamiteiten.

-

procedures, vertrekprocedures Onthouden van kentekens, gegevens van voertuigen etc. NAVO-spellingsalfabet Gebruik van: - navigatieapparatuur - een personenvoertuig - communicatiemiddelen

Kerntaak 4 Beveiligt personen 4.5 werkproces Voert een nabij-beveiliging van een VIP uit De persoonsbeveiliger woont een briefing bij of leest het draaiboek. Hij bepaalt met de teamgenoten de taakverdeling voor Omschrijving: het beveiligen van de VIP in een risicovolle omgeving. Het team loopt in de door de coördinator opgedragen formatie. De persoonsbeveiliger is alert op risico’s en reageert daar doeltreffend op. Indien nodig past hij technieken toe van crowd control. De VIP is snel en veilig door een risicovolle omgeving geleid. Gewenst resultaat: De persoonsbeveiliger heeft goed samengewerkt met zijn teamgenoten. Competentie Component(en) Prestatie-Indicator Vakkennis en vaardigheden Kennis: Aansturen - Uitoefenen van gezag De persoonsbeveiliger benadert een groep mensen die een bedreiging vormen op zo’n manier dat de VIP - Bevoegdheden, rechten, plichten en (sociale) verantzo veilig mogelijk de groep kan passeren. woordelijkheden voortvloeiSamenwerken en - Afstemmen De persoonsbeveiliger bepaalt samen met de teamend uit en behorend bij de overleggen leden de taakverdeling op zo’n manier dat iedereen functie van persoonsbeveiliweet wat er van hem verwacht wordt en informeert de ger anderen teamleden voortdurend tijdens de nabij- De relatie tussen risicobeveiliging.


80


-

Nauwkeurig en volledig formuleren


-



-

Effectief blijven presteren onder druk

De persoonsbeveiliger formuleert to-the-point, volledig en duidelijk zodat zijn collega’s snel en juist geïnformeerd worden over waargenomen risico’s. De persoonsbeveiliger signaleert risico’s en handelt afhankelijk van de rol die hij op dat moment in het team heeft zodat er geen verwarring ontstaat en de beveiliging doeltreffend verloopt. De persoonsbeveiliger blijft ook in een risicovolle situatie kalm en handelt onverstoorbaar.

-

analyse en het beveiligingsproces Toepassingsmogelijkheden van: - technische beveiligingsmiddelen - communicatiemiddelen - facilitysystemen

Vaardigheden: - Formatielopen - Crowd control - Veiligheidsprocedures en ontsnappingstechnieken - Gebruik communicatiemiddelen - Gebruik facilitysystemen

Kerntaak 4 Beveiligt personen 4.6 werkproces Treedt op in acuut bedreigende situaties De persoonsbeveiliger bepaalt of de situatie dermate bedreigend is dat moet worden ingegrepen. Hij zorgt ervoor dat de Omschrijving: VIP stopt met zijn werkzaamheden, zonder dat onnodige onrust ontstaat bij de aanwezigen. Hij brengt de VIP zo snel en doeltreffend mogelijk in veiligheid. Hij doet dit alleen of hij loopt in bepaalde formatie met collega’s indien de coördinator daartoe opdracht geeft. Hij communiceert met de coördinator en de collega’s en gebruikt hierbij jargon. Hij rapporteert mondeling/schriftelijk volgens instructies waarbij hij bepaalt wat hij direct meldt en wat later of niet. De VIP is snel en beheerst in veiligheid gebracht terwijl er zo weinig mogelijk onrust is ontstaan. Gewenst resultaat: Zonodig heeft afstemming plaatsgevonden met collega’s en (personeel van) derden. Competentie Component(en) Prestatie-Indicator Vakkennis en vaardigheden Kennis: Beslissen en activitei- - Beslissingen nemen De persoonsbeveiliger bepaalt in een gevaarlijke - Bevoegdheden, rechten, ten initiëren - Afgewogen risico’s nesituatie of kan worden volstaan met aanpassing van plichten en (sociale) verantmen de beveiliging of dat er geëvacueerd moet worden, woordelijkheden voortvloeiwaarbij hij rekening houdt met commerciële en/of end uit en behorend bij de persoonlijke belangen van de VIP. functie van persoonsbeveiliAansturen - Uitoefenen van gezag De persoonsbeveiliger zorgt ervoor dat de VIP een ger gemaakte veiligheidskeuze accepteert en meewerkt


81


-

Afstemmen


-



zodat het mogelijk wordt de VIP snel in veiligheid te brengen. De persoonsbeveiliger gebruikt bij de benadering van een bedreigende groep mensen bepaalde technieken en tactieken zodat de VIP zo veilig mogelijk de groep kan passeren en er geen escalatie plaatsvindt. De persoonsbeveiliger stemt met de andere teamleden en met (personeel van) derden af hoe er gehandeld gaat worden en wie wat doet. Hij maakt hierbij gebruik van jargon. De persoonsbeveiliger is zeer alert en signaleert risico’s in een vroegtijdig stadium zodat er op tijd kan worden gehandeld.

82

-

De relatie tussen risicoanalyse en het beveiligingsproces

Vaardigheden: - Formatielopen - Onthouden van kentekens, gegevens van voertuigen etc. - Veiligheidsprocedures en ontsnappingstechnieken - Gebruik communicatiemiddelen - Crowd control - NAVO-spellingsalfabet

2.4 Winkelsurveillant Kerntaak 1 Houdt preventief toezicht op de veiligheid, Winkelsurveillant


83

Proces-competentie-matrix Winkelsurveillant



Begeleiden






Presenteren




1.1 1.2 1.3 1.4


O

P

Q

R

S

T

U

V

W

X



Werkprocessen

M N


L


K


J


I


H

Kwaliteit leveren

G


F


E

Leren

D


C

Onderzoeken

B

Analyseren

A

n.v.t. x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x

x x

x



84

Detaillering proces-competentie-matrices Winkelsurveillant In de detaillering van de matrices wordt duidelijk dat een bepaalde competentie van toepassing is, en wordt beschreven hoe die competenties worden aangewend ten behoeve van het resultaat van het werkproces. Per competentie kunnen meerdere componenten van toepassing zijn. Waar van toepassing, zijn kennis en vaardigheden vermeld welke nodig zijn voor competent gedrag, eventueel aangevuld met referenties (naar concrete geldende normen). Kerntaak 1 Houdt preventief toezicht op de veiligheid 1.2 werkproces Voert surveillances en controles uit De winkelsurveillant houdt zowel statisch als dynamisch toezicht in winkels/winkelcentrum (incl. dienstingangen, vluchtrouOmschrijving: tes, opgeslagen goederen) met als doel het voorkomen van ordeverstoringen, derving en onveilige situaties. Daarnaast observeert hij de winkel/het winkelgebied via camera’s en begeleidt hij gelden waardeverplaatsingen in de winkel. Hij signaleert onveilige of ongezonde situaties en neemt maatregelen om risico’s te beperken of weg te nemen. Hij ziet toe op naleving van huisregels en relevante wetgeving en spreekt mensen zonodig aan. Hij is zich bewust van de verschillen tussen het werken in burger en in uniform. Hij bouwt relaties op met mensen van andere afdelingen/bedrijven en werkt met hen samen Hij rapporteert mondeling en/of schriftelijk volgens instructies. Hij werkt conform de Arbo-regelgeving. De omgeving heeft een semi-publiek karakter wat de situatie onvoorspelbaar maakt. Een winkelgebied waar het veilig is omdat risico’s op tijd zijn gesignaleerd en op de juiste manier gehandeld is en waarbij Gewenst resultaat: zo min mogelijk onrust is ontstaan. Er bevinden zich geen mensen met toegangsontzeggingen in het pand. De risico’s bij de aan- en uitvoer van waardevolle goederen en geldstromen zijn zo veel mogelijk beperkt. Zonodig is heeft afstemming plaatsgevonden met collega’s en personeel van derden. (Tijdelijk) opgeslagen goederen zijn niet gestolen of beschadigd. Heldere rapportages ten dienste van de eigen organisatie en derden. Competentie Component(en) Prestatie-Indicator Vakkennis en vaardigheden Beslissen en activitei- - Beslissingen nemen De winkelsurveillant maakt bij het constateren van Kennis: ten initiëren - Afgewogen risico’s neonregelmatigheden de keuze of hij wel of niet handelt - Bevoegdheden, rechten, men waarbij hij rekening houdt mogelijke risico’s en waarplichten en (sociale) verant- Zelfvertrouwen tonen bij hij achteraf zijn keuze op een verantwoorde mawoordelijkheden voortvloeinier kan onderbouwen. Hij houdt hierbij rekening met end uit en behorend bij de het semi-publieke karakter van de omgeving. functie van winkelsurveillant - Verschil tussen open/ half Aansturen - Uitoefenen van gezag De beveiliger geeft aanwijzingen op zo’n manier dat open en besloten objecten mensen zijn aanwijzingen opvolgen.. - Veiligheid beïnvloedende Samenwerken en - Anderen raadplegen en De winkelsurveillant raadpleegt bij het nemen van factoren overleggen betrekken preventieve maatregelen relevante medewerkers van - Ondersteunende beveili- Afstemmen andere afdelingen (zoals winkelpersoneel) en stemt


85

-

Proactief informeren

Ethisch en integer handelen Presenteren

-

Integer handelen

-


-

Op de toehoorder(s)/toeschouwer(s) inspelen Nauwkeurig en volledig rapporteren

Vakdeskundigheid toepassen Materialen en middelen inzetten

-


-

-

-


Vakspecifieke mentale vermogens aanwenden Materialen en middelen doeltreffend gebruiken Werken conform voorgeschreven procedures Discipline tonen Werken conform veiligheidsvoorschriften Werken overeenkomstig wettelijke richtlijnen

te nemen maatregelen met hen af. Wanneer het belangrijk is dat anderen op de hoogte worden gesteld van een beveiligingsmaatregel of een geconstateerde onregelmatigheid informeert hij hen proactief zodat bedrijfsprocessen niet onnodig verstoord worden. De winkelsurveillant laat zich niet verleiden tot overtreding van huisregels en de wet. De winkelsurveillant past zijn manier van communiceren aan aan de persoon die hij voor zich heeft. De winkelsurveillant schrijft heldere specifieke en algemene rapporten volgens bedrijfsrichtlijnen, op zo’n manier dat ze bruikbaar zijn voor zowel de eigen organisatie als voor derden. De beveiliger signaleert afwijkingen op de normale situatie die risico’s kunnen vormen voor de veiligheid. De winkelsurveillant gebruikt de tot zijn beschikking staande communicatiemiddelen volgens procedures zodat de communicatie efficiënt verloopt. De winkelsurveillant volgt bij het uitvoeren van controles en surveillances geldende procedures, instructies en wettelijke richtlijnen consequent en toont daarbij discipline ook als er langdurig niets gebeurt.

86

-

-

gingsmaatregelen Technieken om beveiligingsmaatregelen te omzeilen Verschillen tussen werken in burger en in uniform Verschil gelegenheidsdief en professionele dief Geld- en goederenstromen in een pand en de risico’s daarbij Signalementleer

Vaardigheden: - Lopen van een surveillanceronde - Gebruik van communicatieapparatuur - Gebruik van computerapplicatie t.b.v. het rapporteren - Signalementen opstellen en herkennen - Observeren via camera’s - Mensen aanspreken in het Engels - Herkennen van afwijkend klantgedrag - NAVO-spellingsalfabet

Kerntaak 1 Houdt preventief toezicht op de veiligheid 1.3 werkproces Houdt toezicht op personen De winkelsurveillant houdt volgens instructies toezicht op publiek, winkelpersoneel en personeel van derden. Hij voert Omschrijving: visitaties en andere soorten controles uit. Dit betreft bv. het controleren van winkelpersoneel voordat deze naar huis gaan of het controleren van een kassabon van een klant om te controleren of er wel of niet voor een artikel betaald is. Het is belangrijk dat de winkelsurveillant de huisregels zelf goed kent en deze ook kan uitleggen. Hij handelt adequaat bij onregelmatigheden. Hij rapporteert mondeling/schriftelijk volgens bedrijfsinstructies en draagt de dienst over. Dilemma is het controleren van personeelsleden die je ook als collega’s beschouwt. Controles zijn volgens bedrijfsregels uitgevoerd waarbij zo min mogelijk onrust is ontstaan. Gewenst resultaat: Er is adequaat gehandeld bij onregelmatigheden. Toont professionele distantie, ook als mensen die hij als collega’s beschouwt moet controleren. Heldere rapportages ten dienste van de eigen organisatie en derden. Competentie Component(en) Prestatie-Indicator Vakkennis en vaardigheden Kennis: Beslissen en activitei- - Beslissingen nemen De winkelsurveillant neemt snel een beslissing waar- Bevoegdheden, rechten, ten initiëren - Afgewogen risico’s nebij hij rekening houdt met risico’s die een rol spelen plichten en (sociale) verantmen bij het weigeren of juist toelaten van een persoon of woordelijkheden voortvloei- Zelfvertrouwen tonen voorwerp. Bij het nemen van de beslissing toont hij end uit en behorend bij de uiterlijk geen twijfel. functie van winkelsurveillant Aansturen - Uitoefenen van gezag De beveiliger geeft aanwijzingen op zo’n manier dat - Technieken om beveiligingsmensen zijn aanwijzingen opvolgen. maatregelen te omzeilen Ethisch en integer - Integer handelen De winkelsurveillant gaat discreet en integer om met handelen de onregelmatigheden die hij aantreft bij het controleren van personen. Vaardigheden: Presenteren - Duidelijk uitleggen en De winkelsurveillant legt regels aan bezoekers en - Omgaan met agressie toelichten personeelsleden rustig en zelfverzekerd uit zodat - Uitvoeren van visitaties - Betrouwbaarheid en desdeze begrijpen wat er van hen verwacht wordt en - Uitvoeren van (kassa)bon kundigheid uitstralen bereid zijn de regels vrijwillig op te volgen. Hij past controles zijn manier van presenteren aan aan de mensen waarmee hij te maken krijgt. Instructies en proce- Instructies opvolgen De winkelsurveillant volgt bij het uitvoeren van controdures opvolgen - Werken conform voorgeles geldende procedures, instructies en wettelijke schreven procedures richtlijnen consequent en toont daarbij discipline ook - Discipline tonen als langdurig dezelfde werkzaamheden moeten wor- Werken overeenkomstig den uitgevoerd. wettelijke richtlijnen


87


-


De winkelsurveillant is in staat om de morele druk te weerstaan die aanwezig is als hij mensen die hij als collega’s ziet (namelijk het winkelpersoneel) moet controleren.

Kerntaak 1 Houdt preventief toezicht op de veiligheid 1.4 werkproces Geeft voorlichting over preventie van winkelcriminaliteit De winkelsurveillant signaleert diefstalgevoelige omstandigheden. Hij adviseert het winkelpersoneel omtrent een winkelopOmschrijving: stelling die tot minder winkelcriminaliteit leidt. Hij bevordert security awareness/beveiligingsbewustzijn bij het personeel door het geven een presentatie. Hij geeft advies aan de bedrijfsleiding m.b.t. de beveiliging van goederen- en geldstromen. Hij bevordert security awareness/beveiligingsbewustzijn bij het publiek door te wijzen op risicovol gedrag. Alert winkelpersoneel dat ervoor zorgt dat winkelcriminaliteit zo weinig mogelijk kans krijgt en alert publiek dat ervoor zorgt Gewenst resultaat: dat zakkenrollers zo weinig mogelijk kans krijgen. Een winkelopstelling die de kans op winkelcriminaliteit zo klein mogelijk maakt zonder dat bedrijfsprocessen verstoord worden. Competentie Component(en) Prestatie-Indicator Vakkennis en vaardigheden Presenteren - Duidelijk uitleggen en De winkelsurveillant legt duidelijk en met kennis van Kennis: toelichten zaken uit wat manieren zijn om de winkel beter te - Bevoegdheden, rechten, - Betrouwbaarheid en desbeveiligen (bijvoorbeeld qua winkelopstelling) zodat plichten en (sociale) verantkundigheid uitstralen het personeel en de bedrijfsleider een goed beeld woordelijkheden voortvloeikrijgen van de mogelijkheden en de noodzaak tot een end uit en behorend bij de betere beveiliging. functie van winkelsurveillant - Technieken om winkelcrimiVakdeskundigheid - Expertise delen De winkelsurveillant deelt zijn deskundigheid op het naliteit uit te voeren toepassen gebied van winkelbeveiliging met het personeel en de - De relatie tussen winkelforbedrijfsleider zodat gezamenlijk kan worden gestremule en winkelinrichting, en den tegen winkelcriminaliteit. beveiligingsmaatregelen - Criminele en niet-criminele derving - Administratieve en nietadministratieve derving


88

Kerntaak 2 Treedt repressief op, Winkelsurveillant


89


R

S

T

U

V

W

X

Y Analyseren


Leren



Kwaliteit leveren







x

F

G

H

I

J

K


Aansturen

Begeleiden






Presenteren




x

x

x

x

x

E

Onderzoeken

Q D

Werkprocessen

x


P C

n.v.t.

Voert alarmopvolging uit binnen de mobiele surveillance 2.3

O B

n.v.t.


M N A

2.1




Kerntaak 2 Treedt repressief op 2.1 werkproces Treedt op bij incidenten en calamiteiten De winkelsurveillant treedt op bij incidenten zoals poortalarm, overvallen of diefstal. De beveiliger reageert op een alarm of Omschrijving: constateert zelf een incident. Hij handelt volgens procedures waarbij hij maatregelen neemt om de schade te beperken, rekening houdend met eigen veiligheid. Indien nodig gaat hij over tot aanhouding en inbeslagname. Bij onveilige of ongezonde situaties zorgt hij ervoor dat die hersteld worden of zorgt hij voor afzettingen of (gedeeltelijke) ontruiming. Hij waarschuwt indien nodig hulpdiensten of het interventieteam. Hij communiceert met de verschillende betrokkenen en rapporteert mondeling/schriftelijk volgens instructies zowel tijdens het proces als na afloop. Het alarm of incident is volgens procedures afgehandeld en er is zo min mogelijk onrust ontstaan. Gewenst resultaat: Er is zo weinig mogelijk materiële en immateriële schade. De juiste hulp is op tijd ingeroepen en er is voldoende contact geweest met de meldkamer/centrale post De juiste assistentie is op tijd verleend. Heldere rapportages ten dienste van de eigen organisatie en derden. Competentie Component(en) Prestatie-Indicator Vakkennis en vaardigheden Kennis: Beslissen en activitei- - Acties en activiteiten initiDe winkelsurveillant reageert alert op een alarm of - Bevoegdheden, rechten, ten initiëren eren oproep waarbij hij bepaalt wat meer bijdraagt aan de plichten en (sociale) verant- Afgewogen risico’s neveiligheid, zelf opvolgen van het alarm of doorgaan woordelijkheden voortvloeimen met de activiteit waar hij mee bezig is en doorgeven end uit en behorend bij de - Zelfvertrouwen tonen dat er iemand anders moet worden gestuurd. functie van winkelsurveillant Bij afhandeling van het incident handelt hij kordaat en - Werking van interventieteams met zelfvertrouwen en brengt hij vertrouwen in de - Bevoegdheden verschillende goede afloop over op anderen waardoor er zo veel veiligheidsorganisaties mogelijk rust ontstaat. - Minimale eisen die aan een Aansturen - Uitoefenen van gezag De winkelsurveillant geeft duidelijk aanwijzingen zoontzeggingformulier worden dat mensen zijn aanwijzingen opvolgen. gesteld Samenwerken en - Anderen raadplegen en De winkelsurveillant schakelt de hulp van anderen in - Te nemen acties bij verschiloverleggen betrekken als maatregelen moeten worden getroffen die hij niet lende soorten criminaliteit - Proactief informeren zelf kan uitvoeren, als hij zijn post niet mag verlaten - Signalementleer of als hij niet zelf over de deskundigheid of bevoegdheid beschikt om de maatregel te nemen. Vaardigheden: De beveiliger onderhoudt contact met de meldkamer - Statisch en dynamisch /centrale post zodat voortdurend duidelijk is waar hij - Gebruik van communicatiezich bevindt en of er bijstand nodig is. apparatuur Formuleren en rap- Nauwkeurig en volledig De winkelsurveillant informeert tijdens en na het inci- Gebruik van computerappliporteren rapporteren dent hulpdiensten en andere betrokkenen snel en to-


91

-

Vlot en bondig formuleren


-



-

Instructies opvolgen Werken conform voorgeschreven procedures Werken overeenkomstig wettelijke richtlijnen

-


-



the-point zodat zij zo snel mogelijk kunnen handelen. Tijdens het incident noteert de beveiliger punten die nodig zijn voor de rapportage die hij moet maken. De beveiliger schrijft heldere specifieke en algemene rapporten volgens bedrijfsrichtlijnen, op zo’n manier dat ze bruikbaar zijn voor zowel de eigen organisatie als voor derden. De beveiliger stelt vast of het een vals alarm betreft of een echt alarm en stelt vast wat de oorzaak van het alarm is. De winkelsurveillant houdt zich aan de procedures die voor ieder incident bestaan en houdt rekening met lokale afspraken die er zijn gemaakt m.b.t. aanhouden. Hij werkt volgens wettelijke richtlijnen; bij het rapporteren benoemt hij strafbare feiten op de juiste manier en hij handelt conform wettelijke procedures zodat zijn handelen geborgd is. De winkelsurveillant handelt ook in emotionele en gevaarlijke situaties doortastend waarbij hij zich niet laat meeslepen door zijn gevoelens.

92

-

-

catie t.b.v. het rapporteren Opstellen en herkennen van signalement Kunnen reproduceren wat er is gebeurd. Omgaan met agressie Afzetten van een gebied Procedures m.b.t brand, ongevallen, veelvoorkomende criminaliteit Aanhouden van een verdachte in een publieke ruimte Iemand toegang ontzeggen

Kerntaak 3 Voert dienstverlenende werkzaamheden uit, Winkelsurveillant


93


P

Q

R

S

T

U

V

W

X

Y Analyseren


Leren



Kwaliteit leveren







D

E

F

G

H

I

J

K


Aansturen

Begeleiden






Presenteren



Materialen en middelen inzetten x

x

x

C

Onderzoeken

O B

Werkprocessen

x x


n.v.t.

3.2

x



M N A

3.1




Kerntaak 3 Voert dienstverlenende werkzaamheden uit 3.1 werkproces Biedt service en hulp De winkelsurveillant treedt mensen hulpvaardig tegemoet. Hij beantwoordt hun vragen en verwijst ze indien nodig door Omschrijving: naar andere personen. Hij wijst mensen de weg en zorgt ervoor dat zij hun doel kunnen bereiken. Hij helpt mensen die hulpbehoevend zijn (bijvoorbeeld gehandicapten die de normale ingang niet kunnen gebruiken). Hij biedt service bij weggelopen/gevonden kinderen en gevonden/verloren voorwerpen. Hij vangt mensen op die met agressie of criminaliteit te maken hebben gehad. Belangrijk hierbij is dat hij de veiligheid nooit uit het oog verliest. Juist geïnformeerde of doorverwezen personen. Gewenst resultaat: Mensen die hulp nodig hadden zijn naar hun tevredenheid geholpen zonder dat de veiligheid in het geding is geweest. Competentie Component(en) Prestatie-Indicator Vakkennis en vaardigheden Kennis: Aandacht en begrip - Anderen steunen De winkelsurveillant stelt gevonden kinderen, ouders tonen van zoekgeraakte kinderen of mensen die slachtoffer - Bevoegdheden, rechten, plichten en (sociale) verantzijn geworden van criminaliteit gerust. woordelijkheden voortvloeiEthisch en integer - Integer handelen De winkelsurveillant gaat discreet om met vertrouweend uit en behorend bij de handelen lijke gegevens zodat hij geen informatie geeft die functie van winkelsurveillant schade kan berokkenen aan het (klant)bedrijf. - Kennis van het object, terrein Presenteren - Duidelijk uitleggen en De winkelsurveillant geeft duidelijk uitleg aan persoetc. toelichten nen naar aanleiding van gestelde vragen en hij con- Op de toehoorders inspe- troleert of zij begrijpen wat hij heeft gezegd. Vaardigheden: len - De weg wijzen aan de hand Vakdeskundigheid - Vakspecifieke mentale De winkelsurveillant weegt af hoe ver hij kan gaan in van een plattegrond toepassen vermogens aanwenden de dienstverlening en zorgt ervoor dat de veiligheid - Gevoel voor ruimte en nooit in het geding komt; hij toont hierbij een gezond richting tonen wantrouwende houding. De winkelsurveillant geeft routeaanwijzingen op zo´n manier dat de plaats van bestemming zo snel, veilig en comfortabel mogelijk kan worden bereikt. Materialen en midde- - Materialen en middelen De winkelsurveillant gebruikt de juiste hulpmiddelen len inzetten doeltreffend inzetten om mensen zo goed mogelijk te kunnen helpen. De winkelsurveillant ziet aan mensen dat ze iets wil- Klanttevredenheid in de Op de behoeften en len vragen/hulp nodig hebben en benadert hen proacgaten houden verwachtingen van de - Behoeften en verwachtin- tief. “klant” richten De winkelsurveillant achterhaalt door het stellen van gen achterhalen open vragen de juiste klantvraag en benadert personen hierbij vriendelijk en behulpzaam. Hij checkt of de


95

klant tevreden is.


96

2.5 Coördinator beveiliging Kerntaak 5 Coördineert beveiligingswerkzaamheden, Coördinator beveiliging


97

Proces-competentie-matrix Coördinator beveiliging

Kerntaak 5 Coördineert beveiligingswerkzaamheden


Begeleiden






Presenteren




x

Plant en organiseert de dienstuitvoering Coördineert dagelijkse werkzaamheden

x

5.3

Voert personeelsbeleid uit

x

5.4

Coördineert bij incidenten en calamiteiten

x

5.1 5.2

x

x x

x x

x

P

Q

R

S

T

U

V

W

X

Y

x x

x

x x

O



x

Werkprocessen

M N


L


K


J


I


H

Kwaliteit leveren

G


F


E

Leren

D


C

Onderzoeken

B

Analyseren

A

x

x

x x

x

x

x

x x x



98

Detaillering proces-competentie-matrix Coördinator beveiliging In de detaillering van de matrices wordt duidelijk dat een bepaalde competentie van toepassing is, en wordt beschreven hoe die competenties worden aangewend ten behoeve van het resultaat van het werkproces. Per competentie kunnen meerdere componenten van toepassing zijn. Waar van toepassing, zijn kennis en vaardigheden vermeld welke nodig zijn voor competent gedrag, eventueel aangevuld met referenties (naar concrete geldende normen). Kerntaak 5 Coördineert beveiligingswerkzaamheden 5.1 werkproces Plant en organiseert de dienstuitvoering De coördinator beveiliging plant de dagelijkse werkzaamheden voor het team. Hij controleert roosters die de afdeling planOmschrijving: ning hem aanlevert en verdeelt taken. Hierbij houdt hij rekening met mensen die nog in opleiding zijn of ingewerkt moeten worden. Hij administreert de werktijden volgens bedrijfsrichtlijnen. Bij onderbezetting regelt hij extra personeel of zoekt hij een andere oplossing. Hij onderhoudt hierover contact met de afdeling planning. Bij structurele onderbezetting of als er extra hulpmiddelen (bv. portofoons) nodig zijn, informeert hij zijn leidinggevende hierover en doet hij voorstellen. Hij organiseert werkoverleg/briefings met de medewerkers. De medewerkers beschikken steeds over de juiste hulpmiddelen zodat zij hun werk naar behoren kunnen uitvoeren en Gewenst resultaat: gemotiveerd blijven. Diensten zijn volgens de afspraak uitgevoerd, conform wettelijke en CAO-eisen en de gewerkte uren van de beveiligingsmedewerkers zijn volgens bedrijfsrichtlijnen geadministreerd. Diensten zijn op zo’n manier ingedeeld dat nieuwe medewerkers zo snel mogelijk breed inzetbaar zijn en waarbij voor alle medewerkers gestreefd is naar voldoende afwisseling in taken Er heeft heldere afstemming plaatsgevonden met zijn leidinggevende en personeel van andere afdelingen/bedrijven. Er zijn op reguliere basis werkoverleggen en briefings georganiseerd die volgens bedrijfsrichtlijnen zijn uitgevoerd. Competentie Component(en) Prestatie-Indicator Vakkennis en vaardigheden Kennis: Beslissen en activitei- - Acties en activiteiten initiDe coördinator beveiliging doet op het juiste moment - Bevoegdheden, rechten, ten initiëren eren voorstellen aan zijn leidinggevende m.b.t. benodigde plichten en (sociale) veranthulpmiddelen, zorgt ervoor dat er iets gebeurt met de woordelijkheden voortvloeivoorstellen en zit er achteraan dat toezeggingen worend uit en behorend bij de den waargemaakt. functie van coördinator beveiSamenwerken en - Afstemmen De coördinator beveiliging stemt de inzet van medeliging overleggen werkers af met de afdeling planning zodat het bedrijf zich houdt aan wettelijke en CAO-eisen. Relaties bouwen en - Relatienetwerk onderDe coördinator beveiliging onderhoudt contacten met Vaardigheden: - Gebruik communicatiemiddenetwerken houden en benutten leidinggevende en personeel van andere afdelinlen gen/bedrijven om rekening met elkaar te kunnen - Gebruik ICT (planningsprohouden en gebruik van elkaars diensten te kunnen


99


-

Analyseren

-


-

Ideeën en meningen naar voren brengen en onderbouwen Oplossingen voor problemen bedenken Gegevens controleren en aannames toetsen

Activiteiten plannen Mensen en middelen organiseren

maken De coördinator beveiliging beargumenteert voorstellen voldoende zodat de leidinggevende een verantwoorde beslissing kan nemen. De coördinator beveiliging zoekt bij onderbezetting een oplossing zodat de dienst toch volgens afspraak kan worden uitgevoerd. De coördinator beveiliging controleert aangeleverde roosters op eisen van de opdrachtgever, de CAO en de Regeling particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureau. De coördinator beveiliging bereidt introductieprogramma’s en inwerkprogramma’s voor nieuwe medewerkers voor, rekening houdend met de verschillende diensten in het rooster, zodat zij snel inzetbaar zijn voor de diensten en werkzaamheden waarvoor mankracht nodig is. De coördinator beveiliging verdeelt taken, rekening houdend met Arbo-eisen en de CAO, deskundigheid en inzetbaarheid van de medewerkers en streeft naar voldoende afwisseling voor de medewerkers. De coördinator beveiliging plant middelen in en zorgt ervoor dat de middelen er zijn, zodat de medewerkers steeds kunnen beschikken over de benodigde middelen en het werk volgens afspraak kunnen uitvoeren. De coördinator beveiliging organiseert regelmatig werkoverleg/briefings en zorgt ervoor dat er verslaglegging plaatsvindt, door hemzelf of door een medewerker.

-

gramma/roosterprogramma, ) bedrijfsapplicaties Schrijven van verslag van vergadering

Kerntaak 5 Coördineert beveiligingswerkzaamheden 5.2 werkproces Coördineert dagelijkse werkzaamheden. Omschrijving: De coördinator beveiliging bewaakt de uitvoering van alle beveiligingstaken en het werken volgens (veiligheids)procedures. Hij bevordert security awareness door mensen te wijzen op risicovol gedrag en door voorlichting te geven over de richtlijnen van safety en security.


100

Gewenst resultaat:


Aansturen

Samenwerken en

De coördinator beveiliging onderhoudt ten behoeve van de operationele gang van zaken dagelijks contact met de beveiligingsmedewerkers, de afdeling planning en zijn leidinggevende. Hij bewaakt de voortgang van inwerk- en opleidingstrajecten en stuurt de mentor/praktijkopleider/inwerker aan. Hij fungeert als aanspreekpunt voor de opdrachtgever/klant met betrekking tot de operationele uitvoering van de werkzaamheden. Voor de medewerkers fungeert hij als vraagbaak en hij treedt op als een medewerker daartoe niet de bevoegdheid/bekwaamheid tot handelen heeft en hij wel. Hij onderhoudt contacten met medewerkers van relevante organisaties en/of afdelingen van het (klant)bedrijf, zodat hij bij incidenten snel op mensen kan terugvallen. De coördinator controleert rapportages van medewerkers en zorgt voor opvolging van geconstateerde onregelmatigheden. Hij controleert of de medewerkers administratieve taken goed hebben uitgevoerd, zoals het bijhouden van alarmmeldingen, bezoekerslijsten en sleuteladministratie. Hij stelt rapportages op volgens bedrijfsrichtlijnen en beheert ze. De diensten zijn uitgevoerd volgens afspraken met de opdrachtgever/leidinggevende en wettelijke eisen waarbij zo mogelijk flexibel is ingespeeld op nieuwe wensen van de opdrachtgever. Alle betrokkenen zijn voldoende geïnformeerd zodat zij weten wat er van hen verwacht wordt en indien nodig heeft afstemming plaatsgevonden. De coördinator heeft op tijd de juiste beslissingen genomen ook als hij geen beroep kon doen op zijn leidinggevende. Eigen rapportages en die van de medewerkers zijn correct en er heeft opvolging plaatsgevonden op grond van meldingen in de rapportages. De eigen medewerkers en personeel van derden zijn door de coördinator voorgelicht over safety en security. Er hebben geen tot weinig bedrijfsongevallen plaatsgevonden. Instructies zijn op tijd aangepast. De beveiligingsorganisatie/afdeling is niet wettelijk aansprakelijk gesteld voor schade geleden door het (klant)bedrijf. Component(en) Prestatie-Indicator Vakkennis en vaardigheden Kennis - Beslissingen nemen De coördinator beveiliging neemt op tijd de juiste - Bevoegdheden, rechten, - Op eigen initiatief handebeslissingen, neemt duidelijke beslissingen en plichten en (sociale) verantlen neemt initiatief, vooral als de leidinggevende niet woordelijkheden voortvloeibereikbaar is voor advies. end uit en behorend bij de De coördinator beveiliging geeft het belang aan van - Richting geven functie van coördinator beveihet juist uitvoeren van het werk en zorgt ervoor dat - Instructies en aanwijzinliging ieders rol in het proces duidelijk is, geeft duidelijke gen geven - Veiligheidsrisico’s vanuit Ar- Functioneren van mensen instructies zodat iedereen weet wat hij moet en het bo-wetgeving werk goed wordt uitgevoerd. controleren - Maatregelen en procedures Hij voert inspecties en visitaties uit bij de medewerom veiligheidsrisico’s te bekers, corrigeert hen indien zich niet aan de regels perken houden en zorgt ervoor dat ze maatregelen nemen om voortaan wel aan de eisen te voldoen. Vaardigheden - Anderen raadplegen en De coördinator beveiliging onderhoudt contact met


101

overleggen -

Presenteren

-

betrekken Bevorderen van de teamgeest

Duidelijk uitleggen en toelichten


-



-

Expertise delen

Op de behoefte van de klant richten

-

Aansluiten bij behoeften en verwachtingen


-

Aanpassen aan veranderende omstandigheden

zijn leidinggevende/opdrachtgever, de afdeling planning etc. zodat hij hen kan raadplegen indien nodig en zij hem. Hij zorgt voor een teamgevoel onder zijn medewerkers zodat zij zich prettig voelen op de werkplek en elkaar helpen en steunen als dat nodig is. De coördinator beveiliging bevordert security awareness door eigen personeel en dat van derden te wijzen op risicovol gedrag (eventueel in het Engels) en door presentaties te geven over veilig werken. De coördinator beveiliging controleert de rapportages van de medewerkers en zorgt zodoende voor correcte rapportages die gebruikt kunnen worden voor juridische- of verzekeringsprocedures en voor managementrapportages. De coördinator beveiliging fungeert als vraagbaak en helpt medewerkers die niet weten wat ze in een bepaalde situatie moeten doen. De coördinator beveiliging speelt flexibel in op wensen van de opdrachtgever door, afhankelijk van de aard van de wens, op eigen initiatief of na overleg met zijn leidinggevende de dienstverlening aan te passen De coördinator beveiliging constateert bij veranderende omstandigheden op tijd dat instructies aangepast moeten worden en past ze aan zodat de veiligheid gewaarborgd blijft.

-

-

Gebruik van ICT (tekstverwerken, presentaties, bedrijfsapplicaties ) Gesprekstechnieken Presenteren Lezen van Engelstalige bedrijfsprocedures Schrijven van memo’s in het Engels Uitleggen van bedrijfsregels in het Engels Te woord staan van mensen in het Engels

Kerntaak 5 Coördineert beveiligingswerkzaamheden 5.3 werkproces Voert personeelsbeleid uit Omschrijving: De coördinator geeft antwoord op vragen op het gebied van eerstelijns personeelsbeleid (zoals over de loonstrook, de CAO, gewerkte uren). Hij voert functioneringsgesprekken en indien nodig verzuimgesprekken. Als het nodig is, overlegt hij met zijn leidinggevende over te nemen sancties en voert deze uit. Hij regelt vakantieverlof en vrije dagen en hij onderhoudt contacten met zieke medewerkers. Hij adviseert de leidinggevende over te nemen demotie- of promotiemaatregelen en informeert hem over de opleidings- en


102

Gewenst resultaat:


Begeleiden


Analyseren


ontwikkelingsmogelijkheden van medewerkers. Hij heeft aandacht voor de medewerkers, luistert en probeert rekening te houden met wensen van de medewerkers, bijvoorbeeld wat betreft het aanvragen van vakantie. Een laag (ziekte)verzuim (ook bij de coördinator zelf), tevreden medewerkers en weinig verloop. Personeelsinstrumenten zijn op tijd, juist en eerlijk ingevuld en gesprekken hebben op een goede manier plaatsgevonden. Klachten en voorstellen van medewerkers zijn serieus behandeld. De leidinggevende is juist geïnformeerd en de coördinator heeft goed onderbouwde voorstellen gedaan op het gebied van personele zaken. Continuïteit tijdens vakanties. Component(en) Prestatie-Indicator Vakkennis en vaardigheden Kennis: - Beslissingen nemen De coördinator beveiliging bepaalt of verzoeken van - Bevoegdheden, rechten, medewerkers ingewilligd kunnen worden en maakt plichten en (sociale) veranthierbij steeds de afweging tussen bedrijfsbelangen en woordelijkheden voortvloeiindividuele belangen van de medewerker. end uit en behorend bij de - Coachen De coördinator beveiliging geeft de medewerker functie van coördinator bevei- Motiveren feedback over zijn functioneren zodat die zijn functioliging neren kan verbeteren. De coördinator beveiliging benadrukt hoe belangrijk Vaardigheden: mensen en hun inbreng zijn bij het realiseren van - Houden van verschillende resultaten zodat de medewerkers met een positieve soorten personele gesprekinstelling en enthousiasme hun werk doen. ken De coördinator beveiliging informeert de leidingge- Integer handelen - Toepassen van gespreksvende over het functioneren van de medewerkers op - Verschillen tussen mentechnieken een zo objectief mogelijke manier, zodat de leidingsen respecteren - Gebruik van ICT (tekstvergevende een goed en eerlijk beeld krijgt van de mewerken, bedrijfsapplicaties ) dewerker. De coördinator beveiliging respecteert verschillen tussen mensen door hen wel gelijkwaardig maar niet noodzakelijkerwijs hetzelfde te benaderen. - Informatie genereren uit De coördinator beveiliging verzamelt informatie over gegevens een medewerker en stelt op basis daarvan maatrege- Conclusies trekken len voor op het gebied van promotie, demotie, opleiding, ontwikkeling etc. - Activiteiten plannen De coördinator beveiliging plant functioneringsgesprekken en zorgt ervoor dat deze in een rustige omgeving kunnen plaatsvinden zodat de medewerker


103


-

Grenzen stellen Werk en privé in evenwicht brengen

zich serieus genomen voelt en het gesprek ongestoord kan verlopen. De coördinator beveiliging geeft zijn eigen grenzen aan zijn leidinggevende aan zodra hij merkt dat die dreigen te worden overschreden, zodat er op tijd kan worden ingegrepen en hij niet ziek wordt.

Kerntaak 5 Coördineert beveiligingswerkzaamheden 5.4 werkproces Coördineert bij incidenten en calamiteiten Omschrijving: De coördinator beveiliging meldt het incident of de calamiteit volgens procedures. Afhankelijk van de ernst van de situatie wijst hij taken toe, regelt hij overwerk en past hij planningen aan. Hij handelt voor zover mogelijk volgens procedures en voor zo ver nodig naar eigen inzicht. Hij treedt op met kennis van zaken en houdt overzicht. Hij treedt op als contactpersoon voor hulpdiensten, arbeidsinspectie, opdrachtgever etc. In emotionele situaties vangt hij medewerkers op. Hij rapporteert volgens richtlijnen (mondeling en schriftelijk). De calamiteit is niet geëscaleerd en er is zo weinig mogelijk gevolgschade. Gewenst resultaat: Derden (hulpdiensten, arbeidsinspectie, opdrachtgever etc.) zijn correct benaderd. De medewerkers zijn op een goede manier ondersteund na emotionele gebeurtenissen. Heldere rapportages ten dienste van de eigen organisatie en derden. Competentie Component(en) Prestatie-Indicator Vakkennis en vaardigheden Kennis Beslissen en activitei- - Acties en activiteiten initiDe coördinator beveiliging handelt bij acute proble- Bevoegdheden, rechten, ten initiëren eren men snel en doeltreffend en indien nodig op eigen plichten en (sociale) verant- Op eigen initiatief handeinitiatief, waarbij hij in korte tijd afweegt of hij procewoordelijkheden voortvloeilen dures tijdelijk buiten werking mag stellen. end uit en behorend bij de Aansturen - Uitoefenen van gezag De coördinator beveiliging geeft aanwijzingen op zo’n functie van coördinator beveimanier dat mensen meteen doen wat hen wordt opliging gedragen - Risico’s van verschillende Aandacht en begrip - Anderen steunen De coördinator beveiliging ondersteunt de medewersoorten calamiteiten en pastonen kers na emotionele gebeurtenissen op het werk zodat sende maatregelen zij hun emoties kunnen verwerken en zij hun werk - Risico’s van veelvoorkomenweer snel kunnen oppakken. de incidenten en bijpassende Presenteren - Kernachtig communiceren De coördinator beveiliging geeft kort en bondig opmaatregelen drachten en geeft de stand van zaken to-the-point - Beveiligingsprocedures door zodat alle betrokkenen snel en voldoende geïn- Bevoegdheden van veiligformeerd zijn.


104


-



-


-


Stelt volledige en objectieve rapportages op die gebruikt kunnen worden ten behoeve van de eigen organisatie en derden. Blijft in stressvolle en emotionele situaties gericht op het werk en de zaken die gedaan moeten worden en houdt overzicht over de situatie; is een rots in de branding.

105

heidsorganisaties (politie, brandweer, GGD, Arbeidsinpectie, BHV etc.) Vaardigheden - Gebruik van communicatiemiddelen - Gebruik van ICT (tekstverwerken, bedrijfsapplicaties ) - Rapporteren volgens richtlijnen - Omgaan met agressie

Kerntaak 6 Rapporteert en draagt bij aan plannen, Coördinator beveiliging


106

Proces-competentie-matrix Coördinator beveiliging

P

Q

R

S

T

U

V

W

X

Y Creëren en innoveren

Leren



Kwaliteit leveren







I

J

K

L Overtuigen en beïnvloeden

Presenteren




Werkprocessen




x x x

H

6.1

Rapporteert aan het management

x

6.2

Draagt bij aan (werk)instructies en stelt draaiboeken op

6.3

Draagt bij aan beveiligings- en veiligheidsplannen

x

G Ethisch en integer handelen

x

F Samenwerken en overleggen

x

E Aandacht en begrip tonen

x

D Begeleiden

x

C Aansturen

x

B


x

x

Onderzoeken

O Analyseren

M N A

x

x x


Competenties Kerntaak 6 Rapporteert en draagt bij aan plannen

Kerntaak 6 Rapporteert en draagt bij aan plannen 6.1 werkproces Rapporteert aan het management De coördinator beveiliging rapporteert aan het management conform bedrijfsregels en het kwaliteitsmanagementsysteem, Omschrijving: binnen de afgesproken tijd. Hij gebruik input uit periodieke rapportages en administratieve overzichten die tijdens het dagelijks proces zijn opgesteld en koppelt informatie terug aan het management/de opdrachtgever. Hij presenteert de informatie op een begrijpelijk en taalkundig juiste manier. Hij gebruikt hiervoor de juiste hulpmiddelen en ICT-toepassingen. Goede rapportages en juiste informatie die door de leidinggevende gebruikt kunnen worden voor verantwoording en als Gewenst resultaat: managementtool. Competentie Component(en) Prestatie-Indicator Vakkennis en vaardigheden Kennis: Ethisch en integer - Integer handelen De coördinator beveiliging informeert de leidingge- Bevoegdheden, rechten, handelen vende juist en volledig maar brengt de fouten van plichten en (sociale) verantmedewerkers niet nodeloos naar buiten. woordelijkheden voortvloeiFormuleren en rap- Nauwkeurig en volledig De coördinator beveiliging verzorgt duidelijke, zorgend uit en behorend bij de porteren rapporteren vuldige en volledige managementrapportages en functie van coördinator bevei- Correct formuleren overzichten die taalkundig en inhoudelijk correct, liging doelgericht en conform bedrijfsregels zijn. Analyseren - Informatie uiteenrafelen De coördinator beveiliging brengt structuur aan in een Vaardigheden: - Gegevens controleren en veelheid aan informatie, selecteert de relevante ge- gebruikt de PC (tekstverweraannames toetsen gevens en scheidt hoofd- en bijzaken. king, spreadsheets, e-mail, Als er informatie ontbreekt constateert hij dat en bedrijfsapplicaties) neemt hij maatregelen om alsnog aan de informatie - gebruikt standaardrapportate komen en als dat niet kan, meldt hij de omissies. ges en checklistst Hij gebruikt relevante informatiebronnen, waaronder resultaten van kwaliteitscontroles, klachtenoverzichten en verschillende soorten rapportages. Onderzoeken - Informatie achterhalen De coördinator beveiliging verzamelt op tijd alle gegevens die het management nodig heeft, ook als de rapportages meerdere locaties betreffen. Kerntaak 6 Rapporteert en draagt bij aan plannen 6.2 werkproces Draagt bij aan (werk)instructies en stelt draaiboeken op Omschrijving: De coördinator beveiliging ontvangt algemene instructies en stelt op grond hiervan werkinstructies op. Hij houdt deze werkinstructies actueel door geregeld te evalueren. Hierbij maakt hij gebruik van de ervaringen van de beveiligingsmedewerkers. Bij incidentele risico’s past hij in overleg met zijn opdrachtgever/klant/leidinggevende de werkinstructies aan.


108

Gewenst resultaat:



Analyseren

Onderzoeken

Kwaliteit leveren

Denk hierbij bijvoorbeeld aan de tijdelijke opslag van waardevolle goederen of reparatie van een belangrijke ingang van een bedrijf. Hij zorgt ervoor dat administratieve hulpmiddelen (zoals telefoonlijsten, standaardformulieren voor rapportage, plattegronden) actueel, volledig en toegankelijk zijn, rekening houdend met vertrouwelijkheid van de gegevens. Indien er wijzigingen zijn in de werkomgeving die aanleiding geven tot ingrijpende wijzigingen van instructies of administratieve hulpmiddelen, informeert hij zijn leidinggevende. Hij stelt draaiboeken op voor eenmalige activiteiten van eenvoudige aard. De werkinstructies, administratieve hulpmiddelen en draaiboeken zijn uitvoerbaar/bruikbaar, actueel en effectief. Vertrouwelijke gegevens (bijvoorbeeld informatie over kenmerken van het object) worden zo bewaard dat onbevoegden er niet bij kunnen. Component(en) Prestatie-Indicator Vakkennis en vaardigheden Kennis: - Anderen raadplegen en De coördinator beveiliging betrekt zijn medewerkers - Relevante aspecten van de betrekken bij het actueel houden van instructies en administravolgende weten regelge- Bijdrage van anderen tieve hulpmiddelen zodat optimaal gebruik gemaakt ving: waarderen wordt van hun deskundigheid en ervaringen en zodat - Wpbr/Rpbr zij zich gewaardeerd voelen. - Wetboek van strafrecht De coördinator beveiliging zorgt voor begrijpelijke - Nauwkeurig en volledig - Wetboek van strafvordewerkinstructies, administratieve hulpmiddelen en rapporteren ring draaiboeken en hanteert daarbij correcte spelling en - Correct formuleren - Nieuw Burgerlijk wetboek grammatica en gebruikt de juiste woorden en uitdruk- Wet op de economische kingen. delicten - Informatie uiteenrafelen De coördinator beveiliging brengt structuur aan in een - Wet vervoer gevaarlijke veelheid aan informatie en gegevens, scheidt hoofdstoffen en bijzaken en constateert in voorkomende gevallen - Arbo-wet dat bepaalde informatie ontbreekt. - Wet Wapens en munitie - Informatie achterhalen De coördinator beveiliging verzamelt gegevens die hij - Wetgeving t.a.v. verdonodig heeft om een draaiboek te kunnen opstellen vende middelen waarbij hij in eerste instantie achterhaalt wat de acti- Wegenverkeerswet en viteit waarvoor hij het draaiboek moet maken precies Reglement verkeersteinhoudt en in tweede instantie gebruik maakt van kens en verkeersregels ervaringsgegevens (bijvoorbeeld uit rapportages en - Wet bescherming peruit zijn eigen geheugen). soonsgegevens - Kwaliteits- en productiviDe coördinator beveiliging signaleert dat er onvolko- CAO teitsniveaus bewaken menheden in de instructies en hulpmiddelen zijn en zorgt ervoor dat die snel worden hersteld/aangevuld. Vaardigheden:


109

-

-

gebruikt de PC (tekstverwerking, spreadsheets, e-mail, bedrijfsapplicaties) gebruikt standaardrapportages en checklists

Kerntaak 6 Rapporteert en draagt bij aan plannen 6.3 werkproces Draagt bij aan beveiligings- en veiligheidsplannen De coördinator beveiliging toetst aangereikte beveiligings- en veiligheidsplannen op uitvoerbaarheid, correctheid wat beOmschrijving: treft gemaakt afspraken, weten regelgeving en doelmatigheid en meldt de resultaten van de toetsing aan de juiste functionaris. Hij levert gegevens aan op grond waarvan iemand anders een nieuw beveiligings- of veiligheidsplan kan opstellen. Verder levert hij gegevens aan voor een risico-inventarisatie op basis van Arbo-eisen voor wat betreft zijn eigen aandachtsgebieden. Er zijn relevante (verbeter)voorstellen gedaan voor beveiligings- en veiligheidsplannen. Gewenst resultaat: Competentie Component(en) Prestatie-Indicator Vakkennis en vaardigheden Kennis: Formuleren en rap- Nauwkeurig en volledig De coördinator beveiliging zorgt voor begrijpelijke - Bevoegdheden, rechten, porteren rapporteren toetsingsrapporten en suggesties voor het beveiliplichten en (sociale) verant- Correct formuleren gings- of veiligheidsplan, hanteert daarbij correcte woordelijkheden voortvloeispelling en grammatica en gebruikt de juiste woorden end uit en behorend bij de en uitdrukkingen. functie van coördinator beveiVakdeskundigheid - Vakspecifieke mentale De coördinator beveiliging verzamelt gegevens die hij liging toepassen vermogens aanwenden moet aanleveren aan de functionaris die een beveili- Soorten risico’s en beveiligings- of veiligheidsplan gaat opstellen en maakt gingsmiddelen hierbij gebruik van ervaringsgegevens. - Kenmerken van objecten De coördinator beveiliging inventariseert directe en - Verschillende categorieën indirecte risico’s zodat hij een beeld krijgt van de van mensen die schade kunzwakke punten van een object. nen berokkenen Analyseren - Informatie uiteenrafelen Hij toetst aangeleverde beveiliging- en veiligheids- Safety en security - Gegevens controleren en plannen op uitvoerbaarheid en actualiteit zodat die aannames toetsen indien nodig kunnen verbeterd. Vaardigheden: - Oplossingen voor proDe coördinator beveiliging bedenkt maatregelen ter blemen bedenken verbetering van beveiligingsmiddelen, - procedures of - gebruikt de PC (tekstverwerking, spreadsheets, e-mail) medewerker die genomen kunnen worden om gecon- gebruikt standaardrapportastateerde risico’s weg te nemen/te beperken ges en checklists Kwaliteit leveren - Kwaliteits- en productiviDe coördinator beveiliging zorgt ervoor dat onvolko-


110

teitsniveaus bewaken


-

Werken overeenkomstig wettelijke richtlijnen


-

Kostenbewust handelen


menheden in de beveiligings- en veiligheidsplannen snel worden hersteld/aangevuld zodat optimaal aan de afspraken met de opdrachtgever kan worden voldaan. De coördinator beveiliging zorgt ervoor dat zijn voorstellen voor aanpassing van de plannen voldoen aan wettelijke eisen. De coördinator beveiliging houdt bij het doen van voorstellen rekening met de haalbaarheid van zijn voorstellen.

111

-

Risicoanalyse maken (RI&E) Maatregelen voorstellen bij risico’s

3. Certificeerbare eenheden Dit kwalificatiedossier heeft geen certificeerbare eenheden.


112

Deel D: Verantwoording 1. Inleiding De verantwoording bij het kwalificatiedossier heeft tot doel de ontwikkeling van het kwalificatiedossier toe te lichten en te verantwoorden. Het is een verantwoording van de stappen die zijn gezet bij het opstellen van het kwalificatiedossier zodat voor derden de procesgang transparant is. Het is een toelichting op de keuzes die zijn gemaakt bij het opstellen van de kwalificaties, zodat voor gebruikers inzichtelijk is wat wel en niet in het kwalificatiedossier is opgenomen en waarom die keuzes zijn gemaakt. Het is een vooruitblik op het ontwikkelingsperspectief van de kwalificaties in het licht van de dynamiek op de arbeidsmarkt en de dynamiek in de relaties tussen opleidingsinstellingen en behoeften van het bedrijfsleven. Het Verantwoordingsdocument is van en voor de gebruikers. De verantwoording helpt het beroepsonderwijs keuzes te maken bij de inrichting van het onderwijs, de inhoud van de beroepspraktijkvorming en de examinering. Voor het bedrijfsleven wordt inzichtelijk gemaakt wat de relatie is tussen hun ‘eigen’ beroepscompetentieprofiel en het uiteindelijke kwalificatiedossier. Daarbij zijn twee vertaalslagen aan de orde: - de selectie van één, respectievelijk het verwant verklaren van meerdere beroepscompetentieprofielen - de vertaling van vakvolwassen beroepsbeoefenaar naar beginnend beroepsbeoefenaar met inachtneming van de wettelijke beroepsvereisten De verantwoording bestaat uit twee delen: - Proces- en inhoudsinformatie - Ontwikkel- en onderhoudsinformatie In Proces- en inhoudsinformatie staat reflectie op het ontwikkelingsproces van het kwalificatiedossier centraal. Belangrijke thema's zijn wie in welke hoedanigheid betrokken is geweest bij de ontwikkeling van het kwalificatiedossier en welke onderwerpen en discussies aan de orde waren. In de Ontwikkel- en onderhoudsinformatie geven de betrokken partijen aan welke agenda voor de toekomst uit het overleg en de discussiepunten tussen alle partijen tijdens het tot stand komen van het kwalificatiedossier naar voren zijn gekomen.

2. Proces- en inhoudsinformatie 2.1 Betrokkenen Dit kwalificatiedossier is ontwikkeld door ontwikkelaars van ECABO, afdeling Ontwikkeling en Innovatie. -

De beroepscompetentieprofielen en het kwalificatieprofiel zijn in 2004 ontwikkeld in samenwerking met het beroepenveld en het onderwijsveld en onder regie van het Kenniscentrum beroepsonderwijs bedrijfsleven ECABO. Het toenmalige kwalificatieprofiel vormt inhoudelijk de basis voor het verbeterde kwalificatieprofiel en is destijds achtereenvolgens besproken in expertmeetings (14 juni en 3 september 2004) met werkvelddeskundigen (zowel uit het bedrijfsleven als het scholingsveld), het Sectiebestuur Beveiliging en de Paritaire commissie beroepsonderwijs bedrijfsleven ECABO.


113

-

Omdat de met dit kwalificatieprofiel te behalen diploma’s geen toegang geven tot een hboopleiding, zijn bij de totstandkoming van het dit dossier geen hbo-instellingen betrokken.

Het dossier is voorgelegd aan een gemandateerde delegatie van het Sectiebestuur Beveiliging. Het Sectiebestuur Beveiliging bestaat uit vertegenwoordigers van het bedrijfsleven, vakbonden, particulier en bekostigd onderwijs. De delegatie, die uit drie leden bestond, is op juni 2006 bij elkaar gekomen om het dossier te bespreken. Hiervan is een verslag gemaakt. Daarnaast is met toestemming van de delegatie een expert op gebied van persoonsbeveiliging geraadpleegd m.b.t. de uitstroom Persoonsbeveiliger. Parallel hieraan is de Stichting Opleidingsfonds Evenementenbeveiliging (SOEB) verzocht om een uitspraak te doen over het verwijderen van de uitstroom Evenementenbeveiliging in het dossier. In 2005 is de Regeling Particuliere Beveiligingsorganisaties en Recherchebureaus gewijzigd waardoor evenementenbeveiligers niet meer verplicht zijn om het diploma Beveiliger te behalen, maar kunnen kiezen voor het diploma Event Security Officer. Een uitstroom in het dossier wordt daarom overbodig. De SOEB heeft ECABO verzocht om de uitstroom Evenementenbeveiliger in te trekken. Op grond van alle reacties is een tweede versie van het dossier gemaakt dat schriftelijk is voorgelegd aan de delegatie van het sectiebestuur op 15 augustus 2006. Op 18 september was de delegatie akkoord met het kwalificatieprofiel. De voorzitter van het Sectiebestuur heeft op grond van het advies van de delegatie op 21 september voor akkoord getekend namens het Sectiebestuur. Op 3 oktober 2006 is het dossier besproken in de Paritaire commissie beroepsonderwijs bedrijfsleven ECABO. De Paritaire commissie beroepsonderwijs bedrijfsleven ECABO bestaat uit twee vertegenwoordigers vanuit de werkgevers (Rabobank Nederland en Holland Casino), twee vanuit werknemersorganisaties (FNV Bondgenoten en MHP De Unie), een vertegenwoordiger vanuit het particuliere onderwijs (Schoevers Opleidingen), drie vanuit het reguliere beroepsonderwijs (afgevaardigd vanuit de MBO Raad), en twee adviserende leden, waarvan een vanuit het vmbo en een vanuit het hbo. 2.2 Verwantschap Ten grondslag aan het kwalificatiedossier particuliere beveiliging liggen de beroepscompetentieprofielen: - Beveiliger (25 maart 2004) - Mobiel beveiliger (25 maart 2004) - Persoonsbeveiliger (25 maart 2004) - Winkelsurveillant (25 maart 2004) - Coördinator beveiliging (25 maart 2004) Binnen de sector orde en veiligheid zijn deze beroepscompetentieprofielen uniek ten opzichte van andere beroepscompetentieprofielen vanwege de aard van het werk en de weten regelgeving die op de beveiligingsbranche van toepassing is. Deze weten regelgeving stelt bepaalde eisen aan de opleiding en examinering van beveiligingsmedewerkers. Behalve deze verwantschap is er ook inhoudelijke verwantschap tussen de profielen, wat blijkt uit overeenkomsten in competenties. Er bestaat enige verwantschap met de andere kwalificatiedossiers van de sector orde en veiligheid. Het kwalificatiedossier Particuliere beveiliging vertoont op aspecten overeenkomsten met het kwalificatiedossiers Toezicht en veiligheid en met het kwalificatiedossier Vrede en veiligheid. Indien mogelijk is de formulering van betreffende werkprocessen (en prestatie-indicatoren) op elkaar afgestemd. Gezien de regelgeving die op de beveiligingsopleidingen van toepassing is en de daarvan afgeleide examen- en bpv-eisen, wordt er zeer terughoudend met vrijstellingen omgegaan.


114

2.3 Vertaling beroepscompetentieprofielen in kwalificatiedossier Kwalificatiedossier ‘oude stijl’ - Voor het ontwikkelen van het competentiegerichte kwalificatiedossier ‘oude stijl’ (versie 20052006) zijn de BCP’s Beveiliger, Evenementenbeveiliger, Mobiel beveiliger, Persoonsbeveiliger, Winkelsurveillant en Coördinator beveiliging vertaald naar het kwalificatieprofiel Beveiliger 20052006. De kerntaken en competenties uit de beroepscompetentieprofielen zijn grotendeels overgenomen in het kwalificatieprofiel. Wijzigingen in kerntaken en competenties zijn voortgekomen uit de expertmeetings van 14 juni en 3 september 2004. In de expertmeetings vonden de deelnemers het kwalificatieprofiel herkenbaar voor de betrokken beroepen. Tevens vond men het niveau van het profiel en de verhouding kern versus uitstroomdifferentiaties op juiste wijze weergegeven. Er heeft een vertaalslag plaatsgevonden van succescriteria naar beheersingscriteria (van vakvolwassenen naar beginnend beroepsbeoefenaar). De succescriteria uit de beroepscompetentieprofielen zijn in 2003 grotendeels overgenomen. Discussiepunten waren de geconstateerde overlap tussen het kerndeel en de uitstroom Coördinator beveiliging (die overlap is verwijderd) en de mate van gedetailleerdheid op sommige punten waardoor de balans in het profiel niet goed was. Ook dit is aangepast. Verder is besloten om Engels op te nemen in het kwalificatieprofiel. Kwalificatiedossier ‘verbeterd format’ Bij het omzetten van het kwalificatieprofiel 2005-2006 naar het kwalificatieprofiel ‘verbeterd format’ is gebruik gemaakt van de hierboven beschreven vertaalslag. De inhoud van het kwalificatieprofiel 2005-2006 is dan ook overgenomen. Aanpassingen: - De uitstroom Evenementenbeveiliging is verwijderd. Het opleidingsfonds voor de evenementenbeveiliging (SOEB) heeft hiertoe geadviseerd. De Regeling voor particuliere beveiligingsorganisaties is aangevuld met het certificaat Event Security Officer. De opleiding voor dit certificaat is buiten de mbo-structuur geplaatst, op uitdrukkelijk verzoek van de bedrijfstak. Een uitstroom binnen de mbo-structuur is daarom overbodig geworden. - De naam is veranderd van Beveiliger in Particuliere beveiliging. Er is gekozen voor een de naam van een sector en niet voor die van een beroep, een mogelijkheid die het verbeterd format biedt en het oude format niet bood. De nieuwe naam dekt de inhoud (twee niveaus) beter dan de oude die de indruk wekte dat het dossier alleen niveau 2 betrof. - De uitstromen Mobiele surveillance en Winkelsurveillance hebben geen ‘eigen’ kerntaken meer maar de werkprocessen behorende bij die uitstromen zijn gekoppeld aan de kerntaken van de uistroom Beveiliger. - De inhoud van de kerntaken van Coördinator beveiliging is op zich hetzelfde gebleven alleen is een nieuwe indeling gemaakt in kerntaken. De kerntaken 8 en 9 (‘Plant en coördineert beveiligingswerkzaamheden’ en ‘Geeft leiding aan beveiligingsmedewerkers’) zijn samengenomen in de kerntaak ‘Coördineert beveiligingswerkzaamheden’ en de kerntaken 10 en 11 (‘Rapporteert aan het management’ en ‘Draagt bij aan beveiligingsplannen en instructies’) zijn samengenomen in de kerntaak ‘Rapporteert en draagt bij aan plannen’. Het kwalificatieprofiel volgens het verbeterd format bevat, evenals het vorige KP, geen certificeerbare eenheden (zie voor uitleg 2.4, discussiepunten). Kwalificatiedossier 2008-2009 Deze nieuwe versie van het dossier bevat enkele kleine wijzigingen. De paragraaf Trends en innovaties is geactualiseerd en er zijn correcties aangebracht in een aantal competentiematrixen. Dit betreft in deel B: 6.1, 6.3, 6.5. En in deel C: 1.3 (bij zowel Mobiel surveillant als Winkelsurveillant) en in 5.1, 5.2 en 5.3. Bij werkproces 1.2 is een competentie verwijderd.


115

2.4 Discussiepunten Belangrijke punten bij de totstandkoming van het dossier waren de volgende: - De delegatie van het sectiebestuur heeft er sterk op aangedrongen de teksten die verwijzen naar wetgeving (deel B) aan te scherpen zodat duidelijk is op welke beveiligers die wetgeving van toepassing is. Verder zijn de gegevens over de arbeidsmarkt en gegevens over de bedrijfstak geactualiseerd. - Binnen de bedrijfstak speelt sterk de vraag of de uitstromen Mobiel surveillant, Winkelsurveillant, en Persoonsbeveiliging in het profiel gehandhaafd moeten blijven. Omdat het verwijderen van de uitstromen goed onderbouwd moeten worden, worden de uitstromen in dit dossier nog gehandhaafd. - De uitstroom Evenementenbeveiliging is overbodig geworden (zie 2.3). Certificeerbare eenheden - Dit dossier bevat, evenals het vorige competentiegerichte kwalificatieprofiel, geen certificeerbare eenheden. De reden die hiervoor tijdens de expertmeetings werd aangevoerd was dat alleen de complete uitstromen door het bedrijfsleven als waardevol worden gezien. De SVPB biedt overigens wel de mogelijkheid om onderdelen van de verschillende beveiligingsopleidingen af te sluiten met een certificaat, conform de wensen van de branche. De uitgangspunten die hierbij worden gehanteerd komen echter niet overeen met de uitgangspunten voor het toekennen van certificeerbare eenheden, zodat de indeling van examenonderdelen niet kan worden gebruikt om certificeerbare eenheden te onderscheiden. Taalprofielen - De niveaus voor Engels in het dossier zijn overgenomen uit het kwalificatiedossier van 2004. Die eisen zijn nog steeds actueel en er is bij de branche geen behoefte aan aanpassing. - De niveaus voor Nederlands zijn op 15 augustus 2006 voorgelegd aan de delegatie van het Sectiebestuur Beveiliging en op 18 september 2006 akkoord bevonden.


116

3. Ontwikkel- en onderhoudsperspectief Onderwerp Activiteiten t.b.v. onderhoud kwalificatiestructuur

Actie Als kenniscentrum vervult ECABO een brugfunctie tussen het beroepsonderwijs en het bedrijfsleven. Een van de primaire taken van ECABO is de ontwikkeling en het onderhoud van de kwalificatiestructuur. Hiervoor verzamelen adviseurs van ECABO actief en continu actuele informatie over de sectoren in de ESB&I sector. Daarbij is het opbouwen en onderhouden van contacten met en het creëren van draagvlak bij de belangrijkste stakeholders (uit onderwijs en bedrijfsleven) van cruciaal belang. Deze activiteiten worden uitgevoerd voor de volgende negen sectoren: 1. Secretarieel 2. Bedrijfsadministratie 3. Commercieel 4. Bank- en verzekeringswezen 5. ICT 6. Juridisch 7. Informatiedienstverlening 8. Orde en veiligheid 9. Kunst Het in kaart brengen van de ontwikkelingen in deze negen sectoren ten behoeve van de ontwikkeling en het onderhoud van de kwalificatiestructuur ESB&I geschiedt door: Arbeidsmarktonderzoek Zowel periodiek als incidenteel verricht ECABO kwantitatief én kwalitatief arbeidsmarktonderzoek. Een voorbeeld daarvan is de jaarlijkse Marktmonitor die wordt gepubliceerd via de website van ECABO. Ook op sectoraal niveau wordt, wanneer daar aanleiding voor is, onderzoek verricht. Het produceren van sectorschetsen Voor elke sector wordt in een doorlopend actualiseringproces een sectorschets opgesteld met daarin de meest recente informatie over ontwikkelingen in de betreffende sector. Voor het ontwikkelen van deze sectorschetsen houden de adviseurs de trends en ontwikkelingen in de gaten. Deze trends en ontwikkelingen kunnen aanleiding zijn tot aanpassingen in dossiers. Netwerkonderhoud Regelmatig netwerkonderhoud met deskundigen uit het bedrijfsleven en onderwijs is een belangrijk middel voor het vergaren van informatie over de sector. Leden van de bestuurslagen van ECABO als ook externe contacten worden hiervoor benaderd. Adviseurs van de binnendienst en van de buitendienst (BPV) van ECABO zijn hier intensief bij betrokken.


117

Wie ECABO, afdeling Ontwikkeling en innovatie

Wanneer Voor indiening schooljaar 2009-2010

Digitale platforms Voor elke sector is een digitaal platform (via ecabo.nl) beschikbaar. Het is een communicatiemedium en informatiebron voor externe en interne gebruikers. Via de digitale platforms wordt sectorale informatie snel verspreid en kunnen vragen beantwoord worden. Daarnaast bevat het digitale platform de mogelijkheid om bezoekers te vragen naar hun mening over een bepaald onderwerp. Blauwdruk: vergelijking reguliere en niet reguliere opleidingen De blauwdruk van reguliere en niet reguliere opleidingen creëert transparantie tussen verschillende opleidingen en certificeringlijnen. Door het vergelijken van de (reguliere) kwalificaties met soortgelijke niet reguliere opleidingen (particuliere opleidingen) kunnen ook trends en ontwikkelingen getraceerd worden. Kenniskringen Btg ESB&I Sectoradviseurs van ECABO nemen deel aan de kenniskringen van de Btg ESB&I. Deze kenniskringen zijn vooral bedoeld voor coördinatoren van onderwijsafdelingen. Tijdens de bijeenkomsten zal ECABO informatie verstrekken over de ontwikkelingen in de verschillende sectoren. Via de kenniskringen ontvangt ECABO signalen over de bruikbaarheid en het gebruik van de kwalificatieprofielen en daarmee zijn de kenniskringen -niet de enige, maar wel- een belangrijke bron van informatie met betrekking tot het tevredenheidsonderzoek bij de gebruikers van de dossiers. Het tevredenheidsonderzoek wordt gestructureerd uitgevoerd, door middel van vragenlijsten die uitgezet worden, dan wel de basis vormen voor meer diepgaande interviews. Ook onderhoudt ECABO intensief contact met de Btg ESB&I in andere overlegstructuren. Op basis van informatie die voortkomt uit de geschetste activiteiten kan besloten worden om een (of meerdere) kwalificatiedossier(s) opnieuw te bekijken, dan wel te komen tot ontwikkeling van nieuwe of bijgestelde beroepscompetentieprofielen en kwalificatiedossiers c.q. uitstromen (diploma’s). In de verschillende bestuurslagen van ECABO worden hierover besluiten genomen. De Paritaire commissie van ECABO heeft, gezien de werkwijze van ECABO ten aanzien van de ontwikkeling en het onderhoud van de kwalificatiestructuur, besloten om geen termijnen vast te stellen waarop de kwalificatiedossiers opnieuw bekeken worden. Indien er aanleiding is, op basis van eigen onderzoek, dan wel naar aanleiding van signalen van buiten, voor wijzigingen in de kwalificatiestructuur van ECABO zal de Paritaire commissie de kwalificatiedossiers agenderen en in ieder geval kijken naar: - de herkenbaarheid van de kwalificatiedossiers op de arbeidsmarkt; - de uitvoerbaarheid van de kwalificatiedossiers in de onderwijs- en examenpraktijk; - de transparantie, duurzaamheid en flexibiliteit van de kwalificatiedossiers. Vanzelfsprekend zal ECABO aandacht besteden aan alle relevante onderwerpen die door (leden van) de Paritaire commissie worden aangedragen. Gedurende

Continue kwaliteitsverbeteringen


118

Gedurende de experimenteerperiode blijft gewerkt worden aan mogelijk noodzakelijke aanscherping met betrekking tot de structuur van het dossier, tekstuele verbeteringen en, specifiek, de kolom vakkennis en vaardigheden. Het (nog verder) verbeteren van de herkenbaarheid, transparantie maar zeker ook de uitvoerbaarheid van de kwalificatiedossiers staat hierbij voorop. Gedurende de experimenteerperiode tot het schooljaar 2010-2011 volgt ECABO actief het werken van de Monitoren van de wer- kwalificatiedossiers als informatie- en communicatiemiddel voor de gebruikers. De verlengde experimenking van de teerperiode wordt benut om op basis van ervaringen van de gebruikers over een wat langere termijn gemoECABO dos- tiveerd te besluiten tot (eventuele) verdergaande kwaliteitsslagen in de dossiers. Zijn verdergaande aansiers passingen noodzakelijk dan worden deze aangebracht vóór de integrale invoering van de LKS in verbeterd format. Met ingang van het schooljaar 2007-2008 zijn hiervoor de volgende initiatieven ondernomen: onderzoek, in opdracht van de Paritaire commissie, naar de werking van de competentiegerichte kwalificatiedossiers in het licht van de informatie- en communicatiewaarde ervan voor gebruikers; onderzoek naar regionale inkleuring van onderwijsprogramma’s op basis van de kwalificatiedossiers; ECABO heeft in 2007 20 projecten uitgezet waarbij het beoordelen in de BPV centraal staat. Onderwijs en bedrijven communiceren hierover op basis van dossiers en afgeleide producten. Door middel van vragenlijsten benut ECABO de experimenteerclusters van Herontwerp en de kenniskringen van de Btg ESB&I voor het verkrijgen van informatie over het werken van de kwalificatiedossiers. ECABO werkt nauw samen met de Stichting Praktijkleren en zal daarbij structureel gegevens verzamelen over de informatiewaarde van de kwalificatiedossiers.


119

de expermenteerperiode ECABO, afdeling Ontwikkeling en innovatie

Voor indiening schooljaar 2009-2010

Landelijke Kwalificaties MBO

Recommend Documents