Examen VMBO-GL
2010 tijdvak 1 woensdag 19 mei 13.30 - 15.30 uur
landbouw-breed CSE GL
Naam kandidaat _______________________________
Kandidaatnummer ______________
Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje.
Dit examen bestaat uit 55 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 70 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten met een goed antwoord behaald kunnen worden.
GL-0986-a-10-1-o
Meerkeuzevragen − Omcirkel het goede antwoord (voorbeeld 1). − Geef verbeteringen aan volgens voorbeeld 2 of 3.
(1)
A B C D
{
(2)
A B C D
{ X {
B
(3)
A B C D
{ X { X
Prijs plantenbak 2p
1
Henri heeft bij de ingang van zijn bedrijf plantenbakken staan. Die wil hij beplanten met perkplanten. artikel
prijs per stuk/liter (exclusief btw)
petunia
€ 0,25
fuchsia
€ 0,55
struikmargriet op stam
€ 3,25
potgrond
€ 0,26
Er gaat 45 liter potgrond in een plantenbak. Per bak plant Henri de volgende planten: 4 petunia’s, 2 fuchsia’s en 1 struikmargriet. Æ Hoeveel kost het om een plantenbak te vullen (inclusief btw)? Schrijf de berekening op. ............................................................................................................................ ............................................................................................................................ ............................................................................................................................ ............................................................................................................................ ............................................................................................................................ ............................................................................................................................ ............................................................................................................................ ............................................................................................................................
GL-0986-a-10-1-o
2
lees verder ►►►
Verpakkingsbelasting 2p
2
Iedereen heeft dagelijks te maken met verpakkingen. Verpakkingen zijn een grote belasting voor het milieu. Daarom is op 1 januari 2008 de verpakkingsbelasting ingevoerd. Het uitgangspunt hierbij is dat de vervuiler betaalt. Met de verpakkingsbelasting hoopt men de hoeveelheid verpakkingsmateriaal te verminderen en het gebruik van milieuvriendelijke verpakkingen te stimuleren. De verpakkingsbelasting moet worden betaald door de leverancier die de verpakte producten op de markt brengt. verpakkingsbelasting in € per kg primaire verpakking
secundaire/tertiaire verpakking
glas
0,0456
0,0160
aluminium
0,5731
0,2011
ander metaal
0,1126
0,0395
kunststof
0,3354
0,1247
biokunststof
0,1777
0,0624
papier
0,0641
0,0225
hout
0,0228
0,0080
andere materialen
0,1017
0,0357
materiaal
Æ Wat zijn in de tabel de drie meest milieuvriendelijke verpakkingsmaterialen? ............................................................................................................................ ............................................................................................................................
Rugklachten 1p
3
Om rugklachten te voorkomen is het belangrijk dat het tillen en verplaatsen van goederen op een goede manier gebeurt. Æ Welke manier van tillen is goed en welke is fout? Kies de juiste vakjes. goed
fout
door de knieën zakken bij het tillen tillen met de armen dicht tegen het lichaam de rug buigen bij het tillen
GL-0986-a-10-1-o
3
lees verder ►►►
Hoofdelementen 1p
4
Voor een goede groei van het gewas moet er regelmatig bemest worden. Hiervoor wordt gebruikgemaakt van goed oplosbare meststoffen. Naast een aantal hoofdelementen bevatten deze meststoffen ook sporenelementen. Een voorbeeld van zo’n meststof is nutriflora t.
nutriflora t samenstelling (%) 2 stikstof totaal 2,0% nitraatstikstof 11 fosforzuuranhydride oplosbaar in water en neutraal ammoniumcitraat 11,0% fosforzuuranhydride 40 kaliumoxyde oplosbaar in water 0,07 ijzer in de vorm van ijzerchelaat Fe-DTPA oplosbaar in water mangaan oplosbaar in water 0,13 borium oplosbaar in water 0,04 zink oplosbaar in water 0,03 molybdeen oplosbaar in water 0,007 koper oplosbaar in water 0,002
Æ Wat zijn twee hoofdelementen van deze meststof? ............................................................................................................................
GL-0986-a-10-1-o
4
lees verder ►►►
Vijverofferte Hoveniersbedrijf De Waterlelie moet een offerte maken voor een vijver in een bestaande particuliere tuin. De vijver wordt als op de foto.
Gegevens lengte: breedte: diepte: wanden: 3p
5
vijver: 5 meter 2,5 meter aflopend van 0,8 meter naar 1,2 meter alle wanden lopen recht naar beneden
De offerte bestaat uit verschillende delen, zodat de klanten kunnen bepalen welke werkzaamheden ze eventueel zelf kunnen doen. Een deel van de offerte betreft het uitgraven van de vijver. Æ Bereken met de volgende gegevens de prijs van het uitgraven van de vijver. − uurloon: € 45,00 per persoon − er werken 2 personen tegelijk aan de opdracht − 1 m3 grond is gelijk aan 14 kruiwagens − graven en afvoeren grond: 6 minuten per kruiwagen indien er met 2 personen wordt gewerkt. Berekening: ......................................................................................................... ............................................................................................................................ ............................................................................................................................ ............................................................................................................................ ............................................................................................................................
GL-0986-a-10-1-o
5
lees verder ►►►
Milieukeurmerk 1p
6
Tegenwoordig heeft veel tuinhout een milieukeurmerk met dit logo.
Hoe heet dit keurmerk? A Bomen-keurmerk B FSC-keurmerk C Kiwa-keurmerk D Komo-keurmerk
Afwas en milieu Vaatwassers gebruiken de laatste jaren steeds minder water en energie. In 1978 was 70 liter water voor één machine-afwas nog normaal. Een nieuwe vaatwasser gebruikt gemiddeld 20 liter water en 1,5 kWh elektriciteit per keer. Een gemiddeld gezin gebruikt de vaatwasser vier keer per week. 2p
7
Met hoeveel procent is het waterverbruik per machine-afwas afgenomen? Schrijf de berekening op. Rond af op één decimaal. ............................................................................................................................ ............................................................................................................................
2p
8
Hoeveel kWh elektriciteit gebruikt een gemiddeld gezin voor de vaatwasser op jaarbasis? Schrijf de berekening op. ............................................................................................................................
GL-0986-a-10-1-o
6
lees verder ►►►
Persoonlijke beschermingsmiddelen 1p
9
Bij het spuiten van chemische bestrijdingsmiddelen zijn persoonlijke beschermingsmiddelen verplicht. Hieronder zie je een deel van het veiligheidsblad van Roundup. Maatregelen ter beheersing van blootstelling/persoonlijke bescherming MONSANTO Europe S.A. Pagina: 4 / 8 Roundup® Evolution Versie: 3.2 Uitgifte datum: 30.10.2008 blootstellingslimieten in de lucht bestanddelen
blootstellingsrichtlijnen Er werd geen specifieke blootstellingslimiet voorgesteld. Er werd geen specifieke blootstellingslimiet voorgesteld. Er werd geen specifieke blootstellingslimiet voorgesteld.
isopropylaminezout van glyfosaat tensio-actieve stof(fen) water
Technische controles Geen bijzondere vereisten wanneer gebruikt zoals aanbevolen. Bescherming van de ogen Geen bijzondere vereisten wanneer gebruikt zoals aanbevolen. Bescherming van de huid Bij herhaald of langdurig contact: chemisch-bestendige handschoenen dragen. Bescherming van de ademhalingswegen Geen bijzondere vereisten wanneer gebruikt zoals aanbevolen. Indien aanbevolen, de leverancier van de persoonlijke beschermingsuitrusting raadplegen teneinde het gepaste type van uitrusting te kennen voor een bepaalde toepassing. Een hovenier werkt meerdere malen met dit product. Æ Welke persoonlijke beschermingsmiddelen zijn verplicht en welke niet? Kies de juiste vakjes. wel
niet
chemisch-bestendige laarzen veiligheidsbril chemisch-bestendige handschoenen gelaatsbescherming
GL-0986-a-10-1-o
7
lees verder ►►►
1p
10
Op een machine staan verschillende symbolen. Hieronder staat een bepaald symbool.
Wat betekent dit symbool? A Het is aanbevolen een veiligheidsbril te dragen. B Het is verboden een veiligheidsbril te dragen. C Het is verplicht een veiligheidsbril bij je te hebben. D Het is verplicht een veiligheidsbril te dragen.
GL-0986-a-10-1-o
8
lees verder ►►►
Export Exportontwikkeling Nederlandse bloemkwekerijproducten x mln euro
3374
3500 3000 2500 2000
1859
1500 1000 500 221 0
2003
2004
2005
2006
2007
Legenda: snijbloemen pot- en tuinplanten uitgangsmateriaal 1p
11
In het staafdiagram staan de exportgegevens van Nederlandse bloemkwekerijproducten van 2003 tot en met 2007 vermeld. Æ Leg uit wat exporteren is. ............................................................................................................................ ............................................................................................................................
1p
12
Hoe groot is het verschil tussen de exportwaarde van pot- en tuinplanten in 2007 en de exportwaarde in 2003? Schrijf de berekening op. ............................................................................................................................ ............................................................................................................................
1p
13
Als de dollarkoers laag is, daalt de export van Nederlandse producten naar Amerika. Æ Leg uit wat hiervoor de reden is. ............................................................................................................................ ............................................................................................................................
GL-0986-a-10-1-o
9
lees verder ►►►
Bloemenwinkel 1p
14
In het schema staan zes fasen van een verkoopgesprek. Æ Plaats deze fasen in de juiste volgorde door er de nummers 1 tot en met 6 achter te zetten. fasen verkoopgesprek
nummer
de klant aanspreken de klant begroeten de klant adviseren naar de klant luisteren en vragen stellen de klant een keuze laten maken het gesprek afronden en afscheid nemen van de klant 2p
15
Om een telefonische bestelling in een bloemenwinkel foutloos uit te voeren moet je de juiste gegevens op een bestelbon noteren. Je moet bijvoorbeeld de naam en adresgegevens van de besteller en de ontvanger noteren. Æ Noem vier andere gegevens die je moet noteren bij een telefonische bestelling van bloemwerk. ............................................................................................................................ ............................................................................................................................ ............................................................................................................................ ............................................................................................................................
1p
16
De prijzen in een bloemenwinkel zijn inclusief btw. Wanneer een klant een btw-bon wil dan moet hierop het btw-bedrag apart vermeld worden. Met welke formule kan het btw-bedrag (hoog tarief) berekend worden? A verkoopprijs delen door 100 en vermenigvuldigen met 19 B verkoopprijs delen door 119 en vermenigvuldigen met 19 C verkoopprijs delen door 19 en vermenigvuldigen met 119 D verkoopprijs delen door 100 en vermenigvuldigen met 119
2p
17
De inkoopprijs van een mand bedraagt € 1,00 exclusief btw. Bij een afname van 75 stuks krijgt de koper 35% korting. Æ Hoeveel bedraagt de inkoopprijs per mand (inclusief btw) bij een afname van 75 stuks? Schrijf de berekening op. ............................................................................................................................ ............................................................................................................................
GL-0986-a-10-1-o
10
lees verder ►►►
2p
18
Een aanstaand bruidspaar bestelt het volgende bloemwerk. bloemwerk
prijs per stuk inclusief btw
1
bruidsboeket
€
176,00
1
corsage voor de bruidegom
€
10,50
corsages voor de gasten
€
5,50
altaarstuk
€
60,00
aantal
16 1
De bruidegom rekent af met vier bankbiljetten van € 100,00. Æ Welk bedrag krijgt de bruidegom terug? Schrijf de berekening op. ............................................................................................................................ ............................................................................................................................ ............................................................................................................................ ............................................................................................................................ 1p
19
Een bloemenverkoper koopt bossen rozen in voor € 2,50 per bos. De verkoopprijs van een bos rozen is € 6,25. Æ Wat is het opslagpercentage? .................... %
Vermeerdering van planten 1p
20
Planten kunnen op verschillende manieren vermeerderd worden. Æ Geef in het schema aan welke vermeerderingsmethode vegetatief en welke generatief is. Kies de juiste vakjes. vermeerderingsmethode
vegetatief
generatief
scheuren stekken weefselkweek zaaien
GL-0986-a-10-1-o
11
lees verder ►►►
Telen van aardappelen Bedrijven met aardappelen in 2009 Groningen Friesland Drenthe Overijssel Flevoland Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg 0
500
1000
1500
2000
2500
3000
Legenda: consumptieaardappelen pootaardappelen zetmeelaardappelen 1p
21
Welke drie provincies hebben de meeste bedrijven die zetmeelaardappelen leveren? ............................................................................................................................
1p
22
Hoeveel bedrijven met consumptieaardappelen zijn er in totaal in de zuidelijke provincies Noord-Brabant, Zeeland en Limburg? Schrijf de berekening op. ............................................................................................................................ ............................................................................................................................
GL-0986-a-10-1-o
12
lees verder ►►►
2p
23
Aardappelareaal in 2009 (totaal: 181 301 ha) consumptieaardappelen op zand- en veengrond 12%
pootaardappelen 22%
consumptieaardappelen op kleigrond 35%
zetmeelaardappelen 31%
In het diagram staat van het jaar 2009 de verdeling van het aardappelareaal in verschillende soorten teelten. Het totale areaal is 181301 ha. In Nederland zijn er ongeveer 3000 bedrijven voor het telen van pootaardappelen. Æ Hoeveel hectare grond heeft een pootaardappelbedrijf gemiddeld in gebruik voor pootaardappelen? Schrijf de berekening op. Rond de uitkomst af op hele hectares. ............................................................................................................................ ............................................................................................................................
EC en pH 1p
24
Een tuinder verhoogt de EC van het water dat hij aan de chrysanten geeft. Wat is het gevolg voor de chrysanten? A Ze krijgen meer voedingszouten. B Ze krijgen minder voedingszouten. C Ze nemen meer water op. D Ze verdampen meer water.
GL-0986-a-10-1-o
13
lees verder ►►►
1p
25
De pH van een groeimedium is belangrijk bij het telen van planten. Je meet de pH van een substraat.
Wat betekent een uitslag van 7,0 op een pH-meter? A Het substraat is sterk zuur. B Het substraat is zwak basisch. C Het substraat is sterk basisch. D Het substraat is neutraal. 1p
26
In de tabel staan de opbrengstverliezen van maïs in procenten. opbrengstverlies maïs pH
zandgrond
dalgrond
lössgrond
4,0
25,0
15,0
18,0
4,4
8,0
4,0
2,0
4,8
2,0
0,5
0,0
5,2
0,0
0,0
1,0
5,6
1,0
3,5
7,0
6,0
7,0
12,0
18,0
Æ Wat is de optimale pH voor de teelt van maïs op lössgrond? ............................................................................................................................
GL-0986-a-10-1-o
14
lees verder ►►►
1p
27
Hans heeft een stuk kleigrond van 200 m2. De pH van de grond is nu 4,5. Hij wil de pH van de grond door bemesting met kalk verhogen tot 6,5. In de tabel staat een advies voor bemesting met kalk. De benodigde kalk moet in meerdere giften gegeven worden gedurende het seizoen, met een maximale dosis van 2,5 kg/10 m 2/gift. zandgrond
kleigrond
bemesting met kalk in kg per 10 m2
bemesting met kalk in kg per 10 m2
van pH
naar pH 6,0
naar pH 6,5
van pH
naar pH 6,0
4,0
5,5
8,0
4,0
6,5
13,0
4,5
4,5
6,5
4,5
5,0
10,0
5,0
3,5
5,0
5,0
4,0
7,5
5,5
2,5
4,0
5,5
3,0
6,0
6,0
-
2,5
6,0
-
4,0
6,5
-
-
6,5
-
2,5
naar pH 6,5
Æ Hoeveel keer moet Hans minimaal een kalkbemesting op zijn kleigrond uitvoeren om een pH van 6,5 te bereiken? ....................
Bestrijdingsmiddel 1p
28
Wanneer een gewas is aangetast door een bepaald insect, wordt dat gewas bespoten met een bestrijdingsmiddel tegen dat insect. Hoe noemt men een middel dat alleen werkt tegen één bepaalde plaag? A curatief B geïntegreerd C preventief D selectief
GL-0986-a-10-1-o
15
lees verder ►►►
Gebruiksnormen 1p
29
In 2002 zijn gebruiksnormen voor stikstof (N) in de glastuinbouw ingevoerd. Deze gebruiksnormen geven aan hoeveel stikstof je maximaal aan gewassen mag geven. Bij rozen is de norm 1300 kg per ha, bij chrysanten 900 kg per ha en bij potplanten 800 kg per ha. De figuur geeft voor enkele jaren aan hoeveel stikstof meer of minder werd gegeven dan de genoemde norm aan elk van deze gewassen. kg 300 per ha 200
Legenda: chrysanten rozen
100
potplanten
0 -100 -200 -300 -400
2002
2003
2004
2005
De stikstofnormen zijn ingesteld om uitspoeling van stikstof, die niet door de planten wordt opgenomen, te voorkomen. Bij welke teelt was in 2004 de kans op uitspoeling het grootst? A bij chrysanten B bij rozen C bij potplanten
GL-0986-a-10-1-o
16
lees verder ►►►
Ingezameld afval In het diagram staat de hoeveelheid ingezameld afval over een aantal jaren. 1400 miljoen kg 1300 1200 1100 1000 900 800 700 600 500 400 300 200 100 0
1994
2001
2002
2003
2004
2005
2006
Legenda: gft glas papier, karton grof tuinafval 1p
30
Een deel van het gescheiden opgehaalde afval is geschikt voor compostering. Welke soorten afval zijn geschikt voor compostering? A alleen gft en glas B alleen gft en papier en karton C alleen gft en versnipperd grof tuinafval D alleen glas en papier en karton E alleen glas en versnipperd grof tuinafval F alleen papier en karton en versnipperd grof tuinafval
1p
31
Hoeveel miljoen kg papier en karton is in 2006 meer gescheiden ingezameld dan in 1994? A ongeveer 30 miljoen kg B ongeveer 70 miljoen kg C ongeveer 250 miljoen kg D ongeveer 360 miljoen kg
GL-0986-a-10-1-o
17
lees verder ►►►
Zaai- en oogstkalender 1p
32
Veel mensen kweken in hun moestuin hun eigen groenten. In de kalenders staan gegevens van verschillende gewassen. Zaaikalender Oogstkalender J FMAM J J A SOND
J FMAM J J A SOND Aardbeien Andijvie Artisjokken Aubergine Augurken Bieten/kroten Brussels witlof Groenlof Kervel Komkommers Bloemkool Broccoli Boerenkool Chinese kool Rodekool Savooiekool Wittekool Spruitkool Koolrabi Koolrapen Ma s Meloenen Paprika Peper Peterselie Pompoenen Postelein Prei
Legenda:
Legenda:
Oogstperiode
Zaaien onder glas Zaaien in de volle grond
Æ In welke maand kunnen in april gezaaide meloenen volgens de kalenders op zijn vroegst geoogst worden? ............................................................................................................................
GL-0986-a-10-1-o
18
lees verder ►►►
Sectoren 1p
33
Ondernemingen kunnen onderverdeeld worden in vier sectoren: 1 primaire sector (productie) 2 secundaire sector (industrie) 3 tertiaire sector (handel) 4 quartaire sector (overheid, diensten) Tot welke sectoren hoort een fruitteeltbedrijf met een boerderijwinkel? A tot de primaire en secundaire sector B tot de primaire en tertiaire sector C tot de primaire en quartaire sector D tot de secundaire en tertiaire sector E tot de secundaire en quartaire sector F tot de tertiaire en quartaire sector
Energiebronnen 2p
34
Voor het opwekken van energie maakt men gebruik van duurzame en nietduurzame energiebronnen. Æ Geef in het schema aan welke energiebronnen duurzaam zijn en welke nietduurzaam zijn. Kies de juiste vakjes. duurzaam
niet duurzaam
aardgas aardolie biomassa steenkool stromend water wind zon
Schaalvergroting 1p
35
In de veehouderij neemt de schaalvergroting nog steeds toe. Tegelijk neemt het totale oppervlak (areaal) voor veehouderij in Nederland eerder af. Wat is schaalvergroting? A meer en grotere bedrijven B meer en kleinere bedrijven C minder en grotere bedrijven D minder en kleinere bedrijven
GL-0986-a-10-1-o
19
lees verder ►►►
Kosten 2p
36
De kosten die een tuincentrum maakt, zijn verdeeld in vaste kosten en variabele kosten. Æ Welke kosten zijn vast en welke zijn variabel? Kies de juiste vakjes. vast
variabel
huur gebouwen loon tijdelijke uitzendkrachten brandverzekering afschrijving bedrijfsauto inkoop bloemen en planten
Perenoogst 1p
37
In het diagram staat de productie van peren in Nederland in miljoen kg. In de grafiek staat het teeltoppervlak van peren in hectaren in Nederland. Productie peren in Nederland in miljoen kg
Teeltoppervlak peren in Nederland
300
260 200
210
195
222
hectare
7.296 7.000
100 0
8.000
6.000
2004 2005 2006 2007
6.493 2004
2005
2006
2007
Hoeveel was de gemiddelde opbrengst in tonnen van één hectare peren in 2007? A ongeveer 0,035 ton B ongeveer 0,35 ton C ongeveer 3,5 ton D ongeveer 35 ton E ongeveer 350 ton F ongeveer 3500 ton
GL-0986-a-10-1-o
20
lees verder ►►►
Gewasbescherming Milbeknock 1 L insecticide/acaricide in de teelt van bloemisterijgewassen Werkzame stof: Milbemectin Toelatingsnummer: 12364 N Gehalte: 1% milbemectin (10 g per liter)
Toelatingshouder: Sumitomo Benelux SA/NV Toepassing: Snijbloemen onder glas, ter bestrijding van spintmijten: zodra de eerste mijten worden waargenomen dient het middel te worden toegepast. Indien nodig de behandeling na 7 dagen herhalen. Dosering: 0,5 liter per ha in een oplossing van 0,05% Verpakking mag niet opnieuw worden gebruikt 1p
38
De gevarensymbolen waarschuwen voor schadelijke eigenschappen van het middel. Welke eigenschappen heeft het middel? A bijtend, giftig, licht ontvlambaar B schadelijk/irriterend, schadelijk voor het milieu, licht ontvlambaar C giftig, schadelijk voor vissen, licht ontvlambaar D verboden in Nederland, giftig, ontploffingsgevaar E schadelijk/irriterend, schadelijk voor het milieu, ontploffingsgevaar F verboden in Nederland, schadelijk voor planten en vissen, ontploffingsgevaar
2p
39
Hoeveel liter oplossing met spuitmiddel moet men maken om 3 ha te bespuiten? Schrijf de berekening op. ............................................................................................................................ ............................................................................................................................ ............................................................................................................................
GL-0986-a-10-1-o
21
lees verder ►►►
Grassoorten 1p
40
In de tabel staan eigenschappen van gras en per grassoort de beoordeling van die eigenschappen.
Italiaans raaigras timothee weidetype timothee hooitype veldbeemdgras ruw beemdgras kropaar rietzwenkgras gewoon rood zwenkgras fijnbladig schapengras kamgras
OP
ON
ZO
SM
DR
WI
ST
BT
9 4 5 2 4 4 5 4 2 4
9 6 7 5 6 7 8 5 3 5
3 7 5 9 8 5 6 9 6 6
9 10 9 8 8 7 6 4 2 6
5 6 5 8 3 8 8 8 9 6
4 10 10 10 8 7 7 8 8 5
3 4 4 5 7 6 6 8 6 4
5 7 5 8 5 6 6 6 5 6
Toelichting Een hoog cijfer duidt op een gunstige beoordeling voor de eigenschap. OP snelheid van opkomst ON snelheid van ontwikkeling in het voorjaar ZO zodenvorming (dichtheid) SM smakelijkheid DR droogtetolerantie WI wintervastheid ST schaduwtolerantie BT betredingstolerantie Joost wil een grasveld in zijn tuin aanleggen. Zijn kinderen moeten op het grasveld kunnen spelen, zonder dat het gras snel beschadigd raakt. Omdat er veel bomen in de tuin staan, moet het gras ook goed tegen schaduw kunnen. Joost vindt het mooi als het een vol grasveld is, met dichte zoden. Æ Welke van de grassoorten is het meest geschikt? ............................................................................................................................ 1p
41
Marlies krijgt de opdracht om een grasland van 950 m2 in te zaaien met hard zwenkgras. De zaden van hard zwenkgras worden geleverd in zakken van 20 kg. Er is per m2 50 gram graszaad nodig voor het inzaaien. Æ Hoeveel zakken moet Marlies kopen? ....................
GL-0986-a-10-1-o
22
lees verder ►►►
Kiemtemperatuur Bij de kieming van zaden en voor de groei van kiemplanten is de temperatuur belangrijk. Plantensoorten hebben een minimum-, optimum- en maximumkiemtemperatuur. De temperatuur na het kiemen is ook belangrijk. Wanneer deze niet goed is, groeien de planten slecht en worden ze overwoekerd door onkruid. gewas cichorei (witlof) stamslabonen bieten koolrabi maïs erwten 1p
42
1p
43
kiemtemperatuur (oC) optimum 25 14 20 20-25 30 12-16
minimum 5 10 3 5 8 1
maximum 30 30 28 29 40 30
Bij welke temperatuur kiemen bietenzaden het best? A onder 3 oC B bij 3 oC C bij 20 oC D bij 28 oC E boven 28 oC Welk van de gewassen kan met succes het vroegst in het jaar gezaaid worden? cichorei stamslabonen bieten koolrabi maïs erwten
A B C D E F
Tuintekening 1p
44
Op een tuintekening met schaal 1:50 zijn de afmetingen van een grasveld 20 cm x 40 cm. Hoe groot zijn de afmetingen van het grasveld in werkelijkheid? A 4 meter x 4 meter B 10 meter x 20 meter C 20 meter x 40 meter D 40 meter x 80 meter
GL-0986-a-10-1-o
23
lees verder ►►►
Inkoop 1p
45
Een groentekoopman op de markt kan zijn groenten in plaats van bij een groothandel rechtstreeks bij een groenteteler inkopen. Wat zijn de voordelen van het inkopen bij een teler in plaats van bij een groothandel? A De groenten zijn verser en het assortiment is groter. B De inkoopprijzen zijn lager en de groenten zijn verser. C De inkoopprijzen zijn lager en het assortiment is groter.
Omzet veiling
opbrengst (x miljoen €) roos troschrysant tulp lelie gerbera cymbidium fresia geplozen chrysant anthurium alstroemeria snijbloemen totaal 1p
46
728,6 293,1 191,5 164,1 121,2 70,2 57,4
top 10 snijbloemen aanvoer % toe/afname (x t.o.v vorig miljoen stuks) jaar 3,2 3551,6 2,7 1361,3 3,5 1528,4 3,7 373,5 4,5 738,1 7,6 33,5 -3,7 430,7
% toe/afname t.o.v vorig jaar 2,5 -6,0 6,3 -9,8 -2,0 2,5 -3,6
prijs dit jaar
prijs vorig jaar
€ € € € € € € €
€ € € € € € € €
0,21 0,22 0,13 0,44 0,17 2,09 0,13 0,39
0,21 0,20 0,13 0,39 0,16 1,99 0,13 0,36
46,7
20,2
119,7
9,9
41,0 39,1
3,1 2,0
77,8 262,7
11,8 1,8
€ 0,53 € 0,15
€ 0,58 € 0,15
2400,6
3,0
11776,5
-0,6
€ 0,21
€ 0,20
Van welke snijbloem(en) is de opbrengst dit jaar niet gestegen ten opzichte van vorig jaar? ............................................................................................................................
GL-0986-a-10-1-o
24
lees verder ►►►
1p
47
Wat geldt voor 'snijbloemen totaal' dit jaar ten opzichte van vorig jaar? A Zowel de opbrengst, als de aanvoer, als de prijs per stuk is gedaald. B Alleen de opbrengst en de aanvoer zijn gedaald, de prijs per stuk is gestegen. C Alleen de aanvoer en de prijs per stuk zijn gedaald, de opbrengst is gestegen. D Alleen de aanvoer is gedaald, de opbrengst en de prijs per stuk zijn gestegen. E Alleen de prijs per stuk is gedaald, de opbrengst en de aanvoer zijn gestegen. F Zowel de opbrengst, als de aanvoer, als de prijs per stuk zijn gestegen.
1p
48
Hoe is te verklaren dat van de geplozen chrysanten de opbrengst zo sterk is gestegen? A alleen omdat de aanvoer is gestegen B alleen omdat de prijs per stuk is gestegen C omdat de aanvoer is gestegen en omdat de prijs per stuk is gestegen
1p
49
Met hoeveel procent is de prijs van één lelie dit jaar gestegen ten opzichte van vorig jaar? Rond af op één decimaal. .................... %
Maïs 1p
50
Maïs is een subtropische graansoort en heeft in vergelijking met andere gewassen die in onze streken geteeld worden een hoge kiemtemperatuur. Om schade door kiemschimmels te voorkomen wordt maïszaad behandeld met een gewasbeschermingsmiddel. Met wat voor middel wordt maïszaad tegen kiemschimmels behandeld? A met een fungicide B met een herbicide C met een insecticide
1p
51
Wat voor soort bestrijding wordt hier toegepast? A biologische bestrijding B chemische bestrijding C mechanische bestrijding D thermische bestrijding
GL-0986-a-10-1-o
25
lees verder ►►►
2p
52
Een veldproef met maïszaad leverde de volgende opkomstpercentages van de zaden op. kiemdatum
behandeld maïszaad
onbehandeld maïszaad
11 april
80%
50%
13 mei
90%
90%
Æ Schrijf twee conclusies op uit de resultaten van het onderzoek. ............................................................................................................................ ............................................................................................................................ 2p
53
Voor het kiemen van zaad zijn twee factoren van groot belang: vochtigheid en temperatuur. Om het aantal kiemdagen uit te rekenen maakt men gebruik van de kiemsom. Maïszaad heeft een kiemsom van 40 oC nodig voordat het kiemt. Maïs kiemt pas boven de 8 oC (=minimumtemperatuur). Wanneer de gemiddelde dagtemperatuur 12 oC is dan is het aantal kiemdagen als volgt uit te rekenen: kiemsom Aantal kiemdagen = (gemiddelde temperatuur – minimumtemperatuur) 40 In dit geval is dat
40 =
(12-8)
=
10 dagen
4
Æ Bereken het aantal kiemdagen bij een gemiddelde temperatuur van 17 oC. Schrijf de berekening op. Rond af op één decimaal. ............................................................................................................................ ............................................................................................................................ ............................................................................................................................ ............................................................................................................................
GL-0986-a-10-1-o
26
lees verder ►►►
1p
54
Om de kans op kiemschimmels, vogelvraat en concurrentie van onkruid te verkleinen, moet maïszaad snel kiemen. In de grafiek staat het gemiddeld aantal dagen voor het kiemen van maïszaad in de maanden april, mei en juni. 30 dagen tot kiemen 25 20 15 10 5
wk 18
wk 19
wk 20
wk 21
wk 22
wk 23
wk 24
ni ju
ni ju
ni ju
ni ju
m ei
m ei
m ei
m ei
ril
ril
wk 17
ap
wk 16
ap
ril
ril
wk 15
ap
wk 14
ap
ap
ril
0 wk 25
Æ In welke week kan men op zijn vroegst zaaien om ervoor te zorgen dat het maïszaad in zes dagen kiemt? ............................................................................................................................ 1p
55
Eind juni kiemt maïszaad het snelst. Æ Waarom verkiest men toch niet om dan te zaaien? ............................................................................................................................
GL-0986-a-10-1-o* GL-0986-a-10-1-o
27
lees verdereinde ►►►