KYNOLOGISCH REGLEMENT 1 januari 2016
Geldig vanaf 1 januari 2016
Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland Inhoud Statuten van de vereniging “Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland” 1 januari 2016
3
Huishoudelijk Reglement van de vereniging “Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland” 1 januari 2016
19
Algemene voorwaarden van levering van de vereniging “Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland” 1 augustus 2015
38
Kynologisch Reglement 1 januari 2016
42
Reglement van orde voor de Algemene Vergadering 1 januari 2014
153
Register
157
Geldig vanaf 1 januari 2016
Statuten van de Vereniging “Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland” Naam en zetel, historie en duur. Begripsomschrijvingen Artikel 1 1. De vereniging draagt de naam: Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland. Zij is gevestigd te Amsterdam. 2. De vereniging - hierna in de statuten aan te duiden als: de Raad van Beheer - is ontstaan op één januari negentienhonderd twee en voor onbepaalde tijd opgericht. 3. Tenzij het tegendeel uitdrukkelijk blijkt of kennelijk anders is bedoeld, wordt in de statuten verstaan onder: a. Vereniging: een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid, werkzaam op kynologisch gebied in de zin van artikel 3, lid 1; b. Algemene Vergadering : het orgaan waarbinnen de leden de bevoegdheden uitoefenen die hen bij of krachtens de wet en de statuten zijn toegekend, alsook de bijeenkomsten van dit orgaan; c. Bestuur: het bestuur van de Raad van Beheer; d. Aangesloten Verenigingen: de leden van de Raad van Beheer; e. Kynologie: alle handelingen en activiteiten die betrekking hebben op de relaties tussen honden en mensen, met inachtneming van het bepaalde in artikel 2; f. Tuchtcollege: het met de kynologische tuchtrechtspraak belaste college; g. Geschillencommissie: het met het afgeven van bindende adviezen ingeval van geschillen tussen de Raad van Beheer en natuurlijke- dan wel rechtspersonen belaste commissie. Doel, middelen en reikwijdte Artikel 2 1. De Raad van Beheer heeft ten doel: a. de bevordering van de kynologie in Nederland, het stellen van regels met betrekking tot alle vormen van hondensport in Nederland, zomede het bestrijden van alle handelingen die de belangen of het aanzien van de Nederlandse Kynologie kunnen schaden, ongeacht of deze handelingen in of buiten Nederland worden gepleegd; b. het voeren van een stamboekhouding voor rashonden; c. de bevordering van de gezondheid en het welzijn van honden en hondenpopulaties; d. uitvoering van de wettelijke regels en de daarop gebaseerde uitvoeringsvoorschriften op het gebied van de gezondheid en het welzijn van honden; e. zorg te dragen voor een optimale maatschappelijke inbedding van de Kynologie binnen de Nederlandse samenleving; Geldig vanaf 1 januari 2016
3
f. het (doen) bijhouden van registraties die betrekking hebben op de in dit artikel genoemde activiteiten, alsmede in voorkomende gevallen de verstrekking van gegevens uit die registraties aan derden-belanghebbenden. 2. De Raad van Beheer streeft zijn statutaire doel na door regels te stellen, waarmee de hondensport in Nederland wordt gereglementeerd, door recht te (doen) spreken en met alle andere wettige middelen, die daaraan kunnen bijdragen of daartoe bevorderlijk kunnen zijn met inbegrip van het deelnemen in of op een andere wijze een belang te nemen bij rechtspersonen, vennootschappen en organisaties. 3. Ieder die in Nederland deelneemt aan enige door of vanwege de Raad van Beheer gereglementeerde tak van hondensport, aanvaardt daardoor de rechtsmacht van de Raad van Beheer en de werking te zijnen opzichte van alle voorschriften, reglementen en besluiten van de Raad van Beheer op het gebied van de Kynologie in het algemeen en de betrokken tak van hondensport in het bijzonder. 4. De Raad van Beheer beoogt niet het maken van winst. Lidmaatschap Artikel 3 1. Slechts verenigingen op kynologisch gebied kunnen als lid van de Raad van Beheer worden toegelaten. Een vereniging die in geografisch en/of functioneel opzicht een voldoende breed terrein van de Kynologie bestrijkt, kan als vereniging op kynologisch gebied worden aangemerkt. Verenigingen zonder volledige rechtsbevoegdheid kunnen geen lid zijn. 2. Het Bestuur kan nadere regels opstellen met betrekking tot de toelating tot, de handhaving van en de beëindiging van het lidmaatschap. Deze nadere regels worden vastgelegd in het Huishoudelijk Reglement. 3. Het Bestuur is bevoegd te besluiten tot toelating of niet-toelating tot het lidmaatschap van de Raad van Beheer. Het Bestuur kan voorwaarden verbinden aan de toelating tot het lidmaatschap en/of een vereniging voor een door hem te bepalen termijn toelaten tot het lidmaatschap. 4. Ingeval een vereniging door het bestuur niet toegelaten wordt tot het lidmaatschap, staat tegen dit besluit - in afwijking van hetgeen bepaald is in artikel 33 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek - beroep open bij de Geschillencommissie. Verplichtingen van de leden Artikel 4 1. Iedere Aangesloten Vereniging is verplicht tot naleving van de statuten, reglementen en wettig genomen besluiten van de Raad van Beheer. 2. Iedere Aangesloten Vereniging aanvaardt de rechtsmacht van de Geschillencommissie voor de Kynologie en het Tuchtcollege voor de Kynologie zoals weergegeven in deze statuten en in de desbetreffende bepalingen in of bij Huishoudelijk Reglement. 3. Het bestuur kan, mits met ten minste twee/derden van de uitgebrachte stemmen, besluiten: a. de behartiging van de belangen van één of meer rassen aan een aangesloten rasvereniging te ontnemen; Geldig vanaf 1 januari 2016
4
b. wijziging aan te brengen in het gebied waarbinnen een Aangesloten Regionale Vereniging de belangen van de hondensport behartigt. 4. De Raad van Beheer kan, doch slechts op grond van een daartoe strekkend besluit van zijn bestuur dat is genomen met ten minste twee/derden van de uitgebrachte stemmen, aan één of meer, dan wel aan alle Aangesloten Verenigingen de verplichting opleggen haar statuten zodanig te wijzigen, dat: a. de leden van de Aangesloten Vereniging jegens die vereniging tot hetzelfde zullen zijn gehouden als waartoe de Aangesloten Vereniging jegens de Raad van Beheer is gehouden op grond van de statuten en reglementen van de Raad van Beheer en de door de organen van de Raad van Beheer wettig genomen besluiten; en/of b. bij die gewijzigde statuten aan de betrokken vereniging de bevoegdheid wordt toegekend tot het opleggen van de verplichtingen van de leden jegens de Raad van Beheer, waarbij al hetgeen waartoe de Aangesloten Vereniging jegens de Raad van Beheer is gehouden uit hoofde van het bepaalde in de statuten en reglementen van de Raad van Beheer, ook geldt als verplichtingen die de leden van de Aangesloten Vereniging rechtstreeks jegens de Raad van Beheer hebben, alles krachtens één of meer daartoe strekkende overeenkomsten in de zin van artikel 46 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. 5. Verdere verbintenissen kunnen aan het lidmaatschap worden verbonden krachtens één of meer daartoe strekkende bepalingen in het Huishoudelijk Reglement of enig ander reglement van de Raad van Beheer. Toetredingsovereenkomst Artikel 5 De toelating tot het lidmaatschap geschiedt niet dan nadat de betrokken vereniging een toetredingsovereenkomst met de Raad van Beheer is aangegaan, die namens de betrokken vereniging en de Raad van Beheer is ondertekend. Contributie Artikel 6 Onverminderd het bepaalde in de volgende zin, zijn de Aangesloten Vereniging een jaarlijkse contributie verschuldigd aan de Raad van Beheer. De te Amsterdam gevestigde vereniging: Koninklijke Nederlandse Kennelclub Cynophilia en de te Amersfoort gevestigde vereniging: Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging zijn geen contributie verschuldigd. Al hetgeen overigens met de jaarlijkse contributie verband houdt, wordt door het Bestuur vastgelegd in het Huishoudelijk Reglement. Beëindiging van het lidmaatschap Artikel 7 1. Het lidmaatschap eindigt: a. indien de Aangesloten Vereniging ophoudt te bestaan, waaronder begrepen fusie; b. door opzegging door de Aangesloten Vereniging; c. door opzegging door de Raad van Beheer in de gevallen die in lid 2 van dit artikel Geldig vanaf 1 januari 2016
5
2.
3.
4.
5.
zijn aangegeven; d. door ontzetting (royement). Opzegging van het lidmaatschap van de Raad van Beheer kan in één of meer van de volgende gevallen geschieden: a. wanneer de betrokken Aangesloten Vereniging, zulks ter uitsluitende beoordeling van het Bestuur, niet langer of op onvoldoende wijze werkzaam is op kynologisch gebied en/of heeft opgehouden te voldoen aan de voorwaarden zoals deze bij de toetreding zijn gesteld; b. wanneer redelijkerwijs van de Raad van Beheer niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren; c. wegens het niet betalen van de verschuldigde contributie of een gedeelte daarvan; d. bij omzetting van de Aangesloten Vereniging in een andere rechtsvorm; e. bij ontbinding van de Aangesloten Vereniging; f. wanneer de Aangesloten Vereniging de bepalingen van het Huishoudelijk Reglement of van door of vanwege de Raad van Beheer vastgestelde andere reglementen niet naleeft; g. wanneer het Tuchtcollege aan een lid van een Aangesloten Vereniging de straf van diskwalificatie van zijn persoon heeft opgelegd en dat lid gedurende de duur van zijn diskwalificatie tot bestuurder van de Aangesloten Vereniging wordt benoemd en deze benoeming aanvaardt, dan wel indien zodanige straf wordt opgelegd aan een bestuurder van een Aangesloten Vereniging: indien hij niet op de eerstvolgende daarna gehouden Algemene Vergadering van de Aangesloten Vereniging aftreedt als bestuurder of niet van deze functie wordt ontheven; h. wanneer het Bestuur van de Raad van Beheer van oordeel is dat door het voortduren van het lidmaatschap van de Aangesloten Vereniging algemene of bijzondere kynologische belangen ernstig worden geschaad. Ontzetting uit het lidmaatschap kan geschieden, indien de betrokken Aangesloten Vereniging: a. handelt in strijd met de statuten, één of meer reglementen of één of meer wettig genomen besluiten van (een orgaan van) de Raad van Beheer; b. de Raad van Beheer op onredelijke wijze benadeelt, hetgeen onder meer het geval is bij wangedrag jegens de Raad van Beheer, jegens één of meer Aangesloten Verenigingen, dan wel jegens één of meer derden, alsmede wanneer de betrokken Aangesloten Vereniging is veroordeeld door het Tuchtcollege. In afwijking van het bepaalde in artikel 35 lid 4 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek staat tegen een besluit van het Bestuur tot beëindiging van het lidmaatschap als bedoeld in de leden 2 en 3 voor betrokkene gedurende een maand na ontvangst van het betreffende besluit beroep open bij de Geschillencommissie. Iedere Aangesloten Vereniging, alsook zijn rechtverkrijgende(n) onder algemene titel, blijft na het einde van zijn lidmaatschap gebonden aan de in de statuten en reglementen opgenomen bepalingen omtrent de rechtspleging inzake overtredingen, tijdens zijn lidmaatschap begaan. Voorts blijft iedere Aangesloten Vereniging, alsook zijn rechtverkrijgende(n), na het einde van het lidmaatschap gebonden aan de in de
Geldig vanaf 1 januari 2016
6
statuten en reglementen van de Raad van Beheer opgenomen bepalingen inzake de beslechting van geschillen, ontstaan als gevolg van overeenkomsten, beslissingen of gedragingen die voor het eindigen van het lidmaatschap waren aangegaan respectievelijk werden genomen respectievelijk plaatsvonden. Algemene bepalingen inzake het bestuur en de bestuurders Artikel 8. 1. Slechts natuurlijke personen kunnen bestuurder zijn. 2. Personen die krachtens arbeidsovereenkomst in de zin van artikel 610 van Titel 10 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek werkzaam zijn bij de Raad van Beheer en/of een dochtermaatschappij, kunnen geen bestuurder zijn. 3. De bestuurder die is benoemd ter voorziening in een tussentijdse vacature, heeft zitting voor de tijd die zijn voorganger nog te vervullen had. 4. Iedere bestuurder treedt af per het tijdstip van sluiting van de jaarlijkse Algemene Vergadering die wordt gehouden in het vierde jaar na het jaar waarin hij is benoemd. Einde bestuurslidmaatschap Artikel 9 1. Onverminderd het elders in de statuten bepaalde, houdt een bestuurder op bestuurder te zijn: a. indien en zodra hij, om welke andere reden ook dan testamentair bewind, het vrije beheer verliest over zijn vermogen of een deel daarvan; b. door aan hem gegeven ontslag; c. door aanvaarding van een dienstbetrekking in de zin van artikel 610 van Titel 10 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek bij de Raad van Beheer en/of een dochtermaatschappij; d. door overlijden; e. door tussentijds aftreden op eigen verzoek. 2. Iedere bestuurder kan na zijn aftreden worden herbenoemd, tenzij hij is afgetreden doordat één van de in lid 1 van dit artikel vermelde gronden toepassing heeft gevonden. Onverenigbare bestuursfuncties Artikel 10 1. Het Bestuur kan met ten minste twee/derden van de uitgebrachte stemmen besluiten aan één of meer, dan wel aan alle bestuurders, de verplichting op te leggen tot het neerleggen van één of meer, dan wel alle bestuursfuncties in één of meer Aangesloten Verenigingen. Een besluit als bedoeld in de vorige zin kan uitsluitend worden genomen op de grond, dat het (blijven) bekleden van die functie(s) het functioneren van de betrokkene als bestuurder van de Raad van Beheer te zeer belemmert. Indien door het Bestuur een besluit is genomen als bedoeld in de vorige zin, mag de betrokkene de desbetreffende bestuursfunctie(s) nog blijven bekleden tot uiterlijk zes maanden na de datum waarop het besluit werd genomen; heeft hij de betrokken Geldig vanaf 1 januari 2016
7
bestuursfunctie(s) niet na het verstrijken van meerbedoelde zes maanden neergelegd, dan treedt hij af als lid van het Bestuur, zonder dat daartoe enig ander besluit of enige rechtshandeling is vereist. 2. Geen van de bestuurders mag een bestuursfunctie in een Aangesloten Vereniging aanvaarden. Een bestuurder kan tot bestuurder van een Aangesloten Vereniging worden herbenoemd, tenzij toepassing van het eerste lid van dit artikel heeft plaatsgevonden. Onverenigbare andere functies Artikel 11 Bij besluit, genomen met ten minste twee/derden van de uitgebrachte stemmen, kan het bestuur aan één of meer, dan wel alle bestuurders de verplichting opleggen nog andere functies, dan die in artikel 10 zijn bedoeld, neer te leggen binnen een in dat besluit aangegeven termijn. Een besluit als bedoeld in de vorige zin kan uitsluitend worden genomen op de grond, dat het (blijven) bekleden van die functie(s) het functioneren van de betrokkene als bestuurder van de Raad van Beheer te zeer belemmert. Samenstelling van het bestuur; benoeming, schorsing en ontslag van bestuurders Artikel 12 1. Het bestuur van de Raad van Beheer bestaat uit tenminste zeven en maximaal negen bestuurders. 2. De bestuurders worden benoemd door de Algemene Vergadering . Besluiten van de Algemene Vergadering tot benoeming van bestuurders worden genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen. 3. De bestuurders kunnen slechts zijn personen die relevante kennis en ervaring bezitten op één of meer van de volgende terreinen: a. de Kynologie in brede zin, of bijzondere kennis en ervaring op één of meer deelterreinen daarvan; b. de diergeneeskunde, in het bijzonder op voor de Kynologie relevante gebieden; c. op bestuurlijk terrein in brede zin, gepaard gaande met bijzondere kennis en ervaring terzake van het management binnen not-for-profit-organisaties; d. op juridisch en/of fiscaal terrein en/of op het terrein van de accountancy. 4. Indien één of meer vacatures binnen het bestuur dienen te worden vervuld door de benoeming van één of meer personen, is het bestuur bevoegd tot het opmaken van één of meer niet-bindende voordrachten. Eenzelfde bevoegdheid komt toe aan vijf Aangesloten Verenigingen. Iedere voordracht wordt gevoegd bij de brieven die bestemd zijn voor de oproeping tot de Algemene Vergadering , waarin in de desbetreffende vacature(s) kan worden voorzien. Elke voordracht bevat ten minste de naam, de voorna(a)m(en), het beroep, de woonplaats en het adres, alsmede de geboortedatum van de kandidaat, alsmede gegevens waaruit zijn geschiktheid voor de bestuursfunctie blijkt. Elke voordracht dient te zijn opgemaakt binnen twee maanden nadat de vacature waarvoor de betrokken voordracht dient, is ontstaan en elke voordracht dient binnen zes weken voor de datum van oproeping tot de Algemene Vergadering waarin het voorstel tot vervulling van de betrokken Geldig vanaf 1 januari 2016
8
vacature(s) aan de orde wordt gesteld, in het bezit te zijn van het bestuur, vergezeld van een door de betrokken kandidaat ondertekende verklaring waarin hij zijn kandidaatstelling voor het lidmaatschap van het Bestuur aanvaardt. 5. Ingeval van tussentijds aftreden van een bestuurslid zal in de eerstkomende Algemene Vergadering in de vacature dienen te worden voorzien. 6. Uiterlijk drie maanden voor de reguliere Algemene Vergadering waarin een of meerdere bestuursleden periodiek zullen aftreden, deelt het Bestuur aan de Aangesloten Verenigingen mee: a. welke vacatures zijn casu quo zullen ontstaan als gevolg van het periodiek dan wel tussentijds aftreden van bestuursleden; b. welke van de periodiek aftredende bestuursleden te kennen heeft gegeven niet voor herbenoeming in aanmerking te willen komen; c. welke bestuursleden door het Bestuur voor herkiezing kandidaat worden gesteld; d. over welke specifieke relevante kennis en ervaring, als bedoeld in artikel 12 lid 3 van de statuten, de te benoemen bestuursleden dienen te beschikken. 7. Tot uiterlijk acht weken voor de in het vorige lid bedoelde reguliere Algemene vergadering kunnen door ten minste vijf Aangesloten Verenigingen gezamenlijk één of meer kandidaatstellingen bij het Bestuur worden ingediend. Daarbij moet een volledig ingevuld kandidaatstellingsformulier volgens een door het Bestuur vastgesteld model worden overgelegd. 8. Kandidaatstellingen die niet voldoen aan het vorige lid blijven buiten verdere behandeling. 9. Het Bestuur doet van de toepassing van het vorige lid onder opgave van redenen schriftelijk mededeling aan de Aangesloten Verenigingen die de kandidaat hebben gesteld. 10. Het Bestuur plaatst in alfabetische volgorde op de kandidatenlijst: a. de aftredende bestuursleden die door het Bestuur herkiesbaar zijn gesteld; b. de kandidaten van de Aangesloten Verenigingen. 11. Uiterlijk vier weken voor de reguliere Algemene Vergadering als bedoeld in het vijfde lid van dit artikel zendt het Bestuur de kandidatenlijst aan iedere Aangesloten Vereniging. 12. Elke stemgerechtigde vertegenwoordiger van een Aangesloten Vereniging ontvangt bij binnenkomst bij de reguliere Algemene Vergadering waarin verkiezing van de bestuursleden plaats zal vinden een gewaarmerkt stembiljet voor de verkiezing van de bestuursleden die door de Aangesloten Verenigingen kandidaat zijn gesteld dan wel door het bestuur voor herverkiezing zijn voorgedragen. 13. Een stemgerechtigde vertegenwoordiger van een Aangesloten Vereniging neemt aan de verkiezing deel door op het stembiljet de namen van maximaal zoveel kandidaten aan te kruisen als er vacatures voor bestuursleden vrijelijk te vervullen zijn. Stembiljetten die niet zijn gewaarmerkt of waarop de namen van meer kandidaten zijn aangekruist dan er vacatures te vervullen zijn, of waarop handtekeningen of opmerkingen voorkomen, zijn ongeldig. 14. De uitslag van de verkiezing wordt vastgesteld door een stemcommissie van drie personen, daartoe door de Algemene Vergadering aangewezen. 15. Gekozen zijn de kandidaten, die de meeste stemmen op zich verenigd hebben, Geldig vanaf 1 januari 2016
9
tot een zodanig aantal als er vrijelijk - dus zonder bindende voordracht - vacatures te vervullen zijn, mits op elk van hen meer dan de helft van het aantal geldige stemmen is uitgebracht. Indien voor een of meer vacatures geen van de kandidaten de volstrekte meerderheid van stemmen op zich heeft verenigd, vindt per vacature een herstemming plaats tussen de twee nog niet gekozen kandidaten op wie de meeste stemmen zijn uitgebracht. 16. Van de vaststelling van de uitslag wordt terstond een proces-verbaal opgemaakt, dat door de drie leden van de stemcommissie wordt ondertekend. 17. Het Bestuur wijst uit zijn midden een voorzitter, een vice-voorzitter, een secretaris en een penningmeester aan. De secretaris of de penningmeester kan tevens vicevoorzitter zijn; de overige bestuursfuncties kunnen niet worden gecombineerd. 18. De Algemene Vergadering is bevoegd bestuurders te schorsen. De Algemene Vergadering kan een besluit tot schorsing slechts nemen met ten minste zestig procent (60%) van de uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin meer dan de helft van de Aangesloten Verenigingen is vertegenwoordigd. 19. Ook het Bestuur is bevoegd om een bestuurder te schorsen. Het Bestuur kan een besluit tot schorsing slechts nemen ingeval gerede vrees bestaat, dat de Raad van Beheer ernstige schade zal worden berokkend, indien het betrokken bestuurslid niet met onmiddellijke ingang in zijn functie wordt geschorst. Het Bestuur kan een besluit tot schorsing slechts nemen indien alle aanwezige stemgerechtigde bestuursleden voor dat besluit stemmen, in een vergadering waarin minimaal twee/derde van de bestuurders aanwezig zijn. Het bestuurslid waarover het voorstel tot schorsing aan het Bestuur wordt voorgelegd is niet gerechtigd om over dat voorstel te stemmen. Indien het Bestuur besluit om een mede-bestuurslid te schorsen dient tevens een datum te worden bepaald waarop een buitengewone Algemene Vergadering plaats zal vinden die zich over de schorsing en het ontslag van het betrokken bestuurslid zal uitspreken. Onverminderd het bepaalde in artikel 21 zal deze buitengewone Algemene Vergadering plaatsvinden niet eerder dan vijf weken en niet later dan negen weken nadat het Bestuur het schorsingsbesluit heeft genomen. 20. De Algemene Vergadering is bevoegd bestuurders te ontslaan. De Algemene Vergadering kan een besluit tot ontslag slechts nemen met ten minste zestig procent (60%) van de uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin meer dan de helft van de Aangesloten Verenigingen is vertegenwoordigd. Taken en bevoegdheden van het bestuur Artikel 13 1. Behoudens beperkingen ingevolge deze statuten, is het Bestuur belast met het besturen van de Raad van Beheer. Het besturen omvat met name ook: a. de bevoegdheid tot het nemen van besluiten omtrent het deelnemen in of op andere wijze een belang nemen bij rechtspersonen, vennootschappen en organisaties door de Raad van Beheer, het benoemen van bestuurders in een zodanige rechtspersoon, vennootschap of organisatie en het uitoefenen van alle (overige) rechten die de Raad van Beheer daarin kan uitoefenen; Geldig vanaf 1 januari 2016
10
b. al hetgeen in deze statuten niet uitdrukkelijk aan een ander orgaan van de Raad van Beheer is opgedragen. 2. Het Bestuur kan, onder zijn verantwoordelijkheid, een door hem te bepalen deel van zijn taken opdragen aan anderen. Het Bestuur kan daaraan voorwaarden verbinden en bepaalt, of - en, zo ja, in hoeverre - die ander de hem opgedragen taken op zijn beurt mag opdragen aan anderen en, zo ja, aan wie. Het Bestuur kan elke door hem verleende opdracht als in de vorige zin bedoeld, te allen tijde geheel of gedeeltelijk intrekken. Vertegenwoordiging Artikel 14 1. De Raad van Beheer wordt vertegenwoordigd door het Bestuur. De vertegenwoordigingsbevoegdheid komt bovendien toe aan de voorzitter van het Bestuur, handelend tezamen met hetzij de secretaris van het Bestuur, hetzij de penningmeester van het Bestuur. 2. Het Bestuur kan besluiten tot het verlenen van volmacht aan één of meer van zijn leden en/of aan één of meer derden, om de Raad van Beheer binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen. 3. Het Bestuur is bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen, en tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de Raad van Beheer zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt. Het bureau en de directie Artikel 15 De Raad van Beheer of, zo het Bestuur daartoe besluit, een dochtermaatschappij houdt ten dienste van de Kynologie een bureau in stand. Het bureau heeft een directie, bestaande uit één of meer directeuren, die wordt aangesteld en kan worden geschorst en ontslagen door het Bestuur. Boekjaar, jaarstukken en bestuursverslag Artikel 16 1. Het boekjaar van de Raad van Beheer is het kalenderjaar. 2. De penningmeester van het Bestuur sluit per de laatste dag van het boekjaar de boeken van de Raad van Beheer af en maakt zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen vier maanden na afloop van het boekjaar, een balans en een staat van baten en lasten op over het verstreken boekjaar. De penningmeester zendt deze stukken uiterlijk direct na afloop van de in de voorgaande zin bedoelde termijn aan alle bestuurders. 3. De in lid 2 van dit artikel bedoelde stukken worden met toelichting door het Bestuur binnen vijf maanden na afloop van het boekjaar vastgesteld en ten blijke daarvan door alle bestuurders ondertekend. Ontbreekt de handtekening van één of meer van hen, dan wordt daarvan onder opgave van redenen melding gemaakt. 4. Alvorens tot de vaststelling van de balans en de staat van baten en lasten wordt Geldig vanaf 1 januari 2016
11
overgegaan, zullen deze stukken worden onderzocht door een door het Bestuur aan te wijzen registeraccountant of organisatie waarin registeraccountants samenwerken. Deze accountant brengt omtrent zijn onderzoek verslag uit aan het Bestuur en legt daaromtrent een verklaring af. 5. De secretaris van het Bestuur maakt binnen vier maanden na afloop van elk boekjaar een schriftelijk bestuursverslag over het betrokken boekjaar op. Op de vaststelling van het bestuursverslag vinden het bepaalde in de slotzin van lid 2 van dit artikel en het bepaalde in lid 3 van dit artikel overeenkomstige toepassing. 6. Het Bestuur brengt op de jaarlijkse Algemene Vergadering als bedoeld in artikel 20, lid 1 sub a met betrekking tot het laatst verstreken boekjaar zijn verslag uit over de gang van zaken in de Raad van Beheer en over het gevoerde beleid en legt een balans en een staat van baten en lasten over dat verenigingsjaar met een toelichting ter goedkeuring aan de Algemene Vergadering over. Na verloop van zes maanden na het laatst verstreken boekjaar kan - tenzij de Algemene Vergadering deze termijn verlengt - iedere Aangesloten Vereniging van de Raad van Beheer van de gezamenlijke bestuurders in rechte vorderen dat zij de in dit lid bedoelde verplichtingen nakomen. Begroting Artikel 17 1. Uiterlijk drie maanden voor de aanvang van elk boekjaar stelt het Bestuur een ontwerp-begroting op van de baten en lasten voor het komende boekjaar. 2. De ontwerp-begroting bevat een specificatie van de algemene exploitatiekosten en van de aan de overige werkzaamheden verbonden kosten. Bij elk van deze kosten wordt aangegeven op welke wijze(n) in de dekking ervan is voorzien. Inkomsten worden naar herkomst gespecificeerd. De ontwerp-begroting wordt voorgelegd aan de hieronder te noemen financiële commissie, die het Bestuur daarover adviseert. Daarna wordt de ontwerp-begroting vastgesteld door het Bestuur. 3. De vastgestelde begroting wordt voorgelegd aan de Algemene Vergadering , die niet later wordt gehouden dan veertien dagen voor de aanvang van het boekjaar waarop de begroting betrekking heeft. 4. De Algemene Vergadering kan goedkeuring aan de begroting onthouden bij besluit met ten minste twee/derden van de uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin meer dan de helft van de Aangesloten Verenigingen is vertegenwoordigd. 5. Ingeval de Algemene Vergadering goedkeuring aan de begroting heeft onthouden, als bedoeld in het vorige lid, blijft het Bestuur bevoegd tot het doen van uitgaven mits deze de begrotingsposten van de door voor het voorafgaande jaar door de Algemene Vergadering goedgekeurde begroting niet overstijgen. Financiële commissie Artikel 18 1. De Algemene Vergadering benoemt een financiële commissie van ten minste drie personen. Tegelijkertijd worden zo mogelijk ten minste twee plaatsvervangende leden van de commissie benoemd, die de leden bij ontstentenis vervangen. De Geldig vanaf 1 januari 2016
12
2.
3.
4.
5.
leden en de plaatsvervangende leden mogen geen deel van het Bestuur uitmaken. Aftredende leden kunnen terstond worden herbenoemd. Het Bestuur legt ontwerp-beleidsbeslissingen met vergaande financiële consequenties, waartoe in elk geval worden gerekend de ontwerp-begroting alsmede het ondernemingsplan vooraf voor aan de financiële commissie, die daarover het Bestuur adviseert. De financiële commissie ontvangt een afschrift van de (tussentijdse) controlerapporten van de accountant, onderzoekt het beredeneerd bestuursverslag, de balans en de staat van baten en lasten en brengt aan de Algemene Vergadering schriftelijk verslag van haar bevindingen uit. Het Bestuur stelt de financiële commissie in staat, haar onderzoek tijdig voor de jaarlijkse Algemene Vergadering te verrichten en is verplicht de commissie ten behoeve van haar onderzoek alle door haar benodigde inlichtingen te verschaffen. Een lid van de financiële commissie kan te allen tijde door de Algemene Vergadering worden ontslagen. De Algemene Vergadering voorziet terstond in de vacature.
De Algemene Vergadering en de wijze van bijeenroeping Artikel 19 1. Iedere Aangesloten Vereniging die niet is geschorst, heeft het recht zich in de Algemene Vergadering te doen vertegenwoordigen door een daartoe door haar bestuur aangewezen stemgerechtigde vertegenwoordiger, die bestuurder van de betrokken Aangesloten Vereniging dient te zijn. 2. De termijn van oproeping voor een reguliere Algemene Vergadering bedraagt ten minste vier weken, waarbij de dag van oproeping en de dag waarop de vergadering wordt gehouden niet worden meegerekend. De Algemene Termijnwet is te dezen niet van toepassing. 3. De bijeenroeping van elke Algemene Vergadering geschiedt door middel van oproepingsbrieven, die worden verzonden aan de adressen van de Aangesloten Verenigingen, zoals zij deze aan de Raad van Beheer hebben opgegeven. De oproepingsbrieven worden zowel ter attentie van de stemgerechtigde vertegenwoordiger als ter attentie van de secretaris van de betrokken Aangesloten Vereniging verzonden. De oproepingsbrieven vermelden de datum en de plaats van de vergadering en het aanvangstijdstip. De in de vergadering te behandelen onderwerpen worden vermeld in de oproepingsbrieven of door middel van een afzonderlijke brief ter kennis van de Aangesloten Verenigingen gebracht binnen de voor de oproeping gestelde termijn. Reguliere Algemene Vergaderingen Artikel 20 Reguliere Algemene Vergadering en zijn: a. de in de maand juni te houden Algemene Vergadering ter goedkeuring van de jaarstukken en het bestuursverslag; b. de uiterlijk twee weken voor aanvang van het boekjaar te houden Algemene Vergadering waarin de begroting ter goedkeuring wordt voorgelegd.
Geldig vanaf 1 januari 2016
13
Buitengewone Algemene Vergaderingen Artikel 21 1. Buitengewone Algemene Vergaderingen worden gehouden, indien dit wenselijk wordt beoordeeld door het Bestuur of zijn voorzitter. Onverminderd het bepaalde in lid 2 van dit artikel, wordt iedere buitengewone Algemene Vergadering in opdracht van de voorzitter van het Bestuur gehouden. 2. Bovendien zal een buitengewone Algemene Vergadering worden gehouden binnen vier weken nadat de Raad van Beheer een daartoe strekkend schriftelijk verzoek heeft ontvangen van de zijde van ten minste negen procent (9%) van de Aangesloten Verenigingen, gelijkelijk verdeeld over ten minste drie rasgroepen en/of rayons. De rasgroepen en rayons worden nader gereglementeerd in het Huishoudelijk Reglement. Indien de buitengewone Algemene Vergadering niet binnen vier weken na het verzoek wordt gehouden, zijn de verzoekers - met inachtneming van de wet, de statuten en het Huishoudelijk Reglement - zelf bevoegd de vergadering bijeen te roepen en de plaats te bepalen waar deze vergadering zal worden gehouden; het bureau verleent hen daarbij alle redelijkerwijs noodzakelijke medewerking. Op een bijeenroeping als in de vorige zin bedoeld, is het bepaalde in lid 3 van dit artikel zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing. 3. Iedere buitengewone Algemene Vergadering wordt bijeengeroepen op een termijn van ten minste vier weken, waarbij de dag van oproeping en de dag waarop de vergadering wordt gehouden niet worden meegerekend. De Algemene Termijnwet is ten dezen niet van toepassing. Tenzij het bepaalde in lid 2 van dit artikel toepassing vindt, komt Aangesloten Verenigingen niet het recht toe om andere onderwerpen dan waarvoor deze vergadering wordt belegd te doen plaatsen op de agenda van de buitengewone Algemene Vergadering . Evenmin komt aan stemgerechtigde vertegenwoordigers van Aangesloten Verenigingen in een buitengewone Algemene Vergadering het recht toe voorstellen in te dienen omtrent niet-geagendeerde onderwerpen. Stemrecht en besluitvorming Artikel 22 1. Elke Aangesloten Vereniging heeft recht op het uitbrengen van één stem. 2. Blanco stemmen en ongeldige stemmen worden als niet uitgebracht aangemerkt; zij tellen echter wel mee ter bepaling van een quorum. 3. Voor zover deze statuten geen grotere meerderheid en/of een ander quorum voorschrijven, besluit de Algemene Vergadering met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen. 4. Indien een in de statuten voorgeschreven quorum niet wordt bereikt, kan omtrent het betrokken onderwerp - tenzij de statuten, het Huishoudelijk Reglement of een ander reglement dat uitsluiten - wettig worden besloten in een volgende Algemene Vergadering, ongeacht het aantal Aangesloten Verenigingen dat dan vertegenwoordigd is, mits het betrokken onderwerp op de agenda van die volgende vergadering is herhaald en het besluit wordt genomen met de statutair vereiste meerderheid van stemmen. Geldig vanaf 1 januari 2016
14
5. Een Aangesloten Vereniging kan zich in de Algemene Vergadering niet door een andere Aangesloten Vereniging doen vertegenwoordigen. 6. Het stemrecht over besluiten waarbij de Raad van Beheer aan bepaalde Aangesloten Verenigingen - anders dan in haar specifieke hoedanigheid van Aangesloten Vereniging rechten toekent of verplichtingen kwijtscheldt, komt aan die Aangesloten Vereniging niet toe. Geschillen en tuchtrechtspraak Artikel 23 1. Er is een Geschillencommissie voor de Kynologie, dat beslist op het beroep, hetwelk ingesteld wordt door natuurlijke- of rechtspersonen, die door een besluit van een orgaan van de Raad van Beheer rechtstreeks in hun belang worden getroffen. De beroeps- en bezwaarschriftenprocedure, alsook de taak, samenstelling en werkwijze van de Geschillencommissie wordt bij Huishoudelijk Reglement nader geregeld. 2. Er is een Tuchtcollege voor de Kynologie, dat met uitsluiting van ieder ander, bevoegd is tot rechtspleging in alle gevallen, waarin de in het Huishoudelijk Reglement opgenomen verbodsbepalingen worden overtreden, dan wel enige statutaire of reglementaire bepaling niet wordt nageleefd door een ieder die direct of indirect aan de rechtsmacht van de Raad van Beheer is onderworpen op grond van het bepaalde in deze statuten of de algemene voorwaarden van levering, zoals deze bij de griffie van de rechtbank te Amsterdam zijn gedeponeerd. De taak, samenstelling en werkwijze van het Tuchtcollege wordt bij Huishoudelijk Reglement nader geregeld. Huishoudelijk Reglement en overige reglementen Artikel 24 1. Er is een Huishoudelijk Reglement, waarin de uitwerking geschiedt van de onderwerpen waarvan de statuten een nadere uitwerking voorschrijven dan wel een dergelijke uitwerking gewenst wordt geacht. Het Huishoudelijk Reglement kan bestaan uit een verzameling afzonderlijke reglementen. 2. Voor besluiten van het Bestuur tot opname, wijziging of intrekking van bepalingen van het Huishoudelijk Reglement is de voorafgaande goedkeuring van de Algemene Vergadering vereist. 3. Het Huishoudelijk Reglement en de overige reglementen mogen niet in strijd zijn met de wet en/of de statuten. 4. In zeer bijzondere gevallen kan door het Bestuur, doch slechts bij een met redenen omkleed besluit, worden afgeweken van het Huishoudelijk Reglement en/of van andere reglementen, doch slechts indien daardoor de belangen van de betrokkene(n) en/of die van de Kynologie worden gediend en in geen enkel opzicht aan deze belangen en die van derden schade wordt toegebracht. Commissies Artikel 25 1. Het Bestuur kan commissies instellen die tot taak hebben: a. het Bestuur te adviseren over één of meer door hem te bepalen onderdelen van Geldig vanaf 1 januari 2016
15
zijn taak; en/of b. het Bestuur bij te staan in de uitvoering van zijn werkzaamheden, zulks door middel van delegatie door het Bestuur. 2. Bij de instelling van een tijdelijke commissie wordt aangegeven, voor welke - vaste periode deze commissie wordt ingesteld. Deze periode kan maximaal twee jaren bedragen. Deze periode kan, doch slechts met algemene stemmen, worden verlengd door het Bestuur. 3. Het Bestuur bepaalt de samenstelling, taken en werkwijze van de betrokken commissie. 4. Iedere commissie rapporteert ten minste éénmaal per jaar aan het Bestuur. Ledenraad Artikel 26 Vervallen Statutenwijziging Artikel 26 Statuten 1. Onverminderd het bepaalde in lid 2 van dit artikel, is - doch slechts op voorstel van het bestuur - de Algemene Vergadering , in een vergadering waarin meer dan de helft van de leden vertegenwoordigd is, bevoegd te besluiten tot statutenwijziging, tot omzetting, tot fusie of tot ontbinding van de Raad van Beheer. Onverminderd het bepaalde in lid 2 van dit artikel, kan het besluit tot het doen van een voorstel aan de Algemene Vergadering als bedoeld in de vorige zin, door het bestuur slechts worden genomen indien ten minste twee/derden van de bestuurders in de betrokken bestuursvergadering aanwezig zijn en met ten minste tien/twaalfde van de uitgebrachte stemmen. Het houden van een tweede bestuursvergadering is, wanneer in de eerst gehouden vergadering het quorum niet werd bereikt, mogelijk. 2. Het bepaalde in dit artikel en het bepaalde in artikel 28, lid 6 is van statutenwijziging uitgesloten. Ontbinding en vereffening Artikel 27 1. De Raad van Beheer blijft na zijn ontbinding voortbestaan voor zover dat voor de vereffening van zijn vermogen noodzakelijk is. 2. In stukken en aankondigingen die uitgaan van de Raad van Beheer na zijn ontbinding - als zodanig hierna in dit artikel ook aan te duiden als: de ontbonden vereniging - moet aan zijn naam worden toegevoegd: in liquidatie. 3. Tenzij het Bestuur anders besluit of de wet anders bepaalt, treden daartoe door het Bestuur aangewezen personen als vereffenaars op van het vermogen van de ontbonden vereniging. 4. De vereffenaars doen aan ieder handelsregister van de Kamer van Koophandel en Fabrieken waarin de Raad van Beheer moet zijn ingeschreven de met de ontbinding en de vereffening verband houdende wettelijk vereiste opgaven. 5. Indien de taken en werkzaamheden van de ontbonden vereniging door een andere rechtspersoon worden overgenomen, wordt hetgeen van het vermogen van de Geldig vanaf 1 januari 2016
16
ontbonden vereniging resteert na voldoening van al haar schulden, overgedragen aan die andere rechtspersoon. 6. Indien de taken en werkzaamheden van de ontbonden vereniging niet of nauwelijks zulks ter uitsluitende beoordeling van de vereffenaars - door een andere rechtspersoon worden of kunnen worden voortgezet, wordt hetgeen van het vermogen van de ontbonden vereniging resteert na voldoening van al haar schulden, overgedragen aan Koninklijke Nederlandse Kennelclub Cynophilia voor de ene helft en aan Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging voor de andere helft. 7. Wanneer de taken en werkzaamheden van de ontbonden vereniging niet of nauwelijks door een andere rechtspersoon worden of kunnen voortgezet en op grond van het voorgaande lid hetgeen van het vermogen van de ontbonden vereniging resteert na voldoening van al haar schulden, zal worden overgedragen aan Koninklijke Nederlandse Kennelclub Cynophilia voor de ene helft en aan Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging voor de andere helft, kan dit in verband met de erkenning van de vereniging als algemeen nut beogende instelling alleen geschieden wanneer deze beide organisaties ook zijn aangemerkt als fiscaal erkende algemeen nut beogende instellingen met gelijksoortige doelstellingen. Indien de Koninklijke Nederlandse Kennelclub Cynophilia en de Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging niet zijn aangemerkt als fiscaal erkende algemeen nut beogende instellingen en/of geen gelijksoortige doelstellingen hebben, wordt hetgeen van het vermogen van de ontbonden vereniging resteert na voldoening van al haar schulden, uitgekeerd aan een andere fiscaal erkende algemeen nut beogende instelling met een gelijksoortige doelstelling of aan een buitenlandse instelling die uitsluitend of nagenoeg uitsluitend het algemeen nut beoogt en die een gelijksoortige doelstelling heeft. 8. Na voltooiing van de vereffening blijven de boeken en bescheiden van de ontbonden vereniging gedurende tien jaren berusten bij degene die daartoe schriftelijk door de vereffenaars is aangewezen. Overgangsbepalingen Artikel 28 De in artikel 12 van deze statuten opgenomen kwaliteitseisen gelden niet voor die bestuursleden die bij de vorige statutenwijziging de dato dertig december negentien honderd negen en negentig bestuurslid waren of per één januari twee duizend zouden toetreden tot het Bestuur. Inwerkingtreding nieuwe statuten en evaluatie Artikel 29 1. Deze statuten treden onmiddellijk in werking. 2. Deze statuten en de wijze van functioneren van de Raad van Beheer onder deze statuten zullen binnen vijf jaar na heden worden geëvalueerd. Ingangsdatum: 1 januari 2016
Geldig vanaf 1 januari 2016
17
Huishoudelijk Reglement van de Vereniging “Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland” Algemene bepalingen Artikel 1 1. De Raad van Beheer is het leidend lichaam in de Nederlandse kynologie en als zodanig, membre fédéré van de Fédération Cynologique Internationale. 2. Het is slechts toegestaan namens de Nederlandse kynologie op te treden, dan wel de naam c.q. het beeldmerk van de Raad van Beheer te gebruiken, indien daartoe door de Raad van Beheer een schriftelijke machtiging is verstrekt. 3. Onder de Raad van Beheer wordt in het vorige lid van dit artikel mede verstaan een door de Raad ingestelde commissie alsmede een dochtermaatschappij van de Raad van Beheer. 4. Indien de Raad van Beheer een belangenovereenkomst heeft gesloten met een lichaam dat in een ander land een met die van de Raad van Beheer vergelijkbare positie op kynologisch gebied inneemt en niet bij de Fédération Cynologique Internationale is aangesloten, dan wordt dat lichaam voor de toepassing van dit reglement gelijk gesteld met bij de Fédération Cynologique Internationale aangesloten lichamen. 5. De in het vorige lid bedoelde gelijkstelling beperkt zich tot de onderwerpen die in de belangenovereenkomst worden geregeld. Begripsbepalingen Artikel 2 1. In dit reglement wordt verstaan onder: a. Bestuur: tenzij anders vermeld, het Bestuur van de Raad van Beheer; b. Bijzondere Verenigingen: - de Koninklijke Nederlandse Kennelclub “Cynophilia”; - de Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging; - de Vereniging van Keurmeesters op Kynologisch Gebied in Nederland; - de Vereniging “Kunogonda”; - de Nederlandse Bond van Gebruikshondensportverenigingen; - de Nederlandse Vereniging voor Instructeurs in Hondenopvoeding en -opleiding; - de Nederlandse Reddingshonden Bond; - de Nederlandse Vereniging Ringmedewerkers Nederland; - het Kynologen Verbond Nederland; c. Eigenaar: ieder die in de Nederlandse stamboekhouding of, indien de hond nog niet in de Nederlandse stamboekhouding is opgenomen, in een door de F.C.I. erkende buitenlandse stamboekhouding als Eigenaar geregistreerd staat. De Eigenaar is de enige die met betrekking tot de betreffende hond rechten kan ontlenen aan dit reglement; d. Fokker: degene die Eigenaar is van de moederhond ten tijde van de worp; Geldig vanaf 1 januari 2016
18
e. Identificatie: de wijze van Identificatie zoals vastgesteld door de Raad van Beheer; f. Keurmeester: ieder die op een Expositie een oordeel over het uiterlijk van (een deel van) de te keuren honden moet uitspreken alsmede ieder die op een wedstrijd, examen, gedragstest of praktijkproef een oordeel over de prestaties van (een deel van) de honden moet uitspreken, tenzij in de betreffende reglementen anders is bepaald; g. Mede-eigenaar: ieder die in de Nederlandse stamboekhouding of, indien de hond nog niet in de Nederlandse stamboekhouding is opgenomen, in een door de F.C.I. erkende buitenlandse stamboekhouding als Mede-eigenaar geregistreerd staat. De Mede-eigenaar kan met betrekking tot de betreffende hond geen rechten als Eigenaar ontlenen aan dit reglement. h. Nederlandse stamboekhouding: de door de Raad van Beheer gevoerde stamboekhouding; i. N.H.S.B.: het Nederlandse hondenstamboek; j. Official: ieder die bij een Expositie, wedstrijd, examen, gedragstest of praktijkproef als bedoeld in reglementen die door de Raad van Beheer zijn vastgesteld, met een gereglementeerde taak is belast, met uitzondering van de Keurmeester; k. Ras: ieder door de F.C.I. of voor Nederland door de Raad van Beheer erkend hondenras; l. Rasgroepen: de in artikel 9 van dit reglement bedoelde organen; m. Rasvereniging: een kynologische vereniging die zich de behartiging van de belangen van een of meer hondenrassen ten doel stelt; n. Rayons: de in artikel 9 van dit reglement bedoelde organen; o. het Recht van Advies: het recht van de Rasgroepen, Rayons en Bijzondere Verenigingen om het Bestuur te adviseren over voorstellen; p. het Recht van Amendement: het recht van de Aangesloten Verenigingen om wijzigingen in ontwerp-besluiten voor te stellen. q. het Recht van Intiatief: het recht van de Aangesloten Verenigingen om voorstellen aan de Algemene Vergadering te doen; r. Regionale Vereniging: een kynologische vereniging die zich de behartiging van de belangen van de hondensport binnen een bepaald gebied ten doel stelt; s. Standaard: de door het bevoegde lichaam vastgestelde omschrijving van de kenmerken van een Ras; t. Tarievenbesluit: een besluit van het bestuur van de Raad van Beheer dat is opgenomen in de begroting, waarbij de tarieven worden vastgesteld voor de door of vanwege de Raad van Beheer te verrichten handelingen en te verlenen diensten. u. Variëteit: iedere in de Standaard voor een Ras erkende, naar kleur, vacht, grootte of oordracht verschillende vorm van het desbetreffende Ras; v. Variëteitsgroep: iedere groep van één of meer tot een Ras behorende Variëteiten, waarvoor door de F.C.I. één Certificat d’Aptitude au Championat International de Beauté (C.A.C.I.B.) beschikbaar is gesteld; w. Verenigingsfokreglement (VFR): aantoonbaar schriftelijk stuk waarin regels worden gesteld ter bevordering van het fokken van gezonde honden in een omgeving waarin honden volgens de algemeen binnen de Raad van Beheer geldende normen gehouden en opgevoed moeten worden. Deze regels mogen niet in strijd zijn met de Geldig vanaf 1 januari 2016
19
'international breedingrules' van de F.C.I. en de nationale wet- en regelgeving, en dienen openbaar gemaakt te worden 2. De in de Statuten opgenomen definities zijn eveneens van toepassing op dit reglement. Middelen Artikel 3 De Raad van Beheer streeft zijn statutaire doel na door het uitvoeren of doen uitvoeren van de volgende werkzaamheden: a. het onderhouden van externe contacten, waaronder begrepen het uitdragen van standpunten jegens derden, over alle vraagstukken die de belangen van de kynologie direct of indirect raken; b. het op nationaal en internationaal niveau organiseren van hondententoonstellingen, andere soorten Exposities, wedstrijden, examens, proeven en gedragstesten, het toekennen van kampioenschappen en titels, zomede het stellen van voorwaarden aan en het verlenen van vergunningen voor het houden van zodanige evenementen en het stellen van regels daarvoor; c. het erkennen van Nederlandse hondenrassen en het stellen van algemene en bijzondere voorschriften dienaangaande; d. het benoemen van Keurmeesters en het verlenen van de bevoegdheid aan Keurmeesters om keuringen te verrichten; e. het entameren en ondersteunen van onderzoek naar erfelijk bepaalde afwijkingen bij honden, het opstellen van programma’s ter bestrijding van zodanige afwijkingen; f. het bevorderen van de Fokkerij van gezonde hondenpopulaties; g. het (doen) verzamelen, rubriceren, registreren en ter beschikking stellen aan de Aangesloten Verenigingen van gegevens in enig verband met het vorenstaande alsook aan derden, mits deze verstrekking voortvloeit uit de doelstelling van de Raad van Beheer; h. het in Nederland tot uitvoering brengen van de door de F.C.I. gestelde en te stellen regels; i. het verzorgen van opleidingen; j. het registreren van kennelnamen; k. het verlenen van diensten op kynologisch gebied aan de Aangesloten Verenigingen en aan derden; l. het bevorderen van de onderlinge samenwerking van de Aangesloten Verenigingen; m. het deelnemen in of op andere wijze(n) een belang nemen bij rechtspersonen, vennootschappen en organisaties; n. het rechtspreken: - in alle gevallen waarin gehandeld is in strijd met de Statuten, reglementen, rechtsgeldig genomen besluiten en algemene voorwaarden van de Raad van Beheer, alsmede indien het aanzien of de belangen van de kynologie schade zijn toegebracht; - in geval van geschillen tussen de Raad van Beheer en natuurlijke personen dan wel Aangesloten Verenigingen bij de Raad van Beheer, dan wel verenigingen die het lidmaatschap hebben aangevraagd, dan wel tijdig in beroep komen tegen het Geldig vanaf 1 januari 2016
20
besluit tot beëindiging daarvan; o. het in stand houden of doen houden van een bureau; p. het beheren en beleggen van het vermogen van de Raad van Beheer; q. met alle andere wettige middelen die daaraan kunnen bijdragen of daartoe bevorderlijk kunnen zijn. Delegatie Artikel 4 Het Bestuur kan één of meer werkzaamheden doen uitvoeren door één of meer door hem ingestelde commissies alsmede door andere rechtspersonen, mits zodanige rechtspersonen dochtermaatschappij van de Raad van Beheer zijn in de zin van artikel 24a van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. De Raad van Beheer kan deelnemen in of op andere wijze(n) een belang nemen bij zodanige rechtspersonen en/of daarover het bestuur voeren. Aanvraag van het lidmaatschap Artikel 5 1. Een verzoek om als lid te worden toegelaten en aldus de status van “Aangesloten Vereniging” te verwerven wordt door de kynologische vereniging bij het Bestuur ingediend onder overlegging van: a. een door voorzitter en secretaris gewaarmerkt exemplaar van de notulen van de vergadering, waarin besloten werd het lidmaatschap van de Raad van Beheer aan te vragen; b. de statuten en het huishoudelijk reglement van de vereniging in tweevoud; c. het ontwerp voor de wijziging van statuten en huishoudelijk reglement, waartoe eventueel in verband met het verzoek om aansluiting werd besloten, eveneens in tweevoud; d. een opgave van de samenstelling van het bestuur; e. een alfabetische lijst van de leden van de vereniging, met vermelding van hun volledige adressen; f. een door het bestuur ondertekende toetredingsovereenkomst als bedoeld in artikel 5 van de statuten. 2. Het Bestuur kan richtlijnen geven, waaraan de Statuten en het Huishoudelijk Reglement van een vereniging moeten voldoen om als Aangesloten Vereniging te kunnen worden toegelaten. Beoordeling van de aanvraag van het lidmaatschap Artikel 6 1. Het lidmaatschap zal worden toegekend, indien: a. de statuten van de kynologische vereniging voldoen aan hetgeen wordt vereist in de Statuten en dit reglement van de Raad van Beheer; b. voldaan is aan artikel 5 van dit reglement; c. het een Regionale Vereniging betreft, de vereniging ten tijde van het verzoek om lid te worden ten minste vijftig stemgerechtigde leden telt, alsmede een door de Raad van Beheer dan wel de F.C.I. gereglementeerde tak van hondensport bedrijft; Geldig vanaf 1 januari 2016
21
d.
e.
f.
g. h. 2.
het een Rasvereniging betreft, is het minimum aantal stemgerechtigde leden waaruit de vereniging ten tijde van het verzoek om lid te worden dient te bestaan gesteld op 10% van het aantal ingeschreven honden per jaar, met een minimum van 50 stemgerechtigde leden. Ter bepaling van het minimum aantal stemgerechtigde leden wordt gerekend met het gemiddeld aantal ingeschreven honden van het desbetreffende Ras - en ingeval van een Rasvereniging die de belangen van meerdere rassen behartigt van de gezamenlijke inschrijvingen van de betreffende rassen - in de Nederlandse hondenstamboekhouding gerekend over de drie jaren voorafgaand aan het verzoek om lid te worden. het een Rasvereniging betreft, in de laatste drie jaren ten minste dertig honden van het desbetreffende Ras of ingeval van een Rasvereniging die de belangen van meerdere rassen behartigt van de gezamenlijke inschrijvingen van de betreffende rassen in de Nederlandse hondenstamboekhouding zijn ingeschreven; het een Regionale Vereniging betreft, in het betreffende werkgebied niet reeds een Regionale Vereniging aangesloten is die in hetzelfde gebied of een deel daarvan werkzaam is; het een Rasvereniging betreft, de algemene ledenvergadering van de vereniging een Verenigingsfokreglement heeft vastgesteld; het Bestuur de toekenning van het lidmaatschap niet in strijd acht met algemene of bijzondere kynologische belangen. Verenigingen die aangesloten zijn bij de Raad van Beheer dienen gedurende hun lidmaatschap te blijven voldoen aan de toetredingsvoorwaarden. Wanneer een Aangesloten Vereniging niet meer aan deze voorwaarden voldoet, zal het Bestuur besluiten tot opzegging van het lidmaatschap conform artikel 7 Statuten. Dit besluit zal worden genomen nadat aan de betrokken vereniging een door het bestuur te bepalen redelijke termijn, met een maximum van 1 jaar, is aangezegd om alsnog aan de gestelde voorwaarden te voldoen, alles onverminderd het bepaalde i n de artikelen 18, 19 en 20 van dit Huishoudelijk Reglement.
Reikwijdte taakveld Aangesloten Vereniging Artikel 7 1. Het Bestuur kan de behartiging van de belangen van een of meer Rassen aan een Rasvereniging ontnemen, indien dat in het belang van een doelmatige organisatie van de kynologie aantoonbaar nodig is. 2. Het Bestuur kan wijziging brengen in het gebied waarbinnen een Regionale Vereniging de belangen van de hondensport behartigt, indien dat in het belang van een doelmatige organisatie van de kynologie aantoonbaar nodig is. 3. Een besluit als bedoeld in het eerste en tweede lid van dit artikel wordt niet genomen dan nadat de betrokken vereniging schriftelijk van het voornemen daartoe in kennis is gesteld en in de gelegenheid is gesteld, schriftelijk of desgewenst mondeling haar opvatting over dat voornemen ter kennis van het Bestuur te brengen. 4. Indien toepassing is gegeven aan het eerste of het tweede lid, is de betrokken vereniging verplicht haar statuten binnen een door het Bestuur te stellen termijn aan het besluit van de Raad van Beheer aan te passen. 5. Tegen een besluit als bedoeld in het eerste en tweede lid van dit artikel staat voor de Geldig vanaf 1 januari 2016
22
betrokken vereniging beroep open bij de Geschillencommissie. Horen van belanghebbenden Artikel 8 1. Alvorens een verzoek om toekenning van het lidmaatschap in te willigen, stelt het Bestuur belanghebbende Aangesloten Verenigingen in de gelegenheid daartegen bezwaren in te dienen. 2. Aan de belanghebbenden kan, op hun verzoek, de in artikel 5 en 6 van dit reglement genoemde stukken worden opgestuurd door de Raad van Beheer. De ledenlijst van de aanvragende vereniging wordt in verband met de Wet bescherming Persoonsgegevens niet meegestuurd. 3. De betreffende belanghebbende dient met het dossier vertrouwelijke om te gaan in die zin dat de belanghebbende vereniging het dossier alleen voor het in dit artikel bedoelde doel en voor eigen gebruik mag gebruiken. Het is derhalve niet toegestaan het dossier aan derden ter beschikking te stellen, dan wel openbaar te maken of anderszins te publiceren. 4. Vervolgens stelt het Bestuur verzoeker in de gelegenheid om op eventuele bezwaren te reageren. 5. Besluiten tot niet toelating als lid worden schriftelijk met opgave van redenen aan de betrokkenen meegedeeld. Overleg tussen de Aangesloten Verenigingen onderling Artikel 9 1. Er zijn ten behoeve van het van het overleg tussen de Aangesloten Rasverenigingen tien Rasgroepen ingesteld, te weten: a. Herdershonden en Veedrijvers (FCI Rasgroep 1) b. Molossers, Pinschers en Schnauzers, Sennenhonden (FCI Rasgroep 2) c. Terriers (FCI rasgroep 3) d. Dashonden (FCI Rasgroep 4) e. Spitsen en Oertypen (FCI Rasgroep 5) f. Lopende Honden en Zweethonden (FCI Rasgroep 6) g. Voorstaande Honden (FCI Rasgroep 7) h. Spaniels, Retrievers en Waterhonden (FCI Rasgroep 8) i. Gezelschapshonden (FCI Rasgroep 9) j. Windhonden (FCI Rasgroep 10) Iedere aangesloten Rasvereniging wijst vóór 15 juni van ieder jaar voor het overleg binnen de Rasgroep waartoe zij behoort, twee vertegenwoordigers aan, waarvan er één stemrecht heeft, en doet daarvan schriftelijk mededeling aan de Raad van Beheer en aan de secretaris van de Rasgroep. Een Rasvereniging wier taak zich over meer dan één Rasgroep uitstrekt, kan aan het overleg in alle rasgroepen waarbinnen de vereniging taken heeft, deelnemen en heeft in deze rasgroepen ook stemrecht. Daarnaast deelt de rasvereniging dit, indien van toepassing, schriftelijk mee aan de Raad van Beheer en aan de secretaris van de rasgroep. 2. Er zijn ten behoeve van het overleg tussen de aangesloten Regionale Verenigingen vier Rayons ingesteld, te weten: Geldig vanaf 1 januari 2016
23
a. Noord, omvattende de provincies Groningen, Friesland, Drenthe en Overijssel; b. Midden, omvattende de provincies Gelderland, Utrecht en Flevoland; c. West, omvattende de provincies Noord-Holland, Zuid-Holland en Zeeland; d. Zuid, omvattende de provincies Noord-Brabant en Limburg. Iedere Aangesloten Regionale Vereniging wijst vóór 15 juni van ieder jaar voor het overleg binnen het Rayon waartoe zij behoort, twee vertegenwoordigers aan, waarvan er één stemrecht heeft, en doet daarvan schriftelijk mededeling aan de Raad van Beheer en aan de secretaris van het Rayon. De statutaire vestigingsplaats is bepalend voor het Rayon waartoe een Regionale Vereniging behoort. 3. In de Rasgroepen en Rayons wordt overleg gepleegd over zaken die voor alle of een deel van de Aangesloten Verenigingen van gemeenschappelijk belang zijn. Rasgroepen kunnen te allen tijde met elkaar overleg plegen over zaken van gemeenschappelijk belang. Hetzelfde geldt voor de Rayons. De Rasgroepen en Rayons hebben het Recht van Advies, bedoeld in artikel 13 lid 3. In de Rasgroepen en Rayons worden besluiten genomen bij gewone meerderheid van stemmen. De Rasgroepen en Rayons wijzen uit hun midden vóór 1 juli van ieder jaar een voorzitter, een secretaris en een penningmeester aan en doen van deze aanwijzing schriftelijk mededeling aan de Raad van Beheer. De voorzitter, secretaris en penningmeester zijn gezamenlijk belast met de voorbereiding van het overleg en met de uitvoering van de genomen besluiten. De kosten van het overleg in de Rasgroepen en Rayons komen voor rekening van de Raad van Beheer, die deze kosten in de begroting opneemt. Bijzondere Aangesloten Verenigingen kunnen te allen tijde met elkaar overleg plegen. 4.
De Raad van Beheer verstrekt jaarlijks, vóór 1 augustus, een overzicht van de contactgegevens van de Rayons en Rasgroepen aan het secretariaat van de Rayons en Rasgroepen, tenzij de Raad van Beheer de gegevens niet tijdig heeft ontvangen. In dat geval wordt verstrekking van de contactgegevens uitgesteld tot het moment dat alle gegevens compleet zijn. Wanneer een bestuurslid van een Rayon of een Rasgroep bezwaar maakt tegen verstrekking van zijn gegevens aan de overige Rasgroepen en Rayons, dient hij dat vóór 1 juli kenbaar te maken, tegelijk met de in lid 3 genoemde schriftelijke mededeling. In dat geval worden zijn gegevens niet doorgegeven.
Verplichtingen van de Aangesloten Verenigingen Artikel 10 Ieder Aangesloten Vereniging is verplicht: 1. tot het verschaffen van alle inlichtingen, die door het Bestuur worden verlangd; 2. aan de leden van het Bestuur, op vertoon van hun legitimatiekaart die hen door de Raad van Beheer wordt verstrekt, vrije toegang te geven tot alle terreinen en zalen waar Tentoonstellingen, Kampioenschapsclubmatches, Clubmatches, wedstrijden, praktijkproeven, gedragstesten dan wel overige evenementen worden gehouden, waarbij aan de leden van het Bestuur alle gevraagde inlichtingen dienen te worden verstrekt en aan hen het recht toekomt tot het instellen van een onderzoek ter plaatse, wanneer zij vermoeden dat in strijd met de Statuten en/of reglementen van de Raad van Beheer is of wordt gehandeld. Oud-leden van de Raad van Beheer, die tot 1 januari 2000 ten minste drie jaren zitting hebben gehad, hebben op vertoon van Geldig vanaf 1 januari 2016
24
een aan hen door het Bestuur te verstrekken legitimatiekaart vrije toegang tot alle hiervoor genoemde evenementen. Voor bestuursleden van de Raad van Beheer die na 1 januari 2000 zitting hebben in het Bestuur is deze regeling van overeenkomstige toepassing. 3. haar Statuten Huishoudelijk(e) Reglement(en) en Verenigingsfokreglement(en), evenals wijzigingen of aanvullingen daarvan/daarop, te onderwerpen aan de voorafgaande goedkeuring van het Bestuur, welke verplichting in haar Statuten, Huishoudelijk(e) Reglement(en) en Verenigingsfokreglement(en) dient te zijn verwoord; 4. eventuele andere reglementen dan huishoudelijke dienen na vaststelling, wijziging of aanvulling ter kennisneming te worden toegezonden aan het Bestuur; 5. haar Statuten te wijzigen op de door het Bestuur aangegeven wijze; 6. gebruik te maken van de door de Raad van Beheer geboden faciliteiten, voor zover dit gebruik verplicht is gesteld voor alle Aangesloten Verenigingen en voor zover de betrokken faciliteit voor de betrokken vereniging is bedoeld; 7. voor door of vanwege de Raad van Beheer gereglementeerde evenementen, die van de Aangesloten Vereniging uitgaan, de algemene voorwaarden te hanteren die door de Raad van Beheer zijn vastgesteld; 8. zich te onthouden van deelname aan enigerlei kynologische activiteit die niet uitgaat van de Raad van Beheer en/of van een Aangesloten Vereniging; 9. aan het Bestuur jaarlijks, voor één maart, een lijst toe te zenden van de leden van de betrokken vereniging per één januari van het jaar van inzending van deze lijst; 10. aan de Raad van Beheer jaarlijks, voor één april de aan de hand van de in het vorige lid bedoelde ledenlijst vastgestelde contributie te voldoen; 11. aan het Bestuur jaarlijks, voor vijftien mei, een lijst toe te zenden waaruit de meest recente bestuurssamenstelling van de betrokken vereniging blijkt; 12. indien hij een verenigingsblad, mededelingenblad of een ander, al dan niet periodiek verschijnend orgaan uitgeeft, daarvan telkenmale één exemplaar toe te zenden aan de Raad van Beheer. Goedkeuring statuten en overige reglementen Artikel 11 1. De in artikel 10, lid 3 bedoelde Statuten en reglementen dienen door de Aangesloten Vereniging bij aangetekend schrijven aan het Bestuur te worden toegezonden. Behoeven de Statuten of reglementen goedkeuring van het Bestuur, dan geldt deze als te zijn verleend, indien het Bestuur geen besluit heeft genomen binnen zes weken na de datum van verzending. De Aangesloten Vereniging mag ervan uit gaan dat geen tijdig besluit genomen is, indien binnen acht weken na de datum van verzending geen schriftelijke reactie van het Bestuur is ontvangen. 2. Het Bestuur kan evenwel besluiten de in de vorige zin bedoelde beslissingstermijn van zes weken eenmaal - met ten hoogste zes weken - te verlengen; een zodanig besluit wordt binnen twee weken nadat het is genomen, schriftelijk aan de betrokken vereniging medegedeeld.
Geldig vanaf 1 januari 2016
25
Toetredingsovereenkomst Artikel 12 1. In de toetredingsovereenkomst dienen de in de Statuten en in dit reglement opgenomen verplichtingen van de Aangesloten Verenigingen woordelijk te zijn opgenomen en door de betrokken vereniging zonder enig voorbehoud te worden aanvaard. Voorts dient de betrokken vereniging in de toetredingsovereenkomst te verklaren, dat zij, zo nodig na statutenwijziging, op de door het Bestuur aangegeven wijze haar leden zal binden aan de Statuten en reglementen van de Raad van Beheer. 2. Iedere Aangesloten Vereniging dient bij de eerstkomende wijziging van haar Statuten, doch in ieder geval voor één januari tweeduizend en een zodanige bepalingen in haar Statuten op te (doen) nemen als noodzakelijk is om te kunnen voldoen aan het bepaalde in het vorige lid van dit artikel. 3. De toetredingsovereenkomsten worden ingericht op basis van een daartoe strekkend model, dat wordt vastgesteld en kan worden gewijzigd door het Bestuur. Rechten van de Aangesloten Verenigingen Artikel 13 1. Iedere Aangesloten Vereniging oefent, alleen of tezamen met andere Aangesloten Verenigingen, haar Recht van Initiatief uit door het voorleggen van voorstellen aan de Algemene Vergadering . Deze voorstellen dienen uiterlijk 26 weken voorafgaand aan de Algemene Vergadering bij het Bestuur te worden ingediend dan wel conform artikel 29 lid 4 van dit Huishoudelijk Reglement te zijn geagendeerd voor de eerstvolgende Algemene Vergadering . 2. Het Bestuur zendt de in het eerste lid bedoelde voorstellen, vergezeld van een preadvies, en zijn eigen voorstellen terzake, alsmede een voorlopige agenda voor de eerstvolgende Algemene Vergadering toe aan alle Aangesloten Verenigingen, aan de Rasgroepen en aan de Rayons. 3. De Rasgroepen, de Rayons en de Bijzondere Verenigingen hebben ten aanzien van de in het tweede lid bedoelde voorstellen Recht van Advies. Zij brengen hun adviezen uit aan het Bestuur en kunnen deze adviezen tevens toezenden aan de overige Rasgroepen, de Rayons en/of aan één of meer Aangesloten Verenigingen. 4. Het Bestuur plaatst alle voorstellen als bedoeld in het tweede lid op de agenda voor de eerstvolgende Algemene Vergadering en vermeldt daarbij, welke adviezen zijn ontvangen. Het Bestuur zendt deze agenda, vergezeld van de eindadviezen en van de ontwerp-besluiten toe aan de Aangesloten Verenigingen en aan de Rasgroepen en Rayons. 5. Iedere Aangesloten Vereniging kan haar Recht van Amendement uitoefenen door het indienen van voorstellen tot wijziging van de in het vierde lid bedoelde ontwerpbesluiten. Het recht kan slechts tezamen met ten minste negen andere Aangesloten Verenigingen worden uitgeoefend. De amendementen worden ingediend bij het Bestuur. 6. De Algemene Vergadering bepaalt zijn standpunt omtrent ieder van de in het vierde lid bedoelde ontwerp-besluiten bij gewone meerderheid van stemmen, tenzij de Statuten of dit reglement een andere meerderheid voorschrijven. Geldig vanaf 1 januari 2016
26
7. Het Bestuur kan voor de toepassing van de voorgaande leden nadere regelen alsmede een tijdschema vaststellen. Deze nadere regelen en het tijdschema worden tijdig aan de Aangesloten Verenigingen, aan de Rasgroepen en aan de Rayons meegedeeld. Artikel 14 1. De Algemene Vergadering zal, al dan niet op advies van het Bestuur, voorstellen van de agenda afvoeren, indien over deze voorstellen niet de Algemene Vergadering , doch het Bestuur bevoegd is te beslissen. 2. De Algemene Vergadering kan, op voorstel van het Bestuur, voorstellen die slechts betrekking hebben op een deel van de Aangesloten Verenigingen verwijzen naar een overleg tussen het Bestuur en een groepering uit haar midden, bestaande uit de vertegenwoordigers van de Rasverenigingen, dan wel de vertegenwoordigers van de Regionale Verenigingen, dan wel de vertegenwoordigers van door haar met name aan te wijzen verenigingen. Daarbij kan tevens worden bepaald, in hoeverre de vertegenwoordigers van de Bijzondere Verenigingen aan dat overleg kunnen deelnemen. 3. Indien toepassing is gegeven aan het tweede lid, treedt de daar bedoelde groepering voor de toepassing van de Statuten en dit reglement in de plaats van de Algemene Vergadering . Overige rechten van Aangesloten Verenigingen Artikel 15 De Aangesloten Verenigingen hebben, onverminderd de elders aan de Aangesloten Verenigingen of aan bepaalde categorieën van Aangesloten Verenigingen toegekende rechten, het recht a. klachten bij de Tuchtcollege in te dienen zonder het daarvoor geldende griffierecht te storten; b. geschillen met andere Aangesloten Verenigingen ter bemiddeling aan het Bestuur voor te leggen; c. bij uitgifte gratis een exemplaar te ontvangen van het Nederlands hondenstamboek; d. gratis een exemplaar te ontvangen van de Officiële Mededelingen van de Raad van Beheer en van de daarmee gelijk te stellen publicaties; e. gratis een exemplaar te ontvangen van iedere gewijzigde tekstuitgave van de Statuten en dit reglement. Lijst van Aangesloten Verenigingen Artikel 16 Het Bestuur verspreidt ten minste eenmaal per jaar een lijst met: a. de namen van alle verenigingen die in het voorafgaande jaar als Aangesloten Vereniging zijn toegelaten; b. de namen van de verenigingen die - sedert de dag van verschijning van de vorige lijst - niet langer aangesloten zijn van de Raad van Beheer.
Geldig vanaf 1 januari 2016
27
Vaststelling contributie Artikel 17 1. De hoogte van de jaarlijkse contributie wordt - op basis van de vastgestelde begroting waarin de door contributie te dekken kosten zijn vermeld - vastgesteld door het Bestuur en ter goedkeuring voorgelegd aan de Algemene Vergadering . 2. Elk van de Aangesloten Verenigingen is aan contributie een bedrag verschuldigd, dat gelijk is aan het aantal van haar leden op één januari van het betrokken jaar, vermenigvuldigd met het bedrag dat wordt gevonden door de som van de kosten die door middel van contributies moeten worden gedekt te delen door het totale aantal leden van alle Aangesloten Verenigingen. De jaarlijkse contributie moet vóór 1 maart worden betaald. 3. Over het jaar waarin een vereniging als Aangesloten Vereniging toetreedt is geen contributie verschuldigd. In plaats daarvan is een entreegeld verschuldigd bepaald in het jaarlijks vast te stellen Tarievenbesluit. 4. Uit de som van de contributies dienen ten minste de algemene exploitatiekosten voor zover deze niet uit specifieke, uit de vastgestelde begroting blijkende inkomsten worden kunnen gedekt - te kunnen worden voldaan die vallen in het jaar waarop de contributies betrekking hebben. 5. De Raad van Beheer kan, doch slechts op grond van een daartoe strekkend besluit van de Algemene Vergadering dat op basis van een deugdelijke kostenraming is genomen, van iedere Aangesloten Vereniging een bijzondere bijdrage heffen, bestemd voor het doel dat in vorenbedoeld besluit is aangegeven. 6. De Raad van Beheer brengt voor diensten die zij specifiek verricht of heeft verricht ten behoeve van één of meer Aangesloten Verenigingen, een bedrag in rekening dat niet hoger is dan de integrale kostprijs van de betrokken dienst. Het bepaalde in de vorige zin geldt uitsluitend voor diensten die de Raad van Beheer op verzoek van de betrokken Aangesloten Vereniging casu quo de betrokken Aangesloten Verenigingen heeft verricht. 7. Het Bestuur kan besluiten, dat voor bepaalde categorieën van diensten een vrijstelling of een verminderd tarief zal gelden. Het Bestuur kan op eigen initiatief of op verzoek van de betrokkene een verlaagd tarief toepassen of besluiten dat de betrokken dienst - bij uitzondering - zonder kosten zal worden verleend. 8. Alle contributies, bijzondere bijdragen en vergoedingen worden door de Raad van Beheer centraal geïnd. Alle inkomsten die door de Raad van Beheer, uit welken hoofde ook, ten eigen behoeve worden geïnd of verkregen, behoren zonder uitzondering toe aan de Raad van Beheer om te worden aangewend ter bestrijding van die kosten, waarvan in de vastgestelde begroting is aangegeven dat zij uit contributies moeten worden gedekt. Beëindiging van het lidmaatschap: opzegging Artikel 18 1. Opzegging van het lidmaatschap door de Aangesloten Vereniging kan slechts geschieden bij aangetekende brief, gericht aan het Bestuur, en slechts tegen het einde van een boekjaar, met inachtneming van een opzeggingstermijn van ten minste twee maanden. Heeft de opzegging door een Aangesloten Vereniging niet Geldig vanaf 1 januari 2016
28
tijdig plaatsgehad, dan eindigt het lidmaatschap per het einde van het eerstvolgende boekjaar. Een Aangesloten Vereniging kan zich door opzegging niet onttrekken aan een besluit waarbij de verplichtingen van geldelijke aard van de Aangesloten Verenigingen of één of meer categorieën van Aangesloten Verenigingen worden verzwaard of waarbij de bij of krachtens de Statuten toegekende rechten van de Aangesloten Verenigingen of één of meer categorieën van Aangesloten Verenigingen worden beperkt. Het vorenstaande laat de bevoegdheid tot opzegging door de Aangesloten Vereniging onverlet. 2. Opzegging door de Raad van Beheer geschiedt door het Bestuur, dat van geval tot geval bepaalt of de opzegging met onmiddellijke ingang geschiedt of tegen een bepaalde, door het Bestuur vast te stellen datum. 3. Degene aan wie het lidmaatschap is opgezegd, kan binnen vier weken na verzending van de schriftelijke kennisgeving van de opzegging tegen dat besluit beroep instellen bij de Geschillencommissie. Hangende de beroepstermijn alsmede, indien tijdig beroep wordt ingesteld, hangende de behandeling van dat beroep, is de betrokkene geschorst tot de datum waarop de Geschillencommissie over het beroep zal hebben beslist. Vond de opzegging niet met onmiddellijke ingang plaats, dan is de betrokkene tot de datum waartegen de opzegging is geschied, geschorst. Het Bestuur kan besluiten om de geschorste Aangesloten Vereniging toe te staan één of meer activiteiten te ontplooien, mede met het oog op de belangen van de leden van de geschorste Aangesloten Vereniging, die van het niet doorgang vinden van dergelijke activiteiten onevenredig nadeel kunnen ondervinden. Indien en zodra het beroep tegen de opzegging door de Geschillencommissie is afgewezen, eindigt het lidmaatschap. Beëindiging van het lidmaatschap: ontzetting uit het lidmaatschap Artikel 19 Ontzetting uit het lidmaatschap vindt plaats met onmiddellijke ingang. De betrokken vereniging kan binnen vier weken na verzending van het besluit tot ontzetting, daartegen beroep instellen bij de Geschillencommissie. Hangende de beroepstermijn alsmede, indien tijdig beroep wordt ingesteld, hangende de behandeling van dat beroep, is de betrokkene geschorst tot de datum waarop de Geschillencommissie over het beroep zal hebben beslist. Schorsing Artikel 20 1. Een Aangesloten Vereniging kan door het Bestuur worden geschorst in de uitoefening van de lidmaatschapsrechten indien: a. het aantal stemgerechtigde leden van de vereniging op enig moment minder bedraagt dan volgens de regels van toetreding benodigd zou zijn. Het bestuur van de vereniging stelt de Raad van Beheer onverwijld in kennis van het feit, dat deze omstandigheid is ingetreden. De schorsing wordt ongedaan gemaakt zodra het bestuur van de vereniging onder overlegging van een ledenlijst aan de Raad van Beheer heeft medegedeeld, dat het aantal stemgerechtigde leden weer voldoet aan de toetredingsvoorwaarden; b. het Bestuur voornemens is om een besluit tot opzegging c.q. ontzetting uit het lidmaatschap te nemen en in dat verband nader onderzoek pleegt teneinde vast te Geldig vanaf 1 januari 2016
29
stellen of de vermeende opzeggings- c.q. ontzettingsgrond zich feitelijk voordoet.
2. Voorts is een Aangesloten Vereniging zonder nader schorsingsbesluit van rechtswege geschorst indien het lidmaatschap is opgezegd c.q. de vereniging uit het lidmaatschap is ontzet hangende de beroepstermijn alsmede, indien tijdig beroep wordt ingesteld, hangende de behandeling van dat beroep. 3. Een geschorste Aangesloten Vereniging kan, zolang de schorsing voortduurt, de aan het lidmaatschap verbonden rechten niet uitoefenen. De schorsing strekt zich mede uit tot alle functies die de betrokken Aangesloten Vereniging binnen de Raad van Beheer bekleedt. Bij schorsing blijven alle verplichtingen die aan het lidmaatschap van de betrokkene zijn verbonden en alle verbintenissen die hij heeft jegens de Raad van Beheer en jegens derden in stand. Bestuursverkiezing Artikel 21. Vervallen Onverenigbare functies Artikel 22. 1. Een besluit waarbij aan een of meer, dan wel alle bestuurders de verplichting wordt opgelegd om andere functies, dan bestuursfuncties bij Aangesloten Verenigingen, neer te leggen kan uitsluitend worden genomen op de grond, dat het (blijven) bekleden van die andere functie(s) het functioneren van de betrokkene als bestuurder te zeer belemmert. 2. Onder “andere functie(s)”, als hiervoor in dit artikel bedoeld, wordt verstaan: iedere vorm van betrokkenheid - in/onder welke naam, vorm, functie, titel of hoedanigheid ook - bij andere organisaties of instellingen dan de Raad van Beheer of bij activiteiten die buiten de Raad van Beheer worden verricht, ongeacht of die activiteiten binnen of buiten een of meer Aangesloten Verenigingen worden verricht. Bijzondere bestuursbesluiten Artikel 23 1. De Zilveren Erespeld van de Nederlandse Kynologie kan door het Bestuur, al dan niet op voorstel van één of meer Aangesloten Verenigingen, worden toegekend aan degene die zich t.b.v. van de kynologie verdienstelijk heeft gemaakt. 2. De Gouden Erespeld van de Nederlandse Kynologie kan door het Bestuur, al dan niet op voorstel van één of meer Aangesloten Verenigingen, worden toegekend aan degene die zich op enig terrein van de kynologie buitengewoon verdienstelijk heeft gemaakt. 3. De Gouden Draagpenning van de Nederlandse Kynologie kan door het Bestuur, al dan niet op voorstel van tenminste vijf Aangesloten Verenigingen,worden toegekend aan degene die zich op verschillende terreinen van de kynologie buitengewoon verdienstelijk dan wel op één terrein van de kynologie uitzonderlijk verdienstelijk heeft gemaakt 4. De Algemene Vergadering kan, al dan niet op voorstel van ten minste 10 Aangesloten Verengingen, degene die door zijn buitengewone verdiensten voor de Nederlandse kynologie van blijvende betekenis is, onder toekenning van het Insigne van Verdienste benoemen tot Lid van Verdienste van de Nederlands Kynologie. 5. a. Het bestuur kan ten behoeve van het toekennen van de in dit artikel genoemde Geldig vanaf 1 januari 2016
30
onderscheidingen criteria vaststellen. Het voorstel dient op een nader, door het bestuur, te bepalen wijze plaats te vinden. c. Voordrachten voor de onder lid 1 en 2 genoemde onderscheidingen dienen voor 15 december van het kalenderjaar te worden ingediend. d. Besluiten tot toekenning van de in lid 1 en 2 genoemde onderscheidingen kunnen door het Bestuur slechts worden genomen met ten minste twee/derde meerderheid van de uitgebrachte stemmen. e. Besluiten tot toekenning van de in lid 3 genoemde onderscheiding kunnen door het Bestuur slechts worden genomen met ten minste twee/derde meerderheid van de uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin alle bestuurders aanwezig zijn. Naast de in dit artikel genoemde onderscheidingen kan het bestuur besluiten ook andere onderscheidingen in te stellen, dan wel af te schaffen. Nadere regels met betrekking tot alle onderscheidingen worden door het bestuur vastgesteld. b.
6.
Werkwijze van het Bestuur. Bestuursvergaderingen Artikel 24 1. Onverminderd het bepaalde in de leden 5 en 6 van dit artikel, kan het Bestuur slechts besluiten nemen, indien iedere bestuurder schriftelijk ter vergadering is opgeroepen, onder vermelding van de te behandelen onderwerpen, op een termijn van ten minste drie dagen, waarbij de dag van oproeping en de dag waarop de vergadering plaatsvindt, niet worden meegerekend. De Algemene Termijnenwet is te dezen niet van toepassing. 2. De oproepingsbrieven worden verzonden aan de adressen van de bestuurders, zoals zij deze schriftelijk aan de Raad van Beheer hebben opgegeven. Het Bestuur vergadert in de gemeente waar de hoofdvestiging van de Raad van Beheer is gelegen. De voorzitter van het Bestuur kan per vergadering een andere gemeente aanwijzen alwaar vergaderd zal worden. 3. Bestuursvergaderingen worden, op verzoek van de voorzitter van het Bestuur of op verzoek van de bestuurder die het houden van de vergadering verlangt, bijeengeroepen door of in opdracht van de secretaris van het Bestuur. 4. Indien een bestuurder schriftelijk een verzoek indient bij de voorzitter van het Bestuur tot het houden van een bestuursvergadering en aan dit verzoek niet binnen tien dagen gevolg wordt gegeven, is de verzoeker zelf bevoegd de vergadering bijeen te roepen, met overeenkomstige toepassing van het bepaalde in lid 2 van dit artikel. Een vergadering als in de vorige zin bedoeld, voorziet zelf in haar leiding en wijst een persoon aan die de notulen houdt. 5. Indien niet is voldaan aan de voorschriften omtrent de oproeping van een bestuursvergadering, kunnen in die vergadering niettemin wettige besluiten worden genomen omtrent alle in die vergadering aan de orde gestelde onderwerpen, mits met inachtneming van het quorum en met ten minste twee/derde van de uitgebrachte stemmen. 6. Alle besluiten die in vergaderingen van het Bestuur kunnen worden genomen, kunnen ook buiten vergadering worden genomen, mits iedere bestuurder zich schriftelijk, telegrafisch, per telex, per telefax of via enig ander Geldig vanaf 1 januari 2016
31
telecommunicatiemiddel dat in staat is geschreven tekst over te brengen, ten gunste van het betrokken voorstel uitspreekt. Van het betrokken besluit wordt in de eerstvolgende bestuursvergadering mededeling gedaan, onder overlegging van de bescheiden waaruit van de besluitvorming buiten vergadering blijkt. Deze bescheiden worden bij de notulen van die vergadering bewaard. 7. Een bestuurder kan zich in (vergaderingen van) het Bestuur niet door een ander lid van het Bestuur of door een derde doen vertegenwoordigen. 8. Elke vergadering van het Bestuur wordt door de voorzitter geleid, tenzij de voorzitter er de voorkeur aan geeft een ander met de leiding van de vergadering of een gedeelte ervan te belasten. 9. Bij verhindering van de voorzitter wordt de vergadering geleid door de vicevoorzitter. Is ook deze verhinderd, dan wijzen de aanwezige bestuurders één hunner als voorzitter van die vergadering aan. 10. Van het verhandelde in vergaderingen van het Bestuur worden notulen gehouden door een door de voorzitter van de betrokken vergadering aan te wijzen persoon. De notulen worden in de eerstvolgende vergadering van het Bestuur vastgesteld. De vastgestelde notulen worden door de voorzitter en de notulist van de vergadering waarin de vaststelling geschiedt, ondertekend en in een afzonderlijk register bewaard. 11. Een niet voltallig Bestuur blijft bestuursbevoegd. Besluitvorming van het Bestuur. Stemrecht Artikel 25 1. Bestuurders stemmen zonder last of ruggespraak met degenen door wie zij zijn benoemd. 2. Iedere bestuurder die niet is geschorst, heeft recht op het uitbrengen van één stem. 3. Voor zover de Statuten geen grotere meerderheid en/of een ander quorum voorschrijven, besluit het Bestuur met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin op het tijdstip van stemming meer dan de helft van het aantal in functie zijnde bestuurders aanwezig is. Iedere bestuurder ten aanzien van wie geen sprake is van belet of ontstentenis, is in functie. Indien bij stemming omtrent enig op de agenda voor de betrokken vergadering geplaatst onderwerp minder bestuurders ter vergadering aanwezig zijn dan ingevolge het voor dat onderwerp voorgeschreven quorum is vereist, kan omtrent het betrokken onderwerp (tenzij de Statuten dat uitsluiten) wettig worden besloten in de eerstvolgende vergadering van het Bestuur, ongeacht het aantal bestuurders dat dan aanwezig is, mits het betrokken onderwerp op de agenda van die volgende bestuursvergadering is herhaald en het besluit wordt genomen met de statutair vereiste meerderheid van stemmen. 4. Over zaken wordt mondeling en over personen wordt schriftelijk, met ongetekende gesloten briefjes, gestemd. Stemming bij wegen van acclamatie is toegestaan, mits geen van de aanwezige stemgerechtigden zich daartegen verzet. 5. Blanco stemmen en ongeldige stemmen worden als niet uitgebracht aangemerkt; zij tellen echter wel mee ter bepaling van een quorum. 6. Indien de stemmen over enig voorstel staken, wordt het betrokken voorstel in een Geldig vanaf 1 januari 2016
32
volgende vergadering opnieuw aan de orde gesteld. Indien de stemmen dan opnieuw staken, is het voorstel verworpen. Het bepaalde in dit lid geldt niet voor besluiten die slechts met een versterkte meerderheid van stemmen kunnen worden genomen. 7. Het ter vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter omtrent de uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit. Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van even gemeld oordeel de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, wanneer de meerderheid van de vergadering of - wanneer de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde - een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming. 8. Het stemrecht over besluiten, waarbij de Raad van Beheer aan bepaalde personen, die bestuurder van de Raad van Beheer zijn, rechten toekent of verplichtingen kwijtscheldt anders dan in hun hoedanigheid van bestuurder, komt aan die bestuurders niet toe. Schorsing van bestuurders Artikel 26 1. Ingeval van schorsing van een bestuurder wordt de betrokkene in de gelegenheid gesteld zich in een vergadering van het Bestuur waarvan hij deel uitmaakt, te verantwoorden. Daarbij kan hij zich doen bijstaan door een raadsman. 2. De schorsing van een bestuurder vervalt, indien de Algemene Vergadering niet binnen drie maanden na de datum van ingang van de schorsing heeft besloten tot ontslag of tot opheffing of handhaving van de schorsing. Een schorsing kan voor ten hoogste drie maanden worden gehandhaafd, ingaande op de datum waarop het besluit tot handhaving van de schorsing werd genomen. 3. Een besluit van de Algemene Vergadering tot handhaving of opheffing van een schorsing kan slechts worden genomen met hetzelfde quorum als het besluit tot schorsing. 4. Een voorstel tot schorsing, tot handhaving van een schorsing of tot ontslag kan niet in een tweede vergadering - in de zin van artikel 230 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek - van het betrokken orgaan aan de orde worden gesteld, indien in de eerst gehouden vergadering van dat orgaan niet het vereiste quorum werd bereikt. De directeur Artikel 27 1. De arbeidsvoorwaarden van de directeur(en) worden vastgesteld door het Bestuur. 2. De taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de directie worden door het Bestuur bepaald en vastgelegd in een directiereglement. 3. Het Bestuur kan een door hem te bepalen deel van zijn taken geheel of gedeeltelijk opdragen aan de directie. Het Bestuur stelt de aan de opdracht verbonden voorwaarden vast. 4. Een aan de directie verleende opdracht kan te allen tijde geheel of gedeeltelijk worden ingetrokken. Geldig vanaf 1 januari 2016
33
5. De directie neemt bij de uitvoering van zijn werkzaamheden de richtlijnen en aanwijzingen van het Bestuur in acht en legt aan het Bestuur verantwoording af op een door het Bestuur te bepalen wijze. 6. Tenzij het Bestuur anders bepaalt, woont de directie de bestuursvergaderingen bij, teneinde daarin aan het Bestuur alle door hem verlangde inlichtingen te geven. 7. Het Bestuur kan aan de directie procuratie verlenen op de door het Bestuur te bepalen terreinen en tot de door het Bestuur vast te stellen limieten. Het Bestuur kan een verleende procuratie uitbreiden, beperken of intrekken. De Algemene Vergadering Artikel 28 1. De stemgerechtigde vertegenwoordiger dient bij binnenkomst ter Algemene Vergadering een schriftelijke machtiging af te geven waaruit blijkt dat betrokkene door het bestuur van de betreffende vereniging als stemgerechtigde vertegenwoordiger van die vereniging is aangewezen. 2. Elke Aangesloten Vereniging mag, naast de stemgerechtigde vertegenwoordiger, één van haar leden als toehoorder afvaardigen naar de Algemene Vergadering . Reguliere Algemene Vergaderingen Artikel 29 1. In de eerste Algemene Vergadering van enig kalenderjaar wordt door het Bestuur, aan de hand van de jaarstukken en het jaarverslag - in de vorm waarin deze zijn vastgesteld in de bestuursvergadering als bedoeld in artikel 16, lid 3 van de Statuten - rekening en verantwoording aan de Algemene Vergadering afgelegd over het in het laatst verstreken boekjaar gevoerde Bestuur. Tevens wordt - onverminderd de bevoegdheid daartoe in buitengewone Algemene Vergadering en - voorzien in vacatures in het Bestuur. Voorts wordt al hetgeen behandeld dat op de agenda is geplaatst. 2. Algemene Vergadering en worden gehouden in de gemeente waar de Raad van Beheer zijn zetel heeft of in een door de voorzitter van het Bestuur te bepalen andere gemeente in Nederland. 3. Aangesloten Verenigingen kunnen onderwerpen die zij in een reguliere Algemene Vergadering behandeld willen zien, op de agenda doen plaatsen, mits zij die onderwerpen: a. voor wat de in artikel 20 sub a van de statuten bedoelde vergadering betreft: niet later aan de Raad van Beheer opgeven dan voor één februari van het jaar waarin de jaarvergadering wordt gehouden; b. voor wat de in artikel 20 sub b van de statuten bedoelde vergadering betreft: niet later aan de Raad van Beheer opgeven dan voor één augustus van het jaar waarin de betrokken vergadering wordt gehouden. 4. In reguliere Algemene Vergadering en komt aan iedere stemgerechtigde vertegenwoordiger het recht toe het woord te voeren en voorstellen in te dienen, met dien verstande dat over voorstellen omtrent niet-geagendeerde onderwerpen eerst kan worden besloten in de eerstvolgende reguliere Algemene Vergadering . Het betrokken voorstel wordt op de agenda voor de eerstvolgende reguliere Algemene Geldig vanaf 1 januari 2016
34
Vergadering geplaatst, indien het Bestuur dan wel de meerderheid van de vergadering zich uitspreekt voor agendering van dit voorstel. Stemrecht en besluitvorming Artikel 30 1. De voorzitter van het Bestuur is belast met de leiding van de Algemene Vergadering. Bij verhindering van de voorzitter van het Bestuur wordt de vergadering geleid door de vice-voorzitter van het Bestuur. Is ook de vice-voorzitter verhinderd, dan wijzen de in de Algemene Vergadering aanwezige bestuurders één hunner als voorzitter van die vergadering aan. 2. Van het verhandelde in de Algemene Vergadering worden notulen opgesteld door of onder verantwoordelijkheid van de secretaris van het Bestuur. 3. De notulen worden in de eerstvolgende Algemene Vergadering vastgesteld en ten blijke daarvan door de voorzitter en de secretaris ondertekend. 3. Over zaken wordt mondeling en over personen wordt schriftelijk, met ongetekende gesloten briefjes, gestemd. Stemming bij wegen van acclamatie is toegestaan, mits geen van de aanwezige stemgerechtigden zich tegen die wijze van stemming verzet. 4. Staken de stemmen bij de verkiezing van personen, dan vindt in dezelfde vergadering eenmaal een nieuwe stemming plaats; staken de stemmen dan opnieuw, dan beslist - onverminderd het bepaalde in de volgende zin - het lot. Indien bij verkiezing tussen meer dan twee personen niemand de volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen op zich heeft verenigd, vindt herstemming plaats tussen de twee personen die het grootste aantal stemmen op zich verenigden, zo nodig na tussenstemming en/of loting. 6. Indien de stemmen staken over een ander voorstel dan een voorstel als bedoeld in lid 5 van dit artikel, wordt het betrokken voorstel - tenzij de indieners daarvan verklaren daaraan geen behoefte te hebben - in de eerstvolgende Algemene Vergadering opnieuw aan de orde gesteld. Indien de stemmen dan opnieuw staken, is het voorstel verworpen. 7. Het ter vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter omtrent de uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit. Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van even gemeld oordeel de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, wanneer de meerderheid van de vergadering of - wanneer de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde - een van de stemgerechtigde aanwezigen dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming. 8. Het stemrecht over besluiten waarbij de Raad van Beheer aan bepaalde Aangesloten Verenigingen -anders dan in haar specifieke hoedanigheid van Aangesloten Vereniging- rechten toekent of verplichtingen kwijtscheldt, komt aan die Aangesloten Vereniging niet toe. Statutenwijziging Artikel 31 1. De vastgestelde notulen van de bestuursvergadering waarin werd besloten tot het Geldig vanaf 1 januari 2016
35
voorleggen aan de Algemene Vergadering van een voorstel tot statutenwijziging, dienen de letterlijke tekst van de voorgestelde wijziging(en) te bevatten. 2. Wanneer in een bestuursvergadering of in de Algemene Vergadering een voorstel tot wijziging van de Statuten aan de orde zal worden gesteld, moet dit steeds bij de oproeping van de betrokken vergadering worden vermeld; een exemplaar dat de letterlijke tekst van de voorgestelde wijzigingen bevat, dient bij de oproepingsbrieven te worden gevoegd. 3. Een statutenwijziging, omzetting of fusie treedt niet in werking dan nadat de daartoe strekkende notariële akte is verleden. leder lid van het Bestuur is tot het (doen) verlijden van de desbetreffende notariële akte bevoegd. Overige reglementen Artikel 32 1. De navolgende onderwerpen zijn uitgewerkt in afzonderlijke reglementen: a. reglement van orde voor de Algemene Vergadering; b. de Keurmeesters; c. de Exposities; d. de wedstrijden, examens, praktijkproeven en gedragstesten; e. de tuchtrechtspraak f. de Geschillencommissie; g. het fokbeleid. 2. Het Bestuur kan besluiten ook andere onderwerpen nader uit te werken in afzonderlijke reglementen. 3. De wijzigingen van voornoemde reglementen alsmede nieuw vast te stellen reglementen behoeven de voorafgaande goedkeuring van de Algemene Vergadering . 4. Het Bestuur is bevoegd om de in het eerste en tweede lid bedoelde reglementen nader uit te werken en terzake uitvoeringsregels op te (doen) stellen. Financiële commissie Artikel 33 HR 1. Elk lid van de Financiële commissie treedt uiterlijk drie jaar na zijn benoeming af, volgens een door het bestuur op te maken rooster van aftreding. De afgetredene is terstond herkiesbaar. Hij die in een tussentijdse vacature wordt benoemd, neemt op het rooster de plaats in van zijn voorganger. 2. Ingeval van tussentijds aftreden van een lid van de Financiële commissie zal in de eerstvolgende Algemene Vergadering in de vacature dienen te worden voorzien. 3. Voordat een lid formeel benoemd wordt als lid van de Financiële Commissie is deze gedurende één jaar aspirant-lid. In deze hoedanigheid is het aspirant-lid gerechtigd om alle vergaderingen van de Financiële Commissie te bezoeken. Na het eerste jaar zal de Algemene Vergadering het aspirant-lid formeel benoemen als lid van de Financiële Commissie, tenzij er zwaarwegende redenen zijn om niet over te willen gaan tot deze benoeming.
Geldig vanaf 1 januari 2016
36
Slotbepaling Artikel 34 Met betrekking tot artikel 6 lid 2 van dit Huishoudelijk Reglement geldt voor de reeds Aangesloten Verenigingen een overgangsperiode van 2 jaar, ingaande op de datum van inwerkingtreding van dit Huishoudelijk Reglement. Dit reglement werd vastgesteld op 27 mei 1999 en kan worden aangehaald als Huishoudelijk Reglement 2000. Dit gewijzigd reglement werd vastgesteld op 22 juni 2013 en kan worden aangehaald als Huishoudelijk Reglement 2013. Dit gewijzigd reglement werd vastgesteld op 28 november 2015 en kan worden aangehaald als Huishoudelijk Reglement 2016
Geldig vanaf 1 januari 2016
37
Algemene voorwaarden van levering van de Vereniging “Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland” Toepasselijkheid Artikel 1 Deze Algemene Voorwaarden zijn van toepassing op alle overeenkomsten tot het verrichten van werkzaamheden, leveren van diensten en/of goederen, zulks in de ruimste zin van het woord, die de vereniging “Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland, statutair gevestigd en kantoor houdende te Amsterdam aan de Emmalaan 16 - 18", hierna te noemen “de Raad van Beheer” in het kader van zijn bedrijfsuitoefening met natuurlijke- dan wel rechtspersonen aangaat. Onder rechtspersonen uitdrukkelijk mede begrepen de Aangesloten Verenigingen van de Raad. De levering van goederen en diensten door de Raad van Beheer Artikel 2 1. Een verzoek tot dienstverlening wordt aan de Raad van Beheer gedaan door middel van het indienen van een volledig ingevulde aanvraag, tenzij voor de betreffende dienst is voorgeschreven dat de aanvraag op een andere wijze dient te worden gedaan. Indien diensten digitaal worden aangevraagd, wordt deze aanvraag gelijk gesteld met een schriftelijke aanvraag. 2. De Raad van Beheer levert op aanvraag de volgende diensten/goederen die uitvoering geven aan zijn statutaire doel. Hieronder vallen onder andere: a. Het identificeren van Rashonden door middel van het inbrengen van een chip bij c.q. de Rashond; b. Het inschrijven van Rashonden in de Nederlandse Hondenstamboekhouding; c. Het ten bewijze van de inschrijving als bedoeld onder b afgeven van Stambomen en registratiebewijzen; d. Het uitgeven van het Nederlands Hondenstamboek in boekvorm en/of andere gegevensdrager(s); e. De verlening van het recht om een kennelnaam te voeren; f. Het verstrekken van rashondenlogboeken; g. Het toekennen van kampioenschappen en titels; h. Het ten bewijze van het gestelde onder g verstrekken van diploma’s en medailles; i. Het verlenen van vergunningen voor de organisatie van Exposities, wedstrijden, examens, proeven en gedragstesten (waaronder de MAG-test) en het verstrekken van daarmee verband houdende formulieren en materialen; j. Het uitgeven van certificaten met de uitslag van een onderzoek op erfelijke bepaalde afwijkingen; k. Het (doen) uitgeven van boeken, vakbladen, reglementen en rasbeschrijvingen in woord en beeld; Geldig vanaf 1 januari 2016
38
l. Het verzorgen van opleidingen; m. Het afnemen van (vak)examens; n. Het verstrekken van DNA profielen en doen uitvoeren van afstammingsonderzoeken; o. Alle overige werkzaamheden, diensten en goederen waarvan het verrichten c.q. de levering in overeenstemming met de statutaire doelstelling van de Raad van Beheer kan worden geacht. 3. De aanvrager is zich ervan bewust, dat de Raad van Beheer registraties zal (doen) bijhouden van de in het kader van zijn doelstelling relevante gegevens. De Raad van Beheer kan die registraties zelf bijhouden alsook die registraties laten bijhouden door anderen, waaronder de bij hem aangesloten Rasverenigingen en door de door hem daartoe aangewezen stichtingen. Voorbeelden van registraties die de Raad van Beheer kan (doen) bijhouden zijn onder meer registraties van gegevens betrekking hebbende op individuele Rashonden (in de meest ruime zin), gegevens over hun Eigenaren en gegevens over Fokkers. De Raad van Beheer kan in het kader van zijn doelstelling besluiten gegevens uit die registraties te verstrekken aan derden, die naar het oordeel van de Raad van Beheer belang hebben bij het verkrijgen van dergelijke gegevens. Verwijzing Artikel 3 1. De in artikel 2 genoemde werkzaamheden c.q. diensten en/of goederen worden geregeld in het Kynologisch Reglement, dat de aanvrager kosteloos kan downloaden van de website van de Raad van Beheer. 2. Via het bestelformulier op de website van de Raad van Beheer kan tevens tegen een in het Tarievenbesluit bepaald bedrag een uitgeprint exemplaar van het KR worden besteld. Prijs en betaling Artikel 4 1. De in artikel 2 genoemde werkzaamheden c.q. diensten en/of goederen worden geleverd tegen een tarief welke door de Raad van Beheer is bepaald in het jaarlijks vast te stellen Tarievenbesluit. 2. Betaling dient te geschieden tegelijk met het inzenden van de betreffende aanvraag. Indien de betaling niet is ontvangen wordt de aanvraag niet in behandeling genomen, dan wel de behandeling en uitvoering van de aanvraag opgeschort. 3. In specifieke gevallen waarin volledige betaling niet voorafgegaan kan worden door de aanvraag, kan de Raad van Beheer besluiten bij niet tijdige betaling de gehele dienstverlening op te schorten tot het moment dat betaling in zijn geheel is geschied. 4. Indien een aanvrager de, onder het voorgaande lid, ontstane betalingsverplichting niet of niet tijdig voldoet, zal de Raad van Beheer de aan incasso verbonden gerechtelijke of buitengerechtelijke kosten doorbereken aan de aanvrager. Deze kosten zijn vastgesteld op tenminste 15% van het te vorderen bedrag met een minimum van € 150,=.
Geldig vanaf 1 januari 2016
39
Aansprakelijkheid Artikel 5 1. De Raad van Beheer is tegenover de aanvrager aansprakelijk voor de schade door deze geleden als rechtstreeks gevolg van een ernstige fout door de Raad van Beheer begaan. 2. Voor ernstige fouten van de personen waarvan de Raad van Beheer zich bij de uitoefening van zijn taak bedient is de Raad van Beheer op gelijke wijze aansprakelijk als voor zijn eigen ernstige fouten. 3. Voor de lezing van dit artikel wordt onder een ernstige fout verstaan, een fout die verwijtbaar is en welke in de gegeven omstandigheden bij normale oplettendheid behoort te worden vermeden. 4. De Raad van Beheer is niet aansprakelijk voor onjuistheden in de Nederlandse stamboekhouding die het gevolg zijn van het verstrekken van onjuiste gegevens. 5. Ingeval de Raad van Beheer aansprakelijk is voor de schade als bedoeld in dit artikel zal de aanspraak op schadevergoeding het bedrag dat door de aanvrager voor de afgenomen diensten aan de Raad van Beheer is voldaan niet overschrijden. 6. De Raad van Beheer is bevoegd, in goed overleg met de aanvrager, voor eigen rekening fouten waarvoor hij aansprakelijk is, te herstellen of de door die fouten toegebrachte schade te beperken of op te heffen. 7. Indien de aanvrager in verband met de door de Raad van Beheer verrichte werkzaamheden dan wel geleverde diensten en/of goederen schade meent te hebben geleden, dient hij dit terstond bij de Raad van Beheer te melden. 8. Onverminderd het bepaalde in het vorige lid vervalt elke aansprakelijkheid van de Raad van Beheer door het verloop van één jaar vanaf de dag dat de betreffende diensten aan de aanvrager geleverd zijn. Tuchtrecht Artikel 6 1. Het Tuchtcollege voor de Kynologie is, met uitsluiting van ieder ander, belast met het onderzoek en de bestraffing in alle gevallen, waarin de in deze algemene voorwaarden opgenomen bepalingen in het algemeen en/of bepalingen in de reglementen op voet waarvan de gevraagde diensten worden verleend worden overtreden en in het bijzonder wordt gehandeld in strijd met de in het Kynologisch Reglement opgenomen bijzondere verboden. 2. Door het indienen van een aanvraag tot het leveren van één van de in artikel 2 genoemde diensten en/of goederen aanvaardt de aanvrager uitdrukkelijk de rechtsmacht van het Tuchtcollege voor de Kynologie en de werking van het Kynologisch Reglement. 3. De taak, samenstelling en werkwijze van het Tuchtcollege zijn geregeld in het Kynologisch Reglement betreffende de het Tuchtcollege voor de Kynologie, dat de aanvrager kosteloos kan downloaden van de website van de Raad van Beheer.
Geldig vanaf 1 januari 2016
40
Geschillen Artikel 7 1. Wanneer de aanvrager door een besluit van of vanwege de Raad van Beheer, of de weigering om een besluit te nemen, rechtstreeks in zijn belang wordt getroffen, kan hij daartegen beroep bij de Geschillencommissie instellen, tenzij: a. tegen het besluit eerst een bezwaarschrift kan worden ingediend; b. het besluit strekt tot de vaststelling van een reglement of van een andere regeling van algemene strekking. 2. De beroepsprocedure en de taak, samenstelling en werkwijze van de Geschillencommissie zijn geregeld in het Kynologisch Reglement betreffende de Geschillencommissie voor de Kynologie, dat de aanvrager kosteloos kan downloaden van de website van de Raad van Beheer. Slotbepaling Artikel 8 Deze algemene voorwaarden kunnen worden aangehaald als “AV Raad van Beheer”. Deze algemene voorwaarden zijn gedeponeerd bij de griffie van de Arrondissementsrechtbank te Amsterdam onder nummer en bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Amsterdam onder nummer .
Laatstelijk gewijzigd 1 augustus 2015
Geldig vanaf 1 januari 2016
41
Kynologisch Reglement Inhoudsoverzicht
Hoofdstuk I
Algemene bepalingen
Hoofdstuk II Titel 1 Titel 2
De organisatie van de Nederlandse kynologie Algemene bepalingen Het Bestuur van de Raad van Beheer Afdeling 1 - Vervallen Afdeling 2 - Overige bepalingen Verenigingen Het overleg binnen de Nederlandse kynologie
Titel 3 Titel 4
Hoofdstuk III De registratie Titel 1 Algemene bepalingen Titel 2 De Nederlandse stamboekhouding Afdeling 1 - Opzet en indeling Afdeling 2 - Voorwaarden voor inschrijving Afdeling 3 - Procedure voor inschrijving Afdeling 4 - Wijzigingen Afdeling 5 - Namen Afdeling 6 - Stambomen en afstammingsbewijzen Titel 3 Kennelnamen Afdeling 1 - Algemene bepalingen Afdeling 2 - Procedure voor toekenning Afdeling 3 - Voorwaarden voor toekenning Afdeling 4 - Wijzigingen Titel 4 Het rashondenlogboek Hoofdstuk IV Titel 1 Titel 2 Titel 3
Exposities Algemene bepalingen Keurmeesters Exposities algemeen Afdeling 1 - Algemene bepalingen Afdeling 2 - Voorwaarden voor het organiseren Afdeling 3 - Inschrijving en toelating Afdeling 4 - Catalogus Afdeling 5 - Gang van zaken tijdens de Expositie Afdeling 6 - Prijzen Afdeling 7 - Titels Afdeling 8 - Klachten
Geldig vanaf 1 januari 2016
42
Titel 4
Titel 5
Titel 6
Hoofdstuk V Titel 1 Titel 2 Titel 3 Titel 4 Titel 5 Titel 6 Titel 7
Tentoonstellingen Afdeling 1 - Voorwaarden voor het organiseren Afdeling 2 - Inschrijving Afdeling 3 - Catalogus Afdeling 4 - Gang van zaken tijdens de Tentoonstelling Afdeling 5 - Prijzen Kampioenschapsclubmatches Afdeling 1 - Voorwaarden voor het organiseren Afdeling 2 - Inschrijving Afdeling 3 - Catalogus Afdeling 4 - Gang van zaken tijdens de Kampioenschapsclubmatch Afdeling 5 - Prijzen Clubmatches Afdeling 1 - Voorwaarden voor het organiseren Afdeling 2 - Inschrijving Afdeling 3 - Catalogus Afdeling 4 - Gang van zaken tijdens de Clubmatch Wedstrijden, examens en praktijkproeven Algemene bepalingen Veldwedstrijden en jachthondenproeven Windhondenrennen Werkhonden en reddings- en lawinehonden FCI Obedience Agility Flyball
Hoofdstuk VA Adviescommissies Titel 1 Commissie Opvoeding & Gedrag Hoofdstuk VI Titel 1 Titel 2 Titel 3 Titel 4 Titel 5
Tuchtrecht Algemene bepalingen Bijzondere verboden Straffen Het Tuchtcollege voor de kynologie Procedure
Hoofdstuk VII Titel 1 Titel 2 Titel 3 Titel 4
Bezwaar en beroep Algemene bepalingen Geschillencommissie De beroepsprocedure De schorsing
Geldig vanaf 1 januari 2016
43
Hoofdstuk VIII Fokkerij en Gezondheid Titel 1 Basisreglement Welzijn en Gezondheid Hoofdstuk IX Slot- en overgangsbepalingen Titel 1 Slotbepalingen Titel 2 Overgangsbepalingen
Geldig vanaf 1 januari 2016
44
Hoofdstuk I
Algemene bepalingen
Artikel I.1 1. De Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland is het leidend lichaam in de Nederlandse hondensport en als zodanig ”membre fédéré “ van de Fédération Cynologique Internationale. 2. Het is slechts toegestaan namens de Nederlandse kynologie op te treden, indien daartoe door de Raad van Beheer een schriftelijke machtiging is verstrekt. Artikel I.2 1. Indien de Raad van Beheer een belangenovereenkomst heeft gesloten met een lichaam dat in een ander land een met die van de Raad van Beheer vergelijkbare positie op kynologisch gebied inneemt en niet bij de Fédération Cynologique Internationale is aangesloten, dan wordt dat lichaam voor de toepassing van dit reglement gelijk gesteld met bij de Fédération Cynologique Internationale aangesloten lichamen. 2. De in het eerste lid bedoelde gelijkstelling beperkt zich tot de onderwerpen die in de belangenovereenkomst worden geregeld. Artikel I.3 Ieder die in Nederland aan enige door of vanwege de Raad van Beheer gereglementeerde tak van hondensport deelneemt, aanvaardt daardoor de rechtsmacht van de Raad van Beheer en de werking van dit reglement en van andere voor de betrokken tak van hondensport door of vanwege de Raad van Beheer vastgestelde reglementen. Artikel I.4 1. In dit reglement wordt verstaan onder: a. Agility keurmeester: ieder die op een Agility wedstrijd een oordeel over de prestaties van (een deel van) de deelnemers moet uitspreken; b. Beklaagde: ieder tegen wie een klacht ter zake van een Strafbaar Feit is ingediend, dan wel tegen wie een melding omtrent een Strafbaar Feit bij het Bestuur van de Raad van Beheer is gedaan; c. Beroep: het bij de Geschillencommissie in te dienen Beroep; d. Bezwaarschrift: het bij de Raad van Beheer in te dienen gemotiveerde Bezwaar; e. Clubmatch: een door een Aangesloten Regionale Vereniging of een Aangesloten Rasvereniging georganiseerde Expositie die ten doel of mede ten doel heeft, de ingeschreven honden naar hun onderlinge waarde te beoordelen, tenzij alleen kan worden deelgenomen met honden die de leeftijd van 24 maanden nog niet hebben bereikt; f. Diskwalificeren: het door de Keurmeester uitsluiten van iedere kwalificatie en plaatsing; g. Erekeuring: een keuring ten behoeve van de toewijzing van ereprijzen als bedoeld in artikel IV.3, onder b; Geldig vanaf 1 januari 2016
45
h. Erekeurmeester: een Keurmeester die op eigen verzoek, dan wel op verzoek van ten minste één Aangesloten Vereniging, door het Bestuur van de Raad van Beheer op basis van geldende criteria benoemd is tot Erekeurmeester. De benoeming zal slechts plaatsvinden na schriftelijke instemming van de desbetreffende Keurmeester; i. Exposant: degene die zijn hond voor een Expositie inschrijft; j. Exposities: alle onder ‘e’, ‘q’, ‘ac’ en ‘am’ genoemde evenementen; k. Exterieurkeurmeester: ieder die op een Expositie een oordeel over het uiterlijk van (een deel van) de te keuren honden moet uitspreken; l. F.C.I.: de Fédération Cynologique Internationale; m. Gebruikshonden : alle honden behorende tot een Ras dat door de F.C.I. als gebruikshondenras is aangemerkt. n. FCI Obedience Keurmeester: ieder die op een FCI Obedience wedstrijd of – examen een oordeel over de prestaties van (een deel van) de deelnemers moet uitspreken; o. Indiener: de natuurlijke of rechtspersoon bedoeld in artikel VII.2 van dit hoofdstuk; p. Jachthondenkeurmeester: ieder die op een veldwedstrijd of jachthondenproef een oordeel over de prestaties van (een deel van) de deelnemers moet uitspreken; q. Kampioenschapsclubmatch: een door de Rasvereniging georganiseerde Expositie voor het Ras of de Rassen of Variëteitsgroep(en), waarvan de belangen door die Rasvereniging worden behartigd en waar Nederlandse kampioenschapsprijzen (C.A.C.’s) behaald kunnen worden; r. Kwaadaardige honden: honden die door hun agressief gedrag aanzienlijk letsel kunnen toebrengen aan mens of dier; s. Kwalificeren: het toekennen van één der in artikel IV.2 genoemde kwalificaties door de Keurmeester; t. “ Medische verklaring geamputeerde staart of geboorte staartloze pup”: in de Nederlandse of Engelse taal opgestelde en ondertekende verklaring, opgenomen in het Europese Dierenpaspoort, van een in Nederland praktiserende dierenarts met vermelding van zijn praktijkgegevens, waarin behalve het identificatienummer van de desbetreffende hond zijn opgenomen, de datum van het couperen van de staart en de medische noodzaak daartoe of de datum van de geboorte van de staartloze pup; u. het Meebeslissingsrecht: het recht van Aangesloten Verenigingen om mee te beslissen over de onder ‘ap’ en ‘aq’ bedoelde zaken; v. Nest: situatie waarbij een teef uit èèn dracht èèn of meer volgroeide of onvolgroeide pups heeft voortgebracht, die al dan niet op natuurlijke wijze levend of dood zijn geboren. w. Organisator: de Aangesloten Vereniging of groep van Aangesloten Verenigingen, die een Expositie organiseert, onderscheidenlijk het Bestuur of de secretaris van deze Aangesloten Vereniging of groep van Aangesloten Verenigingen of van de Expositie; x. Raad van Beheer: de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland, zoals bedoeld in hoofdstuk VII van dit reglement: de tot het nemen van de in artikel VII.2 bedoelde besluiten bevoegde organen van de vereniging “Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland” met inbegrip van de commissies aan wie de bevoegdheid tot het nemen van deze besluiten is verleend; y. Registratiebewijs: bewijs, anders dan de Stamboom, waarop de volledige naam en het registratienummer en het stamboomnummer van de hond staan geregistreerd Geldig vanaf 1 januari 2016
46
alsmede de naam en het adres van de Eigenaar van de hond; z. Reglement: het Kynologisch Reglement; aa. Stamboom: een door de Raad van Beheer, dan wel bij de FCI aangesloten organisatie, dan wel de organisatie waarvan de stamboekhouding door de FCI is erkend, uit te geven document waaruit de afstamming van een hond blijkt; ab. Strafbaar Feit: een handelen of nalaten waartegen in dit Reglement straf wordt bedreigd; ac. Tentoonstelling: een Expositie voor honden van alle Rassen waar Nederlandse kampioenschapsprijzen (C.A.C.’s) en eventueel internationale kampioenschapsprijzen (C.A.C.I.B.’s) behaald kunnen worden, dan wel voor honden van één of meer groepen van naar het oordeel van de Raad van Beheer bij elkaar horende Rassen, waar Nederlandse kampioenschapsprijzen (C.A.C.’s) behaald kunnen worden; ad. Ten Uitvoer Leggen: het treffen van een administratieve maatregel door of namens de Raad van Beheer ter uitvoering van een Veroordeling; ae. Uitspraak op Bezwaarschrift: de uitspraak op een Bezwaarschrift van het orgaan van de Raad van Beheer, dat de beslissing - waartegen Bezwaar werd ingediend - genomen heeft, tegen welke uitspraak Beroep bij de Geschillencommissie kan worden ingesteld; af. Uitspraak Geschillencommissie: uitspraak van de Geschillencommissie; ag. Veldwedstrijd Organiserende Vereniging: iedere Aangesloten Vereniging die door de in artikel V.8 bedoelde Commissie Jachthonden is toegelaten tot het organiseren van veldwedstrijden voor jachthonden; ah. Veroordeling: de uitspraak van het Tuchtcollege, waarbij iemand, al dan niet onder strafoplegging, schuldig wordt verklaard aan het begaan van een Strafbaar Feit; ai. Verwante lichamen: lichamen die in andere landen een met die van de Raad van Beheer vergelijkbare positie op kynologisch gebied innemen, voor zover deze lichamen bij de F.C.I. zijn aangesloten of met de Raad van Beheer een belangenovereenkomst hebben gesloten; aj. Werkhondenkeurmeester: ieder die op een werkhondenwedstrijd of –examen een oordeel over de prestaties van (een deel van) de deelnemers moet uitspreken; ak. Werkhondenvereniging: iedere Aangesloten Vereniging verenigd in de Werkhondenraad; al. Werkhondenraad: vergadering bestaande uit vertegenwoordigers van de Werkhondenverenigingen; am. Windhondenrenvereniging: iedere Aangesloten Vereniging verenigd in de Windhondenrenraad; an. Windhondenrenraad: vergadering bestaande uit vertegenwoordigers van de Windhondenrenverenigingen; ao. Winnertentoonstelling: een Tentoonstelling voor honden van alle Rassen, waar winnertitels behaald kunnen worden; ap. Zaken van algemeen kynologisch belang: zaken die alle Aangesloten Verenigingen gaan binden; aq. Zaken van beperkt kynologisch belang: zaken die slechts de Rasverenigingen, dan wel Regionale Verenigingen, dan wel een geval van tot geval te bepalen beperkte groep van Aangesloten Verenigingen gaan binden; ar. Zaken van specifiek kynologisch belang: zaken die slechts één of enkele Geldig vanaf 1 januari 2016
47
Aangesloten Verenigingen gaan binden; as. Honden Welzijn Team: speciaal door het Bestuur benoemde Officials, die belast zijn met het signaleren van mogelijke misstanden op het gebied van hondenwelzijn; at. Drijven met kuddehonden: het ophalen van kuddedieren, het verweiden en/of het brengen naar een vooraf bepaalde plaats, uitgevoerd door honden behorende tot het Ras dat door de FCI als kuddehond is aangemerkt, waarbij de hond vooral achter de kudde werkt. 2. De in de Statuten en het Huishoudelijk Reglement opgenomen definities zijn eveneens van toepassing op dit Reglement.
Geldig vanaf 1 januari 2016
48
Hoofdstuk II Titel 1
De organisatie van de Nederlandse kynologie Algemene bepalingen
Artikel II.1 Vervallen Artikel II.2 Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt de in artikel V.28 bedoelde Windhondenrenraad gelijk gesteld met een Rasgroep. Titel 2
Het Bestuur van de Raad van Beheer
Afdeling 1
Vervallen
Afdeling 2
Overige bepalingen
Artikel II.3 1. De bestuursleden van de Raad van Beheer hebben op vertoon van een aan hen door de Raad van Beheer te verstrekken legitimatiekaart vrije toegang tot alle terreinen en zalen van Tentoonstellingen, Kampioenschapsclubmatches, Clubmatches, wedstrijden en praktijkproeven. 2. Het Bestuur van de organiserende Vereniging is verplicht, aan de bestuursleden van de Raad van Beheer ter plaatse alle gevraagde inlichtingen te verstrekken. 3. De bestuursleden van de Raad van Beheer hebben het recht ter plaatse een onderzoek in te stellen, wanneer zij vermoeden dat in strijd met de reglementen is of wordt gehandeld. Artikel II.4 Oud-bestuursleden van de Raad van Beheer die ten minste drie jaren zitting hebben gehad, hebben op vertoon van een aan hen door de Raad van Beheer te verstrekken legitimatiekaart vrije toegang tot Tentoonstellingen, Kampioenschapsclubmatches, Clubmatches, wedstrijden en praktijkproeven. Titel 3
Vervallen
Titel 4
Het overleg binnen de Nederlandse kynologie
Artikel II.5 1. Het Bestuur van de Raad van Beheer neemt geen besluiten over Zaken van algemeen of beperkt kynologisch belang dan nadat daarover het standpunt is Geldig vanaf 1 januari 2016
49
2.
3.
4.
5.
gevraagd van de Algemene Vergadering . Na toepassing van het eerste lid neemt het Bestuur van de Raad van Beheer een besluit overeenkomstig het standpunt van de Algemene Vergadering , tenzij het Bestuur van de Raad van Beheer tegen dat standpunt overwegende bezwaren heeft. In het laatstbedoelde geval doet het Bestuur van de Raad van Beheer daarvan binnen twee maanden mededeling aan de Aangesloten Verenigingen en legt hij de zaak binnen twaalf maanden opnieuw aan de Algemene Vergadering voor, waarbij hij zijn bezwaren nader toelicht. Indien de Algemene Vergadering vervolgens haar eerder ingenomen standpunt met een meerderheid van ten minste 2/3 van het aantal uitgebrachte geldige stemmen bevestigt, neemt het Bestuur van de Raad van Beheer binnen twee maanden daarna een besluit in overeenstemming met het standpunt van de Algemene Vergadering . In het andere geval is het Bestuur van de Raad van Beheer vrij naar eigen goedvinden te besluiten. Indien in verband met het spoedeisende karakter van de zaak de toepassing van de voorgaande leden in redelijkheid niet gevergd kan worden, neemt het Bestuur van de Raad van Beheer aanstonds een besluit. In dat geval wordt daarvan binnen een maand mededeling gedaan aan de Aangesloten Verenigingen. Tevens wordt het besluit dan vermeld op de agenda voor de eerstvolgende Algemene Vergadering teneinde verantwoording af te leggen over het genomen besluit en over het spoedeisend karakter daarvan.
Artikel II.6 1. Het Bestuur van de Raad van Beheer neemt geen besluiten over Zaken van specifiek kynologisch belang dan nadat daarover overleg is gepleegd met de betrokken Aangesloten Vereniging of Verenigingen. 2. Het in het eerste lid bedoelde overleg kan schriftelijk worden gevoerd. 3. Indien het besluit wordt genomen overeenkomstig een schriftelijk verzoek, dan kan het in het eerste lid bedoelde overleg met de verzoekende vereniging(en) achterwege blijven.
Geldig vanaf 1 januari 2016
50
Hoofdstuk III
De registratie
Titel 1
Algemene bepalingen
Artikel III.1 1. De Raad van Beheer is belast met het bijhouden van de Nederlandse stamboekhouding en is met uitsluiting van ieder ander bevoegd tot de afgifte van bescheiden die kunnen strekken tot bewijs van de afstamming en de raszuiverheid van in deze stamboekhouding ingeschreven honden. 2. Procedures met betrekking tot dit Reglement kunnen schriftelijk dan wel middels de website www.kennelclub.nl van de Raad van Beheer, worden ingediend en/of afgewikkeld.
Artikel III.2 De Raad van Beheer is niet verantwoordelijk voor onjuistheden in de Nederlandse stamboekhouding die het gevolg zijn van het verstrekken van onjuiste gegevens. Artikel III.3 1. Aan iedere in de Nederlandse stamboekhouding ingeschreven hond wordt een registratiekenmerk toegekend. Dit registratiekenmerk bestaat uit achtereenvolgens de letters N.H.S.B., eventueel de aanduiding van de Bijlage of het onderdeel van het Voorlopig Register waarin de inschrijving heeft plaats gehad, het aan de hond toegekende stamboeknummer en eventueel - indien het een uit het buitenland geïmporteerde hond betreft - de aanduiding “Imp.” gevolgd door de tussen haakjes geplaatste aanduiding van het land van herkomst. 2. Op Stambomen, in catalogi en in alle andere officiële bescheiden betreffende de hond moet het registratiekenmerk onmiddellijk volgend op de naam van de hond worden vermeld. Artikel III.4 Honden waarvan de Eigenaar in het buitenland woonachtig is en die zijn ingeschreven in een door de F.C.I. erkende buitenlandse stamboekhouding, worden gelijk gesteld met honden die in de Nederlandse stamboekhouding zijn ingeschreven. Titel 2
De Nederlandse stamboekhouding
Afdeling 1
Opzet en indeling
Artikel III.5 1. De Nederlandse stamboekhouding bestaat uit: a. het Nederlandse hondenstamboek (N.H.S.B.); Geldig vanaf 1 januari 2016
51
b. de Bijlagen van het N.H.S.B.; c. de Voorlopige Registers, behorende bij het N.H.S.B. 2. Een Voorlopig Register kan door de Raad van Beheer geopend worden ten behoeve van een Nederlands Ras dat in opbouw verkeert. Het Voorlopig Register wordt door de Raad van Beheer gesloten, zodra naar zijn oordeel voldoende tot het desbetreffende Ras behorende honden in het N.H.S.B. zijn ingeschreven. 3. Een Voorlopig Register kan in bijzondere gevallen door de Raad van Beheer eveneens worden geopend ten behoeve van een buitenlands Ras dat nog niet door de F.C.I. is erkend en ten behoeve van raskruisingen waarmee naar het oordeel van de Raad van Beheer een voldoende zwaar wegend kynologisch belang wordt gediend. De Raad van Beheer bepaalt, of en in hoe verre de bepalingen van deze titel van toepassing zijn, welke bepalingen daar eventueel voor in de plaats treden en wanneer het Voorlopig Register zal worden gesloten. Artikel III.6 1. In het N.H.S.B. kunnen, behoudens het bepaalde in artikel III.7, tweede en derde lid, uitsluitend worden ingeschreven: a. in Nederland geboren honden waarvan de ouders en de voorouders tot in de derde generatie als behorende tot eenzelfde Ras en Variëteitsgroep zijn ingeschreven in het N.H.S.B. of in een door de F.C.I. erkende buitenlandse stamboekhouding; b. in het buitenland geboren honden die in het land van hun geboorte zijn ingeschreven in een door de F.C.I. erkende stamboekhouding, mits ook de ouders en de voorouders tot in de derde generatie zijn geregistreerd en daarvan blijkt uit een voor het buitenland bestemde Stamboom die is afgegeven op grond van de bedoelde inschrijving; c. honden waarvan de ene ouder is ingeschreven in de Bijlage G-2, bedoeld in artikel III.7, vijfde lid, of in het N.H.S.B. en de andere ouder in de bedoelde Bijlage G-2, mits zo nodig voldaan is aan artikel III.10. 2. De Raad van Beheer kan in bijzondere gevallen bepalen, dat voor een Ras waarin een Variëteitsgroep meer dan één Variëteit omvat, voor de toepassing van dit hoofdstuk voor “Variëteitsgroep” wordt gelezen: ”Variëteit”. Artikel III.7 1. In Bijlage G-0 van het N.H.S.B. kunnen worden ingeschreven: a. met inachtneming van lid 2 van dit artikel kunnen honden die niet zijn ingeschreven in de Nederlandse stamboekhouding of in een door de F.C.I. erkende buitenlandse stamboekhouding worden ingeschreven; b. met inachtneming van lid 2 van dit artikel kunnen honden die niet voldoen aan artikel III.6, eerste lid onder b, uitsluitend omdat niet beide ouderdieren zijn geregistreerd worden ingeschreven; c. met inachtneming van lid 2 van dit artikel kunnen honden die naar kleur, vacht, grootte of oordracht tot een andere variëteitgroep behoren dan de ouders worden ingeschreven;
Geldig vanaf 1 januari 2016
52
2.
3.
4.
5.
6.
d. de honden waarvan de beide ouders zijn ingeschreven in onderdeel G-2 van een Voorlopig Register, mits zo nodig voldaan is aan artikel III.10. Het bestuur van de Raad van Beheer beslist in overleg met de voor het Ras Aangesloten Rasverenging(en) of en onder welke voorwaarden de inschrijving als bedoeld in lid 1 letter a, b en c van dit artikel kan plaatsvinden. Daartoe moet(en) de voor het Ras Aangesloten Rasvereniging(en) een plan maken dat als basis dient voor de mogelijkheid te komen tot inschrijving in Bijlage G-0 van het N.H.S.B. Uitgangspunt voor een dergelijk plan is, dat het toestaan van inschrijving alleen zin heeft als dit leidt tot verbetering van het ras of een noodzakelijke verbreding van de fokbasis. De Raad van Beheer kan in bijzondere gevallen na overleg met de betrokken Rasvereniging(en) bepalen, dat honden waarvan de ouders wel tot eenzelfde Ras maar niet tot dezelfde Variëteitgroep behoren, in Bijlage G-0 van het N.H.S.B. dan wel in het N.H.S.B. zelf worden ingeschreven indien dat voor de instandhouding van dat ras of een of meer van die Variëteiten in Nederland gewenst is. Daarbij bepaalt de Raad van Beheer tevens volgens welke regels wordt beslist tot welke Variëteit de in te schrijven honden geacht worden te behoren. De Raad van Beheer kan in zeer bijzondere gevallen na overleg met de betrokken Rasvereniging(en) bepalen, dat honden waarvan de ouders behoren tot twee of meer Rassen waarvan de standaards slechts in een enkel onderdeel verschillen, in Bijlage G-0 van het N.H.S.B. of in het N.H.S.B. zelf worden ingeschreven, indien dat voor de instandhouding van een of meer van die Rassen in Nederland gewenst is. Daarbij bepaalt de Raad van Beheer tevens volgens welke regels wordt beslist tot welk Ras de in te schrijven honden geacht worden te behoren. In Bijlage G-1 van het N.H.S.B. kunnen worden ingeschreven: a. honden die niet voldoen aan artikel III.6, eerste lid onder b, uitsluitend omdat niet de voorouders tot in de derde generatie maar alleen de ouders zijn geregistreerd; b. de honden waarvan de ene ouder is ingeschreven in Bijlage G-0 en de andere ouder in één der Bijlagen of in het N.H.S.B. In Bijlage G-2 van het N.H.S.B. kunnen worden ingeschreven: a. honden die niet voldoen aan artikel III.6, eerste lid onder b, uitsluitend omdat niet de voorouders tot in de derde generatie maar alleen de ouders en de grootouders zijn geregistreerd; b. de honden waarvan de ene ouder is ingeschreven in Bijlage G-1 en de andere ouder in Bijlage G-1, Bijlage G-2 of het N.H.S.B.
Artikel III.8 In een Voorlopig Register, behorende bij het N.H.S.B., kunnen uitsluitend honden worden ingeschreven die behoren tot het Nederlandse Ras in opbouw, het nog niet erkende buitenlandse Ras of de raskruising ten behoeve waarvan het is geopend. Artikel III.9 1. In onderdeel G-0 van een Voorlopig Register kunnen worden ingeschreven de honden, die door een daartoe door de Raad van Beheer ingestelde of erkende commissie tot deze inschrijving worden toegelaten. Geldig vanaf 1 januari 2016
53
2. In onderdeel G-1 van een Voorlopig Register kunnen worden ingeschreven de honden waarvan de ene ouder is ingeschreven in onderdeel G-0 van het desbetreffende Voorlopig Register en de andere ouder in één der onderdelen van het Voorlopig Register, in één der Bijlagen van het N.H.S.B. of in het N.H.S.B.. 3. In onderdeel G-2 van een Voorlopig Register kunnen worden ingeschreven de honden waarvan de ene ouder is ingeschreven in onderdeel G-1 van het desbetreffende Voorlopig Register en de andere ouder in onderdeel G-1 of onderdeel G-2 van het desbetreffende Voorlopig Register, in één der Bijlagen van het N.H.S.B. of in het N.H.S.B. Artikel III.10 1. De Raad van Beheer kan ten aanzien van een Ras in opbouw bepalen, dat artikel III.6, eerste lid onder c, en/of artikel III.7, eerste lid onder d, slechts toepassing vindt ten aanzien van honden die, gehoord een daartoe door de Raad van Beheer ingestelde of erkende commissie, door de Raad van Beheer tot de bedoelde inschrijving worden toegelaten. 2. De in het eerste lid bedoelde toelating wordt geweigerd indien de hond naar het oordeel van de Raad van Beheer in onvoldoende mate de typerende kenmerken van het Ras vertoont. 3. Indien de in het eerste lid bedoelde toelating wordt geweigerd, wordt de hond ingeschreven in Bijlage G-2 indien het de toepassing van artikel III.6, eerste lid onder c, betreft, en in onderdeel G-2 van het desbetreffende Voorlopig Register indien het de toepassing van artikel III.7, eerste lid onder d, betreft. Artikel III.11 1. Voor een Nederlands Ras dat in opbouw verkeert, stelt de Raad van Beheer zodra dat mogelijk is, na raadpleging van deskundigen en overleg met de betrokken Rasvereniging(en) of de voorloper daarvan, een voorlopige Standaard vast. 2. Zodra de honden behorende tot een Nederlands Ras in opbouw, voldoende homogeniteit vertonen en de typerende kenmerken van het Ras in voldoende mate aan hun nakomelingen doorgeven, een en ander naar het oordeel van de Raad van Beheer, stelt de Raad van Beheer de Standaard voor het Ras definitief vast. Door de definitieve vaststelling van de Standaard wordt het Ras in Nederland erkend. Artikel III.12 1. De inschrijving in de Nederlandse stamboekhouding geschiedt door opname van de volgende gegevens: a. het Ras en eventueel de Variëteit; b. de naam van de hond; c. het aan de hond toegekende registratiekenmerk; d. de namen en registratiekenmerken van de ouders of, indien en voorzover de ouders niet in de Nederlandse maar wel in een door de F.C.I. erkende buitenlandse stamboekhouding zijn opgenomen, van de ouders en voorouders zo mogelijk tot in de derde generatie; e. het geslacht; Geldig vanaf 1 januari 2016
54
f. de kleur; g. de aantekening “Niet erkende kleur” onderscheidenlijk “Niet erkende vacht”, indien de kleur of vacht van de hond afwijkt van hetgeen voor het Ras, onderscheidenlijk de Variëteitsgroep of Variëteit erkend dan wel kenmerkend is; h. de datum van geboorte; i. eventuele bijzonderheden, de hond betreffende; j. het identificatie-nummer; k. de naam en het adres van de Fokker; l. de naam en het adres van de Eigenaar en de namen van eventuele medeeigenaren. 2. Bij de toepassing van het eerste lid wordt de hond ingeschreven als behorende tot het Ras en eventueel de Variëteit, waartoe de beide ouders blijkens hun inschrijving in de Nederlandse stamboekhouding behoren, met uitzondering van de gevallen bedoeld in artikel III.6, eerste lid onder b, in artikel III.7, eerste lid onder a, b en c, in artikel III.7, tweede en derde lid, in artikel III.9, eerste lid, en in de volgende twee leden. 3. Indien de hond en de beide ouders niet behoren tot dezelfde Variëteit maar wel tot dezelfde Variëteitsgroep, dan wordt de hond ingeschreven als behorende tot de Variëteit waartoe hij kennelijk behoort. 4. Indien het voorgaande lid niet van toepassing is, wordt toepassing gegeven aan het eerste lid, onder g, tenzij toepassing wordt verzocht van artikel III.7, eerste lid onder c. Artikel III.13 1. De Raad van Beheer publiceert periodiek de in de voorafgaande periode verrichte inschrijvingen in de Nederlandse stamboekhouding, met vermelding van de belangrijkste gegevens van de ingeschreven honden. In ieder geval worden de namen en registratiekenmerken van de ouders vermeld. 2. Indien voor deze publicatie een bij Tarievenbesluit te bepalen vergoeding wordt verlangd, zal deze voldaan moeten worden binnen de in de factuur gestelde termijn. 3. De in lid 1 genoemde publicatie kan via de website van de Raad van Beheer plaatsvinden. Afdeling 2
Voorwaarden voor inschrijving
Artikel III.14 1. De inschrijving in de Nederlandse stamboekhouding wordt geweigerd, indien a. inschrijving op grond van Afdeling 1 niet mogelijk is; b. de Raad van Beheer van oordeel is, dat de juistheid van de bij of naar aanleiding van de dekaangifte en/of de geboorte-aangifte en/of het verzoek tot inschrijving verstrekte gegevens onvoldoende vaststaat; c. de Fokker en/of de Eigenaar van de vaderhond naar het oordeel van de Raad van Beheer onvoldoende medewerking verleent aan een onderzoek naar de juistheid van de onder b bedoelde gegevens; Geldig vanaf 1 januari 2016
55
d. de Raad van Beheer van oordeel is dat de raszuiverheid van de betrokken hond ondanks de inschrijving in een door de F.C.I. erkende buitenlandse stamboekhouding onvoldoende vaststaat; e. de betrokken hond niet vanwege de Raad van Beheer of een door de F.C.I. erkende buitenlandse instantie is geïdentificeerd; f. de Fokker ten tijde van de worp de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt; g. de betrokken hond niet in eigendom aan een natuurlijk persoon toebehoort; h. de betrokken hond in het buitenland is geboren en niet is ingeschreven in een in het land van geboorte bijgehouden en door de F.C.I. erkende stamboekhouding; i. de betrokken hond in Nederland is geboren en reeds in een door de F.C.I. erkende buitenlandse stamboekhouding is ingeschreven; j. de inschrijving in strijd zou zijn met een door het Tuchtcollege opgelegde straf; k. de betrokken hond aan de oren is gecoupeerd en in Nederland geboren is na 1 oktober 1996. De hond kan wel worden geïdentificeerd maar heeft geen recht op een Stamboom; l. de betrokken pups zijn geboren uit een combinatie zoals genoemd in artikel VIII.2; m. de betrokken hond aan de staart is gecoupeerd en in Nederland geboren is na 31 augustus 2001. De hond kan wel worden geïdentificeerd maar heeft geen recht op een Stamboom Dit lid is niet van toepassing op een hond die beschikt over een “Medische verklaring geamputeerde staart of geboorte staartloze pup”, conform artikel I.4. onder ‘t’ n. geconstateerd is dat de betrokken Fokker dit reglement heeft overtreden. Wanneer de overtreding betrekking heeft op titel 2 van Hoofdstuk VI zal de Raad van Beheer het verzoek tot inschrijving in de Nederlandse stamboekhouding aanhouden tot het moment dat het Tuchtcollege uitspraak heeft gedaan; o. de afstamming van het in te schrijven nest, waarvoor de Fokker conform de artikelen III.21 en III.22 dek- en geboorteaangifte heeft gedaan, niet is vastgesteld door middel van een DNA-onderzoek. 2. In afwijking van het eerste lid onder h behoeft de inschrijving niet geweigerd te worden, indien a. in het land van geboorte geen door de F.C.I. erkende stamboekhouding wordt bijgehouden en de hond geboren is uit ouders die in een door de F.C.I. erkende stamboekhouding zijn ingeschreven. Voorwaarde voor inschrijving in de Nederlandse stamboekhouding van deze honden is dat zij voorafgaand aan de inschrijving eerst een afstammingsonderzoek ondergaan; b. het een Nederlands ras betreft, het land van geboorte wel een erkende FCI stamboekhouding bijhoudt, maar registratie niet mogelijk is omdat het betrokken ras aldaar niet erkend wordt. 4. Een besluit tot weigering van een inschrijving wordt met opgave van redenen aan de verzoeker meegedeeld. Artikel III.14A 1. Het Bestuur van de Raad zal, na overleg en met instemming van de Rasvereniging(en), bij honden die bepaalde kenmerken vertonen of tot een bepaald Geldig vanaf 1 januari 2016
56
Ras behoren nadere voorwaarden verbinden aan de inschrijving in het Nederlands Honden Stamboek indien door (voorgenomen) maatregelen van de overheid het voortbestaan van een Ras in gevaar komt of indien er sprake is van ernstige Ras bedreigende problemen indien deze zijn vastgelegd in een convenant van de Raad met de Rasvereniging(en). 2. Bij het tot stand komen van de in lid 1 genoemde nadere voorwaarden, wordt het advies van de betrokken Rasvereniging(en) ingewonnen. 3. Indien niet wordt voldaan aan de in lid 1 genoemde nadere voorwaarden wordt de inschrijving in het Nederlands Honden Stamboek geweigerd. 4. De in lid 1 genoemde nadere voorwaarden worden door de Raad van Beheer en de betrokken Rasvereniging(en) gepubliceerd. Artikel III.14B 1. Conform het gestelde in de circulaire van de FCI van 9 januari 2012 (nr. 4/2012) zijn kruisingen tussen verschillende Variëteiten van eenzelfde Ras en tussen gerelateerde Rassen onder bepaalde voorwaarden toegestaan. 2. Het kruisen van Variëteiten en gerelateerde Rassen is alleen toegestaan als: a. de betrokken Rasvereniging(en) een plan van aanpak heeft opgesteld, in samenwerking met de voor het Ras bevoegde kennelclub, onder toezicht van de FCI Scientific & Breeding Commissions; b. in het plan van aanpak aangetoond is dat de voorgestelde kruising bijdraagt aan verbetering van het Ras of een noodzakelijke verbreding van de fokbasis; c. de voorgestelde kruisingen bijdragen aan het vermijden en het verminderen van gezondheidsproblemen. Het overzicht, zoals opgesteld in de FCI circulaire 04/2012, is hierbij leidend. 3. De Variëteiten met verschillende CACIB’s en de Rassen, waarvoor de FCI kruisingen onder de in lid 2 genoemde voorwaarden toestaat, staan op de website van de Raad van Beheer vermeld. 4. Het bestuur van de Raad van Beheer beslist of goedkeuring wordt verleend aan het ingediende plan van aanpak, zoals genoemd in lid 2. Wanneer dit noodzakelijk wordt geacht, stelt het bestuur aanvullende voorwaarden aan de voorgestelde kruisingen. 5. Honden die voortkomen uit een kruising die niet is toegestaan, worden niet in het Nederlands Hondenstamboek ingeschreven. Artikel III.15 1. De inschrijving in de Nederlandse stamboekhouding kan worden geweigerd indien bij de dekaangifte en/of geboorte-aangifte en/of het verzoek tot inschrijving en/of de vereiste betalingen niet gehandeld is overeenkomstig Afdeling 3, zonder dat daartoe enige waarschuwing of aanmaning van de zijde van de Raad van Beheer vereist is; 2. Artikel III.14, derde lid, is van toepassing. Artikel III.16 1. Indien ten tijde van de identificatie niet alle in leven zijnde pups uit het desbetreffende nest op het opgegeven adres aanwezig zijn, wordt geen enkele pup uit het nest geïdentificeerd. Geldig vanaf 1 januari 2016
57
2. Indien ten tijde van de identificatie één of meerdere pups uit het desbetreffende nest aan de oren gecoupeerd zijn, wordt geen enkele pup uit het nest geïdentificeerd. 3. Indien de omstandigheden waarin de pups zich bevinden van zodanige aard zijn, dat een identificatie niet verantwoord is, wordt geen enkele pup uit het nest geïdentificeerd. 4. Ten behoeve van de in het derde lid genoemde nestcontrole zal het Bestuur van de Raad van Beheer Uitvoeringsregels opstellen. Artikel III.17 1. Indien naar het oordeel van de Raad van Beheer twijfel bestaat aan de juistheid van de bij het verzoek tot inschrijving verstrekte gegevens, stelt de Raad van Beheer een nader onderzoek in alvorens toepassing te geven aan artikel III.14, eerste lid onder b. Een afstammingsonderzoek bij pups en ouderdieren kan onderdeel van dit onderzoek vormen. 2. Indien het in het eerste lid bedoelde onderzoek de daar bedoelde twijfel niet kan wegnemen, kan de Raad van Beheer de beslissing omtrent de inschrijving aanhouden ten einde het onderzoek op een later tijdstip voort te zetten. 3. Indien het in de voorgaande leden bedoelde onderzoek tot de conclusie leidt dat de juistheid van de daar bedoelde gegevens onvoldoende vaststaat, wordt alsnog toepassing gegeven aan artikel III.14, eerste lid onder b. Artikel III.18 1. Indien een hond aan meer dan één persoon in eigendom toebehoort, wordt in de Nederlandse stamboekhouding slechts één van hen, daartoe door hen gezamenlijk aangewezen, als Eigenaar geregistreerd en de overigen als Mede-eigenaar. 2. Indien bij het verzoek tot inschrijving niet wordt vermeld wie van de in het eerste lid bedoelde personen als Eigenaar geregistreerd moet worden, dan wordt degene wiens naam in alfabetisch-lexicografische volgorde als eerste geplaatst moet worden, als Eigenaar geregistreerd. Afdeling 3
Procedure voor inschrijving
Artikel III.19 1. Inschrijving van in Nederland geboren honden vindt plaats op basis van door de Fokker nestgewijze verstrekte gegevens overeenkomstig de artikelen III.21 en III.22, behoudens het bepaalde in artikel III.26. 2. Alvorens wordt overgegaan tot de in lid 1 bedoelde inschrijving dient de afstamming van het nest te worden vastgesteld door middel van een DNA-onderzoek volgens de op het moment van het verzoek tot inschrijving geldende internationale standaards (ISAG). Van de ouderdieren dient uiterlijk ten tijde van de stamboomafgifte een genetisch profiel beschikbaar te zijn. Nadere regels omtrent de procedure voor de afname van DNA en het afstammingsonderzoek kunnen worden vastgelegd in uitvoeringsregels. 3. Inschrijving van in het buitenland geboren honden vindt plaats op schriftelijk verzoek van de Eigenaar onder overlegging van alle op de afstamming van de hond Geldig vanaf 1 januari 2016
58
betrekking hebbende documenten. 4. In bijzondere gevallen kan de Raad van Beheer bepalen, dat voor de inschrijving een andere procedure kan worden gevolgd. 5. De Raad van Beheer kan de procedure van inschrijving zowel op papier als via de elektronische weg laten verlopen. Artikel III.20 Door het indienen van een dekaangifte en/of een geboorteaangifte aanvaardt de verzoeker de rechtsmacht van de Raad van Beheer en de werking van dit Reglement. . Artikel III.21 Dekaangifte 1. Van elke dekking geeft de Fokker binnen drie weken na de dekking kennis aan de Raad van Beheer: a. door dekaangifte te doen via de website van de Raad van Beheer; of b. door inzending van een dekaangifte met gebruikmaking van een formulier beschikbaar gesteld door de Raad van Beheer, tegen betaling van de in artikel III.22 lid 8 bedoelde kosten. 2. Het in het eerste lid bedoelde formulier moet volledig ingevuld zijn door degene die ten tijde van de dekking als Eigenaar van de teef in de Nederlandse stamboekhouding is geregistreerd, alsmede door degene die ten tijde van de dekking als Eigenaar van de dekreu in de Nederlandse stamboekhouding of de F.C.I. erkende buitenlandse stamboekhouding geregistreerd is. Op het formulier dienen tenminste de volgende gegevens te worden vermeld: a. de volledige naam en het adres van de fokker; b. datum van de dekking; c. Ras en eventueel Variëteit; d. volledige naam en het registratiekenmerk van de vader- en moederhond; e. volledige naam en het adres van de Eigenaar van de reu; f. de verklaring van de Fokker, dat de teef slechts door één reu is gedekt; g. de naam van de Rasvereniging, waarvan de Fokker lid is; h. eventueel de kennelnaam en het registratienummer van de kennelnaam van de fokker. 3. Indien de Fokker na de in lid 1 gestelde termijn van drie weken dekaangifte doet, zal een bij het Tarievenbesluit te bepalen extra bedrag in rekening worden gebracht. 4. Indien er gebruik wordt gemaakt van een in het buitenland geregistreerde dekreu, dient een kopie van het afstammingsbewijs van deze reu te worden meegezonden. 5. Indien de dekking door kunstmatige inseminatie plaatsvindt en de afname en de inseminatie van het sperma op dezelfde datum en plaats hebben plaatsgevonden moet de in het eerste lid genoemde dekaangifte vergezeld gaan van de volgende gegevens of van een verklaring van het ontbreken daarvan: a. de datum waarop het sperma werd afgenomen en geïnsemineerd; b. een verklaring van de Eigenaar van de reu, waarin deze verklaart dat van zijn reu ten behoeve van de in het aanvraagformulier als moederhond vermelde teef sperma werd afgenomen; c. een verklaring van een dierenarts, waarin de onder b bedoelde verklaring wordt Geldig vanaf 1 januari 2016
59
bevestigd en waarin voorts wordt verklaard dat hij de handeling heeft verricht die tot de kunstmatige bevruchting van de bedoelde moederhond heeft geleid. 6. Indien de kunstmatige inseminatie en de afname en de inseminatie van het sperma niet op dezelfde datum en plaats hebben plaats gevonden, moet de in het eerste lid bedoelde dekaangifte vergezeld gaan van de volgende gegevens of van een verklaring van het ontbreken daarvan: a. datum, waarop het sperma van de reu werd afgenomen; b. datum van de inseminatie; c. een verklaring van de Eigenaar van de reu of, indien deze is overleden, van zijn rechtsopvolger(s), waarin deze verklaart of verklaren dat van de reu ten behoeve van de in het aanvraagformulier als moederhond vermelde teef sperma beschikbaar werd gesteld en waarin voorts de wijze wordt vermeld waarop het sperma werd verzonden en verpakt; d. een verklaring van een dierenarts, waarin de onder c bedoelde verklaring wordt bevestigd en waarin voorts wordt verklaard dat hij het verzonden sperma heeft verzegeld en op welke wijze dit is geschied; e. een verklaring van een dierenarts, waarin deze verklaart dat hij het sperma heeft aangetroffen in de verpakking als in de onder c bedoelde verklaring omschreven, dat hij de verzegeling als in de onder d bedoelde verklaring omschreven in ongeschonden staat heeft aangetroffen en dat hij de handeling heeft verricht die tot de kunstmatige bevruchting van de bedoelde moederhond heeft geleid, c.q. kan leiden. Artikel III.22 Geboorteaangifte 1. Van elke geboorte geeft de Fokker binnen 10 dagen na de geboorte van de pups kennis aan de Raad van Beheer a. via de website van de Raad van Beheer, of b. door inzending van een formulier van de Raad van Beheer, tegen betaling van de in lid 8 bedoelde kosten. De geboorteaangifte dient op dezelfde wijze te geschieden als de dekaangifte, zoals genoemd in artikel III.21 lid 1. 2. De in het eerste lid bedoelde geboorteaangifte moet volledig ingevuld zijn worden door degene die bij de Raad van Beheer als Fokker geregistreerd is. Op dit formulier dienen ten minste de volgende gegevens te worden verstrekt: a. volledige naam en het adres van de Fokker; b. geboortedatum van de pups; c. Ras en eventueel Variëteit; d. aantal in het nest geboren reuen en teven; e. volledige naam en het registratiekenmerk van de vader- en moederhond; f. namen van de pups. 3. De in het eerste lid genoemde termijn kan op verzoek één maal met zeven dagen worden verlengd tegen betaling van een bij het Tarievenbesluit te bepalen extra bedrag. 4. Indien de Fokker na de in lid 1 gestelde termijn geboorteaangifte doet, zal een bij het Tarievenbesluit te bepalen extra bedrag in rekening worden gebracht, zoals bedoeld Geldig vanaf 1 januari 2016
60
5.
6.
7.
8.
in lid 3. De Fokker is slechts bevoegd geboorteaangifte te doen, indien hij in Nederland woonachtig is. De Raad van Beheer kan de Fokker verplichten haar een uittreksel van de Gemeentelijke Basis Administratie (GBA) te doen toekomen waaruit blijkt dat hij ten tijde van de dekking en/of geboorte op dat adres woonachtig was. Indien de Fokker niet alle in het nest geboren en in leven zijnde pups wenst in te schrijven in de Nederlandse stamboekhouding, worden deze pups vermeld met de reden waarom deze inschrijving niet zou hoeven plaats te vinden. Indien de moederhond en/of de vaderhond van het in te schrijven nest uit het buitenland zijn geïmporteerd en nog niet in de Nederlandse stamboekhouding zijn ingeschreven, moet het verzoek als bedoeld in artikel III.19, tweede lid, uiterlijk tegelijk met de in artikel III.21 genoemde dekaangifte worden ingediend. Wanneer de dek- en geboorteaangifte conform lid 1 onder b door middel van een formulier worden gedaan, worden kosten zoals vermeld in het Tarievenbesluit, in rekening gebracht. (NB: Deze clausule gaat pas in na een overgangsperiode van 1 jaar vanaf het operationeel zijn van het digitale loket.)
Artikel III.22A Identificatie pups en registratie Eigenaar 1. De Fokker ontvangt m.b.t. Identificatie en registratie de factuur van een bij Tarievenbesluit te bepalen bedrag van de Raad van Beheer die binnen de in de factuur vermelde termijn moet worden voldaan. Op deze factuur staan tevens alle gegevens van het formulier geboorteaangifte vermeld. 2. De Identificatie van de pups geschiedt door een door de Raad van Beheer aangestelde controleur. 3. Op het moment van Identificatie wordt door de controleur het aanvraagformulier stambomen ingevuld, dat door de Fokker ondertekend moet worden. 4. De controleur stelt het door hem ingevulde en door de Fokker ondertekende aanvraagformulier stambomen aan de Raad van Beheer ter hand, waarna de Stambomen door de Raad van Beheer vervaardigd worden en worden toegezonden aan de Fokker. De Fokker draagt zorg voor verzending van de Stambomen aan de nieuwe eigenaren. 5. Voor iedere geboren pup wordt door de controleur een aanvraagformulier Registratiebewijs aan de Fokker overhandigd, maar niet voor de pups waarvoor de Fokker heeft aangegeven dat deze niet in het NHSB moeten worden ingeschreven. 6. Bij vervreemding van een pup door de Fokker dienen de Fokker en de nieuwe Eigenaar de gegevens van de nieuwe Eigenaar op het aanvraagformulier Registratiebewijs in te vullen en te ondertekenen. De Fokker draagt zorg voor verzending van dit formulier naar de Raad van Beheer. 7. Indien een pup vervreemd wordt naar het buitenland dient de Fokker gelijktijdig met het verzenden van het ingevulde en ondertekende aanvraagformulier Registratiebewijs een export pedigree aan te vragen bij de Raad van Beheer voor de desbetreffende pup. 8. In geval lid 7 van dit artikel van toepassing is ontvangt de Fokker ten aanzien van de aanvraag van de exportpedigree een factuur van een bij Tarievenbesluit te bepalen bedrag van de Raad van Beheer die binnen de in de factuur vermelde termijn moet Geldig vanaf 1 januari 2016
61
worden voldaan. 9. De Raad van Beheer zendt de nieuwe Eigenaar het definitieve Registratiebewijs toe. Artikel III.23 1. De Raad van Beheer geeft de bij haar aangesloten Rasverenigingen uitsluitsel over welke honden van het Ras, van wie de Rasvereniging de belangen behartigt, zijn ingeschreven in de Nederlandse stamboekhouding en vermeldt daarbij de NAW gegevens van Fokker en Eigenaar. 2. De in het eerste lid bedoelde verenigingen mogen de in de formulieren neergelegde informatie uitsluitend gebruiken ter behartiging van de belangen van het Ras. Zij onthouden zich van vormen van gebruik waarvan schade aan de belangen van derden verwacht kan worden. 3. Indien een vereniging naar het oordeel van de Raad van Beheer handelt in strijd met het tweede lid, dan kan de Raad van Beheer de toezending aan die vereniging beëindigen. 4. Een besluit als bedoeld in het derde lid wordt niet genomen dan nadat de betrokken vereniging van het voornemen daartoe in kennis is gesteld en in de gelegenheid is gesteld, schriftelijk haar opvatting over dat voornemen ter kennis van de Raad van Beheer te brengen. 5. Een besluit als bedoeld in het derde lid wordt schriftelijk met redenen omkleed aan de betrokken vereniging meegedeeld. Artikel III.24 1. De kosten tot inschrijving in de Nederlandse stamboekhouding, de eventuele Identificatie daaronder begrepen, bedragen een bij Tarievenbesluit te bepalen bedrag voor iedere in de Nederlandse stamboekhouding in te schrijven hond. Deze kosten dienen binnen de in de factuur gestelde termijn aan de Raad van Beheer te worden voldaan, bij gebreke waarvan de inschrijving van de desbetreffende honden wordt uitgesteld tot het moment der algehele voldoening van de factuur. 2. In het geval van inschrijving als bedoeld in artikel III.19 lid 1, dienen de verschuldigde kosten zoals vastgesteld bij een Tarievenbesluit te bepalen bedrag voor het nest zoals bij de geboorteaangifte opgegeven aan de Raad van Beheer te worden voldaan binnen de in de factuur gestelde termijn, bij gebreke waarvan de Identificatie van de desbetreffende honden wordt uitgesteld tot het moment der algehele voldoening van de factuur. Artikel III.25 1. Indien de Fokker geen lid is van één van de voor het betrokken Ras Aangesloten Rasvereniging(en), is een extra bij Tarievenbesluit te bepalen bedrag per nest verschuldigd, dat tegelijk met de in het eerste lid bedoelde kosten moet worden overgemaakt. 2. Voor iedere ten tijde van de Identificatie overleden pup wordt het overgemaakte bedrag, verminderd met de bij Tarievenbesluit te bepalen administratiekosten, door de Raad van Beheer aan de Fokker terugbetaald. 3. Voor iedere geïdentificeerd pup waarvoor geen Stamboom wordt verlangd, wordt Geldig vanaf 1 januari 2016
62
een bij Tarievenbesluit te bepalen bedrag, verminderd met de bij dat besluit te bepalen administratiekosten, door de Raad van Beheer aan de Fokker terugbetaald. Artikel III.26 1. Indien de Fokker overeenkomstig artikel III.22, zesde lid, voor een pup geen inschrijving in de Nederlandse stamboekhouding heeft gevraagd en de daarvoor vermelde reden in een later stadium is komen te vervallen, dan kan hij voor de betrokken hond alsnog een verzoek tot inschrijving indienen. 2. Artikel III.19, tweede lid, en artikel III.24 zijn van overeenkomstige toepassing. Afdeling 4
Wijzigingen
Artikel III.27 1. Indien feiten bekend worden waaruit blijkt, dat in de Nederlandse stamboekhouding betreffende een hond onjuiste gegevens zijn opgenomen, dan wordt een wijziging in de stamboekhouding aangebracht op zodanige wijze, dat de onjuiste gegevens worden vervangen door de gegevens die opgenomen zouden zijn, indien de bedoelde feiten ten tijde van de inschrijving bekend zouden zijn geweest. 2. De naam van een in de Nederlandse stamboekhouding ingeschreven hond kan niet gewijzigd worden, tenzij bij de inschrijving een administratieve vergissing is gemaakt. 3. Indien toepassing van het eerste lid op verzoek plaats vindt en de onjuiste inschrijving niet aan de Raad van Beheer te wijten is, bedragen de kosten van de wijziging een bij Tarievenbesluit te bepalen bedrag. 4. De kosten moeten tegelijk met het verzoek tot wijziging aan de Raad van Beheer worden overgemaakt. Artikel III.28 1. Indien naar het oordeel van de Raad van Beheer aan de raszuiverheid van een hond getwijfeld moet worden of indien anderszins feiten bekend worden op grond waarvan de inschrijving van een hond in de Nederlandse stamboekhouding geweigerd had moeten worden indien deze feiten ten tijde van de inschrijving bekend zouden zijn geweest, dan wordt de inschrijving doorgehaald. 2. De inschrijving wordt eveneens doorgehaald, indien de Eigenaar van de hond dat verzoekt. De Stamboom onderscheidenlijk het afstammingsbewijs moeten bij het verzoek worden overgelegd. Artikel III.29 1. Indien de eigendom van een in de Nederlandse stamboekhouding ingeschreven hond wordt overgedragen, moeten zowel de overdrager als degene aan wie de eigendom wordt overgedragen daarvan schriftelijk mededeling doen aan de Raad van Beheer. Dit dient te geschieden door middel van het opsturen van het Registratiebewijs aan de Raad van Beheer ondertekend door de oude en nieuwe Eigenaar. 2. Indien de eigendom van een in de Nederlandse stamboekhouding ingeschreven Geldig vanaf 1 januari 2016
63
3.
4.
5.
6.
hond wordt overgedragen aan de verkrijger die woonachtig is in het buitenland, moeten zowel de overdrager als degene aan wie de eigendom wordt overgedragen daarvan schriftelijk mededeling doen aan de Raad van Beheer. Dit dient te geschieden door middel van het opsturen van het Registratiebewijs aan de Raad van Beheer ondertekend door de oude- en nieuwe Eigenaar. Tegelijkertijd dient bij de Raad van Beheer een exportpedigree te worden aangevraagd voor de betreffende hond. In de stamboekhouding wordt de naam van de oude Eigenaar vervangen door die van de nieuwe Eigenaar. De Raad van Beheer geeft aan de betreffende Rasvereniging(en) deze eigendomswisseling door en verstrekt hierbij de NAW gegevens van de nieuwe Eigenaar. De nieuwe Eigenaar ontvangt een nieuw Registratiebewijs met daarop zijn persoonsgegevens en de gegevens van de hond. De kosten van de wijziging bedragen een bij Tarievenbesluit te bepalen bedrag. Zij moeten binnen de in de factuur gestelde termijn aan de Raad van Beheer worden voldaan. Dit artikel is van overeenkomstige toepassing wanneer de Eigenaar van een hond van adres wijzigt, in die zin dat de Eigenaar zijn nieuwe adres doorgeeft door middel van het opsturen van het Registratiebewijs aan de Raad van Beheer en hiervoor de in lid 4 genoemde kosten in rekening worden gebracht. Het Registratiebewijs in de Nederlandse stamboekhouding levert op zichzelf geen wettig en overtuigend bewijs in de zin van de Nederlandse wet.
Artikel III.30 1. Indien een in de Nederlandse stamboekhouding ingeschreven hond behoort tot een Ras waarbinnen verschillende kleur-, vacht-, grootte- of oordracht-variëteiten worden onderscheiden, en deze hond na de inschrijving blijkt te behoren tot een andere Variëteit dan in de stamboekhouding is vermeld, dan kan de Eigenaar schriftelijk en gemotiveerd verzoeken de inschrijving te corrigeren met inachtneming van dit hoofdstuk. 2. Het in het eerste lid bedoelde verzoek kan slechts worden ingewilligd, indien uit een schriftelijke verklaring van een door de Raad van Beheer aangewezen keurmeester blijkt tot welke andere Variëteit de hond behoort. 3. De Stamboom onderscheidenlijk het afstammingsbewijs moet bij het verzoek worden overlegd. 4. De kosten van de wijziging bedragen een bij Tarievenbesluit te bepalen bedrag. Zij moeten tegelijk met het verzoek aan de Raad van Beheer worden overgemaakt. 5. Dit artikel kan ten aanzien van dezelfde hond slechts één maal worden toegepast. Artikel III.31 Indien een inschrijving wordt doorgehaald of anderszins in de Nederlandse stamboekhouding een wijziging wordt aangebracht en deze doorhaling of wijziging niet op verzoek van de Eigenaar van de betrokken hond plaats vindt, wordt het besluit tot wijziging of doorhaling met opgave van redenen aan de Eigenaar meegedeeld. Geldig vanaf 1 januari 2016
64
Afdeling 5
Namen
Artikel III.32 1. De naam van een in de Nederlandse stamboekhouding in te schrijven hond bestaat uit de eigennaam van de hond en eventueel een kennelnaam, voorafgaande aan of volgende op de eigennaam. 2. Een kennelnaam maakt slechts deel uit van de naam van de hond, indien de Fokker ten tijde van het verzoek tot inschrijving in de Nederlandse stamboekhouding rechthebbende is op een kennelnaam als bedoeld in Titel 3 en hij opname van de kennelnaam in de naam van de hond verlangt. 3. De eigennaam mag slechts uit één woord zonder verbindingsstreep bestaan, tenzij de eigennaam wordt voorafgegaan of gevolgd door een kennelnaam, waarbij geen gebruik mag worden gemaakt van niet in de kennelnaam gebruikte verbindingswoorden c.q. tussenvoegsels. 4. De naam mag uit ten hoogste dertig letters bestaan en moet in Nederlands letterschrift gesteld zijn. 5. De naam van een hond die reeds in een door de F.C.I. erkende buitenlandse stamboekhouding is ingeschreven, wordt, zo nodig in afwijking van de voorgaande leden, ongewijzigd in de Nederlandse stamboekhouding overgenomen, tenzij een andere kennelnaam dan die welke de Fokker gerechtigd is te voeren of een niet in artikel III.34 genoemde titel deel van de naam uitmaakt of de naam anderszins in Nederland misverstand kan wekken of aanstoot kan geven. In dat geval wordt de bedoelde kennelnaam of titel geschrapt onderscheidenlijk de naam op de minst ingrijpende wijze zodanig aangepast dat het bezwaar wordt ondervangen. 6. In Nederland mag alleen de naam worden gebruikt zoals die in de Nederlandse stamboekhouding is ingeschreven. 7. Indien een drachtige teef wordt vervreemd dient de Eigenaar van deze teef, of bij overlijden van de Eigenaar diens rechtsopvolger(s), schriftelijk toestemming te geven aan de verkrijger van de drachtige teef dat de pups die geboren worden de kennelnaam, indien aanwezig, van de verkrijger dragen. Artikel III.33 1. Naast de voorwaarden gesteld in artikel III.32 kan de Raad van Beheer als naam voor een in te schrijven hond weigeren: a. familienamen; b. plaatsnamen; c. cijfers en afzonderlijke letters van het alfabet; d. namen die niet in Nederlands letterschrift gesteld zijn; e. algemeen bekende handelsnamen en woordmerken; f. namen die reeds in het internationale register van kennelnamen van de F.C.I. zijn opgenomen; g. namen die tot verwarring met reeds geregistreerde kennelnamen kunnen leiden.
Geldig vanaf 1 januari 2016
65
2. De Raad van Beheer kan de inschrijving van een naam tevens weigeren, indien deze naar zijn oordeel misverstand kan wekken, aanstoot kan geven, of anderszins niet aanvaardbaar is. Artikel III.34 1. Nederlandse en internationale schoonheidskampioenstitels als bedoeld in de artikelen IV.44 onderscheidenlijk IV.46 worden in de Nederlandse stamboekhouding vermeld door deze in afkorting aan de naam van de hond vooraf te doen gaan. 2. Winnertitels, Jeugdwinnertitels en Veteranenwinnertitels als bedoeld in artikel IV.47 worden in de Nederlandse stamboekhouding vermeld door deze in afkorting op de naam van de hond te doen volgen. 3. Voor overige titels geldt dat vermelding in de Nederlandse stamboekhouding alleen plaatsvindt, indien de Raad van Beheer daartoe besloten heeft. Een dergelijke besluit wordt op de gebruikelijke wijze openbaar gemaakt. 4. Indien een Rasvereniging besluit aan de honden die beste van hun Ras, respectievelijk hun Variëteitsgroep, zijn geworden op de door die vereniging georganiseerde Kampioenschapsclubmatch, dan wel een door die vereniging georganiseerde Kampioenschapsclubmatch in combinatie met een gewone Clubmatch, de titel “Clubwinnaar met jaartal” toe te kennen, dan wordt deze titel voor de toepassing van dit artikel gelijk gesteld met de in het tweede lid bedoelde titels. 5. Bij een verzoek als bedoeld in het derde lid worden bewijsstukken overgelegd. 6. De Raad van Beheer bepaalt of en in hoe verre de in het derde lid bedoelde titels in afkorting dan wel in code worden vermeld en op welke wijze de afkorting en eventuele codering moet plaats vinden. 7. Indien titels in code worden vermeld, worden de codes op de achterzijde van de Stamboom of in een bijlage bij de Stamboom verklaard. Afdeling 6
Stambomen en afstammingsbewijzen
Artikel III.35 1. Ten bewijze van de inschrijving van een hond in de Nederlandse stamboekhouding wordt door de Raad van Beheer aan de Eigenaar van de hond een Registratiebewijs en een Stamboom of een afstammingsbewijs afgegeven. Indien evenwel voor de hond reeds een buitenlands afstammingsdocument is afgegeven wordt een Registratiebewijs afgegeven en voor het overige wordt volstaan met het plaatsen van een aantekening op dat document. Indien met toepassing van artikel III.32, vijfde lid, een wijziging in de naam van de hond is aangebracht, dan wordt daarbij de gewijzigde naam in rood op het afstammingsdocument vermeld. 2. Bij inschrijving in het N.H.S.B. zelf wordt een Stamboom met een blauwgroene ondergrond afgegeven, bij inschrijving in één der Bijlagen van het N.H.S.B. een Stamboom met een rode ondergrond en bij inschrijving in een Voorlopig Register, behorende bij het N.H.S.B., een afstammingsbewijs met een gele ondergrond, een en ander volgens door de Raad van Beheer vastgestelde modellen. 3. Stambomen en afstammingsbewijzen blijven te allen tijde eigendom van de Raad van Beheer. Geldig vanaf 1 januari 2016
66
4. De kosten voor het afgeven van en het aanbrengen van wijzigingen in Stambomen en afstammingsbewijzen zijn begrepen in de kosten voor de inschrijving in de Nederlandse stamboekhouding, onderscheidenlijk voor het aanbrengen van wijzigingen daarin. Artikel III.36 1. Door of vanwege de Raad van Beheer kunnen door middel van een stempelafdruk, perforatie of anderszins bijzondere aantekeningen op een af te geven of reeds afgegeven Stamboom onderscheidenlijk afstammingsbewijs worden aangebracht. 2. Indien artikel III.12, eerste lid onder g, van toepassing is, wordt de aanduiding “Afwijkende kleur”, “Afwijkende vacht”, “Afwijkende grootte” of “Afwijkende oordracht” op de Stamboom onderscheidenlijk het afstammingsbewijs vermeld. Artikel III.37 De Stamboom, onderscheidenlijk het afstammingsbewijs, het genetisch profiel en het registratiebewijs behoort bij de hond en moet bij eigendomsoverdracht van de hond gratis aan de verkrijger worden overgedragen. Artikel III.38 1. Indien een wijziging in de Nederlandse stamboekhouding wordt aangebracht, moet de Stamboom onderscheidenlijk het afstammingsbewijs, alsmede het Registratiebewijs van de betrokken hond op eerste vordering van de Raad van Beheer aan de Raad worden ingezonden ten einde de wijziging op de Stamboom onderscheidenlijk het afstammingsbewijs, alsmede het Registratiebewijs aan te brengen. Wijzigingen als gevolg van het behalen van titels worden echter niet op de Stamboom onderscheidenlijk het afstammingsbewijs aangebracht. 2. Indien met toepassing van artikel III.28 de inschrijving van een hond in de Nederlandse stamboekhouding wordt doorgehaald, moet de Stamboom onderscheidenlijk het afstammingsbewijs, alsmede het Registratiebewijs op eerste vordering van de Raad van Beheer aan de Raad worden teruggezonden. Artikel III.39 1. Indien een hond is overleden, moet de Stamboom onderscheidenlijk het afstammingsbewijs op eerste vordering van de Raad van Beheer aan de Raad worden teruggezonden. 2. Indien dit bij de terugzending wordt verzocht, wordt de Stamboom onderscheidenlijk het afstammingsbewijs aan de inzender teruggezonden nadat daarop door middel van een stempelafdruk of perforatie is aangegeven, dat de hond is overleden. Artikel III.40 1. Op verzoek van de Eigenaar van een in de Nederlandse stamboekhouding ingeschreven hond kan de Raad van Beheer een duplicaat van een afgegeven Stamboom onderscheidenlijk afstammingsbewijs en/of Registratiebewijs afgeven, indien bij het verzoek aannemelijk wordt gemaakt, dat het oorspronkelijk afgegeven document verloren is gegaan. Geldig vanaf 1 januari 2016
67
2. Door het afgeven van een duplicaat wordt de oorspronkelijk afgegeven Stamboom onderscheidenlijk het oorspronkelijk afgegeven afstammingsbewijs of het oorspronkelijk afgegeven Registratiebewijs ongeldig. 3. De kosten van afgifte van het duplicaat bedragen een bij Tarievenbesluit te bepalen bedrag. Zij moeten tegelijk met het verzoek aan de Raad van Beheer worden overgemaakt. Artikel III.41 1. Op verzoek van de Eigenaar van een in de Nederlandse stamboekhouding ingeschreven hond wordt een duplicaat van een afgegeven Stamboom onderscheidenlijk afstammingsbewijs en/of Registratiebewijs afgegeven, indien het oorspronkelijk afgegeven document ernstig beschadigd is en dit document bij het verzoek wordt teruggezonden. 2. De kosten van afgifte van het duplicaat bedragen een bij Tarievenbesluit te bepalen bedrag. Zij moeten tegelijk met het verzoek aan de Raad van Beheer worden overgemaakt. Titel 3
Kennelnamen
Afdeling 1
Algemene bepalingen
Artikel III.42 1. De Raad van Beheer kan het recht verlenen tot het voeren van een kennelnaam. 2. Het recht tot het voeren van een kennelnaam is, behoudens het bepaalde in Afdeling 4, niet overdraagbaar. Artikel III.43 Het recht tot het voeren van een kennelnaam geeft aan de rechthebbende het recht, de kennelnaam op te nemen in de naam van de door hem gefokte honden. In geval van een praefix-kennelnaam gaat de kennelnaam vooraf aan de eigennaam van de hond, in geval van een affix-kennelnaam volgt de kennelnaam op de eigennaam van de hond. Artikel III.44 De Raad van Beheer houdt een register van kennelnamen bij. Artikel III.45 Indien het recht tot het voeren van een kennelnaam aan twee of meer personen gezamenlijk wordt toegekend, is ieder van hen afzonderlijk bevoegd alle handelingen ter uitoefening van het recht te verrichten. Artikel III.46 Door het indienen van een verzoek tot toekenning van het recht tot het voeren van een kennelnaam aanvaardt de verzoeker de rechtsmacht van de Raad van Beheer Geldig vanaf 1 januari 2016
68
en de werking van dit Reglement. Afdeling 2
Procedure voor toekenning
Artikel III.47 1. Een verzoek tot toekenning van het recht tot het voeren van een kennelnaam kan schriftelijk of middels de website www.houdenvanhonden.nl van de Raad van Beheer bij de Raad van Beheer worden ingediend en vermeldt de verlangde kennelnaam en de namen en adressen van hen, ten name van wie het recht wordt verlangd. 2. De kosten van de in het eerste lid bedoelde toekenning bedragen een bij Tarievenbesluit te bepalen bedrag per persoon. Zij moeten binnen de in de factuur gestelde termijn worden voldaan. 3. Indien een verzoeker in het buitenland reeds gerechtigd was tot het voeren van de kennelnaam en deze bij de F.C.I. geregistreerd was, bedragen de kosten in afwijking van het tweede lid een bij Tarievenbesluit te bepalen verminderd bedrag. 4. Indien het verzoek niet wordt ingewilligd, worden de kosten terugbetaald onder vermindering van administratiekosten. 5. Indien het verzoek wordt ingewilligd, ontvangen de verzoekers een bewijs van registratie. Artikel III.48 1. De Raad van Beheer publiceert het in artikel III.47 bedoelde verzoek twee maal op de gebruikelijke wijze. 2. Belanghebbenden en zij die menen dat inwilliging van het verzoek in strijd zou zijn met artikel III.49, kunnen binnen twee weken na de laatste verschijningsdatum hun bezwaren bij de Raad van Beheer indienen. 3. De Raad van Beheer stelt de bezwaarden schriftelijk in kennis van de beslissing die omtrent hun bezwaren is genomen. Afdeling 3
Voorwaarden voor toekenning
Artikel III.49 1. Het recht tot het voeren van een kennelnaam wordt geweigerd, indien a. de verzoeker of één van de verzoekers ten tijde van het verzoek de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt; b. de verzoeker of één van de verzoekers niet in Nederland woonachtig is; c. de verzoeker een op het maken van winst gericht bedrijf uitoefent waarin honden worden verhandeld, dan wel rechtstreeks of indirect in of voor een zodanig bedrijf werkzaam is of daarin belangen heeft, een en ander ter beoordeling van de Raad van Beheer; d. de verblijfplaats van de bij de verzoeker verblijvende honden niet voldoet aan de bij of krachtens de wet dan wel door de Raad van Beheer gestelde eisen; e. de verzoeker weigert, de onder d bedoelde verblijfplaats aan de Geldig vanaf 1 januari 2016
69
vertegenwoordiger van de Raad van Beheer te tonen; f. de aangevraagde kennelnaam op grond van artikel III.50 geweigerd wordt; g. artikel III.47 niet is nageleefd; g. op één naam reeds een kennelnaam staat geregistreerd; h. inwilliging van het verzoek anderszins in strijd zou zijn met de belangen van de kynologie. 2. Indien het verzoek door meer personen wordt ingediend, is het eerste lid op ieder van hen van toepassing. 3. Een besluit tot weigering van het recht tot het voeren van een kennelnaam wordt met opgave van redenen aan de verzoeker meegedeeld. 4. Ten behoeve van de in het eerste lid onder sub d genoemde kennelcontrole zal het Bestuur van de Raad van Beheer Uitvoeringsregels opstellen. Artikel III.50 Als kennelnaam kunnen geweigerd worden: a. familienamen; b. plaatsnamen; c. cijfers en afzonderlijke letters van het alfabet; d. namen die niet in Nederlands letterschrift gesteld zijn; e. uitzonderlijk lange namen; f. algemeen bekende handelsnamen en woordmerken; g. namen die reeds in het internationale register van kennelnamen van de F.C.I. zijn opgenomen; h. namen die tot verwarring met reeds geregistreerde kennelnamen kunnen leiden; i. namen die anderszins tot verwarring kunnen leiden of aanstoot kunnen geven. Afdeling 4
Wijzigingen
Artikel III.51 1. Het recht tot het voeren van een kennelnaam wordt ingetrokken: a. indien feiten bekend worden als bedoeld in artikel III.49, eerste lid onder c, d of e; b. ingevolge een uitspraak van het Tuchtcollege. 2. Een besluit tot intrekking als bedoeld in het eerste lid, onder a, wordt niet genomen dan nadat de rechthebbende schriftelijk van het voornemen daartoe in kennis is gesteld en in de gelegenheid is gesteld schriftelijk zijn opvatting over dat voornemen ter kennis van de Raad van Beheer te brengen. 3. Het besluit tot intrekking wordt met opgave van redenen aan de rechthebbende meegedeeld. Artikel III.52 1. Indien het recht tot het voeren van een kennelnaam slechts aan één persoon is toegekend, trekt de Raad van Beheer het recht in indien de rechthebbende dat verzoekt. 2. Indien het recht tot het voeren van een kennelnaam slechts aan één persoon is toegekend, kan de Raad van Beheer het recht intrekken indien Geldig vanaf 1 januari 2016
70
a. de rechthebbende niet meer woonachtig is op het bij de Raad van Beheer geregistreerde adres en van het recht gedurende vijf jaren geen gebruik is gemaakt; b. de rechthebbende is overleden en geen toepassing is gegeven aan artikel III.53. Artikel III.53 In het geval, bedoeld in artikel III.52, tweede lid onder b, kunnen de gezamenlijke erfgenamen binnen een jaar na het overlijden aan de Raad van Beheer verzoeken, tot herregistratie van de kennelnaam over te gaan door deze te stellen op de naam van één of meer van hen. Artikel III.54 1. Indien het recht tot het voeren van een kennelnaam aan meer dan één persoon is toegekend, trekt de Raad van Beheer het recht in indien de rechthebbenden dit verzoeken. 2. Indien het recht tot het voeren van een kennelnaam aan meer dan één persoon is toegekend, kan de Raad van Beheer het recht intrekken indien de rechthebbenden niet meer woonachtig zijn op het bij de Raad van Beheer geregistreerde adres en van het recht gedurende vijf jaren geen gebruik is gemaakt. Artikel III.55 Indien het recht tot het voeren van een kennelnaam aan meer dan één persoon is toegekend, kunnen de rechthebbenden aan de Raad van Beheer verzoeken, tot herregistratie van de kennelnaam over te gaan door deze te stellen op de naam van één of meer van hen. Artikel III.56 1. Indien het recht tot het voeren van een kennelnaam aan meer dan één persoon is toegekend en één van hen komt te overlijden, dan kunnen de gezamenlijke erfgenamen binnen een jaar na het overlijden aan de Raad van Beheer verzoeken, tot herregistratie van de kennelnaam over te gaan door deze te stellen op de naam van de overblijvende rechthebbenden en één of meer van de erfgenamen gezamenlijk. 2. Het in het eerste lid bedoelde verzoek wordt slechts ingewilligd indien bij het verzoek een verklaring van de overblijvende rechthebbenden wordt gevoegd, waarin zij verklaren met het verzoek in te stemmen. Artikel III.57 Indien het recht tot het voeren van een kennelnaam aan meer dan één persoon is toegekend en één van hen komt te overlijden, dan kunnen de overblijvende rechthebbenden binnen een jaar na het overlijden aan de Raad van Beheer verzoeken, tot herregistratie van de kennelnaam over te gaan door deze te stellen op de naam van de overblijvende rechthebbenden. Artikel III.58 Geldig vanaf 1 januari 2016
71
1. Indien in het daar bedoelde geval geen toepassing wordt gegeven aan artikel III.56 of aan artikel III.57, kan de Raad van Beheer het recht tot het voeren van de kennelnaam intrekken. 2. Een besluit tot intrekking wordt niet genomen dan nadat de overblijvende rechthebbenden schriftelijk van het voornemen daartoe in kennis zijn gesteld en in de gelegenheid zijn gesteld, alsnog binnen twee maanden een verzoek als bedoeld in artikel III.56 of artikel III.57 in te dienen. 3. Het besluit tot intrekking wordt met opgave van redenen aan de overblijvende rechthebbenden meegedeeld. Artikel III.59 1. De rechthebbende tot het voeren van een kennelnaam kan aan de Raad van Beheer verzoeken tot herregistratie van de kennelnaam over te gaan door deze te stellen op de naam van één of meer andere personen. 2. De rechthebbende tot het voeren van een kennelnaam kan aan de Raad van Beheer verzoeken tot herregistratie van de kennelnaam over te gaan door deze mede te stellen op de naam van één of meer andere personen. 3. Het in de voorgaande leden bedoelde verzoek wordt slechts ingewilligd indien bij het verzoek een verklaring van de daar bedoelde andere personen wordt gevoegd, waarin zij verklaren met het verzoek in te stemmen. Artikel III.60 1. Op een verzoek tot herregistratie is artikel III.49 van overeenkomstige toepassing. 2. Een besluit tot weigering van een herregistratie wordt met opgave van redenen aan de verzoeker meegedeeld. Artikel III.61 1. De kosten van herregistratie bedragen een bij Tarievenbesluit te bepalen bedrag voor iedere persoon die nog niet als gerechtigde tot de kennelnaam was geregistreerd. Zij moeten tegelijk met het verzoek tot herregistratie aan de Raad van Beheer worden overgemaakt. 2. Indien het verzoek niet wordt ingewilligd, worden de kosten terugbetaald onder vermindering van administratiekosten. 3. Indien het verzoek wordt ingewilligd, ontvangt de verzoeker een nieuw bewijs van registratie. Artikel III.62 1. Een wijziging in het adres van een rechthebbende tot het voeren van een kennelnaam moet worden meegedeeld aan de Raad van Beheer, die deze wijziging in zijn administratie verwerkt. 2. De kosten van verwerking bedragen een bij Tarievenbesluit te bepalen bedrag. Hiertoe ontvangt de rechthebbende een factuur die binnen de daarop gestelde termijn dient te worden voldaan.
Geldig vanaf 1 januari 2016
72
Titel 4
Het rashondenlogboek
Artikel III.63 1. Op verzoek van de Eigenaar of de Fokker is bij de Raad van Beheer een rashondenlogboek verkrijgbaar, waarin gegevens en resultaten van de hond geregistreerd kunnen worden. 2. Het verzoek kan door de Eigenaar of de Fokker schriftelijk of digitaal via de website www.raadvanbeheer.nl bij de Raad van Beheer worden ingediend. 3. Indien de Eigenaar het verzoek doet, dient deze als Eigenaar geregistreerd te staan op de stamboom met hierbij het juiste adres. 4. Indien de adresgegevens van de Eigenaar op het registratiebewijs niet meer correct zijn dient de Eigenaar het registratiebewijs op te sturen voor herregistratie, conform artikel III.29. Bij deze herregistratie kan de Eigenaar aangeven dat hij tegelijkertijd een rashondenlogboek wil bestellen. 5. De Fokker kan het verzoek voor een rashondenlogboek alleen doen tegelijk met het verzoek tot inschrijving in de Nederlandse stamboekhouding. 6. De kosten van een rashondenlogboek bedragen een bij Tarievenbesluit te bepalen bedrag. Zij moeten binnen de in de factuur gestelde termijn aan de Raad van Beheer worden voldaan. Artikel III.64 1. Het rashondenlogboek wordt ingericht volgens een door de Raad van Beheer vastgesteld model. 2. In het rashondenlogboek wordt onderscheid gemaakt tussen gegevens en resultaten die door de Eigenaar zelf mogen worden ingeschreven en gegevens en resultaten die slechts door een daartoe bevoegde persoon mogen worden ingeschreven. 3. Onder bevoegde personen worden verstaan keurmeesters, examinatoren, dierenartsen en de afdeling Gedrag, Gezondheid & Welzijn van de Raad van Beheer. Artikel III.65 1. Opname in het rashondenlogboek van door de Eigenaar zelf ingeschreven gegevens en resultaten levert geen bewijs van de juistheid van deze gegevens en resultaten. 2. Opname in het rashondenlogboek van door een daartoe bevoegde persoon ingeschreven gegevens en resultaten, waarvoor ook een afzonderlijk officieel document wordt afgegeven, levert een vermoeden van juistheid van deze gegevens en resultaten, mits de inschrijving geautoriseerd wordt door de paraaf of handtekening van de bedoelde persoon. Volledig bewijs van de juistheid wordt slechts geleverd door de terzake afgegeven officiële documenten. 3. Opname in het rashondenlogboek van door een daartoe bevoegde persoon ingeschreven gegevens en resultaten, waarvoor geen afzonderlijk officieel document wordt afgegeven, levert volledig bewijs van de juistheid van deze gegevens en resultaten, mits de inschrijving geautoriseerd wordt door de paraaf of handtekening van de bedoelde persoon. Geldig vanaf 1 januari 2016
73
Artikel III.66 1. De Eigenaar draagt er zorg voor, dat slechts juiste gegevens en resultaten in het rashondenlogboek worden ingeschreven. 2. De Eigenaar is verplicht, het rashondenlogboek op eerste vordering van de Raad van Beheer aan deze over te leggen ten einde de juistheid van de daarin opgenomen gegevens te laten controleren. Artikel III.67 1. Op verzoek van de Eigenaar van een in de Nederlandse stamboekhouding ingeschreven hond kan de Raad van Beheer een duplicaat van een afgegeven rashondenlogboek afgeven, indien bij het verzoek aannemelijk wordt gemaakt, dat het oorspronkelijk afgegeven document verloren is gegaan. 2. Door het afgeven van een duplicaat wordt het oorspronkelijk afgegeven rashondenlogboek ongeldig. 3. De kosten van afgifte van het duplicaat bedragen een bij Tarievenbesluit te bepalen bedrag. Hiertoe ontvangt de rechthebbende een factuur die binnen de daarop gestelde termijn dient te worden voldaan. Artikel III.68 1. Op verzoek van de Eigenaar van een in de Nederlandse stamboekhouding ingeschreven hond wordt een duplicaat van een afgegeven rashondenlogboek afgegeven, indien het oorspronkelijk afgegeven document ernstig beschadigd is en dit document bij het verzoek wordt teruggezonden. 2. De kosten van afgifte van het duplicaat bedragen een bij Tarievenbesluit te bepalen bedrag. Hiertoe ontvangt de rechthebbende een factuur die binnen de daarop gestelde termijn dient te worden voldaan.
Geldig vanaf 1 januari 2016
74
Hoofdstuk
IV Exposities
Titel 1
Algemene bepalingen
Artikel IV.1 Vervallen Artikel IV.2 1. De Keurmeester kiest bij het Kwalificeren van de honden uit de volgende kwalificaties: a. uitmuntend: voor honden die zodanig aan de Standaard voldoen dat een geringe afwijking of een kleine fout het ideale rasbeeld niet verstoort en de kwaliteit van de hond zodanig is dat hij voor een kampioenschapsprijs in aanmerking kan komen; b. zeer goed: voor honden die in het algemeen aan de Standaard voldoen maar door enkele onvolkomenheden, die het ideale rasbeeld verstoren, niet voor de kwalificatie “uitmuntend” in aanmerking komen; c. goed: voor honden die nog wel aan de Standaard voldoen maar door verschillende afwijkingen, die het ideale rasbeeld duidelijk verstoren, of door een ernstige fout niet voor een hogere kwalificatie in aanmerking komen; d. matig: voor honden die in te geringe mate aan de Standaard voldoen of door een zeer ernstige fout niet voor een hogere kwalificatie in aanmerking komen. 2. Bij het beoordelen van de honden neemt de keurmeester naast de rasstandaard ook in acht de regels die daarover gemaakt zijn en vastliggen in de Nederlandse “gedragscode voor exterieurkeurmeesters” en de internationale regels vastgesteld door de F.C.I.; 3. Honden die niet aan de Standaard voldoen, die een volgens de Standaard diskwalificerende fout vertonen of ernstige anatomische afwijkingen hebben waardoor de gezondheid van het ras wordt geschaad (onder meer conform de FCI regels), worden gediskwalificeerd. Artikel IV.3 In dit hoofdstuk worden voor de toekenning van prijzen de volgende prijzen onderscheiden: a. kwalificatieprijzen: prijzen die moeten worden toegekend aan iedere hond die een kwalificatie heeft verkregen; b. ereprijzen: prijzen, waarvoor honden meedingen die tot verschillende Rassen, onderscheidenlijk Variëteitsgroepen, behoren, waarbij geen beperkingen mogen worden gesteld maar uitsluitend de kwaliteit van de honden bepalend is voor de uitslag; c. speciale prijzen: prijzen, waarvoor uitsluitend honden kunnen meedingen die tot hetzelfde Ras, onderscheidenlijk dezelfde Variëteitsgroep, behoren; d. clubprijzen: prijzen die door een andere vereniging dan de Organisator worden uitgeloofd; Geldig vanaf 1 januari 2016
75
e. extra prijzen: prijzen die naast de ereprijzen bij de Erekeuringen kunnen worden gewonnen; f. groepsprijzen: prijzen, waarvoor uitsluitend honden kunnen meedingen die in de Fokkerijklasse, de Koppelklasse of de Nakomelingenklasse zijn ingeschreven. Titel 2
Keurmeesters
Artikel IV.4 1. De Keurmeesters worden door de Raad van Beheer benoemd onder vermelding van het Ras of de Rassen waarvoor zij bevoegd zijn te keuren. 2. Een benoeming kan voor een bepaalde periode worden verleend. Aan het einde van die periode besluit de Raad van Beheer de benoeming definitief te verlenen, de periode te verlengen of de benoeming in te trekken. 3. De Raad van Beheer kan bepalen dat alleen zij voor benoeming tot Keurmeester in aanmerking komen, die met goed gevolg één of meer examens hebben afgelegd. In dat geval bepaalt de Raad van Beheer de exameneisen en de wijze waarop en door wie het examen wordt afgenomen. 4. Door de aanvaarding van de benoeming aanvaardt de Keurmeester de rechtsmacht van de Raad van Beheer en de werking van dit Reglement en van de door of vanwege de Raad van Beheer vastgestelde andere reglementen. 5. De Raad van Beheer heeft de mogelijkheid een benoeming te verlenen tot Erekeurmeester. Artikel IV.5 1. Tot Keurmeester wordt, ondanks het met goed gevolg afleggen van de in artikel IV.4, derde lid, bedoelde examens, niet benoemd degene, die naar het oordeel van de Raad van Beheer ongeschikt is voor het keurmeesterschap. 2. De Raad van Beheer kan degene, die a. een op het maken van winst gericht bedrijf uitoefent waarin honden worden verhandeld of andere activiteiten, gericht op de hondensport, worden ondernomen, dan wel rechtstreeks of indirect in of voor een zodanig bedrijf werkzaam is of daarin belangen heeft; b. honden ter dekking aanbiedt ten einde winst te behalen; c. een beroep of bedrijf uitoefent, dat gericht is op de behandeling, opvoeding, training of verzorging van honden, een en ander ter beoordeling van de Raad van Beheer, ongeschikt achten voor het keurmeesterschap indien het betreffende beroep, bedrijf of de activiteiten van betrokkene aantoonbaar onverenigbaar kunnen worden geacht met het keurmeesterschap. 3. Bij een besluit tot weigering van een benoeming tot Keurmeester op grond van het tweede lid wordt de reden van ongeschiktheid aan de betrokkene medegedeeld.
Geldig vanaf 1 januari 2016
76
Artikel IV.6 1. Een benoeming tot Keurmeester kan door de Raad van Beheer worden ingetrokken indien betrokkene activiteiten gaat ontwikkelen als bedoeld in artikel IV.5, tweede lid onder a tot en met c. 2. Een benoeming tot Keurmeester wordt door de Raad van Beheer ingetrokken ingevolge een uitspraak van het Tuchtcollege. Indien het Tuchtcollege aan betrokkene de straf heeft opgelegd van tijdelijke ontneming van de bevoegdheid om als Keurmeester op te treden, dan wordt de benoeming van betrokkene slechts voor de door het Tuchtcollege bepaalde termijn ingetrokken. 3. Een benoeming tot Keurmeester kan door de Raad van Beheer worden ingetrokken indien de Keurmeester verzuimt deel te nemen aan het aangeboden nascholingsprogramma. 4. Een besluit tot intrekking als bedoeld in het eerste lid wordt niet genomen dan nadat de betrokkene schriftelijk van het voornemen daartoe in kennis is gesteld en in de gelegenheid is gesteld schriftelijk zijn opvatting over dat voornemen ter kennis van de Raad van Beheer te brengen. 5. Een besluit tot intrekking als bedoeld in het eerste lid wordt onder opgave van redenen aan de betrokkene meegedeeld. Artikel IV.7 1. Een Keurmeester mag slechts in het buitenland keuren met voorafgaande toestemming van de Raad van Beheer, zulks ongeacht of de keuring al dan niet een Ras dan wel een bepaalde discipline betreft ten aanzien waarvan aan de Keurmeester, blijkens vermelding als bedoeld in artikel IV.4 eerste lid, door de Raad van Beheer keuringsbevoegdheid is verleend. Het verzoek moet tijdig schriftelijk bij de Raad van Beheer worden ingediend. 2. Exterieurkeurmeesters zoals beschreven in artikel I.4 onder k, zijn van de verplichting tot het vooraf aanvragen van toestemming voor een keuring in het buitenland uitgesloten. Zij zijn zelf verantwoordelijk voor het aanvaarden van een keuring die valt binnen hun bevoegdheid en voor het aanvaarden van een keuring bij een door de Raad van Beheer, bij de FCI en/of door de FCI erkende buitenlandse organisatie. Artikel IV.8 De Raad van Beheer zal slechts goedkeuring verlenen voor het optreden van een buitenlandse Keurmeester in Nederland, indien aan de Raad van Beheer gebleken is dat deze Keurmeester in zijn land bevoegd geacht wordt het betrokken Ras of de betrokken Rassen te keuren. Artikel IV.9 1. Een Keurmeester mag een hond waarvan hij of één zijner huisgenoten of familieleden tot in de tweede graad Eigenaar of Mede-eigenaar is, niet keuren. 2. Een Keurmeester mag op een Tentoonstelling waar hij keurt, geen honden in de erering voorbrengen. 3. Een Keurmeester mag een hond die wordt voorgebracht door één zijner huisgenoten Geldig vanaf 1 januari 2016
77
of familieleden tot in de tweede graad niet keuren. Titel 3
Exposities algemeen
Afdeling 1
Algemene bepalingen
Artikel IV.10 Deze titel is van toepassing op alle Exposities. Artikel IV.11 1. Alle bijeenkomsten, onder welke benaming ook georganiseerd, waarmee beoogd wordt de deelnemende honden naar schoonheidswaarde te plaatsen en die niet zijn Tentoonstellingen of Kampioenschapsclubmatches worden voor de toepassing van dit hoofdstuk als Clubmatches aangemerkt. 2. De Raad van Beheer kan aan een vergunning voor een bijeenkomst als in het eerste lid bedoeld bijzondere voorwaarden verbinden en bepalen, dat dit hoofdstuk op die bijeenkomst geheel of gedeeltelijk niet van toepassing is. 3. Het eerste lid is niet van toepassing, indien uitsluitend honden kunnen deelnemen die de leeftijd van 24 maanden nog niet hebben bereikt, die eigendom zijn van leden van de organiserende Aangesloten Vereniging en geen inschrijfgeld, onder welke benaming ook, behoeft te worden betaald. Artikel IV.12 Organisatoren mogen geen prijzen accepteren of op enigerlei andere wijze medewerking aanvaarden van niet Aangesloten Kynologische Verenigingen of van andere rechtspersonen of groepen van personen die actief zijn op het gebied van een of meer takken van hondensport. Afdeling 2
Voorwaarden voor het organiseren
Artikel IV.13 1. Voor het organiseren van een Expositie is de voorafgaande schriftelijke vergunning van de Raad van Beheer vereist. 2. Een vergunning als bedoeld in het eerste lid wordt alleen verleend aan een Aangesloten Vereniging, met dien verstande dat voor het organiseren van een Tentoonstelling ook vergunning kan worden verleend aan een combinatie van Aangesloten Verenigingen, mits deze combinatie rechtspersoonlijkheid bezit. 5. De Organisator dient te voldoen aan de lijst van “Criteria en Voorwaarden Tentoonstellingen”, die door het Bestuur van de Raad van Beheer in overleg met de tentoonstellingsgevende verenigingen is vastgesteld. 6. De FCI reglementen betreffende Exposities alsmede de FCI reglementen betreffende Keurmeesters gelden voor alle onder de auspiciën van de Raad van Beheer georganiseerde Exposities, behoudens een bij wege van de Raad van Beheer verleende bijzondere ontheffing. Geldig vanaf 1 januari 2016
78
Artikel IV.14 1. Het verzoek om vergunning wordt door de Organisator bij de Raad van Beheer ingediend onder vermelding van de aard en omvang van de te organiseren Expositie en de plaats waar en het tijdstip waarop men de Expositie zou willen houden. 2. Het verzoek om vergunning kan door de Organisator schriftelijk of middels de website van de Raad van Beheer www.kennelclub.nl bij de Raad van Beheer worden ingediend. 3. De Raad van Beheer kan tegelijk met het verlenen van de vergunning bepalen dat op de expositie een Honden Welzijn Team actief zal zijn. De Organisator dient deze Officials alle medewerking te verlenen om hun taak naar behoren te kunnen uitoefenen. Afdeling 3
Inschrijving en toelating
Artikel IV.15 Voor een Expositie kunnen slechts honden worden ingeschreven: a. die op de dag van de inschrijving zijn ingeschreven in de Nederlandse stamboekhouding; b. waarvoor op de dag van de inschrijving de inschrijving in de Nederlandse stamboekhouding is aangevraagd en niet is geweigerd; c. die, indien de Eigenaar in het buitenland woonachtig is, op de dag van de inschrijving zijn ingeschreven in een door de F.C.I. erkende buitenlandse stamboekhouding. d. waarvoor op de dag van de inschrijving, indien de Eigenaar in het buitenland woonachtig is, de inschrijving in een door de F.C.I. erkende buitenlandse stamboekhouding is aangevraagd en niet is geweigerd. De Eigenaar dient een schriftelijk bewijs van de aanvraag bij de inschrijving te overleggen. Artikel IV.16 1. De individuele Klassen van deelneming worden als volgt gedefinieerd, waarbij geldt dat voor de bepaling van de leeftijd de datum waarop de hond wordt geshowd, beslissend is: a. Jongste puppy klasse: voor honden die de leeftijd van 4 maanden hebben bereikt en de leeftijd van 6 maanden nog niet hebben bereikt; b. Puppyklasse: voor honden die de leeftijd van 6 maanden hebben bereikt en de leeftijd van 9 maanden nog niet hebben bereikt; c. Jeugdklasse: voor honden die de leeftijd van 9 maanden hebben bereikt en de leeftijd van 18 maanden nog niet hebben bereikt; d. Tussenklasse: voor honden die de leeftijd van 15 maanden hebben bereikt en de leeftijd van 24 maanden nog niet hebben bereikt; e. Open klasse: voor honden die de leeftijd van 15 maanden hebben bereikt; f. Gebruikshondenklasse: voor honden die de leeftijd van 15 maanden hebben bereikt en waarvoor de Raad van Beheer of, indien de Eigenaar in het buitenland woonachtig is, door het desbetreffende verwante lichaam een verklaring als Geldig vanaf 1 januari 2016
79
bedoeld in artikel IV.21 lid 1 is afgegeven; g. Kampioensklasse: voor honden die de leeftijd van 15 maanden hebben bereikt en die een nationale of internationale F.C.I. Kampioenstitel, dan wel door een door de F.C.I. erkende partner kennelclub verstrekte nationale Kampioenstitel; h. Fokkersklasse: honden die de leeftijd van 9 maanden hebben bereikt en die door de Exposant zijn gefokt; i. Veteranenklasse: voor honden die de leeftijd van 8 jaar hebben bereikt. 2. De Collectieve Klassen van deelneming worden als volgt gedefinieerd: a. Fokkerijklasse: minimum drie en maximaal 5 honden van hetzelfde Ras en Variëteit, ongeacht het geslacht gefokt door dezelfde persoon, niet noodzakelijkerwijze in diens Eigendom; b. Koppelklasse: een reu en een teef van hetzelfde Ras en dezelfde Variëteit waarvan dezelfde persoon Eigenaar is; c. Nakomelingenklasse: deze bestaat uit een reu of teef met minimaal drie en maximaal vijf van zijn/haar nakomelingen uit de eerste generatie. 3.De Organisator van een Clubmatch, Kampioenschapsclubmatch, of een Tentoonstelling waar (inter)nationale Kampioenschapsprijzen behaald kunnen worden, kan voor de inschrijving van de honden een keuze maken uit de Klassen conform hieronder staande model. De als “V” vermelde Klassen zijn verplicht, de als “O” vermelde Klassen zijn optioneel. Iedere Klasse dient voor reuen en teven afzonderlijk te worden opengesteld: Klassen CAC CACIB KCM Jongste puppy klasse O O O Puppyklasse O O O Jeugdklasse V V V Tussenklasse V V V Open klasse V V V Gebruikshondenklasse V V V Kampioensklasse V V V Veteranenklasse V V V Fokkersklasse NVT NVT O Collectieve klassen: Fokkerijklasse O O O Koppelklasse O O O Nakomelingenklasse O O O * alleen verplicht bij een Clubmatch georganiseerd door een Aangesloten Rasvereniging.
CM O O V V V V V* V O O O O
Het CAC wordt niet toegekend aan de Jongste puppy klasse en de Puppyklasse. Het CACIB wordt niet toegekend aan de Jongste puppy klasse, Puppyklasse, Jeugdklasse en Veteranenklasse. 4. Indien een Ras in Variëteitsgroepen is verdeeld, worden de opengestelde Klassen voor iedere Variëteitsgroep afzonderlijk opengesteld. Geldig vanaf 1 januari 2016
80
Artikel IV.17 1. Een hond kan slechts voor een Expositie worden ingeschreven door het inschrijfformulier volledig ingevuld en ondertekend aan de Organisator in te zenden en het inschrijfgeld over te maken op de wijze als op het inschrijfformulier is aangegeven. 2. Op het inschrijfformulier moet de Exposant verklaren: a. dat hij door inschrijving de rechtsmacht van de Raad van Beheer en de werking van het Kynologisch Reglement aanvaardt, en geacht mag worden bekend te zijn met dit Reglement; b. dat de door hem ingeschreven hond, voor zover hem bekend is, gedurende de laatste twaalf weken niet heeft verkeerd in omstandigheden waardoor gevaar voor besmetting met hondenziekte of enige andere besmettelijke ziekte te vrezen valt, en dat hij de hond niet zal inzenden indien de bedoelde omstandigheden zich alsnog mochten voordoen. c. dat de door hem ingeschreven hond in Nederland is geboren en na 31 augustus 2001 niet aan de staart gecoupeerd is of dat de door hem ingeschreven hond niet aan de staart gecoupeerd is en in het buitenland is geboren nadat daar een wettelijk coupeerverbod van kracht is geworden, dan wel dat hij ten aanzien van deze hond beschikt over een “Medische verklaring geamputeerde staart of geboorte staartloze pup”. d. dat de door hem ingeschreven hond niet aan de oren is gecoupeerd en in Nederland geboren na 30 april 1989 of dat de door hem ingeschreven hond niet aan de oren is gecoupeerd en in het buitenland is geboren nadat aldaar een wettelijk coupeerverbod van kracht is geworden dan wel dat de door hem ingeschreven hond niet aan de oren is gecoupeerd en in het buitenland geboren is na 30 september 1996. e. dat de door hem ingeschreven hond voldoende is geënt, middels (reguliere) vaccinaties waarvan de geldigheid aantoonbaar is. Artikel IV.18 1. Indien het inschrijfgeld op de daarvoor gestelde datum niet is ontvangen, kan de inschrijving worden geweigerd. 2. Als de inschrijving niet is geweigerd kan de toelating worden geweigerd, indien ten tijde van de toelating het inschrijfgeld nog steeds niet is ontvangen. 3. De inschrijving kan eveneens worden geweigerd, indien op grond van het gedrag van de Exposant bij vorige Exposities ernstig rekening moet worden gehouden met de mogelijkheid dat hij het inschrijfgeld niet zal betalen of zich anderszins zal misdragen. 4. De inschrijving wordt in ieder geval geweigerd indien de exposant of zijn hond gediskwalificeerd is ten tijde van de expositie waarvoor is ingeschreven. 5. Inschrijvingen mogen voor het overige slechts worden geweigerd op grond van dit hoofdstuk. Artikel IV.19 Geldig vanaf 1 januari 2016
81
1. Indien een ingeschreven hond wegens ziekte of om andere redenen niet op de Expositie aanwezig is, wordt het inschrijfgeld niet terugbetaald. 2. Honden die met toepassing van artikel IV.24, vierde lid, wegens vrees voor besmettingsgevaar zijn afgezonderd, worden geacht niet aanwezig te zijn. Artikel IV.20 1. Een hond kan slechts voor een Expositie worden ingeschreven door degene, die op de dag van de inschrijving Eigenaar van de hond is. 2. Indien een hond vóór de dag van de Expositie op naam van een andere Eigenaar wordt overgeschreven, moet de inschrijver daarvan mededeling doen aan de Organisator. Artikel IV.21 1. Indien een hond voor de Gebruikshondenklasse wordt ingeschreven, moet bij het inschrijfformulier een verklaring van de Raad van Beheer of, indien de Exposant niet in Nederland woonachtig is, van het desbetreffende verwante lichaam worden gevoegd, waaruit blijkt dat de hond voor de Gebruikshondenklasse mag worden ingeschreven. Bij ontbreken van deze verklaring wordt de hond in de Open klasse ingeschreven. 2. Indien een hond voor de Kampioensklasse wordt ingeschreven, moet bij het inschrijfformulier een fotocopie worden gevoegd, waaruit de toekenning van de desbetreffende titel blijkt. Bij ontbreken van deze fotocopie wordt de hond in de Open klasse ingeschreven. 3. Door de Raad van Beheer wordt een verklaring als bedoeld in het eerste lid afgegeven voor honden waarvan de Eigenaar in Nederland woonachtig is en die: a. als zij geen jacht- of windhonden zijn, zijn geslaagd krachtens Titel 4 van Hoofdstuk V gereglementeerd examen of in het buitenland een prestatie hebben geleverd waarvoor het desbetreffende verwante lichaam voor honden van eigen ingezetenen een dergelijke verklaring desgewenst afgeeft; b. als zij jachthonden zijn, op een nationale of internationale kampioenschapsveldwedstrijd, een novice-veldwedstrijd of een jeugd-veldwedstrijd, die in Nederland werd gehouden onder auspiciën van de Commissie Jachthonden, een kwalificatie “uitmuntend”, “zeer goed”, “goed” of een certificaat van natuurlijke aanleg (C.Q.N.) hebben behaald of in het buitenland een prestatie hebben geleverd waarvoor het desbetreffende verwante lichaam voor honden van eigen ingezetenen een dergelijke verklaring desgewenst afgeeft; c. als zij windhonden zijn, in het bezit zijn van een geldige start- of coursinglicentie én hebben deelgenomen aan minimaal vier wedstrijden in een periode van meer dan 1 jaar en 1 dag, alsmede minimaal tweemaal zijn geëindigd bij de eerste helft van de deelnemende honden tijdens een ren/coursing, die werd gehouden onder auspiciën van de F.C.I., van de Raad van Beheer of van een door de FCI erkend lichaam en wel in de klasse, waarin het Certificat d’Aptitude au Championat de Lévriers (C.A.C.I.L.) kan worden behaald, waarbij de hond in het geval van coursings minimaal 75% van het maximum aantal punten heeft behaald.
Geldig vanaf 1 januari 2016
82
Artikel IV.22 Uit het buitenland afkomstige honden moeten tegen hondsdolheid zijn ingeënt. Dit moet met een geldig entingscertificaat aangetoond kunnen worden. Artikel IV.23 1. De volgende honden mogen tot de gebouwen en de terreinen van de Expositie worden toegelaten: a. Honden die voor de Expositie zijn ingeschreven; b. Honden die aan een wedstrijd of demonstratie zullen deelnemen; c. Honden die niet voor de Expositie zijn ingeschreven maar door de Eigenaar -naast de ingeschreven hond(en)- zijn meegebracht. Het aantal niet ingeschreven honden per Exposant bedraagt maximaal twee; d. Honden van bezoekers. Dit is alleen toegestaan indien de organisatie hiertoe voor de aanvang van de Expositie besloten heeft en hier toestemming voor heeft gevraagd en verkregen bij het aanvragen van de Expositie. Per bezoeker mag maximaal één hond worden toegelaten. 2. De eigenaren van de in lid 1 sub b, c en d genoemde honden dienen zich te houden aan de regels zoals gesteld in het Kynologisch Reglement en die gelden voor onder andere gedrag en gezondheid. De honden die niet geëxposeerd worden zullen op verzoek van de organisatie aan een veterinair onderzoek onderworpen dienen te worden. De organisatie kan de honden op basis van hun gedrag dan wel het gedrag van hun Eigenaar doen verwijderen. 3. Voor de in lid 1 sub c en d genoemde honden en hun eigenaren kan de Raad van Beheer een apart reglement opstellen. Alvorens de Raad van Beheer dit vaststelt, wordt advies gevraagd van de tentoonstellinggevende verenigingen in Nederland. Artikel IV.24 1. Alvorens de honden en de honden die aan een wedstrijd of demonstratie zullen deelnemen, tot de gebouwen en terreinen van de Expositie worden toegelaten, dienen de eigenaren schriftelijk, middels ondertekening van het inschrijfformulier aan te tonen dat de honden beschermd zijn tegen besmettelijke ziekten, middels (reguliere) vaccinaties, waarvan de geldigheid aantoonbaar is. 2. Bij Exposities die niet vallen onder artikel I.4 onder ‘ac’ en artikel I.4 onder ‘am’ behoeft geen dierenarts aanwezig te zijn. Wel dient er in de buurt van de Expositie een praktijkhoudende dan wel wonende dierenarts geïnformeerd te zijn dat een Expositie aldaar wordt gehouden. Indien zich een spoedgeval voordoet dient een dierenarts binnen een kwartier aanwezig te kunnen zijn. 3. Bij Exposities die vallen onder artikel I.4 onder ‘ac’ en artikel I.4 onder ‘am’ dient: a. Een dierenarts van 08.00 uur tot 10.00 uur bij het binnenlaten van de ingeschreven honden aanwezig te zijn. De dierenarts beslist bij de ingang van de Expositie of een hond nader onderzocht dient te worden; b. een dierenarts gedurende de duur van de gehele Expositie in de gebouwen en/of op de terreinen van de Exposities aanwezig te zijn, dan wel dient een dierenarts voor een spoedgeval binnen een kwartier aanwezig te kunnen zijn Geldig vanaf 1 januari 2016
83
4. Voor alle Exposities geldt dat, voor honden die niet in de catalogus zijn ingeschreven, maar toch tot de Expositieruimte worden toegelaten, de eigenaren aan de ingang een verklaring dienen te ondertekenen, dat de hond beschermd is tegen besmettelijke ziekten, middels (reguliere) vaccinaties waarvan de geldigheid aantoonbaar is. 5. Voor alle Exposities geldt dat de Organisator zorg draagt voor een mogelijkheid tot quarantaine, zodat bij besmettingsgevaar de betrokken hond terstond kan worden afgezonderd. 6. Voor alle Exposities geldt, dat de Organisator zorg draagt voor de aanwezigheid van een dierenambulance ter plaatse of zorg draagt voor de aanwezigheid van de dierenambulance binnen een kwartier. 7. Voor alle Exposities geldt dat beslissingen van de dierenarts bindend zijn. Artikel IV.25 1. De Organisator kan de toelating van Kwaadaardige honden weigeren. 2. Indien eerst tijdens de Expositie blijkt dat een toegelaten hond kwaadaardig is, dan kan de Organisator deze hond alsnog doen verwijderen. Het inschrijfgeld wordt niet terugbetaald. 3. De Keurmeester kan een naar zijn oordeel Kwaadaardige hond Diskwalificeren en uit de ring zenden zonder deze (verder) te keuren. 4. De Keurmeester kan de ringmeester verzoeken een hond ten aanzien waarvan artikel VI.17 overtreden wordt, uit de ring te zenden. Deze hond wordt niet (verder) gekeurd. Afdeling 4
Catalogus
Artikel IV.26 De catalogus van een Expositie houdt in ieder geval in: a. de namen van de leden van het bestuur van de Organisator en van de eventuele gedelegeerde van de Raad van Beheer; b. de namen van de honden met hun Nederlands of buitenlands registratiekenmerk, hun titels als bedoeld in artikel III.34, hun geboortedatum, de naam van de Fokker, de namen van de beide ouderdieren en de naam van de Eigenaar; c. een alfabetische lijst van de namen en volledige adressen van de Exposanten, met vermelding van de nummers waaronder hun honden voor de Expositie zijn ingeschreven; d. de namen van de Keurmeesters. Artikel IV.27 1. In de catalogus van een Expositie mogen alle in artikel III.34, derde lid, bedoelde titels in afkorting achter de naam van de hond worden vermeld, ook als zij in de stamboekhouding in code zijn vermeld. Ook buitenlandse nationale werkkampioenstitels mogen in de catalogus in afkorting achter de naam van de hond worden vermeld. De Raad van Beheer kan bepalen op welke wijze de afkorting moet plaats vinden. Geldig vanaf 1 januari 2016
84
2. Kennelnamen die niet in het register van kennelnamen zijn opgenomen, mogen niet in de catalogus van een Expositie worden vermeld. 3. De namen van mede-eigenaren als bedoeld in artikel III.18, eerste lid, worden in de catalogus na de naam van de Eigenaar vermeld, indien zij uit het inschrijfformulier blijken. Mede-eigenaren worden niet in de alfabetische lijst van Exposanten opgenomen. Artikel IV.28 Vervallen Afdeling 5
Gang van zaken tijdens de Expositie
Artikel IV.29 1. Gediskwalificeerd worden: a. honden die aan beide ogen blind of aan beide oren doof zijn; b. reuen, die niet in het bezit zijn van twee normale testikels, die volledig in het scrotum zijn ingedaald, tenzij deze uitsluitend voor een wedstrijd of demonstrati e zijn ingeschreven; c. aan de oren gecoupeerde honden die in Nederland geboren zijn na 30 april 1989 of aan de oren gecoupeerde honden die in het buitenland zijn geboren nadat aldaar een wettelijk coupeerverbod van kracht is geworden dan wel aan de oren gecoupeerde honden die in het buitenland geboren zijn na 30 september 1996; d. aan de staart gecoupeerde honden, die in Nederland geboren zijn na 31 augustus 2001 of aan de staart gecoupeerde honden die in het buitenland zijn geboren nadat aldaar een wettelijk coupeerverbod van kracht geworden is, tenzij ten aanzien van deze honden een “Medische verklaring geamputeerde staart of geboorte staartloze pup” wordt overlegd. 2. De Organisator kan honden als bedoeld in het eerste lid onder b, c en d, die in strijd met artikel IV.24 tot de Expositie zijn toegelaten, onderscheidenlijk in strijd met artikel IV.17 lid 2 onder c en d voor de Expositie zijn ingeschreven, alsnog doen verwijderen. Artikel IV.30 1. Indien door of namens het bestuur van de Organisator of door de gedelegeerde van de Raad van Beheer of door een Official geconstateerd wordt, dat een Exposant of een voorbrenger van een ingeschreven hond, dan wel één of meer van degenen die hem vergezellen, zich niet houden aan de bepalingen van dit Reglement of aan door of namens het bestuur van de Organisator gegeven aanwijzingen, dan kan dit bestuur besluiten dat de betrokken hond of honden uitgesloten worden van iedere kwalificatie en plaatsing. Het bestuur kan deze honden eveneens doen verwijderen. 2. Indien de Raad van Beheer voor de Expositie een gedelegeerde heeft aangewezen, neemt het bestuur van de Organisator een besluit als in het eerste lid bedoeld slechts in overeenstemming met deze gedelegeerde. 3. Ten tijde van het in het eerste lid bedoelde besluit reeds toegekende kwalificaties en plaatsingen komen alsnog te vervallen. Reeds uitgereikte prijzen kunnen worden Geldig vanaf 1 januari 2016
85
teruggevorderd. 4. Tegen een besluit als in het eerste lid bedoeld, is geen Beroep mogelijk. Artikel IV.31 1. Honden, die behoren tot Rassen, waarbij het gebruik bestaat of bestond om staarten te couperen en die de staart in natuurlijke staat hebben behouden, mogen om die reden bij de keuringen niet achtergesteld worden bij honden die wel gecoupeerd zijn. 2. Honden, die behoren tot Rassen, waarbij het gebruik bestaat of bestond om oren te couperen en die de oren in natuurlijke staat hebben behouden, mogen om die reden bij de keuringen niet achtergesteld worden bij honden die wel gecoupeerd zijn. Artikel IV.32 1. Indien een ingeschreven hond eenmaal op de Expositie aanwezig is, mag deze niet onttrokken worden aan enige keuring waarvoor hij krachtens de gang van zaken op de Expositie in aanmerking komt. 2. De secretaris van de Organisator kan op grond van bijzondere omstandigheden dispensatie van het eerste lid verlenen. 3. De in het tweede lid bedoelde dispensatie is niet vereist indien een andere dan de aangekondigde Keurmeester optreedt. Deze dispensatie is echter wel vereist indien de Organisator de wijziging ten minste twee weken vóór de eerste dag van de Expositie schriftelijk aan alle betrokken Exposanten heeft meegedeeld. 4. Indien een Exposant in het geval, bedoeld in de eerste zin van het derde lid, niet alle door hem ingeschreven honden wil terugtrekken, dan moet hij, vóór de eerste van deze honden wordt gekeurd, op het secretariaat meedelen welke hond of honden hij wil terugtrekken. In dat geval wordt voor de teruggetrokken hond of honden het inschrijfgeld terugbetaald. Artikel IV.33 1. De Keurmeester kan de beoordeling van de hem ter keuring toegewezen honden niet geheel of gedeeltelijk aan anderen overlaten of anderen daarbij betrekken. 2. De Keurmeester kan degene die de hond voorbrengt, verzoeken hem het gebit van de hond te tonen. Wanneer aan dit verzoek niet of naar het oordeel van de Keurmeester niet in voldoende mate wordt voldaan, dan kan de Keurmeester met goedvinden van de Exposant zelf de nodige maatregelen nemen om het gebit te beoordelen. Artikel IV.34 1. Tijdens de keuring mogen alleen de Keurmeester, de ringfunctionarissen en degenen die de te keuren honden voorbrengen, in de ring aanwezig zijn. 2. In afwijking van het eerste lid hebben gedelegeerden van de Raad van Beheer te allen tijde toegang tot alle ringen. Daarnaast hebben de Officials die deel uit maken van het Honden Welzijn Team toegang tot alle ringen indien het vermoeden bestaat dat er sprake is van misstanden op het gebied van hondenwelzijn. Artikel IV.35 Geldig vanaf 1 januari 2016
86
1. De ringmeester is belast met de handhaving van de orde in de ring en de zorg voor de naleving van alle bij of krachtens dit Reglement terzake gegeven voorschriften. 2. De overige ringfunctionarissen zijn de Keurmeester behulpzaam bij het schrijven van zijn keurverslag of zijn belast met de administratieve verwerking van de resultaten van de keuring. 3. Exposanten mogen niet als ringfunctionaris optreden bij de Keurmeester die hun honden moet beoordelen. Ringfunctionarissen mogen in hun ring geen honden voorbrengen. 4. De Officials die deel uit maken van het Honden Welzijn Team zijn belast met het signaleren van mogelijke misstanden op het gebied van hondenwelzijn, zowel binnen als buiten de ring. Artikel IV.36 Keurmeesters en personen in dienst van de Raad van Beheer hebben op vertoon van een door de Raad van Beheer verstrekt legitimatiebewijs vrije toegang tot alle Exposities. Afdeling 6
Prijzen
Artikel IV.37 De Organisator mag de beschikbaarstelling door derden van ereprijzen, speciale prijzen, clubprijzen, extra prijzen en groepsprijzen aanvaarden, mits deze beschikbaarstelling niet in strijd is met artikel IV.12 en ook overigens de belangen van de kynologie of van de Expositie niet worden geschaad. Artikel IV.38 Als ereprijs mogen geen geldbedragen beschikbaar worden gesteld. Artikel IV.39 Speciale prijzen mogen slechts worden uitgeloofd, indien daaraan niet zodanig beperkende bepalingen worden verbonden dat zij niet geacht kunnen worden in het belang van het Ras, onderscheidenlijk de Variëteitsgroep, te zijn, en indien voor de toekenning daarvan geen extra keuringen nodig zijn. Artikel IV.40 1. Clubprijzen en prijzen waaraan een zodanig beperkende bepaling wordt verbonden dat zij als reclame voor de gever moeten worden beschouwd, mogen slechts worden uitgeloofd indien voor de toekenning daarvan geen extra keuringen nodig zijn. 2. De in het eerste lid bedoelde prijzen moeten na afloop van de desbetreffende keuring door of namens de gever worden uitgereikt. Artikel IV.41 Aan een eenmaal uitgeloofde en in de catalogus vermelde prijs mag geen andere bestemming worden gegeven, noch mag deze worden ingetrokken.
Geldig vanaf 1 januari 2016
87
Artikel IV.42 De Organisator biedt op de dag van de Expositie aan de Exposanten gelegenheid om prijzen en diploma’s in ontvangst te nemen. Artikel IV.43 Voor een toegekende Nederlandse kampioenschapsprijs stelt de Raad van Beheer een diploma beschikbaar. Afdeling 7
Titels
Artikel IV.44 1. De titel “Kampioen” wordt toegekend aan de hond die vier Nederlandse kampioenschapsprijzen heeft behaald, mits de laatste Nederlandse kampioenschapsprijs is behaald op of na de dag waarop de hond de leeftijd van 27 maanden heeft bereikt, of a. Indien de hond vóór het bereiken van deze leeftijd reeds vier of meer Nederlandse kampioenschapsprijzen heeft behaald, na het bereiken van die leeftijd een Nederlandse reserve-kampioenschapsprijs is behaald, en b. De vereiste Nederlandse kampioenschapsprijzen door ten minste twee Keurmeesters zijn toegekend. 2. Voor de toepassing van het eerste lid telt een Nederlandse kampioenschapsprijs behaald op een Winnertentoonstelling voor twee Nederlandse kampioenschapsprijzen. 3. Voor de toepassing van het eerste lid telt een Nederlandse kampioenschapsprijs behaald op een Kampioenschapsclubmatch voor twee kampioenschapsprijzen, indien tijdens de Kampioenschapsclubmatch tenminste 20 honden van het desbetreffende Ras, onderscheidenlijk de desbetreffende Variëteitsgroep zijn ingeschreven, en tenminste 16 honden aan de keuringen deelnemen, inschrijvingen in een eventuele Puppy- of Jongste puppy klasse niet meegerekend. 4. Voor de toepassing van het eerste lid telt een Nederlandse kampioenschapsprijs behaald op een Kampioenschapsclubmatch voor één kampioenschapsprijs, indien tijdens de Kampioenschapsclubmatch minder dan 20 honden van het desbetreffende Ras, onderscheidenlijk de desbetreffende Variëteitsgroep zijn ingeschreven, dan wel minder dan 16 honden aan de keuringen deelnemen, inschrijvingen in een eventuele puppy- of Jongste puppy klasse niet meegerekend. 5. Het gestelde in de leden 2 en 3 mag voor dezelfde hond slechts één maal worden toegepast. 6. Voor de toepassing van het eerste lid telt een Nederlandse reservekampioenschapsprijs, behaald op een Kampioenschapsclubmatch, waarbij de kampioenschapsprijs dubbel telt, voor één Nederlandse kampioenschapsprijs. 7. Voor de toepassing van het eerste lid tellen vier of meer Nederlandse reservekampioenschapsprijzen voor één Nederlandse kampioenschapsprijs, ongeacht het tijdstip waarop deze reserve-kampioenschapsprijzen zijn behaald. 8. De titel “Nederlands jeugdkampioen” wordt verleend aan de reu, onderscheidenlijk de teef die in de Jeugdklasse op een Nederlandse CAC en/of CACIB show of een Geldig vanaf 1 januari 2016
88
Kampioenschapsclubmatch in de Jeugdklasse drie maal een eerste plaats met “uitmuntend” behaald heeft onder minimaal twee verschillende Keurmeesters. De titel “Nederlands jeugdkampioen” levert één Nederlandse kampioenschapsprijs op. 9. De titel “veteranenkampioen” wordt verleend aan de reu, onderscheidenlijk de teef die in de Veteranenklasse op een Nederlandse CAC en/of CACIB show of een Kampioenschapsclubmatch in de Veteranenklasse drie maal een eerste plaats met “uitmuntend” behaald heeft onder minimaal twee verschillende Keurmeesters. De titel Nederlands Veteranenkampioen levert één Nederlandse Kampioenschapsprijs op. Artikel IV.45 1. Bij het toekennen van de titel “Kampioen” stelt de Raad van Beheer aan de Eigenaar van de hond een kampioenskruis en diploma beschikbaar. 2. Teneinde de oorkonde te ontvangen, behorende bij de titel “Jeugdkampioen” of “Veteranenkampioen” dient de Eigenaar van de desbetreffende hond de bewijzen dat de hond recht heeft op één dezer titels aan de Raad van Beheer te verzenden en vervolgens de door de Raad van Beheer verstuurde factuur met het bij Tarievenbesluit bepaalde bedrag binnen de in de factuur vermelde termijn te voldoen. Artikel IV.46 1. De titel “Internationaal Kampioen” wordt toegekend aan de hond die, indien hij niet behoort tot de door de F.C.I. aangewezen jacht- of gebruikshondenrassen, vier internationale kampioenschapsprijzen heeft behaald, mits a. deze prijzen zijn behaald in ten minste drie verschillende landen onder ten mi nste drie verschillende Keurmeesters, en b. vervallen c. de laatste internationale kampioenschapsprijs ten minste twaalf maanden na het behalen van de eerste internationale kampioenschapsprijs is behaald, en d. de desbetreffende hond staat ingeschreven in het hoofdstamboek en derhalve een volledige drie-generatieafstamming bezit. 2. De titel “Internationaal Kampioen” wordt toegekend aan de hond, die, indien hij behoort tot de door de F.C.I. aangewezen jacht- of gebruikshondenrassen, twee internationale kampioenschapsprijzen heeft behaald, mits a. deze prijzen zijn behaald in twee verschillende landen onder twee verschillende Keurmeesters, en b. de laatste internationale kampioenschapsprijs ten minste twaalf maanden na het behalen van de eerste internationale kampioenschapsprijs is behaald, en c. de hond ten minste de kwalificatie “goed” heeft behaald op een nationale veldwedstrijd dan wel het IPO I-examen met goed gevolg heeft afgelegd, en d. de desbetreffende hond staat ingeschreven in het hoofdstamboek en derhalve een volledige drie-generatieafstamming bezit. Artikel IV.46A 1. De titel “Benelux Champion” wordt toegekend aan de hond die drie Benelux Winner Geldig vanaf 1 januari 2016
89
titels heeft behaald, mits a. deze prijzen zijn behaald in de drie Benelux landen, zijnde Nederland, België en Luxemburg onder ten minste drie verschillende Keurmeesters; en b. de hond, voor zover deze in de Nederlandse stamboekhouding is ingeschreven, niet is ingeschreven in Bijlage G-0 van het Voorlopig Register, en waarvan ook minimaal de ouders zijn geregistreerd in het N.H.S.B. of in een door de F.C.I. erkende buitenlandse stamboekhouding, of c. de hond, voor zover deze is ingeschreven in een buitenlandse stamboekhouding, ook minimaal de ouders zijn geregistreerd en daarvan blijkt uit een voor het buitenland bestemde Stamboom die is afgegeven op grond van de bedoelde inschrijving. 2. De titel “Benelux Junior Champion” wordt toegekend aan de hond die twee Benelux Jeugd Winner titels heeft behaald, mits a. deze prijzen zijn behaald in de twee van de drie Benelux landen, zijnde Nederland, België en Luxemburg; en b. de hond, voor zover deze in de Nederlandse stamboekhouding is ingeschreven, niet is ingeschreven in Bijlage G-0 van het Voorlopig Register, en waarvan ook minimaal de ouders zijn geregistreerd in het N.H.S.B. of in een door de F.C.I. erkende buitenlandse stamboekhouding, of c. de hond, voor zover deze is ingeschreven in een buitenlandse stamboekhouding, ook minimaal de ouders zijn geregistreerd en daarvan blijkt uit een voor het buitenland bestemde Stamboom die is afgegeven op grond van de bedoelde inschrijving. 3. De titel “Benelux Veteran Champion” wordt toegekend aan de hond die twee Benelux Veteraan Winner titels heeft behaald, mits a. deze prijzen zijn behaald in de twee van de drie Benelux landen, zijnde Nederland, België en Luxemburg; en b. de hond, voor zover deze in de Nederlandse stamboekhouding is ingeschreven, niet is ingeschreven in Bijlage G-0 van het Voorlopig Register, en waarvan ook minimaal de ouders zijn geregistreerd in het N.H.S.B. of in een door de F.C.I. erkende buitenlandse stamboekhouding, of c. de hond, voor zover deze is ingeschreven in een buitenlandse stamboekhouding, ook minimaal de ouders zijn geregistreerd en daarvan blijkt uit een voor het buitenland bestemde Stamboom die is afgegeven op grond van de bedoelde inschrijving. 4. Voor de conform lid 1 t/m 3 toegekende Benelux kampioenschapsprijzen stelt de Raad van Beheer een diploma beschikbaar en ontvangt de aanvrager vervolgens een factuur voor het aangevraagde diploma. Het bedrag van het diploma en de betalingstermijn is bepaald in het tarievenbesluit van de Raad van Beheer. Artikel IV.47 1. De titel “Winner”, onderscheidenlijk “Winster”, gevolgd door het jaar waarin de titel werd behaald, wordt toegekend aan iedere reu, onderscheidenlijk teef, die op een Winnertentoonstelling als beste reu, onderscheidenlijk teef, van het Ras of de Variëteitsgroep is aangewezen, mits de hond de kwalificatie “uitmuntend” heeft Geldig vanaf 1 januari 2016
90
behaald. 2. De titel “Jeugdwinner”, onderscheidenlijk “Jeugdwinster”, gevolgd door het jaar waarin de titel werd behaald, wordt toegekend aan de reu, onderscheidenlijk de teef, die op een Winnertentoonstelling in de Jeugdklasse als nummer 1 is geplaatst, mits de hond de kwalificatie “uitmuntend” heeft behaald. 3. De titel “Veteranenwinner”, onderscheidenlijk “Veteranenwinster”, gevolgd door het jaar waarin de titel werd behaald, wordt toegekend aan de reu, onderscheidenlijk de teef, die op een Winnertentoonstelling in de Veteranenklasse als nummer in 1 is geplaatst, mits de hond de kwalificatie “uitmuntend” heeft behaald. Artikel IV.47A 1. De titel “Benelux Winner”, onderscheidenlijk “Benelux Winster”, gevolgd door het jaar waarin de titel werd behaald, wordt toegekend aan iedere reu, onderscheidenlijk teef, die op een Benelux Winnertentoonstelling als beste reu, onderscheidenlijk teef, van het Ras of de Variëteitsgroep is aangewezen, mits de hond de kwalificatie “uitmuntend” heeft behaald. 2. De titel “Benelux Jeugd Winner”, onderscheidenlijk “Benelux Jeugd Winster”, gevolgd door het jaar waarin de titel werd behaald, wordt toegekend aan de reu, onderscheidenlijk de teef, die op een Benelux Winnertentoonstelling in de Jeugdklasse als nummer 1 is geplaatst, mits de hond de kwalificatie “uitmuntend” heeft behaald. 3. De titel “Benelux Veteranen Winner”, onderscheidenlijk “Benelux Veteranen Winster”, gevolgd door het jaar waarin de titel werd behaald, wordt toegekend aan de reu, onderscheidenlijk de teef, die op een Benelux Winnertentoonstelling in de Veteranenklasse als nummer in 1 is geplaatst, mits de hond de kwalificatie “uitmuntend” heeft behaald. 4. Voor de conform lid 1 t/m 3 toegekende Benelux Winner titels stelt de Raad van Beheer een diploma beschikbaar en ontvangt de aanvrager vervolgens een factuur voor het aangevraagde diploma. Het bedrag van het diploma en de betalingstermijn is bepaald in het tarievenbesluit van de Raad van Beheer. Artikel IV.48 De titel “hond van het jaar” wordt verleend aan de hond die tijdens de jaarlijkse verkiezing, die de Raad van Beheer organiseert dan wel laat organiseren, van “hond van het jaar” als beste van de show wordt aangewezen. Bij de titel “hond van het jaar” wordt ook het jaartal waarover de hond als beste werd verkozen, vermeld. Artikel IV.13 is op deze verkiezing van toepassing. Afdeling 8
Klachten
Artikel IV.49 1. Klachten over de gang van zaken op een Expositie moeten tijdens de Expositie bij de secretaris van de Organisator worden ingediend. 2. Indien een klacht wordt ingediend stelt de secretaris van de Organisator de gedelegeerde van de Raad van Beheer, indien deze is aangewezen, onverwijld van Geldig vanaf 1 januari 2016
91
de klacht in kennis. 3. In het geval, bedoeld in het tweede lid, neemt het bestuur zo mogelijk nog tijdens de Expositie een beslissing omtrent de klacht, nadat het bestuur daaromtrent overleg heeft gepleegd met de gedelegeerde van de Raad van Beheer indien deze is aangewezen. 4. Indien niet tijdens de Expositie een beslissing kan worden genomen, beslist het bestuur van de Organisator binnen 6 weken na ontvangst van de klacht. 5. De beslissing van het bestuur wordt, voor zover deze tijdens de Expositie wordt genomen zo mogelijk mondeling, en in ieder geval binnen een week na de beslissing schriftelijk aan alle betrokkenen meegedeeld. Artikel IV.50 1. Binnen vier weken na ontvangst van het in artikel IV.49, vijfde lid, bedoelde schrijven kan iedere betrokkene schriftelijk aan de Raad van Beheer herziening van de beslissing vragen. 2. De Raad van Beheer deelt zijn beslissing zo spoedig mogelijk schriftelijk aan alle betrokkenen mede. 3. Indien een lid van het Bestuur van de Raad van Beheer als bestuurslid van de Organisator aan de beslissing in eerste aanleg heeft meegewerkt, neemt hij niet deel aan de besluitvorming van de Raad van Beheer. Artikel IV.51 1. Ringmeesters en Keurmeesters hebben het recht klachten als bedoeld in VI.2 betreffende de gang van zaken in de ring waarin zij als ringmeester of Keurmeester hebben gefungeerd, bij de Raad van Beheer in te dienen zonder het daarvoor in Artikel VI.39 bedoelde bedrag te storten. 2. Officials hebben het recht klachten als bedoeld in VI.2 betreffende de gang van zaken tijdens een expositie, waar zij geambteerd hebben, bij de Raad van Beheer in te dienen zonder het daarvoor in artikel VI.39 bedoelde bedrag te storten. Titel 4
Tentoonstellingen
Afdeling 1
Voorwaarden voor het organiseren
Artikel IV.52 1. Een verzoek om vergunning als bedoeld in artikel IV.14 ten behoeve van een Tentoonstelling wordt ingediend vóór een jaarlijks tijdig door de Raad van Beheer op de gebruikelijke wijze bekend te maken datum. 2. Indien de Organisator wenst, dat op de Tentoonstelling internationale kampioenschapsprijzen (C.A.C.I.B.’s) behaald kunnen worden, wordt dit in het verzoek vermeld. 3. Bij het verzoek wordt gevoegd: a. een op schaal getekende plattegrond van het Tentoonstellingsgebouw of -terrein en de parkeerterreinen; b. de verklaring dat de leden van het bestuur van de Organisator zich zowel Geldig vanaf 1 januari 2016
92
persoonlijk als gezamenlijk aansprakelijk stellen voor de uitreiking van de uitgeloofde prijzen. Artikel IV.53 1. De kosten van een vergunning voor het organiseren van een Tentoonstelling worden bepaald in het jaarlijks vast te stellen Tarievenbesluit. 2. De kosten moeten tegelijk met het verzoek om vergunning aan de Raad van Beheer worden overgemaakt. 3. Indien het verzoek wordt geweigerd, worden de kosten terugbetaald. Artikel IV.54 Vervallen Artikel IV.55 Vervallen Artikel IV.56 1. Voor Tentoonstellingen mogen aan een Keurmeester ten hoogste 80 honden per dag ter beoordeling worden toegewezen. Erekeuringen worden niet meegerekend bij de bepaling van het aantal te keuren honden. 2. De Raad van Beheer kan voor het gestelde in het eerste lid dispensatie verlenen. Artikel IV.57 1. De Raad van Beheer kan, alvorens een vergunning te verlenen, van de Organisator zekerheid verlangen voor de nakoming van diens financiële verplichtingen. 2. De Raad van Beheer kan voor de nakoming van de in het vorige lid bedoelde verplichtingen op geen enkele wijze aansprakelijk worden gesteld. Artikel IV.58 1. De Raad van Beheer beslist omtrent de ingediende verzoeken zo mogelijk vóór 1 juli van het jaar voorafgaande aan het jaar waarop zij betrekking hebben. 2. De Raad van Beheer kan tegelijk met het verlenen van de vergunning en na verkregen toestemming van de F.C.I. bepalen, dat op de Tentoonstelling internationale kampioenschapsprijzen (C.A.C.I.B.’s) behaald kunnen worden. 3. De Raad van Beheer kan aan een vergunning ter aanvulling op dit hoofdstuk bijzondere voorwaarden verbinden. Artikel IV.59 1. Een vergunning voor het organiseren van een Tentoonstelling wordt geweigerd: a. indien het verzoek niet voldoet aan deze afdeling; b. indien verlening van de vergunning in strijd zou zijn met dit Reglement; c. vervallen d. indien de beoogde accommodatie niet voldoet aan voor de te organiseren Tentoonstelling naar het oordeel van de Raad van Beheer te stellen eisen; e. indien verlening van de vergunning overigens in strijd zou zijn met de belangen Geldig vanaf 1 januari 2016
93
van de kynologie. 2. Een besluit tot weigering van een vergunning wordt schriftelijk met opgave van redenen aan de verzoeker meegedeeld. Artikel IV.60 1. De Raad van Beheer kan voor ieder jaar het ten hoogste te houden aantal Tentoonstellingen voor alle Rassen bepalen. 2. Indien voor enig jaar meer verzoeken om vergunning voor het organiseren van Tentoonstellingen voor alle Rassen zijn ingediend dan het in het eerste lid bedoelde aantal, dan houdt de Raad van Beheer bij zijn beslissing omtrent de verzoeken zo mogelijk rekening met gevestigde tradities en voor het overige met de in het voorafgaande jaar gehouden Tentoonstellingen. 3. De Koninklijke Nederlandse Kennelclub “Cynophilia” komt ieder jaar voor het organiseren van een Tentoonstelling voor alle Rassen in aanmerking. Artikel IV.61 1. De Raad van Beheer bevordert dat ieder jaar een Winnertentoonstelling wordt georganiseerd. 2. Indien de Koninklijke Nederlandse Kennelclub “Cynophilia” de Winnertentoonstelling in enig jaar niet wenst te organiseren, doet zij daarvan vóór 1 augustus van het voorafgaande jaar mededeling aan de Raad van Beheer. 3. In het geval bedoeld in het tweede lid, maakt de Raad van Beheer in de maand augustus van het voorafgaande jaar op de gebruikelijke wijze bekend, dat andere verenigingen een verzoek om vergunning tot het in het volgende jaar organiseren van een Winnertentoonstelling kunnen indienen. Daarbij worden tevens de voorwaarden voor het organiseren van een Winnertentoonstelling bekend gemaakt. 4. Indien de Koninklijke Nederlandse Kennelclub “Cynophilia” de Winnertentoonstelling zal organiseren, stelt de Raad van Beheer de voorwaarden daarvoor in overleg met “Cynophilia” vast. Artikel IV.61A 1. De Raad van Beheer bevordert dat ieder jaar een Benelux Winnertentoonstelling wordt georganiseerd. De Raad van Beheer kan de Benelux Winnertentoonstelling zelf organiseren, dan wel laten organiseren door een tentoonstelling gevende vereniging, zijnde een bij de Raad van Beheer aangesloten vereniging. 2. Indien geen enkele tentoonstelling gevende vereniging de Benelux Winnertentoonstelling in enig jaar wenst te organiseren, zal de Raad van Beheer zelf de organisatie op zich nemen. 3. Tentoonstelling gevende verenigingen kunnen het verzoek tot het organiseren van de Benelux bij de Raad van Beheer indienen vóór een jaarlijks tijdig door de Raad van Beheer op gebruikelijke wijze bekend te maken datum. Indien meer dan één vereniging zich meldt, zal het bestuur van de Raad van Beheer besluiten welke verenging de organisatie van de Benelux Winnertentoonstelling krijgt toegewezen. 4. De voorwaarden voor het organiseren van een Benelux Winnertentoonstelling worden vastgelegd in door het bestuur van de Raad van Beheer vastgestelde Geldig vanaf 1 januari 2016
94
Uitvoeringsregels, welke tijdig en op de gebruikelijke wijze worden bekend gemaakt. Artikel IV.62 De Organisator verzekert zich tegen schade, voortvloeiende uit wettelijke aansprakelijkheid tegenover derden. De desbetreffende polis en premie-kwitantie worden tegelijk met de in artikel IV.64, tweede lid, bedoelde inzending van het vraagprogramma aan de Raad van Beheer ter inzage gezonden. Artikel IV.63 Vervallen Artikel IV.64 1. De Organisator stelt voor de Tentoonstelling een vraagprogramma vast met de volgende inhoud: a. de mededeling dat op de Tentoonstelling het Kynologisch Reglement van de Raad van Beheer van toepassing is; b. de mededeling dat iedere Exposant door inschrijving de rechtsmacht van de Raad van Beheer en de werking van het Kynologisch Reglement aanvaardt, en geacht wordt bekend te zijn met dit Reglement; c. de dag(en) en uren, waarop de Tentoonstelling is geopend en - bij een meerdaagse Tentoonstelling - de dagen waarop de verschillende groepen van Rassen worden gekeurd; d. de dag van de sluiting der inschrijving; e. de klassenindeling; f. het inschrijfgeld; g. de kwalificatieprijzen; h. de namen van de Keurmeesters, met de door ieder van hen te keuren Rassen, onderscheidenlijk te verrichten Erekeuringen; i. mededelingen omtrent de toelating der honden. 10. Vervallen 11. Vervallen Artikel IV.65 1. De Organisator mag de Keurmeesters uitnodigen zodra de vergunning voor het organiseren van de Tentoonstelling is verkregen. Indien echter de Raad van Beheer geen afzonderlijke goedkeuring voor het uitnodigen van één of meer Keurmeesters heeft verleend, geschiedt de uitnodiging onder voorbehoud van goedkeuring door de Raad van Beheer. 2. De Organisator mag aan de uitnodiging van een Keurmeester geen voorwaarden verbinden die niet direct verband houden met de Tentoonstelling waarvoor de uitnodiging geldt. 3. In geval van afzonderlijke goedkeuring als in het eerste lid bedoeld mag de naam van de desbetreffende Keurmeester(s) worden gepubliceerd zodra die goedkeuring is verkregen. 4. Voor Tentoonstellingen, opengesteld voor alle rassen,, waarbij C.A.C.’s en/of C.A.C.I.B.’s behaald kunnen worden, is de organisator verplicht voor minimaal de Geldig vanaf 1 januari 2016
95
helft van het aantal benodigde keurmeesters Nederlandse keurmeesters uit te nodigen. Artikel IV.66 Voor iedere Erekeuring wordt één Keurmeester aangewezen. Artikel IV.67 1. De Organisator mag een eenmaal uitgenodigde Keurmeester slechts met diens toestemming vervangen. 2. Indien een Keurmeester na goedkeuring van het vraagprogramma verhinderd raakt zijn functie waar te nemen, stelt de Organisator na verkregen goedkeuring van de Raad van Beheer een ander in zijn plaats. 3. Indien de in het tweede lid bedoelde verhindering aan de Organisator ten minste twee weken vóór de eerste Tentoonstellingsdag bekend wordt, deelt de Organisator de wijziging in de keurmeesterslijst zo spoedig mogelijk mee aan de daarbij betrokken Exposanten. Artikel IV.68 Vervallen Artikel IV.69 De Organisator draagt zorg voor het schoonhouden van de Tentoonstellingshokken, -gebouwen en -terreinen. Artikel IV.70 Binnen drie weken na ontvangst van de desbetreffende rekening maakt de Organisator de ter zake van de Tentoonstelling ingevolge artikel IV.72 verschuldigde bedragen aan de Raad van Beheer over. Artikel IV.71 1. De Raad van Beheer wijst voor iedere Tentoonstelling een gedelegeerde aan, die de Raad van Beheer op de Tentoonstelling vertegenwoordigt en namens hem toeziet op de naleving van dit Reglement en de eventueel voor de Tentoonstelling vastgestelde bijzondere voorwaarden. 2. De gedelegeerde brengt van zijn bevindingen rapport uit aan de Raad van Beheer. Deze stuurt een kopie van het rapport aan de Organisator. Afdeling 2
Inschrijving
Artikel IV.72 1. De Raad van Beheer stelt bij Tarievenbesluit de bedragen vast die per ingeschreven hond verschuldigd zijn voor afdracht aan de Raad van Beheer en eventueel aan de F.C.I.. 2. Aan Exposanten mogen, afgezien van de prijs van een catalogus, geen andere kosten in rekening worden gebracht dan het inschrijfgeld, verhoogd met de in het Geldig vanaf 1 januari 2016
96
eerste lid bedoelde bedragen en eventuele administratiekosten in verband met betaling van het inschrijfgeld op of na de eerste Tentoonstellingsdag. Artikel IV.73 1. Een hond mag slechts in de Fokkerijklasse, de Koppelklasse of de Nakomelingenklasse worden ingeschreven, indien hij ook in een andere klasse is ingeschreven. 2. Voor het overige mag een hond slechts in één klasse worden ingeschreven. Artikel IV.74 1. Vervallen 2. De inschrijving wordt in ieder geval gesloten, zodra het uit artikel IV.56 voortvloeiende maximaal aantal in te schrijven honden is bereikt. Artikel IV.75 Vervallen Artikel IV.76 Ten minste vijf dagen vóór de eerste Tentoonstellingsdag ontvangen de Exposanten hun bewijs van inschrijving, mits het inschrijfgeld is ontvangen. Artikel IV.77 Tijdens de Tentoonstelling mag geen wijziging worden gebracht in de klasse waarin volgens de catalogus is ingeschreven, tenzij aan de hand van het inschrijfformulier blijkt dat van de zijde van de Organisator een fout is gemaakt, in welk geval de fout in overleg met de gedelegeerde van de Raad van Beheer kan worden hersteld. Afdeling 3
Catalogus
Artikel IV.78 1. De Organisator stelt een catalogus van de Tentoonstelling samen. 2. Deze catalogus houdt, naast het vermelde in artikel IV.26, in: a. een uittreksel uit dit Reglement en uit het Reglement van de F.C.I. indien op de Tentoonstelling internationale kampioenschapsprijzen (C.A.C.I.B.’s) behaald kunnen worden; in ieder geval worden vermeld: de te winnen kwalificatieprijzen en eventuele groepsprijzen, de bepalingen betreffende de keuringen en de tijden gedurende welke de honden aanwezig moeten zijn; b. een alfabetische lijst van de vertegenwoordigde Rassen, met de nummers van de ringen en de namen van de Keurmeesters; c. de volgorde van de ringen, de in deze ringen optredende Keurmeesters en ringfunctionarissen, alsmede de volgorde waarin de Rassen en eventueel Variëteitsgroepen in de ringen worden gekeurd; d een lijst van de ereprijzen en de voor de Erekeuringen aangewezen Keurmeesters.
Geldig vanaf 1 januari 2016
97
Artikel IV.79 Vervallen Afdeling 4
Gang van zaken tijdens de Tentoonstelling
Artikel IV.80 1. De onder artikel IV.23 lid 1 sub a genoemde honden moeten uiterlijk bij aanvang van de keuringen op de tentoonstelling aanwezig zijn en mogen na te zijn gekeurd het gebouw of terrein verlaten. 2. De Organisator dient minimaal twee aanwezigheidstijden te vermelden in het programma. Artikel IV.81 1. Indien een hond ten behoeve van de keuring na aanvang van de keuring van de betreffende klasse in de ring verschijnt, wordt hij alsnog gekeurd en gekwalificeerd maar hij komt niet meer voor plaatsing in aanmerking. 2. De Organisator is niet verplicht, de Exposanten voor de keuringen op te roepen of te waarschuwen. Artikel IV.82 In de ring mogen ere- en onderscheidingstekens, zoals kampioenskruisen en medailles, niet gedragen worden. Artikel IV.83 1. De keuringen geschieden in de volgorde waarin de Rassen en Variëteitsgroepen in de catalogus bij de indeling der ringen zijn vermeld. 2. De Erekeuringen geschieden in de volgorde waarin de ereprijzen in de catalogus zijn vermeld, tenzij de gedelegeerde van de Raad van Beheer toestemming geeft voor een andere volgorde. Artikel IV.84 1. De Keurmeester mag vóór en tijdens de keuringen de catalogus niet raadplegen. 2. De Keurmeester mag aan de Exposanten vragen stellen, maar hij mag niet met iemand overleg plegen over de waarde der honden. Artikel IV.85 De Keurmeester moet alle door hem gekeurde honden Kwalificeren dan wel Diskwalificeren, met uitzondering van de honden: a. die zich niet of onvoldoende laten beoordelen; b. die ingevolge artikel IV.30, eerste lid, uitgesloten zijn van iedere kwalificatie en plaatsing. Artikel IV.86 1. De Keurmeester moet in elke klasse de beste vier honden, die de kwalificatie “uitmuntend” of “zeer goed” hebben behaald, in onderlinge rangorde plaatsen. Indien Geldig vanaf 1 januari 2016
98
in een klasse minder dan vier honden zijn gekeurd, moeten alle gekwalificeerde honden in onderlinge rangorde worden geplaatst. 2. De plaatsing moet op voor Exposanten en publiek duidelijke wijze plaatsvinden. Artikel IV.87 1. Indien meerdere Keurmeesters zijn aangewezen om één klasse te keuren, wordt in het vraagprogramma vermeld welke Keurmeester de beste hond van de klasse aanwijst. 2. In het geval bedoeld in het eerste lid, wijst iedere Keurmeester uit de door hem gekeurde honden de beste vier aan voor de eindkeuring van de klasse. Uit de aldus aangewezen honden wijst de in het eerste lid bedoelde Keurmeester overeenkomstig artikel IV.86 de beste vier honden van de klasse aan. Artikel IV.88 1. Aan het einde van de klassekeuringen van de reuen, onderscheidenlijk de teven, kiest de Keurmeester de beste uit de in elke klasse als nummer 1 geplaatste honden. 2. Vervolgens kiest hij de op één na beste uit de overgebleven honden, aangevuld met de als nummer 2 geplaatste hond uit de klasse waaruit de beste afkomstig is. 3. Indien zowel de beste als de op één na beste voldoen aan artikel IV.89, dan wordt de kampioenschapsprijs toegekend aan de beste en de reservekampioenschapsprijs aan de op één na beste. 4. Indien de beste niet en de op één na beste wel voldoet aan artikel IV.89, dan wordt de kampioenschapsprijs aan de op één na beste toegekend en wordt de reservekampioenschapsprijs niet toegekend. 5. Indien de beste noch de op één na beste voldoet aan artikel IV.89, dan worden de kampioenschapsprijs en de reserve-kampioenschapsprijs niet toegekend. 6. Indien de beste hond reeds in het bezit is van de titel Nederlands Kampioen, zoals omschreven in artikel IV.44, wordt de kampioenschapsprijs aan de op één na beste toegekend en vervalt de reserve-kampioenschapsprijs. 7. Indien ook de op één na beste hond in het bezit is van de titel Nederlands Kampioen, zoals omschreven in artikel IV.44, vervalt de kampioenschapsprijs. 8. Indien meer dan één Keurmeester de klassekeuringen heeft verricht, dan verricht de Keurmeester van de Open klasse de in de voorgaande leden bedoelde keuringen. Artikel IV.89 Voor de toekenning van een kampioenschapsprijs en een reserve-kampioenschapsprijs komen slechts in aanmerking honden a. die de kwalificatie “uitmuntend” hebben behaald, en b. die, voor zover zij in de Nederlandse stamboekhouding zijn ingeschreven, niet zijn ingeschreven in Bijlage G-0 van het Voorlopig Register, en waarvan ook minimaal de ouders zijn geregistreerd in het N.H.S.B. of in een door de F.C.I. erkende buitenlandse stamboekhouding, of c. waarvan, voor zover zij zijn ingeschreven in een buitenlandse stamboekhouding, ook minimaal de ouders zijn geregistreerd en daarvan blijkt uit een voor het Geldig vanaf 1 januari 2016
99
buitenland bestemde Stamboom die is afgegeven op grond van de bedoelde inschrijving. Artikel IV.90 Op de toekenning van de eventuele internationale kampioenschapsprijzen is artikel IV.88 van overeenkomstige toepassing met dien verstande, dat de keuze beperkt is tot de honden uit de Open klasse, de Gebruikshondenklasse, de Kampioensklasse en de Tussenklasse, voor zover deze naar het oordeel van de Keurmeester voor een internationale Kampioenschapsprijs in aanmerking komen. Artikel IV.91 1. Vervolgens wijst de Keurmeester van de Open klasse uit de beste reu en de beste teef de beste van het Ras onderscheidenlijk de Variëteitsgroep aan. 2. Indien de Open klasse reuen en de Open klasse teven door verschillende Keurmeesters zijn gekeurd, wijzen beide Keurmeesters gezamenlijk de beste van het Ras aan. 3. Indien de beide in het tweede lid bedoelde Keurmeesters niet tot overeenstemming kunnen komen, wordt de beste van het Ras aangewezen door een door de gedelegeerde van de Raad van Beheer aan te wijzen Keurmeester. Artikel IV.92 1. Het oordeel van de Keurmeester is onherroepelijk, tenzij dit in strijd is met dit Reglement. 2. Het oordeel van de Keurmeester staat vast zodra hij de door hem ondertekende slip uit het keurboek heeft afgegeven. Artikel IV.93 1. De Keurmeester maakt zijn keurverslag in de ring in tweevoud. 2. In het keurverslag vermeldt de Keurmeester alle kwalificaties, kampioenschapsprijzen en diskwalificaties, alsmede alle gevallen waarin op grond van artikel IV.85 kwalificatie en diskwalificatie achterwege is gebleven. Hij motiveert de kwalificaties door een korte weergave van zijn oordeel over de aan hem voorgebrachte honden en vermeldt bij iedere diskwalificatie en het achterwege laten van kwalificatie en diskwalificatie de reden daarvan. De Keurmeester kan in zijn keurverslag ook de plaatsingen vermelden. 3. Bij verschillen tussen het keurverslag en de in artikel IV.92, tweede lid, bedoelde slip geeft deze laatste de doorslag. 4. Het eerste exemplaar van het keurverslag is bestemd voor de Exposant, het tweede exemplaar voor de Raad van Beheer. 5. De Raad van Beheer zendt een afschrift van het tweede exemplaar aan de betrokken Aangesloten Rasvereniging(en). Deze mag/mogen de keurverslagen in haar/hun clubblad publiceren. Voor publicatie op andere wijze is toestemming van de Raad van Beheer vereist. Artikel IV.94 Geldig vanaf 1 januari 2016
100
Indien tijdens de Tentoonstelling de aan een hond toegekende kwalificatie of plaatsing ongedaan wordt gemaakt of wordt gecorrigeerd, kan de Keurmeester de lager geplaatste honden in plaats laten opschuiven. Artikel IV.95 1. Aan de Erekeuringen wordt uitsluitend deelgenomen door honden, waaraan de kwalificatie “uitmuntend” is toegekend. 2. Behoudens het bepaalde in het eerste lid zijn alle honden die beste van het Ras, onderscheidenlijk beste van de Variëteitsgroep zijn geworden, verplicht aan de Erekeuringen deel te nemen, tenzij de keuring wordt verricht door een andere Keurmeester dan in het vraagprogramma is vermeld. 3. Vervallen. 4. a. De volgorde van de erekeuring dient als volgt in het programma van de tentoonstelling opgenomen te worden: koppel-, fokkerij en nakomelingenklasse, beste van de rasgroepen, best in show. b. De keuringen van beste puppy, beste jongste puppy, beste jeugdhond. beste veteraan of beste gebruikshond mogen op elk door de organisatie gewenst moment plaatsvinden, mits het tijdstip c.q. de volgorde van deze keuringen in de catalogus is vermeld. Afdeling 5
Prijzen
Artikel IV.96 De Organisator stelt kwalificatieprijzen beschikbaar en kan ereprijzen, speciale prijzen, clubprijzen, extra prijzen en rasgroepprijzen beschikbaar stellen of die beschikbaarstelling aanvaarden.
Titel 5
Kampioenschapsclubmatches
Afdeling 1
Voorwaarden voor het organiseren
Artikel IV.97 Een vergunning als bedoeld in artikel IV.13 wordt voor een Kampioenschapsclubmatch uitsluitend verleend aan een Aangesloten Rasvereniging, die de belangen behartigt van het Ras of de Rassen waarvoor de Kampioenschapsclubmatch wordt gehouden. Artikel IV.98 De kosten van een vergunning voor het organiseren van een Kampioenschapsclubmatch worden bepaald in het jaarlijks vast te stellen Tarievenbesluit. Hiertoe ontvangt de Organisator een factuur welke binnen de daarop gestelde termijn dient te worden voldaan. Artikel IV.99 Geldig vanaf 1 januari 2016
101
Een verzoek om vergunning als bedoeld in artikel IV.13 wordt ten minste twaalf weken vóór de datum van de Kampioenschapsclubmatch ingediend. Artikel IV.100 1. Kampioenschapsclubmatches mogen gedurende het gehele jaar worden gehouden. 2. Indien de verzochte datum voor een te houden Kampioenschapsclubmatch samenvalt met die van een Tentoonstelling, dan zal slechts toestemming tot het houden van de Kampioenschapsclubmatch gegeven worden, indien het desbetreffende Ras op een andere dag gekeurd zal worden, dan waarop deze in de keurlijst van de Tentoonstelling gepland staat. Artikel IV.101 Vervallen. Artikel IV.102 1. Voor een Kampioenschapsclubmatch mogen aan een Keurmeester niet meer dan 70 honden per dag ter beoordeling worden toegewezen. Erekeuringen worden niet meegerekend bij de bepaling van het aantal te keuren honden. 2. De Raad van Beheer kan van het eerste lid dispensatie verlenen. Artikel IV.103 Een vergunning voor het organiseren van een Kampioenschapsclubmatch zal jaarlijks worden verleend aan elke Aangesloten Rasvereniging. Artikel IV.104 De Organisator verzekert zich tegen schade, voortvloeiende uit wettelijke aansprakelijkheid tegenover derden. Artikel IV.105 Vervallen Artikel IV.106 1. De Organisator vraagt uiterlijk zes weken vóór de dag van de Kampioenschapsclubmatch aan de Raad van Beheer toestemming voor de uit te nodigen Keurmeester(s). De inschrijving mag niet worden opengesteld alvorens de bedoelde toestemming is verkregen. 2. Indien twee of meer Keurmeesters worden uitgenodigd, wordt reeds bij de openstelling der inschrijving bekend gemaakt, welke Keurmeester(s) de reuen onderscheidenlijk de teven zullen keuren en eventueel welke klassen zij zullen keuren. Artikel IV.107 1. De Organisator mag een eenmaal uitgenodigde Keurmeester slechts met diens toestemming vervangen. Geldig vanaf 1 januari 2016
102
2. Indien een Keurmeester na het verkrijgen van de in artikel IV.106, eerste lid, bedoelde toestemming verhinderd raakt zijn functie waar te nemen, stelt de Organisator na verkregen goedkeuring van de Raad van Beheer een ander in zijn plaats. 3. Indien de in het tweede lid bedoelde verhindering aan de Organisator ten minste twee weken vóór de dag van de Kampioenschapsclubmatch bekend wordt, deelt de Organisator de wijziging in de keurmeesterslijst zo spoedig mogelijk mee aan de daarbij betrokken Exposanten.
Artikel IV.108 1. Binnen twee weken na afloop van de Kampioenschapsclubmatch zendt de Organisator aan de Raad van Beheer een opgave van de namen en adressen van alle Exposanten, van de namen en registratiekenmerken van de ingeschreven honden alsmede van de aan hen toegekende plaatsingen, kwalificaties en eventuele kampioenschapsprijzen. 2. Vervolgens ontvangt de Organisator een factuur, welke binnen de daarop gestelde termijn dient te worden voldaan, voor het bedrag van de in artikel IV.110, eerste lid, bedoelde afdracht aan de Raad van Beheer. Artikel IV.109 1. De Raad van Beheer kan voor een Kampioenschapsclubmatch een gedelegeerde aanwijzen, die de Raad van Beheer op de Kampioenschapsclubmatch vertegenwoordigt en namens hem toeziet op naleving van dit Reglement. 2. In ieder geval zal er een gedelegeerde aanwezig zijn indien de vereniging daartoe bij de aanvraag van de vergunning verzoekt dan wel een Kampioenschapsclubmatch organiseert in het kader van een jubileum. 3. De gedelegeerde brengt van zijn bevindingen rapport uit aan de Raad van Beheer. Deze stuurt een kopie van het rapport aan de Organisator. Afdeling 2
Inschrijving
Artikel IV.110 1. Het inschrijfgeld voor een Kampioenschapsclubmatch wordt verhoogd met een bij Tarievenbesluit te bepalen bedrag voor afdracht aan de Raad van Beheer. 2. Indien de Organisator de honden doet benchen, brengt hij daarenboven aan de Exposanten de daarvoor gebruikelijke kosten in rekening. 3. Aan de Exposanten mogen, afgezien van de prijs van een catalogus, geen andere kosten in rekening worden gebracht dan administratie-kosten in verband met betaling van het inschrijfgeld op of na de eerste dag van de Kampioenschapsclubmatch. Artikel IV.111 1. Voor een Kampioenschapsclubmatch mogen slechts honden worden ingeschreven Geldig vanaf 1 januari 2016
103
die tot het desbetreffende Ras, de desbetreffende Rassen of de desbetreffende Variëteitsgroep(en) behoren. 2. De inschrijving van in het eerste lid bedoelde honden mag slechts worden geweigerd met toestemming van de Raad van Beheer. Artikel IV.112 1. Een hond mag slechts in de Fokkerijklasse, de Koppelklasse of de Nakomelingenklasse worden ingeschreven, indien hij ook in een andere klasse is ingeschreven. 2. Voor het overige mag een hond slechts in één klasse worden ingeschreven. Artikel IV.113 De inschrijving wordt ten minste twee weken vóór de dag van de Kampioenschapsclubmatch gesloten. Artikel IV.114 Ten minste vijf dagen vóór de Kampioenschapsclubmatch ontvangen de Exposanten hun bewijs van inschrijving, mits het inschrijfgeld is ontvangen. Artikel IV.115 Tijdens de Kampioenschapsclubmatch mag geen wijziging worden gebracht in de klasse waarin volgens de catalogus is ingeschreven, tenzij aan de hand van het inschrijfformulier blijkt dat van de zijde van de Organisator een fout is gemaakt, in welk geval de fout in overleg met de eventueel aanwezige gedelegeerde van de Raad van Beheer kan worden hersteld. Afdeling 3
Catalogus
Artikel IV.116 De Organisator stelt een catalogus van de Kampioenschapsclubmatch samen. Artikel IV.117 Vervallen. Afdeling 4
Gang van zaken tijdens de Kampioenschapsclubmatch
Artikel IV.118 1. Indien een hond ten behoeve van de keuring na aanvang van de plaatsing van de betreffende klasse voor de keuring in de ring verschijnt, wordt hij alsnog gekeurd en gekwalificeerd maar hij komt niet meer voor plaatsing in aanmerking. 2. De Organisator is niet verplicht, de Exposanten voor de keuringen op te roepen of te waarschuwen. Artikel IV.119 In de ring mogen ere- en onderscheidingstekens, zoals kampioenskruisen en Geldig vanaf 1 januari 2016
104
medailles, niet gedragen worden. Artikel IV.120 1. De Keurmeester mag vóór en tijdens de keuringen de catalogus niet raadplegen. 2. De Keurmeester mag aan de Exposanten vragen stellen, maar hij mag niet met iemand overleg plegen over de waarde der honden. Artikel IV.121 Indien een Keurmeester meer dan één klasse zal keuren, neemt hij de volgende volgorde in acht, voor zover deze klassen aanwezig zijn: de Open klasse, de Tussenklasse, de Jeugdklasse, de Fokkersklasse en de Gebruikshondenklasse, de Kampioensklasse en de eventuele Veteranenklasse. Het tijdstip van keuren van de Jongste puppy klasse, de Puppyklasse, de Fokkerijklasse, de Koppelklasse en de Nakomelingenklasse wordt vrijgelaten, met dien verstande dat de Fokkerijklasse, de Koppelklasse en de Nakomelingenklasse pas gekeurd mogen worden nadat de Nederlandse kampioenschapsprijzen en reserve-kampioenschapsprijzen zijn toegekend. Artikel IV.122 De Keurmeester moet alle door hem gekeurde honden Kwalificeren dan wel Diskwalificeren, met uitzondering van de honden: a. die zich niet of onvoldoende laten beoordelen; b. die ingevolge artikel IV.30, eerste lid, uitgesloten zijn van iedere kwalificatie en plaatsing; c. die in de eventuele Puppy- en/of Jongste puppy klasse zijn ingeschreven. Artikel IV.123 1. De Keurmeester moet in elke klasse ten minste de beste vier honden in onderlinge rangorde plaatsen. Indien in een klasse minder dan vier honden zijn gekeurd, moeten alle gekwalificeerde honden in onderlinge rangorde worden geplaatst. 2. De plaatsing moet op voor Exposanten en publiek duidelijke wijze plaats vinden. Artikel IV.124 1. Indien meerdere Keurmeesters zijn aangewezen om één klasse te keuren, wordt tevoren bekend gemaakt welke Keurmeester de beste hond van de klasse aanwijst. 2. In het geval bedoeld in het eerste lid, wijst iedere Keurmeester uit de door hem gekeurde honden de beste vier aan voor de eindkeuring van de klasse. Uit de aldus aangewezen honden wijst de in het eerste lid bedoelde Keurmeester overeenkomstig artikel IV.123 de beste 4 honden van de klasse aan. Artikel IV.125 1. Voor de toekenning van de Nederlandse kampioenschapsprijzen kiest de Keurmeester aan het einde van de klassekeuringen van de reuen, onderscheidenlijk de teven, de beste uit de in elke klasse als nummer 1 geplaatste honden, met uitzondering van de eventuele Puppy- en/of Jongste puppy klasse, voor zover deze Geldig vanaf 1 januari 2016
105
honden voldoen aan artikel IV.126. 2. Vervolgens kent hij de reserve-kampioenschapsprijs toe aan de beste der overgebleven honden, aangevuld met de als nummer 2 geplaatste hond uit de klasse waaruit de kampioen afkomstig is, mits deze hond voldoet aan artikel IV.126. 3. Indien meer dan één Keurmeester de klassekeuringen heeft verricht, kent de Keurmeester van de Open klasse de kampioenschapsprijs en de reservekampioenschapsprijs toe. Artikel IV.126 Voor de toekenning van een kampioenschapsprijs en een reservekampioenschapsprijs komen slechts in aanmerking honden a. die de kwalificatie “uitmuntend” hebben behaald, en b. die, voor zover zij in de Nederlandse stamboekhouding zijn ingeschreven, niet zijn ingeschreven in Bijlage G-0 van het Voorlopig Register, en waarvan ook minimaal de ouders zijn geregistreerd in het N.H.S.B. of in een door de F.C.I. erkende buitenlandse stamboekhouding, of c. waarvan, voor zover zij zijn ingeschreven in een buitenlandse stamboekhouding, ook minimaal de ouders zijn geregistreerd en daarvan blijkt uit een voor het buitenland bestemde Stamboom die is afgegeven op grond van de bedoelde inschrijving. Artikel IV.127 1. Vervolgens wijst de Keurmeester van de Open klasse uit de reu en de teef waaraan de kampioenschapsprijzen zijn toegekend, de beste van het Ras, onderscheidenlijk de Variëteitsgroep, aan. 2. Indien de Open klasse reuen en de Open klasse teven door verschillende Keurmeesters zijn gekeurd, wijzen beide Keurmeesters gezamenlijk de beste van het Ras aan. 3. Indien de beide in het tweede lid bedoelde Keurmeesters niet tot overeenstemming kunnen komen, wordt de beste van het Ras aangewezen door een door de eventueel aanwezige gedelegeerde van de Raad van Beheer aan te wijzen Keurmeester. 4. Vervallen 5. De volgorde van de erekeuring dient als volgt in het programma van de kampioenschapsclubmatch opgenomen te worden: beste reu, beste teef, de Koppelklasse, de Fokkerijklasse, de Nakomelingenklasse, best in show. De keuring van de collectieve klassen kan ook ná de best in show plaatsvinden, mits het tijdstip van deze keuringen, c.q. de volgorde ervan in de erering vooraf in de catalogus is aangegeven. 6. De keuring van beste puppy en beste jongste puppy kan op elk door de organisatie gewenst moment plaatsvinden, mits het tijdstip van deze keuringen, c.q. de volgorde ervan in de erering vooraf in de catalogus is aangegeven. 7. Vervallen Artikel IV.128 1. Het oordeel van de Keurmeester is onherroepelijk, tenzij dit in strijd is met dit Geldig vanaf 1 januari 2016
106
Reglement. 2. Het oordeel van de Keurmeester staat vast zodra hij de door hem ondertekende slip uit het keurboek heeft afgegeven. Artikel IV.129 1. De Keurmeester maakt zijn keurverslag in de ring in tweevoud. 2. In het keurverslag vermeldt de Keurmeester alle kwalificaties, kampioenschapsprijzen en diskwalificaties, alsmede alle gevallen waarin op grond van artikel IV.122 kwalificatie en diskwalificatie achterwege is gebleven. Hij motiveert de kwalificaties door een korte weergave van zijn oordeel over de aan hem voorgebrachte honden en vermeldt bij iedere diskwalificatie en het achterwege laten van kwalificatie en diskwalificatie de reden daarvan. De Keurmeester kan in zijn keurverslag ook de plaatsingen vermelden. 3. Bij verschillen tussen het keurverslag en de in artikel IV.128, tweede lid, bedoelde slip geeft deze laatste de doorslag. 4. Het eerste exemplaar van het keurverslag is bestemd voor de Exposant, het tweede exemplaar voor de Raad van Beheer. 5. De Raad van Beheer zendt een afschrift van het tweede exemplaar toe aan de organiserende Rasvereniging. Deze vereniging mag de keurverslagen in haar clubblad publiceren. Voor publicatie op andere wijze dan hiervoor aangegeven, is toestemming van de Raad van Beheer vereist. Artikel IV.130 Indien tijdens of na de Kampioenschapsclubmatch de aan een hond toegekende kwalificatie of plaatsing ongedaan wordt gemaakt of wordt gecorrigeerd, kunnen met toestemming van de Keurmeester de lager geplaatste honden in plaats verbeteren. Afdeling 5
Prijzen
Artikel IV.131 De Organisator kan kwalificatieprijzen beschikbaar stellen en ereprijzen, speciale prijzen, clubprijzen en extra prijzen beschikbaar stellen of die beschikbaarstelling aanvaarden. Titel 6
Clubmatches
Afdeling 1
Voorwaarden voor het organiseren
Artikel IV.132 Een vergunning als bedoeld in artikel IV.13 wordt voor een door een Rasvereniging te organiseren Clubmatch uitsluitend verleend aan een Aangesloten Rasvereniging of de vereniging met voorlopige toestemming, die de belangen behartigt van het Ras of de Rassen waarvoor de Clubmatch wordt gehouden.
Geldig vanaf 1 januari 2016
107
Artikel IV.133 Aan een vergunning voor het organiseren van een Clubmatch zijn voor de Organisator geen kosten verbonden. Artikel IV.134 Een verzoek om vergunning als bedoeld in artikel IV.13 wordt ten minste vier weken vóór de datum van de Clubmatch ingediend. Artikel IV.135 Geen vergunning wordt verleend voor het houden van een Clubmatch op een dag waarop een Tentoonstelling wordt gehouden, tenzij het een Clubmatch van een Rasvereniging betreft en die dag op de Tentoonstelling het betreffende Ras of de betreffende Rassen niet worden gekeurd. Artikel IV.136 Vervallen Artikel IV.137 1. Binnen twee weken na afloop van de Clubmatch zendt de Organisator aan de Raad van Beheer een opgave van de namen en adressen van alle exposanten, van de namen en registratiekenmerken van de ingeschreven honden alsmede van de aan hen toegekende plaatsingen en eventuele kwalificaties. 2. Binnen dezelfde termijn maakt de Organisator het bedrag van de in artikel IV.138, eerste lid, bedoelde afdracht aan de Raad van Beheer over. Afdeling 2
Inschrijving
Artikel IV.138 1. Het inschrijfgeld voor een Clubmatch, exclusief een per ingeschreven hond verschuldigd en bij Tarievenbesluit te bepalen bedrag voor afdracht aan de Raad van Beheer, mag het daarvoor jaarlijks door de Raad van Beheer vast te stellen bedrag niet te boven gaan. 2. Indien de Organisator de honden doet benchen, brengt hij daarenboven aan de Exposanten de daarvoor gebruikelijke kosten in rekening. 3. Aan de Exposanten mogen, afgezien van de prijs van een catalogus, geen andere kosten in rekening worden gebracht dan administratiekosten in verband met betaling van het inschrijfgeld op of na de eerste dag van de Clubmatch. Artikel IV.139 1. Voor een door een Rasvereniging georganiseerde Clubmatch mogen slechts honden worden ingeschreven, die behoren tot het desbetreffende Ras of de desbetreffende Rassen, onderscheidenlijk de desbetreffende Variëteit(en). 2. De Aangesloten Verenigingen mogen de inschrijving van de door hun georganiseerde Clubmatch beperken tot hun eigen leden. Deze beperking dient vermeld te worden op het inschrijfformulier. Geldig vanaf 1 januari 2016
108
Artikel IV.140 1. Een hond mag slechts in de Fokkerijklasse, de Koppelklasse of de Nakomelingenklasse worden ingeschreven, indien hij ook in een andere klasse is ingeschreven. 2. Voor het overige mag een hond slechts in één klasse worden ingeschreven. Afdeling 3
Catalogus
Artikel IV.141 De Organisator stelt een catalogus van de Clubmatch samen . Afdeling 4 Gang van zaken tijdens de Clubmatch Artikel IV.142 De Organisator is, behoudens het overigens in deze afdeling bepaalde, vrij de gang van zaken tijdens de Clubmatch naar eigen goedvinden te regelen. Artikel IV.143 1. Op Clubmatches mogen de honden door de Keurmeester alleen in de volgorde 1, 2, 3, enz. worden geplaatst, zonder afgifte van prijskaarten of diploma’s, in welke vorm en onder welke benaming ook. 2. Een keurmeester is evenwel bevoegd tot het geven van een kwalificaties op clubmatches: a. Aan de rassen waarvoor hij bevoegd is; b. Aan alle rassen binnen een rasgroep, mits hij binnen deze rasgroep voor compacte examens in aanmerking komt; c. Aan alle rassen mits hij voor twee of meer rasgroepen bevoegd is; d. Aan alle rassen indien hij rasgroepkeurmeester is voor één rasgroep en in minimaal twee rasgroepen voor compacte examens in aanmerking komt. 3. De keurmeester en de aangesloten vereniging maken onderling afspraken over het al dan niet afgeven van kwalificaties op basis van het gestelde in lid 1. Wanneer nadien blijkt dat kwalificaties ten onrechte afgegeven zijn, dan worden deze alsnog door de Raad van Beheer ingetrokken. 4. De volgorde van de erekeuring dient als volgt in het programma van de clubmatch opgenomen te worden: koppel-, fokkerij en nakomelingenklasse, beste jongste puppy, beste puppy, beste van de rasgroepen, best in show. Aanvullende keuringen mogen tussendoor verricht worden, maar moeten in elk geval voor de keuring van de beste rasgroepen plaats vinden. Te denken valt aan keuringen van de beste jeugdhond of de beste veteraan van de dag. 5. De keuring van beste puppy en beste jongste puppy kan op elk door de organisatie gewenst moment plaatsvinden, mits het tijdstip van deze keuringen, c.q. de volgorde
Geldig vanaf 1 januari 2016
109
ervan in de erering vooraf in de catalogus is aangegeven en plaatsvindt voor de keuringen van de rasgroepen en best in show. Artikel IV.144 Op een Clubmatch dingen honden die ingeschreven zijn in de Puppy- en/of Jongste puppy klasse of de Kampioensklasse, niet mee voor beste hond van de Clubmatch. Afdeling 5
Prijzen
Artikel IV.145 De Organisator kan kwalificatieprijzen beschikbaar stellen en ereprijzen, speciale prijzen, clubprijzen en extra prijzen beschikbaar stellen of die beschikbaarstelling aanvaarden.
Geldig vanaf 1 januari 2016
110
Hoofdstuk V
Wedstrijden, examens en praktijkproeven
Titel 1
Algemene bepalingen
Artikel V.1 Vervallen. Artikel V.2 1. Honden, die aan de oren gecoupeerd zijn en die in Nederland geboren zijn na 30 april 1989 of honden die aan de oren gecoupeerd zijn en in het buitenland geboren zijn nadat daar een wettelijk coupeerverbod van kracht is geworden, dan wel honden die aan de oren gecoupeerd zijn en in het buitenland geboren zijn na 30 september 1996, mogen niet voor krachtens dit hoofdstuk gereglementeerde wedstrijden, examens en praktijkproeven worden ingeschreven. 2. Honden, die in Nederland geboren zijn en na 31 augustus 2001 aan de staart gecoupeerd zijn dan wel honden die aan de staart gecoupeerd zijn en in het buitenland geboren zijn nadat daar een wettelijk coupeerverbod van kracht is geworden, mogen niet voor krachtens dit hoofdstuk gereglementeerde wedstrijden, examens en praktijkproeven worden ingeschreven, tenzij ten aanzien van deze honden een “Medische verklaring geamputeerde staart of/ geboorte staartloze pup” kan worden overgelegd. 3. Honden, die niet in een door de F.C.I. erkende stamboekhouding zijn ingeschreven, worden voor de toepassing van de leden 1 en 2 geacht in Nederland geboren te zijn. 4. De Raad van Beheer kan bepalen dat honden die bepaalde kenmerken vertonen of tot een bepaald Ras behoren, niet voor bepaalde krachtens dit hoofdstuk gereglementeerde wedstrijden, examens en praktijkproeven mogen worden ingeschreven, indien dat uit veiligheids-, maatschappelijke of kynologische overwegingen gewenst is. Artikel V.3 1. Aan krachtens dit hoofdstuk gereglementeerde wedstrijden, examens en praktijkproeven, met uitzondering van wedstrijden waarop kampioenschapsprijzen of kampioenstitels behaald kunnen worden, kan door hen die in Nederland woonachtig zijn, slechts worden deelgenomen indien zij direct of indirect lid zijn van een Aangesloten Vereniging. Wanneer de organiserende vereniging dit bij aanvraag van de vergunning en de inschrijving duidelijk heeft kenbaar gemaakt, is het toegestaan dat een in de eerste zin genoemd evenement, met uitzondering van wedstrijden waarop kampioenschapsprijzen of kampioenstitels behaald kunnen worden, alleen open staat voor de leden van de organiserende vereniging. 2. Voor de toepassing van het eerste lid worden, voor zover het FCI Obedience of Agility betreft, personen die lid zijn van een bij de Stichting Gedrag, Gehoorzaamheid en Behendigheid Aangesloten Vereniging, geacht indirect lid van een Aangesloten Vereniging te zijn. 3. In krachtens dit Reglement vastgestelde reglementen kan worden bepaald, dat ter Geldig vanaf 1 januari 2016
111
voldoening aan het eerste lid het lidmaatschap van een of meer nader omschreven categorieën van Aangesloten Verenigingen vereist is. Artikel V.4 1. Krachtens dit hoofdstuk gereglementeerde wedstrijden, examens en praktijkproeven kunnen slechts georganiseerd worden door Aangesloten Verenigingen, door verenigingen die bij een Aangesloten Verenigingen zijn aangesloten of door combinaties van dergelijke verenigingen. 2. Voor de toepassing van het eerste lid worden verenigingen die zijn aangesloten bij de Stichting Gedrag, Gehoorzaamheid en Behendigheid, geacht bij een Aangesloten Vereniging te zijn aangesloten. Artikel V.5 Op alle formulieren tot inschrijving voor krachtens dit hoofdstuk gereglementeerde wedstrijden, examens en praktijkproeven moet de inschrijver verklaren, dat hij door inschrijving de rechtsmacht van de Raad van Beheer en de werking van het Kynologisch Reglement en de krachtens dat Reglement voor de desbetreffende tak van hondensport vastgestelde reglementen aanvaardt, en geacht mag worden bekend te zijn met die reglementen. Artikel V.6 1. In krachtens dit hoofdstuk vastgestelde reglementen kan aan daarin nader te noemen Officials en Keurmeesters het recht worden toegekend, klachten als bedoeld in artikel VI.2 betreffende de gang van zaken bij een wedstrijd, examen of proefpraktijk waarbij zij als Officials of Keurmeester hebben gefungeerd, bij de Raad van Beheer in te dienen zonder het daarvoor in het artikel VI.39 bedoelde bedrag te storten. 2. Het in het eerste lid bedoelde recht komt in ieder geval toe aan de Commissie Jachthonden, de Commissie voor de Windhondenrensport, de Commissie Werkhonden, de Commissie FCI Obedience, de Commissie Agility en de Commissie Flyball. Artikel V.7 In krachtens dit hoofdstuk vastgestelde reglementen kunnen geen bepalingen worden opgenomen met betrekking tot andere kampioenschapsprijzen en kampioenstitels dan die, welke in dit hoofdstuk worden omschreven. Titel 2
Veldwedstrijden en jachthondenproeven
Artikel V.8 1. De Commissie Jachthonden, ingesteld door de Raad van Beheer en de Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging gezamenlijk en in deze titel aan te duiden als: de commissie, is belast met de zorg voor het goed functioneren van het wedstrijdwezen voor jachthonden - de jachthondenproeven daaronder begrepen - in Nederland. Geldig vanaf 1 januari 2016
112
2. De samenstelling, taak, werkwijze en verantwoordingsplicht van de commissie worden door de Raad van Beheer en de Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging gezamenlijk geregeld. Artikel V.9 1. De commissie is bevoegd, ter uitvoering van de in artikel V.8, eerste lid, bedoelde taak namens de Raad van Beheer reglementen vast te stellen, aan de Veldwedstrijd Organiserende Verenigingen verplichtingen op te leggen en andere besluiten te nemen, mits daarmee niet wordt gehandeld in strijd met dit Reglement. 2. De commissie is voor al haar handelingen verantwoording schuldig aan de Raad van Beheer en verstrekt daartoe aan de Raad van Beheer alle door deze verlangde inlichtingen. 3. De commissie neemt bij de uitoefening van haar in het eerste lid bedoelde bevoegdheid de richtlijnen en aanwijzingen van de Raad van Beheer in acht. 4. De door de commissie krachtens haar in het eerste lid bedoelde bevoegdheid vastgestelde reglementen en andere besluiten van algemene strekking behoeven de voorafgaande schriftelijke goedkeuring van de Raad van Beheer. 5. De Raad van Beheer kan besluiten van de commissie die genomen zijn krachtens de in het eerste lid bedoelde bevoegdheid en die niet aan zijn goedkeuring onderworpen zijn, vernietigen. 6. De Raad van Beheer pleegt, alvorens te besluiten tot het geven van richtlijnen of aanwijzingen aan de commissie, tot gehele of gedeeltelijke onthouding van goedkeuring aan of tot gehele of gedeeltelijke vernietiging van besluiten van de commissie, overleg met de commissie. Artikel V.10 1. De Jachthondenkeurmeesters worden benoemd door de Raad van Beheer en de Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging gezamenlijk, op voordracht van de commissie. 2. De commissie is bevoegd, de opleiding en de examens voor Jachthondenkeurmeesters te regelen. 3. De artikelen IV.4 tot en met IV.9 zijn voor het overige van overeenkomstige toepassing met dien verstande, dat voor “Raad van Beheer” wordt gelezen “de Raad van Beheer en de Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging”, dat in artikel IV.6, tweede lid, voor “het Tuchtcollege” wordt gelezen “het Tuchtcollege of de Ereraad van de Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging” en dat de Raad van Beheer de in de artikelen IV.7 en IV.8 bedoelde bevoegdheden aan de commissie kan delegeren. Artikel V.11 1. In door de commissie namens de Raad van Beheer vastgestelde reglementen kunnen tegen overtreding van die reglementen en van de bijzondere verboden uit Titel 2 van Hoofdstuk VI van dit Reglement geen andere straffen worden bedreigd dan die welke strekken tot: a. correctie van de uitslag van een wedstrijd of proef; b. uitsluiting van (verdere) deelname aan de betrokken wedstrijd of proef en Geldig vanaf 1 januari 2016
113
eventueel aan andere binnen een maand te houden wedstrijden en proeven; c. het ontnemen van hun bevoegdheid aan Officials, voor de verdere duur van de betrokken wedstrijd of proef en eventueel voor andere binnen een maand te houden wedstrijden en proeven. 2. In door de commissie namens de Raad van Beheer vastgestelde reglementen kan in afwijking van artikel IV.11 worden bepaald, dat op veldwedstrijden de deelnemende honden door een Exterieurkeurmeester worden beoordeeld en aan deze honden kwalificaties als bedoeld in artikel IV.2 worden toegekend. Artikel V.12 1. Er is een Jachthondenwedstrijdraad, bestaande uit vertegenwoordigers van de Veldwedstrijd Organiserende Verenigingen, met dien verstande dat het bestuur van iedere vereniging uit zijn midden één lid aanwijst. 2. Een lid kan slechts één vereniging vertegenwoordigen. Ieder lid kan één stem uitbrengen. 3. De Jachthondenwedstrijdraad vergadert, voorzover de toepassing van artikel V.13 betreft, tezamen met de commissie. 4. De Jachthondenwedstrijdraad besluit bij gewone meerderheid van stemmen. 5. De voorzitter van de commissie treedt op als voorzitter van de in het derde lid bedoelde vergadering. Artikel V.13 1. De commissie neemt geen besluiten over zaken die geacht kunnen worden alle Veldwedstrijd Organiserende Verenigingen te gaan binden dan nadat daarover het standpunt is gevraagd van de Jachthondenwedstrijdraad. 2. Na toepassing van het eerste lid neemt de commissie een besluit overeenkomstig het standpunt van de Jachthondenwedstrijdraad, tenzij de commissie tegen dat standpunt overwegende bezwaren heeft. 3. In het laatstbedoelde geval doet de commissie daarvan binnen twee maanden mededeling aan de Veldwedstrijd Organiserende Verenigingen en legt zij de zaak zo spoedig mogelijk opnieuw aan de Jachthondenwedstrijdraad voor, waarbij zij haar bezwaren nader toelicht. 4. Indien de Jachthondenwedstrijdraad vervolgens zijn eerder ingenomen standpunt met een meerderheid van ten minste 2/3 van het aantal uitgebrachte geldige stemmen bevestigt, neemt de commissie binnen twee maanden daarna een besluit in overeenstemming met het standpunt van de Jachthondenwedstrijdraad. In het andere geval is de commissie vrij naar eigen goedvinden te besluiten. Dit laatste geldt ook, indien de Raad van Beheer met de Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging is overeengekomen dat een orgaan binnen de Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging een vergelijkbare positie inneemt als de Jachthondenwedstrijdraad, en dat orgaan met een meerderheid van ten minste 2/3 van het aantal uitgebrachte geldige stemmen over hetzelfde onderwerp een standpunt inneemt, dat met dat van de Jachthondenwedstrijdraad onverenigbaar is. 5. De toepassing van de voorgaande leden laat het bepaalde in artikel V.9 onverlet.
Geldig vanaf 1 januari 2016
114
Artikel V.14 De commissie dient de Raad van Beheer gevraagd en ongevraagd van advies inzake alle aangelegenheden betreffende het jachthondenwezen. Artikel V.15 Voor krachtens deze titel gereglementeerde wedstrijden en praktijkproeven kunnen slechts honden worden ingeschreven: a. die op de dag van de inschrijving zijn ingeschreven in de Nederlandse stamboekhouding; b. waarvoor op de dag van de inschrijving de inschrijving in de Nederlandse stamboekhouding is aangevraagd en niet is geweigerd; c. die, indien de Eigenaar in het buitenland woonachtig is, op de dag van de inschrijving zijn ingeschreven in een door de F.C.I. erkende buitenlandse stamboekhouding. d. waarvoor op de dag van de inschrijving, indien de Eigenaar in het buitenland woonachtig is, de inschrijving in een door de F.C.I. erkende buitenlandse stamboekhouding is aangevraagd en niet is geweigerd. De Eigenaar dient een schriftelijk bewijs van de aanvraag van de inschrijving te overleggen. Artikel V.16 1. Een Nederlandse werkkampioenschapsprijs wordt toegekend aan de hond die op een in Nederland gehouden kampioenschapsveldwedstrijd als eerste van zijn groep wordt geplaatst, mits in zijn groep ten minste zes honden deelnemen, de hond voor zijn arbeid de kwalificatie “uitmuntend” heeft behaald en zijn werk naar het oordeel van de Keurmeesters van opvallend hoog niveau was, en de hond op de betrokken dag de leeftijd van één jaar heeft bereikt. 2. Een Nederlandse reserve-werkkampioenschapsprijs wordt toegekend aan alle honden die niet als eerste van hun groep worden geplaatst doch die overigens aan alle voorwaarden voor het toekennen van een werkkampioenschapsprijs voldoen. Artikel V.17 De titel “Werkkampioen” wordt toegekend aan de hond die twee Nederlandse werkkampioenschapsprijzen dan wel één Nederlandse werkkampioenschapsprijs en twee Nederlandse reserve-werkkampioenschapsprijzen heeft behaald, mits a. de prijzen zijn behaald in twee wedstrijdseizoenen en de hond ten tijde van het behalen van de laatste prijs de leeftijd van twee jaar heeft bereikt, en b. de hond op een Tentoonstelling of Kampioenschapsclubmatch als bedoeld in Hoofdstuk IV op een leeftijd van ten minste vijftien maanden de kwalificatie “uitmuntend” of “zeer goed” heeft behaald, en c. is voldaan aan de voor het betreffende Ras in een door de commissie vastgesteld reglement opgenomen bijzondere voorwaarden.
Geldig vanaf 1 januari 2016
115
Artikel V.18 De titel “Werk- en schoonheidskampioen” wordt toegekend aan de hond die: a. de titel “Werkkampioen” heeft verworven, en b. op Tentoonstellingen of Kampioenschapsclubmatches als bedoeld in Hoofdstuk IV onder twee verschillende Exterieurkeurmeesters een kampioenschapsprijs heeft behaald, mits de laatste van deze kampioenschapsprijzen is behaald op of na de dag, waarop de hond de leeftijd van 27 maanden heeft bereikt. Artikel V.19 De titel “Veldwedstrijdkampioen met jaartal” wordt toegekend aan de hond die in de betrokken periode van twaalf maanden in zijn categorie op in Nederland gehouden kampioenschapsveldwedstrijden de beste resultaten heeft bereikt volgens een door de commissie vastgesteld reglement, mits de hond ten tijde van de laatste wedstrijd de leeftijd van twee jaar heeft bereikt. Artikel V.20 1. Voor een toegekende werkkampioenschapsprijs stelt de Raad van Beheer aan de Eigenaar van de hond een diploma beschikbaar. 2. Bij het toekennen van de titel “Werkkampioen” stelt de Raad van Beheer aan de Eigenaar van de hond een kampioenskruis en diploma beschikbaar. 3. Bij het toekennen van de titel “Werk- en schoonheidskampioen” stelt de Raad van Beheer aan de Eigenaar van de hond een medaille met inscriptie beschikbaar. 4. Bij het toekennen van de titel “Veldwedstrijdkampioen met jaartal” stelt de Raad van Beheer aan de Eigenaar van de hond een diploma beschikbaar. Titel 3
Windhondenrennen
Artikel V.21 1. Er is een Commissie voor de Windhondenrensport, in deze titel aan te duiden als: de commissie. 2. De commissie bestaat uit 5 of zeven leden, te bepalen door het bestuur van de Raad van Beheer. 3. De leden worden voorgedragen door de Windhondenrenverenigingen. 4. Het bestuur van de Raad van Beheer kan een dwingende voordracht doen voor maximaal drie leden. 5. De leden van de Commissie voor de Windhondenrensport worden benoemd door het bestuur van de Raad van Beheer. 6. De zittingstermijn van de leden van de commissie is vier jaar. Artikel V.22 1. Op de verkiezing van de gekozen leden van de commissie is artikel 12 van Statuten van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat: a. voor “Erkende Verenigingen” wordt gelezen “Aangesloten Windhondenrenverenigingen”; Geldig vanaf 1 januari 2016
116
b. in Artikel 12, vierde lid, voor “door ten minste vijf Aangesloten Verenigingen” wordt gelezen “door iedere Aangesloten Windhondenrenvereniging”; c. in Artikel 12, zevende lid, voor “door ten minste vijf erkende Verenigingen gezamenlijk” wordt gelezen “door iedere Aangesloten Windhondenrenvereniging”; d. Voor “het Bestuur van de Raad van Beheer” wordt gelezen “Commissie voor de Windhondenrensport”; e. Voor “de Algemene Vergadering ” wordt gelezen “de Windhondenrenraad, bedoeld in artikel V.28". 2. De procedurele uitvoering wordt overgedragen aan de Raad van Beheer. Artikel V.23 1. De Raad van Beheer wijst uit het midden van de commissie een voorzitter aan. 2. De commissie wijst uit haar midden een secretaris en een penningmeester aan, die tezamen met de voorzitter de kerncommissie vormen. Artikel V.24 De Raad van Beheer kan uit zijn midden een gedelegeerde voor de windhondenrensport aanwijzen. Deze gedelegeerde ontvangt alle aan de leden van de commissie toegezonden stukken en kan alle vergaderingen van de commissie bijwonen. Hij heeft in die vergaderingen een raadgevende stem. Artikel V.25 1. De commissie is namens de Raad van Beheer belast met de zorg voor het goed functioneren van de organisatie van de windhondenrensport in Nederland en voor zover mogelijk eveneens in het buitenland, alsmede voor de representatie hiervan. 2. De commissie is bevoegd, ter uitvoering van de in het eerste lid bedoelde taak namens de Raad van Beheer reglementen vast te stellen, aan de Windhondenrenverenigingen verplichtingen op te leggen en andere besluiten te nemen, mits daarmee niet wordt gehandeld in strijd met dit Reglement. 3. De commissie is voor al haar handelingen verantwoording schuldig aan de Raad van Beheer en verstrekt daartoe aan de Raad van Beheer alle door deze verlangde inlichtingen. 4. De commissie neemt bij de uitvoering van haar taak de richtlijnen en aanwijzingen van de Raad van Beheer in acht. 5. De door de commissie vastgestelde reglementen en andere besluiten van algemene strekking behoeven de voorafgaande schriftelijke goedkeuring van de Raad van Beheer. 6. De Raad van Beheer kan besluiten van de commissie die niet aan zijn goedkeuring onderworpen zijn, vernietigen. 7. De Raad van Beheer pleegt, alvorens te besluiten tot het geven van richtlijnen of aanwijzingen aan de commissie, tot gehele of gedeeltelijke onthouding van goedkeuring aan of tot gehele of gedeeltelijke vernietiging van besluiten van de commissie, overleg met de commissie.
Geldig vanaf 1 januari 2016
117
Artikel V.26 In door de commissie vastgestelde reglementen kunnen tegen overtreding van die reglementen en van de bijzondere verboden uit Titel 2 van Hoofdstuk VI van dit Reglement geen andere straffen worden bedreigd dan die welke strekken tot: a. correctie van de uitslag van een ren; b. uitsluiting van deelname aan de rennen voor de verdere duur van de betrokken wedstrijddag en eventueel voor andere binnen een maand te houden rennen; c. het ontnemen van hun bevoegdheid aan Officials, voor de verdere duur van de betrokken wedstrijddag en eventueel voor andere binnen een maand te houden rennen. Artikel V.27 1. De commissie draagt er zorg voor, dat de uitgaven ter zake van haar activiteiten gedekt kunnen worden uit de inkomsten ter zake van haar activiteiten. 2. De commissie stelt jaarlijks een financieel verslag over het afgelopen boekjaar vast, dat tezamen met een schriftelijk controlerapport vóór 1 mei van het volgende jaar wordt overgelegd aan de in artikel V.28 bedoelde Windhondenrenraad en ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de Raad van Beheer. Artikel V.28 1. Er is een Windhondenrenraad, bestaande uit vertegenwoordigers van de Windhondenrenverenigingen, met dien verstande dat het bestuur van iedere vereniging uit zijn midden twee leden aanwijst, waarvan één stemrecht heeft. 2. Een lid kan slechts één vereniging vertegenwoordigen. Ieder stemgerechtigd lid kan één stem uitbrengen. 3. De Windhondenrenraad vergadert tezamen met de commissie. 4. De Windhondenrenraad besluit bij gewone meerderheid van stemmen. 5. De voorzitter van de commissie treedt op als voorzitter van de in het derde lid bedoelde vergadering. Artikel V.29 1. De commissie neemt geen besluiten over zaken die geacht kunnen worden alle Windhondenrenverenigingen te gaan binden dan nadat daarover het standpunt is gevraagd van de Windhondenrenraad. 2. Na toepassing van het eerste lid neemt de commissie een besluit overeenkomstig het standpunt van de Windhondenrenraad, tenzij de commissie tegen dat standpunt overwegende bezwaren heeft. 3. In het laatstbedoelde geval doet de commissie daarvan binnen twee maanden mededeling aan de Windhondenrenverenigingen en legt zij de zaak zo spoedig mogelijk opnieuw aan de Windhondenrenraad voor, waarbij zij haar bezwaren nader toelicht. 4. Indien de Windhondenrenraad vervolgens zijn eerder ingenomen standpunt met een meerderheid van ten minste 2/3 van het aantal uitgebrachte geldige stemmen bevestigt, neemt de commissie binnen twee maanden daarna een besluit in overeenstemming met het standpunt van de Windhondenrenraad. In het andere Geldig vanaf 1 januari 2016
118
geval is de commissie vrij naar eigen goedvinden te besluiten. 5. De toepassing van de voorgaande leden laat het bepaalde in artikel V.25 onverlet. Artikel V.30 1. De commissie dient de Raad van Beheer gevraagd en ongevraagd van advies inzake alle aangelegenheden betreffende de windhondenrensport. 2. De Raad van Beheer neemt geen besluiten over de erkenning, de intrekking van de erkenning en de wijziging van het gebied van een Windhondenrenvereniging dan nadat de commissie daarover advies heeft uitgebracht. Artikel V.31 Voor krachtens deze titel gereglementeerde wedstrijden kunnen slechts honden worden ingeschreven: a. die op de dag van de inschrijving zijn ingeschreven in de Nederlandse stamboekhouding; b. waarvoor op de dag van de inschrijving de inschrijving in de Nederlandse stamboekhouding is aangevraagd en niet is geweigerd; c. die, indien de Eigenaar in het buitenland woonachtig is, op de dag van de inschrijving zijn ingeschreven in een door de F.C.I. erkende buitenlandse stamboekhouding. d. waarvoor op de dag van de inschrijving, indien de Eigenaar in het buitenland woonachtig is, de inschrijving in een door de F.C.I. erkende buitenlandse stamboekhouding is aangevraagd en niet is geweigerd. De Eigenaar dient een schriftelijk bewijs van de aanvraag van de inschrijving te overleggen. Artikel V.32 1. De titel “Renkampioen met jaartal” wordt toegekend aan de hond die in het betrokken jaar in zijn categorie een door de commissie gereglementeerde kampioenschapsren heeft gewonnen, mits de hond ten tijde van de ren een minimumleeftijd van 18 maanden voor de grote Rassen en een minimumleeftijd van 15 maanden voor de Whippet en het Italiaans Windhondje heeft bereikt. 2. Voor de toepassing van het eerste lid worden voor alle Rassen de categorieën korte baan en lange baan onderscheiden. 3. De titel wordt niet toegekend voor de categorie, waarbinnen niet ten minste zes honden aan de kampioenschapsren deelnemen. 4. Indien binnen een categorie ten minste zes reuen en ten minste zes teven deelnemen, worden voor beide geslachten afzonderlijke rennen gehouden en afzonderlijke titels toegekend. Artikel V.33 Voor een toegekende renkampioenstitel stelt de Raad van Beheer aan de Eigenaar van de hond een kampioensdiploma en een kampioenskruis of -penning beschikbaar.
Geldig vanaf 1 januari 2016
119
Artikel V.33A 1. De titel “Coursingkampioen met jaartal” wordt toegekend aan de hond die in het betrokken jaar bij zijn Ras een door de commissie gereglementeerde kampioenscoursing heeft gewonnen, mits de hond ten tijde van de coursing een minimumleeftijd van 24 maanden voor de grote Rassen en een minimumleeftijd van 18 maanden voor de Whippet en het Italiaans Windhondje heeft bereikt. 2. De titel wordt niet toegekend voor een Ras, waarvan niet tenminste zes honden aan de kampioenscoursing deelnemen. 3. Indien van een Ras tenminste zes reuen en zes teven deelnemen, worden voor beide geslachten afzonderlijke titels toegekend. Artikel V.33B Voor een toegekende coursingskampioenstitel stelt de Raad van Beheer aan de Eigenaar van de hond een kampioensdiploma en een kampioenskruis of -penning beschikbaar. Artikel V. 33C 1. Een CACNL wordt toegekend aan de hond die op een in Nederland gehouden a. CACNL-ren in de hoogste klasse als eerste is geëindigd. Mits tenminste 6 honden in zijn klasse hebben deelgenomen en de honden de volgende afstand hebben gelopen, Italiaans Windhondje en Whippet 350 meter en alle andere rassen 480 meter; b. CACNL-coursing als eerste geplaatst, mits de hond minimale 2/3 van het maximaal te behalen punten heeft behaald en tenminste 2 honden hebben deelgenomen. Bij deelname van 3 honden per geslacht kan het CAC-NL per geslacht worden vergeven. 2. Een reserve-CACNL wordt toegekend aan de hond, die op een in Nederland gehouden a. CACNL-ren in de hoogste klasse als tweede is geëindigd en verder aan de in lid 1 opgenomen voorwaarden heeft voldaan; b. CACNL-coursing in zijn groep als tweede is geplaatst en verder aan de in lid 1 opgenomen voorwaarden heeft voldaan. 3. Daarnaast geldt, dat de hond voor het behalen van een eerste CACNL of ReserveCACNL op de minimumleeftijd van 15 maanden op een CAC-tentoonstelling of kampioensclubmatch de kwalificatie Uitmuntend moet hebben behaald. Een bewijs van de showkwalificatie moet voor de inschrijving worden overlegd. Artikel V. 33D 1. De titel “Nederlands Kampioen Schoonheid en Prestatie” wordt toegekend aan de hond die twee Nederlandse CACNL-kaarten heeft behaald bij verschillende verenigingen. Daarbij gelden de voorwaarden, dat a. tussen het behalen van het eerste en het tweede CACNL tenminste 1 jaar en een dag liggen b. De hond eenmaal een uitmuntend op een Kampioenschapclubmatch of Windhonden CAC-show heeft gehaald op een leeftijd van minimaal 15 maanden Geldig vanaf 1 januari 2016
120
en 2 x een CAC op een in Nederland georganiseerde show waarbij twee reserve CAC’s eenmalig als 1 heel CAC mag worden geteld. Bovenstaande moet worden behaald bij 2 verschillende keurmeesters. Er moet een periode van minimaal 1 jaar en 1 dag zitten tussen de eerste en de laatste kwalificatie. c. is voldaan aan de voor het betreffende ras in een door de Commissie voor de Windhondenrensport vastgesteld reglement opgenomen bijzondere voorwaarden. 2. Het Reserve-CACNL (R-CACNL) is voor het behalen van de titel “Nederlands Kampioen Schoonheid en Prestatie” geldig als de hond, die het CACNL heeft gekregen, al de titel “Nederlands Kampioen Schoonheid en Prestatie” heeft, of als de hond die het CACNL heeft gekregen” niet voldoet aan de door de Commissie voor de Windhondenrensport gestelde bijzondere voorwaarden. Artikel V.33E 1. Voor een toegekende CACNL stelt de Raad van Beheer een diploma beschikbaar. 2. Voor de toekenning van de titel “Kampioen Schoonheid en Prestatie” stelt de Raad van Beheer aan de eigenaar van de hond een diploma beschikbaar en tegen betaling een medaille met inscriptie. Artikel V.33 F De titel “Nederlands Kampioen Schoonheid en Prestatie” zal worden bijgeschreven op de stamboom van de hond. De titel geeft niet het recht om op tentoonstellingen in te schrijven in de kampioensklasse. Titel 4
Werkhonden, reddings- en lawinehonden, watersport en drijven met kuddehonden
Artikel V.34 1. Er is een Commissie Werkhonden, in deze titel aan te duiden als: de commissie. 2. De commissie bestaat uit 5 of zeven leden, te bepalen door het bestuur van de Raad van Beheer. 3. De leden worden voorgedragen door de Werkhondenverenigingen. 4. Het bestuur van de Raad van Beheer kan een dwingende voordracht doen voor maximaal drie leden. 5. De leden van de Commissie Werkhonden worden benoemd door het bestuur van de Raad van Beheer. 6. De zittingstermijn van de leden van de commissie is vier jaar. Artikel V.35 1. Op de verkiezing van de gekozen leden van de commissie is artikel 12 Statuten van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat: a. voor “erkende verenigingen” wordt gelezen “Aangesloten Werkhondenverenigingen”; b. in artikel 12, vierde lid, voor “door ten minste vijf Aangesloten Verenigingen” wordt gelezen “door iedere Aangesloten Werkhondenvereniging”; c. in artikel 12, zevende lid, voor “door ten minste vijf Aangesloten Verenigingen Geldig vanaf 1 januari 2016
121
gezamenlijk” wordt gelezen “door iedere Aangesloten Werkhondenvereniging”; d. Voor “het Bestuur van de Raad van Beheer” wordt gelezen “Commissie Werkhonden”; e. Voor “de Algemene Vergadering ” wordt gelezen “de Werkhondenraad, bedoeld in artikel V.42". 2. De procedurele uitvoering wordt overgedragen aan de Raad van Beheer. Artikel V.36 1. De Raad van Beheer wijst uit het midden van de commissie een voorzitter aan. 2. De commissie wijst uit haar midden een secretaris en een penningmeester aan, die tezamen met de voorzitter de kerncommissie vormen. Artikel V.37 De Raad van Beheer kan uit zijn midden een gedelegeerde voor de werkhondensport aanwijzen. Deze gedelegeerde ontvangt alle aan de leden van de commissie toegezonden stukken en kan alle vergaderingen van de commissie bijwonen. Hij heeft in die vergaderingen een raadgevende stem. Artikel V.38 1. De commissie is namens de Raad van Beheer belast met de zorg voor het goed functioneren van de organisatie van de werkhondensport, de reddings- en lawinehonden, watersport en drijven met kuddehonden daaronder begrepen, in Nederland en voor zover mogelijk eveneens in het buitenland, alsmede voor de representatie hiervan. 2. De commissie is bevoegd, ter uitvoering van de in het eerste lid bedoelde taak namens de Raad van Beheer reglementen vast te stellen, aan de Werkhondenverenigingen verplichtingen op te leggen en andere besluiten te nemen, mits daarmee niet wordt gehandeld in strijd met dit Reglement. 3. De commissie is voor al haar handelingen verantwoording schuldig aan de Raad van Beheer en verstrekt daartoe aan de Raad van Beheer alle door deze verlangde inlichtingen. 4. De commissie neemt bij de uitvoering van haar taak de richtlijnen en aanwijzingen van de Raad van Beheer in acht. 5. De door de commissie vastgestelde reglementen en andere besluiten van algemene strekking behoeven de voorafgaande schriftelijke goedkeuring van de Raad van Beheer. 6. De Raad van Beheer kan besluiten van de commissie die niet aan zijn goedkeuring onderworpen zijn, vernietigen. 7. De Raad van Beheer pleegt, alvorens te besluiten tot het geven van richtlijnen of aanwijzingen aan de commissie, tot gehele of gedeeltelijke onthouding van goedkeuring aan of tot gehele of gedeeltelijke vernietiging van besluiten van de commissie, overleg met de commissie. Artikel V.39 1. De Keurmeesters voor werkhonden, reddings- en lawinehonden, watersport en Geldig vanaf 1 januari 2016
122
drijven met kuddehonden worden benoemd door de Raad van Beheer op voordracht van de commissie. 2. De commissie is bevoegd, de opleiding en de examens voor Keurmeesters voor werkhonden, reddings- en lawinehonden, watersport en drijven met kuddehonden te regelen. 3. De artikelen IV.4 tot en met IV.9 zijn voor het overige van overeenkomstige toepassing met dien verstande, dat de Raad van Beheer de in de artikelen IV.7 en IV.8 bedoelde bevoegdheden aan de commissie kan delegeren. Artikel V.40 1. In door de commissie vastgestelde reglementen kunnen tegen overtreding van die reglementen en van de bijzondere verboden uit Titel 2 van Hoofdstuk VI van dit Reglement geen andere straffen worden bedreigd dan die welke strekken tot: a. correctie van de uitslag van een wedstrijd of examen; b. uitsluiting van (verdere) deelname aan de betrokken wedstrijd of het betrokken examen en eventueel aan andere binnen een maand te houden wedstrijden en examens; c. het ontnemen van hun bevoegdheid aan Officials, voor de verdere duur van de betrokken wedstrijd of het betrokken examen en eventueel voor andere binnen een maand te houden wedstrijden en examens. 2. In door de commissie vastgestelde reglementen kan in afwijking van artikel IV.11 worden bepaald, dat op werkhondenwedstrijden de deelnemende honden door een Exterieurkeurmeester worden beoordeeld en aan deze honden kwalificaties als bedoeld in artikel IV.2 worden toegekend. Artikel V.41 1. De commissie draagt er zorg voor, dat de uitgaven ter zake van haar activiteiten gedekt kunnen worden uit de inkomsten ter zake van haar activiteiten. 2. De commissie stelt jaarlijks een financieel verslag over het afgelopen boekjaar vast, dat tezamen met een schriftelijk controlerapport vóór 1 mei van het volgende jaar wordt overgelegd aan de in artikel V.42 bedoelde Werkhondenraad en ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de Raad van Beheer. Artikel V.42 1. Er is een Werkhondenraad, bestaande uit vertegenwoordigers van de Werkhondenverenigingen, met dien verstande dat het bestuur van iedere vereniging uit zijn midden twee leden aanwijst, waarvan één stemrecht heeft. 2. Een lid kan slechts één vereniging vertegenwoordigen. Ieder stemgerechtigd lid kan één stem uitbrengen. 3. De Werkhondenraad vergadert tezamen met de commissie. 4. De Werkhondenraad besluit bij gewone meerderheid van stemmen. 5. De voorzitter van de commissie treedt op als voorzitter van de in het derde lid bedoelde vergadering.
Geldig vanaf 1 januari 2016
123
Artikel V.43 1. De commissie neemt geen besluiten over zaken die geacht kunnen worden alle Werkhondenverenigingen te gaan binden dan nadat daarover het standpunt is gevraagd van de Werkhondenraad. 2. Na toepassing van het eerste lid neemt de commissie een besluit overeenkomstig het standpunt van de Werkhondenraad, tenzij de commissie tegen dat standpunt overwegende bezwaren heeft. 3. In het laatstbedoelde geval doet de commissie daarvan binnen twee maanden mededeling aan de Werkhondenverenigingen en legt zij de zaak zo spoedig mogelijk opnieuw aan de Werkhondenraad voor, waarbij zij haar bezwaren nader toelicht. 4. Indien de Werkhondenraad vervolgens zijn eerder ingenomen standpunt met een meerderheid van ten minste 2/3 van het aantal uitgebrachte geldige stemmen bevestigt, neemt de commissie binnen twee maanden daarna een besluit in overeenstemming met het standpunt van de Werkhondenraad. In het andere geval is de commissie vrij naar eigen goedvinden te besluiten. 5. De toepassing van de voorgaande leden laat het bepaalde in artikel V.38 onverlet. Artikel V.44 De commissie dient de Raad van Beheer gevraagd en ongevraagd van advies inzake alle aangelegenheden betreffende de werkhondensport, de reddings- en lawinehonden, watersport en drijven met kuddehonden daaronder begrepen. Artikel V.45 Voor wedstrijden als bedoeld in de artikelen V.46 en V.49 kunnen slechts honden worden ingeschreven: a. die op de dag van de inschrijving zijn ingeschreven in de Nederlandse stamboekhouding; b. waarvoor op de dag van de inschrijving de inschrijving in de Nederlandse stamboekhouding is aangevraagd en niet is geweigerd; c. die, indien de Eigenaar in het buitenland woonachtig is, op de dag van de inschrijving zijn ingeschreven in een door de F.C.I. erkende buitenlandse stamboekhouding. d. waarvoor op de dag van de inschrijving, indien de Eigenaar in het buitenland woonachtig is, de inschrijving in een door de F.C.I. erkende buitenlandse stamboekhouding is aangevraagd en niet is geweigerd. De Eigenaar dient een schriftelijk bewijs van de aanvraag van de inschrijving te overleggen. Artikel V.46 Een Nederlandse werkkampioenschapsprijs wordt toegekend aan de hond die op een daartoe aangewezen nationale of internationale wedstrijd, gehouden volgens de regels van de Internationale Prüfungs Ordnung (I.P.O.): a. het I.P.O. III programma uitvoert en, bij een deelname van ten minste zes honden, het hoogste aantal punten behaalt, en b. voor elk van de drie onderdelen speuren (A), gehoorzaamheid (B) en verdedigingsdienst (C) ten minste 90 van de 100 punten behaalt, een en ander mits Geldig vanaf 1 januari 2016
124
de hond op de betrokken dag de leeftijd van 22 maanden heeft bereikt. Artikel V.46A De Nederlandse speurkampioenschapsprijs wordt toegekend aan de hond die op een daartoe aangewezen nationale of internationale wedstrijd, gehouden volgens de regels van het Internationale Prüfungs Ordnung (IPO) voor speurhonden. a. het speurhond programma uitvoert en, bij deelname van ten minste zes honden, het hoogste aantal punten behaald en b. voor elk van de beide uit te werken sporen ten minste 90 van de 100 punten behaalt, een en ander mits de hond op de betrokken dag de leeftijd van 22 maanden heeft bereikt. Artikel V.47 De titel “Werkkampioen” wordt toegekend aan de hond die twee Nederlandse werkkampioenschapsprijzen heeft behaald, mits a. de prijzen zijn behaald in twee kalenderjaren met een tussenruimte van ten minste zes maanden, en b. de hond op een Tentoonstelling of Kampioenschapsclubmatch als bedoeld in Hoofdstuk IV op een leeftijd van ten minste vijftien maanden de kwalificatie “uitmuntend” of “zeer goed” heeft behaald. Artikel V.48 De titel “Werk- en schoonheidskampioen” wordt toegekend aan de hond die: a. de titel “Werkkampioen” heeft verworven, en b. op Tentoonstellingen of Kampioenschapsclubmatches als bedoeld in Hoofdstuk IV onder twee verschillende Exterieurkeurmeesters een kampioenschapsprijs heeft behaald, mits de laatste van deze kampioenschapsprijzen is behaald op of na de dag, waarop de hond de leeftijd van 27 maanden heeft bereikt. Artikel V.49 De titel “Werkkampioen met jaartal” wordt toegekend aan de hond die in het betrokken jaar op de daartoe aangewezen wedstrijd de beste resultaten heeft bereikt volgens een door de commissie vastgesteld reglement, mits de hond ten tijde van de wedstrijd de leeftijd van twee jaar heeft bereikt. Artikel V.49A De titel “Clubwinnaar IPO III met jaartal” wordt toegekend aan de hond die in het betrokken jaar op de daartoe aangewezen wedstrijd de beste resultaten heeft bereikt volgens een door de commissie vastgesteld reglement, mits de hond ten tijde van de wedstrijd de leeftijd van twee jaar heeft bereikt. Artikel V.49B De titel “Speurkampioen met jaartal” wordt toegekend aan de hond die in het betrokken jaar op de daartoe aangewezen wedstrijd de beste resultaten heeft bereikt volgens een
Geldig vanaf 1 januari 2016
125
door de commissie vastgesteld reglement, mits de hond ten tijde van de wedstrijd de leeftijd van 2 jaar heeft bereikt. Artikel V.50 1. Voor een toegekende werkkampioenschapsprijs stelt de Raad van Beheer aan de Eigenaar van de hond een diploma beschikbaar. 2. Bij het toekennen van de titel “Werkkampioen” stelt de Raad van Beheer aan de Eigenaar van de hond een kampioenskruis en diploma beschikbaar. 3. Bij het toekennen van de titel “Werk- en schoonheidskampioen” stelt de Raad van Beheer aan de Eigenaar van de hond een medaille met inscriptie beschikbaar. 4. Bij het toekennen van de titel “Werkkampioen met jaartal” stelt de Raad van Beheer aan de Eigenaar van de hond een diploma beschikbaar. 5. Bij het toekennen van de titel “Clubwinnaar IPO III met jaartal” stelt de Raad van Beheer aan de Eigenaar van de hond een diploma beschikbaar. 6. Bij het toekennen van de titel “Speurkampioen met jaartal” stelt de Raad van Beheer aan de Eigenaar van de hond een diploma beschikbaar. Titel 5
FCI Obedience
Artikel V.51 Er is een Commissie voor de FCI Obedience sport, in deze titel aan te duiden als: de commissie. . Artikel V.52 1. De commissie is namens de Raad van Beheer belast met de zorg voor het goed functioneren van de organisatie van de FCI Obedience sport in Nederland en voor zover mogelijk eveneens in het buitenland, alsmede voor de representatie hiervan. 2. De commissie is bevoegd, ter uitvoering van de in het eerste lid bedoelde taak namens de Raad van Beheer reglementen vast te stellen en andere besluiten te nemen, mits daarmee niet wordt gehandeld in strijd met dit Reglement. 3. De commissie is voor al haar handelingen verantwoording schuldig aan de Raad van Beheer en verstrekt daartoe aan de Raad van Beheer alle door deze verlangde inlichtingen. 4. De commissie neemt bij de uitoefening van haar in het tweede lid bedoelde bevoegdheid de richtlijnen en aanwijzingen van de Raad van Beheer in acht. 5. De door de commissie krachtens haar in het tweede lid bedoelde bevoegdheid vastgestelde reglementen en andere besluiten van algemene strekking behoeven de voorafgaande schriftelijke goedkeuring van de Raad van Beheer. 6. De Raad van Beheer kan besluiten van de commissie die niet aan zijn goedkeuring onderworpen zijn, vernietigen. 7. De Raad van Beheer pleegt, alvorens te besluiten tot het geven van richtlijnen of aanwijzingen aan de commissie, tot gehele of gedeeltelijke onthouding van goedkeuring aan of tot gehele of gedeeltelijke vernietiging van besluiten van de commissie, overleg met de commissie. Geldig vanaf 1 januari 2016
126
Artikel V.53 1. De FCI Obedience Keurmeesters worden benoemd door de Raad van Beheer op voordracht van de commissie. 2. De commissie is bevoegd, de opleiding en de examens voor FCI Obedience Keurmeesters te regelen. 3. De artikelen IV.4 tot en met IV.9 zijn voor het overige van overeenkomstige toepassing met dien verstande, dat de Raad van Beheer de in de artikelen IV.7 en IV.8 bedoelde bevoegdheden aan de commissie kan delegeren. Artikel V.54 In door de commissie vastgestelde reglementen kunnen tegen overtreding van die reglementen en van de bijzondere verboden uit Titel 2 van Hoofdstuk VI van dit Reglement geen andere straffen worden bedreigd dan die welke strekken tot: a. correctie van de uitslag van een wedstrijd of examen; b. uitsluiting van (verdere) deelname aan de betrokken wedstrijd of het betrokken examen en eventueel aan andere binnen een maand te houden wedstrijden en examens; c. het ontnemen van hun bevoegdheid aan Officials, voor de verdere duur van de betrokken wedstrijd of het betrokken examen en eventueel voor andere binnen een maand te houden wedstrijden en examens. Artikel V.55 Voor wedstrijden als bedoeld in de artikelen V.56 en V.59 kunnen slechts honden worden ingeschreven: a. die op de dag van de inschrijving zijn ingeschreven in de Nederlandse stamboekhouding; b. waarvoor op de dag van de inschrijving de inschrijving in de Nederlandse stamboekhouding is aangevraagd en niet is geweigerd; c. die, indien de Eigenaar in het buitenland woonachtig is, op de dag van de inschrijving zijn ingeschreven in een door de F.C.I. erkende buitenlandse stamboekhouding. d. waarvoor op de dag van de inschrijving, indien de Eigenaar in het buitenland woonachtig is, de inschrijving in een door de F.C.I. erkende buitenlandse stamboekhouding is aangevraagd en niet is geweigerd. De Eigenaar dient een schriftelijk bewijs van de aanvraag van de inschrijving te overleggen. Artikel V.56 Een Nederlandse FCI Obedience kampioenschapsprijs wordt toegekend aan de hond die op een daartoe in Nederland gehouden FCI Obedience III-wedstrijd het hoogste aantal punten behaalt volgens een door de commissie vastgesteld reglement, mits dit aantal ten minste 255 van de in totaal 320 te behalen punten bedraagt, ten minste vier andere honden deelnemen en de hond op de betrokken dag de leeftijd van twee jaar heeft bereikt.
Geldig vanaf 1 januari 2016
127
Artikel V.57 De titel “FCI Obedience kampioen” wordt toegekend aan de hond die twee Nederlandse FCI Obedience kampioenschapsprijzen heeft behaald, mits a. de prijzen zijn behaald in twee kalenderjaren met een tussenruimte van ten minste zes maanden, en b. de hond op een Tentoonstelling of Kampioenschapsclubmatch als bedoeld in Hoofdstuk IV op een leeftijd van ten minste vijftien maanden de kwalificatie “uitmuntend” of “zeer goed” heeft behaald. Artikel V.58 De titel “Wedstrijdkampioen met jaartal” wordt toegekend aan de hond die in de betrokken periode van twaalf maanden in zijn categorie op in Nederland gehouden kampioenschapswedstrijden FCI Obedience de beste resultaten heeft bereikt volgens een door de commissie vastgesteld reglement, mits de hond ten tijde van de laatste wedstrijd de leeftijd van twee jaar heeft bereikt. Artikel V.59 De titel “FCI Obedience kampioen I met jaartal”, “FCI Obedience kampioen II met jaartal” onderscheidenlijk “FCI Obedience kampioen III met jaartal” wordt toegekend aan de hond die in het betrokken jaar op een daartoe jaarlijks in Nederland te houden FCI Obedience I-wedstrijd, FCI Obedience II-wedstrijd onderscheidenlijk FCI Obedience III-wedstrijd de beste resultaten heeft bereikt volgens een door de commissie vastgesteld reglement, mits de hond ten tijde van de wedstrijd de leeftijd van twee jaar heeft bereikt. Artikel V.60 1. Voor een toegekende FCI Obedience kampioenschapsprijs stelt de Raad van Beheer aan de Eigenaar van de hond een diploma beschikbaar. 2. Bij het toekennen van de titel “FCI Obedience kampioen” stelt de Raad van Beheer aan de Eigenaar van de hond een kampioenskruis en diploma beschikbaar. 3. Bij het toekennen van de titel “FCI Obedience kampioen I met jaartal”, “FCI Obedience kampioen II met jaartal” en “FCI Obedience kampioen III met jaartal” stelt de Raad van Beheer aan de Eigenaar van de hond een diploma beschikbaar. Titel 6
Agility
Artikel V.61 Er is een Commissie voor de Agility sport, in deze titel aan te duiden als: de commissie.
Geldig vanaf 1 januari 2016
128
Artikel V.62 1. De commissie is namens de Raad van Beheer belast met de zorg voor het goed functioneren van de organisatie van de Agility sport in Nederland en voor zover mogelijk eveneens in het buitenland, alsmede voor de representatie hiervan. 2. De commissie is bevoegd, ter uitvoering van de in het eerste lid bedoelde taak namens de Raad van Beheer reglementen vast te stellen en andere besluiten te nemen, mits daarmee niet wordt gehandeld in strijd met dit Reglement. 3. De commissie is voor al haar handelingen verantwoording schuldig aan de Raad van Beheer en verstrekt daartoe aan de Raad van Beheer alle door deze verlangde inlichtingen. 4. De commissie neemt bij de uitoefening van haar in het tweede lid bedoelde bevoegdheid de richtlijnen en aanwijzingen van de Raad van Beheer in acht. 5. De door de commissie krachtens haar in het tweede lid bedoelde bevoegdheid vastgestelde reglementen en andere besluiten van algemene strekking behoeven de voorafgaande schriftelijke goedkeuring van de Raad van Beheer. 6. De Raad van Beheer kan besluiten van de commissie die niet aan zijn goedkeuring onderworpen zijn, vernietigen. 7. De Raad van Beheer pleegt, alvorens te besluiten tot het geven van richtlijnen of aanwijzingen aan de commissie, tot gehele of gedeeltelijke onthouding van goedkeuring aan of tot gehele of gedeeltelijke vernietiging van besluiten van de commissie, overleg met de commissie.
Artikel V.63 1. De Agility keurmeesters worden benoemd door de Raad van Beheer op voordracht van de commissie. 2. De commissie is bevoegd, de opleiding en de examens voor Agility keurmeesters te regelen. 3. De artikelen IV.4 tot en met IV.8 zijn voor het overige van overeenkomstige toepassing met dien verstande, dat de Raad van Beheer de in de artikelen IV.7 en IV.8 bedoelde bevoegdheden aan de commissie kan delegeren. Artikel V.64 In door de commissie namens de Raad van Beheer vastgestelde reglementen kunnen tegen overtreding van die reglementen en van de bijzondere verboden uit Titel 2 van Hoofdstuk VI van dit Reglement geen andere straffen worden bedreigd dan die welke strekken tot: a. correctie van de uitslag van een wedstrijd; b. uitsluiting van (verdere) deelname aan de betrokken wedstrijd en eventueel aan andere binnen een maand te houden wedstrijden; c. het ontnemen van hun bevoegdheid aan Officials, voor de verdere duur van de betrokken wedstrijd en eventueel voor andere binnen een maand te houden wedstrijden. Artikel V.65 Geldig vanaf 1 januari 2016
129
Voor wedstrijden als bedoeld in artikel V.66, V.67 en V.68 kunnen slechts honden worden ingeschreven: a. die op de dag van de inschrijving zijn ingeschreven in de Nederlandse stamboekhouding; b. waarvoor op de dag van de inschrijving de inschrijving in de Nederlandse stamboekhouding is aangevraagd en niet is geweigerd; c. die, indien de Eigenaar in het buitenland woonachtig is, op de dag van de inschrijving zijn ingeschreven in een door de F.C.I. erkende buitenlandse stamboekhouding, waarvoor op de dag van de inschrijving, indien de Eigenaar in het buitenland woonachtig is, de inschrijving in een door de F.C.I. erkende buitenlandse stamboekhouding is aangevraagd en niet is geweigerd. De Eigenaar dient een schriftelijk bewijs van de aanvraag van de inschrijving te overleggen. Artikel V.66 De titel “Agility kampioen” wordt toegekend aan de hond die volgens de door de commissie vastgestelde reglementen is toegelaten tot een door de commissie gereglementeerde kampioenschapswedstrijd en op die wedstrijd de beste resultaten en ten minste de kwalificatie “uitmuntend” heeft behaald, mits a. de hond ten tijde van de wedstrijd de leeftijd van twee jaar heeft bereikt, en b. de hond op een Tentoonstelling of Kampioenschapsclubmatch als bedoeld in Hoofdstuk IV op een leeftijd van ten minste vijftien maanden de kwalificatie “uitmuntend” of “zeer goed” heeft behaald. Artikel V.67 De titel “Agility kampioen met jaartal” wordt toegekend aan de hond die in het betrokken jaar op een daartoe jaarlijks in Nederland te houden Agility wedstrijd de beste resultaten heeft bereikt volgens een door de commissie vastgesteld reglement mits de hond ten tijde van de wedstrijd de leeftijd van twee jaar heeft bereikt. Artikel V.68 De titel “Wedstrijdkampioen met jaartal” wordt toegekend aan de hond die in de betrokken periode van twaalf maanden in zijn categorie op de in Nederland gehouden kampioenschapswedstrijden Agility de beste resultaten heeft bereikt volgens een door de commissie vastgesteld reglement, mits de hond ten tijde van de wedstrijd de leeftijd van twee jaar heeft bereikt. Artikel V.69 1. Bij het toekennen van de titel “Agility kampioen” stelt de Raad van Beheer aan de Eigenaar van de hond een kampioenskruis en diploma beschikbaar. 2. Bij het toekennen van de titel “Agility kampioen met jaartal” stelt de Raad van Beheer aan de Eigenaar van de hond een diploma beschikbaar.
Titel 7
Flyball
Geldig vanaf 1 januari 2016
130
Artikel V.70 Er is een Commissie voor de Flyball sport, in deze titel aan te duiden als: de commissie Artikel V.71 1. De commissie is namens de Raad van Beheer belast met de zorg voor het goed functioneren van de organisatie van de Flyball sport in Nederland en voor zover mogelijk eveneens in het buitenland, alsmede voor de representatie hiervan. 2. De commissie is bevoegd, ter uitvoering van de in het eerste lid bedoelde taak namens de Raad van Beheer reglementen vast te stellen en andere besluiten te nemen, mits daarmee niet wordt gehandeld in strijd met dit Reglement. 3. De commissie is voor al haar handelingen verantwoording schuldig aan de Raad van Beheer en verstrekt daartoe aan de Raad van Beheer alle door deze verlangde inlichtingen. 4. De commissie neemt bij de uitoefening van haar in het tweede lid bedoelde bevoegdheid de richtlijnen en aanwijzingen van de Raad van Beheer in acht. 5. De door de commissie krachtens haar in het tweede lid bedoelde bevoegdheid vastgestelde reglementen en andere besluiten van algemene strekking behoeven de voorafgaande schriftelijke goedkeuring van de Raad van Beheer. 6. De Raad van Beheer kan besluiten van de commissie die niet aan zijn goedkeuring onderworpen zijn, vernietigen. 7. De Raad van Beheer pleegt, alvorens te besluiten tot het geven van richtlijnen of aanwijzingen aan de commissie, tot gehele of gedeeltelijke onthouding van goedkeuring aan of tot gehele of gedeeltelijke vernietiging van besluiten van de commissie, overleg met de commissie. Artikel V.72 In door de commissie namens de Raad van Beheer vastgestelde reglementen kunnen tegen overtreding van die reglementen en van de bijzondere verboden uit Titel 2 van Hoofdstuk VI van dit Reglement geen andere straffen worden bedreigd dan die welke strekken tot: a. correctie van de uitslag van een wedstrijd; b. uitsluiting van (verdere) deelname aan de betrokken wedstrijd en eventueel aan andere binnen een maand te houden wedstrijden; c. het ontnemen van hun bevoegdheid aan Officials, voor de verdere duur van de betrokken wedstrijd en eventueel voor andere binnen een maand te houden wedstrijden.
Geldig vanaf 1 januari 2016
131
Hoofdstuk VA Adviescommissies Titel 1
Commissie Opvoeding & Gedrag
Artikel VA.1 1. Er is een Commissie Opvoeding & Gedrag, in deze titel aan te duiden als: de commissie. 2. De commissie bestaat uit zeven leden die door het bestuur van de Raad van Beheer worden benoemd. Het bestuur van de Raad van Beheer benoemt de voorzitter in functie. De commissie benoemt uit haar midden een secretaris. 3. Commissieleden hebben bij voorkeur (wetenschappelijke) kennis en/of ervaring op één of meer van de volgende terreinen: a. ethologie; b. gedragsgenetica; c. gedragsbeoordeling; d. gedragstherapie; e. het verzorgen van gedragscursussen voor de combinatie mens/hond. 4. De zittingstermijn van de leden van de commissie is vier jaar. Artikel VA.2 Het bestuur van de Raad van Beheer wijst uit haar midden een gedelegeerde aan. Deze gedelegeerde ontvangt alle aan de commissie toegezonden stukken en kan alle vergaderingen van de commissie bijwonen. De gedelegeerde heeft in die vergaderingen een raadgevende stem. De gedelegeerde kan zich laten bijstaan door medewerkers van de Raad van Beheer. Artikel VA.3 1. Doelstelling van de commissie gedrag: a. de bevordering van het gewenste gedrag bij (ras)honden; b. het bevorderen van de relatie tussen mens en hond in de maatschappij. 2. De commissie streeft het in lid 1 van dit artikel genoemde doel na door het bestuur van de Raad van Beheer gevraagd en ongevraagd te adviseren over: a. de socialisatie en opvoeding van pups; b. de training van honden op het gebied van gedrag; c. de gedragstesten (met het oog op fokselectie en als diagnostisch instrument) en gedragsbeoordeling; d. het algemeen gedrag van rashonden met betrekking tot het signaleren van problemen binnen een ras, zoals overmatige angst, overmatige agressie en ongewenst gedrag. Artikel VA.4 1. De commissie is namens de Raad van Beheer belast met de kwaliteitsbewaking van: a. de (uitvoering van de) ingestelde gedragstesten en gedragsbeoordelingen; b. de opleiding en examens van de gedragskeurmeesters; c. de nascholing van de benoemde gedragskeurmeesters. Geldig vanaf 1 januari 2016
132
2. Voor de onder lid 1 van dit artikel genoemde kwaliteitsbewaking stelt de commissie reglementen en protocollen op die ze ter goedkeuring aan het bestuur van de Raad van Beheer voorlegt. 3. De commissie is voor al haar handelingen verantwoording schuldig aan het bestuur van de Raad van Beheer en verstrekt daartoe aan het bestuur van de Raad van Beheer alle door deze verlangde inlichtingen. 4. De commissie neemt bij de uitvoering van haar taak de richtlijnen en aanwijzingen van het bestuur van de Raad van Beheer in acht.
Geldig vanaf 1 januari 2016
133
Hoofdstuk VI Tuchtrecht Titel 1
Algemene Bepalingen
Artikel VI.1 Vervallen Artikel VI.2 1. Ieder die meent dat iemand een Strafbaar Feit heeft begaan, kan ter zake schriftelijk een klacht bij de Raad van Beheer indienen. 2. De Raad van Beheer kan vorderen dat het Tuchtcollege een klacht als bedoeld in het eerste lid of een door de Raad van Beheer zelf geformuleerde klacht in behandeling neemt. 3. Het Tuchtcollege is met uitsluiting van anderen belast met het onderzoek en de bestraffing van strafbare feiten. Het Tuchtcollege neemt een zaak slechts in behandeling op vordering van de Raad van Beheer. 4. De Raad van Beheer is, behoudens het bepaalde in artikel VI.31 en in artikel VI.53, derde lid, verplicht uitspraken van het Tuchtcollege ten uitvoer te leggen. 5. Tegen de uitspraken van het Tuchtcollege staat geen Beroep open. Artikel VI.3 Indien een Strafbaar Feit als omschreven in Titel 2 buiten Nederland is begaan en het desbetreffende handelen of nalaten ook strafbaar is in het land waar het Strafbaar Feit is begaan, wordt dat Strafbaar Feit voor de toepassing van dit hoofdstuk geacht in Nederland te zijn begaan. De bepalingen van dit hoofdstuk zijn in dat geval zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.
Titel 2
Bijzondere verboden
Artikel VI.4 Het is aan anderen dan de bestuursleden van de Raad van Beheer verboden, zich op enigerlei wijze voor te doen als vertegenwoordiger van de Nederlandse kynologie, indien en voor zover daartoe door de Raad van Beheer niet een schriftelijke machtiging is verstrekt. Artikel VI.5 1. Het is door de Raad van Beheer benoemde keurmeesters verboden te ambteren bij enig, door een niet Aangesloten Vereniging, welke actief is op het gebied van een of meer takken van hondensport, georganiseerd evenement, indien een dergelijk evenement in of krachtens dit Reglement is gereglementeerd. 2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt onder vereniging mede verstaan iedere andere rechtspersoon of groep van personen die actief is op het gebied van een of meer takken van hondensport. Geldig vanaf 1 januari 2016
134
3. Het verbod uit het eerste lid geldt niet ten aanzien van niet Aangesloten Verenigingen gedurende drie maanden na hun oprichting. Deze termijn kan door de Raad van Beheer op verzoek van de vereniging worden verlengd. 4. Vervallen. Artikel VI.6 1. Het is verboden bij aanvraag-, aanmeldings- en inschrijvingsprocedures die in of krachtens dit Reglement zijn geregeld, onjuiste gegevens te verstrekken of gegevens te verzwijgen. 2. Het is verboden anderszins bij de beoefening van de hondensport bedrieglijke handelingen te plegen of pogingen daartoe te doen. Artikel VI.7 Het is verboden hondennamen die niet zijn geregistreerd in een in het land van herkomst door de F.C.I. erkende stamboekhouding, op te nemen of te doen opnemen in bescheiden die bedoeld zijn of gebruikt kunnen worden om de juistheid van de daarin opgenomen gegevens aannemelijk te maken. Artikel VI.8 1. Het is verboden een kennelnaam te voeren indien het recht daartoe niet overeenkomstig Titel 3 van Hoofdstuk III van dit Reglement is verleend. 2. Het is verboden een geregistreerde kennelnaam te gebruiken voor het maken van reclame ten behoeve van pensions, triminrichtingen en vergelijkbare bedrijfsmatige activiteiten. Artikel VI.9 Het is verboden onjuiste gegevens of resultaten in een rashondenlogboek op te nemen of te doen opnemen. Artikel VI.10 Het is verboden op enigerlei wijze medewerking te verlenen of deel te nemen aan een Expositie of wedstrijd die wordt gehouden zonder de daarvoor vereiste toestemming. Artikel VI.11 Het is verboden op enigerlei wijze medewerking te verlenen of deel te nemen aan totalisatoractiviteiten die niet vallen onder de controle en het beheer van de georganiseerde windhondenrensport, zoals geregeld in Hoofdstuk V Titel 3 van dit Reglement, of waarvan de opbrengsten niet ter beschikking van de georganiseerde windhondenrensport komen. Artikel VI.12 Het is verboden een hond waarvan het uiterlijk, de beweging of het gedrag door enig kunstmiddel of enige ingreep zo is gewijzigd dat de Keurmeester daardoor kan worden misleid, bij een Keurmeester ter keuring voor te brengen of te doen Geldig vanaf 1 januari 2016
135
voorbrengen, tenzij de Exposant de Keurmeester daaromtrent vóór de keuring van de hond heeft ingelicht. Artikel VI.13 Het is verboden honden die aan windhondenrennen, werkhondenexamens of wedstrijden deelnemen, medicamenten toe te dienen of te doen toedienen die tot een kunstmatige verhoging van de prestaties van de hond kunnen leiden. Artikel VI.14 1. Het is verboden op Exposities en wedstrijden tegenover Keurmeesters of Officials handtastelijk te zijn, onwelvoeglijke taal te gebruiken of deze functionarissen anderszins te beledigen of te bedreigen dan wel zich op andere wijze onbetamelijk te gedragen. 2. Het is verboden anderszins bij de beoefening van de hondensport handtastelijk te zijn, onwelvoeglijke taal te gebruiken, beledigingen en/of bedreigingen te uiten, dan wel zich op een andere wijze onbetamelijk te gedragen. Dit artikel is ook van toepassing op fokkers, die de rechtsmacht van de Raad van Beheer en de werking van dit Reglement hebben aanvaard. Artikel VI.15 1. Het is aan Exposanten verboden op Exposities op of in hokken en omrasteringen reclame voor firma’s in voedings-, verzorgings- en andere middelen aan te brengen. 2. Het is verboden op Exposities op of in hokken en omrasteringen diploma’s, kwalificatie- en prijskaarten en dergelijke die op vorige Exposities of wedstrijden zijn behaald, aan te brengen. Artikel VI.16 Het is aan ringfunctionarissen op Exposities verboden de keuring door het geven van inlichtingen aan de Keurmeester of anderszins te beïnvloeden, behalve wanneer zij een overtreding of een dreigende overtreding van reglementaire bepalingen constateren. Artikel VI.17 1. Het is verboden op Exposities of wedstrijden parforcebanden, prikkelbanden en/of andere dwangmiddelen te gebruiken. 2. Het is verboden op een Expositie honden die zich in de ring bevinden, van buiten de ring te roepen, te fluiten of op andere wijze de aandacht van deze honden te trekken. Artikel VI.18 Het is verboden tijdens windhondenrennen de start van de honden op ongeoorloofde wijze te beïnvloeden dan wel op enigerlei wijze de aandacht van de honden van de haas af te leiden en tijdens andere wedstrijden, examens en praktijkproeven op enigerlei wijze de aandacht van de honden van het werk af te leiden.
Geldig vanaf 1 januari 2016
136
Artikel VI.19 Het is verboden op een Expositie of wedstrijd een hond uit te brengen die in zodanige omstandigheden verkeert of in de voorafgaande periode van twaalf weken heeft verkeerd, dat hij een besmettelijke ziekte op andere honden zou kunnen overbrengen. Artikel VI.20 Het is verboden een Expositie of wedstrijd te bezoeken, indien de bezoeker in zijn woning of kennel een of meer honden houdt die aan een zodanige besmettelijke ziekte lijden of in de voorafgaande periode van twaalf weken hebben geleden, dat hij deze besmettelijke ziekte op andere honden zou kunnen overbrengen. Artikel VI.21 Het is aan het bestuur en aan de bestuursleden van een Aangesloten Vereniging verboden de leden van die vereniging en anderen er op enigerlei wijze toe te bewegen hun honden niet op een Expositie of wedstrijd uit te brengen omdat of indien een bepaalde Keurmeester zal keuren. Artikel VI.22 Het is verboden een hond in eigendom over te dragen, indien deze hond of één of beide ouderdieren al dan niet operatief behandeld zijn om een of meer op erfelijke aanleg berustende afwijkingen, gebreken of aandoeningen te verhelpen of te verdoezelen, tenzij de nieuwe Eigenaar daaromtrent vóór de eigendomsoverdracht schriftelijk is ingelicht. Artikel VI.23 Het is verboden een windhond als renhond in eigendom over te dragen, indien de overdragende partij weet dat de betrokken hond niet aan windhondenrennen kan of mag deelnemen. Artikel VI.23A 1. Vervallen 2. Het is verboden honden te kruisen waarvan bij beide als kleur(variëteit) een variant van merle op de Stamboom staat vermeld. Artikel VI. 23B Het is verboden de voorwaarden en bepalingen uit hoofdstuk VIII (Basis Reglement Stambomen) te overtreden. Artikel VI.23C Het is verboden een Kwaadaardige hond uit te brengen op een expositie, wedstrijd of ander kynologisch evenement, dat in of krachtens dit Reglement is gereglementeerd.
Geldig vanaf 1 januari 2016
137
Artikel VI.23D 1. Het is verboden om met honden te fokken die aantoonbaar lijden aan een of meer aandoeningen die de gezondheid en het welzijn van de hond of zijn nakomelingen ernstig in gevaar kan brengen. 2. Aandoeningen dienen te worden verwoord in het VFR van de rasvereniging. Indien verschillende rasverenigingen voor hetzelfde ras niet tot een eenduidig overzicht komen zal deze door de gezondheidscommissie worden opgesteld en ter vaststelling worden voorgelegd aan de Raad van Beheer.
Titel 3
Straffen
Artikel VI.24 Hij die in strijd met de verbodsbepalingen uit Titel 2 handelt of nalaat te handelen en hij die anderszins het aanzien of de belangen van de kynologie schaadt, kan gestraft worden met een of meer der volgende straffen: a. berisping; b. geldboete tot ten hoogste € 10.000,—; c. tijdelijke of blijvende diskwalificatie van zijn persoon; d. tijdelijke of blijvende diskwalificatie van een of meer der honden waarvan hij Eigenaar is; e. ontneming van het recht tot het voeren van een kennelnaam; f. tijdelijke of blijvende ontneming van de bevoegdheid om als Keurmeester op te treden; g. tijdelijke of blijvende ontneming van de bevoegdheid om als Official op te treden. Artikel VI.25 1. Hij die overigens in strijd met een of meer bepalingen van dit Reglement of van een ander door of namens de Raad van Beheer vastgesteld reglement handelt of nalaat te handelen, kan gestraft worden met een of meer der volgende straffen: a. berisping; b. geldboete tot ten hoogste € 5.000,—; c. tijdelijke diskwalificatie van zijn persoon; d. tijdelijke diskwalificatie van een of meer der honden waarvan hij Eigenaar is; e. tijdelijke ontneming van de bevoegdheid om als Keurmeester op te treden; f. tijdelijke ontneming van de bevoegdheid om als Official op te treden. 2. Hij die reeds eerder ter zake van eenzelfde feit veroordeeld is, kan tevens gestraft worden met een of meer der volgende straffen: a. blijvende diskwalificatie van zijn persoon; b. blijvende diskwalificatie van een of meer der honden waarvan hij Eigenaar is; c. ontneming van het recht tot het voeren van een kennelnaam; d. blijvende ontneming van de bevoegdheid om als Keurmeester op te treden; e. blijvende ontneming van de bevoegdheid om als Official op te treden.
Geldig vanaf 1 januari 2016
138
Artikel VI.26 Geen straf wordt opgelegd indien de Beklaagde aannemelijk maakt, dat hem het plegen van het Strafbaar Feit niet verweten kan worden. Artikel VI.27 1. De in de artikelen VI.24 en VI.25 genoemde straffen kunnen in combinatie worden opgelegd, met uitzondering van de berisping, die niet in combinatie met andere straffen kan worden opgelegd. 2. In de uitspraak kan worden bepaald dat een opgelegde geldboete, indien deze niet binnen een bepaalde termijn aan de Raad van Beheer is overgemaakt, wordt vervangen door een andere straf. Artikel VI.28 1. Een straf kan voorwaardelijk worden opgelegd. 2. Indien de voorwaarde bestaat uit het opleggen van een proeftijd, dan wordt de straf slechts geëffectueerd indien de veroordeelde tijdens de proeftijd opnieuw een Strafbaar Feit pleegt. Artikel VI.29 Gediskwalificeerde personen worden voor de duur van hun diskwalificatie uitgesloten van deelname aan de georganiseerde kynologie. Dat houdt in: a. dat zij tijdens de duur van hun diskwalificatie geen honden mogen uitbrengen op Exposities en wedstrijden; b. dat honden, waarvan zij Eigenaar zijn tijdens de duur van hun diskwalificatie niet mogen worden toegelaten op Exposities en wedstrijden; c. dat zij tijdens de duur van hun diskwalificatie geen toegang hebben tot gebouwen en terreinen waar Exposities of wedstrijden worden gehouden; d. dat zij tijdens de duur van hun diskwalificatie niet betrokken mogen zijn bij de voorbereiding of organisatie van Exposities of wedstrijden; e. dat door hen tijdens de duur van hun diskwalificatie gefokte honden niet worden ingeschreven in de Nederlandse stamboekhouding; f. dat pups geboren uit een combinatie waarvan de vaderhond eigendom is van een gediskwalificeerd persoon niet in de Nederlandse stamboekhouding worden ingeschreven; g. dat honden die tijdens de duur van de diskwalificatie door hen worden vervreemd, door de Raad van Beheer niet op de naam van de verkrijger worden geregistreerd, waardoor zij Eigenaar, in de zin van het Kynologisch Reglement, van die honden blijven. Artikel VI.30 Gediskwalificeerde honden mogen gedurende de duur van hun diskwalificatie niet toegelaten worden tot Exposities en wedstrijden. Met deze honden gedurende de duur van hun diskwalificatie gefokte nakomelingen worden niet in de Nederlandse stamboekhouding ingeschreven.
Geldig vanaf 1 januari 2016
139
Artikel VI.31 De Raad van Beheer kan, nadat na een Veroordeling ten minste twee jaar zijn verstreken, een straf voor de resterende periode kwijtschelden indien nieuwe of gewijzigde feiten, omstandigheden of inzichten daartoe naar zijn oordeel, het Tuchtcollege gehoord, aanleiding vormen. Titel 4
Het Tuchtcollege voor de Kynologie
Artikel VI.32 1. Het Tuchtcollege voor de Kynologie bestaat uit ten minste drie leden, die door het bestuur van de Raad van Beheer voor een termijn van vier jaar worden benoemd. 2. Tot lid zijn slechts zij benoembaar, die aan het eind van het jaar van benoeming de leeftijd van 71 jaar nog niet hebben bereikt. Aftredenden zijn opnieuw benoembaar, behoudens het bepaalde in de vorige volzin. 3. De bestuursleden van de Raad van Beheer kunnen geen lid van het Tuchtcollege zijn. 4. De Raad van Beheer wijst één lid van het Tuchtcollege als voorzitter en tenminste één lid als waarnemend voorzitter aan. 5. Als voorzitter en als waarnemend voorzitter kunnen slechts zij worden aangewezen, die hetzij de graad van doctor in de rechtswetenschap hetzij de graad van doctor in de rechtsgeleerdheid of de hoedanigheid van meester in de rechten bezitten, met dien verstande dat deze graad of deze hoedanigheid verkregen moet zijn op grond van het afleggen van een examen in onder meer het Nederlands strafrecht. Artikel VI.33 Het Tuchtcollege behandelt een klacht als bedoeld in artikel VI.2 met drie leden, waaronder de voorzitter of een waarnemend voorzitter. Artikel VI.34 De leden van het Tuchtcollege kunnen niet tussentijds worden ontslagen. Zij kunnen wel tussentijds ontslag nemen. In een tussentijdse vacature wordt zo spoedig mogelijk door de het Bestuur van de Raad van Beheer voorzien. Artikel VI.35 Het Bestuur van de Raad van Beheer voegt aan het Tuchtcollege een secretaris en desgewenst één of meer adjunct-secretarissen toe. Artikel VI.36 Vervallen Artikel VI.37 1. Het Tuchtcollege komt in pleno bijeen indien de voorzitter dit nodig acht of ten minste twee andere leden dit verzoeken. 2. Het Tuchtcollege beslist in alle zaken bij gewone meerderheid van stemmen. Geldig vanaf 1 januari 2016
140
Artikel VI.38 Artikel II.3, eerste lid, is op de leden van het Tuchtcollege van overeenkomstige toepassing. Titel 5
Procedure
Artikel VI.39 1. Tegelijk met het indienen van een klacht ter zake van een Strafbaar Feit bij de Raad van Beheer moet een bij Tarievenbesluit te bepalen bedrag aan de Raad van Beheer worden overgemaakt, behoudens het bepaalde in artikel 15, onder a Huishoudelijk Reglement, en de artikelen IV.51 en V.6. 2. Dit bedrag wordt aan de klager terugbetaald indien de klacht heeft geleid tot een Veroordeling van de Beklaagde door het Tuchtcollege. Artikel VI.40 1. De Raad van Beheer deelt de Beklaagde zo spoedig mogelijk onder toezending van een afschrift van de klacht mede, dat tegen hem een klacht is ingediend, onderscheidenlijk aanhangig is gemaakt. 2. Indien de klacht tegen een bestuurslid van de Raad van Beheer is gericht, wordt de klacht onverwijld zonder vooronderzoek met toepassing van artikel VI.43 bij het Tuchtcollege aanhangig gemaakt. Artikel VI.41 1. De Raad van Beheer kan naar aanleiding van bij hem bekende feiten of een bij hem ingediende klacht ter zake van een Strafbaar Feit een vooronderzoek instellen ter beantwoording van de vraag of hij zal vorderen, dat het Tuchtcollege de desbetreffende zaak in behandeling neemt. 2. De Raad van Beheer kan in het kader van een vooronderzoek inlichtingen inwinnen, maar is niet bevoegd getuigen of deskundigen te horen. Artikel VI.42 1. De Raad van Beheer kan een Beklaagde schorsen van deelname aan de georganiseerde kynologie, waaronder de uitoefening van de in artikel VI.29 genoemde kynologische activiteiten en handelingen, dan wel in de uitoefening van de bevoegdheid om als Keurmeester of Official op te treden. 2. De schorsing wordt schriftelijk en gemotiveerd aan de Beklaagde meegedeeld. 3. De Beklaagde wordt in ieder geval binnen twee weken nadat de schorsing aan hem is medegedeeld in de gelegenheid gesteld te worden gehoord door een daartoe door het bestuur samengestelde delegatie. 4. Direct na de hoorzitting neemt het Bestuur een besluit omtrent de voortzetting van de schorsing. Dit besluit wordt schriftelijk en gemotiveerd aan de Beklaagde medegedeeld. 5. De schorsing eindigt zodra de in artikel VI.43, eerste lid, genoemde termijn is Geldig vanaf 1 januari 2016
141
verstreken zonder dat de klacht bij het Tuchtcollege aanhangig is gemaakt of zodra het Tuchtcollege de schorsing heeft opgeheven, en voorts zodra het Tuchtcollege uitspraak heeft gedaan dan wel, indien een Veroordeling ten uitvoer moet worden gelegd, zodra deze tenuitvoerlegging heeft plaats gehad. Artikel VI.43 1. Het Bestuur van de Raad van Beheer neemt binnen drie maanden na ontvangst van een klacht een beslissing over de verdere behandeling, hetzij door te vorderen dat het Tuchtcollege de zaak in behandeling neemt en daarvan aan de klager en de Beklaagde mededeling te doen, hetzij door onder opgave van redenen aan de klager en de Beklaagde mee te delen dat de klacht niet bij het Tuchtcollege aanhangig zal worden gemaakt. 2. Vervallen Artikel VI.44 1. Het Tuchtcollege onderzoekt de klacht en wint daartoe de door hem noodzakelijk geachte inlichtingen in. De Raad van Beheer en allen die aan zijn rechtsmacht zijn onderworpen, zijn verplicht de gevraagde inlichtingen te verstrekken. 2. De in het eerste lid bedoelde plicht tot het verstrekken van inlichtingen geldt niet voor degene met wie de Beklaagde is gehuwd of gehuwd geweest is, voor degene met wie hij duurzaam samenleeft, voor zijn bloed- en aanverwanten in de rechte lijn alsmede voor zijn bloed- en aanverwanten in de zijlijn tot en met de derde graad. Artikel VI.45 1. Zodra het onderzoek van de zaak zo ver is gevorderd dat deze op een zitting van het Tuchtcollege behandeld kan worden, roept het Tuchtcollege de Beklaagde, de klager en – indien de klacht niet door de Raad van Beheer is geformuleerd – desgewenst een vertegenwoordiger van de Raad van Beheer ten minste twee weken tevoren op om bij de behandeling ter zitting aanwezig te zijn. 2. De Beklaagde kan zich ter zitting door een raadsman doen bijstaan. Hij kan zich ook ter zitting door een gemachtigde doen vertegenwoordigen, tenzij het Tuchtcollege bij de oproep heeft meegedeeld het gewenst te vinden dat de Beklaagde persoonlijk verschijnt. 3. Indien de Beklaagde en/of de klager niet ter zitting verschijnen, verbindt het Tuchtcollege daaraan de conclusies die hij verantwoord acht. Artikel VI.46 Vervallen Artikel VI.47 1. De gang van zaken ter zitting wordt door de voorzitter bepaald. 2. In ieder geval wordt de klager in de gelegenheid gesteld zijn klacht toe te lichten, terwijl de Beklaagde in de gelegenheid wordt gesteld zich in persoon of bij monde van zijn raadsman of gemachtigde te verdedigen. 3. De in artikel VI.45, eerste en tweede lid, genoemden hebben het recht de gehele Geldig vanaf 1 januari 2016
142
behandeling van de zaak ter zitting bij te wonen. De voorzitter kan anderen toestaan de behandeling ter zitting bij te wonen, indien de Beklaagde of zijn gemachtigde daarmee instemt. 4. De behandeling van de zaak ter zitting kan te allen tijde door de voorzitter worden geschorst of verdaagd. Artikel VI.48 1. Het Tuchtcollege kan ter zitting getuigen en deskundigen horen. Hij kan getuigen en deskundigen verzoeken de eed of belofte af te leggen, alvorens zij worden gehoord. 2. De Beklaagde kan verzoeken door hem te noemen getuigen en deskundigen te horen. Een dergelijk verzoek wordt ingewilligd tenzij het Tuchtcollege van oordeel is, dat daarmee geen redelijk doel wordt gediend en de procedure door inwilliging onaanvaardbaar zou worden vertraagd. Artikel VI.49 1. Een Beklaagde heeft het recht te verzoeken dat een lid van het Tuchtcollege door een ander lid of plaatsvervangend lid wordt vervangen indien hij van oordeel is, dat het eerstbedoelde lid direct of indirect persoonlijk bij de zaak betrokken is en een onpartijdige rechtsgang daardoor kan worden geschaad. 2. Een verzoek als in het eerste lid bedoeld wordt ingewilligd, indien het Tuchtcollege het oordeel van de Beklaagde deelt. Artikel VI.50 Het Tuchtcollege baseert zijn uitspraak op de gedingstukken zoals die aan de Beklaagde bekend zijn, alsmede op het verhandelde ter zitting. Artikel VI.51 1. De schriftelijke uitspraak van het Tuchtcollege wordt aangetekend aan de Beklaagde verzonden en in afschrift toegezonden aan de klager en aan de Raad van Beheer. De uitspraak kan geheel of gedeeltelijk ook aan andere belanghebbenden in afschrift worden toegezonden of worden meegedeeld. 2. Het Tuchtcollege kan in afwijking van het eerste lid bepalen, dat de uitspraak slechts in afschrift aan de klager wordt toegezonden voor zover deze voor hem van belang is. Artikel VI.52 1. Indien een Veroordeling bij verstek is uitgesproken, kan de veroordeelde binnen een maand na verzending van de uitspraak bij het Tuchtcollege in verzet komen. Deze titel is op de verzetprocedure van toepassing. 2. De uitspraak waartegen het verzet zich richt blijft van kracht totdat het Tuchtcollege op het verzet uitspraak heeft gedaan. Artikel VI.53 1. Het Tuchtcollege kan de Raad van Beheer adviseren, een uitspraak te publiceren. Indien dit advies wordt gevolgd, beslist de Raad van Beheer omtrent de wijze van Geldig vanaf 1 januari 2016
143
publikatie. 2. Een uitspraak wordt niet gepubliceerd, indien dat niet door het Tuchtcollege is geadviseerd. 3. In geval van verzet tegen een Veroordeling wordt de Veroordeling niet ten uitvoer gelegd. Zij wordt niet gepubliceerd, tenzij het Tuchtcollege in zijn uitspraak op het verzet adviseert de oorspronkelijke uitspraak alsnog te publiceren.
Geldig vanaf 1 januari 2016
144
Hoofdstuk VII
Bezwaar en Beroep
Titel 1
Algemene bepalingen
Artikel VII.1 Vervallen. Artikel VII.2 1. Ieder die door een besluit van de Raad van Beheer rechtstreeks in zijn belang wordt getroffen, kan daartegen een Bezwaarschrift indienen, tenzij: a. het besluit is genomen naar aanleiding van een reeds eerder ingediend Bezwaarschrift; b. het besluit is genomen nadat door de bezwaarde of door derden reeds dezelfde bezwaren tegen de inwilliging van het betreffende verzoek of tegen het betreffende ontwerp-besluit ter kennis van de Raad van Beheer werden gebracht; c. het besluit strekt tot: 1. de vaststelling, de goedkeuring of de weigering van de goedkeuring van een regeling van algemene strekking; 2. een goedkeuring of de weigering van een goedkeuring van een besluit; d. het besluit overeenstemt met een door de Algemene Vergadering ingenomen standpunt of strekt tot doorzending aan het Tuchtcollege dan wel strekt ter uitvoering van een uitspraak van het Tuchtcollege; e. Indiener zich terzake van het besluit heeft gewend tot de civiele rechter. 2. Het Bezwaarschrift moet binnen vier weken na de verzending van het bestreden besluit bij de Raad van Beheer worden ingediend onder vermelding van de bezwaren die tegen het besluit bestaan. 3. Voor de behandeling van het Bezwaarschrift zijn geen kosten verschuldigd. Artikel VII.3 De Indiener van het Bezwaarschrift wordt vóór de beslissing op het Bezwaarschrift gehoord, indien dat in het Bezwaarschrift wordt verzocht. Artikel VII.4 1. Op het Bezwaarschrift wordt binnen 8 weken na de ontvangst daarvan een schriftelijke beslissing aan de Indiener verzonden. 2. Het behandelend orgaan kan de in het eerste lid bedoelde termijn één maal met ten hoogste vier weken verlengen, waarvan de Indiener ten spoedigste in kennis wordt gesteld. Titel 2
De Geschillencommissie
Artikel VII.5 1. Er is een Geschillencommissie, die één of meer kamers vormt, waarvan elke kamer Geldig vanaf 1 januari 2016
145
2.
3.
4. 5. 6.
uit drie leden bestaat, die voor een termijn van vier jaar door de Algemene Vergadering op voordracht van de Raad van Beheer worden benoemd. Iedere Aangesloten Vereniging kan één of meer personen voor plaatsing op de in het eerste lid bedoelde voordracht aanbevelen. In geval bij vacatures anders dan bij de instelling van de Geschillencommissie zullen de leden van de Geschillencommissie worden gehoord over de voordracht. Tot lid zijn slechts zij benoembaar, die aan het eind van het jaar van benoeming de leeftijd van 71 jaar nog niet hebben bereikt. Aftredenden zijn opnieuw benoembaar, behoudens het bepaalde in de vorige volzin. De bestuursleden van de Raad van Beheer kunnen geen lid van de Geschillencommissie zijn. Elke kamer van de Geschillencommissie wijst aan, uit haar midden, een voorzitter en een waarnemend voorzitter. Als voorzitter en als waarnemend voorzitter kunnen slechts zij worden aangewezen, die een academische opleiding Nederlands Recht, afstudeerrichtingen civiel- of staats- en administratief recht dan wel Notarieel Recht met succes hebben afgerond.
Artikel VII.6 De Geschillencommissie behandelt een Beroep als bedoeld in artikel VII.10 met drie leden, waaronder de voorzitter of een waarnemend voorzitter. Artikel VII.7 De leden van de Geschillencommissie kunnen niet tussentijds worden ontslagen. Zij kunnen wel tussentijds ontslag nemen. Een tussentijdse vacature wordt zo spoedig mogelijk vervuld. Artikel VII.8 De Raad van Beheer voegt aan de Geschillencommissie een secretaris en desgewenst één of meer adjunct-secretarissen toe. Artikel VII.9 1. De Geschillencommissie komt als kamer in pleno bijeen indien de voorzitter dit nodig acht of ten minste twee andere leden dit verzoeken. 2. De Geschillencommissie beslist in alle zaken bij gewone meerderheid van stemmen. Titel 3
De Beroepsprocedure
Artikel VII.10 1. Ieder die door een besluit van de Raad van Beheer rechtstreeks in zijn belang wordt getroffen, kan daartegen Beroep bij de Geschillencommissie instellen, tenzij: a. tegen het besluit eerst een Bezwaarschrift als bedoeld in artikel VII.2 kan worden ingediend; b. het besluit strekt tot de vaststelling van een reglement of van een andere regeling van algemene strekking. Geldig vanaf 1 januari 2016
146
2. Met een besluit van de Raad van Beheer wordt gelijk gesteld een weigering om een besluit te nemen. De Raad van Beheer wordt geacht te hebben geweigerd om een besluit te nemen, wanneer een termijn van 8 weken verstreken is zonder dat een besluit is genomen. De Raad van Beheer kan deze termijn één maal met ten hoogste vier weken verlengen. 3. Beroep kan uitsluitend worden ingesteld wegens: a. strijd met de wet; b. strijd met de statuten en reglementen van de Raad van Beheer; c. strijd met de redelijkheid en billijkheid. 4. Geen Beroep staat open tegen een besluit dat overeenstemt met een door de Algemene Vergadering ingenomen standpunt of strekt ter uitvoering van een uitspraak van het Tuchtcollege. 5. Geen Beroep staat tevens open voor degene die zich terzake van het besluit heeft gewend tot de civiele rechter. Artikel VII.11 Het Beroepschrift bevat de gronden waarop het rust en moet bij de Geschillencommissie worden ingediend binnen 4 weken na de verzending van het bestreden besluit onderscheidenlijk binnen 4 weken na het verstrijken van de in artikel VII.10, tweede lid, bedoelde termijn. Artikel VII.12 1. Tegelijk met het indienen van het Beroepschrift moet een bij Tarievenbesluit te bepalen bedrag aan de Raad van Beheer worden overgemaakt. Blijft betaling van het griffierecht achterwege gedurende vier weken nadat de Indiener door de secretaris van de commissie op dit voorschrift is gewezen, dan wordt het Beroep niet ontvankelijk verklaard. 2. Dit bedrag wordt terugbetaald indien het Beroep geheel of gedeeltelijk gegrond wordt verklaard en indien het Beroep met toepassing van artikel VII.19 kennelijk niet ontvankelijk wordt verklaard zonder dat daartegen in verzet wordt gekomen. Artikel VII.13 1. De Geschillencommissie zendt een afschrift van het Beroepschrift aan de Raad van Beheer met het verzoek, alle op de zaak betrekking hebbende stukken aan de Geschillencommissie te zenden en desgewenst zijn oordeel over het Beroepschrift daarbij te voegen. 2. De Geschillencommissie kan zowel de Indiener van het Beroepschrift als de Raad van Beheer vragen, schriftelijk nadere inlichtingen te verstrekken. 3. De Geschillencommissie draagt er zorg voor, dat alle op de zaak betrekking hebbende stukken aan beide partijen bekend zijn. Artikel VII.14 1. Indien de Indiener van het Beroepschrift of de Raad van Beheer dat schriftelijk hebben verzocht, worden zij door de Geschillencommissie mondeling gehoord. 2. De Geschillencommissie kan de Indiener van het Beroepschrift of de Raad van Geldig vanaf 1 januari 2016
147
Beheer verzoeken, een mondelinge toelichting op de zaak te geven. 3. Bij toepassing van het eerste of het tweede lid worden beide partijen voor de betreffende zitting van de Geschillencommissie uitgenodigd. Zij kunnen zich door deskundigen doen bijstaan. Artikel VII.15 1. De Indiener heeft het recht te verzoeken dat een lid van de Geschillencommissie door een ander lid of plaatsvervangend lid wordt vervangen indien hij van oordeel is, dat een eerstbedoelde lid direct of indirect persoonlijk bij de zaak betrokken is en een onpartijdige rechtsgang daardoor kan worden geschaad. 2. Een verzoek als in het eerste lid bedoeld wordt ingewilligd, indien de Geschillencommissie het oordeel van de Indiener deelt. Artikel VII.16 1. De Geschillencommissie doet binnen 8 weken na ontvangst van het Beroepschrift uitspraak. De commissie kan deze termijn één of meermalen verlengen. Partijen worden hiervan ten spoedigste in kennis gesteld. 2. De commissie verklaart het Beroep: a. niet ontvankelijk, dan wel b. geheel of gedeeltelijke gegrond, dan wel c. ongegrond. 3. De uitspraak van de commissie strekt partijen tot bindend advies. Artikel VII.17 Indien de Geschillencommissie het Beroep geheel of gedeeltelijk gegrond verklaart, verwijst zij de zaak terug naar de Raad van Beheer. Deze neemt binnen 4 weken een nieuw besluit met inachtneming van de uitspraak van de commissie. Artikel VII.18 De Geschillencommissie zendt een afschrift van de uitspraak aan de Indiener van het Beroepschrift en aan de Raad van Beheer. Artikel VII.19 1. De voorzitter van de Geschillencommissie kan een Beroep kennelijk niet ontvankelijk verklaren zonder dat de artikelen VII.13 en VII.14 worden toegepast. Artikel VII.18 is van overeenkomstige toepassing. 2. Tegen een uitspraak als bedoeld in het eerste lid kan de Indiener van het Beroepschrift binnen vier weken na de verzending van de uitspraak bij de Geschillencommissie in verzet komen. In dat geval wordt het Beroep alsnog op de gewone wijze behandeld.
Geldig vanaf 1 januari 2016
148
Titel 4
De schorsing
Artikel VII.20 1. Door het indienen van een Bezwaarschrift of het instellen van Beroep tegen een besluit van de Raad van Beheer wordt de werking van dat besluit niet geschorst. 2. De Raad van Beheer kan de werking van het betreffende besluit evenwel schorsen, indien die werking voor de Indiener een onevenredig nadeel meebrengt in verhouding tot het door een onmiddellijke werking te dienen belang. Ook kan de Raad van Beheer in een dergelijk geval een voorlopige voorziening treffen. De Raad van Beheer dient binnen 7 dagen of zoveel eerder als in verband met de praktische werking van het besluit noodzakelijk is, op het schorsingsverzoek te beslissen en de Indiener van zijn besluit schriftelijk op de hoogte stelt. 3. Een verzoek tot toepassing van het tweede lid moet binnen vier weken na indiening van het Bezwaar- of Beroepschrift bij de Raad van Beheer worden ingediend. 4. Mocht de Raad van Beheer voor de Indiener van het Bezwaarschrift negatief hebben besloten, dan kan de Indiener in Beroep gaan bij de voorzitter van de Geschillencommissie. De leden 2 en 3 zijn alsdan van overeenkomstige toepassing, waarbij voor de “Raad van Beheer’’ dient te worden gelezen “voorzitter van de Geschillencommissie’’ en casu quo “Beroepschrift’’ in plaats van “Bezwaarschrift’’. Artikel VII.21 1. Indien het verzoek tot schorsing tegelijk met een Bezwaarschrift wordt ingediend, moet tegelijk met de indiening een bij Tarievenbesluit te bepalen bedrag aan de Raad van Beheer worden overgemaakt. Blijft betaling van het griffierecht achterwege gedurende vier weken nadat de Indiener door de secretaris van de commissie op dit voorschrift is gewezen, dan wordt het Beroep niet ontvankelijk verklaard. 2. Dit bedrag wordt aan de Indiener terugbetaald indien een gehele of gedeeltelijke schorsing wordt uitgesproken of een voorlopige voorziening wordt getroffen.
Geldig vanaf 1 januari 2016
149
Hoofdstuk VIII Fokkerij en Gezondheid Titel 1 Basisreglement Welzijn en Gezondheid Artikel VIII.1 1. Een teef mag niet worden gedekt vóór de dag waarop zij de leeftijd van 16 maanden heeft bereikt. 2. Een teef, waaruit niet eerder pups zijn geboren, mag niet worden gedekt na de dag waarop zij de leeftijd van 72 maanden heeft bereikt. 3. Een teef, waaruit eerder pups zijn geboren, mag niet meer worden gedekt na de dag waarop zij de leeftijd van 96 maanden heeft bereikt. 4. Een teef mag niet meer worden gedekt na de dag waarop haar vijfde nest is geboren. 5. Tussen de geboortes van twee opeenvolgend nesten van dezelfde teef dient een termijn van minstens 12 maanden te zitten . Artikel VIII.2 Een teef mag niet worden gedekt door haar grootvader, haar vader, haar broer, haar zoon of haar kleinzoon. Artikel VIII.3 Hij die op het tijdstip van dekking eigenaar was van de teef en die teef in strijd met de bepalingen van artikel VIII.1 of VIII.2 heeft laten dekken dan wel niet heeft voorkomen dat die teef in strijd met die bepalingen werd gedekt, maakt zich schuldig aan een strafbaar feit als bedoeld in artikel I.4 en artikel VI.23B, en kan worden gestraft overeenkomstig het gestelde in artikel VI.24. Artikel VIII.4 1. Het feit dat pups zijn geboren als gevolg van een dekking die heeft plaatsgevonden in strijd met het gestelde in artikel VIII.1, staat opname in de Nederlandse stamboekhouding niet in de weg. 2. Voor pups die in Nederland zijn geboren als gevolg van een dekking die heeft plaatsgevonden in strijd met het gestelde in artikel VIII.2, wordt de opname in de Nederlandse stamboekhouding geweigerd.
Geldig vanaf 1 januari 2016
150
Hoofdstuk IX
Slotbepalingen
Artikel IX.1 1. De Raad van Beheer maakt alle besluiten en gegevens openbaar, waarvan de openbaarmaking naar zijn oordeel in het belang van de kynologie is. 2. Reglementen, reglementswijzigingen en andere besluiten van algemene strekking treden niet in werking voordat zij openbaar zijn gemaakt. 3. De Raad van Beheer kan van geschriften afschrift aan derden zenden indien daarvoor naar het oordeel van de Raad van Beheer redenen aanwezig zijn, zonder daarvoor toestemming van de afzender, geadresseerde of betrokkene van die geschriften nodig te hebben. Artikel IX.2 1. De in artikel IX.1 bedoelde openbaarmaking en de elders in dit Reglement bedoelde publicatie op de gebruikelijke wijze vindt plaats door opname in de Officiële Mededelingen van de Raad van Beheer. Deze Officiële Mededelingen worden gepubliceerd in een officieel orgaan van de Raad van Beheer en/of in een of meer kynologische tijdschriften en of op de website van de Raad van Beheer. 2. In afwijking van het eerste lid kunnen omvangrijke besluiten en gegevens openbaar gemaakt worden door de tekst daarvan algemeen verkrijgbaar te stellen tegen betaling van ten hoogste de kostprijs, mits deze verkrijgbaarstelling op de in het eerste lid bedoelde wijze wordt gepubliceerd. Artikel IX.3 1. In een Tarievenbesluit stelt de Raad van Beheer de bedragen vast die verschuldigd zijn als vergoeding voor door of vanwege de Raad verrichte handelingen en verleende diensten, voor zover deze bedragen niet in dit Reglement zelf zijn vastgesteld. 2. Voor enigszins uitvoerige inlichtingen kan de Raad van Beheer een van geval tot geval te bepalen vergoeding in rekening brengen. De verzoeker wordt tevoren over de hoogte van deze vergoeding ingelicht. 3. Het in het eerste lid bedoelde Tarievenbesluit en de wijzigingen daarin worden op de gebruikelijke wijze gepubliceerd. Artikel IX.4 De Raad van Beheer kan gedragskeurmeesters en andere nog niet in dit Reglement genoemde Keurmeesters benoemen en hun opleiding regelen. Artikel IX.5 1. De Raad van Beheer kan voor de kynologie van belang zijnde resultaten van de deskundigheid van derden erkennen en aan die erkenning gevolgen verbinden. 2. Besluiten als bedoeld in het eerste lid worden op de gebruikelijke wijze gepubliceerd. Artikel IX.6 1. In bijzondere gevallen kan de Raad van Beheer afwijken van dit Reglement, indien Geldig vanaf 1 januari 2016
151
de belangen van betrokkene(n) en/of de belangen van de kynologie daardoor worden gediend en geen dezer belangen noch de belangen van derden daardoor worden geschaad. 2. Een besluit als in het eerste lid bedoeld wordt met redenen omkleed en op de gebruikelijke wijze gepubliceerd. Artikel IX.7 1. In alle gevallen waarin dit Reglement en de krachtens dit Reglement vastgestelde reglementen niet voorzien, beslist de Raad van Beheer. 2. Indien voorzien kan worden dat zich meer vergelijkbare gevallen zullen voordoen, draagt de Raad van Beheer zorg voor aanvulling van het desbetreffende reglement.
Datum laatstelijk gewijzigd: 1 augustus 2015
Geldig vanaf 1 januari 2016
152
Reglement van orde voor de Algemene Vergadering (reglement als bedoeld in artikel 32 lid 1 sub a van het Huishoudelijk Reglement) Machtiging en presentielijst Artikel 1 1. Het Bestuur van de Raad van Beheer stelt machtigingsformulieren als bedoeld in artikel 28 lid 1 Huishoudelijk Reglement ter beschikking. 2. Iedere vertegenwoordiger tekent voorts de presentielijst. 3. Het Bestuur kan op eigen initiatief of op verzoek van de Algemene Vergadering de vergadering doen bijstaan door een of meer deskundigen. 4. De kynologische pers wordt in de gelegenheid gesteld als toehoorder tijdens de Algemene Vergadering aanwezig te zijn, tenzij de Algemene Vergadering besluit tot een besloten vergadering Amendementen Artikel 2 1. Amendementen als bedoeld in artikel 13, lid 5, van het Huishoudelijk Reglement kunnen worden ingediend tot zes weken vóór de dag waarop de Algemene Vergadering zal worden gehouden. Binnen twee weken na het verstrijken van deze termijn zendt het Bestuur alle ingediende amendementen toe aan de Aangesloten Verenigingen en aan de Rasgroepen en Rayons. 2. Het Bestuur mag in amendementen, alvorens tot de in lid 1 bedoelde toezending over te gaan, wijzigingen van technische aard aanbrengen, zo mogelijk na overleg met de indiener, mits de strekking van het amendement daardoor niet wordt gewijzigd. Beraadslaging Artikel 3 1. Een stemgerechtigde vertegenwoordiger mag in de Algemene Vergadering over ieder agendapunt slechts twee maal het woord voeren, tenzij de voorzitter of de vergadering anders besluit. 2. Op voorstel van de voorzitter kan de vergadering besluiten, dat de spreektijd per Aangesloten Vereniging en per agendapunt wordt beperkt. Orde Artikel 4 De voorzitter kan een Aangesloten Vereniging, dat in strijd handelt met het bepaalde in artikel 3, dat zich niet beperkt tot het onderwerp dat aan de orde is, dat Geldig vanaf 1 januari 2016
153
onwelvoeglijke taal gebruikt of dat anderszins de orde van de vergadering verstoort, het woord ontnemen. Moties Artikel 5 1. Over onderwerpen die niet op de agenda zijn vermeld, kunnen ter vergadering geen besluiten worden genomen. 2. Iedere Aangesloten Vereniging kan over een onderwerp als in lid 1 bedoeld, bij de rondvraag een motie indienen. Een motie behelst een duidelijk omschreven verzoek aan het Bestuur om een bepaald voorstel in procedure te brengen. 3. Een motie vormt slechts onderwerp van beraadslaging indien de motie door tenminste tien andere leden wordt ondersteund. 4. Een aangenomen motie wordt beschouwd als een voorstel en wordt overeenkomstig het bepaalde in artikel 13 van het Huishoudelijk Reglement in procedure gebracht ten behoeve van besluitvorming in de eerstvolgende Algemene Vergadering . Voorstellen van orde Artikel 6 1. Iedere Aangesloten Vereniging kan tijdens de vergadering te allen tijde een voorstel van orde doen. Een dergelijk voorstel betreft het afvoeren van agendapunten, dan wel de wijze van behandeling van de agenda of van een agendapunt. 2. Een voorstel van orde vormt slechts onderwerp van beraadslaging indien het door ten minste vijf andere Aangesloten Verenigingen wordt ondersteund. Het wordt onmiddellijk na indiening in behandeling genomen. Wijziging van ontwerp-besluiten Artikel 7 Het Bestuur heeft het recht om met toestemming van de Algemene Vergadering ter vergadering wijzigingen in een ontwerp-besluit aan te brengen tot het moment waarop tot eindstemming over dat ontwerp-besluit wordt overgegaan. Besluitvorming Artikel 8 1. Over ieder agendapunt afzonderlijk vindt na afsluiting van de beraadslaging besluitvorming plaats. 2. Achtereenvolgens vindt besluitvorming plaats over: a. de ingediende amendementen; b. de ontwerp-besluiten zoals deze met inachtneming van de aanvaarde amendementen en na de eventuele wijziging door het Bestuur zijn komen te luiden. 3. De voorzitter bepaalt de volgorde waarin over de amendementen, onderscheidenlijk de ontwerp-besluiten besluitvorming plaats vindt, tenzij de vergadering daarover met toepassing van artikel 6 een voorstel van orde heeft aangenomen.
Geldig vanaf 1 januari 2016
154
Stemmingen Artikel 9 1. De meerderheid van stemmen is behaald indien tenminste één stem meer voor dan tegen is uitgebracht, waarbij blanco en ongeldige stemmen niet worden meegerekend. 2. Een stem is ongeldig, indien de keuze van de desbetreffende Aangesloten Vereniging daaruit naar het oordeel van de voorzitter of, als het een schriftelijke stemming betreft, naar het oordeel van het stembureau niet duidelijk en ondubbelzinnig blijkt. 3. Een schriftelijke stemming is voorts ongeldig, indien meer stemmen zijn uitgebracht dan er volgens de presentielijst Aangesloten Verenigingen aanwezig zijn en het verschil op de uitslag van de stemming van invloed kan zijn. 4. Indien de stemmen staken, wordt het voorstel geacht te zijn verworpen. Wijze van stemmen Artikel 10 1. Alle stemmingen worden mondeling gehouden tenzij de voorzitter een schriftelijke stemming gewenst acht of ten minste tien Aangesloten Verenigingen dit vóór de stemming verlangen. 2. Indien niemand stemming verlangt wordt het besluit bij acclamatie genomen. 3. Indien mondelinge stemming dient plaats te vinden, kan de voorzitter besluiten tot stemming bij handopsteken, tenzij tien Aangesloten Verenigingen hoofdelijke stemming verlangen. Ook kan de voorzitter alsnog tot hoofdelijke stemming besluiten, indien hij bij de stemming bij handopsteken de uitslag der stemming niet kan vaststellen. 4. Met handopsteken wordt het stemmen met gekleurde kaarten en/of via stemkastjes langs elektronische weg gelijk gesteld. Stembureau Artikel 11 1. Indien een of meer schriftelijke stemmingen moeten worden gehouden, wijst de Algemene Vergadering op voorstel van het Bestuur drie leden van de Algemene Vergadering aan, die tezamen het stembureau vormen. 2. Het stembureau verzamelt de stembriefjes, telt de stemmen en stelt de uitslag vast. De uitslag wordt aan de voorzitter meegedeeld, die deze aan de vergadering bekend maakt. Beperkt stemrecht en verwijzing Artikel 12 1. De Algemene Vergadering kan op voorstel van het Bestuur, besluiten: a. dat aan de in artikel 8 bedoelde besluitvorming over een agendapunt niet alle Aangesloten Verenigingen kunnen deelnemen; b. de behandeling van het agendapunt te verwijzen naar overleg tussen het Bestuur en een groepering uit haar midden, als bedoeld in artikel 14 lid 2 van het Huishoudelijk Reglement. Geldig vanaf 1 januari 2016
155
2. Bij een besluit als bedoeld in het vorige lid wordt aangegeven of aan de in dat lid onder a bedoelde besluitvorming dan wel aan het in dat lid onder b bedoelde overleg kan worden deelgenomen door: a. uitsluitend de vertegenwoordigers van de Rasverenigingen en eventueel de vertegenwoordigers van een of meer met name aan te duiden Bijzondere Verenigingen, dan wel b. uitsluitend de vertegenwoordigers van de kynologische verenigingen en eventueel de vertegenwoordigers van een of meer met name aan te duiden Bijzondere Verenigingen, dan wel c. de vertegenwoordigers van met name aan te duiden verenigingen. Artikel 13 Op een vergadering van de Raad van Beheer met een groepering als bedoeld in artikel 14 lid 2 van het Huishoudelijk Reglement is dit Reglement van Orde voor zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing. Verslag Artikel 14 1. Door de secretaris van het Bestuur wordt van iedere Algemene Vergadering een beknopt verslag opgemaakt. 2. Na voorlopige vaststelling van dit verslag door het Bestuur wordt het door de secretaris toegezonden aan de besturen van alle Aangesloten Verenigingen. Uitleg Artikel 15 Bij onduidelijkheden over de uitleg van dit reglement en in gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist de voorzitter.
Geldig vanaf 1 januari 2016
156
Register op het Kynologisch Reglement Aangesloten Verenigingen ......................................................... IV.13, V.3, V.4 begrip ....................................................................................................... 1 St. bestuurssamenstelling ....................................................................... 10 HR clubregister .......................................................................................... 10 HR gratis verstrekking N.H.S.B. .............................................................. 15 HR inlichtingenplicht .................................................................................. 10 HR ledenlijst ............................................................................................... 10 HR ledental ..................................................................................................20 St. Recht van Initiatief .............................................................................. 13 HR rechten ...................................................................................... 5 HR, 13 HR reglementen ......................................................................................... 13 HR Statuten ..................................................................................... 4 St., 10 HR verenigingsorgaan .............................................................................. 10 HR verplichtingen ...................................................................................... 10 HR vertegenwoordiging in Algemene Vergadering ..............................19 St. Aanhouding van inschrijving in stamboekhouding .................................... III.17 Aansprakelijkheid bij Kampioenschapsclubmatch .........................................................IV.104 bij Tentoonstelling ..........................................................IV.52, IV.57, IV.62 Aanstoot .......................................................................................................... III.32 Aantal honden per keurmeester ...................................................................... IV.56, IV.102 Aantal ingeschreven honden minimum - voor een rasvereniging ..................................................... 6 HR Aantal rassen van een rasvereniging ......................................................... 4 St. Aantal Tentoonstellingen per jaar .............................................................. IV.60 Aantekeningen op Stamboom .......................................................... III.36, III.39 Aanvaarding van de rechtsmacht van de Raad van Beheer ....... 10 HR, I.3, ............................................................... III.20, III.46 IV.4, IV.17, IV.64, V.5 Aanwijzingen voor commissies e.d. .........V.9, V.25, V.38, V.52, V.62, V.69 Aanzien van de kynologie ........................................................................... VI.24 Administratiekosten .......................................................... IV.72, IV.110, IV.138 Adreswijziging rechthebbende kennelnaam ............................................. III.62 Advies, het recht van ................................................................................. 13 HR Adviescommissies .................................................................................. VA.1 e.v. Adviesrecht van commissies e.d. ..........................................V.14, V.30, V.44 Afdracht ........................10 HR, 17 HR, IV.72, IV.108, IV.110, IV.137, IV.138 Aftreding periodieke ..............................................................................................12 St. Affix .................................................................................................................. III.43 Geldig vanaf 1 januari 2016
157
Afgifte van duplicaat Stamboom ........................................................... III.40, III.41 van Stamboom ....................................................................................... III.35 Afschriften ........................................................................................................ IX.1 Afstammingsbescheiden afgifte ......................................................................................................... III.1 Afstammingsbewijs zie: Stamboom Afwijking van Kynologisch Reglement ........................................................ IX.6 Agenda ........................................................................................... 13 HR, 29 HR Agility ........................................................................................................V.61 e.v. Agility kampioen met jaartal .........................................................................V.68 Agility kampioenstitel ...............................................................V.66, V.67, V.69 Agility keurmeesters ......................................................................................V.63 begrip ........................................................................................................... I.4 Algemeen kynologisch belang, zaken van ...................................................................................... I.4, 14 HR Algemene Vergadering .......... 1 St., 12 St., 19 St., 9 HR,13 HR, 14 HR, II.5 agenda ...................................................................................................29 St. stemrecht ......................................................................... 22 St., 30 HR, II.5 Amendement, het recht van ...................................................................... 13 HR Aspirant-keurmeester .................................................................................IV.143 Basisreglement Welzijn en Gezondheid ............................................ VIII.1 e.v. Verbod .................................................................................................. VI.23B Bedreigen ....................................................................................................... VI.14 Bedrieglijke handelingen ............................................................................... VI.6 Beïnvloeden van de keuring ....................................................................... VI.16 Beklaagde ............................................................................................... I.4, VI.45 Belangen van de kynologie .................... III.49, IV.37, IV.59, VI.24, IX.1, IX.6 Belangenovereenkomst ............................................................................. I.2, I.4 Beledigen ....................................................................................................... VI.14 Benching ..................................................... IV.68, IV.72, IV.80, IV.110, IV.138 Benoeming intrekking van - tot Keurmeester .......................................................... IV.6 van Keurmeester .................................................................. IV.4, IV.5, IX.4 Beperkt kynologisch belang, zaken van ...................................................................................... I.4, 14 HR Berisping .................................................................................VI.24, VI.25, VI.27 Beroep ...........................................................................IV.24, IV.30, VI.2, VII.10 Beroepschrift ....................................................................... VII.11, VII.12, VII.13 Bescheiden ...................................................................................................... VI.7 Bestuursleden van de Raad van Beheer rechten .......................................................................................... 13 HR e.v. verkiezingen ..........................................................................................12 St. Geldig vanaf 1 januari 2016
158
Besmettelijke ziekte .................................................. IV.17, IV.24, VI.19, VI.20 Bestuurssamenstelling van aangesloten verenigingen .......................................................... 10 HR van verenigingen ................................................................................... 5 HR Bevoegde personen ....................................................................................... III.64 Bewijs van inschrijving voor Kampioenschapsclubmatch .........................IV.114 van inschrijving voor Tentoonstelling ................................................. IV.76 van registratie kennelnaam ....................................................... III.47, III.61 Bewijskracht van rashondenlogboek .......................................................................... III.65 van stamboekhouding ............................................................................. III.2 Bezwaarschrift ...................................................................................... VII.2, VII.4 Bezwaren tegen erkenning vereniging ................................................................. 8 HR tegen kennelnaam ................................................................................. III.48 tegen standpunt Algemene Vergadering ............................................. II.5 tegen standpunt Jachthondenwedstrijdraad .....................................V.13 tegen standpunt Werkhondenraad .....................................................V.43 tegen standpunt Windhondenrenraad ................................................V.29 Bijlagen van N.H.S.B. inschrijving ................................................................................................ III.7 Bijzondere Verenigingen .......................................2 HR, 9 HR, 13 HR, 14 HR Bijzondere voorwaarden zie: voorwaarden Blindheid ........................................................................................................ IV.29 Bloedonderzoek ............................................................................................. III.17 Bond van Gebruikshondensportverenigingen .......................................... 2 HR Buitenland ............................. III.6, III.14, III.19, III.47, IV.7, IV.16, IV.22, VI.3 Buitenlanders .....................III.4, IV.15, IV.111, V.15, V.31, V.45, V.55, V.65 Buitenlands ras ....................................................................................... III.5, III.8 C.A.C. ............................................................................................................. IV.44 C.A.C.I.B. ............................................. 2 HR, IV.16, IV.44, IV.46, IV.52, IV.58 Castratie ............................................................................................. IV.24, IV.29 Catalogus ....................................................................................................... IV.23 raadplegen door Keurmeester .............................................. IV.84, IV.120 van clubmatch .....................................................................................IV.141 van Expositie ............................................................................. IV.26, IV.41 van Kampioenschapsclubmatch .......................................................IV.116 van Tentoonstelling .............................................................................. IV.78 Clubmatch ............................................................................................. I.4, IV.103 afdracht aan Raad van Beheer .........................................................IV.137 aspirant-keurmeester ..........................................................................IV.143 catalogus ..............................................................................................IV.141 Geldig vanaf 1 januari 2016
159
gang van zaken ........................................................................... IV.142 e.v. inschrijfgeld ..........................................................................................IV.138 inschrijving ................................................................................... IV.138 e.v. kosten van vergunning .......................................................................IV.133 Kwalificatie ...........................................................................................IV.143 plaatsing ...............................................................................................IV.143 prijzen ...................................................................................................IV.145 vergunning ...........................................................................................IV.132 verzoek om vergunning...................................................................... IV.134 Clubwinnaar .................................................................................................... III.34 Clubwinnaar IPO III met jaartal ................................................................ V.49A Collectieve Klassen .......................................................................... IV.16, IV.73 Fokkerijklasse Koppelklasse Nakomelingenklasse Combinatie van straffen .............................................................................. VI.27 Commissie Agility ...................................................................................V.61 e.v. Commissie FCI Obedience ...................................................................V.51 e.v. Commissie Flyball ..................................................................................V.70 e.v. Commissie Jachthonden ......................................................................... V.8 e.v. klachtrecht ................................................................................................. V.6 Commissie Opvoeding & Gedrag ........................................................ VA.1 e.v. Commissie voor de Windhondenrensport ..........................................V.21 e.v. financiën ..................................................................................................V.27 kerncommissie .......................................................................................V.23 klachtrecht ................................................................................................. V.6 penningmeester .....................................................................................V.23 samenstelling ..........................................................................................V.21 secretaris .................................................................................................V.23 taak en bevoegdheden .........................................................................V.25 verkiezing ................................................................................................V.22 voorzitter ..................................................................................................V.23 zittingsduur ..............................................................................................V.21 Commissie Werkhonden .......................................................................V.34 e.v. financiën ..................................................................................................V.41 kerncommissie .......................................................................................V.36 klachtrecht ................................................................................................. V.6 penningmeester .....................................................................................V.36 samenstelling ..........................................................................................V.34 secretaris .................................................................................................V.36 taak en bevoegdheden .........................................................................V.38 verkiezing ................................................................................................V.35 voorzitter ..................................................................................................V.36 zittingsduur ..............................................................................................V.34 Coupeerverbod .........................................................................IV.17, IV.29, V.2 Geldig vanaf 1 januari 2016
160
Couperen ............................................................................................ III.16, IV.31 Coursingkampioen met jaartal .................................................................. V.33A Cryptorchide reuen ........................................................................... IV.24, IV.29 Cynophilia ................................................................ 6 St., 2 HR, IV.60, IV.61, . Dekaangifte ......................................................................................... III.14, III.21 Demonstratie tijdens Expositie ....................................................... IV.23, IV.24 Deskundigen ..................................................................................... VI.41, VI.48 Deskundigheid erkenning van resultaten van - ............................................................. IX.5 Diploma voor FCI Obedience I - kampioen met jaartal ...................................V.60 voor FCI Obedience II - kampioen met jaartal ...................................V.60 voor FCI Obedience III - kampioen met jaartal .................................V.60 voor gehoorzaamheidskampioenschapsprijs ....................................V.60 voor kampioenschapsprijs ................................................................... IV.43 voor renkampioenstitel ..........................................................................V.33 voor Werkkampioen met jaartal ...........................................................V.50 voor werkkampioenschapsprijs ................................................ V.20, V.50 Diskwalificatie ............ II.17, IV.93, IV.122, IV.129, VI.24, VI.25, VI.29, VI.30 Diskwalificeren .......................................................I.4, IV.2, IV.25, IV.29, IV.85 Dispensatie .......................................................................... IV.32, IV.56, IV.102 DNA (verplichte afname en afstammingscontrole) ............. III.14, III.19, III.37 Doofheid ......................................................................................................... IV.29 Doorhaling van inschrijving in stamboekhouding ............................ III.28, III.31, III.38 Doping ............................................................................................................ VI.13 Double-handling ................................................................................ IV.25, VI.17 Draagpenning, Gouden ............................................................................. 23 HR Duplicaat van Stamboom .................................................................. III.40, III.41 Dwangmiddelen ............................................................................................ VI.17 Eigenaar ............... III.12, III.18, III.21, III.22, III.29, III.30, IV.20, IV.26, VI.22 begrip ...................................................................................................... 2 HR Eigendom ............................................................................................. III.14, III.18 overdracht van - van de hond ............. III.22A, III.29, III.37, IV.20, VI.22 overdracht van - van een windhond .................................................. VI.23 Eigennaam van de hond ................................................................... III.32, III.43 Entreegeld ................................................................................................... 17 HR Erekeuring ...................................................................................I.4, IV.83, IV.95 Ereraad van de Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging ...................V.10 Erering .............................................................................................................. IV.9 Erespeld, Gouden ....................................................................................... 23 HR Eretekens ......................................................................................... IV.82, IV.119 Erfelijke gebreken ......................................................................................... VI.22 Geldig vanaf 1 januari 2016
161
Erkenning van een Ras in opbouw ........................................................................ III.11 van resultaten van deskundigheid ....................................................... IX.5 van Windhondenrenvereniging ............................................................V.30 Erkenning van een vereniging .........................................................5 HR, 6 HR bezwaren ................................................................................................ 8 HR intrekking .................................................................................................. II.16 voorwaarden en beperkingen ............................................................. 6 HR weigering ................................................................................................ 6 HR Evenement ....................................................................................................... VI.5 Europatitels .................................................................................................... IV.27 Examens Officials bij - ........................................................................................... 2 HR Exposant begrip ........................................................................................................... I.4 Expositie ....................................................................................................IV.2 e.v. begrip ........................................................................................................... I.4 bijzondere voorwaarden ...................................................................... IV.11 inschrijving ..................................................................................... IV.15 e.v. klacht over gang van zaken ........................................................ IV.49 e.v. toelating .......................................................................................... IV.15 e.v. vergunning ............................................................................................. IV.13 verwijdering ................................................................................ IV.29, IV.30 verzoek om vergunning ....................................................................... IV.14 vrije toegang .......................................................................................... IV.36 weigering van inschrijving ................................................................... IV.18 weigering van toelating ............................................................ IV.18, IV.25 Exposities ............................I.4, VI.10, VI.15, VI.17, VI.19-VI.21, VI.29, VI.30 Exterieurkeurmeester ......................................................................... V.11, V.40 begrip ........................................................................................................... I.4 F.C.I. .......................................................................................................I.1, I.2, I.4 FCI Obedience - kampioenschapsprijs ......................................................V.56 FCI Obedience - kampioenstitel ..................................................................V.57 FCI Obedience I - kampioen met jaartal ....................................................V.59 diploma ....................................................................................................V.60 FCI Obedience II - kampioen met jaartal ...................................................V.59 diploma ....................................................................................................V.60 FCI Obedience III - kampioen met jaartal ..................................................V.59 diploma ....................................................................................................V.60 FCI Obedience -keurmeesters ....................................................................V.53 begrip ........................................................................................................... I.4 Feit, strafbaar zie: Strafbaar Feit Fokker ............................... 2 HR, III.12, III.14, III.19, III.21, III.22, III.25, III.26, Geldig vanaf 1 januari 2016
162
.................................................................................III.32, III.43, III.63, IV.26 Fokkerijklasse ........................................................IV.16, IV.73, IV.121, IV.140 Fokkersklasse ................................................................................. IV.16, IV.121 Flyball .......................................................................................................V.68 e.v. Gebied van een Regionale Vereniging ............................................................ 4 St. van Windhondenrenvereniging ............................................................V.30 Gebit tonen van - ............................................................................................. IV.33 Geboorteaangifte ........................................................................................... III.22 Gebruikshonden ........................................................................................... IV.46 Gebruikshondenklasse ........................................... IV.21, IV.16, IV.90, IV.121 Gecastreerde reuen ......................................................................... IV.24, IV.29 Gedelegeerde van Raad van Beheer voor de werkho ndensport .............................V.37 van Raad van Beheer voor Expositie ..IV.26, IV.30, IV.34, IV.49, IV.71, ................................................. IV.77, IV.83, IV.91, IV.109, IV.115, IV.127 van Raad van Beheer voor windhondenrensport .............................V.24 Gedrag en gehoorzaamheid zie: FCI Obedience Gedragskeurmeesters ................................................................................... IX.4 Gegevens verstrekken van onjuiste - ..................................................................... VI.6 Gehoorzaamheids- en schoonheidskampioenstitel ...................... V.58, V.60 Gehoorzaamheidskampioenschapsprijs diploma ....................................................................................................V.60 Gehoorzaamheidskampioenstitel ...............................................................V.60 Geldboete ...............................................................................VI.24, VI.25, VI.27 Geldprijzen ..................................................................................................... IV.38 Gemachtigde ..................................................................................... VI.45, VI.47 Gemeenschappelijke kennelnaam ............................................................. III.45 Generatie .......................................................................................................... III.6 Geschillen ...................................................................................... 10 HR, 15 HR Geschillencommissie ............................................1 St. VII.5, VII.6, VII.7, VII.9 leeftijdsgrens .......................................................................................... VII.5 niet ontvankelijkheid ..................................................................VII.9, VII.16 ontslag ..................................................................................................... VII.7 samenstelling .......................................................................................... VII.5 secretaris ................................................................................................. VII.8 schorsing .................................................................................. VII.20, VII.21 uitspraak ................................................................................... VII.16, VII.18 vergadering in pleno .............................................................................. VII.9 voorzitter .................................................................................................. VII.5 wraking .................................................................................................. VII.15 Geldig vanaf 1 januari 2016
163
zitting ........................................................................................................ VII.6 zittingstermijn .......................................................................................... VII.5 Getuigen ............................................................................................. VI.41, VI.48 Goedkeuring van besluiten commissies e.d. V.9, V.25, V.38, V.52, V.62, V.69 Gouden Draagpenning .............................................................................. 23 HR Gouden Erespeld ........................................................................................ 23 HR Groepering uit de Algemene Vergadering ............................................. 14 HR Grootte ............................................................................. III.7, III.12, III.30, III.36 Haarvariëteit niet-erkende ......................................................................................... VI.23A Herkiesbaarheid van de bestuursleden van de Raad van Beheer 9 St., 21 HR Hermeting ....................................................................................................... III.30 Herregistratie van kennelnaam ...................................III.55-III.57, III.59, III.60 kosten ...................................................................................................... III.61 weigering ................................................................................................. III.60 Homogeniteit .................................................................................................. III.11 Hondenhandel ........................................................................... III.15, III.49, IV.5 Hondsdolheid ................................................................................................ IV.22 Huidaandoening ............................................................................................ IV.24 Huishoudelijk Reglement richtlijnen voor - van verenigingen ..................................................... 5 HR Identificatie van pups .................................................................................. III.22A Import ..................................................................................................... III.3, III.22 Inenting ........................................................................................................... IV.22 Initiatief, het recht van .................................................................... 2 HR, 13 HR Inlichtingenplicht van erkende verenigingen ................................................................. 10 HR van organiserende vereniging ................................................................ II.3 Inschrijfformulier ....................................................................IV.17, IV.64, IV.77 Inschrijfgeld ....................................................IV.11, IV.17, IV.18, IV.25, IV.32, ............................................................. IV.72, IV.76, IV.110, IV.114, IV.138 Inschrijving aanhouding van - in stamboekhouding .............................................. III.17 bewijs van - voor Kampioenschapsclubmatch ...............................IV.114 bewijs van - voor Tentoonstelling ....................................................... IV.76 doorhaling van - in stamboekhouding .......................... III.28, III.31, III.38 in Bijlagen van N.H.S.B. ......................................................................... III.7 in N.H.S.B. ................................................................................................ III.6 in stamboekhouding ................................................................... III.19, III.26 in Voorlopig Register ...................................................................... III.8, III.9 kosten van - in stamboekhouding ....................................................... III.24 openstelling van - voor Kampioenschapsclubmatch .....................IV.106 openstelling van - voor Tentoonstelling ............................................ IV.64 Geldig vanaf 1 januari 2016
164
sluiting van - voor Kampioenschapsclubmatch ..............................IV.113 sluiting van - voor Tentoonstelling ..................................................... IV.74 verzoek tot - in stamboekhouding ....................................................... III.22 voor clubmatch ............................................................................ IV.138 e.v. voor Expositie ................................................................................ IV.15 e.v. voor Kampioenschapsclubmatch ............................................. IV.110 e.v. voor Tentoonstelling ..................................................................... IV.72 e.v. voor wedstrijden e.d. ...........................V.5, V.15, V.31, V.45, V.55, V.65 weigering van - in stamboekhouding ....................................... III.14, III.15 weigering van - voor Expositie ............................................................ IV.18 wijziging van - voor Kampioenschapsclubmatch ...........................IV.115 wijziging van - voor Tentoonstelling ................................................... IV.77 Inseminatie kunstmatige - .......................................................................................... III.22 Instandhouding van Ras of Variëteit ............................................................ III.7 Instructeurs in Hondenopvoeding en Honden opleiding, Nederlandse Vereniging voor ............................................................. 2 HR Internationale Prüfungs Ordnung (I.P.O.) ..................................................V.46 Intrekking van benoeming tot Keurmeester .......................................................... IV.6 van erkenning .............................................................................. 7 St., V.30 van kennelnaam .................................................... III.51, III.52, III.54, III.58 Jachthonden .................................................................................................. IV.46 Jachthondenkeurmeesters ...........................................................................V.10 begrip ........................................................................................................... I.4 Jachthondenproeven ............................................................................... V.8 e.v. Jachthondenwedstrijdraad ...........................................................................V.12 bevoegdheid ...........................................................................................V.13 stemrecht ................................................................................................V.12 Jagersvereniging, Koninklijke Nederlandse ................6 St., 2 HR, V.8, V.10 Jeugdklasse ......................................................................... IV.48, IV.16, IV.121 Jeugdwinnertitel ..................................................................................III.34, V.48 Jongste puppy klasse ...........................IV.16, IV.103, IV.121, IV.125, IV.144 Kampioenschapsclubmatch ................................................................. I.4, IV.44 aansprakelijkheid ................................................................................IV.104 afdracht aan Raad van Beheer .........................................................IV.108 bewijs van inschrijving .......................................................................IV.114 catalogus ..............................................................................................IV.116 gang van zaken ........................................................................... IV.118 e.v. inschrijfgeld ..........................................................................................IV.110 inschrijving ................................................................................... IV.110 e.v. kosten van vergunning ......................................................................... IV.98 Kwalificatie ...........................................................................................IV.118 Geldig vanaf 1 januari 2016
165
openstelling inschrijving .....................................................................IV.106 plaatsing ................................................................................. IV.118, IV.123 prijzen ...................................................................................................IV.131 sluiting van inschrijving ......................................................................IV.113 uitnodiging van Keurmeester ............................................................IV.106 vergunning ............................................................................... IV.97, IV.103 vervanging van Keurmeester ............................................................IV.107 verzoek om vergunning ....................................................................... IV.99 volgorde keuring .................................................................................IV.121 wijziging van inschrijving ...................................................................IV.115 Kampioenschapsclubmatches ......................................................... II.3, II.4, I.4 Kampioenschapsprijs internationale ............................. IV.16, IV.46, IV.52, IV.58, IV.90, IV.103 Nederlandse ................................................. IV.43, IV.44, IV.88, IV.89, IV.125 Kampioenschapsprijzen .........................................................................V.3, V.7 Kampioenschapsren .....................................................................................V.32 Kampioenschapsveldwedstrijd ....................................................................V.16 Kampioensklasse ..................................................................IV.21, IV.16, IV.90 Kampioenskruis ....................................... IV.45, V.20, V.33, V.50, V.60, V.67 Kampioenspenning .......................................................................................V.33 Kampioenstitel internationale ......................................................................................... IV.46 Nederlandse .......................................................................................... IV.44 Kampioenstitels ........................................................................................V.3, V.7 Kandidaatstelling voor de Raad van Beheer ...........................................12 St. Kennelnaam ............................................................................. III.32, IV.27, VI.8 adreswijziging rechthebbende ............................................................. III.62 bewijs van registratie .................................................................. III.47, III.61 bezwaren ................................................................................................. III.48 gemeenschappelijke - ........................................................................... III.45 herregistratie ...........................................................III.55-III.57, III.59, III.60 intrekking ........................................................................... III.52, III.54, III.58 kosten ...................................................................................................... III.47 kosten van herregistratie ...................................................................... III.61 meer dan één - ....................................................................................... III.43 ontneming recht op - ................................................................ VI.24, VI.25 overdracht ............................................................................................... III.42 publicatie ................................................................................................. III.48 verzoek tot het voeren van een - ......................................................... III.47 weigering ...................................................................................... III.49, III.50 weigering van herregistratie ................................................................. III.60 Kennelnamen, register van ...................................................III.44, III.50, IV.27 Kerncommissie uit de Commissie voor de Windhondenrensport ...............................V.23 uit de Commissie Werkhonden ............................................................V.36 Geldig vanaf 1 januari 2016
166
Keuring ........................................................................................................... IV.34 beïnvloeden van de - ............................................................................ VI.16 onttrekken aan - .................................................................................... IV.32 volgorde .................................................................................... IV.83, IV.121 Keurmeester .............. 2 HR, IV.2, IV.4 e.v., IV.25, IV.26, VI.14, VI.16, VI.21 aantal honden .......................................................................... IV.56, IV.102 begrip ...................................................................................................... 2 HR benoeming ............................................................................ IV.4, IV.5, IX.4 buitenlandse ............................................................................................ IV.8 examens ................................................................................................... IV.4 huisgenoten en familieleden van - ....................................................... IV.9 intrekking benoeming ............................................................................. IV.6 misleiding van de - ................................................................................ VI.12 ontneming bevoegdheid .......................................................... VI.24, VI.25 oordeel van - ............................................................................ IV.92, IV.128 optreden in buitenland ........................................................................... IV.7 uitnodiging ................................................................................ IV.65, IV.106 vervanging ................................................................... IV.32, IV.67, IV.107 weigering benoeming ............................................................................. IV.5 Keurmeestersvereniging ............................................................................. 2 HR Keurverslag ......................................................................... IV.35, IV.93, IV.129 Klacht over gang van zaken Expositie ................................................... IV.49 e.v. over gang van zaken wedstrijd e.d. ...................................................... V.6 ter zake van Strafbaar Feit ............................... 15 HR, IV.51, VI.2, VI.39 tegen bestuurslid Raad van Beheer .................................................. VI.40 Klasse-indeling............................................................................................... IV.16 bij Clubmatch bij Kampioenschapsclubmatch bij Tentoonstelling Kleur ................................................................................. III.7, III.12, III.30, III.36 niet-erkende kleur ............................................................................... VI.23A Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging zie: Jagersvereniging Koninklijke Nederlandse Kennelclub “Cynophilia” zie: Cynophilia Koppelklasse ..........................................................IV.16, IV.73, IV.121, IV.140 Kosten van adreswijziging rechthebbende kennelnaam ............................... III.62 van benching ......................................................................................... IV.72 van duplicaat Stamboom ........................................................... III.40, III.41 van herregistratie kennelnaam ............................................................ III.61 van inschrijving in stamboekhouding .................................................. III.24 van kennelnaam ..................................................................................... III.47 van kwalificatiekaarten .......................................................................IV.143 Geldig vanaf 1 januari 2016
167
van overleg in Rasgroepen en Rayons ............................................. 9 HR van rashondenlogboek .......................................................................... III.63 van stamboom ........................................................................................ III.35 van vergunning voor clubmatch .......................................................IV.133 van vergunning voor Kampioenschapsclubmatch ........................... IV.98 van vergunning voor Tentoonstelling ................................................ IV.53 van wijziging van stamboekhouding ............................. III.27, III.29, III.30 Kruising ............................................................................................III.5, III.7, III.8 Kunogonda .................................................................................................... 2 HR Kunstgrepen .................................................................................................. VI.12 Kunstmatige inseminatie .............................................................................. III.22 Kwaadaardige honden ...............................................................I.4, IV.24, IV.25 Kwalificatie ............................ IV.2, IV.30, IV.81, IV.93, IV.94, IV.118, IV.122, .................................................................................... IV.129, IV.130, IV.143 Kwalificatiekaarten ......................................................................... IV.143, VI.15 Kwalificeren ................................................................................... I.4, IV.2, IV.85 Kynologie aanzien en belangen van de - ............................................................ VI.24 belangen van de - ........................................III.49, IV.37, IV.59, IX.1, IX.6 Kynologisch Reglement afwijking van - .......................................................................................... IX.6 Land van oorsprong ..................................................................................... IV.46 Lawinehonden .........................................................................................V.34 e.v. Leden van Bestuur van de Raad van Beheer rechten .......................................................................................... 13 HR e.v. Leden van het Tuchtcollege rechten .................................................................................................... VI.38 Ledenlijst van erkende verenigingen ................................................................. 10 HR van verenigingen ................................................................................. 16 HR Ledental minimum - van verenigingen ............................................................... 6 HR Leeftijd bepaling - van de hond ............................................................................. I.5 Leeftijd van de Fokker............................................................................................ Leeftijdsgrens voor het Tuchtcollege ........................................................................... VI.32 Legitimatiekaart ............................................................................. II.3, II.4, IV.36 Lid van Verdienste .............................................................................. 23 HR Maatregelen van de overheid .................................................................... III.14A Medaille met inscriptie .............................................................V.20, V.50, V.60 Mede-eigenaar .............................................................III.12, III.18, III.21, IV.27 Meebeslissingsrecht .................................................................................. I.4, II.5 Geldig vanaf 1 januari 2016
168
Meerderheid van stemmen ....................................... 30 HR, V.12, V.28, V.42 Merle ............................................................................................................. VI.23A Minimum aantal ingeschreven honden voor een rasvereniging ........... 6 HR Minimum ledental van verenigingen .......................................................... 6 HR Misleiding van de Keurmeester .................................................................. VI.12 Misverstand .................................................................................................... III.32 Model rashondenlogboek ................................................................................. III.64 Stamboom ............................................................................................... III.35 Monorchide reuen ............................................................................. IV.24, IV.29 N.H.S.B. gratis verstrekking aan erkende verenigingen ............................... 15 HR inschrijving ................................................................................................ III.6 Naam van de hond ............................................................... III.27, III.32 e.v., VI.7 wijziging van buitenlandse - ...................................................... III.32, III.35 Nakomelingklasse ..................................................IV.16, IV.73, IV.121, IV.140 Natuurlijk persoon .......................................................................................... III.14 Nederlands hondenstamboek zie: N.H.S.B. Nederlandse Bond van Gebruikshondensportverenigingen .................. 2 HR Nederlandse stamboekhouding zie: stamboekhouding, Nederlandse O&O zie: Vereniging voor Instructeurs in Hondenopvoeding en -opleiding Official begrip ...................................................................................................... 2 HR ontneming bevoegdheid .......................................................... VI.24, VI.25 Officials ....................................V.6, V.11, V.26, V.40, V.54, V.64, VI.14, V.70 Officiële Mededelingen .................................................................................. IX.2 gratis verstrekking aan erkende verenigingen ............................... 15 HR Onderscheidingstekens ................................................................. IV.82, IV.119 Onderzoek door dierenarts ...................................................................................... IV.24 door bestuursleden Raad van Beheer .................................................. II.3 van strafbare feiten ......................................................................VI.2, VI.44 Onttrekken aan keuring ............................................................................... IV.32 Onvoorziene gevallen beslissing in - ........................................................................................... IX.7 Ooraandoening ............................................................................................. IV.24 Oordracht ......................................................................... III.7, III.12, III.30, III.36 Oorsprong land van - ............................................................................................... IV.46 Geldig vanaf 1 januari 2016
169
Openbaarmaking zie: publicatie Open klasse ........... IV.21, IV.16, IV.88, IV.90, IV.91, IV.121, IV.125, IV.127 Opvoeding & Gedrag, Commissie ....................................................... VA.1 e.v. Orde handhaving van - in de ring ................................................................. IV.35 Orde, reglement van voor Algemene Vergadering ............................................................. 32 HR Organisator begrip ........................................................................................................... I.4 Organiserende vereniging verplichtingen ............................................................................................ II.3 Oud-bestuursleden van de Raad van Beheer rechten ........................................................................................................ II.4 Overdracht van eigendom van de hond ...........................................III.29, III.37, IV.20 van kennelnaam ..................................................................................... III.42 Overheid, maatregelen van de .................................................................. III.14A Overlijden van de hond ............................................................................................ III.39 van rechthebbende kennelnaam ........................ III.52, III.53, III.56, III.57 Parforcebanden ............................................................................................ VI.17 Penningmeester van Commissie voor de Windhondenrensport ..................................V.23 van Commissie Werkhonden ...............................................................V.36 van rasgroep .......................................................................................... 9 HR van Rayon .............................................................................................. 9 HR Periodieke aftreding ....................................................................................12 St. Plaatsing .........................................................IV.30, IV.81, IV.86, IV.93, IV.94, ........................................................ IV.118, IV.123, IV.129, IV.130, IV.143 Plattegrond van tentoonstellingsgebouw of -terrein ................................ IV.52 Praefix ............................................................................................................. III.43 Praktijkproeven ......................................................................... II.3, II.4, V.2 e.v. Officials bij - ........................................................................................... 2 HR Preadvies ..................................................................................................... 13 HR Prijzen ..................................................................................................... IV.37 e.v. acceptatie van - ..................................................................................... IV.12 geld- ........................................................................................................ IV.38 intrekking van - ...................................................................................... IV.41 op clubmatch .......................................................................................IV.145 op Kampioenschapsclubmatch .........................................................IV.131 op Tentoonstelling ................................................................................ IV.96 terugvordering van - ............................................................................. IV.30 uitreiking van - ........................................................................... IV.40, IV.42 Geldig vanaf 1 januari 2016
170
Prikkelbanden ............................................................................................... VI.17 Procedure voor de Geschillencommissie .................................................... VII.10 e.v. voor erkenning ....................................................................................... 5 HR voor inschrijving in stamboekhouding ........................................ III.19 e.v. voor intrekking kennelnaam ................................................................. III.51 voor intrekking van een erkenning ...................................................... 7 St. voor klachten tijdens Expositie ................................................... IV.49 e.v. voor het Tuchtcollege ................................................................... VI.39 e.v. voor toekenning kennelnaam ....................................................... III.47 e.v. voor wijziging van het aantal rassen van een rasvereniging .......... 4 St. voor wijziging van het gebied van een Regionale Vereniging ........ 4 St. Proeftijd .......................................................................................................... VI.28 Publicatie op de gebruikelijke wijze ........................................................................ IX.2 van afwijking van Kynologisch Reglement ......................................... IX.6 van besluiten en gegevens ................................................................... IX.1 van kennelnaam ..................................................................................... III.48 van regel voor oplossing onvoorziene gevallen ................................. IX.7 van Tarievenbesluit ................................................................................ IX.3 van uitslag van verkiezing voor Raad van Beheer ............................ II.11 van uitspraak van het Tuchtcollege ................................................... VI.53 Puppyklasse ...........................................IV.16, IV.103, IV.121, IV.125, IV.144 Quarantaine ................................................................................................... IV.24 Raad van Beheer gedelegeerde voor de werkhondenspo rt ...........................................V.37 gedelegeerde voor de windhondenrensport ......................................V.24 gedelegeerde voor Expositie ... IV.26, IV.30, IV.34, IV.49, IV.71, IV.77, ............................................................. IV.83, IV.91, IV.109, IV.115, IV.127 klacht tegen bestuurslid ....................................................................... VI.40 rechten van de bestuursleden ................................................... 13 St., II.3 rechten van de oud-bestuursleden ........................................................ II.4 rechtsmacht ................................ I.3, III.20, III.46, IV.4, IV.17, IV.64, V.5 Raadsman ......................................................................................... VI.45, VI.47 Ras ........................................................................................................................... III.12 begrip ...................................................................................................... 2 HR buitenlands - .................................................................................... III.5, III.8 in opbouw ............................................................................ III.8, III.10, III.11 instandhouding ......................................................................................... III.7 Rasgroepen ..................................................2 HR, II.2, II.23, II.25, II.29, IV.13 Rashondenlogboek ....................................................................................... III.63 bewijskracht ............................................................................................ III.65 Geldig vanaf 1 januari 2016
171
III.6,
duplicaat ....................................................................................... III.67, III.68 juistheid gegevens ....................................................................... III.66, VI.9 kosten ...................................................................................................... III.63 model ....................................................................................................... III.64 Raskruising .............................................................................................. III.5, III.8 Rasvereniging ............................................................................... IV.132, IV.139 aantal rassen .......................................................................................... 4 St. begrip ...................................................................................................... 2 HR extra kosten voor niet-leden ................................................................. III.25 minimum aantal ingeschreven honden ............................................. 6 HR vertegenwoordiging in rasgroep ......................................................... 9 HR Raszuiverheid ..................................................................................... III.14, III.28 Rayons ................................................................................................2 HR, 9 HR Recht van Advies zie: advies Recht van Amendement zie: amendement Recht van Initiatief zie: initiatief Rechten van de bestuursleden van de Raad van Beheer ................................. II.3 van de leden van het Tuchtcollege .................................................... VI.38 van de oud-bestuursleden van de Raad van Beheer ......................... II.4 van erkende verenigingen ......................................................... 13 HR e.v. Rechtsmacht aanvaarding van de - van de Raad van Beheer ............ I.3, III.20, III.46, .................................................................................... IV.4, IV.17, IV.64, V.5 Recidive ......................................................................................................... VI.25 Reclame .................................................................................... IV.40, VI.8, VI.15 Reddingshonden .....................................................................................V.34 e.v. Regionale Vereniging .................................................................. 13 HR, IV.139 begrip ...................................................................................................... 2 HR gebied ...................................................................................................... 4 St. vertegenwoordiging in Rayon ............................................................. 9 HR Register van kennelnamen ...................................................III.44, III.50, IV.27 Register, Voorlopig zie: Voorlopig Register Registratie Bewijs van eigenaar ............................................................................ III.22A bewijs van - kennelnaam ........................................................... III.47, III.61 Registratiekenmerk .................................................................. III.3, III.12, IV.26 Reglement van Orde voor Algemene Vergadering ............................... 32 HR Reglementen bindende kracht .......................................................................................... I.3 van erkende verenigingen ................................................................. 10 HR Geldig vanaf 1 januari 2016
172
Reglementswijzigingen inwerkingtreding ...................................................................................... IX.1 Renkampioen met jaartal .............................................................................V.32 Renkampioenstitel .........................................................................................V.33 Reuen cryptorchide ............................................................................... IV.24, IV.29 gecastreerde .............................................................................. IV.24, IV.29 monorchide ................................................................................ IV.24, IV.29 Richtlijnen voor commissies e.d. ..........................V.9, V.25, V.38, V.52, V.62, V.69 voor statuten en huishoudelijk reglement van verenigingen .......... 5 HR Ringen toegang ................................................................................................... IV.34 Ringfunctionarissen ...............................................................IV.34, IV.35, VI.16 Ringmeester ...................................................................................... IV.35, IV.51 Schoonheidskampioenstitels ....................................................................... III.34 Schoonhouden van tentoonstellingsgebouw c.a. .................................... IV.69 Schorsing van beklaagde ............................................................................ VI.42 Schuld, ontbreken van - .............................................................................. VI.26 Secretaris van het Bestuur ....................................................................................12 St. van Commissie voor de Windhondenrensport ..................................V.23 van Commissie Werkhonden ...............................................................V.36 van rasgroep .......................................................................................... 9 HR van Rayon .............................................................................................. 9 HR Slip uit keurboek ....................................................IV.92, IV.93, IV.128, IV.129 Sluiting van inschrijving ................................................................. IV.74, IV.113 Specifiek kynologisch belang, zaken van ........................................ I.4, 14 HR Speurkampioen ...............................................................................V.46A, V.49B Spoedeisendheid .............................................................................................. II.5 Stamboekhouding, buitenlandse ............ III.4, III.6, III.14, III.32, IV.126, VI.7 Stamboekhouding, Nederlandse ........................................... VI.7, VI.29, VI.30 aanhouding van inschrijving ................................................................. III.17 begrip ...................................................................................................... 2 HR bewijskracht .............................................................................................. III.2 doorhaling van inschrijving ............................................. III.28, III.31, III.38 gegevens ................................................................................................. III.12 onjuistheden .................................................................................. III.2, III.27 opbouw ...................................................................................................... III.5 publicatie ................................................................................................. III.13 taak Raad van Beheer ............................................................................ III.1 verzoek tot inschrijving .......................................................................... III.22 weigering van inschrijving ......................................................... III.14, III.15 wijziging ............................................................................. III.27, III.31, III.38 Geldig vanaf 1 januari 2016
173
Stamboeknummer ........................................................................................... III.3 Stamboom aantekeningen ......................................................III.35, III.36, III.39, VI.22 afgifte ....................................................................................................... III.35 begrip ............................................................................................................ I.4 buitenlandse ........................................................................................... III.35 duplicaat ....................................................................................... III.40, III.41 kosten ...................................................................................................... III.35 model ....................................................................................................... III.35 terugzending ................................................................................ III.38, III.39 wijziging ................................................................................................... III.38 Stamboomaanvraag zie ook: inschrijving, verzoek tot - in stamboekhouding Standaard ................................................................................... 2 HR III.11, IV.2 Statuten richtlijnen voor - van verenigingen ..................................................... 5 HR van erkende verenigingen ...................................................... 4 St., 10 HR Stembiljet ......................................................................................... II.7, II.8, II.10 Stemmen meerderheid van - ............................................... 30 HR, V.12, V.28, V.42 Stemrecht in de Algemene Vergadering ....................................................30 HR, II.5 in Jachthondenwedstrijdraad ...............................................................V.12 in Werkhondenraad ...............................................................................V.42 in Windhondenrenraad ..........................................................................V.28 Stichting Gedrag, Gehoorzaamheid en Behendigheid ......................V.3, V.4 Strafbaar Feit ...................................................................................................... I.4 onderzoek .............................................................................................. VI.44 vooronderzoek ....................................................................................... VI.41 Straffen ................................................................................................. VI.24, VI25 combinatie van - .................................................................................... VI.27 in reglementen van commissies e.d. V.11, V.26, V.40, V.54, V.64, V.70 voorwaardelijke - ................................................................................... VI.28 Tarievenbesluit ................ 2 HR, III.24, III.25, III.27, III.29, III.30, III.40, III.41, ..................III.47, III.61-III.63, IV.72, IV.110, IV.138, IV.143, VI.39, VIII.3 Tatoeage .............................................................III.14, III.16, III.22, III.24, III.25 Tentoonstelling ............................................................I.4, IV.11, IV.100, IV.135 aansprakelijkheid ...........................................................IV.52, IV.57, IV.62 aanwezigheid honden .......................................................................... IV.80 afdracht aan Raad van Beheer ........................................................... IV.70 benching ..................................................................................... IV.68, IV.80 bewijs van inschrijving ......................................................................... IV.76 bijzondere voorwaarden .......................................................... IV.58, IV.71 catalogus ................................................................................................ IV.78 Geldig vanaf 1 januari 2016
174
gang van zaken ............................................................................. IV.80 e.v. inschrijfgeld ............................................................................................ IV.72 inschrijving ..................................................................................... IV.72 e.v. klasse-indeling ....................................................................................... IV.16 kosten van vergunning ......................................................................... IV.53 Kwalificatie ............................................................................................. IV.81 plaatsing ..................................................................................... IV.81, IV.86 prijzen ..................................................................................................... IV.96 schoonhouden ....................................................................................... IV.69 sluiting inschrijving ................................................................................ IV.74 uitnodiging van Keurmeester .............................................................. IV.65 vergunning ............................................................................................. IV.58 vervanging van Keurmeester .............................................................. IV.67 verzoek om vergunning ....................................................................... IV.52 volgorde keuring ................................................................................... IV.83 vraagprogramma ................................................................................... IV.64 weigering van vergunning ................................................................... IV.59 wijziging van inschrijving ..................................................................... IV.77 Tentoonstellingen ..............................................................II.3, II.4, VI.15, VI.16 aantal - per jaar ..................................................................................... IV.60 Tentoonstellingsgebouw of -terrein plattegrond ............................................................................................. IV.52 Tentoonstellingshokken ................................................................... IV.68, IV.80 Tenuitvoerlegging van straffen ....................................... I.4, VI.2, VI.28, VI.53 Terugzending van Stamboom .......................................................... III.38, III.39 Teven dragende ................................................................................................ IV.24 met vaginale uitvloeiing ....................................................................... IV.24 Tijdelijke benoeming van keurmeester ................................................................ IV.4 Titels ......... III.32, III.34, III.38, IV.26, IV.27, IV.44 e.v., V.17 e.v., V.32 e.v., ..........................................................................................V.47 e.v., V.57 e.v. Toegang vrije - tot evenementen e.d. ................................................. II.3, II.4, VI.38 vrije - tot Exposities .............................................................................. IV.36 Toelating tot Expositie ................................................................................... IV.15 e.v. weigering van - tot Expositie ................................................... IV.18, IV.25 Toelating tot Bijlage ....................................................................................... III.10 Toelating tot Voorlopig Register ......................................................... III.9, III.10 Totalisator windhondenrensport ................................................................. VI.11 Tuchtcollege .............................................. 1 St., 7 St., III.51, IV.6, V.10, VI.32 adviezen ................................................................................................. VI.36 leeftijdsgrens ......................................................................................... VI.32 ontslag .................................................................................................... VI.34 Geldig vanaf 1 januari 2016
175
publicatie van uitspraak ....................................................................... VI.53 samenstelling ......................................................................................... VI.32 secretaris ................................................................................................ VI.35 stemrecht ............................................................................................... VI.37 uitspraak ..................................................................................... VI.50, VI.51 vergadering in pleno ............................................................................. VI.37 voorzitter ................................................................................................. VI.32 wraking ................................................................................................... VI.49 zitting ........................................................................................... VI.45, VI.47 zittingstermijn ......................................................................................... VI.32 Tussenklasse ................................................................................................ IV.16 Typerende kenmerken .............................................................. III.7, III.10, III.11 Uitreiking van prijzen ........................................................................ IV.40, IV.42 Uitslag van verkiezing voor Raad van Beheer .............................................12 St. Uitsluiting van kwalificatie en plaatsing ......................................... IV.29, IV.30 Uitspraak van het Tuchtcollege ....................................................... VI.50, VI.51 Vacht ................................................................................. III.7, III.12, III.30, III.36 Variëteit ........................................................................................................... III.12 afwijkende .................................................................................... III.12, III.30 begrip ...................................................................................................... 2 HR instandhouding ......................................................................................... III.7 Variëteitsgroep ......................................... III.6, III.7, III.12, IV.16, IV.83, IV.91, ........................................................................ IV.95, IV.103, IV.111, IV.127 begrip ...................................................................................................... 2 HR Variëteitskruising ............................................................................... III.7, III.14B Veldwedstrijd ................................................................................................. IV.46 Veldwedstrijd Organiserende Vereniging ......................................... V.9, V.12 begrip ........................................................................................................... I.4 Veldwedstrijden ......................................................................................... V.8 e.v. Veldwedstrijdkampioen met jaartal .................................................. V.19, V.20 Verbetering van ras of variëteit ..................................................................... III.7 Verblijfplaats van honden ............................................................................................. III.49 van rechthebbende kennelnaam .............................................. III.52, III.54 Verdienste, Lid van ..................................................................................... 23 HR Vereniging “Kunogonda” .......................................................................................... 2 HR van Keurmeesters ................................................................................. 2 HR voor Instructeurs in Hondenopvoeding en Hondenopleiding ......... 2 HR Vereniging, organiserende zie: organiserende vereniging Vereniging, regionale Geldig vanaf 1 januari 2016
176
zie: Regionale Vereniging Vereniging, veldwedstrijd organiserende zie: Veldwedstrijd Organiserende Vereniging Verenigingen bestuurssamenstelling ....................................................................... 10 HR bezwaren tegen erkenning .................................................................. 8 HR erkenning ........................................................................................5 HR e.v. huishoudelijk reglement ......................................................... 5 HR, 10 HR in oprichting ............................................................................................. VI.5 ledenlijst ............................................................................................... 10 HR minimum ledental .................................................................................. 6 HR statuten ..................................................................................... 5 HR, 10 HR Verenigingen, bijzondere zie: bijzondere verenigingen Verenigingen, erkende zie: erkende verenigingen Verenigingen, niet erkende ................................................................IV.12, VI.5 Verenigingsorgaan van erkende verenigingen ................................................................. 10 HR Vergadering, Algemene zie: Algemene Vergadering Vergunning kosten van - voor clubmatch .............................................................IV.133 kosten van - voor Kampioenschapsclubmatch ................................ IV.98 kosten van - voor Tentoonstelling ...................................................... IV.53 verzoek om - voor clubmatch ............................................................IV.134 verzoek om - voor Expositie ................................................................ IV.14 verzoek om - voor Kampioenschapsclubmatch ............................... IV.99 verzoek om - voor Tentoonstelling ..................................................... IV.52 voor clubmatch ....................................................................................IV.132 voor Expositie ........................................................................................ IV.13 voor Kampioenschapsclubmatch ......................................... IV.97, IV.103 voor Tentoonstelling ............................................................................. IV.58 weigering van - voor Tentoonstelling ................................................. IV.59 Verkiezingen voor de Commissie voor de Windhondenrensport ...........................V.22 voor de Commissie Werkhonden ........................................................V.35 voor het bestuur van de Raad van Beheer ......................................12 St. Vernietiging van besluiten commissies e.d. V.9, V.25, V.38, V.52, V.62, V.69 Veroordeling ....................................................................................................... I.4 Verplichtingen van erkende verenigingen ................................................................. 10 HR van organiserende verenigingen ............................................................ II.3 Verschoningsrecht ........................................................................................ VI.44 Verstek ........................................................................................................... VI.52 Geldig vanaf 1 januari 2016
177
Vertegenwoordiging van de Nederlandse kynologie .............. 14 St. I.1, VI.4 Vervanging van keurmeester ............................................ IV.32, IV.67, IV.107 Verwante lichamen ........................................................................... IV.21, IV.16 Verwijdering van Expositie .............................................................. IV.29, IV.30 Verzet ................................................................................................. VI.52, VI.53 Verzwijgen van gegevens ............................................................................. VI.6 Veteranenklasse .........................................................................................IV.121 Veterinair onderzoek .................................................................................... IV.24 Voorlopig Register inschrijving ....................................................................................... III.8, III.9 openen ....................................................................................................... III.5 sluiten......................................................................................................... III.5 Vooronderzoek ter zake van Strafbaar Feit ................................. VI.40, VI.41 Voorstellen ..................................................................................... 13 HR, 14 HR Voorwaardelijke straffen .............................................................................. VI.28 Voorwaarden bij erkenning ...............................................................................5 HR, 6 HR bijzondere - voor Expositie .................................................................. IV.11 bijzondere - voor Tentoonstelling ........................................... IV.58, IV.71 bijzondere - voor werkkampioenschappen voor jachthonden ........V.17 Voorzitter van Commissie voor de Windhondenrensport ..................................V.23 van het Tuchtcollege ............................................................................ VI.32 van Commissie Werkhonden ...............................................................V.36 van Rasgroep ........................................................................................ 9 HR van Rayon .............................................................................................. 9 HR Vraagprogramma .............................................................................. IV.64, IV.95 Vrije toegang tot evenementen etc. ............................................................ II.3, II.4, VI.38 tot Expositie ........................................................................................... IV.36 Wedstrijden ................ II.3, II.4, VI.10, VI.14, VI.17, VI.19-VI.21, VI.29, VI.30 inschrijving ............................................V.5, V.15, V.31, V.45, V.55, V.65 klacht over gang van zaken ................................................................... V.6 Officials bij - ........................................................................................... 2 HR Wedstrijdkampioen met jaartal ....................................................................V.68 Weigering van erkenning ........................................................................................ 6 HR van herregistratie kennelnaam ............................................................ III.60 van inschrijving in stamboekhouding .................................................. III.14 van inschrijving van een naam ............................................................ III.33 van inschrijving voor Expositie ........................................................... IV.18 van kennelnaam .......................................................................... III.49, III.50 van toelating tot Bijlage ......................................................................... III.10 van toelating tot Expositie ....................................................... IV.18, IV.25 Geldig vanaf 1 januari 2016
178
van toelating tot Voorlopig Register .................................................... III.10 van vergunning voor Tentoonstelling ................................................ IV.59 Wereldtitels .................................................................................................... IV.27 Werk- en schoonheidskampioenstitel ...................................V.18, V.20, V.48 Werkhonden, Commissie zie: Commissie Werkhonden Werkhondenkeurmeesters ...........................................................................V.39 begrip ........................................................................................................... I.4 Werkhondenproeven, ongeoorloofd afleiden ........................................................................... VI.18 Werkhondenraad ...........................................................................................V.42 bevoegdheid ...........................................................................................V.43 stemrecht ................................................................................................V.42 Werkhondenvereniging ................................................. V.34, V.35, V.38, V.42 begrip ........................................................................................................... I.4 Werkhondenwedstrijden .............................................................................. IV.46 ongeoorloofd afleiden ........................................................................... VI.18 Werkkampioen met jaartal ...........................................................................V.49 diploma .....................................................................................................V.50 Werkkampioenschapsprijs ................................................................ V.16, V.46 diploma ......................................................................................... V.20, V.50 Werkkampioenstitel ............................................ III.34, V.17, V.20, V.47, V.50 Wijziging kosten van - stamboekhouding ...................................... III.27, III.29, III.30 van buitenlandse naam .............................................................. III.32, III.35 van inschrijving voor Kampioenschapsclubmatch .........................IV.115 van inschrijving voor Tentoonstelling ................................................. IV.77 van stamboekhouding ..................................................... III.27, III.31, III.38 van Stamboom ....................................................................................... III.38 Windhondenrennen ongeoorloofd afleiden ........................................................................... VI.18 Windhondenrenraad ............................................................................. II.2, V.28 bevoegdheid ...........................................................................................V.29 stemrecht ................................................................................................V.28 Windhondenrensport doping ..................................................................................................... VI.13 Windhondenrensport, Commissie voor de zie: Commissie voor de Windhondenrensport Windhondenrenvereniging ........................................... V.21, V.22, V.25, V.28 begrip ........................................................................................................... I.4 erkenning ................................................................................................V.30 gebied ......................................................................................................V.30 Winnertentoonstelling .................................................... I.4, IV.44, IV.47, IV.61 Winnertitel ........................................................................................... III.34, IV.47 Wraking Geldig vanaf 1 januari 2016
179
van lid het Tuchtcollege ....................................................................... VI.49 Zaken van algemeen kynologisch belang zie: algemeen kynologisch belang Zaken van beperkt kynologisch belang zie: beperkt kynologisch belang Zaken van specifiek kynologisch belang zie: specifiek kynologisch belang Zekerheid voor nakoming financiële verplichtingen ................................ IV.57 Ziekte, besmettelijke ................................................. IV.17, IV.24, VI.19, VI.20 Zitting van het Tuchtcollege ............................................................. VI.45, VI.47 Zittingsduur Commissie voor de Windhondenrensport .........................................V.21 Commissie Werkhonden ......................................................................V.34 Zittingstermijn Geschillencommissie ............................................................................ VII.5 Tuchtcollege .......................................................................................... VI.32
Geldig vanaf 1 januari 2016
180